Toespraak in de Amsterdamse Studentenekklesia op 27 mei 2012 door Bram Grandia Pinksteren 2012 Voorlezing uit het boek En dit zijn de namen Exodus 19:16-20 En het geschiedde op de derde dag toen de morgen aangebroken was: donderslagen, bliksemflitsen, zware wolken boven de berg, de stem van een sjofar - de ramshoorn -, de doordringende stem. Toen huiverde heel het volk dat in het legerkamp was. Mozes leidde het volk het legerkamp uit, God tegemoet. Zij stonden aan de voet van de berg. De berg Sinai stond in rook heel en al want in vuur was JHWH daar neergedaald, rook steeg op als van een rokende oven, de berg, heel en al, schokte hevig. En het geschiedde: de stem van de sjofar klonk en werd sterker en sterker. Mozes, hij sprak; en God, hij gaf antwoord met donderende stem. JHWH daalde neer op de berg Sinai, op het hoofd van de berg, JHWH riep Mozes naar het hoofd van de berg en Mozes ging opwaarts. Voorlezing uit het verhaal over Jezus van Nazaret Lukas 4:16-19 En hij kwam in Nazara waar hij was opgevoed en ging op de dag van de sabbat naar de synagoge zoals hij gewoon was, en hij stond op om voor te lezen. En gegeven werd hem de boekrol van de profeet Jesaja en hij rolde hem open en vond de plaats waar staat geschreven: ‘De geest van JHWH is over mij: hij heeft mij gezalfd om aan de armen het goede nieuws te brengen, hij heeft mij gezonden om gevangenen op te roepen dat zij worden vrijgelaten en blinden dat zij zullen zien, om onderdrukten vrij te laten gaan en om uit te roepen het welgekomen jaar van JHWH.’
Voorlezing uit de Handelingen der Apostelen Handelingen 2:1-13 Toen de vijftig dagen waren vervuld, waren allen bijeen onder één dak. En het geschiedde plotseling uit de hemel: geraas, als van een geweldige storm en vol daarvan werd heel het huis waar zij zaten. Voor hun ogen verschenen tongen van vuur die zich verspreidden en neerdaalden op hen. En vervuld werden allen van heilige geest 1
en zij begonnen het woord te spreken met andere tongen, zoals de geest hen te spreken gaf. Nu waren daar, in Jeruzalem, Joden bijeen, vrome mannen, uit alle volkeren onder de hemel. Toen die stem daar geschiedde liep de menigte te hoop en werd door elkaar geschud want ieder hoorde hen spreken in zijn eigen taal. Zij raakten buiten zichzelf, verwonderden zich en zeiden: Zijn niet allen die hier het woord spreken, Galileeërs? Hoe kan het dan dat wij hen allen horen spreken in onze moedertaal? Parten en Meden en Elamieten en die woonachtig zijn in Mesopotamië, in Judea, in Kappadocië ook, in Pontus en Asia, in Frygië, in Pamfylië ook, in Egypte en de gebieden van Libië bij Cyrene en de Romeinen die hier verblijven, Joden en ook proselieten, Kretenzers en Arabieren hoe horen wij hen spreken in onze eigen taal over de grote werken van God? Allen raakten buiten zichzelf en wisten niet meer hoe of wat en de een zei tegen de ander: Wat wil dit zijn? Maar sommigen zeiden smalend: Ze zijn vol jonge, zoete wijn!
Toespraak Feest van Gods verbond met Israël en de volkeren Ekklesia, deel van de wereldwijde Ekklesia, de wereldwijde Ekklesia viert vandaag haar verjaardag. Op Pinksteren stort de heilige geest zich uit over de mensen. Die zijn bezopen volgens de een, enthousiast volgens de ander. Die geest komt niet uit het niets. Die geest waait door de Schrift. Die geest komen we tegen in wolk en vuur op de Sinai als God de Thora geeft aan Mozes. Exodus 19 en Exodus 20 wordt in de joodse traditie gelezen op Sjawoeot, het joodse Pinksterfeest. Daarnaast het boekje Ruth. Zo wordt het oogstfeest meer dan een vruchtbaarheidsfeest. Het is het feest waarop God in de Thora zijn volk oproept om de oogst zó te verdelen dat er voor ieder genoeg is. Pinksteren als feest van Gods gave van barmhartigheid en gerechtigheid niet alleen voor het eigen volk, maar voor alle volkeren. Rabbijn Soetendorp, de vader van Abraham Soetendorp, schrijft in zijn boek Symboliek van de Joodse religie dat er, als het om Sjawoeot gaat, twee stromingen binnen het Jodendom zijn die tot op vandaag met elkaar in dispuut zijn: een ‘universeel’ denkende groepering en een ‘zuiver nationaal’ gerichte groep. Soetendorp rekent zich tot die universeel denkende groep, die Pinksteren ziet als het feest van Gods verbond met Israël en alle volkeren. Die Pinkstergeest verbindt. Hoe actueel. Gods geest raakt Jezus Die geest, die innerlijke kracht vanuit de Thora, raakt Jezus bij het begin van zijn optreden. We hebben het gehoord. Die geest had Jezus niet van zichzelf. Hij kreeg de geest bij zijn doop, toen hij liet zien een mens te zijn afhankelijk 2
van de Eeuwige. De geest als een duif, een vredesduif. Vol van de heilige Geest wordt Jezus door de Geest de woestijn in geleid. Als Jezus dan na veertig dagen catechese, na veertig dagen woestijntijd in de openbaarheid treedt, legt hij uit wat dat betekent, door de geest geraakt en opgevoed te zijn. Hij leest in de synagoge van Nazaret het Messiaans program voor, zijn mission statement: De geest van JHWH is over mij: hij heeft mij gezalfd om aan de armen het goede nieuws te brengen, hij heeft mij gezonden om gevangenen op te roepen dat zij worden vrijgelaten en blinden dat zij zullen zien, om onderdrukten vrij te laten gaan en om uit te roepen het welgekomen jaar van JHWH. Dat welgekomen jaar is het genadejaar, het jubeljaar, het vijftigste jaar, een jaar van herverdeling, van opnieuw beginnen. Dat is concreet. Jezus spreekt met een tong van vuur en zegt dat wat hij gelezen heeft, nu in vervulling gaat. Jezus gaat er volledig aan staan. Hij engageert zich met hart en ziel aan deze profetische woorden. Een andere taal spreken En Pinksteren? Is dat niet vaag? Hoe zit dat met die tongetjes van vuur? Een oude uitleg (midrasj) over Exodus 19 vertelt hoe Gods stem zich verandert in zeven stemmen en van zeven stemmen in zeventig talen. En waarom in zeventig talen? Opdat alle naties zouden horen. Die boodschap van gerechtigheid en barmhartigheid mag niet tot één volk beperkt blijven. Die midrasj klinkt mee als het gaat over de vele talen in Handelingen 2. Er klinkt nog een talmoedverhaal mee dat de brug slaat tussen Exodus 19 en Handelingen 2: (j Chagiga I,1/77b) ‘Eens waren Rabbi Liezer en Rabbi Jehosjoea ergens in een huis bezig woorden van de Thora te verbinden met woorden van de Profeten en van de Geschriften (de zogenaamde charaz-methode = ‘aaneenrijgmethode’). Daarop daalde vuur uit de hemel en omgaf hen. Hun gastheer sprak tot hen: “Mijne heren, is het uw bedoeling mijn huis te verbranden?” Zij antwoordden hem: “God verhoede dat! Maar wij zitten hier en rijgen woorden van de Thora aaneen. En van de Thora gaan we naar de Profeten, en vandaar naar de Geschriften.” Daarop verheugden die woorden zich zoals toen zij op de Sinai gegeven werden en het vuur omlikte hen zoals het hen omlikte op Sinai. Want dit is wezenlijk bij hun gave: zij werden slechts in vuur gegeven!’ (Deut.4:11) Is dit niet de sfeer van Ekklesia zijn? Bezig zijn met de woorden van Thora, Profeten en Geschriften. Ze met elkaar betrekken op wat nu speelt. Leidt dat niet tot vuur, tot heilig vuur waardoor mensen worden aangestoken? Ook heilig vuur van verontwaardiging over zoveel onrecht. Is dat niet de ziel die vonkt en als een brand uitslaat? Is dat niet de geest die je een andere taal laat spreken? Tegentaal! Taal van de hoop tegen de vertwijfeling. Taal van de liefde tegen de haat. Taal van compassie tegenover de onverschilligheid. Is dát niet het talenwonder? Een beweging van geestkracht die de wereld verandert Om die geest van de Thora, die vlees en bloed wordt in Jezus van Nazaret, gaat het. Als die geest je raakt, komt er een beweging op gang. Die beweging roept tegenspraak op. Dat zie je bij Jezus. Nog maar net weg uit Nazaret komt hij in de synagoge van Kapernaum in contact met de geest van de demonie, die een mens doet zeggen: ‘Waar bemoei jij je mee, Jezus van 3
Nazaret, wat heb jij met ons leven te maken, ben jij er op uit om ons leven stuk te maken? Heb jij het lef om aan onze vrije handel te komen. Kom jij aan onze levens, waar bemoei jij je mee… jij met je profetische praatjes. Bemoei je met jezelf.’ Jezus gooit deze onreine geest uit de man en maakt hem vrij. Een actuele opmerking: ‘Hé Ekklesia, waar bemoei je je mee? Hoe durf je te praten over de economie, over het vluchtelingenbeleid, over Israël en de bezette gebieden. Hoezo bezet? Dat is een politiek statement. Achter de voordeur met je godsdienst. Godsdienst als privézaak is prima, maar hou in het publieke debat je mond.’ Tegen die ongeest die mensen verslaaft, mensen eronder houdt en mensen het zwijgen oplegt, komt Jezus in verzet. Van overal vandaan komen mensen - ook uit de volkeren - naar hem toe om vrij te worden van al die geesten die hen verzieken, al die mentaliteiten die een samenleving stuk maken. Al dat ‘ikke, ikke ikke en de rest kan stikken’, dat eigen-volk-eerst-denken, al die geesten die je aan handen en voeten binden. Door de heilige geest maakt Jezus mensen vrij. Lukas beschrijft het spoor van bevrijding en genezing dat Jezus trekt. Lukas schrijft vervolgens een heel boek over hoe de geest die Jezus raakt, nu overgaat op de gemeente als Lichaam van Christus. De geest die Jezus aan God heeft teruggegeven geeft God op Pinksteren aan de leerlingen, aan de Ekklesia. Die gemeente kan grote dingen doen, als ze geraakt wordt. Dat lezen we in het boek Handelingen van de apostelen, de leerlingen die eropuit gestuurd zijn. Die beweging van Heilige Geest die mensen doet opademen gaat door tot op vandaag. Opluchting en Heilige Geest horen bij elkaar. Ik las een prachtig verhaal in Trouw over de Hindoe dr. Pakhat, die in India een beweging heeft opgezet om de dalits in India, de onaanraakbaren, te bevrijden van hun taak om als poepruimers de shit van de rijken op te halen. Hij zorgt voor de zogenaamde tweegatentoiletten bij de huizen en voor openbare toiletten. Van de opbrengst daarvan geeft hij de dalits een opleiding en een baan. Het is een prachtig verhaal, hoe deze man zijn landgenoten perspectief geeft door hen letterlijk en figuurlijk uit de shit te halen. Ik denk aan zijn beweging en aan de microkredietbeweging, hier bekend als Oikocredit. Dat deze is doorgedrongen op zoveel plaatsen, nu zo’n veertig jaar nadat daar voor het eerst in de kerken over gesproken werd, vind ik een teken van de doorwerking van heilige geest. Armen kunnen een bestaan opbouwen. De geest is concreet. 'Oiko’ verwijst naar het oud-Griekse woord oikos, dat zoveel betekent als huis, samenleving en wereld; plaatsen waar mensen samenleven. Het vormt de basis voor begrippen als oecumene, economie en ecologie. ‘Credit’ verwijst niet alleen naar het woord krediet zelf, maar ook naar het Latijnse werkwoord credere, geloven. Krediet verlenen aan mensen in achterstandposities is in de optiek van Oikocredit een uiting van geloof in hun wilskracht en vermogen een beter leven op te bouwen. Waar mensen opademen, is de Geest aan het werk. Waar mensen elkaar opnieuw een kans geven, is de Geest aan het werk. Waar mensen oog hebben voor elkaar en voor elkaar zorgen is de Geest aan het werk. Waar mensen om een tafel zitten, zoals week in week uit hier in De Nieuwe Liefde en op zoveel plaatsen, om samen de teksten lezen, is de Geest aan het werk. Dan kan het gebeuren dat het, waar mensen zo samenscholen en schuilen, gaat vonken. Daar ontstaat vertrouwen, daar bemoedigen mensen elkaar. Is het dat, dat mensen luisterend naar de verhalen van Jezus, oog krijgen voor een andere werkelijkheid, oog krijgen voor elkaar, voor de plek waar we 4
wonen en leven, voor de wereld? Anders gaan spreken en handelen? Zich verbinden met elkaar? Pinksteren gaat over ons Pinksteren is misschien wel zo vaag, omdat het vooral over onszelf gaat. Wij zijn de mensen die God wil raken. Wij zijn de mensen die God wil begeesteren. Wij zijn de mensen die God wil inspireren. Waarom? Omdat in onze wereld iets zichtbaar moet worden van Gods Koninkrijk. Dan gaat het niet om kerken die groeien, dan gaat het niet om steeds meer christenen, dan gaat het om steeds meer liefde, vrede en gerechtigheid. Het ging Jezus niet om de kerk maar om het Koninkrijk Gods, en dat is niet hetzelfde. God heeft geen vaste woon- of verblijfplaats. God woont niet alleen in kerken. God lijkt op die asielzoeker die aanklopt met de vraag of men hem of haar wil binnenlaten. God woont daar waar men God binnenlaat. Dat vraagt om open deuren en open harten. Dat vraagt om een nieuwe liefde of een oude liefde opnieuw. Dat vraag om een gastvrije, liefdevolle en compassievolle Ekklesia, open voor Gods Geest. Moge dat steeds opnieuw waar worden.
5