Toelichting instellingsprofiel mbo 2014

Toelichting instellingsprofiel mbo 2014

Inspectie van het Onderwijs

Inhoudsopgave

1

1

DEEL 1. ALGEMEEN

3

1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6

Voor welke instellingen wordt een profiel gemaakt? Herkomst van de gegevens Vergelijking met andere instellingen Wat is een opleiding: kwalificatiedossiers Actualisering instellingsprofiel Grafische weergaven

3 3 4 5 6 6

2

DEEL 2. DEFINITIES EN OPERATIONALISERING KENGETALLEN

8

2.1 2.2 2.3 2.4 2.5

Algemene gegevens van de instelling Uitkomsten toezicht Rendementsbeoordeling Financiële informatie Aanbod en studenten

8 9 12 18 20

Inspectie van het Onderwijs | Toelichting instellingsprofiel mbo 2014

1

DEEL 1. ALGEMEEN

Download de toelichting instellingsprofiel mbo 2014 (PDF, 255kB) Voor welke instellingen wordt een profiel gemaakt? Herkomst van de gegevens Vergelijking met andere instellingen Wat is een opleiding?: kwalificatiedossiers Actualisering instellingsprofiel Bewerkingen databronnen Grafische weergaven

1.1

Voor welke instellingen wordt een profiel gemaakt?

Bekostigde en niet bekostigde instellingen Voor alle instellingen die middelbaar beroepsonderwijs (mbo) aanbieden, wordt een instellingsprofiel getoond. De kenniscentra en exameninstellingen vallen hier buiten. Geen instellingsprofiel Voor het doveninstituut De Schalm wordt geen instellingsprofiel getoond. Het relatieve aandeel studenten mbo is te gering voor het zinvol tonen van instellingsgegevens. Voor Effatha, dat eveneens een gering aantal studenten mbo kent, wordt een deel van de gegevens op het profiel gepubliceerd. Per brin De instellingsprofielen zijn verbonden aan de basisregistratie-identificatienummers (brin) die de Dienst Uitvoering Onderwijs van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (DUO) beheert. Per brin is er derhalve een instellingsprofiel. Voor instellingen met verschillende brins die onder hetzelfde bevoegd gezag vallen, zijn de gegevens die betrekking hebben op het bevoegd gezag identiek. Dit betreft in 2014 de financiële kengetallen en de kengetallen over het voortgezet onderwijs van één instelling: ROC West-Brabant. Voor deze instelling hanteert het DUO twee verschillende brins, wat resulteert in een apart instellingsprofiel is voor het niet-groene en voor het groene brin van deze instelling.

1.2

Herkomst van de gegevens

De instellingsprofielen bevatten in de eerste plaats de gegevens die voortkomen uit het toezicht door de Inspectie van het Onderwijs. De toezichtbevindingen zijn te vinden in de rubrieken Uitkomsten toezicht en Financiële informatie. Aan deze bevindingen liggen de definitieve rapporten en/of brieven ten grondslag die de Inspectie van het Onderwijs naar het bevoegd gezag cq college van bestuur heeft gezonden.

3


In de tweede plaats zijn gegevens ontleend aan DUO. Sommige hiervan zijn direct overgenomen en op het instellingsprofiel geplaatst. Bij andere gegevens van DUO heeft de inspectie bewerkingen toegepast. De verwijzing naar de website van de instelling die op het profiel te zien is, is afkomstig uit de administratie van de inspectie. In de tabel is in grote lijnen geschetst waar de gegevens van de instellingsprofielen vandaan komen. Rubriek of kengetal

Herkomst

Naam bestand, jaartal

Toezichtbevindingen

database toezicht inspectie

-

Website instelling

administratie inspectie

-

Tevredenheid studenten

bestand JOB

rapportcijfers JOB-monitor mei 2014

Aanbod en studenten

DUO

1-cijferbestand mbo, peildatum 1 oktober 2012

Vavo

DUO

BRON peildatum 25 november 2013

Vo

DUO

1-cijferbestand vo, peildatum 1 oktober 2013

Financiële kengetallen

DUO

jaarrekeningen en -bestanden vo en bve kalenderjaar 2012

Financieel toezicht

administratie inspectie

mei 2014

Rendement

DUO

mbo+-bestanden over 2012/2013

Vsv

DUO

vsv-cijfers 2012/2013

1.3

Vergelijking met andere instellingen

Bij veel kengetallen worden landelijke gemiddelden gepresenteerd. Deze dienen voor de interpretatie. Meestal gaat het om landelijke gemiddelden per type instelling. De volgende typen instellingen worden onderscheiden: • roc: regionale opleidingencentra inclusief de instellingen met een bijzondere signatuur; • aoc: agrarische opleidingscentra; • overige instellingen: vakinstellingen, instituut voor doven. De landelijke gemiddelden worden op twee manieren berekend. Voor Uitkomsten Toezicht en Financiële informatie worden de gemiddelden over het gehele mbo berekend. Bij de overige rubrieken wordt het landelijke gemiddelde per instellingstype (roc, aoc of vakinstelling) vastgesteld.


4

1.4

Wat is een opleiding: kwalificatiedossiers

Beroepsopleiding Op het instellingsprofiel is een opleiding een beroepsopleiding, uitgesplitst naar niveau. Daarnaast zijn er opleidingen voor vavo (voortgezet algemeen volwassenenonderwijs). Het middelbaar beroepsonderwijs kent een grote hoeveelheid beroepsopleidingen, voor bijvoorbeeld verpleegkundige, hovenier of timmerman. Het kwalificatiedossier is een samenhangende groep beroepsopleidingen, die aansluiten bij een beroepengroep en door een brancheorganisatie beschreven is. Aangezien er voortdurend nieuwe kwalificaties bijkomen en het niet altijd duidelijk is welke ‘oude’ en ‘nieuwe’ kwalificaties bij elkaar horen, hebben OCW, de Inspectie van het Onderwijs, SBB en MBO Raad een crebo-koppeltabel (http://www.kwalificatiesmbo.nl/ crebo_overzichten.html) gemaakt waarin kwalificaties worden toegekend aan beroepen, beroepsopleidingen, subgroepen en hoofdgroepen. De kwalificaties worden gekenmerkt door een crebonummer en de beroepsopleidingen door een code bc_id. De beroepsopleiding per niveau vormt de basis van veel opleidingsgegevens op het instellingsprofiel.

Opleidingsniveaus Er zijn vier verschillende opleidingsniveaus in het middelbaar beroepsonderwijs: Niveau 1: Assistentopleiding Niveau 2: Basisberoepsopleiding Niveau 3: Vakopleiding Niveau 4: Middenkader-/Specialistenopleiding

Leerweg In het middelbaar beroepsonderwijs kunnen studenten onderwijs volgen op verschillende soorten leerwegen. Onderscheiden worden: • Beroepsopleidende leerweg (bol). De studenten volgen onderwijs op school en hebben op bepaalde momenten tijdens de opleiding een stage. • Beroepsbegeleidende leerweg (bbl). De studenten hebben een baan en leren het vak voor het grootste deel op de werkplek. Daarnaast gaan zij één dag in de week naar school. • De derde leerweg: Onderwijsinstellingen mogen naast de bol en bbl de zogenoemde derde leerweg aanbieden. Voor deze leerweg geldt geen urennorm. Er vindt geen bekostiging plaats voor deze leerweg. • Examendeelnemer. De studenten zijn uitsluitend ingeschreven voor het afleggen van examens; zij volgen geen onderwijs.

Sector Het middelbaar beroepsonderwijs onderscheidt vier sectoren: Techniek Economie Zorg en Welzijn Groen (landbouwonderwijs) Iedere opleiding is ingedeeld bij één van deze sectoren.

5


1.5

Actualisering instellingsprofiel

De inspectie ververst het instellingsprofiel regelmatig: a. dagelijks worden de uitkomsten van het toezicht geactualiseerd op grond van vastgestelde inspectierapporten; b. eens per jaar verschijnt een nieuw instellingsprofiel. Hierop worden basisgegevens, en gegevens over het rendement, het aanbod en de studentpopulatie geactualiseerd. Ook kan de inspectie verbeteringen aanbrengen in het profiel. Om het nieuwe instellingsprofiel te verifiëren is er een voorinzage van het profiel, waarin alleen de instelling haar eigen instellingsprofiel kan bekijken. Na de voorinzageperiode (vanaf publicatiedatum) wordt het instellingsprofiel voor het publiek toegankelijk op het internet. Er zijn daardoor twee versies van het instellingsprofiel: • een versie die bij de voorinzage wordt getoond aan één instelling; • een versie die vanaf de publicatiedatum op internet wordt getoond aan het publiek c. eens per jaar worden de financiële gegevens en enkele malen per jaar worden de uitkomsten van het interne financiële toezicht geactualiseerd.

Historie De oude profielen worden bewaard. Een eerder profiel bevat alle statische gegevens van de instelling van een jaar eerder en de dynamische gegevens van de dag vóór het verschijnen van het nieuwe profiel. De dynamische gegevens worden dus ‘bevroren’ op de laatste dag voor publicatie. Via de link op het instellingsprofiel kan een ouder profiel worden bekeken.

1.6

Grafische weergaven

Er is bij drie rubrieken gebruik gemaakt van grafische weergaven: • Uitkomsten toezicht • Rendement • Aanbod en studenten Voorbeeld 1:

Hier is met donkerblauw het instellingspercentage of de instellingsindex weergegeven. De verticale rood-wit-blauwe markering geeft het landelijk gemiddelde aan. Als het donkerblauwe deel van de staaf verder reikt dan de markering voor het landelijk gemiddelde, dan betekent dit dat de instelling hoger scoort. Een uitzondering hierop vormt de grafische weergave bij voortijdig schoolverlaten. Hier is het net andersom: als het donkerblauwe deel korter is dan het landelijk gemiddelde, is de instellingsindex lager. Dit betekent dat de instelling een beter resultaat toont voor voortijdig schoolverlaten. De uitersten van de staven (in het voorbeeld 0 en 100) zijn afhankelijk van de gepresenteerde waarden. Een staaf kan zo beginnen bij de waarde 40 en eindigen bij 100. Zo worden eventuele verschillen tussen de landelijke waarde en de instellingswaarde beter zichtbaar gemaakt.


6

Voorbeeld 2:

Deze grafische vorm is opgenomen om het percentage studenten in opleidingen met voldoende resultaten weer te geven. Met groen wordt dit percentage getoond. Rood vormt het complementaire deel. Het geheel is steeds 100 procent. De uitersten van de staven zijn hierbij altijd 0 en 100 en zijn dus niet afhankelijk van de landelijke waarde en de instellingswaarde zoals bij voorbeeld 1. De verticale rood-wit-blauwe markering geeft wederom het landelijk gemiddelde aan. Als het groene deel van de staaf verder reikt dan de markering voor het landelijk gemiddelde, dan betekent dit dat de instelling relatief hoog scoort.

7


2

DEEL 2. DEFINITIES EN OPERATIONALISERING KENGETALLEN

Algemene gegevens van de instelling Uitkomsten toezicht Rendementsbeoordeling Financiële informatie Aanbod en studenten

2.1

Algemene gegevens van de instelling

Code

Korte aanduiding kengetal

Definitie, operationalisering

A0a

Publicatie jaar

het kalenderjaar van de publicatie van het instellingsprofiel

A0d

Links naar historische profielen

deze verschijnen in beeld zodra er een tweede instellingsprofiel wordt gemaakt in een volgend kalenderjaar

A0e

Link naar toelichting

via het aanklikken van deze link is de toelichting te vinden

A1

Naam van de instelling

naam uit het ISD, vastgelegd in de database bij de inspectie

A2

Plaats hoofdvestiging

bezoekadres hoofdvestiging van de instelling, uit het ISD, vastgelegd in de database bij de inspectie

A3

Link naar website instelling

bij inspectie bekend adres, vastgelegd in de administratie van de inspectie

A4

Type instelling

regionaal opleidingencentrum, vakinstelling of agrarisch opleidingscentrum, vastgelegd bij DUO

A5

Aantal opleidingen mbo (beroepsopleidingen met ten minste een ingeschreven student)

aantal beroepsopleidingen met een onderliggend crebo met ten minste een hoofdinschrijving bekostigde deelnemer op 1-10-2013 (bekostigingstelling)

A6c

Grootte van de instelling (hoog, middel, laag)

grootte van de instelling op basis van het aantal studenten (opstelsom van studenten vavo en hoofdinschrijvingen 1-cijferbestand mbo van duo).


8

A7

Voedingsgebied (link naar kaart)

spreidingsgebied van de studenten mbo (hoofdinschrijvingen) op 1-10-2013, 1-cijferbestand mbo samengesteld op basis van de 2-cijferige postcodes van de woonplaats

A7b


Gemiddeld opleidingscijfer, JOBMonitor 2014

A7c

Link naar JOB-Monitor

Link naar de website van de JOBMonitor

2.2

Uitkomsten toezicht

Gehele rubriek is dynamisch De uitkomsten worden dagelijks aangepast aan de arrangementen. De aantallen opleidingen met aangepast toezicht zijn niet gebaseerd op een representatieve steekproef, maar op het risicogerichte toezicht.

Dynamische gegevens: datum van gegevens Onderstaande kengetallen betreffen bijna allemaal dynamische gegevens. Ze worden dagelijks ververst. De datum waarop de kengetallen betrekking hebben (de datum van tonen) staat linksboven op het instellingsprofiel afgebeeld. Opleidingen en beroepsopleidingen De uitkomsten van het toezicht vormen toezichtarrangementen (d.w.z. soorten toezicht). De arrangementen voor het beroepsonderwijs zijn verbonden aan een opleiding zoals die geregistreerd staat in het centrale register voor beroepsopleidingen (een crebo-nummer). Ook kan het zijn dat de arrangementen zijn uitgesplitst naar leerweg, in geval de uitkomsten van het toezicht sterk verschillen tussen leerwegen. Omdat het instellingsprofiel uitgaat van de lijst met beroepsopleidingen, is er een verbinding gemaakt tussen het arrangement en de beroepsopleiding. Is er op een lager niveau (dus bij één van de onderliggende crebonummers) sprake van een aangepast arrangement, dan telt dit door naar de bovenliggende beroepsopleiding. Dit houdt in dat het geheel aan crebo's die vallen onder een kwalificatiedossier uit de lijst als aangepast wordt geteld als er op één van de onderliggende crebo's dan wel leerwegen sprake is van een aangepast arrangement. Opleidingen voor mbo met een aangepast arrangement tellen slechts één keer mee in het aantal aangepaste arrangementen. Voorbeeld: beroepsopleiding A bevat crebo 1 en crebo 2 crebo 1 heeft een aangepast arrangement en crebo 2 een basisarrangement » op het IP telt beroepsopleiding A voor 1 aangepast arrangement beroepsopleiding B bevat crebo 3 en crebo 4 zowel crebo 3 als crebo 4 hebben een aangepast arrangement » op het IP telt beroepsopleiding B voor 1 aangepast arrangement

9


Een uitzondering hierop vormt het toezicht over handhaving. De verbinding tussen lager niveau en beroepsopleiding wordt hier niet gelegd. De kengetallen over handhaving weerspiegelen uitspraken op crebo-niveau, met dien verstande dat een aangepast arrangement voor een leerweg hier geteld wordt voor het hele crebo.

% studenten in basis- of aangepast arrangement a Aantal studenten voor berekening % studenten Het aantal studenten waarmee de dynamische kengetallen worden berekend, wordt per instellingsprofiel eenmaal vastgesteld en wel op basis van drie bronnen: • aantal hoofdinschrijvingen mbo uit de bekostigingstelling (levering DUO aan inspectie); peildatum 1-10-2013; • aantal hoofdinschrijvingen vavo volgens inspectiebestand van DUO; peildatum 1 oktober 2013.

b Soorten arrangement: In de database van de inspectie staat per indicator een oordeel. Dit levert het volgende beeld op: Kwaliteit van het onderwijs Voldoende, Zwak, Zeer Zwak of leeg Naleving Voldoende, Onvoldoende of leeg Examen Voldoende, Onvoldoende of leeg In totaal kan per opleiding een arrangement toegekend worden: Basis of aangepast.

Totaal aantal arrangementen ≠ totaal aantal opleidingen De basis- en aangepaste arrangementen hoeven niet op te tellen tot het totaal aantal opleidingen. Een opleiding kan bij meerdere categorieën worden meegeteld. Zo kan een opleiding een zwakke onderwijskwaliteit hebben en de wet- en regelgeving niet naleven.

c Berekening Het percentage studenten in een basisarrangement is het aantal studenten in een beroepsopleiding met basisarrangement arrangement. Basis wil zeggen dat op geen van de indicatoren Onvoldoende, Zwak of Zeer Zwak is. Voor het percentage wordt het aantal studenten in een beroepsopleiding met een basisarrangement gedeeld door het totaal aantal studenten. Landelijk percentage basis = Landelijk gemiddelde van het percentage studenten in een beroepsopleiding met een basisarrangement. Dynamische kengetallen basis- en aangepast toezicht, alsmede handhaving Code




10

11

T38

Aantal opleidingen met basistoezicht

aantal beroepsopleidingen en vavoopleidingen dat onder het basistoezicht valt waarbij de populatie van beroepsopleidingen bepaald is door de opleidingen met ten minste een student in een van de drie laatste bekostigingstellingen (2011, 2012 en 2013)

T40a

Percentage studenten in opleidingen met basistoezicht

percentage studenten in de beroepsopleidingen met basistoezicht van het totale aantal studenten

T40b

Percentage studenten in opleidingen met basistoezicht, landelijk gemiddelde

gemiddelde percentage studenten in beroepsopleidingen met basistoezicht van alle instellingen

T40c

Grafische weergave percentage studenten per instelling en landelijk in opleidingen met basistoezicht

zie Grafische weergave

T41

Aantal opleidingen met aangepast toezicht wegens zwakke onderwijskwaliteit

aantal beroepsopleidingen dat onder het aangepast toezicht wegens zwakke onderwijskwaliteit valt

T43a

Percentage studenten in opleidingen met aangepast toezicht wegens zwakke onderwijskwaliteit

percentage studenten in beroepsopleidingen met aangepast toezicht wegens zwakke onderwijskwaliteit van het totale aantal studenten

T43b

Percentage studenten in opleidingen met aangepast toezicht wegens zwakke onderwijskwaliteit, landelijk gemiddelde

gemiddelde percentage studenten in beroepsopleidingen met aangepast toezicht wegens zwakke onderwijskwaliteit van alle instellingen

T43c

Grafische weergave percentage studenten per instelling en landelijk in opleidingen met aangepast toezicht wegens zwakke onderwijskwaliteit


T44

Aantal opleidingen met aangepast toezicht wegens zeer zwakke onderwijskwaliteit

aantal beroepsopleidingen dat onder het aangepast toezicht wegens zeer zwakke onderwijskwaliteit valt

T46a

Percentage studenten in opleidingen met aangepast toezicht wegens zeer zwakke onderwijskwaliteit

percentage studenten in beroepsopleidingen met aangepast toezicht wegens zeer zwakke onderwijskwaliteit van het totale aantal studenten

T46b

Percentage studenten in opleidingen met aangepast toezicht wegens zeer zwakke onderwijskwaliteit, landelijk gemiddelde

gemiddelde percentage studenten in beroepsopleidingen met aangepast toezicht wegens zeer zwakke onderwijskwaliteit van alle instellingen


T46c

Grafische weergave percentage studenten per instelling en landelijk in opleidingen met aangepast toezicht wegens zeer zwakke onderwijskwaliteit


T50

Aantal opleidingen met aangepast toezicht wegens onvoldoende examenkwaliteit

Aantal beroepsopleidingen met aangepast toezicht wegens onvoldoende examenkwaliteit

T50a

Percentage studenten in opleidingen met aangepast toezicht wegens onvoldoende examenkwaliteit

Percentage studenten in beroepsopleidingen met aangepast toezicht wegens onvoldoende examenkwaliteit

T49

Aantal opleidingen met aangepast toezicht wegens niet naleven van wet- en regelgeving

aantal beroepsopleidingen met aangepast toezicht wegens niet naleven van wet- en regelgeving

T49a

Percentage studenten in opleidingen met aangepast toezicht wegens niet naleven van wet- en regelgeving


Link naar opleidingen met onvoldoende kwaliteit T47

Link naar lijst met opleidingen van onvoldoende kwaliteit

Link naar een lijst met alle zeer zwakke opleidingen (website), niet per instelling: http://www.onderwijsinspectie.nl/actueel/publicaties/ Overzicht+mbo-opleidingen+onvoldoende+kwaliteit.html

Deze link wordt alleen weergegeven indien bij de instelling sprake is van zeer zwakke opleidingen. Is hier bij de instelling geen sprake van, dan ontbreekt de link op het profiel. S14b

2.3

Link naar de toezichtkaart

link naar de toezichtkaart op de website van de inspectie. Deze kaart toont de gegevens op instellingsniveau.

Rendementsbeoordeling

Het rendement van een opleiding: jaarresultaat en diplomaresultaat Gebruikte bestanden voor jaar- en diplomaresultaat Toepassing norm op het niveau van brin/beroepsopleiding door de inspectie Percentage studenten in opleidingen boven de norm Gediplomeerden per jaar en gediplomeerde uitstromers Voortijdig schoolverlaters


12

2.3.1

Het rendement van een opleiding: jaarresultaat en diplomaresultaat

De definitie voor jaarresultaat luidt: het aantal gediplomeerden in het cursusjaar

het aantal gediplomeerden (instellingsverlaters + interne doorstromers) + het aantal ongediplomeerde instellingsverlaters De teller bevat de gediplomeerde studenten die uit de instelling zijn gestroomd aan het eind van het cursusjaar en de gediplomeerde studenten die de opleiding nog vervolgen of doorstromen. Als er meer diploma’s zijn gehaald, telt het diploma maar één keer mee. De definitie voor diplomaresultaat luidt: het aantal ooit in de instelling gediplomeerde instellingsverlaters

het aantal ooit in de instelling gediplomeerde en ongediplomeerde instellingsverlaters Onder de instellingsverlaters worden alleen de studenten met een hoofdinschrijving op 1 oktober, aan het begin van het cursusjaar, gerekend. Een student telt ten hoogste één keer mee bij het aantal gediplomeerden. In tegenstelling tot het jaarresultaat gaat het bij het diplomaresultaat niet om de in het cursusjaar behaalde diploma's, maar om alle diploma’s van de instellingsverlaters met een hoofdinschrijving op 1-10 en dus ook de eerder behaalde diploma's in de eigen instelling. Hierin zijn alle mbo-diploma's meegenomen die sinds de registratie in het BRON zijn opgenomen. Zie voor de meer uitgebreide operationalisering van jaar- en diplomaresultaat de Toelichting op de (GJ-) indicatoren: http://duo.nl/zakelijk/BVE/bekostiging/indicatoren_mbo.asp

2.3.2

Gebruikte bestanden voor jaar- en diplomaresultaat

De gegevens zijn afkomstig uit de 1-cijfer MBO+bestanden die geleverd zijn door DUO. Deze bestanden berusten op diverse foto’s uit het BRON waarvan de laatste die van november 2013 is. De 1-cijfer MBO+bestanden bevatten gegevens over de studenten en de behaalde diploma’s van alle studenten die op 1 oktober 2012 bij het bekostigd mbo stonden ingeschreven. Van deze studenten is bekend of zij op 1 oktober 2013 nog steeds in het mbo zijn ingeschreven of zijn uitgestroomd uit het MBO. Naast de studenten die op 1 oktober 2021 stonden ingeschreven, heeft DUO studenten toegevoegd die in het cursusjaar 2012/2013 een diploma hebben behaald, zonder dat zij op 1 oktober 2012 een geldige inschrijving hadden. Met de 1-cijfer MBO +bestanden is het mogelijk om op verschillende aggregatieniveaus de juiste opbrengsten te berekenen.

13


2.3.3

Toepassing norm op het niveau van brin/beroepsopleiding door de inspectie

Voor het jaar- en diplomaresultaat heeft de inspectie voor elk kwalificatieniveau een norm vastgesteld. Wanneer het kwalificatiedossier/beroepsopleiding voor zowel jaarresultaat als diplomaresultaat onder de norm van het desbetreffende niveau zit, zijn de totale ongecorrigeerde resultaten onder de norm. Wanneer de beroepsopleiding voor één kengetal of voor beide kengetallen boven de norm zit, is het ongecorrigeerde opleidingsresultaat boven de norm. Dit is nog geen definitieve beoordeling van de resultaten. Een definitieve beoordeling vindt pas plaats als de inspecteur een onderzoek naar de beroepsopleiding heeft gedaan. In onderstaande tabel zijn de normen te zien. Jaarresultaat

Diplomaresultaat

1

60,667

45,050

2

56,533

45,228

3

65,289

67,283

4

64,190

67,272

2.3.4

Percentage studenten in opleidingen boven de norm

Voor het percentage studenten in een opleiding boven de norm zijn enkele bewerkingen uitgevoerd. Uitgaande van de 1-cijfer+ bestanden van DUO is per beroepsopleiding * niveau berekend of deze eenheid voldoet aan de norm. De eenheden met minder dan twaalf studenten en de eenheden met een jaarresultaat van 0 of 100 zijn niet meegerekend. Vervolgens is het aantal voldoende beroepsopleidingen per instelling bepaald als ook het percentage studenten daarin. Het percentage studenten in beroepsopleidingen boven de norm is berekend door de som van de aantallen studenten van de beroepsopleidingen (kwalificatiedossier * niveau) die voldoen aan opbrengstennorm te delen door het totale aantalstudenten per instelling in dit bestand, maal 100. Stel dat een instelling zeven beroepsopleidingen bevat met samen vierhonderd studenten en dat vijf beroepsopleidingen daarvan met samen driehonderd studenten voldoende zijn, dan zit 75 procent van de studenten op beroepsopleidingen boven de norm. Voor de landelijke percentages zijn dezelfde bewerkingen uitgevoerd maar dan niet voor een kwalificatieniveau per instelling, maar voor type instelling. Code




14

15

R21a

Percentage studenten in opleidingen boven de norm niveau 1

% studenten in beroepsopleiding dat voldoet aan de opbrengstennorm van totaal aantal studenten in niveau 1 van beroepsopleiding waarvan opbrengsten berekend kunnen worden

R21b

Gemiddeld percentage studenten in opleidingen boven de norm niveau 1 per type instelling

% studenten in beroepsopleiding dat voldoet aan de opbrengstennorm van totaal aantal studenten in niveau 1 van hetzelfde type

R21c



R21d



R21e



R21f



R21g



R21h



R21i

Percentage studenten in opleidingen boven de norm totaal

% studenten in beroepsopleiding dat voldoet aan def_r1 van totaal aantal studenten van bes_1

R21j

Gemiddeld percentage studenten in opleidingen boven de norm totaal per type instelling

% studenten in beroepsopleiding dat voldoet aan def_r1 van totaal aantal studenten van het geaggregeerde bestand bes_1


R22a

Grafische weergave van het percentage studenten in opleidingen boven de norm niveau 1, incl. het landelijk gemiddelde per type instelling.

Zie Grafische weergave in Deel 1

R22b



R22c



R22d



R22e

Grafische weergave van het percentage studenten in opleidingen boven de norm totaal, incl. het landelijk gemiddelde per type instelling.


2.3.5

Gediplomeerden per jaar en gediplomeerde uitstromers

Het jaar- en diplomaresultaat van de instelling zijn direct ontleend aan het bestand voor het Geïntegreerd jaardocument. Zie: http://duo.nl/zakelijk/BVE/bekostiging/indicatoren_mbo.asp. Het jaar- en diplomaresultaat op instellingsniveau is geënt op het 1 cijfer MBO+bestand met alle deelnemers. Hierin zijn alle opleidingen meegenomen, ook de opleidingen met minder dan twaalf studenten1. Voor de landelijke gemiddelden zijn alleen de instellingen meegenomen waarvoor een instellingsprofiel wordt gepubliceerd (alle bekostigde instellingen zonder de instellingen De Schalm en Effatha). Landelijke gemiddelden zijn berekend door het bestand te aggregeren naar type instelling (vak, roc of aoc). Gediplomeerden per jaar en gediplomeerde uitstromers

1

Code



R23a

Gediplomeerden per jaar (jaarresultaat)

jaarresultaat berekend na aggregatie van opbrengstenbestand naar brin

R23b

Gediplomeerden per jaar (jaarresultaat), landelijk gemiddelde per type instelling

jaarresultaat berekend na aggregatie van opbrengstenbestand naar type

Voor twee instellingen die een groot aandeel opleidingen aan elkaar hebben overgedragen, is een aanpassing gemaakt. Deze aanpassing is ook doorgevoerd voor de landelijke gemiddelden.


16

R23c

Gediplomeerden per jaar (jaarresultaat), grafische weergave van instellingsscore en landelijk gemiddelde

zie Grafische weergave in Deel 1

R24a

Gediplomeerde uitstromers (diplomaresultaat)

diplomaresultaat berekend na aggregatie van opbrengstenbestand naar brin

R24b

Gediplomeerde uitstromers, landelijk gemiddelde per type instelling

diplomaresultaat berekend na aggregatie van opbrengstenbestand naar type

R24c

Gediplomeerden per jaar (jaarresultaat), grafische weergave van instellingsscore en landelijk gemiddelde

zie Grafische weergave in Deel 1

2.3.6

Voortijdig schoolverlaters

De percentages voortijdig schoolverlaters in 2012/2013 zijn ontleend aan DUO. Bij de publicatie van een nieuw instellingsprofiel wordt gebruik gemaakt van de voorlopige cijfers. Omstreeks december worden deze vervangen door cijfers op basis van de definitieve gegevens, na de accountantscontrole. De cijfers komen overeen met de cijfers van VSV-Verkenner (http:// www.vsvverkenner.nl/overzicht_school.php). Voor een precieze beschrijving van de berekening wordt verwezen naar http:// www.aanvalopschooluitval.nl/userfiles/file/Handleiding%20Cijferproducten%20VSV.pdf, pag. 15-17. De instellingspercentages worden in de grafische weergaven vergeleken met de landelijke normen voor de verschillende niveaus Hoe korter de staaf, hoe lager het percentage het percentage vsv en hoe gunstiger de relatie met de landelijke norm. Voortijdig schoolverlaten

17

Code



R31

Aantal VSV-ers 2012/2013 niveau 1

zie definities Handleiding vsv DUO

R32



R33

Aantal VSV-ers 2012/2013 niveau 3/4


R34a

Percentage VSV-ers 2012/2013 niveau 1

aantal VSV-ers niv 1 / aantal studenten VSV-leeftijd niv 1* 100

R34b

landelijke norm percentage VSV-ers niveau 1

vastgestelde norm voor niveau 1

R34c

Grafische weergave VSV niveau 1

weergave van kengetal r34a en r34b met een staafje resp. landelijke markering


R35a


aantal VSV-ers niv 1 / aantal studenten VSV-leeftijd niv 2* 100

R35b

landelijke norm percentage VSV-ers niveau 2

vastgestelde norm voor niveau 2

R35c



R36a

Percentage VSV-ers 2012/2013 niveau 3/4

aantal VSV-ers niv 1 / aantal studenten VSV-leeftijd niv 3/4* 100

R36b

landelijke norm percentage VSV-ers niveau 3/4

vastgestelde norm voor niveau 3/4

R36c

Grafische weergave VSV niveau 3/4


2.4

Financiële informatie

Bronnen De rijksbijdrage en de financiële kengetallen zijn ontleend aan de bestanden met jaarrekeningen en financiële kengetallen van vo en bve van het DUO. Bij het verschijnen van een nieuw instellingsprofiel in de zomer van het jaar t, betreft de financiële informatie het kalenderjaar t-2 (IP zomer 2014 betreft financiële informatie over 2012). Omstreeks december wordt de financiële informatie over t-2 vervangen door die over t-1. Alle cijfers en toezichtresultaten hebben betrekking op het bestuur van de instelling. Bij instellingen die onder hetzelfde bevoegd gezag vallen, is deze rubriek van het instellingsprofiel derhalve identiek. De kengetallen over het financiële toezicht zijn statisch maar zullen, indien nodig, nog enkele malen worden ververst. Het financieel toezicht over 2012 is opgemaakt op 1 mei 2014, waarna enige malen een verversing heeft en zal plaatsgevonden. Rijksbijdrage Deze bedragen zijn ontleend aan bestanden over het vo en mbo voor de inspectie uit november 2013. Financiële kengetallen De vier financiële kengetallen zijn: • rijksbijdrage van totale inkomsten; • solvabiliteit 2: het vermogen om op lange termijn de schulden te voldoen (eigen vermogen plus voorzieningen); • liquiditeit: het vermogen om aan de kortetermijnschulden te voldoen; • rentabiliteit: het exploitatieresultaat ten opzichte van de totale baten. De kengetallen gaan over het financiële kalenderjaar 2012. Bij de laatste drie kengetallen wordt de signaleringsgrens getoond, dat wil zeggen: de grens die de inspectie bij de analyse van de financiële situatie hanteert. Indien de indicator onder deze grens komt, kan dat in combinatie met andere indicatoren duiden op een risico. De signaleringsgrenzen zijn:


18

• solvabiliteit 0,30 • liquiditeit 0,50 • rentabiliteit 0,0 % De landelijke gegevens zijn ontleend aan Rapportage financiële gegevens beroepsonderwijs en volwasseneneducatie , DUO, zoals te vinden in het gegevensboek: http://www.duo.nl/Images/ Gegevensboek%20bve%202008-2012_tcm7-44683.pdf Hierin staan de gewogen gemiddelden voor de sector bve. Hierin zijn niet de kenniscentra opgenomen en evenmin een aantal verticale instellingen met een groter aandeel vo dan mbo. Vanwege de geringe mbo-omvang van Effatha, worden voor Effatha geen financiële kengetallen gepresenteerd.

Financieel toezicht De uitkomsten van het financieel toezicht op het bevoegd gezag kan bestaan uit: • Basisarrangement • Aangepast financieel toezicht wegens verhoogd financieel risico • Aangepast financieel toezicht wegens hoog financieel risico De accountantsverklaring die wordt afgegeven bij de jaarrekening van het afgelopen kalenderjaar, kan bestaan uit: • Schoon (schoon of met opmerking); • Met beperking (met beperking of onthouding). Financiële informatie

19

Code



F31

Rijksbijdrage * € 1.000,-

Bestanden DUO, oktober t-1 tot december t en oktober t vanaf december t. Deze bedragen zijn gedeeld door 1.000.

F32a

Rijksbijdrage van totale inkomsten (percentage)

Bestanden DUO, variabele Rijksbijdragen Totale baten

F32b

Rijksbijdrage van totale inkomsten (percentage), landelijk gemiddelde

bijsluiter hst 3, gewogen gemiddelde rijksbijdrage voor sector bve (incl. KBB en excl. bg's uit vo-bestand) nog onbekend

F33a

Solvabiliteit

Bestanden DUO, selectie variabele solvabilteit 2

F33b

Solvabiliteit, landelijk gemiddelde

bijsluiter hst 3, gewogen gemiddelde solvabiliteit voor sector bve (incl. KBB en excl. bg's uit vo-bestand)

F33c

Signaleringsgrens solvabiliteit

Vaste tekst voor 2013: '0.30'

F34a

Liquiditeit

Bestanden DUO, selectie variabele liquiditeit (= liquiditeit current ratio)


F34b

Liquiditeit, landelijk gemiddelde

Bijsluiter hst 3, gewogen gemiddelde liquiditeit voor sector bve (incl. KBB en excl. bg's uit vo-bestand)

F34c

Signaleringsgrens liquiditeit

Vaste tekst voor 2013: '0.50'

F35a

Rentabiliteit

Bestanden DUO, selectie variabele rentabiliteit

F35b

Rentabiliteit, landelijk gemiddelde

bijsluiter hst 3, gewogen gemiddelde rentabiliteit voor sector bve (incl. KBB en excl. bg's uit vo-bestand)

F35c

Signaleringsgrens rentabiliteit

Vaste tekst voor 2013: '0.0%'

F36a

Aard accountantsverklaring

wordt jaarlijks in januari ontleend aan de inspectie-administratie

F37

Financieel toezicht

inspectie-administratie met updates

F37a

Kalenderjaar

jaar waarop de financiële kengetallen op het IP betrekking hebben

2.5

Aanbod en studenten

Aantal en percentage studenten mbo, uitgesplitst naar niveau, leerweg/type inschrijving Code



S8a

Aantal studenten mbo

DUO, aantal hoofdinschrijvingen bekostigde studenten mbo op 1-10-2013

S8b

Aantal studenten mbo, landelijk gemiddelde per type instelling

DUO, gewogen gemiddelde per type instelling van S8a

S9a

Percentage studenten niveau 1

DUO, % hoofdinschrijvingen mbo niveau 1 van het totale aantal bij s8a op 1-10-2013

S9b

Percentage studenten niveau 1, gemiddeld percentage per type instelling

DUO, gewogen gemiddelde over de door DUO aangeleverde instellingsaantallen

S9c



S9d




20

21

S9e



S9f



S9g



S9h



S10a

Percentage studenten voltijd (bol)

DUO, % hoofdinschrijvingen mbo voltijd (bol) van het totale aantal bij s8a op 1-10-2013

S10a2

Percentage studenten deeltijd (bol)

DUO, % hoofdinschrijvingen mbo deeltijd (bol) van het totale aantal bij s8a op 1-10-2013

S10b

Percentage studenten voltijd (bol), gemiddeld percentage per type instelling


S10b2

Percentage studenten deeltijd (bol), gemiddeld percentage per type instelling


S10c

Percentage studenten werken en leren (bbl)

DUO, % hoofdinschrijvingen mbo (bbl) van het totale aantal bij s8a op 1-10-2013

S10d

Percentage studenten werken en leren (bbl), gemiddeld percentage per type instelling


S10e

Percentage examendeelnemers

DUO, % hoofdinschrijvingen mbo (examendeelnemers) van het totale aantal bij s8a op 1-10-2010, door nieuwe operationalisering 'studenten' is dit kengetal per definitie leeg

S10f

Gemiddeld percentage examendeelnemers per type instelling

DUO, gewogen gemiddelde over de door DUO aangeleverde instellingsaantallen, door nieuwe operationalisering 'studenten' is dit kengetal per definitie leeg


In onderstaande tabel zijn de kengetallen over het percentage studenten mbo per sector opgenomen. De sectoren zijn door DUO afgeleid van de kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven (kbb) waaronder de opleiding van de student valt. Het percentage studenten in de vier sectoren techniek, zorg/welzijn, economie en groen sommeren niet tot 100 procent. Dit komt omdat een deel van de studenten mbo een opleiding volgt behorend bij meer dan één kbb. Deze opleidingen zijn door DUO toegewezen aan een fictieve sector 'Combinatie'. Op dit instellingsprofiel wordt deze rest-categorie niet getoond. Percentage studenten per sector Code



S11a

Percentage studenten sector Techniek

DUO, % hoofdinschrijvingen mbo sector Techniek van het totale aantal bij s8a op 1-10-2013

S11b

Gemiddeld percentage studenten sector Techniek per type instelling

gewogen gemiddelde over de door DUO aangeleverde instellingsaantallen

S11c

Percentage studenten sector Zorg / Welzijn

DUO, % hoofdinschrijvingen mbo sector Zorg/Welzijn van het totale aantal bij s8a op 1-10-2013

S11d

Gemiddeld percentage studenten sector Zorg/Welzijn per type instelling


S11e

Percentage studenten sector Economie

DUO, % hoofdinschrijvingen mbo sector Economie van het totale aantal bij s8a op 1-10-2013

S11f

Gemiddeld percentage studenten sector Economie per type instelling


S11g

Percentage studenten sector Groen

DUO, % hoofdinschrijvingen mbo sector Groen van het totale aantal bij s8a op 1-10-2013

S11h

Gemiddeld percentage studenten sector Groen per type instelling


Educatie en aanwezigheid voortgezet onderwijs Code



S12a

Aantal studenten vavo

BRON, peildatum 1 oktober 2013


22

S13

Aanwezigheid vo (verticale instelling)

twee criteria om te beoordelen of een instelling ook vmbo heeft: - bevat het bevoegd gezag waartoe de instelling voor mbo behoort vo? - volgt ten minste een deelnemer van dit bevoegd gezag vo?

operationalisering deelnemer vo: 1-cijferbestand VO (1-10-2013): - selectie: hoofdinschrijvingen - selectie: opleidingen met onderwijssoort vmbo of VM2, maar geen elementcodes tussen 4010 en 4066 - selectie van bevoegde gezagen met mbo S14a

Aantal vestigingen vo

als boven: aantal vestigingen met ten minste een student vo (zie operationalisering bij s13; zelfde bronnen en selecties)

Kenmerken van de studentenpopulatie Code



P15a

Percentage autochtone studenten

1-cijferbestand mbo 1-10-2013, % hoofdinschrijvingen met kenmerk Etniciteit kort=1 (autochtoon) van het totale aantal hoofdinschrijvingen

P15b

Gemiddeld percentage autochtone studenten per type instelling

- selectie van instellingen met een IP - gemiddelde vervolgens bepaald door per type instelling (roc, aoc, overig) het 1-cijferbestand mbo 1-10-2013 te splitsen en - binnen een deelbestand per type percentage berekend. Het gemiddelde is daarmee bepaald voor de hele populatie

P15c

23

Grafische weergave van de instellingsscore en het landelijk gemiddelde autochtone studenten per type instelling



P16a

Percentage westerse allochtone studenten

1-cijferbestand mbo 1-10-2013, % hoofdinschrijvingen met kenmerk Etniciteit kort=2 (westers allochtoon) van het totale aantal hoofdinschrijvingen

P16b

Gemiddeld percentage westerse allochtone studenten per type instelling


P16c

Grafische weergave van de instellingsscore en het landelijk gemiddelde westerse allochtone studenten per type instelling


P17a

Percentage niet-westerse allochtone studenten

1-cijferbestand mbo 1-1-2013, % hoofdinschrijvingen met kenmerk Etniciteit kort=3 (niet-westers allochtoon) van het totale aantal hoofdinschrijvingen

P17b

Gemiddeld percentage niet-westerse allochtone studenten per type instelling


P17c

Grafische weergave van de instellingsscore en het landelijk gemiddelde niet-westerse allochtone studenten per type instelling


P18a

Percentage studenten woonachtig in achterstandsgebieden

1-cijferbestand mbo 1-10-2013, % hoofdinschrijvingen bekostigde studenten met 4-cijferige postcode behorend bij kenmerk apcg van het totale aantal studenten


24

P18b

Gemiddeld percentage studenten woonachtig in achterstandgebieden per type instelling

- selectie van instellingen met een IP - gemiddelde bepaald door per type instelling (roc, aoc, overig) het bestand met kenmerk apcg per student te splitsen - binnen een deelbestand per type percentage berekend Het gemiddelde is daarmee bepaald voor de hele populatie

P18c

Grafische weergave van de instellingsscore en het landelijk gemiddelde van studenten woonachtig in achterstandgebieden per type instelling.


P19a

Percentage studenten van 23 jaar en ouder

1-cijferbestand mbo 1-10-2013, % hoofdinschrijvingen bekostigde studenten met leeftijd op 1-10-2013 groter of gelijk aan 23 van het totale aantal hoofdinschrijvingen bekostigd

P19b

Gemiddeld studenten van 23 jaar en ouder per type instelling


P19c

25

Grafische weergave van de instellingsscore en het landelijk gemiddelde van studenten van 23 jaar en ouder per type instelling.



BIJLAGE: OVERZICHT KENGETALLEN 1. Algemeen a1.

Naam van de instelling

a2.

Plaats hoofdvestiging

a3.

Link naar website instelling

a4

Type instelling

a5.

Aantal opleidingen mbo (beroepsopleidingen met een onderliggend crebo met ten minste 1 ingeschreven student)

a6c

grootte van de instelling (groot, middel, laag)

a7.

Voedingsgebied (link naar kaart)

a7b.


a7c

Link naar website JOB-Monitor 2014

2. Aanbod en studenten s8a.

Aantal studenten mbo

s8b.

Landelijk gemiddelde per type instelling

s9a.


s9b.

Gemiddeld percentage per type instelling

s9c.


s9d.


s9e.


s9f.


s9g.


s9h.


s10a.

Percentage studenten voltijd (bol)

s10b.


s10a2.

Percentage studenten deeltijd (bol)

s10b2.


s10c.

Percentage studenten werken en leren (bbl)

s10d.


s10e.

Percentage examendeelnemers

s10f.



26

s11a.

Percentage studenten sector Techniek

s11b.


s11c.

Percentage studenten sector Zorg / Welzijn

s11d.


s11e.

Percentage studenten sector Economie

s11f.


s11g.

Percentage studenten sector Groen

s11h.


s12a.

Aantal studenten vavo

s13.

Aanwezigheid vo (verticale instelling)

s14a.

Aantal vestigingen vo

s14c.

Datum (maand + jaar of alleen jaar) waar de tellingen van categorie 'Aanbod en Studenten' betrekking op hebben

Kenmerken van de studentenpopulatie p15a.

Percentage autochtone studenten

p15c.

Grafische weergave percentage autochtone studenten en gemiddeld percentage per type instelling

p16a.

Percentage westerse allochtone studenten

p16c.

p15b.

p16b.



Grafische weergave van percentage westerse allochtone studenten en gemiddeld percentage per type instelling

27

p17a.

Percentage niet-westerse allochtone studenten

p17c.

Grafische weergave van percentage niet-westerse allochtone studenten en gemiddeld percentage per type instelling

p18a.

Percentage studenten woonachtig in achterstandsgebieden

p18c.

Grafische weergave van percentage studenten woonachtig in achterstandsgebieden en gemiddeld percentage per type instelling

p19a.

Percentage studenten 23 jaar en ouder

p19c.

Grafische weergave van percentage studenten van 23 jaar en ouder en gemiddeld percentage per type instelling


p17b.

p18b.

p19b.




3. Rendementsbeoordeling-Ongecorrigeerde resultaten r21a.


r21b.


r21c.


r21d.


r21e.


r21f.


r21g.


r21h.


r21i.

Percentage studenten in opleidingen boven de norm totaal

r21j.

Gemiddeld percentage studenten in opleidingen boven de norm totaal per type instelling

r22a.


r22b.


r22c.


r22d.


r22e.

Grafische weergave van het percentage studenten in opleidingen boven de norm totaal, incl. het landelijk gemiddelde per type instelling.

r23a.

Gediplomeerden per jaar (jaarresultaat)

r23c.

Grafische weergave gediplomeerden per jaar (jaarresultaat) en landelijk gemiddelde per type instelling


r23b.

Gediplomeerden per jaar (jaarresultaat), landelijk gemiddelde per type instelling

28

r24a.

Gediplomeerde uitstromers (diplomaresultaat)

r24b.

Gediplomeerde uitstromers (diplomaresultaat), landelijk gemiddelde per type instelling

r24c.

Grafische weergave gediplomeerde uitstromers en landelijk gemiddelde per type instelling

r31.


r32.


r33.

Aantal VSV-ers 2012/2013 niveau 3/4

r34a.


r34b.

Landelijke norm percentage VSV-ers niveau 1

r34c.


r35a.


r35b.

Landelijke norm percentage VSV-ers niveau 2

r35c.


r36a.

Percentage VSV-ers 2012/2013 niveau 3/4

r36b.

Landelijke norm percentage VSV-ers niveau 3/4

r36c.

Grafische weergave VSV niveau 3/4

r30d.

Datum rendementsbeoordeling

4. Financiële informatie

29

f31.

Rijksbijdrage x € 1.000,-

f32a.

Rijksbijdrage van totale inkomsten (percentage)

f32b.

Landelijk gemiddelde (percentage)

f33a.

Solvabiliteit

f33b.

Landelijk gemiddelde

f33c.

Signaleringsgrens solvabiliteit

f34a.

Liquiditeit

f34b.


f34c.

Signaleringsgrens liquiditeit

f35a.

Rentabiliteit

f35b.



f35c.

Signaleringsgrens rentabiliteit

f36a.

Aard accountantsverklaring

f37.

Financieel toezicht

f37a.

Jaar waarvan de jaarrekening is gebruikt als basis voor financiële gegevens

5. Uitkomsten toezicht t38.

Aantal opleidingen met basistoezicht

t40a.

Percentage studenten in opleidingen met basistoezicht

t40c.

Grafische weergave percentage studenten in opleidingen met basistoezicht en landelijk gemiddelde

t41.

Aantal opleidingen met aangepast toezicht wegens zwakke onderwijskwaliteit

t43a.

Percentage studenten in opleidingen met aangepast toezicht wegens zwakke onderwijskwaliteit

t44.

Aantal opleidingen met aangepast toezicht wegens zeer zwakke onderwijskwaliteit

t46a.

Percentage studenten in opleidingen met aangepast toezicht wegens zeer zwakke onderwijskwaliteit

T50.

Aantal opleidingen met aangepast toezicht wegens onvoldoende examenkwaliteit

T50a.

Percentage studenten in opleidingen met aangepast toezicht wegens onvoldoende examenkwaliteit

t49.

Aantal opleidingen met aangepast toezicht wegens niet naleven van wet- en regelgeving

t49a.


t47.

Link naar lijst opleidingen onvoldoende kwaliteit (indien opleidingen van onvoldoende kwaliteit aanwezig link plaatsen, anders leeg)

t14b.

Link naar de toezichtkaart


t40b.

t43b.

t46b.




30

Toelichting instellingsprofiel mbo 2014

Recommend Documents