Toelichting
Uniform Pensioenoverzicht 2014
eer u n n a w n e t Wilt u we n met werken? pe kunt stop gen naar en! uwpensio tto bedra Ga voor ne pensioen.nl, Mijn Bo www.bouw
Inhoudsopgave Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2014: 1
Wat hebt u aan het Uniform Pensioenoverzicht?
3
2
Welke gebeurtenissen beïnvloeden uw pensioen?
3
3
Wat voor pensioenregeling hebt u?
3
4
Welk pensioen kunt u verwachten?
4
4.1
Bij pensionering
5
4.1.1 Scheiding
8
4.1.2 Waardeoverdracht
8
4.2
Bij overlijden
9
4.3
Bij arbeidsongeschiktheid
11
5
Houdt uw pensioen zijn waarde?
14
6
Op welke gegevens is uw pensioenoverzicht gebaseerd?
14
7
Factor A (voor uw belastingaangifte)
16
8
Hebt u vragen?
17
Bijlage: 9
Wijziging statuten en reglementen bpfBOUW
18
Vragenformulier
23
1 Wat hebt u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u inzicht in wat u krijgt bij pensionering en arbeidsongeschiktheid. In dit overzicht staat ook wat uw eventuele partner en/of kinderen krijgen als u overlijdt. Dit pensioenoverzicht ontvangt u elk jaar. Wij adviseren u om dit overzicht te bewaren, samen met de overzichten die u van andere pensioenuitvoerders ontvangt. Zo houdt u een helder overzicht van uw pensioen. Op www.mijnpensioenoverzicht.nl staan al uw pensioenen van de verschillende pensioenuitvoerders bij elkaar. Op www.pensioenkijker.nl vindt u algemene informatie over pensioen.
2 Welke gebeurtenissen beïnvloeden uw pensioen? Sommige gebeurtenissen in uw leven hebben invloed op uw pensioen. Bijvoorbeeld arbeidsongeschiktheid en uw overlijden. Wat de invloed daarvan is, ziet u terug op het pensioenoverzicht. Maar ook trouwen, samenwonen, scheiden en veranderen van baan hebben gevolgen voor uw pensioen of het nabestaandenpensioen. Daarover leest u meer in uw pensioenreglement. Dat kunt u bij ons opvragen of downloaden via www.bouwpensioen.nl. Hebt u vragen? Neem dan contact op met bpfBOUW.
3 Wat voor pensioenregeling hebt u? Uw pensioenregeling is een uitkeringsovereenkomst in de vorm van een middelloonregeling. Bij een middelloonregeling bouwt u elk jaar pensioen op over uw bruto jaarsalaris. U ontvangt dus een pensioen dat is gebaseerd op het gemiddelde salaris dat u hebt verdiend. Het gaat hierbij om het gemiddelde salaris tijdens de jaren die u deelneemt in deze pensioenregeling. 3
4 Welk pensioen kunt u verwachten? De uitkeringen die op het pensioenoverzicht staan, zijn bruto bedragen per jaar. Dat betekent dat daarover premies en belasting betaald moeten worden. Hoeveel dat is, is afhankelijk van uw persoonlijke omstandigheden.
Let op! U krijgt op uw 65e nog geen AOW omdat u de AOW-leeftijd later bereikt. Weet u niet precies wanneer dat is? Kijk dan op www.checkuwaowleeftijd.nl.
Het Uniform Pensioenoverzicht (UPO) laat zien hoeveel pensioen u kunt verwachten op de leeftijd van 65 jaar. Maar wilt u weten hoeveel u kunt verwachten als u bijvoorbeeld op uw 61e of 64e stopt met werken?
U vindt die gegevens met de Pensioensimulator op www.bouwpensioen.nl, onder ‘Mijn bouwpensioen’. U krijgt daar een indicatie die precies is toegesneden op uw persoonlijke situatie. De Pensioensimulator berekent uw pensioen namelijk op basis van uw individuele wensen en omstandigheden.
De Pensioensimulator houdt bijvoorbeeld rekening met vragen zoals: • Wilt u eerst een hoger pensioen en daarna een lager pensioen? Of andersom? U kunt het ouderdomspensioen in hoogte laten variëren. Bijvoorbeeld om, binnen bepaalde marges, de periode te overbruggen waarin u nog geen AOW krijgt. Of de periode waarin uw partner nog geen AOW ontvangt. • Wilt u meer of minder gaan werken? • Op welke datum wilt u met pensioen gaan? • Wilt u het partnerpensioen dan uitruilen voor extra ouderdomspensioen?
4
• Krijgt u later AOW voor alleenstaanden of gehuwden? U kunt die gegevens zelf invoeren in de Pensioensimulator. U krijgt dan een pensioenindicatie op maat. Bijkomend voordeel: de Pensioensimulator vermeldt netto bedragen!
4.1 Bij pensionering Opgebouwd pensioen tot en met 31 december 2013 Dit is het bedrag aan jaarlijks pensioen dat u tot en met 31 december 2013 hebt opgebouwd. Stel dat uw dienstverband is beëindigd op 31 december 2013, dan is dit de uitkering die u kunt verwachten als u op uw 65e met pensioen gaat. Te bereiken pensioen Dit is het bedrag aan jaarlijks pensioen dat u ontvangt vanaf de pensioenleeftijd die op het pensioenoverzicht staat. U ontvangt dit bedrag als u tot die datum blijft werken, en zonder wijzigingen pensioen blijft opbouwen in uw huidige pensioenregeling.
5
Het te bereiken pensioen houdt rekening met het op 1 januari 2014 verhoogde opbouwpercentage van 1,84. Komt u in aanmerking voor een voorwaardelijk pensioen (zie hierna)? Dan houden we bij het te bereiken pensioen ook rekening met de verlaging van de voorwaardelijke aanvulling.
Voorwaardelijk pensioen Voor deelnemers die door hun leeftijd geen volledige opbouw in de Pensioenregeling Bouwnijverheid kunnen halen, zijn er aanvullings regelingen. Als u aan de voorwaarden van de aanvullingsregeling voldoet, ontvangt u een aanvulling. Let op: om deze aanvulling te ontvangen, moet u tot het moment van toekenning blijven deelnemen aan de pensioenregeling. Eindigt uw deelname voor dit moment? Dan hebt u geen recht op de aanvulling.
Let op! De voorwaardelijke rechten zijn verlaagd. • De verlaging met 16% geldt voor Bouwplaatswerknemers in de sector Bouw die zijn geboren in 1955 of later en UTA-werknemers in de sector Bouw die zijn geboren in 1953 of later; • De verlaging met 8% geldt voor werknemers in de Betonmortel industrie die zijn geboren in 1953 of later. Geldt dit voor u? Dan hebt u begin 2014 hierover een brief ontvangen.
In het Uniform Pensioenoverzicht houden we alleen rekening met de aanvullingsvoorwaarden waarvan wij nu al kunnen bepalen of u eraan voldoet: • U was werkzaam in de bedrijfstak in het halfjaar vóór de invoering van de oude vroegpensioenregeling. Deze voorwaarde geldt alleen voor de sectoren Bouwbedrijf, Betonmortelindustrie en Timmerindustrie. • U was werkzaam in de bedrijfstak in het tweede halfjaar van 2005. In dat halfjaar moet ook vroegpensioenpremie voor u zijn afgedragen.
6
Er is rekening gehouden met de afspraken die in uw cao zijn gemaakt over wederkerigheid met andere cao’s (zie ook het kader hierna). Als u niet voldoet aan de voorwaarden, staat er geen aanvullingsbedrag vermeld. Voldoet u wel aan de voorwaarden? Dan ziet u de hoogte van de voorwaardelijke aanvulling.
Hebt u in het verleden gewerkt onder de CAO voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf? En staan er op uw pensioenoverzicht geen aanvullingsrechten? Wellicht geldt voor u de wederkerigheid. Geef dit door aan bpfBOUW. Gebruik daarvoor het formulier ‘Wederkerigheid schilders’ dat u vindt op www.bouwpensioen.nl, onder ‘brochures en formulieren’. Hebt u geen internet? Raadpleeg dan uw werkgever of vakbonds consulent. U kunt ook de Pensioen Informatielijn bellen, telefoonnummer 020 – 583 40 40.
Het bestuur van bpfBOUW bepaalt jaarlijks of het recht op de aanvullingsregeling onvoorwaardelijk wordt voor de werknemers die het jaar daarop de standaardleeftijd bereiken. Het bestuur stelt daarbij vast of de financiële middelen die het pensioenfonds hiervoor van sociale partners ter beschikking heeft gekregen voldoende zijn.
Verplichte tekst uit Besluit sociaal akkoord 2004: Het pensioen dat voor u zal worden ingekocht omdat u in het verleden gedurende uw dienstbetrekking(en) een of meer perioden hebt gehad waarin minder pensioen is opgebouwd dan op grond van de fiscale regelgeving mogelijk is, wordt pas opgebouwd op het moment dat en voor zover de toegezegde aanspraken zijn gefinancierd. Wanneer uw deelname aan de pensioenregeling eindigt voordat deze aanspraken (volledig) zijn gefinancierd, hebt u alleen recht op het op dat moment gefinancierde en opgebouwde deel van deze pensioenaanspraken. Indien bij beëindiging van de deelname aan de pensioenregeling nog geen toegezegd pensioen over verstreken dienstjaren voor u is ingekocht en opgebouwd, hebt u dus ook geen recht op dit deel van uw toezegging. Als aan u is toegezegd
7
dat pensioenaanspraken over verstreken dienstjaren worden ingekocht, dan moeten deze uiterlijk binnen vijftien jaren nadat de toezegging is gedaan, zijn gefinancierd. Wanneer u binnen die vijftien jaar met pensioen zou gaan, moeten de in te kopen pensioenaanspraken al eerder zijn gefinancierd, namelijk uiterlijk op het moment van uw pensionering. Een eenmaal gedane toezegging tot inkoop van aanspraken over het verleden kan in beginsel niet worden ingetrokken of gewijzigd.
4.1.1 Scheiding Als er sprake is van een echtscheiding of een beëindiging van het geregistreerde partnerschap kan het zijn dat u met uw ex-partner afspraken hebt gemaakt over de verdeling van uw pensioen. Als de gewenste verdeling aan ons is doorgegeven en wij hebben de verdeling bevestigd, dan ontvangt uw ex-partner van ons vanaf uw pensionering het overeengekomen deel. Als u in 2013 de bevestiging van de verdeling hebt ontvangen, dan is daar in het pensioen overzicht al rekening mee gehouden. Kijk voor meer informatie over pensioen en scheiding op www.pensioenkijker.nl.
4.1.2 Waardeoverdracht Als u in 2013 de bevestiging hebt gekregen dat er pensioenrechten zijn overgenomen van een andere pensioenuitvoerder, dan is dat in het Pensioenoverzicht verwerkt. Het opgebouwd pensioen per 31 december 2013 is dan inclusief de waardeoverdracht.
8
4.2 Bij overlijden Uw partner en kinderen krijgen de uitkering die in dit pensioen overzicht staat, als u nog in dienst bent bij uw werkgever wanneer u overlijdt. Gaat u uit dienst? Dan kan de uitkering bij overlijden lager worden. Hoeveel lager is afhankelijk van de diensttijd die u bij deze werkgever hebt doorgebracht. Wie bedoelen we met ‘uw partner’? We bedoelen daarmee iemand die aan één van de volgende omschrijvingen voldoet: • U bent met hem of haar getrouwd. • U hebt met hem of haar een geregistreerd partnerschap. • U woont met hem of haar samen op hetzelfde adres, u zorgt voor elkaar en u hebt dat alles vast laten leggen in een samenlevingscontract, afgesloten bij de notaris. Stuur een kopie van het gehele contract op naar bpfBOUW. Wij controleren dan meteen of het voldoet aan de voorwaarden van het pensioenreglement. Kinderen tot 18 jaar en studerende kinderen tot 27 jaar hebben onder voorwaarden recht op een wezenpensioen. U bouwt altijd een partnerpensioen op. Ook als u alleenstaand bent. Op uw pensioendatum mag u het partnerpensioen uitruilen voor een hoger ouderdomspensioen. In de periode 2000 t/m 2005 hebt u geen partnerpensioen opgebouwd. BpfBOUW gaat er op het pensioenoverzicht van uit dat u een deel van het in die periode opgebouwde ouderdomspensioen op uw pensioendatum uitruilt voor een partnerpensioen. U kunt het partnerpensioen, dat u hebt opgebouwd vóór het jaar 2000, niet uitruilen voor een hoger ouderdomspensioen. Bij uw overlijden vóór uw pensioendatum Als u komt te overlijden vóór de pensioendatum, ontvangt uw partner een partnerpensioen. Dit bedraagt 70% van het opgebouwde ouderdomspensioen uit de pensioenregelingen vóór 1 januari 2000 en de Pensioenregeling Bouwnijverheid vanaf 1 januari 2006. In de Pensioenregeling Bouwnijverheid geldt onder voorwaarden een minimum van 17% van uw pensioengrondslag.
9
Bij uw overlijden ná de pensioendatum Komt u te overlijden ná de pensioendatum, dan bedraagt het partnerpensioen 70% van het ouderdomspensioen. Tenzij u op de pensioendatum besluit het partnerpensioen uit te ruilen voor een hoger ouderdomspensioen. In dat geval keert bpfBOUW alleen het partnerpensioen uit dat u hebt opgebouwd in de pensioenregelingen van vóór 1 januari 2000.
Hebt u deelgenomen aan de Loonafhankelijke Pensioenregeling (LAP-regeling) tussen 1987 en 2000? Dan ontvangt uw partner tot de 65-jarige leeftijd een hoger partnerpensioen dan na de 65-jarige leeftijd. De LAP-regeling kent namelijk een tijdelijk (hoger) partnerpensioen tot 65 jaar.
10
Bij overlijden na beëindiging van uw dienstverband Uw partner heeft dan niet langer recht op de gegarandeerde minimumuitkering van ten minste 17% van uw pensioengrondslag. In de regel wordt dit minimum bereikt na 10 á 11 opbouwjaren. Hebt u minder jaren deelgenomen? Dan is het partnerpensioen dus lager als uw dienstverband eindigt. Als u komt te overlijden na beëindiging van deelname aan de pensioenregeling, keert bpfBOUW alleen het partnerpensioen uit dat u hebt opgebouwd in de pensioenregelingen vóór 1 januari 2000 en in de Pensioenregeling Bouwnijverheid vanaf 2006. Bij overlijden na beëindiging van het dienstverband geldt voor ongehuwd samenwonenden (met samenlevingscontract) dat er geen partnerpensioen uit de pensioenregelingen van vóór 1 januari 2000 wordt uitgekeerd. Bijzonder partnerpensioen Op de bedragen bij overlijden is een eventueel bijzonder partnerpensioen al in mindering gebracht. Na beëindiging van een huwelijk, geregistreerd partnerschap of een samenlevingsovereenkomst heeft uw ex-partner recht op het partnerpensioen dat u hebt opgebouwd vóór de scheidingsdatum. Dat noemen we een bijzonder partner pensioen. Woonde u samen en is de samenleving beëindigd? Stuur dan een door u en uw ex-partner ondertekende verklaring van de beëindiging naar bpfBOUW. We weten dan dat uw ex-partner geen aanspraak kan maken op het partnerpensioen dat u opbouwt na beëindiging van het samenlevingscontract.
4.3 Bij arbeidsongeschiktheid U behoudt het pensioen dat u al hebt opgebouwd. De opbouw van uw pensioen kan doorlopen als u arbeidsongeschikt raakt. U moet dat zelf aanvragen. Aan de opbouw van uw pensioen bij arbeidsongeschiktheid zijn wel voorwaarden verbonden.
11
Zo vraagt u premievrije pensioenopbouw aan bij bpfBOUW Hebt u een uitkering op grond van de WAO (Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering) of de WIA (Wet Werk en inkomen naar Arbeidsvermogen)? Dan moet u een verzoek indienen bij bpfBOUW om in aanmerking te komen voor premievrije pensioenopbouw. U moet dit schriftelijk doen, binnen een jaar nadat uw WAO- of WIA-uitkering is ingegaan. Bent u arbeidsongeschikt en hebt u recht op premievrije pensioenopbouw? Bij premievrije pensioenopbouw worden er alleen pensioenrechten geboekt voor uw pensioen vanaf uw 65e. Er worden geen rechten bijgeboekt voor de verruimde opbouw van uw pensioen vóór uw 65e. Bij volledige arbeidsongeschiktheid hebt u recht op een premievrije pensioenopbouw van 48%. Vanaf 1 januari 2014 is dat percentage verhoogd naar 59%. Bij het te bereiken pensioen houden we al rekening met het hogere percentage. Hierna volgen de percentages per arbeidsongeschiktheidsklasse zoals die nog golden tot en met 31 december 2013: Arbeidsongeschiktheidsklasse
Hoe hoog is uw jaarlijkse premievrije pensioenopbouw?
65% of meer
48% van uw pensioenopbouw op het moment dat u arbeidsongeschikt werd.
45 tot 65%
24% van uw pensioenopbouw op het moment dat u arbeidsongeschikt werd.
35*) tot 45%
12% van uw pensioenopbouw op het moment dat u arbeidsongeschikt werd.
Tot 35%*)
Geen premievrije pensioenopbouw.
*) De 35% geldt voor de WIA. De WAO kent een ondergrens van 25%. Bent u langer dan twee jaar ziek (wettelijk 104 weken) en voor 35% of meer arbeidsongeschikt verklaard? Dan komt u in aanmerking voor een uitkering bij arbeidsongeschiktheid. U ontvangt deze uitkering van het UWV namens de overheid op grond van de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA). Naast deze uitkering en uw eventuele salaris, ontvangt u van ons een arbeidsongeschiktheidspensioen. U komt in aanmerking voor het
12
arbeidsongeschiktheidspensioen wanneer u in dienst bent bij uw werkgever en arbeidsongeschikt wordt. Eindigt uw dienstverband terwijl u al een uitkering van ons ontvangt (dus als u arbeidsongeschikt bent), dan loopt uw uitkering gewoon door. Gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid Als u gedeeltelijk arbeidsongeschikt bent (tussen de 35% - 80%), ontvangt u een uitkering op basis van de zogeheten Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA). Deze regeling maakt onderdeel uit van de WIA. Tijdens de WGA kunt u in aanmerking komen voor een arbeidsongeschiktheidspensioen van het fonds, mits u aan gestelde voorwaarden voldoet. De hoogte van het arbeidsongeschiktheidspensioen is gebaseerd op het loon voorafgaand aan ziekte en afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid, waarbij rekening wordt gehouden met de WGA-uitkering. Loongerelateerde WGA-uitkering U kunt in aanmerking komen voor de loongerelateerde WGAuitkering vanaf uw eerste arbeidsongeschiktheidsdag. Deze uitkering bedraagt de eerste twee maanden 75% en daarna 70% van het verschil tussen uw loon voorafgaand aan ziekte en het loon dat u verdient met uw resterende verdiencapaciteit. Deze uitkering ontvangt u voor bepaalde tijd. Tijdens deze uitkering ontvangt u geen arbeidsongeschiktheidspensioen van bpfBOUW. Stopt uw loongerelateerde WGA-uitkering? Of komt u niet in aanmerking voor een loongerelateerde WGA-uitkering? Als u minder dan 50% van uw resterende verdiencapaciteit benut, kunt u in aanmerking komen voor de WGA-vervolguitkering. De hoogte van deze uitkering is gebaseerd op het minimumloon en afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid. Zolang u een WGA-vervolguitkering ontvangt, komt u in de regel in aanmerking voor een arbeidsongeschiktheidspensioen van bpfBOUW. BpfBOUW heeft ook een brochure over arbeidsongeschiktheid. U kunt de brochure ‘Arbeidsongeschikt’ downloaden op www.bouwpensioen.nl. Hebt u geen internet? Vraag de brochure dan aan bij de Pensioen Informatielijn. 13
Let op: u komt alleen in aanmerking voor een uitkering op basis van de WGA van UWV, respectievelijk het arbeidsongeschiktheids pensioen van het fonds indien u voldoet aan de geldende voorwaarden, zoals opgenomen in de wet WIA, respectievelijk het pensioenreglement van bpfBOUW. De voorwaarden zijn in deze tekst niet volledig opgenomen. Werkt u in de sector Afbouw? Dan komt u niet in aanmerking voor arbeidsongeschiktheidspensioen van bpfBOUW.
5 Houdt uw pensioen zijn waarde? BpfBOUW probeert ieder jaar uw pensioen te verhogen. De verhoging kan van jaar tot jaar verschillen. Dit kan dus ook betekenen dat u in een jaar geen verhoging krijgt. De toeslagen op uw opgebouwde pensioen worden uit beleggingsrendement gefinancierd.
6 Op welke gegevens is uw pensioenoverzicht gebaseerd? De onderstaande gegevens zijn gebruikt voor de berekening van de bedragen die op het pensioenoverzicht staan. Begin deelneming Dit is de datum waarop u bent gaan deelnemen aan deze pensioen regeling. Deeltijdpercentage Dit is het percentage dat u werkt in verhouding tot een volledig dienstverband. Een voorbeeld: iemand werkt halve dagen (20 uur per week) en een voltijd dienstverband is 40 uur. Dan is het deeltijdpercentage 50%.
14
Pensioengevend salaris Dit is het deel van uw bruto jaarsalaris dat meetelt voor uw pensioenopbouw. Het pensioenreglement bepaalt welke delen van het salaris meetellen voor de pensioenopbouw en dus pensioengevend zijn. Vermeld is het pensioengevend salaris bij een volledig dienstverband (voltijd). Franchise Dit is het deel van uw pensioengevend salaris waarover u geen pensioen opbouwt. U bouwt hierover geen pensioen op, omdat u vanaf uw AOW-leeftijd een AOW-uitkering ontvangt van de overheid. Vermeld is de franchise bij een volledig dienstverband (voltijd). De franchise wordt door bpfBOUW ook bodemloon genoemd. Pensioengrondslag Dit is uw pensioengevend salaris minus de franchise. Uw pensioen opbouw is op dit bedrag gebaseerd. Vermeld is de Pensioengrondslag bij een volledig dienstverband (voltijd). Opbouwpercentage Dit is het percentage van de pensioengrondslag dat u per jaar aan pensioen opbouwt. In 2013 was het opbouwpercentage 1,80. In 2014 is dat verhoogd naar 1,84%. Premievrije bijboeking (vanwege arbeidsongeschiktheid) Bent u (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt? Dan ziet u op uw pensioenoverzicht voor welk deel uw pensioen premievrij wordt voortgezet wegens arbeidsongeschiktheid. Lees ook paragraaf 4.3. Dienstjaren deelneming bpfBOUW Een dienstjaar is elk jaar dat u in een dienstverband pensioen hebt opgebouwd. Op het pensioenoverzicht staat hoeveel dienstjaren wij over de laatste vijf jaar voor u hebben geregistreerd. We leggen aan de hand van een voorbeeld uit wat dit betekent. Stel dat u fulltime werkt. Dan zou er moeten staan dat u in het afgelopen jaar 1,00000 dienstjaar hebt opgebouwd. Staat dat er niet? Dan zijn misschien niet alle premies voor u afgedragen. In het pensioenoverzicht is geen rekening
15
gehouden met eventuele afdrachten of correcties over het jaar 2013 na de datum die voorop het pensioenoverzicht staat vermeld. Via www.bouwpensioen.nl kunt u nagaan hoeveel contracturen uw werkgever voor u aanlevert. Log daarvoor in op Mijn Bouwpensioen en ga vervolgens naar Mijn Dienstverband. Als er ontbrekende premies later alsnog zijn geboekt, zult u op uw pensioenoverzicht van het volgende jaar zien dat het betreffende dienstjaar is opgetrokken naar 1,00000. Werkt u parttime? Dan is het dienstjaar niet 1,00000, maar bijvoorbeeld 0,50000. Een onvolledig dienstjaar kan ontstaan door de bovengenoemde oorzaken. Het kan echter ook zo zijn dat uw werkgever ten onrechte (nog) geen volledige pensioenpremies voor u heeft afgedragen. Blijkt inderdaad dat uw werkgever ten onrechte geen volledige pensioenpremies heeft betaald? BpfBOUW zorgt er dan voor dat de ontbrekende pensioenaanspraken worden bijgeboekt. De definitieve toekenning kan enige tijd duren. Wilt u meer weten? Bel dan de Pensioen Informatielijn.
7 Factor A (voor uw belastingaangifte) Het bedrag op het pensioenoverzicht kunt u nodig hebben voor uw belastingaangifte over het jaar 2014. Hebt u meerdere pensioenoverzichten ontvangen? Dan moet u de factor A bedragen op deze pensioenoverzichten bij elkaar tellen. Wilt u een berekening maken van uw fiscale ruimte? Gebruikt u dan de Rekenhulp Lijfrentepremie van de Belastingdienst. Deze vindt u op www.belastingdienst.nl. Vanaf 1 januari 2014 zijn de fiscale regels voor pensioenopbouw en lijfrenteaftrek gewijzigd. Om te voorkomen dat de factor A de fiscale ruimte voor lijfrentes in 2014 beperkt, is de berekening iets gewijzigd: de pensioenaangroei over 2013 is vermenigvuldigd met de factor 35/37. De uitkomst hiervan ziet u in het overzicht.
16
8 Hebt u vragen? Het is vooral belangrijk dat u de volgende gegevens nakijkt: • Uw pensioengevend salaris. Komt dat overeen met het loon, inclusief vakantietoeslag, dat u per jaar verdient? • Uw diensttijd over het jaar 2013. Komt dat overeen met de diensttijd die u in 2013 bij uw werkgever hebt doorgebracht en/of eventueel arbeidsongeschikt was? Hebt u vragen? Raadpleeg uw vakbondsconsulent. Vraag uw werkgever om informatie. Bel de Pensioen Informatielijn, telefoon 020 – 583 40 40. Wij helpen u graag! De Pensioen Informatielijn is bereikbaar op maandag t/m donderdag van 8.00 uur tot 17.30 uur. Op vrijdag kunt u bellen van 8.00 uur tot 17.00 uur. Of stuur een brief naar: bpfBOUW, Postbus 637, 1000 EE Amsterdam.
17
9 Bijlage Wijziging statuten en reglementen Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid (bpfBOUW) U vindt in deze bijlage een overzicht van de wijzigingen in de statuten en reglementen in 2013. Reglementswijzigingen Toetreden sector Bikudak Door de toetreding van de bedrijfstak Bikudak zijn de fondsdocumenten van het fonds gewijzigd. BpfBOUW heeft ingestemd met wijziging van het Pensioen- en Uitvoeringsreglement Bouwnijverheid en de actuariële en bedrijfstechnische nota. De belangrijkste wijzigingen zijn: - de werkingssfeer van het fonds is verruimd met de bedrijfstak Bikudak; - er is een afwijkend bodemloon en een afwijkende regeling voor het partnerpensioen (partnerpensioen op risicobasis) voor UTA-werknemers in de bedrijfstak Bikudak voor de duur van maximaal 4 jaar opgenomen; - de CAO Bikudak is toegevoegd aan de definitie loontrend in het Pensioen- en Uitvoeringsreglement en de verschillende Vroegpensioenreglementen. Dit betekent dat vanaf 1 januari 2014 bij het vaststellen van de loontrend ook rekening wordt gehouden met de CAO Bikudak. Rol cao-partijen toekennen jaarlaag In artikel 30 Pensioenreglement is duidelijk gemaakt dat de toekenning van de jaarlaag niet afhankelijk is van de algemene middelen van het fonds, maar van de voor de sectorspecifieke aanvullingsregeling
18
55-min benodigde middelen die door betreffende cao-partijen ter beschikking gesteld zijn. Bij het lid inzake de aanvullingsregeling 55-min Natuursteen is die zinsnede ook toegevoegd. Tot voor kort ontbrak in dat lid een verwijzing naar een door het bestuur te nemen besluit. Omdat in artikel 30 verwezen wordt naar cao-partijen is de term in de begripsbepaling opgenomen. Premie-incassobeleid In de bestuursvergadering van 14 februari 2013 heeft het bestuur besloten om diverse beheersmaatregelen inzake het premie-incassobeleid nader uit te werken. Dit heeft geleid tot verduidelijking van het Uitvoeringsreglement Bouwnijverheid op de volgende onderdelen: - een expliciete grondslag voor het mogen opleggen van ambtshalve nota’s; - wat de gevolgen van het niet of te laat aanleveren van loon- en premiegegevens (waaronder de mogelijkheid tot het opleggen van boetes) zijn; - wat de mogelijkheid voor doorbelasting van financiële gevolgen aan werkgevers voor het niet of te laat aanleveren van loon- en premiegegevens is. Dit heeft geleid tot aanpassing van artikel 6 en artikel 14 van het Uitvoeringsreglement Bouwnijverheid. Verhogen opbouwpercentage Cao-partijen hebben besloten om het opbouwpercentage te verhogen. In artikel 6 wordt daarom opgenomen dat in het jaar 2014 het opbouwpercentage 1,84% zal bedragen. Verlagen aanvullingsregeling 55min Cao-partijen in de sectoren Bouw, UTA-Bouw en Betonmortelindustrie hebben besloten de aanvullingsregeling 55min opnieuw te verlagen voor deelnemers die op of na 1 januari 2015 de standaardleeftijd bereiken. In de sector Bouw en UTA-Bouw wordt de aanvullingsregeling 55min verlaagd met 16% en in de sector Betonmortelindustrie met 8%. In artikel 30 Pensioenreglement is deze aanvullende verlaging van de aanvullingsregeling verwerkt. Cao-partijen in de sector Afbouw, Timmerindustrie, Natuursteen en Bikudak hebben de aanvullingsregeling 55min niet opnieuw verlaagd.
19
Premievrije pensioenopbouw De hoogte van de premievrije pensioenopbouw werd bepaald door het opgebouwde ouderdoms- en partnerpensioen te verminderen tot 48%. Cao-partijen hebben besloten in het jaar 2014 de hoogte van de premievrije pensioenopbouw aan te passen. In het jaar 2014 wordt de premievrije pensioenopbouw bepaald door het opgebouwde ouderdoms- en partnerpensioen te verminderen tot 59%. Het besluit van cao-partijen leidt tot een aanpassing in artikel 26 lid 3 van het Pensioenreglement Bouwnijverheid. Toeslagenbeleid Cao-partijen hebben ook voor het jaar 2014 besloten om de opslag voor toeslagverlening in de premie van 0,4 procent niet te heffen. Daarnaast is opnieuw besloten dat ook voor het verlenen van een inhaaltoeslag met betrekking tot 2014 uitgegaan moet worden van de prijsindex in plaats van de loontrend. Het jaartal 2014 is daarom toegevoegd aan het toeslagenbeleid zoals opgenomen in de bijlage bij het Pensioen- en Uitvoeringsreglement. Gewijzigde factoren Naast de voorgestelde reglementswijzigingen, wijzigen ook de factoren per 1 januari 2014. De factoren zijn opgenomen in bijlage 1, 2 en 4 van het pensioenreglement. Deze bijlagen zijn geactualiseerd. De bedrijfstak Bikudak is per 1 januari 2014 toegetreden tot bpfBOUW. De opgebouwde pensioenaanspraken en -rechten worden door middel van een collectieve waardeoverdracht aan bpfBOUW overgedragen. De aansluiting betekent dat bpfBOUW zijn statuten per 1 januari 2014 heeft moeten wijzigen. Ook zijn de artikelen over de deelnemersraad en het verantwoordingsorgaan geactualiseerd. Tot slot is een artikel toegevoegd (artikel 9) over de taken en verantwoordelijkheden van het bestuursbureau.
20
Verplichtstellingsbeschikking Toetreden Bikudak Het toetreden van de bedrijfstak Bikudak betekent dat bpfBOUW de werkingssfeer in haar verplichtstelling per 1 januari 2014 moet uitbreiden met de sector Bikudak. Daarom is een verzoek tot wijziging van de verplichtstelling ingediend bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Op 12 november 2012 heeft SZW aangegeven in te stemmen met de verzochte uitbreiding van de werkingssfeer van het fonds per 1 januari 2014. Met ingang van 1 januari 2014 is de Verplichtstelling van Bpf-Bikudak ingetrokken. Aanpassen definitie Directeur Groot Aandeelhouder (DGA) Door de invoering van de Wet Flex BV wijzigt de definitie van DGA in de Pensioenwet. DGA’s zonder stemrecht komen hierdoor in een vergelijkbare positie als reguliere werknemers. Omdat de verplichtstelling van bpfBOUW direct doorverwijst naar de Pensioenwet, voor wat betreft de definitie van DGA’s, leidt aanpassing van de Pensioenwet op dit punt tot een verruiming van de werkingssfeer van de verplichtstelling. Het uitgangspunt van cao-partijen is tot nu toe echter altijd geweest om DGA’s van verplichte deelname aan bpfBOUW uit te sluiten. Cao-partijen hebben daarom besloten de Verplichtstelling te wijzigen en in de Verplichtstelling op te nemen dat de Verplichtstelling niet geldt voor de DGA die direct of indirect houder is van 10% of meer aandelen met of zonder stemrecht. Alle DGA’s blijven hierdoor uitgesloten van verplichte deelname.
21
22
Vragenformulier Uw klantnummer, BSN (Burgerservicenummer) of registratienummer: Naam: Adres: Postcode + woonplaats: Telefoonnummer: E-mailadres: Ik heb de volgende vraag over mijn pensioenoverzicht. Graag ontvang ik daarover bericht.
Plaats datum handtekening
Dit formulier kunt u zonder postzegel zenden aan: Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid Antwoordnummer 3429 1000 PA Amsterdam 23
Basisweg 10, 1043 AP Amsterdam
31.0027.14