Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2015 Uitkeringsovereenkomst
Wat is het Uniform Pensioenoverzicht (UPO)? Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u inzicht in wat u krijgt bij pensionering en arbeidsongeschiktheid. In het UPO staat ook wat uw eventuele partner en/of kinderen ontvangen als u overlijdt. Deze UPO ontvangt u elk jaar. De uitkeringen die op het UPO staan, zijn brutobedragen per jaar. Dat betekent dat daarover premies en belasting betaald moet worden. Hoeveel dat is, is afhankelijk van uw persoonlijke omstandigheden. UPO’s moeten gemakkelijk vergelijkbaar en optelbaar zijn. Daarom hebben verzekeraars en pensioenfondsen samen het Uniform Pensioenoverzicht ontwikkeld. Alle pensioenfondsen en verzekeraars gebruiken deze UPO’s. Hebt u pensioenregelingen bij verschillende pensioenfondsen of verzekeraars? Dan kunt u eenvoudig de bedragen op de verschillende UPO’s bij elkaar optellen. En die van uw partner natuurlijk.
Wij adviseren u om dit overzicht te bewaren, samen met de overzichten die u van andere pensioenuitvoerders ontvangt. Zo houdt u een helder overzicht van uw pensioen. Op www.mijnpensioenoverzicht.nl staan al uw pensioenen van de verschillende pensioenuitvoerders bij elkaar. Op www.pensioenkijker.nl vindt u algemene informatie over pensioen.
Welke gebeurtenissen beïnvloeden uw pensioen? Sommige gebeurtenissen in uw leven hebben invloed op uw pensioen. Bijvoorbeeld arbeidsongeschiktheid en uw overlijden. Wat de invloed daarvan is, ziet u terug op het UPO. Maar ook trouwen, samenwonen, scheiden en veranderen van baan hebben gevolgen voor uw ouderdomspensioen of nabestaandenpensioen. Daarover leest u meer in het pensioenreglement. Dit reglement heeft u ontvangen bij indiensttreding en is verder te downloaden via www.telegraafpensioenfonds.nl.
Het karakter van uw pensioenregeling Welke pensioenregeling heeft u? Uitkeringsovereenkomst Uw pensioenregeling is een uitkeringsovereenkomst in de vorm van een middelloonregeling. Bij een middelloonregeling bouwt u elk jaar pensioen op over uw brutojaarsalaris. U ontvangt dus een pensioen dat is gebaseerd op het gemiddelde salaris dat u hebt verdiend. Het gaat hierbij om het gemiddelde salaris tijdens de jaren die u deelneemt in deze pensioenregeling.
Financiering Conform artikel 15 lid 2 van het pensioenreglement komt de premie voor de totale pensioenregeling voor rekening van de werkgever en de deelnemer. De werkgever is met het pensioenfonds overeengekomen dat er jaarlijks een vast percentage van de pensioengrondslag aan het pensioenfonds wordt betaald. Indien in enig jaar de premie niet voldoende is om de pensioenopbouw in dat jaar te financieren, zal de pensioenopbouw van alle actieve deelnemers worden vastgesteld op een naar rato van het premietekort verminderd bedrag (art. 15 lid 6). In het jaar 2014 was de premie toereikend om de pensioenopbouw te financieren.
Welk pensioen kunt u verwachten? Opgebouwd pensioen Dit is het bedrag aan jaarlijks pensioen dat u tot 1 januari 2015 heeft opgebouwd. Stel dat uw dienstverband is beëindigd op 1 januari 2015, dan is dit de uitkering die u kunt verwachten als u met pensioen gaat. Blijft u werken in uw huidige dienstverband, dan wordt de opbouw van uw pensioen voortgezet in de huidige pensioenregeling. Uw pensioen gaat in als u de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt.
Te bereiken pensioen Dit is het jaarlijkse bedrag aan pensioen dat u ontvangt vanaf de AOW-gerechtigde leeftijd. U ontvangt dit bedrag als u tot die datum blijft werken en pensioen blijft opbouwen in uw huidige pensioenregeling. Daarbij gaan we uit van de omstandigheden die staan onder ‘Op welke gegevens is uw UPO gebaseerd?’ Uw pensioen gaat in als u de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt. Het pensioen dat u opbouwt vanaf 1 januari 2013 gaat pas in op 67-jarige leeftijd. Dit pensioen wordt vervroegd naar de pensioenleeftijd indien uw pensioenleeftijd eerder is dan 67- jaar zoals genoemd in het pensioenreglement. Per 1 januari 2014 is de pensioenleeftijd gewijzigd en is sindsdien gelijk aan de AOWgerechtigde leeftijd.
* Voorbeeld Opgebouwd en te bereiken pensioen per 1 januari 2015 Uw pensioen kent verschillende ingangsdata: - vanaf 65 tot 67 jaar ouderdomspensioen betekent dat dit pensioen een ingangsdatum van 65 jaar kent (OP65). - vanaf 67 jaar ouderdomspensioen zolang u leeft betekent dat dit pensioen een ingangsdatum van 67 jaar kent (OP67). De hierbij genoemde bedragen worden omgerekend naar uw werkelijke pensioenleeftijd (= AOW-leeftijd). In dit voorbeeld gaan wij uit van een pensioenleeftijd van 66 jaar. Bijvoorbeeld: OP65 € 8.624 * 1,0472 (herrekeningsfactor 66 jaar) OP67 € 10.692 * 0,954(herrekeningsfactor 66 jaar) Als u met pensioen gaat op 66-jarige leeftijd ontvangt u
€ “ €
9.031 10.200 19.231
Voor andere pensioenleeftijden gelden andere omrekenfactoren. Deze factoren worden elk jaar opnieuw vastgesteld
Eindloontoets Het Telegraafpensioenfonds kende tot 1 januari 2006 een zogenoemde eindloontoets. Een ieder die vóór deze datum in dienst was komt in aanmerking voor deze toets. Bij de ingang van het pensioen wordt getoetst of het inmiddels opgebouwde ouderdomspensioen ten minste gelijk is aan de uitkomst van de eindloon pensioenberekening. Deze berekening komt erop neer dat uw ouderdomspensioen van het fonds samen met de franchise gelijk is aan 65% van uw laatstverdiende pensioensalaris (bij 40 dienstjaren), rekening houdend met het aantal (maximaal 40) dienstjaren. De eindloontoets is tot en met 31 december 2010 gebaseerd op 1,625% per jaar. Vanaf 1 januari 2011 is de eindloontoets gebaseerd op 1,5% per jaar. Hierdoor zal het ouderdomspensioen samen met de franchise lager zijn dan genoemde 65%. Vanaf 1 januari 2013 is het salaris voor de eindloontoets bevroren. Dit houdt in dat uw te bereiken ouderdomspensioen volgens de eindloonregeling niet meer hoger kan worden.
Fiscale maximering pensioenopbouw Vanaf 1 januari 2015 mag er wettelijk over een salaris van maximaal € 100.000 pensioen opgebouwd worden en zijn de opbouwpercentage gemaximeerd op 1.875% voor het middelloon en 1.657% voor het eindloon. Voor het meerdere boven de € 99.306 is TMG voornemens om een raamovereenkomst af te sluiten met een verzekeringsmaatschappij ten behoeve van een nader vast te stellen product dat betrokken medewerker vrijwillig kan afnemen om individueel pensioen op te bouwen boven het bedrag van € 99.306. Als u tot deze groep behoort bent u hierover door TMG geïnformeerd. Eindejaarsuitkering De genoemde pensioenaanspraken zijn inclusief 8% eindejaarsuitkering.
Scheiding Als er sprake is van een echtscheiding of een beëindiging van het geregistreerd partnerschap kan het zijn dat u met uw ex-partner afspraken heeft gemaakt over de verdeling van uw pensioen. Als de gewenste verdeling aan ons is doorgegeven en wij hebben de verdeling bevestigd, dan ontvangt uw ex-partner van ons vanaf uw pensionering het overeengekomen deel. Het kan ook zijn dat u met uw ex-partner bent overeengekomen dat een deel van uw pensioen wordt omgezet in een eigen pensioen voor uw ex-partner. Dit heet conversie. Als wij de conversie hebben bevestigd, is het pensioen dat bestemd is voor uw ex-partner in mindering gebracht op uw pensioen. Het pensioen dat op de UPO staat vermeld wordt dan geheel aan u uitbetaald. Kijk voor meer informatie over pensioen en scheiding op www.pensioenkijker.nl.
Bij overlijden Bij uw overlijden hebben uw partner en kinderen recht op een uitkering. Er is een bedrag gereserveerd voor een uitkering bij uw overlijden. Dit is het nabestaandenpensioen. Wanneer u overlijdt als u nog in dienst bent van uw werkgever heeft uw partner recht op een levenslang partnerpensioen. Dit bedraagt 70% van het ouderdomspensioen dat bereikt zou worden als uw dienstverband tot uw pensioenleeftijd zou zijn voortgezet. Wanneer u overlijdt als u niet meer in dienst bent van uw werkgever, heeft uw partner recht op het levenslange partnerpensioen dat u tot de datum van uitdiensttreding hebt opgebouwd. Pagina 2 van 6
Het nabestaandenpensioen dat uw partner ontvangt bij overlijden na pensionering is maximaal 70% van het ouderdomspensioen op het moment van overlijden. Dit kan dus lager zijn dan het in de UPO getoonde bedrag door de bij ”te bereiken pensioen” genoemde herrekening. Uw kinderen hebben recht op een wezenpensioen van 14% van het (bereikbare) ouderdomspensioen. Het wezenpensioen wordt uitgekeerd tot het bereiken van de 18-jarige leeftijd; voor studerende kinderen wordt het wezenpensioen uiterlijk tot het bereiken van de 27-jarige leeftijd uitgekeerd. Deze laatste groep moet op verzoek een schoolverklaring overleggen. Het nabestaandenpensioen gaat in op de eerste dag van de maand volgend op de maand van uw overlijden.
Partner Om aanspraak te kunnen maken op een uitkering bij uw overlijden moet er sprake zijn van een partner. Met een partner bedoelen wij degene met wie u getrouwd bent, een geregistreerd partnerschap bent aangegaan of officieel samenwoont. Woont u officieel samen? Alleen met een door de notaris ondertekende samenlevingsovereenkomst, kan uw partner na uw overlijden in aanmerking komen voor een uitkering. In deze samenlevingsovereenkomst staat dat u samenwoont op één adres en een gemeenschappelijke huishouding voert. Ook wordt vermeld dat u allebei ongehuwd bent.
Scheiding Als er sprake is van een echtscheiding of een beëindiging van het geregistreerd partnerschap kan het zijn dat u met uw ex-partner afspraken heeft gemaakt over de verdeling van het nabestaandenpensioen. Heeft u over de verdeling geen nadere afspraken gemaakt dan geldt de wettelijke verdeling. Dit betekent dat de ex-partner tot de echtscheidingsdatum recht heeft op het nabestaandenpensioen. Deze regel geldt bij ons pensioenfonds ook bij ongehuwd samenwonen met een samenlevingscontract. Wilt u het samen anders regelen legt u dit dan vast in een ontbindingsovereenkomst.
Bij arbeidsongeschiktheid Bent u langer dan twee jaar ziek en voor meer dan 35% arbeidsongeschikt verklaard? Dan komt u in aanmerking voor een uitkering bij arbeidsongeschiktheid. U ontvangt deze uitkering van het UWV namens de overheid op grond van de Wet Werk en inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA). De hoogte van deze uitkering hangt af van uw percentage arbeidsongeschiktheid en uw inkomen voordat u arbeidsongeschikt werd. Vanaf het moment dat u een WIA-uitkering ontvangt, heeft u recht op premievrije voortzetting van de pensioenopbouw. Dat houdt in dat u geen premie meer hoeft te betalen voor uw pensioenopbouw. Het kan zijn dat u nog gedeeltelijk premie moet betalen, maar dat is afhankelijk van de mate waarin u arbeidsongeschikt bent. Het UWV stelt uw arbeidsongeschiktheidspercentage vast. Op basis van dit percentage wordt bepaald in welke mate de pensioenopbouw premievrij wordt voortgezet. Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid geldt een gedeeltelijke voortzetting van de pensioenopbouw en een gedeeltelijke premievrijstelling volgens onderstaand overzicht:
Arbeidsongeschiktheid Voortzetting pensioenopbouw en premievrijstelling bij een arbeidsongeschiktheid van: 65% of meer 100% 45% - 65% 50% 35% - 45% 25% 0% - 35% 0%
Houdt uw pensioen zijn waarde? Uw pensioenfonds streeft ernaar ieder jaar uw pensioen/opgebouwde pensioen te verhogen met de prijsontwikkeling van dat jaar. Dit betreft het consumentenprijsindexcijfer, reeks CPI-alle huishoudens, periode oktober-oktober. U heeft door deze verhoging en de verwachting voor de komende jaren niet meteen ook recht op verhogingen in de toekomst. Deze toeslag is voorwaardelijk. Uw pensioen/opgebouwde pensioen is over het jaar 2014 niet verhoogd. De prijzen gingen omhoog met 1,1%. Uw pensioenfonds heeft uw pensioen/opgebouwd pensioen de afgelopen drie jaar als volgt verhoogd: - Over het jaar 2013 met 0,0%. De prijzen gingen toen met 1,6% omhoog. - Over het jaar 2012 met 0,0%. De prijzen gingen toen met 2,9% omhoog. - Over het jaar 2011 met 0,0%. De prijzen gingen toen met 2,6% omhoog. Uw pensioenfonds betaalt de toekomstige verhogingen van uw pensioen/opgebouwde pensioen uit beleggingsrendement.
Pagina 3 van 6
Gezien de huidige financiële positie van het pensioenfonds is de verwachting dat de verhoging met de prijsindex de komende jaren niet zal plaatsvinden.
Keuzemogelijkheden Uw pensioenregeling kent een aantal mogelijkheden waarvan u gebruik kunt maken: Vervroegen van de pensioendatum; Deeltijdpensioen; Omzetten van ouderdomspensioen in partnerpensioen; Omzetten van partnerpensioen in ouderdomspensioen; Variabele pensioenuitkering. Het gebruik van de keuzemogelijkheden betekent dat de hoogte van uw ouderdomspensioen en, afhankelijk van welke keuze u maakt, ook het partnerpensioen verandert. In hoeverre het pensioen verandert kunt u berekenen met behulp van factoren die u in de bijlage bij het pensioenreglement (*)vindt. U kunt ook bij het pensioenfonds een verzoek indienen om de effecten te laten berekenen. Hiervoor worden geen kosten in rekening gebracht. In alle gevallen dient u drie maanden vóór de gewenste ingangsdatum het pensioenfonds schriftelijk te informeren over uw wens om gebruik te maken van één van de keuzemogelijkheden. Vanaf 1 januari 2014 is de leeftijd waarop u met pensioen gaat gelijk aan de AOW-gerechtigde leeftijd.
Vervroegd met pensioen U kunt bij het pensioenfonds wel een verzoek indienen voor het eerder in laten gaan van uw pensioen. De eerste datum waarop u met pensioen kunt gaan is wanneer u 55 jaar bent. Als u uw pensioen eerder in laat gaan, betekent dat wel dat uw jaarlijkse uitkering lager is dan wanneer u op uw AOW-gerechtigde leeftijd met pensioen zou gaan. Dit komt omdat u geen pensioen meer opbouwt en omdat uw opgebouwde pensioen over meer jaren uitgekeerd moet worden. De hoogte van het partnerpensioen verandert hierdoor ook.
Deeltijdpensioen U kunt ook in een bepaalde periode voordat u de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt al gedeeltelijk met pensioen gaan. U zult eerst met uw werkgever de afspraak moeten maken voor welk deel van uw werktijd u nog in dienst blijft. Voor het resterende deel gaat u dan met pensioen. Dat houdt wel in dat een deel van uw ouderdomspensioen eerder ingaat en u uiteindelijk een lager pensioen overhoudt op de AOW-gerechtigde leeftijd omdat u een deel van uw pensioen eerder heeft laten uitkeren.
Omzetten van ouderdomspensioen in partnerpensioen Als u met pensioen gaat, kunt u ervoor kiezen om een deel van uw ouderdomspensioen te gebruiken om een hoger partnerpensioen te krijgen. Na het omzetten van uw ouderdomspensioen in partnerpensioen mag uw partnerpensioen in totaal niet hoger zijn dan 70% van het verlaagde ouderdomspensioen.
Omzetten van partnerpensioen in ouderdomspensioen Als u met pensioen gaat, kunt u er ook voor kiezen om uw partnerpensioen om te zetten in ouderdomspensioen. Nadat u dat heeft gedaan houdt u geen partnerpensioen over. Als u op pensioendatum een partner heeft moet deze instemmen met de omzetting van het partnerpensioen in ouderdomspensioen.
Variatie in hoogte pensioenuitkering U kunt ervoor kiezen om in de eerste periode van uw pensionering een hogere uitkering te ontvangen dan daarna. U kunt zelf bepalen of de eerste periode een periode van vijf of tien jaar is. De hoogte van het ouderdomspensioen kan variëren mits de laagste uitkering niet minder bedraagt dan 75% van de hoogste uitkering. Dit is fiscaal bepaald. Het bestuur heeft besloten deze optie in zes varianten aan te bieden. Zie de bijlage bij het pensioenreglement (*). De hoogte van het partnerpensioen verandert niet door de variatie in hoogte van het ouderdomspensioen. (*) zie www.telegraafpensioenfonds.nl
Bijzondere omstandigheden Vanaf 1 januari 2015 zijn er nieuwe wettelijke bepalingen rondom het verhogen en verlagen van uw pensioen (nieuw Financieel Toetsingskader- nFTK-). Deze UPO gaat uit van de stand van 31 december 2014. De berekeningen in deze UPO zijn dan ook niet op basis van het nFTK. Wij verwijzen u naar onze website www.telegraafpensioenfonds.nl voor uitleg en toelichting over het nFTK en de gevolgen voor de deelnemers.
Pagina 4 van 6
Op welke gegevens is uw pensioenoverzicht gebaseerd? In deze UPO gaan wij uit van uw gegevens (bijvoorbeeld uw burgerlijke staat) op 31 december 2014 voor zover die bij ons bekend is. Misschien is uw situatie inmiddels anders. Dit kunt u dan terugzien op uw volgende UPO.
Persoonlijke gegevens Uw gemeente geeft uw persoonlijke gegevens automatisch door aan het Telegraafpensioenfonds. Zijn de gegevens niet juist? Neem dan contact op met uw gemeente. Woont u samen met een samenlevingscontract dan moet u dit zelf melden bij het pensioenfonds.
Partner De persoon met wie u bent getrouwd, of die u als partner hebt geregistreerd bij uw gemeente of hebt aangemeld bij het Telegraafpensioenfonds.
Begin pensioenopbouw Dit is de datum vanaf wanneer u deelneemt aan deze pensioenregeling.
Deeltijdpercentage Dit is het percentage dat u werkt in verhouding tot een volledig dienstverband. Een voorbeeld: iemand werkt halve dagen (18 uur per week) en een voltijd dienstverband is 36 uur. Dan is het deeltijdpercentage 50%.
Pensioengevend salaris Dit is het deel van uw brutosalaris dat meetelt voor uw pensioenopbouw. Het pensioenreglement bepaalt welke delen van het salaris meetellen voor de pensioenopbouw en dus pensioengevend zijn. Vermeld is het salaris bij een volledig dienstverband en bedraagt maximaal € 99.306.
Franchise. Dit is het deel van uw pensioengevend salaris waarover u geen pensioen opbouwt. U bouwt hierover geen pensioen op, omdat u vanaf uw AOW-leeftijd een uitkering ontvangt van de overheid. Vermeld is de franchise bij een volledig dienstverband.
Pensioengrondslag Dit is uw pensioengevend salaris minus de franchise. Uw pensioenopbouw is op dit bedrag gebaseerd. Vermeld is de pensioengrondslag bij volledig dienstverband.
Opbouwpercentage. Dit is het percentage van de pensioengrondslag dat u per jaar aan pensioen opbouwt. Het opbouwpercentage vanaf 2011 is 1,75%.
Beschikbare premie als percentage van de pensioengrondslag Dit is een vast percentage van uw pensioengrondslag. De werknemer betaalt 1/3 van de premie en de werkgever 2/3.
Dienstjaren Een dienstjaar is elk jaar dat u in een dienstverband pensioen heeft opgebouwd. Op het UPO staat hoeveel fulltime dienstjaren wij voor u hebben geregistreerd. Deze dienstjaren zijn inclusief de jaren uit een eventuele waardeoverdracht.
Wat is uw pensioenaangroei? Factor A Wilt u weten hoeveel fiscale ruimte u heeft om uw pensioen aan te kunnen vullen met lijfrentes? Dan hebt u het bedrag van de jaarlijkse pensioenaangroei, de factor A, nodig. Het bedrag op deze UPO heeft u nodig voor uw belastingaangifte over het jaar 2014. Heeft u meerdere UPO’s ontvangen? Dan moet de factor A bedragen op deze UPO’s bij elkaar optellen. Wilt u een berekening maken van de fiscale ruimte? Gebruikt u dan het Rekenprogramma Lijfrente van de Belastingdienst. Dat vindt u op www.belastingdienst.nl. De factor A in deze opgave is –indien van toepassing- inclusief de pensioenaangroei van uw spaarmodule UPO.
Pagina 5 van 6
Geschillen- en klachtenregeling. Bij het pensioenfonds is een geschillen- en klachtenregeling van kracht. Deze regeling geldt indien er een geschil of een klacht tussen een belanghebbende en het fonds optreedt . Onderscheid wordt gemaakt in een geschil (geschil over de wijze waarop de statuten en reglementen van het fonds zijn of zullen worden toegepast) of een klacht (verklaring dat een belanghebbende zich op incorrecte wijze door het fonds bejegend acht). Als u van mening bent dat er sprake is van een geschil of klacht neemt u dan eerst contact op met het pensioenbureau. Misschien kunnen wij uw bezwaar wegnemen. Komen wij er samen niet uit dan kunt u alsnog een bezwaarschrift sturen. Voor de wijze van indiening verwijzen wij u naar artikel 2 en artikel 3 van de geschillen- en klachtenregeling die u kunt vinden op onze website: www.telegraafpensioenfonds.nl
Hebt u vragen? Neem dan contact op met het pensioenbureau van Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959. Bereikbaar op telefoonnummer 088-8241500 en via
[email protected]. Op onze website www.telegraafpensioenfonds.nl kunt u antwoorden vinden op veelgestelde vragen. Op www.mijnpensioenoverzicht.nl vindt u een totaaloverzicht van uw pensioenen en AOW-aanspraken. Dat is handig als u bij uw vorige werkgever(s) heeft deelgenomen aan een andere pensioenregeling.
Pagina 6 van 6