Toelichting
Actualisatie Bedrijventerreinen Westvoorne 2014 Toelichting projectnr. 218560 revisie 11 7 juli 2014
Opdrachtgever Gemeente Westvoorne Postbus 550 3235 ZH Rockanje
datum vrijgave 7 juli 2014
beschrijving revisie 11 vaststelling 2
goedkeuring mr. M.E.C. Mutsaers
vrijgave ing. M. Winkel-Bootsma
Colofon
Datum van uitgave: 7 juli 2014 Contactadres: Beneluxweg 125 4904 SJ OOSTERHOUT Postbus 40 4900 AA OOSTERHOUT T (0162) 48 70 00 F (0162) 45 11 41
[email protected] www.anteagroup.nl
Copyright © 2014 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, elektronisch of op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de auteurs.
Inhoud
Blz.
1
Inleiding ..............................................................................................................3
1.1 1.2 1.3 1.4
Aanleiding en doel ...............................................................................................................3 Begrenzing plangebied .........................................................................................................3 Geldende regelingen ............................................................................................................3 Leeswijzer ............................................................................................................................3
2
Beleidskader ........................................................................................................5
2.1 2.1.1 2.1.2 2.2 2.2.1 2.2.2
Provinciaal beleid.................................................................................................................5 Visie op Zuid-Holland (tot en met actualisatie 2012) ............................................................5 Verordening Ruimte (tot en met actualisatie 2012)..............................................................5 Gemeentelijk beleid .............................................................................................................6 Beleid...................................................................................................................................6 Beeldkwaliteitsplan Pinnepot ..............................................................................................6
3
Aanpassingen van het moederplan.......................................................................7
3.1 3.2
Bedrijfswoningen .................................................................................................................7 Overige aanpassingen ..........................................................................................................7
4
Onderzoek en verantwoording .............................................................................9
4.1 4.2 4.3
Inleiding ...............................................................................................................................9 Externe veiligheid ................................................................................................................9 Geluid ................................................................................................................................14
5
Juridisch planopzet ............................................................................................17
5.1 5.2
Planvorm ...........................................................................................................................17 Bestemmingsregeling.........................................................................................................17
6
Uitvoerbaarheid.................................................................................................19
6.1 6.2
Economische uitvoerbaarheid............................................................................................19 Handhaving........................................................................................................................19
7
Overleg en inspraak ...........................................................................................21
7.1 7.2 7.3 7.3.1 7.3.2
Inleiding .............................................................................................................................21 Overleg artikel 3.1.1. Bro ...................................................................................................21 Maatschappelijke uitvoerbaarheid ....................................................................................21 Inspraak .............................................................................................................................21 Zienswijzen ........................................................................................................................23
blad 1 van 23
blad 2 van 23
1 1.1
Inleiding Aanleiding en doel Op 20 maart 2012 heeft de gemeenteraad van Westvoorne het bestemmingsplan "Bedrijventerreinen Westvoorne" vastgesteld. Dit bestemmingsplan is overwegend conserverend van aard en met de vaststelling van dit plan is voldaan aan de actualiseringsplicht in de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Gelijk met de vaststelling van dit bestemmingsplan heeft de gemeenteraad het standpunt ingenomen het beleid met betrekking tot het toelaten van nieuwe bedrijfswoningen te gaan herzien, in die zin dat in de (nabije) toekomst geen nieuwe bedrijfswoningen op de bedrijventerreinen meer worden mogelijk gemaakt. Met onderhavige actualisatie van het hiervoor genoemde bestemmingsplan "Bedrijventerreinen Westvoorne" (het moederplan) wordt deze wijziging in beleid in het bestemmingsplan verankerd. Een van de gewijzigde onderdelen is het uitsluiten van de mogelijkheid voor het realiseren van nieuwe bedrijfswoningen op de bedrijventerreinen. Daarnaast worden met deze actualisatie enkele reparaties uitgevoerd. Dit betreft onder andere de bepaling ten aanzien van de beperkt kwetsbare objecten binnen de invloedsfeer van een LPGtankstation en het ontbreken van enkele aanduidingen ten behoeve van bestaande specifieke functies.
1.2
Begrenzing plangebied Het plangebied bestaat uit de bestemmingsgrens van de bestemming 'Bedrijventerrein' zoals opgenomen in het bestemmingsplan "Bedrijventerreinen Westvoorne". De overige gronden met de bestemming 'Groen', 'Verkeer', 'Water' en 'Woonwagenstandplaats' zijn niet in het plangebied opgenomen. Aanpassing van deze bouw- en gebruiksregels zijn niet voorzien.
1.3
Geldende regelingen In onderstaande tabel is het bestemmingsplan genoemd dat (gedeeltelijk) wordt herzien met onderhavige actualisatie. Vigerend bestemmingsplan Bedrijventerreinen Westvoorne
1.4
Vaststelling 20 maart 2012
Leeswijzer In deze toelichting van de actualisatie worden uitsluitend de hoogste noodzakelijke onderdelen opgenomen of onderdelen die met deze actualisatie zijn gewijzigd. Voor de ongewijzigde onderdelen wordt verwezen naar het moederplan, bestemmingsplan "Bedrijventerreinen Westvoorne". Onderstaand wordt kort aangegeven welke onderwerpen per hoofdstuk worden beschreven. Hoofdstuk 2 beschrijft, voor zover relevant, in hoofdlijnen de beleidsdocumenten die door de te onderscheiden overheden met betrekking tot de planactualisatie zijn gepubliceerd. Hoofdstuk 3 beschrijft de aanpassingen in de actualisatie ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan, waarna in hoofdstuk 4 de toetsing aan de milieutechnische randvoorwaarden plaatsvindt. In hoofdstuk 5 is de juridische regeling toegelicht, voorzover van toepassing op de actualisatie. Hoofdstuk 6 en 7 geven aan of het plan economisch en maatschappelijk uitvoerbaar wordt geacht (inspraak en overleg). Daarbij worden ook de opmerkingen uit het overleg ex artikel 3.1.1 Bro, ten aanzien van het plan weergegeven en de wijze waarop de gemeente deze opmerkingen binnen het plan heeft verwerkt.
blad 3 van 23
blad 4 van 23
2
Beleidskader
2.1
Provinciaal beleid
2.1.1
Visie op Zuid-Holland (tot en met actualisatie 2012) De Structuurvisie 'Visie op Zuid-Holland' geeft een doorkijk naar 2040 en de visie voor 2020 met bijbehorende uitvoeringsstrategie. In de Structuurvisie ‘Visie op Zuid-Holland’ staat hoe de provincie samen met haar partners wil omgaan met de beschikbare ruimte. Met de Structuurvisie werkt de provincie aan een vitaal Zuid-Holland, met meer samenhang en verbinding tussen stad en land. Hierdoor is in Zuid-Holland goed wonen, werken en recreëren voor iedereen binnen handbereik. De provincie onderscheidt vijf hoofdopgaven: - aantrekkelijk en concurrerend internationaal profiel; - duurzame en klimaatbestendige deltaprovincie; - divers en samenhangend stedelijk netwerk; - vitaal, divers en aantrekkelijk landschap; - stad en land verbonden. Ook de instrumenten die de provincie inzet, komen in de Structuurvisie aan de orde. De provincie ordent op kaarten, ontwikkelt programma’s en projecten, agendeert zaken en laat onderzoek uitvoeren. Zij stuurt op hoofdlijnen door kaders te stellen en het lokale bestuur ruimte te geven bij de ruimtelijke inrichting. Deze aanpak sluit aan bij de nieuwe stijl van besturen: ‘Lokaal wat kan, provinciaal wat moet.’ Optimaal benutten van bestaande ruimte voor economische clusters In relatie tot het provinciaal belang 'optimaal benutten van bestaande ruimte voor economische clusters' dient In Zuid-Holland voldoende aanbod van bedrijventerreinen binnen het stedelijk netwerk beschikbaar te zijn. Waarbij het aanbod is afgestemd op de behoefte en dient ter versterking van de internationale concurrentiepositie van Zuid-Holland. Voor een aantrekkelijk en concurrerend vestigingsmilieu is de beschikbaarheid van een op de vraag afgestemd areaal bedrijventerreinen een belangrijke randvoorwaarde. De afstemming tussen vraag en aanbod vindt plaats door intensiveren, innoveren en herstructureren van bestaande en geplande bedrijventerreinen. Pas in laatste instantie komt uitbreiden op eventuele nieuwe locaties aan de orde. Bestemmingsplannen voor bedrijventerreinen mogen geen bestemmingen aanwijzen die leiden tot een ruimteverlies voor bedrijvigheid tenzij in regionaal verband afspraken zijn gemaakt over de wijze waarop dit ruimteverlies wordt gecompenseerd en over de locaties waar deze compensatie plaatsvindt.
2.1.2
Verordening Ruimte (tot en met actualisatie 2012) De Wet ruimtelijke ordening stelt dat iedere overheidslaag verantwoordelijk is, binnen de grenzen van een goede ruimtelijke ordening, voor het eigen ruimtelijke belang. Bij de vraag wie voor welk belang verantwoordelijk moet worden gehouden geldt het uitgangspunt: decentraal wat kan, centraal wat moet. De provincie geeft in haar structuurvisie aan welke zaken zij van provinciaal belang vindt. Om het eigen ruimtelijk belang te kunnen uitvoeren is een scala aan mogelijkheden voorhanden. Een van deze mogelijkheden is het vaststellen van een verordening Ruimte. In de verordening staan met name zaken die generiek van aard zijn (relevant voor alle gemeenten of een bepaalde groep gemeenten) en in eerste instantie vooral een werend of beperkend karakter hebben. In de verordening zijn regels gesteld over de inhoud van bestemmingsplannen en de inhoud van de toelichting van bestemmingsplannen. Er worden met name regels gesteld ten aanzien van nieuwe ontwikkelingen. Omdat op de bedrijventerreinen Moolhoek en Pinnepot alle kavels zijn uitgegeven, zullen de ontwikkelingen zich met name beperken tot uitbreidingen en verbouwingen van bestaande bebouwing. Voor de uitbreidingsstrook langs de Pinnepot geldt dat deze uitsluitend na toepassing van
blad 5 van 23
de wijzigingsbevoegdheid uit het ter plaatse geldende bestemmingsplan bedrijventerreinen Westvoorne kan plaatsvinden. Onderhavige actualisatie ziet niet toe op deze ontwikkeling. Het plangebied is in de verordening opgenomen als bedrijventerrein. In de verordening zijn regels gesteld ten aanzien van bedrijventerreinen en detailhandel. Deze regels zijn inhoudelijk opgedeeld in 'detailhandel buiten de centra', 'categorieën perifere detailhandel', 'nevenassortimenten', 2 2 'ontwikkelingen groter dan 2.000 m binnen de centra' en 'ontwikkelingen groter 1.000 m met perifere detailhandel'. De regels uit de verordening ruimte zijn verwerkt in de regels van onderhavig bestemmingsplan voor zover relevant. In artikel 8, lid 1 van de Verordening Ruimte is opgenomen dat bestemmingsplannen voor gronden die zijn gelegen op bedrijventerreinen geen nieuwe bedrijfswoningen mogelijk maken. Dit uitgezonderd woningen behorende bij woonwerkeenheden op (delen van) bedrijventerreinen waar maximaal milieucategorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten is toegestaan en die niet binnen de invloedsfeer liggen van (delen van) bedrijventerreinen waar bedrijven in een hogere milieucategorie zijn toegestaan. De gronden van voorliggende actualisatie staan allen minimaal bedrijven van milieucategorie 3.1 toe. De verordening kent deze regeling om de ruimte voor bedrijventerreinen optimaal beschikbaar te houden, hierin passen geen bedrijfswoningen. Er is geen noodzaak meer voor bedrijfswoningen door de moderne communicatie- en beveiligingsmiddelen. Inmiddels ligt het ontwerp van de Verordening Ruimte 2014 ter inzage. In deze verordening wordt het provinciale beleid ten aanzien van (bedrijfs)woningen gewijzigd. Echter ook in het ontwerp is het uitgangspunt dat de hoogst mogelijke milieucategorie moet worden mogelijk gemaakt op de bedrijventerreinen en dat terughoudend moet worden omgegaan met de toelating van bedrijfswoningen. De gemeente Westvoorne heeft daarom besloten dat de veranderingen in het provinciale beleid niet leiden tot een heroverweging van het nieuwe gemeentelijke beleid met betrekking tot bedrijfswoningen.
2.2 2.2.1
Gemeentelijk beleid Beleid Als aangegeven onder 1.1 is gelijk met de vaststelling van bestemmingsplan “Bedrijventerreinen Westvoorne” het gemeentelijke standpunt ingenomen om het beleid m.b.t. bedrijfswoningen op bedrijventerreinen in de nabije toekomst te gaan herzien. Aanscherpende milieuwetgeving zorgt ervoor dat bedrijven steeds meer door omliggende bedrijfswoningen in hun bedrijfsvoering kunnen worden beperkt. Voor een optimale benutting van het bedrijventerrein zijn nieuwe bedrijfswoningen dan ook niet meer wenselijk. Bovendien is gebleken dat de noodzaak voor een bedrijfswoning bij dergelijke bedrijven veelal ontbreekt.
2.2.2
Beeldkwaliteitsplan Pinnepot Voor het bedrijventerrein Pinnenpot is door de gemeente in 1997 een beeldkwaliteitsplan opgesteld ten behoeve van de ontwikkeling van het bedrijventerrein. In dit plan zijn regels gesteld waaraan in het gebied moet worden voldaan ten behoeve van de ontwikkeling van het bedrijventerrein. Weliswaar zijn alle gronden uitgegeven, het beeldkwaliteitsplan is tevens richtinggevend voor onder andere de vervanging, verbouw en uitbreiding van bestaande bebouwing.
blad 6 van 23
3
Aanpassingen van het moederplan Het bestemmingsplan "Bedrijventerreinen Westvoorne" wordt met deze actualisatie op onderdelen aangepast. Onderstaand is de motivatie van de aanpassingen beschreven. De inhoudelijke aanpassingen staat in hoofdstuk 5.
3.1
Bedrijfswoningen Het beleid ten aanzien van bedrijfswoningen van de gemeente Westvoorne is aangepast. Op de bedrijventerreinen binnen de gemeente Westvoorne worden geen nieuwe bedrijfswoningen meer mogelijk gemaakt. Het beleid is hiertoe aangepast omdat de milieuruimte op bedrijventerreinen beperkt wordt door de bedrijfswoningen. Deze woningen kennen immers vanuit de milieuwetgeving een bescherming. Door deze beperking kan de fysieke ruimte op de bestaande bedrijventerreinen niet optimaal worden benut. Daar komt bij dat er ook vrijwel geen noodzaak meer is voor een bedrijfswoning, gelet op de beschikbare communicatie- en beveiligingsmiddelen. Het optimaal benutten van de fysieke ruimte op bedrijventerreinen is door de provincie als uitgangspunt gesteld. Om de bedrijven op de bedrijventerreinen zo min mogelijk te beperken, zijn ook de mogelijkheden bekeken hoe in de toekomst om te gaan met de aanwezige woningen. Bestaande woningen blijven in voorliggend bestemmingsplan mogelijk. Met als doel de situatie geleidelijk aan in overeenstemming te brengen met het aangenomen beleid heeft een uitgebreide afweging wel geleid tot het opnemen van een wijzigingsbevoegdheid. Op deze wijzigingsbevoegdheid wordt in hoofdstuk 5 van deze toelichting verder ingegaan.
3.2
Overige aanpassingen Bestaande detailhandelsvestigingen en overige functies In het bestemmingsplan "Bedrijventerreinen Westvoorne" zijn niet alle aanwezige detailhandelsvestigingen op de verbeelding en in de regels opgenomen. Onderstaand is een overzicht opgenomen van de locaties en aanduidingen die zijn toegevoegd. Kerkweg 16: hier is de mogelijkheid voor een kringloopwinkel opgenomen; Kerkweg 30: hier is de mogelijkheid voor zwembadenverkoop opgenomen, op basis van een in het verleden verleende vrijstelling; De Pinnepot 9: hier was reeds de aanduiding 'verenigingsleven' opgenomen. Echter was deze niet in de regels opgenomen; De Pinnepot 14: hier is de mogelijkheid voor een sportschool opgenomen; De aanduiding ‘detailhandel volumineus’ is gewijzigd in ‘perifere detailhandel’; De aanduiding 'vuurwerkverkooppunt' is opgenomen op een deel van de Formido aan de Langeweg. Bedrijfsverzamelgebouw Kerkweg Het bouwvlak van het bedrijfsverzamelgebouw aan de Kerkweg is aangepast. Het bouwvlak sluit nu beter aan bij de feitelijke situatie en mogelijkheden voor de toekomst. Beperkt kwetsbare objecten In het bestemmingsplan Bedrijventerreinen Westvoorne zijn ten onrechte bestaande beperkt kwetsbare objecten (bedrijven en bedrijfswoningen) uitgesloten binnen de risicocontour van de verkooppunten motorbrandstoffen met LPG (artikel 13.4.1). Wetgeving maakt alleen nieuwe kwetsbare objecten en nieuwe beperkt kwetsbare objecten in principe niet mogelijk. Deze onjuistheid wordt aangepast in artikel 9.3 van dit bestemmingsplan. Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' mogen geen kwetsbare objecten worden opgericht. Daarnaast is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de aanduiding te kunnen wijzigen of te kunnen verwijderen indien dit op grond van gewijzigde inzichten omtrent milieuzonering of wijziging of beëindiging van de betreffende inrichting milieuhygiënisch verantwoord is.
blad 7 van 23
blad 8 van 23
4 4.1
Onderzoek en verantwoording Inleiding De laatste jaren is in toenemende mate het besef gegroeid dat ruimtelijke ordening en milieu twee beleidsvelden zijn die met elkaar te maken hebben, rekening met elkaar moeten houden en elkaar kunnen versterken. Het gemeenschappelijke doel dat aan beide beleidsvelden ten grondslag ligt, is het creëren van een goede kwaliteit van het leefmilieu (de omgevingskwaliteit). Om dit te bereiken geldt voor het bestemmingsplan dat toetsing plaats dient te vinden aan specifieke ruimtelijke milieunormen, zoals afstandsnormen en normen ten aanzien van geluid, bodem en luchtkwaliteit. Hieronder zijn de voor deze actualisatie relevante milieuaspecten opgenomen. Voor de overige milieuaspecten wordt verwezen naar het moederplan, bestemmingsplan "Bedrijventerreinen Westvoorne".
4.2
Externe veiligheid Algemeen Externe veiligheid heeft betrekking op de risico's die mensen lopen ten gevolge van mogelijke incidenten met gevaarlijke stoffen bij bedrijven en transportverbindingen (wegen, spoorwegen, waterwegen en buisleidingen). Het Nederlandse beleid is erop gericht deze risico's voor bewoners en gebruikers van een gebied zoveel mogelijk te beperken, door de kansen van een ongeval bij de bron of de effecten van een eventueel ongeval te verkleinen. Aangezien zich een aantal risicobronnen in de omgeving van Pinnepot en Moolhoek bevinden, worden in deze paragraaf de gevolgen voor externe veiligheid beschreven. Ook wordt de hoogte van het groepsrisico voor enkele risicobronnen verantwoord. Regelgeving Het beleid voor externe veiligheid is gericht op het beperken en beheersen van risico's voor de omgeving in relatie tot activiteiten met gevaarlijke stoffen. De handelingen kunnen zowel betrekking hebben op het gebruik, de opslag en de productie, als op het transport van gevaarlijke stoffen. Sinds 27 oktober 2004 is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) van kracht. Het Bevi is gericht aan het bevoegd gezag inzake de Wet milieubeheer en de Wet ruimtelijke ordening en heeft onder meer tot doel om bij nieuwe situaties toetsing aan de risiconormen te waarborgen. Het Bevi richt zich tot risicovolle inrichtingen en nabijgelegen al dan niet geprojecteerde (beperkt) kwetsbare objecten. In artikel 2, lid 1 van het Bevi is opgesomd wat wordt verstaan onder risicovolle inrichtingen en wat wordt verstaan onder (beperkt) kwetsbare objecten. Voor transportroutes is vergelijkbare regelgeving opgenomen in de circulaire 'Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen'. Daarnaast is regelgeving voor buisleidingen voor transport van gevaarlijke stoffen opgenomen in het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb). De veiligheidsmaatregelen uit het convenant LPG-autogas 2005 zijn nog niet juridisch doorgevoerd in de Regeling externe veiligheid inrichtingen. Er is daarmee geen sprake van aanpassingen in het rijksbeleid voor LPG-tankstation. Voor het plaatsgebonden risico dient derhalve uit te worden gegaan van de oorspronkelijke risicocontouren. Uit de verschillende besluiten en circulaires vloeit de verplichting voort om in ruimtelijke plannen in te gaan op de risico's in het projectgebied ten gevolge van handelingen met gevaarlijke stoffen. De risico's dienen te worden beoordeeld op twee maatstaven, te weten het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of langs een vervoersas, waarbij de 10-6-contour (kans van 1 op 1 miljoen op overlijden) de maatgevende grenswaarde is.
blad 9 van 23
Het GR beschrijft de kans dat 10 of meer personen gelijktijdig komt te overlijden ten gevolge van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het groepsrisico geeft een indicatie van de maatschappelijke ontwrichting in geval van een ramp. Het groepsrisico wordt uitgedrukt in een grafiek, waarin de kans op overlijden van een bepaalde groep (bijvoorbeeld 10, 100 of 1.000 personen) wordt afgezet tegen de kans daarop. Voor het groepsrisico geldt de oriëntatiewaarde als ijkpunt in de verantwoording (de oriëntatiewaarde is nadrukkelijk geen norm). Afhankelijk van het type risicobron, de ligging van de risicobron ten opzichte van het plangebied (binnen of buiten het invloedsgebied) en de verandering van het groepsrisico die het bestemmingsplan mogelijk maakt, dient er mogelijk verantwoording te worden afgelegd voor het groepsrisico van een risicobron. In de besluitvorming wordt ingegaan of de verschillende risiconiveaus te verantwoorden zijn of een verandering van het groepsrisico toelaatbaar wordt geacht. Samen met de hoogte van het groepsrisico moeten andere aspecten worden meegewogen in de beoordeling van het groepsrisico. Onder deze aspecten vallen zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid. Ten behoeve van de verantwoording van het groepsrisico wordt het advies van de veiligheidsregio meegenomen in de verantwoording en uiteindelijke besluitvorming van voorliggend plan. Onderzoek Aanwezige risico's Pinnepot De aanwezigheid van risicobronnen en daarbij behorende risico's is onderzocht door DCMR Milieudienst Rijnmond en per brief met kenmerk 21205265 gerapporteerd aan de gemeente Westvoorne. Dit advies is uitgebracht voor het bestemmingsplan Bedrijventerreinen Westvoorne. Ook voor onderhavige actualisatie kan gebruik worden gemaakt van dit advies. De brief is opgenomen in bijlage 1. In deze paragraaf beschrijven we beknopt de uitkomsten van het onderzoek in relatie tot de bestemmingsplanactualisatie. In de omgeving van het plangebied zijn de volgende risicobronnen relevant: • LPG-tankstation aan de Brielseweg; • N218 (Kleidijk Oostvoorne); • Hogedruk aardgastransportleidingen A624 en A536. Bij geen van de risicobronnen is sprake van een PR 10-6-contour die over (geprojecteerde) kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten binnen het plangebied is gelegen. De maatregelen uit het convenant LPG-autogas in acht nemend, overschrijdt het groepsrisico van het LPG-tankstation de oriëntatiewaarde niet (de hoogte van het groepsrisico bereikt een maximale waarde van 0,26 keer de oriëntatiewaarde). Uit de eerder genoemde berekeningen blijkt dat als deze, juridisch niet geborgen maar feitelijk wel gerealiseerde maatregelen niet worden meegenomen, het groepsrisico wel boven de oriëntatiewaarde ligt (maximale overschrijding van factor 2 keer de oriëntatiewaarde). Bij deze berekeningen is worstcase uitgegaan van een kantorenstrook ten noorden van het plangebied met een personendichtheid 200 personen/hectare. Echter, in de planregels is een maximale bouwhoogte van 9 meter vastgelegd en mogen zelfstandige kantoren niet groter zijn dan 1.000 m2. Voor dergelijke bedrijventerreinen is een aanname van 40 personen/hectare realistischer dan 200 personen/hectare. In dat geval is het niet aannemelijk dat het groepsrisico van het LPG de oriëntatiewaarde overstijgt. Het groepsrisico van het LPG-tankstation neemt door deze actualisatie niet toe en de actualisatie maakt een toename van het aantal personen binnen het invloedsgebied van het LPG-tankstation niet mogelijk. Omdat het plangebied binnen het invloedsgebied van het LPG-tankstation is gelegen, is verantwoording van het groepsrisico conform het Besluit externe veiligheid inrichtingen wel verplicht.
blad 10 van 23
De hoogte van de groepsrisico's van de N218 en de hogedruk aardgastransportleidingen liggen ruim onder de oriëntatiewaarde (lager dan 0,1 maal de oriëntatiewaarde). Deze actualisatie van het bestemmingsplan brengt geen verhoging van de verschillende groepsrisico's teweeg. Voor een uitgebreide beschrijving van de risico's wordt verwezen naar het onderzoek van DCMR. Het groepsrisico van de N218 hoeft niet te worden verantwoord, omdat een verantwoording conform de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (toename groepsrisico of overschrijding oriëntatiewaarde) niet aan de orde is. Conform het Besluit extern veiligheid buisleidingen is een beperkte verantwoording van het groepsrisico voor de hogedruk aardgastransportleidingen wel verplicht. Moolhoek Voor bedrijventerrein Moolhoek is alleen het LPG-tankstation Argos aan de Middeldijk 8 relevant. Voor dit bedrijf heeft de DCMR in 2010 onderzoek gedaan naar het groepsrisico, zoals gemeld in haar brief van 22 november 2010 (kenmerk 21115952; zie bijlage 2). Uit het onderzoek blijkt dat zich binnen de relevante 10-6-contouren geen kwetsbare objecten bevinden, waardoor geen directe saneringsplicht aanwezig is. Binnen de PR-contouren zijn slechts bedrijfswoningen en bedrijven toegestaan, welke beperkt kwetsbaar zijn. Beperkt kwetsbare objecten zijn onder zwaarwegende argumenten toegestaan binnen de PR 10-6-contouren. Dat het plan consoliderend van aard is en dat de beperkt kwetsbare objecten al geruime tijd op de locatie aanwezig zijn, geven wat dat betreft aan welke economische en maatschappelijke argumenten voor deze situatie gelden. Verdere argumentatie kan gelezen worden in de groepsrisicoverantwoording die voor het LPG tankstation is uitgevoerd. Vanuit het oogpunt van het plaatsgebonden risico is er derhalve geen knelpunt. Het groepsrisico blijft zowel met als zonder convenantmaatregelen onder de oriëntatiewaarde. Voor een uitgebreide beschrijving van de risico's wordt verwezen naar het eerder aangehaalde onderzoek van DCMR. Over de Middeldijk zijn de vervoerde hoeveelheden gevaarlijke stoffen dusdanig gering dat deze weg verder buiten beschouwing wordt gelaten. Binnen het bestemmingsplan is de mogelijkheid van nieuwvestiging van risicovolle inrichtingen volledig uitgesloten. Verantwoording van het groepsrisico Of en hoe uitgebreid een verantwoording dient te zijn, hangt af van de soort risicobron en daarmee van de specifieke regelgeving geldend voor de betreffende risicobron. Wat betreft Pinnepot dient, op basis van de resultaten van het onderzoek van DCMR, het groepsrisico verantwoord te worden voor het LPGtankstation en de aardgastransportleidingen. Voor de Moolhoek dient (in tegenstelling tot hetgeen in de brief wordt vermeld) het groepsrisico verantwoord te worden voor het LPG-tankstation aan de e Middeldijk 8. Wel kan hierbij worden aangemerkt dat, op basis van artikel 8, 1 lid onder a van de Regeling externe veiligheid buisleidingen, de verantwoording van de buisleidingen niet in hoeft te gaan e op mogelijke maatregelen ter beperking van het groepsrisico, zoals genoemd in artikel 12, 1 lid, c t/m e 1 van het Bevb, aangezien het groepsrisico lager is dan 10% van de oriëntatiewaarde. Om die reden zijn buisleidingen niet meegenomen bij bespreking van mogelijke maatregelen. Bij brief van 24 maart 2011 heeft de Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond advies uitgebracht over bestemmingsplan Bedrijventerreinen Westvoorne in het kader van het vooroverleg (hoofdstuk 7). Dit advies is betrokken bij deze verantwoording. Dit advies wordt voor deze actualisatie als actueel beschouwd, de veiligheidssituatie is ten opzichte van het bestemmingsplan Bedrijventerrein Westvoorne namelijk niet veranderd.
1.
Of ook voldaan wordt aan andere criteria voor het achterwege laten van onderzoek naar groepsrisico verlagende maatregelen kan niet worden geconcludeerd op basis van het onderzoek van DCMR.
blad 11 van 23
Relevante incidentscenario's De verantwoording van het groepsrisico is gebaseerd op verschillende incidentscenario's, afhankelijk van de risicobron: • LPG-tankstations: BLEVE • Hogedruk aardgastransportleiding: fakkelbrand In Tabel 1 is een beschrijving van de relevante incidentscenario's gegeven. Bij de verantwoording van het groepsrisico zijn deze scenario's betrokken, waarbij aangetekend moet worden dat niet elk scenario een gelijk 'gewicht' heeft, mede gezien de kans op voorkomen. Het advies van de VRR is gebaseerd op het scenario warme BLEVE. Tabel 1 Relevante incidentscenario's Scenario BLEVE
Plasbrand
Omschrijving Bij een LPG-tankstation is het belangrijkste scenario een warme BLEVE, waarbij een explosie/vuurbal ontstaat als een tot vloeistof verdicht gas (lpg) expandeert en de tank scheurt als gevolg van externe brand. Bij transport over de weg wordt alleen rekening gehouden met een 'koude' BLEVE. Dit houdt in dat een tot vloeistof verdicht gas bij instantaan falen onder druk expandeert tot een dampwolk. Indien sprake is van een zogenaamde 'koude' BLEVE, dan vindt een ontsteking van de dampwolk plaats. Er ontstaat dan een vuurbal. De BLEVE geeft zowel een drukgolf als een intense warmtestraling. Na een BLEVE is sprake van veel schade en secundaire branden.
Fakkelbrand (hogedrukaardgasleiding)
Toxisch
2.
Het gevaar van een plasbrand is dat door warmtestraling onbeschermde personen overlijden dan wel verwond kunnen worden of het overslaan van brand. Het is van belang dat de brandweer snel ter plaatse is. De schade kan beperkt worden door het verminderen van het oppervlak van de plasbrand en de verspreiding van de brandbare vloeistof te beperken. Indien bij een calamiteit met brandbare vloeistoffen personen betrokken zijn moeten zij zich in veiligheid brengen op een afstand van ten minste ongeveer 60 meter, buiten het invloedsgebied van brandbare vloeistoffen.
Aandachtspunten voor zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid Bestrijdbaarheid Mogelijkheid tot snel optreden van de brandweer Goede beschikbaarheid bluswatervoorzieningen Zelfredzaamheid Vluchten tot buiten het invloedsgebied is de beste optie. Risicocommunicatie inzetten ter bevordering juiste zelfreddende gedrag. Bestrijdbaarheid Mogelijkheid tot snel optreden van de brandweer. Goede beschikbaarheid bluswatervoorzieningen. Vloeistofkerende voorzieningen Zelfredzaamheid Risicocommunicatie inzetten ter bevordering juiste zelfreddende gedrag. Vluchten tot buiten het invloedsgebied is de beste optie.
Het gevaar van een fakkelbrand is dat door warmtestraling onbeschermde personen overlijden dan wel verwond kunnen worden of het overslaan van brand. Het is van belang dat de brandweer snel ter plaatse is. De omvang van de fakkelbrand is afhankelijk van de diameter en druk van de hogedruk aardgasleiding
Bestrijdbaarheid Mogelijkheid tot snel optreden van de brandweer. Goede beschikbaarheid bluswatervoorzieningen.
Het gevaar van een toxische wolk2 is dat deze door personen in de omgeving van het incident ingeademd worden. Afhankelijk van de concentratie kan door blootstelling letaal letsel optreden.
Bestrijdbaarheid Mogelijkheid tot snel optreden van de brandweer. Goede beschikbaarheid
Zelfredzaamheid Risicocommunicatie inzetten ter bevordering juiste zelfreddende gedrag. Vluchten tot buiten het invloedsgebied is de beste optie.
Bij (zeer) giftige vloeistoffen is het scenario dat ten gevolge van een ongeval de ketelwagen lek raakt en een vloeistofplas vormt. Vervolgens verdampen deze (zeer) giftige vloeistoffen waardoor een gaswolk ontstaat en dezelfde effecten als een gaswolk van giftige gassen.
blad 12 van 23
De verspreiding van een gaswolk gaat doorgaans snel. Alleen de snelheid op zich is echter geen criterium, de concentratie waaraan wordt blootgesteld en de oppervlakte van het verspreidingsgebied is meer relevant. Bovendien is het gevaar aanwezig dat een brand ontstaat, waardoor giftige verbrandingsgassen vrij kunnen komen. Deze gassen stijgen door de verhitting op en verspreiden zich tot op grote hoogte. Het verspreidingsgebied wordt hierdoor groter. Bij een ongeval met toxische gassen en vloeistoffen kan de brandweer, afhankelijk van de stofintensiteit en het groeiscenario, optreden door de gaswolk neer te slaan of te verdunnen/op te nemen met water
bluswatervoorzieningen. Zelfredzaamheid Risicocommunicatie inzetten ter bevordering juiste zelfreddende gedrag. Schuilen in een gebouw of woning is de beste optie.
Bij de toxische scenario's zit er enige tijd tussen het ontstaan van het ongeval en het optreden van letsel bij aanwezigen. Daarbij is ook de duur van de blootstelling van invloed op de ernst van het letsel. Snel reageren, naar binnen vluchten en ramen en deuren sluiten is bij dit scenario dus van belang.
Personendichtheden en omvang van het groepsrisico Hiervoor wordt kortheidshalve verwezen naar de eerder genoemde onderzoeken van de DCMR. Het groepsrisico voor het LPG-tankstation nabij de Pinnepot ligt beduidend lager dan in het DCMR-advies gesteld, als gevolg van de voorwaarden die in het bestemmingsplan aan de wijzigingsbevoegdheid zijn verbonden. Mogelijke maatregelen ter beperking van het groepsrisico bij de risicobron Voor alle risicobronnen geldt dat aanvullende maatregelen niet aan de orde zijn. Bij beide LPGtankstations (Brielseweg en Middeldijk) is de doorzet reeds gemaximeerd op 1.000 m3 per jaar en is de interne indeling van de inrichting dusdanig dat de kans op een BLEVE wordt geminimaliseerd. Bovendien kunnen maatregelen aan risicobronnen buiten het plangebied niet worden geregeld in het kader van deze ruimtelijke procedure. Mogelijke maatregelen ter beperking van het groepsrisico in het ruimtelijk besluit Een belangrijke maatregel om het groepsrisico te beperken is het uitsluiten van nieuwe risicovolle inrichtingen op het bedrijventerrein. Dit gebeurt door een specifieke planregel bij de functie Bedrijventerrein. Voorts dient in ogenschouw genomen te worden dat het bestemmingsplan consoliderend van aard is en geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt, waardoor aanvullende maatregelen niet realistisch zijn. Mogelijkheden ter voorbereiding, bestrijding en beperking van een ramp Uit de brief van de veiligheidsregio blijkt dat zowel bereikbaarheid, bluswatervoorzieningen als ontsluiting voldoende zijn. Dit advies van de veiligheidsregio, opgesteld voor het bestemmingsplan Bedrijventerrein Westvoorne, wordt als actueel beschouwd voor deze bestemmingsplanactualisatie. In deze actualisatie worden namelijk geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt die in het oorspronkelijke bestemmingsplan niet werden beschreven. Mogelijkheden van personen om zich in veiligheid te brengen De mogelijkheden van zelfredzaamheid verschillen sterk per type incident. Bij BLEVE- en brandscenario's is vluchten de meest geschikte maatregel, mits voldoende tijd aanwezig is tussen het ontstaan van het incident en het daadwerkelijke vluchten. Bij een koude BLEVE is van een vooraankondiging geen sprake, waardoor niet gevlucht kan worden; wel kan vluchten in tweede instantie (na afloop van het incident) zinvol zijn om secundaire branden te ontlopen. Bij de beoordeling van vluchtmogelijkheden dient in ogenschouw genomen te worden dat het hier een bestaande situatie betreft, waardoor het bestemmingsplan een consoliderend karakter heeft. Hierdoor zijn aanvullende maatregelen, zoals extra vluchtwegen, niet of nauwelijks te realiseren.
blad 13 van 23
Ontvluchting is voor een deel van de aanwezigen binnen het invloedsgebied van LPG-tankstation Argos aan de Middeldijk niet positief, omdat slechts één vluchtroute beschikbaar is, die afgesloten kan zijn als gevolg van het incident. In haar brief adviseert de VRR om nooduitgangen binnen een straal van 230 meter van de risicobronnen van de risicobron af te realiseren. De gemeente Westvoorne onderschrijft deze maatregel, maar kan de maatregel niet afdwingen via het bestemmingsplan. Oriëntatie van nooduitgangen van toekomstige gebouwen zal worden voorgelegd aan betrokken ontwikkelaars en vormt dus geen onderdeel van deze groepsrisicoverantwoording. Wat betreft het advies om aanwezige personen goede voorlichting en instructie te geven stelt de gemeente Westvoorne zich op hetzelfde standpunt. Risicocommunicatie wordt als een essentieel middel beschouwd ter voorbereiding op een incident met gevaarlijke stoffen, maar wordt in een ander kader opgezet. Een bestemmingsplan is daarvoor niet het juiste instrument. Andere mogelijkheden tot ruimtelijke ontwikkelingen met een lager groepsrisico Aangezien het een bestemmingsplan geen ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk maakt, zijn overwegingen ten aanzien van alternatieve invullingen niet aan de orde. De functie bedrijventerrein kent reeds beperkte personendichtheden. De mogelijkheid tot een alternatieve invulling anders dan groen, met een beperktere invloed op het groepsrisico, is niet aannemelijk. Maatregelen ter beperking van het groepsrisico in de nabije toekomst Voor de LPG-tankstations geldt dat op nationaal niveau maatregelen worden getroffen om de kans op een zogenaamde BLEVE te verkleinen. Deze maatregelen zijn opgenomen in het Convenant LPG-autogas uit 2005, en komen neer op een verbeterde vulslang en coating van de tankwagens, waardoor deze beduidend langer intact blijven. De verbeterde vulslang is reeds enkele jaren geleden integraal ingevoerd; de coating is in de praktijk bij vrijwel alle Nederlandse tankwagens ingevoerd. Om de effecten van de coating ook, naast de feitelijk bestaande situatie, juridisch mee te kunnen nemen is echter een wijziging van het Revi nodig. Deze is tot op heden niet vastgesteld. Conclusie Voor het bestemmingsplan is een viertal risicobronnen relevant, te weten twee LPG-tankstations en twee aardgastransportleidingen. Het plaatsgebonden risico van alle risicobronnen vormt geen knelpunt. Het groepsrisico van de LPG-tankstations, en de hogedruk aardgastransportleidingen blijft gelijk. Het groepsrisico van alle risicobronnen ligt onder de oriëntatiewaarde. De gemeente Westvoorne acht de omvang van het groepsrisico bij de relevante risicobronnen, met inachtneming van de overwegingen uit deze paragraaf, verantwoord.
4.3
Geluid Wegverkeerslawaai Nieuwe geluidsgevoelige functies (zoals woningen en bedrijfswoningen) worden niet mogelijk gemaakt. Het uitbreiden en de herbouw van reeds bestaande geluidsgevoelige functies is wel toegestaan. Echter omdat het een bestaande functie betreft vindt geen toetsing op grond van de Wet geluidhinder meer plaats. Wel dient te worden voldaan aan het bouwbesluit met de daarin gestelde binnenwaarden. Hierdoor bestaat niet meer de noodzaak om de geluidzones op te nemen in deze actualisatie, zoals deze in het bestemmingsplan "Bedrijventerreinen Westvoorne" wel zitten. Omdat deze actualisatie alleen ziet op de bestemming Bedrijventerrein en niet op de andere bestemmingen als Groen, Verkeer en Water blijven de geluidscontouren op deze bestemmingen vooralsnog aanwezig. De geluidscontouren dienen binnen deze bestemmingen echter geen enkel doel omdat deze bestemmingen geen geluidsgevoelige functies mogelijk maken. Omdat er verder geen aanleiding is deze bestemmingen te herzien wordt het bestemmingsplan op dit punt bij een algehele herziening aangepast.
blad 14 van 23
Industrielawaai De bedrijventerreinen waar dit bestemmingsplan betrekking op heeft, zijn nadrukkelijk, niet gezoneerd zoals bedoeld in de Wet geluidhinder. Uit de geluidcontouren ten gevolge van industrieterrein Europoort/Maasvlakte blijkt dat het bedrijventerrein Pinnepot tussen de 51 dB(A)-contour en de 52 dB(A)-contour is gelegen. Op het gehele terrein wordt de grenswaarde van 50 dB(A) overschreden. Omdat geen nieuwe geluidsgevoelige functies worden mogelijk gemaakt vormt de geluidscontour van industrieterrein Europoort/Maasvlakte geen probleem.
blad 15 van 23
blad 16 van 23
5
Juridisch planopzet Dit hoofdstuk geeft inzicht in de wijzigingen in deze actualisatie ten opzichte van de regels van het moederplan. De regels bevatten het juridische instrumentarium voor het regelen van het gebruik van de gronden en de regels over de toegelaten gebouwen. De verbeelding heeft een ondersteunende rol voor de toepassing van de regels evenals de functie van visualisering van de bestemmingen. De toelichting heeft geen juridisch bindende werking, maar heeft wel een belangrijke functie bij de onderbouwing van het plan en soms voor de uitleg van bepaalde bestemmingen en regels.
5.1
Planvorm Het bestemmingsplan biedt een actualisatie voor bestemmingsplan "Bedrijventerreinen Westvoorne", waarbij de bestemming 'Bedrijventerrein' op onderdelen wordt aangepast. De juridische planvorm van het geldende bestemmingsplan "Bedrijventerreinen Westvoorne" verandert verder niet. Onderstaande beschrijving gaat slechts in op de doorgevoerde aanpassingen ten opzichte van het bestemmingsplan "Bedrijventerreinen Westvoorne". Voor de beschrijving van de systematiek wordt verwezen naar dit moederplan.
5.2
Bestemmingsregeling Bestemming Bedrijventerrein Op de gronden met de bestemming Bedrijventerrein blijven de bestaande bedrijfswoningen mogelijk. Op locaties waar geen bedrijfswoning aanwezig of vergund is, worden bedrijfswoningen uitgesloten. Onder het begrip bedrijfswoning wordt verstaan woningen die bedoeld zijn voor personen die een bedrijfsmatige binding hebben met het bijbehorende bedrijfspand. Met andere woorden diegene die ter plaatse de bedrijfsactiviteiten uitoefent is ook de bewoner van de woning. In de begripsbepaling is niet langer een noodzakelijkheidsvereiste opgenomen. Deze aanpassing heeft weloverwogen plaatsgevonden. Geconstateerd is namelijk dat in de huidige tijd met beveiligings- en communicatietechnieken er nagenoeg geen noodzaak meer bestaat om te wonen bij een bedrijf op een bedrijventerrein. Het bieden van een mogelijkheid om woningen op te richten, die vervolgens op basis van het noodzaakcriterium moeten worden afgewezen, is naar mening van de gemeente dan ook niet meer dan een schijnmogelijkheid. Onderstaand wordt nader ingegaan op de wijze waarop de bedrijfswoningen zijn bestemd. Op de gronden waar geen bedrijfswoning aanwezig of vergund is, is de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' (-bw) opgenomen. Dat betekent dat op deze gronden geen bedrijfswoning is toegestaan. Ten opzichte van het bestemmingsplan "Bedrijventerreinen Westvoorne" is het aantal percelen met deze aanduiding toegenomen. Voor de gronden waar geen aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' is opgenomen, is bovendien de wijzigingsbevoegdheid opgenomen om aan de gronden de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' toe te kennen. Met het opnemen van de wijzigingsbevoegdheid wordt beoogd om in de toekomst het beleid verder aan te scherpen ten aanzien van de bestaande woningen op de bedrijventerreinen. De wijzigingsbevoegdheid is toepasbaar wanneer: 1. het afwijkende feitelijk gebruik ten opzichte van het vergunde gebruik daartoe aanleiding geeft; Hieronder wordt verstaan: alleen die situaties, waar een bedrijfswoning niet langer wordt gebruikt en er ook geen zicht bestaat op het opnieuw in gebruik nemen van de woning met als doel hier te wonen. 2. de vergunde, maar nog niet gerealiseerde woning, niet binnen 3 jaar na inwerkingtreding van dit bestemmingsplan alsnog is gerealiseerd; 3. de eigenaar verzoekt tot wijziging. De bestaande bedrijfswoningen blijven in het bestemmingsplan mogelijk als er op het perceel geen aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' is opgenomen. De woning is alleen toegestaan als er ook een
blad 17 van 23
bedrijfsgebouw aanwezig is op het perceel van ten minste 100 m2. Verder is het uitsluitend toegestaan de woning te bewonen of te laten bewonen door de persoon die vanwege de activiteiten op het terrein gebonden is aan het terrein. Wanneer een bedrijfswoning wordt vernieuwd dan wel herbouwd dient dat op dezelfde locatie te gebeuren. Daarbij dient ten minste 50% van het grondoppervlak van de woning op de bestaande locatie te worden gebouwd en mogen de ontwikkelingsmogelijkheden van omringende functies niet worden beperkt. Binnen de bestemming ‘Bedrijventerrein’ worden functies, die volgens de bestemmingsomschrijving niet direct mogelijk zijn, aangegeven met een specifieke functieaanduiding. Uitsluitend op gronden met een dergelijke aanduiding is de aangegeven specifieke functie mogelijk. Hiervan kan sprake zijn bij bijvoorbeeld een sportschool of specifieke detailhandel. Ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan is een aantal functieaanduidingen toegevoegd of aangepast. Een overzicht van de wijzigingen is opgenomen in hoofdstuk 3 van deze toelichting. Ter plaatse van de aanduidingen binnen de bestemming 'Bedrijventerrein' zijn uiteraard eveneens de algemeen toegestane bedrijfsactiviteiten toegestaan. In de bestemming 'Bedrijventerrein' zijn de mogelijkheden voor perifere en volumineuze detailhandel opgenomen conform de Verordening Ruimte van de provincie. Dat betekent dat detailhandel op het bedrijventerrein is uitgesloten met uitzondering van de in de bestemmingsomschrijving benoemde detailhandelsmogelijkheden en met uitzondering van de verkoop van nevenassortiment. Daaraan gekoppeld is een afwijkingsmogelijkheid opgenomen om detailhandel in volumineuze goederen onder voorwaarden toe te kunnen staan op de bedrijventerreinen. Algemene aanduidingsregels In dit artikel zijn regels opgenomen ten behoeve van de molenbiotoop, dit conform de provinciale Verordening Ruimte 2014. De geluidszones voor wegverkeer zijn echter niet meer opgenomen. Dit is niet meer noodzakelijk nu nieuwvestiging van geluidsgevoelige functies niet meer mogelijk is. De LPG-risicocontouren zijn conform de Regeling externe veiligheid inrichtingen in de actualisatie verwerkt. Op de verbeelding is aangesloten bij de risicocontouren conform de Regeling externe veiligheid inrichtingen. Het artikel ten aanzien van de LPG-risicocontour is als volgt aangepast voor wat betreft de toelaatbaarheid van beperkt kwetsbare objecten: "Op de gronden gelegen binnen de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' mogen, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen kwetsbare objecten worden opgericht. Daarnaast is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' te wijzigen of te verwijderen, indien dit op grond van gewijzigde inzichten omtrent milieuzonering of wijziging of beëindiging van de betreffende inrichting milieuhygiënisch verantwoord is. Persoonsgebonden overgangsrecht Woningen die nu niet aan te merken zijn als bedrijfswoning maar wel worden bewoond zijn: daar waar handhavend optreden gezien onder meer de duur van de strijdigheid of de ingrijpendheid niet gewenst is, met een persoonsgebonden overgangsrecht toelaatbaar gesteld in het bestemmingsplan. De woningen mogen worden bewoond door de in bijlage 2 van de regels opgenomen personen. Overdracht aan een derde is alleen toegestaan, wanneer aan de in het bestemmingsplan opgenomen voorwaarden m.b.t. bedrijfswoningen wordt voldaan. Overdracht van het gebruik als woning aan derden is niet toegestaan.
blad 18 van 23
6 6.1
Uitvoerbaarheid Economische uitvoerbaarheid Het bestemmingsplan legt de bestaande feitelijke situatie vast en herziet de mogelijkheid voor realisatie van bedrijfswoningen. Tevens is een aantal kleine reparaties doorgevoerd. Het bestemmingsplan maakt geen nieuw 'bouwplan' mogelijk in de zin van artikel 6.2.1 Bro. Dit betekent dat geen exploitatieplan hoeft te worden opgesteld. De gemeenteraad zal dan ook besluiten om niet over te gaan tot de vaststelling van een exploitatieplan. Voor het overige wordt het beleid, zoals neergelegd in het vigerende bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen Westvoorne', gecontinueerd. Op basis van het voorgaande wordt de actualisatie financieel uitvoerbaar geacht.
6.2
Handhaving Het college van burgemeester en wethouders is het bevoegd gezag voor de handhaving van bovengenoemde regelgeving. Blijkens jurisprudentie heeft de gemeente een beginselplicht tot handhaving. In de loop van de jaren '90 is in de gemeente Westvoorne de handhaving steeds meer tot ontwikkeling gekomen. Dit werd mede ingegeven door het besef dat grote delen van de gemeente landschappelijk zeer kwetsbaar gebied is waarin strikt gehandhaafd moet worden. Door de Inspectie VROM is vastgesteld dat de gemeente Westvoorne adequaat reageert op geconstateerde overtredingen en op klachten van burgers. In het Bouw- en handhavingsbeleid Westvoorne 2012-2016 is het handhavingsbeleid voor ruimtelijke ordening en bouwen neergelegd. In de nota wordt aangegeven op welke wijze de gemeente Westvoorne handhavend optreedt tegen overtredingen van de regelgeving op het gebied van ruimtelijke ordening en bouwen. Het formuleren en vaststellen van het handhavingsbeleid biedt onder andere meer duidelijkheid (intern en extern), bevordert de rechtszekerheid en voorkomt rechtsongelijkheid. De nota vormt een beleidsmatige onderlegger voor een jaarlijks op te stellen uitvoeringsprogramma. Het uitvoeringsprogramma is een schriftelijke vastlegging van alle uit te voeren handhavingsactiviteiten in het komende jaar. Bij nieuw op te stellen bestemmingsplannen wordt bovendien een handhavingsparagraaf opgenomen. Handhavingsmiddelen De gemeentelijke overheid heeft verschillende instrumenten tot haar beschikking om handhavend op te treden. Er kan onderscheid gemaakt worden tussen bestuursrechtelijke, privaatrechtelijke en strafrechtelijke instrumenten. De bestuursrechtelijke handhavingsmiddelen staan in deze nota centraal. De bestuursrechtelijke instrumenten kunnen onderverdeeld worden in preventieve en repressieve instrumenten. Preventieve instrumenten hebben tot doel het begaan van overtredingen te voorkomen. Hierbij dient niet alleen gedacht te worden aan het houden van gedegen toezicht, maar onder andere ook aan het tijdig actualiseren en handhaafbaar houden van bestemmingsplannen en het verstrekken van juiste informatie en gerichte voorlichting aan burgers. Met behulp van repressieve instrumenten kan worden opgetreden tegen geconstateerde overtredingen. De gemeente is bijvoorbeeld bevoegd een last onder bestuursdwang of een last onder dwangsom op te leggen teneinde te bewerkstelligen dat de strijdige situatie wordt beëindigd.
blad 19 van 23
blad 20 van 23
7 7.1
Overleg en inspraak Inleiding In dit hoofdstuk worden de resultaten van het overleg en inspraak weergegeven.
7.2
Overleg artikel 3.1.1. Bro In het kader van het overleg als bedoeld in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) hebben wij de volgende instanties betrokken: provincie Zuid-Holland; waterschap Hollandse Delta; Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond. Voor zowel de provincie, het waterschap als de veiligheidsregio geldt dat het voorontwerpbestemmingsplan niet tot opmerkingen leidt. Het bestemmingsplan past binnen het provinciale beleid en betreft bestemmingswijzigingen die niet van invloed zijn op de waterstaatsbelangen. De Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond heeft bevestigd dat de wijzigingen die het bestemmingsplan beoogt geen verandering teweeg brengen in de aanwezige risicobronnen, de reikwijdte van de effecten ervan en de in het kader van bestemmingsplan “Bedrijventerreinen Westvoorne” geadviseerde maatregelen, die reeds in het kader van dat bestemmingsplan zijn beoordeeld en bovendien geen ruimtelijke gevolgen hebben. De brieven van het Waterschap en de Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond en de samenvatting van het e-formulier van de provincie zijn opgenomen als bijlage 3 bij de toelichting.
7.3 7.3.1
Maatschappelijke uitvoerbaarheid Inspraak Het voorontwerpbestemmingsplan is op grond van de inspraakverordening van de gemeente Westvoorne voor een periode van zes weken voor een ieder ter inzage gelegd in het gemeentehuis van 6 juni 2013 tot 17 juli 2013. Het voorontwerpbestemmingsplan was tevens digitaal te raadplegen via www.ruimtelijkeplannen.nl en de gemeentelijke website. Gedurende deze periode konden zowel mondeling als schriftelijk inspraakreacties ten aanzien van het voorontwerpbestemmingsplan naar voren worden gebracht. Hiervan heeft 1 inspreker (in de vorm van twee personen), middels een mondelinge reactie en een mondelinge aanvulling hierop, gebruik gemaakt. Een tweede (schriftelijke) aanvulling op de inspraakreactie is op een later moment ingetrokken. De reactie is hierna samengevat en van commentaar voorzien. Samenvatting reactie Insprekers zijn (al dan niet via hun bedrijf) eigenaar van de panden aan de Kerkweg 32 en 34 in Rockanje. Insprekers verzoeken het bestemmingsplan zo aan te passen (de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' (-bw) te verwijderen) dat de mogelijkheid voor een bedrijfswoning op de locatie Kerkweg 32 behouden blijft. Het schrappen van deze mogelijkheid betekent een ongewenste daling van de waarde van het perceel. Aan de voorwaarde dat de bedrijfswoning noodzakelijk is, wordt voldaan. Op het adres heeft zich reeds een bedrijfsleider ingeschreven. Deze bedrijfsleider zal de panden verkoopklaar maken (ordenen opslag en administratie) en toezicht houden op de directe omgeving, die steeds meer verpaupert als gevolg van fout parkeren, opslag van materialen et cetera. Weliswaar is op het perceel Kerkweg 34 reeds een bedrijfswoning vergund, deze is door rechtszaken met de bouwer nooit gerealiseerd. In het pand aan de Kerkweg 32 zijn reeds meer voorzieningen aanwezig, waardoor een investering op deze locatie veel lager is dan aan de Kerkweg 34;
blad 21 van 23
Om bebouwing te kunnen doortrekken verzoeken insprekers de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' (-bw) tevens te verwijderen van kadastraal perceel 1344; Regel 3.6.2 van het voorontwerpbestemmingsplan bepaalt dat het bevoegde gezag op percelen de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' (-bw) kan toevoegen. Insprekers vrezen dat het college van B&W hiervan gebruik zal maken voor de locatie Kerkweg 34. Insprekers verzoeken aan regel 3.6.2. duidelijke voorwaarden te verbinden; Het bevreemdt insprekers dat in het voorontwerpbestemmingsplan bestemmingen als 'Groen', 'Water' en 'Verkeer' zijn geschrapt.
Beoordeling Insprekers hebben gelijk met de inspraakreactie op het voorontwerpbestemmingsplan een principeverzoek ingediend voor een woning aan de Kerkweg 32. Dit principeverzoek is met het collegebesluit van 20 augustus 2013 afgewezen. Het vigerende bestemmingsplan “Bedrijventerreinen Westvoorne” laat een bedrijfswoning weliswaar in principe toe, één van de voorwaarden is wel dat de noodzaak voor deze woning kan worden aangetoond. In onderhavig geval is deze noodzaak onvoldoende aangetoond. Het opruimen en verkoopklaar maken van een pand en/of het houden van toezicht op door insprekers vermeende verpaupering van de omgeving is naar onze mening geen noodzaak in het kader van de bedrijfsvoering. Dat op deze locatie reeds meer voorzieningen zijn aangebracht dan aan de Kerkweg 34, waar wel een bedrijfswoning is vergund, doet hier niets aan af. Daar komt bij dat het verzoek om een nieuwe bedrijfswoning in strijd is met het nieuwe beleid m.b.t. bedrijfswoningen, zoals wordt vastgelegd in het bestemmingsplan.; Als door insprekers verzocht hebben wij de aanduiding (-bw) verwijderd van perceel 1344. Om te voorkomen dat omliggende bedrijven door een dergelijke verplaatsing in hun bedrijfsvoering worden beperkt, kende het voorontwerpbestemmingsplan reeds de bepaling dat bij vervangende nieuwbouw of herbouw de nieuwe bedrijfswoning voor tenminste 50% op dezelfde locatie moet worden gebouwd. Hier is een aanvullende regel aan toegevoegd, waarin is opgenomen dat moet worden aangetoond dat omliggende bedrijven niet in hun bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden mogen worden beperkt; Naar aanleiding van de inspraakreactie hebben wij de wijzigingsbevoegdheid aangepast. Wanneer: • Afwijkend feitelijk gebruik van de (vergunde) woning hiertoe aanleiding geeft, of; • De vergunde, maar nog niet gerealiseerde woning niet binnen 3 jaar na inwerkingtreding van het bestemmingsplan alsnog is gerealiseerd, of; • De eigenaar hier om verzoekt; kan het bevoegde gezag besluiten op een dergelijk perceel de aanduiding ‘bedrijfswoning uitgesloten (-bw)’ toe te voegen. Ter verduidelijking zal in de juridische planbeschrijving bij het bestemmingsplan (onderdeel van de toelichting) een korte beschrijving van de beoogde regeling worden opgenomen. Als aangegeven tijdens het indienen van de mondelinge inspraakreactie zijn de bestemmingen ‘Groen’, ‘Water’ en ‘Verkeer’ niet geschrapt. Het plangebied “Actualisatie bedrijventerreinen Westvoorne 2014” beperkt zich tot de bestemming ‘Bedrijventerrein’, omdat alleen binnen deze bestemmingsregels wijzigingen worden aangebracht. Het opnemen van de andere bestemmingen is in deze actualisatie dan ook niet nodig. Voor de andere bestemmingen blijft bestemmingsplan “Bedrijventerreinen Westvoorne” ook na de inwerkingtreding van deze actualisatie van kracht. Conclusie De reactie geeft aanleiding tot de volgende aanpassingen in het ontwerpbestemmingsplan: de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' (-bw) wordt verwijderd van kadastraal perceel 1344; aan de bouwregels (3.2) wordt de bepaling toegevoegd dat bij vervangende nieuwbouw moet worden aangetoond dat omliggende bedrijven niet hun bedrijfsvoering worden beperkt; regel 3.6.2 (wijzigingsbevoegdheid om de aanduiding (-bw) toe te voegen) is aangepast;
blad 22 van 23
7.3.2
de toelichting is verduidelijkt m.b.t. de bepaling dat de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' (-bw) kan worden toegevoegd.
Zienswijzen Het ontwerpbestemmingsplan Actualisatie Bedrijventerreinen Westvoorne 2014 heeft van 27 februari tot en met 9 april 2014 ter inzage gelegen. Zowel via het gemeentehuis als via ruimtelijkeplannen.nl als de gemeentelijke website www.westvoorne.nl/bestemmingsplannen heeft de mogelijkheid bestaan het plan te raadplegen. Gedurende deze periode van zes weken heeft eenieder de mogelijkheid gehad een zienswijze in te dienen tegen het ontwerpbestemmingsplan. Van de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen, is gebruik gemaakt door acht indieners. In de nota zienswijzen zijn de zienswijzen samengevat en voorzien van een reactie. De nota is separaat bijgevoegd bij dit bestemmingsplan.
blad 23 van 23
Bijlage 1: Advies DCMR Externe veiligheid Pinnepot
Bijlage 2: Advies DCMR LPG-tankstation Middeldijk
Bijlage 3: Vooroverlegreacties
Formulier Titel formulier
E-formulier aanbieden ruimtelijke plannen Wro en ontheffingsverzoeken provinciale verordening ruimte Postadres
Provincie Zuid-Holland Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070 - 441 6611
[email protected] Naam aanvrager
Datum
dinsdag 4 juni 2013 Correspondentienummer
Bijlagen
0
Hieronder vindt u de samenvatting van het door u ingevulde formulier. Wat is de naam van het plan: * Waar heeft het plan betrekking op: *
Welk type plan betreft het: * Wat is de status van het plan: * U biedt een voorontwerp bestemmingsplan aan. Op de volgende pagina kunt u aangeven welke provinciale belangen in het plan eventueel in het geding zijn. Bevat het plan ontwikkelingen: (Onder ontwikkelingen wordt verstaan: verandering van de planologischjuridische mogelijkheden ten opzichte van de huidige situatie) * Is het plan in overeenstemming met de verordening ruimte: * Bevat het plan één of meer van de volgende provinciale belangen: U heeft aangegeven dat het plan niet strijdig is met provinciale belangen, het plan hoeft niet te worden opgestuurd naar de provincie Zuid-Holland. Gemeente: Naam: * E-mailadres: * Telefoonnummer:
Bestemmingsplan "Actualisatie Bedrijventerreinen Westvoorne 2014" - wegbestemmen mogelijkheid oprichten nieuwe bedrijfswoningen; - correctie op perceelsniveau (toevoeging specifieke aanduiding, aanpassing milieucategorie, kleine aanpassing bouwvlak, correctie regel LPG-tankstation). bestemmingsplan voorontwerp
nee
ja Nee
Westvoorne Saskia van der Vlist
[email protected] 0181408031
Heeft u nog vragen? U vindt een toelichting op onze website: www.zuid-holland.nl.
1/1
VERZONDEN 2 7 JÜNt 2013
DATUM UW E-MAIL VAN UW KENMERK ONS KENMERK
INGEKOMEN NR. ONDERWERP
5
ĴUPIİ
2013
CONTACTPERSOON
M. Brouwer
DOORKIESNUMMER
088
E-MAILADRES
SVCfV
PRTİ/U
974
33
74
[email protected]
AANTAL BIJLAGEN
E1303705 Reactie op voorontwerpbestemmingsplan 'Actualisatie Bedrijventerreinen Westvoorne 2014'
waterschap
Hollandse Delta Gemeente Westvoorne T.a.v. mevrouw S. van derVlist Postbus 550 3235 ZH ROCKANJE
U1304784
Geachte mevrouw Van der Vlist, In het kader van een Wro procedure heeft u ons per e-mail van 5 juni 2013 in ken nis gesteld van het voorontwerpbestemmingsplan 'Actualisatie Bedrijventerreinen Westvoorne 2014'. De actualisatie betreft met name bestemmingswijzigingen welke niet van invloed zijn op de waterstaatsbelangen. Op grond hiervan kunnen wij instemmen met plan omdat het voldoet aan onze uitgangspunten voor waterkwaliteit en waterkwantiteit. Erop vertrouwend u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Voor verdere vra gen kunt u contact opnemen met de heer Brouwer. Hoogachtend, namens dijkgraaf
raden
hoofd afdeling Plannen en Regie
Handelsweg 100 2 9 8 8 DC R i d d e r k e Postadres Postbus 4103 2 9 8 0 CC R i d d e r k e t e l e f o o n 0 8 8 9 7 4 30 00 088 9 7 4 30 01 interne
www.wshd.nl
[email protected]
Regels
vastgesteld bestemmingsplan Actualisatie Bedrijventerreinen Westvoorne 2014 Gemeente Westvoorne Projectnummer 218560
Inhoudsopgave Regels
blad 3 van 29
5
Hoofdstuk 1 Artikel 1 Artikel 2
Inleidende regels Begrippen Wijze van meten
7 7 12
Hoofdstuk 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5
Bestemmingsregels Bedrijventerrein Waarde - Archeologie 1 Waarde - Archeologie 2
13 13 17 19
Hoofdstuk 3 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11
Algemene regels Anti-dubbeltelregel Algemene bouwregels Algemene gebruiksregels Algemene aanduidingsregels Algemene afwijkingsregels Algemene wijzigingsregels
21 21 22 23 24 25 26
Hoofdstuk 4 Artikel 12 Artikel 13
Overgangs- en slotregels Overgangsrecht Slotregel
27 27 29
vastgesteld bestemmingsplan Actualisatie Bedrijventerreinen Westvoorne 2014 Gemeente Westvoorne Projectnummer 218560
blad 4 van 29
vastgesteld bestemmingsplan Actualisatie Bedrijventerreinen Westvoorne 2014 Gemeente Westvoorne Projectnummer 218560
Regels
blad 5 van 29
vastgesteld bestemmingsplan Actualisatie Bedrijventerreinen Westvoorne 2014 Gemeente Westvoorne Projectnummer 218560
blad 6 van 29
vastgesteld bestemmingsplan Actualisatie Bedrijventerreinen Westvoorne 2014 Gemeente Westvoorne Projectnummer 218560
Hoofdstuk 1 Artikel 1 1.1
Inleidende regels Begrippen plan: het bestemmingsplan Actualisatie Bedrijventerreinen Westvoorne 2014 met identificatienummer NL.IMRO.0614.BPActBedrijventerr-0100 van de gemeente Westvoorne;
1.2
bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
1.3
aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit: een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waarvan de activiteiten in hoofdzaak niet publieksaantrekkend zijn en die op kleine schaal in een woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijk uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie;
1.4
aan- en uitbouw: een aan het hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht is te onderscheiden van het hoofdgebouw;
1.5
aanduiding: een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.6
aanduidingsgrens: de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.7
bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
1.8
bebouwingspercentage: een aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het bouwperceel c.q. bouwvlak of bestemmingsvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;
1.9
bedrijfsgebouw: een gebouw dat dient voor de uitoefening van een of meer bedrijfsactiviteiten;
1.10
bedrijfsvloeroppervlakte: de totale oppervlakte van de voor bedrijfsuitoefening benodigde bedrijfsruimte, inclusief de verkoopvloeroppervlakte, opslag- en administratieruimten en dergelijke;
blad 7 van 29
vastgesteld bestemmingsplan Actualisatie Bedrijventerreinen Westvoorne 2014 Gemeente Westvoorne Projectnummer 218560
1.11
bedrijfswoning/dienstwoning: een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar verband houdt met de bedrijfsbestemming, het bedrijfsmatige gebruik en de bedrijfsvoering van het gebouw of het terrein;
1.12
beperkt kwetsbaar object: een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (Staatsblad 2004, nr. 250) een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden;
1.13
bestaande afstands-, hoogte-, inhouds en oppervlaktematen: afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet/Wet algemene bepalingen omgevingswet;
1.14
bestaande woning/gebouw: een woning of ander gebouw, dat op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan legaal, krachtens de Woningwet/Wet algemene bepalingen omgevingswet, aanwezig of in uitvoering is, dan wel in uitvoering is of mag worden opgericht krachtens een omgevingsvergunning die voor dat tijdstip is aangevraagd;
1.15
bestemmingsgrens: de grens van een bestemmingsvlak;
1.16
bestemmingsvlak: een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.17
bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is tot onder andere het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al eerder verleende omgevingsvergunning;
1.18
bijgebouw: een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.19
bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
1.20
bouwgrens: de grens van een bouwvlak;
1.21
bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
blad 8 van 29
vastgesteld bestemmingsplan Actualisatie Bedrijventerreinen Westvoorne 2014 Gemeente Westvoorne Projectnummer 218560
1.22
bouwperceelgrens: een grens van een bouwperceel;
1.23
bouwvlak: een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
1.24
bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.25
consumentenvuurwerk: vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik;
1.26
detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.27
detailhandel in volumineuze goederen: detailhandel in, boten, caravans, zwembaden, buitenspeelapparatuur, fitnessapparatuur, piano’s, surfplanken en tenten, grove bouwmaterialen, landbouwwerktuigen, meubels en dergelijke;
1.28
dienstverlening: het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting;
1.29
erfbebouwing: bij een (bedrijfs)woning behorende aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen;
1.30
gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.31
geluidgevoelige bebouwing of object: woningen alsmede andere geluidsgevoelige gebouwen of geluidsgevoelige terreinen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder (hierna:"Wgh") en artikel 1.2 van het Besluit geluidhinder.
1.32
hoofdgebouw: een gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
1.33
kantoor: een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden;
blad 9 van 29
vastgesteld bestemmingsplan Actualisatie Bedrijventerreinen Westvoorne 2014 Gemeente Westvoorne Projectnummer 218560
1.34
kleinschalige bedrijfsmatigeactiviteiten: het beroepsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid door middel van handwerk, waarvan de omvang in een woning met bijbehorende bijgebouwen past en de woonfunctie behouden blijft;
1.35
kwetsbaar object: a. b.
c. d.
e.
1.36
woningen, woonschepen en woonwagens; gebouwen bestemd voor het verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag, van minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten, te weten: 1. ziekenhuizen, bejaardenhuizen en verpleeghuizen; 2. scholen; 3. gebouwen of gedeelten daarvan, bestemd voor dagopvang van minderjarigen; kantoorgebouwen waaronder begrepen bedrijfskantoren en hotels met een bruto vloeroppervlak van meer dan 1.500 m² per object; complexen waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd en waarvan het gezamenlijk bruto vloeroppervlak meer dan 1.000 m² bedraagt, en winkels met een totaal bruto vloeroppervlak van meer dan 2.000 m² per winkel, voor zover in die complexen of in die winkels een supermarkt, hypermarkt of warenhuis is gevestigd; kampeer- en andere recreatieterreinen bestemd voor het verblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen.
nevenassortiment: kleine en lichte artikelen die in rechtstreeks functioneel verband staan tot de detailhandel die op grond van dit bestemmingsplan is toegestaan.
1.37
peil: a.
b.
1.38
in het geval van gebouwen: 1. indien de afstand van een gebouw tot de kant van de openbare weg meer dan 5 m bedraagt: de afgewerkte begane grondvloer met een maximum van 30 cm boven de gemiddelde hoogte van het aansluitende terrein, vóór het eventueel bouwrijp maken van dit terrein; 2. indien de afstand van een gebouw tot de kant van de openbare weg ten hoogste 5 m bedraagt: de afgewerkte begane grondvloer met een maximum van 30 cm boven de gemiddelde hoogte van de kruin van de weg, ter plaatse van het bouwwerk; in het geval van bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 1. indien de afstand van het bouwwerk tot de kant van de openbare weg meer dan 5 m bedraagt: de gemiddelde hoogte van het aansluitende terrein, vóór het eventueel bouwrijp maken van dit terrein; 2. indien de afstand van het bouwwerk tot de kant van de openbare weg ten hoogste 5 m bedraagt: de gemiddelde hoogte van de kruin van de weg, ter plaatse van het bouwwerk;
perifere detailhandel: detailhandel in de volgende categorieën: a.
b. c. d.
blad 10 van 29
detailhandel in volumineuze goederen, zoals auto's, keukens, badkamers, boten, motoren, caravans, landbouwwerktuigen en grove bouwmaterialen en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen, zoals accessoires, onderhoudsmiddelen, onderdelen en materialen; tuincentra; grootschalige meubelbedrijven, al dan niet - in ondergeschikte mate - in combinatie met woninginrichting en stoffering; bouwmarkten.
vastgesteld bestemmingsplan Actualisatie Bedrijventerreinen Westvoorne 2014 Gemeente Westvoorne Projectnummer 218560
1.39
prostitutie: het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
1.40
risicovolle inrichting: een inrichting bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
1.41
seksinrichting: een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub, een privé-huis of een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.42
straatmeubilair: bouwwerken ten behoeve van al dan niet openbare (nuts)voorzieningen, zoals: a. b. c.
d.
1.43
verkeersgeleiders, verkeersborden, lichtmasten, zitbanken, bloembakken; telefooncellen, abri's, kunstwerken, speeltoestellen en draagconstructies voor reclame; kleinschalige bouwwerken ten behoeve van (openbare) nutsvoorzieningen met een hoogte van ten hoogste 3 m, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van telecommunicatie, energievoorziening en brandkranen; afvalinzamelsystemen;
woning: een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden, waaronder begrepen eventueel gemeenschappelijk gebruik van bepaalde ruimten.
blad 11 van 29
vastgesteld bestemmingsplan Actualisatie Bedrijventerreinen Westvoorne 2014 Gemeente Westvoorne Projectnummer 218560
Artikel 2
Wijze van meten Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1
de afstand: de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstand het kleinst zijn;
2.2
de breedte, lengte en diepte van een bouwwerk: tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidsmuren;
2.3
de bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.4
de goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
2.5
de inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.6
de oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
2.7
het bebouwd oppervlak van een bouwperceel: de oppervlakte van alle op een bouwperceel gelegen bouwwerken tezamen;
2.8
bestaande locatie bedrijfswoningen: de geometrische positie neerwaards geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte maaiveld ter plaatse van de bestaande bedrijfswoning;
2.9
uitzondering: Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van de wijze van meten worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- en bestemmingsgrenzen niet meer bedraagt dan 1.50 meter.
blad 12 van 29
vastgesteld bestemmingsplan Actualisatie Bedrijventerreinen Westvoorne 2014 Gemeente Westvoorne Projectnummer 218560
Hoofdstuk 2 Artikel 3 3.1 3.1.1
Bestemmingsregels Bedrijventerrein Bestemmingsomschrijving Algemeen De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
bedrijven met bedrijfsactiviteiten in de categorie 1, 2 en/of 3.1 die zijn genoemd in de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten (Bijlage 1) ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1', alsmede daarmee naar aard en omvang vergelijkbare bedrijven of inrichtingen; b. bedrijven met bedrijfsactiviteiten in de categorie 1, 2, 3.1 en/of 3.2 die zijn genoemd in de bij deze regels behorende in de Staat van Bedrijfsactiviteiten (Bijlage 1) ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2', alsmede daarmee naar aard en omvang vergelijkbare bedrijven of inrichtingen; en tevens voor: c.
kantoren ondergeschikt aan en als niet zelfstandig onderdeel van de bedrijfsvoering met dien verstande dat de bedrijfsvloeroppervlakte per bedrijf ten hoogste 50% met een maximum van 500 m² bedrijfsvloeroppervlakte mag bedragen; d. een zelfstandig kantoor, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kantoor'; e. bestaande bedrijfswoningen uitsluitend op de gronden zonder de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten'; f. een zend- en ontvanginstallatie, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'zendontvanginstallatie'; g. perifere detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel perifeer'; h. een tandarts, uitsluitend ter plaatste van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - tandarts'; i. een dierenarts, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - dierenarts'; j. een brandweerkazerne, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'brandweerkazerne'; k. een sportschool, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport sportschool'; l. een museum, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'museum'; m. een cateraar, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca kookstudio en catering'; n. een rijvereniging, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'recreatie'; o. een benzinestation zonder lpg, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'verkoop motorbrandstoffen zonder LPG'; p. verenigingsleven, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'verenigingsleven'; q. een kringloopwinkel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - kringloop'; r. zwembadenverkoop, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - zwembadenverkoop'; s. een verkooppunt voor vuurwerk, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - verkooppunt vuurwerk'; t. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, verkeer, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en laad- en losvoorzieningen. 3.1.2
Uitzondering a.
blad 13 van 29
onverminderd het bepaalde onder 3.1.1 zijn geluidzoneringsplichtige inrichtingen en
vastgesteld bestemmingsplan Actualisatie Bedrijventerreinen Westvoorne 2014 Gemeente Westvoorne Projectnummer 218560
b.
3.2
risicovolle inrichtingen niet toegestaan; bedrijfswoningen zijn uitgesloten ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten'.
Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
3.2.1
Gebouwen en overkappingen a. b.
c.
3.2.2
Bestaande bedrijfswoningen a. b. c. d.
e. 3.2.3
het bestaande aantal bedrijfswoningen per bouwperceel mag niet worden vergroot; de inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 600 m3 ; per bedrijf mag ten hoogste 1 bedrijfswoning aanwezig zijn; bij vervangende nieuwbouw wordt de nieuwe bedrijfswoning voor ten minste 50% op de bestaande locatie van de bedrijfswoning gebouwd, zodanig dat de woning niet op een kleinere afstand van de bestemmingsgrens met de bestemming 'Verkeer' wordt gesitueerd; de vervanging of uitbreiding van de bedrijfswoning mag de bedrijfsvoering en de ontwikkelingsmogelijkheden van omringende functies niet beperken.
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde a. b. c.
3.3
gebouwen en overkappingen worden binnen het bouwvlak gebouwd; het bouwperceel mag voor 80% bebouwd worden, tenzij op de verbeelding ter plaatse van de aanduiding 'maximaal bebouwingspercentage' een ander bebouwingspercentage is aangegeven; de bouwhoogte van gebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 9 m tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' een andere bouwhoogte is aangegeven.
de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 9 m; de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 3 m; de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste 6 m.
Nadere eisen Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen omtrent de situering van bedrijven direct ten zuiden van de Langeweg, alsmede omtrent de inrichting van de onbebouwde zones op de bedrijfspercelen, de inrichting van de openbare ruimte, de aanleg van groenvoorzieningen en de wijze waarop wordt voorzien in de noodzakelijke waterberging, teneinde de ruimtelijke kwaliteit, waaronder mede wordt verstaan de presentatie van het bedrijventerrein, te optimaliseren, met dien verstande dat: a. b.
3.4
daardoor de gebruikswaarde van het bedrijventerrein en de individuele bedrijfspercelen niet onevenredig worden geschaad; geen inbreuk wordt gemaakt op het maximaal te bebouwen oppervlak van het bouwvlak.
Specifieke gebruiksregels Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels: a.
b. c. d. blad 14 van 29
de bedrijfswoning mag uitsluitend bewoond worden door een persoon, wiens huisvesting daar verband houdt met de bedrijfsbestemming, het bedrijfsmatig gebruik en de bedrijfsvoering van het gebouw op het terrein waarbij het bedrijfsvloeroppervlak tenminste 100 m2 bedraagt; opslag van goederen buiten het bouwvlak is niet toegestaan; binnen het bouwvlak is opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 3 m niet toegestaan; zelfstandige kantorenvestigingen zijn alleen toegestaan ter plaatse van de aanduiding
vastgesteld bestemmingsplan Actualisatie Bedrijventerreinen Westvoorne 2014 Gemeente Westvoorne Projectnummer 218560
e.
f.
3.5
'kantoor'. Kantoren ondergeschikt aan en als een niet zelfstandig onderdeel van de bedrijfsvoering zijn alleen toegestaan wanneer de bedrijfsvloeroppervlakte per bedrijf ten hoogste 50% met een maximum van 500 m² bedraagt; de opslag en verkoop van vuurwerk is niet toegestaan, met uitzondering van de gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - verkooppunt vuurwerk', waar de opslag van maximaal 10.000 kg consumentenvuurwerk is toegestaan detailhandel is uitsluitend toegestaan: 1. ter plaatse van een specifieke functie-aanduiding voor detailhandel, waarbij voor de verkoop van het nevenassortiment geldt dat: het nevenassortiment past bij het hoofdassortiment; het nevenassortiment niet meer ruimte in beslag neemt dan 20% van het netto verkoopvloeroppervlak 2. voor zover het een ondergeschikt en niet zelfstandig onderdeel vormt van de in het plan toegestane bestemmingen.
Afwijken van de gebruiksregels Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in: a.
lid 3.1.1 om bedrijven toe te laten in één categorie hoger dan in lid 3.1.1 genoemd, voorzover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze, technische voorzieningen of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de in lid 3.1.1 genoemde categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten; b. lid 3.1.1 om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voorzover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, zoals in lid 3.1.1 genoemd; c. lid 3.1.1 om zelfstandige kantoren toe te staan met een maximum van 250 m2 met dien verstande dat voldaan wordt aan de parkeernorm; d. lid 3.4 sub e alsmede 3.1.1 voor het opslaan en verkopen van consumentenvuurwerk indien er vanuit brandveiligheid en milieu geen bezwaren bestaan; e. lid 3.1.1 om detailhandel in volumineuze goederen toe te staan, waarvan de verkoop in woon- en winkelwijken ongewenst is, met dien verstande dat het woon- en leefklimaat niet onevenredig wordt aangetast en er geen onaanvaardbare leegstand ontstaat elders; met dien verstande dat risicovolle inrichtingen en geluidszoneringsplichtige inrichtingen niet zijn toegestaan.
3.6 3.6.1
Wijzigingsbevoegdheid Functieaanduiding verwijderen Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen in die zin dat de aanduidingen 'recreatie', 'zend- en ontvanginstallatie', 'verkoop motorbrandstoffen zonder LPG', 'detailhandel perifeer', 'specifieke vorm van maatschappelijk - tandarts', 'specifiek vorm van maatschappelijk dierenarts', 'brandweerkazerne', 'specifieke vorm van sport - sportschool', 'museum', 'specifieke vorm van horeca - kookstudio en catering', 'verenigingsleven', 'specifieke vorm van detailhandel - kringloop', 'specifieke vorm van detailhandel - zwembadenverkoop' of 'specifieke vorm van detailhandel - verkooppunt vuurwerk' kunnen worden verwijderd en de gronden kunnen worden bestemd als Bedrijventerrein zonder de functieaanduiding, met dien verstande dat risicovolle inrichtingen en geluidshinderlijke inrichtingen niet zijn toegestaan.
3.6.2
Bedrijfswoningen Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen in die zin dat de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' wordt toegevoegd indien:
blad 15 van 29
vastgesteld bestemmingsplan Actualisatie Bedrijventerreinen Westvoorne 2014 Gemeente Westvoorne Projectnummer 218560
a. b. c.
blad 16 van 29
afwijkend feitelijk gebruik van de (vergunde) woning hiertoe aanleiding geeft, of; de vergunde, maar nog niet gerealiseerde woning, niet binnen 3 jaar na inwerkingtreding van het bestemmingsplan alsnog is gerealiseerd, of; de eigenaar hier om verzoekt.
vastgesteld bestemmingsplan Actualisatie Bedrijventerreinen Westvoorne 2014 Gemeente Westvoorne Projectnummer 218560
Artikel 4 4.1
Waarde - Archeologie 1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van verwachte archeologische waarden.
4.2
Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: a.
b.
ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels uitsluitend worden gebouwd, indien: 1. de aanvrager van de bouwvergunning een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld; 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de bouwvergunning regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige; het bepaalde in dit lid onder a.1 en a.2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op een of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken: 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering; 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 100 m² en/of waarvoor geen bouwwerkzaamheden (waaronder begrepen: heien en het slaan van damwanden) worden verricht die dieper reiken dan 0,5 m beneden het maaiveld.
4.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 4.3.1
Verbod Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 1' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: a. b. c. d. e.
4.3.2
het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage; het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of ander wijze indrijven van voorwerpen; het graven en/of verbreden van sloten, vijvers en andere wateren; het verlagen of verhogen van het waterpeil; het aanleggen van ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.
Uitzondering Het verbod van 4.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden: a. b. c.
blad 17 van 29
een oppervlakte beslaan van niet meer dan 100 m² en/of niet dieper reiken dan 0,5 m beneden maaiveld; noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarbij lid 4.3.1 in acht is genomen; reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan;
vastgesteld bestemmingsplan Actualisatie Bedrijventerreinen Westvoorne 2014 Gemeente Westvoorne Projectnummer 218560
d. e. f. 4.3.3
ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd; normaal beheer en onderhoud betreffen; worden uitgevoerd in bestaande weg- en leidingcunetten.
Voorwaarden De werken en werkzaamheden, zoals in lid 4.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien: a.
b.
4.3.4
de aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld; de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de activiteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige.
Strafbaar feit Overtreding van het verbod van lid 4.3.1 is een strafbaar feit, zoals bedoeld in artikel 1a van de Wet op de economische delicten.
blad 18 van 29
vastgesteld bestemmingsplan Actualisatie Bedrijventerreinen Westvoorne 2014 Gemeente Westvoorne Projectnummer 218560
Artikel 5 5.1
Waarde - Archeologie 2 Bestemmingsomschrijving De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van verwachte archeologische waarden.
5.2
Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: a.
b.
ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels uitsluitend worden gebouwd, indien: 1. de aanvrager van de bouwvergunning een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld; 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de bouwvergunning regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige; het bepaalde in dit lid onder a.1 en a.2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op een of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken: 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering; 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 200 m² en/of waarvoor geen bouwwerkzaamheden (waaronder begrepen: heien en het slaan van damwanden) worden verricht die dieper reiken dan 0,8 m beneden het maaiveld.
5.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 5.3.1
Verbod Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: a. b. c. d. e.
5.3.2
het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage; het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of ander wijze indrijven van voorwerpen; het graven en/of verbreden van sloten, vijvers en andere wateren; het verlagen of verhogen van het waterpeil; het aanleggen van ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.
Uitzondering Het verbod van 5.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden: a. b. c.
blad 19 van 29
een oppervlakte beslaan van niet meer dan 200 m² en/of niet dieper reiken dan 0,8 m beneden maaiveld; noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarbij lid 5.3.1 in acht is genomen; reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan;
vastgesteld bestemmingsplan Actualisatie Bedrijventerreinen Westvoorne 2014 Gemeente Westvoorne Projectnummer 218560
d. e. f. 5.3.3
ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd; normaal beheer en onderhoud betreffen; worden uitgevoerd in bestaande weg- en leidingcunetten.
Voorwaarden De werken en werkzaamheden, zoals in lid 5.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien: a.
b.
5.3.4
de aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld; de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de activiteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige.
Strafbaar feit Overtreding van het verbod van lid 5.3.1 is een strafbaar feit, zoals bedoeld in artikel 1a van de Wet op de economische delicten.
blad 20 van 29
vastgesteld bestemmingsplan Actualisatie Bedrijventerreinen Westvoorne 2014 Gemeente Westvoorne Projectnummer 218560
Hoofdstuk 3 Artikel 6
Algemene regels Anti-dubbeltelregel Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
blad 21 van 29
vastgesteld bestemmingsplan Actualisatie Bedrijventerreinen Westvoorne 2014 Gemeente Westvoorne Projectnummer 218560
Artikel 7 7.1
Algemene bouwregels Bestaande maten a.
b. c.
7.2
Voor een bouwwerk, dat krachtens een bouwvergunning op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden en dat in het plan ingevolge de bestemming is toegelaten, maar waarvan de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen afwijken van de bouwregels van de betreffende bestemming, geldt dat: 1. bestaande maten, die meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden; 2. bestaande maten, die minder bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten minste toelaatbaar worden aangehouden. Ingeval van herbouw is lid a onder 1 en 2 uitsluitend van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt. Op een bouwwerk als hiervoor bedoeld, is het overgangsrecht bouwwerken als opgenomen in dit plan niet van toepassing.
Overschrijding bouwgrenzen De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingsgrenzen, aanduidingen en bestemmingsregels worden overschreden door: a.
b. c.
7.3
tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding ten hoogste 2,5 m bedraagt; tot gebouwen behorende erkers en serres, mits de overschrijding ten hoogste 2 m bedraagt; andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding ten hoogste 1,5 m bedraagt.
Overstekken en luifels Indien een gebouw voorzien is van een overkapping, wordt het oppervlak onder deze overkapping mede als oppervlakte van het gebouw berekend, met dien verstande dat deze bepaling niet van toepassing is op dakoverstekken en luifels met een diepte van minder dan 1,00 m.
7.4
Ondergrondse gebouwen Ondergrondse gebouwen mogen worden gebouwd op alle gronden waar ingevolge de bestemming gebouwen toelaatbaar zijn, met dien verstande dat: a. b.
blad 22 van 29
de inhoud van ondergrondse gebouwen wordt meegerekend bij de inhoud van bovengrondse gebouwen; het bebouwingsoppervlak van ondergrondse gebouwen uitsluitend wordt meegerekend bij het bebouwingsoppervlak van bovengrondse gebouwen, indien en voor zover ze niet onder een bovengronds gebouw gelegen zijn.
vastgesteld bestemmingsplan Actualisatie Bedrijventerreinen Westvoorne 2014 Gemeente Westvoorne Projectnummer 218560
Artikel 8 8.1
Algemene gebruiksregels Bijzondere gebruiksregels a. b.
c.
8.2
Uitzonderingen bijzonder gebruiksverbod a.
b.
blad 23 van 29
Het is verboden gronden en bouwwerken te gebruiken, in gebruik te geven of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel in strijd met de bestemming en/of deze regels. Het is in ieder geval verboden onbebouwde gronden te gebruiken voor: 1. het storten c.q. lozen en/of het opslaan van bagger, grondspecie, puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen; 2. het opslaan van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten, containers, oude en nieuwe bouwmaterialen, voer- en vaartuigen, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen hiervan, afval, puin, zand, grind en brandstoffen; 3. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens; 4. paardenbakken met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'recreatie'; 5. het opslaan van mest. Onverminderd het bepaalde in sub a en b is het in ieder geval verboden bouwwerken te gebruiken voor seksinrichting en voor detailhandelsdoeleinden, voor zover zulks niet expliciet is toegestaan ingevolge de bestemmingsbepalingen.
Het in lid 8.1 sub b bepaalde is niet van toepassing op: 1. het (tijdelijk) gebruik ten behoeve van de realisering en/of handhaving van de bestemmingen of het normale onderhoud van de gronden; 2. opslag van goederen in het kader van de in het plan toegestane bedrijfsvoering; 3. het plaatsen van onderkomens overeenkomstig het bepaalde in de gebruiksbepalingen binnen de bestemmingsbepalingen in hoofdstuk 2 van deze regels; 4. het opslaan of storten van afvalstoffen, voor zover noodzakelijk voor het normale onderhoud van de gronden en de watergangen; 5. de stalling van één toercaravan op de bij een woning behorende grond gelegen naast of achter de woning; Het in lid 8.1 sub c bepaalde is niet van toepassing op detailhandel in goederen, voor zover zulks een ondergeschikt en niet zelfstandig onderdeel vormt van de bedrijfsvoering van de in het plan toegestane bestemmingen.
vastgesteld bestemmingsplan Actualisatie Bedrijventerreinen Westvoorne 2014 Gemeente Westvoorne Projectnummer 218560
Artikel 9 9.1
Algemene aanduidingsregels geluidzone - industrie Op de gronden gelegen binnen de aanduiding 'geluidzone - industrie'mag, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen geluidgevoelige bebouwing worden opgericht of in gebruik worden genomen als geluidgevoelig object , tenzij een hogere waarde is vastgesteld en gebouwd wordt met inachtneming van die hogere waarde.
9.2 9.2.1
vrijwaringszone - molenbiotoop Bebouwing In afwijking van hoofdstuk 2 gelden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone molenbiotoop' ten aanzien van de bebouwing dat vanaf de molen tot de plangrens de 1 op 100-regel geldt, gerekend met de hoogtemaat van de onderste punt van de verticaal staande wiek. De toegestane bebouwings- en beplantingshoogte op de plangrens is het vertrekpunt voor de 1 op 30-lijnregeling (vanaf dit punt moet een schuine lijn worden getrokken met een stijging van steeds 1 meter hoogte per 30 meter afstand)
9.2.2
Afwijken van de bouwregels Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.2.1 indien: a.
b. 9.2.3
er sprake is van een situatie waarin vrije windvang en het zicht op de molen al beperkt zijn door bebouwing, zolang de vrije windvang en het zicht op de molen niet verder worden beperkt, óf: zeker is gesteld dat de belemmering van de windvang en het zicht op de molen door maatregelen elders in de molenbeschermingszone worden gecompenseerd.
Lagere maximale bouwhoogte Indien op grond van hoofdstuk 2 een lagere maximale bouwhoogte geldt dan de maximaal toelaatbare bouwhoogte ingevolge lid 9.2.1 en 9.2.2, prevaleert de maximaal toelaatbare bouwhoogte van hoofdstuk 2.
9.3
veiligheidszone - lpg
9.3.1
Bestemmingsomschrijving Op de gronden gelegen binnen de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' mogen, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen kwetsbare objecten worden opgericht.
9.3.2
Wijzigingsbevoegdheid Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen door de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' te wijzigen of te verwijderen, indien dit op grond van gewijzigde inzichten omtrent milieuzonering of wijziging of beëindiging van de betreffende inrichting milieuhygiënisch verantwoord is.
blad 24 van 29
vastgesteld bestemmingsplan Actualisatie Bedrijventerreinen Westvoorne 2014 Gemeente Westvoorne Projectnummer 218560
Artikel 10 10.1
Algemene afwijkingsregels Afwijking Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor: a.
b. c.
d.
het oprichten van niet voor bewoning bestemde gebouwen en andere bouwwerken ten dienste van (openbare) nutsvoorzieningen met een bovengrondse grondoppervlakte van ten hoogste 20 m2 en een goothoogte van ten hoogste 4 m; afwijkingen van maten met ten hoogste 15%; overschrijding van de bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen niet meer dan 3 m bedragen en het bouwvlak mag niet met meer dan 15% worden vergroot.
De omgevingsvergunning wordt niet verleend, in dien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
blad 25 van 29
vastgesteld bestemmingsplan Actualisatie Bedrijventerreinen Westvoorne 2014 Gemeente Westvoorne Projectnummer 218560
Artikel 11 11.1
Algemene wijzigingsregels Algemeen Het bevoegd gezag kan de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
11.2
Waarde - Archeologie Het bevoegd gezag kan een of meer bestemmingsvlakken van de bestemming 'Waarde Archeologie 1' dan wel 'Waarde - Archeologie 2' geheel of gedeeltelijk verwijderen, indien: a. b.
blad 26 van 29
uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn; het op grond van nader archeologisch onderzoek niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet.
vastgesteld bestemmingsplan Actualisatie Bedrijventerreinen Westvoorne 2014 Gemeente Westvoorne Projectnummer 218560
Hoofdstuk 4 Artikel 12 12.1
Overgangs- en slotregels Overgangsrecht Overgangsrecht bouwwerken Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, a. b.
12.2
gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
Afwijken Het bevoegd gezag kan eenmalig omgevingsvergunning verlenen van lid 12.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 12.1 met maximaal 10%.
12.3
Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken Lid 12.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder omgevingsvergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
12.4
Overgangsrecht gebruik Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
12.5
Strijdig gebruik Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 12.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
12.6
Verboden gebruik Indien het gebruik, bedoeld in lid 12.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
12.7
Uitzondering op het overgangsrecht gebruik Lid 12.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
12.8
Persoonsgebonden overgangsrecht a.
b. blad 27 van 29
in afwijking van het gestelde onder 12.4 is het gebruik zoals genoemd in de kolom 'gebruik' in Bijlage 2 Persoonsgebonden overgangsrecht uitsluitend door de personen zoals genoemd in de kolom 'personen/eigenaren' in Bijlage 2 Persoonsgebonden overgangsrecht, toegestaan op het perceel, zoals genoemd in de kolom 'adres' in Bijlage 2 Persoonsgebonden overgangsrecht en op de verbeelding aangeduid als 'persoonsgebonden overgangsrecht - 1' dan wel 'persoonsgebonden overgangsrecht - 2' zoals ook genoemd in de kolom 'code' in Bijlage 2 Persoonsgebonden overgangsrecht; het persoonsgebonden overgangsrecht, zoals verwoord in 12.8 onder a, eindigt zodra:
vastgesteld bestemmingsplan Actualisatie Bedrijventerreinen Westvoorne 2014 Gemeente Westvoorne Projectnummer 218560
1. 2. 3.
blad 28 van 29
de genoemde persoon komt te overlijden; het eigendom van het betreffende perceel vervreemdt; de woning niet langer door de genoemde persoon wordt bewoond.
vastgesteld bestemmingsplan Actualisatie Bedrijventerreinen Westvoorne 2014 Gemeente Westvoorne Projectnummer 218560
Artikel 13
Slotregel Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Actualisatie Bedrijventerreinen Westvoorne 2014.
blad 29 van 29
Bijlage 1: Staat van Bedrijfsactiviteiten
OMSCHRIJVING
0 1 3 4 5 6 7
151 152 152 152 152 152 152 1531 1531 1531 1532, 1533 1532, 1533 1532, 1533 1532, 1533 1532, 1533 1532, 1533 1541 1541 1541 1542 1542 1542 1543 1543 1543 1551
108 102 102 102 102 102 102 1031 1031 1031 1032, 1039 1032, 1039 1032, 1039 1032, 1039 1032, 1039 1032, 1039 104101 104101 104101 104102 104102 104102 1042 1042 1042 1052
8 0 2 3 4 5 6 0 1 2 0 1 2 3 4 5 0 1 2 0 1 2 0 1 2 0
VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN Slachterijen en overige vleesverwerking: - slachterijen en pluimveeslachterijen - bewerkingsinrichting van darmen en vleesafval - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. > 1000 m² - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 1000 m² - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 200 m² - loonslachterijen - vervaardiging van snacks en vervaardiging van kant-en-klaar-maaltijden met p.o. < 2.000 m² Visverwerkingsbedrijven: - conserveren - roken - verwerken anderszins: p.o.> 1000 m² - verwerken anderszins: p.o. <= 1000 m² - verwerken anderszins: p.o. <= 300 m² Aardappelprodukten fabrieken: - vervaardiging van aardappelproducten - vervaardiging van snacks met p.o. < 2.000 m² Groente- en fruitconservenfabrieken: - jam - groente algemeen - met koolsoorten - met drogerijen - met uienconservering (zoutinleggerij) Vervaardiging van ruwe plantaardige en dierlijke oliën en vetten: - p.c. < 250.000 t/j - p.c. >= 250.000 t/j Raffinage van plantaardige en dierlijke oliën en vetten: - p.c. < 250.000 t/j - p.c. >= 250.000 t/j Margarinefabrieken: - p.c. < 250.000 t/j - p.c. >= 250.000 t/j Zuivelprodukten fabrieken:
CATEGORIE
GEVAAR
GELUID
10, 11 101, 102 101, 102 101 101 101 101 101, 102
STOF
15 151 151 151 151 151 151 151
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
SBI-CODE 2008
nummer
SBI-CODE
definitief 29-12-2006
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
GROOTSTE AFSTAND
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten
100 300 100 50 30 50
0 0 0 0 0 0
100 100 100 50 50 50
50
0
50
200 300 300 100 50
0 0 10 10 10
100 C 50 C 50 C 50 30
30 0 30 30 10
200 300 300 D 100 50
4.1 4.2 4.2 3.2 3.1
300 50
30 10
200 C 50
50 R 50 R
300 50
4.2 3.1
50 50 100 300 300
10 10 10 10 10
100 100 100 200 100
10 10 10 30 10
100 100 100 300 300
3.2 3.2 3.2 4.2 4.2
200 300
30 50
100 C 300 C Z
30 R 50 R
200 300
4.1 4.2
200 300
10 10
100 C 300 C Z
100 R 200 R
200 300
4.1 4.2
100 200
10 10
200 C 300 C Z
30 R 50 R
200 300
4.1 4.2
C C C C
50 R 50 R 50 R 30 10 10 10
C C C C C
100 D 300 100 50 50 50 50
3.2 4.2 3.2 3.1 3.1 3.1 3.1
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten OMSCHRIJVING
10821 10821 10821 1073 1083 1083 108401 1089 1089 1089 1089
2 - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 2.000 m² 4 - Suikerwerkfabrieken met suiker branden 5 - Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. > 200 m² Deegwarenfabrieken 0 Koffiebranderijen en theepakkerijen: 2 - theepakkerijen Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden Vervaardiging van overige voedingsmiddelen Bakkerijgrondstoffenfabrieken 0 Soep- en soeparomafabrieken: 1 - zonder poederdrogen
3.2 4.2 4.2 3.2 2
300 200 200 D
4.2 4.1 4.1
30 R 50 R
200 300
4.1 4.2
30 30 50 R 30
300 200 300 200
4.2 4.1 4.2 4.1
10 30 30
30 100 100
2 3.2 3.2
50 50 50 10
30 30 R 30 R 10
100 300 100 50
3.2 4.2 3.2 3.1
10 30 30 50
30 50 50 50
10 10 30 50 R
100 200 200 D 200
3.2 4.1 4.1 4.1
10
50
10
100
3.2
GEVAAR
CATEGORIE
1584 1584 1584 1585 1586 1586 1587 1589 1589.1 1589.2 1589.2
0 1 2
GROOTSTE AFSTAND
0 0
0 1 2 0 3 5 6
100 300 300 100 30
GELUID
1051 1051 1051 1052 1052 1061 1061 1061 1061 1062 1062 1062 1091 1091 1091 1091 1092 1071 1071 1071 1072 1081 10821
STOF
3 4 5 1 2 0 1 2
- melkprodukten fabrieken v.c. < 55.000 t/j - melkprodukten fabrieken v.c. >= 55.000 t/j - overige zuivelprodukten fabrieken Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m² - consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m² Meelfabrieken: - p.c. >= 500 t/u - p.c. < 500 t/u Grutterswarenfabrieken Zetmeelfabrieken: - p.c. < 10 t/u - p.c. >= 10 t/u Veevoerfabrieken: - drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) cap. < 10 t/u water - mengvoeder, p.c. < 100 t/u - mengvoeder, p.c. >= 100 t/u Vervaardiging van voer voor huisdieren Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen: - v.c. < 7500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens - v.c. >= 7500 kg meel/week Banket, biscuit- en koekfabrieken Suikerfabrieken: Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:
1551 1551 1551 1552 1552 1561 1561 1561 1561 1562 1562 1562 1571 1571 1571 1571 1572 1581 1581 1581 1582 1583 1584
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
SBI-CODE 2008
nummer
SBI-CODE
definitief 29-12-2006
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
50 100 50 50 10
0 0 50 0 0
100 300 300 100 30
200 100 50
100 50 100
300 C Z 200 C 200 C
100 R 50 R 50
200 300
50 100
200 C 300 C Z
300 200 300 200
100 50 100 100
200 200 300 200
30 100 100
10 30 10
100 300 100 50
30 30 30 30
100 200 200 200 100
C C Z C C
C C C Z C
30 C 100 C 100 C
50 50 50 50 0
R R R R
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten OMSCHRIJVING
300 200 300
50 50 30
50 50 200 C
50 R 30 30
300 200 300
4.2 4.1 4.2
200 300 300 300 10
30 50 30 50 0
200 300 100 100 100
30 50 50 30 50
200 300 300 300 100
4.1 4.2 4.2 4.2 3.2
200
30
30
200
4.1
10
50
100
30
100
3.2
10 10 50 10 100 0
10 30 0 0 30 10
100 300 50 50 200 50
0 50 10 10 10 10
100 300 50 50 200 50
3.2 4.2 3.1 3.1 4.1 3.1
30 50
0 10
50 10
0 10
50 50
3.1 3.1
300 50 50
30 10 10
100 30 50
10 10 10
300 50 D 50
4.2 3.1 3.1
0
50
100
50 R
100
3.2
GELUID
GEVAAR
CATEGORIE
2 - met poederdrogen Bakmeel- en puddingpoederfabrieken Destilleerderijen en likeurstokerijen 0 Vervaardiging van ethylalcohol door gisting: 1 - p.c. < 5.000 t/j 2 - p.c. >= 5.000 t/j Bierbrouwerijen Mouterijen Mineraalwater- en frisdrankfabrieken - VERWERKING VAN TABAK Tabakverwerkende industrie - VERVAARDIGING VAN TEXTIEL Bewerken en spinnen van textielvezels 0 Weven van textiel: 1 - aantal weefgetouwen < 50 2 - aantal weefgetouwen >= 50 Textielveredelingsbedrijven Vervaardiging van textielwaren Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen - VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT Vervaardiging kleding van leer Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont - VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING) Lederfabrieken Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel) Schoenenfabrieken - HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D. Houtzagerijen 0 Houtconserveringsbedrijven:
GROOTSTE AFSTAND
1089 1089 110101 110102 110102 110102 1105 1106 1107 12 12 120 13 13 131 132 132 132 133 139 1393 139, 143 14 14 141 142, 151 15 15 151, 152 151 152 16 16 16101 16102
STOF
1589.2 1589.2 1591 1592 1592 1592 1596 1597 1598 16 16 160 17 17 171 172 172 172 173 174, 175 1751 176, 177 18 18 181 183 19 19 191 192 193 20 20 2010.1 2010.2
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
SBI-CODE 2008
nummer
SBI-CODE
definitief 29-12-2006
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
C C C C
50 C
Z
R R R R
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten OMSCHRIJVING
GEVAAR
GROOTSTE AFSTAND
CATEGORIE
1 - met creosootolie 2 - met zoutoplossingen Fineer- en plaatmaterialenfabrieken 0 Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout 1 Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m2 - VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN Vervaardiging van pulp 0 Papier- en kartonfabrieken: 1 - p.c. < 3 t/u 2 - p.c. 3 - 15 t/u 3 - p.c. >= 15 t/u Papier- en kartonwarenfabrieken 0 Golfkartonfabrieken: 1 - p.c. < 3 t/u 2 - p.c. >= 3 t/u - UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA Drukkerijen van dagbladen Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen) - AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERK. IND.; BEWERKING SPLIJT-/KWEEKSTOFFEN Aardolieraffinaderijen A Smeeroliën- en vettenfabrieken B Recyclingbedrijven voor afgewerkte olie C Aardolieproduktenfabrieken n.e.g. Splijt- en kweekstoffenbewerkingsbedrijven - VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN 0 Vervaardiging van industriële gassen: Kleur- en verfstoffenfabrieken 0 Anorg. chemische grondstoffenfabrieken: 1 - niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn" A0 Organ. chemische grondstoffenfabrieken: A1 - niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn"
GELUID
16102 16102 1621 162 162 17 17 1711 1712 1712 1712 1712 172 17212 17212 17212 58 58 1811 1812 19 19 19201 19202 19202 19202 201, 212, 244 20 20 2011 2012 2012 2012 20141 20141
STOF
2010.2 2010.2 202 203, 204, 205 203, 204, 205 21 21 2111 2112 2112 2112 2112 212 2121.2 2121.2 2121.2 22 22 2221 2222 23 23 2320.1 2320.2 2320.2 2320.2 233 24 24 2411 2412 2413 2413 2414.1 2414.1
AFSTANDEN IN METERS
30 30 30 30 30
50 50 100 100 50
10 10 10 0 0
200 50 100 100 50
4.1 3.1 3.2 3.2 3.1
100
200 C
50 R
200
4.1
50 100 200 30
30 50 100 30
50 200 300 100
R R R R
50 200 300 100
3.1 4.1 4.2 3.2
30 50
30 30
100 C 200 C Z
30 R 30 R
100 200
3.2 4.1
30 30
0 0
100 C 100
10 10
100 100
3.2 3.2
1500 50 300 300 10
100 0 0 0 10
200
0
100 300
GEUR
SBI-CODE 2008
nummer
SBI-CODE
definitief 29-12-2006
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
200 10 100 0 0
200
C C Z C Z C
1500 C Z 100 100 200 100
30 50 100 30
1500 30 50 50 1500
R R R R
1500 100 300 300 D 1500 D
6 3.2 4.2 4.2 6
200 C
200 R
200 D
4.1
30
300 C
300 R
300 D
4.2
10
200 C
300 R
300 D
4.2
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten OMSCHRIJVING
23 231 231
0 1 0 1
0 1 A B 0 1 2 0 1 2 3 -
Methanolfabrieken: - p.c. < 100.000 t/j - p.c. >= 100.000 t/j Vetzuren en alkanolenfabrieken (niet synth.): - p.c. < 50.000 t/j Landbouwchemicaliënfabrieken: Verf, lak en vernisfabrieken Farmaceutische grondstoffenfabrieken: - p.c. < 1.000 t/j Farmaceutische produktenfabrieken: - formulering en afvullen geneesmiddelen Zeep-, was- en reinigingsmiddelenfabrieken Parfumerie- en cosmeticafabrieken Lijm- en plakmiddelenfabrieken: - zonder dierlijke grondstoffen Fotochemische produktenfabrieken Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken Overige chemische produktenfabrieken n.e.g. Kunstmatige synthetische garen- en vezelfabrieken VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF Rubberbandenfabrieken Loopvlakvernieuwingsbedrijven: - vloeropp. < 100 m2 - vloeropp. >= 100 m2 Rubber-artikelenfabrieken Kunststofverwerkende bedrijven: - zonder fenolharsen - met fenolharsen - productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen
- VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN 0 Glasfabrieken: 1 - glas en glasprodukten, p.c. < 5.000 t/j
0 0
200 C 300 C Z
100 R 200 R
200 300
4.1 4.2
300
0
200 C
100 R
300
4.2
300
30
200 C
300 R
300 D
4.2
200
10
200 C
300 R
300
4.2
50 300 300
10 100 30
50 200 C 50 C
50 R 100 R 50 R
50 300 300
3.1 4.2 4.2
100 50 50 200 300
10 10 10 30 30
100 100 50 100 C 300 C
50 50 50 200 200
100 100 50 200 D 300
3.2 3.2 3.1 4.1 4.2
300
50
300 C
100 R
300
4.2
50 200 100
10 50 10
30 100 50
30 50 R 50 R
50 200 100 D
3.1 4.1 3.2
200 300 50
50 50 30
100 100 50
100 R 200 R 30
200 300 50
4.1 4.2 3.1
30
30
100
100
3.2
GEVAAR
100 200
GELUID
CATEGORIE
26 261 261
B0 B1 B2 0 1 0
GROOTSTE AFSTAND
20141 20141 20141 20149 20149 202 203 2120 2110 2120 2120 2041 2042 2052 2052 205902 205903 205903 2060 22 22 221101 221102 221102 221102 2219 222 222 222 222 23
STOF
2414.1 2414.1 2414.1 2414.2 2414.2 242 243 2441 2441 2442 2442 2451 2452 2462 2462 2464 2466 2466 247 25 25 2511 2512 2512 2512 2513 252 252 252 252 26
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
SBI-CODE 2008
nummer
SBI-CODE
definitief 29-12-2006
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
30
R R R R
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten OMSCHRIJVING
50 R 30 10
300 300 50
4.2 4.2 3.1
100 200 200
30 30 100 R
100 200 200
3.2 4.1 4.1
200
200
30 R
200
4.1
30
200
200
30 R
200
4.1
10 10
100 100
200 300
30 30
200 300
4.1 4.2
10 30 50
50 200 50
100 300 100
30 30 30
100 300 100
3.2 4.2 3.2
10 30
50 200
100 300
Z
10 10
100 300
3.2 4.2
10 30
50 200
100 300
Z
100 300
3.2 4.2
10 10 10 10
30 30 100 30
100 50 300 50
0 0 10 10
100 D 50 300 50 D
3.2 3.1 4.2 3.1
300
100
100
30
300
4.2
100 200
200 100
300 C Z 100 C
30 50
300 200
4.2 4.1
GELUID
GEVAAR
CATEGORIE
2 - glas en glasprodukten, p.c. >= 5.000 t/j 3 - glaswol en glasvezels, p.c.< 5.000 t/j Glasbewerkingsbedrijven 0 Aardewerkfabrieken: 2 - vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW A Baksteen en baksteenelementenfabrieken B Dakpannenfabrieken 0 Cementfabrieken: 0 Kalkfabrieken: 1 - p.c. < 100.000 t/j 0 Gipsfabrieken: 1 - p.c. < 100.000 t/j 0 Betonwarenfabrieken: 1 - zonder persen, triltafels en bekistingtrille 2 - met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. < 100 t/d 0 Kalkzandsteenfabrieken: 1 - p.c. < 100.000 t/j 2 - p.c. >= 100.000 t/j Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken 0 Betonmortelcentrales: 1 - p.c. < 100 t/u 2 - p.c. >= 100 t/u 0 Vervaardiging van produkten van beton, (vezel)cement en gips: 1 - p.c. < 100 t/d 2 - p.c. >= 100 t/d 0 Natuursteenbewerkingsbedrijven: 1 - zonder breken, zeven en drogen: p.o. > 2.000 m² 2 - zonder breken, zeven en drogen: p.o. <= 2.000 m² 3 - met breken, zeven of drogen, v.c. < 100.000 t/j Slijp- en polijstmiddelen fabrieken A0 Bitumineuze materialenfabrieken: A1 - p.c. < 100 t/u B0 Isolatiematerialenfabrieken (excl. glaswol): B1 - steenwol, p.c. >= 5.000 t/j B2 - overige isolatiematerialen
GROOTSTE AFSTAND
231 231 231 232, 234 232, 234 233 233 2351 235201 235201 235202 235202 23611 23611 23611 23612 23612 23612 2362 2363, 2364 2363, 2364 2363, 2364 2365, 2369 2365, 2369 2365, 2369 237 237 237 237 2391 2399 2399 2399 2399 2399
STOF
261 261 2615 262, 263 262, 263 264 264 2651 2652 2652 2653 2653 2661.1 2661.1 2661.1 2661.2 2661.2 2661.2 2662 2663, 2664 2663, 2664 2663, 2664 2665, 2666 2665, 2666 2665, 2666 267 267 267 267 2681 2682 2682 2682 2682 2682
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
SBI-CODE 2008
nummer
SBI-CODE
definitief 29-12-2006
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
30 300 10
100 100 30
300 C Z 100 50
30 30 50
50 200 200
30
Z
50 R 200 R
OMSCHRIJVING
28 281 281 281 281 281 2821 2821 2822, 2830 284 284 284 2851 2851 2851 2851
25, 31 251, 331 251, 331 251, 331 251, 331 251, 331 2529, 3311 2529, 3311 2521, 2530, 3311 255, 331 255, 331 255, 331 2561, 3311 2561, 3311 2561, 3311 2561, 3311
0 1 1a 2 3 0 1 A B B1 0 1 10 11
Minerale produktenfabrieken n.e.g. Asfaltcentrales: p.c.< 100 ton/uur - asfaltcentrales, p.c. >= 100 ton/uur VERVAARDIGING VAN METALEN Ruwijzer- en staalfabrieken: - p.c. >= 1.000 t/j IJzeren- en stalenbuizenfabrieken: Draadtrekkerijen, koudbandwalserijen en profielzetterijen: - p.o. < 2.000 m2 Non-ferro-metaalfabrieken: - p.c. < 1.000 t/j Non-ferro-metaalwalserijen, -trekkerijen e.d.: IJzer- en staalgieterijen/ -smelterijen: - p.c. < 4.000 t/j Non-ferro-metaalgieterijen/ -smelterijen: - p.c. < 4.000 t/j VERVAARD. EN REPARATIE VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.) Constructiewerkplaatsen: - gesloten gebouw - gesloten gebouw, p.o. < 200 m2 - in open lucht, p.o. < 2.000 m2 - in open lucht, p.o. >= 2.000 m2 Tank- en reservoirbouwbedrijven: - p.o. < 2.000 m2 Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d. Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m2 Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven: - algemeen - stralen - metaalharden
50 100 200
50 50 100
100 200 300
50 30 50
1500
1000
30
30
300
100
100
100
Z
1500 C Z
3.2 4.1 4.2
1500
6
30
300
4.2
300
30 R
300
4.2
50
300 C
30 R
300
4.2
100
50
300 C
30 R
300
4.2
30 30 30 50
30 30 50 200
100 50 200 300
30 10 30 30
100 50 200 300
3.2 3.1 4.1 4.2
30 30 10 50 30
50 30 30 30 30
300 200 200 100 50
30 R 30 30 30 10
300 200 200 100 D 50 D
4.2 4.1 4.1 3.2 3.1
50 30 30
50 200 50
100 200 100
50 30 50
100 200 D 100 D
3.2 4.1 3.2
Z
300 R
100 D 200 300
CATEGORIE
GEVAAR
C D0 D1 0 2 0 0 1 A0 A1 B0 0 1 0 1 -
GELUID
2399 2399 2399 24 24 241 241 241 243 243 244 244 244 2451, 2452 2451, 2452 2453, 2454 2453, 2454 25
STOF
2682 2682 2682 27 27 271 271 272 273 273 274 274 274 2751, 2752 2751, 2752 2753, 2754 2753, 2754 28
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
SBI-CODE 2008
nummer
SBI-CODE
definitief 29-12-2006
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
GROOTSTE AFSTAND
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten
OMSCHRIJVING
GELUID
100 50 100 100 30 50 50 100 30 10 10
30 50 50 50 50 10 10 50 30 30 30
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 50
50 R 30 R 50 50 30 30 30 50 R 50 30 10
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 50
30 30 30
50 30 30
200 100 50
30 30 10
200 100 50
4.1 3.2 3.1
30 50 50
30 30 30
100 200 300
30 30 30
100 D 200 D 300 D
3.2 4.1 4.2
30
10
30
VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH. Elektromotoren- en generatorenfabrieken incl. reparatie Schakel- en installatiemateriaalfabrieken Elektrische draad- en kabelfabrieken Accumulatoren- en batterijenfabrieken Lampenfabrieken Koolelektrodenfabrieken
200 200 100 100 200 1500
30 10 10 30 30 300
VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN -BENODIGDH. Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d.
30
0
12 2 3 4 5 6 7 8 9 1 2 A0 A1 B B
- lakspuiten en moffelen - scoperen (opspuiten van zink) - thermisch verzinken - thermisch vertinnen - mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten) - anodiseren, eloxeren - chemische oppervlaktebehandeling - emailleren - galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen ed) Overige metaalbewerkende industrie Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. <200m2 Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken: - p.o. < 2.000 m2 Overige metaalwarenfabrieken n.e.g. Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. <200 m2
0 1 2 3 A -
VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN Machine- en apparatenfabrieken incl. reparatie: - p.o. < 2.000 m2 - p.o. >= 2.000 m2 - met proefdraaien verbrandingsmotoren >= 1 MW VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS
-
CATEGORIE
STOF
2561, 3311 2561, 3311 2561, 3311 2561, 3311 2561, 3311 2561,3311 2561, 3311 2561, 3311 2561, 3311 2562, 3311 2562, 3311 259, 331 259, 331 259, 331 259, 331 27, 28, 33 27, 28, 33 27, 28, 33 27, 28, 33 27, 28, 33 28, 33 26, 28, 33 26, 28, 33 26, 28, 33 26, 27, 33 26, 27, 33 271, 331 271, 273 273 272 274 2790 26,33 26, 33 261, 263, 264, 331
GEUR
2851 2851 2851 2851 2851 2851 2851 2851 2851 2852 2852 287 287 287 287 29 29 29 29 29 29 30 30 30 31 31 311 312 313 314 315 3162 32 32 321 t/m 323
AFSTANDEN IN METERS
GEVAAR
SBI-CODE 2008
nummer
SBI-CODE
definitief 29-12-2006
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
GROOTSTE AFSTAND
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten
Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie
Z
30 30 200 100 30 1000 C Z
50
10
50 50 100 R 50 300 R 200 R
30
D D
D D
3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.1
30
2
200 200 200 D 100 300 1500
4.1 4.1 4.1 3.2 4.2 6
50 D
3.1
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten OMSCHRIJVING
0 1 2 3 0 1 2 0 1
VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS) Scheepsbouw- en reparatiebedrijven: - houten schepen - kunststof schepen - metalen schepen < 25 m Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen: - algemeen - met proefdraaien van verbrandingsmotoren >= 1 MW Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven: - zonder proefdraaien motoren Rijwiel- en motorrijwielfabrieken Transportmiddelenindustrie n.e.g.
- VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G. 1 Meubelfabrieken 2 Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2 Fabricage van munten, sieraden e.d. Muziekinstrumentenfabrieken Sportartikelenfabrieken Speelgoedartikelenfabrieken Sociale werkvoorziening
CATEGORIE
30 301, 3315 301, 3315 301, 3315 301, 3315 302, 317 302, 317 302, 317 303,3316 303, 3316 309 3099 31 31 310 9524 321 322 323 324 32991
GROOTSTE AFSTAND
35 351 351 351 351 352 352 352 353 353 354 355 36 36 361 361 362 363 364 365 3663.1
GEVAAR
Fabrieken voor gedrukte bedrading - VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN A Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS 0 Autofabrieken en assemblagebedrijven 1 - p.o. < 10.000 m2 2 - p.o. >= 10.000 m2 Carrosseriefabrieken Aanhangwagen- en opleggerfabrieken Auto-onderdelenfabrieken -
GELUID
2612 26, 32, 33 26, 32, 33 26, 32, 33 29 29 291 291 291 29201 29202 293 30
STOF
3210 33 33 33 34 34 341 341 341 3420.1 3420.2 343 35
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
SBI-CODE 2008
nummer
SBI-CODE
definitief 29-12-2006
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
50
10
50
30
50
3.1
30
0
30
0
30
2
100 200 100 30 30
10 30 10 10 10
30 100 50
200 C 300 Z 200 200 100
30 50 30 30 30
30 50 100
50 100 200
50 50
30 30
100 300
200 D 300 200 200 100
4.1 4.2 4.1 4.1 3.2
10 50 R 30
50 100 200
3.1 3.2 4.1
30 30 R
100 300
3.2 4.2
50 30 30
30 10 30
200 100 100
30 30 R 30
200 100 100 D
4.1 3.2 3.2
50 0 30 30 30 30 0
50 10 10 10 10 10 30
100 10 10 30 50 50 30
30 0 10 10 30 30 0
100 D 10 30 30 50 50 30
3.2 1 2 2 3.1 3.1 2
Z
R R R R
OMSCHRIJVING
40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 41 41 41 41 41 41 41 41 45 45
35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 36 36 36 36 36 36 36 36 41, 42, 43 41, 42, 43
B1 B2 C0 C1 C2 C3 C4 D0 D1 D5 E0 E1 A0 A2 B0 B1 B2 B3 -
VOORBEREIDING TOT RECYCLING Puinbrekerijen en -malerijen: - v.c. < 100.000 t/j Rubberregeneratiebedrijven Afvalscheidingsinstallaties PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER Elektriciteitsproduktiebedrijven (electrisch vermogen >= 50 MWe) - kerncentrales met koeltorens bio-energieinstallaties electrisch vermogen < 50 MWe: - covergisting, verbranding en vergassing van mest, slib, GFT en reststromen voedingsindustrie - vergisting, verbranding en vergassing van overige biomassa Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen: - < 10 MVA - 10 - 100 MVA - 100 - 200 MVA - 200 - 1000 MVA Gasdistributiebedrijven: - gascompressorstations vermogen < 100 MW - gasontvang- en -verdeelstations, cat. D Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt: - stadsverwarming WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER Waterwinning-/ bereiding- bedrijven: - bereiding met chloorbleekloog e.d. en/of straling Waterdistributiebedrijven met pompvermogen: - < 1 MW - 1 - 15 MW - >= 15 MW BOUWNIJVERHEID
30
10
50
30
30 300 200
100 50 200
300 100 300 C
10
10
500 C
100 50
50 50
100 100
0 0 0 0
0 0 0 0
30 50 100 300
0 0
0 0
300 C 50 C
30
10
100 C
10
0
0 0 0
0 0 0
10 50 R 50
1500
50 D
300 300 300
1500 D
CATEGORIE
GEVAAR
A0 A1 B C A0 A4 B0
GELUID
32999 38 38 383202 383202 383202 383202 35 35 35 35 35
STOF
Vervaardiging van overige goederen n.e.g.
3663.2 37 37 372 372 372 372 40 40 40 40 40
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
SBI-CODE 2008
nummer
SBI-CODE
definitief 29-12-2006
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
GROOTSTE AFSTAND
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten
3.1
4.2 4.2 4.2
6
30 R 30 R
100 100
3.2 3.2
10 30 50 50
30 50 100 300
2 3.1 3.2 4.2
300 50
4.2 3.1
50
100
3.2
50 C
30
50
3.1
30 C 100 C 300 C
10 10 10
30 100 300
2 3.2 4.2
C C C C Z
100 50 R
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten OMSCHRIJVING
CATEGORIE
HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS Groothandel in vrachtauto's (incl. import) A Autoplaatwerkerijen C Autospuitinrichtingen - GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING 0 Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders met een verwerkingscapaciteit van 500 ton/uur 1 of meer Grth in bloemen en planten Grth in levende dieren Grth in huiden, vellen en leder Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën Grth in dranken Grth in tabaksprodukten Grth in suiker, chocolade en suikerwerk Grth in koffie, thee, cacao en specerijen Grth in overige voedings- en genotmiddelen Grth in overige consumentenartikelen 0 Grth in vuurwerk en munitie: 1 - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton 2 - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag 10 tot 50 ton 5 - munitie 0 Grth in vaste brandstoffen: 1 - klein, lokaal verzorgingsgebied 0 Grth in vloeibare en gasvormige brandstoffen: 1 - vloeistoffen, o.c. < 100.000 m3 3 - tot vloeistof verdichte gassen Grth minerale olieprodukten (excl. brandstoffen)
GROOTSTE AFSTAND
4621 4622 4623 4624 46217, 4631 4632, 4633 4634 4635 4636 4637 4638, 4639 464, 46733 46499 46499 46499 46499 46711 46711 46712 46712 46712 46713
Bouwbedrijven algemeen: b.o. > 2.000 m² - bouwbedrijven algemeen: b.o. <= 2.000 m² Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m² - aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m²
GEVAAR
5121 5122 5123 5124 5125, 5131 5132, 5133 5134 5135 5136 5137 5138, 5139 514 5148.7 5148.7 5148.7 5148.7 5151.1 5151.1 5151.2 5151.2 5151.2 5151.3
0 1 2 3 -
GELUID
41, 42, 43 41, 42, 43 41, 42, 43 41, 42, 43 45, 47 45, 47 451 45204 45204 46 46 4621
STOF
45 45 45 45 50 50 501 5020.4 5020.4 51 51 5121
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
SBI-CODE 2008
nummer
SBI-CODE
definitief 29-12-2006
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
10 10 10 0
30 30 30 10
100 50 50 30
10 10 10 10
100 50 50 30
3.2 3.1 3.1 2
10 10 50
10 30 30
100 100 30
10 10 30 R
100 100 50
3.2 3.2 3.1
30
30
50
30 R
50
3.1
100 10 50 50 30 10 0 10 10 30 10 10
100 10 10 0 10 0 0 0 10 10 10 10
50 R 0 0 0 50 R 50 R 0 0 0 0 10 10
300 30 100 50 50 50 30 30 30 30 30 30
4.2 2 3.2 3.1 3.1 3.1 2 2 2 2 2 2
10 10 0
0 0 0
30 30 30
10 50 30
30 50 30
2 3.1 2
10
50
50
30
50
3.1
50 50 100
0 0 0
50 50 30
300 Z 30 100 C 30 30 30 30 30 30 30 30 30
V V
200 R 300 R 50
200 D 300 D 100
4.1 4.2 3.2
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten OMSCHRIJVING
GEVAAR
GROOTSTE AFSTAND
CATEGORIE
0 Grth in metaalertsen: 1 - opslag opp. < 2.000 m2 Grth in metalen en -halffabrikaten 0 Grth in hout en bouwmaterialen: 1 - algemeen: b.o. > 2000 m² 2 - algemeen: b.o. <= 2000 m² 4 zand en grind: 5 - algemeen: b.o. > 200 m² 6 - algemeen: b.o. <= 200 m² 0 Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur: 1 - algemeen: b.o. > 2.000 m² 2 - algemeen: b.o. < = 2.000 m² Grth in chemische produkten Grth in kunstmeststoffen Grth in overige intermediaire goederen 0 Autosloperijen: b.o. > 1000 m² 1 - autosloperijen: b.o. <= 1000 m² 0 Overige groothandel in afval en schroot: b.o. > 1000 m² 1 - overige groothandel in afval en schroot: b.o. <= 1000 m² 0 Grth in machines en apparaten: 1 - machines voor de bouwnijverheid 2 - overige Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d. - VERVOER OVER LAND Bus-, tram- en metrostations en -remises Touringcarbedrijven 0 Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. > 1000 m² 1 - Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks) b.o. <= 1000 m² Pomp- en compressorstations van pijpleidingen - DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER 0 Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. zeeschepen: 2 - stukgoederen 7 - tankercleaning
GELUID
46721 46721 46722, 46723 4673 4673 4673 46735 46735 46735 4674 4674 4674 46751 46752 4676 4677 4677 4677 4677 466 466 466 466, 469 47 49 493 493 494 494 495 52 52 52241 52241 52241
STOF
5152.1 5152.1 5152.2 /.3 5153 5153 5153 5153.4 5153.4 5153.4 5154 5154 5154 5155.1 5155.2 5156 5157 5157 5157.2/3 5157.2/3 518 518 518 519 60 60 6021.1 6023 6024 6024 603 63 63 6311.1 6311.1 6311.1
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
SBI-CODE 2008
nummer
SBI-CODE
definitief 29-12-2006
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
30 0
300 10
300 100
10 10
300 100
4.2 3.2
0 0
10 10
50 30
10 10
50 30
3.1 2
0 0
30 10
100 30
0 0
100 30
3.2 2
0 0 50 30 10 10 10 10 10
0 0 10 30 10 30 10 30 10
50 30 30 30 30 100 50 100 50
10 0 100 R 30 R 10 30 10 10 10
50 30 100 D 30 30 100 50 100 D 50
3.1 2 3.2 2 2 3.2 3.1 3.2 3.1
0 0 0
10 10 0
100 50 30
10 0 0
100 50 30
3.2 3.1 2
0 10 0 0 0
10 0 0 0 0
100 100 100 50 30
0 0 30 30 10
100 D 100 100 50 30 D
3.2 3.2 3.2 3.1 2
0 300
30 10
300 C 100 C
300 D 300
4.2 4.2
C C C C C
100 R 200 R
OMSCHRIJVING
52242 52241 52242 52242 52242 52242 52242 52102, 52109 52109 5221 53 53 531, 532 61 77
71 712 713 714 72 72 72
77 7712, 7739 773 772 62 62 58, 63
74
63, 69tm71, 73,74,77,78, 80tm82
74 747 7481.3 7484.3 90 90 9001 9001
63, 69tm71, 73,74,77,78, 80tm82 812 74203 82991 37, 38, 39 37, 38, 39 3700 3700
0 1 10 2 3 5 7 A B 2 -
Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. binnenvaart: - containers - tankercleaning - stukgoederen - ertsen, mineralen, e.d., opslagopp. < 2.000 m² - granen of meelsoorten , v.c. < 500 t/u - steenkool, opslagopp. < 2.000 m2 Distributiecentra, koelhuizen Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte) Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties)
POST EN TELECOMMUNICATIE Post- en koeriersdiensten A Telecommunicatiebedrijven VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE - GOEDEREN Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's) Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g. - COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE B Datacentra
GROOTSTE AFSTAND
GEVAAR
GELUID
STOF
6311.2 6311.2 6311.2 6311.2 6311.2 6311.2 6311.2 6312 6312 6321 64 64 641 642 71
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
SBI-CODE 2008
nummer
SBI-CODE
definitief 29-12-2006
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
CATEGORIE
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten
0 300 0 30 50 50 30 0 10
10 10 10 200 300 300 10 0 0
300 100 100 300 200 300 50 C 30 C 100 C
50 200 50 30 50 50 50 10 30
0 0
0 0
30 C 10 C
0 0
10 10 10
0 0 10
0
0
30 C
50 10 50
10 0 30
30 30 C 200 C
30 10 50 R
50 D 30 200
3.1 2 4.1
200
10
100 C
10
200
4.1
50 50 30
R R R R R
10 10 10
0
300 300 100 D 300 300 300 50 D 30 100
30 10
50 D 50 D 30 D
30
4.2 4.2 3.2 4.2 4.2 4.2 3.1 2 3.2
2 1
3.1 3.1 2
2
-
OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING Reinigingsbedrijven voor gebouwen Foto- en filmontwikkelcentrales Veilingen voor landbouw- en visserijprodukten
- MILIEUDIENSTVERLENING A0 RWZI's en gierverwerkingsinricht., met afdekking voorbezinktanks: A1 - < 100.000 i.e.
OMSCHRIJVING
A2 B A B C A0 A2 A3 A4 A5 A6 A7 B C0 C3 C4 C5 A B
- 100.000 - 300.000 i.e. rioolgemalen Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven e.d. Gemeentewerven (afval-inzameldepots) Vuiloverslagstations Afvalverwerkingsbedrijven: - kabelbranderijen - verwerking radio-actief afval - pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen) - oplosmiddelterugwinning - afvalverbrandingsinrichtingen, thermisch vermogen > 75 MW - verwerking fotochemisch en galvano-afval Vuilstortplaatsen Composteerbedrijven: - belucht v.c. < 20.000 ton/jr - belucht v.c. > 20.000 ton/jr - GFT in gesloten gebouw
OVERIGE DIENSTVERLENING Wasserijen en strijkinrichtingen Tapijtreinigingsbedrijven Chemische wasserijen en ververijen A Wasverzendinrichtingen
GEVAAR
GELUID
300 30 50 30 200
10 0 30 30 200
200 C Z 10 C 50 50 300
10 0 10 30 R 30
100 0 50 100 300 10 300
50 10 10 0 200 10 200
30 200 C 30 10 300 C Z 30 300
10 1500 10 30 R 50 30 R 10
100 200 200
100 200 50
100 100 100
30 30 30 0
0 0 0 0
50 C 50 30 30
CATEGORIE
3700 3700 381 381 381 382 382 382 382 382 382 382 382 382 382 382 382 96 96 96011 96011 96012 96013
STOF
9001 9001 9002.1 9002.1 9002.1 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 93 93 9301.1 9301.1 9301.2 9301.3
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
SBI-CODE 2008
nummer
SBI-CODE
definitief 29-12-2006
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
GROOTSTE AFSTAND
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten
300 30 50 50 300
4.2 2 3.1 3.1 4.2
100 1500 50 100 D 300 D 30 300
3.2 6 3.1 3.2 4.2 2 4.2
10 30 100 R
100 200 200
3.2 4.1 4.1
30 30 30 R 0
50 50 30 30
3.1 3.1 2 2
Bijlage 2: Persoonsgebonden overgangsrecht
Bijlage 2
Persoonsgebonden overgangsrecht
Code
Gebruik
Adres
Personen/eigenaren
persoonsgebonden overgangsrecht - 1
wonen zonder bedrijf Kerkweg 8, Rockanje
de heer H.H. Ruben en mevrouw G.J. Sprik
persoonsgebonden overgangsrecht - 2
wonen zonder bedrijf Kerkweg 53b, Rockanje (uitsluitend op de verdieping)
de heer C.M. van den Berg en mevrouw C.A. Roest
persoonsgebonden overgangsrecht - 3
wonen zonder bedrijf Kerkweg 53 a
de heer P. Lugtenburg en mevrouw M.A.van Hoogdalem
persoonsgebonden overgangsrecht - 4
wonen zonder bedrijf Moolhoek 2
de heer J. Kleijwegt
persoonsgebonden overgangsrecht - 5
wonen zonder Moolhoek 14 bedrijf en zelfstandig kantoor
de heer G.C. van Zweeden en mevrouw J.J.P. Vermeulen
persoonsgebonden overgangsrecht - 6
wonen zonder bedrijf Moolhoek 9
de heer J.J. de Gruijter en mevrouw F.A.K. Pothof
persoonsgebonden overgangsrecht - 7
wonen zonder bedrijf Moolhoek 7
Dhr. A.C. Stolk en mevr. Y. de La Rambelje