Toekomstscenario Andijk
voor wonen, zorg en welzijn vanuit het perspectief van kwetsbare ouderen en chronisch zieken
Inhoudsopgave 1 Inleiding en leeswijzer ..........................................................................................................................1 2 Vier scenario’s ......................................................................................................................................3 2.1 De heer Visser: zelfredzaam met een zwak netwerk ...............................................................4 2.2 Mevrouw van Dijk: zelfredzaam met een sterk netwerk ..........................................................6 2.3 De heer Bakker: afhankelijk met een zwak netwerk ................................................................8 2.4 Mevr. Nispen: afhankelijk met een sterk netwerk ................................................................. 11 3 Hoe nu verder? .................................................................................................................................. 14 3.1 Wijknetwerk en proeftuin integrale ouderenzorg .................................................................. 14 3.2 Belangrijke aandachtspunten ................................................................................................ 14 3.3 Slotbijeenkomst ..................................................................................................................... 18 4 Bijlage: Factsheets per thema ........................................................................................................... 19 4.1 Woon- en leefomgeving ........................................................................................................ 19 4.2 Gezondheidszorg .................................................................................................................. 21 4.3 Participatie............................................................................................................................. 23 4.4 Mantelzorg............................................................................................................................. 24
1 Inleiding en leeswijzer Zorgbelang Nederland en NPCF (Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie) hebben het project ‘Gebiedsgerichte eerstelijnszorg vanuit Patiëntenperspectief’ ontwikkeld en hiervoor in 2011 subsidie aangevraagd en gekregen bij ZonMw in het kader van het programma ‘’Op één lijn’’. Zorgbelang Noord-Holland voert voor dit project in de periode 1 april 2012- 31 maart 2014 een pilot uit in de Gemeente Medemblik, dorpskern Andijk. Het doel van het landelijke project is om een regionaal toepasbare en gestandaardiseerde methodiek te ontwikkelen om gebiedsgerichte zorg vanuit patiëntenperspectief te stimuleren. In de pilot in Andijk wordt deze methodiek getest. De pilot heeft daarnaast als doel om toekomstgerichte zorg en welzijn vanuit bewonersperspectief te realiseren voor de doelgroepen chronisch zieken en ouderen. De methodiek die wordt getest in Andijk bestaat uit vijf fasen, onderstaand schematisch weergegeven:
Inventarisatie van de beschikbare ervaringsdeskundigheid
Analyse van de lokale/ regionale zorgvraag
Aanvullend onderzoek naar de wensen en behoeften van patiënten en zorggebruikers
Uitwerken van toekomstscenario’s
Plan van aanpak op basis van de keuze voor scenario met een beschrijving van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Tijdens het hele project wordt Zorgbelang Noord-Holland bijgestaan door een klankbordgroep van bewoners van de gemeente Andijk (8 deelnemers). Zij adviseren over de uitvoering en inhoud van het project. De eerste drie fases van het project zijn afgerond, de resultaten zijn vastgelegd in separate rapportages, die op te vragen zijn bij Zorgbelang. Uit deze voorgaande drie fasen blijken er twee belangrijke dimensies van onzekerheden te zijn die de doelgroepen (kwetsbare ouderen en chronisch zieken) binnen dit project aanduiden en waarmee zij te maken hebben. Het gaat dan om de mate van zelfredzaamheid en de mate waarin mensen over een
1
(mantelzorg)netwerk beschikken om op terug te vallen. Langs die dimensies zijn scenario’s voor de toekomst van de zorgvraag uit te werken. In deze notitie is daarbij uitgegaan van een viertal fictieve personen, die alle vier uiteenlopende kenmerken hebben wat betreft zelfredzaamheid en de beschikking over een (mantelzorg)netwerk. Aan de hand van een beschrijving van elk van deze vier mensen, kijken we naar wat voor mensen langs de lijnen van de kenmerken zelfredzaamheid en de beschikking over een eigen netwerk, een geschikte mogelijke vormgeving van het zorgaanbod in Andijk zou kunnen zijn. In onderstaande figuur zijn de dimensies en typologieën weergegeven. Zelfredzaam
Zwak netwerk
Dhr. Visser, 73 jaar en ongehuwd. Geen kinderen, weinig contacten. Daar ook weinig behoefte aan. Hij heeft diabetes en reuma. Was altijd tuinder. Belangrijkste tijdverdrijf het radio zendamateurisme. Bewoont eigen hoekwoning in het centrum. Rijdt nog auto, maar alleen kleine stukjes.
Mevr. van Dijk, 86 jaar en weduwe. Vier kinderen. Last van hartfalen. Werkzaam geweest als leerkracht. Grootste tijdverdrijf lezen en het zangkoor. Lid van de PCOB. Geen auto. Kinderen brengen haar overal naartoe. Ruim koophuis in het centrum. Hulp in de huishouding betaalt en regelt ze zelf.
Dhr. Bakker, 62 jaar en weduwnaar. Woont sinds 5 jaar in Andijk in een huurhuis aan de rand van het dorp. Hij heeft COPD en diabetes. Twee kinderen in het buitenland. Werkzaam geweest als buschauffeur. Nu klein pensioentje. Grootste tijdverdrijf is TV kijken. Wel een auto maar wordt niet gebruikt. Weinig contacten in de buurt en het dorp.
Mevr. Nispen, 79 jaar, getrouwd met dhr. Nispen (77 jaar). Vijf kinderen, die dichtbij wonen. Mevr. Nispen heeft dementie in gevorderd stadium en is thuiswonend. Haar man zorgt voor haar, dit wordt steeds moeilijker. Mevr. Nispen gaat enkele dagen naar de dagopvang. Het echtpaar woont in een koophuis in Andijk Oost. Dhr. Nispen rijdt zelf geen auto en doet alles lopend of op de fiets. Het echtpaar heeft een grote familie en kennissenkring.
Sterk netwerk
Afhankelijk In het hoofdstuk 2 staan de scenario’s per kwadrant uitgewerkt. Hiervoor is gebruik gemaakt van de belangrijkste bevindingen uit het vooronderzoek. In de bijlage is een samenvatting van de bevindingen per thema in factsheets uitgewerkt en worden per thema suggesties gedaan voor het oplossen van knelpunten. In hoofdstuk 3 wordt aangegeven op welke manier de verschillende partijen in Andijk met deze resultaten aan de slag kunnen gaan.
2
2 Vier scenario’s Ieder mens is uniek en uiteraard is het het best om maatwerk te leveren als het gaat om wonen, zorg en welzijn. Om toch een aantal handvatten te kunnen bieden aan de partijen die in Andijk zorg en welzijn aanbieden aan kwetsbare ouderen en chronisch zieken, beschrijven we in dit hoofdstuk een viertal fictieve personen aan de hand van de kenmerken (mate van) zelfredzaamheid en netwerk. Elk van deze vier personen is representant van een van de kwadranten zoals in hoofdstuk 1 is aangegeven. In de beschrijving van de casus worden steeds de domeinen wonen, gezondheid, participatie (meedoen) en mantelzorg meegenomen. Bij het invullen van de overzichten is gebruik gemaakt van alle gegevens die in dit onderzoek inmiddels zijn verzameld (wijkscan, panels, interviews, input klankbordgroep) en die in samenvatting in de factsheets in de bijlage te vinden zijn. Hoewel het om fictieve personen gaat, zullen de kenmerken, wensen, behoeften voor de doelgroep in Andijk herkenbaar zijn. Na de casusbeschrijving worden per kwadrant de volgende zaken aangegeven. Trends Het is belangrijk te weten wat de belangrijke ontwikkelingen zijn voor het betreffende kwadrant in 1 2 Andijk. Oftewel: welke trends zien we in VAAM / wijkscan gegevens en welke belangrijke ervaringen 3 van patiënten kennen we uit eerder (DCB ) onderzoek. Huidige situatie Wat is de huidige situatie van de mensen in dit kwadrant. Waar lopen zij zoal tegen aan, welke knelpunten ervaren zij? Dit zijn zowel generieke als specifieke punten voor het betreffende kwadrant op het gebied van: • Woon- en leefomgeving • Gezondheidszorg • Meedoen (Participatie) • Mantelzorg (indien van toepassing) Ideaalbeeld Door de panelgesprekken, de interviews en de input vanuit de klankbordgroep hebben we een beeld gekregen van de ideale situatie van verschillende typen mensen. Hoe zou zorg, welzijn en wonen idealiter aan hen worden aangeboden? Bij de beschrijving van het ideaalbeeld worden de belangrijkste onderwerpen voor de betreffende persoon belicht. Wat is nodig Tussen het ideaalbeeld en de huidige situatie zitten vaak verschillen. Bij dit onderdeel wordt beschreven wat er nodig is om het verschil tussen de huidige situatie en het gewenste beeld te realiseren.
1
De Vraag Aanbod Analyse Monitor (VAAM) geeft inzicht in de verwachte vraag naar en aanbod van eerstelijnszorg per postcodegebied(en) 2 In de rapportage: ‘Analyse van de regionale zorgvraag’ (februari 2013) zijn deze gegevens bijeengebracht. 3 DCB = Door Cliënten Bekeken. Dit is een methode voor het methode voor het meten en verbeteren van de zorg vanuit het perspectief van de patiënt. De methode wordt met name in de eerstelijn toegepast en is inmiddels door vele zorgaanbieders gebruikt.
3
2.1 De heer Visser: zelfredzaam met een zwak netwerk Casus
De heer Visser is 73 jaar en ongehuwd. Hij heeft geen kinderen en heeft verder weinig contacten. Eigenlijk heeft hij daar ook weinig behoefte aan, hij heeft een sterke voorkeur zich te kunnen richten op de zaken die hij zelf leuk en belangrijk vindt. Wat hem daarbij soms hindert is het feit dat hij diabetes heeft. Daarnaast heeft hij ook reumatische klachten. Hij is altijd tuinder geweest en heeft momenteel als belangrijkste tijdverdrijf het radio zendamateurisme. Daardoor heeft hij veel contacten, maar veelal op grote afstand en uitsluitend via de radio. De heer Visser heeft een computer en gebruikt deze om informatie op te zoeken, te bankieren en af en toe e-mail te sturen. Hij woont in een eigen hoekwoning het centrum van Andijk met volledig bestrate tuin. De woning is goed onderhouden, maar in de toekomst zijn aanpassingen wellicht wel nodig. Hij heeft nog een auto en rijdt daarmee kleine stukjes. Fietsen gaat eigenlijk niet meer vanwege de reuma. Naar het centrum lopen gaat nog wel. Indien nodig belt hij de gemeentetaxi. Bron: fictieve casus vrij naar uitkomsten van de pilot Andijk GEP fase 3
Trends
•
• • •
In de regio Andijk is de verwachte vergrijzing sterker dan voor Nederland als geheel. De grijze druk neemt toe, er zijn per werkende steeds meer niet-werkenden. Andijk kent relatief veel alleenstaande oudere mannen. Het aantal diabetespatiënten neemt in Andijk relatief toe. In Andijk relatief veel mensen met reumatische klachten, en dit neemt in de toekomst nog toe.
Dit impliceert dat aandacht voor de categorie van alleenstaande mannen in toenemende mate van belang zal zijn de komende jaren. Dit kan in samenhang worden beschouwd met de toenemende groep ouderen die langer thuis wil (of misschien wel moet?) blijven wonen met meer zelfstandigheid en ook meer mogelijkheden daarvoor heeft. Bron: VAAM 3.1 Huidige situatie (knelpunten)
Wonen en leefomgeving • De woning moet op korte termijn aangepast, slaapkamer en douche zijn nu niet gelijkvloers. Zorg • Dhr. Visser moet regelmatig voor diabetescontrole naar de huisarts, terwijl meetwaarden zelf rapporteren volgens hem ook zou kunnen. • In geval van een acute zorgvraag, is de HAP in Hoorn ver weg. Meedoen • Het netwerk is klein, wat in de toekomst een probleem kan worden, bijv. als meneer niet meer in staat is om zijn hobby uit te oefenen. Bronnen: onderzoek pilot Andijk GEP fase 3
4
Ideaalbeeld (wensen)
Wonen en leefomgeving • Eenvoudig en snelle manier om woningaanpassingen of verbouwing van eigen woningen te realiseren, hierbij moet zowel vergunningverlening aandacht hebben voor de benodigde aanpassingen als de vlotheid van de procedure. Zorg • •
• •
Mogelijkheid om zelf thuis metingen te doen en daarover aan de zorgverlener te rapporteren. Acute zorg: HAP dichter bij, dan wel makkelijk vervoer ernaartoe, of eerder mogelijkheid tot huisbezoek van de arts van de HAP. Medicatie ophalen bij de huisarts is geen probleem, maar graag thuisbrengen indien nodig (bijv. in de winter). Wekelijks fysiotherapie om de reumaklachten te verlichten.
Meedoen • Eenvoudig regelen van vervoer. • Klusjes in huis. Bron: onderzoek pilot Andijk GEP fase 3 Wat is nodig?
Wonen en leefomgeving • Praktische ondersteuning bij verbouwingen aan eigen woningen om langer thuis blijven wonen mogelijk te maken. Zowel kennis / expertise als goede en vlotte vergunningprocedures zijn hierbij nodig. Kennis kan wellicht vanuit de Grootslag als dienst worden aangeboden. De gang van zaken bij de vergunning kan de gemeente oppakken, geïntegreerd met het beleid rond langer thuis blijven wonen en zorginkoop van die zorg die nu nog AWBZ gefinancierd is, maar dat later niet meer is. • Informatie over (on)mogelijkheden om naar een senioren of aanleunwoning te kunnen verhuizen. • Diensten van de gemeente via het internet beschikbaar maken. Zoals bijv. rijbewijs, paspoort aanvragen. Zorg •
•
• •
Zelfzorg wordt mogelijk gemaakt door het inrichten van ICT voorzieningen. Hierdoor kunnen patiënten, die dat willen, zelf meten en rapporteren, met controle door een POH’er of huisarts. Informatie over de (on)mogelijkheden van huisbezoek van de huisarts van de HAP of de mogelijkheid om met de taxi naar de HAP te gaan. Herhaalmedicatie kan via de computer besteld worden en wordt door de apotheek indien nodig thuisbezorgd. Fysiotherapie blijft betaalbaar en is in Andijk beschikbaar.
Meedoen • Informatie over het inzetten van vrijwilligersdiensten, bijv. via WonenPlus, Wering of de Zonnebloem, zodat deze ingeschakeld kunnen worden als daar behoefte aan bestaat.
5
2.2 Mevrouw van Dijk: zelfredzaam met een sterk netwerk Casus
Mevrouw van Dijk is 86 jaar en weduwe. Ze heeft vier kinderen. Helaas heeft ze last van hartfalen sinds enkele jaren. Daarvoor is ze onder behandeling van het ziekenhuis in Hoorn. Ze is altijd werkzaam geweest als leerkracht en haar grootste tijdverdrijf is nu lezen en het zangkoor. Ze is lid van de PCOB en neemt af en toe deel aan activiteiten. Ze vermaakt zich thuis ook. Ze heeft zelf inmiddels geen auto meer omdat ze zich dat niet meer toevertrouwde. Maar dankzij haar kinderen en inmiddels kleinkinderen, die deels in de buurt wonen, is ze nog altijd in staat zelf te regelen dat ze overal komt waar ze graag naar toe zou willen. Het vergt soms wel een heel ‘geplan’ met de agenda’s van haar drukke kinderen, maar het lukt. Lopen naar de winkels gaat met een rollator nog goed. Mevrouw heeft geen computer en wil dat ook niet. Ze woont in een ruim koophuis in het centrum van Andijk. De woning is grotendeels met hulp van familie al aangepast (alles gelijkvloers). Mevrouw van Dijk heeft voor de hulp in de huishouding een hulp die ze zelf regelt en betaalt. Bron: fictieve casus vrij naar uitkomsten van de pilot Andijk GEP fase 3
Trends
•
In de regio Andijk is de verwachte vergrijzing sterker dan voor Nederland als geheel. De grijze druk neemt toe, er zijn per werkende steeds meer niet-werkenden.
Bron: VAAM 3.1 Huidige situatie (knelpunten)
Wonen • Langer zelfstandig thuis wonen is wenselijk en kan mevrouw van Dijk nu ook met hulp van familie goed regelen, maar ze maakt zich zorgen of dit niet een min of meer gedwongen karakter krijgt. • Het aanbod aan winkels mag absoluut niet verder slinken, want dat zou nog meer autoreizen betekenen en dat is lastig te regelen. Met name non-food is problematisch. Zorg • Het regelmatige bezoek aan het ziekenhuis is lastig te regelen. • Huisbezoek van de huisarts is niet makkelijk. • Het is niet altijd duidelijk wanneer de huisartsenpraktijk dicht is. Meedoen • Het servicepunt van de gemeente gaat wellicht sluiten. • Informatie over activiteiten is niet altijd makkelijk te vinden als je geen computer hebt. • Vervoer naar het zangkoor is soms een probleem. • De druk op de kinderen, die dichtbij wonen, is groot. Het vergt een heel geregel, je kunt ze niet altijd alles vragen. Bronnen: onderzoek pilot Andijk GEP fase 3
Ideaalbeeld (wensen)
Wonen • Geen beeld van ‘gedwongen’ aan het langer thuis blijven wonen laten kleven
6
•
Zorg • • • •
Meer informatie over andere woonvormen en wanneer opname in een verpleeghuis voor mevrouw van Dijk mogelijk is. Meer zorg bij de huisarts in plaats van verder weg zou fijn zijn. Thuisbezorgen van medicatie van de apotheek is erg prettig, dat moet vooral zo blijven. Huisarts op huisbezoek indien nodig. Betere informatie over de openingstijden van de huisartsenpraktijk en hoe de vervanging geregeld is.
Meedoen • Voldoende winkelaanbod aan levensmiddelen en iets meer non-food. • Servicepunt van de gemeente moet blijven. Bron: onderzoek pilot Andijk GEP fase 3 Wat is nodig?
Wonen • Het geheel van diensten en voorzieningen moet zodanig zijn dat het blijft passen bij de wens van mensen om langer thuis te blijven wonen, zonder een gedwongen karakter te krijgen (bijv. door doorgeschoten verschraling van het zorgaanbod of te beperkte aanpassingsmogelijkheden van woningen). • De informatievoorziening over mogelijkheden van aangepast wonen of wanneer opname in een verpleeghuis mogelijk is op maat aanbieden (mondeling, schriftelijk), zodat mensen weten waar ze aan toe zijn. Zorg • Substitutie van de tweede- naar de eerstelijnszorg, zodat zorg dichterbij geleverd kan worden. • Jaarlijks huisbezoek van POH of een andere hulpverlener voor gesprek over zorg en welzijn en eventuele doorverwijzing. • De huisartsenpraktijk heeft door de week ruime openingstijden. De vervanging is in Andijk onderling goed geregeld. Meedoen • Een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor winkeliers. Combinaties van winkels en diensten in gebouwen kunnen helpen de kosten zodanig te houden, dat een aantrekkelijker vestigingsklimaat wordt bereikt. De aantrekkelijkheid van Andijk op alle fronten (winkels, scholen, zorg) kan er tevens aan bijdragen krimp te reduceren, waardoor voorzieningen in de toekomst zekerder blijven. • Het servicepunt van de gemeente laten bestaan, of mogelijk integreren in het wijkteam. • Vervoer binnen Andijk naar activiteiten en verenigingen makkelijk maken en daarover goed informeren. • Vanuit de gemeente informatie en ondersteuning bieden aan kinderen (mantelzorgers).
7
2.3 De heer Bakker: afhankelijk met een zwak netwerk Casus
De heer Bakker is 62 jaar en sinds kort weduwnaar. Hij woont nog niet zo lang in Andijk, zo’n 5 jaar. Hij heeft ernstig COPD en diabetes. Voor zijn COPD wordt hij soms opgenomen in het ziekenhuis. Zijn twee kinderen wonen in het buitenland. Hij is altijd werkzaam geweest als buschauffeur en moet rondkomen met een klein pensioentje. Zijn grootste tijdverdrijf nu is TV kijken. Door de COPD is lopen moeilijk en autorijden vanwege de afhankelijkheid van zuurstof eigenlijk niet meer goed mogelijk. Ook fietsen gaat met moeite. Hij woont aan de rand van Andijk, in een huurhuis van woningcorporatie Grootslag. De buren kent hij niet zo goed en hij ziet maar weinig mensen, al zou hij dat eigenlijk wel graag willen. Mevr. Bakker zorgde altijd voor het huishouden en het eten, dat moet hij nu zelf doen. De heer Bakker is verder geen lid van een ouderenbond, vereniging of kerk, dat kan hij ook niet betalen. Bron: fictieve casus vrij naar uitkomsten van de pilot Andijk GEP fase 3
Trends
Naast eerdergenoemde punten, spelen voor deze casus ook mee: • Een duidelijke grotere toename van het aantal mensen met COPD in Andijk dan in Nederland, maar per 1000 inwoner blijft Andijk wel onder het landelijk beeld liggen. Echter is de sterke verwachte toename relevant voor het zorgaanbod. • Een vergelijkbaar beeld is logischerwijs ook te zien voor het gebruik van medicatie van COPD. Bron: VAAM 3.1
Huidige situatie (knelpunten)
Wonen en leefomgeving • Zo lang mogelijk thuis wonen is wel mooi, maar meneer Bakker ziet grote problemen op zich afkomen gezien zijn verslechterende gezondheid. • Te weinig winkels in Andijk. • Voor aanvragen van bijv. rijbewijs of andere gemeentevoorzieningen naar Wognum. Zorg •
• •
•
•
De huisartsenpraktijk is op woensdagen en tijdens vakanties gesloten. Door de COPD is acute hulp soms nodig, dan is het erg lastig om voor een dichte deur te staan en naar Wervershoof te moeten gaan. Niet alleen is er dan een vervoersprobleem, ook is het vervelend om steeds een andere huisarts te zien. De vertrouwensband wordt gemist. De huisarts komt niet snel op huisbezoek, bijv. de nazorg na een ziekenhuisopname wordt gemist. Overdracht van gegevens tussen ziekenhuis en huisarts kan beter, hij merkt dat de huisarts niet altijd goed op de hoogte is van de behandeling in het ziekenhuis. Dhr. Bakker heeft te maken met veel verschillende zorgverleners. Dat is onprettig. Bijv. omdat hij steeds hetzelfde verhaal moet vertellen en hij tegenstrijdige adviezen krijgt. Dhr. Bakker moet veel medicatie nemen, het is niet altijd
8
•
duidelijk welke effecten de medicatie voor COPD hebben op diabetes. Daar heeft hij soms last van. Het is voor de heer Bakker onduidelijk wanneer hij gebruik kan maken van voorzieningen van de gemeente en of hij daarvoor moet (bij)betalen.
Meedoen • Weinig bekendheid met de activiteiten die er worden georganiseerd in Andijk. • Vervoer: Dhr. Bakker woont afgelegen, rijdt geen/weinig met de auto en heeft een klein netwerk die hem daarbij kunnen helpen. • Moeite met huishouding doen en koken. • Vereenzaming. • Schuldenproblematiek. Bron: onderzoek pilot Andijk GEP fase 3 Ideaalbeeld (wensen)
Wonen en leefomgeving • Mogelijkheid om in het centrum te gaan wonen, dichterbij voorzieningen en diensten. • Gemeentevoorzieningen beschikbaar in Andijk zelf. • Ruimer aanbod aan winkels met betaalbare producten. Zorg •
•
•
• •
Ruimere openingstijden van de huisartsenpraktijk(en), vooral de beperkingen op woensdagen en tijdens vakanties zouden moeten worden weggenomen. Het is wenselijk dat de huisarts meer ruimte heeft of neemt voor het doen van huisbezoek, bijv. na een ziekenhuisopname. De band met de huisarts kan beter op die manier. Verschillende professionals/zorgverleners zijn op de hoogte van de aandoeningen en weten van elkaar wat de afspraken onderling zijn. Betere informatie over gebruik en eventuele bijwerkingen van medicatie. Informatie over de (Wmo) voorzieningen van de gemeente.
Meedoen • Meer contacten met bijv. buren. • Deelname aan activiteiten die bij dhr. Bakker passend zijn. • Regelmatig bezoek van een vrijwilliger om een praatje mee te maken, of iets leuks te ondernemen. • Vervoer. • Huishoudelijke hulp voor een paar uur per week. Bron: onderzoek pilot Andijk GEP fase 3 Wat is nodig?
Wonen en leefomgeving • Levensloopbestendige huurwoningen in het centrum realiseren. • Voldoende plaats in Sorghvliet en de aanleunwoningen. • Servicepunt in Andijk waar de bewoners voor een ruim aanbod
9
aan dienstverlening van de gemeente terechtkunnen, zodat ze niet naar Wognum hoeven te reizen. Zorg •
• • •
Samenwerking tussen de huisartsen in Andijk lijkt te kunnen bijdragen aan een aantal behoeften van die er zijn; huisbezoek, openingstijden, spoedzorg. Informatie over organisatie van de huisartsenpraktijk. Informatie over behandeling van COPD en diabetes. Niet te veel mensen over de vloer: duidelijkheid waar dhr. Bakker terecht kan.
Meedoen • Regelmatig bezoek van een professional of vrijwilliger (bijv. POH, welzijnsmedewerker), zodat er aandacht is voor de verschillende (zorg en welzijn) problemen die dhr. Bakker heeft en die door verschillende partijen opgepakt kunnen worden. Tijdige signalering van problematiek. • Informatie over - de activiteiten die er in Andijk worden georganiseerd - de mogelijke eigen bijdragen Wmo. - mogelijkheden van beroep op ‘potjes’ als je weinig geld hebt, zodat je toch aan activiteiten mee kan doen. • Duidelijkheid over het aanbod van diensten door bijv. WonenPlus, Zonnebloem, andere vrijwilligersorganisaties. • Organiseer een ‘netwerkbijeenkomst’, waarin bekeken wordt wat het netwerk (buren, kennissen, familie) voor dhr. Bakker kan betekenen, maar ook wat dhr. Bakker voor hen kan betekenen. Ook wordt nagegaan bij welke problemen professionele hulp nodig is, kortom: een match maken tussen de vraag en het aanbod. • Indicatie voor huishoudelijke hulp. Dit zorgt ervoor dat dhr. Bakker langer zelfstandig thuis kan blijven wonen, problemen vroegtijdig gesignaleerd worden, andere hulp langer niet nodig is.
10
2.4 Mevr. Nispen: afhankelijk met een sterk netwerk Casus
Mevrouw Nispen is 79 jaar en getrouwd met dhr. Nispen (77 jaar). Samen hebben zij vijf kinderen, die gedeeltelijk in Andijk of nabije omgeving wonen. Mevrouw Nispen heeft dementie in gevorderd stadium en is nu nog thuiswonend. Haar man zorgt dag en nacht voor haar, maar dit wordt steeds moeilijker vol te houden. Dhr. Nispen heeft een casemanager van het DOC team van Geriant. Eigenlijk zou mevr. Nispen naar een verzorgingshuis moeten, maar dat vindt dhr. Nispen nog moeilijk. Er is gelukkig wel dagopvang in Andijk, maar door haar verslechterde situatie kan mevr. Nispen daar niet altijd gebruik meer van maken. Het echtpaar bewoont een koophuis in Andijk Oost waar ze al hun hele leven wonen. Het huis is hard aan renovatie toe en eigenlijk zijn er al lang aanpassingen aan het huis nodig. Het echtpaar heeft geen computer en is afhankelijk van mondelinge of schriftelijke informatie. Dhr. Nispen rijdt zelf geen auto en doet alles lopend of op de fiets. Het echtpaar heeft een grote familie en daarnaast ook een grote kennissenkring in Andijk; toen het nog mogelijk was deden zij beiden veel aan vrijwilligerswerk en organiseerden van allerhande activiteiten. Dhr. Nispen is lid van de alzheimervereniging en de KBO. Bron: fictieve casus vrij naar uitkomsten van de pilot Andijk GEP fase 3
Trends
Zie eerdergenoemde punten Bron: VAAM 3.1
Huidige situatie (knelpunten)
Wonen en leefomgeving • Het huis is hard aan renovatie toe, maar er is geen geld om dit te laten doen. • Weinig winkelaanbod in Andijk zelf. • Mevr. Nispen kan eigenlijk niet meer thuis verzorgd worden: er zijn aanpassingen aan het huis nodig, of zij moet professionele verzorging krijgen. • Het ontbreekt aan informatie over de mogelijkheden die er zijn om mevr. Nispen op te nemen in een verzorgingshuis. • Het servicepunt in Andijk is maar een paar uur per week open en er zijn maar weinig diensten beschikbaar. Je moet dan toch vaker terugkomen. Zorg • • • •
• •
De aandacht van de huisarts gaat vaak alleen uit naar mevr. Nispen en niet naar dhr. Nispen als mantelzorger. Het is lastig om de huisarts op huisbezoek te laten komen, met mevr. Nispen naar de huisarts gaan is een hele toer. De casemanager komt weinig op bezoek. Ook zijn er teveel wisselingen. Mevr. Nispen heeft soms last van de medicatie die zij moet nemen vanwege haar dementie en daarmee samenhangende klachten. De herhaalmedicatie is niet altijd op voorraad. Dhr. Nispen weet niet of en wanneer zij in aanmerking komen
11
voor (Wmo) voorzieningen. Zo heeft hij meer behoefte aan huishoudelijke hulp dan aan hulp die mevr. Nispen in en uit bed haalt, dat doet hij liever zelf. Meedoen/mantelzorg • Het is belangrijk dat er geschikte respijtzorg/dagopvang voor mevr. Nispen in Andijk blijft, anders komt Dhr. Nispen niet of nauwelijks toe aan eigen activiteiten. • De druk op dhr. Nispen wordt erg groot. • Hoewel het netwerk behoorlijk groot is, zijn er toch niet altijd voldoende familieleden/vrienden die kunnen helpen. • Vervoer is een probleem, bijvoorbeeld voor een bezoek aan het gemeentehuis in Wognum. De Wmo-taxi is een optie, maar de wachttijden zijn lang. • Dhr. Nispen vindt het moeilijk om steeds hulp te vragen. • Vervoer is lastig te regelen. • Er is geen lotgenotencontact voor mantelzorgers in Andijk. Bron: onderzoek pilot Andijk GEP fase 3 Ideaalbeeld (wensen)
Wonen en leefomgeving. • Renovatie en aanpassen van de woning. • Mogelijkheid als echtpaar vlak bij het centrum te gaan wonen, dichterbij voorzieningen en diensten. • Informatie over de mogelijkheden van plaatsing van mevrouw Nispen in een verzorgingshuis. Zorg •
• •
•
Het is wenselijk dat de huisarts meer ruimte heeft of neemt voor het doen van huisbezoek. De band met de huisarts kan beter op die manier. Samenwerking tussen beide praktijken zou ook hier wellicht behulpzaam bij kunnen zijn. Meer aandacht voor de gezondheid en het welzijn van dhr. Nispen als mantelzorger. Ruimere openingstijden van de huisartsenpraktijk(en), vooral de beperkingen op woensdagen en tijdens vakanties zouden moeten worden weggenomen. Huishoudelijk hulp in plaats van hulp bij het in bed brengen/uit bed halen.
Meedoen • Respijtzorg goed regelen. • Goede dagopvang open houden. • Mantelzorgondersteuning • Activiteiten speciaal voor mantelzorgers, bijv. een Alzheimercafé in Andijk. • Netwerk optimaal in kunnen zetten, of als dit niet kan meer vrijwilligers. • Vervoer beter regelen. Bron: onderzoek pilot Andijk GEP fase 3
12
Wat is nodig?
Wonen en leefomgeving • Levensloopbestendige woningen in het centrum realiseren • Voldoende plaats in Sorghvliet en de aanleunwoningen, juist ook voor echtparen. • Casemanager kan zorgen voor de informatie over de mogelijkheden van opname in een verzorgingshuis. Eventueel meegaan met een bezoek daarnaartoe. • Servicepunt in Andijk waar de bewoners voor een ruim aanbod aan dienstverlening van de gemeente terechtkunnen, zodat ze niet naar Wognum hoeven te reizen. Mogelijk kan dit ook mobiel aangeboden worden, zodat dit met verschillende dorpskernen gedeeld kan worden. • Voldoende winkelaanbod. Zorg •
• • • •
Samenwerking tussen de huisartsenpraktijken kan bijdragen aan een aantal behoeften van burgers, zoals huisbezoek, openingstijden, spoedzorg. Regelmatig (jaarlijks) een gesprek met apotheker en/of huisarts over gebruik en bijwerkingen van de medicatie. Aanbieden van medicatie in een Bexterrol. Meer continuïteit in het bezoek van de casemanager. De financiële schotten tussen Wmo voorzieningen en AWBZ voorzieningen moeten opgeheven, zodat er sprake is van compenserende indicatiestelling.
Meedoen • Voldoende ondersteuning uit professionele hoek / gemeente voor de mantelzorgers. Vooral voor de mantelzorgers die zelf een kwetsbare oudere dreigen te worden. • Voldoende vrijwilligers, daarvoor is het nodig de krimp te beperken en ontgroening tegen te gaan, waarbij het in stand houden van voorzieningen behulpzaam kunnen zijn. Daarnaast kunnen ook andere manieren van werven ingezet worden, waardoor andere typen (jongere) vrijwilligers zich ook aangesproken voelen. • Angst voor de te grote druk op mantelzorgers of vrijwilligers wegnemen - voldoende respijtzorg - dagopvang - vroegsignalering - inschakelen vrijwilligers.
13
3 Hoe nu verder? De pilot die in Andijk in het kader van het landelijke project ‘Gebiedsgerichte zorg vanuit bewonersperspectief’ (doelgroep kwetsbare ouderen en chronisch zieken) wordt uitgevoerd nadert zijn eindfase. De eerste drie fases van het project waren voornamelijk gericht op het verzamelen van gegevens. In fase vier is getracht om aan de hand van fictieve personen, die allen verschillend zijn wat betreft mate van zelfredzaamheid en netwerk, een aantal scenario’s op te stellen. De scenario’s zijn in hoofdstuk 2 beschreven en bieden handvatten aan gemeente, zorgaanbieders, welzijnsorganisaties en zorgverzekeraar om vraaggericht te werken: waar hebben de kwetsbare ouderen en chronisch zieken in Andijk behoefte aan als het gaat om zorg en welzijn en op welke manier zouden zij deze behoeften graag ingevuld zien.
3.1 Wijknetwerk en proeftuin integrale ouderenzorg Uiteraard staat de pilot niet op zichzelf, maar moet deze in samenhang met allerlei ontwikkelingen en initiatieven die er al in Andijk worden ondernomen beschouwd worden. De gemeente Medemblik heeft een convenant afgesloten met Zorgverzekeraar VGZ en het Zorgkantoor NHN: ‘Wijkgericht werken doe je samen’. Dorpskern Andijk is door de Gemeente aangewezen als voorbeeldgebied om te bezien op welke manier een wijknetwerk kan bijdragen aan betere samenwerking tussen zorg- en welzijnsorganisaties en bewoners dichtbij huis een betere kwaliteit van zorg en ondersteuning kan bieden. Daarnaast wordt er in Andijk speciaal gekeken naar de organisatie en uitvoering van de ouderenzorg. Geconstateerd werd dat veel partijen in zorg en welzijn zich bezighouden met de ouderenzorg. In de proeftuin “integrale ouderenzorg thuis’’ willen de betrokken organisaties beproeven hoe versnippering tegengegaan kan worden en zorg en welzijn aan kwetsbare ouderen planmatig en doelmatig geleverd kan worden. Dit alles met het doel dat mensen zo lang en zo prettig mogelijk thuis kunnen blijven wonen, met ondersteuning op het gebied van zorg en welzijn als dat nodig is. In 2012 en 2013 werden de voorbereidingen voor deze proeftuin getroffen, vanaf 2014 zal de nieuwe werkwijze daadwerkelijk uitgetest worden. Zorgbelang Noord-Holland is in een vroeg stadium betrokken bij deze ontwikkelingen, zodat al tijdens het onderzoek uitkomsten en ervaringen van bewoners zijn meegenomen in de diverse projecten en 4 gedeeld zijn met betrokken organisaties . Dit heeft nu vaak al geleid tot andere inzichten en het besef dat de input (wensen, behoeften, ervaringen) van de mensen waar het om gaat essentieel is bij het vormgeven van (nieuw) beleid. Op deze manier wordt draagvlak verkregen en wordt ervoor gezorgd dat makkelijker gestart kan worden met de implementatie van het beleid.
3.2 Belangrijke aandachtspunten5 De Gemeente Medemblik is vast van plan om het wijkteam tot een succes te maken en juicht de input van het bewonersonderzoek toe. Hierdoor krijgt de werkwijze draagvlak onder de bewoners van Andijk. 4
Gemeente Medemblik, Zorgverzekeraar VGZ, Huisartsen, Omring, Geriant, Wmo, De Wering, WonenPlus, MEE, Wijkteam, Dorpsraad. 5
Er is bij het verwoorden van deze aandachtspunten ook gebruik gemaakt van de notitie: ‘Ouderen over ondersteuning en zorg: Kwaliteitscriteria voor ondersteuning en zorg vanuit ouderenperspectief (met extra aandacht voor kwetsbare ouderen, waaronder migrantenouderen)’ een uitgave ihkv NPO van Zorgbelang Nederland, CSO, Pharos (oktober 2013)
14
Zowel voor het wijkteam als specifiek voor de proeftuin integrale ouderenzorg zal, als het aan de kwetsbare ouderen en chronisch zieken ligt, zeker aandacht moeten zijn voor de volgende onderwerpen: 1. Informatievoorziening Om goede keuzes te kunnen maken en zelf de regie te behouden is duidelijke en toegankelijke informatie essentieel. Vaak wordt door zorgvragers aangegeven dat het hieraan schort, ook in dit onderzoek komt het regelmatig naar voren. Informatie is te ingewikkeld, er is te weinig of juist teveel informatie of het tijdstip waarop de informatie wordt aangeboden is niet juist. Als een onderwerp niet speelt bij iemand, is de informatie niet relevant en beklijft het (nog) niet. Wanneer het aan goede informatievoorziening ontbreekt, veroorzaakt dit onzekerheid bij ouderen, omdat ze niet weten waar ze aan toe zijn. Veel ouderen hebben weliswaar een computer maar nog moeite met het opzoeken van informatie via internet. De gemeente dient hier bij de digitalisering rekening mee te houden: het is belangrijk om ook op andere manieren informatie aangeboden te krijgen. Denk aan huis-aan-huis krant, via de ouderenbonden etc. Daarnaast hebben mensen vaak ook behoefte aan meer persoonlijke informatie: wat betekent de informatie voor hun eigen situatie. Dan is het ook goed dat men bijvoorbeeld via de telefoon of mondeling aanvullende vragen kan blijven stellen. De ‘zender’ van deze informatie kan dan bovendien ook beter nagaan of de informatie goed is begrepen. Informatie over ondersteuning, zorg, welzijn haalt men het liefst via één ‘loket’. De organisaties die betrokken zijn bij het ondersteunen van de ouderen moeten van elkaar weten wat de mogelijkheden in het dorp of de regio zijn. En wat ieders rol en taak daarin is. De gemeente (en specifiek het wijkteam) kan hier op inspelen. 2. Problemen voorkomen Preventie van gezondheidsproblemen is een belangrijk thema. Aandacht hiervoor maakt het mogelijk dat ouderen en chronisch zieken zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. Op het moment dat men te maken krijgt met gezondheidsklachten, is het belangrijk dat er zo snel mogelijk ondersteuning en zorg beschikbaar is om de gevolgen ervan te beperken. Ouderen regelmatig (preventief) thuis laten bezoeken door een POH of een wijkverpleegkundige kan veel gezondheidsproblemen voorkomen. Veel ouderen hebben te maken met gevoelens van eenzaamheid. In Andijk is dat als probleem gesignaleerd en wordt o.a. opgepakt door de Werkgroep Maatschappelijk Sterk. Tijdige signalering van eenzaamheid of andere problematiek is belangrijk om grotere problemen te voorkomen. Vaak kan een huishoudelijk hulp (thuiszorg) hier een rol in spelen. Daarom zou het jammer zijn als men vanwege de bezuinigingen nu juist op deze vorm van hulp minder vaak een beroep kan doen. Ouderen en ouderenorganisaties zelf spelen ook een belangrijke rol in preventieve activiteiten. Met weinig middelen is vaak een enorm potentieel aan preventieve activiteiten te organiseren. Denk aan wandelclubjes, leuke uitjes, organiseren van thuisbezoek etc. Bij het vroegtijdig signaleren van problemen en het bedenken van oplossingen hiervoor is het essentieel dat de oudere beslist wat voor hem of haar de beste oplossing is. Verschillende ouderen zullen verschillende keuzes maken als het gaat over wat zij nodig hebben om hun leven op de beste manier invulling te geven en zo min mogelijk last te hebben van hun beperkingen.
15
3. Zelfstandig wonen Het blijkt dat de meeste ouderen die wij gesproken hebben graag thuis zelfstandig willen blijven wonen. Dat is echter niet in alle gevallen haalbaar of wenselijk meer. Vaak is er sprake van een geleidelijk proces, soms is er sprake van een acute situatie waardoor thuis wonen niet meer gaat. Belangrijke punten bij het thuis kunnen blijven wonen zijn in ieder geval een (betaalbare) aangepaste woning, een sociaal netwerk om op terug te vallen en goede toegang tot ondersteuning en zorg aan huis of dichtbij huis. Een belangrijke factor bij de afweging of thuis wonen nog mogelijk is, is dat een oudere het gevoel heeft dat hij zich thuis op een veilige plek bevindt. Dit kan met de omgeving te maken hebben, maar ook andere zaken kunnen maken dat men zich angstig voelt, zoals moeite met de dag structureren, eenzaamheid en het niet om hulp durven vragen. Op deze zaken zullen professionals en andere betrokkenen alert moeten zijn zodat tijdig actie ondernomen kan worden. Als ouderen niet meer langer thuis kunnen blijven wonen is de beschikbaarheid van aangepaste woningen belangrijk. Ouderen hebben hierin natuurlijk een eigen verantwoordelijkheid: ze moeten tijdig nadenken over mogelijk aanpassingen in het huis, of eventueel verhuizen. Daarbij is o.a. de plek van de woning erg belangrijk: zo dicht mogelijk bij iemands sociale netwerk en zorgondersteuning snel voorhanden. Zorgorganisaties (zoals Sorghvliet) en woningcorporaties kunnen/moeten hierop inspelen. 4. Eigen regie De behoeften die ouderen hebben gaan, naast verzorging en verpleging, vaak over dagelijkse zaken: niet meer zelf kunnen koken, moeite hebben met de stilte in huis en niet meer alleen op pad kunnen gaan. Welzijn blijkt minstens even belangrijk als goede zorg. Naast de wens om zelfstandig te blijven wonen, staat contact met andere mensen vaak boven aan het verlanglijstje. Om erachter te komen wat mensen zelf nog kunnen en willen doen en welke hulp er van professionals of het eigen netwerk nodig is, is het belangrijk om het netwerk in kaart te brengen. Vervolgens kan er in een huiskamergesprek samen met de oudere bekeken worden hoe het sociale netwerk versterkt kan worden en tegelijkertijd de zelfstandigheid en de eigen regie van de oudere vergroot. Deze huiskamergesprekken kunnen door zowel zorgprofessionals als bijv. Wmo consulenten of (opgeleide) vrijwilligers georganiseerd worden. 5. Samenwerking en afstemming Veel ouderen hebben te maken met meer dan één ziekte of beperking. Hierdoor krijgen ze te maken met een groot aantal professionals op het vlak van welzijn en zorg. Daarnaast zijn er vaak ook nog mantelzorgers, vrijwilligers en welzijnsorganisaties betrokken. Kortom, een hele hoop mensen die over de vloer komen. Dit maakt een goede afstemming tussen al deze mensen nodig. En duidelijkheid over bij wie men terecht kan met vragen. Het liefst is er één persoon die de coördinatie op zich neemt, één contactpersoon waar men terecht kan. De mensen in dit onderzoek vinden het erg belangrijk dat dat een vertrouwd persoon is. Zowel voor de proeftuin integrale ouderenzorg thuis als voor het wijkteam zal dit een belangrijk uitgangspunt zijn. 6. Huisartsenzorg De huisarts is het eerste aanspreekpunt bij gezondheidsproblemen. Dan is het uiteraard wel van essentieel belang dat de huisarts goed bereikbaar en toegankelijk is, zeker voor kwetsbare ouderen en chronisch zieken, die vaak regelmatig met de huisarts in contact komen. De huisarts moet telefonisch goed bereikbaar zijn, ruime openingstijden hanteren en bij afwezigheid moet de vervanging goed geregeld zijn.
16
Informatie over de bereikbaarheid en openingstijden moet goed gecommuniceerd worden, zodat men niet het risico loopt voor een dichte deur te komen staan. Voor ouderen die minder mobiel zijn is een huisartsenpraktijk dicht in de buurt belangrijk, zodat ze er nog zo lang mogelijk zelf naar toe kunnen gaan. Is dat niet meer mogelijk dan is het goed als de huisarts op huisbezoek kan komen. Bij acute gezondheidsproblemen is het belangrijk dat er snel gehandeld wordt. Overdag moet de huisarts in spoedgevallen snel opgeroepen kunnen worden. Buiten kantoortijden en in het weekend is men in Andijk aangewezen op de huisartsenpost (HAP) in Hoorn. Dat is voor sommige mensen best een eind weg, vooral als ze geen eigen vervoer hebben en/of over een klein netwerk beschikken zodat ze daarnaartoe gebracht kunnen worden. Bij niet iedereen is het bekend dat je eventueel naar de HAP gebracht kan worden met de taxi. Mensen in Andijk klagen niet snel, ze zullen niet snel om hulp vragen. De triagist (telefonist opgeleid om de zorgvraag te beoordelen op urgentie en aan te geven wat het vervolgtraject zal zijn) van de HAP zal hier rekening mee moeten houden. Veel mensen uit het onderzoek gaven aan het persoonlijk contact met de huisartsenpraktijk te missen. Ze hebben het gevoel dat dit er vroeger wel was. De huisarts kende het gezin en wist wat er speelde. Specifiek wordt genoemd dat er onvoldoende nazorg is na een ziekenhuisopname of een ernstige ziekte thuis. 7. Mantelzorg De positie van de mantelzorger dient extra aandacht te krijgen. De mantelzorger die intensief voor zijn/haar partner zorgt raakt vaak geleidelijk aan overbelast. De druk op deze mantelzorgers is groot, zij zijn de spil in een groot netwerk van hulpverlening en als zij wegvallen stort het netwerk in. Het aanbieden van vormen van respijtzorg is belangrijk. Speciaal kan hier de dagopvang genoemd worden. Het openhouden en financieel mogelijk maken van het gebruiken van de dagopvang in Andijk (Sorghvliet, Zorgboerderij de Tulp) is voor veel mantelzorgers essentieel om hun taken vol te kunnen blijven houden. Een belangrijk aandachtspunt is de informatievoorziening. Mantelzorgers weten vaak niet waar je naar toe kan met je vragen, zeker bij een complexe zorgsituatie. Ze hebben het idee van het kastje naar de muur gestuurd te worden. Goede ondersteuning van de mantelzorgers is essentieel. Let hierbij vooral op die mantelzorgers die de zorg hebben voor iemand met een complex ziektebeeld, zoals dementie. Deze mantelzorgers zijn vaak ouder en dreigen zelf kwetsbaar te worden. De ondersteuning kan geboden worden door het steunpunt mantelzorg, via ouderenbonden e.d. Maar ook het wijkteam kan hier een rol in spelen. Soms kan lotgenotencontact ook helpen. Enkele mantelzorgers in dit onderzoek gaven aan dat zij behoefte hadden aan een soort ‘buddy’, iemand die hen kan helpen bij al het uitzoek- en regelwerk. Met name voor mantelzorgers die zelf nog in het arbeidsproces zitten kan dit een uitkomst zijn. Veelvuldig is ook aangegeven dat er veel behoefte is aan huishoudelijke hulp. Door een paar uurtjes hulp per week kan een mantelzorger het vaak langer volhouden en kan opname voorkomen worden. Deze hulp wordt soms meer gewenst dan persoonlijke verzorging, zoals bijvoorbeeld hulp bij het in/uit bed gaan. Dit kan de mantelzorger in veel gevallen zelf nog goed doen en bovendien komt de hulp vaak op wisselende tijden waardoor het sociale leven van de oudere en mantelzorger ontregeld wordt. Het vervelende is dat deze voorzieningen uit verschillende potjes (Wmo en AWBZ) betaald worden en onderling niet uitwisselbaar zijn. Het slechten van deze schotten, voorzieningen naar behoefte leveren, is waar deze mensen behoefte aan hebben.
17
8. Vrijwilligersbeleid In Andijk zijn er veel vrijwilligers actief om activiteiten te organiseren voor ouderen, klusjes in en om het huis te doen, vervoer te regelen, te helpen bij de administratie en dergelijke. Er wordt wel aangegeven dat het steeds moeilijker wordt om vrijwilligers te werven. De gemeente zal hierop moeten inspelen, door nieuwe vormen van werving te ontwikkelen. Hierdoor zullen wellicht andere typen vrijwilligers aangetrokken kunnen worden. Daarnaast zal er in de Gemeente een discussie gevoerd moeten worden over de inhoud van het vrijwilligersbeleid. Wat kan je hen nog wel en niet vragen. Ook op het gebied van zorgtaken wordt er namelijk steeds meer van vrijwilligers gevraagd. Waar ligt dan de grens? Veel ouderen vinden die in ieder geval liggen bij de persoonlijke verzorging, die zou door een professional gedaan moeten worden.
3.3 Slotbijeenkomst In het voorjaar van 2014 zullen de organisaties die aan dit onderzoek meegewerkt hebben en betrokken zijn bij de uitvoering van zorg en welzijn in Andijk door Zorgbelang en de klankbordgroep uitgenodigd worden voor een slotbijeenkomst. Tijdens deze bijeenkomst zullen de uitkomsten, ideeën en suggesties zoals die in dit rapport verwoord zijn besproken worden. Het is natuurlijk de bedoeling dat de input van de kwetsbare ouderen en chronisch zieken leidt tot concrete acties en niet ongebruikt in de la verdwijnt. Niet alleen dát de knelpunten worden opgepakt is belangrijk, maar ook wie deze als zijn verantwoordelijkheid ziet en wie daarin welke taak heeft. Hierover zullen zo mogelijk afspraken gemaakt worden. Bij het monitoren, toetsen van de werkwijze (bijv. door het wijkteam, proeftuin integrale ouderenzorg) wil de klankbordgroep namens de doelgroepen graag betrokken blijven: heeft de aanpak het gewenste effect, wat loopt er goed, wat kan er beter?
18
4 Bijlage: Factsheets per thema In hoofdstuk 2 werden knelpunten gekoppeld aan fictieve personen, op basis van de kenmerken ‘zelfredzaamheid’ en ‘netwerk’. Door personen te beschrijven kan je je beter voorstellen tegen welke problemen en knelpunten zij aanlopen, welke wensen zij hebben en welke mogelijke oplossingen voor dit type persoon aangereikt kunnen worden. Bij de beschrijvingen is gebruik gemaakt van de factsheets die per thema (woon- en leefomgeving, gezondheidszorg, participatie, mantelzorg) zijn uitgewerkt. Ze bevatten een samenvatting van de in het onderzoek verzamelde gegevens en tevens een aantal mogelijke suggesties/ideeën om knelpunten die rond het betreffende thema voor de doelgroep in Andijk spelen op te lossen.
4.1 Woon- en leefomgeving Doelgroepkenmerken
Hieronder staan de belangrijkste bevindingen uit de analyse van de regionale zorgvraag, die relevant zijn voor keuzes ten aanzien van wonen in de regio. •
• • •
Belangrijkste uitkomsten aanvullend onderzoek
Hieronder staan de belangrijkste bevindingen uit het aanvullend onderzoek die van belang zijn voor het maken van keuzes op het gebied van wonen in de regio. •
•
Suggesties / ideeën
In de regio Andijk is de verwachte vergrijzing sterker dan voor Nederland als geheel. De grijze druk neemt toe, er zijn per werkende steeds meer niet-werkenden. Na 2025 wordt bevolkingskrimp voorzien. Andijk kent relatief veel alleenstaande oudere mannen. Andijk kent relatief veel 65+ ers met een laag inkomen.
Mensen geven aan graag zo lang mogelijk thuis te willen blijven wonen. Daarvoor is er behoefte aan: o meer levensloopbestendige woningen in het centrum, o meer plaats in aanleunwoningen bij Sorghvliet, o uitgebreider servicepunt van de gemeente, o betere vervoersvoorzieningen, Er leeft ook zorg over gedwongen langer thuis blijven wonen, dit kan in verband worden gezien met mantelzorg (zie factsheet mantelzorg).
Hieronder staan mogelijke en passende ideeën en suggesties voor het anticiperen op en bieden van oplossingen voor omstandigheden en knelpunten in de regio, die samenhangen met de woon en leefomgeving. Woningen • Aanpassingen in woningen die langer thuis wonen vergemakkelijken of mogelijk maken zijn nodig, zowel in de huur als in de koop sector. Een scenario kan zijn dat hierbij
19
•
meer aandacht naar de aanleunwoningen gaat, maar een scenario kan ook zijn dat er meer aandacht naar de overige woningen, vooral in / rond het centrum uitgaat. Door de huidige politieke ontwikkelingen is de toekomst van verzorgingshuis Sorghvliet onzeker. Mensen met ZZP 1,2,3, kunnen er in principe niet meer terecht. Maar wellicht kunnen er meer woningen met zorgondersteuning te huur aangeboden worden.
Vervoer en voorzieningen • Voor het vervoersprobleem zijn meerdere scenario’s denkbaar. Er kan gedacht worden aan het niet verder verlagen van de Valys-kilometers en het verstevigen en onder de aandacht brengen van de diensten van bijv. WonenPlus. Informatie over deze diensten kan beter. • Als we dit probleem bekijken in samenhang met de opmerkingen over voorzieningen en de service van de gemeente, lijkt een logischer scenario om bepaalde voorzieningen en diensten mobiel te organiseren en zodoende dus naar de mensen toe te brengen. Dat zijn bovendien voorzieningen en diensten die op die manier gedeeld kunnen worden met meerdere dorpskernen. Ook de functionaliteit van winkels kan verhoogd worden door bijvoorbeeld een loket van de gemeenten hieraan te verbinden zou een mogelijkheid kunnen zijn.
20
4.2 Gezondheidszorg Doelgroepkenmerken
Hieronder staan de belangrijkste bevindingen uit de analyse van de regionale zorgvraag, die relevant zijn voor keuzes ten aanzien van de (organisatie van) de zorg in de regio. 6
Chronisch zieken : • 2015: algemeen toename zorgvraag huisartsenzorg (> gemiddeld Nederland) • 2015: toename zorgvraag chronisch zieken huisartsen (> gemiddeld Nld)/ Diabetes, COPD, CVRN en Hartfalen. • 2015: toename psychische en sociale problemen (> gemiddeld Nld).
Gegevens uit DCB benchmark
Kwetsbare ouderen: • 2015: algemeen toename zorgvraag huisartsenzorg (> gemiddeld Nld) • Tot 2025: dubbele vergrijzing. • 2020: aantal 65+ > aantal 20-. • Relatief lager inkomen. • Aantal mannelijk alleenstaande huishoudens relatief hoger. • Eenzaamheid (matig 35%; ernstig 8%) • Overgewicht (62 %) Hieronder staan de belangrijkste patiëntervaringen uit DCB gegevens die blijken uit de landelijke benchmark en specialisatie op gelijksoortige regio’s als de betrokken. Chronisch zieken • Aandachtspunten huisartsen: toegankelijke zorg, effectieve zorg en openingstijden. • Aandachtspunten eerstelijn: toegankelijke zorg, effectieve zorg, service en telefonische bereikbaarheid. • Aandachtspunten apotheek: informatievoorziening, samenwerking en privacy Kwetsbare ouderen • Aandachtspunten huisartsen: Toegankelijke zorg, effectieve zorg en openingstijden. • Aandachtspunten eerstelijn: Toegankelijke zorg, effectieve zorg en service. • Aandachtspunten apotheek: informatievoorziening, samenwerking en privacy.
Belangrijkste uitkomsten aanvullend onderzoek
Hieronder staan de belangrijkste bevindingen uit het aanvullend onderzoek die van belang zijn voor het maken van keuzes op het gebied van de (organisatie van de) zorg in de regio. • Gebrek aan samenwerking huisartsenpraktijken.
6
Door de toename van het aantal kwetsbare ouderen en chronisch zieken, zal ook het aantal mantelzorgers toenemen. Hier zal in het beleid rekening mee gehouden moeten worden.
21
• • • • • • •
•
Suggesties / ideeën
Openingstijden huisartsenpraktijk. Afspraken waarneming onvoldoende (continuïteit van zorg) Behoefte uitbreiding zorg chronisch zieken door huisartsenpraktijk. Behoefte aan meer mogelijkheden zelfmetingen. Behoefte meer mogelijkheden huisbezoek (huisarts, POH). Acute zorg: probleem bereikbaarheid HAP. Medicijnverstrekking: handhaven bezorgdienst en/of ophaalpunt huisartsen (mits openingstijden verruimd worden). Medicijnverstrekking: herhaalrecepten ouderwets kunnen blijven aanvragen.
Hieronder staan mogelijke en passende ideeën en suggesties voor het anticiperen op en bieden van oplossingen voor omstandigheden en knelpunten in de regio, die samenhangen met de (organisatie van de) gezondheidszorg. Continuïteit van huisartsenzorg • Afspraken over waarneming bv. door te gaan werken met één huisartsenpraktijk. • Uitbreiding capaciteit. Toegankelijkheid van huisartsenzorg • Verruiming openingstijden. • Verruiming mogelijkheden huisbezoek door (extra) inzet POH of wijkverpleegkundige. Inhoud van huisartsenzorg • Vergroten deskundigheid psychische problematiek voor ouderen. Medicijnverstrekking • Verruiming openingstijden afhaalpunt. • Afgesloten kastjes in plaatselijke supermarkt of dorpshuis. Acute zorg • Oplossen autoafhankelijkheid: vrijwilligers werven voor vervoer. • Verruiming openingstijden huisartsen praktijk.
22
4.3 Participatie Doelgroepkenmerken
Hieronder staan de belangrijkste bevindingen uit de analyse van de regionale zorgvraag, die relevant zijn voor keuzes ten aanzien van participatie in de regio. • • • • • •
Belangrijkste uitkomsten aanvullend onderzoek
Hieronder staan de belangrijkste bevindingen uit het aanvullend onderzoek die van belang zijn voor het maken van keuzes op het gebied van participatie in de regio. • • • • •
Suggesties / ideeën
Dubbele vergrijzing 2020: 65+> 20Lage inkomens Hoge autoafhankelijkheid Eenzaamheid (8 op de 10) Gezondheidsproblemen (mobiliteit, sensorisch, psychisch)
Lage inkomens belemmert participatie Mogelijkheden voor financiering onvoldoende bekend. Behoud fitnessmogelijkheden: bv. seniorenfitness, zwembad Kinderen trekken weg. Vrijwilligers genoeg voor lopende zaken.
Hieronder staan mogelijke en passende ideeën en suggesties voor het anticiperen op en bieden van oplossingen voor omstandigheden en knelpunten in de regio, die samenhangen met participatie. Inzet vrijwilligers • Actief (wervings)beleid van (nieuwe typen, jongere) vrijwilligers gericht op continuïteit. • Discussie over inhoud (zorg)vrijwilligersbeleid: wat kun je van hen vragen, wat niet. • Bij elkaar brengen vraag en aanbod van vrijwilligers. Onderzoek ook initiatieven als www.miess.nl, www.wehelpen.nl, www.buuv.nl, www.bolster.cc, Activiteiten voor kwetsbare ouderen • Actieve ondersteuning vanuit gemeente voor behoud van de activiteiten die voor de kwetsbare ouderen georganiseerd worden. • Behoud van fitness, zwembad. Financiële belemmeringen: • Bekendheid vergroten met mogelijke ‘potjes’. Eenzaamheid • Vroegsignalering van eenzaamheid bij kwetsbare ouderen (bijv. door frequent huisbezoek) en actieve inzet van vrijwilligers.
23
4.4 Mantelzorg Doelgroepkenmerken
Hieronder staan de belangrijkste bevindingen uit de analyse van de regionale zorgvraag, die relevant zijn voor keuzes ten aanzien van mantelzorg in de regio. •
•
Belangrijkste uitkomsten aanvullend onderzoek
Hieronder staan de belangrijkste bevindingen uit het aanvullend onderzoek die van belang zijn voor het maken van keuzes op het gebied van mantelzorg in de regio. •
•
• • •
Suggesties/ ideeën
In de regio Andijk is de verwachte vergrijzing sterker dan voor Nederland als geheel. De grijze druk neemt toe, er zijn per werkende steeds meer niet-werkenden. Andijk kent relatief veel alleenstaande oudere mannen.
De druk op mantelzorgers is groot, vooral bij een complex zorgbeeld, waarbij de mantelzorger de spil vormt in het netwerk Er is bij mantelzorgers veel onduidelijkheid over waar je voor wat moet zijn, dat gaat dan zowel over zorg, ondersteuning, respijtzorg De communicatie tussen zorgverleners en mantelzorgers verdient verbetering Problemen met het combineren van werk en bieden van mantelzorg Er is angst dat de gemeenten er te veel van uit gaat dat de mantelzorger veel kan doen, hier zitten grenzen aan.
Hieronder staan mogelijke en passende ideeën en suggesties voor het anticiperen op en bieden van oplossingen voor omstandigheden en knelpunten in de regio, die samenhangen met mantelzorg. Communicatie • Om de onduidelijkheid over waar iemand met wat precies terecht kan te verminderen, kan aan diverse manieren worden gedacht ter verbetering van de informatievoorziening, bijv. informatie in wachtkamers, in het huis-aan-huis-blaadje, bij gemeentelijk service punt. • De communicatie tussen instanties en de mantelzorger en instanties onderling, is vanuit patiëntenperspectief een punt voor verbetering. Methoden die daarbij kunnen helpen zijn het werken met integraal zorgplan, PGD, realiseren van heldere ketenafspraken tussen zorgverleners / instanties Respijtzorg en mantelzorgondersteuning • Is er voldoende aanbod aan respijtzorg en
24
•
•
•
mantelzorgondersteuning en hoe wordt dit aan betrokkenen gecommuniceerd? Informatie kan via genoemde kanalen. Een voldoende aanbod, groeiend gelet op de stijgende verwachtingen t.a.v. de mantelzorger is nodig. Idem voor mantelzorgondersteuning. Belangrijk in dit kader is ook een vroegtijdige signalering van overbelasting (m.n. van de mantelzorgers die voor iemand zorgen met een complex ziektebeeld zoals dementie). Organiseer een ‘netwerkbijeenkomst’, waarin bekeken wordt wat het netwerk (buren, kennissen, familie) kan betekenen, maar ook wat de cliënt en de mantelzorger zelf kunnen betekenen voor de ander. Ook wordt nagegaan bij welke problemen professionele hulp nodig is, kortom: een match maken tussen de vraag en het aanbod. Zie ook: www.zorgbelang-noordholland.nl/netwerkondersteuning Indien de financiële middelen niet toereikend zijn, kan huishoudelijke hulp vaak veel verlichting brengen voor de mantelzorger, zodat hij minder snel overbelast raakt. Met name wanneer de mantelzorger nog in het arbeidsproces zit, kan dit zeer behulpzaam zijn.
25
Zorgbelang Noord-Holland: bondgenoot van zorgvragers Zorgbelang Noord-Holland is bondgenoot van iedereen die in onze provincie gebruik maakt van zorg. Wij maken ons sterk voor een betere kwaliteit van de zorg en zetten ons in voor meer zelfregie en inspraak van patiënten en cliënten. Hiervoor gebruiken wij de ervaringen van zorgvragers en werken wij samen met patiëntenvertegenwoordigers. Iedereen met een vraag, klacht of melding over de zorg kan gratis bij ons terecht. Wij zijn onafhankelijk van zorginstellingen en zorgverzekeraars en behartigen uitsluitend de belangen van de zorgvragers. Kijk voor meer informatie op onze website: www.zorgbelang-noordholland.nl.
Zorgbelang Noord-Holland Schipholpoort 48 2034 MB Haarlem (023) 530 00 00
[email protected] www.zorgbelang-noordholland.nl Volg ons op Twitter: @ZorgbelangNH
Colofon Uitgave: Zorgbelang Noord-Holland Auteur: Nicola Offergelt, Zorgbelang Noord-Holland (i.s.m. NPCF en Zorgbelang Nederland) Datum uitgifte: januari 2014