TOEKOMSTIGE PARKEERSITUATIE CENTRUMGEBIED PAPENDRECHT I. Inleiding Over de parkeersituatie die in het nieuwe centrumgebied zal ontstaan en de oplossing daarvan bestaat binnen de gemeenteraad in de huidige samenstelling nog geen breed gedragen raadsstandpunt. Deze notitie is bedoeld om tot een besluit te komen over de wijze waarop de toekomstige parkeersituatie zal worden opgelost. Daarbij draait het om de vraag of - en zo ja, hoe - er regulerend zal worden opgetreden. II. Besluitvorming tot heden toe In de vergadering van de Thema Commissie Centrum d.d. 28 oktober 2004 is een volledig overzicht van de met betrekking tot parkeren genomen besluiten ter kennisneming aangeboden. Die besluiten worden hier niet nog een keer herhaald, maar het belangrijkste wordt toch nog een keer genoemd. Raadsbesluit d.d. 19 juli 2001, nummer 9142. Een deel van het raadsbesluit wordt hier (cursief) letterlijk geciteerd: gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 juli 2001, nummer 52; besluit 1.
Het Masterplan Centrum 2000 (stedenbouwkundig concept) d.d. juni 2001 met bijbehorend bouwprogramma vast te stellen en dit te gebruiken als basis voor het te maken bestemmingsplan;
7.
Er nota van te nemen dat bij de financiële opzet rekening is gehouden met het invoeren van betaald parkeren in het centrumgebied;
In de bij de plannen behorende exploitatieopzet voor het totale centrumplan, waaraan in punt 7 van het raadsbesluit wordt gerefereerd, wordt rekening gehouden met een bijdrage van 2,5 miljoen gulden vanuit de verwachte opbrengsten van betaald parkeren op straat. Op basis van dit raadsbesluit en het later vastgestelde bestemmingsplan is bij de ambtelijke vervolgacties steeds uitgegaan van twee openbare parkeergarages en parkeerregulering in het centrumgebied door middel van vergunningparkeren en betaald parkeren. Nu blijkt dat een deel van de gemeenteraad niet van betaald parkeren uitgaat. III. Onderzoeken naar parkeerbehoefte Om een zogenaamde parkeerbalans op te kunnen maken zijn binnen de planvorming voor het nieuwe centrum de aanwezige en toekomstige functies binnen het gebied in omvang geïnventariseerd: aantal/ soort woningen, bruto vloeroppervlak winkels, kantoren, horeca en overige functies. De parkeerbehoefte in aantallen parkeerplaatsen per functie, gesplitst in bezoek en werken, is berekend met behulp van landelijk aanvaarde parkeerkengetallen en parkeernormen. Een dergelijk onderzoek is driemaal uitgevoerd. In eerste instantie door het verkeerskundig adviesbureau Goudappel Coffeng in het rapport 'Verkeerskundige toetsing Masterplan Centrum'. Dit onderzoek is in 2000 uitgevoerd en heeft als grondslag gediend voor onder andere de gehanteerde parkeerbehoefte in het Masterplan Centrum 2000. Het rapport van Goudappel Coffeng is officieel gepubliceerd op 25 juni 2001. Op basis van dit onderzoek wordt in het Masterplan (waarin ook naar het onderzoek wordt verwezen) uitgegaan van een benodigd aantal parkeerplaatsen binnen het onderzochte gebied van 1.814. Over dat aantal is ook gecommuniceerd met de ondernemers. In 2001 is dit onderzoek getoetst en geactualiseerd door adviesbureau ABCD uit Dordrecht (publicatie mei 2002). De conclusie van dit onderzoek luidt dat een aantal van ruim 1.800 parkeerplaatsen binnen het nieuwe centrumgebied reëel is. Recent (november 2004) heeft ook het adviesbureau Ruimtelijk Beleid Ontwikkeling en Inrichting (RBOI), dat nauw bij de ontwikkeling van de centrumplannen is betrokken, nog een aantal berekeningen voor het gebied uitgevoerd, waarbij de nieuwste kengetallen en recente onderzoeken naar parkeerbehoeften rond diverse vormen van winkels betrokken zijn. In het rapport "Papendrecht, dynamische parkeerbalans voor auto's en fietsen" d.d. 2 december 2004 is ook een aantal varianten opgenomen. Het rapport is basis voor de voor u liggende notitie en is als bijlage bijgevoegd. In deze notitie wordt nog niet ingegaan op de toekomstige stallingmogelijkheden voor fietsen; dat volgt in een later stadium.
TOEKOMSTIGE PARKEERSITUATIE CENTRUMGEBIED PAPENDRECHT
Pagina 1
IV. Parkeersituatie in nieuw centrum Uitgaande van de meest recente onderzoeksgegevens van RBOI wordt in deze notitie gekeken naar de situatie die in het nieuwe centrumgebied ontstaat en de mogelijkheden die er zijn om dit in goede banen te leiden. a. Gebiedsbepaling RBOI heeft zich tot het zuivere centrumgebied beperkt. De schil rond dit gebied wordt wel genoemd (de wenselijkheid om daar het parkeren te reguleren), maar is niet betrokken in het cijfermateriaal. Goudappel Coffeng en ABCD gaan uit van het centrumgebied met schil; vandaar dat in die rapporten hogere aantallen plaatsen voorkomen dan bij RBOI. b. Toekomstige beschikbaarheid parkeerplaatsen Uitgaande van de plannen zoals die er medio november 2004 lagen, zijn er in het toekomstige centrumgebied de volgende parkeerplaatsen beschikbaar: Locatie
bezoekers
Markt P.C. Hooftlaan Schooldwarsstraat Eilandstraat terrein Bas van der Heijden Muilwijckstraat Oude Veer Pontonniersweg Subtotaal exclusief garages
50 57 14 20 25 166
bewoners/ personeel 46 124 30 50 50 300
Garage De Meent Garage Overtoom
367 165
190 -
Totaal
698
490
Exclusief de garages komen er dus 466 parkeerplaatsen voor bezoekers, bewoners en personeel beschikbaar, inclusief garages is dat aantal 1.188. Een deel van de bewonersparkeerplaatsen zijn verkochte plaatsen in de parkeergarages c. Toekomstige behoefte aan parkeerplaatsen bij betaald parkeren Door RBOI is een raming gemaakt van de aantallen parkeerplaatsen die na het gereedkomen van de centrumplannen nodig zijn. Allereerst zullen we die bekijken ervan uitgaande dat er betaald parkeren wordt ingevoerd. Er is uitgegaan van invoering van betaald parkeren in het totale centrumgebied, met de volgende kenmerken: - betaald parkeren tegen een tariefstelling die op alle parkeergelegenheid dezelfde is. Dit betekent dat men geen omrijdbewegingen maakt om een goedkopere parkeerplaats te vinden; - een ‘waterdichte’ schil om het centrum. Dit betekent dat in de omliggende woonwijken niet geparkeerd zal worden door centrumbezoekers als gevolg van een systeem van belanghebbendenparkeren (bijvoorbeeld door middel van parkeervergunningen); - er vindt geen verschuiving plaats in de concurrentieverhoudingen met andere winkelcentra. Wanneer er aldus rekening gehouden wordt met betaald parkeren en ook met meervoudig gebruik van plaatsen, dan zijn er volgens de berekeningen van RBOI 1.076 plaatsen nodig. In relatie tot de beschikbare 1.188 plaatsen kan dus worden geconcludeerd dat de parkeerbalans dan in evenwicht is. Dan wordt echter uitgegaan van 100% bezetting tijdens de piekbelasting. Gebruikelijk is een marge in te bouwen van 5%. Een bezetting van 100% betekent in de praktijk wachtende auto's en zoekverkeer, op zoek naar vrije parkeerplaatsen. In vergelijkbare gevallen wordt vaak uitgegaan van een situatie waarbij een bezetting van 95% als vol beschouwd wordt. Indien hier van uitgegaan wordt, bedraagt de maximale behoefte 1.133 parkeerplaatsen, maar is de parkeerbalans nog steeds in evenwicht.
TOEKOMSTIGE PARKEERSITUATIE CENTRUMGEBIED PAPENDRECHT
Pagina 2
Geconcludeerd kan worden dat de parkeergarages nodig zijn om voldoende parkeercapaciteit in het centrumgebied te krijgen. d. Toekomstige behoefte aan parkeerplaatsen bij niet-betaald parkeren De gebouwde parkeervoorzieningen in het centrum van Papendrecht (Meent, Overtoom) zijn met name bedoeld voor bezoekers. Parkeerruimte voor de werkenden is in de plannen beschikbaar aan de rand van het centrum. Door het invoeren van betaald parkeren in combinatie met belanghebbendenparkeren wordt hierop gestuurd. Bij een vrije parkeersituatie, dus zonder betaald parkeren, valt dit sturingsmiddel weg. Een belangrijk punt bij gratis parkeren is dat het uiterst moeilijk wordt om het personeel (langparkeerders) uit het centrum te weren. Dat heeft zeer concrete gevolgen voor de beschikbaarheid van parkeerruimte voor bezoekers en daarmee voor de aantrekkingskracht van het centrumgebied. De totale parkeervraag van personeel bedraagt circa 250 parkeerplaatsen op de daarvoor geldende piek (werkdag overdag). Op de koopavond gaat het om circa 150 parkeerplaatsen, op zaterdag om circa 140 parkeerplaatsen. In de dynamische parkeerbalans is uitgegaan van een aanbod aan parkeerplaatsen voor personeel op de terreinen aan de rand van het centrum. Bij een situatie van gratis parkeren zal een belangrijk deel van deze parkeervraag zich op de Meent en Overtoom richten. Personeel komt relatief vroeg (een belangrijk deel voor 9.00 uur ’s ochtends) en parkeert voor lange tijd. Hierdoor houdt het personeel langdurig de kwalitatief goede parkeerplaatsen bezet die idealiter voor bezoekers beschikbaar zouden moeten zijn. Die plaatsen zijn ook niet of nauwelijks beschikbaar voor meervoudig gebruik. Bij gratis parkeren kan dan nog worden gedacht aan invoering van een parkeerschijfzone (blauwe zone). Geopperd is om in het gehele centrumgebied te werken met parkeerschijfzones met een maximum parkeerduur van een half uur, zoals nu het geval is op de Veerweg. Bij korte tijden (bv. een half uur) is het lastig controleren. Je moet de parkeerschijf instellen op het eerstvolgende halve of hele uur. Bij een half uur kun je dus bijna een uur staan. Uit de praktijk blijkt dat parkeerschijven vaak worden verdraaid ("de schijven draaien, maar de wielen niet"). Bovendien is het legaal om de auto een plaats te verzetten en dan weer de toegestane tijd te blijven staan. Tenslotte is het niet aantrekkelijk om een parkeerzone met een maximale parkeerduur van een half uur in te stellen, omdat daarmee langere bezoeken aan het winkelcentrum nagenoeg worden uitgesloten. De winkeliers zullen dit niet accepteren. Een langere parkeerduur maakt het regulerend effect van de parkeerschijfzone geringer. Parkeerschijfzones werken alleen bij strikte handhaving. In het geval van Papendrecht zou er gedurende ongeveer 73 uur per week parkeerregulering plaats moeten hebben. Strikte handhaving betekent een permanente controle. Om in het gehele gebied permanent 1 opsporingsambtenaar te hebben, betekent dit 2 x 36 uur personeelsinzet per week. Daarbij is geen rekening gehouden met vakantie en vrije dagen. Dit betekent een aanzienlijke kostenpost op jaarbasis. Vooralsnog staan daar geen inkomsten tegenover; immers de boetes die de opsporingsambtenaar oplegt komen ten goede van het Ministerie van Justitie Het niet invoeren van betaald parkeren zal van invloed zijn op de vervoerskeuze van het publiek, maar ook van het personeel. Daarnaast is het lastig uit te leggen aan bewoners van de nieuwe woningen in het centrumgebied en de schil daaromheen, dat zij voor ongeveer € 20.000 een parkeerplaats moeten kopen, terwijl anderen hun auto gratis kunnen parkeren. Bovendien zullen de 24 parkeerplaatsen in de nieuwe parkeergarage bij Stolpe Hove aan de Badhuisstraat dan ook nagenoeg onverhuurbaar zijn. Uit het bovenstaande kan geconcludeerd worden dat bij een situatie van gratis parkeren het personeel een aanzienlijk deel van de kwalitatief goede parkeervoorzieningen aan Meent en Overtoom bezet houdt, dat eigenlijk voor bezoekers bedoeld is. Op normale dagen zal dit overlast voor en irritatie bij bezoekers opleveren. Op de piekmomenten (zaterdag en koopavond, wanneer de vraag toch al groter is dan het aanbod) komen er nog eens 140 à 150 auto's extra bij. De parkeerdruk wordt dan negatief ervaren, waardoor bezoekers uit gaan wijken naar andere winkelcentra of andere gemeenten (zie ook de door RBOI beschreven effecten van betaald parkeren op pagina's 37 en 38 van hun rapport). Wanneer er geen betaald parkeren in het centrumgebied wordt ingevoerd, zal de parkeerbalans vooral op de piekmomenten niet in evenwicht zijn (de geringe ruimte die er bij het wel invoeren van betaald parkeren in zit wordt ruimschoots teniet gedaan door langparkeerders). Dit is een argument om het parkeren in het centrum niet gratis of vergunningvrij te laten zijn. Geopperd is ook de variant van wel betaald parkeren in de garages en parkeerschijfzones op straat. Het idee hierachter is dat winkelend publiek voor de snelle boodschap op straat kan parkeren zonder te hoeven betalen en dat men voor langduriger verblijf in de garage parkeert. Onderzoek heeft uitgewezen dat een gemiddeld bezoek aan een winkelcentrum als het onze ongeveer 50 minuten
TOEKOMSTIGE PARKEERSITUATIE CENTRUMGEBIED PAPENDRECHT
Pagina 3
bedraagt. Uitgaande van een minieme maximum parkeerduur van 30 minuten (dus in de praktijk een uur; zie hierboven) betekent dit dat heel veel bezoekers op straat zullen willen parkeren en weinig in de garage. Dat leidt tot een financieel dekkingsprobleem en leefbaarheids- en bereikbaarheidsproblematiek. Wanneer de garages op piekmomenten vol zijn, dan kan men nog maar een half uur op straat parkeren, hetgeen klantonvriendelijk is. Een systeem van parkeerschijfzones, in combinatie met een ontheffingenbeleid voor omwonenden, brengt hogere uitvoeringskosten met zich mee dan betaald parkeren, waar er inkomsten tegenover staan. e. Mogelijke ontwikkelingen die effect hebben op de parkeerbalans In het rapport van RBOI wordt nog een tweetal ontwikkelingen beschreven dat van invloed kan zijn op de parkeersituatie in het centrumgebied. De effecten zijn echter zo gering (een Albert Heijn XL in het Oostpoort gebied in Dordrecht scheelt 22 parkeerplaatsen en wanneer het theater niet aan de Markt komt, maar buiten het directe centrumgebied, dan scheelt dat 8 plaatsen) dat zij weinig invloed op de uiteindelijke oplossing hebben. Het theater levert op koopavonden wel problemen op, maar daar kan de capaciteit niet op worden afgestemd. V. Parkeergarages Zoals hierboven al is beschreven, is het aantal parkeerplaatsen dat is voorzien in de parkeergarages Meent en Overtoom nodig om een evenwichtige parkeerbalans in het centrumgebied te krijgen. Het proces rond de planontwikkeling en bouw van het winkelcentrum, met bijbehorende appartementen en ondergrondse parkeergarage Meent is inmiddels in een stadium gekomen dat het achterwege laten van de parkeergarage niet goed meer mogelijk is. De planontwikkeling/bouw rond de parkeergarage Overtoom is minder ver en daar zou theoretisch nog voor een andere oplossing dan een (bovengrondse) parkeergarage gekozen kunnen worden. Dat zou echter de kwaliteit van het totale plan behoorlijk verlagen (er moeten dan ergens zo'n 150 auto's in de open lucht worden geparkeerd en dat is veel extra blik voor een ambitieus kwaliteitsniveau). Bovendien zijn er inmiddels met Lidl en andere winkeliers vergaande besprekingen over een parkeergarage bij hun nieuwe vestiging gevoerd. Het gaat dan om een gebouwde parkeervoorziening met zeer korte loopafstanden. Lidl gaat een winkelruimte bouwen van circa 1.000 m2 BVO, exclusief expeditie. Men gaat daarbij uit van een parkeerbehoefte van 80 tot 100 plaatsen. Wanneer deze plaatsen op straat gevonden moeten worden, zal dat versnipperd en op grotere loopafstand van de desbetreffende winkels zijn. Gelet op het totaal aantal verkeersgenerende voorzieningen in het gebied gelegen aan de oostelijke omleidingsroute en het daarbij behorende totaal aantal parkeervoorzieningen, ontkom je bijna niet aan realisatie van een parkeergarage. De ruimte op straat is simpelweg in dit gebied niet aanwezig. In de garage Meent wordt speciaal voor de supermarkten daarboven een tapis roulant aangelegd. Dit betekent een verschil in bereikbaarheid van de verschillende supermarkten. Het eventueel niet bouwen van de garage Overtoom betekent dat er te weinig parkeerplaatsen zijn voor het winkelgebied Overtoom. Het parkeren zal dan elders plaatsvinden, zodat verdringingseffecten optreden op plaatsen waar parkeren niet gewenst is (in woonstraten), dan wel parkeren in conflict komt met andere activiteiten zoals op de Markt. Daarmee wordt de beoogde kwalitatieve verbetering van de Markt als "huiskamer" in het centrumgebied tegengegaan en zullen activiteiten als braderieën en andere evenementen naar elders moeten uitwijken. Bovenstaande geeft nog eens de noodzaak aan van de bouw van de parkeergarage Overtoom, in relatie tot de totale parkeercapaciteit en de kwaliteit van de buitenruimte. VI. Al dan niet parkeerregulering door middel van betaald parkeren en vergunningparkeren Om overlast voor bewoners van het centrumgebied en de direct daaromheen liggende schil binnen aanvaardbare grenzen te houden is het dringend gewenst om het parkeren in hun woongebied aan vergunningsregels te binden. Dat maakt het ook voor de hand liggend om voor incidentele parkeerders in (delen) van die schilgebieden betaald parkeren in te voeren. Maar dat is niet het enige argument voor betaald parkeren. Een heel zwaarwegend argument is dat Papendrecht via kwaliteitsoplossingen het parkeren binnen het centrumgebied regelt en dat de kosten alleen te dekken zijn, wanneer de gebruiker daarvoor gaat betalen.
TOEKOMSTIGE PARKEERSITUATIE CENTRUMGEBIED PAPENDRECHT
Pagina 4
Hieronder staan wat voorlopige bedragen van de kosten van de parkeergarages Meent en Overtoom. Prijzen exclusief BTW, prijspeil 1 januari 2008 Meent
Overtoom
26.330 367 9.663.000 853.000 161.000 10.677.000
20.000 165 3.300.000 550.000 70.000 3.920.000
kapitaallasten kapitaallasten bij annuïtair afschrijven in 40 jaar bouwwerk kapitaallasten bij annuïtair afschrijven in 15 jaar installaties kapitaallasten bij annuïtair afschrijven in 8 jaar apparatuur rentelast over grond jaarlijkse kapitaallasten
370.000 310.000 40.000 50.000 770.000
130.000 100.000 10.000 30.000 270.000
jaarlijkse exploitatiekosten onderhoud liften onderhoud ventilatiesysteem overige klein (vooral bouwkundig) onderhoud schoonmaakkosten energiekosten onverhaalbare schade OZB verzekeringen management/bedrijfsvoering administratie beheer/toezicht totaalkosten jaarlijkse exploitatie
11800 20.100 29.500 18.350 18.350 10.000 16.700 8.590 5.000 2.000 93.000 233.390
6100 0 12.300 8.250 6.600 10.000 2.900 3.630 3.000 1.000 via Meent 53.780
1.003.390
323.780
17.700 5.000 13.000 93.000
12.300 3.000 7.000 nvt
investering kosten per plaats aantal plaatsen totaal bouwkosten grondkosten advieskosten totaal investering
jaarlijkse exploitatiekosten + kapitaallasten
bijkomend bij betaald parkeren onderhoud parkeer- en controle-apparatuur per jaar management/bedrijfsvoering per jaar administratie per jaar beheer/toezicht per jaar
• er is (nog) geen rekening gehouden met reservering voor groot onderhoud • bij beheer en toezicht is rekening gehouden met de aanwezigheid van 1 persoon voor beide garages gezamenlijk; wanneer er betaald parkeren in de garages is, is 1 persoon (te) weinig
Wanneer er geen betaald parkeren wordt ingevoerd, dan hebben we dus jaarlijks de volgende exploitatielasten en kapitaallasten: jaarlijkse exploitatiekosten Meent € 233.390 jaarlijkse kapitaallasten Meent € 770.000 jaarlijkse exploitatiekosten Overtoom € 53.780 jaarlijkse kapitaallasten Overtoom € 270.000 ----------------totale jaarlijkse garagelasten € 1.327.170
Een ander zeer belangrijk aspect van het niet invoeren van enige vorm van betaald parkeren ligt op het vlak van de BTW. Informatie van Deloitte wijst uit dat er bij gratis parkeren voor de BTW-heffing géén sprake is van ondernemerschap. Er bestaat dan ook geen recht op aftrek van voorbelasting. Ook kan er géén aanspraak worden gemaakt op het BTW-compensatiefonds. Dat betekent in de meest gunstige berekeningsvariant een stijging van de jaarlijkse lasten met ongeveer € 150.000 (over het rentebestanddeel tot de start van de exploitatie is geen BTW verschuldigd). De jaarlijkse lasten komen dan dichtbij € 1.500.000.
TOEKOMSTIGE PARKEERSITUATIE CENTRUMGEBIED PAPENDRECHT
Pagina 5
Het invoeren van betaald parkeren - waartoe de vorige gemeenteraad in 2001 al impliciet had besloten - lijkt de meest aangewezen oplossing om de kosten van de parkeervoorzieningen te dekken.
CONCLUSIE/VOORSTEL 1. Het aantal parkeerplaatsen dat is voorzien in de parkeergarages Meent en Overtoom is nodig om een evenwichtige parkeerbalans in het centrumgebied te krijgen. 2. Wanneer er geen parkeerregulering door middel van betaald parkeren en vergunningparkeren wordt ingevoerd, zal de druk van geparkeerde auto's van werkenden op de voor bezoekers bestemde parkeergelegenheid te hoog worden. 3. Uit een kwaliteitsoogpunt is het wenselijk de benodigde plekken onder te brengen in parkeergarages en niet (ook niet voor wat betreft de garage Overtoom) in de open lucht. 4. De financiële consequenties van het bouwen en exploiteren van twee parkeergarages maken het onontkoombaar om een vorm van betaald parkeren in te voeren. 5. In de vergadering van de gemeenteraad van april 19 mei 2005 zal een voorstel op hoofdlijnen voor het invoeren van betaald parkeren en vergunningparkeren worden aangeboden (waarin opgenomen een indicatie voor een kostendekkend tarief gerekend over een periode van 30 of 40 jaar). 6. Wanneer de gemeenteraad instemt met het voorstel op hoofdlijnen, dan kan dat gedetailleerd worden uitgewerkt in verordeningen.
TOEKOMSTIGE PARKEERSITUATIE CENTRUMGEBIED PAPENDRECHT
Pagina 6