6 132
E E R B E E K
S T RU C T U U RV I S I E
C E N T RU M G E B I E D
Overige aspecten
E E R B E E K
S T RU C T U U RV I S I E
C E N T RU M G E B I E D
133
55 db grens 55 - 54 db 54 - 53 db 53 - 52 db 52 - 51 db 51 - 50 db
Geluid contouren bedrijf 55 db grens 50 db grens 55 - 54 db 54 - 53 db 53 - 52 db 52 - 51 db 51 - 50 db
Geluid contour bedrijven
54 - 55 dB (A)
50 - 51 dB (A)
50 54 -
55 d
B (A
Geluid contour verkeer
51 d
B (A
)
)
50 -
51 d
54 -
1 dB
50 - 5 54
134
E E R B E E K
S T RU C T U U RV I S I E
(A) )
B (A - 55 d
C E N T RU M G E B I E D
B (A
)
55 d
B (A
)
6 OVERIGE ASPECTEN
6.1 Geluidhinder Binnen dit plan wordt voorzien in de bouw van
Om deze reden zijn diverse maatregelen in het plan
woningen binnen onderzoekszones zoals vastgelegd
opgenomen om de geluidsbelasting te reduceren.
in de Wet geluidhinder (Wgh). In dit kader zijn de
In het noordelijke deel van het plan worden parkeer-
aspecten industrielawaai, wegverkeerslawaai en
plaatsen en verkeersfuncties gerealiseerd tussen het
railverkeerslawaai aan de orde. Door het advies-
industrieterrein en de woningen. Op deze wijze kan
bureau Van der Boom is reeds onderzoek uitge-
de afstand tot het industrieterrein worden vergroot.
voerd naar de verwachte geluidhinder. De bevin-
Daarnaast kunnen in dit plangedeelte geluidson-
dingen zijn verwoord in de rapportage “Akoestisch
gevoelige openbare functies zoals kantoren en
onderzoek centrumplan Eerbeek industrie- en
winkels, worden gerealiseerd op hoge geluidsbe-
wegverkeer”, d.d. 22 april 2008. In het onderstaande
laste locaties. Voor zover deze oplossingen niet
gedeelte wordt per hinderaspect de geluidssituatie
afdoende zijn, kan worden gekozen voor aanvul-
beschreven.
lende bouwkundige oplossingen zoals bijvoorbeeld een “dove” gevel.
Industrielawaai Ten oosten van het plan is het gezoneerde indus-
In het zuidelijke deel van het plan is ervoor gekozen
trieterrein Eerbeek gelegen. Omdat het plan is
de bouwhoogte van de woningen te beperken (1
gelegen binnen de geluidszone van dit industrie-
laag met kap). In samenhang met een geluidsredu-
terrein is akoestisch onderzoek uitgevoerd. Door
cerende voorziening op de perceelsgrens (hoogte
Van der Boom is akoestisch onderzoek uitgevoerd
circa 3 meter) kan de geluidsbelasting worden
op basis van de vergunde geluidssituatie. Uit het
beperkt.
onderzoek wordt geconcludeerd dat de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) wordt overschreden. In
Zoals gezegd is het akoestisch onderzoek
het gebied direct grenzend aan het industrieterrein
gebaseerd op de vergunde geluidssituatie op het
wordt eveneens de maximaal toegestane hogere
industrieterrein. Er wordt belang gehecht aan een
waarde van 55 dB(A) overschreden. Geconcludeerd
mogelijke uitbreiding van de activiteiten op het
moet worden dat in het westelijke deel van het plan
industrieterrein. Dit betekent dat de geluidsbelas-
belemmeringen optreden bij de bouw van nieuwe
tingen nog (enigszins) hoger kunnen worden en er
geluidsgevoelige bestemmingen.
extra maatregelen moeten worden genomen.
E E R B E E K
S T RU C T U U RV I S I E
C E N T RU M G E B I E D
135
Wegverkeer
moet worden gebouwd dicht bij de Loubergweg,
Vanuit de Wet Geluidhinder (Wgh) is uitsluitend
zodat aan de achterzijde van de woningen ruimte
onderzoek noodzakelijk voor wegen met een
bestaat voor een geluidsluwe buitenruimte.
wettelijk toegestane rijsnelheid van 50 km/u en hoger, zoals de Loubergweg ten zuiden van het
Omdat de verwachte verkeersintensiteit op de
plan. In het kader van een goede ruimtelijke
30 km/u wegen, in het bijzonder de Stuijven-
ordening dient bij de planvoorbereiding aandacht
burghstraat, hoog is in relatie tot de bebouwings-
te worden besteed aan de nieuwe en bestaande 30
afstand is akoestisch onderzoek uitgevoerd. In het
km/u wegen, voor zover hinder wordt verwacht.
eerdergenoemde onderzoek van Van der Boom is reeds indicatief op basis van de toen beschikbare
Voor de Loubergweg is in dit kader geen onderzoek
bebouwingsconfiguratie en ligging van wegen
uitgevoerd. Gezien de verkeersfunctie van deze weg
onderzoek uitgevoerd. Direct langs de weg wordt
wordt verwacht dat de geluidsbelasting op de nieuw
een geluidsbelasting verwacht van maximaal
te bouwen woningen langs deze weg de voorkeurs-
60 dB (A) inclusief de reductie van 5 dB (A) ex
grenswaarde overschrijdt.
artikel 110g Wgh. Bij de verdere planvorming moet rekening gehouden worden met de relatief hoge
Afstand wordt gecreëerd door een ventweg met
geluidsbelasting in het plangebied.
parkeerplaatsen evenwijdig aan de Loubergweg te realiseren in het gebied tussen de weg en de nieuwe woningen. Het is onwaarschijnlijk dat de maximale ontheffingswaarde van 63 dB (A) wordt overschreden. Omdat de voorkeursgrenswaarde wordt overschreden, verdient het aanbeveling bebouwing evenwijdig en zoveel als mogelijk aaneengesloten aan de Loubergweg te realiseren. Daarnaast dient bij de woningen zoveel als mogelijk een geluidsluwe buitenruimte te worden gerealiseerd. Dit betekent dat de woning op het gedeelte van het perceel
136
E E R B E E K
S T RU C T U U RV I S I E
C E N T RU M G E B I E D
Railverkeer Ook de spoorlijn van Dieren naar Apeldoorn (museumlijn) ten westen van het plan is in het onderzoek betrokken. Uit het onderzoek wordt geconcludeerd dat op een afstand van 25 meter uit de as van deze spoorlijn de geluidsbelasting 55 dB (A) bedraagt, gelijk aan de voorkeursgrenswaarde. In het noordelijke deel van het plan is de bouw van nieuwe woningen voorzien op grotere afstand uit de spoorlijn. In het zuidelijke deel van het plan wordt wel binnen de afstand van 25 meter gebouwd. In die gevallen wordt door middel van maatregelen de geluidsbelasting zoveel als mogelijk beperkt. Als maatregelen worden voorgesteld een voorziening van circa 3 meter op de perceelsgrens te realiseren en de bouwhoogte van de achterliggende woningen te beperken (1 laag met kap). Samenvattend kan worden gezegd dat in het kader van de voorbereiding van het bestemmingsplan een hogere waarde moet worden vastgesteld. Omdat voor industrielawaai de maximaal toegestane hogere waarde van 55 dB(A) wordt overschreden en daarnaast uitbreiding van de activiteiten op het industrieterrein mogelijk moet zijn, zijn maatregelen noodzakelijk. Voor wegverkeerslawaai en mogelijk ook voor railverkeerslawaai moet worden beoordeeld of mogelijke geluidsreducerende maatregelen effectief zijn.
E E R B E E K
S T RU C T U U RV I S I E
C E N T RU M G E B I E D
137
6.2 Duurzaamheid Duurzaam bouwen zorgt voor minder vervuiling
Duurzaam landschap
van bodem, water en lucht, besparing van grond-
Cultuurhistorische elementen en structuren uit de
stoffen en bescherming van planten, dieren en
bestaande situatie zijn als aanleiding genomen voor
landschappen. Als definitie wordt het volgende
het ontwerp. In Eerbeek betreft dit het bosgebied
aangehouden:
van de Veluwezoom en de Eerbeekse Beek.
“Duurzame stedenbouw is een vorm van
Duurzame structuur
stedenbouw die in alle stadia van het planproces
Een gemengde dorpstructuur, met een gevarieerde
kansen en mogelijkheden benut om een hoge
ruimtelijke opzet, waar verschillende doelgroepen
ruimtelijke kwaliteit in combinatie met een lage
kunnen wonen, werken en verblijven, is vooral ook in
milieubelasting tot stand te brengen. En die beiden
sociaal opzicht duurzamer dan een monocultuur en
in de tijd weet te handhaven, zodat ook toekomstige
flexibeler ten aanzien van maatschappelijke veran-
generaties daar in delen”.
deringen. Er is in het plan daarom zoveel mogelijk ingezet op diversiteit in sferen en flexibiliteit van
Duurzaamheid is in Eerbeek een belangrijk
functies. De hoofdstructuur en de verdeling in
uitgangspunt. Het dorp ontleent zijn naam,
deelgebieden bieden daar voldoende aanleidingen
structuur en karakter aan de Eerbeekse Beek en
voor. Ook de gedifferentieerde vorm en inrichting
de landschappelijke ligging op de overgang van
van de openbare ruimte is in dat verband van
Veluwezoom naar IJsselvallei.
belang.
Het aspect ‘duurzaam’ is in de structuurvisie onder
Bij de ontwikkeling van het centrumgebied is voorts
andere in de ruimtelijke hoofdstructuur, het materi-
flexibiliteit van belang. De vrij lange ontwikkelings-
aalgebruik en de inrichting van het openbare gebied
periode maakt een tussentijdse aanpassing van het
terug te vinden. Zo wordt in het gebied het gebruik
programma niet ondenkbaar. Op de langere termijn
voorgesteld van duurzame materialen, zowel in de
is aanpassing van het programma mogelijk. Een
bebouwing (steen van de muur) als in de openbare
centrumgebied is pas duurzaam als het die verande-
ruimte (gebakken klinkers).
ringen kan opnemen, zonder rigoureus van karakter te veranderen. Dit kan door de hoofdstructuur als een hard kader te laten fungeren. Het karakter en de kwaliteit van het plan zijn daarmee verzekerd, terwijl flexibel kan worden ingespeeld op veranderende
138
E E R B E E K
S T RU C T U U RV I S I E
C E N T RU M G E B I E D
marktomstandigheden. In Eerbeek is ingezet op een kwalitatief hoogwaardige en gevarieerde ruimtelijke structuur. Verder bepaalt de kwaliteit van de openbare ruimte en de hoofdstructuur natuurlijk voor een belangrijk deel het karakter van de woonomgeving. Een hoogwaardig en veilig woonmilieu vergroot de betrokkenheid van de bewoners en dit is weer één van de voorwaarden voor een duurzame leefomgeving. De beeldkwaliteit speelt daarin een aanzienlijke rol.
E E R B E E K
S T RU C T U U RV I S I E
C E N T RU M G E B I E D
139
6.3 Veiligheid en toegankelijkheid Toegankelijkheid
Veiligheid
Toegankelijkheid betekent dat aan iedereen de
Sociale veiligheid is een belangrijk uitgangspunt
mogelijkheid geboden moet worden zelfstandig
geweest bij de opzet van de ruimtelijke en functi-
gebruik te maken van de openbare ruimte en
onele structuur van het centrumgebied. De nieuwe
de gebouwde omgeving. Dat betekent dat een
bebouwingsstructuur is zodanig dat er geen achter-
integraal toegankelijke gebouwde omgeving een
kanten meer aan de openbare ruimte gesitueerd
uitgangspunt bij de verdere uitwerking zal zijn. Bij
zijn. Daarnaast is de spoorzone getransformeerd
de uitwerking van de openbare ruimte zal aandacht
tot een voorkant situatie met doorgaande verkeers-
besteed worden aan: voetpaden en trottoirs,
stromen. Door woningen als integraal onderdeel van
hoogteverschillen, buitenhellingen, buitentrappen,
het centrumgebied te zien wordt ook in de avond en
oversteekplaatsen, straatmeubilair, parkeerplaatsen,
het weekend voor sociale controle en zicht gezorgd.
etc.
Langzaamverkeerspaden liggen grotendeels in
Bij de gebouwen zijn de volgende punten van
het zicht en de speelplekken worden eveneens op
belang: verkeersruimte, hoogteverschillen,
zichtlocaties gesitueerd. Bij de verdere inrichting van
hellingen, trappen, toegangen, inrichting, ruimte-
het openbare gebied dient hieraan nadere aandacht
condities, sanitair, installaties, vluchtvoorzieningen,
besteed te worden.
etc. Ten behoeve van de veiligheid wordt het hele centrumgebied voor brandweer en overige calamiteiten toegankelijk gemaakt.
140
E E R B E E K
S T RU C T U U RV I S I E
C E N T RU M G E B I E D
6.4 Het vervolg De nadere uitwerking van de structuurvisie vindt plaats in meer uitvoeringsgerichte plannen of deelprojecten. Deze meer uitvoeringsgerichte plannen beschrijven en verbeelden, op stedenbouwkundig niveau, de precieze plaats en massa van de bebouwing en de basis inrichting van de openbare ruimte. Vanzelfsprekend zal dit gefaseerd plaats vinden. Voorafgaand aan de nadere uitwerking per deelgebied c.q. fase zullen, afgeleid van de dan vastgestelde structuurvisie, de te hanteren uitgangspunten worden geformuleerd. Om de structuurvisie tot uitvoering te kunnen brengen zal een bestemmingsplan voor het betreffende gebied opgesteld worden. Voor deze planologisch-juridische procedure dient een ruimtelijke onderbouwing te worden opgesteld waarin het plan en de uitgangspunten worden vastgelegd. De ruimtelijke onderbouwing geeft tevens inzicht in de uitvoerbaarheid van het plan en bevat de resultaten van het onderzoek naar aspecten als geluidshinder, luchtkwaliteit, flora en fauna en water.
E E R B E E K
S T RU C T U U RV I S I E
C E N T RU M G E B I E D
141
7 142
E E R B E E K
S T RU C T U U RV I S I E
C E N T RU M G E B I E D
Uitvoerbaarheid
E E R B E E K
S T RU C T U U RV I S I E
C E N T RU M G E B I E D
143
7 UITVOERBAARHEID
7.1 Wettelijk kader De structuurvisie Centrum gebied Eerbeek is kaderstellend voor de verdere uitwerking van het centrumplan in bestemmingsplannen en projectbesluiten. In de Wet ruimtelijke ordening is bepaald dat de structuurvisie in moet gaan op de wijze waarop de raad zich voorstelt de voorgenomen ontwikkeling te realiseren. De uitvoeringshandelingen moeten worden beschreven, afhankelijk van het onderwerp concreter dan wel abstracter. Deze zullen bestaan uit een mix van financiële, technische, bestuurlijk en juridisch bindende maatregelen. Er moet een beeld worden gegeven van de uitvoeringshandelingen, toekomstige besluiten en andere bevoegdheden om het doel te bereiken die uiteindelijk leiden tot de conclusie dat het plan uitvoerbaar is.
144
E E R B E E K
S T RU C T U U RV I S I E
C E N T RU M G E B I E D
7.2 Doel en uitvoeringsstrategie Doel van de structuurvisie is te komen tot een
Gemeente en partijen sluiten een samenwerkings-
herontwikkeling van het centrum. Naast de
overeenkomst. Deze wordt momenteel opgesteld.
gemeente zijn er drie partijen betrokken bij de
Inzet is dat Roosdom Tijhuis/Bouwfonds de exploi-
ontwikkeling van het centrumplan: Bouwfonds,
tatie gaan voeren, al dan niet onder het gemeen-
Roosdom Tijhuis en Woningstichting Eerbeek.
telijk grondbedrijf. De constructie hiervoor wordt
De ambities van de betrokken partijen hebben
momenteel vertaald in de samenwerkings-overeen-
zich vertaald in een masterplan dat gezamenlijk is
komst.
opgesteld en als basis heeft gediend voor deze structuurvisie. De rol van de gemeente is te omschrijven als faciliterend waarbij de ontwikkelingen voor woningbouw en commerciële voorzieningen afhankelijk zijn van initiatieven van de marktpartijen. Daarnaast vervult de gemeente een actieve rol voor de inrichting van het openbare gebied en realisatie van het gemeentehuis en Kulturhus. Bouwfonds en Roosdom Tijhuis zijn betrokken als grondeigenaren van een belangrijk deel van de gronden in het centrum en zullen het programma aan woningbouw en commerciële voorzieningen in het deelgebied Centrum gaan realiseren. De Woningstichting Eerbeek zal voornamelijk als partner optreden, daar waar het gaat om de woningen die in de sociale sfeer worden gerealiseerd.
E E R B E E K
S T RU C T U U RV I S I E
C E N T RU M G E B I E D
145
7.3 Financiële uitvoerbaarheid Door de gemeente is in samenwerking met de ontwikkelende partijen een grondexploitatie opgesteld voor de uitvoering van het centrumplan Eerbeek. Uit deze grondexploitatie blijkt dat sprake is een exploitatietekort. Realisatie van het Centrumplan Eerbeek betekent dat partijen ‘breder’ naar de financiële haalbaarheid en dekkingsmogelijkheden hebben gekeken. Principe daarbij is geweest dat de Provincie Gelderland, de gemeente Brummen en Roosdom Tijhuis/Bouwfonds ieder een deel van het tekort voor hun rekening nemen, waardoor het volledige tekort is gedekt. De structuurvisie beschrijft een aantal ontwikkelingsmogelijkheden waarover geen afspraken zijn gemaakt tussen de vier partners die participeren binnen het centrumplan. De ruimtelijke visie voor betreffende delen is weliswaar omschreven, echter het kostenverhaal voor deze delen zal niet worden geregeld middels een samenwerkingsovereenkomst. Hiervoor zal een exploitatieplan worden opgesteld en tegelijkertijd met het bestemmingsplan aan de gemeenteraad worden voorgelegd ter vaststelling
146
E E R B E E K
S T RU C T U U RV I S I E
C E N T RU M G E B I E D
7.4 Fasering De ontwikkeling van het centrumgebied Eerbeek zal in 8-10 jaar worden gerealiseerd. De ontwikkeling start met de realisatie van de ontwikkeling van de deelgebieden A-B-D. Het is de bedoeling vanaf 2010 te starten met de herontwikkeling van het gebied Loenenseweg-noord, Kerstenlocatie en ontwikkeling van het gemeentehuis en Kulturhus aan de Coldenhovenseweg. Fase 2 betreft de ontwikkeling van de Burgerslocatie. Daarna volgt de herinrichting van het Oranje Nassauplein. Fase 3 betreft de ontwikkelingen die vallen buiten de samenwerkingsovereenkomst. Deze structuurvisie beschrijft de stedenbouwkundige kaders voor die ontwikkelingen. Voor de uiteindelijke realisatie van deze delen is het wachten op (particuliere) initiatieven vanuit de martk/samenleving.
E E R B E E K
S T RU C T U U RV I S I E
C E N T RU M G E B I E D
147
7.5 Uitvoeringsmaatregelen In deze structuurvisie is de uitvoerbaarheid globaal
geacht. Een verdere uitwerking in concrete
getoetst op de belangrijkste uitvoeringsaspecten
deelplannen zal nodig zijn om de uitvoerbaarheid
zoals maatschappelijk draagvlak, financiële uitvoer-
ook definitief te kunnen aantonen. In onderstaande
baarheid en milieuaspecten. Op basis hiervan
schema is beschreven welke stappen of maatregelen
worden de plannen voor het centrumgebied,
nodig zijn om te komen tot realisatie, al dan niet per
uitgaande van een aantal aannames, uitvoerbaar
deelgebied.
1.
Activiteit
Maatregel
Inspraak en overleg structuurvisie
Heeft reeds in grote mate plaatsgevonden middels het Burgerdebat en de Werkgroep Eerbeek
2.
Vestigen voorkeursrecht
Gemeenteraad
3.
Vaststellen structuurvisie
Besluit gemeenteraad
4.
Dekking tekort op grondexploitatie.
Het tekort wordt gedekt door
- Subsidies
subsidies/bijdragen van provincie en gemeente en door bijdragen van de marktpartijen
5.
Bepalen scenario’s, fasering en programma
Besluit gemeenteraad / B&W
6.
Samenwerkingsovereenkomst
Anterieure overeenkomsten
7.
Aankoop / verwerving nog benodigde gronden
Gemeente (via het voorkeursrecht)
8.
Uitvoeren onderzoeken die uitvoerbaarheid aantonen:
Onderzoeken in gang zetten
- Akoestisch onderzoek - Water - Nader distributie planlogisch onderzoek - Bodem/archeologie/hydrologie - Planschade - Ecologie -M ilieuaspecten genoemd in de verkenningsstudie Centrumplan Eerbeek d.d. 18 september 2008 9.
Vaststellen bestemmingsplannen (per fase indien nodig)
Besluit gemeenteraad
10.
Vaststelen exploitatieplannen (per fase indien nodig)
Besluit gemeenteraad
11.
Eventueel onteigening
Besluit gemeenteraad
12.
Uitvoering bestemmingsplan.
B&W
148
E E R B E E K
S T RU C T U U RV I S I E
C E N T RU M G E B I E D
7.6 Milieueffectrapportage
7.7 Voorkeursrecht
In de structuurvisie worden geen ontwikkelingen
De structuurvisie kan als grondslag dienen voor
voorzien die kaderstellend zijn voor milieueffect-
het vestigen van voorkeursrecht. De structuurvisie
rapportageplichtige besluiten, of waarin ontwikke-
moet in dat geval aanwijzingen bevatten voor de
lingen zijn voorzien die mogelijke nadelige effecten
voorgenomen bestemming, waarbij het huidige
voor Natura 2000-gebieden kunnen hebben. Een
gebruik van de grond afwijkt van die (voorgenomen)
MER-procedure is derhalve niet noodzakelijk.
bestemming. Op de kaart behorende bij deze structuurvisie is voor de nog te verwerven percelen een bestemming toegekend die het mogelijk maakt voorkeursrecht te vestigen. Het betreft de percelen benodigd voor de ontwikkeling van het Kulturhus en het gemeentehuis en een aantal percelen nabij het spoor in deelgebied A
E E R B E E K
S T RU C T U U RV I S I E
C E N T RU M G E B I E D
149
7.8 Grondbeleid
Toelichting op de gehanteerde begrippen: Bovenplanse verevening
Wettelijk kader
Hierbij gaat het om het salderen van winstgevende met
Een structuurvisie geeft de gemeente bevoegd-
verliesgevende exploitatiegebieden. De winst in het ene
heden op grond van hoofdstuk 6 van de Wet
gebied kan worden gebruikt voor de dekking van het
ruimtelijke ordening (Grexwet) met betrekking tot de
verlies in het andere gebied.
verevening van bovenplanse kosten:
Bovenwijkse voorzieningen
• in een exploitatieplan kunnen bovenplanse kosten alleen verhaald worden via fondsbijdrage mits de structuurvisie aanwijzingen bevat over de bestedingen ten lasten van dat fonds.
Dit zijn voorzieningen, die van nut zijn voor meerdere exploitatiegebieden. Deze voorzieningen staan op de zogenaamde kostensoortenlijst en hoeven niet, maar kunnen wel in een structuurvisie worden beschreven.
• in af te sluiten (anterieure) overeenkomsten met betrekking tot de grondexploitatie voor
(fonds)bijdrage in de ruimtelijke ontwikkeling
het centrumgebied Eerbeek kunnen alleen
Op grond van de bijdrage in de ruimtelijke voorzieningen is
bepalingen worden opgenomen over financiële bijdragen, indien voor die bepalingen een basis is te vinden in een vastgestelde structuurvisie. Anterieur wil zeggen een overeenkomst die
het mogelijk dat de ontwikkelaar ook andere maatschappelijk belangrijke functies zoals natuur, recreatie, waterberging, infrastructuur en culturele voorzieningen worden gefinancierd. Betreft beleidsaangelegenheden die uiteindelijk tot een voorziening leiden. De reikwijdte van deze bijdrage
wordt afgesloten voordat een exploitatieplan is
is niet scherp afgebakend en er is geen publiekrechtelijke
vastgesteld.
‘achtervang’. Dit betekent dat een bijdrage niet kan worden afgedwongen. In dit verband kan worden gedacht aan
Hiernaast is aangegeven in hoeverre de uitvoering van de structuurvisie het noodzakelijk maakt ontwikkelingen aan te wijzen die in aanmerking komen
parkeer- of groenvoorzieningen of een woonfonds. Algemene maatschappelijke voorzieningen vallen hier niet onder. Er moet immers sprake zijn van een ruimtelijke component en er moet een relatie zijn met grondexploitatie.
voor bovenplanse verevening en/of bijdragen in ruimtelijke ontwikkelingen.
Kostenverhaalcriteria Voorbeeld: de aanleg van de nieuwe ontsluitingsweg geeft profijt voor het nieuwe centrum. De kosten zijn ook toerekenbaar aangezien de weg (mede) wordt aangelegd om het nieuwe centrum mogelijk te maken. Tenslotte moeten de kosten voor de aanleg van de weg naar rato worden toegerekend, bijvoorbeeld aan de hand van verkeerintensiteiten kan bepaalde worden welke deel van de aanlegkosten aan de centrumontwikkeling kan worden teogeschreven.
150
E E R B E E K
S T RU C T U U RV I S I E
C E N T RU M G E B I E D
Analyse
gekozen ruimtelijke opzet voor het centrumgebied
Uit de opgestelde grondexploitatie blijkt dat het
geen mogelijkheden aanwezig worden geacht om
plangebied te maken heeft met een geraamd tekort.
de opbrengsten substantieel te verhogen moeten
Op voorhand geeft dit een belangrijke beperking
financiële middelen buiten de grondexploitatie
om te komen tot kostenverhaal.
worden gevonden. Een tweede beperking is gelegen in de verplichte toepassing van de kosten-
De gemeente heeft daarbij twee mogelijkheden om
verhaalscriteria: kosten mogen alleen worden
te komen tot kostenverhaal (de optie gronduitgifte
verhaald als aangetoond is dat sprake is van profijt,
wordt buiten beschouwing gelaten):
toerekenbaarheid en proportionaliteit.
» het exploitatieplan, verplicht indien de kosten niet anderszins verzekerd zijn;
De mogelijkheden voor kostenverhaal via het sluiten van een anterieure overeenkomst zijn veel ruimer.
» een anterieure overeenkomst.
De kostenverhaalscriteria en het beginsel van Het instrument exploitatieplan kent twee belang-
macro-aftopping gelden dan niet.
rijke beperkingen om te komen tot kostenverhaal. Door het in de wet opgenomen beginsel van macro-
In onderstaand schema zijn de mogelijkheden voor
aftopping mogen de te verhalen kosten nooit hoger
kostenverhaal via de structuurvisie nader uitgewerkt:
zijn dan de opbrengsten. Aangezien binnen de Exploitatieplan
Anterieure overeenkomst
Bovenwijkse voorzieningen (bijvoor-
Mogelijk via de kostenverhaalcriteria,
Zonder meer mogelijk, geen noodzaak
beeld aanleg nieuwe ontsluitingsweg)
geen noodzaak voor basis in structuur-
voor basis in structuurvisie
visie Bijdrage in ruimtelijke ontwikkelingen
Alleen mogelijk via een fondsbijdrage.
Mogelijk mits aangewezen als ruimte-
Door het beginsel van macro-aftopping
lijke ontwikkeling in de structuurvisie.
en de kostenverhaalcriteria geen reële optie voor het plangebied + structuurvisie aanwijzingen bevat over de bestedingen ten lasten van dat fonds Bovenplanse verevening
Zeer beperkte mogelijkheden door de
Mogelijk. Ontwikkellocaties elders
toepasselijkheid van de kostenverhaal-
(fase 2) kunnen op die manier bijdragen
criteria.
aan het tekort in de centrumgebied.
E E R B E E K
S T RU C T U U RV I S I E
C E N T RU M G E B I E D
151
Conclusie
De in de grondexploitatie opgenomen bijdrage
Het exploitatieplan geeft zeer beperkte mogelijk-
aan het fonds “ligt op groen” vereist tevens een
heden om de dekkingsmiddelen aan wenden door
grondslag in de structuurvisie. Omdat het hier een
bijdragen van derden particulieren. In de anterieure
fonds betreft dat voor de gehele gemeente van
fase zijn die mogelijkheden wel aanwezig. Concreet
toepassing is, ligt het niet voor de hand dit fonds
betekent dit dat het gehele centrumgebied zoals
een grondslag te geven in de structuurvisie voor het
opgenomen in deze structuurvisie wordt aange-
gehele centrumgebied. Een gemeentebrede struc-
wezen als ruimtelijke ontwikkeling waarvoor
tuurvisie (voor dit onderdeel) is dan noodzakelijk.
bijdragen uit andere grondexploitaties dan nog wel
Het is echter de vraag of de fondsbijdrage in dit
te vormen fondsen kan plaats vinden. Het betreft de
geval zinvol is aangezien de te betalen bijdrage
locaties Stuyvenburchplein, Beekpad en ten westen
direct terugvloeit in het project en derhalve geen
van de beek (voormalige Coldenhovenseweg). De
effect heeft op het resultaat.
wijze waarop dit dient te gebeuren zal nog nader uitgewerkt moeten worden (bijvoorbeeld in een nota bovenplanse verevening). Alvorens anterieure overeenkomsten worden afgesloten met een dergelijke bijdragen kan het, afhankelijk van de gekozen dekkingsmiddelen, noodzakelijk zijn de structuurvisie op dit punt partieel te herzien.
152
E E R B E E K
S T RU C T U U RV I S I E
C E N T RU M G E B I E D
E E R B E E K
S T RU C T U U RV I S I E
C E N T RU M G E B I E D
153
154
E E R B E E K
S T RU C T U U RV I S I E
C E N T RU M G E B I E D