Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ Ouders en jongeren over het toekomstige CJG in Papendrecht
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
1
Colofon Uitgever: Opdrachtgever: Tekst: Redactie: Eindredactie: Datum uitgave: Bezoekadres:
JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding Gemeente Papendrecht Geeske Hoogenboezem en Marjan Möhle Marjan Möhle Jeanet Kuipers Maart, 2011 JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding Nieuwe Gouwe Westzijde 1, 2802 AN Gouda Postbus 540, 2800 AM Gouda T 0182 547888 F 0182 547889 E
[email protected] www.jso.nl
Copyright © 2011 JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding Uit deze uitgave mag niets worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, retrieval systemen of op welke andere wijze dan ook zonder toestemming van JSO.
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
2
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Inleiding ................................................................................................................5 1.1 Opdrachtformulering .........................................................................................................5 1.2 Uitvoering.........................................................................................................................5 1.3 Groepsgesprekken.............................................................................................................6 1.4 Analyse ............................................................................................................................6 1.5 Rapportage.......................................................................................................................7 Hoofdstuk 2: Jongeren in Papendrecht over het CJG ....................................................................9 2.1 Hoe zichtbaar is het huidige aanbod aan opgroeiondersteuning............................................9 2.2 Wat is laagdrempelig in de ogen van de jongeren................................................................9 2.3 Op welke manier kan de fysieke en digitale inrichting van het CJG volgens jongeren bijdragen aan zichtbaarheid en laagdrempeligheid?...........................................................10 2.4 Welke mogelijkheden zien jongeren om in de toekomst betrokken te blijven bij het CJG? ....11 Hoofdstuk 3: Ouders in Papendrecht over het CJG .....................................................................13 3.1 Hoe zichtbaar is het huidige aanbod aan opvoedingsondersteuning....................................13 3.2 Wat is laagdrempelig in de ogen van ouders .....................................................................13 3.3 Op welke manier kan de fysieke en digitale inrichting van het CJG volgens ouders bijdragen aan zichtbaarheid en laagdrempeligheid ............................................................14 3.4 Welke mogelijkheden zien ouders om in de toekomst betrokken te blijven bij het CJG? .......15 Hoofdstuk 4: Conclusie en aanbevelingen ..................................................................................17 Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
1: Vragenlijst jongeren ...................................................................................................19 2: Vragenlijst ouders......................................................................................................23 3: Intermediaire organisaties ..........................................................................................27 4: Gedetailleerde uitkomsten groepsgesprekken met jongeren ..........................................29 5: Gedetailleerde uitkomsten groepsgesprekken met ouders .............................................41
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
3
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
4
Hoofdstuk 1: Inleiding De gemeente Papendrecht heeft JSO om ondersteuning gevraagd bij het inzetten van een participatietraject met ouders en jongeren ten behoeve van de lokale CJG-ontwikkeling. In dit hoofdstuk licht JSO de opdracht toe en verantwoorden wij de werkwijze waarop het participatietraject is vormgegeven.
1.1 Opdrachtformulering De gemeente Papendrecht wil participatie van ouders en jongeren inzetten bij de ontwikkeling van een zichtbaar en laagdrempelig CJG dat aansluit bij de behoeften van de doelgroep. De volgende onderzoeksvragen zijn hiertoe geformuleerd: 1. Hoe zichtbaar is het huidige aanbod aan opvoed- en opgroeiondersteuning? 2. Wat is laagdrempelig in de ogen van ouders en jongeren? 3. Op welke manier kan de fysieke en digitale inrichting van het CJG volgens ouders en jongeren bijdragen aan zichtbaarheid en laagdrempeligheid? 4. Welke mogelijkheden zien ouders en jongeren om in de toekomst betrokken te blijven bij het CJG? Het participatietraject is aanvullend op de reeds uitgevoerde deskresearch en het traject met professionals en vrijwilligers. Het gaat er hierbij nadrukkelijk om inbreng te krijgen vanuit ouders en jongeren over het aanbod en de inrichting van het CJG.
1.2 Uitvoering JSO is namens de gemeente Papendrecht met ouders en jongeren in gesprek gegaan over zichtbaarheid en toegankelijkheid van (opvoedings)ondersteuning in de huidige situatie in Papendrecht en in het toekomstige CJG. Deze gesprekken waren semigestructureerd en bevatten naast een aantal vaste items ook mogelijkheden voor ouders en jongeren om met eigen inbreng te komen. De gesprekken vonden plaats in groepsverband, omdat de onderlinge interactie tussen ouders dan wel jongeren een meerwaarde heeft voor de informatie die verkregen wordt. De groepsgesprekken vonden plaats op de kinderdagverblijven, scholen, jongerencentra, sportkantines, etc. waar de jongeren en ouders gewend waren te komen en zich vertrouwd voelden. Door gebruik te maken van aantrekkelijke en visuele materialen en afwisselende werkvormen werden ouders en jongeren uitgenodigd om hun ideeën over zichtbaarheid en toegankelijkheid te delen en ook op de langere termijn positief betrokken te blijven bij het CJG. JSO heeft kaarten ontwikkeld waarop aspecten van het huidige opvoedingsondersteuningsaanbod, laagdrempeligheid, fysieke en digitale inrichting van het CJG werden weergegeven. Ook is gewerkt met foto’s van mogelijke locaties voor het CJG, de beoogde locatie en de inrichting. Tevens zijn screenshots gepresenteerd van websites gericht op ouders en jongeren, zodat ouders en jongeren aan konden geven welke elementen zij (on-)belangrijk vonden. De gebruikte topiclijsten zijn opgenomen in bijlage 1 (jongeren) en bijlage 2 (ouders). De ouders en jongeren zijn benaderd via bestaande netwerken en organisaties (kinderopvang, basisscholen, voortgezet onderwijs, sportverenigingen, jongerencentra). De gemeente Papendrecht heeft deze organisaties per brief op de hoogte gesteld van de start van het participatietraject. JSO heeft van de gemeente contactgegevens van deze organisaties ontvangen. Vervolgens zijn organisaties telefonisch benaderd met de vraag of zij konden helpen om JSO in contact te brengen met ouders en/of jongeren.
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
5
JSO heeft zich daarbij geconcentreerd op organisaties die in februari 2010 de Startbijeenkomst van het CJG Papendrecht hadden bijgewoond. Bij deze organisaties verwachtten wij een grotere bereidheid om medewerking te verlenen aan het participatietraject. De meeste organisaties die JSO benaderd heeft, reageerden welwillend op ons verzoek. Van een aantal (sport)organisaties waren geen telefoonnummers bekend, andere organisaties bleken telefonisch slecht of niet bereikbaar. Deze organisaties zijn per e-mail benaderd. De respons op een oproep per e-mail was zeer laag. Werving van ouders met een allochtone achtergrond verliep moeizaam, omdat er in de gemeente Papendrecht geen (zelf)organisaties zijn die zich specifiek op deze doelgroep richten: er is geen moskee, er is geen buurthuiswerk voor allochtone vrouwen en er zijn geen culturele verenigingen van bijvoorbeeld de Marokkaanse of Somalische gemeenschap. Uiteindelijk zijn 5 allochtone ouders betrokken bij de groepsinterviews. Werving van allochtone jongeren verliep voorspoedig: van de 53 geïnterviewde jongeren, waren er 8 van allochtone en 4 van gemengde afkomst. Uit alle wijken in Papendrecht hebben zowel ouders als jongeren meegedaan aan de groepsgesprekken.1 Door ouders en jongeren te werven via verschillende organisaties, is geprobeerd een zo breed mogelijk sfeerbeeld van de bevolking in Papendrecht en hun wensen en verwachtingen te geven. Het participatietraject is echter geen representatief onderzoek. Wethouder mw. Joke Reuwer-Verheij is bij één van de gesprekken met ouders aanwezig geweest. Bij dit gesprek was ook een fotograaf aanwezig. De gemeente Papendrecht heeft naar aanleiding van dit gesprek een bericht geplaatst op haar website.
1.3 Groepsgesprekken Er zijn gesprekken gevoerd met in totaal 64 ouders en 53 jongeren, gedurende in totaal 20 bijeenkomsten met gemiddeld 6 deelnemers per groepsgesprek. De gesprekken duurden gemiddeld 30 tot 45 minuten. Na afloop van het groepsgesprek vulden de deelnemers een korte vragenlijst in. Hierin waren vragen opgenomen die betrekking hadden op de persoonlijke achtergrond van de deelnemer (geslacht, leeftijd, culturele achtergrond etc.). De deelnemers konden op deze lijst eveneens aangeven of zij het onderzoeksrapport wensten te ontvangen en of zij betrokken wilden blijven bij de ontwikkeling van het CJG in Papendrecht. Ouders en jongeren gaven aan dat zij het leuk vonden om mee te denken met de CJGontwikkeling in hun gemeente. Als bedankje ontvingen deelnemers een pen en een Erwtenpellersleutelhanger van de gemeente Papendrecht.
1.4 Analyse De gegevens met betrekking tot de persoonlijke achtergrond van ouders en jongeren die zijn verzameld via de individuele vragenlijst zijn apart verwerkt om overzicht te krijgen op de de kenmerken van de deelnemers en de diversiteit hierin. Ten behoeve van de analyse van de groepsgesprekken is een verwerkingsformulier ontwikkeld. Op dit formulier konden tijdens de groepsgesprekken de antwoorden snel en efficiënt genoteerd worden. De verwerkingsformulieren boden een goed overzicht op basis waarvan de analyse plaats kon vinden.
1
Uit cijfers van het RIS blijkt dat het percentage eerste generatie allochtonen in Papendrecht ligt op 6,5% en het percentage tweede generatie allochtonen op 8,5. Het aandeel van allochtone ouders en jongeren in het participatietraject ligt boven deze percentages (resp. 8% en 15%).
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
6
1.5 Rapportage In dit document wordt een samenvatting gegeven van de uitkomsten van het participatietraject. Hoofdstuk 2 behandelt de uitkomsten van de gesprekken met de jongeren, hoofdstuk 3 geeft weer wat er in de gesprekken met ouders naar voren is gekomen. In hoofdstuk 4 worden de algemene conclusies en aanbevelingen beschreven. Bijlagen 1 en 2 bevatten de vragenlijsten die tijdens de groepsgesprekken zijn gebruikt. Bijlage 3 bevat een overzicht van de intermediaire organisaties. In bijlagen 4 en 5 zijn de gedetailleerde uitkomsten van het participatietraject verder uitgewerkt. Deze gegevens zijn van belang voor de direct betrokkenen die straks aan de slag gaan met de inrichting van het CJG in Papendrecht. De contactgegevens van ouders en jongeren die de rapportage willen ontvangen en in de toekomst betrokken willen blijven bij het CJG worden apart doorgegeven aan de contactpersoon bij de gemeente Papendrecht.
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
7
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
8
Hoofdstuk 2: Jongeren in Papendrecht over het CJG In de maanden januari en februari 2011 heeft JSO in 9 groepsinterviews met 53 jongeren gesproken over hun wensen en verwachtingen ten aanzien van het te ontwikkelen CJG in Papendrecht. Onder de jongeren bevonden zich 33 jongens en 20 meisjes. De meeste jongeren hebben de leeftijd 16 en 20 jaar en zijn scholier op het voortgezet onderwijs. Van de jongeren zijn er 39 van Nederlands afkomst, 5 hebben een Marokkaanse achtergrond, 2 een Indische, 1 een Somalische, 1 een Chinese en 5 jongeren hebben een andere (veelal gemengde) achtergrond. In onderstaande rapportage wordt aan de hand van de vier onderzoeksvragen verslag gedaan van de resultaten.
2.1 Hoe zichtbaar is het huidige aanbod aan opgroeiondersteuning? Jongeren maken weinig gebruik van voorzieningen gericht op opgroeiondersteuning. Als jongeren vragen hebben over opgroeien en volwassen worden, wenden zij zich vooral tot ouders, vrienden en andere mensen in hun eigen netwerk. In enkele gesprekken worden genoemd: leraar of vertrouwenspersoon op school, huisarts en jongerencentrum Interval. Op het gebied van voorzieningen geven jongeren aan met name de huisarts en de sportclub als laagdrempelig te ervaren. De GGD/schoolarts en de kerk vinden zij hoogdrempelig. De jongerencentra Interval en Upstairs zijn redelijk tot algemeen bekend bij jongeren in Papendrecht. Beide jongerencentra kennen een specifieke doelgroep: niet iedereen voelt zich vrij om met een vraag of probleem bij één van beide jongerencentra aan te kloppen. De schoolarts is wel bekend bij jongeren, maar veel jongeren hebben hier een negatief beeld bij, omdat zij deze weinig zien en er dus weinig vertrouwelijkheid is, of omdat zij ervaren hebben dat hun privacy geschonden werd. De bekendheid van specifieke ondersteuningsvoorzieningen (jeugdmaatschappelijk werk, schoolmaatschappelijk werk, jongerenloket, Route 27) is laag. Slechts een enkeling heeft gebruik gemaakt van de diensten van deze instellingen. Groepsaanbod (bijvoorbeeld cursussen of gespreksgroepen) wordt als hoogdrempelig ervaren.
2.2 Wat is laagdrempelig in de ogen van jongeren? Jongeren hebben aangegeven welke aspecten voor hen belangrijk zijn voor het realiseren van een laagdrempelige voorziening. Laagdrempeligheid is in de groepsinterviews uitgesplitst naar vier aspecten, te weten: fysieke locatie, bejegening, aanbod en thema’s. Wat betreft de fysieke locatie, stellen jongeren de volgende prioriteiten: 1. goede openingstijden 2. geen wachtlijst 3. in de buurt /per email bereikbaar. Met betrekking tot bejegening, geven jongeren aan het volgende belangrijk te vinden: 1. privacy, vertrouwelijkheid 2. aandacht 3. luisterend oor.
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
9
Wat betreft het aanbod, hebben jongeren behoefte aan: 1. inloopspreekuur 2. individuele gesprekken op afspraak met een deskundige of hulpverlener 3. hulp en informatie via internet. Jongeren vinden dat het aanbod van het CJG aandacht moet besteden aan de volgende thema’s: 1. kopzorgen 2. seks en relaties /familiezaken/verslaving 3. gezondheid/ school en opleiding.
2.3 Op welke manier kan de fysieke en digitale inrichting van het CJG volgens jongeren bijdragen aan zichtbaarheid en laagdrempeligheid? Jongeren hebben aangegeven op welke locatie in Papendrecht het CJG volgens hen zou moeten komen. In eerste instantie geven jongeren in bijna alle groepsgesprekken de voorkeur aan een centrale locatie van het CJG, bijvoorbeeld op of in de buurt van de Meent. In tweede instantie komen de jongeren daar veelal op terug: een locatie die minder centraal ligt en daarmee meer garanties geeft voor privacy is bij nader inzien meer gewenst. Veelgenoemde opties door jongeren zijn (in volgorde van belangrijkheid): Interval (of vlakbij Interval), de Meent (of in de buurt van de Meent), gemeentehuis en de bibliotheek. Jongeren ervaren de beoogde locatie (het gebouw van RIVAS aan de Seringenstraat) niet of nauwelijks als laagdrempelig of aantrekkelijk. Met een aantal ingrepen, kan de laagdrempeligheid echter vergroot worden. Te denken valt aan: andere meubels, een schilderbeurt en aankleding die jongeren aanspreekt. Jongeren geven aan dat er ten minste één aparte ingang en aparte ruimtes moeten zijn voor jongeren. Zij willen niet het risico lopen dat zij hun eigen ouders tegen komen bij de ingang of in de wachtkamer van het CJG. Omdat de gemeente overweegt een jongerenwebsite te koppelen aan het CJG, zijn aan de hand van een aantal voorbeeldwebsites jongeren vragen gesteld over webdesigns die zij aantrekkelijk vinden. Aspecten die een website aantrekkelijk maken zijn volgens jongeren: overzichtelijke navigatie, aansprekende kleuren en lettertype, modern en vrolijk, polls, forum en nieuws dat jongeren aanspreekt. Jongeren komen met de tip om de website op te splitsen in een deel voor jongens en een deel voor meiden. Eventueel kan er ook nog een opdeling gemaakt worden naar leeftijd. Afhankelijk van geslacht en leeftijd hebben jongeren een andere voorkeur voor webdesigns, andere vragen en problemen en zijn andere antwoorden en oplossingen van toepassing. Ten aanzien van belangrijke en minder belangrijke elementen van een CJG website voor jongeren, is de doelgroep het in grote lijnen eens. Belangrijkste elementen zijn: een forum om ervaringen uit te wisselen, privacy (de mogelijkheid om anoniem te blijven) en duidelijke tips. Filmpjes, foto’s en plaatjes worden het minst belangrijk gevonden. De jongeren geven aan het belangrijk te vinden dat er een zelfstandige jongerenwebsite komt.
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
10
2.4 Welke mogelijkheden zien jongeren om in de toekomst betrokken te blijven bij het CJG? Voor het beantwoorden van deze vraag, is een meerkeuzevraag opgenomen in het deelnemersformulier dat jongeren na afloop van het groepsinterview invulden. Tien jongeren hebben aangegeven dat zij betrokken willen blijven bij de ontwikkeling van het CJG in Papendrecht. Jongeren willen vooral met de gemeente meedenken over de inrichting van het gebouw, de ontwikkelingen van een jongerenwebsite en het aanbod voor diverse doelgroepen.2
2 De contactgegevens van de jongeren die betrokken willen blijven bij de ontwikkeling van het CJG in Papendrecht zijn bekend bij de contactpersoon van de gemeente.
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
11
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
12
Hoofdstuk 3: Ouders in Papendrecht over het CJG In de maanden januari en februari 2011 heeft JSO in 11 groepsinterviews met 64 ouders gesproken over hun wensen en verwachtingen ten aanzien van het te ontwikkelen CJG in Papendrecht. Onder de ouders bevonden zich 55 vrouwen en 9 mannen. De meeste ouders waren tussen de 30 en 50 jaar. Zij hadden allemaal inwonende kinderen, waarvan de meeste tussen de 4 en 12 jaar. Van de ouders waren de meeste van Nederlandse afkomst, daarnaast hebben er Marokkaanse en Somalische ouders deelgenomen. De meeste ouders gaven aan geen geloofsovertuiging te hebben, daarnaast hebben protestants-christelijke, rooms-katholieke en islamitische ouders deelgenomen. In onderstaande rapportage wordt aan de hand van de vier onderzoeksvragen verslag gedaan van de resultaten.
3.1 Hoe zichtbaar is het huidige aanbod aan opvoedingsondersteuning? Ouders wenden zich vooral tot hun eigen sociale netwerk (vrienden, collega’s, familie) wanneer zij vragen of problemen hebben bij de opvoeding van hun kind. Hierbij fungeert het sociale netwerk ook als check, je wilt weten of anderen vergelijkbare problemen hebben en of het nodig is om hulp te zoeken. Daarnaast zijn school, internet en de huisarts voorzieningen die vaak gebruikt worden. Hierbij hangt het wel af van de aard van de vraag of het probleem; speelt het ook op school, is het meer iets medisch, etc. Op internet zoeken ouders via Google, zij gaan niet direct naar een opvoedsite. Naast de voorzieningen op het gebied van opvoedingsondersteuning die ouders spontaan noemen (school, huisarts, consultatiebureau, schoolarts, Bureau Jeugdzorg) herkennen ouders ook veel andere voorzieningen zodra zij de naam horen. Het opvoedspreekuur, ReSet, Stevig Ouderschap en de cursussen voor kinderen zoals sociale vaardigheidstraining zijn het minst bekend. De school, de huisarts en het consultatiebureau worden als het meest laagdrempelig ervaren. Argumenten hiervoor waren omdat je er al vaak komt (school) en/of gewend bent hiernaartoe te gaan met vragen (huisarts, consultatiebureau). De jeugdgezondheidszorg van de GGD wordt door sommige ouders juist als laagdrempelig ervaren, en door andere ouders juist als hoogdrempelig. Bureau Jeugdzorg en Stevig Ouderschap worden door veel ouders als hoogdrempelig ervaren door de ‘zware’ naam.
3.2 Wat is laagdrempelig in de ogen van ouders? Ouders hebben aangegeven welke aspecten voor hen belangrijk zijn voor het realiseren van een laagdrempelige voorziening. Laagdrempeligheid is in de groepsinterviews uitgesplitst naar vier aspecten, te weten: fysieke locatie, bejegening, aanbod en thema’s. Wat betreft de fysieke locatie vinden ouders de volgende drie punten het meest belangrijk: 1. goed telefonisch bereikbaar 2. goede openingstijden 3. geen wachtlijst. Met goede openingstijden werden hier vooral ruime openingstijden bedoeld, bij voorkeur ook ’s avonds.
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
13
Met betrekking tot bejegening, geven ouders aan het volgende belangrijk te vinden: 1. deskundige medewerkers 2. erkenning 3. privacy, vertrouwelijkheid. Hierbij werd deskundig vaak breed opgevat, eigenlijk vallen alle aspecten hieronder. Wel is een paar keer genoemd dat men de voorkeur geeft aan medewerkers met de nodige levens- en opvoedervaring. Wat betreft het aanbod, hebben ouders behoefte aan: 1. individuele gesprekken op afspraak met deskundige of hulpverlener 2. hulp en informatie via internet 3. inloopspreekuur. Ouders geven hierbij wel aan dat het ook afhangt van het soort vraag waar je mee zit, welk aanbod je het meest prettig vindt. Zo kan hulp en informatie op internet behulpzaam zijn om te beslissen of je een gesprek met een deskundige of hulpverlener wilt. Het inloopspreekuur heeft wel de voorkeur, maar ouders geven aan de term ‘opvoedspreekuur’ streng te vinden klinken en zouden het gevoel hebben dat zij toch te kijk staan als zij daar naartoe zouden gaan. Ouders vinden het belangrijk dat de volgende thema’s aan de orde komen in het CJG: 1. ‘Gedragsproblemen’ 2. ‘Je kind en drugs/alcohol/roken’ 3. ‘Je kind en psychische problemen’. De keuze voor de thema’s hangt volgens de ouders af van de vragen en problemen waar je op dat moment mee zit. Bij gedragsproblemen gaven ouders overigens de voorkeur aan individuele gesprekken. Het thema ‘Je kind en drugs/alcohol/roken’ kan juist weer goed behandeld worden in themabijeenkomsten, net zoals ‘Je kind en seksualiteit’. Dit zou dan een preventief aanbod voor alle ouders moeten zijn.
3.3 Op welke manier kan de fysieke en digitale inrichting van het CJG volgens ouders bijdragen aan zichtbaarheid en laagdrempeligheid? Ouders konden aangeven wat volgens hen de ‘gedroomde’ locatie voor het CJG is. Hierbij werd in veel groepen spontaan het consultatiebureau (Groene Kruis/Rivas) op de Seringenstraat genoemd. Hierbij werden als argumenten aangevoerd: goede privacy, bekende route, ligt in het verlengde van wat je al kent, genoeg parkeerruimte. Daarnaast denken veel ouders aan de nieuwe Brede Schoollocatie op de Lange Tiendweg. In het verlengde hiervan worden ook Interval en het sportcentrum vaak genoemd. Verder wordt de school een paar keer genoemd, omdat je daar toch al vaak komt. Wanneer er doorgevraagd wordt op de beoogde locatie aan de Seringenstraat geven ouders aan deze locatie laagdrempelig te vinden omdat het consultatiebureau er al zit en het al bekend is bij veel ouders. Andere voordelen zijn dat je er ook voor andere dingen terecht kan, bijvoorbeeld bloed prikken, waardoor niet iedereen die je daar ziet weet wat je komt doen en veel mensen er toch al regelmatig komen. Andere punten die genoemd werden zijn: je loopt er makkelijk ongezien naar binnen, goede parkeergelegenheid, speelhoekje voor de kinderen, goed bereikbaar met openbaar vervoer, centrale ligging en een leuk/vriendelijk/knus gebouw.
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
14
De barrières in de beoogde locatie zit vooral in de inrichting, deze wordt vaak als oubollig en muf ervaren. Ouders zien vooral mogelijkheden om het gebouw aantrekkelijker te maken door het te moderniseren qua kleuren, het lichter te maken en meer speelgoed, ook voor oudere kinderen, toe te voegen. Gevraagd naar wat er per se moet veranderen hebben met name het opfrissen/pimpen van de inrichting prioriteit, evenals het maken van een indeling met aparte ruimtes voor oudere en jongere kinderen en verschillende zalen/ruimtes voor bijeenkomsten. Ouders geven ten slotte aan een aantrekkelijk gebouw niet het allerbelangrijkste te vinden, maar vinden dat het wel belangrijk is hoe het gebouw op het kind overkomt en dat je wel moet kunnen zien dat het verzorgd en schoon is. Omdat het CJG mede vorm zal krijgen in de vorm van een website zijn ouders ook bevraagd op hun ideeën, wensen en behoeften hieromtrent. Naar aanleiding van de getoonde voorbeelden geven zij aan dat de website van het CJG in Bergen het meest aansprak, dit werd als volgt toegelicht: duidelijke tekst ‘welkom ouders’, duidelijk waar het over gaat, duidelijke kop, vrolijke kinderen, overzichtelijk. Andere aspecten die ouders waarderen zijn: rust, structuur, een duidelijke indeling in verschillende leeftijdsgroepen, zoekfunctie en witte achtergrond. Wat betreft de verschillende elementen van een website vinden ouders vooral uitleg over het CJG belangrijk, daarnaast werden vaak genoemd: e-mailfunctie, duidelijke tips, duidelijke informatie over het hulpaanbod, actuele informatie over wat er te doen is in Papendrecht, een toegankelijke, goed leesbare tekst en een forum om ervaringen uit te wisselen. Veel filmpjes, foto’s en plaatjes en een chatfunctie werden juist niet belangrijk gevonden door ouders.
3.4 Welke mogelijkheden zien ouders om in de toekomst betrokken te blijven bij het CJG? Ouders is gevraagd of en op welke manier zij in de toekomst betrokken willen blijven bij het CJG. 39 ouders willen graag het rapport ontvangen en 19 ouders willen betrokken blijven bij de CJG-ontwikkeling in Papendrecht. Niet alle ouders hebben echter ideeën over hoe ouders betrokken konden worden bij het CJG of hebben hier zelf geen belangstelling voor. Er zijn wel een paar ouders die mee wilden denken over de inrichting van het gebouw, de website, het aanbod voor diverse doelgroepen of in de pr, bijvoorbeeld als CJGambassadeur. Ook is er vanuit de kinderopvang en de sportvereniging belangstelling om samen te werken, bijvoorbeeld bij het verzorgen van thema-avonden of bij het informeren van ouders en jongeren over het aanbod.3
3
De contactgegevens van de ouders die betrokken willen blijven bij de ontwikkeling van het CJG in Papendrecht zijn bekend bij de contactpersoon van de gemeente.
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
15
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
16
Hoofdstuk 4: Conclusie en aanbevelingen In het algemeen maken ouders en jongeren gebruik van hun eigen sociale netwerk wanneer zij vragen of problemen hebben. Zij wenden zich niet direct tot een instantie of voorziening. In die zin ‘doppen zij hun eigen boontjes’. Wanneer zij wel behoefte hebben aan professionele hulp zoeken zij dit bij voorkeur via de school of de huisarts. Het is belangrijk voor hen dat zij hun vraag kunnen stellen op een plek waar zij al vaker komen en vertrouwd zijn. Ook het consultatiebureau heeft voor ouders van jonge kinderen een soortgelijke positie. Jongeren zijn in het algemeen weinig bekend met het aanbod in Papendrecht, ook kennen zij sommige voorzieningen wel, maar zouden zij hier niet snel zelf naartoe gaan. Ouders kennen meerdere voorzieningen van naam, met name de algemene voorzieningen zoals school, kinderopvang, schoolarts, etc. en wat minder de specifieke hulpvormen of interventies zoals Stevig Ouderschap op cursussen voor kinderen. Ook het opvoedspreekuur is relatief onbekend, terwijl dit juist een goed voorbeeld zou kunnen zijn van een laagdrempelige voorziening op het gebied van opvoedingsondersteuning. Wanneer het opvoedspreekuur deel gaat uitmaken van het CJG is het belangrijk hier extra aandacht aan te besteden en het mogelijk te introduceren onder een nieuwe naam die het voor ouders laagdrempeliger maakt. Laagdrempelig betekent zowel voor ouders als jongeren vooral een plek waar je vaak komt en waar je makkelijk naar binnen loopt zonder dat iedereen het kan zien en dan dus weet (of denkt te weten) dat jij een probleem hebt. Zowel ouders als jongeren geven aan hier gevoelig voor te zijn. Ook hier komt het ‘eigen boontjes doppen’ weer terug. Ouders en jongeren lossen het graag zelf op en willen niet gezien worden als iemand die hulp nodig heeft. Dit is een belangrijk element in de communicatie over het CJG naar buiten toe. Het moet niet primair gezien worden als een plek waar je naartoe gaat als je problemen hebt, maar als een plek waar iedereen terecht kan voor informatie en ontmoeting rondom opvoeden en opgroeien. Daarnaast zijn er een aantal aspecten genoemd met betrekking tot laagdrempeligheid. Wat betreft de fysieke inrichting (ruime openingstijden, per e-mail bereikbaar, geen wachtlijsten), de bejegening door de medewerkers (deskundig), het aanbod (individuele gesprekken, internet en inloopspreekuur) en de thema’s waaraan aandacht moet worden besteed (voor ouders vooral rond gedragsproblemen, drugs/alcohol/roken en psychische problemen, voor jongeren vooral over kopzorgen, seks en relaties, familiezaken en verslaving). Deze bieden goede handvatten voor de inrichting en activiteiten van het CJG. Het makkelijk ongezien naar binnen kunnen gaan is ook bepalend voor de voorkeur voor de locatie van het CJG. Veel ouders en jongeren ervaren het als een voordeel van de locatie aan de Seringenstraat dat de locatie niet in het zicht staat en dat je er voor verschillende dingen terecht kan zodat het niet opvalt als je daar een keer gezien wordt. Ook de Lange Tiendweg is door ouders regelmatig als mogelijke locatie genoemd omdat hier ook een Brede School gebouwd wordt. De inrichting van de locatie aan de Seringenstraat kan volgens zowel jongeren als ouders wel een opfrisbeurt gebruiken en zij dragen hier ook concrete ideeën voor aan, meer kleur en licht en aanpassen aan de functie die het straks heeft door de ruimtes anders in te delen en het ook geschikt te maken voor oudere jeugd. Jongeren hebben hierbij graag een aparte ingang zodat zij niet het risico lopen hun ouders tegen het lijf te lopen.
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
17
Wat betreft de digitale inrichting kan er voor de ouders voortgebouwd worden op voorbeelden van CJGwebsites die er al zijn. Ouders hechten vooral waarde aan overzichtelijkheid, rust en een vrolijke uitstraling. Voor hen hoeven er verder geen filmpjes of een chatfunctie op te zitten. Jongeren hechten veel waarde aan een aparte website voor jongeren en mogelijk zelfs voor jongens en meiden en voor de verschillende leeftijdsgroepen. De verschillen in smaak en behoeften hierin lijken nauw te luisteren. Maar voor alle jongeren geldt ook, er hoeven niet veel foto’s en filmpjes e.d. op de website te staan. Zowel bij ouders als bij jongeren is er belangstelling om de rapportage te ontvangen en in de toekomst betrokken te blijven bij het CJG. Zij hebben hier zelf nog geen concrete ideeën over maar willen wel meedenken over de inrichting van het gebouw en de website of een rol spelen als bijvoorbeeld CJGambassadeur. Ook binnen de organisaties die meegedaan hebben aan dit participatietraject, zoals de kinderopvang en de sportvereniging, is aangegeven dat men in de toekomst wil samenwerken met het CJG.
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
18
Bijlage 1: Vragenlijst jongeren 1. Hoe zichtbaar zichtbaar is het huidige aanbod aan opgroeiondersteuning? Stap 1: Welk aanbod op het gebied van opgroeiondersteuning kennen jongeren? Formulering: Formulering Als je vragen hebt die te maken hebben met opgroeien en volwassen worden, waar ga je dan naartoe? Doorvragen: oorvragen: Welke voorzieningen in Papendrecht? Het gaat er hier om welke voorzieningen jongeren zelf opnoemen. Waar hebben ze (direct of indirect) ervaring mee? Stap 2: Kaartjes met vragen / problemen. Met welke vraag ga je waar heen? Voorbeelden van vragen zijn: Heb ik een eetprobleem? Hoe kan ik veilig vrijen? Ik ben bijna elk weekend dronken, is dat erg? Ik wil stoppen met roken. Hoe pak ik dat aan? Ik wil het huis uit, maar ik ben pas 15. Kan dat? Ik wil een nieuwe hobby uitproberen. Waar vind ik informatie? Ik zoek een bijbaantje. Wat voor werk mag ik al doen? Voorbeelden van problemen zijn: Mijn vader slaat mij Mijn ouders maken erg vaak ruzie Ik stotter en voel me daar onzeker over Ik pieker veel en slaap daardoor slecht Mijn relatie is uit en daardoor ben ik depressief Ik word gepest op school Mijn vrienden dagen mij uit om dingen te stelen, terwijl ik dat eigenlijk niet wil. Stap 3: de kaartjes met het volledige aanbod in Papendrecht. Samen met de jongeren de kaartjes langslopen. Voorzieningen die nog niet ter sprake zijn gekomen: kennen jongeren deze voorzieningen? Gebruiken ze deze voorzieningen ook? Jeugdmaatschappelijk werk Inloopspreekuur op school (De Lage Waard) Route 23 Sportclub Schoolmaatschappelijk werk GGD/Schoolarts School (leraar, mentor) Upstairs Huisarts Jongerenloket Gemeente
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
19
Kerk Kindertelefoon Interval Bureau Jeugdzorg
2. Wat is laagdrempelig in de ogen van jongeren? Stap 1: De aanwezigen ordenen jongerenvoorzieningen in Papendrecht op basis van laagdrempeligheid. Welke 3 voorzieningen vinden jullie het meest laagdrempelig? Welke 3 voorzieningen vinden jullie het meest laagdrempelig? Stap 2: Aspecten van laagdrempeligheid. We laten de jongeren aangeven welke aspecten voor hen het belangrijkst zijn. Aspecten van laagdrempeligheid staan op geplastificeerde kaartjes. Aspecten van laagdrempeligheid
Fysieke locatie
in de buurt goede openingstijden goed telefonisch bereikbaar per email bereikbaar geen wachtlijst voldoende parkeergelegenheid inrichting uitstraling pand (buitenkant) goed bereikbaar met openbaar vervoer.
Bejegening
privacy, vertrouwelijkheid deskundige medewerkers aardige medewerkers staat positief bekend praktische tips aandacht erkenning luisterend oor.
Aanbod
hulp en informatie via internet groepsbijeenkomsten voor jongeren rond bepaalde thema’s cursus individuele gesprekken op afspraak met deskundige of hulpverlener inloopspreekuur.
Thema’s
werk en inkomen school / opleiding
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
20
wonen seks en relaties kopzorgen familiezaken verslaving gezondheid.
3. Op welke manier kan de fysieke en digitale inrichting van het CJG volgens jongeren bijdragen aan zichtbaarheid en laagdrempeligheid? Stap 1: Gedroomde locatie Als jullie het voor het zeggen hadden, waar zou het CJG dan moeten komen in Papendrecht? Voorbeelden: Meent Interval Sportclub School Kinderboerderij Gemeentehuis Bibliotheek. Stap 2: FYSIEKE inrichting 5 tot 10 foto’s van de beoogde locatie.
Wat vinden jongeren laagdrempelig aan deze locatie? Wat zijn barrières van deze locatie? Hoe kan het gebouw aantrekkelijker worden gemaakt? Wat moet er per se veranderen? Hoe belangrijk is een aantrekkelijk gebouw? (zoek je dan eerder contact?)
Stap 3: DIGITALE inrichting Het CJG krijgt ook een eigen website. Er komt waarschijnlijk een aparte website voor jongeren. De gemeente vindt het belangrijk om te weten wat de wensen van jongeren zijn als er een dergelijk website komt.
Eventueel Stap 1: Hoe moet een dergelijk website eruit zien? Dus: de website van het CJG speciaal voor jongeren in Papendrecht (en de andere Drechtsteden). Toon een aantal websites (varianten van JongIn, andere websites gericht op jongeren) Welk design spreekt het meest aan, welk het minst? Stap 2: Welke functies en elementen moet een jongerenwebsite van het CJG in ieder geval hebben? Welke 3 elementen zijn het belangrijkst? Welke 3 elementen zijn het minst belangrijk? forum om ervaringen uit te wisselen e-mailfunctie: direct mailen met een hulpverlener chatfunctie: chatten met hulpverleners
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
21
duidelijke tips betrouwbare informatie actuele informatie over wat er voor jongeren te doen is in Papendrecht duidelijke informatie over het hulpaanbod voor jongeren in Papendrecht toegankelijke tekst veel filmpjes, foto’s, plaatjes privacy zelf een afspraak plannen met een hulpverlener.
4. Welke mogelijkheden zien jongeren jongeren om in de toekomst betrokken te blijven bij het CJG? Stap 1: De gemeente Papendrecht wil graag de resultaten van dit onderzoek aan jullie terugkoppelen. Misschien heeft de gemeente in de toekomst ook hulp nodig bij het invullen van de jongerenwebsite of andere taken die te maken hebben met het CJG voor jongeren. Stap 2: Waar zou je over mee willen denken? inrichting gebouw website aanbod voor diverse doelgroepen PR De korte vragenlijst die deelnemers na afloop van het groepsgesprek invullen, biedt gelegenheid om aan te geven of jongeren het rapport van het participatietraject willen ontvangen en of zij betrokken willen blijven bij de ontwikkeling van het Papendrechtse CJG.
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
22
Bijlage 2: Vragenlijst ouders 1. Hoe zichtbaar is het huidige aanbod aan opvoedopvoed- en opgroeiondersteuning? Stap 1: Welk aanbod op het gebied van opvoed- en opgroeiondersteuning kennen ouders? Formulering: Formulering Als u vragen hebt over de opvoeding van uw kinderen of over de manier waarop ze zich ontwikkelen, waar gaat u dan naartoe? Doorvragen: Welke voorzieningen in Papendrecht? Het gaat er hier om welke voorzieningen ouders zelf opnoemen. Waar hebben ze (direct of indirect) ervaring mee? Stap 2: Kaartjes met vragen / problemen. Met welke vraag gaat u waar heen? Voorbeelden van vragen zijn (ouders): Hoe pak ik bedplassen aan? Hoe zorg ik er voor dat mijn kind niet te dik wordt? Hoe werkt borstvoeding geven? Hoe, waar en wanneer kan ik mijn kind inschrijven op crèche /peuterspeelzaal /school? Kan ik mijn kind van 7 al zelfstandig buiten laten spelen? Hoe kan ik het internet/game/televisiegedrag van mijn kind reguleren? Mijn puber heeft verkering. Hoe ga ik daarmee om? Voorbeelden van problemen zijn (ouders): Mijn kind luistert heel slecht. Mijn kind is erg agressief naar andere kinderen. Mijn kind kan niet goed meekomen op school. Mijn kind wordt gepest. Ik maak me zorgen over de vriendengroep van mijn kind. Mijn kind is vaak angstig. Mijn kind spijbelt veel. Stap 3: De kaartjes met het volledige aanbod in Papendrecht. Samen met de ouders de kaartjes langslopen. Voorzieningen die nog niet ter sprake zijn gekomen: kennen ouders deze voorzieningen? Gebruiken ze deze voorzieningen ook?
Consultatiebureau Voor- en Vroegschoolse Educatie GGD Jeugdgezondheidszorg (schoolarts) Jeugdmaatschappelijk Werk ReSet (thuisbegeleiding door Rivas) School Kinderdagverblijf Buitenschoolse Opvang Peuterspeelzaal
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
23
Multidisciplinair Team Stevig Ouderschap (thuisbezoeken door wijkverpleegkundige) Opvoedspreekuur Zwangerschapscursus Oudercursus (bijvoorbeeld over Eerste Hulp aan kinderen, omgaan met Peuters, Opvoeden & zo! etc.) Cursus voor kinderen (Sociale vaardigheidstrainingen) Huisarts Kerk Bureau Jeugdzorg.
2. Wat is laagdrempelig in de ogen van ouders? Stap 1: Gebruik weer de kaartjes met het huidige aanbod. Welke voorzieningen vinden de ouders laagdrempelig? Wat maakt deze voorzieningen laagdrempelig? Welke voorzieningen zijn juist niet laagdrempelig? Wat maakt dat er in het gebruiken van deze voorzieningen drempels zijn? Welke voorzieningen zijn neutraal / onbekend? Stap 2: Aspecten van laagdrempeligheid. Aspecten van laagdrempeligheid staan op geplastificeerde kaartjes. We laten de deelnemers aangeven welke aspecten voor hen het belangrijkst zijn. Aspecten van laagdrempeligheid
Fysieke locatie:
in de buurt goede openingstijden goed telefonisch bereikbaar per email bereikbaar geen wachtlijst voldoende parkeergelegenheid inrichting uitstraling pand (buitenkant) goed bereikbaar met openbaar vervoer.
Bejegening
privacy, vertrouwelijkheid deskundige medewerkers aardige medewerkers staat positief bekend praktische tips aandacht erkenning luisterend oor.
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
24
Aanbod
hulp en informatie via internet groepsbijeenkomsten voor ouders rond bepaalde thema’s (gespreksgroepen) cursus individuele gesprekken op afspraak met deskundige of hulpverlener inloopspreekuur
Thema’s
grenzen stellen gedragsproblemen ontwikkelingsachterstand je kind in de kinderopvang je kind op school je kind en seksualiteit je kind en psychische problemen familiezaken je kind en drugs/alcohol/roken gezondheid van je kind.
3. Op welke manier kan de fysieke en digitale inrichting van het CJG volgens ouders bijdragen aan zichtbaarheid en laagdrempeligheid? Stap 1: Gedroomde locatie Als u het voor het zeggen hadden, waar zou het CJG dan moeten komen in Papendrecht? Foto’s met voorbeelden: Meent Interval Sportclub School Kinderboerderij Gemeentehuis Consultatiebureau Bibliotheek. Stap 2: FYSIEKE inrichting 5 tot 10 foto’s van de beoogde locatie.
Wat vinden ouders laagdrempelig aan deze locatie? wat zijn barrières van deze locatie? Hoe kan het gebouw aantrekkelijker worden gemaakt? Wat moet er per se veranderen? Hoe belangrijk is een aantrekkelijk gebouw? (Zoek je dan eerder contact?)
Stap 3: DIGITALE inrichting Het CJG krijgt ook een eigen website. De gemeente vindt het belangrijk om te weten wat de wensen van ouders zijn als er een dergelijk website komt.
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
25
Stap 1: Hoe moet de CJG-website eruit zien? Toon een aantal websites (varianten van CJG-websites en andere websites gericht op ouders en opvoeden). Welk design spreekt het meest aan, welk het minst? Stap 2: Welke functies en elementen moet de website van het CJG in ieder geval hebben? Welke 3 elementen zijn het belangrijkst? Welke 3 elementen zijn het minst belangrijk?
Uitleg over het CJG: welke hulp kunnen ouders er krijgen Forum om ervaringen uit te wisselen met andere ouders E-mailfunctie: direct mailen met een hulpverlener Chatfunctie: chatten met hulpverleners Duidelijke tips Toegankelijke, goed leesbare tekst Betrouwbare informatie Actuele informatie over wat er voor kinderen en ouders te doen is in Papendrecht Duidelijke informatie over het aanbod op het gebied van opvoedings- en opgroeiondersteuning in Papendrecht Veel filmpjes, foto’s, plaatjes Privacy FAQ Zelf een afspraak plannen met een hulpverlener / begeleider.
4. Welke mogelijkheden zien ouders om in de toekomst betrokken te blijven bij het CJG? Stap 1: De Gemeente Papendrecht wil graag de resultaten van dit participatietraject aan ouders terugkoppelen. Misschien heeft de gemeente in de toekomst ook hulp nodig bij het invullen van de website of andere activiteiten voor ouders binnen het CJG. Stap 2: Waar zou u over mee willen denken? inrichting gebouw website aanbod voor diverse doelgroepen PR De korte vragenlijst die deelnemers na afloop van het groepsgesprek invullen, biedt gelegenheid om aan te geven of ouders het rapport van het participatietraject willen ontvangen en of zij betrokken willen blijven bij de ontwikkeling van het Papendrechtse CJG.
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
26
Bijlage 3: Intermediaire organisaties De
volgende organisaties hebben ons in contact gebracht met ouders: Prins Constantijn School SBO De Kameleon Koningin Beatrixschool Willem de Zwijgercollege Augustinusschool Prins Florisschool Oranje Nassauschool WASKO Anne Frank School De Viermaster Handbalvereniging DES ‘72 Interval Wijkcoördinatoren Gemeente Papendrecht
De
volgende organisaties hebben ons in contact gebracht met jongeren: Willem de Zwijgercollege Interval Volleybalvereniging FLITS Basketbalvereniging Flush Handbalvereniging DES ‘72 De Lage Waard Upstairs Jongerenwerk PKN
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
27
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
28
Bijlage 4: Gedetailleerde uitkomsten groepsgesprekken met jongeren In de maanden januari en februari 2011 heeft JSO in 9 groepsinterviews met in totaal 54 jongeren gesproken over hun wensen en verwachtingen ten aanzien van het te ontwikkelen CJG in Papendrecht. JSO is via de volgende organisaties in contact gekomen met jongeren: Interval (2 groepsinterviews, 9 jongeren) Basketbalvereniging Flush (1 groepsinterview, 2 jongeren) Volleybalvereniging Flits (2 groepsinterviews, 11 jongeren) Willem de Zwijger college (1 groepsinterview, 3 jongeren) Handbalvereniging DES ’72 (2 groepsinterviews, 20 jongeren) Upstairs (1 groepsinterview, 8 jongeren) Na afloop van de gesprekken vulden de jongeren een korte vragenlijst over hun persoonlijke achtergrond in. Deze informatie werd gebruikt om te beoordelen of met dit participatietraject een brede en diverse groep werd bereikt. Hieronder worden enkele kenmerken van de jongeren beschreven. Van de 53 jongeren waren er 33 jongens en 20 meisjes. Wat betreft de leeftijd waren de meeste jongeren tussen de 17 en 20 jaar. De meeste jongeren zaten nog op het voortgezet onderwijs, al was er ook een grote groep die studeerde of al werkte. Leeftijd jongeren
Dagbesteding jongeren 1
2
5 1
18 12-16 jaar
VO
6
MBO
3
HBO
17-20 jaar Ouder dan 20
Universiteit 9 40
30
Werk Werkzoekend Onbekend
Wat betreft geloofsovertuiging en culturele achtergrond waren de bereikte jongeren ook redelijk divers. De meeste jongeren hadden geen geloofsovertuiging, verder is er met protestants-christelijke en moslimjongeren gesproken. Naast Nederlandse jongeren waren er ook jongeren met een Marokkaanse, Somalische en Chinese achtergrond. Geloofsovertuiging jongeren
Culturele achtergrond jongeren 1
6
1 Geen Protestantschristelijk
14 33
5 Nederlands
2
Marokkaans
5
Indisch Somalisch
Moslim
Chinees 39
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
Overig/gemengd
29
De jongeren kwamen uit uiteenlopende delen van Papendrecht.
Postcodegebied jongeren Westpolder, Het Eiland Molenvliet Kraaihoek, Molenpolder, Buitenwaard Middenpolder Wilgendonk Oosteind, Oostpolder, De Kooi Anders Niet ingevuld 13
13
4
6 2
4 4
7
Het participatietraject heeft ook iets opgeleverd voor de betrokkenheid van jongeren bij het CJG in de toekomst. 17 jongeren willen graag het rapport ontvangen en 10 jongeren willen betrokken blijven bij de CJG ontwikkeling in Papendrecht.
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
30
Inhoudelijke rapportage De vier deelvragen zijn geoperationaliseerd in een aantal interviewvragen. In deze bijlage wordt verslag gedaan van de antwoorden op de verschillende interviewvragen.
Zichtbaarheid van opgroeiondersteuning De eerste interviewvragen waren gericht op het verkrijgen van inzicht in de mate waarin het huidige aanbod aan opgroeiondersteuning zichtbaar is voor jongeren. Als jongeren vragen hebben over opgroeien en volwassen worden, wenden zij zich vooral tot ouders, vrienden en andere mensen in hun eigen netwerk. In enkele gesprekken werden genoemd: leraar of vertrouwenspersoon op school, huisarts, Interval. Eenmalig kwamen aan de orde: vluchtelingenwerk, politie, woningstichting, internet, Alpha, Upstairs en de kerk. Om het voor de jongeren concreet te maken, werd hen in de groepsinterviews een aantal voorbeeldvragen en –problemen voorgelegd met daarbij de vraag waar zij in zo’n geval hulp of ondersteuning zouden vragen. In onderstaand overzicht is af te lezen welke personen en instellingen benaderd worden bij bepaalde vragen of problemen. Hierbij moet worden opgemerkt dat de vragen en problemen die aan de jongeren werden voorgelegd, afgestemd werden op de achtergrond van de deelnemers. Niet in alle gesprekken zijn dezelfde voorbeeldvragen en –problemen gebruikt. Vraag/probleem
Waar zoek ik advies?
Ik zoek een bijbaantje, welk werk
Ouders
Aantal keer genoemd 3
mag ik al doen?
Internet
2
Deze vraag is 4 keer aan jongeren
Vrienden
2
voorgelegd.
School
2
Uitzendbureau
1
Supermarkt/winkels
1
Folders
1
Ik wil stoppen met roken, hoe pak ik
Huisarts
3
dat aan?
Internet
3
Deze vraag is 6 keer aan jongeren
Vrienden
2
voorgelegd.
Afkickcentrum
1
Mensen die al gestopt zijn
1
Ouders
1
Vrienden dwingen me dingen te
Politie
3
stelen, terwijl ik dat eigenlijk niet
Goede vrienden
2
wil.
Ouders
2
Ik pieker veel en slaap daardoor
Huisarts
3
slecht.
Psycholoog
1
Deze vraag is 3 keer aan jongeren
Alpha
1
voorgelegd.
God
1
Internet
1
Deze vraag is 4 keer aan jongeren voorgelegd.
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
31
Vertrouwenspersoon op school, als het gaat
1
over schooldingen. Vrienden
1
Ouders
1
Mijn ouders maken heel veel ruzie.
Ooms en tantes, die staan dicht bij je
2
Deze vraag is 3 keer aan jongeren
ouders
voorgelegd.
Vertrouwenspersoon op school
2
Ouderling uit de kerk kan bemiddelen.
1
Vrienden 1 Heb ik een eetprobleem?
Huisarts
3
Deze vraag is 4 keer aan jongeren
Diëtiste
2
voorgelegd.
Vertrouwenspersoon op school
2
Aanbieden dat ze met jouw ouders kunnen
1
praten, als ze niet bij hun eigen ouders terecht kunnen. Ouders
1
Mijn relatie is uit en nu ben ik
Vrienden
4
depressief.
Psycholoog, als het niet over gaat
2
Deze vraag is 5 keer aan jongeren
Huisarts (maar dan komt het ook bij je
1
voorgelegd.
ouders) Vertrouwenspersoon op school
1
Ik wil het huis uit, maar ik ben pas
Vrienden
3
15. Kan dat?
Vertrouwenspersoon op school
2
Deze vraag is 5 keer aan jongeren
Ouders
1
voorgelegd.
Opvang
1
Huisarts
1
Woningbouwvereniging
1
Ik word gepest op school.
Vertrouwenspersoon op school
2
Deze vraag is 2 keer aan jongeren
Ouders
1
voorgelegd.
Familie
1
Ik ben bijna elk weekend dronken, is
Verslavingszorg
2
dat erg?
Ouders
1
Deze vraag is 4 keer aan jongeren
School
1
voorgelegd.
Kindertelefoon
1
Vrienden
1
Internet
1
Internet
1
Ik wil een nieuwe hobby uitproberen. Waar vind ik informatie? Deze vraag is 1 keer aan jongeren voorgelegd.
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
32
Hoe kan ik veilig vrijen?
Ouders
1
Deze vraag is 1 keer aan jongeren
Huisarts
1
voorgelegd.
Leraar biologie
1
Mijn vader slaat mij.
Kindertelefoon
1
Deze vraag is 2 keer aan jongeren
Vertrouwenspersoon op school
1
voorgelegd.
Politie
1
Bureau Jeugdzorg
1
Ik stotter en voel me daar onzeker
Ouders
1
over.
Vrienden
1
Deze vraag is 1 keer aan jongeren voorgelegd.
De reacties van de jongeren bevestigen het beeld dat uit de antwoorden op de algemene vraag naar voren kwam: jongeren gaan vooral te rade bij hun ouders en vrienden. Ook de huisarts en vertrouwenspersonen op school worden beschouwd als betrouwbare informatiebronnen. Vervolgens werden de jongeren kaartjes gepresenteerd met daarop de namen van voorzieningen in Papendrecht waar zij gebruik van zouden kunnen maken. Wij vroegen jongeren in hoeverre zij deze voorzieningen kenden en of zij bekend zijn met het feit dat je bij deze voorzieningen zou kunnen aankloppen met vragen of problemen omtrent opgroeien en volwassen worden. De mate van bekendheid wordt weergegeven in onderstaande tabel Naam voorziening voorziening
Aantal groepsinterviews waarin jongeren aangaven deze voorziening te kennen
Interval
9
Kindertelefoon
9
(N=9)
School (leraar, mentor)
9
GGD/Schoolarts
8
Huisarts
7
Bureau Jeugdzorg
6
Sportclub
5
Jeugdmaatschappelijk werk
4
Upstairs
4
Kerk
3
Schoolmaatschappelijk werk
2
Inloopspreekuur op school
2
Route 27
0
Jongerenloket
0
Deze tabel maakt duidelijk dat jongeren op het gebied van voorzieningen met name school, de huisarts en de sportclub als laagdrempelig te ervaren. De GGD/schoolarts en de kerk vinden zij hoogdrempelig. Daarna maakten de jongeren met behulp van de kaartjes een onderscheid tussen voorzieningen die als hoogdrempelig en voorzieningen die als laagdrempelig werden ervaren.
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
33
Naam voorziening
Aantal groepsinterviews waarin
Aantal groepsinterviews waarin jongeren
jongeren aangaven deze
aangaven deze voorziening als
voorziening als LAAGDREMELIG
HOOGDREMPELIG te ervaren.
te ervaren. Interval
2
3
Kindertelefoon
1
1
School (leraar, mentor)
7
2
GGD/Schoolarts
0
4
Huisarts
5
1
Bureau Jeugdzorg
1
1
Sportclub
5
1
Jeugdmaatschappelijk werk
0
0
Upstairs
1
2
Kerk
2
5
Schoolmaatschappelijk werk
1
0
Inloopspreekuur op school
0
0
Route 274
0
1
Jongerenloket
2
2
Tijdens de groepsgesprekken hebben de jongeren hun keuze en ervaringen uitgebreid toegelicht. De jongerencentra Interval en Upstairs zijn redelijk tot algemeen bekend bij jongeren in Papendrecht. In veel gevallen zijn deze jongerencentra vooral bekend als een gelegenheid om uit te gaan. Jongeren zien de jongerencentra veelal niet als een plaats waar je (ook) naar toe kan voor informatie of advies. Verder worden Interval en Upstairs niet gezien als algemene voorzieningen: beide jongerencentra kennen een specifieke doelgroep. De huisarts en de GGD/schoolarts worden in bijna alle groepsinterviews genoemd. Huisarts en schoolarts zijn bekend, maar veel jongeren geven aan dat er niet automatisch een vertrouwensrelatie bestaat. Een vertrouwensrelatie vinden zij wel noodzakelijk om persoonlijke vragen of problemen te bespreken. Voor medische vragen of problemen geldt dat niet. Jongeren hebben vaak een negatief beeld van de schoolarts. Vaak deden jongeren uitspraken als ‘Die heb ik maar een keer gezien, daar ga ik echt geen problemen aan vertellen.’ Ook zijn er jongeren die aangeven, dat hun privacy niet gerespecteerd is door de schoolarts. De bekendheid van specifieke ondersteuningsvoorzieningen (jeugdmaatschappelijk werk, schoolmaatschappelijk werk, jongerenloket, Route 27) is laag. Slechts een enkeling heeft gebruik gemaakt van de diensten van deze instellingen. Groepsaanbod (bijvoorbeeld cursussen of gespreksgroepen) wordt als hoogdrempelig ervaren. Jongeren geven aan dat zij individuele aandacht wensen als zij eenmaal zo ver zijn dat zij zich met hun vraag of probleem tot een instelling wenden. Opvallend is dat het inloopspreekuur op De Lage Waard nauwelijks bekend is bij leerlingen van deze school. Voor Bureau Jeugdzorg geldt, dat deze instelling vaak wel bekend is, maar volgens jongeren zich alleen bezighoudt met heel ernstige problemen. De jongeren die wij interviewden waren veelal ouder dan 14 jaar; zij voelden zich te oud om de kindertelefoon te benaderen.
4
Route 27 en het jongerenloket waren in eerste instantie niet bekend bij de jongeren die deelnamen aan de groepsinterviews. Tijdens de groepsinterviews is uitgelegd wat deze voorzieningen inhielden. Met deze informatie in hun achterhoofd, gaven jongeren op de vraag over hoog- en laagdrempeligheid soms aan genoemde voorzieningen laag- of hoogdrempelig in te schatten.
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
34
Over de laagdrempeligheid van sportclubs en school lopen de meningen uiteen. Sommige jongeren zouden met vragen of problemen wel naar hun trainer, teamgenoten of leraar afstappen, anderen niet. Sommige sportclubs wijzen een mentor aan voor de jeugdteams. Deze mentor treedt op als praatpaal voor jongeren die graag hun verhaal kwijt willen. Met betrekking tot school, maken jongeren een onderscheid tussen vragen en problemen die invloed hebben op schoolprestaties en meer algemene vragen en problemen. Zij vinden het vaak gemakkelijker om problemen die hun schoolwerk negatief beïnvloeden aan te kaarten bij een leraar. Voor gelovige jongeren geldt: de kerk of moskee is voor hen wel een plek waar ze terechtkunnen met vragen over het geloof, maar niet met meer algemene vragen of problemen.
Laagdrempeligheid De tweede deelvraag behandelt aspecten van laagdrempeligheid. Jongeren hebben aangegeven welke aspecten voor hen belangrijk zijn voor het realiseren van een laagdrempelig CJG. Laagdrempeligheid is in de groepsinterviews uitgesplitst naar vier aspecten, te weten: fysieke locatie, bejegening, aanbod en thema’s. Wat betreft de fysieke locatie, stellen jongeren de volgende prioriteiten. Fysieke locatie
Aantal keer genoemd
Goede openingstijden
9
Geen wachtlijst
7
In de buurt
6
Per email bereikbaar
6
Inrichting
5
Uitstraling pand (buitenkant)
2
Goed telefonisch bereikbaar
1
Voldoende parkeergelegenheid
1
Goed bereikbaar met openbaar vervoer
1
Voor jongeren betekent goede openingstijden, dat een voorziening ook ’s avonds open is. Niet alle jongeren mogen echter ‘s avonds weg. Dit aspect wordt door een aantal meisjes naar voren gebracht. Daarom zijn openingstijden, die aansluiten op schooltijden, eveneens gewenst. Jongeren geven aan dat een wachtlijst taboe is. Als zij eenmaal over de drempel van hulpvragen heen zijn, willen zij ook zo snel mogelijk hulp of advies ontvangen. Met betrekking tot bejegening, geven de jongeren aan het volgende belangrijk te vinden: Bejegening
Aantal keer genoemd
Privacy, vertrouwelijkheid
8
Aandacht
5
Luisterend oor
4
Deskundige medewerkers
3
Aardige medewerkers
3
Praktische tips
3
Erkenning
3
Staat positief bekend
1
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
35
In de meeste groepsinterviews vonden jongeren het moeilijk om een keuze te maken uit bovengenoemde aspecten van bejegening. Zij geven aan alle aspecten van belang te vinden. Privacy is uiteindelijk als belangrijkste aspect aangewezen. Voor sommige jongeren is het van belang dat zij al een vertrouwensband hebben met een medewerker of eerst een vertrouwensband opbouwen. Voor andere jongeren geldt dat zij het gemakkelijker vinden om een vraag te stellen aan een onbekend persoon met wie ze juist geen persoonlijke relatie hebben. In één groepsinterview werd benoemd dat het uiterlijk van medewerkers ook van belang is. In een ander groepsinterview werd benadrukt dat medewerkers niet alleen dienen te beschikken over theoretische kennis. Zij moeten ook een zekere levenswijsheid en ervaring hebben. Wat betreft het aanbod, springt individueel gericht aanbod eruit: Aanbod
Aantal keer genoemd
Inloopspreekuur
8
Individuele gesprekken op afspraak met een deskundige
7
of hulpverlener Hulp en informatie via internet
6
Cursus
2
Groepsbijeenkomsten rond bepaalde thema’s
2
Inloopspreekuren worden gezien als een laagdrempelige manier om contact te maken. Jongeren geven aan dat zij, als ze eenmaal besloten hebben dat ze behoefte hebben aan hulp of advies, daar geen weken mee willen wachten. Een afspraak maken wordt ervaren als drempelverhogend. Bovendien is een gesprek op afspraak voor jongeren in eerste instantie een te zware interventie. Een inloopspreekuur is voor jongeren daarom ideaal. Over het algemeen zijn jongeren minder enthousiast over groepsgericht aanbod, in verband met hun privacy. Een aantal jongeren heeft bovendien negatieve ervaringen met groepscursussen. Jongeren vinden dat het aanbod van het CJG aandacht moet besteden aan de volgende thema’s: Thema’s
Aantal keer genoemd
Kopzorgen
6
Seks en relaties
5
Familiezaken
5
Verslaving
5
Gezondheid
3
School en opleiding
3
Werk en inkomen
2
Wonen
1
1. 2. 3. 4. 5.
Kopzorgen Seks en relaties, familiezaken en verslaving Gezondheid en school en opleiding Werk en inkomen Wonen
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
36
Jongeren geven aan dat zij over bepaalde thema’s ook op school informatie vragen en krijgen. Voorbeelden zijn werk en inkomen en seks en relaties. Jongeren hebben een brede opvatting van verslaving. Zij wensen informatie over verslaving aan roken, blowen, alcohol en games.
Fysieke inrichting De derde deelvraag onderzoekt hoe de fysieke en digitale inrichting van het CJG volgens jongeren bijdragen aan zichtbaarheid en laagdrempeligheid. Jongeren hebben aangegeven op welke locatie in Papendrecht het CJG volgens hen zou moeten komen. In eerste instantie gaven jongeren in bijna alle groepsgesprekken de voorkeur aan een centrale locatie van het CJG, bijvoorbeeld op of in de buurt van de Meent. In tweede instantie komen de jongeren daar veelal op terug: een locatie die minder centraal ligt en daarmee meer garanties geeft voor privacy is bij nader inzien meer gewenst. Genoemde opties volgens jongeren zijn (in volgorde van belangrijkheid): Interval (of vlakbij Interval), de Meent (of in de buurt van De Meent), Gemeentehuis, Bibliotheek, ergens op de Dijk, RIVAS, Denksportcentrum (of in de buurt van het Denksportcentrum), Oostpolder (want daar is nog niets), bij het Cruijff Court (maar dan moet er wel nog een Cruijff Court bijkomen op een meer centrale plaats) of op het industrieterrein (in verband met privacy). De keuze voor deze voorkeurslocaties wordt vooral ingegeven door de behoefte van jongeren om het CJG onopvallend te kunnen bezoeken. Jongeren geven aan: mensen die problemen hebben zijn vaak onzeker. Het CJG moet daarom gevestigd op een plaats die bekend staat als gemakkelijk toegankelijk. Jongeren geven aan dat er ten minste een aparte ingang en aparte ruimtes moeten zijn voor jongeren en ouders (met jonge kinderen) in het CJG. Jongeren willen niet het risico lopen hun eigen ouders tegen te komen bij de ingang of in de wachtkamer van het CJG. In een aantal gesprekken in Pand 33 in Sliedrecht als voorbeeld genoemd. De jongeren hebben foto’s van het RIVAS-pand aan de Seringenstraat bekeken. Dit pand is (één van) de beoogde locatie(s) voor het CJG in Papendrecht. De jongeren hebben aangegeven wat zij laagdrempelig vinden aan deze locatie, welke barrières zij ervaren, welke mogelijkheden zij zien om het gebouw aantrekkelijker te maken en het belang van een aantrekkelijk gebouw. In de meeste gesprekken gaven jongeren aan eigenlijk niets laagdrempelig te vinden aan deze locatie. In tweede instantie lukte het in een aantal groepsinterviews toch om een aantal laagdrempelige elementen van het gebouw te benoemen: de ingang is wel goed, de grootte van de locatie is goed, de ruimte is overzichtelijk en de buitenkant is in orde. Jongeren vinden het gebouw: Rommelig en ongezellig Koud, saai en kaal Het lijkt op een verzorgingshuis of een peuterspeelzaal Het lijkt wel een kliniek, ziekenhuisachtig Het lijkt wel een school Stoelen zijn lelijk Afgelegen en onbekend gebouw.
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
37
Jongeren geven de volgende suggesties om het gebouw aantrekkelijker te maken: Lekkere stoelen of banken Schilderijen of posters aan de muur Graffiti (door jongeren zelf laten maken; maar dan wel jongeren die echt iets moois kunnen maken) Kleuriger Andere vloer en plafond Maak het huiselijker Leg tijdschriften neer Muziek op de achtergrond Computers en een tv (terwijl in een aantal groepen ook werd gezegd dat er juist geen games en tv beschikbaar moeten zijn). Jongeren geven aan dat het wat hen betreft essentieel is dat de volgende aspecten van het pand veranderd worden: Meer kleur Meer sfeer (andere meubels, schilderijen, bloemen) Zowel in de wachtkamer als in de spreekkamers moet zachte achtergrondmuziek zijn, zodat er geen ongemakkelijke stiltes vallen Aparte ruimte(s) voor jongeren. Jongeren hebben veel ideeën over het gebouw aan de Seringenstraat, maar hoe belangrijk vinden zij nu een aantrekkelijk gebouw? In drie groepsgesprekken werd expliciet gezegd: het gaat niet om de inrichting van het pand, maar om het informatie- en begeleidingsaanbod. Met andere woorden: inhoud is belangrijker dan inrichting. Toch geven jongeren aan dat een aantrekkelijke inrichting het gemakkelijker maakt om een instantie te benaderen met een vraag om informatie of advies. Een moderne en frisse inrichting straat ook professionaliteit uit en draagt bij aan een goede eerste indruk. De huidige uitstraling en de inrichting van het pand stoten jongeren af.
Digitale inrichting Omdat de gemeente overweegt een jongerenwebsite te koppelen aan het CJG, zijn aan de hand van een aantal voorbeeldwebsites jongeren vragen gesteld over webdesigns die zij aantrekkelijk vinden. Aspecten die een website aantrekkelijk maken zijn: Overzichtelijke navigatie Aansprekende kleuren en lettertype Opvallend design Vrolijke uitstraling Modern maar niet te strak Poll Forum Nieuws dat jongeren aanspreekt Plaatjes en film.
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
38
Aspecten die minder geschikt zijn voor een CJG-website zijn: Te druk of te saai webdesign Te strak, formeel en serieus webdesign (maar ook weer niet te informeel, want het gaat wel over serieuze zaken) Te snoezig: te zeer op meisjes gericht Te kinderachtig (jongeren willen serieus genomen worden) Te simpel Onduidelijke navigatie Te veel op seks gericht. Jongeren komen met de tip om de website op te splitsen in een deel voor jongens en een deel voor meiden. Eventueel kan er ook nog een opdeling gemaakt worden naar leeftijd. Afhankelijk van geslacht en leeftijd hebben jongeren een andere voorkeur voor webdesigns, andere vragen en problemen en zijn andere antwoorden en oplossingen van toepassing. Na de verkenning rond webdesigns, hebben jongeren aangegeven welke functies en elementen de jongerenwebsite van het CJG in ieder geval moet hebben en welke functies en elementen het minst belangrijk worden gevonden. In onderstaande tabel is af te lezen welke functies en elementen jongeren wel of juist niet belangrijk vinden. Elementen
Aantal keer genoemd als meest
Aantal keer genoemd als minst
belangrijk
belangrijk5
Forum om ervaringen uit te wisselen
7
0
Privacy
7
1
Duidelijke tips
5
0
e-mailfunctie: direct mailen met
4
2
4
1
Betrouwbare informatie
3
0
Chatfunctie: chatten met hulpverlener
3
3
Toegankelijke tekst
2
0
Veel filmpjes, foto’s, plaatjes
2
7
Duidelijke informatie over het
1
0
1
2
hulpverleners of deskundigen Actuele informatie over wat er te doen is voor jongeren in Papendrecht
of deskundige
hulpaanbod voor jongeren in Papendrecht Zelf een afspraak plannen met een hulpverlener
Ten aanzien van belangrijke en minder belangrijke elementen van een CJG website voor jongeren, is de doelgroep het in grote lijnen met elkaar eens. Belangrijkste elementen zijn: een forum om ervaringen uit te wisselen, privacy (de mogelijkheid om anoniem te blijven) en duidelijke tips. Filmpjes, foto’s en plaatjes worden het minst belangrijk gevonden. De jongeren geven aan het belangrijk te vinden dat er een zelfstandige jongerenwebsite komt. Een jongerenpagina op een algemene CJG-website is volgens hen geen optie. Jongeren merken verder op dat e-mail geen communicatiemiddel is dat zij vaak gebruiken.
5
In een gesprek hebben de jongeren geen minst belangrijke elementen aangegeven. Het totaal aantal gesprekken op basis waarvan deze kolom is gebaseerd komt daarmee op 8.
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
39
Participatie De laatste vraag betrof de mogelijkheden die jongeren zien om in de toekomst betrokken te blijven bij het CJG. Voor het beantwoorden van deze vraag, is een meerkeuzevraag opgenomen in het deelnemersformulier dat jongeren na afloop van het groepsinterview invulden. 17 jongeren willen graag het rapport ontvangen en 10 jongeren willen betrokken blijven bij de CJG ontwikkeling in Papendrecht. Jongeren willen vooral met de gemeente meedenken over de inrichting van het gebouw, de ontwikkeling van een jongerenwebsite en het aanbod voor diverse doelgroepen.6 In een groepsinterview gaven jongeren aan dat zij de gemeente best wilden assisteren, maar dat zij dit eerder zagen als een bijbaantje dan als vrijwilligers werk. Zij zouden dan ook graag zien dat de gemeente een vergoeding (in de vorm van bijvoorbeeld een geldbedrag of korting op producten of activiteiten) geeft voor hun toekomstige participatie. Een concreet voorbeeld waar jongeren van dienst zouden kunnen zijn, is het maken van muurschilderingen of graffiti. Betrokkenen bij Jongerencentrum Upstairs gaven aan dat het CJG door kan verwijzen naar Upstairs als er geloofsgerelateerde vragen of problemen binnenkomen. Upstairs is goed op de hoogte van het kerkelijk netwerk en kan jongeren met vragen op dit gebied ofwel zelf verder helpen of effectief doorverwijzen. De contactgegevens van jongeren die betrokken willen blijven worden apart toegezonden naar de gemeente Papendrecht.
6 De contactgegevens van de jongeren die betrokken willen blijven bij de ontwikkeling van het CJG in Papendrecht zijn bekend bij de contactpersoon van de gemeente.
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
40
Bijlage 5: Gedetailleerde uitkomsten groepsgesprekken met ouders De werving van ouders is verlopen via bestaande organisaties zoals kinderopvang, scholen, sportverenigingen, etc. Niet alle benaderde organisaties wilden of konden op korte termijn meewerken. Uiteindelijk zijn er gesprekken gevoerd via de volgende organisaties. Naam organisatie
Aantal ouders
Wasko kinderopvang
5
Augustinusschool (PO, ger.)
6
Beatrixschool (PO, prot.chr.)
5
Oranje Nassauschool (PO, prot.chr.)
8
Prins Constantijnschool (PO, prot.chr.)
5
Prins Florisschool (PO, prot.chr.)
3
Anne Frankschool (PO, openbaar)
5
De Viermaster (PO, openbaar)
11
SBO De Kameleon (SBO, openbaar)
1
Willem de Zwijgercollege (VO, prot.chr.)
9
Handbalvereniging DES ’72 (sportver.)
10
Alle ouders die hebben meegedaan aan het participatietraject hebben na afloop een korte vragenlijst ingevuld waarin naar een aantal achtergrondkenmerken is gevraagd. Het doel hiervan was om na te kunnen gaan of met het participatietraject ouders met uiteenlopende achtergronden en kenmerken zijn bereikt. In totaal hebben er 64 ouders meegedaan, hiervan waren er 55 vrouw en 9 man. De leeftijd van de meeste ouders lag tussen de 30 en 49 jaar. Alle ouders hadden inwonende kinderen, waarvan de meesten tussen de 4 en 12 jaar. Het aantal kinderen per ouder lag tussen de 1 en 5, het gemiddelde aantal kinderen per ouder was 2,5. Leeftijd kinderen van deelnemende ouders
Leeftijd ouders
Eén of meer kinderen 0-4 jaar
4 1
Eén of meer kinderen 4-12 jaar Jonger dan 30
Eén of meer kinderen 12-16 jaar Eén of meer kinderen ouder dan 16 11
11
30 29
30-39 jaar 40-49 jaar 50 jaar of ouder
25 49
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
41
De meeste ouders die meededen waren hoger opgeleid (HBO), daarnaast waren er veel ouders met een opleiding op MBO niveau.
Opleidingsniveau ouders Basisonderwijs Havo/VWO 0
HBO
Gezinssamenstelling
LBO/LTS/MAVO/VMBO
Gehuwd/samenwonend met inwonende kinderen
MBO
Alleenstaand met inwonende kinderen
WO
1
Samengesteld gezin Onbekend
7 6
8
12
32 16
De meeste ouders waren gehuwd/samenwonend met kinderen. Eén ouder had een samengesteld gezin met kinderen van de partner.
55
Wat betreft geloofsovertuiging en culturele achtergrond is er ook een redelijk diverse groep bereikt die past bij de bevolkingssamenstelling van Papendrecht. De meeste ouders gaven aan geen geloofsovertuiging te hebben, daarnaast waren er veel ouders met een protestants-christelijke achtergrond. De meeste ouders hadden daarbij een Nederlandse achtergrond, een klein aantal ouders een Somalische of Marokkaanse achtergrond.
Geloofsovertuiging Geen geloofsovertuiging
Protestants-christelijk
Rooms-katholiek
Moslim
Anders
Culturele achtergrond Nederlands
Somalisch
Marokkaans
3 2 5 3 3 29 24
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
59
42
Ook met betrekking tot de wijken in Papendrecht waar de deelnemende ouders woonden is er een diverse groep bereikt.
Postcodegebied ouders
Westpolder, Het Eiland Molenvliet Kraaihoek, Molenpolder, Buitenwaard Middenpolder Wilgendonk Oosteind, Oostpolder, De Kooi Overig Niet ingevuld 11 1
15
4
3 8 8
14
Met het participatietraject is een start gemaakt met de betrokkenheid van ouders bij het CJG in de toekomst. 39 ouders willen graag het rapport ontvangen en 19 ouders willen betrokken blijven bij de CJG ontwikkeling in Papendrecht.
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
43
Inhoudelijke rapportage In de volgende paragrafen worden de uitkomsten van de gesprekken met ouders besproken. In totaal zijn er 11 gesprekken gevoerd op 11 verschillende locaties. Nota bene, de gegevens zijn per gesprek verwerkt en niet per ouder. De vier deelvragen zijn geoperationaliseerd in een aantal interviewvragen. In deze bijlage wordt verslag gedaan van de antwoorden op de verschillende interviewvragen.
Zichtbaarheid van opvoedondersteuning De eerste interviewvragen waren gericht op het verkrijgen van inzicht in de mate waarin het huidige aanbod aan opvoedondersteuning zichtbaar is voor ouders. Aan ouders is gevraagd waar zij naartoe zouden gaan als zij vragen hebben over de opvoeding van hun kinderen of de manier waarop ze zich ontwikkelen. Waar gaat u heen?
In hoeveel gesprekken genoemd (totaal = 11 gesprekken)
Eigen sociale netwerk (vrienden/vriendinnen, collega’s)
11
School kind (leerkracht/docent)
9
Internet
9
Huisarts
9
Familie
8
Consultatiebureau
4
Schoolmaatschappelijk werk (SMW)
3
Bureau Jeugdzorg
2
Boeken (bibliotheek)
2
GGD/schoolarts
1
Logopediste
1
School (vertrouwenspersoon)
1
Eleos (gereformeerde geestelijke gezondheidszorg)
1
Stichting Chris
1
Opvoedtelefoon
1
Orthopedagoog
1
Psychiater
1
Maatschappelijk werker
1
Andere kinderen die al wat ouder zijn dan jouw kind
1
In alle gesprekken werd het eigen sociale netwerk (vrienden, vriendinnen, collega’s) als eerste genoemd als plek om vragen en problemen rond opvoeding te bespreken. De familie werd hierbij vaak nog apart genoemd. Het eigen sociale netwerk wordt hierbij vaak gebruikt als check, je wilt weten of anderen met kinderen in dezelfde leeftijd ook zoiets hebben. Buiten het informele netwerk werden de school, het internet en de huisarts het meest genoemd. Hierbij hing het volgens ouders wel af van het soort vraag of probleem. Als het met school te maken heeft wil je het daar wel bespreken. Maar het ligt wel aan de leerkracht of je echt verder komt en antwoord krijgt op jouw vraag.
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
44
Ook internet is een veelgenoemde bron. De ouders geven aan gewoon te zoeken via Google, ze gaan niet direct naar een aparte opvoedsite. Over de huisarts dachten ouders vaak verschillend. Hoewel sommige ouders de huisarts vooral als deskundige op medisch gebied zien, geven veel ouders aan ook makkelijk naar de huisarts te gaan met andere vragen. Mensen opperden bij deze vraag soms spontaan dat de begeleiding vanuit het CB eigenlijk door zou moeten lopen, dat je ook met oudere kinderen regelmatig uitgenodigd wordt voor een gesprek. Een ouder geeft aan dat het vaak een combinatie is, je vraagt eens op school hoe het daar gaat, je leest wat op internet, en je praat eens met een vriendin erover. In elk gesprek zijn vervolgens 2 á 3 voorbeelden van vragen voorgelegd die pasten bij de leeftijdsgroep van de kinderen van de betreffende ouders, de kaartjes met vragen werden verder willekeurig gekozen. Steeds is genoteerd welke hulpbronnen/voorzieningen ouders spontaan noemen. Wanneer bepaalde voorzieningen meerdere keren werden genoemd wordt dit tussen haakjes vermeld.
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
45
Voorbeelden van vragen Hoe pak ik bedplassen aan?
Huisarts (7 keer genoemd), eventueel voor een verwijzing
Deze vraag is 7 keer aan ouders voorgelegd.
naar de poep- en plaspoli Consultatiebureau (4 keer genoemd) Internet (4 keer genoemd) Schoolarts (3 keer genoemd) Eigen sociale netwerk (2 keer genoemd)
Hoe zorg ik er voor dat mijn kind niet te dik wordt?
Schoolarts/jeugdverpleegkundige GGD (5 keer genoemd)
Deze vraag is 8 keer aan ouders voorgelegd.
Huisarts (5 keer genoemd) Diëtiste (2 keer genoemd) Internet (2 keer genoemd) Rivas Consultatiebureau
Kan ik mijn kind van 7 al zelfstandig buiten laten
Andere ouders in de buurt (6 keer genoemd)
spelen?
Eigen sociale netwerk (3 keer genoemd)
Deze vraag is 9 keer aan ouders voorgelegd.
Familie (2 keer genoemd) Wijkagent/politie School
Hoe kan ik het internet/game/televisiegedrag van mijn
Eigen sociale netwerk (5 keer genoemd)
kind reguleren?
School
Deze vraag is 5 keer aan ouders voorgelegd.
Schoolarts Internet
Mijn puber heeft verkering. Hoe ga ik daarmee om?
Huisarts vanwege eventuele anticonceptie
Deze vraag is 2 keer aan ouders voorgelegd.
Eigen sociale netwerk Familie
Bij deze meer specifieke voorbeelden valt op dat met name het eigen sociale netwerk vaak genoemd werd bij vragen rondom spelen en gedrag, en dat de huisarts vaak genoemd werd bij meer medische en/of lichamelijke kwesties. Naast vragen zijn er in elk gesprek 2 á 3 voorbeelden van problemen voorgelegd die pasten bij de leeftijdsgroep van de kinderen van de betreffende ouders. Verder werden de kaartjes met problemen willekeurig gekozen. Steeds is genoteerd welke hulpbronnen/voorzieningen ouders spontaan noemden. Wanneer bepaalde voorzieningen meerdere keren werden genoemd wordt dit tussen haakjes vermeld.
Voorbeelden van problemen Mijn kind luistert heel slecht.
Eigen sociale netwerk (2 keer genoemd)
Dit probleem is 4 keer aan ouders voorgelegd.
Oorarts, er is een voorbeeld bekend van een kind dat slecht ‘luisterde’ en toen slechthorend bleek te zijn. Leerkracht op school Familie Huisarts
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
46
Mijn kind is erg agressief naar andere kinderen.
School, met name als het gedrag ook op school
Dit probleem is 6 keer aan ouders voorgelegd.
plaatsvindt (5 keer genoemd). Eventueel het maatschappelijk werk via school of de vertrouwenspersoon op school. Huisarts (4 keer genoemd), ook voor een eventuele verwijzing. Eigen sociale netwerk (2 keer genoemd) Internet (2 keer genoemd) Buitenschoolse opvang Rivas
Mijn kind wordt gepest.
School (5 keer genoemd) of Intern Begeleider (IB’er) op
Dit probleem is 6 keer aan ouders voorgelegd.
school Sportvereniging, als het daar gebeurt (3 keer genoemd) Andere ouders/eigen sociale netwerk (2 keer genoemd) Moeder van het kind dat pest Huisarts Cursus zelfvertrouwen Internet
Ik maak me zorgen over de vriendengroep van mijn
Leerkracht op school (2 keer genoemd)
kind.
Andere ouders (2 keer genoemd)
Dit probleem is 3 keer aan ouders voorgelegd.
Wijkagent (2 keer genoemd) Eigen sociale netwerk Bureau Jeugdzorg Kinder- en Jeugdpsychiatrie/KJP Huisarts
Mijn kind is vaak angstig.
Cursus voor 9-12-jarigen (folders hiervoor hangen op
Dit probleem is 2 keer aan ouders voorgelegd.
school) Leerkracht Huisarts
Mijn kind spijbelt veel.
Je hoort van school dat je kind spijbelt, maar je kunt niet
Dit probleem is 1 keer aan ouders voorgelegd.
zelf ergens terecht voor hulp of ondersteuning.
Hier valt op dat met name de leerkracht op school vaak genoemd werd. Soms rekende men erop dat men via de leerkracht ook doorverwezen zou worden naar andere vormen van hulp zoals de Schoolmaatschappelijk werker of intern begeleider.
Bekendheid voorzieningen Bij de eerste vraag werden door ouders al een aantal voorzieningen spontaan genoemd. In de volgende vraag werden nog een aantal Papendrechtse voorzieningen op het gebied van opvoed- en opgroeiondersteuning genoemd om te kijken of ouders deze (her)kenden als plek waar je vragen en/of problemen bij de opvoeding van je kinderen kon bespreken. Deze vraag is in 10 gesprekken voorgelegd. In de tabel staan de voorzieningen die het meest werden herkend bovenaan, welke het minst werden herkend staan onderaan.
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
47
Naam voorziening
Aantal gesprekken waarin ouders de voorziening kenden
Consultatiebureau
10
School
10
Kinderdagverblijf
10
Buitenschoolse Opvang
10
Peuterspeelzaal
10
Oudercursus (bijv. Eerste Hulp aan kinderen, Omgaan met Peuters,
10
Opvoeden & zo!) Huisarts
9
GGD Jeugdgezondheidszorg (schoolarts)
9
Jeugdmaatschappelijk Werk/School maatschappelijk werk
9
Bureau Jeugdzorg
9
Zwangerschapscursus
9
Kerk
7
Multidisciplinair Team/ZAT
5
Voor- en Vroegschoolse Educatie
5
Opvoedspreekuur
4
ReSet (thuisbegeleiding door Rivas)
2
Stevig Ouderschap (thuisbezoeken door wijkverpleegkundige)
2
Cursus voor kinderen (sociale vaardigheidstrainingen)
1
Hierbij valt op dat een groot aantal voorzieningen en organisaties bij de ouders bekend is, maar dat meer specifieke interventies of aanbod voor bepaalde doelgroepen weinig bekend is. Maar ook het opvoedspreekuur, dat in principe voor alle ouders bedoeld is, is maar bij weinig ouders bekend.
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
48
Laagdrempeligheid In de hierop volgende vragen mochten ouders aangeven welke voorzieningen volgens hen het meest laagdrempelig zijn en welke het meest hoogdrempelig. Het was de bedoeling dat er elke keer 3 voorzieningen aangewezen werden. Soms werden er echter meer of juist minder voorzieningen als hoogdrempelig dan wel laagdrempelig ervaren. Dit is ook meegeteld. De voorzieningen worden in volgorde van laagdrempeligheid genoemd. Deze vraag is 10 keer voorgelegd. Naam voorziening
Aantal keer genoemd als
Aantal keer genoemd als
LAAGDREMPELIG
HOOGDREMPELIG
School
9
0
Huisarts
9
0
Consultatiebureau
8
0
Oudercursus (bijv. Eerste Hulp aan kinderen,
3
0
GGD Jeugdgezondheidszorg (schoolarts)
3
2
Kinderdagverblijf
3
0
Buitenschoolse Opvang
3
0
Kerk
2
1
Peuterspeelzaal
2
0
Zwangerschapscursus
1
0
Cursus voor kinderen (sociale
1
0
Voor- en Vroegschoolse Educatie
0
0
ReSet (thuisbegeleiding door Rivas)
0
2
Opvoedspreekuur
0
3
Multidisciplinair Team/ZAT
0
3
Jeugdmaatschappelijk Werk/School
0
4
0
5
0
6
Omgaan met Peuters, Opvoeden & zo!)
vaardigheidstrainingen)
maatschappelijk werk Stevig Ouderschap (thuisbezoeken door wijkverpleegkundige) Bureau Jeugdzorg
Uit de tabel ontstaat een redelijk eenduidig beeld, voorzieningen die vaak genoemd werden als laagdrempelig werden nooit genoemd als hoogdrempelig en andersom. Alleen de GGD jeugdgezondheidszorg werd door sommige ouders als laagdrempelig ervaren en door andere ouders juist als hoogdrempelig. De school werd laagdrempelig gevonden omdat je er vaak komt, al verschilden ouders van mening of dit betekent dat je er ook makkelijk met je vragen of zorgen naartoe gaat. De huisarts werd door veel ouders laagdrempelig gevonden omdat je er in ieder geval al vaak komt met uiteenlopende vragen. Het consultatiebureau werd door veel ouders als laagdrempelig ervaren omdat je vanaf dat je kind net geboren is gewend bent dat je er vaak komt. Bureau Jeugdzorg en Stevig Ouderschap werden door veel ouders hoogdrempelig gevonden vanwege de ‘zware’ naam. Ook gaven ouders aan dat Bureau Jeugdzorg het imago heeft dat je kind uit huis wordt gehaald als blijkt dat je het niet goed ‘doet’ als ouder. In de volgende vragen werd de laagdrempeligheid uitgewerkt in verschillende aspecten op het gebied van fysieke locatie, bejegening, aanbod en thema’s. Ouders konden steeds drie aspecten aanwijzen die zij het
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
49
meest belangrijk vonden. Per tabel staan de meest genoemde aspecten steeds bovenaan. Onder de tabel staat steeds een kleine toelichting.
Fysieke locatie Goed telefonisch bereikbaar
9
Goede openingstijden
8
Geen wachtlijst
7
In de buurt
5
Per email bereikbaar
5
Goed bereikbaar met openbaar vervoer
2
Uitstraling pand (buitenkant)
1
Voldoende parkeergelegenheid
0
Inrichting
0
Met goede openingstijden werd vooral ruime openingstijden bedoeld, ouders gaven aan het prettig te vinden als de voorziening ook ’s avonds open is. Telefonisch bereikbaar betekent ook niet te vaak doorverbonden worden, je hebt al wat overwonnen als je belt en dan wil je niet steeds je verhaal opnieuw moeten doen.
Bejegening Deskundige medewerkers
8
Erkenning
7
Privacy, vertrouwelijkheid
5
Praktische tips
4
Aardige medewerkers
3
Aandacht
3
Staat positief bekend
2
Luisterend oor
2
Volgens twee groepen omvat ‘deskundige medewerkers’ eigenlijk alles, een goede beroepsattitude, mensen die het hele systeem bekijken en niet alleen naar het geïsoleerde probleem kijken. Een andere groep vatte het geheel samen met empathie/inlevingsvermogen. Daarbij speelt ook leeftijd een rol, een jong meisje van 23 jaar heeft nog weinig levenservaring, je denkt dan toch bij jezelf ‘hoe kan jij dat nou weten?’ Ook in een andere groep werd de voorkeur gegeven aan iemand die niet te jong was. Daarnaast is het belangrijk dat kinderen niet deloyaal aan hun ouders worden gemaakt, dat ouders bijvoorbeeld de schuld krijgen. Met betrekking tot ‘aardige medewerkers’ vulden ouders aan dat aardige medewerkers vooral betekent dat je in je waarde gelaten word. Eén ouder gaf aan dat medewerkers niet altijd aardig hoeven te zijn, maar wel professioneel, soms moeten ze confronterend zijn.
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
50
Aanbod Individuele gesprekken op afspraak met deskundige of hulpverlener Hulp en informatie via internet Inloopspreekuur Cursus Groepsbijeenkomsten voor jongeren rond bepaalde thema’s
10 6 6 5 4
In het algemeen gaven ouders aan dat de voorkeur voor een bepaald aanbod ook afhing van de vraag waar je mee zit. Met betrekking tot internet lopen de meningen uiteen. De informatie op internet moet je vooral helpen om te bepalen of er echt een probleem is en je hulp nodig hebt, daarna wil je graag een individueel gesprek volgens één ouder. Een andere ouder gaf aan dat er goede ervaringen zijn met therapie via internet. Volgens weer een andere ouder krijg je via internet nooit precies het antwoord wat je zoekt. De term opvoedspreekuur klinkt streng volgens sommige ouders. Als iets waar je naartoe gestuurd wordt. Andere opmerkingen over het spreekuur waren dat het fijn is als er meerdere diensten onder één dak zijn zodat andere mensen die jou daar zien niet precies weten waar je voor komt. Mensen zijn namelijk ook bezig met wat anderen van hen denken. Naast het inloopspreekuur zou er ook een telefonisch spreekuur moeten zijn, een soort zorglijn voor uiteenlopende opvoedingsproblemen. Groepsbijeenkomsten worden gewaardeerd vanwege de ontmoeting met andere ouders, en het kan prettig zijn te horen dat andere ouders dezelfde problemen hebben. Maar soms zijn ze te algemeen, waardoor je er niet echt veel aan hebt.
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
51
Een cursus is vooral geschikt voor praktische vaardigheden zoals EHBO, bij zwaardere problemen is het lastig om je dingen eigen te maken via een cursus. De ‘Gordon Cursus’ werd door één ouder zeer gewaardeerd, in Dordrecht wordt deze gesubsidieerd aangeboden, in Papendrecht moet je hier volgens haar zelf voor betalen, dit kost ruim W 400,-. Dat is erg duur.
Thema’s Gedragsproblemen
8
Je kind en drugs/alcohol/roken
7
Je kind en psychische problemen
5
Grenzen stellen
4
Je kind en seksualiteit
4
Ontwikkelingsachterstand
3
Familiezaken
3
Je kind in de kinderopvang
0
Je kind op school
0
Gezondheid van je kind
0
Uiteraard hangt het af van de vragen en problemen waar ouders zelf tegenaan lopen of ouders interesse hebben in bepaalde thema’s. Veel ouders geven aan interesse te hebben in het thema ‘gedragsproblemen’. Bij gedragsproblemen, psychische problemen of een ontwikkelingsachterstand heb je liever individuele begeleiding. Je kind en gezondheid, ontwikkelingsproblemen en psychische problemen zijn ook meer iets voor de huisarts. Het thema ‘Je kind en drugs/alcohol/roken’ leent zich wel goed voor een algemene bijeenkomst. Het is een thema waar je alert op moet zijn en voorlichting over moet geven, ook bij ouders die denken dat het niet voor hen geldt. Ook ‘Kind en seksualiteit’ moet je volgens een aantal ouders eigenlijk al preventief aanbieden. Een algemene bijeenkomst over ‘grenzen stellen’ spreekt niet aan, de ouders die hier iets aan zouden kunnen hebben voelen zich hierop niet snel aangesproken. Ouders introduceerden ook een aantal nieuwe thema’s. Bij familiezaken is vooral belangstelling voor het thema ‘scheiding’. Ook is er belangstelling voor het thema ‘je kind en internet/cyberpesten’.
Fysieke inrichting De derde deelvraag onderzoekt hoe de fysieke en digitale inrichting van het CJG volgens ouders kan bijdragen aan zichtbaarheid en laagdrempeligheid. Aan de ouders is gevraagd wat volgens hen de ‘gedroomde’ locatie voor het Centrum voor Jeugd en Gezin is. Hierbij werd in veel groepen (zes keer) spontaan het Consultatiebureau (Groene Kruis/Rivas) op de Seringenstraat genoemd. Hierbij werden als argumenten aangevoerd: goede privacy, bekende route, ligt in het verlengde van wat je al kent, genoeg parkeerruimte. Daarnaast dachten veel ouders aan de nieuwe Brede Schoollocatie op de Lange Tiendweg. In het verlengde hiervan werden ook Interval en het sportcentrum vaak genoemd.
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
52
Verder werd de school een paar keer genoemd, omdat je daar toch al vaak komt. Andere locaties die spontaan werden genoemd waren De Meent, de bibliotheek, ‘achter het politiebureau’, de markt, het gemeentehuis of het oude schoolgebouw achter het gemeentehuis. Kenmerkend was dat de Meent regelmatig spontaan genoemd werd omdat het centraal is en iedereen er regelmatig komt, maar bijna altijd meteen weer afviel omdat het vervelend is als je daar door bekenden gezien wordt. De bibliotheek en de kinderboerderij werden wel als laagdrempelig ervaren, maar het nadeel is dat deze locaties voor kinderen een andere functie hebben (plezier, ontspanning) en dit verwarrend kan werken. In de volgende vragen werden de laagdrempeligheid en geschiktheid van de beoogde CJG-locatie aan de Seringenstraat verder verkend. Veel ouders vonden deze locatie laagdrempelig omdat het consultatiebureau er al zit en het al bekend is bij veel ouders. Andere voordelen zijn dat je er ook voor andere dingen terecht kan, bijvoorbeeld bloed prikken, waardoor niet iedereen die je daar ziet weet wat je komt doen en veel mensen er sowieso al regelmatig komen. Andere punten die genoemd werden zijn: je loopt makkelijk ongezien naar binnen, goede parkeergelegenheid, speelhoekje voor de kinderen, goed bereikbaar met openbaar vervoer, centrale ligging en een leuk/vriendelijk/knus gebouw. De barrières in de beoogde locatie zit vooral in de inrichting, deze wordt vaak als oubollig en muf ervaren en vooral de vloer ziet er volgens ouders viezig uit, zeker als men bedenkt dat kinderen hier op blote voeten lopen en men met zwangerschapsgym hier op de grond ligt. Andere barrières die genoemd werden zijn: rommelig, grote zaal/hal/wachtruimte in dezelfde ruimte als de balie, weinig privacy, te formeel en de sluis (dubbele schuifdeuren) bij de ingang werd niet prettig gevonden. Aansluitend op de opmerkingen bij de vorige vragen ziet men vooral mogelijkheden om het gebouw aantrekkelijker te maken door het te moderniseren qua kleuren, het lichter te maken en meer speelgoed, ook voor oudere kinderen, toe te voegen. Andere mogelijkheden die genoemd werden zijn: meer planten, iets te lezen (niet alleen folders), schilderijen, een koffieautomaat en minder kasten. Gevraagd naar wat er per se moet veranderen hebben met name het opfrissen/pimpen en het vervangen van de tegels op de vloer, de schrootjes en het plafond prioriteit. Ook gaven ouders prioriteit aan een indeling met aparte ruimtes voor oudere en jongere kinderen en verschillende zalen/ruimtes voor bijeenkomsten. Ouders gaven ten slotte aan een aantrekkelijk gebouw niet het allerbelangrijkste te vinden, maar vonden dat het wel belangrijk is hoe het gebouw op het kind overkomt en dat je wel moet kunnen zien dat het verzorgd en schoon is.
Digitale inrichting Omdat het CJG mede vorm zal krijgen in de vorm van een website zijn ouders ook bevraagd op hun ideeën, wensen en behoeften hieromtrent. Aan ouders is een aantal voorbeelden van CJG-websites (De Bilt, Oude IJsselstreek, Veldhoven, Groningen, Bronckhorst en Bergen) getoond en zij konden aangeven welke hiervan hen het meeste aanspraken. Hierbij had de website van het CJG in Bergen de grootste voorkeur, dit werd als volgt toegelicht: duidelijke tekst ‘welkom ouders’, duidelijk waar het over gaat, duidelijke kop, vrolijke kinderen, overzichtelijk.
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
53
Andere aspecten die ouders waardeerden waren: rust, structuur, een duidelijke indeling in verschillende leeftijdsgroepen, zoekfunctie en witte achtergrond. Wat betreft de website die het minst aansprak liepen de meningen zeer uiteen. Negatieve aspecten die benoemd werden waren grijs, saai, flauw, de foto van kind met boekentas leidt af van waar het om gaat (CJG De Bilt) en het kind op de foto kijkt boos (CJG Veldhoven en CJG Groningen). In het algemeen voegden ouders nog toe dat zij polls niet nodig vonden en dat het niet handig is om informatie voor specifieke doelgroepen op de homepage te plaatsen, want dan voelen anderen zich niet aangesproken. Een ouder gaf aan dat de website ook goed moet overkomen op kinderen, want als je ze erbij wilt betrekken laat je misschien ook de website aan de kinderen zien. Vervolgens is ouders gevraagd welke elementen van de website zij het meest belangrijk vinden en welke het minst belangrijk. In de tabel staan de elementen genoemd die het meest belangrijk gevonden werden bovenaan.
Uitleg over het CJG; welke hulp kunnen
6
0
5
0
Duidelijke tips
5
0
Duidelijke informatie over het hulpaanbod
5
1
5
2
ouders er krijgen E-mailfunctie: direct mailen met een hulpverlener
voor jongeren in Papendrecht Actuele informatie over wat er voor jongeren te doen is in Papendrecht Toegankelijke, goed leesbare tekst
5
0
Forum om ervaringen uit te wisselen
5
3
Betrouwbare informatie
4
0
Zelf een afspraak plannen met een
4
4
Privacy
3
0
FAQ
2
1
Veel filmpjes, foto’s, plaatjes
0
7
Chatfunctie: chatten met hulpverleners
0
7
hulpverlener
Ook hieruit volgt een redelijk eenduidig beeld van wat ouders belangrijk vinden op een CJG-website. Elementen die door veel ouders belangrijk gevonden worden scoren laag op de lijst met elementen die niet belangrijk worden gevonden en andersom. Over het forum verschillen ouders het meest van mening. Volgens één ouder lees je op een forum hoe ‘echte mensen’ erover praten, en niet alleen hoe professionals erover praten. Volgens enkele andere ouders is te toon vaak negatief op een forum. Toch is een forum laagdrempeliger dan een praatgroep terwijl het dezelfde functie kan hebben voor ouders (delen van ervaringen, weten dat je niet de enige bent). Mensen vinden vooral informatie over het CJG belangrijk, hierbij hoort ook een stappensysteem over hoe het werkt en wat je zelf kan doen. Naast e-mail moet er ook een telefoonnummer zijn zodat je iemand kan bellen, dan heb je meteen een betere indruk van wie het is. Informatie over Papendrecht moet wel actueel zijn en bijgehouden worden, maak het niet te groot, je kunt dit soort informatie ook ergens anders vinden, dan kan je beter direct verwijzen naar de sites van de verenigingen/organisaties in Papendrecht. In ieder geval zijn goede links naar andere websites waardevol.
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
54
Foto’s en filmpjes worden door ouders niet belangrijk gevonden, deze duren vaak te lang met downloaden. Ook het chatten heeft geen voorkeur, één ouder heeft dan toch het gevoel dat het niet anoniem is en dat anderen het kunnen lezen.
Participatie Ouders is ook gevraagd of en op welke manier zij in de toekomst betrokken willen blijven bij het CJG. Zoals eerder aangegeven wilden 39 ouders graag het rapport ontvangen en wilden 19 ouders betrokken blijven bij de CJG-ontwikkeling in Papendrecht. Niet alle ouders hadden echter ideeën over hoe ouders betrokken konden worden bij het CJG of hadden hier ook zelf geen belangstelling voor. Er waren wel een paar ouders die mee wilden denken over de inrichting van het gebouw, de website, het aanbod voor diverse doelgroepen of in de pr, bijvoorbeeld als CJG-ambassadeur. Een ouder gaf bij dit laatste aan dat het leuk is om informatie over het CJG van een andere ouder te krijgen in plaats van een professional. Verder werden er nog een paar algemene opmerkingen gemaakt over betrokkenheid van ouders bij het CJG. Ouders raken pas echt betrokken als er ook echt iets is en zij daar achter kunnen staan. Het CJG kan ouderavonden verzorgen op het kinderdagverblijf. Bij vragenlijst GGD ook informatie geven over waar je naartoe kan met vragen of problemen. Ook inhoudelijke reactie op wat je ingevuld hebt, bijv. als je opgeschreven hebt dat je kind slecht slaapt. Folders verspreiden via scholen of per post bij mensen met kinderen thuis. Werkgevers hebben soms ook te maken met jongeren die vragen of problemen hebben, als werkgever wil je ook weten wat het CJG voor jou kan doen en andersom. Binnen de sportvereniging kan er ook een contactpersoon/ambassadeur voor het CJG zijn. Bestuur moet hier dan wel achter staan. Je hoeft niet zelf de jongeren of ouders te gaan helpen, maar het is wel goed als iemand weet waar je terecht kan. De contactgegevens van ouders die betrokken willen blijven worden apart toegezonden naar de gemeente Papendrecht.
Eindrapport ‘Erwtenpellers doppen hun eigen boontjes’ JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
55