Titel: Risicobeoordeling Machineveiligheid Inlaatwerk IJsseldijk Project: Ruimte voor de Rivier IJsseldelta Zaaknummer:

DocuSign Envelope ID: E03B354D-B4F1-4DBB-80EA-F7514E86571A

Isala Delta Engelenbergplantsoen 5 8266 AB, Kampen

Titel: Risicobeoordeling Machineveiligheid Inlaatwerk IJsseldijk Project: Ruimte voor de Rivier IJsseldelta Zaaknummer: 31078863 Documentnummer: IJD-IIJ-RAP-1008 Revisienummer: 1.0 Revisiedatum: 8-7-2015 Status: Definitief

Object (SBS): O-00053 Inlaatwerk IJsseldijk Werkpakket (WBS): WP-00128 Voorlopig Ontwerp Inlaatwerk Activiteit(WPA):

Naam

Handtekening

Datum

Opgesteld H. Poutsma Gecontroleerd Vrijgegeven

IJD-IIJ-RAP-1008

E. de Jong G.J. Koppelman

Risicobeoordeling Machineveiligheid Inlaatwerk IJsseldijk

Pagina 1 van 18


DOCUMENT HISTORIE Revisie 1.0

IJD-IIJ-RAP-1008

Omschrijving/belangrijkste wijzigingen Eerste uitgave


Datum 8-7-2015

Pagina 2 van 18


1

Inhoudsopgave

1.

Inleiding ........................................................................................... 4

2.

Risicobeoordeling ............................................................................... 5 2.1.

Doelstelling.................................................................................. 5

2.2.

Strategie voor risicobeoordeling en risicoreductie ............................. 5

2.3.

Conclusie..................................................................................... 5

3.

Informatie voor de risicobeoordeling .................................................... 6 3.1.

Beschrijving van de machine.......................................................... 6

3.1.1.

Specificaties van de gebruiker .................................................. 6

3.1.2.

Specificaties van de machine.................................................... 6

3.1.3.

Gebruikte Richtlijnen ............................................................... 8

3.1.4.

Gebruikte normen en voorschriften ........................................... 8

3.1.5.

Gebruikservaring .................................................................... 8

4.

Bepaling van de grenzen van de machine.............................................. 9 4.1.

Inleiding...................................................................................... 9

4.2.

Gebruiksgrenzen .......................................................................... 9

4.2.1.

Bedrijfstoestanden machine ..................................................... 9

4.2.2.

Bedoeld gebruik...................................................................... 9

4.2.3.

Opleidingsniveaus, ervaring, bekwaamheid gebruikers .............. 10

4.3.

Ruimtelijke grenzen .................................................................... 10

4.4.

Tijdgrenzen ............................................................................... 11

4.4.1.

Technische levensduur .......................................................... 11

4.4.2.

Gebruiksfrequentie................................................................ 11

4.5.

Andere grenzen.......................................................................... 12

5.

Identificatie van gevaren .................................................................. 13

6.

Risicoinschatting, -evaluatie en -beoordeling ....................................... 14 6.1.

Risico inschatting ....................................................................... 14

6.2.

Risico evaluatie .......................................................................... 16

6.3.

Risicoreductie ............................................................................ 16

Bijlage 1.

IJD-IIJ-RAP-1008

Risicobeoordeling..................................................................... 17


Pagina 3 van 18


1. Inleiding Conform de definitie van een machine, zoals opgenomen in de Machinerichtlijn, zijn de beweegbare schuiven met bewegingswerk in de twee diepe segmenten van het inlaatwerk een machine. Machines die na 1 januari 1995 zijn gebouwd dienen te zijn voorzien van een CE-markering. Door deze CE-markering mag de gebruiker vermoeden dat de machine voldoet aan de veiligheidseisen van de Machinerichtlijn 2006/42/EG en daardoor een veilig arbeidsmiddel is en dat hij op adequate wijze wordt gewaarschuwd over de nog aanwezige risico’s. De indeling van dit document is als volgt: In hoofdstuk 2 staat beschreven wat de doelstelling is van de risico beoordeling en welke strategie daarbij wordt gebruikt. Hoofdstuk 3 geeft een beschrijving van de machine. Deze informatie is benodigd om de grenzen in qua machine veiligheid te kunnen vaststellen. De vastgestelde grenzen zijn beschreven in hoofdstuk 4. Hoofdstuk 5 gaat over de identificeren van de gevaren en Hoofdstuk 6 gaat verder in op het inschatten van de gevaren en de reductie daarvan.

IJD-IIJ-RAP-1008


Pagina 4 van 18


2. Risicobeoordeling 2.1.

Doelstelling

De algemene doelstelling is het ontwerpen van een veilige machine die in overeenstemming is met de machinerichtlijn. Dit wordt gedaan door het volgen van het proces wat beschreven staat in document IJD-001.797 “Plan van aanpak CE-markering en machineveiligheid”. Het uitgangspunt hierbij is dat gedurende het proces van risico beoordeling en -reductie alle relevante expertises hun inbreng hebben. Het doel van dit document is het vastleggen van de vastgestelde grenzen van de machine, zijnde het Inlaatwerk, en de geïnventariseerde risico’s met eventuele beheersmaatregelen die deze afgebakende machine met zich mee brengt.

2.2.

Strategie voor risicobeoordeling en risicoreductie

In het kader van de Machinerichtlijn dient een risicobeoordeling volgens de EN12100:2010 te worden uitgevoerd. In hoofdstuk 4 van deze norm staat een stappenplan die de ontwerper moet doorlopen bij het uitvoeren van de risicobeoordeling en reductie: a) Bepaal de grenzen van de machine; dit omvat ook het bedoelde gebruik en ieder redelijkerwijs voorzienbare verkeerd gebruik ervan; b) Identificeer de gevaren en daarmee verbonden gevaarlijke situaties; c) Schat het risico in van ieder geïdentificeerd gevaar en elke gevaarlijke situatie; d) Evalueer het risico en neem beslissingen over de noodzaak voor risicoreductie; e) Neem het gevaar weg of verminder het risico dat aan het gevaar is verbonden door beschermende maatregelen. Bij het doorlopen van deze stappen zijn de volgende expertises betrokken:  Industriële Automatisering voor het ontwerp van de benodigde besturing en de elektrotechnische installatie,  Civiel voor het ontwerp van het kunstwerk,  Werktuigbouw voor het ontwerp van de staalconstructies en bewegende delen,  Onderhoud voor gevaren en reductie m.b.t. de onderhoudsfase van het object,  RAMS voor gevaren en reductie m.b.t. de betrouwbaarheid van het object,  Architect voor het esthetische aspect van eventuele reductiemaatregelen,  Opdrachtgever/klant voor gevaren en reductie m.b.t. het gebruik en de bediening van het object.

2.3.

Conclusie

Door de gekozen strategie en gebruik makend van de juiste personen met de juiste expertise is een realistische risicobeoordeling uitgevoerd. Aan de hand van deze risicobeoordeling zijn in het VO al maatregelen genomen die bijdragen aan de veiligheid van het product dat uiteindelijk in overeenstemming is met de machine richtlijn.

IJD-IIJ-RAP-1008


Pagina 5 van 18


3. Informatie voor de risicobeoordeling 3.1.

Beschrijving van de machine

3.1.1. Specificaties van de gebruiker Het Inlaatwerk wordt gebruikt door: -

Langzaam verkeer op de Kamperstraatweg, fietsers, voetgangers, brommers, landbouwverkeer, scootmobiel, gehandicapten voertuigen) Snelverkeer op de Kamperstraatweg. (60 km/uur) Bedienaars Onderhoudspersoneel (mechanisch en elektrisch) Hulpdiensten Schoonmakers

3.1.2. Specificaties van de machine Primaire functies Het Inlaatwerk vervult op hoofdlijnen de volgende functies:  Inlaatwerk voor de bypass die ingezet wordt bij extreem hoog water op de IJssel. (waterveiligheid).  Primaire waterkering van de IJssel  Mogelijkheid voor regelmatige extra inlaat (Natuurbeheerscenario en oefenscenario)  Wegverbinding: Kamperstraatweg met vrij liggend fietspad. Omschrijving Het Inlaatwerk IJsseldijk vormt een verbinding tussen de IJssel en het Reevediep. In fase 1 is het doel van het inlaatwerk het afvoeren van hoogwater vanuit de IJssel naar het Reevediep. In fase 2 is het doel, naast de waterafvoer bij hoogwater vanuit de IJssel, het mogelijk maken van de migratie van vissen, bevers, otters en vee. De risico’s in Fase 2 worden in deze risicobeoordeling niet meegenenomen omdat hiervoor de machine wordt aangepast. De risico’s die deze aanpassing met zich mee brengt worden in de aanloop van fase 2 ingeschat. Figuur 3-1: positionering Inlaatwerk in het landschap geeft een weergave van het object. Het Inlaatwerk bestaat uit 2 doorlaatopeningen met een schuifbediening en meerdere doorlaatopeningen waarin schotten geplaatst worden. Alleen de doorlaatopeningen met bedienbare schuiven en de technische ruimten met bijbehorende toegangsmiddelen maken deel uit van de “machine”.

IJD-IIJ-RAP-1008


Pagina 6 van 18


Figuur 3-1: positionering Inlaatwerk in het landschap

In Figuur 3-2: Noordelijke segmenten van het Inlaatwerk is de positie van de doorlaatopeningen met de beweegbare schuiven zichtbaar.

Figuur 3-2: Noordelijke segmenten van het Inlaatwerk

De elektrotechnische installatie bestaat uit de bewaking, bediening en besturing van het inlaatwerk (en alle hieraan gerelateerde veiligheidsmaatregelen): communicatiesystemen, inclusief de bijbehorende kasten, bekabeling, PLC’s en bedieningslessenaars. Bediening op afstand vindt plaats vanuit het bediengebouw van de Roggebotsluis. Vanaf deze werkplek kan door middel van een GUI (Graphic User Interface) het Inlaatwerk worden bediend en bewaakt. De lokale bediening wordt, als bedienpaneel, geplaatst nabij de schuiven van het Inlaatwerk. Bediening vindt plaats op basis van direct zicht op de schuiven. De energie ten behoeve van de bedienplek komt van de huidige energieverdeler in de technische ruimte van de Roggebotsluis.

IJD-IIJ-RAP-1008


Pagina 7 van 18


De benodigde energie ten behoeve van de bewegingswerken komt van een nieuw te realiseren transformatorhuis.

3.1.3. Gebruikte Richtlijnen EMC richtlijn (2004/108/EG) Machinerichtlijn (2006/42/EG)

3.1.4. Gebruikte normen en voorschriften    

De Eurocodes aangewezen in het Bouwbesluit 2012. EN 12100:2010 Veiligheid van machines - Algemene ontwerpbeginselen Risicobeoordeling en risicoreductie EN 62061:2015 Veiligheid van machines - Functionele veiligheid van veiligheidsgerelateerde elektrische, elektronische en programmeerbare elektronische besturingssystemen EN 60204-1:2006 Veiligheid van machines - Elektrische uitrusting van machines - Deel 1: Algemene eisen

3.1.5. Gebruikservaring Omdat dit een nieuwe machine is, is er nog geen gebruikservaring opgedaan met de machine.

IJD-IIJ-RAP-1008


Pagina 8 van 18


4. Bepaling van de grenzen van de machine 4.1.

Inleiding

Risicobeoordeling begint met het vaststellen van de grenzen van de machine, waarbij alle fasen in de levensduur van de machine in beschouwing moeten worden genomen. Dit houdt in dat zowel de kenmerken en prestaties van de machine of een reeks van machines in een geïntegreerd proces, als de betrokken personen, omgeving en materialen behoren te worden vastgelegd in termen van de grenzen van de machine.

4.2.

Gebruiksgrenzen

4.2.1. Bedrijfstoestanden machine Tijdens gebruik gelden de volgende mogelijke bedienvormen:     

Regulier bedrijf op afstand middels de nieuw te realiseren bedienplek in het bedienhuis van de Roggebotsluis; Onderhoudsbedrijf op afstand: bediening voor onderhoudsdoeleinden middels de nieuw te realiseren bedienplek in het bedienhuis van de Roggebotsluis; Regulier bedrijf lokaal: bediening vanaf een bedienpaneel nabij het object; Onderhoudsbedrijf lokaal: bediening voor onderhoudsdoeleinden vanaf een bedienpaneel nabij het object; Noodbedrijf-hand: dmv handkracht. De beweegbare schuiven in het diepere gedeelte van het Inlaatwerk IJsseldijk dienen te zijn voorzien van de mogelijkheid voor handmatige bediening als zijnde de noodbediening.

procedures voor ingrijpen De aandrijving van de schuiven van het inlaatwerk wordt voorzien van een noodstopsysteem. Middels dit systeem kunnen de bewegende delen op een veilige manier tot stilstand worden gebracht.

4.2.2. Bedoeld gebruik Bij de risicobeoordeling zijn de volgende gebruikers in beschouwing genomen:      

Passanten op de weg Recreanten onderlangs (naar redelijkerwijs voorzien verkeerd gebruik) Scheepvaartverkeer en –bemanning (mogelijke hinder als gevolg van dwarsstroming); Bedieners; Onderhoudspersoneel; Schoonmaakpersoneel.

Redelijkerwijs voorzien opzettelijk verkeerd gebruik: Recreanten die op een schuif of peiler klimmen om in het water te duiken. Openen van de schuiven terwijl dat niet mag.

IJD-IIJ-RAP-1008


Pagina 9 van 18


Redelijkerwijs voorzien niet-opzettelijk verkeerd gebruik: Te vroeg openen schuiven bij gebruik van de Bypass (Reevediep nog niet ontruimd). Te ver openen schuiven bij gebruik van de Bypass (bezwijken Roggebot). Bedienen van het inlaatwerk zonder de daarbij behorende instructies en documentatie te kennen.

4.2.3. Opleidingsniveaus, ervaring, bekwaamheid gebruikers Bedienend personeel dient een opleidingsniveau te hebben dat aansluit op de nautische vereisten. Men is bekend met de in de gebruiksaanwijzing vermelde gevaren en instructies veilig werken. Onderhoudspersoneel & technici hebben veelal MBO niveau (mechanisch, elektrisch) en zijn bekend met het inlaatwerk en diens installatie. Men is bekend met de in de gebruiksaanwijzing vermelde gevaren en instructies van veilig werken. Elektrotechnisch onderhoudspersoneel moet aangewezen en gecertificeerd zijn (schakelbevoegd). Eventuele stagiaires en jeugdig personeel mogen alleen onder begeleiding van onderhoudspersoneel werken. Schoonmaak personeel dient bekend te zijn met het object en mag alleen onder begeleiding van onderhoudspersoneel het inlaatwerk betreden. Tevens dienen zij zicht te houden aan de veiligheidsvoorschriften in de gebruikershandleiding.

4.3.

Ruimtelijke grenzen

Ruimtelijk beperkt de risicobeoordeling zich tot het beweegbare object en de direct daarmee functioneel verbonden onderdelen. Dit betekent in algemene zin:          

bedienbare schuiven en bewegingswerk; elektrotechnische installaties (incl. bekabeling, kasten, PLC’s etc). alle veiligheidsmaatregelen die gerelateerd zijn aan het object, zoals afscherming bewegingswerk, leuningen, toegangsmiddelen, bordessen alle ondersteunende en bewakingsinstallaties zoals bedieningspaneel(MMI); benodigde ruimte voor aan de machine werkende personen, bijv. tijdens bedrijf en onderhoud; grensvlak en lay-out van fundaties; uitstroomgebied van het inlaatwerk, beperkt tot het gebied waarin het stromende water grote invloed heeft. Noodstroom / energievoorziening Grens aan beide zijden ter hoogte van de diepe segmenten, tot aan het beton, inclusief onderhoudsstroken. Bedieningspaneel lokaal en in de centrale bedienruimte op de Roggebot

Aandachtspunten 1. De constructie van het brugdek Kamperstraatweg maakt geen onderdeel uit van de machine. 2. Er is nabij het object geen bedieningsgebouw.

IJD-IIJ-RAP-1008


Pagina 10 van 18


3. De exacte locaties van de kasten ten behoeve van elektrotechnische installaties die opgesteld zijn ter plaatse van het inlaatwerk zijn nog niet bekend.

4.4.

Tijdgrenzen

4.4.1. Technische levensduur Technische levensduur van de machine en/of onderdelen: Omschrijving object of onderdeel De technische levensduur van elektromechanische en elektrische onderdelen dient tenminste 30 jaar te zijn met tussentijdse revisie of tenminste te voldoen aan de levensduureisen benoemd in de Generieke Eisen Elektrotechnische Installaties. Technische levensduur van mechanische uitrusting De civieltechnische bovenbouw (dekzerk, deuren, schotten, dienstgebouw, bestrating, etc.) van alle kunstwerken dient ontworpen te zijn op een minimale technisch levensduur van ten minste 50 jaar (planperiode bovenbouw) en uitbreidbaar (zonder grote aanpassingen van het Kunstwerk) te zijn tot een technische levensduur van tenminste 100 jaar. Beweegbare keermiddelen De technische levensduur van nondestructief vervangbare onderdelen dient minimaal 15 jaar te zijn.

Minimaal aangegeven levensduur met eis-nummer 30 jaar (SES-00184) (SES-01493)

50 jaar (SES-00183) 100 jaar. (SES-00182)

50 jaar (SES-00480) 15 jaar (SES-01139)

4.4.2. Gebruiksfrequentie (fase 1) De schuiven worden minimaal 1x per jaar geopend en gesloten i.v.m. het testen van het systeem. Gemiddeld 1x in de 5 jaar is de waterstand in de IJssel dusdanig hoog dat er water tegen de schuiven van het inlaatwerk komt te staan. In dit geval wordt gebruik gemaakt van het inlaatwerk volgens het oefenscenario. De kans op een hoge waterstand waarbij de bypass wordt ingezet en het inlaatwerk daadwerkelijk geopend moet worden, is 1x in de 1100 jaar. Hierdoor wordt de ferquentie waarbij de verschillende bedieningsvormen worden gebruik, bepaald door de frequentie waarmee wordt getest.

IJD-IIJ-RAP-1008


Pagina 11 van 18


4.5.

Andere grenzen

Object is gepositioneerd in de IJsseldijk. Het inlaatwerk dient, in fase 1, enkel bij hoogwater bediend te worden. Mogelijk gaat dit gepaard met ongewone weersomstandigheden zoals storm. Er dient rekening gehouden met hoogwaterstanden i.v.m. werking en bereikbaarheid van het inlaatwerk. Handbediening (SES-01390) van de beweegbare schuiven in het diepere gedeelte van het Inlaatwerk IJsseldijk dient ook tijdens hoog water op de IJssel en of in het Reevediep bereikbaar te zijn. Voor klimaatomstandigheden rekening houden met ijsbelasting. Rekening houden met vervuiling (vermoddering) i.v.m. lage gebruiksfrequentie.

IJD-IIJ-RAP-1008


Pagina 12 van 18


5. Identificatie van gevaren Na het bepalen van de grenzen van de machine, is de systematische identificatie van redelijkerwijs voorzienbare gevaren, gevaarlijke situaties en/of gevaarlijke gebeurtenissen een essentiële stap. Het gaat hierbij om gevaren, situaties en gebeurtenissen die op kunnen treden tijdens alle fasen van levensduur van de machine. Er wordt van uitgegaan dat een, aan de machine verbonden, gevaar vroeg of laat tot schade zal leiden indien geen maatregelen zijn genomen om het gevaar weg te nemen of indien geen beschermende maatregelen zijn getroffen. Alleen als gevaren zijn geïdentificeerd, kunnen er stappen worden ondernomen om ze weg te nemen of risico’s te reduceren. Bij de identificatie van de gevaren zijn tabel B1 en B4 van de EN-12100:2010 als handvat gebruikt. In tabel B1 zijn gevaren ingedeeld in groepen naar soort (mechanische gevaren, elektrische gevaren enz.). De gevaren uit deze tabel zijn gebruikt als gidswoorden om te komen tot en zo compleet mogelijke lijst met geïdentificeerde gevaren. Tabel B.4 bevat voorbeelden van gevaarlijke gebeurtenissen die in verband met machines kunnen optreden. In deze tabel zijn de gevaren gegroepeerd per oorzaak. Het resultaat van de inventarisatie is terug te vinden in Bijlage 1 Risicobeoordeling. Per oorzaak is gekeken naar welke gevaarlijke situaties zich voor kunnen doen. Vervolgens is bekeken welke gevaren schuil gaan in de gevaarlijke situatie en welk letsel daarbij kan ontstaan.

IJD-IIJ-RAP-1008


Pagina 13 van 18


6. Risicoinschatting, -evaluatie en -beoordeling 6.1.

Risico inschatting

Na de identificatie van de gevaren is voor elke gevaarlijke situatie een risicoinschatting uitgevoerd door bepaling van opgevoerde risicofactoren. Bij de bepaling van deze factoren is rekening worden gehouden met de aspecten:        

Blootgestelde personen Aard, frequentie en duur van blootstelling Samenhang tussen blootstelling en gevolgen Menselijke factoren Bruikbaarheid van beschermende maatregelen Mogelijkheid om beschermende maatregelen uit te schakelen of te omzeilen Vermogen om beschermende maatregelen te handhaven Informatie voor het gebruik

Het schatten van risico's is geen exacte wetenschap. Daarom is het aanwezig zijn van de juiste personen met de juiste expertise en het gebruik van het gezonde verstand erg belangrijk. Zie hoofdstuk 2.2. De inschatting is gedaan volgens de Fine & Kinney methode. Risico-index: bepaling De mathematische behandeling van het risico bepaalt de risicograad, ook risicoindex genoemd. Om de risico-index te bepalen kent men aan de waarschijnlijkheid van het risico, aan de duur van de blootstelling aan het gevaar en aan de omvang van de schade een gekozen waarden toe. Het product van deze drie factoren geeft de risico-index. Aldus krijgt men R = P x E x C met: 

 

de waarschijnlijkheidsfactor (P)robablility of de wiskundige kans dat een risico zich voordoet. De factor geeft de verwachting weer en krijgt een referentiecijfer van 0,1 tot 10 toegekend; de blootstellingsfactor (E)xposure of een idee van de blootstellingsduur aan het risico. De waardeschaal van de blootstellings factor gaat van 0,5 tot 10; de factor van de ernst of het gevolg (C)onsequence , m.a.w. een aanduiding van de mogelijke schade en gevolgen wanneer het risico zich voordoet. De schaal is arbitrair opgesteld van 1 tot 100.

IJD-IIJ-RAP-1008


Pagina 14 van 18


Waarden van de entiteiten P, E en C De indeling van deze factoren met hun variabelen is te vinden in de onderstaande drie tabellen. P (probability) Waarschijnlijkheid risico 10 kan worden verwacht, bijna zeker 6

Goed mogelijk

3

Ongewoon, maar mogelijk

1

Alleen mogelijk op lange termijn

0,5 Zeer onwaarschijnlijk 0,2 Vrijwel onmogelijk 0,1 Virtueel onmogelijk

E (exposure) Duur van de blootstelling 10 Voortdurend 6

Dagelijks tijden de werkuren

3

Wekelijks of incidenteel

2

Maandelijks

1

Enkele malen per jaar

0,5 Zeer zelden (< 1 keer per jaar)

C (consequence) Grootte mogelijkheid letsel 100 Catastrofaal, vele doden 40 Ramp, verscheidene doden 15 Zeer ernstig, één dode 7

Aanzienlijk, ernstig letsel

3

Belangrijk arbeidsverzuim

1

Betekenisvol, eerste hulp vereist

IJD-IIJ-RAP-1008


Pagina 15 van 18


6.2.

Risico evaluatie

Na risico-inschatting is een risico-evaluatie uitgevoerd om te beslissen of risicoreductie noodzakelijk is. Hierbij is de onderstaande tabel gebruikt. Een risico is aanvaardbaar indien de score onder de 20 blijft. R=PxExC R

Risico

Aard te nemen maatregelen

>

320

Zeer hoog

Overweeg stopzetten activiteit

160 -

320

Hoog

Onmiddellijk maatregelen vereist

70 -

160

Substantieel

Correctie is nodig

20 -

70

Mogelijk

Aandacht

<

20

Licht

Misschien aanvaardbaar

6.3.

Risicoreductie

Nadat de risico’s zijn geëvalueerd, moeten voor de onaanvaardbare risico’s maatregelen ter reductie worden getroffen. Hierbij is het van belang om de dwingende volgorde te volgen die wordt beschreven in de van toepassing zijnde richtlijn. De machinerichtlijn kent hierbij een dwingende volgorde van maatregelen: 1. Het gevaar is weggenomen of het risico is gereduceerd door ontwerpmaatregelen of door vervanging door minder gevaarlijke materialen en stoffen of door toepassing van ergonomische principes (ISO12100, hoofdstuk 6.2); 2. Het risico is gereduceerd door toepassing van beveiliging en aanvullende beschermende maatregelen van zodanige aard dat het risico voldoende gereduceerd wordt voor het bedoeld gebruik en redelijkerwijs voorzienbare verkeerd gebruik, en dat zij geschikt zijn voor toepassing (ISO12100, hoofdstuk 6.3); 3. Indien de toepassing van beveiliging en aanvullende beschermende maatregelen niet goed uitvoerbaar is of het risico niet afdoende reduceert, moet de informatie voor de gebruiker melding maken van elk overblijvend risico (ISO12100, hoofdstuk 6.4).

IJD-IIJ-RAP-1008


Pagina 16 van 18


Bijlage 1.

IJD-IIJ-RAP-1008

Risicobeoordeling


Pagina 17 van 18


Risicoanalyse Inlaatwerk IJsseldijk Machine: Inlaatwerk IJsseldijk

Methode: FINE & KINNEY

Fabrikant Isala Delta Plaats: Kampen Scope: VO

ref.

Gebruiks fase

Gebruikstoestand

beheer beheer gebruikersfase gebruikstoesta n nd

Factoren Fine & Kinney Auteur: Herro Poutsma

Versie 1.0 Documentnaam: IJD-IIJ-DOC-0009 Datum: 8-7-2015

Gebruiker / blootgestelde persoon

Gevaar

beheer gebruikers

beheer gevaren

Gevaarlijke situatie

Gevaarlijke gebeurtenis

> <

160 70 20

Gevolg / letsel

320 320 160 70 20

Zeer hoog Hoog Substantieel Mogelijk Licht

Risico inschatting (initieel):

Toelichting / foto

Fine&Kinney P

E

C

R

Norm

Risicoreductie

clause

Mogelijke Inherente maatregel

Risico inschatting (na reductie):

Beveiliging / afscherming

Informatie

klasse

Fine&Kinney P

E

Verdere reductie

ja / nee

Actie

verantwoordelijk

Bronverwijzing naar ontwerprapport of tekening

Toelichting / onderbouwing Maatregel verwerkt in ontwerp (ja/nee)

C

R

1

Algemeen

Algemeen

Bedienaar

Omgeving

Bedienaar komt te dicht bij de rand Bedienaar valt ongeveer 4 meter botbreuken / overlijden / van het betonnen kunstwerk asl hij naar beneden in een betonnen verdrinken. naa bak waar ongeveer een halve meter water in staat.

3

1

15

45

Mogelijk

machinerichtlijn 1.6.2. 1.5.15

Hek en ladder plaatsen bij vaste toegangsmiddelen naar bedienplek. EN 14122:2001 deel 1-4

0,2

6

15

18

Licht

klasse Nee

Verificatie

Patrick B. (WTB)

2

Algemeen

Algemeen

Onderhoudsmonteur

Omgeving

Onderhoudsmonteur komt te dicht bij de rand van het betonnen kunstwerk.

Onderhoudsmonteur valt ongeveer 4 meter naar beneden in een betonnen bak waar ongeveer een halve meter water in staat.

botbreuken / overlijden / verdrinken.

3

1

15

45

Mogelijk

machinerichtlijn 1.6.2. 1.5.15

Hek en ladder plaatsen bij vaste toegangsmiddelen naar bedienplek. EN 14122:2001 deel 1-4

0,2

6

15

18

Licht

Nee

Verificatie

Patrick B. (WTB)

3

Algemeen

Algemeen

Recreanten

Omgeving

Te dicht bij de rand van het betonnen kunstwerk komen.

Recreant valt ongeveer 4 meter naar beneden in een betonnen bak waar ongeveer een halve meter water in staat.

botbreuken / overlijden

6

3

15

270

Hoog

machinerichtlijn 1.5.15

Hek plaatsen conform EN 14122-2:2001

0,2

3

15

9

Licht

Nee

Verificatie

Dave K. (Civiel)

4

Algemeen

Onderhouds bedrijf (afstand en lokaal)

Onderhoudsmonteur

Mechanisch

Onderhoudsmonteur aanwezig op het object bij randen van machine onderdelen.

Onderhoudsmonteurs snijden zich aan scherpe randen van machine onderdelen.

snijwonden

6

6

1

36

Mogelijk

Verwonding kan vooral optreden bij contact met de eenvoudig toegankelijke delen zoals leuningwerken e.d.

Machinerichtlijn 1.3.4 NEN 1090

Alle scherpe kanten worden gebroken.

Scherpe kanten breken vermelden op alle werktekeningen.

0,5

6

1

3

Licht

Nee

Patrick B. (WTB)

5

Algemeen

Regulier bedrijf (afstand en lokaal)

Onderhoudsmonteur

Mechanisch

Inspecteur zijn aanwezig op het object bij randen van machine onderdelen.

Inspecteurs snijden zich aan scherpe randen van machine onderdelen.

snijwonden

6

6

1

36

Mogelijk

Verwonding kan vooral optreden bij contact met de eenvoudig toegankelijke delen zoals leuningwerken e.d.

Machinerichtlijn 1.3.4 NEN 1090

Alle scherpe kanten worden gebroken.

Scherpe kanten breken vermelden op alle werktekeningen.

0,5

6

1

3

Licht

Nee

Patrick B. (WTB)

A. Vorm en/of oppervlakte-gesteldheid van toegankelijke delen van de machine

0

0

Ontwerpnota / tekening

Nee

B. Bewegende delen van de machine — Contact met bewegende delen; 6

Onderhoud en inspectie

Onderhouds bedrijf

Onderhoudsmonteur

Mechanisch

Bewegende delen van de machine komen onverwachts in beweging vanwege onderhoud

Personen kunnen bezig zijn met onderhoud aan de machine of storing zoeken, terwijl het betreffende deel in beweging is.

Beknelling door bewegende 3 delen: botbreuken / overlijden

3

15

135

Substantieel

Machinerichtlijn 1.2.2 1.3.7

Toepassen werkschakelaar EN60204-1

7

In bedrijf fase 1

Algemeen

Recreanten

Mechanisch

recreanten te dicht in de buurt van de bewegende delen van de machine

beknelling door contact met bewegende delen


3

15

270

Hoog

Machinerichtlijn 1.3.7

afstand tussen personen en machine vergroten. Minimale veiligheidsafstand hanteren EN 349:2008 ?? EN 13857:2008

8


Onderhouds bedrijf

Onderhoudsmonteur

Mechanisch

Bewegende delen van de machine komen onverwachts in beweging vanwege foutieve aansturing door de besturing

Personen kunnen bezig zijn met onderhoud aan de machine of storing zoeken.


3

15

135

Substantieel


Toepassen van een werkschakelaar EN 60204-1:2006

9

Storingsbedrijf

Noodbedrijf hand

Bedienaar

Mechanisch

Schuif wordt elektrisch bediend Onverwachte beweging van de kans op botbreuken en / of terwijl de handslinger nog aanwezig handslinger op de motor door het dood is aansturen van de motor. Kans op geraakt te worden door de snel ronddraaiende slinger.

3

1

15

90

Substantieel

Machinerichtlijn 1.1.2. 1.2.6. 1.7.4.

In bedrijf fase 1


Onderhoudsmonteur / Recreanten

Mechanisch

Schuif wordt bediend door niet kundige bedienaar

Schuif bewegen terwijl de iemand Beknelling door bewegende 3 aanwezig is bij het delen: botbreuken / bewegingswerk overlijden

1

15

90

Substantieel

Zie ook eis SES-01366-01

Waarschuwingssignalen voor het starten van de beweging. Opstellen procedure voor gebruik van de werkschakelaar.

0,1

3

15

4,5

Licht

Nee

Verificatie

Erik V. (IA)

Hek plaatsen

0,2

6

15

18

Licht

Nee

Verificatie

Dave K. (Civiel)

Fail-safe programmeren van de start en Waarschuwingssignalen voor het stop functie. In geval van uitval sensoren, starten van de beweging. geen beweging mogelijk Opstellen procedure voor gebruik van de werkschakelaar.

0,1

3

15

4,5

Licht

Nee

Verificatie

Erik V. (IA)

Veiligheidsfunctie in de besturing opnemen: Er is een veiligheids-schakelaar gemonteerd die de aanwezigheid van de handslinger detecteert. Bij geactiveerde schakelaar kan de werkspanning niet op de motor komen.

0,1

1

15

1,5

Licht

Nee

Verificatie

Patrick B. (WTB)

Ontwerpnota / tekening / Gebruiksaanwijzing

0,2

1

15

1,5

Licht

Nee

Opnemen in de gebruiksaanwijzing dat de handslinger vewijderd dient te worden voordat de schuif elektrisch bediend mag worden

In werkinstructie opnemen dat de bedienaar de gebruiksaanwijziging moet kennen alvorens te bedienen.

0

0

Nee

0

0

Nee

0

0

Nee

Ontwerpnota

Tekening

Ontwerpnota

C. Kinetische energie en/of potentiële energie (zwaartekracht) van de machine, delen van de machine, gereedschappen en gebruikte/bewerkte/behandelde materialen

D. Mechanische sterkte van machineonderdelen, gereedschappen enz. 10

Algemeen


Onderhoudsmonteur

Mechanisch

Falen bewegingswerk terwijl een onderhoudsmonteur aanwzig is bij het betreffende bewegende deel

Onverwachtse beweging

Beknelling / botbreuken / dood

3

1

15

45

Mogelijk


Constructie / bewegingsweg conform eurocodes en ROK

Toepassen van zelfremmende spindels die er voor zorgen dat de schuif niet naar beneden zakt door de zwaartekracht. Toepassen van sponningen die de schuif op zijn plek houden bij scheefloop.

0,1

1

15

1,5

Licht

Nee

Verificatie

Patrick B. (WTB)

Ontwerpnota / berekening

11

Algemeen


Recreanten

Mechanisch

Falen bewegingswerk terwijl een recreant aanwzig is bij het betreffende bewegende deel

Onverwachtse beweging

Beknelling / botbreuken / dood

3

1

15

45

Mogelijk


Constructie / bewegingsweg conform eurocodes en ROK

Toepassen van zelfremmende spindels die er voor zorgen dat de schuif niet naar beneden zakt door de zwaartekracht. Toepassen van sponningen die de schuif op zijn plek houden bij scheefloop.

0,1

1

15

1,5

Licht

Nee

Verificatie

Patrick B. (WTB)

Ontwerpnota / berekening

0

0

Nee

0

0

Nee

0

0

Nee

E. Pneumatische / hydraulische systemen

F. Elektrische uitrusting 12

In bedrijf fase 1 / onderhoud en inspectie

Algemeen

Bedienaar / Onderhoudsmonteur

Elektrisch

Onder spanning staande delen

Aanraking van onder spanning staande delen

Elektrocutie, verbranding

6

6

15

540

Zeer hoog

13

Algemeen

Algemeen


Thermisch

Brand gevaar in de technische ruimtes

technische ruimte staat in brand

Personen kunnen niet meer vluchten, brandwonden oplopen en of verbranden

14

Storingsbedrijf

Onderhouds bedrijf

Onderhoudsmonteur

Mechanisch

herstel van de energietoevoer na een onderbreking

onbedoelde beweging na een stroomstoring, tijdens montage.


3

0,5

15

22,5

Mogelijk


Fail-safe programmeren van de start en stop functie. In geval van uitval sensoren, geen beweging mogelijk EN1037 (voorkoming van onbedoeld starten)

15

Algemeen

Algemeen

Onderhoudsmonteur

Mechanisch

Uival van energie

Ongecontroleerde beweging van de schuif onder invloed van zwaartekracht/andere krachten.


3

1

15

45

Mogelijk


Toepassen van zelfremmende spindels. De schuif stopt automatisch door de constructie van het bewegingswerk.

0


Gebouw gebonden e-installaties conform bouwbesluit. Machine besturingsinstallaties conform EN60204-1

Bedrijfsvoering, inspectie en onderhoud van E-installaties conform NEN 3140 Inspectie interval opnemen in onderhoudshandleiding.

0,2

6

15

18

Licht

Nee

Verificatie

Erik V. (IA)

Ontwerpnota / onderhoudshandleiding

0,5

1

15

7,5

Licht

Nee

Verificatie

Erik V. (IA)

Ontwerpnota / kaart vluchtroute's

0,5

0,5

15

3,75 Licht

Nee

Procedure opstellen voor het starten na uitval van energie.

0,1

1

15

1,5

Nee

Er is nog geen keuze gemaakt Machinerichtlijn m.b.t. de aanwezigheid van een 1.5.1 technische ruimte.

0

Licht

0

Erik V. (IA)

Verificatie

Erik V. (IA)

Nee

G. Besturing 16

In bedrijf fase 1

Regulier bedrijf op afstand

Bedienaar

Omgeving

Onterecht openen bij hoog water (buiten inzetprotocol om)

De Roggebot staat nog niet open waardoor de waterstand in het Drontermeer boven het niveau van de aanliggende dijken komt.

Dijkdoorbraak of water 0,5 stroomt over de dijk met als gevolg dat veel mensen verdrinken

0,5

100

25

Mogelijk

Hoog water is 1x in de 5 jaar. Door trage beweging van de schuif is vermijding van het gevolg (ontsnappingsmogelijkheid) groot.


Melding "Is het inzeprotocol gevolgd?" weergeven nadat het commando sluiten is gegeven.

0,1

0,5

100

5

Licht

Nee

Erik V. (IA)

17

Storingsbedrijf

Regulier bedrijf

Bedienaar

Omgeving


mensen bevinden zich nog in het ontruimingsgebied terwijl er water in loopt Waterstand in Drontermeer komt boven niveau van de aanliggende dijken.


0,5

100

25

Mogelijk

Door trage beweging van de schuif is vermijding van het gevolg (ontsnappingsmogelijkheid) groot.



0,1

0,5

100

5

Licht

Nee

Erik V. (IA)

IJD-IIJ-DOC-0009 Risicoanalyse MV Inlaatwerk.xlsx Risicobeoordeling

1 van 6

Ontwerpnota / tekening





ref.

Gebruiks fase



Gebruikstoestand



Gevaar

beheer gebruikers

beheer gevaren



> <

160 70 20

Gevolg / letsel

320 320 160 70 20



Toelichting / foto

Fine&Kinney P 18


Onderhouds bedrijf


Omgeving


mensen bevinden zich in het ontruimingsgebied terwijl er water in loopt Waterstand in Drontermeer komt boven niveau van de aanliggende dijken.

19

In bedrijf fase 1, Storingsbedrijf en Onderhoud/Inspectie In bedrijf fase 1, Storingsbedrijf en Onderhoud/Inspectie

Algemeen

Scheepvaartverkeer

Omgeving

Terecht openen bij hoog water

Algemeen

Recreanten

Omgeving

Terecht openen bij hoog water

verkeer op de IJssel krijgt last van Struikelen / over boord dwarsstroming. vallen van opvarende met verdrinking tot gevolg. Ontstaan sterke stroming direct Gevaarlijke situatie voor voor en achter inlaatwerk. personen (schepen) direct voor en achter inlaatwerk.

21

Algemeen

Algemeen


Mechanisch

Deur te ver open sturen

zodat deze er uit valt

22

Algemeen

Algemeen

Onderhoudsmonteur

Mechanisch

ongewenste bediening vanaf het lokale bedienpaneel

Schuif gaat bewegen terwijl de botbreuken / overlijden onderhoudsmonteur bezig is met de bewegende delen

20


Afhankelijk van aanwezigheid mensen: botbreuken / overlijden.

E

C

0,5

100

R 25

Norm

Risicoreductie

clause




Informatie

Fine&Kinney

klasse Mogelijk

0

Door trage beweging van de schuif is vermijding van het gevolg (ontsnappingsmogelijkheid) groot.



P

E

C

0,1

0,5

100

R 5

geen risico op dwarsstroming. (volgens OG)

ja / nee

0,5

40

20

Mogelijk

Visueel vaststellen of schepen / personen inzetprotocol in directe omgeving aanwezig zijn.

10

2

15

300

Hoog


6

1

15

90

Substantieel Zie ook Eis CS200-01, 04 en 05


Actie

verantwoordelijk

Nee

Erik V. (IA)

Nee

0,2

0,5

40

4

Licht

Nee

Willem L. (RAMS)

0,2

2

15

6

Licht

Nee

Erik V. (IA)

0,1

1

15

1,5

Licht

Nee

Erik V. (IA)

0,1

0,5

15

0,75 Licht

Nee

Erik V. (IA)

Waarschuwingssignalen voor het starten van de beweging

0,5

1

15

7,5

Licht

Nee

Erik V. (IA)

Toepassen werkschakelaar EN60204-1

Waarschuwingssignalen voor het starten van de beweging. Opstellen procedure voor gebruik van de werkschakelaar.

0,1

3

15

4,5

Licht

Nee

Erik V. (IA)

Afschermen bewegende delen

Waarschuwingssignalen voor het starten van de beweging Overbruggingen worden opgenomen in handleiding(en). Overbrugging alleen door geauthoriseerd en speciaal daartoe opgeleid (onderhouds) personeel

3

6

0,5

9

Licht

Nee

Erik V. (IA)

0,1

0,5

7

0,35 Licht

Nee

Erik V. (IA)

0,2

1

15

3

Nee

Erik V. (IA)

Toepassen van sponningen zodat de schuif niet uit het bewegingswerk kan vallen. Mechanische aanslag aan het eind van beide spindels maken zodat de schuif niet van de spindels af kan lopen. Toepassen van een werkschakelaar EN 60204-1:2006 Lokaal bedienpaneel in vandaalbestendige ruimte of kast onder brengen Klasse IK08. Lokale bediening eerst activeren vanaf centrale bedienplek op de Roggebot

23

Algemeen

Algemeen


Omgeving

Schuif gaat open of dicht met een te water gaat hard stromen / kolken beschadigen van oevers hoge bewegingssnelheid. waardoor krachten ontstaan op oevers

6

0,5

3

9

Licht

24

Algemeen

Algemeen


Mechanisch

Geen waarschuwingssignaal voorafgaand aan de beweging

personen worden geraakt / raken botbreuken / overlijden bekneld

6

1

15

90

Substantieel

25


Onderhouds bedrijf op Onderhoudsmonteur afstand

Mechanisch

Onverwachts bewegen van de schuif door bediening op afstand

Personen kunnen bezig zijn met onderhoud aan de machine of storing zoeken.

10

3

15

450

Zeer hoog

26

In bedrijf fase 1

27

In bedrijf

Regulier bedrijf op afstand Regulier bedrijf

Onverwachts bewegen van de schuif door bediening op afstand overbruggen van vergrendelingen tijdens inzet van Bypass

Personen kunnen in de buurt van botbreuken / verdrinking de schuif aanwezig zijn Er wordt water ingelaten in het Schade aan omgeving Reevediep terwijl er niet aan alle voorwaarden wordt voldaan

28

Algemeen

Algemeen

Noodstop is onvoldoende betrouwbaar om in gevaarlijke situatie de de schuif in een veilige toestand te brengen

schuif stopt niet met bewegen na botbreuken / overlijden bedienen van de noodstop

Recreanten

Mechanisch

Bedienaar

Omgeving


Mechanisch


10

6

15

900

Zeer hoog

3

0,5

7

10,5

Licht

6

1

15

90

Substantieel

risico kan niet optreden door ontwerpkeuze als inherente maatregel.


Machinerichtlijn 1.2.2 1.3.7 Machinerichtlijn 1.3.7

overbruggen van vergrendelingen dient mogelijk te zijn om de schuif te kunnen bedienen als er geen signaal is vanuit de andere objecten van de Bypass.

Machinerichtlijn 1.3.7 Machinerichtlijn 1.2.5

Bewegingssnelheid is beperkt door de mechanische koppeling. Niet door de aansturing vanuit de Frequentieomvormer.

Toepassen van CCTV om te kijken of er nog mensen bij de schuif aanwezig zijn Er kan alleen overbrugd worden in Detectie aanbrengen op het actief zijn onderhouds en noodbedrijf. van de overbrugging. Overbruggen kan alleen door het ontgrendelen van de bediening om deze vervolgens te gebruiken. Denk aan een slueutelschakelaar die eerst ontgrendeld moet worden.


Noodstop in veiligheidsfunctie onderbrengen in de besturing.

0

Licht

0

Nee

1.3.2 29

Algemeen

Regulier bedrijf

Onderhoudsmonteur / recreant

Combinatie gevaren

Bevestigingen van motoren, koppelingen, delen van de elektrische uitrusting trillen los, breuk in kabels in de buurt van personen.

Personen worden geraakt door losgetrilde onderdelen / kapotte kabels

Bekneld raken. Kans op elektrocutie

6

6

15

540

Zeer hoog

Lostrillen kan ook zijn onbedoelde beschadiging door recreanten of vandalisme.


Bij trillingen worden boutverbindingen geborgd. Omhuizingen van machines zijn bestand tegen breuk. Roterende delen worden afgedekt

Additionele aandacht bij montage, inspectie en onderhoud

0,2

6

15

0

18

Licht

0

Nee

Patrick B. (WTB)

Nee

I. Ontwerp van arbeidsplaats en het arbeidsproces 30

In bedrijf



Mechanisch

fouten bij bediening, slecht zicht op Schuif gaat bewegen terwijl de onderhoudsmonteur of 6 schuif tijdens bedienen. bedienaar geen zicht heeft op de recreant komt in aanraking situatie ter plaatse met bewegende delen met dood tot gevolg

1

15

90

Substantieel Bewegingssnelheid is beperkt en Machinerichtlijn er is een waarschuwingssignaal 1.2.2 voor bewegen.

31

In bedrijf

Regulier bedrijf lokaal Onderhoudsmonteur / Recreanten

Mechanisch

fouten bij bediening, slecht zicht op Schuif gaat bewegen terwijl de onderhoudsmonteur of 6 schuif tijdens bedienen. bedienaar geen zicht heeft op de recreant komt in aanraking situatie ter plaatse met bewegende delen met dood tot gevolg

1

15

90

Substantieel Bewegingssnelheid is beperkt en Machinerichtlijn er is een waarschuwingssignaal 1.2.2 voor bewegen.

Toepassen CCTV. Camera plaatsing ter plaats af te stemmen

Lokale bediening zo plaatsen dat er zicht is op de situatie

In bedieningshandleiding opnemen dat bij onvoldoende zicht overgegaan wordt op lokale bediening.

0,2

6

15

18

Licht

Nee

Erik V. (IA)

0,2

6

15

18

Licht

Nee

Erik V. (IA)

0

0

Nee

J. Plaats van machine in omgeving 32

Algemeen


Bedienaar

Omgeving

Foutieve aansturing van de machine door onjuiste meetgegevens.

0

33

Algemeen

Algemeen

Onderhoudsmonteur

Mechanisch

Geblokkeerde schuif door vervuiling Beweging van de schuif bij het botbreuken / overlijden schoonmaken. De schuif schiet los door wegnemen van de blokkade

0,2

0,5

15

1,5

Keuze van betrouwbare componenten (RAMS), onderhoudsvoorschrift volgen. (Navragen bij Erik wat hij hier bedoelde) Licht

0

Blokkerend object zal niet Machinerichtlijn weggenomen kunnen worden 1.3.7 omdat de schuif veel te groot is. Daarom geen risisco. Wegnemen van de blokkade zal geschieden door eerst de schuif omhoog te zetten en daarna object weg te nemen.

Nee

0

Nee

0

0

Nee

0

0

Nee

0

0

Nee

Willem L. (RAMS)

Erik V. (IA)

K. Verbonden machines

L. Gedrag passanten 34

Algemeen

Algemeen

Recreanten

Omgeving

Mensen geven geen gehoor aan ontruiming en bevinden zich in buurt van Inlaatwerk

mensen bevinden zich in het ontruimingsgebied terwijl er water in loopt

35

Buiten bedrijf

Algemeen

Recreanten

Omgeving

Onterecht openen bij hoog water door onbevoegden (vandalisme)

mensen bevinden zich in het Nat worden / verdrinking ontruimingsgebied terwijl er water in loopt Waterstand in Drontermeer komt boven niveau van de aanliggende dijken.


Nat worden / verdrinking

0,2

0,5

15

1,5

Licht

Door trage beweging van de schuif is vermijding van het risico (ontsnappingsmogelijkheid) groot.

6

1

40

240

Hoog

Zie ook Eis CS200-01, 04 en 05

0

Machinerichtlijn 1.2.2 Kast van klasse IK08 volgens EN 50298

Lokale bediening in kast of bedienruimte Bedienruimte of kast afsluitbaar maken plaatsen die beschermd is tegen met fysieke sleutel volgens eis SESvandalisme. 00198. Lokale bediening standaard geblokkeerd en alleen activeren indien nodig.

2 van 6

0,2

1

40

8

Licht


Toelichting / onderbouwing Maatregel verwerkt in ontwerp (ja/nee)

klasse Licht

0

1

Verdere reductie

Nee

Erik V. (IA)

Nee

Willem L. (RAMS)





ref.

Gebruiks fase

Gebruikstoestand





Gevaar

beheer gebruikers

beheer gevaren



> <

160 70 20

Gevolg / letsel

320 320 160 70 20



Toelichting / foto

Fine&Kinney P 36

Algemeen

Algemeen

Recreanten

Omgeving

Beklimmen van de schuiven / pilaren vanaf het brugdek

37

Algemeen

Algemeen

Recreanten

Omgeving

38

Algemeen

Algemeen

Recreanten

39

Algemeen

Algemeen

Recreanten

Mensen bevinden zich hoog boven brugdek (4m) en water (8m).

E

C

R

Norm

Risicoreductie

clause




klasse

6

15

270

Hoog

Zie ook eis SES-00198-1, SES 00457, SES 01151

Machinerichlijn 1.3.7 1.5.15

Hek op het brugdek plaatsen conform EN 14122-2:2001

Beklimmen van de betonnen muren Recreanten kunnen uitglijden op vanaf het brugdek de muur.

botbreuken/verdrinken/ove 0,2 rlijden

6

15

18

Licht



Hek op het brugdek plaatsen conform EN 14122-2:2001

Omgeving

Beklimmen van de betonnen muren Recreanten kunnen uitglijden op vanaf beneden de muur.

botbreuken/verdrinken/ove 0,2 rlijden

6

15

18

Licht



Overig

Op het hek klimmen en duiken vanaf de constructie

1

15

45

Mogelijk

Hek is al geplaatst

Machinerichlijn 1.5.15

3

Fine&Kinney P

botbreuken/verdrinken/ove 3 rlijden

hard op het water of land terecht botbreuken / overlijden / komen verdrinken

Informatie

0,2

verbodsbord plaatsen. Met informatie over de diepte van het water. Het bord / tekst op het brod moet afschrikken.

0,5

E 6

1

C

R

15

18

15

0

Verdere reductie

ja / nee

Actie

verantwoordelijk

Maatregel verwerkt in ontwerp (ja/nee)

klasse Nee

Dave K. (Civiel)

0

Nee

Dave K. (Civiel)

0

Nee

Dave K. (Civiel)

Nee

Dave K. (Civiel)

7,5

Licht

Licht

0

Nee

M. Stabiliteit van de machine en/of delen van de machine 40

Algemeen

Algemeen

Recreanten

Mechanisch

Bezwijken betonconstructie

delen van de constructie komen los / vallen naar benenden op eventueel aanwezig recreanten.

botbreuken, verpletteren, dood.

3

10

15

450

Zeer hoog

Machinerrichtlijn 1.3.2

Conform bouwbesluit is constructie uitgerekend met de Eurocode.

0,1

0

10

15

15

0

Licht

Nee

Dave K. (Civiel)

Nee

N. Algemeen 41

Algemeen

Algemeen


Mechanisch

Gebruik van de machine na verstrijken van de levensduur

0

Geen concrete gevaren te noemen.

0

0


0

3 van 6


Toelichting / onderbouwing

Nee Nee

J. Calje (B&O)

Titel: Risicobeoordeling Machineveiligheid Inlaatwerk IJsseldijk Project: Ruimte voor de Rivier IJsseldelta Zaaknummer:

Recommend Documents