Gemeente Amersfoort
RAADSINFORMATIEBRIEF : Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad
Reg.nr.
Aan Portefeuillehouder
: Wethouder B.J. Lubbinge
Programma
Van
Datum
: 4414359 : 28 oktober 2013 4. Zorg, welzijn en : wijkontwikkeling
TITEL Ontwikkelingen in de maatschappelijke opvang, verslavingszorg, OGGZ en de aanpak van huiselijk geweld.
KENNISNEMEN VAN De ontwikkelingen binnen de maatschappelijke opvang, de verslavingszorg, de openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGZ) en de aanpak van huiselijk geweld.
AANLEIDING De maatschappelijke opvang, de verslavingszorg, de OGGZ en de van aanpak huiselijk geweld, waaronder de vrouwenopvang, maken deel uit van het sociaal domein. Ze bieden een vangnet aan mensen die, meestal tijdelijk, in een kwetsbare positie verkeren en zorg en ondersteuning nodig hebben. De ondersteuning is gericht op uitstroom naar een veilig en zo zelfstandig mogelijk bestaan. In het Besluit van 9 juli heeft u uitgangspunten vastgesteld voor de beweging in het sociaal domein die ook gevolgen hebben voor de organisatie van deze vormen van ondersteuning. Daarnaast spelen er specifiek voor deze onderwerpen een aantal landelijke en regionale ontwikkelingen. Wij informeren u hier graag over, voor een goed overzicht en inzicht in de samenhang met de ontwikkelingen in het sociaal domein. In het webdossier sociaal domein vindt u een verdere toelichting op de organisatie van de aanpak in Amersfoort op deze terreinen.
KERNBOODSCHAP De stappen die nu gezet worden in het kader van de beweging in het sociale domein en de voorbereidingen op de decentralisaties vragen op onderdelen om aanpassing van de organisatie van deze beleidsterreinen. Zo wordt aangestuurd op integratie van de Steunpunten Huiselijk Geweld met de Advies en Meldpunten Kindermishandeling. Ook wordt in de opvang veel samengewerkt met ketenpartners die ondersteuning bieden die anders georganiseerd gaat worden, zoals jeugdzorg en AWBZ-begeleiding. Waar bij het bieden van ondersteuning steeds meer wordt toegewerkt naar een wijkgerichte organisatie (sleutelrol voor de sociale wijkteams), geldt voor mensen in de opvang dat zij uit ons hele centrumgemeentegebied, of soms ook uit andere regio’s kunnen komen. Bij preventie en uitstroom uit de opvang speelt het lokale netwerk van mensen wel een belangrijke rol. De besluitvorming over de aanpassing van de organisatie van deze taken is onderdeel van besluitvorming over de vormgeving van alle gedecentraliseerde taken. De planning hiervoor is toegelicht in de Ronde van 1 oktober jl. Naast de ontwikkelingen die volgen uit de decentralisaties spelen er ook andere landelijke en regionale ontwikkelingen die invloed hebben op deze beleidsterreinen. Kenmerkend voor deze ontwikkelingen is net als in het hele sociaal domein het versterken van de positie van cliënten, het aanspreken van eigen kracht, het bieden van maatwerk en het werken vanuit het principe een huishouden en een plan. Dit geldt ook waar sprake is van het samengaan van ondersteuning met dwang en drang.
Inlichtingen bij :
Hans Pesser (033) 469 48 02/Arieke van Andel (033) 469 42 73, MO/ZCS
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 4414359 pagina 2
TOELICHTING OP DE KERNBOODSCHAP De maatschappelijke opvang, de verslavingszorg, de OGGZ en de van aanpak huiselijk geweld, waaronder de vrouwenopvang, maken deel uit van het sociaal domein. Het wettelijk kader is belegd in de Wet maatschappelijke ondersteuning, nu nog in prestatieveld 7, 8 en 9. In de nieuwe wettekst voor de Wmo worden deze taken in een andere indeling ondergebracht. Daarnaast zijn er relaties met de nieuwe wet Jeugdzorg, bijvoorbeeld waar er sprake is van kindermishandeling of zwerfjongeren. Landelijke ontwikkelingen in de maatschappelijke opvang, verslavingszorg en OGGZ. Wij belichten hieronder de volgende onderwerpen: a. Decentralisaties: beschermd wonen en begeleiding b. Wijziging wetgeving voor gedwongen geestelijke gezondheidszorg c. Regiobinding in de maatschappelijke opvang d. Versterken ondersteuning Zwerfjongeren a. Decentralisaties: beschermd wonen en begeleiding Onderdeel van de decentralisatie van AWBZ functies naar gemeenten zijn beschermd wonen en begeleiding. Het voornemen is om beschermd wonen gericht op behandeling onder te brengen bij zorgverzekeraars. Beschermd wonen gericht op participatie wordt dan een taak van gemeenten. Een deel van de cliënten in de maatschappelijke opvang stroomt nu uit naar beschermd wonen, maar de instroom loopt ook via andere trajecten. De maatschappelijke opvang en vrouwenopvang maken een plan gericht op uitstroom naar een zo zelfstandig mogelijk bestaan met hun cliënten. Daarvoor wordt veel externe deskundigheid binnen de opvang gehaald, waaronder ook AWBZ-begeleiding. Met de decentralisatie van deze taak moet ook de werkwijze in de opvang worden aangepast. De besluitvorming over de organisaties van deze nieuwe taken is onderdeel van besluitvorming over de vormgeving van alle gedecentraliseerde taken. De planning is toegelicht in de Ronde van 1 oktober. b. Wijziging wetgeving voor gedwongen geestelijke gezondheidszorg Iemand die een gevaar vormt voor zichzelf of zijn omgeving kan gedwongen worden opgenomen in een GGZ-instelling. Een gedwongen opname gebeurt op grond van een inbewaringstelling (bij acuut gevaar) of rechterlijke machtiging (in andere situaties). Een inbewaringstelling is een spoedmaatregel. De burgemeester beslist hierover op grond van een geneeskundige verklaring van een arts. Het huidige wettelijk kader hiervoor is de Wet Bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (BOPZ). In plaats van de Wet BOPZ komen er, als het parlement instemt, in 2014 twee afzonderlijke regelingen: ₋ ₋
de Wet Verplichte geestelijke gezondheidszorg voor psychiatrische patiënten de Wet Zorg en dwang voor mensen met een verstandelijke handicap of dementie
De opsplitsing van de Wet BOPZ in twee regelingen vergroot de rechtsbescherming van de cliënt en doet meer recht aan de verschillen tussen mensen met een psychiatrisch probleem en mensen met een verstandelijke beperking of dementie. Het Wetsvoorstel Zorg en Dwang richt zich op mensen met dementie of een verstandelijke beperking. In de wet staat centraal dat onvrijwillige zorg een uitzondering is. Toepassing daarvan mag alleen als het gedrag van de cliënt leidt tot ernstig nadeel voor de cliënt of voor anderen. Het wetsvoorstel geldt ook voor mensen die thuis zorg krijgen en stelt onder andere behandelrichtlijnen voor beperkende maatregelen. Het wetvoorstel verplichte GGZ legt meer nadruk op preventie en biedt meer mogelijkheden voor ondersteuning in de eigen omgeving. Ook is verplichte nazorg opgenomen, voor een goede terugkeer naar de samenleving. Als de cliënt niet kan terugvallen op hulp van een eigen netwerk, moet de gemeente ondersteuning bieden op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). In samenhang met de Wet verplichte GGZ is ook de Wet forensische zorg in voorbereiding. De forensische zorg vindt plaats in een strafrechtelijk kader en is een combinatie van beveiliging en behandeling of verpleging. De wet moet er voor zorgen dat patiënten op de juiste plek terecht komen en de juiste zorg krijgen en niet onnodig worden opgesloten. Daarnaast wordt de aansluiting tussen het strafsysteem en de GGZ-zorg verbeterd.
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 4414359 pagina 3
Met name de Wet verplichte GGZ en de Wet Zorg en Dwang wetten zijn relevant voor de werkwijze van de wijkteams in samenwerking met GGZ gefinancierd door de zorgverzekeraars. c. Regiobinding in de maatschappelijke opvang Wettelijk gezien geldt dat mensen met OGGZ problematiek die dakloos zijn in het hele land toegang moeten kunnen krijgen tot de maatschappelijke opvang, als er plaats is. Vanuit het principe om mensen zoveel mogelijk ondersteuning te bieden in de eigen omgeving en bij uitstroom na te gaan welke ondersteuning het sociale netwerk kan bieden, is het wenselijk om mensen zoveel mogelijk in de eigen regio op te vangen. Alleen als het voor het opbouwen van een nieuw bestaan beter is de huidige omgeving te verlaten ligt opvang elders voor de hand. Opvang in de eigen regio voorkomt ook dat mensen zich door het land blijven verplaatsen zonder dat er een hulptraject op gang komt. Vanuit dit principe zijn veel gemeenten overgegaan tot het hanteren van regiobinding voor het toelaten van mensen tot de opvang. Niet alle gemeenten hanteren dit uitgangspunt al en het gebeurt niet overal op dezelfde wijze. Daarnaast is van mensen die al langer dakloos zijn niet goed vast te stellen aan welke regio zij zijn verbonden. Dit leidt soms tot onduidelijkheid over waar mensen terecht kunnen. Op 16 juli (B&W-besluit 4298603) hebben wij besloten om: ₋ de regiobinding te hanteren voor de opvang van daklozen en het toekennen van een daklozenuitkering; ₋ afspraken te maken met de omliggende centrumgemeenten voor een warme overdracht bij het gezamenlijk hanteren van de regiobinding; ₋ wanneer de regiobinding indruist tegen de wetgeving vanuit de WWB of WMO, af te wijken van de regiobinding en maatwerkoplossingen te zoeken. Wij zullen met de omliggende centrumgemeenten Ede en Utrecht en met Veenendaal praktische afspraken maken over het hanteren van de regiobinding. Indien nodig overleggen we ook met andere centrumgemeenten, waar minder frequent daklozen vandaan of naartoe reizen. d. Versterken ondersteuning Zwerfjongeren Met het programma ‘Een stap vooruit’ ondersteunt het ministerie van VWS centrumgemeenten om de begeleiding van zwerfjongeren te verbeteren. Het ondersteuningsprogramma loopt tot eind 2013. Er lijkt landelijk een toename te zijn van het aantal zwerfjongeren. Zij hebben vaak een complexe, meervoudige problematiek. Ze hebben vaak op steeds wisselende plaatsen kort onderdak, waardoor het lastig is een hulptraject te starten. Juist omdat ze nog jong zijn is het belangrijk om goede ondersteuning te bieden en grotere problemen te voorkomen. Hulptrajecten zijn bij deze jongeren vaak relatief kansrijk. In ons centrumgemeentegebied zetten we in op verbetering van de toeleiding naar hulp voor zwerfjongeren via de insteek “één jongere, één plan, één begeleider”. Daarbij is voorzien om de “centrale voordeur” onder te brengen bij Kwintes. Zo nodig worden ook risicojongeren begeleid, waarmee wordt ingezet op het voorkomen van dakloosheid. Zwerfjongeren zijn relatief kansrijk om succesvol uit te stromen uit de hulpverlening. Daarnaast zetten wij in op het effectiever benutten van de opvangplaatsen voor jongeren door het vergroten van uitstroommogelijkheden naar jongerenhuisvesting. Regionale en lokale ontwikkelingen in de maatschappelijke opvang en OGGZ Binnen de kaders en de context van de geschetste landelijke ontwikkelingen is er op regionaal en lokaal niveau een aantal ontwikkelingen op het gebied van maatschappelijke opvang en OGGZ, die hier kort worden belicht. Daarbij kan onderscheid worden gemaakt naar ontwikkelingen gericht op preventie, interventie en uitstroom. Nieuwe aanpak woonoverlast Op 25 juni hebben wij een nieuwe aanpak woonoverlast vastgesteld. U bent hierover geïnformeerd met de raadsinformatiebrief ‘nieuwe aanpak van woonoverlast’ (nr 68). De uitvoeringsregie van deze
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 4414359 pagina 4
nieuwe werkwijze hebben wij ondergebracht bij de gemeente. Er waren drie aanleidingen voor de nieuwe aanpak: bevordering van de leefbaarheid en veiligheid, het voorkomen van ziekmakende overlast en het kunnen oppakken van de regierol door de gemeente. Daarmee zijn de doelen zowel gericht op preventie als op interventie. Hoofdpunten van de nieuwe aanpak zijn: - stoppen van de woonoverlast staat centraal; - meer doorzettingsmacht met meer dwang en drang om onveilige, onduidelijke en/of stagnerende situaties van woonoverlast op te lossen; - meer preventie: eerder ingrijpen om erger te voorkomen; - aandacht houden voor passende zorg en ondersteuning; - voorkomen van huisuitzettingen. De nieuwe aanpak wordt begin 2014 geëvalueerd. Bij zaken waar sprake is zorgproblematiek of huurachterstand zonder woonoverlast heeft de GGD Midden Nederland een coördinerende rol en kan een VIA traject worden doorlopen. Dit zijn integrale en multidisciplinaire trajecten ter voorkoming van huisuitzetting door middel van vroegtijdige inzet van (zo nodig) multidisciplinaire hulp en begeleiding, zodat mensen hun leven weer op orde kunnen krijgen voordat een huisuitzetting onontkoombaar is. De inzet wordt via een casusoverleg besproken en bepaald. Gezien het belang dat Amersfoort hecht aan een goede bestrijding van woonoverlast is de burgemeester voorzitter van het landelijke platform overlast. Locaties voor maatschappelijke opvang In het Besluit op 7 mei heeft u een besluit genomen over de locaties voor opvang van daklozen met OGGZ problematiek en mensen met een alcoholverslaving.
Voor de uitbreiding van de dagopvang aan het Smallepad met nacht- en winteropvang hebben wij een projectgroep ingesteld. Onder regie van de gemeente werken alle betrokkenen samen om de uitbreiding medio 2014 af te ronden. Door de concentratie van de opvang aan het Smallepad kan er op het gebied van begeleiding en hulpverlening efficiënter en integraler worden gewerkt.
Straatadvocaat De in Amersfoort bekende straatadvocaat heeft als doel de belangen van de doelgroep “daklozen” te behartigen, proberen te voorkomen d.m.v. maatschappelijke ondersteuning dat mensen dakloos worden en het bieden van mogelijkheden gericht op leer- en werkontwikkeling. Daarmee is de straatadvocaat gericht op zowel preventie, interventie en uitstroom. Momenteel wordt de inzet van de straatadvocaat geëvalueerd. Eind 2013/begin 2014 zal deze evaluatie afgerond zijn. Voor wat betreft de financiering zal vanaf 2014 de ID-baanbijdrage vervallen. Amfors (de formele werkgever van de straatadvocaat) heeft dat kunnen opvangen door het Klussenbureau per 1 januari 2014 onder te brengen op de locatie van Motiva. Daardoor kan bezuinigd worden op de huisvestingslasten. Ook wordt er bezuinigd doordat de noodzakelijke ondersteuning voor de projectverantwoordelijke van Motiva op locatie vanaf 2014 geregeld is door inzet van de projectverantwoordelijke van het Klussenbureau. Met deze maatregelen wordt het wegvallen de ID-bijdrage opgevangen. Landelijke en regionale ontwikkelingen in de aanpak van huiselijk geweld Wij belichten hieronder de volgende onderwerpen: a. Nieuwe visie op Geweld in afhankelijkheidsrelaties. b. De Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling c. Een toekomstbestendig stelstel voor de aanpak van huiselijk geweld a. Nieuwe visie op Geweld in afhankelijkheidsrelaties. Huiselijk geweld is een uitingsvorm van problemen. De vormen en oorzaken zijn divers. Regelmatig spelen een verstandelijke beperking, verslaving, psychische problemen of bijvoorbeeld schulden een rol. Bij ouderenmishandeling kan sprake zijn van overbelasting van een mantelzorger. Per situatie moet gekeken worden welke ondersteuning nodig is om het geweld duurzaam te stoppen. Samenwerking tussen hulpverlening, politie en justitie is essentieel.
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 4414359 pagina 5
Door deze diversiteit van problematiek en betrokken ketenpartners hebben veel ontwikkelingen in het sociaal domein invloed op de aanpak van huiselijk geweld: het uitgangspunt ‘een huishouden en een plan’, meer aandacht voor vroegsignalering, de verschuiving van opvang naar meer ambulante hulp, de decentralisatie van de jeugdzorg en het zoeken naar mogelijkheden om het sociale netwerk te betrekken om herhaling van geweld te voorkomen zijn daar voorbeelden van. Recent hebben de G4 (vier grote steden) een nieuwe visie op geweld in afhankelijkheidsrelaties gepresenteerd, die goed aansluit bij deze ontwikkelingen in het sociaal domein. Huiselijk geweld en kindermishandeling vallen onder de koepelterm geweld in afhankelijkheidsrelaties. De visie biedt ons goede handvaten om de aanpak van huiselijk geweld in te bedden in de veranderende organisatie van het sociaal domein. Deze visie wordt ook genoemd in de concept-memorie van toelichting voor de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning. b. De Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling De Wet Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling is ingevoerd om vroegsignalering te verbeteren. De wet is 1 juli 2013 in werking getreden. Op grond van deze wet moeten professionals in de gezondheidszorg, ouderenzorg, gehandicaptenzorg, jeugdzorg, maatschappelijke ondersteuning, onderwijs, kinderopvang en justitie verplicht met een meldcode werken wanneer ze beroepshalve te maken hebben met een signaal van huiselijk geweld. De meldcode is een vijfstappenplan waarin staat wat een professional het beste kan doen bij een vermoeden van huiselijk geweld of kindermishandeling. De laatste stap bestaat uit hulp organiseren of melden bij het Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) of het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG). Het SHG moet vervolgens zorgen voor toeleiding naar passende hulp. Wij hebben hiervoor samen met het SHG en de ketenpartners een werkproces ontwikkeld. Om beroepsgroepen te ondersteunen hebben wij samen met de gemeenten Utrecht en de beroepsgroepen zelf een digitaal handelingsprotocol ontwikkeld en breed onder de aandacht gebracht. c. Een toekomstbestendig stelstel voor de aanpak van huiselijk geweld In 2011 is in opdracht van het ministerie van VWS een stelselonderzoek naar de vrouwenopvang uitgevoerd. Een commissie heeft het huidige wettelijke, bestuurlijke en financiële kader waarbinnen uitvoering wordt gegeven aan het beleid van de rijksoverheid doorgenomen. Aanleiding was de verschuiving naar een meer preventieve en ambulante aanpak van geweld in afhankelijkheidsrelaties, en tegelijk een grotere diversiteit van doelgroepen die juist nog wel opvang nodig heeft, waarbij vaak sprake is van ernstige problematiek. Voorbeelden zijn vrouwen en mannen die te maken hebben met eergerelateerd geweld en slachtoffers van mensenhandel. Om het stelsel toekomstbestendig te maken heeft het ministerie van VWS een aantal maatregelen aangekondigd die ook invloed hebben op de invulling van beleid door gemeenten. De VNG heeft in overleg met het ministerie van VWS en de centrumgemeenten een projectplan opgesteld om die onderdelen waar de gemeenten aan zet zijn tot en met 2015 verder invulling te geven. Geplande maatregelen zijn:
De ontwikkeling van een nieuwe verdeelsleutel voor de decentralisatie uitkering vrouwenopvang en huiselijk geweld. Doel is te komen tot een verdeling op historische grondslagen naar een verdeling op basis van de (potentiële) hulpvraag in een centrumgemeentegebied. De nieuwe verdeelsleutel moet uiterlijk 2015 zijn ingevoerd. Voor 2014 is inmiddels duidelijk dat de huidige verdeling nog wordt aangehouden. De ontwikkeling van een regiovisie huiselijk geweld van centrumgemeenten en regiogemeenten gezamenlijk, vierjaarlijks als onderdeel van het WMO-beleidskader. De VNG heeft in overleg met gemeenten een handreiking ontwikkeld, verdere invulling en implementatie is aan de centrumgemeenten in samenwerking met hun regiogemeenten. Centrumgemeenten worden verantwoordelijk voor een aantal nu landelijk georganiseerde en gefinancierde opvangvoorzieningen voor specifieke groepen. Met name situaties waarin sprake is van grote veiligheidsrisico’s en waar specifieke deskundigheid nodig is zouden nog landelijk georganiseerd moeten blijven, waarbij centrumgemeenten afspraken moeten maken over
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 4414359 pagina 6
gezamenlijke financiering. Andere specifieke vormen van opvang zijn regionaal te organiseren als er passende deskundigheid en woonruimte geboden kan worden. Integratie van de Advies en Meldpunten Kindermishandeling met de Steunpunten Huiselijk Geweld. Vanuit het principe ‘een huishouden en een plan’ en de decentralisatie van de jeugdzorg wordt aangestuurd op integratie van beide functies per 2015. De wettelijke kaders hiervoor worden belegd in de Wmo en de Wet Jeugdzorg. De VNG biedt ondersteuning bij dit traject. Wij hebben deze ontwikkeling onderdeel gemaakt van de provinciale transitieagenda jeugdzorg, waarbij het uiteraard niet alleen gaat om jeugd maar om huiselijk geweld in de volle breedte, dus ook onder volwassenen.
Naast deze stelselmaatregelen wordt landelijk ingezet op aandacht voor specifieke vormen van huiselijk geweld: eergerelateerd geweld, ouderenmishandeling en kindermishandeling. Wij maken met de ketenpartners in Eemland en Heuvelrug jaarlijks een werkplan voor de regionale inzet op deze ontwikkelingen. Dit werkplan vormt samen met het provinciale convenant met alle gemeenten, politie, justitie en hulpverlenging een goede basis voor de te ontwikkelen regiovisie in 2014. De regiovisie moet uiteraard logisch passen in de brede beweging in het sociaal domein. Besluitvorming over de vorming van het AMHK is onderdeel van besluitvorming over alle gemeentelijke taken in het kader van de WMO en de Jeugdwet per 2015.
CONSEQUENTIES De beschreven ontwikkelingen worden meegenomen in de uitwerking van de visie en uitgangspunten voor het sociaal domein. De huidige planning van besluitvorming daarover is gepresenteerd in de Ronde van 1 oktober.
BETROKKEN PARTIJEN Belangrijke partijen bi j de uitvoering van maatschappelijke opvang, OGGZ, verslavingszorg en de aanpak van huiselijk geweld zijn Kwintes, Victas, Leger des Heils, woningcorporaties, Riagg, Stadsring 51, GGD Midden Nederland, Welzin, Bureau Jeugdzorg, Vitras/CMD , politie, justitie en het Veiligheidshuis. Het betreft een brede ketensamenwerking, zowel met signalerende en hulpverlenende partijen en de veiligheidsketen. Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
de burgemeester,
Te vinden in het webdossier Sociaal Domein: De organisatie van voorkomen huisuitzettingen, maatschappelijke opvang, verslavingszorg en OGGZ. De organisatie van de aanpak van huiselijk geweld