D
E
S
T
R
E
E
K
C
E
N
T
R
A
A
L
Tips voor de leerkracht
De Streek Centraal Inleiding De Streek Centraal is een nieuw erfgoedproject voor leerlingen uit groep 5 en 6 in Overijssel. Centraal staan aspecten uit het dagelijks leven die typisch zijn voor de directe omgeving van de leerlingen. Welke onderwerpen maken van hun woonomgeving, ook echt hun streek? De Streek Centraal is een uniek Overijssels concept, en mogelijk gemaakt door de provincie Overijssel en een aantal gemeentes. Het concept is overal hetzelfde, maar de invulling is in iedere gemeente anders. Immers, in iedere gemeente zijn het andere onderwerpen die typisch zijn voor die omgeving.
Leerdoelen Het Historisch Centrum Overijssel wil met De Streek Centraal de volgende leerdoelen bereiken: • leerlingen leren het (im)materieel erfgoed in hun omgeving herkennen • leerlingen leren hoe je het dagelijks leven vanuit erfgoedperspectief kunt bekijken • leerlingen leren open te staan voor verschillende tradities en zich zo een sociale identiteit te vormen • leerlingen leren werken met primaire historische bronnen • leerlingen leren samenwerken • leerlingen leren de opgedane kennis te verwerken in een eindproduct Met deze leerdoelen sluit De Streek Centraal aan bij de kerndoelen van het leergebied ‘Oriëntatie op jezelf en de wereld’. In dit leergebied oriënteren leerlingen zich op zichzelf, op hoe mensen met elkaar omgaan, hoe ze problemen oplossen en hoe ze zin en betekenis geven aan hun bestaan. Leerlingen oriënteren zich op de natuurlijke omgeving en op verschijnselen die zich daarin voordoen. Leerlingen oriënteren zich ook op de wereld, dichtbij, veraf, toen en nu en maken daarbij gebruik van cultureel erfgoed. Op lokaal niveau sluit het project zoveel mogelijk aan bij reeds bestaande erfgoedprojecten, de gebruikte methodes en lokale ontwikkelingen zoals de plaatselijke canon. Het Historisch Centrum Overijssel vindt het belangrijk dat leerlingen op jonge leeftijd ontdekken dat geschiedenis zich niet alleen in de leerboeken afspeelt op plaatsen ver van huis maar dat het verleden ook tastbaar en herkenbaar in de eigen omgeving te vinden is.
historischcentrumoverijssel
WWW.DESTREEKCENTRAAL.NL
D
E
S
T
R
E
E
K
C
E
N
T
R
A
A
L
Tips voor de leerkracht Opzet van het project De Streek Centraal bestaat uit vier uitgewerkte thema’s: ‘Op de boerderij’, ‘Stenen bakken’, ‘Mooie manden’ en ‘Speklappen en rookworsten’. De thema’s kennen activerende opdrachten die deels in de klas en deels daarbuiten uitgevoerd kunnen worden. Alle opdrachten zijn ontwikkeld door het Historisch Centrum Overijssel, in nauwe samenwerking met lokale erfgoedinstellingen: historische verenigingen en musea. U kunt ervoor kiezen alle thema’s uit te voeren, of per jaar of periode een keuze te maken uit de onderwerpen.
De Streek Centraal in de gemeente Olst – Wijhe, suggesties en informatie per thema Thema ‘Op de boerderij’ In de gemeente Olst-Wijhe is zowel zand- als kleigrond te vinden. Op de vruchtbare kleigrond woonden de rijke boeren en op de zandgrond de arme boeren. De rijke boeren hielden vooral koeien, terwijl de arme boeren vooral varkens hadden. In dit thema doen de leerlingen onderzoek naar de verschillen tussen het boerenleven op de zand- en op de kleigrond. Dit thema wordt gecombineerd met een bezoek aan het Infocentrum IJssel Den Nul, waar de leerlingen een proef doen met zand en klei, puzzels maken en en onderzoek doen naar voorwerpen die op de boerderij te vinden zijn, onderzoeken. De lesbladen staan ook op de website van De Streek Centraal. Via het digitale schoolbord kunt u de afbeeldingen groot en in kleur aan de leerlingen tonen. Extra nodig: A4-papier, lijm, scharen, plakbriefjes Doen: lesbladen voor in de klas en in het Infocentrum kopiëren voor alle leerlingen.
Tips bij de opdrachten: Opdracht 1 Deel het aantal leerlingen in de klas door vier. Kopieer de afbeelding van de kaart van Overijssel zo vaak als er viertallen zijn. Snijd de afbeelding in vieren. Deel de afbeeldingen vervolgens willekeurig uit aan de leerlingen. Het is de bedoeling dat de leerlingen door de klas gaan lopen en drie klasgenoten zoeken, die een ander plaatje hebben dan zijzelf. Er ontstaan zo een groepjes van vier kinderen, die ieder een andere afbeelding hebben. De leerlingen onderzoeken vervolgens samen wat hun afbeeldingen met elkaar te maken hebben.
historischcentrumoverijssel
WWW.DESTREEKCENTRAAL.NL
D
E
S
T
R
E
E
K
C
E
N
T
R
A
A
L
Tips voor de leerkracht
historischcentrumoverijssel
WWW.DESTREEKCENTRAAL.NL
D
E
S
T
R
E
E
K
C
E
N
T
R
A
A
L
Tips voor de leerkracht Opdracht 2 Via de website kunt u deze kaart op het digibord projecteren. Op die manier kunt u de opdracht klassikaal met de leerlingen bespreken.
Opdracht 3 Als extra aanvulling op deze opdracht kunt u de leerlingen in groepjes een kort toneelstukje laten bedenken waarin ze de gebeurtenissen op de landbouwtentoonstelling naspelen. Voorbeelden: het kopen van een koe, het winnen van een auto bij de loterij, een scene op de kermis, het bewonderen van het mooiste paard etc.
Opdracht 4 U brengt met de klas een bezoek aan het Infocentrum IJssel Den Nul. Kopieer van te voren voor iedere leerling de opdrachtenbladen. Verdeel de klas in drie groepen. De groepen rouleren langs de volgende opdrachten: een proefje met water en zand, puzzelen met oude foto’s een onderzoek naar oude voorwerpen op de boerderij. Een bezoek aan het Infocentrum kunt u regelen via:
[email protected] De kosten voor een bezoek aan het Infocentrum bedragen €1,50 per leerling.
historischcentrumoverijssel
WWW.DESTREEKCENTRAAL.NL
D
E
S
T
R
E
E
K
C
E
N
T
R
A
A
L
Tips voor de leerkracht Opdracht 5 Deze opdracht kan zowel klassikaal als in groepjes uitgevoerd worden. Spelregels: • Iedere leerling schrijft een boerderijwoord op een plakbriefje voor de leerling die links naast hem/haar zit. • Als iedereen een woord heeft bedacht, plakt hij/zij het papiertje op de voorhoofd van de leerling links. • Iedere leerling moet het woord op zijn / haar hoofd raden. • Er mogen alleen vragen gesteld worden die met ‘ja’ of ‘nee’ beantwoord kunnen worden. U kunt ook zelf alle leerlingen van een woord voorzien. Hieronder vindt u een aantal voorbeeldwoorden: Aardappel Appel Biggetje Boer Boerderij Boerin Boon Ei Graan Haan Hooi Hooiberg
Kaas Kalfje Kar Kat Kip Kippenhok Klei Knecht Koe Konijn Kuiken Melk
Melken Olanto Paard Peer Schuur Snijboonmolen Tractor Varken Weckpot Worst Wortel Zand
Extra tips: Voor meer achtergrondinformatie kunt u de canons van Olst en Wijhe gebruiken. Deze zijn te vinden op www.regiocanons.nl/overijssel
Thema ‘Stenen bakken’ Het thema ‘Stenen bakken’ gaat over het werk en het leven rondom de steenfabrieken in de gemeente Olst-Wijhe rond 1900. Dit thema wordt gecombineerd met een bezoek aan het Infocentrum IJssel Den Nul. De lesbladen staan ook op de website van De Streek Centraal. Via het digitale schoolbord kunt u de afbeeldingen groot en in kleur aan de leerlingen tonen. Extra nodig: Scharen, stiften, lijm Doen: lesbladen voor in de klas en in het Infocentrum kopiëren voor alle leerlingen.
historischcentrumoverijssel
WWW.DESTREEKCENTRAAL.NL
D
E
S
T
R
E
E
K
C
E
N
T
R
A
A
L
Tips voor de leerkracht Tips bij de opdrachten: Opdracht 1 Bij deze opdracht horen zes foto’s die het proces van het maken van een baksteen tot de bouw van een huis laten zien. Deel het aantal leerlingen in de klas door zes. Kopieer vervolgens zoveel fotopakketjes. Knip de foto’s los. Geef de alle kinderen willekeurig één van de foto’s. Laat de kinderen vervolgens zoeken naar medeleerlingen met een andere foto, net zo lang tot er groepjes van zes kinderen ontstaan, die ieder een andere foto hebben. Laat de leerlingen de foto’s bestuderen en vervolgens in logische volgorde leggen. (Klei – vorm – stenen laten drogen – stenen bakken – stapel gebakken stenen – bouwen)
Bron: www.research.history.org
historischcentrumoverijssel
WWW.DESTREEKCENTRAAL.NL
D
E
S
T
R
E
E
K
C
E
N
T
R
A
A
L
Tips voor de leerkracht Opdracht 2 U kunt deze opdracht ook klassikaal doen door de kaart van opdracht 1 op het digitale schoolbord te projecteren. De leerlingen kunnen de opdrachten dan met de bordpen op het bord uitvoeren. Meer oud kaartmateriaal is te vinden op de website www.watwaswaar.nl Een fragment over klei en stenen bakken op de website van Schooltv: http://www.schooltv.nl/beeldbank/clippopup/20030623_klei01
Opdracht 3 Bekijk met de leerlingen aflevering 4 van de serie De slavernij junior van de NTR. Deze aflevering gaat over kinderarbeid in de steenfabrieken in Nederland rond 1900. http://programma.ntr.nl/10493/de-slavernij-junior/archief/detail/aflevering/13208897/Steen Kopieer de poster op A3-formaat en de knipbladen op A4-formaat.
Opdracht 4 U gaat met de klas naar het Infocentrum IJssel Den Nul. Deel de klas vooraf in vieren. Kopieer voor iedere leerling de opdrachtenbladen. De groepjes rouleren langs de opdrachten. De opdrachten gaan over de werkzaamheden op de steenfabriek, kinderarbeid en de steenfabrieken vroeger, nu en in de toekomst. Een bezoek aan het Infocentrum kunt u regelen via:
[email protected] De kosten voor een bezoek aan het Infocentrum bedragen € 1,50 per leerling.
Opdracht 4A De leerlingen leren in deze opdracht meer over leeftijdsgenoten die in de steenfabriek werkten of meehielpen.
Opdracht 4B De leerlingen hebben een liniaal nodig om een baksteen op te meten. Zorg voor het tweede deel van deze opdracht voor voldoende begeleiding. De leerlingen gaan een aantal stenen tillen, op dezelfde manier als de kinderen dat ruim honderd jaar geleden deden.
historischcentrumoverijssel
WWW.DESTREEKCENTRAAL.NL
D
E
S
T
R
E
E
K
C
E
N
T
R
A
A
L
Tips voor de leerkracht Opdracht 4C De leerlingen hebben bij deze opdracht kleurpotloden nodig.
Opdracht 4D De leerlingen maken hun eigen baksteen.
Opdracht 5 Als verwerkingsopdracht speelt u met de leerlingen ‘Edje op, Edje af’. Kopieer de afbeelding van Edje met zijn petje op en Edje met zijn petje af. Hang de afbeeldingen ieder aan één kant van het lokaal. Stel de vragen en laat de leerlingen naar het Edje van hun keuze lopen. Leerlingen die het antwoord fout hebben, gaan zitten. Het dikgedrukte antwoord is het juiste antwoord. Vragen: 1. Er staan veel steenfabrieken langs de IJssel. Dat komt omdat er langs de IJssel veel zand te vinden is. Edje op = waar Edje af = niet waar 2. Bij Fortmond stonden vroeger vijf steenfabrieken. Edje op = waar Edje af = niet waar 3. De stenen werden vroeger met vrachtwagens bij de steenfabrieken opgehaald. Edje op = waar Edje af = niet waar 4. Bakstenen worden van klei gemaakt. Edje op = waar Edje af = niet waar 5. Wanneer de stenen uit de vorm gehaald werden, moesten ze drogen. Om goed te kunnen drogen, werden de stenen steeds gedraaid. Dit werk werd vooral gedaan door: Edje op = sterke mannen Edje af = kinderen 6. Als je bij de steenfabriek werkte, had je: Edje op = zwaar werk Edje af = een goede baan
historischcentrumoverijssel
WWW.DESTREEKCENTRAAL.NL
D
E
S
T
R
E
E
K
C
E
N
T
R
A
A
L
Tips voor de leerkracht 7. De mensen die bij de steenfabriek werkten, werkten vaak van negen tot vijf uur. Edje op = waar Edje af = niet waar 8. Een stoker moest er voor zorgen dat de oven op de juiste temperatuur bleef. Edje op = waar Edje af = niet waar 9. Dit deden de kinderen die bij de steenfabriek werkten met het geld dat ze verdienden: Edje op = computerspelletjes kopen Edje af = aan hun ouders geven 10. In de gemeente Olst-Wijhe is niks terug te vinden van de steenfabrieken die er vroeger stonden. Edje op = waar Edje af = niet waar Extra: Om de lessenserie over de steenfabrieken af te sluiten, kunt u de leerlingen een tekening of een gedicht laten maken die bij de tijd van de steenfabrieken past.
historischcentrumoverijssel
WWW.DESTREEKCENTRAAL.NL
D
E
S
T
R
E
E
K
C
E
N
T
R
A
A
L
Tips voor de leerkracht Extra tips: In het boek Steenovensvolk. Verhalen om te onthouden van Maud de Koninck komen mensen aan het woord die vroeger in de steenfabrieken rondom de grote rivieren in Nederland gewerkt hebben. Hieronder staan een aantal fragmenten uit het boek: Andreas: in die tijd, rond 1920, werkten er ook vrouwen op de ovens. De moeders hadden een kinderwagen bij zich. Ze werkten de hele dag met hun mannen mee. Tot het kind in de wagen begon te huilen. Dan liep zo’n moeder naar de wagen, maakte gauw de borst even bloot, en liet haar kind, vlug met de borst boven de kinderwagen drinken. Tijd om het kind op te pakken had ze niet. Ik was zeven of acht jaar toen ik het zag. En toen kreeg ik al iets over me van: ‘Moet het er nou zo aan toe gaan?’ Neel: ik was nog maar een meisje van een jaar of negen, toen moest ik al ’s morgens om half vijf het bed uit om mijn zusters op de steenoven te helpen de stenen te keren. Tegen schooltijd ging ik naar huis om m’n schone kleren aan te trekken en dan lag er een sneetje roggebrood klaar, met niks er op of alleen suiker. Daar moest ik het mee doen. Dan moest ik nog een half uur naar school lopen, op klompen en in de zomerdag op blote voeten. Annie: En op school werd er ook altijd onderscheid gemaakt*: het gegoede volk zat vooraan – en de rest zat achterin. Tegen de rijkere kinderen zeiden ze ook ‘Marie’ of ‘Liesbeth’ maar ons spraken ze altijd met de achternaam aan. Een keer riepen ze ‘Van den Akker!’ Ik zei: ‘Ik heb óók een voornaam hoor!’Toen moest ik honderd strafregels schrijven. *De arbeiders in de steenfabrieken en hun familie werden als laagste sociale klasse beschouwd. Wessel: In 1908 was ik elf jaar en ging in de steenfabriek werken. Ik moest om half vier mijn bed uit, een uur lopen naar de fabriek en om vijf uur beginnen. We werkten door tot zeven uur ’s avonds. Als ik terug liep was ik zo moe dat ik er een kwartier langer over deed. Dus werd het kwart over acht voordat ik thuis was. Dan zat ik als turf van elf ’s avonds met ’n lepel aan een bord pap en viel gewoon onder het eten in slaap. Vader en moeder moesten me steeds wakker porren, gewoon slapende moest ik die pap opeten. Zo kapot! Wessel: We woonden in een krot. Acht jongens en twee meisjes hadden we. Mijn twee zusjes sliepen in het enige slaapkamertje, zo’n hokje van twee bij vier. In de voorkamer waren twee bedsteeën van ’n goeie meter breed: één voor m’n vader en moeder, en in de andere lagen drie kinderen. De rest lag in de bijkeuken, op een verhoging met stro erop en opengesneden jutezakken. Een laken of een kussensloop heb ik vroeger nooit gekend. Frans: we aten altijd piepers. En brood, brood met spek. Nooit anders. Groente kreeg je zoalng het in de tuin stond. Fruit hadden we nooit, nooit. Dat werd niet gekocht, daar was geen geld voor. Als we met Sinterklaas een sinaasappel kregen, vonden we het zonde om aan te beginnen.
historischcentrumoverijssel
WWW.DESTREEKCENTRAAL.NL
D
E
S
T
R
E
E
K
C
E
N
T
R
A
A
L
Tips voor de leerkracht Het geheim van de baksteen, geschreven door Rian Visser is een informatief prentenboek over het maken van bakstenen. Het verhaal gaat over Jerry, die net is verhuisd. In zijn nieuwe slaapkamer ontdekt hij een briefje van de metselaar van het huis. Dat briefje is het begin van een spannende speurtocht naar bakstenen. De olstersteenfabrieken, februari 1994, themanummer – ’t Olster Erfgoed. Voor meer achtergrondinformatie kunt u de canons van Olst en Wijhe gebruiken. Deze zijn te vinden op www.regiocanons.nl/overijssel
Thema ‘Mooie manden’ In dit thema onderzoeken de leerlingen waarom er in hun gemeente vroeger veel mandenmakers te vinden waren en waar de werkzaamheden van een mandenmaker uit bestonden. Ook brengen de leerlingen een bezoek aan de Oudheidkamer in Wijhe, waar ze niet alleen meer over de mandenmakers leren, maar ook andere oude beroepen uit de tijd van de mandenmakers bestuderen. De leerlingen sluiten het thema af door het Mandenmakersspel te spelen. De lesbladen staan ook op de website van De Streek Centraal. Via het digitale schoolbord kunt u de afbeeldingen groot en in kleur aan de leerlingen tonen. Extra nodig: Scharen, lijm, A4-papier, dobbelstenen, pionnen Doen: lesbladen voor in de klas en in de Oudheidkamer Wijhe kopiëren voor alle leerlingen. Achtergrondinformatie In Wijhe waren vroeger veel mandenmakers te vinden. De straat Mandenmakershoek herinnert nog steeds aan de mandenmakers. In het najaar werden de twijgen gehakt en geschild. Daarna werd de twijg in water gelegd, zodat de twijg niet uitdroogde. De geschilde, vochtige twijg bleef daardoor buigzaam en kon gebruikt worden om mee te vlechten. Van de geschilde twijg werden witte manden gevlochten, zoals wasmanden en eiermandjes. Van de ongeschilde twijgen werden manden gemaakt die in de vleesindustrie gebruikt werden en om aardappels in te vervoeren. Door de opkomst van plastic verminderde de vraag naar manden en zo kwam er een einde aan de mandenmakerindustrie.
historischcentrumoverijssel
WWW.DESTREEKCENTRAAL.NL
D
E
S
T
R
E
E
K
C
E
N
T
R
A
A
L
Tips voor de leerkracht Tips bij de opdrachten: Opdracht 3 U kunt deze opdracht ook klassikaal uitvoeren door de kaart op het digitale schoolbord te projecteren. De leerlingen kunnen de opdrachten dan met de bordpen op het bord maken.
Opdracht 4 In dit filmfragment ziet u een mandenmaker aan het werk: http://www.youtube.com/watch?v=-eZG7mBCOk4
Opdracht 5 U brengt met de klas een bezoek aan de Oudheidkamer in Wijhe. Verdeel de klas vooraf in drie groepen. De groepen rouleren langs de opdrachten. Deze gaan over de mandenmakers en andere beroepen uit dezelfde tijd. Kopieer van tevoren de opdrachtenbladen. Een bezoek aan de Oudheidkamer kunt u regelen via:
[email protected] De kosten voor een bezoek aan de Oudheidkamer bedragen € 1,50 per leerling.
Opdracht 5A De leerlingen ontdekken dat er verschillende soorten manden zijn, die allemaal een ander doel hadden.
Opdracht 5B Een ander beroep uit de tijd van de mandenmakers was de kruidenier. In het winkeltje leren de kinderen wat de kruidenier deed en wat je bij de kruidenier kon kopen.
Opdracht 5C De leerlingen krijgen in de Oudheidkamer een foto waarop een klein deel van een voorwerp te zien is. Aan de hand van de foto speuren de leerlingen door het museum om het voorwerp te vinden. Vervolgens bestuderen ze het voorwerp aan de hand van een kijkkaart. De voorwerpen hebben allemaal iets te maken met beroepen uit de tijd van de mandenmakers. Verdeel de groep die deze opdracht maakt in tweetallen. Geef ieder duo één foto. Als de tijd het toelaat, kunnen de leerlingen als ze klaar zijn op zoek gaan naar een ander voorwerp.
historischcentrumoverijssel
WWW.DESTREEKCENTRAAL.NL
D
E
S
T
R
E
E
K
C
E
N
T
R
A
A
L
Tips voor de leerkracht Hieronder ziet u de verschillende foto’s:
Opdracht 6 Verdeel de klas in groepjes van vier. Kopieer voor ieder groepje een spelbord en de spelregels. Extra opdrachten • Maak met de leerlingen mandjes van pitriet. • Hoe was het leven van een mandenmaker? Laat de leerlingen het verhaal van de mandenmaker Meine Veld lezen, of lees het zelf voor. De leerlingen schrijven vervolgens een brief naar Meine, waarin ze het volgende schrijven: - twee dingen uit Meine’s leven die anders gaan dan nu. - wat je van het leven van Meine vindt. - wat je van het beroep mandenmaker vindt. - stel je Meine twee vragen over zijn leven. - over je eigen leven.
historischcentrumoverijssel
WWW.DESTREEKCENTRAAL.NL
D
E
S
T
R
E
E
K
C
E
N
T
R
A
A
L
Tips voor de leerkracht
Meine Veld werd in 1925 geboren. Hij had zeven broers en zussen. De vader van Meine was mandenmaker. Het maken van manden was een beroep dat van vader op zoon over ging. Ook de opa en de ooms van Meine waren mandenmakers. Vader was altijd bezig met het vlechten van manden. Moeder verkocht de manden in de buurt. Ze zette het paard voor de wagen. Dan laadde ze de wagen vol met manden. Om te kunnen leven van het mandenmaken, moest je elf manden per dag vlechten. 'Ik heb dat nooit kunnen halen', zegt Meine. 'Ik kon niet meer dan zeven manden per dag maken.' Een mand kostte f 0,40 cent. En dan gingen de kosten van de wilgentenen er nog af. We hadden dus niet veel geld thuis. We maakten thuis vooral aardappelmanden en wasmanden. Tegen het najaar, als de boeren de aardappels gingen oogsten, hadden we het druk. De boeren hadden veel manden nodig. De beste klanten waren boeren die niet zo zuinig op hun manden waren. Die hadden sneller nieuwe manden nodig. 'Eigenlijk wilde ik helemaal geen mandenmaker worden. Mijn vader wilde dat wel graag. Maar ik wilde in de bouw werken'. In 1950 overleed de vader van Meine ineens. Vader had nog een lange lijst met bestellingen die moesten worden afgewerkt. Om zijn moeder te helpen, besloot Meine toch mandenmaker te worden. Naar: http://www.webringreestdal.nl/dewijk/meineveld.html
Extra tip: Voor meer achtergrondinformatie kunt u de canons van Olst en Wijhe gebruiken. Deze zijn te vinden op www.regiocanons.nl/overijssel
Thema ‘Speklappen en rookworsten’ Dit thema gaat over de vleesfabrieken in Olst-Wijhe. Met behulp van oude kaarten kijken de leerlingen waar de fabrieken hebben gestaan. Nieuwe kaarten laten zien wat er nu nog van de vleesfabrieken terug te vinden is. Ook onderzoeken de leerlingen waarom de vleesfabrieken typisch voor hun eigen omgeving zijn. Tijdens een uitstapje naar de Oudheidkamer in Wijhe of het Infocentrum bij Den Nul leren de kinderen meer over het slagersvak door oude voorwerpen te bestuderen en een film te bekijken. Ook spelen ze het spel ‘Varken ontsnapt!’ en mogen ze een echte slager interviewen. De lesbladen staan ook op de website van De Streek Centraal. Via het digitale schoolbord kunt u de afbeeldingen groot en in kleur aan de leerlingen tonen. Extra nodig: A3-papier, zwarte stiften, reclamefolders van supermarkten
historischcentrumoverijssel
WWW.DESTREEKCENTRAAL.NL
D
E
S
T
R
E
E
K
C
E
N
T
R
A
A
L
Tips voor de leerkracht Doen: lesbladen voor in de klas en in het Infocentrum en de Oudheidkamerkopiëren voor alle leerlingen.
Tips bij de opdrachten: Opdracht 1: Deze opdracht kunt u ook klassikaal doen. Teken dan de woordspin op het bord en laat de leerlingen woorden noemen.
Opdracht 2 U kunt deze opdracht ook klassikaal uitvoeren door de kaarten op het digitale schoolbord te projecteren. De leerlingen kunnen de opdrachten dan met de bordpen op het bord maken.
Opdracht 3 U kunt deze opdracht ook klassikaal uitvoeren door de foto’s op het digitale schoolbord te projecteren.
Opdracht 4 Vraag de leerlingen tijdig om een reclamefolder van een supermarkt mee naar school te nemen. Of verzamel zelf een aantal folders.
Opdracht 5 De les op locatie kunt u zowel in het Infocentrum bij Den Nul of bij de Oudheidkamer in Wijhe volgen. Een bezoek aan het Infocentrum of de Oudheidkamerkunt u regelen via:
[email protected] De kosten voor een bezoek aan het Infocentrum of de Oudheidkamer bedragen € 1,50 per leerling. • Kopieer voor een bezoek aan de Oudheidkamer de lessen: 5A tot en met 5E (5E is een extra opdracht, die door een groepje dat sneller klaar is, gemaakt kan worden.) • Kopieer voor een bezoek aan het Infocentrum de lessen: 5A tot en met 5D Splits de klas vooraf aan het bezoek aan in vier groepen. De groepen rouleren langs de opdrachten.
Opdracht 5A De leerlingen bekijken een film over het slagersvak.
Opdracht 5B De leerlingen mogen hun vragen, die ze vooraf bedacht hebben, aan de slager stellen. Onder opdracht 5 staat een lijst waarop de leerlingen de vragen en de antwoorden kunnen invullen.
historischcentrumoverijssel
WWW.DESTREEKCENTRAAL.NL
D
E
S
T
R
E
E
K
C
E
N
T
R
A
A
L
Tips voor de leerkracht Opdracht 5C De leerlingen krijgen een foto van een voorwerp. Op de foto is maar een klein deel van het voorwerp te zien. Het is de bedoeling dat de leerlingen aan de hand van de foto het voorwerp zoeken en er vervolgens een kijkkaart over invullen. Mocht de tijd het toelaten, dan kunt u de leerlingen die klaar zijn een foto van een ander voorwerp geven. Hieronder ziet u de verschillende afbeeldingen: Het Infocentrum:
De Oudheidkamer:
historischcentrumoverijssel
WWW.DESTREEKCENTRAAL.NL
D
E
S
T
R
E
E
K
C
E
N
T
R
A
A
L
Tips voor de leerkracht Opdracht D Splits het groepje leerlingen dat het spel ‘Varken ontsnapt’ gaat spelen, op in kleinere groepjes. Tijdens het spelen van dit spel leren de kinderen meer over het proces van big tot worstje.
Opdracht E Deze opdracht kan alleen in de Oudheidkamer gemaakt worden. De leerlingen onderzoeken hier wat er met een restproduct van de slacht gebeurt.
Opdracht 6 Het verhaal van Jan Rot: ‘In 1934 was ik 14 jaar. Ik werkte op de groentenafdeling van Bakhuis. De werktijden waren van 8 tot 12 uur en van 1 tot half 6. Op zaterdag werkte je van 8 tot 1 uur. Waren er geen groenten, dan kon je naar huis gaan. Je werd per uur betaald. Na de zomer was de groentenperiode voorbij. De meeste mensen kregen dan een ontslagbrief in hun loonzakje. Ik niet. Aan tafel vertelde ik moeder dat ik dacht dat ik kon blijven. Moeder was heel blij. Mijn loon kon niet gemist worden. Ik had het nog maar net verteld toen Gerard Bakhuis er met zijn auto aan kwam. Ze waren vergeten om de ontslagbrief bij mijn loonzakje te doen! Gelukkig kon ik daarna bij de vleesfabriek van Zendijk werken. Dat was hard werken. In het begin werkte ik op de rokerij. Voor het roken van bijvoorbeeld worst, gebruikten we hout van zagerij Doekman op Den Nul. Dat haalden we met paard en wagen. Dat was mooi werk en voor mij een feest om met paard en wagen over de dijk te rijden. Het vee werd met de trein aangevoerd. Dan moesten ze met zo’n 10, 15 man naar het station om ze naar de fabriek te jagen. De straten werden dan afgezet. Zo konden de koeien niet ontsnappen. Natuurlijk gebeurde dat wel eens. Dat vonden de meesten van ons prachtig. De varkens werden met paard en wagen aangevoerd. Ze kwamen uit de hele omgeving. Het vleesafval van de fabriek ging naar Den Nul. Daar werd het in diepe putten in de grond gestopt. Het afval van Bakhuis ging naar een watertje aan de Kleistraat. Daar gingen we naar schooltijd altijd naar toe om bolle blikken met bedorven vlees kapot te slaan. Had je raak geslagen, dan spoot het bedorven vlees er met kracht uit. Als het op je kleren kwam, stonk je een uur in de wind. Ik heb nog te doen met mijn moeder die de kleren moest wassen.’ Naar: Olba en Zendijk. Hoe het was in de Olster vleesindustrie. Historische Vereniging ’t Olster Erfgoed, april 1998.
historischcentrumoverijssel
WWW.DESTREEKCENTRAAL.NL
D
E
S
T
R
E
E
K
C
E
N
T
R
A
A
L
Tips voor de leerkracht Extra tips Het Klokhuis heeft een uitzending over gemaakt over de herkomst van het karbonaadje. Zoek op de website (www.hetklokhuis.nl) naar de aflevering ‘Slacht’. Een kijkje in het slagersvak: Het uitbenen van vlees: http://www.youtube.com/watch?v=s5hc1U_Bsfw Een vleessnijder aan het werk: http://www.youtube.com/watch?v=XP45hGOYth4&feature=endscreen&NR=1 Olba en Zendijk, hoe het was in de Olster vleesindustrie, april 1998 – themanummer, ’t Olster Erfgoed. Voor meer achtergrondinformatie kunt u de canons van Olst en Wijhe gebruiken. Deze zijn te vinden op www.regiocanons.nl/overijssel
historischcentrumoverijssel
WWW.DESTREEKCENTRAAL.NL
D
E
S
T
R
E
E
K
C
E
N
T
R
A
A
L
Antwoorden Op de boerderij Opdracht 1 6. De kaart van Overijssel. 7. Op deze kaart werd Overijssel met één ‘s’ geschreven.
Opdracht 2 3. Koeien en varkens. 4. Boeren op de kleigronden hielden vooral koeien; boeren op de zandgrond hielden vooral varkens. 5. Stenen en fruit.
Opdracht 3 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
1939 Grote nationale land tuinbouw vee industrie tentoonstelling. Koeien, paarden, varkens, geiten en schapen. Boeren van de klei, ze hebben koeien. Appels en peren. Wortels, tarwe, bonen. Kermis. Loterij. Eigen antwoord.
Opdracht 4A 6. Lang en goed; kort en slecht; zandgrond en kleigrond; kleigrond en grotere.
Opdracht 4B Eigen antwoorden. (voorwerpen: kacheltje, snijbonenmolen, kinderwagen, weckpot, strijkijzer)
Opdracht 4C Eigen antwoorden.
historischcentrumoverijssel
WWW.DESTREEKCENTRAAL.NL
D
E
S
T
R
E
E
K
C
E
N
T
R
A
A
L
Antwoorden Mooie manden Opdracht 1 Klompenmaker, straatlantaarn-aansteker, mandenmaker, bezembinder.
Opdracht 2 1. Mandenmaker 2. Manden, manden waaraan gevlochten wordt, opslag wilgentenen. 3. Mannen en jongens. 4. Van vroeger: manden worden nu bijna niet meer gebruikt. We gebruiken nu plastic kratten. Manden zijn nu vooral een voorwerp voor de sier.
Opdracht 3 2. Langs de IJssel. 3. Het basismateriaal voor manden, de wilgentenen, waren ruimschoots voor handen.
Opdracht 4 1. 1, 2, 3, 4 3. Volgorde foto’s: man snijdt wilgentenen, wilgentenen liggen in het water, manden worden gevlochten, manden klaar voor verkoop op de kar.
Opdracht 5A 1. Foto opgestapelde manden: aardappels en appels; mand met etiket: kippen; brede mand met deksel: biggen; mand zonder bodem: turf. 3. Vervoer van spullen, uitstallen van spullen. 4. Handkarren, wagens getrokken door paarden. 5. Eigen antwoord. 6. Eigen antwoord. 8. Eigen antwoord. 9. Plastic kratten, dozen.
Opdracht 5B 1. Kruidenier. 2. Nee, we hebben nu supermarkten. 3. Eigen antwoorden. 4. Verkopen, afwegen, verpakken, inkopen, mensen helpen etc.
Opdracht 5C Camera: fotograaf; spuitje: arts; naaimachine: schoenmaker; bijltje: slager; juk: boerin; leesplank: juf; kleurstoffen: schilder.
historischcentrumoverijssel
WWW.DESTREEKCENTRAAL.NL
D
E
S
T
R
E
E
K
C
E
N
T
R
A
A
L
Antwoorden Stenen Bakken Opdracht 1 De goede volgorde van de plaatjes is: klei – mal – stenen lossen en drogen – bakken – bouwen.
Opdracht 2 2. Olst en Wijhe liggen aan de IJssel. 5. Je ziet een schoorsteen en ovens, boten voor het vervoer. 6. De steenfabrieken liggen aan de IJssel. 7. Handig voor aanvoer klei en vervoer stenen. 8. Vervoer stenen en aanvoer klei. 9. Bijvoorbeeld: bouwen van huizen, aanleggen van straten.
Opdracht 3 1. Woorden die goed bij de poster passen zijn: mannen, vrouwen, kinderen, handwerk, boten, paard en wagen, zwaar werk, armoede. 2. Toon: stort klei uit de mallen; Wessel: jongen met het paard; Marie: vrouw op de poster; Aart: een van de twee jongens op de voorgrond. 3. Foto kruiwagens: rechts boven; foto paard: bij paard en wagen; foto boot: links achter; foto mal: mannen voorgrond.
Opdracht 4 Eigen antwoorden.
Opdracht 5 Zie ‘Edje op, Edje af’.
historischcentrumoverijssel
WWW.DESTREEKCENTRAAL.NL
D
E
S
T
R
E
E
K
C
E
N
T
R
A
A
L
Antwoorden Speklappen en rookworsten Opdracht 1 Eigen antwoorden.
Opdracht 2 1. Olst 3, Wijhe 1 4. Makkelijke aan- en afvoer van vee en vlees. (per trein) 5. Makkelijke aan- en afvoer van vee en vlees. (per schip) 9. Olst: Op de plek van de fabrieken staan nu woningen. Van Zendijk is het aan de Benedendijk het kantoorpand nog aanwezig, maar in gebruik als woning en klein theater. De monumentale schoorsteen van OLBA en het oude kantoor aan de Aaldert Geertsstraat staan er nog. Wijhe: de vleesfabriek staat er nog steeds.
Opdracht 3 1. Het gebouw midden op de foto is de fabriek. 2. Huizen: rechtsboven. 3. De huizen stonden vlak bij de fabriek. De mensen konden het slachtafval van de fabriek, dat erg stonk, goed ruiken.
Opdracht 4 1. Bakhuis Olba. 2. 4 3. borrelballen, bouillon, pasta, soepballen, kalfsragout. 4. Het is al gaar, dus snel klaar, en goedkoop.
Opdracht 5A 1. Vlees gaat in de gehaktmolen en wordt fijn gemaakt. Dat noem je gehakt. Je ziet het gehakt op de film uit de molen komen. 2. De vleesvulling voor de worsten gaat in de machine. Het omhulsel voor de worst wordt aan de machine vastgemaakt. De machine spuit het vleesmengsel in de darm en maakt er gelijke worstjes van. 3. Een wit uniform. 4. Soepen maken, buffetten cateren, hapjes maken, salades maken. 5. Klanten helpen, vlees snijden, adviseren, vlees afwegen, afrekenen. 6. Bijvoorbeeld: worst, gehakt, karbonade, biefstuk, gehaktballen, riblappen etc. 7. Elektronische weegschaal. 8. In zakjes, vacuüm verpakt. 9. Bijvoorbeeld: in rauw vlees kunnen bacteriën zitten waar je ziek van kunt worden. Daarom is het belangrijk om alles schoon te maken wat met het vlees in aanraking is geweest. 10. Bijvoorbeeld: verkopen, het inrichten van de toonbank, vlees bereiden, vlees snijden, vlees bakken. 11. Bijvoorbeeld: kruiden, toastjes, warme maaltijden, sauzen etc.
historischcentrumoverijssel
WWW.DESTREEKCENTRAAL.NL
D
E
S
T
R
E
E
K
C
E
N
T
R
A
A
L
Antwoorden Opdracht 5B, 5C en 5D Eigen antwoorden.
Opdracht 5E 1. Eigen antwoord. 2. Leer. 3. Huid van een dier. 4. De huid is bijproduct van de slacht. In de vleesfabrieken in Olst-Wijhe werden heel veel dieren geslacht en waren er veel huiden beschikbaar. 5. Schoenen. 6. Eigen antwoord. 7. Stevig, waterdicht. 8. Leerlooiers.
Colofon Met medewerking van lokale instellingen: Infocentrum IJssel Den Nul Historische Vereniging ’t Olster Erfgoed Historische Vereniging Wijhe Overijssel in Kaart De Streek Centraal is een product van het Historisch Centrum Overijssel. Het lesmateriaal is ontwikkeld door Kirsten Bos, Geschiedenis Beleven. Het materiaal is vormgegeven door Frank de Wit.
historischcentrumoverijssel
WWW.DESTREEKCENTRAAL.NL