Tijdschrift van de Vereniging voor Kinder- en Jeugdpsychotherapie 40e jaargang, nummer 3, 2013
Colofon Tijdschrift Kinder- en Jeugdpsychotherapie verschijnt vier maal per jaar Redactie Alex Kolman (voorzitter) Renske Leskes-Kraan Ramón Lindauer Merijn Merbis Francien Posthuma Chris Roosen Nathalie Schlattmann Suzanne van Veen
Eindredactie Regine zum Vörde sive Vörding
Secretariaat Vereniging voor Kinder- en Jeugdpsychotherapie Bezoek- en postadres: Maliebaan 50b, 3581 CS Utrecht Tel. 030-2965348 Fax. 030-2966549 e-mail:
[email protected] website: www.vkjp.nl Gironummer 3158027
Redactiesecretariaat Sabine Weck/Clara Looysen Maliebaan 50b 3581 CS Utrecht e-mail:
[email protected] Losse nummers te bestellen via www.vkjp.nl of via het secretariaat van de VKJP (zie boven). Kopij dient via e-mail aangeleverd te worden aan het redactiesecretariaat. Zie voor suggesties de richtlijnen voor auteurs op de laatste pagina.
THEMANUMMER TRAUMA (deel 2)
Inhoud Redactioneel
3
Stapstenen: een groepstraining voor adolescenten in de gesloten jeugdzorg met een geschiedenis van complex trauma Leoniek Kroneman & Renée Beer
5
Diagnostiek en behandeling van dissociatieve stoornissen bij kinderen en adolescenten: Slapende honden? Wakker maken! Arianne Struik 20 Integratieve behandeling van complex trauma. Individuele traumatherapie geïntegreerd met de behandeling op de leefgroep Els van Rijn & Ytje van Pelt 39 Transitie behandelmodel voor traumabehandeling aan vluchtelingengezinnen. Een transculturele systeembenadering Fariba Rhmaty
54
Eergerelateerd geweld Alfons Crijnen, Jannie Oenema, Cecilia Perez & Anke van Dijke
65
Aanbevolen VKJP-artikelen over trauma sinds 2008
78
Boekbespreking Behandeling van gedragsproblemen (R. Greenwald) Maartje Kapteijns
80
2
Kinder- & Jeugdpsychotherapie, jaargang 40, nummer 3, 2013
Redactioneel Dit tweede deel van het dubbel-themanummer (zie ook TKJP 2013-2) over Trauma omvat vijf artikelen, een samenvatting van eerder gepubliceerde artikelen over trauma in ons tijdschrift, en tot slot een boekbespreking over het behandelprotocol MASTR. Het eerste artikel van Leoniek Kroneman & Reneé Beer gaat over een specifieke doelgroep van adolescente meisjes die getraumatiseerd zijn en forse gedragsproblemen hebben. Een groep die vaak onderbehandeld wordt. Een reden temeer om aandacht te besteden aan een specifieke behandelvorm, Stapstenen, door Nederlandse experts voor deze doelgroep. Ook kinderen en adolescenten kunnen dissociëren en dissociatieve stoornissen ontwikkelen. In het tweede artikel bespreekt Arianne Struik wat dissociatieve stoornissen zijn en hoe ze zijn te herkennen. Stabilisatietechnieken zijn een belangrijk element binnen de behandeling. De behandeling ‘Slapende honden? Wakker maken!’ biedt mogelijk uitkomst. Het derde artikel gaat over een integratieve behandeling van complex trauma. Een individuele behandeling is één, maar hoe integreer je deze behandeling als een kind in een leefgroep woont? Els van Rijn & Ytje van Pelt schrijven daarover. Vluchtelinggezinnen maken allerlei traumatische gebeurtenissen mee en hebben te maken met migratieproblemen. In het vierde artikel gaat Fariba Rhmaty hier op in. Ze beschrijft een traumabehandelmodel voor vluchtelinggezinnen vanuit een transculturele systeembenadering. Het vijfde artikel door Alfons Crijnen, Jannie Oenema, Cecilia Perez & Anke van Dijke bespreekt eerwraak en trauma. Eergerelateerd geweld komt ook in Nederland voor en heeft ernstige consequenties voor jonge vrouwen. Wat is eerwraak, wat zijn de consequenties en wat te doen? Belangrijke vragen die in dit artikel aan de orde komen. Wilt u eerder gepubliceerde trauma-artikelen in het TKJP teruglezen, dan is de samengestelde overzichtslijst in de rubriek Aanbevolen daarbij behulpzaam.
Kinder- & Jeugdpsychotherapie, jaargang 40, nummer 3, 2013
3
Dit themanummer sluit af met een boekbespreking door Maartje Kapteijns van het MASTR-protocol. Een behandelprotocol van de hand van Ricky Greenwald voor getraumatiseerde jongeren met gedragsproblemen. Wij hopen dat u ook deel 2 van dit themanummer over Trauma met plezier en inspiratie leest en dat u beide delen nog vaak zult openslaan. We hebben ze met zeer veel toewijding voor u samengesteld.
Ramón Lindauer Nathalie Schlattmann Renske Leskes-Kraan
4
Kinder- & Jeugdpsychotherapie, jaargang 40, nummer 3, 2013
Eergerelateerd geweld Alfons Crijnen, Jannie Oenema, Cecilia Perez & Anke van Dijke
Inleiding Eergerelateerd geweld heeft serieuze consequenties voor jonge vrouwen. Jaarlijks worden in Nederland om deze reden bijvoorbeeld gemiddeld dertien vrouwen vermoord. We tasten in het duister over het aantal zelfmoorden, gedwongen huwelijken, gedwongen terugkeer dan wel ontvoering naar het land van herkomst, huwelijkse gevangenschap, mishandeling en verminking. Deze dreiging en beschadiging hebben direct invloed op het functioneren in familieverband en geven veel problemen in het psychologische en maatschappelijke functioneren. Vanwege de serieuze consequenties hebben politie en maatschappelijke en jeugdhulpverlening expertise ontwikkeld die ingezet kan worden bij de zorg voor deze jonge vrouwen en hun familie. De vraag van deze jonge vrouwen en de hulp die op de vraag zou aansluiten wijken op essentiële punten af van de hulpverlening zoals we gewend zijn deze te leveren. Vandaar dat hulpverleners zich vaak overvraagd voelen en het antwoord niet direct weten. In dit artikel beschrijven we allereerst de achtergronden van eergerelateerd geweld waar het gaat om de motieven van ouders en familie om tot deze dreiging over te gaan alsook de directe en dieperliggende dreigingen waar deze jonge vrouwen voor vluchten. In het tweede deel beschrijven we de aanpak door politie, en ambulante en residentiële hulpverlening waarbij we putten uit de ervaringen van Zahir. We besluiten met vuistregels en praktische informatie. We spreken vooral over jonge vrouwen omdat we daar de meeste ervaring mee hebben, maar realiseren ons goed dat in toenemende mate ook jonge mannen hulp zoeken vanwege deze vorm van geweld.
Waarom eergerelateerd geweld? In culturen waar belang wordt gehecht aan de familie-eer, spelen maagdelijkheid en gehoorzaamheid aan het ouderlijk gezag een grote rol (Terpstra & van Dijke, 2010). Het ultieme moment van familie-eer is wanneer het meisje als maagd het huwelijk ingaat en haar man de dag erna het bebloede laken kan tonen als bewijs dat ze echt maagd was. Maar in de jaren daarvoor zijn tal van regels, maatregelen en sancties erop gericht te voorkomen dat de
Kinder- & Jeugdpsychotherapie, jaargang 40, nummer 3, 2013
5
eer van de familie wordt aangetast, waarbij van vrouwen wordt verwacht dat ze kuis en onbevlekt zijn en van mannen dat ze de eer verdedigen en zich respectvol gedragen naar eervolle vrouwen binnen de eigen gemeenschap (Ermers, 2007). Zelfs geringe overtredingen van de regels kunnen al beschouwd worden als schending van de eer; voorkomen moet vooral worden dat er geroddeld kan worden en de maatschappelijke eer van de familie ter discussie staat, vandaar de strengheid van het ouderlijk gezag. Het weglopen van huis en zich onttrekken aan de controle van de familie (zoals de jonge vrouwen doen die hulp zoeken) is op zich al een schending van de eer. Van de familie wordt een afdoende reactie verwacht om de eer te zuiveren; wanneer de familie niet of niet voldoende reageert, gaat de gemeenschap ervan uit dat er wel iets waar zal zijn van de roddel en dreigt verlies van maatschappelijke eer voor de familie met sociale uitstoting als gevolg (Ermers, 2007). Wanneer eerverlies heeft plaatsgevonden, moet deze eer hersteld of herwonnen worden. Niets doen terwijl je vrouw of dochter de eer van de familie bezoedelt, wordt als oneervol beschouwd en kan betekenen dat de familie als geheel door de gemeenschap niet meer gezien wordt. Jonge meisjes worden daarom bang gemaakt door hen uit te schelden, te vernederen, door hen in hun vrijheid te beperken of te isoleren, door te dreigen met geweld, met isolatie of zelfs met de dood. Maar zelfmoord, terugsturen naar het land van herkomst en uithuwelijking komen ook voor. Zodra het incident in de buitenwereld bekend is geraakt leidt de familie eerverlies, kan niet meer terug, en moet optreden (Van der Zee, 2006.) Vandaar dat er veel aan gelegen is de kring van mensen die op de hoogte zijn zo beperkt mogelijk te houden, om succesvol te kunnen bemiddelen en het conflict op te lossen.
Eergerelateerd en ander geweld? De jonge vrouwen die een beroep op ons doen vanwege de dreiging van eergerelateerd geweld, zijn primair op zoek naar veiligheid. Gaandeweg wordt echter duidelijk dat zij aan meerdere vormen van beschadiging hebben blootgestaan en daar de gevolgen van met zich mee dragen. De meer dan honderd jonge vrouwen die vanwege ernstige bedreiging (Code Rood, waarover dadelijk meer) lange tijd op Zahir, een kleinschalige residentiële opvang, verbleven, gaven ons in diepte-interviews en systematisch onderzoek inzicht in hun ervaringen (Crijnen & van Dijke, 2010). De ervaringen waren onder te verdelen in: inperking, huiselijk geweld, seksueel misbruik, dreiging met eergerelateerd geweld, en het uiteindelijke isolement.
6
Kinder- & Jeugdpsychotherapie, jaargang 40, nummer 3, 2013
Inperking De vrouwen vertellen dat zij door hun ouders en broers beperkt worden in hun vrijheid en dat van hen verwacht wordt dat ze onderdanig en gedienstig zijn. Van jongs af aan worden beperkingen opgelegd die toenemen zodra een meisje in de puberteit komt. De grootste zorg van de familie is te voorkomen dat deze meisjes met jongens om zullen gaan. Ook worden veel meisjes van jongs af aan gekleineerd. Deze afhankelijke positie maakt hen zeker op jonge leeftijd kwetsbaar voor huiselijk geweld en seksueel misbruik, maar omdat ze in twee werelden leven, geven ze ook vaker uiting aan protest middels tegendraads gedrag. De leerkracht gaat bijvoorbeeld anders met hen om dan hun ouders, terwijl ze van andere kinderen op school leren hun ongenoegen te uiten. Tevens gaven de vrouwen aan vanaf de puberteit thuis te hebben gezeten en met schoonmaken en koken, met de zorg voor jongere kinderen te hebben geholpen. Ze moesten beschikbaar zijn en mochten niet naar hun kamer. Andere vrouwen gaven aan dat hun mobieltje werd gecontroleerd, dat ze altijd met anderen moesten reizen, en dat op school de broers van andere jongens hen in de gaten hielden. Vrouwen kregen vaak te horen dat ze dom of lelijk waren, dat ze niet gewenst waren door ouders. Huiselijk geweld Bijna alle jonge vrouwen vertellen dat in de familie altijd veel agressie heeft gespeeld, vaak in samenhang met alcohol- en drugsgebruik. Het huiselijk geweld tegen deze vrouwen neemt toe in de puberteit en wordt gebruikt om hen te dwingen tot getolereerd gedrag. De vrouwen maken onderscheid tussen ‘gewoon slaan’ en ‘slaan om een reden’, bijvoorbeeld wanneer ze met jongens zijn omgegaan of nadat ze weggelopen waren van huis; dan wordt er echt hard geslagen. Het geweld is overigens niet alleen tegen deze jonge vrouwen gericht, maar ook tegen moeders, broers en zussen. Van belang is het onderscheid te maken tussen huiselijk geweld en eergerelateerd geweld. De vrouwen vertellen dat er hun hele leven stress, verbaal en fysiek geweld is geweest, dat ze werden geslagen met blauwe plekken of een bloedneus tot gevolg, dat ze ziek werden en behandeling nodig hadden. Sommigen werden geslagen met een stok, een riem, met glazen en bekers. Seksueel misbruik Het seksueel misbruik dat deze jonge vrouwen beschrijven, begint vaak al in de basisschoolperiode, waarna het langere tijd doorgaat. Vaak zijn er meerdere daders bij betrokken, zoals broers, neefjes, en ooms, en maar zelden zijn het de
Kinder- & Jeugdpsychotherapie, jaargang 40, nummer 3, 2013
7
vaders. Het misbruik begint vaak als aanranding, maar kan overgaan in verkrachting waarbij ook sprake is van dreiging met geweld of wapens. Een vrouw vertelde van haar achtste tot haar tiende dagelijks door haar drie broers te zijn verkracht. Een andere vrouw was zeven toen drie ooms, twee neven en twee achterneven begonnen haar te betasten. Een oom ging verder en verkrachtte haar toen ze veertien was, ze kon zich niet verzetten tegen de dreiging met een pistool. 70% van de jonge vrouwen die vanwege Code Rood langere tijd bij ons verblijven, rapporteert na verloop van maanden schoorvoetend dat sprake was van seksueel misbruik waar ze zich niet tegen konden beschermen. Ze beschouwen het misbruik als ‘het ergste dat hen kon overkomen’. Wanneer ze het zwijgen hierover zouden verbreken, wordt heel de familie te schande gemaakt (Van der Zee, 2010). Dreiging met eergerelateerd geweld De dreiging met eergerelateerd geweld is serieus en vormt een directe inbreuk op de ontwikkeling en lichamelijke en geestelijke integriteit. Enkele vrouwen wordt gedreigd de haren af te knippen; hoewel door lang niet iedereen begrepen, wordt dit ervaren als een grote schande en ernstige vernedering. Andere vrouwen worden bedreigd met flink huiselijk geweld, hoewel ze daar niet bang voor zijn. Het gaat erom dat de familie gedreigd heeft hen te zullen doden: een jonge vrouw vlucht omdat haar broer om deze reden naar haar op zoek is, bij een andere vrouw is haar vader elke jaar enkele maanden in Nederland en probeert haar te vinden, ze wordt gewaarschuwd wanneer hij weer in het land is. Sommige vrouwen worden gedwongen zelfmoord te plegen, of worden gedwongen naar het land van herkomst terug te keren om daar te worden uitgehuwelijkt. Sommige families verstoten hun dochter en verklaren haar letterlijk dood. Vluchten Wanneer deze vrouwen kiezen voor hun leven en besluiten te vluchten, zijn de problemen niet voorbij. Ze zijn afgesneden van hun familie en staan er helemaal alleen voor, terwijl ze juist opgroeiden in een cultuur waar familie zo belangrijk is. Ze weten nooit hoe het met hun familie gaat, weten niet of familie nog op zoek is en plots weer op kan duiken.
8
Kinder- & Jeugdpsychotherapie, jaargang 40, nummer 3, 2013
Psychopathologie Het lijdt geen twijfel dat de jonge vrouwen die hun heil buiten de familie moeten vinden en vluchten voor de dreiging met wraak, uiteindelijk beschadigd raken. Het is echter zeker niet vanzelfsprekend dat deze vrouwen deze problemen open op tafel zullen leggen. Het ligt veel meer voor de hand dat hulpverleners slechts mondjesmaat en met terughoudendheid te horen krijgen wat speelt. In dit opzicht is het belangrijk dat hulpverleners zich realiseren dat ‘what you see is NOT what you get’, anders gezegd: de problematiek is echt anders en aanzienlijk complexer van aard dan deze zich aanvankelijk aandient. Bij aanmelding zien we jonge gestreste vrouwen nadat ze een heftige aanvaring met hun familie hebben gehad. Allereerst is het van belang onderscheid te maken tussen tegendraads pubergedrag en huiselijk geweld enerzijds en eergerelateerd geweld anderzijds. Bij vermoeden van eergerelateerd geweld is het onverstandig ouders op korte termijn bij het gesprek te betrekken, omdat het probleem daarmee snel escaleert. Als tweede zien we in reactie op het gevoel van veiligheid en vertrouwen dat de stress afneemt en klachten van posttraumatische stresstoornis ontstaan. Bijna alle vrouwen vertellen over slaapproblemen, intrusieve herinneringen en nachtmerries, zijn schrikachtig en terughoudend, zijn depressief of hebben een negatief zelfbeeld, en maken zich zorgen over hoe het thuis gaat. Dissociatie komen we vaak tegen. Als derde zien we dat alle vrouwen naast het eergerelateerde geweld ook ervaringen van – heftig – huiselijk geweld hebben meegemaakt. Zeker 70% rapporteert dat sprake was van seksueel misbruik, dat op zichzelf al ernstig genoeg is, maar waarvan we weten dat naarmate er meer over bekend wordt, de kans op terugkeer in familieverband kleiner wordt. Als vierde zien we dat de jonge vrouwen die aanvankelijk voor zichzelf opkwamen bij nader inzien erg afhankelijk van anderen zijn, moeite hebben besluiten te nemen, en moeilijk zelfstandig kunnen functioneren. Van hen werd verwacht dat ze deden wat anderen van hen verlangden, en dat stelt eisen aan de begeleiding in beschermde woonvoorzieningen. Een deel van de klachten van psychopathologie en problemen in het functioneren kunnen we met therapie en begeleiding hanteerbaarder maken, maar vooralsnog blijven deze jonge vrouwen ons teruggeven dat het verlies van een familieverband hen zwaar valt.
Kinder- & Jeugdpsychotherapie, jaargang 40, nummer 3, 2013
9
Hulp bij vermoeden van eergerelateerd geweld Zeker bij een eerste vermoeden van dreiging van eergerelateerd geweld hebben we vaak het gevoel niet over de competenties of mogelijkheden te beschikken die eigenlijk gevraagd worden. Maar we kunnen terugvallen op procedures en instrumenten die de afgelopen jaren ontwikkeld zijn door politie en ambulante dan wel residentiële hulpverlening. De politieaanpak De politie tracht bij strafbare feiten doortastend en repressief op te treden; de veiligheid staat daarbij voorop. In geval van eergerelateerd geweld kan dat averechts uitpakken, vandaar dat geadviseerd wordt het handelen van professionals bij de politie en de zorg te baseren op een gedegen analyse van de feiten. Het Landelijk Expertise Centrum Eergerelateerd Geweld (LEC-EGG) ontwikkelde vanaf 2006 de expertise en instrumenten om een verantwoorde inschatting van het risico op geweld en een plan van aanpak te maken. Aan de hand van een Checklist Eergerelateerd Geweld kunnen cliënten die aankloppen met problemen die mogelijk terug te voeren zijn op eergerelateerd geweld, bevraagd worden. De ingevulde checklist kan dan voorgelegd worden aan de contactpersoon eergerelateerd geweld van de regiokorpsen van politie die het risico inschat: Rood er is duidelijk gevaar, Oranje: nader onderzoek is nodig, Groen: het risico is gering. Bij Code rood of oranje wordt geadviseerd de politie te betrekken in het opstellen van een handelingsplan. Het LEC-EGG ondersteunt de regionale korpsen bij de analyse van de checklists, en onderzoekt politionele databases op signalen van dreigend eergerelateerd geweld. Jaarlijks analyseert en ondersteunt het LEC-EGG bij 450-550 casus van vermoeden van eergerelateerd geweld (Christiaensen e.a., 2011). Opvang ambulant: Meldpunt Eergerelateerd Geweld Amsterdam Het meldpunt coördineert de toeleiding, opvang, bescherming en nazorg voor slachtoffers van eergerelateerd geweld. Ook bewaakt het de samenwerking tussen hulpverleners en betrokken instanties. Voorts registreert het meldpunt alle vermoedens van eergerelateerd geweld in de regio Amsterdam en kan iedereen, cliënten en professionals, er terecht voor informatie, advies en hulp bij bedreiging of geweld in reactie op een schending van de familie-eer. Cliënten die bescherming zoeken en bezorgde burgers die met vragen zitten over iemand die zij kennen, worden gehoord bij het meldpunt. De medewerkers zijn gespecialiseerd in het herkennen van signalen en risico’s van eergerelateerd geweld. Zij kunnen zorgen voor een passende en veilige opvang
10
Kinder- & Jeugdpsychotherapie, jaargang 40, nummer 3, 2013
en begeleiding van vrouwen én mannen die in problemen verkeren. Ook kunnen zij interventies organiseren, gericht op de-escalatie van een conflict; op het bevorderen van geweldloos eerherstel en op de bemiddeling tussen families. Het meldpunt werkt nauw samen met politie, opvanginstellingen, hulpverleners en cultuurdeskundigen. De eerste stap na melding is het inventariseren van het risico op eergerelateerd geweld, waarbij de samenstelling van de familie in kaart wordt gebracht, evenals de codes, normen en waarden binnen die familie, de herkomstregio, en of de familie tot een bepaalde culturele of etnische groep in Nederland behoort. Veiligheid staat in elke casus voorop. In zorgelijke situaties is de prioriteit om eerst de veiligheid van de cliënt te garanderen. Wanneer de melding over een jeugdige gaat, gaan hulpverleners van het meldpunt samen met een medewerker van het AMK/BJZ met het jeugdige slachtoffer in gesprek. Wanneer het een minderjarig kind betreft, gaat het meldpunt ook zonder medeweten van ouders dit gesprek aan. Hierna kan een onderzoek starten en wordt ook met ouders gesproken. Als met ouders en jeugdige een bemiddelingstraject aangegaan wordt, blijven medewerkers hierin neutraal. Het meldpunt is onpartijdig en geeft dit bij de familie aan. Het vraagt de familie hoe zij denken de situatie zelf op te kunnen lossen. Op deze manier wil het meldpunt ouders medeverantwoordelijk maken. Het meldpunt is heel stellig dat geweld tegen de jeugdige niet getolereerd wordt; het coördineert en geeft advies, maar doet geen uitspraak of er wel of geen sprake is van kindermishandeling, daar is BJZ verantwoordelijk voor. Het indiceert, indien nodig, ook opvang. In een casus van eergerelateerd geweld adviseert het meldpunt het AMK/BJZ altijd om contact op te nemen en de casus door te spreken voordat het AMK/BJZ met ouders in gesprek gaat. Dit kost wat meer tijd, maar het risico van escalatie wordt daardoor verminderd. Voor Amsterdam is het meldpunt eergerelateerd geweld het eerste aanspreekpunt, maar in ingewikkelde casussen werkt het meldpunt graag samen met het LEC-EGG. Om alert te blijven, hebben medewerkers regelmatig intervisie en supervisie van landelijke deskundigen. Relevante informatie voor opvang in uw regio vindt u op: www.eergerelateerdgeweld.info. Opvang residentieel: Zahir Zahir is een kleinschalige opvang voor jonge vrouwen die bedreigd worden met eerwraak of slachtoffer zijn van eergerelateerd geweld. Zahir betekent 'onmogelijk om onopgemerkt te blijven' en ontstond in 2007 uit bittere noodzaak, nadat een meisje niet geplaatst kon worden binnen de jeugdzorg.
Kinder- & Jeugdpsychotherapie, jaargang 40, nummer 3, 2013
11
Instellingen konden de gewenste veiligheid en bescherming niet bieden en al gauw bleek dat opvang voor minderjarige meisjes en jonge vrouwen die op de vlucht zijn voor hun familie meer dan nodig was. Tussen 2007 en 2012 nam Zahir meer dan 265 meisjes en vrouwen op; 10% is tussen 10 en 15 jaar oud, 40% is minderjarig. Inmiddels biedt Zahir zestien residentiële plaatsen en vier beschermd wonen-plaatsen; de bezetting is altijd maximaal en 45% van de aanvragen moet worden afgewezen vanwege plaatsgebrek. Zahir legt vanaf de dag van opname altijd contact met de ouders van een jonge vrouw om hen te informeren dat het meisje terecht is, dat zij zich in een afdeling met alleen vrouwen bevindt, en dat er even geen verdere escalatie van het conflict plaatsvindt. Voorkomen moet worden dat de buitenwereld op de hoogte raakt van de schending van de eer. Ook moet worden voorkomen dat de jonge vrouw verder beschadigd raakt. Vandaar dat de eerste vier weken in het teken staan van analyse van het risico op geweld. En van bemiddeling – indien mogelijk, want hoe vroeger ingezet hoe groter de kans op slagen. Zolang de buitenwereld geen weet heeft van wat er speelt, valt er nog veel te redden. Samen met de cliënte worden haar motieven en wensen besproken. Hierop wordt de checklist eergerelateerd geweld ingevuld en alle gegevens geanalyseerd door het Noordelijk Expertise Centrum Eergerelateerd Geweld en het LEC-EGG. Bij code groen kan de vrouw na succesvolle onderhandeling en met afspraken terugkeren naar huis; bij code oranje dient uitgezocht te worden of en onder welke omstandigheden de vrouw naar huis kan terugkeren; bij code rood is de dreiging van moord, uithuwelijking of kidnapping te groot om naar huis terug te keren. In aanvankelijk 40%, maar door toenemende ervaring inmiddels 60% van de opnames, is sprake van code groen of oranje. Vervolgens wordt ingezet op bemiddeling, omdat het uitgangspunt is: herstel van contact met ouders en familie, tenzij de veiligheid in het geding is of de jonge vrouw aangeeft dit absoluut niet te willen. Gezocht wordt naar een gemeenschappelijk belang en naar een bereidheid om het perspectief van de ander te begrijpen. Het hoofd van de familie wordt uitgenodigd voor een bemiddelingsgesprek dat plaatsvindt op neutraal gebied, meestal een politiebureau. Behalve de jonge vrouw en haar familie moeten ook de politie, Bureau Jeugdzorg in geval van minderjarigen, en Zahir akkoord gaan met de uitkomst van het gesprek. Als een meisje besluit naar huis terug te gaan, blijft zij nog een dag op Zahir om de beslissing onbezwaard door te kunnen spreken en een veiligheidsplan op te stellen. Na twee weken arrangeert de politie een follow-up gesprek ter controle van de veiligheid.
12
Kinder- & Jeugdpsychotherapie, jaargang 40, nummer 3, 2013
In 40% van de opnames is het risico echt te groot en wordt toegewerkt naar het op poten zetten van een nieuw leven. De honderd en meer jonge vrouwen bij wie code rood is geadviseerd, blijven op Zahir en staan voor de zware opgave een leven zonder familie op te bouwen. Ze hebben een achterstand op een groot aantal levensterreinen en ontwikkelingsgebieden door misbruik, mishandeling en verwaarlozing. Ook hebben ze een grote achterstand ten opzichte van leeftijdsgenoten doordat ze zijn opgevoed om anderen te gehoorzamen, geen mening te hebben, en geen besluiten te nemen. Vanwege de veiligheid verblijven ze in een goedbeveiligde woonvoorziening met direct toezicht vanuit het politiebureau, en wordt er nauw samengewerkt met het Stelsel Bewaken en Beveiligen van het OM. Vanzelfsprekend zijn er intensieve mentorgesprekken die ondersteund worden door dagelijks terugkerende inhoudelijke modules. Deze jonge vrouwen volgen een druk en goed gestructureerd dagprogramma waar ook veel tijd is ingeruimd voor sport en bewegen, en school. Psychologische en psychiatrische counseling en behandeling zijn beschikbaar voor de klachten van slaap, intrusieve impulsen en depressie. Stabilisatie staat voorop (Dorrepaal e.a. 2008; Struik, 2010) en soms moeten we het daarbij laten. Maar in een aantal gevallen was het goed mogelijk een traumabehandeling middels EMDR uit te voeren (ten Broeke e.a., 2008). Sinds kort is een nieuw concept van beschermd wonen toegevoegd waarbij vier jonge vrouwen samenwonen en elkaars familie vormen, omdat er verder niemand meer is.
Vuistregels hoe te handelen Op een onderwerp als eer ligt een groot taboe: cliënten schamen zich erover te praten, schrikken terug voor de consequenties, en zijn geïsoleerd. Vandaar dat cliënten vaak niet bij machte zijn uit te leggen wat er speelt en welke risico’s ze lopen. Het naar buiten brengen door roddel of via de hulpverlening vergroot de problemen alleen maar (Van der Zee, 2006). Vandaar ook dat inmiddels vuistregels geformuleerd zijn voor de omgang met cliënte en haar familie in de eerste fase van de hulp (the Next Page en Fier!: www.huwelijksdwang.info; Federatie Opvang: www.eergerelateerdgeweld.info). Hulpverleners die maar kort of tijdelijk in contact met een cliënte zijn, wordt geadviseerd hun zorgen of vermoedens uit te spreken en waar mogelijk over te dragen aan deskundigen van SHG of BJZ. Voor hulpverleners die regelmatig met een cliënte in contact zijn, zoals docenten en psychotherapeuten, is het advies de hulpverlening zo te
Kinder- & Jeugdpsychotherapie, jaargang 40, nummer 3, 2013
13
organiseren dat een cliënte regelmatig even alleen gesproken kan worden. Zorgcoördinatoren kunnen hier een rol van betekenis spelen. Bij de hulpverlening door (jeugd-)psychotherapeuten moeten de volgende vuistregels in acht genomen worden: *Spreek cliënte onder vier ogen en ga niet vanzelfsprekend in gesprek met ouders of familie. Dit gesprek kan de enige kans op hulp zijn. Gebruik het gesprek om de situatie in kaart te brengen en cliënte te informeren over de mogelijkheden van hulpverlening en politie. Voorkom escalatie. * Ga ervan uit dat de jonge vrouw (of man) zelf goed weet wat er aan de hand is bij een vermoeden van geweld, achterlating of huwelijksdwang. Snel ingrijpen is nodig bij gevaar of het vermoeden van achterlating. In dat geval moet een noodplan geformuleerd worden. Inventariseer wat cliënte zelf kan doen en welke persoon in vertrouwen kan worden genomen. * Betrek zo weinig mogelijk mensen in de zaak. Verzamel relevante informatie om het risico juist in te kunnen schatten en schakel waar nodig een expert in, maar voorkom dat de zaak op straat komt te liggen. Betrek een deskundige van SHG, BJZ of Landelijk of regionaal EC-EGG bij de risicotaxatie en het opstellen van een plan: een deskundige is beter in staat de signalen op waarde te schatten en de politie kan het risico onderbouwen mede door terug te vallen op registers. * Blijf in contact met de cliënt tot u weet dat de zaak in goede handen is. Wanneer u het contact loslaat, bestaat de kans dat cliënte het niet opnieuw aandurft iemand in vertrouwen te nemen. Probeer daarom het vertrouwen te winnen en behouden en vertel bijvoorbeeld hoe andere vrouwen in soortgelijke situaties hebben gehandeld. * Zorg dat u terug kunt vallen op de juiste expertise binnen of buiten uw organisatie. Vanwege een groeiend bewustzijn is de verwachting dat het beroep op hulpverlening alleen maar zal toenemen. Het loont dus de moeite om de expertise te organiseren.
Overwegingen Eergerelateerd geweld is een relatief nieuw verschijnsel in de Nederlandse hulpverlening. Vanwege de ernstige consequenties voor cliënten (negen tot dertien doden per jaar) is er nu meer aandacht voor het probleem. Ook is er meer besef bij hulpverleners dat de gewone aanpak en procedures onvoldoende aansluiten of zelfs averechts kunnen uitpakken; het vroegtijdig betrekken van ouders in de gesprekken kan een oplossing in de weg staan. Verder zijn er de
14
Kinder- & Jeugdpsychotherapie, jaargang 40, nummer 3, 2013
laatste jaren serieuze initiatieven ontplooid en is veel expertise ontwikkeld. Het is raadzaam klachten over eergerelateerd geweld van cliënten serieus te nemen, want hun veiligheid is ernstig in het geding. Bovendien is de kans is groot dat er bij hen in het verleden al eerder grenzen (geweld en misbruik) zijn overschreden. Maar pas op: de klachtpresentatie komt niet vanzelfsprekend overeen met de onderliggende problematiek en onze transparante aanpak, zoals we die voor ogen hebben bij een vermoeden van kindermishandeling, kan problemen snel doen escaleren. Veiligheid staat voorop, maar een moment van reflectie en overleg valt aan te bevelen. De Steunpunten Huiselijk Geweld en de Landelijke en Regionale Expertise Centra Eergerelateerd Geweld van de politie zijn goed geïnformeerd en bereid tot overleg. Evenals de ambulante hulpverlening door de Blijf-groep, en de residentiële opvang door Fier Fryslan (Zahir) en de Bocht (Eva). Raadpleeg de module e-learning, de checklist Eergerelateerd Geweld, en actuele websites; zij kunnen u bij uw handelen adviseren. Blijft over dat hulpverleners vaak voor vragen worden geplaatst waar een eenduidig antwoord niet mogelijk is. Is het beter jonge vrouwen terug naar huis te laten gaan met de kans dat de (be-)dreiging wordt voortgezet? Of moeten we de jonge vrouwen beschermen zelfs als ze verstoten dreigen te worden en in grote angst verder moeten leven? De opvang voor jongeren die moeten vluchten voor eergerelateerd geweld brengt aan het licht hoe schrijnend hun situatie is. Een morele revolutie is nodig, zodat de maatschappij haar kinderen en jongeren afdoende beschermt (Appiah, 2010).
Samenvatting Eergerelateerd geweld heeft serieuze consequenties voor de jonge vrouwen en mannen die hier slachtoffer van zijn. Zij zijn primair op zoek naar veiligheid, maar gaandeweg wordt vaak duidelijk dat zij aan meerdere vormen van beschadiging hebben blootgestaan en daar de gevolgen van met zich mee dragen. Het beroep op de hulpverlening is serieus vooral vanwege de acute en heftige dreiging, maar ook omdat hulpverleners zich nogal eens overvraagd voelen. Beschreven worden de motieven waarom families overgaan tot dreiging met eergerelateerd geweld. Daarna worden vuistregels en praktische informatie gegeven voor het handelen bij vermoeden van eergerelateerd geweld. Wanneer ze behoedzaam handelen in de vroege fase van hulpverlening kunnen jeugdhulpverleners en -psychotherapeuten de problematiek hanteerbaar houden en escalatie voorkomen.
Kinder- & Jeugdpsychotherapie, jaargang 40, nummer 3, 2013
15
Vormen van eergerelateerd geweld angst induceren bedreigen vrijheid inperken emotioneel onder druk zetten huwelijk arrangeren verbieden te huwen met partner van eigen keuze dwingen terug te gaan naar het land van herkomst achterlaten in het land van herkomst dwingen abortus te ondergaan dwingen pasgeboren kind af te staan dwingen tot herstel maagdelijkheid doodverklaard worden misbruiken verminken vermoorden
Dr. A.A.M. Crijnen, kinder- en jeugdpsychiater, is werkzaam bij de Waag, instelling voor forensische zorg te Amsterdam. Email:
[email protected] Mw. J. Oenema, maatschappelijk werkster, is werkzaam bij Fier Fryslan, een expertise- en behandelcentrum bij geweld in afhankelijkheidsrelaties te Leeuwarden. Mw. C. Perez, maatschappelijk werkster, is werkzaam bij de Blijf-groep, een instelling voor opvang bij huiselijk geweld te Amsterdam. Drs. A. van Dijke, pedagoog, is lid van de Raad van Bestuur van Fier Fryslan, een expertise- en behandelcentrum bij geweld in afhankelijkheidsrelaties te Leeuwarden.
16
Kinder- & Jeugdpsychotherapie, jaargang 40, nummer 3, 2013
Literatuur Appiah, K.A. (2010). The honor code: how moral revolutions happen. New York: W.W. Norton & Company. Broeke, E. ten, Jongh, A. de, & Oppenheim, H.J. (2008). Praktijkboek EMDR, casusconceptualisatie en specifieke patiëntengroepen. Amsterdam: Pearson. Christiaensen, S., Janssen, J., Sanberg, R., & Timmer, W. (2011). De politionele aanpak van eergerelateerd geweld in Nederland: wetenschappelijke methodieken en praxis, inspirerend voor België. Het politiejournaal 27-32. Crijnen, A.A.M., & Dijke, A. van (2010). ‘Dat was het ergste…’; over misbruik en mishandeling. In A. van Dijke & L. Terpstra, De dochters van Zahir – tussen traditie en wereldburgerschap (pp. 99-112). Amsterdam: SWP. Dorrepaal, E., Thomaes, K., & Drayer, N. (2008). Vroeger en verder, stabilisatiecursus na misbruik of mishandeling. Amsterdam: Pearson. Ermers, R. (2007). Eer en eerwraak – definitie en analyse. Amsterdam: Bulaaq. Struik, A. (2010). Slapende honden? Wakker maken! Amsterdam: Pearson. Terpstra, L., & Dijke, A. van (2010). Wat is eergerelateerde druk? In A. van Dijke & L. Terpstra, De dochters van Zahir – tussen traditie en wereldburgerschap (pp. 33-44). Amsterdam: SWP. Zee, R. van der (2006). Eerwraak in Nederland. Antwerpen: Houtekiet. Zee, R. van der (2010). Een meisje voor dag en nacht. Een Marokkaanse vrouw rekent af met haar jeugd. Breda: de Geus.
Websites Eergerelateerd geweld: www.huwelijksdwang.info (e-module huwelijksdwang the Next Page en Fier!) www.vooreenveiligthuis.nl Politie: www.leceergerelateerdgeweld.nl/contact Hulpverlening ambulant: www.eergerelateerdgeweld.info/handreiking_begeleiding.php (Federatie Opvang) Hulpverlening residentieel: www.fierfryslan.nl/zahir www.kompaanendebocht.nl/index.php/vrouwenhulpverlening/eva
Kinder- & Jeugdpsychotherapie, jaargang 40, nummer 3, 2013
17