THUIS IN GENK
PROGRAMMA GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN
8 OKTOBER 2006
0
0. 1. 2.
Voorwoord ........................................................................................... 3 Thuis in Genk....................................................................................... 4 Genk: ondernemen is onze natuur.......................................................... 6 2.1. Bedrijfsvriendelijke stad .................................................................... 6 2.1.1. Efficiënte stedelijke dienstverlening .............................................. 6 2.1.2. Ruimte om te ondernemen .......................................................... 6 2.1.3. Efficiënt overleg ......................................................................... 7 2.1.4. Promotie ................................................................................... 7 2.2. Bloeiende handel zorgt voor leefbare en aangename kernen.................. 8 2.3. Voldoende stimulansen voor de sociale economie................................. 8 2.4. Arbeidsbemiddeling mogelijk maken ................................................... 9 2.5. Genk als toeristische groeipool ........................................................... 9 2.6. Gelijke kansen in het onderwijs voor elke Genkenaar ..........................10 3. Goed wonen in Genk............................................................................11 3.1. Een ideale mix drukt de prijzen .........................................................11 3.2. Betaalbaar wonen in een aangepaste woning ......................................12 3.3. Aangename woonomgeving ..............................................................13 4. Vlotte en veilige verplaatsingsmogelijkheden in Genk ..............................13 4.1. Aandacht voor de zwakke weggebruiker.............................................13 4.2. Veilige wegen..................................................................................14 4.3. Een vlot bereikbaar centrum .............................................................14 4.4. Een aantrekkelijk centrum ................................................................15 4.5. Een aantrekkelijk openbaar vervoersnet.............................................15 4.6. ‘Minder hinder’ bij werken.................................................................15 5. Een veilig Genk vereist alert beleid ........................................................15 5.1. Overlast kordaat aanpakken .............................................................16 5.2. Consequente reactie op misdrijven ....................................................16 5.3. Méér dan branden blussen. ...............................................................16 6. Doordachte ruimtelijke ordening in Genk................................................17 6.1. Het centrum en de wijken: even belangrijk.........................................17 6.2. Ruimte voor nieuwe stedelijke voorzieningen......................................18 6.3. Een eigen vergunningen- en handhavingsbeleid ..................................18 7. Zorg voor het leefmilieu in Genk ...........................................................19 7.1. Afval ..............................................................................................19 7.2. Water, zon en energie ......................................................................20 7.3. Lawaaihinder en milieuverontreiniging ...............................................20 7.4. Toegankelijk groen: bos, park en stadsverfraaiing...............................21 8. Aangenaam leven in Genk ....................................................................21 8.1. Genk sportstad................................................................................21 8.1.1. Sportinfrastructuur ....................................................................21 8.1.2. Sportpromotie...........................................................................22 8.1.3. Ondersteuning voor de clubs .....................................................22 8.2. Cultuur voor elke Genkenaar.............................................................22 8.2.1. Een multifunctionele culturele infrastructuur op C-Mine .................23 8.2.2. Een dynamische en vlot toegankelijke bibliotheek op stadsplein .....23 8.2.3. (minimum) Eén degelijk uitgeruste en toegankelijke culturele infrastructuur per wijk voor de verenigingen.................................23 8.2.4. Een toekomstvisie voor het stedelijke Emile Van Doren-museum ....24 8.2.5. De uitbouw van een vrijetijdswinkel ............................................24 8.2.6. Optimale ondersteuning van socio-culturele verenigingen ..............24 8.2.7. Prikkelen van het vrij initiatief ...................................................24 8.2.8. Genk als kunstenfabriek, als creatieplek bij uitstek .......................24 1
8.3. Respect voor Genkse gezinnen..........................................................25 8.3.1. Positieve benadering..................................................................25 8.3.2. Voorschoolse en buitenschoolse opvang.......................................26 8.3.3. Opvoedingsondersteuning ..........................................................26 8.4. Jeugd is Genkse toekomst ................................................................27 8.4.1. Participatie van jongeren............................................................27 8.4.2. Jeugdwerk en individuele jongeren ..............................................28 8.4.3. Ruimte en infrastructuur ............................................................29 8.4.4. Investeren in een muziek en popbeleid ........................................30 8.5. Oud maar niet out ...........................................................................30 8.5.1. Respect voor senioren................................................................30 8.5.2. Speciale aandacht voor huisvesting .............................................31 8.6. Vrijwilligers: wat we samen doen, doen we beter ................................31 9. Solidariteit met de Genkenaar die minder meeval heeft ...........................32 9.1. Armoedebestrijding..........................................................................32 9.2. Zorg voor hulpbehoevende senioren ..................................................33 9.2.1. Prioriteit aan thuiszorg ...............................................................33 9.2.2. Allochtone ouderen....................................................................34 9.2.3. Vereenzaming ...........................................................................35 9.2.4. Palliatieve zorg..........................................................................35 9.3. Mensen met een handicap ................................................................35 9.3.1. Toegankelijkheid .......................................................................35 9.3.2. Tewerkstelling en opleiding.........................................................36 9.3.3. Maatschappelijke participatie ......................................................36 9.4. Gezondheidszorg .............................................................................36 9.5. Ontwikkelingssamenwerking .............................................................37 9.5.1. Samenwerking ..........................................................................37 9.5.2. Educatie en sensibilisering..........................................................37 9.5.3. Duurzaam en rechtvaardig aankoop- en aanbestedingsbeleid .........38 9.5.4. Stedenband ..............................................................................38 9.5.5. Communicatie ...........................................................................38 10. Modern en duurzaam bestuur ...............................................................38 10.1. Vele vragen: één adres .................................................................39 10.2. Inspraak en participatie.................................................................39 10.3. Duurzaam bestuur is een bedrijfscultuur .........................................40 10.4. Lage belastingen, efficiënte besteding van de middelen ....................40
2
0.Voorwoord Beste Genkenaar Beleid voeren is vooruitzien. De voorbije zes jaar werd keihard gewerkt om Genk, na de mijnsluitingen eind vorige eeuw, een nieuwe toekomst te geven. Veel werd de laatste jaren op sporen gezet. Een bruisend centrum –van stadsplein tot Molenvijverpark- in volle opbouw, C-mine in Winterslag waar met respect voor het verleden creativiteit volop aan bod komt, het mijnterrein van Waterschei waar wetenschappelijke ontwikkeling nieuwe en hoogwaardige jobs tot stand brengt. Maar tezelfdertijd met veel duurzaamheid, aandacht voor natuur en omgeving in de wijken, een propere stad (met nog altijd gratis containerparken), maar ook met groene ruimten. Is het je overigens al opgevallen hoe zeldzaam de overstromingen in Genk zijn? Mede een gevolg van een jarenlange actie voor smallere inritten, minder garages onder de woning, goede (gescheiden) riolering. Maar vooral: de mens staat centraal in Genk. Betaalbaar wonen, goede medische en andere zorgverlening, aandacht voor jongeren, een netwerk van opleidingen naar jobs. Vandaag kijken wij echter naar de toekomst. Een enthousiaste groep jonge mensen onder leiding van Michaël Joosten heeft zich samen gezet om onze toekomst uit te tekenen. In tien hoofdstukken, realistisch en haalbaar, met respect voor de Genkenaar, maar ook pittig en vernieuwend en vooral opgebouwd vanuit de gedachte dat ook jij je thuis moet kunnen voelen in Genk. Dit is ons programma, dit is ons contract met de kiezer waarvoor wij op 8 oktober ook jouw positieve inschatting vragen.
Jef Gabriels Lijsttrekker
Christos Knieper Voorzitter
3
1.Thuis in Genk Respect voor de Genkenaar ‘Thuis in Genk’ staat voor graag wonen, werken en leven in Genk. CD&V Genk heeft samen met NVA (vanuit een andere rol) de voorbije jaren hard gewerkt om de basisvoorwaarden te scheppen voor een aangename samenleving waar mensen zich thuis voelen en zich ten volle kunnen ontplooien. De basisgedachte bij de uitwerking van dit beleid is respect. Respect voor de ondernemer die risico’s durft nemen. Respect voor de sportclub die mensen verenigt. Respect voor de fietser in een steeds drukker verkeer. Respect voor het milieu. Respect voor gezinnen in al hun vormen. Respect voor de vraag naar meer veiligheid,… kortom: respect voor de Genkenaar. Toch kan een stadsbestuur het niet alleen. Je thuis voelen doe je zelf. Samen met anderen. Het zit dikwijls in de kleine dingen: ’s morgens met je familie gezellig aan de ontbijttafel. Je kinderen welgemutst naar school zien vertrekken met de fiets. Gelukkig zijn als iemand je onverwacht komt bezoeken wanneer het net wat minder gaat. Moe maar voldaan thuiskomen na een buurtfeest. Elkaar in de armen vliegen bij het winnend doelpunt. Genieten van een avondje film of cultuur. Een gat in de lucht springen als je net die job vindt die je voor ogen had. Genkenaars zijn bijna van nature enthousiaste, hardwerkende mensen. De Genkse bevolking is een kleurrijke en dynamische gemeenschap die zich graag verenigt en die de krachten bundelt om zich door moeilijke periodes te slaan en successen te behalen. Genk is een stad met mogelijkheden, met de nodige ruimte en kracht. Zowel om nieuwe ideeën concreet gestalte te geven als om nieuwe bedrijven aan te trekken. Vanuit deze gedachte moet het stadsbestuur ook in de volgende jaren haar beleid voeren. Genk is een unieke stad in Vlaanderen, een stad waar we allemaal fier op mogen zijn. We beseffen het misschien te weinig maar respect werkt!
CD&V en NVA: politiek met principes Als christen-democraten geloven wij niet dat je ‘waardenvrij’ aan politiek kan doen. Als onze mensen zich inzetten voor een betere Genkse samenleving dan doen ze dit vanuit een aantal principes. Kernbegrippen die we in de politiek belangrijk vinden zijn personalisme, solidariteit, verantwoordelijkheid en duurzaamheid. Personalisme Het personalisme houdt in dat wij geloven dat de mens méér is dan een naamloos individu of een grijze schakel in een maatschappelijke ketting. Elke mens, elke Genkenaar is waardevol. Elke mens is uniek en moet daarin ook gerespecteerd worden. Wij vinden het belangrijk dat ieder mens opgroeit tot een vrije en zelfredzame persoon die zichzelf weet te plaatsen in een ruimer kader.
4
Solidariteit Wij geloven in de solidariteit tussen mensen. Mensen worden maar echt gelukkig door samen te leven met anderen. Solidariteit helpt mensen het recht van de sterkste of de blinde kuddegeest te overstijgen. Genkenaren hebben deels een gemeenschappelijk verleden, heden en toekomst. Vanuit dit besef stamt de gedachte van het algemeen belang en groeit de behoefte aan een samenleving waarin individuele belangen het niet altijd halen van het belang van de gemeenschap. Het is dat algemeen belang dat wij in Genk steeds nastreven. Verantwoordelijkheid Een derde uitgangspunt is het belang dat we hechten aan de verantwoordelijkheid van iedereen. Iedere mens is in de eerste plaats verantwoordelijk voor zichzelf en zijn daden. Wij geloven daarenboven ook dat mensen zin geven aan hun leven door te kiezen voor elkaar. Door voor elkaar verantwoordelijkheid op te nemen. Elke overheid, ook het Genks bestuur, moet bij het nemen van maatregelen zich altijd afvragen hoe zij het opnemen van verantwoordelijkheid door mensen kan bevorderen. Ze moet op deze verantwoordelijkheidszin durven appèl doen. Duurzaamheid Vanuit de idee van duurzaamheid zien we tenslotte de mens in zijn verbondenheid met het natuurlijke en culturele erfgoed. De mens moet respect hebben voor dit erfgoed en ervan genieten. Dit erfgoed moet hij verder ontwikkelen en het verrijkt doorgeven aan volgende generaties. Wij willen als christen-democraten niet dat het comfort van vandaag wordt opgebouwd ten koste van de aarde morgen. We willen evenmin dat de rijkdom in één deel van de wereld blijvend wordt uitgebouwd ten koste van armoede elders. Duurzaamheid wil zoveel zeggen als een visie op lange termijn. Die vinden we terug in de zorg voor de stedelijke financiën, in de praktijk van behoorlijk bestuur, in het streven naar maximale verzoening tussen economie en ecologie en in de aandacht voor Noord-Zuid-verhoudingen. Een samenleving kan maar leefbaar zijn als mensen zich willen inzetten voor zichzelf, voor elkaar, voor hun omgeving. Als christen-democraten prikkelen we de Genkenaren voortdurend in het opnemen van dit engagement en ondersteunen we hen hierbij. Precies omdat wij die samenleving zo belangrijk en boeiend vinden willen wij de moeilijkheden die het samenleven met zich meebrengt niet negeren of minimaliseren. We pakken de problemen in de samenleving aan en het zijn bovenstaande principes die hierbij onze opstelling bepalen. Of het nu gaat over problemen van overlast, van familiaal geweld, van kansarmoede, van burenconflicten, van verkeersagressie of van het samenleven met verschillende culturen. Specifiek wat dit laatste betreft hebben wij het multiculturele altijd als een troef beschouwd voor Genk. Door deze open houding zijn de moeilijkheden die het samenleven met verschillende culturen met zich kan meebrengen in Genk niet uit de hand gelopen. Dit respect voor cultuur en geloof gaat voor ons altijd samen met de uitdrukkelijke verwachting dat iedereen inspanningen doet om onze taal te leren, om respect op te brengen voor een aantal essentiële waarden van onze samenleving.
5
‘Samen-leven’ is zowel kansen krijgen als verantwoordelijkheid opnemen, een verhaal van rechten en plichten, niet van vrijblijvendheid. In het Genkse samenlevingsmodel dat gekenmerkt wordt door diversiteit benadrukken wij het belang van het feit dat alle Genkenaren als verantwoordelijke burgers evenwaardige kansen moeten krijgen én grijpen.
2. Genk: ondernemen is onze natuur Werk voor elke Genkenaar Iedereen in Genk heeft recht op werk. CD&V en NVA Genk blijven alles op alles zetten om zoveel mogelijk ruimte te scheppen om te ondernemen, om bedrijven aan te trekken en om mensen aan het werk te helpen en te houden. Er worden in Genk veel inspanningen gedaan voor de lokale handel en economie. In de volgende legislatuur willen CD&V en NVA Genk deze inspanningen verder bundelen en op elkaar afstemmen. Door overleg met alle betrokkenen en door daadkrachtig op te treden op alle beleidsniveaus bereiken we een duurzaam economisch beleid. In deze optiek moeten we er ons ook van bewust zijn dat de kwaliteit van het onderwijs van vandaag het succes van de werknemer en ondernemer van morgen bepaalt. CD&V-NVA Genk hechten ook belang aan vormen van maatschappelijk verantwoord ondernemen en zal dit in de contacten met ondernemers promoten.
2.1. Bedrijfsvriendelijke stad 2.1.1. Efficiënte stedelijke dienstverlening Meer nog dan voor anderen is tijd kostbaar voor ondernemers. Op de stedelijke dienst economie moet men snel en doeltreffend ondersteuning krijgen. CD&VNVA Genk pleit voor continue opvolging van dossiers door dezelfde dienstverleners en over de verschillende diensten heen. Op die manier kunnen bijvoorbeeld bouw- en milieuvergunningen samen behandeld worden. Dit kan door het oprichten van een ondernemersloket waar alle communicatie met de stad gebundeld wordt. CD&V-NVA Genk wil de dienst economie gedurende één of meerdere dagen per week op een later tijdstip open houden, zodat ondernemers geen tijd meer verliezen tijdens de openingsuren van hun eigen zaak. Een onderzoek naar bredere openingstijden kadert in het geheel van de aangeboden diensten van de stad. De link naar ‘werk en economie’ op de stedelijke website helpt ondernemers, starters en klanten op weg naar de juiste dienstverlener. De website moet actueel en klantvriendelijk gehouden worden.
2.1.2. Ruimte om te ondernemen In Genk is er veel ruimte om te ondernemen. Genk is momenteel de derde industriële vestigingsplaats in Vlaanderen. CD&V-NVA Genk blijft ambitieus
6
verder werken om deze positie te behouden en zelfs te verbeteren. Zo zullen we de mogelijkheden van het Limburgplan optimaal benutten. Dit plan omvat onder andere de verdere uitbouw van Genk als logistieke poort. Denken we aan de mogelijkheden van de beide autosnelwegen, de Oosterring en Westerring, het goederenspoor en de haven aan het Albertkanaal. Ter ondersteuning van deze logistieke poortfunctie kan er een mobiliteitscentrum uigebouwd worden waar allerlei diensten voor logistieke bedrijven worden gebundeld. Dit plan plaats Genk op de kaart als economische poort met o.a. de mogelijke ontwikkeling van een nieuwe KMO-zone in Zwartberg en een hoogwaardig bedrijventerrein en wetenschapspark in Waterschei. Met een eigen wetenschapspark moet Genk kunnen inspelen op de evolutie naar een kenniseconomie. Heel wat sectoren, zoals de milieu-, medische en informatietechnologie, en spin-offs van de universiteit Hasselt en de universiteit van Leuven zullen in de toekomst zeker nog een sterke groei kennen. Genk moet deze kaart volop trekken! Naast de industrie stelt de dienstensector zeer veel mensen te werk in Genk. Met de ontwikkeling van een dienstenzone aan de Limburghal speelt CD&V-NVA Genk hierop in. In de toekomst zullen we steeds meer dienstenbedrijven aantrekken. De Limburghal moet gezien worden als een strategische locatie die op termijn kan uitgroeien tot een centrum met ondersteunende functies binnen de dienstenzone. De ontwikkeling van C-mine mikt op een concentratie van creatieve bedrijfjes en kunstenaarsateliers. Een weldoordachte bewegwijzering zal bijdragen aan een vlotte verkeersdoorstroming naar de bedrijven op de verschillende zones.
2.1.3. Efficiënt overleg Een permanent en efficiënt overleg garandeert een vlotte informatiedoorstroming tussen gemeente en ondernemingen. Dit is mogelijk in overleg met de Vereniging van Industriëlen Genk (V.I.G.) en andere ondernemersorganisaties en handelaarsverenigingen. Ook in de volgende legislatuur wensen we eventuele pijnpunten snel en efficiënt op te lossen.
2.1.4. Promotie Gemeentelijke initiatieven zetten het positief imago van de lokale bedrijfswereld en handel in de verf. Om bezoekers wegwijs te maken in Genk is er de Genkse bedrijvengids, tot stand gekomen in samenwerking met de V.I.G., een hotelgids en de website www.centrumgenk.be. Deze promotiemiddelen zullen we verder uitbouwen en updaten. Het centrum- en winkelstraatmanagement zal in overleg met de lokale handelaars verder middelen vrijmaken om de Genkse handel te promoten. Genk dient ook als ‘maakstad’ verder gepromoot te worden, zowel naar werknemers als naar potentiële nieuwe investeerders. Projecten zoals het recent georganiseerde en zeer succesvolle Vision On Creation waarbij alle Genkse bedrijven werden uitgenodigd om hun product voor te stellen in een showcase zijn voor herhaling vatbaar. Deze initiatieven promoten Genk als voortrekker in een dynamische en innovatieve economische regio.
7
2.2. Bloeiende handel zorgt voor leefbare en aangename kernen CD&V-NVA Genk zal blijven investeren een aantrekkelijk centrum. Nog tijdens de vernieuwing van het stadsplein zal het bestuur impulsen geven om Shopping 1 te renoveren. Op die manier willen we twee centrumpolen bekomen waar het aangenaam wonen en winkelen is. De bestaande subsidie om kleinere winkelpanden samen te voegen en zo tot ruimere winkeloppervlakten te komen werkt hierin stimulerend. Een nieuwe impuls is de organisatie van een wekelijkse koopavond. Want zo kan ook de bestaande handel meeprofiteren van de nieuwe ontwikkelingen in het centrum van Genk. Het centrum- en winkelstraatmanagement zal instaan voor permanent overleg over deze voorstellen. In het aantrekkelijk maken van het centrum speelt de horeca een belangrijke rol. In de komende jaren willen we een horecabeleidsplan opstellen en uitvoeren in overleg met de betrokken partijen. Mogelijke onderdelen van dit plan zijn het ontwikkelen van een instrument om te komen tot meer horeca op en in nabijheid van de Grote Markt. Maar ook de handelsstraten in de wijken moeten zich verder kunnen ontwikkelen als bruisende lokale kernen. De ontwikkelingen op C-mine in Winterslag en van het wetenschapspark op het mijnterrein van Waterschei bieden hiertoe unieke kansen. Op de Hasseltweg willen we door middel van een recent ontwikkeld BPA, op lange termijn, gescheiden woon- en handelsgebieden creëren. Om verkeersopstoppingen te vermijden en zo het aangenaam wonen en winkelen te verzekeren zal de weg zelf ook aangepast worden. Enkel de Hasseltweg en “Bosdel” worden voorbehouden voor baanwinkels: op solitaire baanwinkels komt een “stop”. Zogenaamde “centrumgebonden” winkelactiviteiten worden geconcentreerd in de bestaande handelskernen. Op die manier wordt de verkeers- en parkeerstroom gespreid over heel de stad. Zo kan het centrum voorbehouden blijven voor detailhandel. Nachtwinkels kunnen heel wat overlast veroorzaken. CD&V-NVA Genk wil het aantal nachtwinkels beperken en voorwaarden vastleggen om overlast en onveiligheid te vermijden. Liever willen we de buurtwinkels aanmoedigen, want zo verhogen we de leefbaarheid buiten het centrum.
2.3. Voldoende stimulansen voor de sociale economie De sociale economie is een sector met veel potentieel. Potentieel dat Genk zeker moet benutten. De sociale economie komt immers tegemoet aan een dubbele doelstelling. Ten eerste arbeidskansen geven aan minder geschoolden in onze maatschappij. En bovendien maatschappelijke noden invullen met huishoudelijke diensten zoals strijkateliers, poets- en tuindiensten of de zorg voor kinderen, zieken en ouderen (zoals kinderopvang, vervoersdienst, oppas…). Initiatieven zoals ‘Alternatief’, ‘Poetshulp in Genk’, ‘local mobility works’ (een initiatief van het OCMW voor de minder mobiele Genkenaren) en initiatieven overkoepeld door het ‘Infopunt hulp aan huis’ worden positief geëvalueerd. We zullen dit verder uitbouwen en nieuwe initiatieven stimuleren.
8
2.4. Arbeidsbemiddeling mogelijk maken De werkgelegenheidsgraad blijft in Genk al jaren boven de 100%. Dit betekent dat er in principe voor iedere Genkenaar een baan is. Dit betekent dat veel banen worden ingevuld door mensen die niet in Genk wonen. Bij onderhandelingen i.v.m. aannemingscontracten vanuit de stad zullen CD&V Genk en NVA Genk vragen om een aantal werkplaatsen te voorzien voor mensen uit Genk die moeilijk aan werk geraken. Dit in het kader van het stimuleren van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het stads- en OCMWbestuur moet in haar tewerkstelling een diversiteitsbeleid voeren (naar allochtonen, mensen met een handicap, ervaringsdeskundigen,…) en moet hierin een voorbeeldfunctie opnemen. Alle werkzoekenden in Genk moeten aangemoedigd worden om zichzelf bij te scholen. Ze kunnen hiervoor o.a. terecht bij de Werkwijzer, een link op de website van de stad. De cijfers leren dat 70% van alle werklozen in Genk mensen zijn die niet goed of genoeg geschoold zijn. Dit komt deels doordat te veel leerlingen te snel kiezen voor een richting onder hun eigen capaciteiten. Hiertegen moeten we dringend ingrijpende maatregelen nemen (zie hoofdstuk onderwijs). We willen ook het imago van het technische onderwijsrichtingen en de industrie verbeteren en de fierheid over vakkennis aanzwengelen. Er bestaan meer dan 70 knelpuntberoepen in Genk. Door hierop in te spelen bewijzen we zowel de werkzoekende als de bedrijfswereld een dienst. CD&V-NVA vindt dat de Werkwinkel kan instaan voor het ontwikkelen van maatregelen.
2.5. Genk als toeristische groeipool De toeristische sector kan nog enorm groeien in Genk. Genk heeft vele sterke ‘toeristische producten’. De site van C-mine en de aangrenzende toeristisch-recreatieve terril van Winterslag bieden heel wat mogelijkheden. CD&V-NVA Genk wil de terril zodanig inrichten dat wandelen, fietsen en parapenten volop gepromoot worden. Een cafetaria op de terril zal hiertoe bijdragen. De top van de terril wordt op die manier een toeristische trekpleister. We willen ook de mogelijkheid van de aanleg van een scrollerbaan (een soort bobsleebaan) onderzoeken. De toegangspoort tot het pas opgerichte Nationaal Park Hoge Kempen via Kattevennen zal volop worden gepromoot. De vernieuwing en uitbouw van het Europlanetarium zal hiertoe bijdragen. Natuurontwikkeling kan in Genk talrijke directe en indirecte banen scheppen en zo een meerwaarde creëren voor de natuur en de economie. Genk is een evenementenstad, denk maar aan Genk on Stage en 1 mei, maar ook bvb. aan de zondagsmarkten en de vele andere activiteiten die telkens weer duizenden mensen naar Genk lokken. CD&V-NVA vindt dat we onze stad als evenementenstad nog verder kunnen uitbouwen, o.a. door het regelmatig
9
kritisch evalueren van bestaande evenementen. De 1-mei-stoet zou zo kunnen evolueren naar een moderne kijk- en luisterstoet. Het diverse karakter van Genk is een troef die mogelijkheden biedt op toeristisch vlak. Zo hebben we bvb. een verscheidenheid aan prachtige religieuze gebouwen en culturele en culinaire tradities. Er zijn in de voorbije bestuursperiode 3 nieuwe bezoekerscentra opgestart die nog verder ontwikkeld zullen worden: C-mine in Winterslag, de vrijetijdswinkel met toeristisch informatiepunt op het stadsplein en de toegangspoort Kattevennen. De promobus “Genk on wheels” wordt verder ingezet. Een goede samenwerking met ondernemers in de toeristische sector wordt verzekerd via het bestaand overlegplatform lokaal toerisme.
2.6. Gelijke kansen in het onderwijs voor elke Genkenaar Hoe langer hoe meer is iedereen (bewindslui, wetenschapslui,..) er zich van bewust dat het creëren van gelijke onderwijskansen binnen steden en regio’s met veel allochtonen en autochtone kansarmen het draagvlak en de draagkracht van onderwijs ver overstijgt. De kenniseconomie van de toekomst vormt zowel voor het onderwijs als voor de tewerkstelling een uitdaging voor Genk. Een bundeling van krachten dringt zich op. De stad Genk richt zelf geen leerplichtonderwijs in, maar biedt een flankerend onderwijs aan. Ze kiest hier met opzet voor een regierol.
Ze creëert ruimte waarbinnen Genkse scholen en partners bijkomende positieve acties kunnen ontwikkelen.
Ze betrekt op alle vlakken heel het stedelijke weefsel. (onderwijs, welzijn, etnische organisaties, stedelijk beleid, stedelijke diensten, industrie….)
Ze draagt zorg voor de legitimatie van het stedelijke onderwijsbeleid (bv. d.m.v. een onderwijsraad).
Ze werkt samen met het hoger onderwijs in het kader van expertiseontwikkeling.
Ze werkt samen met centrumsteden met analoge uitdagingen én met de provincie Limburg.
Ze activeert fondsen om de stedelijke cel educatieve projecten verder uit te bouwen. De cel zal een grotere rol als “tussenpersoon” toegewezen krijgen.
Ze maakt middelen vrij waardoor ze Genkse onderwijsprojecten kan ondersteunen.
De eerste jaren zal er inhoudelijk bijzondere aandacht gaan naar het wegwerken van taalachterstanden en het sensibiliseren (responsabiliseren)
10
van alle Genkenaren voor het belang van onderwijs voor zichzelf en voor de toekomst van Genk. Gaandeweg kunnen er bijkomende accenten gelegd worden. Deze maatregelen zijn bedoeld zowel voor het kleuter-, basis-, als middelbaar onderwijs.
3.Goed wonen in Genk Een betaalbare woning voor elke Genkenaar Recht op menswaardig wonen is een absoluut basisrecht voor iedereen. Hiervoor moet men kunnen beschikken over een aangepaste woning, van goede kwaliteit, in een behoorlijke woonomgeving, tegen een betaalbare prijs en met woonzekerheid. De woningkwaliteit in Genk is gemiddeld beter dan in de rest van Vlaanderen. Ook over zijn woonomgeving is de Genkenaar in het algemeen tevreden. Toch dreigt er een tekort aan betaalbare kwaliteitsvolle en aangepaste woningen. Dit tekort brengt het “recht op wonen” in gevaar. Als het recht op wonen niet wordt gerealiseerd, brengt dit op andere levensdomeinen moeilijkheden mee zoals op het vlak van het gezinsleven, de studie van de kinderen, sociale contacten, gezondheid en administratie. In samenwerking met de partners op lokaal vlak wil CD&V-NVA het recht op wonen concreet en kwalitatief invulling geven, rekening houdend met de noden van de verschillende betrokken doelgroepen. De stad voert een integraal woonbeleid, informeert haar burgers en organiseert lokaal woonoverleg. Met het ruimtelijke ordeningsbeleid en grondbeleid hebben wij belangrijke hefbomen in handen. Ook de sociale huisvestingsmaatschappijen hebben blijvend een belangrijke rol te spelen inzake huisvesting. De welzijnsorganisaties hebben dan weer een rol in de begeleiding van bepaalde kansengroepen in hun zoektocht naar een aangepaste woning. CD&V-NVA wil deze samenwerking verder versterkt zien om de garantie op woning invulling te kunnen geven.
3.1. Een ideale mix drukt de prijzen Een stedelijk grondbeleid kan actief ingrijpen in de ontwikkeling van woongebieden en woonuitbreidingsgebieden. De stad (via het grondbedrijf) moet meer en meer een actieve speler zijn in de aankoop en verkoop van gronden en woningen. Zo kan de stad een corrigerende rol spelen t.o.v. de vrije markt en speculatie tegengaan. Een goed grondbeleid is volgens CD&V-NVA gestoeld op 4 peilers: een dynamische privémarkt, openbare verkoop van nieuwe kavels op de markt gebracht door de stad, verkoop van nieuwe kavels tegen schattingsprijs via een puntensysteem en tenslotte sociale huisvesting (huur- en koopwoningen). Door deze mix worden alle sociale geledingen van de Genkse maatschappij aangesproken en is het mogelijk de stijging van de prijzen binnen de perken te houden.
11
Met meer dan 13% sociale huurwoningen (omringende gemeenten 4%) op het totale woningenbestand heeft Genk in de voorbije decennia een belangrijk patrimonium inzake sociale huurwoningen gerealiseerd. Daarom dienen voor wat de sociale huurwoningen betreft de beschikbare middelen in de eerste plaats aangewend voor een kwaliteitsvolle vernieuwing en verbetering van het bestaande patrimonium. Begrippen als duurzaam en energiezuinig bouwen dienen in deze projecten te worden geïntegreerd. Nieuwe woonprojecten en verkavelingen moeten bij voorkeur gerealiseerd worden in gebieden die daar het meest geschikt voor zijn. Niet vlak langs een industrieterrein of een drukke verkeersweg. Indien mogelijk moeten nieuwe woonuitbreidingsgebieden ontwikkeld worden in de omgeving van bestaande bebouwingen en wijken. Nieuwe verkavelingen en projecten kunnen gerealiseerd worden op het voormalig mijnterrein van Winterslag en op plaatsen voorzien in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. De zoektocht naar een betaalbare geschikte woning wordt ondersteund door diverse informatiekanalen. Informatie via het internet (www.woneningenk.be), kranten en bladen vergroot de informatietoegankelijkheid inzake huisvesting. Om het kopen en renoveren van een bestaande woning aan te moedigen pleit CD&V-NVA ervoor de bestaande renovatiepremies voor de mijntuinwijken ook uit te breiden naar andere typische oudere tuinwijken.
3.2. Betaalbaar wonen in een aangepaste woning Eigenaar zijn van een woning vinden CD&V en NVA belangrijk. Het scherpt de eigen verantwoordelijkheid aan en biedt een geruststellende financiële situatie op het einde van de beroepsloopbaan. Toch is het ook belangrijk dat er voldoende aanbod is op de huurmarkt. De bevolkingscijfers in Vlaanderen dalen, en toch is er nood aan meer woningen. Dit heeft alles te maken met veranderende gezinspatronen en gezinsverdunning: er is een toename van het aantal alleenstaanden en éénoudergezinnen onder andere door vergrijzing en echtscheidingen. De huurprijzen zijn hoog. Woonkost neemt een steeds grotere hap uit het gezinsbudget. CD&V-NVA wil investeren in het zoeken naar betaalbare en duurzame woonformules. Hierbij denken we aan systemen van deelwonen, kangoeroewonen, aanleunwonen en pleegwonen. Nieuwe projecten op de sociale verhuurmarkt zullen gericht zijn op specifieke doelgroepen zoals senioren, jonge éénoudergezinnen, personen met een handicap en personen in armoede. Wij streven hierbij naar een geografische spreiding van deze projecten. Ook in Genk kiezen we voor de organisatie van een Sociaal Verhuurkantoor (SVK). De SVK’s breiden het aanbod huurbare woningen uit door zelf woningen op de particuliere huisvestingsmarkt te huren en deze door te verhuren tegen een sociaal tarief.
12
3.3. Aangename woonomgeving Bewoners moeten structureel betrokken worden als het gaat over de “leefbaarheid” van hun eigen woonomgeving. CD&V-NVA kiest voor een duurzame en sectoroverschrijdende aanpak om het samenleven van mensen met verschillende afkomst en achtergrond in dezelfde wijk te bevorderen. Er wordt daarom verder gewerkt aan bewonersraden, buurt- en wijkontwikkeling en het voeren van woononderzoeken en -bevragingen zoals het woononderzoek bij senioren. Als je de participatie bevordert, bevorder je eveneens de integratie. CD&V-NVA Genk wenst daarom binnen de wijkwerking een systeem uit te bouwen waarin bewoners binnen een wijkraad zelf over een budget beschikken. Genk moet een aantrekkelijke woonstad blijven. Goed onderhouden parken, pleintjes en groene ruimten en bufferzones in combinatie met kwalitatieve voorzieningen op het gebied van ontspanning, kinderopvang, winkelen, sport en cultuur zal nieuwe mensen aantrekken. CD&V-NVA Genk vindt een groene omgeving met laanbomen een meerwaarde voor de woonomgeving, maar wil de eventuele overlast die laanbomen met zich meebrengen aanpakken. Onderhoud en gericht snoeien zijn nodig. Onderzoek d.m.v. een laanbomenstudie dient in bepaalde gevallen uit te wijzen of het kappen en heraanplanten gewenst is. Speciale aandacht gaat ook naar de aanpak van slingervuil en snelheidsduivels in de wijken.
4.Vlotte en veilige verplaatsingsmogelijkheden in Genk Verkeersveiligheid: uw en onze prioriteit! Aandacht voor mobiliteit en verkeersveiligheid verdient voorrang in het Genkse beleid. Het is niet altijd gemakkelijk om verkeersveiligheid, een goede bereikbaarheid en toegankelijkheid van verschillende trekpleisters en een vlotte verkeersdoorstroming voor allerlei vervoersmiddelen, met elkaar te verzoenen. Het bestaande Genkse mobiliteitsplan blijft de basis om de veiligheid op onze wegen verder te garanderen maar het dient wel geëvalueerd te worden bij het begin van de volgende legislatuur. Wij willen hierbij de nadruk leggen op volgende thema’s.
4.1. Aandacht voor de zwakke weggebruiker Voetgangers en fietsers hebben in Genk een voetje (én een wieltje) voor, dat zie je aan de ruimte voor voetgangers in de wijken en het centrum en aan het
13
uitgebreid fietspadennet. Hieraan moet blijvend aandacht besteed bij de opmaak van nieuwe wegenisplannen. In de buurt van scholen is het daarenboven nodig dat de zone 30 zeer strikt wordt gerespecteerd bij het begin en aan het einde van de schooldag. Dat kan het best door het gebruik van variabele borden gecombineerd met gerichte controles. In dit kader zou de wegenis aan de scholencampus Bret en aan de Halmstraat ook heringericht moeten worden, waarbij uiteraard de positie van de zwakke weggebruiker centraal moet staan. In overleg met de scholen willen we overigens ook nog een fietsplan opstellen zodat jongeren gestimuleerd worden om met de fiets naar school te komen terwijl hun veiligheid op de weg gewaarborgd wordt.
4.2. Veilige wegen Daar waar een verlaagde snelheid gewenst is, verkiest CD&V-NVA Genk structurele ingrepen boven een bos aan snelheidsbeperkende verkeersborden. De aanleg van rotondes, versmalde rijbanen, snelheidsremmers en verhoogde kruispunten hebben in Genk effectief geleid tot minder en minder zware ongevallen. Het is onze bedoeling om een lijst op te stellen van ‘zwarte punten’ voor gemeentewegen. Zo kan bij opmaak van de jaarlijkse begroting voorgesteld worden om deze systematisch weg te werken door infrastructurele ingrepen. Ook de toegankelijkheid voor mensen met een handicap van nieuwe wegen en gebouwen moet altijd geëvalueerd worden, eventueel door een toegankelijkheidsbureau. Op gevaarlijke punten moet daarenboven overwogen worden om bijkomende onbemande camera’s te plaatsten. Deze dienen om overdreven snelheid te bestraffen en dus niet om de stadskas te vullen. De CD&V en de NVA wensen de inkomsten uit het boetefonds dan ook integraal te besteden aan verkeersbeveiligende maatregelen. Veilige wegen betekent ook een vlotte verkeersdoorstroming met zoveel mogelijk conflictvrije op- en afritten op de grotere verkeersassen. CD&V-NVA Genk eist dat de Vlaamse overheid werk maakt van de heraanleg van belangrijke wegen zoals de H. Fordlaan, de Westerring, de Hasseltweg en de André Dumontlaan.
4.3. Een vlot bereikbaar centrum Om het centrum van Genk aantrekkelijk en leefbaar te houden voor iedereen is CD&V-NVA Genk voorstander van gemakkelijk bereikbare gratis parkings op wandelafstand van het centrum, gecombineerd met een ruim aanbod aan overwegend ondergrondse parkeerplaatsen in het centrum zelf. De parkeertarieven moeten daarbij altijd minimum 20% goedkoper blijven dan in de ons omringende steden (Hasselt, Maastricht,…). Genk moet zijn troef van goede bereikbaarheid en vlotte en goedkope parkeermogelijkheden verder uitspelen.
14
4.4. Een aantrekkelijk centrum De werken die momenteel in het centrum in uitvoering zijn, zullen het uitzicht van Genk grondig veranderen. CD&V-NVA ziet grote kansen maar ook uitdagingen voor het vernieuwde centrum. CD&V-NVA zal in onderling overleg met de betrokken bewoners, handelaars en bezoekers er naar blijven streven om het aangenaam wonen en de commerciële functie van het centrum te versterken en op mekaar af te stemmen. In het bijzonder zal hierbij nagegaan worden of de invoering van een vorm van bewonersparkeren haalbaar en wenselijk is.
4.5. Een aantrekkelijk openbaar vervoersnet Het G-net van De Lijn kende de laatste jaren een sterk stijgend succes. Toch moeten bepaalde zogenaamd blinde vlekken weggewerkt worden in het busnet. De stationsomgeving moet, in het kader van de vernieuwing van het centrum een kwaliteitsvolle inkleding krijgen en het station moet meer dan nu het geval is, functioneren als een poort tot het centrum. Er moet jaarlijks een lijst opgesteld worden om zoveel mogelijk bushalten van een schuilhuisje te voorzien, hetgeen het comfort voor de gebruiker moet vergroten. De invoering van een zogenaamde belbus moet worden onderzocht.
4.6. ‘Minder hinder’ bij werken Via een duidelijke coördinatie van planning en uitvoering bij elk infrastructuurproject kunnen maatregelen genomen worden om de overlast te beperken. ‘Minder hinder’ voor omwonenden en handelaars moet een belangrijk aandachtspunt blijven, dat in elk project moet leiden tot duidelijke resultaten op het terrein en heldere communicatie met de betrokkenen. Ook naar aanleiding van evenementen blijft dit een aandachtspunt.
5.Een veilig Genk vereist alert beleid Respect afdwingen: veiligheid is een kerntaak CD&V-NVA Genk wil zich inzetten voor een samenleving waarin wederzijds respect voor elkaar een fundamentele waarde is. Iedereen verdient respect. Iedereen heeft recht op respect. De organisatie van onze samenleving moet deze fundamentele waarde garanderen. Dit betekent dat respect afdwingbaar moet zijn. CD&V-NVA heeft veiligheid steeds als een kerntaak beschouwd in het Genks beleid. En met succes, in Genk ligt de criminaliteit lager dan in andere centrumsteden. Toch vindt CD&V-NVA Genk dat we alert moeten blijven en de problemen moeten durven benoemen om ze te kunnen aanpakken.
15
De ingebruikname van het nieuw Genks politiehuis (in het voormalige Belgacom-gebouw) moet aangegrepen worden als kans om op het gebied van interne organisatie nog een stap vooruit te zetten.
5.1. Overlast kordaat aanpakken Op basis van het zonaal veiligheidsplan moet een kordate aanpak van overlast en onveiligheid rond scholen, winkelcentra, op publieke plaatsen en in de wijken georganiseerd worden. Speciale aandacht gaat hierbij naar alle vormen van afpersing. Andere specifieke overlastfenomenen zoals drugsgebruik en dealen, nachtlawaai en zogenaamd ‘kleine criminaliteit’ mogen niet gedoogd worden. Mensen en wijken hebben opnieuw nood aan een vertrouwenspersoon. CD&VNVA Genk ziet hierin een belangrijke rol voor de wijkagent. De volgende jaren moeten alle kansen verder aangegrepen worden om een politiekorps met een brede basis en met een beperking van haar administratieve taken uit te bouwen. Zo kan de politie meer zichtbaar aanwezig en meer aanspreekbaar zijn. Naast de rol van vertrouwenspersoon speelt de agent op het terrein ook een belangrijke rol in bemiddeling, sensibilisering en responsabilisering. Wij geloven dat een politioneel optreden het nuttigst is als dit gekaderd wordt in een ruimere aanpak waarbij ook wijkwerking, hulpverlening, onderwijs en huisvesting als beleidsdomeinen betrokken zijn. Herschikkingen in het politiekorps moeten tot doel hebben dat er extra operationele politie kan worden ingezet.
5.2. Consequente reactie op misdrijven Daadwerkelijke bestraffing is voor CD&V-NVA Genk essentieel. Alleen dan kan het strafrecht ontradend werken, alleen dan is justitie geloofwaardig. Continue informatie-uitwisseling en een goed overleg tussen gerecht en politie is noodzakelijk. CD&V-NVA Genk wenst het systeem van administratieve boetes uitgeschreven door gemachtigde ambtenaren waar mogelijk verder toe te passen. Op deze manier worden 2 doelstellingen samen behaald. Ten eerste worden een aantal ‘kleine’ maar overlast veroorzakende overtredingen zoals nachtlawaai en vandalisme snel en kordaat bestraft. Ten tweede ontlast dit systeem de werking van de normale politiediensten zodat deze meer tijd hebben voor andere vormen van grote en kleine criminaliteit.
5.3. Méér dan branden blussen. Via de brandweer wordt de civiele veiligheid van de burger gegarandeerd. De taak van de brandweer verschuift steeds meer naar preventie. Hoofddoel blijft branden en ongevallen voorkomen zodat het eerder de uitzondering dan de regel is dat er moet geblust worden of dat er mensen moeten bevrijd worden na ongevallen.
16
Het Genkse brandweerkorps dat ook andere gemeenten (As, Opglabbeek, Zutendaal, Houthalen-Helchteren) beschermt, zal inzake preventie een voortrekkersrol spelen in heel de zone Oost-Limburg. Uiteraard moet er goed kunnen worden getraind om, waar nodig, snel en efficiënt te blussen en te bevrijden.
6.Doordachte ruimtelijke ordening in Genk De ruimte, de kracht…om te wonen, te werken, te ontspannen,… Genk heeft ondanks de vele stedelijke functies die het vervult, haar open en groen karakter kunnen bewaren. Vele Genkenaars appreciëren dit enorm. Genk heeft letterlijk nog ruimte om te groeien en nieuwe activiteiten aan te trekken. Dit is een geweldige troef op het gebied van werken, wonen en ontspanning. Toch moet het beleid met het oog op de toekomst blijvend duurzaam omspringen met het invullen van de nog beschikbare ruimte. De algemene langetermijnvisie over invulling van de ruimte op het Genkse grondgebied is sinds begin 2006 neergeschreven in het Genks ruimtelijk structuurplan (GRS).
6.1. Het centrum en de wijken: even belangrijk Genk verdient een aantrekkelijk en levendig centrum (de zogenaamde stadsstrip) waar het aangenaam is om te wonen en waar je rustig een terrasje kan gaan doen na een ontspannend dagje winkelen. De huidige ontwikkelingen op het stadsplein spelen hier zeker op in. In de nabije toekomst moet bekeken worden hoe Shopping 1, de Grote Markt en de stationsomgeving verder verfraaid kunnen worden. Genk maakt deel uit van het stedelijk gebied Hasselt-Genk. In deze optiek vindt CD&V-NVA dat Genk en Hasselt best samen een ruimtelijk beleid uitstippelen als evenwaardige partners. Bij de herinrichting van de Grote Markt dient ook een instrument te worden ontwikkeld dat de aanwezigheid van horecazaken specifiek stimuleert. Genk heeft uiteraard ook een lange traditie van aandacht voor de wijken. Dankzij doorgedreven inspanningen van het bestuur hebben de Vennestraat, de Stalenstraat en de Hoevenzavellaan de laatste jaren aan aantrekkelijkheid gewonnen. Bewoners van de mijntuinwijken kunnen aanzienlijke subsidies bekomen bij de renovatie van hun woning. CD&V-NVA Genk vindt dat dit reglement ook moet worden uitgebreid naar andere typische oudere tuinwijken. In het algemeen moet de kwaliteit van de bestrating van de wijken minstens om de 8 jaar gecontroleerd worden en indien nodig een opknapbeurt krijgen of worden vernieuwd. Op het gebied van rioleringswerken dient de aandacht te gaan naar de ontkoppeling van regenwater en afvalwater. De leefbaarheid van woongebieden in Genk-Zuid moet blijvend opgevolgd worden.
17
6.2. Ruimte voor nieuwe stedelijke voorzieningen In Winterslag is C-mine een groot succes. Er blijft echter nog ruimte voor nieuwe initiatieven in de sector van de creatieve economie, design en media. De interesse hiervoor is groot. De media- en designacademie zal verhuizen naar een nog nieuw op te richten schoolgebouw. Er is ruimte om in totaal 600 bijkomende woningen te realiseren in het gebied achter de huidige gebouwen. Op termijn kan Winterslag zo een tweede attractieve stedelijke pool worden die nauw aansluit bij het centrum. Rond de terril van Zwartberg is er ruimte voor een nieuwe KMO-zone die ingevuld kan worden met aandacht voor duurzame ontwikkeling. Zo zullen er geschakelde industriegebouwen worden opgericht om ruimte en energie te sparen. Lager gelegen hallen zullen uitgerust worden met groene daken om een aangenaam zicht te creëren vanuit de hoger gelegen kantoren. Het terrein van de voormalige zoo biedt ruimte voor een recreatieve invulling. Op het mijnterrein van Waterschei kan het aantrekken van hoogwaardige bedrijven als hefboom dienen voor de herwaardering van de André Dumontlaan en het realiseren van betaalbare woningen op de Sint-Janssite. De terril van Winterslag moet uitgebouwd worden tot sport en ontspanningsgebied waar recreatie en respect voor de natuur samengaan. Ook rond het stadion van KRC Genk kan een recreatiezone met aangepaste commerciële links tot ontwikkeling gebracht worden. De site rond het oud ziekenhuis kan verder ingevuld worden met voorzieningen voor welzijns- en ouderenzorg en kinderopvang. De zorgcampus rond het ZOL kan ook verder uitgebouwd worden. Stilaan neemt de ontkerkelijking toe. De onderhoudslast van kerken en kloosters wordt gedragen door steeds minder mensen. De vraag is of we het hele kerkpatrimonium uitsluitend of grotendeels kunnen blijven gebruiken voor erediensten. Samen met de kerkraden en de naaste betrokkenen zoals buurtbewoners, verenigingen en parochianen dient er te worden nagedacht over maatschappelijk gefundeerde neven- of herbestemmingen zodat deze gebouwen een mogelijk nieuw publiek kunnen bewegen tot herontdekking. CD&V-NVA Genk vindt dat de discussie over de bestemming met respect voor de sacrale betekenis van het gebouw gevoerd moet worden, zonder daarom blind te zijn voor toekomstige ontwikkelingen.
6.3. Een eigen vergunningen- en handhavingsbeleid De stedelijke dienst ruimtelijke ordening krijgt steeds meer taken. Deze dienst moet verder uitgebouwd worden tot een dienst waar de burger centraal staat. Snelle en correcte informatie verschaffen kan volgens CD&V-NVA Genk het best indien er een systeem van integraal dossierbeheer op poten wordt gezet waarbij je aan één loket terecht kunt bij één persoon die verantwoordelijk is voor één volledig dossier. Hiertoe dienen de diensten intern te worden gereorganiseerd. Ook investeringen in nieuwe technologieën zoals een GIS (geografisch informatie systeem) moeten zowel de interne werking als de dienstverlening naar de burger verbeteren. Het vergunningenbeleid vormt ook de basis voor een goed handhavingsbeleid, het steunt op preventieve en repressieve maatregelen, met controles ter plaatse. Er dient tevens een aanvaardbare oplossing gezocht te worden voor zonevreemde woningen, gebouwen en
18
sportaccommodaties. Het gaat hier over een erfenis uit het verleden waar omzichtig mee moet worden omgesprongen. Een goed ruimtelijk beleid kan enkel tot stand komen door de bewoners correct en tijdig te informeren en hen te betrekken bij op stapel staande plannen. Zo moet de stad voor informatieverspreiding meer blijven doen dan wat wettelijk is voorzien. Ze raadpleegt en informeert de inwoners via hoorzittingen, bezoeken en vergaderingen. Zo ontstaat er een maatschappelijk draagvlak, dat essentieel is om ruimtelijke conflicten te vermijden.
7.Zorg voor het leefmilieu in Genk Genk groene stad De natuur is iets prachtigs. Het lijkt allemaal zeer vanzelfsprekend en eeuwigdurend. Maar dat is het niet. We leven met veel mensen op een kleine oppervlakte en dat gaat zeer vaak ten koste van de natuur. Toch leeft iedereen graag in een nette, verzorgde omgeving. Iedereen wandelt graag in bos of park om te genieten van het groen. Daarom moet het Genkse stadsbestuur haar verantwoordelijkheid blijven nemen. Wij moeten een evenwicht blijven vinden tussen ruimte voor werken, wonen, ontspannen,… en de natuur. Hiervoor moet een maatschappelijk draagvlak zijn. Als het van ons afhangt zullen we dit doen door redelijke maatregelen te nemen die niet te veel regelgeving vragen en door hierover goed te communiceren. De boscompensatieregelgeving opgelegd door de Vlaamse overheid wordt door veel Genkse burgers en bedrijven en als onrechtvaardig beschouwd. CD&V-NVA Genk volgt deze redenering en zal ervoor pleiten deze regelgeving voor wat bouw- en industriegrond betreft, af te schaffen.
7.1. Afval We willen in Genk nog meer dan vroeger een voorbeeld zijn voor onze burgers door op de diensten minder afval te produceren en het afval te sorteren. Dit kan door gebruik te maken van de digitale in plaats van de papieren informatieweg, door gebruik te maken van duurzame materialen en schoonmaakmiddelen en dit ook te eisen bij uitbestedingen, door eigen groenafval te composteren en te hergebruiken,… Genk is recent tot de properste stad van Vlaanderen uitgeroepen. Dit is het resultaat van een goed beleid, volgehouden inspanningen van de betrokken stadsdiensten en van de Genkenaren zelf. Dit willen we zo houden. Daarom zal CD&V-NVA Genk de middelen die de diensten leefmilieu en reiniging nodig hebben om Genk proper te houden blijven garanderen. Maar ook verenigingen en scholen kunnen hier hun steentje bijdragen. Zij kunnen het peterschap van een stuk natuur op zich nemen, eenmalige afvalopruimacties ondernemen of tijdens evenementen aan afvalopruiming doen. Subsidies fungeren hiervoor als aanmoediging. Opdat al deze inspanningen niet teniet worden gedaan door allerlei misbruiken van anderen kan er opgetreden worden met administratieve boetes. CD&V19
NVA Genk wil dat de dienst leefmilieu nauwer samenwerkt met de lokale politie en de wijkmanagers zodat sluikstorters, maar ook verspreiders van klein zwerfvuil, graffitispuiters en dergelijke opgespoord en bestraft kunnen worden. Afvalverwerking kost enorm veel geld. We zullen dit niet volledig doorrekenen aan de burger. Er wordt wel een bijdrage naar hoeveelheid (rest)afval gevraagd volgens een diftarsysteem (gedifferentieerde tarieven). Dit zal leiden tot beter sorteren en minder afvalproductie. Wie goed het papier, glas, GFT en plastiek sorteert zal veel minder betalen dan wie alles in de restafval-zak steekt. Wie sorteert en de moeite doet om het afval zelf weg te brengen moet terecht kunnen in de gratis containerparken.
7.2. Water, zon en energie CD&V-NVA Genk wil iedereen aanzetten tot spaarzaam en duurzaam energiegebruik door te sensibiliseren en bouw- en renovatiesubsidies toe te kennen. Naast subsidies voor energiebesparende maatregelen willen we ook verder sensibiliseren om minder energie te verbruiken. Dit willen we doen door specifieke acties op te zetten rond spaarzaam waterverbruik, een autoloze zondag, autovrije zones, spaarlampen,… Verder moeten we onderzoeken of de stad zelf de uitdaging kan aangaan om alternatieve energie te verwekken voor eigen gebruik. Tot slot moet er bij nieuwe rioleringswerken op industrieterreinen en in wijken geïnvesteerd worden in de afkoppeling van regenwater.
7.3. Lawaaihinder en milieuverontreiniging Lawaai wekt ergernis. Een gezonde portie verdraagzaamheid is noodzakelijk, maar CD&V-NVA Genk wil waar mogelijk de geluidsoverlast beperken. Er zal gezocht worden naar een oplossing voor de lawaaihinder van oa de Westerring, de Oosterring en de autosnelweg. Dit is de bevoegdheid van het gewest. Maar wij zullen dit blijven aankaarten en blijven aandringen op het nemen van gepaste maatregelen. De aanpak van overlast door straatlawaai, vuurwerk en andere zal indien nodig met administratieve boetes aangepakt worden. Wij ijveren voor meer controles en kordaat reageren op klachten. We willen ook samen met enkele grote Genkse bedrijven zoeken naar maatregelen ter verbetering van de levenskwaliteit in de aangrenzende woonzones. De recent gemeten (mogelijke) vervuiling moet verder worden onderzocht en dit onderzoek moet leiden tot gepaste maatregelen. Bodemonderzoek aan het oud gemeentelijk stort zal uitwijzen of hier verdere sanering nodig is.
20
7.4. Toegankelijk groen: bos, park en stadsverfraaiing. Genk heeft nog grote en kostbare stukken natuur. Deze rijkdom moet goed beheerd worden. We onderscheiden hierin drie luiken: Beheer van grote bossen en heideoppervlakten. Dit houdt in dat sommige bossen, o.a. rond de Melberg, zullen ingericht worden tot openbare recreatiegebieden. Andere bossen zullen beschermd worden en beplant worden met inheemse boomsoorten, zodat hun ecologische waarde stijgt. Behoud, verbetering en uitbreiding van kwetsbare vijvers, beekvalleien en brongebieden. Deze gebieden ondervinden veel hinder van bebouwing, infrastructuur en industrie. Omdat zij de habitat zijn van zeldzame fauna en flora zullen we hier extra maatregelen nemen. Het openbaar groen, zoals bermen, pleinen en parken, staat dan weer dichter bij onze directe leefwereld. Groen binnen de bebouwde gebieden verhoogt de aantrekkelijkheid en leefbaarheid. Naar aanleiding van de verdichting van de woonzones zal er dan ook rekening gehouden worden met de bestaande groenstructuren en getracht worden nieuwe landschapselementen te creëren.
8.Aangenaam leven in Genk Voor de Genkenaar mag het ietsje meer zijn… 8.1. Genk sportstad Mensen op een kwalitatieve manier aan het bewegen en sporten krijgen, kan enkel indien het aanbod aan sportmogelijkheden divers en uitgebreid is. Genk bouwde in de loop der jaren een stevige reputatie uit op sportgebied zowel voor wat betreft recreatieve sportbeoefening als voor sporten in competitieverband. Streven naar een maximale deelname betekent oog hebben voor toegankelijkheid, betaalbaarheid, nabijheid. Speciale aandacht dient te gaan naar doelgroepen zoals senioren, allochtonen, mensen met een handicap én sport in een niet-georganiseerd kader. In de sport ontmoeten mensen elkaar, ontstaan relaties en vriendschappen. Sport kan een belangrijk middel zijn om integratie te bevorderen. Clubs die hierin initiatieven nemen dienen extra gesteund te worden.
8.1.1. Sportinfrastructuur Na de renovatie van het zwembad dient de laatste fase van de renovatie van het sportcentrum te worden afgerond: de sporthal. Hierbij moet de kans gegrepen worden om deze hal op te waarderen en eventueel uit te breiden met een tweede sportveld. Ook de cafetariafunctie dient meer bij de sporthal te worden betrokken. Zo wordt een commercieel aantrekkelijke locatie gecreëerd voor onze beste indoorsportclubs. 21
De inplanting van een nieuwe overdekte sportaccomodatie in Genk Zuid wordt onderzocht. Het geluidssportencircuit van Horensbergdam moet zich verder binnen de wettelijke normen kunnen ontwikkelen tot een regionaal circuit met internationale uitstraling. De locaties voor recreatievoetbalploegen worden geconcentreerd op een beperkt aantal plaatsen. Door overleg en coördinatie kan ook hier de kwaliteit van de infrastructuur en de sportbeoefening worden verhoogd. Laten we tenslotte niet vergeten dat Genk dankzij doorgedreven inspanningen van o.a. het stadsbestuur in het verleden uitgerust is met een modern en veilig fiets- en wandelpadennetwerk, en dat ook andere recreatieve buitensporters zoals ruiters en mountainbikers hun hartje kunnen ophalen in het Genkse groen.
8.1.2. Sportpromotie De stad voert haar sportpromotionele opdracht uit in nauw overleg met de sportraad en de sportclubs. Grote evenementen en publiekstrekkers hebben een wervend effect voor de sport in het algemeen en voor Genkse clubs in het bijzonder. De stad dient dan ook de organisaties achter bestaande en potentieel nieuwe grote sportevenementen te blijven ondersteunen. De sportkampen, georganiseerd door de stedelijke sportdienst in de schoolvakanties zijn een groot succes. Er moet onderzocht worden of het aanbod niet verder kan worden uitgebreid. Integratie door sport, de projecten die uitgebouwd zijn in ‘De uitdaging’ dienen verder te worden versterkt. In dit kader dienen er ook verder verbanden te worden gelegd tussen het jeugdwerk en de sportdienst. En met de opvoedingswinkel voor wat de rol van de ouders betreft.
8.1.3. Ondersteuning voor de clubs CD&V-NVA Genk vindt dat initiatieven die een verbetering van de kwaliteit tot doel hebben financieel moeten worden ondersteund. Zo dienen er middelen te worden uitgetrokken voor de clubs die met gediplomeerde trainers werken en voor clubs met een uitgebreide jeugdwerking. Ook subsidies voor infrastructuur en verbeteringswerken blijven noodzakelijk. Clubs die veel werken zelf uitvoeren mogen door het subsidiereglement niet worden benadeeld. De sportdienst staat daarenboven ten dienste van alle Genkse clubs en dient ze actief te ondersteunen.
8.2. Cultuur voor elke Genkenaar Cultuur bindt en verruimt de samenleving. Cultuur mag geen exclusief goed zijn enkel bereikbaar voor zij die het kunnen betalen of het (willen) begrijpen. Cultuur is een basisrecht voor iedereen.
22
Een lokale overheid moet daarom zoveel mogelijk obstakels opruimen zodat een divers, toegankelijk, betaalbaar en kwaliteitsvol cultuuraanbod mogelijk wordt dat gericht is op verschillende doelgroepen. Dit aanbod is complementair aan dat van de verenigingen. Genk kent immers een bloeiend verenigingsleven dat maximaal ondersteund moet worden. Ook de initiatiefzin voor nieuwe, niet altijd structurele projecten moet geprikkeld en ondersteund worden zonder in de plaats te treden.
8.2.1. Een multifunctionele culturele infrastructuur op C-Mine De nieuwe culturele infrastructuur opent nieuwe mogelijkheden. Ook technisch gecompliceerde en grote voorstellingen zullen in Genk kunnen plaatsvinden, zodat het publiek ook voor dergelijke evenementen in de eigen stad terecht kan. C-mine zal gekenmerkt worden als een plek waar interessante culturele partners via nieuwe samenwerkingsverbanden op het gebied van film en tentoonstellingen een uniek aanbod kunnen realiseren. Om deze samenwerking te bevorderen zal het cultuurcentrum al voor de ingebruikname van de nieuwe infrastructuur contact zoeken met de respectievelijke partners. Op termijn moet duidelijk worden waar CC Genk voor staat: een programmering die doorspekt wordt met multi-etnische invloeden en openstaat voor iedereen, die de grote C niet schuwt maar ook niet verheft tot ultieme kunst. Een doorgedreven samenwerking tussen het aanbod en de verenigingen biedt voor beide een meerwaarde. Betaalbaarheid blijft daarbij een grote bekommernis. De bestaande zaal (huidige schouwburg) kan in dit verband goedkoop aan de verenigingen aangeboden worden.
8.2.2. Een dynamische en vlot toegankelijke bibliotheek op het stadsplein De nieuwe bibliotheek moet in de volgende beleidsperiode uitgroeien tot een ‘informatiecentrum’ met aandacht voor nieuwe technologieën. De bibliotheek is er uiteraard voor alle Genkse inwoners, maar ze moet ook haar regionale opdracht waar maken. Er dient eveneens onderzocht te worden of we een boekendienst aan huis kunnen opzetten voor langdurig zieken, mindervalide personen, ouderen…
8.2.3. (minimum) Eén degelijk uitgeruste en toegankelijke culturele infrastructuur per wijk voor de verenigingen Verschillende Genkse verenigingen zijn op zoek naar betaalbare ruimtes om hun uiteenlopende functies te vervullen. Gemeenschapsvorming, -opbouw en versterking is slechts mogelijk met aangepaste infrastructuur: 1 m_ socioculturele infrastructuur per inwoner is een minimumnorm. Deze infrastructuur moet multifunctioneel zijn en is voor verschillende wijkverenigingen bereikbaar en betaalbaar. Toch zien meer en meer zaaluitbaters het niet meer zitten. De vergrijzing trekt zich ook door in de uitbating van parochiezalen.
23
Daarom moet er geïnvesteerd worden in één goed uitgebouwde infrastructuur (niet altijd nieuw!) per wijk waar jong, oud, allochtoon of autochtoon terecht kan. Het beleid neemt deze taak op samen met de aanwezige verenigingen zonder de verantwoordelijkheid volledig over te nemen.
8.2.4. Een toekomstvisie voor het stedelijke Emile Van Dorenmuseum Een herbronning van de invulling van het Emile Van Doren-museum dringt zich op. Het enige stedelijke museum van Genk moet een volwaardige plaats krijgen in het cultuurbeleid van de stad en deel uitmaken van het toeristisch aanbod van de provincie. Samenwerkingsverbanden binnen en buiten Genk worden opgezet om de toeloop naar het museum te bewerkstelligen en een zekere dynamiek in het museum te garanderen.
8.2.5. De uitbouw van een vrijetijdswinkel Aan dit loket kan je terecht met alle vragen rond vrije tijd en vrijetijdsbeleving, sport, cultuur en toerisme. Tickets bestellen, grabbelpasactiviteiten, vragen rond het fuifbeleid, op zoek naar een vereniging…. De Vrijetijdswinkel geeft je het antwoord. De ligging van deze ‘winkel’ moet zo laagdrempelig mogelijk zijn (vlot bereikbaar, openingstijden) en ligt in de bibliotheek.
8.2.6. Optimale ondersteuning van socio-culturele verenigingen Socio-culturele verenigingen verdienen meer structurele ondersteuning. Verenigingen zijn de vinger aan de pols van de bevolking. Zij organiseren vaak culturele activiteiten vanuit een maatschappelijke invalshoek. Omdat ze bijna uitsluitend met vrijwilligers werken, is het belangrijk om hun culturele inbreng naar waarde te schatten. De stad blijft financiële, materiële, infrastructurele, logistieke en communicatieve ondersteuning bieden via aangepaste gemeentelijke subsidiereglementen, via ondersteuning op maat aan groepen die ademnood hebben, via vernieuwende initiatieven op gebied van jongerenculturen. Zonder onderscheid moeten verenigingen van deze steun kunnen genieten, zowel de klassieke socio-culturele vereniging als meer hedendaagse vormen van zich verenigen, zoals bvb rockgroepjes.
8.2.7. Prikkelen van het vrij initiatief Jonge of beginnende kunstenaars krijgen nog te weinig professionele begeleiding en hulp. Om hen groeikansen te bieden is er nood aan een doordacht atelier- en repetitieruimtebeleid. Dat draagt tegelijkertijd bij tot stads- en buurtherwaardering want op heel wat plaatsen staan er centraal gelegen ruimtes leeg en zoekt men naar een herbestemming. De aanwezigheid van professionele kunstenaars in de stad creëert een meerwaarde. Amateurkunstenaars dienen een platform te krijgen.
8.2.8. Genk als kunstenfabriek, als creatieplek bij uitstek Heel wat professionele culturele organisaties (Flacc, De queeste, tor …) vinden hun plek in het Casino in Waterschei.
24
Het beleid ondersteunt hen en anderen, omdat zij elk op hun manier de cultuurbeleving in de stad helpen te dynamiseren. De stad heeft in het bijzonder oog voor sociaal-artistieke projecten. Deze projecten zijn middelen om mensen te laten kennismaken met elkaar en met cultuur om zo het sociaal weefsel te versterken, het is eveneens een manier om kunst in de stad een plek te geven, omdat kunst ons anders over de dingen leert nadenken. Binnen de sociaal-artistieke projecten worden ook vaak verschillende beleidsdomeinen met elkaar verbonden. De nood aan een sociale artistieke werkplaats dient ingevuld te worden. Het Casino in algemene zin verscherpt zijn profiel als productieplek voor kunsten.
8.3. Respect voor Genkse gezinnen CD&V-NVA Genk wil een thuis voor iedereen, waar mensen op adem kunnen komen, waar kinderen tot gelukkige, zelfstandige en weerbare mensen kunnen opgroeien. “Thuis“ is de kleinste eenheid van menselijke verbondenheid. CD&V-NVA Genk komt op voor een welgezinde samenleving, een samenleving die gezinsleden alle kansen biedt op een harmonieuze ontplooiing. De duurzaamheid van het gezinsleven in al zijn vormen is een belangrijke voorwaarde voor het welzijn van kinderen en volwassenen. CD&V-NVA Genk wil alle mannen, vrouwen, kinderen en ouderen ondersteunen die zorg willen opnemen voor elkaar en kiezen voor een duurzame band.
8.3.1. Positieve benadering De gezinsstructuur is grondig veranderd: CD&V-NVA Genk wil, naast het traditionele gezin ook de talrijke nieuwe gezinsvormen ten volle ondersteunen en ontplooiingskansen bieden. Binnen de Genkse context zien we o.a. door gezinshereniging ook een nieuwe migratiegolf ontstaan: de uitdaging is om deze nieuwe migranten en asielzoekers te integreren in het Genkse leven. Wij zijn voorstander van een zogenaamde gezinstoets. Beleidsvoorstellen worden onderzocht op hun effect op gezinnen met kinderen. Indien nodig moeten corrigerende maatregelen genomen worden. CD&V-NVA Genk wil gezinsondersteunende maatregelen handhaven en optimaliseren: stedelijke toelagen moeten gezinsvriendelijk zijn en rekening houden met veranderde gezinsvormen in onze samenleving (geboortepremie, financiële tussenkomst in de elektriciteits- en waterfactuur…) de stad werkt mee aan het verder onderzoeken en uitbouwen van een betere toegankelijkheid tot het stedelijk aanbod voor alle gezinnen (i.s.m. OCMW). Uitbreiding van het geautomatiseerd rechtenonderzoek naar gezinnen: in het sociaal huis wordt elk gezin specifiek geïnformeerd waar het recht op heeft.
25
actief meewerken aan projecten rond preventieve gezondheidszorg, aan sensibilisering rond intrafamiliaal geweld… CD&V-NVA Genk is zich terdege bewust van verschillende behoeften en vragen. Het gezin moet in alle verscheidenheid een plaats krijgen binnen het stedelijk beleid en zoveel mogelijk ondersteund worden.
8.3.2. Voorschoolse en buitenschoolse opvang De combinatie van gezin, arbeid en vrije tijd blijkt vaak erg moeilijk, maar speelt een belangrijke rol in onze samenleving. Vele ouders zoeken opvang voor hun kinderen, liefst in hun directe woon-, leef- en werkomgeving. CD&V-NVA Genk kan hen helpen door het verder uitbouwen van de voorschoolse en buitenschoolse opvang : De stad neemt een coördinerende en adviserende rol op zich betreffende de buitenschoolse kinderopvang met als resultaat een kwalitatief en behoeftedekkend aanbod, in samenwerking met bestaande instanties. Hierbij streeft men naar een sterke spreiding over het grondgebied. Verder ondersteunen en uitbouwen van schooloverstijgende buitenschoolse opvangprojecten (met extra aandacht voor de integrale opvang van kinderen met een handicap) Stimuleren van ouders en buren om te participeren in de voorschoolse en buitenschoolse opvang via buurt-en nabijheidsdiensten vb. wijkontwikkeling, huiswerkbegeleiding… Het opzetten of ondersteunen van initiatieven voor occasionele opvang in samenwerking met bestaande initiatieven (vb, bij ziekte van het kind) Verder uitbouwen van specifieke opvang in de vakantieperiodes (speelpleinwerking, grabbelpas, sportkampen,…) en stimulansen bieden aan kinderen uit sociaal kwetsbare milieus om deel te nemen aan wat de maatschappij biedt. Opstarten en uitbouwen van één Centrum voor Kinderopvang (CKO) waarbij de stad participeert en de regierol opneemt met zoveel mogelijk partners in een samenwerkingsverband. De stad staat in voor het informeren van de Genkenaren wat betreft alle mogelijkheden i.v.m. voorschoolse en buitenschoolse opvang (infobrochure) te verkrijgen via stadhuis, onthaalmoeders, kinderdagverblijven en scholen…
8.3.3. Opvoedingsondersteuning Opvoeden is niet altijd even gemakkelijk. Sommige ouders hebben nood aan bijzondere ondersteuning in de vorm van informatie, advies, deskundige hulp. CD&V-NVA Genk wil mogelijkheden bieden om hun pedagogische draagkracht te ondersteunen en te vergroten door het stimuleren van vormingsinitiatieven, door de organisatie van specifieke projecten (zoals bv. ‘De uitdaging’), via het
26
verschaffen van informatie door de stedelijke Cel Educatieve Projecten en via de Opvoedingswinkel. Samenwerking en netwerkvorming met andere actoren zoals de scholen, gezinshulp, consultatiebureaus, het CLB en andere welzijnsvoorzieningen is een voorwaarde voor een effectief en kwalitatief aanbod.
8.4. Jeugd is Genkse toekomst Kinderen en jongeren vormen onze toekomst. Daarom is het goed dat ze op jonge leeftijd een zeker vertrouwen krijgen en ook verantwoordelijkheid leren nemen. Op die manier kunnen ze hun capaciteiten ten volle ontwikkelen en kunnen hun jonge bruisende ideeën langzaam groeien. Tegelijkertijd willen we onze kinderen vooral ook nog kind en onze jongeren nog jong laten zijn. Om nog meer dan nu tot een duurzame, sociale en veilige gemeente te komen moeten kinderen en jongeren met elkaar kunnen spelen, sporten, fuiven, participeren in de jeugdbeweging en vrije initiatieven kunnen nemen. CD&V-NVA Genk wil jongeren de nodige ruimte geven om zich ten volle te ontplooien en heeft daarbij ook aandacht voor diegenen met specifieke problemen of een grotere kwetsbaarheid. Jeugd is niet enkel jeugd in vrije tijd. Zij leven in een gezin, in een buurt, een wijk, gaan naar school, naar een sportclub, muziekles, kerk, moskee,… Al deze facetten hebben invloed op de opvoeding en vorming van onze jeugd. Wij streven naar gezonde, initiatiefnemende jongeren, verweven in onze maatschappij en met een voldoende dosis vertrouwen in zichzelf. Daarom moet ons beleid consequent zijn in al haar facetten en rekening houden met al deze wederzijdse invloeden. Om dit alles uit te bouwen zijn er voldoende middelen nodig. Genk ontvangt van de Vlaamse Gemeenschap een budget voor haar jeugdbeleid en voegt daar een eigen budget aan toe. CD&V-NVA Genk zal in haar beleid nooit besparen op dit budget. De nodige financiële, materiële en inhoudelijke ondersteuning blijven ten alle tijden gewaarborgd.
8.4.1. Participatie van jongeren CD&V en NVA Genk willen kinderen en jongeren betrekken bij de beslissingen die een impact hebben op hun leefwereld. We hebben sinds vele jaren een dynamische jeugdraad. CD&V-NVA Genk wint regelmatig advies in en zal deze adviezen en suggesties ook in de toekomst steeds respecteren. De opbouw van het gemeentelijke jeugdwerkbeleidsplan komt mede tot stand door leden van de jeugdraad. De talrijke initiatieven van de jeugdraad, zoals Jongstuimig Genk en het nachtelijke voetbaltornooi, zullen worden toegejuicht en ondersteund. Andere inspraakmogelijkheden worden ook benut, denken we aan het brede jeugdonderzoek en kleinschaligere bevragingen. Door deze bevragingen kunnen ook we inspelen op de specifieke behoeften van de jeugd.
27
Voorbeelden hiervan zijn de op maat gesneden fuifsubsidie en het vernieuwde lokalen-subsidiereglement. Door deze laatste impuls zullen steeds meer jeugdbewegingen hun lokalen kunnen vernieuwen en verbeteren. Het representatieve jeugdonderzoek is een ijkpunt om bevragingen in de toekomst mee te vergelijken. Hierdoor zullen we ons beleid kunnen toetsen aan de mening van de kinderen en de jongeren zelf. Communicatie met jongeren gebeurt verder via de website, die we jeugdvriendelijker willen maken, het JIP (jongeren informatiepunt), een deel over jeugd in het gemeentelijke infoblad en via een nieuwsbrief van de jeugdraad. Ook zal de kinderinspraak via het project ‘Gene kwatsj’ verder worden uitgebouwd.
8.4.2. Jeugdwerk en individuele jongeren CD&V-NVA Genk erkent de belangrijke rol van het jeugdwerk (jeugdverenigingen, jeugdhuizen, jeugdwelzijnswerk…) bij de persoonlijke vorming van jongeren. Een levendig verenigingsleven verhoogt de kwaliteit van de samenleving. Genk verleent deze verenigingen daarom al sinds lang financiële, inhoudelijke en materiële ondersteuning en zal dit blijven doen. We hebben veel vertrouwen in het lokaal jeugdwerk en zullen alle jeugdverenigingen blijven ondersteunen. CD&V-NVA Genk wil, nog meer dan vroeger, de vorming van jeugdbegeleiders stimuleren zodat ze op een verantwoorde manier leren leiding geven. Verder zullen we ook blijven luisteren naar het lokaal jeugdwerk. We hebben oog voor specifieke, lokale problemen en zullen waar nodig een oplossing op maat vinden. Naast de jeugdbeweging en het jeugdwelzijnswerk is een aanvullend en aantrekkelijk aanbod voor tieners belangrijk, vooral tijdens vakantieperiodes of voor- en na de schooluren, wanneer de ouders moeten werken. Initiatieven zoals een 18-jarigendag, grabbelpas en swappas, sport-en-spelweken, speelpleinwerking, instuif, jeugdhuizen, factor J, Jongstuimig-Genk, de uitdaging e.d. werden al opgericht en zullen verder ondersteund en uitgebreid worden. Het overrompelende succes van sommige initiatieven moet opgevangen worden zodat iedereen hiervan kan meegenieten. CD&V-NVA Genk wil een heus graffitibeleid uitwerken. Dit beleid wil ervoor zorgen dat jongeren zich creatief kunnen uitleven in deze expressievorm maar zonder openbaar of privé-eigendom te beschadigen CD&V-NVA Genk heeft ook oog voor jongeren die niet bij het jeugdwerk of een sportclub zijn aangesloten. Laagdrempelige initiatieven vanuit de jeugddienst of van andere initiatiefnemers willen we daarom verder opzetten en steunen. De jeugdhuizen en het nieuwe jeugdcentrum moeten zo ingericht worden dat ze deze individuele jongeren kunnen bereiken en aanspreken. Jongeren uit bepaalde doelgroepen, die moeilijk te bereiken zijn, vinden minder snel aansluiting bij het lokaal jeugdwerk. In Genk zullen gevormde jeugdwerkers en jeugdwelzijnswerkers hen tegemoet blijven komen.
28
Hier krijgen kinderen en jongeren met specifieke problemen een extra stimulans. Zij hebben het immers moeilijk om zelf de stap te zetten naar het reguliere aanbod. Toch blijven we ook de uitdaging aangaan om jongeren met verschillende achtergronden meer met elkaar in contact te laten komen, opdat ze veel van elkaar leren en elkanders leefwereld vergroten. Ook al lijkt dit soms moeilijk of zelfs overbodig op korte termijn, toch durft CD&V-NVA Genk hier steeds opnieuw de vinger op de wonde te leggen. In overleg en door middel van positieve stimulansen moet er in Genk een brug kunnen groeien tussen, en vooral vanuit, de diverse leefwerelden. Dit is niet enkel een verrijking maar ook noodzakelijk om de goede verhoudingen tussen de culturen te behouden. Dit is in het verleden gelukt, maar er moet steeds opnieuw aan gesleuteld worden.
8.4.3. Ruimte en infrastructuur Op vele plaatsen is ruimte is schaars. In Genk hebben we steeds grote stukken groen weten te behouden (zie ook het luik over milieu en over ruimtelijke ordening). Naast speelbossen en speelvelden kent Genk een uitgebreide spreiding van speelpleintjes en hangplekken. Toch mag deze ruimte niet misbruikt worden. Er zal preventief en, waar noodzakelijk, repressief opgetreden tegen overlast. Het gebruik van administratieve boetes bij dergelijke overtredingen zal onderzocht worden. CD&V-NVA Genk wil steeds betere omstandigheden creëren voor fuiven in Genk en in de eigen buurt. We hebben oog voor de bereikbaarheid, toegankelijkheid en veiligheid. Als stad zullen we daarom actief mee zoeken naar een geschikte locatie. Om overlast te voorkomen maken we goede afspraken met de organisatoren, de dienst preventie en de politie. Waar nodig verwachten we de inzet van fuifbuddies, security of de politie zelf. Er werd al een nieuw fuifsubsidiereglement opgesteld dat tussenkomt bij enkele kostelijke aspecten, zoals security. Via de Jeugdraad en politie werd er tegelijkertijd een fuifgids (fuifwijzer) opgesteld met enkele richtlijnen en tips voor een veilige fuif. Op de preventiedienst kan alles wat er geregeld moet worden voor het organiseren van een fuif centraal gebeuren. Genk heeft een gevarieerd maar verspreid uitgaansleven. Door het centrum, waaronder het stadsplein, te vernieuwen en te verbeteren zal er meer ruimte komen voor allerhande horeca. CD&V-NVA Genk wil instrumenten ontwikkelen om te komen tot een gezellig en levendig stadsplein. Met andere impulsen zoals de renovatie van het Casino in Waterschei en de samenwerking met Euroscoop in Winterslag willen we ook kunst, cultuur en cinema een plaats geven in Genk en toegankelijker maken voor jongeren. CD&V-NVA Genk wil letterlijk en figuurlijk ruimte creëren voor onze kinderen en jongeren. Nadat het nieuwe jeugdcentrum voltooid is zullen we dit optimaal laten invullen voor en door de jongeren zelf. Er wordt gelet op de bereikbaarheid van de jeugddienst en het JIP, er komt een fuifzaal, jeugdhuis en repetitieruimtes. Dit moet dé ontmoetingsruimte voor alle jongeren van Genk worden. Deze plaats moet uitnodigen en verwelkomen, zodat van hieruit initiatieven kunnen groeien vanuit en voor alle jongeren van Genk. Een plaats waar jongeren jong kunnen zijn. 29
8.4.4. Investeren in een muziek en popbeleid Jongeren vinden elkaar door muziek. Muziek bindt ook generaties en culturen. Muziek gaat gepaard met verschillende jongerenculturen. Vanuit het belang van muziek als middel tot integratie en als middel tot creatie, ontwikkelt CD&VNVA Genk een muziek- en popbeleid waarin verschillende jongerenculturen een plaats krijgen. Beginnende popbandjes en dj’s krijgen repetitie- en podiumkansen. De muziekacademie, Factor J, Genk on stage, door derden georganiseerde free podiums en festivals en workshops kunnen inspirerend werken om integratie door muziek mogelijk te maken. Het opmaken van een gids kan beginnende bandjes en gevestigde waarden promoten in Genk en daarbuiten. Het beleid brengt de verschillende initiatieven in kaart en stemt ze op elkaar af, zodat nieuwe kansen gegeven worden aan jongeren die elkaar vinden door muziek.
8.5. Oud maar niet out De demografische evolutie en de gevolgen van de vergrijzing maken van het ouderenbeleid een zeer belangrijk item. Momenteel is 1 Genkenaar op 5 ouder dan 60 jaar. In 2020 zal er dat 1 op 4 zijn. CD&V-NVA Genk kijkt niet zorgwekkend tegen de vergrijzing aan. In tegendeel, samen met de vele medioren en senioren willen we samenwerken aan een nieuw seniorenbeleidsplan. Dit plan zal gestoffeerd worden door de inbreng van 700 60-plussers die momenteel door een 90-tal vrijwilligers bevraagd worden en de kans krijgen om hun noden en behoeften kenbaar te maken. Deze enquête wordt wetenschappelijk onderbouwd door de VUB en ondersteund door de provincie. CD&V-NVA Genk ziet in de zogenaamde vergrijzing heel wat positieve kanten. Nooit voorheen stonden immers zoveel ouderen klaar om met de nodige verantwoordelijkheidszin een actieve rol te spelen in de samenleving.
8.5.1. Respect voor senioren Het Genks bestuur dient de ruime vrijwillige inzet van senioren daadwerkelijk te erkennen en te waarderen (mantelzorg, ziekenzorg, verenigingsleven,…) CD&V-NVA is voorstander van een inclusief ouderenbeleid. Dit veronderstelt een verregaande samenwerking over de diensten heen. Om een stevig onderbouwd beleidsplan te kunnen opstellen doen we een beroep op een sterke seniorenraad met een ruime vertegenwoordiging van de verschillende verenigingen maar ook van mensen die niet onmiddellijk lid zijn van één of andere seniorenvereniging. Het lokaal sociaal cultureel bewegingsleven dient vooral logistiek ondersteund te worden. De samenwerking tussen de bestaande seniorenverenigingen en de dienstencentra is een belangrijk aandachtspunt waaraan de komende jaren zeker moet gewerkt worden.
30
8.5.2. Speciale aandacht voor huisvesting Omdat we vinden dat alle senioren zo lang mogelijk in de eigen vertrouwde woning zelfstandig en zelfredzaam moeten kunnen blijven, willen we het aangepast bouwen promoten. Als lokale overheid dienen we ruime informatie te verstrekken over mogelijke betoelaging door de provincie en door de Vlaamse overheid en uiteraard over de eigen gemeentelijke subsidiereglementen. In opvolging van het woonbehoeftenonderzoek voor senioren willen we diverse alternatieve woonvormen onderzoeken, sociale huisvesting voor ouderen verder uitbouwen en verschillende zorgzones afbakenen.
8.6. Vrijwilligers: wat we samen doen, doen we beter Het verenigingsleven in Genk is ruim en divers. Vanuit deze ‘natuurlijke rijkdom’ trekt CD&V-NVA de kaart van de vrijwilliger. In die verenigingen zijn heel wat vrijwilligers actief. Zij zijn de ‘bubbels’ voor een bruisende samenleving. De toenemende individualisering zet het vrijwilligerswerk echter onder druk. Het is niet meer zo vanzelfsprekend om zich vrijwillig in te zetten voor een vereniging, de samenleving en medemensen. CD&V-NVA gelooft sterk in de meerwaarde van het vrijwilligerswerk. Daarom is er voor het stadsbestuur een grote taak weggelegd in de uitbouw van een beleid dat vrijwilligers erkent en dat het vrijwilligerswerk ondersteunt en kansen geeft. Het is belangrijk vrijwilligers op een continue wijze aan te spreken op verschillende momenten in hun leven. Zij moeten zelf kunnen bepalen of ze in een bepaalde fase in hun leven hun vrijwilligerswerk starten of stopzetten, wat meer of net wat minder actief worden. De rol van het stadsbestuur situeert zich op verschillende gebieden: Ruime informatie ter beschikking stellen van de vrijwilligers in de verschillende sectoren (sport , jeugd, senioren, palliatieve zorg, mantelzorg, toneelverenigingen…). Dit kan oa via de website www.verenigingeningenk.be. De vrijwilligers en hun werking ondersteunen op gebied van vorming en logistiek (opleiding, infrastructuur, subsidies, materialen, info over nieuwe wetgeving ivm de rechten van de vrijwilliger,…). Het vrijwilligersbeleid coördineren in nauw overleg met alle stedelijke diensten die te maken hebben met vrijwilligers. Erkentelijkheid tonen in de vorm van georganiseerde activiteiten (‘de dag van de vrijwilliger’, ’dag van de mantelzorg’, een gezamenlijke uitstap die men inricht voor de vrijwilligers van een specifieke vereniging, instelling…).
31
9.Solidariteit met de Genkenaar die minder meeval heeft Welzijns- en gezondheidszorg op maat Terwijl heel wat meer mensen genieten van een relatieve welvaart, stijgen de berichten over depressie, zelfdoding, vereenzaming, jonge steuntrekkers… “Je goed voelen in je vel” hangt van zoveel factoren af (fysiek, psychisch, maatschappelijk, cultureel, ruimtelijk,…) dat de hulpverlening voor deze welzijnsen gezondheidsvragen zeer divers is. Een geïntegreerd beleid tussen OCMW, stad en al de andere partners op het terrein is absoluut noodzakelijk. Om de samenwerking in het welzijnslandschap concreet gestalte te geven moet ook in de volgende jaren een gedragen lokaal sociaal beleidsplan uitgewerkt worden. De uitbouw van een welzijnscampus op de terreinen van het oud ziekenhuis is hiervan een zichtbaar resultaat. Hier worden mensen en middelen samengebracht om te resulteren in een uniek concept: een locatie waar elke Genkenaar terecht kan voor dienst – en hulpverlening, zorg, kinderopvang, huisvesting,… Het sociaal huis garandeert dat elke Genkenaar krijgt waar hij of zij recht op heeft. De website www.rechtenverkenner.be moet er actief gebruikt worden en het geautomatiseerd rechtenonderzoek moet verder verfijnd worden. De toegang tot het informatieloket kan overigens verscheiden zijn. Zo kan gedacht worden aan een gratis 0800-nummer om mensen die zich moeilijk kunnen verplaatsen op een makkelijke wijze toegang tot de informatiekanalen te verschaffen. CD&V en NVA hebben een lange traditie in het welzijns- en gezondheidswerk. Vanuit onze sociale bewogenheid kiezen we voor een beleid van gelijkwaardigheid, solidariteit, verantwoordelijkheid, participatie & emancipatie (bv. patiëntenrechten), kwaliteit én betaalbaarheid. Welzijn en zorg vereisen een gepersonaliseerde benadering. Het CD&V-NVA accent ligt op mantelzorg, eerstelijnszorg en preventie. Het gezin en de familie spelen in dit alles een ondersteunende rol. Het engagement van de vele vrijwilligers verdient alle steun.
9.1. Armoedebestrijding. De kloof in onze samenleving tussen zij die hebben en zij die niet hebben stelt zich hoe langer hoe duidelijker. Sommige mensen krijgen het steeds moeilijker om in onze ingewikkelde maatschappij mee te kunnen. Dit blijkt bijvoorbeeld uit een groeiende schuldproblematiek die de kloof tussen arm en rijk versterkt. Deze problematiek grijpt diep in op onze samenleving. De vaststelling dat sommigen medische zorg uitstellen bij gebrek aan geld, maakt dat nog schrijnender. Uiteindelijk kost dat niet alleen het individu maar ook de hele gemeenschap meer. CD&V-NVA Genk wil zich inzetten voor de bestrijding van elke vorm van uitsluiting die het leven in armoede tot gevolg heeft.
32
Cijfergegevens zijn essentieel om doelmatig te handelen in de strijd tegen armoede en sociale uitsluiting. Informatie uit onderzoek dient de grondslag te vormen om beleid te voeren en bij te sturen. We willen actie ondernemen om de vitale levensbehoeften te garanderen: huisvesting, nutsvoorzieningen, kleding, voeding en gezondheid. Afsluiting van elektriciteit, gas en water, zonder voorafgaand sociaal onderzoek verhinderen we dankzij een uitgebouwde lokale adviescommissie. Een sociaal woonbeleid voorziet in diverse alternatieve woonvormen om de financiële belasting van huurgelden op het budget te beperken en woonvaardigheden aan te leren. Zogenaamde bemoeizorg als methodiek bij dreigende uithuiszetting dient verdere kansen te krijgen, alsook de ontwikkeling van instrumenten voor tijdige detectie van armoedesignalen. Om acute huisvestingsnoden op te vangen dient een systeem van nood- en crisisopvang verder uitgebouwd. Ook t.a.v. asielzoekers nemen wij onze verantwoordelijkheid op. Bovendien willen we investeren om financiële ontoegankelijkheid van bepaalde basisrechten op te heffen. Meer bepaald denken we aan preventieve gezondheidsacties en verzekeringen die bijdragen tot een toegankelijke gezondheidszorg, acties met het oog op optimale onderwijskansen voor elk kind, en participatie aan sport en cultuur. Vanuit doorgedreven rechtenonderzoek en trajectbegeleiding naar tewerkstelling proberen we het beperkt inkomen te verhogen. Willen we de leefvaardigheden verhogen, dan moeten we zeker investeren in vorming van scholen en groeperingen. Diverse vormen van schuldbegeleiding willen we groeikansen geven: budgetbegeleidingen, bemiddelingen, budgetteringen, collectieve schuldenregeling. Uit onderzoek komt het opleidingsniveau als centrale zwakke schakel in armoede naar voor. De kenniskloof en daarmee gepaard gaande inkomens- en sociale kloven dienen we vanuit concrete doelstellingen te bestrijden: betrokkenheid ouders-school-buurt moet worden verhoogd, de term “brede school” krijgt hiervoor een lokale invulling. Vanuit deze basis hopen we de kansen op de arbeidsmarkt te verhogen. Gezien de grote kloof tussen de leefwereld van de mensen die in armoede leven en die van beleidsmakers en praktijkwerkers, pleiten wij voor een actieve betrokkenheid van de doelgroep bij de invulling van het lokaal sociaal beleid (o.a. door het tewerkstellen van zogenaamde ervaringsdeskundigen in armoede).
9.2. Zorg voor hulpbehoevende senioren 9.2.1. Prioriteit aan thuiszorg CD&V-NVA wil elke Genkenaar in staat stellen om zo lang mogelijk in de eigen vertrouwde omgeving te wonen, ook bij een toenemende zorgbehoefte. Daarom is het nodig dat:
33
in samenwerking met de partners op het veld een onderzoek gebeurt naar de noden en behoeften van ouderen thuis. De werking van het bezoekteam is hierin heel zinvol maar er is zeker nood aan uitbreiding. Nieuwe voorstellen ter ondersteuning van de thuiszorg, zoals het organiseren van nachtopvang en crisisopvang, dienen op hun haalbaarheid onderzocht te worden. Dit gebeurt bij voorkeur in samenwerking met het SIT (samenwerkingsinitiatief in de thuisgezondheidszorg). Ook uitbreiding van bestaande initiatieven zoals kortverblijf en dagopvang is zeker aan de orde. De wachtlijsten bij de thuiszorgdiensten moeten zoveel als mogelijk worden weggewerkt. Hiertoe is het nodig dat we zoeken naar en kansen scheppen voor nieuwe en experimentele zorgvormen. de financiële draagkracht, vooral in langdurige thuiszorgsituaties, nauwgezet wordt bewaakt. Hiertoe is het nodig om financieel ondersteunende maatregelen maximaal in te schakelen en eventueel te verhogen (mantelzorgpremie, financiële tussenkomst personen alarm systeem, klussendienst,…). de mantelzorg maximaal wordt ondersteund. Gezien de verdunning van de gezinnen moeten we investeren in de uitbouw van netwerken die zich situeren in de familie, maar vooral in de buurt, de wijk. De dienstencentra zien we hier als het ankerpunt, de draaischijf van deze netwerken van vrijwilligers in combinatie met de professionele zorg. Wanneer thuiszorg niet meer haalbaar is, wordt een opname onvermijdelijk. Het woon- en zorgcentrum dat de volgende jaren op de welzijnscampus zal worden opgericht kan een ander concept inhouden waarbij men verblijft in kleinere leefgroepen. Dit concept vraagt een aanpassing van de huidige werking maar moet ongetwijfeld resulteren in een nog hogere tevredenheid van de residenten. Overleg en afstemming met alle rustoorden in de buurt en ook met het ZOL is nodig in functie van een correct opname- en ontslagbeleid en een eventuele taakverdeling. Wij vragen eveneens aandacht voor de thuisblijvende partner van de rustoordbewoner die ten gevolge van de opname niet in de financiële problemen mag geraken.
9.2.2. Allochtone ouderen Zowel binnen de rustoorden als in de thuiszorg doen ook ouderen van allochtone afkomst een beroep op zorgverleners. Door o.a. verschillen in cultuur, taal, leefen eetgewoonten is het soms moeilijk om vraag en aanbod op elkaar af te stellen. Tewerkstelling van allochtonen in onze instellingen en bij de thuiszorgdiensten is hierin zeker een goede hulp maar ook vorming van alle zorgverleners is een must. In het rustoord stellen we voor om zoveel mogelijk de multiculturele verenigingen uit te nodigen. Onbekend is immers onbemind. In de thuiszorg dient het bezoekteam in deze een belangrijke functie te vervullen. Het is haar taak om vragen en behoeften van onze allochtone ouderen te leren kennen en te signaleren aan het beleid.
34
9.2.3. Vereenzaming Het ieder-voor-zich-principe wint steeds meer veld. Het duwt mensen in isolement en vereenzaming. Het overkomt vooral oudere mensen: ze zijn minder mobiel, hun kinderen hebben minder tijd om gezin en arbeid met zorg voor hun ouder(s) te combineren. De stad kan deze eenzame ouderen in kaart brengen en acties ondernemen om hen uit hun isolement te halen. Dat kan via een boodschappendienst, de mindermobielencentrale, met vrijwilligers op bezoek, .. De overeenkomst van het stadsbestuur met De Lijn inzake basismobiliteit is goed maar volstaat niet voor onze oudere bevolking. Het lokaal bestuur dient initiatieven gericht op “mobiliteit op maat” zoveel mogelijk te ondersteunen. Een erg onderschat, zeer gevoelig en niet te verwaarlozen probleem in onze samenleving is de ouderenmis(be)handeling. Op het verschijnsel rust nog altijd een taboe. Lokale sensibilisering kan dit helpen bespreekbaar te maken zodat betrokkenen (familieleden, vrienden, buren,…) bestaande gevallen sneller melden.
9.2.4. Palliatieve zorg Palliatieve zorg is een menselijk, zeer gevoelig proces, maar garandeert elke persoon ook het recht om op een waardige manier te sterven. CD&V-NVA Genk behandelt de ouderen niet als nummer maar als uniek individu, tot hun laatste dag. Op het lokale niveau is het zinvol om vrijwilligers op te leiden om de senioren en hun familie bij te staan.
9.3. Mensen met een handicap CD&V-NVA Genk stelt dat een beleid t.a.v.mensen met een handicap een inclusief beleid dient te zijn. Een inclusief beleid vertrekt van een algemeen beleid dat op alle beleidsdomeinen rekening houdt met de diversiteit van alle burgers. De veelzijdige facetten van een handicap zorgen ervoor dat aanvullende maatregelen en positieve en versterkende acties nodig zijn, om zo de gevolgen van een handicap te compenseren en de zelfredzaamheid en onafhankelijkheid van het individu te vergroten.
9.3.1. Toegankelijkheid CD&V-NVA vindt het de opdracht van een lokaal bestuur om te streven naar een zo groot mogelijke bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid van de stedelijke infrastructuur en van andere openbare en voor publiek toegankelijke gebouwen. Hiertoe hebben OCMW en stad een convenant afgesloten met het toegankelijkheidsbureau. Het bestuur kan ook de andere inwoners op hun verantwoordelijkheid wijzen; zo kan het bestuur de handelszaken aanzetten om inspanningen te leveren inzake toegankelijkheid . Het aangepast bouwen moet gepromoot worden bij iedere inwoner en in het bijzonder bij architecten en andere professionelen.
35
9.3.2. Tewerkstelling en opleiding Elk persoon met een handicap moet een eerlijke kans op werk en onderwijs krijgen. Veelal is het een kwestie van de juiste man of vrouw op de juiste, al dan niet aangepaste, werkvloer te krijgen. De Genkse bedrijfswereld wordt op actieve wijze geïnformeerd over diverse financiële en fiscale voordelen m.b.t. tewerkstelling van personen met een handicap. Er wordt werk gemaakt van een actieve sensibilisatie. De eigen stedelijke diensten kunnen alvast het goede voorbeeld geven.
9.3.3. Maatschappelijke participatie Personen met een handicap hebben recht op een volwaardig sociaal leven. In samenwerking met de jeugddienst, het cultuurcentrum, het sportcentrum en de andere organisaties wordt onderzocht of de bestaande initiatieven toegankelijk zijn voor personen met een handicap. We moeten de (jeugd)verenigingen optimaal ondersteunen in het opnemen van mensen met een handicap in hun ledenbestand (subsidie, ontlenen aangepast materiaal, vervoer,…)
9.4. Gezondheidszorg Wat de gezondheidspreventie betreft, moet de stad inspelen op campagnes die door de federale, de Vlaamse of provinciale overheid worden aangeboden door gericht informatie te verspreiden en door eventueel gerichte acties te ondernemen naar bepaalde doelgroepen. Goede voorbeelden hiervan zijn campagnes rond het voorkomen van depressies, zelfmoord of gezonde voeding. Daarnaast moeten op het lokale niveau acties ontwikkeld worden die inspelen op plaatselijke situaties. CD&V-NVA Genk wil eventuele negatieve invloeden van het leefmilieu door de industrie laten onderzoeken en initiatieven nemen ter bescherming van de inwoners. CD&V-NVA vraagt niet enkel aandacht voor de fysieke gezondheid, ook de sector van de geestelijke gezondheidszorg (ggz) kampt met lange wachtlijsten. Het aanbod moet worden uitgebreid. Verder moet de sector van de ggz haar drempel verlagen en toegankelijker worden, in het bijzonder voor mensen met beperkte financiële middelen. Het Ziekenhuis Oost-Limburg (ZOL) is in de voorbije 10 jaar gegroeid tot één van de grootste niet-universitaire ziekenhuizen in België en dit niet enkel voor wat betreft de kwantiteit van de zorgen maar ook op vlak van kwaliteit werden er meerdere expertfuncties uitgebouwd. Er zijn enkele belangrijke, toekomstgerichte uitdagingen voor het ZOL die onze bijzondere aandacht vragen: Het ziekenhuis moet financieel gezond te blijven waardoor tariefzekerheid voor de patiënt kan gegarandeerd blijven. Verdere vooruitgang op het technisch-geneeskundig vlak moet hand in hand gaan met hoge kwaliteitseisen inzake patiëntvriendelijkheid, een goed
36
onthaal- en ontslagbeleid en een voortdurend engagement in diverse netwerken. Hierbij denken we o.a. aan de bestaande samenwerkingsverbanden met de eerste lijn die zeker nog verder kunnen geoptimaliseerd worden. Voor een aantal cruciale diensten moet er een grote toegankelijkheid komen. Een goede uitbouw van de dringende medische hulpverlening (spoed) is zeker nodig maar ook geriatrie en de chronische zorg hebben nood aan bijzondere ondersteuning. Inzake infrastructuur zal in de komende jaren de integratie van het A. Dumontziekenhuis op de campus St.-Jan plaatsvinden. Het ZOL moet een grote sociale werkgever te blijven. De zorgcampus kan verder worden uitgebouwd. Op de campus St.-Jan aan het Schiepse Bos zullen naast de parkeergarage en het kinderdagverblijf nog initiatieven in de tweede- en derdelijnsgezondheidszorg ontwikkeld kunnen worden. Het samenbrengen van deze initiatieven biedt bijzondere kansen die we ten volle moeten benutten.
9.5. Ontwikkelingssamenwerking De stedelijke ontwikkelingssamenwerking raakt langzaam ingeburgerd. Dat is goed nieuws want deze laagdrempelige aanpak via de stad kan meer mensen overtuigen van het nut en de noodzaak van een Noord-Zuidbeleid. CD&V-NVA Genk heeft in deze altijd een voortrekkersrol gespeeld, juist omdat ontwikkelingssamenwerking een opdracht is voor elk beleidsniveau. In die zin voorzien we ook een stijging in de middelen voor ontwikkelingssamenwerking tot 0,7% van de stedelijke begroting. We dienen elk jaar duidelijk aan te geven waarvoor de extra middelen zullen worden gebruikt.
9.5.1. Samenwerking Het Genker comité voor ontwikkelingssamenwerking is de motor van het lokaal beleid rond ontwikkelingssamenwerking. Dit comité brengt verenigingen en organisaties samen die zich op het lokale niveau bezighouden met Noord-Zuidverhoudingen. De stad dient dit comité financieel en professioneel te ondersteunen.
9.5.2. Educatie en sensibilisering Voor CD&V-NVA is educatie en sensibilisering een eerste stap in de uitbouw van een lokaal ontwikkelingsbeleid. Dit kunnen we in de eerste plaats invullen door organisaties die werken aan de Noord-Zuidverhouding te ondersteunen in hun educatieve taken maar ook door zelf acties op te zetten. Dit gebeurt best in nauwe samenwerking met diverse raden, scholen en (jeugd)verenigingen. Het streven naar vrede hangt ook nauw samen met het Noord-Zuidbeleid. Daarom wordt het vredesbeleid mee opgenomen in dit beleidsthema.
37
9.5.3. Duurzaam en rechtvaardig aankoop- en aanbestedingsbeleid Het stadsbestuur dient in haar aankoop- en aanbestedingsbeleid voorrang te geven aan eerlijke (lees: rechtvaardige) en duurzame producten. Hierdoor vervult de stad haar voorbeeldfunctie. Acties als “schone kleren” en aankoop van producten met het Fair Tradelabel zijn goede voorbeelden. Duurzaamheid verwijst o.a. naar respect voor het milieu en actieve participatie van de bevolking. Hier is een verregaande samenwerking met de diensten voor leefmilieu aangewezen. Duurzame ontwikkeling betekent ook dat onderzocht moet worden om onze middelen ethisch te beleggen. Op deze manier behartigen we het algemeen belang en geven we een belangrijk signaal naar de burgers.
9.5.4. Stedenband CD&V-NVA vindt het belangrijk om de stedenband met Francistown in Botswana te behouden en verder te verdiepen. Het is de ideale weg om de lokale democratie uit te bouwen en lokale bestuurservaring uit te wisselen. Belangrijk is dat dit in twee richtingen gebeurt. We kunnen echt wel wat van elkaar ‘leren’.
9.5.5. Communicatie Communicatie over al deze initiatieven zijn een must, zowel intern binnen de stadsdiensten, maar zeker ook extern in de stedelijke publicaties, via de website,... Op deze wijze willen we steeds meer en meer Genkenaren warm maken om daadwerkelijk mee te doen in onze groei naar een meer rechtvaardige wereld.
10. Modern en duurzaam bestuur De Genkenaar als klant en als partner Onze maatschappij evolueert steeds sneller. Zo kan de burger dankzij de nieuwe communicatiemiddelen op ieder ogenblik van de dag communiceren met wie hij maar wil. De Genkenaar maakt van deze mogelijkheden hoe langer hoe meer gebruik en wenst bewust met het stadsbestuur en haar diensten te communiceren. De stad heeft de afgelopen jaren, via diverse methodes, ingespeeld op deze nieuwe wijze van communiceren. Toch vormt deze evolutie blijvend een uitdaging. De nieuwe media vormen hierin een essentiële schakel. Geen nieuwe technologieën om de technologie, maar een degelijk beleid gestoeld op 3 schakels : e-governement, Virtueel Genk en de toegankelijkheid van nieuwe media. Een wijzigende maatschappij vraagt in dit verband een zich wijzigende organisatie. Misschien zelfs een lerende organisatie.
38
10.1. Vele vragen: één adres CD&V-NVA Genk pleit ervoor om de dienstverlening en de organisatie van het stadsbestuur aan te passen aan deze nieuwe trend. Vaak wordt er nu nog in ‘producten’ gedacht, toch is een procesbenadering in bepaalde diensten volgens ons in de toekomst bijna niet uit te sluiten. Het is dan ook de bedoeling om delen van de interne organisatie van de stad aan een audit te onderwerpen en van hieruit nieuwe organisatiestructuren op te bouwen. In het verleden werd enkele malen een dergelijk initiatief met succes genomen. De klantvriendelijkheid en de efficiëntie staan hierbij centraal. Elke dag opnieuw merken wij dat de stadsdiensten overstelpt worden met vaak korte, maar niet altijd gemakkelijke vragen waarop ook een kort, bondig en vooral duidelijk antwoord wordt verwacht. Toch vergt deze manier van werken relatief veel inspanning en tijd van te veel mensen. Wij pleiten daarom voor de oprichting van een goed uitgebouwd zogenaamd ‘frontoffice’ waarbij de burger met al zijn vragen op één adres terecht kan. Hierbij kan geopteerd worden om eventuele deelaspecten apart te behandelen (bv. Het Sociaal Huis). Heel wat van deze informatieve vragen zullen dan onmiddellijk door mensen die hier speciaal voor zijn opgeleid beantwoord kunnen worden. Vragen die een meer uitvoerig antwoord nodig hebben, kunnen dan door de zogenaamde ‘backoffice’ worden verwerkt en ook snel en correct worden beantwoord. Op deze manier kunnen gespecialiseerde medewerkers in de backoffice zich toeleggen op hun kerntaken. Hierdoor kan, volgens ons, de dienstverlening voor wat betreft dossiers verbeteren en de efficiëntie toenemen. In dit kader dienen ook de openingstijden van de verschillende loketten te worden bekeken en op elkaar te worden afgestemd. Om een dergelijke organisatie op te zetten, dient het stadsbestuur de nodige middelen ter beschikking te stellen. Goed uitgebouwde en moderne informatica, degelijke software en investeringen in bijkomende opleidingen voor het stadspersoneel vormen alvast enkele hoekstenen van deze benadering.
10.2. Inspraak en participatie CD&V-NVA Genk vindt het belangrijk dat burgers actief betrokken worden bij het beleid. De Genkenaar is minstens medeverantwoordelijk voor zijn woon- en leefgemeenschap en –omgeving. De overheid en de burgers zijn als het ware partners die samen een antwoord proberen te geven op maatschappelijke problemen en uitdagingen. Het stadsbestuur moet regelmatig beleidsintenties toetsen aan de mening van de Genkenaren en moet ook voortdurend appèl doen op de medewerking en verantwoordelijkheidszin van de Genkenaren. Een klassiek instrument van deze wisselwerking tussen verschillende doelgroepen en de overheid zijn de adviesraden. CD&V-NVA blijft geloven in deze vorm van participatie. Hun werking en betrokkenheid bij het beleid moet dan ook continu in overleg geëvalueerd worden. Indien nodig moeten maatregelen genomen worden om een vernieuwde dynamiek te creëren.
39
10.3. Duurzaam bestuur is een bedrijfscultuur De term duurzaam wordt wel eens misbruikt als modewoord, maar voor CD&VNVA is het een basisbegrip. Een duurzaam beleid is niets anders dan een beleid dat consequent rekening houdt met de mensen en hun omgeving hier en elders, nu en in de toekomst. Duurzaamheid is al lang niet meer iets met enkel betrekking op het leefmilieu of de derde wereld. Interne milieuzorg, eerlijke handel, energiebesparing, duurzaam bouwen, … zijn hier de gekende items. Maar wij vinden dat een duurzaam beleid ook slaat op het creëren van kwaliteitsvolle jobs, het lokaal verankeren van de economie, het verdraagzaam en respectvol samenleven met elkaar, het stimuleren van burgerzin voor de toekomst van onze stad, van Vlaanderen en van de wereld. Wij pleiten dan ook voor een duurzaamheidstoets voor beleidsbeslissingen. Of het nu gaat over mobiliteit, aankopen of opleidingen, essentieel is dat wij het begrip duurzaamheid doorheen het hele beleid weven.
10.4. Lage belastingen, efficiënte besteding van de middelen Genk heeft al jaren de laagste belastingen van alle centrumsteden, en op enkele na de laagste van Limburg. CD&V-NVA Genk is ervan overtuigd dat door het toepassen van een strikt financieel beleid met continue budgetcontroles en een voorzichtige meerjarenplanning het mogelijk moet zijn om de belastingen zo laag mogelijk te houden. Dankzij doordachte investeringen, goede personeelsspreiding en het maximaal benutten van subsidies slaagt het Genkse stadsbestuur erin om heel wat te verwezenlijken zonder de financiële druk op haar burgers en bedrijven te verhogen. Deze manier van werken wensen wij zeker verder te zetten, zodat Genk niet alleen fiscaal interessant blijft voor haar inwoners, maar ook aantrekkelijk blijft om in te wonen, te leven en te ondernemen.
40