Programma gemeenteraadsverkiezingen 2012 VOORWOORD
Ik hou van Roeselare. Ik hou van Rumbeke, Oekene en Beveren. Samen vormen ze mijn stad. Onze stad. Je moet van iets houden om het te kunnen koesteren. Je moet bezield zijn door iets om het te kunnen veranderen. En dat zijn wij, alle 37 kandidaten. Bezield door Roeselare. Bezield door politiek. Om dingen te veranderen. Om dingen te verbeteren. Een stad moet in beweging blijven, anders dommelt ze in. Een stad moet energie geven, inspireren en borrelen van creativiteit. Maar je moet er ook kunnen ontspannen. De stad is alleen leefbaar als je er ook rust kunt vinden. Zuurstof om op adem te komen. Voldoende groen om aan de drukte te ontsnappen. Roeselare zal blijven groeien. Dat biedt een hoop kansen, maar ook uitdagingen. We moeten op die groei en de uitdagingen van morgen voorbereid zijn. Dat doen we door maximaal in te zetten op voldoende kinderopvang, kwalitatief onderwijs en zorg voor ouderen. Maar ook door creatief en duurzaam met de beschikbare ruimte om te springen. We moeten vandaag voor de toekomst gaan. De toekomst van de stad is sociaal, duurzaam en groen. Samen maken we de stad. De stad van onze dromen. De stad van de toekomst. Onze toekomst.
1. We heroveren de stad Kinderen moeten weer op straat kunnen spelen. De publieke ruimte is van jou. Wijken, straten en pleinen zijn de ideale plaats voor sociaal contact. Daarom moet de stad volop investeren in die publieke ruimte. We geven de straat terug aan de mensen. Elke maand organiseren we een autoloze zondag in de binnenstad. Op die manier komt er ruimte vrij voor meer evenementen en kunnen kinderen weer buiten spelen. Dit is de eerste stap naar een autoluw stadscentrum met meer zuurstof en minder auto’s. We stimuleren volkstuintjes, geveltuintjes en gemeenschappelijke tuinen. De site Moerman krijgt een groene invulling met ruimte voor ontmoeting en gemeenschapsvoorzieningen . Water zorgt voor rust en ontspanning. We voorzien meer waterpartijen en fonteinen in de binnenstad. De Kop van de Vaart wordt heringericht met een stadsterras zodat we er meer evenementen kunnen organiseren. Een stad met 60.000 inwoners verdient een openluchtzwembad. We voeren wijkbudgetten in. Bewoners die samen iets voor hun wijk willen realiseren krijgen een budget van de stad. Ze kunnen dit zelf beheren om iets te realiseren in hun wijk. Dit kan gaan van het aanleggen van een speeltuintje tot het organiseren van een wijkfeest.
2. Bruisende stad Er borrelt iets in Roeselare. Het is aan ons om het te laten bruisen. Het is leuk als er veel te doen is. Roeselare moet een levendige stad zijn waar iedereen zich kan amuseren. Zo blijven we een aantrekkelijke stad voor gezinnen met kinderen en zullen studenten graag terug keren na hun studies. We maken een Muziekcentrum waar plaats is voor fuiven, concerten, muziek, opname en repetitie…. In en rond het Muziekcentrum geven we ruimte aan jongeren en cultuur in de breedste zin. Dit centrum wordt een echte ontmoetingsplaats en een bruisende uitvalsbasis voor (jonge) Roeselarenaars. De jongeren richten zelf hun skatepark in en onderhouden het. Samen met de skaters gaan we op zoek naar een geschikte, centrale plek waar ze kunnen skaten. Dit kan op dezelfde site van het muziekcentrum. Kunst en cultuur horen tussen de mensen. Culturele initiatieven in open lucht zoals festivals, theater, dans en film gaan we verder ondersteunen. De Spil heeft vele troeven, die ze nog meer buiten haar muren moet inzetten. We werken ook samen met de horeca en kleine ondernemers. Zo bevorderen we de sfeer in de stad. Grijze en lelijke plekjes in de stad en objecten als glascontainers, vuilbakjes, banken,… fleuren we op met street-art. Zo brengen we meer kleur in de stad. Roeselare krijgt een stadsdichter.
3. Een kwalitatieve woonstad Een betaalbare woning voor iedereen in de stad. Ook voor starters, alleenstaanden en eenoudergezinnen. Roeselare heeft nood aan een nieuw woningplan. We willen nieuwe, betaalbare en duurzame woonvormen ontwikkelen. Geen lelijke appartementsblokken meer, maar creatieve gebouwen met verschillende bouwlagen. Een eigen woning mag niet alleen weg gelegd zijn voor wie het gemakkelijk kan betalen. Daarom willen een goedkope stadslening voor starters, alleenstaanden en éénoudergezinnen. We promoten de aankoop van een sociale woning. We zetten huurders aan om hun huur om te zetten in een aankooplening. Zo worden ze op termijn zelf eigenaar van hun woning. De kwaliteit op de private (huur)markt moet verbeteren. Dat doen we door de renovatiepremies gerichter in te zetten. Door dit meer gebiedsgericht te doen werken we aan de kwaliteitsverbetering van buurten en wijken. De stad stelt een duidelijke maatstaf om te zorgen voor meer kwaliteit in nieuwbouwprojecten. Aan criteria als mobiliteit, speelruimte, groenvoorzieningen en duurzaamheid koppelen we een puntensysteem. Via stedenbouwkundige verordeningen dwingen we zo meer kwaliteit af. De stad stimuleert en organiseert de samenaankoop van energie (elektriciteit, gas en stookolie). Het woonbeleid moet eenvormiger gevoerd worden, zowel structureel als voor de mensen. We streven naar 1 loket, 1 formulier, 1 inschrijving van de overheid zoekt. Alle info moet ook digitaal beschikbaar zijn (analoog aan premiezoeker). Ook structureel willen we meer eenvormigheid door een woonregie op te richten die gronden en panden aankoopt en laat ontwikkelen. We willen de werking van het sociaal verhuurkantoor versterken. Alle woningen van het SVK en van de Huurservice worden energiezuinig gemaakt. We starten experimenten met alternatieve eigendomsstructuren (Community Land Trust,…). Een Community Land Trust (CLT) is een vereniging zonder winstoogmerk die gronden aankoopt of beheert. Zij stelt zich tot doel er gebouwen te herstellen of er op te trekken om families met een laag inkomen toe te laten eigenaar van hun woning te worden en ook de ontwikkeling te bevorderen van activiteiten die nuttig zijn voor de wijk. Dit systeem maakt het ook mogelijk dat je met een bescheiden inkomen eigenaar wordt. Het principe van een CLT is immers de scheiding tussen het eigendom van de grond en van het gebouw. De CLT blijft eigenaar van de grond en verkoopt de ruimtes die deel uitmaken van het gebouw. Gezien de waarde van de grond niet meer in aanmerking komt voor de waarde van het gebouw, blijft dit goedkoper dan op de klassieke markt. De grond blijft altijd eigendom van de CLT. In geval van herverkoop ontvangt de eigenaar een deel van de verworven meerwaarde van zijn eigendom (ca. 25%). Dit laat de CLT toe een lage prijs voor kwaliteitsgebouwen in 30 stand te houden en zo toegankelijke gebouwen aan andere families met een laag inkomen blijvend aan te bieden. CLTgebouwen bieden de mogelijkheid er woningen in te richten, maar ook economische activiteiten te installeren (winkels, sociale voorzieningen…) en naar de wijk gerichte sociale en culturele activiteiten of diensten (huiswerkbegeleiding…). De grond kan gebruikt worden als gemeenschappelijke tuin, moestuin of met de wijk verbonden gemeenschappelijke ruimte.
We bouwen 500 nieuwe sociale huurwoningen.
4. Kinderen van de stad, vandaag en morgen Kinderen zijn de toekomst. We richten een Huis van het Kind op. Een centraal punt dat zorgt voor ontmoeting, informatie, ondersteuning voor ouders . Hier kan je terecht voor alle mogelijkheden omtrent kinderopvang, speelwerking, opvoedingsondersteuning en huiswerkbegeleiding. We ondersteunen private initiatieven die kinderopvang of speelpleinwerking aanbieden. Dit kan bv. door het toekennen van premies of materiaal aan opvanginitiatieven voor baby’s en kleuters . Voorwaarde is dat de prijs van de opvang wordt gekoppeld aan het inkomen van de ouders. We optimaliseren de inschrijvingsmethode voor kinderopvang en vakantie-initiatieven. Na schooltijd en tijdens de vakantie stellen we de school open. Zo maken we buurtgerichte en tijdelijke opvang mogelijk en kunnen na schooltijd gebruik maken van de speelplaats en de sportveldjes. Op die manier wordt de school deel van de wijk en versterken we het buurtgevoel. We creëren een speelweefsel. Alle plekken die voor kinderen en jongeren belangrijk zijn, brengen we in kaart. Speelterreinen, scholen, sportvelden, jeugdlokalen,… verbinden we op een veilige manier via alternatieve verkeersborden. We hebben in Roeselare een geboortebos dat te weinig bekend is. Daarom organiseren we daar jaarlijks een babyborrel voor alle kindjes die in het afgelopen jaar werden geboren.
5. Een stad waar niemand achterblijft We gaan voor een stad waar iedereen mee kan en niemand mag achterblijven Iedereen in de stad moet gelijke kansen krijgen op vlak van werk, onderwijs, wonen, cultuur, sport en vrije tijd. Elk beleidsvoorstel moet bijdragen tot het verkleinen van de kloof tussen kansrijk en kansarm. Armoedebestrijding is voor ons prioriteit. We schrijven een stevig luik armoedebestrijding in de meerjarenplanning, met concrete en becijferde voorstellen waarvoor een strak tijdspad wordt uitgetekend. In samenspraak met Samenlevingsopbouw, armoedeverenigingen en middenveldorganisaties werken we in het begin van de legislatuur een armoedebarometer en een armoedetoets uit. Het OCMW is coördinator. Steeds meer kinderen worden in (kans)armoede geboren. Daarom wordt in dit beleid een lokaal Kinderarmoedeplan opgenomen met acties in elk beleidsdomein. Want ieder kind verdient dezelfde kansen. Iedereen heeft recht op basisvoorzieningen. Daarom gaat het OCMW actief bemiddelen in geval van afsluiting van water, gas of elektriciteit. Zo blijft Roeselare een warme stad voor iedereen. We centraliseren de sociale dienstverlening op één plaats. Eén loket voor alle vragen. Luiers zijn duur. De Pamperbank, waarbij overschotten van luiers worden herverdeeld onder kansarme gezinnen wordt overgenomen door het OCMW.
In ons beleid besteden we extra aandacht aan diversiteit in al zijn vormen. De stad is van iedereen.
Op vlak van personeelsbeleid van de stad zetten we in op competenties (EVC) in plaats van op diploma’s. Mensen van allochtone afkomst moet kansen krijgen, maar we stimuleren en sporen hun integratie in de samenleving evenzeer aan. Actieve deelname aan wijk- en stadsgebeuren is de doelstelling. Mensen met een handicap bieden we kansen om te doen wat anderen doen. In het woonbeleid, in mobiliteit, dienstverlening besteden we hieraan extra aandacht. Een vervoerdienst of boodschappendienst voor senioren bvb moet evenzeer toegankelijk zijn voor mensen met een handicap. Solidariteit eindigt niet aan de stads- of staatsgrenzen. We zijn ook solidair met het Zuiden en versterken verder de stedenband met onze zusterstad Dogbo in Benin. We organiseren jaarlijks een evenement rond die stedenband om de mensen te laten proeven van het zuiden en van solidariteit, ook verder weg. We willen het budget voor ontwikkelingssamenwerking tijdens de volgende legislatuur verhogen van 0,6 tot 2,5 euro per inwoner. Voor mensen in het zuiden is handel een belangrijk middel om tto meer welvaart te komen, we voeren daarom met hen, net zoals met de producenten hier, een eerlijke handel. Daarom besteden we in het aankoop- en aanbestedingsbeleid van de stad nog meer aandacht aan duurzaamheid en eerlijke handel met de producent.
6. Duurzame stad Je hoeft niet altijd naar zee om te ontspannen. Groen op wandelafstand voor iedereen Roeselare heeft als centrumstad een levendig centrum nodig, maar vooral ook levendige wijken en deelgemeenten, waar iedereen zich goed voelt. We maken een duurzaamheidsplan waarin leefbaarheid, veiligheid en milieu centraal staan. Een deel van Roeselare verwarmt zich dankzij een warmtenet. De warmte van de verbrandingsoven wordt hierin opgevangen. Zo besparen we jaarlijks miljoenen liters stookolie. We moeten de capaciteit van dit warmtenet volledig benutten door ook nieuwe wijken aan te sluiten. Zo moet de nieuwe wijk aan de Gitsestraat-Honzebroekstraat een duurzame wijk worden met nieuwe vormen van mobiliteit en energie. Meer comfort voor de fietser, daar zetten we op in. We verbeteren en vernieuwen systematisch de bestaande fietspaden en maken daar een prioriteit van in het fietsbeleidsplan. Vooral de fietspaden langs de zogenaamde steenwegen (de invalswegen) komen hiervoor in aanmerking. We stellen een fietsambtenaar aan die ook alle communicatie verzorgt over het fietsbeleid en onder meer waakt over voldoende en goeie fietsstallingen en fietsen in de winter. We creëren een stadsdistributiecentrum om het vrachtverkeer in de binnenstad te vermijden. Winkels worden beleverd vanuit een centraal depot aan de rand.
7. Veilig het huis uit:
Camera’s moeten doordacht en preventief ingezet worden, bvb om sluikstorten tegen te gaan. Het kan een middel zijn om mensen een hoger veiligheidsgevoel te geven. Knelpuntwandelingen met stadsbestuur en politie in en met een buurt kunnen verhelderend zijn om plaatsen van sociale onveiligheid of overlast te detecteren en te remediëren. We willen meer informatie geven over (kleine) maatregelen om sociale onveiligheid tegen te gaan. We hebben respect voor de publieke ruimte en bestrijden vandalisme De publieke ruimte moet goed georganiseerd zijn (inrichting, verlichting, mobiliteit, …). Vandalisme, sluikstorten en ander sociaal onaanvaardbaar gedrag tolereren we niet. We treden niet enkel op met gemeentelijke administratieve sancties maar ook met preventieve maatregelen. Buurtbemiddeling wordt uitgebouwd om conflicten te vermijden en aan te pakken (bvb via CAW’S). Gas- sancties worden net als camera’s doordacht ingezet, om echte overlast aan te pakken. De werking van het politiekorps moeten worden doorgelicht, als blijkt dat dit moet versterkt worden, dan moet dit gebeuren. Onze stad is divers samengesteld, het zou nuttig zijn om die diversiteit ook in het korps terug te vinden. De politie alleen kan niet alles, bij problemen moet er samengewerkt worden met diverse betrokken partners zoals het welzijnswerk, handelaarscomités, horeca, buurtcomités, justitie, …
8. Nette en goed onderhouden buurten We blijven een prioriteit maken van goed onderhouden voetpaden. Melding en interventie worden efficiënt georganiseerd. Een snelle interventieploeg is nodig om dringende herstellingen uit te voeren. We organiseren een ‘Ik-doe-mijn-stoep’-dag en verkiezen de properste straat Via sociale economie zorgen we voor het onderhoud van het straatmeubilair. Glascontainers, vuilbakjes, elektriciteitskastjes, banken willen we creatief aanpakken met street-art. Zo worden het nuttige en toch aantrekkelijke kunstwerkjes. We verbeteren structureel stukjes publieke ruimte die er lelijk, vuil of onaf bij liggen, of waar het gewoon nog niet gezellig genoeg is. We geven ze tijdelijk een andere bestemming. Geveltuintjes zijn een mooi middel om straten op te fleuren. Ook in troosteloze steegjes of op grijze muren moeten we kunstenaars een kans geven. We maken een inventaris van geschikte plaatsen. We zorgen dat er voldoende ruimte is voor honden, bvb hondenterreinen in buurten/wijken, maar
waken streng over de netheid (hondenpoep) door het voorzien van hondentoiletten. We voorzien genoeg middelen voor meer groen en groenonderhoud. We voeren wijkbudgetten in. Roeselarenaars die samen iets voor hun wijk willen realiseren kunnen op een budget van de stad rekenen. Zij krijgen de volledige vrijheid om dit budget zelf te beheren en te spenderen om iets te realiseren in hun wijk. Dit kan gaan van het aanleggen van een speeltuintje tot het organiseren van een wijkfeest. Deze wijkbudgetten zijn niet enkel initiatiefgebonden maar kunnen door de bewoners ingezet worden voor wat zij het nodig vinden in de wijk. De bewoners kunnen zich hiervoor organiseren in participatieraden per wijk, waarbij de wijkmanager een faciliterende rol speelt en ervoor zorgt dat zoveel mogelijk bewoners bij ieder project betrokken worden. De wijkbewoners beslissen verder autonoom welke projecten zij met hun budget willen realiseren.
9. Snel en veilig op de weg
Verkeersveiligheid is een topprioriteit. We breiden de Zone 30 uit waar nodig en nuttig. O.m. het stadscentrum komt hiervoor in aanmerking. Voorrang voor voetgangers en fietsers. Elke maand organiseren we een autoloze zondag als opwarmer voor een autoluw centrum. We gaan voor autovrije pleinen in de stad. We werken met Shared Spaces in het kerncentrum, verblijfsruimte staat voorop en verkeersgebruikers staan op gelijk niveau. Ook de bestrating vormt één geheel.
Verkeersveiligheid is voor ons van het allergrootste belang. Hardrijders moeten daarom streng aangepakt worden. Overdreven snelheid hoort nergens thuis en vooral niet in woonstraten en – wijken. Waar het kan richten we nieuwe zones 30 in en/of remmen we de snelheid met doordachte ingrepen. We plaatsen flitspalen op cruciale punten.
Fietsen:
In het fietsbeleidsplan moet prioritair werk worden gemaakt van de verbetering van de toestand van bestaande fietspaden. Nieuwe of vernieuwde fietspaden moeten aangelegd worden langs de grote invalswegen (Moorseelsesteenweg, Sint-Eloois-Winkelsestraat Meiboomlaan,…). We zetten fietskoeriers in als pakjesdienst. We voeren kleuterfietsen in. Waar de ruimte voor fietspaden ontbreekt, richten we ‘fietsstraten’ in. In een fietsstraat heeft elke fietser voorrang en is het autoverkeer ondergeschikt aan het fietsverkeer. Auto’s zijn er ‘te gast’. Zo moeten ze achter de fietsers blijven rijden. Dergelijke fietsstraten worden belangrijke verbindingen in het fietsnetwerk. We creëren een stadsdistributiecentrum, city depot: via elektrische voertuigen worden winkels/bedrijven vanuit één centraal punt dicht bij de snelweg of grote ring beleverd. Ophaling van papier/karton en andere diensten zoals opslagruimte kunnen hieraan gekoppeld worden. We leggen restricties op aan het werfverkeer in het centrum We starten samen met Eco-Velo een Velo-systeem met stadsfietsen op , op maat van Roeselare, zodat iedereen op elk ogenblik een fiets kan gebruiken in de stad. We zetten een fietsambtenaar in om een fietsbeleid te coördineren en te communiceren met
de bevolking.
Parkeren in de stad:
Als we streven naar een autoluw centrum moet het parkeerbeleid hierop afgestemd worden. De (geparkeerde) auto moet zo veel mogelijk weg van de straat en naar de bestaande en toekomstige parkings geleid worden. Korter parkeren in het kerncentrum en gedifferentieerde tarieven zijn hiertoe de middelen Park & Ride moet verder worden uitgebouwd op verschillende locaties in de rand, gekoppeld aan het openbaar vervoer en fietsvoorzieningen
We vergroten de mobiliteit van jongeren.
10.
We zorgen voor verkeerseducatie in het secundair onderwijs Veilige voetgangers- en fietsroutes naar school en vrije tijd worden gebundeld in een speelweefsel/ fietsweefsel We stimuleren fietspoolen naar school We bouwen trage wegen verder uit
Luisteren naar alle inwoners
Een stad moet goed bestuurd worden. Dat is evident. Maar een stad moet ook een gezonde ambitie op mensenmaat nastreven. Zij moet bezig zijn met de toekomst van haar inwoners. Participatie moet hét bestuursinstrument van de toekomst worden . Is het niet uit overtuiging – en er zijn er helaas nog meer dan genoeg die niet overtuigd zijn – dan wel uit noodzaak. Want om de politiek opnieuw geloofwaardig en aantrekkelijk te maken, hebben we geen andere keuze dan de inwoners er zo dicht mogelijk bij te betrekken. Alleen moeten we die participatie radicaal anders invullen. Voor de politici: stof de duffe adviesraden af en zoek naar nieuwe manieren om je inwoners te bereiken. Voor de burgers: stop met zagen en begin mee te timmeren. Klare Taal: brieven, mails aan burgers moeten gescreend worden op ‘verstaanbaarheid’. We hebben specifieke aandacht voor het betrekken van kansengroepen bij participatieprocessen. De stad maakt actief gebruik van facebook, twitter,…om op vragen/suggesties/ideeën van burgers in te pikken. Wijkbabbels/fietstochten/knelpuntenwandelingen brengen aandachtspunten in wijken en buurten in kaart. Actieplannen met engagement worden hieraan gekoppeld. Een performant en gebruiksvriendelijk systeem van meldingen en klachtenbehandeling moet uitgewerkt worden. De rol van adviesraden moet volledig herdacht worden (bvb in jeugdraad meer ruimte voor nietgeorganiseerde jeugd, cultuurraad: meer ruimte voor experimentele initiatieven met dynamiek als parameter,…). Adviesraden worden participatieraden. De leden van deze adviesraden wordt gevraagd de groepen die zij vertegenwoordigen in een participatieproces te organiseren en zo actief mee te werken aan de ideeën die uit deze raden ontstaan. Het stadsbestuur voorziet en organiseert de opleiding en ondersteuning van deze participatieraden.
Voorafgaand aan elk groot project zetten we een participatietraject op maat op. We betrekken de inwoners bij elke stap van de ontwikkeling en uitvoering. Een belangrijk aandachtspunt is dat we precies weten wat onze inwoners willen. Bij elk groot project wordt een participatietraject uitgewerkt, het mag niet enkel bij informeren blijven. We betrekken de bevolking bij de opmaak van onze beleidsplannen. Samen kiezen we de speeltuigen voor de speeltuin, de maatregelen rond verkeersveiligheid enzovoort. We streven naar een doorgedreven participatie van de gebruikersgroepen in lokale ruimtelijke ordening. Het is niet altijd evident om gebieden met verschillende bestemmingen in te richten. De betrokkenheid van de burgers moet meer zijn dan “draagvlak creëren”. We organiseren “politiecafés”. Hier kunnen mensen van gedachten wisselen met de politie. Die noteert de resultaten van hun gesprekken, structureert hun ideeën en maakt duidelijke afspraken. Het gaat dus niet om geïmproviseerde gespreksavonden: de politiecafés worden grondige voorbereid en begeleid. Het is goed dat burgers en politie elkaar tijdens een politiecafé beter leren kennen, want je kunt alleen maar vertrouwen hebben in mensen die je kent. Systemen van medebeheer worden opgezet in buurten en wijken gekoppeld aan enveloppes en een contract. Ook organisaties/instellingen/vzw’s binnen de wijken en buurten worden hierbij betrokken. De openingsuren van het stadhuis worden aangepast aan de ‘klant’ . We willen sociale dienstverlening op één plaats samenbrengen, verschillende diensten van ocmw en de stad moeten geïntegreerd worden waar nuttig. Een snelle interventieploeg wordt opgezet om de publieke ruimte proper te houden en in te staan voor dringend herstel en wordt gekoppeld aan het meldingssysteem. We zorgen er voor dat ambtenaren ook aan huis gaan en werken hiervoor samen met organisaties die doelgroepen detecteren en kennen.
11.
Ieder talent telt
Voor ons zijn jongeren geen last. Integendeel, als we hun verschillende talenten erkennen en ontwikkelen, kan hun creativiteit onze hele gemeenschap stimuleren. We dwingen kinderen en jongeren dan ook niet in onze oude hokjes of denkwijzen, maar luisteren naar wat zij willen en voeden hun talent. Tegelijk nemen we wat wel goed was in het verleden mee via onderwijs, opvoeding en cultuur. Dit alles maken we betaalbaar voor iedereen, niet alleen voor wie al mee was. De stad speelt hier een actieve rol in. We kiezen voor open onderwijs, want kinderen en jongeren leren niet alleen op de schoolbanken, maar ook buiten de schooluren kunnen ze tal van leerervaringen opdoen:
We stimuleren ouders om ook kleuters regelmatig naar school te laten gaan. De SES-lestijden (socio economische status) worden effectief aangewend om talenten te detecteren, de stad ondersteunt deze doelstelling en zet de scholen aan om daar werk van te maken.
12.
Na de schooluren laten we de scholen hun poorten openen, voor sport, cultuur, ontspanning en om bij te leren. Onderwijsinstellingen werken daarvoor samen te werken met private organisaties, sociaal-culturele verenigingen, sportverenigingen en jongerenorganisaties. We organiseren ook een voldoende groot en divers aanbod aan kunst- en muziekonderwijs. De stad zorgt voor stimulerende maatregelen. Elke gemeenschap heeft een of meerdere brede scholen nodig. Een brede school is een lokaal netwerk van een of meer scholen en organisaties uit verschillende sectoren, dat gericht is op de ontwikkeling van alle kinderen en jongeren. Door samen te werken maken we op school en in de vrije tijd een leer- en leefomgeving waarin kinderen en jongeren een waaier aan ervaringen kunnen opdoen. Zo bieden we onze kinderen een groter aanbod, met een lage drempel. We voorzien huiswerkbegeleiding aan huis of op school aan doelgroepen die een pedagogische achterstand dreigen op te lopen. Deze begeleiding richt zich in de eerste plaats op kinderen van 5 tot 8 jaar, naargelang hun noden. We geven de ouders in kwestie het gereedschap om zelf het huiswerk van hun kinderen beter op te volgen. We stimuleren de invoering van een vegetarische dag op school, om kinderen bewust te maken van andere mogelijkheden en ethische keuzes.
Werken en ondernemen:
Hoe aantrekkelijker een stad is, hoe meer er beweegt en leeft, hoe sneller ondernemingen zich in de stad komen vestigen. Inzetten op een duurzame, aantrekkelijke publieke ruimte met veel zuurstof zorgt ook voor een gunstig ondernemersklimaat. We steunen en stimuleren lokale handelaars. De stad maakt actief promotie voor de lokale handel in iedere wijk. Door zoveel mogelijk faciliteiten in iedere wijk aan te bieden werken we ook aan duurzame wijken en beperken we het transport in Roeselare. Het stadsbestuur kan ook samenaankopen van verschillende lokale handelaren in Roeselare organiseren om zo de kosten te drukken. Dit kan gaan om de samenaankoop van investeringsgoederen maar ook van diensten. We stimuleren pop up shops voor jonge ondernemers in leegstaande winkelpanden. Eigenaars die hun leegstaande winkelpanden gratis ter beschikking stellen van jonge ondernemers worden vrijgesteld van de leegstandtaks. Zo kunnen jonge juwelenontwerpers, kleermakers, bioboeren, advocaten, boekhouders, tweedehandsverkopers hun eerste stappen in de lokale economie zetten. Het verblijf in de panden is tijdelijk tot er een echte huurder wordt gevonden. Etalage te huur. De etalages van leegstaande winkels kunnen voor een kleine vergoeding verhuurd worden aan andere lokale handelaars die hiermee hun etalage kunnen uitbreiden. Eigenaars die op deze vraag ingaan krijgen een vermindering op de leegstandstaks. We zetten in op duurzame bedrijvenparken: we geven ondernemen een kans maar zorgen voor een duurzame omgeving en bereikbaarheid. In het bedrijvenpark moet een servicepunt zijn dat diensten verleent aan de werknemers ( strijkwinkel, kinderopvang, bankautomaat, …). Geschenkbonnen voor lokale handelaars. We geven onze bewoners bij bepaalde gelegenheden zoals huwelijken of gouden bruiloften geschenkbonnen die ze kunnen gebruiken bij lokale winkeliers. Het ondernemersloket moet ook een aanspreekpunt zijn voor diverse vragen rond tewerkstelling. Een integratie tussen de diensten werk en economie is noodzakelijk. De Werkwinkel moet nog meer een loopbaanwinkel worden, de toegankelijkheid moet verbeterd worden, we onderzoeken samen met de VDAB de kansen op herlocatie, bvb in de stationsomgeving.
100 stageplaatsen voor schoolverlaters aan de stad. Werkgevers zijn steeds meer op zoek naar een “wit brood”: hoog opgeleide, werklustige en ervaren werknemers. De Stad kan een belangrijke rol spelen om jongeren ervaring te laten opdoen op de werkvloer. Op de verschillende diensten van de stad creëren we stageplaatsen voor pas afgestudeerde jongeren in hun wachttijd. Met een stage van 3 of 6 maanden kunnen ze dan ervaring opdoen als technicus, schrijnwerker, elektricien, juridisch medewerker, boekhouder, onthaalbediende, hostess of wat dan ook We versterken het activeringsbeleid van het OCMW op en zetten meer leefloners aan het werk in de diensten van de stad die nu uitbesteed worden: ruitenwassers, groendiensten… Samen met het OCMW voeren we het aantal werkervaringstrajecten en taalopleidingen op.
We ondersteunen verder de sociale economie:
13.
De stad is regisseur en aanspreekpunt voor sociale economie. Bedrijven, organisaties en individuen moeten met vragen over dienstverlening via sociale economie bij de stad terecht kunnen. We richten hiervoor een agentschap op dat ook nieuwe vragen behandelt en zoekt naar invulling door de actieve sector in de regio: voorbeelden zijn een boodschappen- en koerierdienst, onderhoud van de publieke ruimte, herstel/onderhoud straatmeubilair, kinderopvang, ,nieuwe uitdagingen binnen stadsvernieuwing, huis van de voeding,… Ook voor individuele diensten ikv sociale economie moet de burger hier terecht kunnen aan een loket. 15% van de totale openbare aanbestedingen wordt gegund met sociale clausule of aangepaste duurzame gunningscriteria. We zorgen er samen met OCMW en VDAB voor dat initiatieven inzake integrale trajectbegeleiding voldoende aanwezig zijn.
Financieel beleid
Als we de toekomst van onze kinderen willen veiligstellen moeten we de schuld van de stad verder afbouwen, zonder aan de levenskwaliteit van de inwoners te raken. Er zijn reeds vele inspanningen geleverd, die worden dan ook verder gezet. Een debat over de kerntaken van de stad dient gevoerd te worden. Daarbij wordt in het bijzonder aandacht verleend aan de dienstverlening van de bevolking, die gegarandeerd moet blijven op een betaalbare manier. Ook indien gevraagd wordt aan de (semi-) privé-sector om taken uit te voeren dient kwaliteit, betaalbaarheid en efficiëntie voorop te staan. Waar mogelijk wordt dienstverlening gegroepeerd. In elk geval moet voor de stad en het ocmw de oefening verder gemaakt worden om in de sociale dienstverlening geïntegreerd te werken. We maken optimaal gebruik van Europese fondsen en subsidies. Bij ieder beleidsplan wordt de mogelijkheid onderzocht om Europese fondsen of subsidies aan te spreken. Deze procedure wordt gestandaardiseerd en efficiënt toegepast.
14.
Senioren
Wij stimuleren senioren om actief te blijven in de samenleving door hen kansen aan te bieden om hun ervaring, kennis en vaardigheden met de gemeenschap te delen.
Deze senioren langer zelfstandig willen blijven zullen we dus een transitie moeten maken van een seniorenbeleid naar een zorgbeleid. Dit betekent dat we ons vooral concentreren op die aspecten van het ouder worden die te maken hebben met het verhogen van de zelfstandigheid van senioren en een actief stimulerend beleid om senioren actief in de samenleving te blijven betrekken
We stimuleren buurtbewoners om ouderen een handje te helpen, zodat ze langer thuis kunnen blijven wonen. We introduceren de “zorgburen”. We stimuleren buurtbewoners om ouderen een handje te helpen zodat ze langer thuis kunnen blijven wonen. Zij gaan ook regelmatig eens een kijkje nemen bij de bejaarden en kunnen zo heel snel inspelen op eventuele problemen of noden. We werken aan valpreventie. De werkwinkel en de sociale dienst kunnen hiervoor samenwerken en alle 70-jarigen een bezoek brengen. We maken ook een EHBO-fiche: ‘Wat doe ik wanneer mijn partner plots valt?’ Een boodschappendienst helpt ouderen zelfstandig thuis te wonen. We bouwen netwerken uit die steun en sociaal contact bieden aan hoogbejaarden. We investeren in mobiliteitsprojecten zoals taxicheques, de gratis bedeling van personenalarmtoestellen, vrijwilligerswerking en maaltijdbedelingen door het OCMW. Een basisaanbod aan nieuwe media en informatietechnologie dringt de sociale kloof drastisch terug. We bieden ook basiscursussen internet en computergebruik aan. We zijn hierbij bewust van nieuwe evoluties die ook voor senioren nuttig kunnen zijn, zoals de opkomst van smartphones en tabletcomputers. We bouwen extra serviceflats en lokale dienstencentra, en onderzoeken daarbij de mogelijkheden van een publiek-private samenwerking. We bieden cursussen en vormingen aan op maat van de actieve senior. Dat biedt hen extra kansen op sociaal contact. Via de seniorenadviesraad detecteren we permanent signalen en tekorten. Het aanbod aan vormingen en cursussen dat we de komende jaren organiseren voor leden van adviesorganen, staat ook open voor de leden van de seniorenadviesraad. We bereiden ons voor op bijzondere weersomstandigheden die senioren extra belasten, zoals uitzonderlijk warm of koud weer. We stellen samen met het gemeente- en OCMW-bestuur een zomeren een winterplan op. Dat garandeert onze oudere inwoners – en andere mensen die op dat vlak wat ondersteuning kunnen gebruiken –voldoende verkoeling of juist warmte. We worden een dementievriendelijke gemeente. We leiden verzorgers op, organiseren informatiesessies voor mantelzorgers, familieleden en andere geïnteresseerden, en stimuleren activiteiten voor mantelzorgers en personen met dementie. Door deel te nemen aan activiteiten, vermindert de kans op een snelle opname in een voorziening.