THRILL Titel project
Teamgewijs Herontwerpen Resultaatgericht Innovatief Levensecht Leren
Projectnummer
IA 05047
Contactpersoon
Dhr. R. van der Molen
Begin- en einddatum van het project
Begindatum 1 maart 2006 Einddatum 1 maart 2009
A. Uitgangspunten voor project Beschrijf het probleem dat het project beoogt op te lossen, de situatie wordt verbeterd in termen van regio / sector en betrokken opleidingen Binnen Windesheim (HBO), Landstede (MBO en VO), en de participerende VMBO’s zijn grote vernieuwingsprogramma’s gaande. Er spelen omvangrijke innovaties waaronder Competentie gericht leren, Beroepstaakgestuurd Leren, portfolio’s, leren in domeinen etc. Op zes hoofdthema’s ondervindt ons onderwijs problemen bij het doorvoeren van onderwijsvernieuwingen: 1.1Ons huidige onderwijs is vaak onvoldoende uitdagend en inspirerend voor studenten1 wat leidt tot desinteresse, inefficiënt werken en ongekwalificeerde uitstroom. De metingen uit onze leerlingen/studentenenquêtes (in de rest van deze projectbeschrijving gebruiken we meestal kortheidshalve de term student) bevestigen onze analyse. E.e.a. heeft de laatste jaren ook geleid tot een verminderde instroom binnen de technische richtingen van Windesheim, Landstede en de participerende VMBO-scholen. Voor Windesheim geldt dat inmiddels meer ervaring met competentiegericht leren en beoordelen is opgedaan, iets wat bij Landstede nog in de kinderschoenen staat. Landstede werkt binnen Competentiegericht leren (CGL) aan een model waar studenten van relatief beperkte en gesloten opdrachten toewerken naar het uitvoeren van meer open opdrachten in een contextrijke uitdagende omgeving. Bij de participerende VMBOscholen zijn verschillende experimenten met Werkplekkenstructuur in uitvoering. 1.2In het huidige, gelaagde onderwijssysteem maken we nagenoeg geen gebruik van de mogelijkheden die er zijn om ervaren studenten de minder ervaren studenten te laten helpen. Groei van professionaliteit wordt vaak gestuurd als proces van beginner via gevorderde naar expert. Het risico is dan dat kennisuitwisseling en onderlinge leerprocessen tussen studenten als beginners en meer gevorderden moeizaam of niet tot stand komen. In het huidige gelaagde onderwijssysteem maken we dan ook nagenoeg geen gebruik van de mogelijkheden die er zijn om ervaren studenten te laten helpen. Deze werkwijze zou perfect aansluiten bij de reële beroepspraktijk. Immers op de werkvloer is zowel horizontale als verticale/laterale samenwerking steeds meer de norm.
1 Meestal gebruiken we kortheidshalve de term student: bedoeld zijn studenten HBO, deelnemers MBO en leerlingen VMBO
1
1.3Onze opleidingen sluiten onderling veelal onvoldoende op elkaar aan. Tussen Windesheim, Landstede en de participerende VMBO’s bestaan weliswaar allerlei samenwerkingsverbanden, maar deze zijn veelal incidenteel, fragmentarisch en bestuurlijk gericht. Als er al van afstemming sprake is in de doorlopende leerlijn, dan is die vooral programmatisch. Zo is er incidenteel afstemmingsoverleg om doublures tussen onze VMBO- en MBO-opleidingen te vermijden. Zo ook zijn er enkele afspraken tussen MBO en HBO over welke aanvulling (vaak wiskunde en/of engels) nodig is voor een succesvolle overgang van bepaalde MBO-opleidingen naar de opleidingen van Windesheim. Juist met betrekking tot de invoering van competentiegericht leren liggen er hier goede mogelijkheden voor het MBO om van het HBO te leren. De harde scheiding tussen de verschillende systeemlagen (VMBO, MBO, HBO) beperkt bovendien de talentontwikkeling van individuele studenten: ‘ze moeten immers wachten op het systeem’. Willen we werkelijk inhoud geven aan de ‘koninklijke weg’, dan is een structurele, meer integratieve aanpak nodig: zowel programmatisch als didactisch/pedagogisch als onderwijsorganisatorisch. 1.4Ons huidige onderwijs speelt onvoldoende in op integratie van opleidingsrichtingen. Specifieke technische taken worden op de werkvloer steeds vaker geïntegreerd met andere (technische- en niet technische) taken. Het bedrijfsleven (o.a. via het Platform Techniek) in de regio geeft aan dat naast vakmatige competenties ook dit aspect van groot belang is bij de opleiding. Dit komt tot op heden onvoldoende terug binnen onze smalle opleidingen binnen het VMBO en MBO. 1.5Opleidingen sluiten veelal onvoldoende aan op de wensen vanuit het regionale beroepsveld. Dat is tot nog toe gecorrigeerd met tijdrovende en kostbare vernieuwingsprogramma’s op systeemniveau. Met het toenemende tempo van veranderingen is die benadering onhaalbaar en onbetaalbaar. Met onze huidige, intern gerichte werkwijze binnen de schoolmuren zijn de beoogde noodzakelijke onderwijskundige vernieuwingen moeilijk of niet uitvoerbaar. Door een omslag te maken van een systeemorganisatie naar een proces- en projectorganisatie hoeven geen grote en vooral kostbare vernieuwingsprogramma’s te worden opgetuigd maar wordt volstaan met het aanpassen van een individueel opleidingsprogramma. Innovatieve onderwijsontwikkelingen stranden binnen onze scholen bovendien voortdurend op het punt dat daadwerkelijk de verbinding met de buitenwereld moet worden gelegd. Vanuit onze scholen/teams/docenten bestaat, zeker binnen het MBO en VMBO, geen natuurlijke houding van externe/klant- gerichtheid. Ook hier kan veel van Windesheim geleerd worden. Bovendien kan aangehaakt worden bij het door Windesheim ontwikkelde netwerk. 1.6Kenniscirculatie en kenniscreatie tussen bedrijfsleven en de diverse niveaus binnen de onderwijsinstellingen is ondanks de nu bestaande (veelal bestuurlijke) samenwerkingsrelaties onvoldoende ontwikkeld. De R&D potentie vanuit VMBO, MBO en HBO in de regio wordt volstrekt onvoldoende ingezet op de (latente) behoefte vanuit het bedrijfsleven.
2
Beschrijf de doelen in termen van beoogde effecten en resultaten, d.w.z. specifiek, meetbaar, realistisch en tijdgebonden.
1. Wat gaan we doen? Binnen het project gaan we werken met studententeams die steeds multilevel samengesteld zijn uit VMBO (6), MBO (4) HBO (2) en waarin verschillende disciplines vertegenwoordigd zijn (multidisciplinair). Deze teams krijgen een vraag/probleem van Walibi World die de studenten marktconform moeten oplossen. De doorlooptijd is circa een half schooljaar, de studentinzet wordt voorlopig geraamd voor Windesheimstudenten op 6ec ≈ 180 uur, voor Landstedeleerlingen 120-180 uur, voor leerlingen van de samenwerkende VMBO-scholen circa 120 uur. In een notendop: 1. Walibi World formuleert de opdracht(en). Dit zijn meer of minder gestructureerde vragen naar producten en/of diensten2; Door de opdrachtgever zijn reeds potentiële projecten aangedragen die ruimschoots mogelijkheden bieden om gedurende het project invulling te geven aan het programma en, wanneer het project succesvol wordt afgerond, door te starten naar een volledige integratie binnen het onderwijs. 2. Afhankelijk van de vraag stellen we teams samen op basis van ambitie en competentie van studenten. Daarbij beginnen we met de HBO-ers, die op hun beurt de werving en selectie van de MBO- en VMBO-leerlingen verzorgen. Voor elke opdracht/vraag stellen we meerdere teams samen. 3. De verschillende teams (die dus zowel multidisciplinair als multilevel zijn samengesteld) gaan vervolgens aan de slag en hanteren daarbij een vijf-fasenmodel voor de ontwikkeling van oplossingen. Allereerst duiden zij de vraag, formuleren de probleemstelling en rapporteren daarover naar opdrachtgever en docentenbegeleidingsteam. Als tweede stap ontwikkelen zij ideeën, maken een selectie en rapporten wederom. Vervolgens ontwerpen zij in concurrentie met elkaar oplossingen/prototypen waarbij o.a. aandacht voor vorm/esthetiek, communicatie/emotie, imago, functie, gebruiksvriendelijkheid, duurzaamheid, prijs. Wederom gevolgd door een rapportage. Als vierde fase de materialisatie: het bouwen van een prototype, een uitgewerkt concept, een simulatie, enzovoort. Tijdens dit ontwikkelproces werken teams samen met potentiële toeleveranciers. Het traject sluiten we af met een evaluatie. 4. Tussentijdse kennisuitwisseling teams (leren van en met elkaar) voor zover de concurrentiegedachte dit toelaat; Vooral als de technische problemen groot zijn zal hier nadrukkelijk aandacht aan worden gegeven. 5. Beoordeling concurrerende oplossingen/prototypen door opdrachtgever (Walibi World); Vervolgopdracht voor productie door Walibi World aan toeleverende bedrijven in samenwerking met studententeams;
6. Beoordeling a. resultaat prototype en commercieel product (Walibi World); b. leerresultaten en leerprocesproces
3
i. individuele studenten in hun portfolio (inclusief reflecties) ii. summatief: begeleidende docenten/medewerkers bedrijven); c. samenwerkingsproces (peer-review teamleden). 2. Dit willen we bereiken: effecten en outcome: 2.1 Vergroting van professionaliteit bij leerlingen door (zie 1.1, 1.2, 1.3 en 1.4): • Verbeterde klantgerichtheid (inlevingsvermogen) bij studenten door werkelijke opdrachtgever en marktconforme opleverprotocollen (in plaats van simulatieomgevingen) • Toegenomen onderzoeks- en ontwikkelvaardigheden bij studenten (analyse, synthese, houdingsaspecten) • Verbeterde samenwerkingscompetenties studenten, met een uitbreiding naar Multilevel (VMBO, MBO, HBO): herkennen en erkennen van verschillende rollen en bijdragen in een werkteam. • Ontwikkeling van integraal denken omdat meerdere disciplines zijn betrokken. • Koppeling aanbrengen tussen gewenst hoog3 theoretisch niveau en handelingsniveau (uiteraard op het niveau van de verschillende opleidingen) • Vaardigheid om sneller, breder, dieper te leren en te werken dan in de traditionele schoolomgeving. We gaan deze vergroting van de professionaliteit zichtbaar maken (meten) met de nog te ontwikkelen beoordelingsmethodiek in dit project (inclusief portfolio). 2.2 Bevordering leerloopbaan en doorstroom rendement (zie 1.1, 1.2, en 1.4) Door inspirerend, uitdagend en betekenisvol onderwijs zullen leerlingen gedreven raken om het project uit te voeren en niet te verzuimen, de vakbekwame leerlingen zullen gemakkelijker kunnen instromen bij de partnerbedrijven en het perspectief voor de VMBO en MBO leerlingen bij doorstuderen zal zichtbaar zijn waardoor dit hen een extra stimulans zal kunnen geven. Voor HBO studenten ligt er een prachtige mogelijkheid om zich te bekwamen in leidinggeven. Studenten krijgen inzicht in de competenties van andere niveaus van VMBO en MBO en HBO. Kwalificatiewinst ontstaat doordat VMBO-leerlingen mogelijk competenties op MBO-niveau verwerven, MBO-ers datzelfde op HBO-niveau zouden kunnen. Dit effect willen we nadrukkelijk stimuleren. Dat faciliteren we onder andere door het maken van zogenaamde algemene competentiekaarten (leerdoelen en competenties) voor leerlingen/studenten. Met die competentiekaart wordt voor studenten de ‘hele beroepskolom’ ook zichtbaar. Per opdracht wordt daarvan, gekoppeld aan het vijffasenmodel, een vertaling gemaakt naar de specifieke mogelijkheden van betreffend project. Dat maakt het mogelijk voor studenten om een eigen mini-POP (hun eigen leerdoelen) te maken en hen individueel te begeleiden en te coachen. Dat borgt dat zij maximale winst halen uit hun project, een vorm van maatwerk dus. Uiteindelijk ‘vervagen de systeemgrenzen’ voor de studenten en lopen VMBO, MBO en HBO op een vloeiender manier in elkaar over. Studenten hoeven dan niet meer te wachten op het systeem, maar kunnen afhankelijk van eigen talenten effectief en efficiënt hun leerloopbaan vormgeven. Doordat zij een portfolio gaan gebruiken, hebben zij de bewijzen van hun competentiegroei goed kunnen documenteren, iets wat van belang is als zij zouden kiezen voor verder studeren aan een andere instelling dan in het samenwerkingsverband. Voor de studenten leidt dit concreet tot versnelling van de leerweg, of verbreding/verdieping van de leerweg. Bovendien verwerven alle leerlingen/studenten kwalificaties waar het bedrijfsleven zo aan hecht: kunnen samenwerken in teamverband en daarbinnen zelfstandig je rol te nemen, kunnen analyseren en synthetiseren, kunnen en willen nemen van verantwoordelijkheid,
4
kennen en kunnen hanteren van rollen en taken in complexe samenwerkingsverbanden, kunnen presenteren van zichzelf, het team en oplossingen. Juist doordat de beroepskolom zo nadrukkelijk in beeld is, denken wij dat het voor studenten aantrekkelijker wordt om verder te leren. Concreet streven wij er naar om in een periode van 3 jaar voor de in het project participerende studentgroepen t.o.v. een nulmeting de ongekwalificeerde uitstroom van het VMBO met 5 % verminderen, de doorstroom naar het MBO met 10 % te laten toenemen en de doorstroom naar het HBO met 20 % te laten toenemen. 2.3 Innovatie van pedagogiek en didactiek en kwalificatiewinst (zie 1.1, 1.2, 1.3, en 1.6) • Studenten leren van elkaar, dwars door de instituties, zowel de VMBO student van MBO en HBO student, maar ook omgekeerd. • Tijdens de projecten ontstaat een werkorganisatie die een afspiegeling zal zijn van de latere beroepspraktijk. Naar verwachting zal het HBO de projectleiding op zich nemen, het MBO de engineering en het VMBO zal meer gericht zijn op het uitvoeren van constructie en montagewerkzaamheden. • Doorontwikkeling van de ketenbenadering naar een geïntegreerd onderwijsleerproces met een multidisciplinair en multilevel profiel (dus VMBO, MBO, HBO in combinatie met de verschillende vakdisciplines). • In ieder project beleeft de student de gehele beroepskolom • De student doorloopt zijn leertraject binnen de projecten voor 100 % binnen de reële beroepspraktijk waarbij het (onderwijsleer)proces door gekwalificeerde docenten wordt gestuurd. Daarbij worden veel BPV-problemen ondervangen. • De innovatie vindt multidisciplinair plaats vanuit leerlingen, docenten en bedrijfsleven vanaf de werkvloer met een professionele projectorganisatie. • Stimulerende competitieve omgeving die garant staat voor een hoge output: de projecten zijn onderling concurrerend4. De ontwikkelteams leren elkaar inspireren om hun creativiteit, productiviteit en kwaliteit te verhogen. 2.4 Integratie van opleidingsrichtingen (zie 1.4) • Interdisciplinaire verbindingen tussen traditionele opleidingen als werktuigbouw, elektro, bouw, installatietechniek, ICT tot nieuw verbindingen zoals in Mechatronica, Domotica, Systems integration, voortkomend uit de aard van de opdrachten/prestaties voor de studententeams • Interdisciplinaire verbindingen tussen techniek en andere sectoren, bijvoorbeeld techniek gekoppeld aan bedrijfsadministratie (calculatie), marketing (analyse), commerciële dienstverlening (offertes maken), secretarieel (verslaglegging) maar ook een link richting gezondheidszorg (techniek in de ziekenhuizen, mogelijk een onderdeel van de implementatiefase). • Intergratie van regel- en controlefuncties met productieve taken als integraal onderdeel van beroepsmatig handelen. Voor studenten ontstaat zo een verrijkte leeromgeving, de mogelijkheid zich te verbreden en meer inzicht in samenhang tussen de verschillende disciplines en beroepstaken, zowel theoretisch als in de praktijk. 2.5 Bevordering samenwerken docenten over de systeemgrenzen heen (zie 1.4) De docenten van de verschillende onderwijs partners vormen gedurende het project teams (multidiciplinair en multilevel) voor voorbereiding, begeleiding en beoordeling. Dat is de basis voor het verder ontwikkelen van doorlopende leerlijnen. Als deelproject zal periodiek afstemming zijn over doorlopende- maar ook aanvullende leerlijnen. Dit moet resulteren in adviezen ten aanzien van beleid om de onderwijsprogramma’s optimaal op
5
elkaar af te stemmen. De ervaringen van de studenten worden meegenomen. 2.6 Vergroting externe gerichtheid beroepsonderwijs, oriëntatie van beroepsonderwijs op de vraagzijde, output beroepskolom (zie 1.5 en 1.6) Ons onderwijs zal daadwerkelijk buiten de school plaatsvinden middels reële opdrachten vanuit het bedrijfsleven. Dit vereist van onze docenten dat zij met de studenten mee de schoolpoort uitgaan en zich verbinden aan het participerende bedrijfsleven. Docenten leren zo de wensen vanuit het bedrijfsleven te onderkennen en erkennen. Door deze gedwongen situatie ontstaat een natuurlijk en gewenst gedrag bij ons onderwijzend personeel om met de opdrachtgevers tot afstemming te komen. Het bedrijfsleven wordt eveneens in een positie gebracht waarbij zij actief gaat meedenken over de wijze waarop met het onderwijs kan worden samengewerkt. Vrijblijvende toezeggingen vervangen wij door contracten. Bij het daadwerkelijk in productie nemen van prototypes, concepten enzovoort, zullen de inzichten over het bedrijfsleven bij docenten en leerlingen verder verdiept worden. 2.7 Vergroting van de flexibiliteit van onderwijsprogramma’s (zie 1.1 en 1.3) Doordat het onderwijs gestoeld is op opdrachten die rechtstreeks vanuit de praktijk komen en de opschaling plaatsvindt in samenwerking met de toeleverende bedrijven komt een natuurlijk proces op gang om de onderwijsprogramma’s flexibel en met een korte doorlooptijd aan te passen aan de vraag van leerlingen, bedrijven en opdrachtgever. Het resultaat wordt vastgelegd in de onderwijsprogramma’s. Als neveneffect: 2.8 Promotie van techniek in samenhang over de volle breedte
3. Dit gaan we maken: resultaten en producten: Testverslag van een configuratie gericht op duurzame verandering: de beroepskolom=leeromgeving in de vorm van een projectorganisatie.
Getest framework voor multi-level, multidisciplinaire projecten voor studenten teams binnen het beroepsonderwijs en voor de partners in het bijzonder. Het framework zal worden beschreven en ook visueel worden weergegeven.
Multimediale presentaties van teamprojecten in uitvoering; deze zullen tijdens een afsluitende conferentie aan een breed werkveld bekend worden gemaakt.
Geteste beoordelingsmethodiek waarin begrepen peer-review methodiek (zie bijvoorbeeld Dochy) voor de beoordeling van studenten die werken in multilevel studententeams.
Ontwikkeling van concrete, tastbare innovatieve, betekenisvolle producten voor het bedrijfsleven ontwikkeld door leerlingen in samenwerking met het bedrijfsleven als onderdeel van het onderwijsleerproces op locatie.
Outline voor opschaling naar andere sectoren/instellingen/bedrijven
Bedrijfseconomisch model voor deze vorm van onderwijs
Na het ontwikkeltraject binnen de studententeams worden de door Walibi World geselecteerde prototypes/conceptoplossingen uitbesteed aan het bedrijfsleven. Studenten van de opleidingsteams zijn hierbij betrokken zodat een praktische, hechte en duurzame relatie met de opdrachtgever maar ook toeleverende bedrijven ontstaat. 2 Thema’s van het project
6
Het project is gericht op versterking van de relatie onderwijs – bedrijfsleven: Ja vergroting van de externe gerichtheid van het beroepsonderwijs en de x oriëntatie van het beroepsonderwijs op de vraagzijde, in het bijzonder het bedrijfsleven bevordering van de leerloopbaan van de leerling/student en de doorstroom x in het beroepsonderwijs verhoging van de professionaliteit van degene die het beroepsonderwijs x heeft afgerond x Innovatie van de pedagogiek en didactiek van het beroepsonderwijs
3
Nee
Beschrijf de samenstelling, inhoudelijke inbreng en expertise van het samenwerkingsverband
Naam partner samenwerkingsverband Allen
Omschrijving inhoudelijke Omschrijving deskundigheid inbreng De gezamenlijke partners zijn opdrachtgever voor èn uitvoerder van het project.
Walibi World
Formuleert opdrachten voor studententeams en beoordeelt marktconform de resultaten; Levert relatienetwerk toeleverende bedrijven. Stelt locatie en faciliteiten ter beschikking
Kennis van ondernemen, ontwikkelen en managen van een toponderneming op het gebied van attractieparken, entertainen van bezoekers. Kennis van logistiek, facility management, techniek, retail, administratie, toerisme en recreatie, marketing, horeca
Toeleverende bedrijven
Leveren kennis, expertise, relaties, apparatuur, materiaal, en een bijdrage in beoordeling resultaten MBO en VO instelling die pedagogische en didactische inbreng levert om project te kunnen uitvoeren
Vakinhoudelijke kennis Kennis van markt en stand van de technologie; praktijkkennis m.b.t. beoordelen (HRM) Kennis onderwijsleerprocessen, vakdidactieken en methoden; kennis beoordelingsmethodieken; Specifiek onderwijsontwikkeling VMBO (VMBOSelect/TalentStad); (Beperkte) ervaring met competentiegericht leren en beoordelen Specifiek onderwijsontwikkeling bovenbouw VMBO
Landstede
Ichthus college
Christelijk VMBO
Nuborgh
OTIB
VO instelling die pedagogische en didactische inbreng levert om project te kunnen uitvoeren VO instelling die pedagogische en didactische inbreng levert om project te kunnen uitvoeren VO instelling die pedagogische en didactische inbreng levert om project te kunnen uitvoeren Opleidings- en
Specifiek kennis en ervaring werkplekkenstructuur Specifiek onderwijsontwikkeling VMBO en ervaring met werkplekkenstructuur Kennis onderwijsontwikkelingen
7
Windesheim
ontwikkelingsfonds levert ervaring en deskundigheid mbt onderwijsprocessen en nieuwe ont-wikkelingen in de installatiebranche HBO instelling die pedagogische en didactische inbreng levert om project te kunnen uitvoeren, vooral v.w.b. competentiegericht leren en beoordelen; Koppeling aan kenniskringen; begeleiding door lector met als leeropdracht duurzaamheid
technisch beroepsonderwijs; kennis van de stand van de technologie
Kennis onderwijsleerprocessen, vakdidactieken en methoden; kennis beoordelingsmethodieken; specifiek kennis en ervaring competentiegericht leren en beoordelen; praktijkervaring opzet en beoordeling studentenprojecten.
8
Beschrijf de innovatie in het project Beschrijf de innovatie in het project: Het project is innovatief zowel op systeem-, proces- als op productniveau! De samenwerking met Walibi World, het attractiepark dat jongeren (technisch) aanspreekt, speelt in op de wens om ambitieus en inspirerend onderwijs te kunnen bieden. Het innovatieve zit in de wijze waarop we de doorlopende leerlijnen vormgeven, namelijk dwars door de instituties VMBO, MBO, HBO heen. En dat bovendien in combinatie met teamvorming die aansluit op de toekomstige werkomgeving van studenten. Een bundeling van krachten richt zich zo op het ontwerpen, ontwikkelen en uitvoeren van innovatieve en creatieve producten voor de markt. Introductie van het interne competitie-element versterkt de innovatieve kracht van de in dit innovatiearrangement samenwerkende partners. Het project is flexibel van opzet zodat toekomstige ontwikkelingen gemakkelijk kunnen worden ingepast in het concept. Het project heeft in eerste instantie betrekking op de sectoren Techniek en Economie maar zal naarmate het project vordert, steeds verder sectoroverstijgend zijn. Het project is gericht op zowel regionale ontwikkelingen en sector / opleidingsgerichte ontwikkelingen. Het project is multilevel, dat wil zeggen dat zowel VMBO, MBO en HBO en bedrijfsleven actieve partners zijn. In eerste instantie wordt het project opgestart met Walibi World. Reden is dat tijdens de opstart het project beheersbaar moet zijn voor de organisatie. Het concept zal zodra een geschikte partner is gevonden, verbreed worden naar andere omgevingen. Tijdens het project zullen de voorbereidende contacten worden gelegd en samenwerkingsrelaties door middel van een overeenkomst worden vastgelegd. Potentiële nieuwe partners zijn: Ziekenhuizen in Harderwijk, Lelystad en Zwolle Waterschappen in Flevoland, Gelderland en Overijssel Rijkswaterstaat Banken Vervoersmaatschappijen (NS, busmaatschappijen)
Overzicht van vernieuwingsprojecten binnen het samenwerkingsverband Naam partner Naam project Korte omschrijving Binnen dit samenwerkingsverband is THRILL het eerste integrale vernieuwingsproject dat wordt opgestart. Er zijn al vormen van samenwerking tussen twee of meer partijen uit het nieuwe samenwerkingsverband: Platform techniek (gericht op bevordering instroom techniekstudenten met als activiteiten Tour de Techniek (VMBO’s, MBO en Walibi World en bedrijven), Week van de techniek (bedrijven, VMBO’s en Landstede), themabijeenkomsten, etc), integratie opleiding autotechniek MBO/VMBO, VMBOSelect (modularisering VMBO beroepsgerichte programma’s), TalentStad (ontwikkeling nieuwe bovenbouw VMBO) Heeft het samenwerkingsverband zich georiënteerd op vergelijkbare innovatieve projecten?
Ja
Nee
x
9
Zo ja, omschrijf de wijze van oriëntatie, de resultaten van de oriëntatie, hoe gebruik is gemaakt van deze resultaten en waarin het eigen project onderscheidend is. Er zijn geen projecten bekend waar op exact dezelfde wijze tegelijkertijd multilevel èn multidisciplinair èn in competitie in opdracht van het bedrijfsleven wordt gewerkt. Enigszins vergelijkbare projecten zijn: XL-learning (Heerenveen), Sportkolom (Groningen), Technodesign (Dordrecht). Bolsward 550 is een project waar HBO, MBO en VMBO een gezamenlijke prestatie hebben neergezet in de vorm van de organisatie van een groot feest. Elementen van onze aanpak zijn verder te vinden in verschillende vormen van wedstrijden/competities (Vakkanjers is een goed voorbeeld, maar ook Mechatronicawedstrijden). Waar relevant worden contacten gelegd met vertegenwoordigers van organisaties waar kennis en ervaringen kunnen worden aangeboord en uitgewisseld.
Omschrijf hoe docenten en management bij de ontwikkeling van de innovatie zijn betrokken. De inzet van docenten wordt goed inzichtelijk bij het lezen van de planning die is toegevoegd aan de begroting. Docenten zijn procesbegeleiders voor de studententeams. Zoveel mogelijk op initiatief van de studenten zijn ze behulpzaam bij het faciliteren van het project. Docenten participeren in ontwikkelgroepen en het startteam. Daar zullen zij ontwikkelwerkzaamheden verrichten op het gebied van didactiek, pedagogiek, organisatieontwikkeling en bijdragen leveren aan rapportage en verspreiding van resultaten. Deze docententeams zijn net als de studententeams multidisciplinair en multilevel samengesteld. De docenten spelen, samen met Walibi World en toeleverende bedrijven een essentiële rol bij het reflectieproces bij studenten en teams en bij de beoordeling van de projecten. Het management van de samenwerkingspartners is intensief betrokken bij de ideevorming en aanvraag van de subsidie bij het HPBO. Tijdens het proces van ideevorming en uitwerken van het project, zijn docenten geconsulteerd. Gedurende het project zal het management zich periodiek actief informeren over de vorderingen en knelpunten.
10
B. Operationaliseren van aanpak 4 Beschrijf de operationele activiteiten (desgewenst kunt u de samenhang tussen de activiteiten in een schema weergeven) Omdat nog niet zeker hoe en wanneer de opschaling naar andere bedrijven zal plaatsvinden, wordt in de navolgende planning steeds als opdrachtgever benoemd. Zodra mogelijk zullen vanaf fase 10 ook andere bedrijven de opdrachtrol krijgen. Beschrijf de samenhang en planning van fasering, (operationele) activiteiten en mijlpalen in het project (zoals de tussenrapportage). Fase 1
Indienen aanvraag bij HPBO
Subsidieaanvraag
Overleg met accountant/controller
looptijd:
7 februari 2006
mijlpaal:
opleveren van projectplan; met de partners wordt het project intensief doorgenomen en wordt commitment verkregen. De partners tekenen de overeenkomst en staan garant voor de financiële verplichtingen.
Fase 2
Goedkeuring HPBO
looptijd:
Vóór 1 maart 2006
mijlpaal: Goedkeuring
Fase 3
1. Informatiebijeenkomst, Informatiebrief, Kick off bijeenkomst
Opstart
2. Formeren projectorganisatie 3. Uitwerken deelprojectplannen
Looptijd mijlpalen
01 mrt 06 tot 15 apr 06 1. Gemeenschappelijke start; Toeleveranciers van Walibi World en overige betrokkenen zijn geïnformeerd over het project, de fasering en verwachtingen. 2. Projectorganisatie is vastgesteld 3. Opleveren detaillering deelprojecten
Prestatie indicatoren
1. Brede bekendheid met project bij alle medewerkers en studenten van betrokken partners; interne publicaties op de verschillende intra- en internetten; perspublicaties; 2. Actief projectteam, taaktoedeling, taakbeschrijving en resultaatafspraken 3. Detaillering deelprojecten
11
Fase 4
1. Ontwikkeling competentiekaarten
Didactiek
2. Ontwikkeling beoordelingssystematiek voor VMBO, MBO, HBO 3. Ontwikkeling opdrachten
Looptijd
01-mrt-06 tot 01-sep-06
mijlpalen
1. Competentiekaarten zijn ontwikkeld voor studenten die projecten op Walibi World uitvoeren (leden studententeams), voor de onderwijsinstellingen die participeren (om potentie in beeld te hebben voor projecten) en voor docenten van de deelnemende scholen 2. Een gemeenschappelijk kader voor beoordeling, waarbij rekening is gehouden met de per onderwijsinstelling verschillende (wettelijke) eisen aan de onderwijsprogramma's 3. Uitwerken van het vijf-fasenmodel voor opdrachten ten behoeve van de opstart per 1-9-2006.
Prestatie indicatoren
1. Opleveren van competentiekaarten die procesmatig kunnen worden gebruikt: leervragen en specifieke competenties van de studenten voor studententeams, specifieke competenties van de docenten van deelnemende scholen 2. Het beoordelingskader is (waar relevant door externe instanties) getoetst aan de verschillende regelgeving 3. Twee tot vier uitgewerkte opdrachten die voor de periode september maart door de ontwikkelteams gebruikt kunnen worden. De fase wordt afgesloten met een rapportage waarin een framework is opgenomen voor het uitwerken van toekomstige opdrachten
Fase 5
1. Locatieonderzoek Walibi World
Inrichting werkplaats en
2. Inrichtingsplan
Tussenrapportage HPBO
4. Tussenrapportage HPBO
Looptijd
01-mrt-06 tot 01-aug-06
mijlpalen
1. Een haalbaarheidsstudie naar de mogelijkheden van huisvesting op het terrein van Walibi World om gefaseerd 280 studenten projectmatig te laten werken waarin begrepen een plan voor een werkplaats voor 60 studenten die gelijktijdig bij Walibi World werkzaam zijn. Tijdens de stuurgroepvergadering wordt het inrichtingsplan vastgesteld voor de werkplaatsen voor de studententeams.
3. Aanschaf machines, installaties en gereedschappen, PC’s, meubilair, aanleggen netwerk
2. De benodigde machines en inventaris worden per 1/7 besteld zodat de middelen per 1/9 geïnstalleerd zijn. 3. Installatie van een netwerk van 20 PC’s voor tekenwerk, projectmanagement etc. met zo mogelijk koppelingen naar de reguliere schoolomgevingen. Aanleg en onderhoud netwerk zijn aanbesteed bij team ICT studenten 4. Conform de voorwaarden van het HPBO een voortgangsrapportage van de eerste fase
12
Prestatie indicatoren
1. Vaststelling precieze locatie, goedgekeurde tekeningen en goedgekeurd inrichtingsplan inclusief de bijbehorende budgetten (besluiten stuurgroep) 2. Uitlevering en installatie conform tijdschema; werkend operationeel netwerk 3. Goed beoordeelde voortgangsrapportage HPBO
Fase 6
1. Studententeams formeren (4 stuks bestaande uit 2 HBO, 4MBO en 6VMBO)
Opstart 1+2
2. Opdrachten uitzetten
2006
3. Uitvoering opdrachten 4. Schriftelijke tussenrapportages per fase 5. Eerste scholing docenten
Looptijd
01-sep-06 tot 01-mrt07
mijlpalen
1. Vier studententeams zijn geformeerd 2. De eerste opdracht is door directie Walibi World uitgezet bij de vier studententeams. 3. Studententeams voeren opdracht uit conform 5-fasenmodel, rapporteren daarover. Docenten geven begeleiding. 4. Op basis van de eerste ervaringen worden de docenten/begeleiders in staat gesteld een maatwerk cursus te volgen
Prestatie indicatoren
1. Opdrachtbevestiging vanuit de studententeams aan de directie van Walibi World 2. 4 prototypes/probleemoplossingen/concepten, productiefase loopt tot 1 maart 3. Scholing is gerealiseerd
Fase 7 1e rapportage
1. Naast de gegevens uit de portfolio’s (prestaties, resultaten en zelfreflecties) zetten de deelnemers aan de studententeams zetten hun ervaringen op papier 2. Tijdens een bijeenkomst komen alle betrokken medewerkers bijeen om de resultaten te evalueren. Via intervisie en andere technieken wordt de stand van zaken doorgenomen en worden actiepunten benoemd voor de verdere voortgang van het proces 3. Op basis van diepte-interviews en een online enquête worden studenten bevraagd over het project. 4. Opstellen van evaluatierapport 1e ronde, weergave van tussentijdse resultaten in beeld en geluid
Looptijd
01-jan-07 tot 28-feb-07
13
mijlpalen
1. Iedere deelnemer aan het project heeft zijn/haar portfolio en aanvullende evaluatie klaar en zet deze op het netwerk. De input wordt gebruikt tijdens de gezamenlijke evaluatie. 2. Evaluatiebijeenkomst, lijst met verbeterpunten, financiële verantwoording 3. Op basis van 5-10 diepte interviews en een online enquête worden studenten (en docenten) bevraagd over het project. 4. Opstellen van evaluatierapport 1e ronde 5. Bijeenkomst waarin door de stuurgroep wordt vastgesteld of het project op koers ligt. Het verslag van de stuurgroepvergadering bevat mogelijke aanvullende kaders
Prestatie indicatoren
1. Persoonlijke evaluaties op netwerk 2. Schriftelijke) weergave van evaluatiebijeenkomst 3. Tevredenheidsonderzoek. 4. Evaluatierapport Tijdens de afgeronde fase moeten 4 teams in staat zijn gesteld om aan opdrachten van Walibi World te werken. De tevredenheid van de deelnemers en docenten is in beeld.
Fase 8
1. Nieuwe studententeams formeren (12 stuks)
2de ronde
2. Opdrachten uitzetten per 4 teams
2007
3. Uitvoering opdrachten 4. Schriftelijke tussenrapportages per fase
Looptijd mijlpalen
01-jan-07 tot 1jun-07
01-jul-07
1. 12 studententeams zijn geformeerd 2. Drie verschillende opdrachten zijn door directie Walibi World uitgezet bij de 12 studententeams. 3. Studententeams voeren opdracht uit conform 5-fasenmodel, rapporteren daarover. Docenten geven begeleiding.
Prestatie indicatoren
1. Opdrachtbevestiging vanuit de studententeams aan de directie van Walibi World 2. 12 verschillende teamprestaties ter beoordeling van Walibi World, productiefase loopt tot 1 juni
14
Fase 9 2de rapportage
1. Naast de gegevens uit de portfolio’s (prestaties, resultaten en zelfreflecties) zetten de deelnemers aan de studententeams zetten hun ervaringen op papier 2. Tijdens een bijeenkomst komen alle betrokken medewerkers bijeen om de resultaten te evalueren. Via intervisie en andere technieken wordt de stand van zaken doorgenomen en worden actiepunten benoemd voor de verdere voortgang van het proces 3. Op basis van diepte-interviews en een online enquête worden studenten bevraagd over het project. 4. Opstellen van evaluatierapport 2de ronde, weergave van tussentijdse resultaten in beeld en geluid
Looptijd
15 jul-07
mijlpalen
1. Iedere deelnemer aan het project heeft zijn/haar evaluatie klaar en zet deze op het netwerk. De input wordt gebruikt tijdens de gezamenlijke evaluatie. 2. Evaluatiebijeenkomst, lijst met verbeterpunten, financiële verantwoording 3. Op basis van 5-10 diepte interviews en een online enquête worden studenten (en docenten ) bevraagd over het project. 4. Opstellen van evaluatierapport 2de blok 5. Bijeenkomst waarin door de stuurgroep wordt vastgesteld of het project op koers ligt. Het verslag van de stuurgroepvergadering bevat mogelijke aanvullende kaders
Prestatie indicatoren
1. Persoonlijke evaluaties op netwerk 2. (Schriftelijke) weergave van evaluatiebijeenkomst 3. Tevredenheidsonderzoek. 4. Evaluatierapport Tijdens de afgeronde fase zijn 12 teams in staat gesteld om aan opdrachten van Walibi World te werken. De tevredenheid van de deelnemers en docenten is in beeld.
Fase 10 Rapportag e HPBO
Tussenrapportage HPBO
Verkenning Samenwerkingsovereenkomst nieuw partner(s) nieuwe partners Looptijd
15-jul-07
mijlpalen
Conform de voorwaarden van het HPBO wordt een voortgangsrapportage van de eerste fase gegeven Met een of meer bedrijven zijn samenwerkingsovereenkomsten gesloten analoog aan die met Walibi World
15
Prestatie indicatoren
Voortgangsrapportage Bevestiging HPBO dat project op orde is
Fase 11
1. Nieuwe studententeams formeren (16 stuks)
3de ronde
2. Opdrachten uitzetten per 4 teams 3. Uitvoering opdrachten 4. Schriftelijke tussenrapportages per fase
Looptijd
01-aug-07 tot 01-feb08
mijlpalen
1. 16 studententeams zijn geformeerd 2. Vier verschillende opdrachten zijn door directie Walibi World uitgezet bij de 16 studententeams. 3. Studententeams voeren opdracht uit conform 5-fasenmodel, rapporteren daarover. Docenten geven begeleiding.
Prestatie indicatoren
1. Opdrachtbevestiging vanuit de studententeams aan de directie van Walibi World 2. 16 verschillende teamprestaties ter beoordeling van Walibi World, productiefase loopt tot 1 juli
Fase 12 de
3 rapportage
1. Naast de gegevens uit de portfolio’s (prestaties, resultaten en zelfreflecties) zetten de deelnemers aan de studententeams zetten hun ervaringen op papier 2. Tijdens een bijeenkomst komen alle betrokken medewerkers bijeen om de resultaten te evalueren. Via intervisie en andere technieken wordt de stand van zaken doorgenomen en worden actiepunten benoemd voor de verdere voortgang van het proces 3. Op basis van diepte-interviews en een online enquête worden studenten bevraagd over het project. 4. Opstellen van evaluatierapport 3de ronde, weergave van tussentijdse resultaten in beeld en geluid
Looptijd
15-feb-08
16
mijlpalen
1. Iedere deelnemer aan het project heeft zijn/haar evaluatie klaar en zet deze op het netwerk. De input wordt gebruikt tijdens de gezamenlijke evaluatie. 2. Evaluatiebijeenkomst, lijst met verbeterpunten, financiële verantwoording 3. Op basis van 5-10 diepte interviews en een online enquête worden studenten (en docenten ) bevraagd over het project. 4. Opstellen van evaluatierapport 3de ronde 5. Bijeenkomst waarin door de stuurgroep wordt vastgesteld of het project op koers ligt. Het verslag van de stuurgroepvergadering bevat mogelijke aanvullende kaders
Prestatie indicatoren
1. Persoonlijke evaluaties op netwerk gepubliceerd 2. (Schriftelijke) weergave van evaluatiebijeenkomst 3. Tevredenheidsonderzoek. 4. Evaluatierapport 5. Evaluatiemanifestatie Tijdens de afgeronde fase moeten 16 teams in staat zijn gesteld om aan opdrachten van Walibi World te werken. De tevredenheid van de deelnemers en docenten is in beeld.
Fase 13 4
de
ronde
1. Nieuwe studententeams formeren (20 stuks) 2. Opdrachten uitzetten per 4 teams 3. Uitvoering opdrachten 4. Schriftelijke tussenrapportages per fase
Looptijd
Jan 08 – jun 08
mijlpalen
1. 20 studententeams zijn geformeerd 2. Vijf verschillende opdrachten zijn door directie Walibi World uitgezet bij de 20 studententeams. 3. Studententeams voeren opdracht uit conform 5-fasenmodel, rapporteren daarover. Docenten geven begeleiding.
Prestatie indicatoren
1. Opdrachtbevestiging vanuit de studententeams aan de directie van Walibi World 2. 20 verschillende teamprestaties ter beoordeling van Walibi World, productiefase loopt tot 1 juni
17
Fase 14 4de rapportage
1.
Naast de gegevens uit de portfolio’s (prestaties, resultaten en zelfreflecties) zetten de deelnemers aan de studententeams zetten hun ervaringen op papier
2. Tijdens een bijeenkomst komen alle betrokken medewerkers bijeen om de resultaten te evalueren. Via intervisie en andere technieken wordt de stand van zaken doorgenomen en worden actiepunten benoemd voor de verdere voortgang van het proces 3. Op basis van diepte-interviews en een online enquête worden studenten bevraagd over het project. 4. Opstellen van evaluatierapport 4de ronde, weergave van tussentijdse resultaten in beeld en geluid
Looptijd mijlpalen
15 Jul 08 1. Iedere deelnemer aan het project heeft zijn/haar evaluatie klaar en zet deze op het netwerk. De input wordt gebruikt tijdens de gezamenlijke evaluatie. 2. Evaluatiebijeenkomst, lijst met verbeterpunten, financiële verantwoording 3. Op basis van 5-10 diepte interviews en een online enquête worden studenten (en docenten ) bevraagd over het project. 4. Opstellen van evaluatierapport 4de ronde 5. Bijeenkomst waarin door de stuurgroep wordt vastgesteld of het project op koers ligt. Het verslag van de stuurgroepvergadering bevat mogelijke aanvullende kaders
Prestatie indicatoren
1. Persoonlijke evaluaties op netwerk gepubliceerd 2. (Schriftelijke) weergave van evaluatiebijeenkomst 3. Tevredenheidsonderzoek. 4. Evaluatierapport 5. Evaluatiemanifestatie Tijdens de afgeronde fase moeten 20 teams in staat zijn gesteld om aan opdrachten van Walibi World te werken. De tevredenheid van de deelnemers en docenten is in beeld.
Fase 15
1. Nieuwe studententeams formeren (20 stuks)
5de ronde
2. Opdrachten uitzetten per 4 teams 3. Uitvoering opdrachten 4. Schriftelijke tussenrapportages per fase
Looptijd
sep 08 – feb 09
mijlpalen
1. 20 studententeams zijn geformeerd 2. Vijf verschillende opdrachten zijn door directie Walibi World uitgezet bij de 20 studententeams. 3. Studententeams voeren opdracht uit conform 5-fasenmodel, rapporteren daarover. Docenten geven begeleiding.
18
Prestatie indicatoren
1. Opdrachtbevestiging vanuit de studententeams aan de directie van Walibi World 2. 20 verschillende teamprestaties ter beoordeling van Walibi World, productiefase loopt tot 1 februari
Fase 16 5e rapportage
1. Naast de gegevens uit de portfolio’s (prestaties, resultaten en zelfreflecties) zetten de deelnemers aan de studententeams zetten hun ervaringen op papier 2. Tijdens een bijeenkomst komen alle betrokken medewerkers bijeen om de resultaten te evalueren. Via intervisie en andere technieken wordt de stand van zaken doorgenomen en worden actiepunten benoemd voor de verdere voortgang van het proces 3. Op basis van diepte-interviews en een online enquête worden studenten bevraagd over het project. 4. Opstellen van evaluatierapport 5de ronde, weergave van tussentijdse resultaten in beeld en geluid
Looptijd mijlpalen
15 mrt 09 1. Iedere deelnemer aan het project heeft zijn/haar evaluatie klaar en zet deze op het netwerk. De input wordt gebruikt tijdens de gezamenlijke evaluatie. 2. Evaluatiebijeenkomst, lijst met verbeterpunten, financiële verantwoording 3. Op basis van 5-10 diepte interviews en een online enquête worden studenten (en docenten ) bevraagd over het project. 4. Opstellen van evaluatierapport 4de ronde
Prestatie indicatoren
1. Persoonlijke evaluaties op netwerk gepubliceerd 2. (Schriftelijke) weergave van evaluatiebijeenkomst 3. Tevredenheidsonderzoek. 4. Evaluatierapport 5. Evaluatiemanifestatie Tijdens de afgeronde fase moeten 20 teams in staat zijn gesteld om aan opdrachten van Walibi World te werken. De tevredenheid van de deelnemers en docenten is in beeld.
19
Fase 17 Eindrappor t HPBO
Conform de eisen die het HPBO opstelt aan de eindrapportage wordt het eindverslag en de eindafrekening gemaakt.
Looptijd
Maart 2009
mijlpalen
Oplevering van definitieve producten:
Prestatie indicatoren
Testverslag van een configuratie gericht op duurzame verandering: de beroepskolom = leeromgeving en dat in de vorm van een projectorganisatie.
Getest framework voor multi-level, multidisciplinaire projecten voor studenten teams binnen het beroepsonderwijs en voor de partners in het bijzonder. Het framework zal worden beschreven en ook visueel worden weergegeven.
Multimediale presentaties van teamprojecten in uitvoering; deze zullen tijdens een afsluitende conferentie aan een breed werkveld bekend worden gemaakt.
Geteste beoordelingsmethodiek waarin begrepen peer-review methodiek voor de beoordeling van studenten die werken in multilevel studententeams.
Ontwikkeling van concrete, tastbare innovatieve, betekenisvolle producten voor het bedrijfsleven ontwikkeld door leerlingen in samenwerking met het bedrijfsleven als onderdeel van het onderwijsleerproces op locatie.
Outline voor opschaling naar andere sectoren/instellingen/bedrijven
Bedrijfseconomisch model voor deze vorm van onderwijs
Eindrapportage en eindafrekening Producten zijn kosteloos (digitaal) beschikbaar voor iedereen met uitzondering van de ontwikkelde bedrijfsproducten/oplossingen voor Walibi World en andere bedrijven Opschaling naar ten minste één bedrijf uit bijvoorbeeld Zorg, Waterschappen, Rijkswaterstaat, NS, etc, zie haalbaarheidsonderzoek fase 10
Fase 18 Implement Implementatie van THRILL valt buiten het bereik van het HPBO project atie Looptijd
2009 en verder
20
mijlpalen
Zoals tijdens het project zal tussentijds worden geëvalueerd en worden bijgestuurd. Werkend leren en lerend werken blijft ook na de opstart actueel, vernieuwen en voorkomen van strak blauwdrukdenken blijft een speerpunt.
Prestatie indicatoren
5
Continuering van ontwikkelcentrum Walibi World voor 300 studenten
Beschrijf de projectorganisatie
Beschrijf de projectorganisatie Projectleiding Voor dit project worden een projectleider aangesteld die het bovenstaande concept met partijen uitwerkt en managet. Deze projectleider is verantwoordelijk voor het proces en inhoud. De projectleider wordt ondersteund door een projectmedewerker die vooral logistiek, administratie en informatievoorziening behartigt. De projectleiding faciliteert het Startteam en de Ontwikkelgroepen. Organisatie is een rode draad: continue programmaontwikkeling, opleiding/training van en kennisuitwisseling tussen docenten en medewerkers. Afstemming tussen deelnemende partijen over inhoud en proces, logistieke voorzieningen voor studenten, beschikbaarheid lokale werkplaatsen, beschikbaarheid van machines, installaties en materialen, aanspreekpunt voor knelpunten en calamiteiten, rapportage aan de stuurgroep (directies scholen, OTIB, Walibi World, afvaardiging overig bedrijfsleven). Deze opsomming is niet uitputtend want kenmerk van het project is dat onze aanpak denkend doen is, ofwel conceptontwikkelen en experimenteren hand in hand te laten gaan. Het project laat het “blauwdrukdenken” niet toe. Dit laat onverlet dat de organisatie van het project op basis van afspraken strak gestuurd wordt met korte lijnen. Penvoerder Penvoerder van het project is Landstede en is (financieel) verantwoordelijk voor de verantwoording van het project. Het project wordt intern ondergebracht bij Landstede Projectmanagement (LPM). Stuurgroep Het project wordt aangestuurd via de stuurgroep en bestaat uit 8 personen: Landstede:
College van bestuur, Rob van Kessel Programmadirecteur, Theo van Geffen Directeur economie en Techniek, Richard van der Molen Walibi World Algemeen directeur, Marcel Schonenberg Windesheim Directie, Ineke van de Wal Ichthus College College van bestuur, Kees Blokland Arcus/SGL Directie Lelystad OTIB Coördinator onderwijs, Peter Smulders Taken stuurgroep: • Kader vaststellen waarbinnen het project vorm krijgt • Voortgangsrapportage doornemen met projectleiding • Beslissingen nemen ten aanzien van knelpunten • Verantwoordelijk voor de financiële en inhoudelijke verantwoording
21
Ontwikkelteams Ontwikkelteams bestaan uit docenten en ondersteunende medewerkers van scholen en bedrijven. Hun taak is deelprojecten uit te voeren. Startteam Dit startteam is verantwoordelijk voor het kwartiermaken: • Globale projectaanpak omzetten in actieplannen • Uitvoering geven aan de actieplannen • Fysieke huisvesting en inrichting Kenniskring en advies Dit project wordt intern begeleid door Prof.dr. Enno Massurel, lector duurzaamheid bij Windesheim. CINOP zal gevraagd worden voor advies op maat, scholing en een rol spelen bij het monitoren van het project.
22
Maak een organigram om de projectorganisatie in beeld te brengen Organigram
HPBO Medefinancier, externe partner waar eveneens verantwoording aan wordt afgelegd
Penvoerder Landstede, verantwoordelijk. voor projectadministratie
Stuurgroep R. van Kessl, CvB Landstede I. van de Wal, directeur Windesheim K. Blokland, CvB Ichthus M. Schonenberg, directeur Walibi World P. Smulders, OTIB Directie Arcus/SGL R. van der Molen, directeur Landstede T. van Geffen, directeur Landstede Op aanvraag worden andere managementleden door de stuurgroep uitgenodigd deel te nemen. Advies en kenniskring Prof. dr. Enno Massurel, Lector duurzaamheid CINOP
Projectleiding Hans Winsemius Projectleider Mariël Jongbloed Projectmedewerker Zorgen voor aansturing studententeams en werkgroepen, rapportage aan stuurgroep en HPBO
Startteam Docenten/medewerkers Walibi als kwartiermakers
Ontwikkelteams Docententeams aangevuld met expertise vanuit Walibi, OTIB en toeleverende bedrijven die instrumenten ontwikkelen voor proces, procesbegeleiding, inhoudscomponenten, beoordelingen en zorgen voor overdracht van opgedane ervaringen.
Docentenbegeleidingsteam Team docenten dat studententeams begeleid Partnerscholen
Walibi World Opdrachtgever en beoordelaar van resultaten
Studententeams Teams van studenten die met begeleiding van docenten de opdrachten vanuit Walibi uitvoeren
23
6
Beschrijf planmatig de wijze waarop de verspreiding en implementatie van projectresultaten worden gerealiseerd Het verspreiden en implementeren van projectresultaten zijn geen activiteiten die voor subsidiering vanuit de subsidieregeling Innovatiearrangementen 2005 in aanmerking komen. Tegelijkertijd is in het kader van de regeling van belang dat perspectief op implementatie bestaat. Beschrijf de implementatieactiviteiten, planning en betrokkenheid van de partners van het samenwerkingsverband. Geef aan welke afspraken zijn gemaakt, hoe de financiering is geregeld en hoe de projectresultaten publiek beschikbaar komen.
Beschrijf planmatig de wijze waarop de verspreiding en implementatie van projectresultaten wordt gerealiseerd Binnen het project is voorzien hoe de opschaling van een eerste experiment met vier teams en een opdracht, uiteindelijk doorgroeit naar 24 teams. In die opschaling zijn elementen kwantitatieve uitbreiding (van 4 naar 24 teams), meerdere disciplines (van 1à 2 tot alle binnen de deelnemende scholen voorkomende disciplines), van twee via zes deelnemende VMBO-scholen naar alle regionaal geïnteresseerde scholen, van één via twee naar meerdere opdrachtgevers uit bedrijfsleven en maatschappelijke instellingen, van uitsluitend VMBO naar ook HAVO en VWO, van regionaal, via nationaal naar internationaal. De stap voor stap methodiek die we in dit project hanteren is ook maatgevend voor bovengenoemde verdere opschaling. Doel is uiteindelijk een substantieel deel van het leren bij onze instellingen vorm te geven volgens het THRILL! concept. Alle partners realiseren zich de impact van deze doelstelling en dus de consequenties voor hun huidige onderwijspraktijk. Dat is ook de reden dat er een bedrijfseconomisch model voor een dergelijk vorm van onderwijs ontwikkeld en opgeleverd wordt. De projectresultaten komen digitaal beschikbaar via de sites van de participerende scholen. Daartoe gevraagd zullen wij een rol spelen op regionale en nationale events/congressen enz. Ten slotte zullen we participeren in een kenniskring van het beroepsonderwijs.
7
Beschrijf de wijze van evaluatie van project
Evaluatiemethode Evaluatie van dit project kent vier niveaus: 1. Studententeams werken met een vijffasenmodel. Elke fase sluiten ze af met een rapportage. Deze rapportages worden door docentenbegeleidingsteams gebruikt voor de beoordeling van individuele studenten op hun leren, maar ook geëvalueerd op onderwijskundige waarde. De uiteindelijk prestaties van teams gebruiken de docentenbegeleidingsteams ook weer voor individuele beoordeling en onderwijskundige evaluatie. 2. Studententevredenheid (over leerproces, leerinhoud, organisatie) meten we na elke ronde door middel van on-line enquêtes en diepte-interviews. Datzelfde doen we voor betrokken docenten en medewerkers. 3. Het gehele project zullen we monitoren. Over de precieze opzet daarvan zullen we ons laten adviseren door Prof. dr. E. Massurel en CINOP. In ieder geval zal per voorzien resultaat/product een evaluatie beschikbaar komen. Daarbij zullen zowel
24
interne als externe beoordelaars een rol spelen. 4. Over dit project zullen we publiceren op inter- en intranetten, deelnemen in kenniskringen, landelijke bijeenkomsten, contact onderhouden met medewerkers van verwante projecten, enz., steeds met als oogmerk kritisch bevraagd te worden over onze voortgang en resultaten. 5. Ten slotte is evaluatie aan de orde in de rapportages van HPBO
C. Samenvatting 10. Geef een samenvatting van uw project in maximaal 1 A4 De hier gegeven samenvatting wordt mede gebruikt voor communicatiedoeleinden als het project wordt toegekend. Geef kort een samenvatting met achtereenvolgens doelen, activiteiten en beoogde resultaten en kern van de innovatie in het project. THRILL! De titel van het project staat voor Teamgewijs Herontwerpen van Resultaatgericht, Innovatief Levensecht Leren. Wat is THRILL! Thrill is een ambitieus multi-purpose project. Met het innovatieve project willen we inspirerend onderwijs ontwikkelen en uitvoeren waar studenten uit VMBO, MBO en HBO in teamverband echte, marktconforme prestaties realiseren. Een win-win voor bedrijfsleven en onderwijsinstellingen dus. Doordat we multi-level gaan werken zorgen wij er voor dat we op een natuurlijke wijze een goede aansluiting en verbinding maken tussen de verschillende onderwijsinstellingen, zowel voor studenten als voor docenten. Gelijktijdig sturen wij gericht op het integreren van verschillende opleidingen door bij elkaar te brengen wat nodig is voor succesvolle projecten: multidisciplinair werken dus! Tot slot levert dit project een goede bijdrage aan kenniscirculatie en kenniscreatie tussen het samenwerkende bedrijfsleven en onze scholen. Hoe gaat THRILL! werken Binnen het project werken studenten in teams. Die teams zijn samengesteld uit VMBO (6 leerlingen), MBO (4 deelnemers) HBO (2 studenten): multilevel dus. Bovendien zijn verschillende disciplines vertegenwoordigd (multidisciplinair). Deze teams krijgen een vraag/probleem van Walibi World voorgelegd. In een later stadium zullen ook één of meer andere bedrijven deze opdrachtrol gaan vervullen. De studenten moeten als team een vraag of probleem marktconform oplossen, de opdrachtgever beoordeelt de kwaliteit van het geleverde product of oplossing. De teams werken altijd in competitie, d.w.z. meerdere teams werken aan dezelfde vraag of probleem. Uiteindelijk zal het beste idee worden gehonoreerd met een vervolgopdracht, die mogelijk weer input is voor een nieuwe ronde met teams. De doorlooptijd van een opdracht is circa een half schooljaar. De exacte tijdsbesteding is mede afhankelijk van de diepgang van het probleem of de vraag van Walibi World. Alle studenten beleven de bij de uitvoering van de opdracht de gehele beroepskolom. Wat levert THRILL! op Kwalificatiewinst is een belangrijke doelstelling van het project. De stimulerende competitieve omgeving staat garant voor een hoge output. Al werkend verwerven VMBOleerlingen mogelijk al MBO-competenties, MBO-deelnemers HBO-competenties en HBOstudenten bekwamen zich in leiderschap. Binnen de studententeams leren ze elkaar inspireren op hun creativiteit, productiviteit en kwaliteit. In verschillende rollen en met
25
verschillende taken leren ze te werken in teams. Studenten doorlopen hun leertraject binnen de projecten voor 100 % binnen de reële beroepspraktijk waarbij het (onderwijsleer)proces door gekwalificeerde docenten wordt gestuurd. Het project zal bij studenten leiden tot een beter ontwikkeld klantbesef. Bovendien zullen ze praktische onderzoek- en diagnosecompetenties ontwikkelen, zowel individueel als in teamverband. De studenten gaan meer integraal werken en dus ook meer integraal leren (denken). Ook leren studenten het verband te zien tussen VMBO, MBO en HBO. Praktisch gezien zullen naar verwachting de HBO-studenten de projectleiding op zich nemen, de MBO-deelnemers de engineering voor hun rekening nemen en de VMBO-leerlingen zullen meer gericht zijn op bijvoorbeeld het uitvoeren van constructie en montage werkzaamheden. Samenvattend, dit project is innovatief op systeem-, proces- en productniveau! Voor dit project kiezen we voor een aanpak van ’denkend doen’, ofwel (concept) ontwikkelen en experimenteren, gaan hand in hand.
26