MAGAZINE VOOR EN DOOR DIABETESTEAMS IN NEDERLAND
35 juni 2010 jaargang 9 ISSN 1570-0313
THEMA DIABETES EN LEEFSTIJL
Dekker en De Kanter Roken? Stoppen met deze dwaasheid!
De snackende mens Waarom is visceraal vet zo gevaarlijk?
Bewegingsvormen Op recept of gewoon laten wandelen?
DEZE UITGAVE WORDT MOGELIJK GEMAAKT DOOR NOVO NORDISK B.V. | WWW.DIABETESPECIALIST.NL
Eglantine Barents Strategieën voor de strijd tegen de kilo’s
DS | COLOFON
DS | REDACTIONEEL
Aanpak van leefstijl: alleen maar frustratie?
DiabeteSpecialist is een uitgave van Novo Nordisk B.V. www.novonordisk.nl Novo Nordisk B.V. secretariaat DiabeteSpecialist postbus 443 2400 AK Alphen a/d Rijn fax (0172) 42 47 29 e-mail
[email protected]
W
DiabeteSpecialist wordt samen gesteld door een onafhankelijke redactie. De in deze uitgave geventileerde meningen hoeven niet overeen te komen met die van de uitgever of de redactie.
ie van station Utrecht-Centraal naar de binnenstad van Utrecht loopt via Hoog Catharijne, is het meteen duidelijk waarom de aanpak van leefstijl bijna onbegonnen werk lijkt. Van ’s ochtends tot ’s avonds wordt de passant verlokt om even tussendoor een snack te gebruiken. Kijk ook eens bij een scholengemeenschap, waar uitgerekend de jongeren die toch al te dik zijn, plaats nemen op hun o zo trendy scooters. Obesitas en diabetes mellitus zijn inmiddels volksziekten. En dat niet alleen door de welvaart van de mens. Want juist de sociale klasse die minder te besteden heeft, beweegt minder en eet meer calorierijk voedsel. Een bezoek aan de USA maakt duidelijk wat ons voorland is...
Doelgroep DiabeteSpecialist richt zich op internisten, kinderartsen, huisartsen met speciale belangstelling voor diabetes mellitus, diabetesverpleegkundigen en praktijkverpleegkundigen.
Terecht wordt in het Nationaal Actieprogramma Diabetes van de NDF aandacht besteed aan een preventieve aanpak op grote schaal. Maar misschien moet er nog meer gebeuren. Als we naar het roken kijken, begint daar nu pas een omslag in het gedrag, omdat het nu bijna sociaal onacceptabel is wanneer iemand een sigaret opsteekt. En juist dat mechanisme lijkt te helpen.
Redactiecommissie • dr. Bob Michels, internist/eindredacteur • dr. Simon Verhoeven, huisarts/eindredacteur • Ida Wijsman-van Hummel, diabetesverpleegkundige
Terug naar dit themanummer Diabetes en leefstijl. Hierin is minder aandacht voor het ‘macro-niveau’ (gedragsverandering in de bevolking en politieke keuzes), maar meer voor het ‘micro-niveau’: wat kan de professional betekenen voor de patiënt met diabetes mellitus als individu? Het probleem wordt vanuit verschillende invalshoeken belicht. Zo maakt de psychologe Van Strien duidelijk dat extern en emotioneel gericht eten moet worden herkend bij de aanpak van eetgedrag. Bij het dieet bespreekt de internist Van Berkum het extreem koolhydraatbeperkt dieet, waarbij de voedingswetenschapper Seidell dan weer zijn kanttekeningen plaatst. Praktische tips voor de praktijk van het dieet komen van een van onze vaste gasten, Eglantine Barents. De vraag wordt ook beantwoord wat de rol van beweegprogramma’s is: waarom helpt het en wat is het meest effectief?
Redactie-adres en productie Herbschleb & Slebos postbus 28011 3828 ZG Hoogland telefoon (033) 480 57 09 fax (033) 480 91 45 e-mail
[email protected] Fotografie Pagina 1-30 Herbschleb & Slebos Pagina 31 Ronald Hoogendoorn Vormgeving/dtp Herbschleb & Slebos/Frans Slebos Druk Drukkerij Groen, Hoofddorp ISSN 1570-0313
De bariatrische chirurg lijkt de uitdagende vraag ‘Nemen de chirurgen de behandeling van diabetes mellitus type 2 over?’ bijna volmondig met een ‘ja’ (!) te beantwoorden. Maar ook wordt duidelijk dat zeker de grotere ingrepen kunnen leiden tot een sterfte van rond de één procent! Vaak wordt bij leefstijlinterventie de aanpak van roken vergeten. Niet echter in dit themanummer. Zowel in het interview als in een toelichtend artikel komen de longartsen Pauline Dekker en Wanda de Kanter met een volstrekt onorthodoxe aanpak. Tot slot een trieste mededeling: dit is helaas de laatste uitgave van DiabeteSpecialist in deze vorm en met steun van Novo Nordisk B.V. Algemeen directeur Erik Lommerde geeft op pagina 3 een nadere toelichting. Wij willen Novo Nordisk graag van harte bedanken voor de jarenlange steun aan ons blad! Uiteraard zullen wij samen met alle andere betrokkenen van DiabeteSpecialist de mogelijkheden van een doorstart – in welke vorm dan ook – onderzoeken. Namens de redactie, Simon Verhoeven
@ | WILT U REAGEREN, E-MAIL NAAR
[email protected]
2 | JUNI 2010 | DiabeteSpecialist 35
DS | INHOUD
THEMA DIABETES EN LEEFSTIJL
Geachte abonnee, 4 | DS interview
Voor u ligt het laatste exemplaar van het magazine DiabeteSpecialist. Met nummer 35 komt er een einde aan het naslagwerk dat u sinds 2001 ieder kwartaal informeerde over actuele ontwikkelingen binnen de diabeteszorg. Novo Nordisk beschouwt het als haar missie om de toekomst van diabetes te veranderen. Om deze visie “Changing Diabetes” vorm te geven hebben wij diverse initiatieven ontwikkeld, waarbij wij vooral ook investeren in goede educatie van medische professionals. Hoe meer behandelaars weten over de aandoening, hoe beter alle partijen hiermee kunnen omgaan; met als doel een betere kwaliteit van leven voor de persoon met diabetes én zijn omgeving. Hiermee onderscheidt Novo Nordisk zich duidelijk van andere partijen en geeft ze betekenis aan haar ambitie om diabetes te willen veranderen. Dit is dan ook één van de redenen dat wij negen jaar geleden gestart zijn met het tijdschrift DiabeteSpecialist. Veranderende tijden vragen echter om een andere manier van informatieoverdracht. Novo Nordisk heeft dan ook besloten te stoppen met de ondersteuning van het tijdschrift. Vanuit de Changing Diabetes gedachte zoeken we nieuwe wegen om de zorg voor diabetes te verbeteren. Dit doen we middels nieuwe geneesmiddelen, maar ook middels nieuwe innovatieve educatievormen. Over onze nieuwste plannen op dit gebied zullen we u binnenkort nader informeren. Wij spreken graag onze dank uit naar de redactiecommissieleden dr. Bob Michels, dr. Simon Verhoeven en mevrouw Ida Wijsman en naar Guus Herbschleb als producent. Met zeer veel toewijding hebben zij zich negen jaar lang ingezet voor DiabeteSpecialist. Hun kennis en ervaring waren van grote waarde voor het tijdschrift en wij zijn hen daarvoor zeer erkentelijk. Novo Nordisk heeft met veel plezier en zorg 35 nummers van DiabeteSpecialist mogelijk gemaakt en wij hopen dat deze als naslagwerk nog lang van waarde voor u kunnen zijn. Alle nummers blijven voorlopig ook in te zien op www.diabetespecialist.nl. Erik Lommerde Algemeen Directeur Novo Nordisk B.V.
Pauline Dekker en Wanda de Kanter, longartsen Rode Kruis Ziekenhuis, Beverwijk: “Iedereen is het erover eens dat kinderen niét moeten beginnen met roken. Zelfs de meest verstokte roker zal het niet leuk vinden als zijn kleinkind van veertien gaat roken. Er is dus voldoende draagvlak om maatregelen te nemen, maar dat gebeurt niet. Er wordt wel van alles ondernomen om het aantal van achthonderd verkeersdoden verder omlaag te krijgen. Gevaarlijk vuurwerk mag je maar eenmaal per jaar kopen. Maar ieder kind vanaf zestien jaar kan overal sigaretten kopen, bij het tankstation, de supermarkt...”
10 | Verandering leefstijl: ‘klein’ beginnen Caroline Couwenberg, zorgcoördinator Nederlandse Obesitas Kliniek
16 | Nemen de chirurgen de behandeling over? Jan Willem Greve, chirurg Atrium Medisch Centrum Parkstad, Heerlen
20 | Een dieet alléén geeft maar tijdelijk gewichtsverlies Jaap Seidell, hoogleraar voeding en gezondheid Vrije Universiteit Amsterdam
22 | Therapie op maat bij diabetes type 2 Tatjana van Strien, psycholoog Instituut voor Gender Studies en het Behavioural Science Instituut, Radboud Universiteit Nijmegen
Verder in dit nummer 8 | Zorgverlener die niet adviseert te stoppen met roken, verwaarloost zijn patiënt! • Pauline Dekker en Wanda de Kanter 13 | Van de eerste gram visceraal vet tot het metabool syndroom • Henk Bilo 15 | Kijk op Diabetes presenteert nieuwe video 18 | Dieet: essentieel in de behandeling van obese patiënten met diabetes type 2 • Sietse van Turennout, Gerda Bruinsma, Frank van Berkum 21 | Reinout van Schilfgaarde Officier in de Orde van Oranje-Nassau 21 | Bas van de Goor Foundation en DVN samen naar de top 23 | Collectanten gevraagd voor Diabetes Fonds 24 | Bewegen op recept: effectief... of beter gewoon laten wandelen? • Stephan Praet 26 | Dilemma van de korte en de lange termijn • Eglantine Barents 28 | Niek Sniekers Kwaliteitsprijs Diabeteszorg 2009 toegekend aan MIND 30 | Nieuws van Novo Nordisk 31 | Atlas Diabetes Challenge 2010: het aftellen is begonnen
DiabeteSpecialist 35 | JUNI 2010 | 3
DS THEMA | INTERVIEW
Roken? Er is geen enkel argument om met deze dwaasheid door te gaan... Als een onafscheidelijk duo winden zij zich enorm op over het roken, dat zij te vuur en te zwaard willen bestrijden. “Het is toch te gek voor woorden: jaarlijks vallen er in Nederland twintigduizend tabaksdoden, terwijl sigaretten op iedere hoek van de straat verkrijgbaar zijn. De politiek heeft ook niet zoveel zin in preventie, want het resultaat daarvan merk je pas over twintig of dertig jaar.” Als longarts zien Pauline Dekker en Wanda de Kanter dagelijks de kwalijke kanten van tabak. Zij helpen rookverslaafden daarom graag bij het stoppen, maar altijd met veel begrip en nooit met een opgeheven vinger. Pauline en Wanda weten hoe het voelt, ooit waren zij zelf verslaafd... INTERVIEW | GUUS HERBSCHLEB
A
l bij de eerste ontmoeting ontdek je het meteen: dit zijn geen longartsen die hun spreekuur draaien op de automatische piloot, maar twee creatieve vrouwen die hun talent en hun vrije tijd willen inzetten voor een missie. Zij hebben gezamenlijk de strijd aangebonden tegen het roken en hielpen al duizenden verslaafden om hun sigaar of sigaret aan de kant te leggen. Voor de AVRO werkten ze mee aan de serie Onder Specialisten. Daarnaast trekken zij door het land om met ludieke rollenspellen en serieuze voordrachten de ogen te openen van andere beroepsgroepen, zodat ook zij op de juiste manier hun patiënten kunnen ondersteunen bij het afkicken van deze verslaving. “Maar het kwaad moet ook bij de wortel worden aangepakt: preventie is van cruciaal belang om vooral kinderen en jongeren tegen de machtige tabakslobby te beschermen”, zeggen Pauline Dekker en Wanda de Kanter, longartsen in het Rode Kruis Ziekenhuis in Beverwijk. Pauline Dekker (49) is vijftien jaar longarts en werkt sinds vier jaar in Beverwijk: “Ik ben zelf met roken begonnen toen ik vijftien was en ik gebruikte een pakje per dag. In mijn achterhoofd was er altijd wel het besef dat ik er ooit mee
4 | JUNI 2010 | DiabeteSpecialist 35
zou ophouden, al wist ik niet wanneer. Voor mij was de zwangerschapswens dé motivatie om tijdig te stoppen. Op dat moment was ik er klaar mee, maar ik heb wel héél erg geleden door de onthoudingsverschijnselen. Het was zó vreselijk moeilijk, dat ik maar één ding dacht: dit wil ik nóóit meer opnieuw meemaken! Zelfs tien jaar later overkwam het me nog dat ik op een rustig moment toch weer ging verlangen naar een sigaret. Ik schrok heel erg van mijn eigen gedachten en het voelde als een dolksteek in de rug. Nu ben ik twintig jaar verder en vind ik roken vies. Ik kom niet meer in de verleiding.” Wanda de Kanter (51) is twintig jaar longarts en werkt sinds zeventien jaar in Beverwijk: “Op mijn twaalfde ging ik roken en ik stopte pas toen ik zwanger was. Maar na afloop van de periode van borstvoeding begon ik toch stiekem weer opnieuw. Hetzelfde gebeurde na de tweede zwangerschap. Ik schaamde me diep, dus ik rookte hoofdzakelijk in het geheim. Tot het moment dat ik zes jaar geleden werd betrapt door mijn dochter. Die flipte echt volledig en riep: wat ben jij nou aan het doen, je bent mijn moeder én je bent longarts, hoe kun jij dan roken? Ik voelde me schuldig en begon hard te huilen. Hoe kon ik dit toch doen, terwijl ik
Wanda de Kanter (links) en Pauline Dekker: “Zelfs de meest verstokte roker zal het niet leuk vinden als zijn kleinkind van veertien gaat roken.”
als longarts honderden mensen zag sterven aan longkanker, trouwens ook in mijn eigen familie. Ik droomde zelfs dat ik longkanker kreeg en dat ik dit uit schaamte tegen niemand durfde te zeggen. Na een tweede confrontatie met mijn dochter dacht ik: en nú moet het afgelopen zijn! Mijn kinderen hebben me dus gered.” Hoe is jullie stimulerende en verrassende aanpak ontstaan om mensen van het roken af te krijgen? “Als longarts zie je veel patiënten met kanker en dan moet je helaas regelmatig slechtnieuwsgesprekken voeren. Je weet zelf dat dit niet had gehoeven, wanneer deze mensen niet hadden gerookt! Natuurlijk kunnen we wel begrip opbrengen, omdat wij het zelf ook hebben gedaan, maar het is toch eigenlijk onverteerbaar dat tachtig procent van alles wat we hier zien, wordt veroorzaakt door roken. Dat maakte ons aanvankelijk erg fanatiek om de harde boodschap te verkondigen. Vroeger deden wij dat met het opgeheven vingertje en we zeiden: het is écht héél belangrijk dat u nú stopt, het is vijf voor twaalf, kijk maar naar deze Fletchercurve van uw longfunctie, als u zo doorgaat komt u nog in een rolstoel... Maar wat je ook zegt, het komt allemaal niet aan. Je ziet mensen alleen maar boos worden. Dan ga je ze nog méér overtuigen, met wetenschappelijke studies, plaatjes van zwarte longen, maar het werkt niet. Mensen voelen zich niet gehoord en haken af. Toen kwamen we een aantal jaar geleden op het spoor van de motivational interviewing. Wij hebben daarvoor ook cursussen gevolgd bij Steve Rollnick, de grondlegger van
deze bijzondere gesprekstechniek. Dat leidt tot een heel andere aanpak. Opvallend daarbij is dat je als longarts aan de patiënt éérst om toestemming vraagt of je überhaupt mag spreken over het rookgedrag en het eventuele stoppen. Mensen vinden dat heel verrassend: ze zijn niet gewend dat een dokter toestemming vraagt om iets te mogen doen en al helemaal niet om een goed advies te mogen geven.” Hoe verlopen dan die gesprekken? “Sommigen patiënten komen zelf al binnen met vragen over het roken, dus dan is het niet zo moeilijk een gesprek te beginnen. Vaak hebben zij ons boek gelezen en willen ze liever vandaag dan morgen stoppen met roken. Anderen verschijnen op ons spreekuur met problemen als luchtweginfecties, COPD, slaapapneu... Die komen dus voor hun lichamelijke klachten en niet om te stoppen met roken. Met deze mensen moet je dus voorzichtig te werk gaan en – zodra je hun verhaal hebt aangehoord – vragen of zij willen spreken over het roken. Zo niet, dan praat je alleen nog over de longproblemen en de behandeling daarvan. Wij zijn tenslotte longarts. Mensen zijn doorgaans zó verbouwereerd dat je om toestemming vraagt, dat ze eigenlijk altijd wel ‘ja’ zeggen. Het mooie daarvan is dat zij na de toestemming ook een veel actievere rol vervullen. Er ontstaat ongemerkt een inspanningsverplichting en een motivatie om positief deel te nemen. Je merkt dat het gesprek aan waarde wint, mensen zitten rechtop in hun stoel en zijn verbaasd dat zij hun verhaal mogen vertellen zonder dat wij hen als schooljuffrouw tegemoet treden. Dat is dus het begin van een leuk gesprek.
DiabeteSpecialist 35 | JUNI 2010 | 5
DS THEMA | INTERVIEW
Nadat de toestemming is verleend, vragen wij de patiënt eerst maar eens te vertellen waarom hij eigenlijk rookt. Je hoort dan de meest uiteenlopende redenen: het is zo lekker en goed tegen de stress, je kunt je beter concentreren, het is gezellig, je blijft er slank door, de sigaret geeft je rust en is je enige vriendje... Of er speelt nog meer: een incestverleden, een man die slaat, soms veel ellende, waardoor een sigaret gerechtvaardigd lijkt. Je hoort de emoties aan, maar we zijn
Pauline Dekker: “Toen ik weer ging verlangen naar een sigaret, voelde dat als een dolksteek in de rug.”
geen psycholoog, dus kunnen we niet alles uitgebreid behandelen. Zonodig adviseren wij een gesprek met een psycholoog, maar je hoeft natuurlijk niet vier miljoen rokers in Nederland door te sturen voor psychologische begeleiding. Mensen begrijpen soms niet goed waaróm zij roken en wij proberen hen dan te helpen om dat inzichtelijk te maken.” Je kunt zicht hebben op je eigen rookgedrag, maar hoe besluit je dan om daadwerkelijk te stoppen? “Dat is tijdens ons gesprek de volgende stap, wanneer wij vragen: overweegt u weleens te stoppen? Belangrijk is te weten: hoe gráág willen mensen stoppen en waarom? Het gaat om hun eigen motivatie en niet om wat wij ervan vinden. Wij kunnen wel zeggen: let op uw longen! Maar het is ook prima als iemand wil stoppen, omdat hij merkt dat de vitrage zo grauw wordt. We hadden hier iemand met diabetes mellitus, hypertensie en COPD. Toen ik vroeg waarom zij wilde stoppen met roken, was het antwoord: ik heb uitgerekend dat mijn man en ik samen voor achtduizend euro per jaar oproken, daar kunnen wij een mooie reis van maken... Dus alle nare ziektebeelden kwamen in haar motivatie helemaal niet voor. Het heeft dan voor ons ook geen zin om daarop te hameren. Wij proberen steeds de motivatie van de persoon zelf duidelijk te maken en te versterken, zodat hij ook zelfvertrouwen erin krijgt. Als iemand dan echt aangeeft te willen stoppen met roken, dan vertellen we dat wij hulp kunnen bieden en vragen wij of zij die hulp denken nodig te hebben. Als iemand dat wil, dan stellen we wel als voorwaarde dat hij eerst ons boek leest. Het is immers belangrijk kennis te vergaren. Hoe meer je weet, des te meer grip je krijgt op je eigen gedragingen en je verslaving. Als mensen het boek niet kunnen betalen, dan hebben wij altijd wel een exemplaar om uit te lenen. Dat boek is een prima voorbereiding op het verdere traject. Verschillende manieren om te stoppen met roken worden erin beschreven, zodat je zelf de weg kunt uitstip-
6 | JUNI 2010 | DiabeteSpecialist 35
pelen die je gaat bewandelen. Wil je het allemaal zelf doen? Prima! Heb je behoefte aan ondersteuning in een van onze groepen? Van harte welkom! In ieder geval bepaal jij zelf hoe en op welk moment je wilt stoppen. Zo ontstaat er voor iedereen een persoonlijk stappenplan.”
Verkeersdoden staan dagelijks in de krant, maar over de zeven bekende Nederlanders die de laatste tijd door roken zijn overleden,
Wat staat er in dat stappenplan? schrijft niemand. “Het StoppenStappenPlan is een uitgebreid onderdeel van ons boek. Aan de hand van talloze vragen wordt het eigen rookgedrag in kaart gebracht en werpen wij een blik in de toekomst. Het is bijvoorbeeld belangrijk dat je met jezelf alternatieven afspreekt voor het roken. Wat ga je doen als je stress voelt opkomen en je toch geen sigaret meer mag opsteken? Wij kunnen daarvoor geen adviezen geven, omdat mensen echt zelf hun eigen plan moeten maken. Natuurlijk moet je reële en makkelijk uitvoerbare alternatieven formuleren. Je kunt wel willen gaan paardrijden, als je trek hebt in een sigaret, maar dat is toch wat lastig te organiseren. Het is dan handiger een hond te nemen en een wandeling te maken. Het is altijd verstandig nieuwe activiteiten te ontwikkelen, want je houdt heel wat vrije tijd over als je niet meer rookt. Je merkt dan ook dat verveling op de loer kan liggen. Dit alles komt aan de orde in ons tweede gesprek. Wij raden altijd aan meer te gaan bewegen en sporten, omdat stoppen met roken makkelijk leidt tot een gewichtstoename van drie tot vijf kilo. Vooral mensen met diabetes moeten dat goed in de gaten houden. Sporten is goed voor je energieverbruik en je humeur. Natuurlijk bepalen wij in overleg hoe de verdere begeleiding zal zijn. Gekozen kan worden voor individuele gesprekken met de longverpleegkundige. Maar iedere drie maanden starten er ook gespreksgroepen, bestaande uit een zestiental personen onder leiding van de longverpleegkundige. Deze groepen komen tienmaal samen: de eerste keer is de kennismaking en wordt er met elkaar een ‘stopdag’ afgesproken. Op die dag komen ze dan voor de tweede keer bijeen en daarna volgt het verdere traject. Ook een psycholoog en een diëtist zijn af en toe bij deze groep betrokken. De cursus wordt vergoed door de zorgverzekeraar, al moeten de deelnemers ons boek en de eventuele pillen en pleisters wel zelf betalen.” Naast het werk in het ziekenhuis reizen jullie ook door heel Nederland om andere beroepsgroepen te adviseren over de begeleiding bij het stoppen met roken. Met het Langerhans Symposium bereik je wel in twee klappen ruim tweeduizend mensen. “Ja, dat is natuurlijk meer dan fantastisch! Door onze lezingen en workshops hebben wij contact met veel beroepsgroepen, zoals collega-longartsen, longverpleegkundigen, diabetesverpleegkundigen, praktijkondersteuners, huisartsen, tandartsen, mondhygiënistes... We zijn zeker tweemaal
per maand op onze vrije dagen op pad met als doel te streven naar een olievlek. Wij willen andere beroeps groepen laten zien hoe wij in ons ziekenhuis werken en hoe succesvol wij daarin zijn. Tijdens de workshops voeren wij ook toneelstukjes op als rollenspel, één van ons is dan de dokter en de andere de patiënt. Hoewel we allebei geen theaterachtergrond hebben, vinden we het heel leuk om ons te verkleden en een pruik op te zetten. We spelen eerst een situatie hoe een gesprek niet moet verlopen en daarna betrekken wij de deelnemers erbij. Na één cursusmiddag zijn de deelnemers al voldoende gemotiveerd en toegerust om hun eigen werkwijze aan te passen. Cursisten zeggen ons later dat hun werk is veranderd en leuker is geworden. Ze merken dat het veel rust geeft als je aan het begin van
Wanda de Kanter: “Ik schaamde me diep, dus ik rookte hoofdzakelijk in het geheim.”
een gesprek eerst om toestemming vraagt aan de patiënt om het over het roken te mogen hebben. Zo niet, dan praten we toch gewoon over de insulinetoediening...” En wat kan de overheid nog doen om het roken tegen te gaan? “Iedereen is het erover eens dat kinderen niét moeten beginnen met roken. Zelfs de meest verstokte roker zal het niet leuk vinden als zijn kleinkind van veertien gaat roken. Er is dus voldoende draagvlak om maatregelen te nemen, maar dat gebeurt niet. Er wordt wel van alles ondernomen om het aantal van achthonderd verkeersdoden verder omlaag te krijgen. Gevaarlijk vuurwerk mag je maar eenmaal per jaar kopen. Als ergens asbest wordt ontdekt, komen er mannen in witte pakken. Maar ieder kind vanaf zestien jaar kan overal sigaretten kopen, bij het tankstation, de supermarkt... Het is zo aan kinderen niet duidelijk te maken dat dit een zéér gevaarlijk product is, dat de helft van de gebruikers doodt. En ook nog op heel náre manier, kom maar eens bij ons kijken...! Er is dus geen enkel argument om met deze dwaasheid door te gaan. De overheid doet veel te weinig, omdat de tabakslobby met zijn miljarden oppermachtig is en makkelijker bij de minister op bezoek kan komen dan wij als longartsen. Wij hadden een keer een afspraak met de directeur-generaal van VWS. Toen we daar aankwamen, bleek hij er niet te zijn en kregen we een lagere ambtenaar te spreken. Politici zijn alleen bezig met de korte termijn, ze willen scoren en vooral niet betuttelend overkomen. Er is grote angst om kiezers te verliezen, want er zijn wel vier miljoen rokers. Ook in de partijprogramma’s zie je minder over tabaksbeleid dan
www.diabetespecialist.nl | SNELCODE | 3501
over de bescherming van dieren. Rookpreventie is niet aantrekkelijk, omdat je het eventuele resultaat pas over twintig of dertig jaar ziet. De overheid hoeft het roken niet te verbieden, maar kan het wel sterk ontmoedigen. Maak een pakje sigaretten tweemaal zo duur, verbied het roken op schoolpleinen zowel voor leerlingen als voor docenten, en sta alleen verkoop toe in speciale tabakswinkels. Als jongeren het minder direct om zich heen zien, zal dat een halvering betekenen van het aantal rokers. Er moeten nu echt maatregelen worden genomen, want algemene publiekscampagnes halen niets uit.”
Iedereen kan stoppen met roken. In dit boek leggen de longartsen Pauline Dekker en Wanda de Kanter uit op welke manier. Belangrijk is dat je gemotiveerd bent en de juiste methode kiest. Het boek is in heldere taal geschreven en geeft informatie over alle facetten van het roken en het stoppen daarmee. Talloze voorbeelden, korte kaders met samenvattingen en ervaringen van bekende Nederlanders maken het boek bijzonder toegankelijk. In twee jaar tijd zijn al 25.000 boeken verkocht, binnenkort verschijnt de vijfde druk. Voor zorgverleners zijn ook gratis losse folders verkrijgbaar om uit te delen aan de patiënten. Boek (ISBN 978 90 72219 32 9) en folders zijn te bestellen via de website.
Al met al voelen jullie dus wel veel ergernis? “Het is inderdaad héééél frustrerend en er wordt ons geadviseerd niet al te negatief te doen, want ‘dat vinden ze in Den Haag niet leuk’. Verkeersdoden staan dagelijks in de krant, maar over de zeven bekende Nederlanders die de laatste tijd door roken zijn overleden, schrijft niemand. Wegens schuld en schaamte moet dat absoluut geheim blijven. Is het toeval dat ‘tentamen suicidii’ dezelfde afkorting heeft als ‘tobacco smoke’...? Inderdaad, W | meer weten? Kijk op tabak is een vorm van langzame www.nederlandstopt.nu zelfmoord met twintigduizend slachtoffers per jaar in Nederland. Wij hopen dat alle werkers in de gezondheidszorg nu eens massaal opstaan en zeggen: laten wij met z’n allen ophouden met deze gekte! Roken wordt helaas niet gekoppeld aan dood en verderf, maar aan gezelligheid en ontspanning op terrasjes. Een sexy jonge vrouw of een stoere man. Duidelijk moet zijn dat de verantwoordelijkheid voor gedragsverandering bij de roker zelf ligt. Alleen vanuit eigen motivatie kan hij wat veranderen, en niet omdat wij het zeggen. De essentie van onze techniek is dat wij optreden als gids en coach. Je luistert mee met de patiënt, probeert de am bivalentie van het roken helder te krijgen en signaleert dat je vriendje tegelijk ook je vijand is. Mensen die roken, voelen veel schuld en schaamte. Soms zie je de voor delen, soms de nadelen. Uiteindelijk moeten de nadelen zwaarder gaan wegen dan de voordelen.” < W | meer weten? Kijk op
@ | WILT U REAGEREN, E-MAIL NAAR
www.nederlandstopt.nu
[email protected] en
[email protected]
DiabeteSpecialist 35 | JUNI 2010 | 7
DS THEMA | DIABETES EN LEEFSTIJL
Zorgverlener die niet adviseert te stoppen met roken, verwaarloost zijn patiënt! Tabaksverslaving is momenteel wereldwijd de grootste vermijdbare doodsoorzaak. Toch wordt het coachen van patiënten in het stoppen met roken als te tijdsintensief, vermoeiend en teleurstellend ervaren en daarom vaak achterwege gelaten. Maar... een zorgverlener die niet adviseert te stoppen met roken, verwaarloost zijn patiënt! AUTEUrs | PAULINE DEKKER EN WANDA DE KANTER, LONGARTS RODE KRUIS ZIEKENHUIS, BEVERWIJK
I
n de vorige eeuw waren er wereldwijd honderd miljoen doden ten gevolge van tabaksverslaving. Ter vergelijking: ‘slechts’ vijftig miljoen doden vielen er in de Tweede Wereldoorlog. Nog steeds gaan er elk jaar vijf miljoen mensen dood door het roken, terwijl er ‘slechts’ tweeëneenhalf miljoen doden zijn te betreuren als gevolg van aids. In Nederland zijn er op dit moment bijna vier miljoen rokers; de helft van hen zal sterven aan een door het roken veroorzaakte ziekte. Een miljoen rokers zullen vóór hun pensioen vroegtijdig sterven door het
roken. Jaarlijks betekent dit twintig duizend tabaksdoden in Nederland, tegenover achthonderd verkeersdoden. Iedereen weet dat roken longkanker kan veroorzaken. Wat het nog meer veroorzaakt, blijft vaak onbekend. Het is belangrijk om alle effecten goed te kennen, zodat je als hulpverlener kan aanhaken bij iemands eigen motivatie. Kans op longkanker kan voor een man van dertig jaar wellicht geen reden zijn om te willen stoppen, maar de kans op onvruchtbaarheid en/of impotentie is dat misschien wel.
Figuur 1 Ziektelast (in DALY’s = Disability Adjusted Life Years) door verschillende risicofactoren: Nederland en de Europese Unie (EU-15 en EU-25) (Bron: WHO, 2005). Onveilig vrijen Drugs
Voor mensen met diabetes mellitus geldt natuurlijk dat de kans op hart- en vaatziekten fors toeneemt, wanneer zij ook roken: in dat geval is één plus één geen twee, maar drie... Rokers hebben ook een bijna dubbele kans om diabetes type 2 te krijgen in vergelijking met mensen die nooit hebben gerookt. Recent onderzoek toont aan dat stoppen met roken op korte termijn de kans op diabetes type 2 lijkt te verhogen. Dit geldt echter uitsluitend voor zware rokers die na het stoppen abnormaal veel in gewicht toenemen: een complicatie van onmatigheid dus! In Australië verwijt men dokters die geen rookstopadvies geven, verwaarlozing van de patiënt. Alsof u een patiënt met diabetes zijn insuline onthoudt.
Twee aspecten bij roken en nicotine
Weinig groente en fruit Weinig bewegen Cholesterol Overgewicht Alcohol Hoge bloeddruk Roken 0
5
EU-15
EU-25
10
Nederland
15
De bijdrage van determinanten aan de ziektelast. In: VTV-2006. Bilthoven: RIVM, http://www.vtv2006.nl. Gezondheid, preventie en zorg in Nederland\ Determinanten, 23 juni 2006.
8 | JUNI 2010 | DiabeteSpecialist 35
20
DALY's per 1.000 inwoners
Wat moeten patiënten (en dus ook de behandelaars) weten, voordat zij stoppen met roken? Belangrijk is dat er twee aspecten zijn bij roken en nicotine: er is namelijk een verschil tussen de chemische en de gedragsmatige kant van de verslaving. In een sigaret zitten veel zeer schadelijke stoffen, zoals cyanide, arsenicum, cadmium, koolmonoxide, tolueen
Figuur 2 Nicotinespiegel in het bloed na het roken van één sigaret per uur. De bloedmonsters werden iedere 15 minuten genomen (nicotinespiegel in het bloed in ng/ml). Figuur uit Goldstein, Addiction.
Nicotinespiegel in het bloed
60 50 40 30
Pillen en pleisters versus cognitieve gedragstherapie
20 10 0
ken hardnekkig. Ze worden weliswaar geleidelijk minder, maar verdwijnen vaak niet geheel. Er zullen nieuwe koppelingen gemaakt moeten worden. Door een persoonlijk sterke motivatie kan de verstoorde balans tussen weten (cognitie) en automatisme (doen) worden genormaliseerd.
09.00 10.00 11.00 12.00 13.00 14.00 15.00
Uren
en ammoniak. Maar het verslavende bestanddeel van de sigaret (dé oorzaak waardoor een patiënt doorrookt) is de nicotine. Nicotine verhoogt onder andere de dopaminespiegel. Een sigaret kent véél schadelijke bestanddelen en bijwerkingen die van geen enkel medicijn geaccepteerd zouden worden... Verstokte rokers steken over het algemeen hun eerste sigaret binnen dertig minuten na het ontwaken op. Een half uur na de vorige sigaret beginnen er alweer ontwenningsverschijnselen te ontstaan. Deze onaangename sensatie ervaart de verslaafde als stress en hij/zij kent maar één oplossing: een nieuwe sigaret opsteken. De roker zegt tegen zichzelf dat een sigaret dus helpt bij het bestrijden van stress, maar hij vergeet erbij te zeggen dat het hier gaat om ‘ontwenningsverschijnselenstress’. Als iemand gemiddeld twintig sigaretten per dag rookt en dit gedurende dertig jaar, dan heeft hij dus 219.000 keer zichzelf wijs gemaakt dat roken helpt bij stress. Voorts zijn er allerlei koppelingen opgetreden tussen bepaalde dagelijkse handelingen en het roken: kopje koffie, sigaretje erbij; avondeten op, sigaretje erbij; even bellen met een vriendin, sigaretje erbij... Deze koppelingen tussen sigaret en allerlei dagelijkse handelingen zijn vergelijkbaar met de hond van Pavlov en het belletje dat Pavlov liet rinkelen, voordat hij het dier ging voeren. Het zijn zeer dwingende gekoppelde gewoontes geworden. En al die gewoontes moeten één voor één worden doorbroken. Oude koppelingen blij-
www.diabetespecialist.nl | SNELCODE | 3502
De chemische ofwel nicotineverslaving duurt ongeveer drie weken, vanaf het moment dat men is gestopt met roken. Tabletten en pleisters, die zorgen voor een substitutie van nicotine, kunnen helpen dit deel van het afkicken wat dragelijker te maken en zijn met name geschikt voor de zware rokers. Door het bestrijden van de chemische verslaving hebben de rokers de rust om toe te komen aan gedragsverandering. De ingesleten gewoontes en de gedragsmatige aspecten van de verslaving kunnen uitdoven, maar blijven zeer langdurig bestaan. Cognitieve gedragstherapie (of afgeleiden daarvan) is bewezen effectief. Het doel is de irreële cognities over het roken tegen het licht van de waarheid te houden. De behandelaar kan zijn rokende patiënt voorhouden: “U zegt dat roken u helpt bij stress, maar is dat ook zo? Als uw zoontje van zes jaar stress heeft omdat hij moet afzwemmen, geeft u hem dan ook een sigaret...?” Belangrijk bij zo’n benadering van stress is wel dat duidelijk wordt hoe er dan wel mee om te gaan in de toekomst, als er niet meer gerookt wordt! Leer de patiënt dat ook op te lossen. Als er geen aandacht wordt geschonken aan de gedragsmatige aspecten van de verslaving, is de kans op terugval zeer groot. Succesper centages van het stoppen met behulp van pillen zijn vooral in de eerste twee jaar hoger. Na twee jaar maakt het geen verschil of je met of zonder pillen bent gestopt. < W | meer weten? Kijk op
www.nederlandstopt.nu
@ | WILT U REAGEREN, E-MAIL NAAR
Weetjes en tips voor mensen die willen stoppen met roken Behandelaars die hun patiënten willen helpen bij het stoppen met roken, kunnen gebruik maken van deze weetjes en tips. Nicotine versnelt de afbraak van alcohol en koffie;
als je stopt met roken en je blijft evenveel alcohol en koffie drinken, ben je sneller dronken en krijg je eerder verschijnselen van een overdosis cafeïne. Het slechter slapen na de rookstop kan met dit laatste te maken hebben. Wees altijd voorzichtig met alcohol, zeker de eerste tijd na het stoppen met roken. De ‘wil-cognitie’ verslapt onder invloed van alcohol en veel mensen hebben een koppeling gemaakt tussen roken en alcohol (“Zo, nu even een wijntje en daar hoort een sigaret bij...”). Ga met een horloge timen hoe lang een hunkering naar een sigaret duurt: dat is doorgaans ongeveer drie minuten. Zie het als een golf die je overspoelt, maar ook vanzelf weer wegebt. Dat goed in gedachten houden (‘mindfulness’) kan hierbij effectief zijn. Rond de derde dag na het stoppen komt zo’n moment van hunkering het meest frequent voor: gemiddeld achttien keer op de derde dag. Maar achttien keer drie minuten is nog geen uur. In de weken daarna worden deze momenten van hunkering steeds minder frequent. Maar ook na acht maanden kan zo’n moment weer optreden: wees daarop voorbereid! Probeer samen met iemand anders te stoppen. Ga eens bewust kijken naar niet-rokers en zie hoe zij zich gedragen. Vraag eens aan hen hoe zij de stress te lijf gaan. Ga direct gelijktijdig met de rookstop ook beginnen met méér te bewegen: goed voor de lijn en goed voor het humeur. Denk vooruit voor allerlei moeilijke momenten: feestjes, gezellige etentjes, eenzaamheid, werkstress, ruzie met echtgenoot, de kat wordt overreden... Roken kan dan niet, dus je moet een alternatief plan maken.
[email protected] en
[email protected]
DiabeteSpecialist 35 | JUNI 2010 | 9
DS THEMA | DIABETES EN LEEFSTIJL
Verandering leefstijl
Enkele leden van het begeleidingsteam met v.l.n.r. Maarten Pijls (fysiotherapeut), Maartje Punt (diëtist), Caroline Couwenberg (zorgcoördinator) en Gonda van der Wind (arts). Ook een psycholoog (niet op de foto) maakt deel uit van het team.
‘Klein’ beginnen leidt tot grotere kans van slagen Wie zijn leefstijl wil aanpassen, kan het beste eenvoudig en met kleine stapjes beginnen om de kans van slagen zo groot mogelijk te laten zijn. Als je té ambitieus en té hard van stapel loopt, ligt het gevaar van mislukking haast onafwendbaar op de loer. Het is de kunst weloverwogen haalbare doelen te stellen om je leven anders in te richten, in het belang van je gezondheid en een goed gewicht. Dat is de basisfilosofie van de Nederlandse Obesitas Kliniek. INTERVIEW | GUUS HERBSCHLEB
“
V
eel mensen die bij ons komen, hebben zich tijdens vroegere afvalpogingen meer gericht op een snel verlies van kilo’s dan op verandering van leefstijl. Daardoor is de kans op terugval erg groot. Wij leggen dan uit dat het programma van de Nederlandse Obesitas Kliniek gedragsverandering centraal stelt. En als gedragsverandering uiteindelijk leidt tot gewichtsverlies, dan is ons doel geslaagd”, zegt Caroline Couwenberg, die als zorgcoördinator verschillende groepen ondersteunt en
10 | JUNI 2010 | DiabeteSpecialist 35
begeleidt. “Het is van belang dat mensen hier beginnen met de juiste verwachting, dan is de kans ook groter dat zij hun doel bereiken. Het is de kunst mensen gemotiveerd te houden om dóór te gaan met ons behandeltraject, óók als ze niet snel afvallen.” De Nederlandse Obesitas Kliniek is in 1993 opgericht en momenteel zijn er vestigingen in Hilversum, Velp, Eindhoven en Den Haag. Jaarlijks komen er ongeveer
tweeduizend obese patiënten voor een intake-gesprek. Zo’n 35 procent van hen heeft diabetes mellitus. Ongeveer tachtig procent van alle cliënten wordt begeleid rond een operatieve ingreep, die in Nederland of België wordt uitgevoerd. De overige twintig procent krijgt een therapeutische behandeling zonder operatieve ingreep, die moet leiden tot gedragsverandering en gewichtsreductie. Mensen met een BMI vanaf 30 kg/m2 kunnen door de huisarts, ziekenhuis of hun verzekeraar worden verwezen naar de Nederlandse
Carla Marsman (50 jaar) uit Holten Hobby: boeken Gewicht bij aanvang: 133 kilo (was eerder 150 kilo) Gewenst gewicht: 89 kilo Diabetes: type 2 sinds 2008 Wat mankeerde er aan je leefstijl:
ik dronk teveel alcohol en bewoog te weinig. Waarom ben je begonnen met de behandeling: voelde mij niet goed, had pijn in mijn voeten, dus kwam het advies van mijn huisarts om naar de NOK te gaan. “Dankzij de cursus heb ik mijn leefstijl drastisch aangepast. Om te beginnen ben ik mij veel meer bewust van de dingen die ik doe, de boodschappen die ik haal en de maaltijd die ik op tafel zet. Vroeger nam ik ‘s avonds een borreltje met wat lekkers erbij, nu houd ik het bij een glas water. Ik doe ook veel meer aan lichaamsbeweging: tweemaal per week aqua joggen, een keer naar de fitness en iedere dag loop ik een rondje. Het gevolg is dat ik nu ben afgevallen tot 124 kilo. Vergeleken met de 150 kilo die ik ooit was, is dat al een mooi resultaat. Ik heb minder pijn aan mijn voeten, kan weer makkelijker lopen en heb gewoon meer lucht. Maar er moeten er nog veel meer kilo’s af!” “Ook met mijn diabetes gaat het goed. Vroeger had ik een nuchtere bloedglucose van ruim twaalf, door de cursus is deze gedaald naar negen, acht en nu sinds een maand 7,2 mmol/l. Natuurlijk hoop ik bij verder afvallen helemaal van mijn diabetesverschijnselen af te komen, maar of dat lukt...? Ik heb veel te danken aan de goede sfeer in de groep, waardoor je elkaar steunt en stimuleert. Ik ga elke keer met plezier naar Hilversum. Ik zie goede resultaten, dus ik blijf gemotiveerd!”
Obesitas Kliniek. “Helaas zijn nog steeds niet alle zorgverzekeraars doordrongen van het belang van deze langdurige behandeling”, zegt Caroline Couwenberg. “Maar wij zijn wel in onderhandeling om te bereiken dat alle zorgverzekeraars dit traject gaan vergoeden.”
Verwachtingen Wie zich aanmeldt bij de Nederlandse Obesitas Kliniek, krijgt eerst een algemeen oriënterend gesprek om kennis te maken en de verwachtingen over en weer uit te spreken. Daarna volgen de intakegesprekken die worden verzorgd door de arts, de psycholoog, de diëtist en de fysiotherapeut. Hierbij is het van belang dat de patiënt blijk geeft van voldoende motivatie en niet alleen maar wil beginnen, omdat hij nu eenmaal is ‘gestuurd’. Duidelijk moet zijn: is hij op zoek naar een snel wondermiddel, of heeft hij al enig besef dat hij zelf verantwoordelijk is en zijn gedrag daadwerkelijk moet veranderen? Het hele jaar door gaan er De deelnemers hebben groepen van start. De eerste periode is intensief, met weinmiddels ook hun kelijkse groepsbijeenkomsten die worden verzorgd door de psycholoog, de diëtist en de bevalkuilen ingezien, wegingsdeskundige. Regelmatig heeft de groep ook contact met waardoor zij die in de de arts. Daarnaast zijn er op indicatie individuele gesprekken, toekomst beter ondersteunend aan de groeps behandeling. Na enkele maankunnen hanteren. den wordt de frequentie van de groepssessies teruggebracht naar gemiddeld eenmaal in de drie weken. Ook zijn er enkele sessies waarbij de partners worden uitgenodigd. Een van de groepen in Hilversum is in oktober vorig jaar begonnen. De groep bestaat uit zeven personen, van wie er enkelen bereid zijn hun ervaringen te vertellen (zie elders bij dit artikel).
Onderlinge betrokkenheid “Ik merk in deze groep een grote onderlinge betrokkenheid en een goede sfeer”, zegt Caroline Couwenberg. “De deelnemers stellen zich serieus op, durven kritisch naar zichzelf en naar elkaar te kijken. Zij komen altijd naar de bijeenkomsten en staan open voor opdrachten, die met veel inzet worden uitgevoerd. Een half jaar na de start kan ik zeggen dat het zeker goed gaat met deze groep. De deelnemers hebben inmiddels ook hun valkuilen ingezien, waardoor zij die in de toekomst beter kunnen hanteren. En als er eens een terugval is, dan kan het probleem goed in de groep worden besproken. Soms zie je dat ook wel anders: dan leggen mensen problemen buiten zichzelf en worden er altijd weer smoezen verzonnen, omdat men niet durft of soms niet wil veranderen.” Ook bewegingstherapeut Maarten Pijls is positief gestemd over deze groep: “Soms verloopt het met horten en stoten,
DiabeteSpecialist 35 | JUNI 2010 | 11
DS THEMA | DIABETES EN LEEFSTIJL
maar ik merk wel dat het beter gaat met deze mensen. Hun conditie gaat vooruit en ze hebben het gevoel dat ze bepaalde dingen makkelijker kunnen doen. Dankzij deze vooruitgang blijft ook de motivatie bestaan om door te gaan. Kleine stapjes vooruit, dat is al heel belangrijk. Vaak denken mensen dat zij direct heel veel moeten gaan bewegen en veel minder mogen eten om af te vallen, maar zo werkt dat niet. Gewicht is meer het gevolg van de manier waarop je je leven dagelijks inricht. Als je gezond leeft, zal daardoor uiteindelijk ook een gezond gewicht ontstaan. Je hoeft echt niet meteen drie keer in de week naar de sportschool. Je kunt ook beginnen met eens wat vaker de trap te nemen en de auto niet al te dicht bij de supermarkt te parkeren. Mensen denken dikwijls: als mijn gewicht maar eenmaal omlaag is, dan kan ik dit of dat weer makkelijker doen... Maar het is juist omgekeerd: probeer éérst stap voor stap te bereiken dat je bepaalde activiteiten weer kunt ondernemen. En dan kijk je daarna wel hoe het staat met je gewicht. Méér focussen dus op je leefstijl dan op je kilo’s.”
Minder medicatie Mensen met obesitas en diabetes type 2 die gedurende het gehele traject intensief worden begeleid, voelen zich prettiger, terwijl ze soms ook minder medicatie nodig hebben. Hun bloedglucosewaarden en HbA1c worden beter. Dit bleek uit een registratie van een pilot in Tilburg. Daarbij werd ook vastgesteld dat de gemiddelde insulinetoediening in de groep van 93 personen daalde van 115 eenheden per dag naar 53 eenheden per dag. Elf van de 36 patiënten die bij aanvang van de pilot orale medicatie én insuline gebruikten, spoten na afloop zelfs géén insuline meer. Caroline Couwenberg doet haar werk met veel plezier, omdat zij concreet veranderingen ziet op treden bij de deelnemers: “In het begin kan iemand wat afwachtend zijn, maar na verloop van tijd zie je op allerlei terreinen een stijgende lijn. In mijn rol als zorgcoördinator kan ik binnen het behandelteam ook makkelijk kritische vragen stellen en mij opstellen als ‘tussenpersoon’. Het is verder interessant te ontdek ken waarom mensen bepaalde keuzes maken.” Ook Maarten Pijls vindt het leuk dat hij groepen mensen langere tijd kan volgen, zodat hij resultaten ziet: “De sleutel voor het succes is ‘leren omgaan met tegenslagen’, wanneer het allemaal wat minder gaat. Door tijdig je doelstellingen aan te passen en dat dan vol te houden, kun je weer moed krijgen en de lange weg naar boven vinden.” < W | meer weten? Kijk op
www.obesitaskliniek.nl
@ | WILT U REAGEREN, E-MAIL NAAR
[email protected] [email protected]
12 | JUNI 2010 | DiabeteSpecialist 35
Gina Klaver-Beekvelt (54 jaar) uit Doetinchem Hobby: wandelen, hardlopen, sudoku Gewicht bij aanvang: 112 (was eerder 120 kilo) Gewenst gewicht: 75 kilo Diabetes: type 2 sinds maart 2009 Wat mankeerde er aan je leefstijl: ik at verkeerd en werd steeds zwaarder. Waarom ben je begonnen met de behandeling: ik had genoeg van alle mislukte diëten en ik kreeg ook nog diabetes. Mijn huisarts raadde me aan naar de Nederlandse Obesitas Kliniek te gaan.
“Het is een verademing dat ik nu zonder echt ‘dieet’ te houden toch gewicht kan verliezen. Hoeveel diëten heb ik vroeger niet gevolgd... Ze mislukten allemaal en ik werd steeds zwaarder, tot wel 120 kilo. Toen ik ook nog diabetes erbij kreeg, vond mijn huisarts het tijd dat ik naar de Nederlandse Obesitas Kliniek ging. Nee, ik ga niet elke dag op de weegschaal staan, ik weet niet eens waar dat ding in huis is gebleven... Maar bij de huisartscontrole onlangs bleek dat ik nu achttien kilo kwijt ben! Ik eet geen koekjes en gebak meer en let erop dat er voldoende groente op tafel komt. Mijn leef- en eetpatroon is dus veranderd, zonder dat je dat een dieet kunt noemen. Ik eet ook best eens friet, maar ik combineer dat wel met groente. Je eet dan minder vettigheid, terwijl je toch gewoon kunt meedoen.” “Verder ben ik begonnen met hardlopen, naast het wandelen dat ik al eerder deed. Drie keer in de week loop ik hard volgens een schema van de Nederlandse Hartstichting. Inmiddels (juni) is ook de training weer begonnen voor de vierdaagse van Nijmegen, waaraan bijna ons hele gezin meedoet. Mijn nuchtere bloedglucose is in vier maanden gedaald van 7,4 naar 6,5 mmol/l en mijn bloeddruk van 135-80 naar 112-70! Ik heb alle vertrouwen dat ik het volhoud.”
www.diabetespecialist.nl | SNELCODE | 3503
DS THEMA | DIABETES EN LEEFSTIJL
Van de eerste gram visceraal vet tot het metabool syndroom
In onze leefstijl is de laatste decennia een grote verandering opgetreden. Daar waar veel mensen met lichamelijke arbeid hun brood moesten verdienen en de hoeveelheid eten die ter beschikking stond, relatief beperkt was, is er nu sprake van een volledig veranderde situatie. De welvaart is enorm toegenomen, de hoeveelheid beschikbaar eten is groot en voedsel is goedkoop. Snoep en hartigheden zijn overal verkrijgbaar en mensen houden van snacken. Mensen hebben vaak geen werk meer waarbij lichamelijke inspanning vereist is en bewegen dus ook veel minder.
Voorlichting door de praktijk ondersteuner over hart- en vaatziekten. Foto met dank aan Gezondheidscentrum Hof van Cambridge, Doetinchem.
AUTEUR | H.J.G. BILO, INTERNIST DIABETES KENNISCENTRUM, ISALA KLINIEKEN, ZWOLLE
Tabel 1 Classificatie van overgewicht bij volwassenen
D
ie verandering heeft zich binnen korte tijd vol trokken. De consequenties hiervan zijn groot. Overgewicht en obesitas gaan gepaard met een grote kans op een aantal ziekten, waarbij geldt: hoe zwaarder, des te hoger het risico op ziekte (zie tabel 1). Voor jongeren gelden andere regels (zie tabel 2 op pagina 14). Zo mag er bij een volwassene met een body mass index (BMI) van boven de 40 kg/m2 uitgegaan worden van een verwachte kans op vervroegd overlijden, vergelijkbaar met het effect van sigaretten roken.
Complicaties Complicaties bij obesitas zijn in het algemeen: diabetes mellitus type 2, hypertensie, vetspectrumafwijkingen, harten vaatziekten, slaapapneu, polycysteus ovariumsyndroom en verminderde vruchtbaarheid, arthrose van rug, heupen,
Classificatie
BMI (kg/m2)
Risico op comorbiditeit
Normaal gewicht
18,5 – 24,9
gemiddeld
Overgewicht
25 – 29,9
verhoogd
•niveau I
30 – 34,9
matig verhoogd
•niveau II
35 – 39,9
ernstig verhoogd
•niveau III
> 40 – 70
zeer ernstig verhoogd
Obesitas
Bronnen: WHO 2000, CBO Multidisciplinaire richtlijn behandeling obesitas, 2008.
knieën en enkels. Bij adipositas komen vormen van kanker vaker voor, zoals aan de slokdarm, colon en rectum, lever, galblaas, pancreas, nieren, Non-Hodgkin lymfoom en multiple myeloom. Specifiek bij mannen: maag, prostaat en schildklier. Specifiek bij vrouwen: mammae, baarmoeder, cervix en ovaria. Er wordt geschat dat de met overgewicht en obesitas geassocieerde gevallen van kanker verantwoor-
DiabeteSpecialist 35 | JUNI 2010 | 13
DS THEMA | DIABETES EN LEEFSTIJL
delijk zijn voor 14% van het totaal aantal gevallen van een maligniteit bij mannen, en voor 20% van het totaal aantal gevallen bij vrouwen.
Vet- en glucosestofwisselingsveranderingen
Etnische groep
Naarmate er méér vet aanwezig is in het lichaam, zal er ook een toenemende belasting zijn van de gehele stofwisseling, in het bijzonder de glucose- en vetstofstofwisseling. Daarbij is een teveel aan visceraal vet (vet in de buikholte) van veel grotere invloed dan een teveel aan subcutaan (onderhuids) vet. Dit teveel aan met name visceraal vet heeft nogal wat gevolgen. Zo is het noodzakelijk dat de bètacellen meer insuline maken en ontstaat er hyperinsulinemie, maar daarnaast ontwikkelt zich ook weerstand tegen de werking van insuline (insulineresistentie). Als op een gegeven moment door het eigen lichaam niet meer voldoende insuline kan worden aangemaakt, stijgen de glucosespiegels en wordt diabetes type 2 manifest. Bij toenemend gewicht en steeds meer visceraal vet gaat ook de vetstofwisseling veranderen, met het stijgen van de triglyceridenspiegels en dalen van het ‘goede’ cholesterol (het HDL-cholesterol). Dit betekent een duidelijke verslechtering in het lipidenprofiel, wat dan weer een Tabel 2 Internationale criteria voor de signalering van overgewicht en obesitas bij jongens en meisjes Leeftijd (jaren)
Jongens BMI
Meisjes BMI
Afkapwaarde overgewicht
Afkapwaarde obesitas
Afkapwaarde overgewicht
Afkapwaarde obesitas
2
18,41
20,09
18,02
19,81
3
17,89
19,57
17,56
19,36
4
17,55
19,29
17,28
19,15
5
17,42
19,30
17,15
19,17
6
17,55
19,78
17,34
19,65
7
17,92
20,63
17,75
20,51
8
18,44
21,60
18,35
21,57
9
19,10
22,77
19,07
22,81
10
19,84
24,00
19,86
24,11
11
20,55
25,10
20,74
25,42
12
21,22
26,02
21,68
26,67
13
21,91
26,84
22,58
27,76
14
22,62
27,63
23,34
28,57
15
23,29
28,30
23,94
29,11
16
23,90
28,88
24,37
29,43
17
24,46
29,41
24,70
29,69
18
25,00
30,00
25,00
30,00
Bron: Hirasing RA et al. Ned Tijdschr Geneeskd 2001;145:1303-8
14 | JUNI 2010 | DiabeteSpecialist 35
Tabel 3 Afkappunt van buikomvang in relatie tot verhoogd CV risico bij verschillende ethnische populaties Buikomvang (cm) man
vrouw
ATP-III *
102
88
Europeanen
94
80
Zuid-Aziaten
90
80
Chinezen
90
80
Japanners
85
90
* (Cholesterol) Adult Treatment Panel-III (USA) Zimmet, J Atheroscl Thromb 2005; 12: 295
bijdrage levert aan een verhoogde kans op cardiovasculaire aandoeningen. Bij adipositas maakt het lichaam ook meer stresshormonen. Niet alleen zijn er hogere spiegels aanwezig dan bij mensen met een normaal gewicht, maar ook reageert het lichaam er feller op; dit levert mede een bijdrage aan een verhoogde bloeddruk. De combinatie van hogere stresshormoonspiegels, een verhoogde bloeddruk en een te hoog gewicht draagt weer bij aan het ontstaan van linkerventrikelhypertrofie. Bij lang bestaan van overbelasting van het hart neemt ook weer de kans op hartfalen toe. Hartfalen is dus deels ook een belangrijke complicatie bij adipositas. Deze combinatie van overgewicht, vetspectrumafwijkingen, verhoogde bloeddruk en glucosestofwisselingsstoornissen wordt ook wel het metabole syndroom genoemd. Hiermee wordt eigenlijk aangegeven dat er een aantal afwijkingen in het lichaam bestaan, die een duidelijke bij-
Tijdens het ontwikkelen van overgewicht blijkt er een resistentie tegen leptine te ontstaan. Daardoor wordt het hongergevoel niet onderdrukt en blijven mensen dooreten. drage leveren aan de kans op het vervroegd optreden van hart- en vaatziekten. Ook hier geldt weer dat visceraal vet daarbij een belangrijke rol speelt. Met name aan de buik omvang is af te lezen, of er problemen te verwachten zijn. In een aantal opzichten is de buikomvang een betere maat voor de kans op het vervroegd optreden van hart- en vaatziekten dan de BMI. Als afkappunten voor normaal versus
www.diabetespecialist.nl | SNELCODE | 3504
abnormaal gelden verschillende maten voor verschillende etnische groeperingen (zie tabel 3). Voor mensen van Kaukasische afkomst gelden als afkappunten een buikomvang van 102 cm bij mannen en van 88 cm bij vrouwen, althans
De buikomvang is vaak een betere maat voor de kans op het vervroegd optreden van hart- en vaatziekten dan de BMI. Foto met dank aan Gezondheidscentrum Prisma, Almere.
als de Amerikaanse cijfers voor Europa worden gebruikt. De International Diabetes Federation suggereert echter dat er voor Europa mogelijk zelfs een lager getal moet worden aangehouden.
Waarom is visceraal vet zo gevaarlijk? Visceraal vet kent functies die volledig verschillend zijn van de functies die bekend zijn bij subcutaan vet. Visceraal vet is metabool buitengewoon actief. Er bevinden zich bijvoorbeeld enzymen in dit vet die de omzetting van cortisol naar cortison beïnvloeden. Ook worden er ontstekingsfactoren
Kijk op Diabetes presenteert nieuwe video Kijk op Diabetes heeft een video ontwikkeld die laat zien hoe preventie van diabetes in de praktijk werkt. In het zes minuten durende filmpje wordt hoofdpersoon Kees een jaar lang op de voet gevolgd bij het aanpassen van zijn leefstijl. De video laat zien hoe de samenwerking met zijn leefstijladviseur en een concreet plan van aanpak bijdragen aan persoonlijk succes. Een hoge score van de Diabetes Risicotest brengt Kees bij de huisarts. De video laat zien welke stappen er vervolgens worden ondernomen en
door dit vetweefsel afgegeven, zoals de tumor necrosis factor (TNF). Cortisol en TNF dragen bij aan de ontwikkeling van insulineresistentie. In de vetcellen van het viscerale vet wordt ook leptine gemaakt. Normaal gesproken remt leptine honger; als er een goede terugkoppeling zou bestaan tussen de door het vetweefsel geproduceerde leptine en het hongercentrum, zou overgewicht niet optreden. Tijdens het ontwikkelen van overgewicht blijkt er een resistentie tegen leptine te ontstaan. Daardoor wordt het hongergevoel niet onderdrukt en blijven mensen dooreten. De daarbij optredende hoge leptinespiegels hebben een aantal negatieve effecten, waarbij de al eerder beschreven sympathicusactivatie optreedt, met hogere stresshormoonspiegels en een ander reactiepatroon van de bloedvaten. Hoge leptinespiegels lijken ook geassocieerd aan het sneller optreden en progressiever zijn van atherosclerotische laesies. Verhoogde leptinespiegels dragen daarnaast ook bij aan een verhoogde thrombosekans en leveren mogelijk een bijdrage aan de hypertrofie, proliferatie en apoptose (gecontroleerde celdood) van hartspiercellen. Daarnaast weten we dat vetweefsel nog tientallen andere stoffen (zgn. adipocytokines) maakt, zoals adiponectine en interleukine-6. Veel van deze hormonaal actieve stoffen hebben net als leptine ook effecten in het lichaam op de voedselinname, de verbranding, het glucose- en vetmetabolisme en daarnaast mogelijk op de bloeddruk en de processen die de mate van ontsteking en atherosclerose beïnvloeden. Concluderend: visceraal vet is allesbehalve inert. Het produceert een groot aantal metabool actieve stoffen, die zowel een rol spelen bij de intake en verbranding van voedsel als bij de ontwikke ling van bijvoorbeeld atherosclerose. <
@ | WILT U REAGEREN, E-MAIL NAAR
[email protected]
hoe dit proces wordt begeleid door verschillende zorgverleners, met name de praktijkondersteuner. De video is interessant voor professionals voor de eigen beeldvorming, maar kan ook heel goed worden ingezet in het contact met mensen met een verhoogd risico op diabetes. De preventiecampagne Kijk op Diabetes attendeert 45-plussers op hun risico om diabetes te krijgen. Zij worden aangespoord de Diabetes Risicotest te doen. Wie zijn risico kent en daarmee bewust omgaat, kan veel problemen voorkomen. De kans op diabetes kan met vijftig procent worden verminderd door het aanpassen
van de leefstijl. Kijk op Diabetes is in 2006 gestart en wordt uitgevoerd door de Nederlandse Diabetes Federatie in opdracht van het ministerie van VWS. De video Routeplanner Diabetes preventie: preventie in de praktijk kan worden bekeken of gedownload op onderstaande website. Er is ook een beperkte oplage DVD’s beschikbaar: een exemplaar is kosteloos aan te vragen via email. < W | meer weten? Kijk op
www.kijkopdiabetes.nl/professionals
@ | DVD aanvragen of REAGEREN, E-MAIL
[email protected]
DiabeteSpecialist 35 | JUNI 2010 | 15
DS THEMA | DIABETES EN LEEFSTIJL Veel patiënten met morbide obesitas hebben ook diabetes mellitus type 2: na hun bariatrische operatie kunnen zij vaak binnen enkele dagen tot weken hun insuline en/of orale antidiabetica staken. Foto met dank aan Máxima Medisch Centrum, Veldhoven.
Nemen de chirurgen de behandeling van diabetes mellitus type 2 over?
Wereldwijd is er een enorme toename van overgewicht, obesitas en morbide obesitas. Foto met dank aan Nederlandse Obesitas Kliniek, Hilversum.
Wereldwijd is er een enorme toename van overgewicht, obesitas en morbide obesitas. Als gevolg daarvan is er eveneens een zeer forse toename van diabetes mellitus type 2 (DM2). Hoewel de ontwikkeling van medicamenteuze therapieën in hoog tempo doorgaat en de resultaten steeds beter worden, blijft de patiënt afhankelijk van een strikt dieet en volledige compliance met de behandeling. Met de enorme toename van morbide obesitas en de sterk verbeterde operatieve technieken worden steeds meer patiënten operatief behandeld voor hun extreme overgewicht. AUTEUR | J.W.M. GREVE, CHIRURG ATRIUM MEDISCH CENTRUM PARKSTAD, HEERLEN
V
eel morbide obese patiënten hebben als comorbiditeit DM2 en blijken zeer snel na hun operatie een sterke verbetering van hun DM te hebben; in veel gevallen kunnen ze binnen enkele dagen tot weken hun insuline en/ of orale antidiabetica staken. Dit werd voor het eerst gerapporteerd door Walter Pories: “Who would have thought it? An operation proves to be the most effective therapy for adult-onset diabetes mellitus” (Ann Surg, 1995). Nu was dit niet de eerste melding van ‘genezing van DM’ na een operatie; ook al in de vijftiger jaren van de vorige eeuw werd hiervan melding gemaakt door Friedman et al. in het tijdschrift Surgery, Gynecology & Obstetrics in 1955. Toch heeft het nog vele jaren geduurd na de publicatie van Pories, voordat de bariatrische chirurgen zich realiseerden dat de operaties voor extreem overgewicht in feite ingrepen zijn die metabole problemen aanpakken. Inmiddels zijn er verschillende studies die ook op de lange termijn laten zien dat een operatieve behandeling van extreem overgewicht in staat is DM2 te behandelen, dan wel te voorkomen.
16 | JUNI 2010 | DiabeteSpecialist 35
De Swedish Obese Subject studie van Sjöstrom en collega’s1 heeft aangetoond dat na 10 jaar follow-up er een significante reductie van de mortaliteit is in de geopereerde groep. Dit is in belangrijke mate te danken aan remissie van bestaande DM2 en een significant lagere incidentie van nieuwe gevallen van DM2. Een review van alle studies, waarin werd gerapporteerd over het effect van bariatrische chirurgie op DM verricht door Buchwald en collega’s, laat overtuigend zien dat elk type operatie inderdaad remissie van DM kan induceren.2 De effectiviteit van de operaties lijkt gerelateerd aan de complexiteit van ingreep. De aanpasbare maagband, de meest veilige operatie met een mortaliteitsrisico van minder dan 0,1%, resulteert in een remissie van de DM in 56,7% van de gevallen. Na een maagomleiding (gastric bypass) gaat 80,3% van de patiënten met DM in remissie, maar het operatierisico is duidelijk hoger met een mortaliteit van 0,3 tot 0,5%. Het meest effectief, maar ook de meest complexe ingreep, is de biliopancreatische diversie (BPD) en de variant daarop, de BPD met duodenal switch met een remissiepercentage van 95,1%. Deze ingreep echter heeft een mortaliteit tot 1,1%.
Invloed op de darmhormonen De grotere effectiviteit van de operaties, waarbij een deel van de tractus digestivus wordt kortgesloten, wordt toege-
schreven aan de invloed op de darmhormonen. Door kortsluiten van het duodenum en een deel van de dunne darm (jejunum en afhankelijk van de ingreep het ileum) is er een sterke toename van het Glucagon Like Peptide 1 (GLP-1) en een vroege release van het Peptide YY (PYY); dit wordt ook wel de ileal brake genoemd. GLP-1 heeft een aantal van effecten, waaronder toename van de insulineproductie, toename en verminderde apoptosis van de bètacellen in de pancreas (dat laatste althans in dierexperimenteel onderzoek), vertraging van de maagdarmmotiliteit en een verzadigingsgevoel. PYY resulteert vooral in een verhoogd verzadigingsgevoel en vertraagde maagontlediging. GLP-1 en PYY zijn twee van de meer bekende darmhormonen, maar de operaties aan het maagdarmstelsel induceren een heel scala aan veranderingen van onder andere Ghreline, Cholecystokinine, Pancreas Polypeptide, Glucose-dependend Insulinotropic Peptide, Enteroglucagon, Neurotensin en Motiline. De exacte rol van deze darmhormonen is onderwerp van veel studies en zal mogelijk leiden tot betere medicamenteuze behandeling, maar op dit moment is geen enkel medicament in staat de effecten van een operatie op DM2 te benaderen. Het feit dat men zich ging realiseren dat bariatrische chirurgie eigenlijk beschouwd moet worden als metabole chirurgie, heeft er toe geleid dat onderzoek is gedaan naar de effecten van operaties bij patiënten met DM2 die niet morbide obees zijn. Een van de operaties die wordt bestudeerd, is de duodenal exclusion (kortsluiting van het duodenum). Op basis van de ‘foregut’-theorie, waarnaar Rubino veel onderzoek heeft gedaan, zijn bij een aantal patiënten met een body mass index (BMI) lager dan 30 kg/ m2 laparoscopische ingrepen gedaan, waarbij het duodenum wordt kortgesloten door het jejunum direct achter de pylorus op de maag aan te sluiten. De voorlopige resultaten laten zien dat er een zeer goed effect is op de bloedsuikerregulatie met bij de meeste patiënten een normaal HbA1c en het volledig kunnen beëindigen van de medicamenteuze behandeling. Dit alles met een minimaal gewichtsverlies. Omdat langetermijn resultaten nog ontbreken, moet deze operatieve behandeling voor DM2 echter nog als experimenteel worden beschouwd.
Nieuwe ontwikkeling Een vergelijkbaar effect als deze duodenal exclusion kan worden bereikt met een nieuwe ontwikkeling, de duodenal sleeve (Endobarrier Liner). De Endobarrier Liner is een endoscopisch geplaatste impermeabele dunwandige slang, die met behulp van een Nitinol anker (van een bijzondere nikkel/titanium legering) in het duodenum wordt geplaatst. De maaginhoud gaat door het lumen van de slang, terwijl gal- en pancreassappen aan de buitenzijde lopen. Op deze wijze wordt het duodenum en een deel van het jejunum kortgesloten. Initiële resultaten bij morbide obese patiënten laten een significant gewichtsverlies zien na drie maanden, waarbij de diabetes patiënten een sterke verbetering van hun glucosehuis houding blijken te hebben.3
www.diabetespecialist.nl | SNELCODE | 3505
De Endobarrier Liner is op dit moment nog experimenteel, maar lopende studies lijken de effectiviteit bij DM te bevestigen. Wat al in experimenten bij ratten was gebleken, namelijk dat het uitsluiten van het duodenum zelfs in niet obese diabetesratten de glucosetolerantie verbeterde, blijkt dus ook in de humane situatie op te gaan. In de afgelopen jaren zijn meerdere technieken ontwikkeld om het metabole syndroom operatief te behandelen. Zo combineerde Santoro een sleeve-resectie van de maag met een resectie van een deel van het jejunum en een resectie van het omentum en ook daarmee bereikte hij een significante verbetering van de glucosetolerantie. Tot slot wordt ook geëxperimenteerd met een interpositie van een segment ileum hoog in de tractus digestivus (Strader). Figuur 1 Courante operatietechnieken ter behandeling van patiënten met morbide obesitas: (a) aanpasbare siliconenmaagband, (b) maagomleiding en (c) de biliopancreatische diversie volgens Scopinaro.
Toch is het niet alleen een effect op de darmhormonen dat de chirurgische behandeling zo succesvol maakt. Er komen steeds meer publicaties dat op de lange termijn het gewichtsverlies (reductie in vetvolume van de adipocyt) belangrijk is voor het effect op de glucose regulatie. Met vergelijkbaar gewichtsverlies is het effect op diabetes vergelijkbaar tussen de aanpasbare maag band, de ‘gastric bypass’ en zelfs de BPD. Dat alleen gewichtsverlies voldoende kan zijn voor remissie van de diabetes, werd fraai aangetoond door de groep van Dixon (JAMA, 2008). Het wordt dus steeds duidelijker dat de chirurg een belangrijke rol kan spelen in de behande ling van diabetes. De chirurg zal niet de volledige behan deling overnemen, maar wel veel patiënten volledig in remissie brengen. < Referenties 1-3
@ | WILT U REAGEREN, E-MAIL NAAR
[email protected]
DiabeteSpecialist 35 | JUNI 2010 | 17
DS THEMA | DIABETES EN LEEFSTIJL
Koolhydraatrestrictieve diëten hebben een gunstig effect op het gewicht, de buikomvang en de bloeddruk. Foto met dank aan Gezondheidscentrum Hof van Cambridge, Doetinchem.
Dieet Essentieel in de behandeling van obese patiënten met diabetes type 2 Het doel van de behandeling van diabetes mellitus type 2 (DM2) is niet alleen klachten en symptomen te verminderen, maar ook complicaties op lange termijn te voorkomen. Overgewicht en voeding zijn belangrijke factoren voor het ontstaan van DM2, maar overgewicht en te veel voeding zijn ook verantwoordelijk voor een verminderde glykemische controle bij een manifeste DM2. Leefstijlmaatregelen, zoals een combinatie van dieet en lichaamsbeweging, helpen het risico op het ontstaan van DM2 te verlagen. Maar deze interventies leiden ook tot een vermindering van het medicatiegebruik en tot kostenbesparing, als er al een DM2 bestaat. AUTEURS SIETSE VAN TURENNOUT, GERDA BRUINSMA, HUISARTSEN FRANK VAN BERKUM, INTERNIST ZGT HENGELO EN PREVITAS KLINIEK VOOR GEWICHTSMANAGEMENT
Casus De patiënt is een 68-jarige man. Hij heeft sinds 13 jaar hypertensie en DM2; als jongeman leed hij al aan overgewicht. Voor aanvang van een koolhydraatbeperkt (20 g koolhydraten per dag) en licht eiwitverrijkt (circa 100 gram eiwit per dag) dieet was zijn gewicht 105 kg bij een lengte 1,65 m (BMI 38,6 kg/m2). Bij aanvang van zijn dieet was zijn HbA1c 7,6% (60 mmol/mol) en de nuchtere bloedglucose rond de 10 mmol/l. Zijn medicatie bestond uit metformine tweemaal daags 1000 mg en een basaalbolusschema met totaal 140 E insuline per dag. Na het starten van het dieet daalde de insulinebehoefte aanzienlijk en uiteindelijk werd de insuline afgebouwd. Daardoor verdwenen zijn hypoglykemieën die ontstaan waren door de snelle verbetering van de glucoseregulatie in combinatie met insuline. Patiënt voelde zich door de goede resultaten gemotiveerd om door te gaan met het dieet. Na drie maanden was hij 15
18 | JUNI 2010 | DiabeteSpecialist 35
kg afgevallen. Na een half jaar was zijn gewicht gedaald tot 80 kg (BMI 29,4 kg/m2). Zijn HbA1c was daarbij gedaald tot 6,1% (43 mmol/mol), terwijl de nuchtere glucose rond de 6 mmol/l bedroeg. De orale diabetesmedicatie en de antihypertensiva konden worden gestaakt. Iedere week werden de koolhydraten in het dieet met 15 gram per dag verhoogd tot circa 100 gram per dag. Twee jaar later is zijn gewicht stabiel en zijn de glucosewaarden acceptabel zonder medicatie. Hij voelt zich fit en kiest ervoor het dieet te continueren.
Samenstelling dieet Het koolhydraatbeperkte dieet dat deze patiënt gebruikte, bevat circa 1200 Kcal per dag, 20 tot 30 gram koolhydraten en een hoeveelheid eiwit die gebaseerd is op het lichaamsgewicht, namelijk 1,0 tot 1,2 gram eiwit per kilogram lichaamsgewicht per dag. Strikt genomen is dit dus een milde eiwitverrijking tijdens de dieetfase. Anders gezegd:
Tabel 1 Energie en samenstelling macronutriënten van het dr. Frank dieet
Tabel 2 Vergelijking ingrediënten dr. Frank dieet en Ons Eten Gemeten (RIVM-rapport, 1998)
Hoeveelheid voeding per dag (g)
1056
Energie (kcal)
1204
Energie (kJ)
5017
Groenten (g)
Eiwit (g)
100
Fruit (g)
Vet (g)
79
Verzadigd vet (g)
Koolhydraten (g)
21
Vis
Tabel 3 Vergelijking dr. Frank dieet met aanbevelingen Gezondheidsraad (vetten, mineralen, vitamines) Dr. Frank dieet
Aanbevelingen Gezondheidsraad
Vet (g)
79
47 – 105
Verzadigd vet (g)
25
23 – 30
Enkelvoudig onverzadigd vetzuren (g)
37
Meervoudig onverzadigde vetzuren (g)
10
Dr. Frank dieet
Ons Eten Gemeten (RIVM)
200-300
100
Vetten
0
100
2 x per week
Procentuele bijdrage van de macronutriënten aan de energie-inname: 35% eiwit / 60% vet / 5% koolhydraten
2-3 x per maand
Linolzuur (g)
7
Calcium (mg)
370
300 mg/dag
Calcium (mg)
687
600 – 1000
Fosfor (mg)
1317
700 – 1400
Natrium (mg)
2311
< 2400
Kalium (mg)
2510
1600 – 3100
Reeds bij aanvang van het koolhydraatbeperkt dieet dient het aantal eenheden insuline te worden verminderd en/of de orale bloedsuikerverlagende medicatie te worden aangepast. Onze ervaring is dat patiënten met DM2 die nog maar 3-6 jaar insuline gebruiken, al een redelijk overgewicht hebben (20-30 kg), een buikomvang hebben van meer dan 120 cm en een hoge insulinebehoefte hebben (meestal meer dan 120 eenheden per dag), in het algemeen gunstig reageren op een koolhydraatarm dieet. Daarnaast wordt er een positief effect beschreven van een koolhydraatbeperkt dieet bij mensen met een metabool syndroom, zonder evidente DM2.
Magnesium (mg)
168
250 – 350
IJzer (mg)
9,5
tussen 9 en 15
Koper (mg)
0,6
1,5 – 3,5
Selenium (µg)
79
50-150
Zink (mg)
10
tussen 9 en 10
Discussie
Thiamine (vitamine B1)
1,0
1,1
Riboflavine (vitamine B2) (mg)
1,3
1,1 – 1,5
> Koolhydraatbeperking Naast het effect van de calorierestrictie en het gewichtsverlies speelt de voedingssamenstelling waarschijnlijk ook een rol. Koolhydraatrestrictieve diëten hebben een gunstig effect op het gewicht, de buikomvang en de bloeddruk. Bovendien zijn er positieve effecten op diverse risicofactoren en ontstekingsdeterminanten beschreven. Een van de meest opvallende effecten van een koolhydraatrestrictief dieet is de daling van de TG met wel 40-70% en een geringe toename van het HDL-cholesterol met 12%. Er wordt verondersteld dat het effect op deze determinanten groter is naarmate de koolhydraatbeperking sterker is. Van belang is het feit dat het gunstige effect van deze diëten op de parameters van het metabool syndroom al optreedt, voordat er sprake is van gewichtsverlies. Effecten op het totale LDL en de vrije vetzuren zijn mogelijk ongunstiger dan bij een vetarm dieet. Echter, de effecten op de grootte van de LDLdeeltjes (hoe kleiner, hoe meer atherogeen) blijken met een koolhydraatarmdieet weer wat gunstiger te zijn.
Nicotinezuur (vitamine B3) (mg)
19
13 – 17
Pyridoxine (vitamine B6) (mg)
2,0
Foliumzuur (vitamine B11) (µg)
202
150 – 300
Cobalamine (vitamine. B12) mg
7,7
1,5 – 2,5
Ascorbinezuur (vitamine C) (mg)
151
55 – 70
de vetten en koolhydraten (de brandstoffen) worden verminderd tijdens de dieetfase, terwijl de eiwitten (de bouwstoffen) op peil worden gehouden of op een hoog normaal niveau worden gebracht. Het absolute aantal grammen vet van het toegepaste dieet bedraagt circa 80 gram per dag (normaal ongeveer 100 gram per dag).
Een gematigde reductie van het koolhydraatgehalte (van 60 naar 40 energie%) levert geen significante resultaten op, terwijl het verder verminderen van de koolhydraatinname (minder dan 25 energie%) of nog lager (ongeveer 20 gram
www.diabetespecialist.nl | SNELCODE | 3506
Mineralen
Vitamines Retinol (vitamine A) (µg)
1149
800 – 1000
ß-Caroteen (µg)
4103
geen aanbeveling
Calciferol (vitamine D) (µg)
5,5
2,5 – 5
Tocoferol (vitamine E) (mg)
9
tussen 8 en 13
Verzadigd vet : enkelvoudig onverzadigd vetzuur : meervoudig onverzadigd vetzuur 25 : 37 : 17 (=10 + 7) 1 : 1,5 : 0,7
koolhydraten per dag, 5 energie%) wel leidt tot een verbetering van de glucosewaarden bij patiënten met DM2. De diëten, bestaande uit een extreme restrictie van koolhydraten (tot maximaal 20-30 gram per dag) en vaak ook een hogere eiwit- en vetinname, vertonen iets betere resultaten op het gewichtsverlies (hoewel niet altijd significant) in vergelijking met de traditionele diëten. De American Diabetes Association (ADA) geeft als advies dat bij DM2 koolhydraatrestrictieve diëten kunnen worden ingezet gedurende een jaar. De Nederlandse CBO-consensus Obesitas vermeldt dat koolhydraatarme diëten en/of eiwitrijke diëten bij patiënten met een insuline-ongevoeligheid of insulineresistentie betere resultaten vertonen. Ook een verlaging van de glykemische index (GI) en glykemische load (GL: de GI in combinatie met de hoeveelheid KH per portie) leveren een
DiabeteSpecialist 35 | JUNI 2010 | 19
DS THEMA | DIABETES EN LEEFSTIJL REACTIE VAN J.C. SEIDELL, HOOGLERAAR VOEDING EN GEZONDHEID VRIJE UNIVERSITEIT AMSTERDAM
geringe, maar klinisch relevante bijdrage aan een betere glykemische regulering. Zo daalt het HbA1c daalt met 0,18% in de hoge GI-groep en met 0,50% in de lage GI-groep. Bij een langdurig gebruik van een dieet met een laag koolhydraatgehalte en een hoog percentage aan dierlijke vetten zou mogelijk op de langere termijn een verhoogd risico op mortaliteit bestaan. Ook zou een dieet met te weinig vezels het risico op sommige vormen van een maligniteit verhogen. Bij het Mediterrane dieet of diëten met een lage GI of GL en eiwitrijke diëten met een hoog percentage aan groenten ziet men deze effecten niet en is de kans op kwaadaardige aandoeningen eerder kleiner, terwijl het Mediterrane dieet ook een significante reductie in sterfte laat zien. > Eiwitten Extra eiwitten in het dieet kunnen gunstig werken op de insulinesecretie, waardoor een verbetering van de glykemische controle ontstaat. Daarnaast leidt eiwitrijke voeding (1 tot 1,2 gram eiwit/kg lichaamsgewicht) tot een sneller verzadigingsgevoel bij eenzelfde calorieinname, een hoger energieverbruik en een beter gewichtsbehoud na afvallen. Uiteraard dient men bij patiënten met een verminderde nierfunctie geen eiwitverrijking toe te passen. Meer informatie over het toegepaste dieet en menu’s is te vinden op www.eenkiloperweek.nl.
Conclusie De behandeling van DM2 bestaat voor een belangrijk deel uit dieet en leef stijlaanpassingen. Daarnaast kan een dieet met een verminderde hoeveelheid koolhydraten, of met koolhydraten met een lagere glykemische index (minder geraffineerde suikers) gunstige resulta ten opleveren voor de glucoseregulatie. Een lichte eiwitverrijking versterkt dit effect nog eens. < Referenties W | meer weten? Kijk op
www.eenkiloperweek.nl www.previtas.nl
@ | WILT U REAGEREN, E-MAIL NAAR
[email protected]
20 | JUNI 2010 | DiabeteSpecialist 35
Een dieet alléén geeft maar tijdelijk gewichtsverlies Het is ontegenzeggelijk zo dat mensen gemiddeld aardig afvallen op het ‘dr. Frank dieet’ en dat mensen met diabetes type 2 er baat bij hebben wat betreft hun insulinegevoeligheid. Het langetermijn gewichtsverlies bij dergelijke diëten is over het algemeen niet veel groter dan dat bij andere diëten (maar dus ook zeker niet slechter). Wanneer het ‘dr. Frank dieet’ vergeleken wordt met een laagvet/hoogkoolhydraat dieet zijn er gunstige en ongunstige verschillen in de cardiovasculaire risicofactoren. In ieder geval moet een hoogeiwitdieet met enige voorzichtigheid worden ingezet bij diabetespatiënten bij wie de nierfunctie gestoord is. Daarnaast is het belangrijk dat de patiënt voldoende voedingsvezels binnen krijgt en voldoende vitaminen en mineralen. Een volwaardig diabetesdieet moet dan ook ruim volkoren graanproducten, groente en fruit bevatten. Bij een vetrijk dieet moeten de vetbronnen vooral uit veel (meervoudig) onverzadigde vetten bestaan. Veel lichaamsbeweging en een adequate vitamine D status zijn eveneens onontbeerlijk. Dit alles lijkt vooralsnog lastig te combineren met het ‘dr. Frank dieet’. Belangrijker dan de samenstelling van het dieet is echter het vermogen tot duurzame gedragsverandering. Het overgrote deel van de patiënten is daartoe zelfstandig niet in staat en wordt daartoe ook niet of nauwelijks begeleid. In de zorgstandaard Obesitas die dit jaar uitkomt, is dan ook een belangrijke rol ingeruimd voor een onderhouds- en begeleidingsfase ná een periode van afvallen. Wat de leefstijlinterventie betreft, zijn nog twee punten van belang. Ten eerste de verwachting van de hulpverlener. Belangrijk is dat artsen en andere hulpverleners zich bewust zijn van hun verwachtingen. Wanneer een patiënt met overgewicht 5 tot 10% van zijn gewicht kwijt is, heeft dat beslist gunstige fysiologische consequenties. Patiënten en hun hulpverleners vinden dergelijke resultaten helaas teleurstellend. Maar deze teleurstelling wordt meer ingegeven door cosmetische verwachtingen dan door gezondheidsargumenten. Een persoon van 110 kilo die 10 kilo afvalt, is nog steeds te dik, maar wel gezonder. Uit de Finse Diabetes Preventie Studie is gebleken dat met kleine leefstijlveranderingen grote resultaten zijn
www.diabetespecialist.nl | SNELCODE | 3507
te bereiken. Om die leefstijlveranderingen in het leven in te passen hebben patiënten begeleiding nodig. Mensen moeten langdurig geholpen worden bij hun motivatie. Allang is bekend dat de leefstijlcomponent van de diabetesbehandeling de meest lastige is voor de patiënt. Hij heeft hierbij echt veel support nodig. Voldoende ruimte binnen de DBC’s is essentieel om preventiemogelijkheden op dit terrein optimaal uit te buiten. Een tweede punt is het tijdstip waarop ingezet wordt op leefstijlinterventie. Patiënten en hulpverleners wachten veel te lang, voordat ze iets aan het overgewicht gaan doen. In het algemeen is het beleid dat pas bij een BMI van 30 kg/m2 de patiënt naar een diëtist verwezen wordt. Maar hoe langer je wacht, hoe lastiger het wordt. Als een patiënt eenmaal aan de orale glucoseverlagende medicatie of insuline zit, vraag je bijna het onmogelijke om hem dan ook nog flink te laten afvallen. Deze middelen, met uitzondering van metformine en de nieuwere GLP-analogen, werken immers gewichtstoename in de hand. Zeker patiënten met een hoog risico, zoals diabetes in de familie, moeten eerder hulp krijgen bij de behandeling van overgewicht. De huisarts moet het initiatief zelf nemen. De houding van verzekeraars is daarbij vaak een barrière. De patiënt is nog niet ziek, dus ontbreekt de bereidheid om de behandeling te vergoeden. Terwijl fysiotherapeuten en diëtisten juist in dit stadium zo’n enorm verschil kunnen maken. Samenvattend: een dieet heeft zeker zin, mogelijk onder bepaalde voorwaarden ook een sterk koolhydraatbeperkt en eiwitrijk dieet. Maar er zijn meer punten van belang: ook een gering gewichtsverlies heeft zin, begin tijdig met leefstijlinterventie en pas een dieet in een groter geheel in: motiverende begeleiding en beweegprogramma’s onder leiding van een fysiotherapeut. @ | WILT U REAGEREN, E-MAIL NAAR
[email protected]
DS | KORTE BERICHTEN
Reinout van Schilfgaarde Officier in de Orde van Oranje-Nassau
Over een periode van meer dan dertig jaar heeft de huidige voorzitter van de Nederlandse Diabetes Federatie in tal van functies zijn sporen verdiend. Als chirurg leverde hij een belangrijke
Op 26 maart 2010 is NDF-voorzitter prof. dr. Reinout van Schilfgaarde benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau. De Koninklijke onderscheiding werd uitgereikt door demissionair minister Ab Klink tijdens de Nationale Diabetes Dag in Utrecht. De onderscheiding werd hem toegekend op grond van zijn unieke bijdrage aan de ontwikkeling van de geneeskunde en de kwaliteit van de gezondheidszorg.
bijdrage aan de modernisering van de zorg, waarbij hij steeds veel aandacht besteedde aan een interdisciplinaire aanpak en een pragmatische relatie tussen fundamenteel onderzoek en klinische toepasbaarheid. Als wetenschapper verwierf hij internationale erkenning voor zijn grensverleggende prestaties op het gebied van pan creastransplantatie. Van Schilfgaarde
Bas van de Goor Foundation en DVN samen naar de top
de filmpjes luidt: Diabetes is topsport. Winnen doe je alleen, het verschil maak je samen.
De Diabetesvereniging Nederland (DVN) steunt de Bas van de Goor Foundation (BvdGF) in de beklimming van het Atlasgebergte. Hiertoe worden gezamenlijk in heel Nederland bijzondere beweegactiviteiten georganiseerd gedurende 21 weken. Door onder andere te schaatsen, te fietsen, te wandelen, te zwemmen en te volleyballen wordt aangetoond dat iedereen – jong en oud – voluit kan leven met diabetes. Tijdens elke activiteit wordt een filmpje gemaakt dat op internet is te bekijken. Van alle 21 regionale filmpjes wordt uiteindelijk een complete film samengesteld, die in première gaat tijdens het grote jubileumcongres van de DVN op 5 november 2010. Het motto van
www.diabetespecialist.nl | SNELCODE | 3508
“Als je te horen krijgt dat je diabetes type 2 hebt, kun je bij de pakken neer gaan zitten, óf het heft in eigen hand nemen. Een gezonde en actieve leefstijl zorgt ervoor dat je je dia betes beter onder controle krijgt. Samen met de Bas van de Goor Foundation onderstrepen wij het belang van een actieve leefstijl”, zegt de DVN. Novo Nordisk ondersteunt de Atlas Diabetes Challenge 2010 en de Bas van de Goor Foundation omdat
was grondlegger van de International Pancreas and Islet Transplantation Association en de European Society for Organ Transplantation.
Raadadviseur In 2002 werd Van Schilfgaarde raadadviseur van het ministerie van VWS met speciale aandacht voor een toekomstbestendige ontwikkeling van de gezondheidszorg. Hij heeft altijd bijzondere aandacht gehad voor diabetes en de mensen die leven met deze aandoening. Als voorzitter van de Taakgroep Programma Diabetes zorg bracht hij in 2005 advies uit aan de minister van VWS over de organisatie van de diabeteszorg in ons land. Van Schilfgaarde was enkele jaren bestuurslid van het Diabetes Fonds, sinds 2006 is hij voorzitter van de NDF, de koepel van samenwerkende diabetesorganisaties. Vanuit die functie geeft hij tevens sturing aan het Nationaal Actieprogramma Diabetes dat ook als voorbeeld moet dienen voor andere chronische aandoeningen. In 2009 werd Van Schilfgaarde door minister Klink benoemd tot voorzitter van het Coördinatieplatform Zorgstandaarden. < W | meer weten? Kijk op
www.nationalediabetesdag.nl
de stichting en haar initiatieven goed passen binnen de Changing Diabetes filosofie. < W | meer weten? Kijk op
wwww.dvn.nl en www.fietsenvoordiabetes.nl
DiabeteSpecialist 35 | JUNI 2010 | 21
DS THEMA | DIABETES EN LEEFSTIJL
Therapie op maat bij patiënten met diabetes mellitus type 2 Gewichtsverlies is voor mensen met diabetes mellitus type 2 en (ernstig) overgewicht een belangrijke doelstelling, omdat het de diabetesregulatie, de bloeddruk, de lipiden en het welbevinden helpt verbeteren. Het blijkt echter lastig om met een dieetinterventie blijvend gewichtsverlies te realiseren. Gedragstherapie zou een oplossing kunnen bieden. AUTEUR TATJANA VAN STRIEN, PSYCHOLOOG INSTITUUT VOOR GENDER STUDIES EN HET BEHAVIOURAL SCIENCE INSTITUUT, RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN
V
olgens de Richtlijn Diagnostiek en behandeling van obesitas van het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO1 leidt een vermageringsinterventie (600 Kcal minder dan gebruikelijk en meer bewegen) tot gemiddeld drie kilo gewichtsverlies. Vreemd genoeg zijn in deze Richtlijn niet de uitkomsten verwerkt van een meta-analyse uit 2007 in The American Psychologist die tot een geheel andere conclusie kwam, namelijk: ‘Diets are not the answer’ 2. Aan deze meta-analyse mochten alleen studies meedoen waarbij de deelnemers minimaal vier jaar waren gevolgd, met een lage uitval en waarbij het uiteindelijke gewicht daadwerkelijk was gemeten. Slechts een klein percentage van de mensen die een vermageringsdieet hadden gevolgd, wist op de lange termijn een deel van het gewicht vast te houden. Bijna de helft van de deelnemers was na vier jaar zelfs zwaarder dan vóór het dieet.
beeld uit een onderzoek van Van de Laar bij 97 patiënten met diabetes type 2 uit diverse Nederlandse huisartsenpraktijken.3,4,5 Al deze patiënten waren onmiddellijk na de diagnose, geheel volgens de richtlijnen, verwezen naar een geregistreerd diëtist voor een dieetinterventie gericht op beperking van totale energie, verzadigde vetten en cholesterol. Bijna alle patiënten waren na de interventie drie tot vier kilo kwijtgeraakt. Echter, slechts weinigen waren erin geslaagd dit vast te houden; na vier jaar was ongeveer de helft van de patiënten zelfs drie tot vier kilo zwaarder dan vóór de interventie.
Verklaringen ‘jojo-plus’ effect
Resultaten van dieetinterventies bij patiënten met diabetes type 2 zijn eveneens vaak teleurstellend. Dit bleek bijvoor-
Voor dit zogenaamde ‘jojo-plus’ verschijnsel zijn verschillende verklaringen te geven. Volgens de restraint theorie (theorie van lijngericht eten) is het lijnen zelf de belangrijkste risicofactor voor overeten en gewichtstoename, terwijl volgens andere theorieën de gewichtstoename het gevolg
22 | JUNI 2010 | DiabeteSpecialist 35
www.diabetespecialist.nl | SNELCODE | 3509
is van de mogelijkheid dat lijnen slechts het symptoom (het overgewicht), maar niet de eigenlijke oorzaak van het overgewicht bestrijdt (de reden waarom iemand in eerste instantie te dik werd).6 > Dieet als risicofactor Om twee redenen is lijnen volgens de restraint theorie een mogelijke risicofactor. Een fysiologische verklaring is te vinden in het verschijnsel dat tijdens het lijnen de stofwisseling op de spaarstand gezet wordt, een tijdens de evolutie ontstaan vermogen om hongersnood te kunnen overleven. Pas als het lichaam weer op het oude gewicht is, wordt de spaarstand uitgezet. Een psychologische verklaring voor het ‘jojo-plus’ verschijnsel is te vinden in het ‘wat-kan-hetme-ook-schelen’ effect. Dit effect wordt uitgelokt als men tijdens het volgen van een dieet verboden voedsel tot zich neemt. De gedachte is dat het dieet voor die dag geen zin meer heeft, nu men zich toch niet aan de voorschriften heeft gehouden. Daarna laat men zich volledig gaan. Ook negatieve emoties of alcohol geven aanleiding het dieet voor die dag te laten varen. De bevinding dat juist lijners dit vreemde overeetgedrag laten zien, werpt ook licht op het ontstaan van eetbuien bij bulimia nervosa en binge eating disorder. Mensen met eetbuien melden vaak dat aan hun eerste eetbui een periode van streng lijnen voorafging. Ook very low calory diëten gelden als potentiële risicofactor voor het ontstaan van eetbuien. > Dieet als symptoombestrijding Andere theorieën zoeken de oorzaak van overeten in een sterke mate van extern eten (eten op basis van geur en zichtbaarheid van voedsel) en/of emotioneel gericht eten (eten bij negatieve emoties of stress). Externe eters laten zich meer dan anderen leiden door sterke voedselprikkels uit de omgeving, zonder acht te slaan op werkelijke behoeften van honger of verzadiging. Zij interpreteren de aangeboden sensaties niet goed, maar ook emotionele eters interpreteren hun lichamelijke signalen vaak niet goed. In tegenstelling tot externe eters, die vooral gericht zijn op voedselprikkels uit de omgeving, kunnen emotionele eters niet goed fysiologische symptomen bij emoties en die bij
honger en verzadiging onderscheiden. Omdat spanning dezelfde verzadigingsverschijnselen oproept als wanneer voedsel wordt opgenomen, is de normale reactie op negatieve emoties of stress namelijk juist verlies van eetlust. Bij emotionele eters is deze reactie echter verstoord. In het prospectieve onderzoek bij patiënten met diabetes mellitus type 2 bleken zowel emotioneel als extern eten de gewichtstoename na vier jaar te verklaren, mede omdat de vermageringsinterventie niet of nauwelijks op veranderingen in emotioneel of extern eten inging.
Conclusie voor de praktijk: afvallen op maat
Alleen bij niet-emotionele en niet-externe eters kunnen goede resultaten van een vermageringsdieet worden verwacht, mits het dieet niet te streng of rigide is. Bij emotionele of externe eters daarentegen heeft een ver mageringsdieet weinig kans op blijvend succes. Voor de praktijk betekent dit dat een persoon met diabetes type 2 voorafgaande aan een behandeling eerst moet worden geclassificeerd als potentieel succesvolle of niet-succes volle lijner. Dit kan heel eenvoudig met de Nederlandse Vragenlijst voor Eetgedrag, een door het Nederlands Instituut voor Psychologen beoordeelde en gevalideerde vragenlijst. Van diverse populaties, uitgesplitst naar ge slacht, gewicht of beide zijn normtabellen beschikbaar.7 Op basis van het gevonden eetpatroon kan dan aan de hand van een beslisboom voor iedere patiënt de juiste behandelingsstrategie worden bepaald.8 Zo kunnen externe eters in een gedragstherapie beter leren omgaan met hun overgevoeligheid voor voedselprikkels, terwijl emotionele eters hun emoties kunnen leren reguleren in een gedragstherapie die is gericht op emotieregulatie. De eerste resultaten van deze emotieregulatietherapie zijn zeer veelbelovend. < Referenties 1-8
@ | WILT U REAGEREN, E-MAIL NAAR
[email protected]
Collectanten gevraagd voor Diabetes Fonds Van 31 oktober tot en met 6 november aanstaande organiseert het Diabetes Fonds weer de landelijke collecte. Ook dit jaar is er behoefte aan nieuwe collecteleiders en collectanten om geld op te halen voor het wetenschappelijk onderzoek, de enige weg naar een beter leven voor mensen met diabetes. Daarom investeert het Diabetes Fonds in onderzoek naar het ontstaan, behandeling en genezing van diabetes. Jaarlijks helpen ruim dertigduizend vrijwilligers mee aan de collecte. Vorig jaar was de opbrengst bijna twee miljoen euro. De eerste nationale collecte vond plaats in de zomer van 1982. W | meer weten? Kijk op
www.diabetesfonds.nl
DiabeteSpecialist 35 | JUNI 2010 | 23
DS THEMA | DIABETES EN LEEFSTIJL
Bewegen op recept: effectief... of beter gewoon laten wandelen? De diabetesepidemie begint steeds grotere vormen aan te nemen. Voorspellingen van het RIVM geven aan dat Nederland in 2025 circa 1,2 miljoen patiënten met diabetes type 2 zal tellen. Ofschoon er naarstig wordt gezocht naar effectievere farmacotherapeutische mogelijkheden, vormen leefstijlinterventies, bestaande uit dieetaanpassing en lichaamsbeweging, nog steeds een belangrijke peiler in de behandeling van diabetes type 2. AUTEUR STEPHAN F.E. PRAET, SPORTARTS/BEWEGINGSWETENSCHAPPER AFDELING REVALIDATIEGENEESKUNDE & FYSIOTHERAPIE, SUBDIVISIE SPORTGENEESKUNDE, ERASMUS MC, ROTTERDAM
G
estructureerde dieetinterventies zijn inmiddels een vast onderdeel van de behandeling in Nederland en ze zijn dan ook opgenomen in de Zorgstandaard van de Nederlandse Diabetes Federatie. Echter, in de dagelijkse praktijk blijkt het niet eenvoudig om diabetespatiënten structureel te bewegen tot een gezondere en actievere leefstijl. Uit divers wetenschappelijk onderzoek blijkt inmiddels dat wanneer het bewegingsgerelateerde energieverbruik met minimaal 1200 kcal/week wordt verhoogd, er meetbare verbeteringen in bloeddruk- en bloedglucoseregulatie mogelijk zijn, met name bij suboptimaal ingestelde patiënten. De vraag is echter hoe bereik je dit? Hoe vaak, lang en intensief moet een patiënt hiervoor bewegen? Welke bewegingsvormen zijn effectief en hoeveel begeleiding dient een patiënt hiervoor te krijgen om een duurzaam effect te bewerkstelligen? Een deel van deze vragen is te beantwoorden op basis van een aantal wetenschappelijke studies rond de korte- en middellangetermijn effecten. Langetermijn studies of studies bij specifieke subgroepen, zoals patiënten met comorbiditeit, ontbreken echter nog. Desalniettemin zal getracht worden om aan de hand van een aantal relevante studies enkele praktische handvatten aan te reiken voor de dagelijkse klinische praktijk. Uit Canadees onderzoek bij onge-
24 | JUNI 2010 | DiabeteSpecialist 35
compliceerde diabetespatiënten blijkt dat na zes maanden de combinatie van kracht- en duurtraining wat betreft de verbetering in het HbA1c ongeveer tweemaal zo effectief is als een trainingsprogramma bestaande uit hetzij alleen kracht-, hetzij alleen duurtraining.1 Na zes maanden ziet men gemiddeld een verbetering van -0,9% in het HbA1c, indien de trainingsmodaliteiten worden gecombineerd. Ofschoon het onderliggend mechanisme nog niet geheel duidelijk is, lijken deze trainingsvormen een synergistische werking te hebben op de bloedglucoseregulatie.
Maastrichts onderzoek Recent Maastrichts onderzoek laat zien dat hoog intensieve duurtraining (wekelijks 3 x 40 min. op 75% van maximale inspanningsvermogen) even effectief is als matig intensieve duurtraining (wekelijks 3 x 55 min. op 50% van maximale inspanningsvermogen), zowel qua verbetering in fitheid als qua bloedglucoseregulatie.2 Interessante bevinding in deze studie is dat na zes maanden de groep diabetespatiënten in het intensievere duurtrainingsprogramma significant meer buikvet (-1 kg) verliest dan die in het matig intensieve trainingsprogramma, terwijl bij beide trainingsprogramma’s het energieverbruik aan elkaar gelijk was. Deze bevinding zou wellicht kunnen worden verklaard, doordat bij inten-
sievere duurtraining er meer adrenerge stoffen vrijkomen die de vetverbranding ook na de training nog een tijdje stimuleren. Dit moet echter in vervolgonderzoek nader worden uitgezocht. Deze studieresultaten roepen de vraag vaak op of alle diabetespatiënten dan maar massaal zouden moeten gaan deelnemen aan een fitnessprogramma. Uit eigen onderzoek (ELDIAS-studie, de Etten-Leur Diabetes Sport studie) blijkt dat na 1 jaar een sportief wandelprogramma (bestaande uit wekelijks 3 x 60 minuten gesuperviseerd sportieve wandeltraining) gemiddeld even effectief is als een gesuperviseerd medisch fitnessprogramma (bestaande uit wekelijks 3 x 60 minuten kracht- en intervalduurtraining.3 Dat lijkt goed nieuws, immers sportief wandelen is een stuk goedkoper dan medische fitness. Na een jaar echter bleek de uitval in beide groepen 60% te zijn. Opmerkelijk was ook dat de helft van de uitval gerelateerd bleek te zijn aan overbelastingsklachten van het bewegingsapparaat. Tevens liet een post-hoc analyse zien dat de subgroep van patiënten die langer dan 9 maanden in het medisch fitness programma participeerden, significant meer verbeterde in het HbA1c ten opzichte van de sportieve wandelgroep, die meer dan 9 maanden trouw deelnam. Praktisch vertaald zou men kunnen zeggen dat wanneer een diabetespatiënt goed gemotiveerd is om een medisch fitnessprogramma te gaan volgen, een dergelijk geïndividualiseerd beweeg programma de voorkeur geniet. Daarentegen, wanneer het van tevoren onduidelijk is of een patiënt een bewegingsprogramma op de langere termijn wel zal volhouden, is het mede in verband met de kosten effectiviteit een gesuperviseerd sportief wandelprogramma wellicht een betere keus. Maar ook het fitheidsniveau en al dan niet aanwezige comorbiditeit dienen mee te worden genomen in de keuze van dit professioneel begeleid bewegen als leefstijlinterventie (het zogenoemde beweegrecept). Indien men twijfelt, zou een patiënt hiervoor kunnen worden doorverwezen naar een sportmedisch adviescentrum (voor adressen: www.sportzorg.nl), waar men aan de hand van een uitgebreid sportmedisch onderzoek een advies op maat kan geven. Een van de nadelen van een individueel begeleid trainingsprogramma zijn de vrij hoge begeleidingskosten. Derhalve is men op zoek naar goedkopere begeleidingsvormen, zoals Live Video Coaching, of interactieve e-coachingsprogramma’s met behulp van geavanceerde versnellingsmeters. Wetenschappelijk onderzoek hiernaar vindt onder andere plaats in het Erasmus MC (www.erasmusmc.nl/sportgeneeskunde). De resultaten hopen wij in het voorjaar van 2011 te kunnen publiceren.
Slotervaart ziekenhuis Zeer recent is ook een fraai opgezette gerandomiseerde studie uit het Slotervaart ziekenhuis in Amsterdam gepubliceerd.4 In deze studie werd gekeken naar het effect van een tweewekelijks gestructureerd beweegadvies op het zelf-
www.diabetespecialist.nl | SNELCODE | 3510
gerapporteerde activiteitenpatroon bij tweedelijns behandelde patiënten met diabetes type 2. De interventiegroep kreeg hierbij extra begeleiding van een fysiotherapeut en de controlegroep kreeg het standaardadvies meer te gaan bewegen, doch geen additionele begeleiding van een fysiotherapeut. Na twee jaar bleek, om nog onverklaarde redenen, in beide groepen het zelfgerapporteerde activiteitenniveau in dezelfde mate toegenomen te zijn, doch zonder duidelijk klinisch meetbaar effect. Het langdurig tweewekelijks coachen van een diabetespatiënt blijkt dus geen toegevoegde waarde te hebben in de behandeling van tweedelijns dia-
Welke bewegingsvormen zijn effectief en hoeveel begeleiding dient een patiënt hiervoor te krijgen om een duurzaam effect te bewerkstelligen? betespatiënten. De auteurs concluderen dan ook dat hun studieresultaten laten zien dat intensievere begeleiding en beter gestructureerde beweeginterventies noodzakelijk zijn om een duurzame verbetering in de diabetesbehandeling te realiseren. Dergelijke onderzoeksbevindingen lijken op het eerste oog teleurstellend, maar hebben wel degelijk waarde voor bijvoorbeeld de praktische invulling van de be weegkuur, c.q. het beweegrecept, zoals deze op het ogenblik door het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen samen met haar partners in Nederland in de eerstelijn wordt uitgerold. Begeleiding op maat vormt hierbij het sleutelbegrip, waarbij (afhankelijk van het cardiovasculair risicoprofiel, fitheidsniveau, lichaams samenstelling, interesse en motivatie van een patiënt) een zorgverlener vanaf 2011 de keuze krijgt om drie verschillende beweegrecepten, c.q. begeleidingstrajec ten, voor te schrijven. Voor de beweegkuur geldt dat er voortdurend een spanningsveld blijft bestaan tussen enerzijds optimale zorg en anderzijds de kosteneffecti viteit van een beweegkuur. Toekomstig onderzoek moet uitwijzen welke gulden middenweg hiertoe zal dienen worden te bewandeld. < Referenties 1-4 W | meer weten? Kijk op
www.erasmusmc.nl/sportgeneeskunde www.sportzorg.nl
@ | WILT U REAGEREN, E-MAIL NAAR
[email protected]
DiabeteSpecialist 35 | JUNI 2010 | 25
DS THEMA | DIABETES EN LEEFSTIJL
De strijd tegen de kilo’s: dilemma van de korte en de lange termijn Mensen met overgewicht willen liever vandaag dan morgen hun kilo’s kwijtraken. Behandelaars daarentegen wijzen vooral op het belang van een blijvend gezond gewicht gedurende een reeks van jaren. Zolang zij op deze verschillende golflengten zitten, bestaat het gevaar dat het afvallen geen succes wordt. Dat vindt Eglantine Barents, diëtist en beleidsadviseur bij de Diabetesvereniging Nederland in Leusden. INTERVIEW | GUUS HERBSCHLEB
Waarom bestaat er zoveel verschil van mening over de beste aanpak voor gewichtsverlies? “De meningen lopen uiteen, omdat nog steeds veel afvalpogingen mislukken. De meest simpele insteek is: gewoon minder eten en meer bewegen. Dat lijkt dé manier om kilo’s kwijt te raken. Maar wat simpel lijkt, is nog niet eenvoudig te bereiken. Veel factoren hebben immers grote invloed op wat, wanneer en hoeveel wij eten. Een aantal daarvan hebben we zelf in de hand, maar een groot aantal niet. Mogelijk zijn er ook factoren die je alleen kunt beïnvloeden als je in fortuinlijke omstandigheden verkeert. Enkele voorbeelden: bekend is dat genetische aanleg zeker zo’n 40% van je neiging om zwaar te worden verklaart. Daar verander je niets aan. Ook iemand die als baby te vroeg ter wereld is gekomen en flink is bijgevoed om maar snel sterker te worden in de eerste levensweken, kampt later met een veel grotere kans op overgewicht. Sinds dit bekend is, passen neonatologen daar wel voor op, maar de effecten van verkeerde inzichten uit het verleden kunnen niet meer worden teruggedraaid. Iemand die in een omgeving woont met weinig mogelijkheden voor sport, wandelen en fietsen, kan alleen als zijn portemonnee het toelaat verhuizen naar een gezondere omgeving. Verder spelen ook de sociale kanten van eten een grote rol. Elke speciale gelegenheid wordt aangekleed met een hapje en een drankje of een uitgebreid diner. Het staat bijna synoniem voor gastvrijheid. Afslaan vraagt veel autonomie en wilskracht. Ook bekend is de rol van emoties bij overeten. Gedragstherapie en psychotherapie lijken daar weer succesvol te kunnen zijn. Veel zelfhulpboeken voor de behandeling van overgewicht gaan uit van één of enkele causale factoren. Elke aanpak zal tijdelijk effectief zijn, met als gevolg enthousiaste aanhangers. Zo kan het gebeuren dat mensen kiezen voor verschillende opties, zoals
26 | JUNI 2010 | DiabeteSpecialist 35
Figuur 1 Model van Lalonde* (Lalonde’s Health Field Concept)
Human Biology
Environment
Health
Health Care Organization
Lifestyle
* Lalonde was een Canadese minister van volksgezondheid
calorieën tellen, ‘Atkins’, ‘Sonja’, een koolhydraatarm dieet met extra eiwit, therapeutische gesprekgroepen en/of een maandje kuren in een luxe resort... De vraag is echter wat het resultaat is op lange termijn.” Wat is er mis met afvallen op een manier waarin iemand zelf gelooft? “Als het dieet niet schadelijk is voor de gezondheid, is het uiteraard prima een zelfgekozen regime te gaan volgen met medewerking van de eigen behandelaars. Maar het gaat uiteindelijk om het effect op de lange termijn. Daarvoor moet méér gebeuren dan snel het gewicht te verlagen, hoewel dat natuurlijk wel een heel belangrijk begin is. Elke kilo die eraf gaat, geeft zelfvertrouwen en dat heb je nodig om te kunnen volhouden. Helaas gaat het vergelijken van de verschillende afval strategieën in de populaire media niet verder dan het aantal kilo’s dat je in korte tijd kan verliezen. Of je daarbij
Eglantine Barents: “Het bereiken van het einddoel – blijvend lager en gezond gewicht – is altijd weer een hele krachttoer!”
vooral water, of erger veel spierweefsel hebt verloren, wordt in het oordeel niet meegewogen. Deskundigen buigen zich echter over meer dan alleen die kilo’s: is de strategie voldoende lang vol te houden, komt het gewichtsverlies vooral voor rekening van vetverlies, hoe lang kan het dieet veilig worden gevolgd? Over dit soort zaken gaan de discussies bij (diabetes)behandelaars. Voor de meeste mensen met overgewicht is het vooral de vraag: met welke aanpak krijg ik zo snel mogelijk dat wijzertje van mijn weegschaal naar beneden? Zo kunnen behandelaars en mensen met over gewicht op een verschillende golflengte zitten!” Afvallen is een eerste stap. Maar wat moet er gebeuren om het einddoel (blijvend lager en gezond gewicht) te bereiken? “Wat betreft het afvallen zelf zijn er dus vele wegen die langs Rome leiden. Maar je wilt uiteindelijk op de plek van bestemming aankomen: het handhaven van een gewicht met minder gezondheidsrisico’s. Daarbij komt de enorme complexiteit van het probleem om de hoek kijken. Het model van Lalonde is een mooi model om wat inzicht in de multicausaliteit van gezondheidsproblemen te krijgen (zie figuur 1). Het aanpakken van één aspect zal het gezondheidsprobleem niet oplossen. Bijvoorbeeld: wanneer de gezondheidszorg een kortdurende therapie biedt en vergoedt, waardoor overgewicht is afgenomen, maar de persoon heeft in aanleg de neiging om snel zwaar te worden, heeft moeite met het zogenaamde gezond kanaliseren van zijn emoties en woont in een buurt met veel aanbod van snelle calorierijke happen, dan is de kans gering dat het gewicht eraf blijft. Hoe goed wetenschappelijk onderbouwd de samenstelling van het toegepaste dieet ook was, het werkelijke doel – een blijvend lager gewicht – vraagt meer: langdurige, zo niet levenslange, behandeling! Vergeleken met het handhaven van het lagere gewicht, is het afvallen zelf eigenlijk een fluitje van een cent.” Wat kan een diabeteshulpverlener doen om de patiënt te ondersteunen in de strijd tegen de kilo’s? “Het allerbelangrijkste is: ga dóór met begeleiden, houd contact, bespreek resultaten, successen en tegenvallers.
www.diabetespecialist.nl | SNELCODE | 3511
Dat kan per mail of telefoon, maar gewoon face tot face lijkt het meest effectief. Internetprogramma’s zijn alleen zinvol, als de eigen hulpverlener er een reactie op geeft. Stimuleer de patiënt om dagelijks op de weegschaal te gaan staan. Vaak wordt gezegd dat eenmaal per week voldoende is en dat dagelijks wegen obsessief zou zijn, maar uit onderzoek blijkt dat de dagelijkse wegers op langere termijn de kilo’s er het best afhouden.
Strategieën die een hulpverlener kan aanraden Blijf lichamelijk actief. Blijf minder calorieën
innemen dan vroeger. Registreer regelmatig de voedselinname, lichaamsbeweging en gewicht. Houd er een evenwichtig eetpatroon op na; ontbijt elke morgen. Grijp snel in als de wijzer van de weegschaal weer omhoog gaat. Beperk de tijd voor de televisie. Vermijd emotie-eten. Vraag tijdig hulp: laat stress en ongezond gedrag niet op hun beloop.
Adviseer om maatregelen te nemen, zodra iemand ook maar één kilo aankomt. Zodra er 2,6 kilo of meer zijn bijgekomen, is de kans dat die er vijf jaar later weer af zijn slechts 27%. Wijs mensen op het gunstige effect van het lagere gewicht. Lijners met te hooggespannen verwachtingen zijn zelden tevreden met 5 tot 10% gewichtsverlies. Ze vinden het dan nauwelijks de moeite waard zich in te spannen voor behoud van dit teleurstellende resultaat. Betrek een partner, vriend of familielid in de strijd tegen de kilo’s. Voor mensen met diabetes liggen de kaarten het meest ongunstig. Vergeleken met mensen die geen diabetes hebben, krijgen zij de kilo’s twee maal zo snel terug.”
“Met goede langdurige follow-up kunnen de resultaten op lange termijn verbeteren. Toch zullen er patiënten blijven die de zware weg moeten gaan van het accep teren van hun overgewicht. Want overgewicht is een hardnekkig probleem”, aldus Eglantine Barents. <
@ | WILT U REAGEREN, E-MAIL NAAR
[email protected]
DiabeteSpecialist 35 | JUNI 2010 | 27
NIEUWS | NOVO NORDISK
Niek Sniekers Kwaliteitsprijs Diabeteszorg 2009 voor MIND De Niek Sniekers Kwaliteitsprijs Diabeteszorg 2009 is op 20 mei 2010 toegekend aan MIND, een programma van het VUmc te Amsterdam voor structurele psychologische zorg aan mensen met diabetes. De eervolle prijs werd tijdens het Nationaal Insuline Congres in Utrecht uitgereikt door juryvoorzitter dr. Nel Geelhoed-Duijvestijn aan prof.dr. Frank Snoek en Caroline Lubach.
Werkoverleg met Frank Snoek en Caroline Lubach.
TEKST | GUUS HERBSCHLEB
D
e Niek Sniekers Kwaliteitsprijs Diabeteszorg is een cheque van twaalfduizend euro voor de winnaar en een cheque van vijftienhonderd euro voor de twee andere genomineerden. Het geld dient te worden besteed aan verbetering van de kwaliteit van de diabeteszorg. De twee andere genomineerden waren Diabeter, het eerste kinderdiabetescentrum in Rotterdam, Deventer en Veldhoven, en Kidz&ko, een samenwerkingsverband van zeven Brabantse ziekenhuizen voor diabeteszorg aan kinderen. De uitslag is bepaald op basis van een schriftelijke stemming door de jury, die bestond uit drie internisten, drie huisartsen, drie diabetesverpleegkundigen, drie praktijk ondersteuners en drie mensen met diabetes.
Winnaar: MIND-programma Het MIND-programma (Monitoring Individual Needs in persons with Diabetes) van het VU medisch centrum heeft als doel de kwaliteit van leven van mensen met diabetes te bewaken en te bevorderen door deze periodiek in kaart te brengen. Dit helpt Het invullen van de MIND-vragenlijst ook eventuele psychologische duurt ongeveer tien minuten. problemen te signaleren. Tijdens de jaarcontrole wordt de patiënt gevraagd aan de computer een vragenlijst in te vullen, hetgeen ongeveer tien minuten duurt. Na afloop zijn de resultaten direct bekend, zodat die kunnen worden besproken met de diabetesverpleegkundige als onderdeel van
28 | JUNI 2010 | DiabeteSpecialist 35
de poliklinische zorg. Zonodig wordt een extra afspraak gemaakt, of volgt verwijzing naar een psycholoog. Caroline Lubach, verpleegkundig consulent diabetes, zegt over MIND: “Door de vragenlijsten worden mensen gestimuleerd om eerlijk te zijn. Zo kunnen er problemen of omstandigheden duidelijk worden, die wij anders moeilijker zouden kunnen achterhalen. Een goed HbA1c is medisch gezien natuurlijk prachtig, maar het hoeft niet te betekenen dat deze persoon ook gelukkig is. Misschien moet hij zóveel moeite doen en zich zóveel ontzeggen om dat mooie HbA1c te bereiken, dat hij toch heel laag scoort bij de test van het welbevinden. Dankzij het MIND-progamma kunnen wij als behandelaars beter aansluiting vinden bij de leefwereld van de patiënt.” Frank Snoek benadrukt dat het in MIND belangrijk is twee aspecten te meten: het welbevinden in het algemeen én de meer diabetesgerelateerde zorgen. Deze twee gevoelens kunnen onafhankelijk van elkaar positief, neutraal of negatief zijn: “Van beide is bekend dat er een samenhang bestaat met het HbA1c. Het aanbieden van hulp om diabetes distress en depressieve klachten te verminderen draagt dus niet alleen bij aan het welbevinden, maar ook direct aan het verbeteren van de diabetesregulatie.”
Innovatief De tweejaarlijkse prijs is op initiatief van prof.dr. B.H.R. Wolffenbuttel (Groningen) in het leven geroepen en werd voor het eerst uitgereikt over het jaar 2001, toen onder de
naam Kwaliteitsprijs Diabeteszorg. Besloten is vanaf 2009 de prijs op te dragen aan de voormalig general manager van Novo Nordisk, Niek Sniekers, die in maart 2008 is overleden. Alle innovatieve en/of kwaliteitsverbeterende activiteiten konden meedingen naar de Niek Sniekers Kwaliteitsprijs Diabeteszorg 2009, bijvoorbeeld initiatieven op het gebied van de zorgstructuur, de evaluatie van geleverde zorg, educatie, preventie van diabetes, toepassing van (niet)medicamenteuze therapie, medische hulpmiddelen en communicatie.
informatie op de eerste twee hieronder genoemde websites. Novo Nordisk ondersteunt al geruime tijd veel landelijke, regionale en lokale initiatieven ter verbetering van de diabeteszorg. Om het delen van kennis en werkwijzen te stimuleren is de Niek Sniekers Kwaliteitsprijs Diabeteszorg ingesteld. < W | meer weten? Kijk op
www.changingdiabetes.nl www.diabetespecialist.nl www.diabetescentrum.nl
Uit de ontvangen inzendingen over het jaar 2009 koos de jury in februari 2010 drie genomineerden. Deze werden in DiabeteSpecialist 34 beschreven, met meer uitgebreide
@ | WILT U REAGEREN, E-MAIL NAAR
Genomineerde: Diabeter
Genomineerde: Kidz&ko
De Stichting Diabeter heeft op 1 mei 2010 een derde vestiging geopend, Diabeter-Zuid, dat is gehuisvest op het terrein van het Máxima Medisch Centrum in Veldhoven. In oktober 2006 Kinderartsen van Diabeter in overleg met begon Diabeter met een v.l.n.r: Henk Veeze, Henk-Jan Aanstoot en eerste diabetesbehandelPer Winterdijk. centrum in Rotterdam, in 2008 volgde Deventer. Het MMC heeft inmiddels alle activiteiten voor kinderen met diabetes overgedragen aan Diabeter. Kinderen uit het zuiden van Nederland die tot nu toe naar Diabeter in Rotterdam gingen, kunnen dus ook terecht in Veldhoven.
Het samenwerkingsverband Kidz&ko (KinderDiabetesZorg & KwaliteitsOverleg) is een project van de kinderdiabetesteams van de ziekenhuizen in Tilburg, Den Bosch, Eind hoven, Helmond, Oss/Veghel en Geldrop. Samen hebben zij ruim vijfhonderd kinderen en tieners onder behandeling. De filosofie is: samenwerking in een groot gebied en toch persoonlijke zorg en aandacht voor iedereen dichtbij huis. Resultaat is een daling van het gemiddelde HbA1c, een betere kwaliteit van leven en... veel enthousiasme bij kinderen, ouders en behandelaars.
[email protected]
Diabeter streeft naar intensieve zorg in een huiselijke sfeer. Zo’n negenhonderd kinderen en hun ouders uit heel Nederland hebben de weg al gevonden naar Diabeter. In drie jaar tijd is het gemiddelde HbA1c gedaald van 8,5% (69 mmol/mol) naar 7,9% (63 mmol/mol). Kinderarts Henk Veeze zegt met trots dat zijn centrum inmiddels is uitgegroeid tot één van de grootste in Europa, terwijl toch de persoonlijke benadering voorop blijft staan. Wie ‘s nachts belt met een acute vraag, krijgt direct één van de kinder artsen aan de lijn.
Roel Odink, kinderarts-endocrinoloog en voorzitter van Kidz&ko, zegt: “De afstand tussen het kind met diabetes en zijn behandelteam is bij ons klein. De leden van de zeven kinderdiabetesteams kennen alle kinderen en hun Bestuur van Kidz&ko met v.l.n.r: Roel Odink, voorzitter en kinderarts-endocrinoloog Catharina ouders en andersom is dat ook zo. Ziekenhuis Eindhoven; Edgar van Mil, kinderartsVeel tieners kunnen bijvoorbeeld endocrinoloog Jeroen Bosch Ziekenhuis; Joan zonder hun ouders de kinderdiaSchermer, secretaris en kinderarts St. Elisabeth Ziekenhuis Tilburg; Wilfred Hurkx, kinderarts betesverpleegkundige bezoeken. Elkerliek ziekenhuis Helmond. Dat blijkt een stimulans voor hen om zelfstandiger met hun diabetes om te gaan. De samenwerking geeft ons de mogelijkheid de kwaliteit van zorg verder te optimaliseren voor alle kinderen met diabetes binnen de hele regio.”
Kinderdiabetesverpleegkundige Ingrid Bliek zegt: “Bij ons is de coachende rol belangrijk en niet zo zeer het vingertje om te instrueren! Op een relatief kleine oppervlakte zijn hier alle diabetesprofessionals bij elkaar te vinden, zodat het onderling contact gemakkelijk verloopt. Omdat wij bijna negenhonderd kinderen en jongeren in behandeling hebben, kunnen wij een ervaring opdoen, die in een ziekenhuis met slechts enkele kinderen nauwelijks haalbaar is. Het persoonlijk contact staat bij ons voorop.” <
Er wordt ook gezocht naar nieuwe eigentijdse educatie vormen om de kinderen enthousiast te maken. Zo waren er vorig jaar zes themapoli’s in supermarkt AH-XL. “Koppels van een jong kind en een tiener krijgen taakopdrachten om in de winkel uit te voeren”, vertelt diabetesverpleegkundige Bob Smit. “Zij moeten dan gezonde of juist ongezonde producten uitzoeken, etiketten lezen en voedingsvragen beantwoorden. Een dergelijke vorm van groepseducatie is voor ons makkelijker te organiseren.” <
W | meer weten? Kijk op
W | meer weten? Kijk op
www.diabeter.nl
www.kidzenko.nl
www.diabetespecialist.nl | SNELCODE | 3512
DiabeteSpecialist 35 | JUNI 2010 | 29
NIEUWS | NOVO NORDISK
NovoPen® 4 wint Pharmapack Compliance Award NovoPen® 4, de insulinepen van Novo Nordisk, heeft onlangs de Pharmapack Compliance Award gewonnen. De prijs werd toegekend tijdens Pharmapack 2010, de jaarlijkse conferentie voor innovatie in verpakking van farmaceutische producten, waar toonaangevende farmaceutische bedrijven, ontwerpers en verpakkingsindustrie samenkomen. Novo Nordisk werd geëerd voor de gebruiksvriendelijkheid, duurzaamheid en de voortdurende innovatie van NovoPen® 4.
NovoPen® werd in 1985 door Novo Nordisk geïntroduceerd. Het was toen de eerste insulinepen en het innovatieve ontwerp betekende een enorme sprong vooruit voor mensen met diabetes. Toediening van insuline werd makkelijker, efficiënter en sneller. Novo Nordisk, dat een brede reputatie geniet als innovatief farmaceutisch bedrijf, zette met de introductie van NovoPen® in 1985 een belangrijke stap voor betere diabeteszorg. Sindsdien zijn er regelmatig verbeteringen aangebracht in het ontwerp, die elke keer het gebruiksgemak en de effectiviteit verder verhoogde. De huidige NovoPen® 4 is de vierde generatie van de navulbare insulinepen. Tijdens Pharmapack 2010, dat op 1 en 2 februari in Parijs werd gehouden, stonden duurzaamheid, veiligheid en gebruiksgemak centraal. <
30 | JUNI 2010 | DiabeteSpecialist 35
Vijfentwintig jaar tijdschrift Bloedsuiker Bloedsuiker, het tijdschrift voor mensen met diabetes, bestaat een kwart eeuw. Het blad is opgezet (toen onder de naam Bloedsuiker<10) met als doel kennis en ervaring van mensen met diabetes te delen. Gedurende de afgelopen vijfentwintig jaar besteedde het blad aandacht aan de vele ontwikkelingen op het gebied van diabetesbehandeling. Zo waren er vernieuwingen in pensystemen, kwamen er moderne insulines en ontstond het beroep van diabetesverpleegkundige. Bloedsuiker was in 1985 een initiatief van Niek Sniekers, directeur van het toenmalige Nordisk Nederland (de fusie met Novo Industri zou later volgen). Hij wilde mensen met diabetes een blad bieden, waarin zij relevante informatie over hun
Erik Willemen: diabetes en erfelijkheid Volgens Erik Willemen is er bij veel mensen onduidelijkheid over diabetes. Daarom is Erik, die zelf diabetes type 1 heeft, actief als ‘young voice’. Young Voices, een initiatief van Novo Nordisk, is een panel bestaande uit jongeren met diabetes dat wil laten zien wat het betekent om met diabetes te leven. Erik Willemen was zeven jaar oud toen hij diabetes type 1 kreeg. Hij kan zich niet herinneren hoe een leven zonder diabetes is. Al weet hij nog wel dat hij huilde van de schrik, toen hij voor het eerst naar het ziekenhuis moest. Nu is diabetes gewoon een deel
aandoening zouden kunnen vinden. Volgens bladcoördinator Irene Seignette is het succes van Bloedsuiker mede te danken aan de combinatie van betrouwbare en positieve informatie: “Als redactie hechten wij belang aan goed onderbouwde, betrouwbare artikelen. Dit combineren wij met ervaringsverhalen van mensen met diabetes en praktische tips voor het dagelijkse leven. De insteek is overwegend positief, zonder de ernst van diabetes te bagatelliseren.” In dit jubileumjaar gaat Bloedsuiker meer gebruik maken van internet. Het papieren blad blijft gewoon bestaan, maar op de website kan men terecht voor extra verdieping en achtergrondinformatie. Het blad verschijnt vier keer per jaar in een oplage van 120.000 exemplaren. Via de website kunnen belangstellenden zich ook aanmelden voor de digitale nieuwsbrief, die twaalf keer per jaar verschijnt. Bloedsuiker wordt mogelijk gemaakt door Novo Nordisk B.V. en LifeScan. < W | meer weten? Kijk op
www.bloedsuiker.nl
van zijn leven. Het feit dat Erik niet de enige in het gezin is met diabetes, maakt het misschien makkelijker voor Erik. Dat zowel hij als zijn twee broertjes diabetes type 1 hebben en zijn vader type 2 heeft, riep bij Young Voice Erik de vraag op of diabetes erfelijk is. Erik is op zoek gegaan naar het antwoord op deze vraag en hij heeft dit vastgelegd in een videodagboek. Hij interviewt hiervoor onder andere immunoloog Bart Roep en ook zijn ouders en broertjes komen aan het woord. Bekijk het videodagboek op de website van Changing Diabetes. < W | meer weten? Kijk op
www.changingdiabetes.nl/erik
Atlas Diabetes Challenge 2010 Het aftellen is begonnen
Het eerste trainingsweekend voor de Atlas Diabetes Challenge 2010 werd dit voorjaar gehouden in landhuis Hunderen in Twello.
De voorbereiding voor de Atlas Diabetes Challenge 2010 is in volle gang, het aftellen is begonnen! Veertien energieke en enthousiaste mensen met diabetes mellitus type 2 zullen in september de Jbel Toubkal beklimmen, met 4167 meter de hoogste berg van het Noord-Afrikaanse Atlasgebergte. De Atlas Diabetes Challenge (12-26 september 2010) is een persoonlijke, sportieve uitdaging met een wetenschappelijke invalshoek, georganiseerd door de Bas van de Goor Foundation. Men wil hiermee aantonen dat mensen met diabetes tot bijzondere prestaties in staat zijn, om daarmee ook anderen tot sport en beweging te stimuleren. Twee jaar geleden bedwong een groep jongeren met diabetes type 1 al de Kilimanjaro, de hoogste berg van Afrika in Tanzania. De veertien deelnemers van de Atlas Diabetes Challenge zijn nu volop in training en ook het daarbij horende wetenschappelijk onderzoek is gestart. De deelnemers worden voor, tijdens en na de beklimming onderzocht op het effect dat (intensieve) beweging op grote hoogte heeft op het leven en welzijn van mensen met diabetes type 2. Het team onderzoekers dat ook meegaat naar Marokko, doet onder meer onderzoek naar zuurstofopname, hartcapaciteit, insulinegevoeligheid en andere bevindingen van de deelnemers gedurende de expeditie.
Changing Diabetes ambassadeurs Alle deelnemers met diabetes type 2 weten uit eigen ervaring hoe belangrijk sport en bewegen is. Novo
www.diabetespecialist.nl | SNELCODE | 3513
Nordisk steunt de Atlas Diabetes Challenge en volgt in het bijzonder twee deelnemers: Hanneke Reijn (1967) en Dennis Rosenbach (1974), die optreden als Changing Diabetes ambassadeur voor Novo Nordisk. Hanneke Reijn heeft sinds november 2007 diabetes type 2. De diagnose maakte dat Hanneke haar leven tijdelijk drastisch veranderde: zij stopte van de ene op de andere dag met alles wat lekker was. Hanneke ziet haar persoonlijke ontwikkeling tijdens het voorbereidingstraject van de Atlas Diabetes Challenge als hoofddoel: het streven is ook om tijdens dit traject zeker tien kilo af te vallen: “Ik zie de Atlas Diabetes Challenge als een stimulans om weer heel gezond te gaan leven,” aldus de moeder van twee jongens. Dennis Rosenbach hield er als twintiger een ongezonde leefstijl op na, maar hij gooide zijn leven drastisch om: hij stopte met roken, veranderde zijn eetpatroon en ging regelmatig sporten.
Dennis ziet de Atlas Diabetes Challenge als een persoonlijke uitdaging, maar hij wil ook anderen met diabetes type 2 inspireren: “Ik ben wel het bewijs van wat een verschil een gezonde levensstijl kan maken. Wat ik kan, kan een ander ook. Door gezond te eten en meer te sporten, kun je voorkomen dat je diabetes type 2 krijgt.”
Dagboeken deelnemers Over de voorbereiding van de deelnemers en de ontwikkelingen in de aanloop naar de beklimming is meer te lezen op www.changing diabetes.nl. Dennis Rosenbach en Hanneke Reijn houden hier een dagboek bij over hun ervaringen. De resultaten van de onderzoeken die voor, tijdens en na de Challenge worden gehouden, verschijnen ook op deze website. < W | meer weten? Kijk op
www.changingdiabetes.nl/atlas
DiabeteSpecialist 35 | JUNI 2010 | 31
NIEUWS | NOVO NORDISK
Lotte Bjerre Knudsen: ‘moeder van liraglutide’ “We hebben een belangrijke stap gezet in de behandeling van diabetes type 2” Novo Nordisk zet zich al sinds 1923 in voor de strijd tegen diabetes. Met de komst van de GLP-1 analoog liraglutide, een nieuwe behandelmethode voor diabetes type 2, zet Novo Nordisk opnieuw een belangrijke stap in haar strijd om diabetes te verslaan. Deze stap markeert het voorlopig eindpunt van het onderzoekstraject dat 25 jaar geleden startte. Toen werd namelijk ontdekt dat het darmhormoon GLP-1 een rol speelt bij de glucosestofwisseling. Lotte Bjerre Knudsen, senior principal scientist in de Diabetes Research Unit van Novo Nordisk in Denemarken had een sleutel positie bij dit onderzoek. Zij heeft de ruim 20 jaar van haar dienst verband bij Novo Nordisk gewijd aan het onderzoek naar het beschikbaar maken van dit darmhormoon in de vorm van een medicijn.
D
at Lotte Bjerre Knudsen bij Novo Nordisk in Kopenhagen terechtkwam, was min of meer bij toeval. “Ik zocht naar een werkgever waar ik als ingenieur onderzoek kon doen in toegepaste wetenschap. Mijn hart ligt bij concreet onderzoek dat toewerkt naar een product, liever dan dat ik alleen publicaties op mijn naam heb staan. Novo Nordisk stond en staat in Denemarken erg goed bekend als bedrijf en werkgever: vooruitstrevend, solide en met een open cultuur. Zo kwam ik daar dus als pas afgestudeerde binnen.” Kort na haar komst – in 1990 – trad ze toe tot het team dat verantwoordelijk was voor het onderzoek naar het darmhormoon GLP-1. In 1995 werd ze aangesteld als
32 | JUNI 2010 | DiabeteSpecialist 35
projectmanager voor dat team en werd ze de belangrijkste ontdekker van liraglutide. Op dit moment is ze werkzaam als senior principal scientist, met name actief in moleculaire farmacologie en in vivo farmacologie. Knudsen heeft een groot aantal publicaties en ontdekkingen op het gebied van GLP-1 op haar naam staan.
De daadwerkelijke ontdekking “Er is geen standaardmethode om van een natuurlijke stof een medicijn te maken. Het team is overigens niet 25 jaar met liraglutide bezig geweest. In 1991 zagen we de eerste mogelijkheden. Vijf jaar later, in 1996, zijn we pas echt gestart en in 1997 zijn we liraglutide toxicologisch en klinisch
“Ik ben blij dat ik als wetenschapper en als medewerker van Novo Nordisk een bijdrage kan leveren aan de verbetering van de kwaliteit van leven van mensen met diabetes type 2”
verder gaan ontwikkelen. In feite hebben we dus zes jaar besteed aan het onderzoek naar verschillende mogelijkheden om een medicijn van het hormoon te maken. De daadwerkelijke ontdekking van de stof heeft ons maar een jaar gekost. Dat zijn zeker geen ongebruikelijke periodes.
problemen met de productie en later liepen we tegen een toxicologische uitdaging aan die ons de nodige tijd kostte. Uiteraard hebben we het ook wel eens moeilijk gehad, maar we hebben nooit gedacht dat het allemaal tot niets zou leiden; biologisch gezien zag het er altijd goed uit.”
Een pandemie in de westerse wereld
Nieuw tijdperk in diabetesbehandeling
Diabetes type 2 is op dit moment wereldwijd een groot probleem, een pandemie. Het aantal mensen met diabetes type 2 neemt snel toe, met name in de westerse wereld. Maar toen Knudsen 20 jaar geleden toetrad tot het GLP1-onderzoeksteam, was diabetes type 2 nog nauwelijks onderwerp van gesprek. Diabetes betrof vooral type 1. “Bij de start van het team ging het om een relatief klein project. We waren enthousiast over de eerste ontdekkingen en geloofden wel dat er potentie in zat. Maar we konden de impact van ons onderzoek op dat moment nog niet overzien. Het was ook één van de eerste onderzoeken binnen Novo Nordisk naar een mogelijk medicijn dat niet uitging van het insulinemolecuul.”
Dat het onderzoek heeft geleid tot een nieuw tijdperk in diabetesbehandeling is fantastisch, zegt Knudsen. “Dat is meer dan waar je als wetenschapper op kunt of mag rekenen. Maar ik ben niet gaan studeren of bij Novo Nordisk gaan werken voor the fame and glory. Het had ook zo kunnen zijn dat het onderzoek geen bruikbaar product opleverde, maar dat betekent dan niet automatisch dat het onderzoek voor niets zou zijn geweest. Het succes ligt niet alleen maar aan het einde van het project, als het wereldkundig wordt gemaakt of in de schappen ligt. Het traject van liraglutide is een serie van opeenvolgende, succesvolle, kleine projecten van het totale team. Je zet met elkaar steeds een stap verder en elke stap is belangrijk in het proces. We hebben er met het team lang aan gewerkt voordat we iets hadden dat daadwerkelijk bruikbaar was. Grote veranderingen starten met een klein idee. Je moet wel geloven
Het onderzoek kende tegenslagen, maar die zijn er eigenlijk altijd, volgens Knudsen. “We hadden in het begin wat
DiabeteSpecialist 35 | JUNI 2010 | 33
NIEUWS | NOVO NORDISK
in het idee, maar je moet niet alleen maar uit zijn op wereldschokkende ontdekkingen. Dan ga je het niet redden in de wetenschap.” Gedurende de jaren van onderzoek werd duidelijk dat diabetes type 2 wereldwijd een steeds groter probleem werd als ziekte. Knudsen: “In de Verenigde Staten is type 2 ‘gone crazy’ en Europa gaat de VS langzaam achterna, al zijn er wel verschillen. Landen als Nederland en Denemarken doen het relatief goed. Dat zou te maken kunnen hebben met ons bewegingsgedrag: nergens wordt zoveel gefietst als in onze twee landen.” Beweging en voedingspatroon zijn belangrijke factoren bij het al dan niet krijgen van diabetes type 2. Dat mensen openstaan voor slechtere eetgewoontes, heeft volgens Knudsen ook een genetische component. “Mensen zijn van oorsprong krijgers: altijd op zoek zijn naar voedsel. Ze zitten genetisch zo in elkaar dat ze eten als er voedsel
“Landen als Nederland en Denemarken doen het relatief goed. Dat zou te maken kunnen hebben met ons bewegingsgedrag: nergens wordt zoveel gefietst als in onze twee landen.” beschikbaar is. In de geschiedenis van de mens is het eigenlijk nog maar een recente ontwikkeling dat er vrijwel altijd een overvloed aan voedsel is, in onze landen althans. En genetisch zijn we op die verandering van leefomgeving nog niet ingesteld. Het zit in ons om te eten als er voedsel voor handen is.” Anderzijds heeft het volgens Knudsen ook te maken met gewenning en (aangeleerd) gedrag. “Er is zoveel aandacht voor voedsel, slecht en goed, dat je wel sterk in je schoenen moet staan om al die verleidingen te weerstaan. Ik kom ook echt wel eens bij fastfoodketens. Maar het zou misschien ook niet gek zijn om eens een McSushi te starten.”
verzekeraars dat vergoeden. Preventie is de sleutel in de toekomst van diabetes.” Wat dat betreft voelt Knudsen zich bij Novo Nordisk volledig thuis. “Novo Nordisk investeert enorm in de voorlichting over diabetes en in preventieprogramma’s wereldwijd. Daarin is het bedrijf andere farmaceutische ondernemingen mijlenver voor. Novo Nordisk is toch al een bijzonder vooruitstrevend bedrijf. Als dat niet zo was had ik er niet al 20 jaar met zoveel plezier gewerkt en zoveel kunnen bereiken.”
‘Helemaal mijn bedrijf’ “Novo Nordisk is echt helemaal mijn bedrijf. Ik voorzie dat ik hier de rest van mijn werkzame leven zal blijven. Het heeft in mijn ogen precies de juiste omvang: groot genoeg om impact te hebben en dingen in gang te kunnen zetten, maar niet zo groot dat het inflexibel wordt en dat het intern meer om macht gaat dan om wat anders. Novo Nordisk kent een enorm open cultuur. Iedereen kan zijn mening uiten, zelfs als je het niet eens bent met onderzoeks- of bedrijfsbeslissingen. Men luistert naar je en als je je zaak hard kunt maken, gaat men met je mee. Het bedrijf en de directie bieden iedereen de ruimte en de gelegenheid om zich te ontplooien en om nieuwe wegen te ontdekken. Dat is ook een voorwaarde om als bedrijf tot grootse dingen te komen.” “Daarnaast is Novo Nordisk enorm vooruitstrevend in het stimuleren van duurzaamheid. The Triple Bottom Line is de basis van het bedrijf waarin de duurzaamheidsprincipes zijn verankerd voor het hele bedrijf. Novo Nordisk probeert daadwerkelijk een verschil te maken en daarin slaagt het ook. Wat betreft diabetesonderzoek, maar ook op MVO-gebied.”
‘Trots op Novo Nordisk’ “Er wordt nog wel eens gezegd dat diabetesmedicijnen kostbaar zijn. Dat is wel een interessante discussie, vind ik. Hoe beter diabetes te behandelen is, des te meer kosten je kunt voorkomen. Diabetes kent allerhande follow-up ziektes die de maatschappij nog veel meer kosten: denk aan hart- en vaatziekten. Terugdringen van diabetes heeft dan ook een bredere impact op de kosten voor de gezondheidszorg dan alleen op strikt diabetesgebied.”
Knudsen gelooft heilig in goede voorlichting en preventie om de type 2-pandemie tegen te gaan. “Hoe goed liraglutide ook is als behandeling, het voorkomen van diabetes is natuurlijk het allerbelangrijkst. Diabetes is geen onschuldige ziekte, het is zeer ingrijpend voor het leven van de patiënt. Gezonde voeding, meer bewegen; het is cruciaal dat al op scholen op het belang daarvan wordt gewezen. Laat dokters bijvoorbeeld beweging voorschrijven en
“Ik ben blij dat ik als wetenschapper en als medewerker van Novo Nordisk een bijdrage kan leveren aan de verbetering van de kwaliteit van leven van mensen met diabetes type 2 en dat we zo stappen zetten om de toekomst van diabetes te veranderen en de opmars van diabetes een halt toe te roepen. Ik ben trots op Novo Nordisk en trots op wat we gedaan hebben en nog steeds doen. Dit is natuurlijk niet het eindpunt; er zijn altijd verbeteringen mogelijk en daar werken we met z’n allen hard aan.” <
34 | JUNI 2010 | DiabeteSpecialist 35
www.diabetespecialist.nl | SNELCODE | 3514
Preventie is key
Kijk op www.changingdiabetes.nl voor meer informatie