theater- en filmwetenschap masteropleiding
2013 2013
uantwerpen.be
Inhoud Welkom 3 Waarom studeren aan de Universiteit Antwerpen
4
Over theater- en filmwetenschap
5
Toelatingsvoorwaarden 6 Loopbaanperspectieven 6 Studieprogramma 7 Opleidingsonderdelen 7 Nuttige info over je studietraject
12
Studiebegeleiding 13 Studeren in het buitenland
15
Infomomenten 15 Nuttige websites
16
Meer info
16
1|
|2
Welkom Je hebt de weg naar de Universiteit Antwerpen gevonden. Misschien is dit je eerste kennismaking met onze universiteit. Misschien heb je hier je bacheloropleiding voltooid. In elk geval word je masterstudent en wil je informatie over onze masteropleidingen. Hopelijk helpt dit boekje je een stap vooruit in je keuzeproces. Aan de Universiteit Antwerpen studeren zo’n 15 000 studenten in de meest uiteenlopende vakgebieden. In heel Antwerpen zijn er dat nog veel meer. Daarom werken we nauw samen met de Antwerpse hogescholen binnen de Associatie Universiteit & Hogescholen Antwerpen. Onze universiteit stelt alles in het werk om je studietijd zo aangenaam mogelijk te maken en de kwaliteit van de opleidingen op topniveau te houden. Daarom worden onze opleidingen geregeld bijgestuurd en aangepast aan de maatschappelijke evolutie. Als je naar een van onze informatiedagen komt, zal je merken dat het prettig studeren is aan de Universiteit Antwerpen. We nodigen je alvast uit op onze open campusdagen op zaterdagen 23 maart en 27 april en op de infomarkt op woensdag 4 september. Prof. dr. Alain Verschoren Rector Universiteit Antwerpen
3|
Waarom studeren aan de Universiteit Antwerpen? Prof en student staan dicht bij elkaar De Universiteit Antwerpen staat voor studentgerichtheid. Dit betekent bijvoorbeeld dat je zo veel mogelijk les volgt in kleine groepen. Dat maakt een vlotte interactie met je proffen mogelijk: je kan rechtstreeks bij hen terecht met vragen en problemen. De communicatie tussen docenten, assistenten en studenten wordt mee ondersteund door de digitale leeromgeving Blackboard. De Universiteit Antwerpen is bekend voor haar goede studentenbegeleiding en -ondersteuning. Je staat er dus nooit alleen voor. We spelen zo veel mogelijk in op jouw individuele noden. Bovendien nodigen we jou uit om actief deel te nemen aan het beleid: in verschillende adviesorganen en raden zijn onze studenten vertegenwoordigd. Academische opleidingen op topniveau De Universiteit Antwerpen biedt innoverende academische opleidingen, die oog hebben voor theorie én voor praktijk. De opleidingen zijn stevig verankerd in sterk wetenschappelijk onderzoek dat ook internationale faam geniet. De ‘ivoren’ academische toren werd al lang geleden gesloopt. Academici hechten veel belang aan een voortdurende uitwisseling met de steeds evoluerende samenleving. Tijdens je opleiding aan de Universiteit Antwerpen staat niet het memoriseren van feitenkennis centraal, maar bouw je kennis en vaardigheden op die je nodig hebt om beroepsrelevante opdrachten en problemen op te lossen. De bachelor-masterstructuur schept ruimte voor vernieuwing en verbetering. Daardoor kunnen we voortdurend inspelen op maatschappelijke uitdagingen. Door nieuwe opleidingen in te voeren en door keuzemogelijkheden binnen bestaande opleidingen te verruimen. Een moderne leeromgeving We omringen jou met de meest moderne infrastructuur: goed uitgeruste les- en computerlokalen, laboratoria, bibliotheken en studielandschappen. In alle publieke ruimten zijn er hotspots waar je draadloos kan surfen. Momenteel heeft de universiteit vier campussen. Eentje in hartje Antwerpen, drie in de zuidelijke stadsrand. Met de komst van een aantal nieuwe opleidingen, die vanaf volgend academiejaar integreren in de Universiteit Antwerpen, komen er nog locaties bij. Om het toenemend aantal studenten op te vangen en jou een aangename leeromgeving te bieden, investeren we op grote schaal in nieuwe gebouwen. Enkele staan er al. Voor andere liggen de plannen op tafel. |4
Meer dan een opleiding We willen jou niet alleen een opleiding, maar ook een brede vorming aanbieden: jou helpen opgroeien tot een professional met een kritische ingesteldheid, een tolerante en constructieve houding. De Universiteit Antwerpen kiest resoluut voor pluralisme en verwelkomt diversiteit bij personeel en studenten, en in haar studieprogramma’s. Antwerpen Studeren is niet alleen met je neus in de boeken zitten. Wie in Antwerpen komt studeren, kiest voor een studentenstad die meer is dan de universiteit en de hogescholen: het is een bruisende metropool met een uniek cultuurhistorisch aanbod, een wereldhaven, een overvloed aan cafés en restaurants, gezellige pleintjes, cultuur, architectuur, mode, sportinfrastructuur, ... Kort samengevat: een stad waarin Antwerpenaars, bezoekers en studenten zich thuisvoelen.
Over theater- en filmwetenschap De master in de theater en filmwetenschap wil in de eerste plaats ingaan op de artistieke expressievorm van theater en film: in verschillende opleidingsonderdelen staan de studenten stil bij de historische ontwikkeling en de actuele verschijningsvorm van deze media. Ze maken kennis met een kritisch-analytisch instrumentarium dat zich beroept op recente theorievorming en methodologie in beide wetenschapsgebieden. Ze verwerven de nodige achtergrondkennis om hun onderzoek over theater en film te situeren binnen het eigen vakgebied en op een gefundeerde manier over de relevantie en de originaliteit ervan te kunnen oordelen. Het programma voorziet vooral in opleidingsonderdelen die interdisciplinair van opzet zijn. In deze opleidingsonderdelen worden beeld, tekst en enscenering comparatistisch behandeld en verwerven de studenten inzicht in de relaties tussen theater en film, met af en toe uitstappen naar beeldende kunst, literatuur en nieuwe media. Naast deze theoretisch georiënteerde colleges maken de studenten met seminaries en een workshop kennis met de professionele praktijk. De opleiding focust daarbij telkens op een interdisciplinaire dynamiek die methodes en praktijk van de artistieke creatie confronteert met academische heuristiek en hermeneutiek. De interdisciplinaire opzet met een sterk disciplinaire verankering in theater en/of film, evenals een doelgericht evenwicht tussen theorievorming en praktijkervaring, zijn basiskenmerken van de master in de theater- en filmwetenschap. De verhouding tussen het discursieve en het picturale vormt de gemeenschappelijke noemer van de opleidingsonderdelen in het curriculum. De opleiding stelt zich in het bijzonder tot doel gediplomeerden af te leveren die over een helder en kritisch doorzicht beschikken in de manieren waarop woord en beeld elkaar in de huidige gemediatiseerde cultuur beïnvloeden en tot esthetische categorieën leiden. De aandacht gaat daarbij uit naar film en theater en het valt te verwachten dat gediplomeerden over het kritische zelfbewustzijn, de intellectuele bagage 5|
en de assertiviteit zullen beschikken om de dynamiek in deze domeinen actief aan te sturen en vorm te geven. Ze zullen dit doen op het niveau van de productie, de distributie en de receptie van film en theater. De mogelijkheid om een interdisciplinair profiel te ontwikkelen dient hen ook voor te bereiden op belangrijke functies op beleidsniveau. Daarnaast moet de opleiding gediplomeerden kunnen afleveren die een academische carrière ambiëren. Masters in de theater- en de filmwetenschap kunnen onder de leiding van een ervaren onderzoeker met een hoge mate van zelfstandigheid onderzoek uitvoeren op een theoretisch en methodologisch verantwoorde wijze.
Toelatingsvoorwaarden Rechtstreekse instroom: • Bachelor in de taal- en letterkunde, afstudeerrichting theater, film en literatuur wetenschap • Professionele bachelors kunnen instromen na het volgen van een schakelprogramma. Andere academische bachelors • Studenten met een bachelordiploma taal- en letterkunde die niet de afstudeerrichting “theater-, film- en literatuurwetenschap” gevolgd hebben, volgen een voorbereidingsprogramma bestaande uit de opleidingsonderdelen ‘geschiedenis van de film 1’, ‘theatergeschiedenis 1’ en ‘theatergeschiedenis 2’, tenzij ze deze opleidingsonderdelen al opgenomen hebben als onderdeel van hun bachelorprogramma. •
Academische bachelors uit andere richtingen dan taal- en letterkunde kunnen instromen na het slagen voor een voorbereidingsprogramma dat door de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte is goedgekeurd.
De opleiding ambieert geen instroom van werkstudenten.
Loopbaanperspectieven Het programma richt zich naar studenten die tewerkstelling in de cultuursector ambiëren. Afgestudeerden kunnen terecht in organisaties in de culturele sector (steunpunt, culturele centra, kunstencentra, musea, beleidsondersteuning en -uitvoering) of in gezelschappen en productiehuizen rond theater, film en nieuwe media.
|6
Studieprogramma Opleidingsonderdeel Masterproef Masterproef Verplichte opleidingsonderdelen (30 sp) Visuele kritiek 1 Visuele kritiek 2 Dramaturgie en narratief in theater en film1 Acteeropvattingen in theater en film Stage of workshop theater/film Keuzevakken (12 sp) Historische kritiek van theater, revue en vroege cinema Dramaturgie en narratief in theater en film 2 Lichaamsbeelden Esthetica van de hedendaagse cinema Theater en intermedia
Sp 18 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6
Om lerarenbevoegdheid te verkrijgen, kunnen studenten i.p.v. de opleidingsonderdelen Theater en Film max. 12 SP kiezen uit de programma’s van de master taal- en letterkunde (N-E-D-F-S-I), in talen die zij in hun bachelorprogramma hebben gevolgd. Aanvraag indienen via de studietrajectbegeleider. Het vak ‘performance en avant-garde’ (T. Crombez) (6 SP) (SEM 1) kunnen studenten volgen aan de Artesis Hogeschool – Koninklijke Academie voor Schone kunsten. Aanvraag indienen via de opleidingsverantwoordelijken.
Opleidingsonderdelen Masterproef De masterproef is een bijzonder belangrijk opleidingsonderdeel binnen de master theater- en filmwetenschap. Met de masterproef toon je aan dat je in staat bent om een probleemstelling die relevant is binnen de academische of professionele context vanuit een wetenschappelijke ingesteldheid te benaderen. Je onderwerp kan zowel aansluiten bij een onderzoeksdomein van de afdeling theater- en filmwetenschap als uitgaan van een persoonlijke interessesfeer.
7|
Verplichte opleidingsonderdelen Visuele kritiek 1 Dit onderdeel biedt een close reading van sleutelteksten omtrent de verhouding tussen woord en beeld zoals die centraal staat in de master theater- en filmwetenschap. We nemen de cultuurtheoretische canon onder de loep en leggen zo een basis voor de ontwikkeling van een alternatieve kijkgeschiedenis in visuele kritiek 2. De colleges gaan uit van een directe confrontatie met oorspronkelijke theoretische opvattingen die het denken over kunst in het algemeen en theater/film in het bijzonder in de twintigste eeuw hebben bepaald. Aandacht gaat daarbij ook naar het specifieke (literaire) idioom van de betrokken auteurs. De onderwijsvorm is eerder die van het werkseminarie dan die van het hoorcollege: de docent introduceert het werk van een theoreticus / criticus en historiseert het door onder meer de ontstaanscontext te duiden, waarna een open discussie over de argumenten plaatsvindt. Op die manier kan de student de klassiekers in een juiste verhouding tot de eigen tijd plaatsen. Visuele kritiek 2 We bekijken de allegorie als kunstvorm die haar eigen werking thematiseert. In de geest van Walter Benjamin onderzoeken we hoe het allegorische denken de eigen mogelijkheidsvoorwaarden veruiterlijkt en zo meta-beelden creëert, beelden die zichzelf theoretiseren. We maken ons de allegorische blik eigen en schetsen een eigen geschiedenis van het kijken. Deze benadering wil uitdrukkelijk geen historische kenschetsing zijn maar een actieve zoektocht naar de wezenlijke kracht van beelden, waarbij we niet uitgaan van lineariteit en voorspelbaarheid maar van contradictie en potentialiteit – van wat de Amerikaanse theoreticus Gregory Ulmer omschrijft als ‘heuretiek’: een wetenschap niet gebaseerd op interpretatie, zoals de klassieke hermeneutiek, maar op een logica van ontdekking en inventiviteit. Veel aandacht zal hierbij uitgaan naar wat in eerste instantie aan het theoretische lijkt te ontsnappen. Die irrationele, onstabiele element kunnen schijnbaar niet worden getheoretiseerd maar funderen en wettigen precies om die reden de theorie van het beeld zelf. Deze cursus heeft zowel een theoretisch gedeelte, waarin de dominante theoretische benadering van theater en film wordt geconfronteerd met een alternatieve optiek, als een praktische component, waarbinnen theorie moet leiden tot een nieuwe vorm van kritiek, van kritisch denken en schrijven. Dramaturgie en narratief in theater en film 1 Deze cursus tracht kennis bij te spijkeren van de ontwikkeling van de dramaturgie en specifieke narratieve conventies en technieken. We toetsen de bruikbaarheid van literair narratologische concepten als ‘focalisatie’ in een visuele/dramaturgische context, en geven een tentatieve omschrijving van de status van de tekst in relatie tot actuele concepten |8
van theatraliteit en visualiteit. We gaan ook na hoe narratieve strategieën uit verwante narratieve en/of visuele media mekaar hebben beïnvloed. Centraal staan de twee meest bepalende poëtica’s die over het drama geformuleerd zijn: de aristotelische vs. epische dramaturgie, die we relateren aan opvattingen over klassieke en ‘parametrische’ narratie. Acteeropvattingen in theater en film Deze cursus biedt geen praktische opleiding tot acteur, maar wil kritische aandacht besteden waar die (vooral op het vlak van acteurs/acteren in film) vaak ontbreekt. Het is dan ook moeilijk om ‘acteren’ los te beschouwen van plot of narratief, van scenografie, van montage, cameravoering etc. Evenmin eenvoudig is de vaak subtiele gradaties in beweging en stembuiging van de acteur accuraat beschrijven, laat staan evalueren (de meest gewaardeerde performance is vaak degene die ‘eruit springt’) of kwantificeren. Deze cursus onderneemt toch een poging tot nauwkeurig beschrijven en historiseren, en put daarvoor uit acteertradities van Stanislavsky (de realistische idee dat een goed acteur ‘levensecht’ is en zijn eigen organische ‘zelf’ uitdrukt) tot Brecht (de antirealistische idee die van de acteur minder levensechtheid dan kritisch bewustzijn eist). In de brede fenomenologische beschrijving van de acteur in zijn akoestische en fysieke expressie, van zijn plaats in de filmische of scenische ruimte, zijn manier van communiceren met het publiek, zal de dialectiek tussen de tradities vertegenwoordigd door Brecht en Stanislavsky een centrale functie blijven vervullen. We bekijken de acteur in verschillende genres en verschillende artistieke en historische tradities, en besteden ook aandacht aan expressieve ‘hulpmiddelen’ zoals kostuums en make-up. Daarnaast besteden we uitgebreid aandacht aan een bijzonder type acteur, de ster, wiens naam en persona worden gecreëerd en verder worden gecodeerd door herhaald gebruik, niet enkel in de productie zelf maar ook in publiciteit en dagdagelijkse communicatie. Workshop theater/film De workshop maakt vertrouwd met het creatieproces, de praktijk en de discursieve dimensie van een theater-, film- of intermediale productie. De student werkt nauw samen met een maker tijdens een geconcentreerde periode, die wordt voorafgegaan door een periode voorbereidend werk van inhoudelijke aard en wordt gevolgd door een afsluitende evaluatieve periode. De finaliteit van de workshop is de creatie van een voorstelling of een audiovisueel artefact. Stage De stage sluit aan bij de theater- en/of filmpraktijk, en kan gezien worden als een concrete beroepsoriëntatie. De stage is dan ook niet vrijblijvend, maar veronderstelt een grondige voorbereiding, een actieve en flexibele opstelling tijdens de stageperiode, en een voortdurende bereidheid tot bijsturen, reflectie en dialoog met de praktijk waarin men terechtkomt. Naargelang de aandachtspunten van de student, loopt hij/zij stage bij een regisseur, dramaturg, in de theaterredactie van een krant of tijdschrift, ... Bedoeling is 9|
dat de student zowel door observatie als door actief meedraaien in de praktijk, ‘aan den lijve’ kennis maakt met het creatieve proces. Tijdens die stage zal de student concrete opdrachten uitvoeren, en wordt verwacht dat hij/zij die specifieke praktijk kan plaatsen in een bredere context (sociale, culturele, wetenschappelijke). De taken worden dan ook in overleg met de student, de coördinatoren en de gastinstelling bepaald.
Keuzevakken Historische kritiek van theater, revue en vroege cinema In dit vak wordt aandacht besteed aan een periode van (hoge) moderniteit in Europa en de VS waarin talrijke synergiën ontstonden tussen zowel populaire als avant-gardistische media en kunststromingen. Er wordt een zo accuraat mogelijk historisch beeld geschetst van deze intermediale beïnvloeding, uitgaand van een toetsing van de dominante historiografische discours omtrent de visuele en artistieke logica van de periode. We staan stil bij de verschijningsvormen, vertoningsomstandigheden en receptie van populair theater – revue, vaudeville, cabaret en boulevardtheater – en vroege (vooral pre-klassieke) cinema, traceren de populariteit van de boulevardklucht als filmadaptatie, en proberen een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van het culturele leven van de tijd aan de hand van vormen die buiten de lijnen van het burgerlijke beschavingsvermaak vallen. Dramaturgie en narratief in theater en film 2 Deze cursus is erop gericht de concepten zoals die ontwikkeld werden in Dramaturgie en narratief in theater en film 1 toe te passen op enkele casussen zodat een staalkaart geboden kan worden van de verschillende manieren waarop dramaturgie kan ingezet worden in theatrale en cinematografische contexten. Verhalen worden vandaag in theater en film op heel verschillende manieren verteld, teksten en scenario’s ondergaan meestal een grondig bewerkingsproces en film en theater beïnvloeden elkaar op het vlak van montage en narratieve structuren. Deze ontwikkelingen willen we in deze cursus belichten door precies in te zoomen op de rol en functie van dramaturgie en narrativiteit in de actuele toneel- en filmproductie. We analyseren dramateksten en scenario’s, bezoeken een voorstelling en bespreken de dramaturgische keuzes. Aangezien de lijst van producties afhankelijk is van het seizoensaanbod, zal die pas later bekend gemaakt worden. Lichaamsbeelden Een lichaam op scène vertoont sporen van zijn sociale, politieke en technologische context. De representatie van een lichaam is bijgevolg steeds ideologisch geladen en als zodanig te ontleden. Niet zelden gooien makers het lichaam in de strijd om de beeldvorming van het lichaam in de eigentijdse cultuur aan de kaak te stellen of te thematiseren.
| 10
De notie van “het lichaamsbeeld” vormt het vertrekpunt van deze cursus. Het articuleert de kijkervaring en wordt tevens ingezet als conceptueel instrument om die ervaring theoretisch uit te diepen. Daarnaast fungeert het als leidraad voor een bredere cultuurhistorische verankering. Tijdens de collegereeks staat telkens een lichaamsbeeld centraal (bv. het minimalistische lichaam, het subversieve lichaam, het virtuele lichaam, het lichaam van de ander) dat we aan de hand van hedendaagse en historische choreografieën en performances gaan uitrafelen. De casussen overspannen de dans- en performancegeschiedenis vanaf het romantische ballet tot nu. Telkens zal een historische component worden gelieerd aan het werk van hedendaagse choreografen en/of performancekunstenaars, zoals Meg Stuart, Anne Teresa De Keersmaeker, Alain Platel, Kris Verdonck, Marina Abramović en Benjamin Verdonck. Deze praktijken benaderen we vanuit theoretische paradigma’s uit de recente dans en performance studies. Esthetica van de hedendaagse cinema In deze cursus kijken we naar de stijlprincipes van de hedendaagse Europese en Aziatische auteurscinema als alternatief op de gangbare principes van de contemporaine Hollywoodcinema (door David Bordwell omschreven als ‘intensified continuity’). We kijken naar de verschillende verschijningsvormen van de ‘long take’ of ‘plan séquence’ (de ononderbroken opname) en proberen tot een definitie te komen van een groepsstijl die in de literatuur wordt omschreven als ‘theatrale cinema’, ‘contemplatieve cinema’ of ‘minimalistische/spaarzame cinema’. We proberen de belangrijkste hedendaagse filmauteurs te groeperen volgens hun specifieke gebruik van niet-montagegerichte stijlprincipes en formuleren (overlappende) esthetische categorieën die overeenkomen met clusterconcepten als alledaagsheid, ritualisme en transcendentie. We brengen specifieke auteurs in verband met de filmhistorische traditie waaruit ze stammen, en besteden uiteraard ook ruim aandacht aan de belangrijkste theoretici van filmisch realisme, theatraliteit in cinema en filmische ruimte/tijd. We kijken naar de films van auteurs als Tsai Mingliang, Apichatpong Weerasethakul, Hirokazu Kore-Eda, Hou Hsiao-Hsien, Jia Zhangke, Béla Tarr, Alexandr Sokurov, Lucrecia Martel, Lisandro Alonso, Carlos Reygadas, Bruno Dumont, Abbas Kiarostami en Jafar Panahi zowel binnen als buiten de traditie van hun nationale cinema’s. In een laatste beweging besteden we ook aandacht aan tableauconfiguraties en minimalistische stijlprincipes in de context van hedendaagse post-cinema, fotografie en installatiekunst. Theater en intermedia We bestuderen het theater in de spiegel van de nieuwe media. De overgang van het tijdperk van de machine naar dat van de cyber- en biotechnologieën heeft onze (zelf) waarneming radicaal veranderd. De podiumkunsten lijken zich vandaag te profileren als de uitgelezen plaats om die veranderingen toe te passen, te onderzoeken en te testen. 11 |
We focussen meer specifiek op de gevolgen van de technologische conditie voor het begrip theatraliteit en de representatie van het lichaam. We nemen vooreerst de integratie van nieuwe technologieën in het theater van de 20e eeuw onder de loep: van de historische avant-garde tot de eigentijdse performance art. Vervolgens traceren we – omgekeerd geredeneerd – de invloed die het theater heeft gehad op de ontwikkeling van de mediatheorie en –praktijk zelf. De geschiedenis van de spelende mens is nauw verbonden met diens fascinatie voor mediatie en machines. Een opmerkelijk gevolg daarvan is met name de inzet van theatrale noties in de evolutie van de mediageschiedenis. We bespreken de verschillende denkmodellen die in dat opzicht onze waarneming bepalen (aura, panopticon, spektakel, ...) en toetsen deze modellen aan de voorstellingspraktijk van het moment.
Nuttige info over je studietraject Masteropleidingen binnen de bachelor-masterstructuur Om te kunnen inschrijven voor een masteropleiding, moet je in het bezit zijn van een professioneel of een academisch bachelordiploma. Afhankelijk van het diploma dat je reeds op zak hebt, kan je: • rechtstreeks instromen in een masteropleiding • eerst een schakelprogramma volgen (na een professionele bacheloropleiding) • eerst een voorbereidingsprogramma volgen (na een academische bacheloropleiding)
academische bachelor professionele bachelor
à
rechtstreekse instroom
à
à
voorbereidingsprogramma
à
à
schakelprogramma
à
academische master
Dankzij de bachelor-masterstructuur heb je als student vaak keuzemogelijkheden bij het invullen van je studieprogramma. In elke faculteit adviseren studietrajectbegeleiders je over de samenstelling van je programma en over de aangeboden keuzemogelijkheden. Leerkrediet Het is belangrijk dat je voldoende studievoortgang boekt in je studietraject: als je studiepunten opneemt is het de bedoeling dat je ze opnieuw verwerft door te slagen voor je examens. Om je studievoortgang te bewaken, is het leerkrediet in het leven geroepen. Alle info over het leerkrediet vind je op www.ua.ac.be/studiepunten.
| 12
Als je geen studievoortgang boekt en op een negatief leerkrediet strandt, is het te laat. Daarom heeft de Universiteit Antwerpen een systeem van studievoortgangsbewaking en -begeleiding opgezet: de faculteit zal je studieprestaties volgen en kan je bindende voorwaarden opleggen wanneer je niet de helft van de studiepunten van je studieprogramma hebt behaald.
Studiebegeleiding Studieadvies en studentenbegeleiding De Dienst voor Studieadvies en Studentenbegeleiding is er om je te helpen vanaf het moment dat je je voor het eerst inschrijft tot aan het moment waarop je je diploma in handen krijgt. •
Informatie en advies over studeren in het hoger onderwijs Stel ons al je vragen over opleidingen binnen en buiten de Universiteit Antwerpen, het onderwijs- en examenreglement, het leerkrediet…
•
Begeleiding bij het maken van je studiekeuze en bij twijfel over je studierichting Weten wat je wilt, is soms makkelijker gezegd dan gedaan. Samen met een studentenbegeleider kan je aan de hand van gesprekken meer zicht krijgen op je persoonlijkheid, capaciteiten, interesses en de opleidingen die daarbij passen, al dan niet in het kader van heroriëntering. Oefeningen uit het werkboek ‘Kijk op kiezen: stappenplan voor studie- en beroepskeuze’ kunnen jou hierbij helpen.
•
Erkenning van eerder verworven competenties (EVC) Contacteer de EVC-coördinator voor informatie, een adviesgesprek en het opstarten van de procedure. Meer info vind je op www.ua.ac.be/evc.
•
Begeleiding omtrent studievaardigheden, studieplanning en uitstelgedrag Een studentenbegeleider kan je begeleiden in het aanscherpen van je studievaardigheden. Hoe verwerk je grote hoeveelheden leerstof? Hoe maak je een schema? Hoe maak je goede nota’s? We helpen je ook realistische planningen te maken en doen oefeningen om uitstelgedrag tegen te gaan.
•
Psychologische begeleiding en psychotherapie Ook wanneer je kampt met persoonlijke problemen die je studies belemmeren (faalangst, rouwverwerking, relatieproblemen, …) kan je terecht bij een studentenbegeleider die samen met jou nagaat welke hulp je het best kan gebruiken.
•
Begeleiding van studenten met een functiebeperking Heb je een functiebeperking zoals een fysieke handicap, chronische ziekte, leer probleem, concentratieprobleem, stoornis binnen het autismespectrum of psychisch 13 |
probleem? Ook dan kan je bij ons terecht voor begeleiding. Als je beschikt over een geldig attest kan je ook bijzondere faciliteiten aanvragen voor onderwijs en/of examens. Dien je aanvraag tijdig in via www.ua.ac.be/functiebeperking. •
Begeleiding van studenten met een topsport- of kunstbeoefening Beoefen je sport of kunst op een hoog niveau, dan kan je eveneens bijzondere faciliteiten aanvragen voor onderwijs en/of examens. De Sportcommissie beoordeelt aanvragen van topsporters, de Commissie Cultuur die van kunstbeoefenaars. Meer info vind je op www.ua.ac.be/sportenkunst.
•
Afstudeerbegeleiding Tot slot kan je bij ons terecht voor hulp in je zoektocht naar jobs die passen bij je persoonlijkheid, capaciteiten en interesses en voor informatie over verdere studies.
Informatie en afspraken verlopen verder steeds via het Studenteninformatiepunt (STIP): • info: T +32 3 265 48 72 of stip.ua.ac.be • afspraken: enkel telefonisch: T +32 3 265 48 72 Neem ook een kijkje op www.ua.ac.be/studentenbegeleiding. Studietrajectbegeleiding Voor specifieke vragen over je individuele studieprogramma en vrijstellingen kan je terecht bij de studietrajectbegeleider van je faculteit. Contactgegevens vind je op www.ua.ac.be/contactpersonenslb. Taalbegeleiding: academisch Nederlands Bij het ‘Monitoraat op maat’ kan je terecht voor gratis taalondersteuning academisch Nederlands. Tijdens individuele sessies helpen taaldocenten je met je taalvragen. Voor ondersteuning bij o.a. het schrijven van een academische paper of het lezen van wetenschappelijke teksten, organiseren ze contactmomenten in kleine groep. De ondersteuning sluit aan bij je eigen werkstukken en studiemateriaal. Meer informatie vind je op www.ua.ac.be/monitoraatopmaat.
| 14
Studeren in het buitenland De Universiteit Antwerpen neemt actief deel aan Europese uitwisselingsprogramma’s zoals Erasmus. Elk jaar studeert een aanzienlijk grote groep studenten één semester aan een buitenlandse universiteit. In het kader van het Erasmusprogramma heeft de Universiteit Antwerpen samenwerkingsakkoorden gesloten met heel wat universiteiten in West- en Centraal-Europa. Maar we kijken verder dan Europa: op bilaterale basis (buiten het kader van Erasmus) werden wereldwijd uitwisselingsprogramma’s uitgewerkt. In het kader van internationale ontwikkelingssamenwerking kan je met een beurs een aantal maanden in een ontwikkelingsland studeren. Je studieperiode aan één van de buitenlandse partneruniversiteiten wordt erkend als onderdeel van je studie aan de Universiteit Antwerpen. Heb je interesse in een buitenlandse studie-ervaring? Meer info vind je op de website van de Dienst Internationale Samenwerking: www.ua.ac.be/dis.
Infomomenten Nog vragen? Kom ze ons persoonlijk stellen. Een overzicht van alle infodagen en masterbeurzen in 2013 vind je op www.ua.ac.be/infomomenten. Open campusdagen Op 23 maart en 27 april ben je welkom op onze open campusdagen. Dé gelegenheid om alle informatie uit de eerste hand te krijgen. Babbel met proffen, studenten en studenten begeleiders. Bezoek bib, aula en labo. Kortom: snuif de sfeer aan de Universiteit Antwerpen op. www.ua.ac.be/opencampusdagen Infomarkt Twijfel je in september nog over je studiekeuze? Of wil je graag bevestiging van je keuze? Kom dan naar de infomarkt op 4 september: alle infostanden van alle opleidingen op één plaats. Laatste kans om vragen te stellen, cursussen te doorbladeren en brochures mee naar huis te nemen. www.ua.ac.be/infomarkt
15 |
Nuttige websites Opleidingsaanbod Op www.ua.ac.be/studiekiezer vind je uitgebreide informatie over alle opleidingen die de Universiteit Antwerpen aanbiedt. Inschrijven Een (master)opleiding gekozen? Alle praktische informatie over inschrijven vind je op www.ua.ac.be/inschrijven. Blackboard Na je inschrijving krijg je toegang tot de digitale leeromgeving Blackboard. Je vindt er niet alleen aanvullingen op je cursussen, maar ook je webmail, de academische kalender, informatie over financiering van je studies, huisvesting, studentenjobs ... Inloggen kan via https://blackboard.ua.ac.be. Campussen Op www.ua.ac.be/route vind je campusplannetjes en de wegbeschrijvingen naar onze campussen.
Meer info? Faculteit Letteren en Wijsbegeerte Stadscampus Rodestraat 14 2000 Antwerpen T +32 3 265 45 50 Helpdesk: http://webhost.ua.ac.be/helpdesk/lnw/ www.ua.ac.be/faclw of www.ua.ac.be/taal-enletterkunde Studenteninformatiepunt (STIP) Stadscampus Gebouw E (Agora), 1ste verdieping Grote Kauwenberg 2 2000 Antwerpen T +32 3 265 48 72
[email protected]
| 16