Jaarverslag 2005 Haagse Hogeschool/TH Rijswijk
Inhoudsopgave
Algemeen Het College aan het woord Raad van Toezicht Interview met de voorzitter RvT
5 7 10 17
Opleiden van Professionals Het College aan het woord Haagse Bachelor Assortimentsbeleid Het onderwijsaanbod Internationalisering Samenwerking met andere organisaties
21 23 25 26 26 28 29
Maximale Participatie
61 63 65 68 70 70
Het College aan het woord Wie studeren op de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk? Talentontwikkeling Oriëntatie op het VervolgOnderwijs Studentenbegeleiding Instroombegeleiding Buitenlands en Internationaal Diploma en Bijzondere Toelating Kwaliteitszorg De Kennisinstelling Het College aan het woord De kennisinstelling Lectoraten RegioRegisseur
73 76 103 105 107 107 114
3
Randvoorwaardelijke resultaten Het College aan het woord Merkbeleid Organisatie en Personeel Huisvesting en facilitaire ondersteuning Financiën
139 141 144 145 166 168
Bijlagen Organogram van de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk Overzicht opleidingen Uitbesteding van gedeeltelijk bekostigd onderwijs Kengetallen studenten Mobiliteit studenten Contacten buitenlandse hogescholen en universiteiten Marktaandeel Overzicht praktijkopdrachten en vragen werkveld Personeel Inschrijvingen eigen personeel initiële opleidingen Financiën Lijst van afkortingen
B1 B2 B3 B4 B5 B6 B7 B8 B9 B10 B11 B12
Colofon
260
4
Algemeen >>
Het College aan het woord
Pim Breebaart | Els van Doorn | Els Verhoef Leden van het College van Bestuur
Over het algemeen >> Het College van Bestuur kijkt op 2005 terug als een jaar waarin de resultaten van het in voorgaande jaren ingezette beleid zichtbaar werden. Gevraagd naar de resultaten waarop het College in het bijzonder trots is, noemt Els van Doorn (‘mag ik er echt maar drie noemen?’) als interne voorbeelden: het verschijnen en de effectuering van de HRM-notitie, de professionele ontwikkeling van medewerkers en de verbetering van en control over de verschillende bedrijfsprocessen. Externe voorbeelden zijn de toename van het aantal eerstejaars en de versterking van de rol die onderzoek in onze hogeschool speelt. Tot slot ervaart zij een duidelijker gezicht naar buiten: ‘Dat is meer dan ooit sprankelend. We halen steeds vaker positief de pers. Ook wordt ons met enige regelmaat om een deskundige mening gevraagd, waardoor we verder kunnen groeien in onze rol van kennisinstelling voor de regio.’ Over Governance >> Het CvB en de Raad van Toezicht hanteren de volgende definitie van goede corporate governance: integer bestuur gebaseerd op transparante verantwoording over strategie, resultaten en risico’s. Els van Doorn: ‘Die transparantie is alom aanwezig: we hanteren structureel instrumenten als De Reflector, Het Kompas en Het Haags Peil* en we verantwoorden ons via onder meer de jaarrekening en het jaarverslag. De vraag of resultaten wel of niet moeten worden gepubliceerd, is nooit een issue: het antwoord is nagenoeg altijd ja.’ Pim Breebaart noemt als belangrijkste element in de governancestructuur de scheiding van bestuur (CvB), intern toezicht (RvT) en interne controle (HR). Els van Doorn vult aan: ‘Relevante processen zijn de laatste tijd meer geprofessionaliseerd en verbreed en worden als zodanig door alle betrokkenen geaccepteerd. Men heeft respect voor elkaars rol en we slagen er steeds beter in elkaar in de eigen rol te laten en te steunen. Het grote voordeel is, dat iedereen beter weet waar zij/hij aan toe is.’ Pim Breebaart constateert dat ‘De Raad van Toezicht sterker aanwezig is dan
7
ooit tevoren en zich in toenemende mate ook richt op het toezicht op het primair proces.’ Hij acht dat een prima ontwikkeling, omdat adequaat toezicht op onze ‘corebusiness’ van groot belang is. ’ Over onze missie >> In het Hogeschool Ontwikkelingsplan (HOP 6) is de volgende missie opgenomen: De Hogeschool biedt haar studenten door kwalitatief hoogwaardig en innovatief hoger beroepsonderwijs de mogelijkheid hun talenten maximaal te ontwikkelen. Zij leidt haar studenten op tot gekwalificeerde en onafhankelijke professionals voor de maatschappij en de arbeidsmarkt. De hogeschool is een gewaardeerde kennisinstelling in de regio Leiden, Zoetermeer, Delft en Den Haag. De regio ervaart de hogeschool als een instelling die haar kennis graag deelt. Desgevraagd is het CvB van mening dat onze missie misschien als zodanig niet erg onderscheidend is (‘inderdaad, het zou misschien ook de missie van een andere hogeschool kunnen zijn’), maar ‘onze kracht zit in de unieke (Haagse) wijze waarop wij er in de praktijk uitvoering aan geven.’ Daarbij noemt Els Verhoef de manier waarop wij in het regionale onderwijsnetwerk een hoofdrol vervullen (b.v. in het project TechnoTalent) en de wijze waarop wij bezig zijn met de inkleuring van de beleidsdoelen. Zij refereert ook aan het succes van de in augustus in samenwerking met het Instituut Clingendael georganiseerde Masterclass voor allochtone studenten. Els van Doorn en Pim Breebaart wijzen op de effecten van deze inspanningen op de beeldvorming: ‘Wij worden in toenemende mate gezien als stijlvol, degelijk, ontwikkelingsgericht en emancipatorisch.’ Pim Breebaart: ‘Nergens in het hoger onderwijs wordt zoveel discussie gevoerd met relevante externen van uiteenlopende signatuur. Op die manier betrekken wij onze ‘stakeholders’ zo veel mogelijk bij de beleidsontwikkeling. Dit alles vertaalt zich terug naar het onderwijs en maakt de hogeschool tot een podium met veel positieve uitstraling.’ Alle collegeleden zijn het erover eens dat ook de wijze waarop wij in 2005 zijn omge-
8
gaan met het debat over diversiteit, een mooi voorbeeld is van het in het onderwijs relevante ‘practice what you preach’ principe. Pim Breebaart legt in dit verband nog eens de nadruk op ons concept van de wereldburger: ‘Wij willen een interculturele en internationale hogeschool zijn.’ Natuurlijk is er ook nog genoeg werk aan de winkel. Het CvB is bijvoorbeeld niet tevreden over het rendement, zou graag zien dat de hogeschool meer in kennisnetwerken gaat opereren en wil nog meer aandacht besteden aan diversiteit. De Haagse Hogeschool heeft het vigerende Hogeschoolontwikkelingsplan 6 mede gebaseerd op de HOOP-doelstellingen. Zo zijn in het HOP 6 maximale participatie, de ontwikkeling van een kennisinstelling, de vergroting van de keuzevrijheid van studenten en het wereldburgerschap kernbegrippen.
* Het Haags Peil is een voor de Raad van Toezicht opgesteld overzicht van alle interne en externe oordelen over de kwaliteit van ons onderwijs.
9
Raad van Toezicht Governance >> De Corporate Governancestructuur van de Haagse Hogeschool is gebaseerd op de overtuiging dat goede corporate governance uit integer bestuur bestaat, gebaseerd op transparante verantwoording over strategie, resultaten en risico’s. Er bestaat een strikte scheiding van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden tussen (intern) toezicht, bestuur en directievoering. Dat zorgt er mede voor dat het samenspel effectief en efficiënt verloopt. De verhouding tussen bestuur en directies is in het Bestuurskader geregeld; de verhouding tussen bestuur en toezicht is in de Statuten vastgelegd en zal in 2006 in een reglement voor de Raad van Toezicht nader worden geregeld. De samenwerking tussen de Raad van Toezicht en het College van Bestuur kan als kritisch en constructief worden gekenschetst. De in 2004 door de Raad opgestelde beoordelingsprocedure voor de periodieke beoordeling van de leden van het College van Bestuur, is in 2005 uitgevoerd en heeft geleid tot de beslissing om de heer Breebaart en mevrouw Van Doorn voor een periode van vier jaar te herbenoemen. Vergaderingen >> De Raad van Toezicht is in 2005 zes keer bijeen gekomen. In 2004 is de wens geuit om - naast de reguliere vergaderingen jaarlijks enkele themabijeenkomsten te beleggen over thema’s als governance, strategische positie en samenwerking in de regio, onderwijsvisie, talentontwikkeling, kwaliteitszorg, studentenonderzoeken, personeelsbeleid, lectoraten, rendement en bekostiging. Om aan die wens invulling te geven, zijn twee bijeenkomsten geheel gewijd aan een thema: in april is over de strategische positionering van de hogeschool gesproken en in september over de ontwikkelingen op de instroommarkt en over de onderwijsvisie die ten grondslag ligt aan het bachelorbeleid. Daarnaast was een belangrijk deel van de maart- en de oktobervergadering aan een thema gewijd: in de maartvergadering betrof het Corporate Governance; in de oktobervergadering het HRM-beleid en Het Kompas. Het onderwerp
10
Governance heeft - mede in het kader van de ontwikkeling van een landelijke Branchecode HBO - op de agenda’s van alle reguliere vergaderingen gestaan. In december heeft de Raad ingestemd met het in HBO-Raad verband vastgestelde bindingsbesluit over de Branchecode Governance. Samenstelling RvT >> De personele bezetting van de Raad is in 2005 niet gewijzigd. De heren Oosterwijk en Pinto zijn in 2005 voor een periode van vier jaar herbenoemd; de heer Pinto op voordracht van de Hogeschoolraad. De Raad hanteert een striktere norm voor herbenoeming dan in de Branchecode Governance is opgenomen: leden van de Raad van Toezicht van de Haagse Hogeschool kunnen slechts éénmaal voor een termijn van vier jaar worden herbenoemd. Er is in 2005 besloten de omvang van de Raad door middel van natuurlijk verloop terug te brengen van negen naar vijf leden. Door terugtreden van mevrouw Van Kampen in december 2005 bestaat de Raad per 1 januari 2006 uit 8 leden. De door mevrouw Van Kampen vervulde functie van secretaris RvT is overgenomen door de heer Van Blijswijk. In goed overleg tussen Raad van Toezicht en Hogeschoolraad heeft de Hogeschoolraad besloten met ingang van 1 januari 2006 af te zien van zijn recht een bindende voordracht te doen voor twee leden van de Raad van Toezicht. De Hogeschoolraad krijgt adviesrecht bij het opstellen van een profielschets en bij alle benoemingen van leden van de Raad van Toezicht. Bovendien zal één of twee keer per jaar door een delegatie van de Raad van Toezicht met de Hogeschoolraad worden overlegd. Commissies >> De Raad kent een permanente Auditcommissie, bestaande uit de heren Gubbi en Van der Meer. De Raad heeft in 2005 ervoor gekozen vooralsnog geen andere permanente commissies in het leven te roepen. In voorkomende gevallen zal een ad-hoc selectie- en benoemingscommissie worden geformeerd, terwijl de taken van de remuneratiecommissie door de Raad als geheel zullen worden vervuld. De auditcommissie is in 2005 vier keer bijeen gekomen, telkens ter voorbereiding
11
van de reguliere vergaderingen van de Raad en heeft in elke vergadering van de Raad verslag uitgebracht van haar werkzaamheden en bevindingen. Naast de Jaarrekening 2004 en de Begroting 2006 heeft de commissie ruim aandacht besteed aan het intern toegepaste risicobeheersingsysteem en het functioneren van de Planning & Controlcyclus. De voortgang van het in 2004 in gang gezette verbeterplan voor de consolidatie en versterking van het financiële beheer, is nauwlettend gevolgd; de resultaten stemden tot tevredenheid. Het Actieplan Jaarrekening is in 2005 grotendeels afgerond. In nauw overleg met het College van Bestuur is besloten om het op 31 december 2005 expirerende contract met de huisaccountant Deloitte met een jaar te verlengen. De toezichtagenda >> Naast de bovengenoemde thema-onderwerpen en de door de auditcommissie ingebrachte bespreek- en beslispunten heeft de Raad in 2005 de volgende onderwerpen geagendeerd. In maart is het CvB desgevraagd geadviseerd niet in beroep te gaan tegen de terugvordering die de Minister bij de hogeschool had neergelegd in het kader van het dossier Rekenschap. In de junivergadering is de Jaarrekening 2004 met de accountants besproken en goedgekeurd. Onderwerp van gesprek was ook de bijbehorende managementletter. In diezelfde vergadering is het Jaarverslag 2004 besproken en goedgekeurd. De voortgang van de nieuwbouw voor een deel van de technische opleidingen in Delft is een aantal keren besproken. De besprekingen over de verkoop van het huidige gebouw van de TH Rijswijk zijn buiten aanwezigheid van de heer van Blijswijk gevoerd, aangezien hij uit hoofde van zijn functie belanghebbende was bij deze transactie. In de decembervergadering is de begroting 2006 besproken en goedgekeurd. In die vergadering is ook uitvoerig stilgestaan bij de ontwikkelingen in het kader van het rendement. De Raad was het met het College eens dat de lage percentages studiesucces zowel vanuit maatschappelijk oogpunt als vanwege de financiële consequenties onaanvaardbaar zijn. Met het College is afgesproken op korte termijn een actieplan te presen-
12
teren. De decembervergadering was voorts gewijd aan de bespreking van het verslag m.b.t. de onderwijskwaliteit (‘Het Haags Peil’). Remuneratieverslag >> Het beloningsbeleid voor leden CvB bevat de volgende kenmerken: - de beloning van bestuursleden bestaat alleen uit een vast deel; - er worden geen variabele beloningsbestanddelen toegekend; - de pensioenvergoeding is ABP-gerelateerd en staat in normale verhouding tot het basissalaris; - de heer Breebaart en mevrouw van Doorn zijn in dienst op basis van een vierjarig contract; mevrouw Verhoef heeft een dienstverband voor onbepaalde tijd; - herbenoeming is mogelijk voor periodes van vier jaar en is afhankelijk van de geleverde prestaties. Voor elke herbenoeming wordt door de Raad een beoordeling opgesteld; - er worden geen persoonlijke leningen of garanties aan bestuurders verstrekt. De honorering van de leden van het CvB is in de Jaarrekening 2005 opgenomen. De leden van de Raad van Toezicht ontvingen in 2005 een kostenvergoeding van € 1000. Gelet op het toenemende tijdsbeslag van de functie en de toekomstige wijziging in het aantal leden, is eind 2005 extern advies ingewonnen over de beloningstructuur voor de leden van de Raad van Toezicht. Op 15 december 2005 is op basis van het advies besloten het honorarium per 1 januari 2006 aan te passen en meer te relateren aan de verantwoordelijkheid en de reële tijdsbesteding die voor het uitoefenen van de taken nodig is. Daartoe wordt differentiatie aangebracht in de beloning van voorzitter, commissieleden en overige leden. De bedragen worden per 1 januari 2006 resp. € 8640, € 5280 en € 4320. Besloten is dat het aan de individuele leden van de Raad is om te besluiten de honorering te accepteren, te weigeren dan wel aan een goed doel te schenken.
13
Daarnaast kunnen de leden van de RvT gemaakte reiskosten declareren, alsmede uitgaven voor deskundigheidsbevordering. Den Haag, mei 2006 H. W. M. van Blijswijk, Secretaris Raad van Toezicht
14
Samenstelling Raad van Toezicht Voorzitter > mevrouw drs. J.M. (Monique) de Vries (1947), is dijkgraaf van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, voormalig lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal en voormalig staatssecretaris van Verkeer & Waterstaat. Herbenoembaar per december 2008. Secretaris > Drs. A.C. (Anke) van Kampen (1947), is directeur van Sardes in Utrecht, voormalig wethouder (o.a. voor onderwijs) van de Gemeente Den Haag. Afgetreden per 1 januari 2006. Vice-voorzitter > Ir. R.A. (Rob) Timmermans (1947) is directeur van Nozema Services. Herbenoembaar per januari 2007.
H.W.M. (Huub) van Blijswijk (1955) is voorzitter College van Bestuur van de Stichting Confessioneel Onderwijs Lucas in Voorburg. Herbenoembaar per maart 2007. Drs. F.Th. (Frans) Gubbi (1941) maakte tot aan zijn pensionering deel uit van de Raad van Bestuur van TNO Delft. Aftredend per april 2007. Drs. P.E. (Peter) van der Meer MBA (1962) is lid van de Raad van Bestuur van Medisch Centrum Haaglanden. Herbenoembaar per maart 2007. Mevrouw J.E. (Jeannine) Molier (1957) is algemeen directeur van Het Koorenhuis, centrum voor kunst en cultuur in Den Haag; bestuurslid op bindende voordracht van de Hogeschoolraad. Aftredend per december 2007. Drs. J.W. (Jan Willem) Oosterwijk (1951) is secretaris-generaal van het Ministerie van Economische Zaken. Aftredend per december 2008. Prof. Dr. D. (David) Pinto (1942) is hoogleraar Interculturele Communicatie aan de Universiteit van Amsterdam en hoogleraar aan de Bar-Ilan Universiteit, vestiging Ashkelon, in Israël. Hij is directeur van het Inter-cultureel Instituut (ICI) in Amsterdam. Bestuurslid op bindende voordracht van de Hogeschoolraad. Aftredend per oktober 2009.
15
<< Er is een heldere scheiding tussen bestuur en toezicht <<
Monique de Vries Voorzitter Raad van Toezicht
Jacques Gerards heeft uw Raad een aantal keren geadviseerd over Governance. Hij stelt dat toezicht houden betekent ‘handen op de rug binden en goed toekijken’. Bent u het daarmee eens? << Ja, in principe wel. Onze Raad probeert dat ook in praktijk te brengen door de ons inziens noodzakelijke afstand te bewaren tot de organisatie. Dat is echter iets anders dan afstandelijk: wij zijn zeer betrokken bij de hogeschool maar hebben uiteraard een andere rol dan het College van Bestuur. Er is een heldere scheiding tussen bestuur en toezicht. En we houden scherp toezicht: als wij een ontwikkeling anders waarnemen of waarderen dan het College van Bestuur, dan zullen we dat zeker uitspreken en daarover met het CvB in gesprek gaan.<< Zoals bekend is het voor de Governancestructuur in organisaties als de onze lastig dat we geen vergadering van aandeelhouders kennen waaraan de Raad van Commissarissen verantwoording aflegt. Namens wie voert u de toezichttaken uit en hoe legt u daarover verantwoording af? Ziet u de huidige situatie in de nabije toekomst veranderen? << Onze taken en bevoegdheden zijn in de statuten beschreven en zullen binnenkort in een reglement nader zijn uitgewerkt. De Raad van Toezicht is een intern orgaan van de hogeschool. Hoewel wij dus niet door de minister benoemd zijn, voeren wij onze taken uit met de gedachte dat wij erop moeten toezien dat de Haagse Hogeschool met het gemeenschapsgeld de juiste dingen doet en dat dit doelmatig gebeurt. Het blijft echter een feit dat het afleggen van verantwoording over ons werk voornamelijk door middel van het Jaarverslag plaatsvindt. Instellingen als deze zou je maatschappelijke ondernemingen kunnen noemen en net als in de zorgsector zoeken we nog naar een geschikt model om die verantwoording goed vorm te geven. Wat hierbij mee zal helpen, is de vaststelling van de HBO Branchecode Governance in 2005. Daarop hebben
17
wij ons handelen en de verantwoording daarover al grotendeels afgestemd. << Bent u het eens met de soms gehoorde stelling, dat het werk van een Raad van Toezicht teveel wordt bepaald door het College van Bestuur en zijn staf? Te denken valt aan de wijze van agenderen, de inhoud en de soort informatie die u ontvangt en de keuze van het CvB om wel of geen advies aan uw Raad te vragen. << Ik ben het daar niet mee eens. Natuurlijk zijn we voor een belangrijk deel van het CvB afhankelijk maar vergeet niet dat wij te allen tijde om nadere informatie kunnen vragen danwel een kwestie op de agenda kunnen zetten. In december 2005 is dat bijvoorbeeld gebeurd met het onderwerp ‘studiesucces/rendement’. Wij streven er ook naar jaarlijks een toezichtagenda op te stellen waarin - naast de verplichte zaken zoals het goedkeuren van de begroting en het jaarverslag inclusief de jaarrekening - plaats is voor onderwerpen waaraan we in dat jaar specifiek aandacht willen besteden. Wij hebben in 2005 ook twee themavergaderingen belegd waarin wij als het ware met de benen op tafel aandacht konden besteden aan zaken als strategische positionering, de ontwikkelingen op de instroommarkt en de onderwijsvisie die ten grondslag ligt aan het bachelorbeleid. << Gerelateerd aan de vorige twee vragen: heeft u voldoende zicht op de externe oordeelsvorming over het functioneren van de Haagse Hogeschool? Hoe belangrijk is dat element bij uw eigen oordeelsvorming? << Dat element is erg belangrijk en er valt m.i. nog wel wat aan te verbeteren. Wij stellen ons via instrumenten als visitatierapporten, de HBOMonitor, Het Kompas en De Reflector op de hoogte van wat de buitenwereld, de medewerkers en de studenten van de kwaliteit van de Haagse Hogeschool vinden. Bovendien participeren de leden van de Raad in hun hoofdfunctie in allerlei netwerken en ook uit die bronnen is veel informatie te halen. <<
18
Op welke wijze reflecteert u op uw eigen functioneren als Raad van Toezicht? << Wij streven ernaar om één keer per jaar ons eigen functioneren te bespreken. In 2005 hebben we ruim aandacht besteed aan onze Corporate Governance o.a. door daarover de dialoog aan te gaan met Jacques Gerards, een ervaren deskundige op dat terrein. Dat heeft natuurlijk alles met ons functioneren te maken, aangezien we dan ingaan op vragen als wat goede governance inhoudt en hoe we ons handelen als Raad van Toezicht indien nodig daarop kunnen aanpassen. <<
19
20
Opleiden van professionals >>
21
Het College aan het woord
Els Verhoef Lid van het College van Bestuur
Over assortiment >> Het oordeel over de in 2005 geboekte voortgang op diverse beleidsterreinen is overwegend positief. Het assortimentsbeleid kenmerkt zich door terughoudendheid. Els Verhoef: ‘Het CvB kiest liever voor de ontwikkeling van een rijk scala aan minors en voor meer inhoudelijke samenwerking tussen majors dan voor nieuwe opleidingen, zonder die overigens uit te sluiten.’ In 2005 is van drie aanvragen de Associate Degree Facility Management toegekend. Daarmee kan de maximale participatie van de groep werkenden worden bevorderd. De voorbereidingen voor een aanvraag van een opleiding Huidtherapie zijn voortgezet, evenals de ontwikkeling van de voltijdse variant van Management in de Zorg. Over samenwerken >> Het College stelt vast dat er op veel plekken in de organisatie wordt samengewerkt met nationale en internationale organisaties, instituten en netwerken. De hogeschool hecht bijzonder aan een goede samenwerking zowel met het toeleverend onderwijsveld als met de werkvelden waarvoor studenten worden opgeleid. Ook het belang van een goede samenwerking met universiteiten wordt sterk benadrukt. Els Verhoef: ‘De gezamenlijk ontwikkelde doorstroomprogramma’s richting TU Delft zijn een succes. Binnen de technische opleidingen wordt hard gewerkt aan verbreding naar meer masterprogramma’s. Bovendien worden doorstroom-minors ontwikkeld. Er is een vergelijkbare operatie met de Universiteit Leiden in gang gezet.’ Pim Breebaart roemt de samenwerking met de Mondriaan Onderwijsgroep en is verheugd met de definitieve besluitvorming over de huisvesting ervan aan het Leeghwaterplein. Een ander voorbeeld van een vruchtbare samenwerking met het mbo (én met het gemeentebestuur en het bedrijfsleven aldaar) wordt gevonden in de participatie van het ID College in de Academie voor ICT Zoetermeer. De studentincubator EnterPrize is dankzij de inzet van studenten flitsend van start gegaan. De hogeschool beschikt over een rijk en vruchtbaar netwerk met scholen voor voortgezet onderwijs.
23
24
Haagse Bachelor Alle opleidingen hebben in 2005 ontwikkelingen in gang gezet of gerealiseerd die in het teken staan van het invullen van het Haagse Bachelorbeleid. Vooral het competentiegericht maken van de programma’s staat hoog op de agenda’s. Er is bij de vormgeving van het bachelorbeleid nadrukkelijk gekozen voor een ontwikkelingsstrategie waarin de directeuren van de afdelingen en hun teamleiders verantwoordelijk zijn, met daarbij veel ruimte voor de diversiteit van de uitgangssituaties en de kenmerken van de curricula. Deze wijze van inkleuring en uitvoering van beleid, brengt met zich mee dat er forse verschillen ontstaan tussen opleidingen in de onderwerpen waarop men zich richt en het tempo waarin resultaten worden behaald. Dat heeft als gevolg dat deze onderwijsontwikkelingen nog geen grote rol kunnen spelen in de profilering van de hogeschool. Eén van de grootste uitdagingen bij de vormgeving van het bachelorbeleid is de wijze waarop toetsing moet plaatsvinden. Een belangrijke toetsvorm is de competentieassessment. Voor de verdere ontwikkeling daarvan is een project in uitvoering genomen: drie opleidingen zijn na een screening als pilot gekozen. Veel opleidingen hebben zich al gericht op het ontwikkelen van minorprogramma’s: de eerste minorcatalogus is in 2005 verschenen. Aan de orde is nu onder andere hoe de studenten begeleid kunnen worden in hun keuzeproces en hoe in het studieprogramma tijd vrijgemaakt kan worden, zodat studenten de gekozen minors kunnen volgen. Ook zal de kwaliteitscontrole van de minors in relatie tot de accreditering van opleidingen nader moeten worden bekeken. Uit studenttevredenheidsonderzoek De Reflector 2005 blijken studenten ontevreden te zijn over de huidige keuzemogelijkheden. Het CvB onderschrijft de noodzaak dat daaraan gewerkt moet worden. Bij de gekozen aanpak past geen programmaleider maar wel regie. Vanaf voorjaar 2005 is de regiefunctie in handen van de directeuren van de diensten Onderwijs- en Studentenzaken en Personeel & Organisatie.
25
Twee keer per jaar wordt over de voortgang aan de portefeuillehouder gerapporteerd. Voor belangrijke onderwerpen als toetsing, competentiegericht leren en studieloopbaanbegeleiding zijn netwerken opgericht.
Assortimentsbeleid Het assortimentsbeleid op het gebied van de bacheloropleidingen is in het voorjaar 2005 met de Raad van Toezicht besproken. Het CvB heeft een voorkeur voor het ontwikkelen van nieuwe minors in plaats van het opzetten van nieuwe bacheloropleidingen, tenzij een gat in de markt kan worden ingevuld met een ‘gezonde’ bacheloropleiding. Er is wel besloten tot de ombouw van de opleiding Chemische Technologie tot een Engelstalige opleiding Process & Food Technology. Ook zijn er voorbereidingen getroffen om met de opleiding Huidtherapie te starten. Het ontwikkelen van minors dient zich mede te richten op nieuwe ontwikkelingen in en tussen vakgebieden (de zgn. ‘snijvlakken’) en op het wervende effect daarvan op nieuwe studenten. Een blijvend aandachtspunt in het assortimentsbeleid is het uitbreiden van het aanbod aan masteropleidingen. Het CvB heeft de afdeling Contractactiviteiten gevraagd met voorstellen te komen voor drie nieuwe masteropleidingen. Met de TU Delft is al een aantal pré master-trajecten ontwikkeld. Samenwerking met buitenlandse universiteiten kan de ontwikkeling van het masteraanbod versterken en is strategisch ook van belang met het oog op de ontwikkeling van trajecten op het gebied van toegepast onderzoek.
Het onderwijsaanbod Bacheloropleidingen >> De Haagse Hogeschool/TH Rijswijk biedt 38 voltijd-, 25 deeltijd- en 5 duale bacheloropleidingen aan op de gebieden van economie, internationaal, gezondheidszorg, gedrag en maatschappij, informatica, onderwijs en techniek. Acht bacheloropleidingen worden als
26
voltijd/duaal aangeboden, deze zijn meegeteld met de voltijdopleidingen. De Haagse Hogeschool/TH Rijswijk heeft geen bacheloropleidingen waarvoor een inschrijvingsbeperking geldt. Een compleet overzicht van de bacheloropleidingen is in bijlage 2 opgenomen. Masteropleidingen en post-hbo-onderwijs >> De Haagse Hogeschool/TH Rijswijk wil een masteraanbod tot stand brengen, waardoor studenten die een bachelor-degree aan de hogeschool hebben gehaald, kunnen doorstromen naar een aansluitende master die aansluit op de markt. De Haagse Hogeschool/TH Rijswijk biedt elf masteropleidingen, zes professional masters en vijf masters of science. Er zijn vier Engelstalige masters en acht Nederlandstalige. Het overgrote deel van de masteropleidingen duurt één jaar in voltijd of twee jaar in deeltijd. Vanuit masters zijn trajecten gestart met bachelorafdelingen om te komen tot nieuwe masters. De Haagse Hogeschool/TH Rijswijk biedt ruim 50 post-hbo-opleidingen en cursussen aan in uiteenlopende domeinen. De producten van posthbo zijn geclusterd in drie product-markt-combinaties (pmc’s): Arbeid en Management, Techniek en Informatica, Overheid en Non-profit. Vanuit post-hbo is een nieuwe start gemaakt met het leveren van maatwerk en zijn initiatieven genomen tot nieuwe opleidingen. Ook is de afdeling Contractactiviteiten in het kader van het project ‘professionele ontwikkeling’ aangewezen als interne opleider en heeft in samenwerking met de dienst P&O een intern scholingsaanbod opgesteld. De activiteiten om de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk te promoten als professionele aanbieder van post-hbo-, en masteropleidingen in 2005, hebben effect gehad. De instroom is per september 2005 t.o.v. 2004 met 25% gegroeid. Het inzicht in de nationale en regionale markt is verder versterkt door marktonderzoek: er is onderzoek ingekocht en er is zelf veldonderzoek verricht. Alle in 2005 uitgevoerde marktactiviteiten passen binnen de missie en doelstellingen van de hogeschool. Over het assortiment van de afde-
27
ling Contractactiviteiten en de ontwikkelingen van nieuwe activiteiten wordt aan de portefeuillehouder in het College gerapporteerd. Alle directe en indirecte kosten die voor het uitvoeren van marktactiviteiten door de afdeling Contractactiviteiten worden gemaakt, worden gefinancierd vanuit de omzet van de afdeling. Er zijn geen middelen uit de rijksbijdragen voor private activiteiten aangewend. Hoger Onderwijs voor Ouderen >> De Haagse Hogeschool/TH Rijswijk biedt cursussen op hbo-niveau voor senioren boven de vijftig jaar. Het is bedoeld voor senioren die zich willen blijven ontwikkelen, die een nieuw vakgebied willen ontdekken of de nieuwste ontwikkelingen in hun eigen vakgebied willen bijhouden. In 2005 startten er 19 cursussen.
Internationalisering In 2005 is een notitie Internationalisering opgesteld. Het CvB heeft de notitie met de directeuren en de HR besproken. De notitie was beschouwend van aard en was bedoeld om het huidige van kracht zijnde beleid te confronteren met de externe beleidsontwikkelingen. Er is een inventarisatie opgesteld van alle contacten en contracten met instellingen over de landsgrenzen. De begrotingsposten, die met het beleidsterrein Internationalisering samenhangen, zijn in 2005 ‘herordend’. Een aantal posten is verhoogd, met ingang van 2006, zoals die voor de ondersteuning van de mobiliteit van studenten. Ondanks een aantal nieuwe initiatieven - zoals de ombouw van de opleiding Chemische Technologie tot een Engelstalige opleiding Process & Food Technology – zal de hogeschool de komende jaren meer inspanningen moeten verrichten, om zich te ontwikkelen tot een internationale hogeschool om haar positie daarmee te versterken. Daarbij kunnen we nog veel meer profiteren van de internationale uitstraling van Den Haag. Zie voor een overzicht van de mobiliteit van studenten bijlage 4 en voor de contacten met buitenlandse hogescholen en universiteiten bijlage 5.
28
Samenwerking met andere organisaties Vanuit betrokkenheid bij de Haagse onderwijsketen met haar grootstedelijke diversiteitvraagstuk werkt de hogeschool op vele terreinen nauw samen met het Haagse onderwijs en andere organisaties. De hogeschool is als kennisinstelling regionaal verankerd in de grootstedelijke omgeving van de westelijke Randstad. Deze regio bestaat uit de geografische ruit met de stedelijke concentraties Den Haag, Delft, Zoetermeer en Leiden. De kern van het gebied is Den Haag, stad van bestuur en internationaal recht, met een veelheid aan (inter)nationale bedrijvigheid, zoals telecom, banken en verzekeringen, ministeries, zelfstandige bestuursorganen, etc. Een hernieuwd convenant is in voorbereiding met de Mondriaan Onderwijsgroep, mede in verband met hun nieuwbouw aan het Leeghwaterplein, naast de hogeschool. Ook zijn convenanten gesloten met de bedrijfsterreinorganisaties van Kerketuinen-Zichtenburg (SKZ) en Laakhaven-Binckhorst (SLB). Met de gemeente Den Haag is een convenant gesloten in het kader van Duurzame Ontwikkeling. De afdeling CMV/MWD/SPH is een omvangrijke samenwerkingsrelatie aangegaan met de Stichting Jeugdformaat op het gebied van stages voor studenten en scholing van medewerkers van Jeugdformaat. De afdeling Sport participeert in het Olympisch Netwerk en verkent met de gemeente Den Haag de mogelijkheden van een sportcentrum in het Zuiderpark na vertrek van ADO Den Haag naar het nieuw te bouwen stadion. De technische opleidingen participeren in de Stichting Technotalent, waarin veertig basisscholen deelnemen aan activiteiten gericht op het stimuleren van de belangstelling voor techniek. Via het Haags Bedrijvenloket/de Regioregisseur stelt de hogeschool breed expertise beschikbaar aan m.n. MKB-bedrijven door het aannemen van stage- en afstudeeropdrachten voor studenten en het realiseren van bedrijfsprojecten. Via de lectoraten (zie hoofdstuk 4) is de hogeschool eveneens prominent aanwezig in de regio, in de vorm van projecten (momenteel ca. 20), participatie in netwerken (ca. 60 presentaties op conferenties en sympo-
29
sia), advieswerk en het uitvoeren van toegepast onderzoek (momenteel ca. 40 onderzoeken in uitvoering). Gezamenlijk hebben de lectoraten in 2005 het boek ‘Wereldstedelingen’ gepubliceerd over het actuele thema ‘burgerschap’. Ook op andere wijze is de hogeschool aanwezig in de stad: met het wijkberaad Laakhaven is een buurtfeest georganiseerd n.a.v. de gebeurtenissen van november 2004 in de Antheunisstraat, waarbij de hogeschool de opvang van ca. 200 geëvacueerde bewoners verzorgde. In samenwerking met instituut Clingendael is een summerschool/masterclass georganiseerd voor moslimstudenten. In de science-omgeving Delft bestaat er nauwe samenwerking met de TU Delft, o.a. op het gebied van doorstroomroutes van hbo-wo (premasters) en vice versa. In de samenwerking past ook de nieuwbouw van de hogeschool op de TU-campus, waar vanaf september 2009 een deel van de techniekopleidingen wordt gehuisvest. In Zoetermeer, stad van zakelijke dienstverlening en ict, wordt samengewerkt met de gemeente en het ID College. Met het ID College bestaan afspraken over langdurige samenwerking. In dat kader is de Academie voor ICT Zoetermeer van de hogeschool gehuisvest in één gebouw met opleidingen van het ID College. Deze Academie voor ICT Zoetermeer verzorgt twee opleidingen: Informatica en Bedrijfsinformatica. De Academie voor ICT heeft ook EnterPrize opgezet, gevestigd in hetzelfde gebouw. Het betreft een concept waarin jonge ondernemers worden gefaciliteerd bij het starten van innovatieve ICT-bedrijven. De belangstelling voor het concept is groot: de beschikbare ruimte is in korte tijd gevuld met 6 ICT-bedrijfjes. Deze bedrijfjes werken nauw samen met de twee opleidingen. Met de gemeente Zoetermeer, de Raad voor Ondernemend Zoetermeer, de twee vo-scholen van Zoetermeer en het ID College wordt ook samengewerkt in het driejarige project ‘ICT-Continué’, gericht op doorlopende leerroutes, competentiegericht onderwijs/producerend leren en relatiebeheer.
30
In Leiden, kennisstad in een omgeving met bio- en life sciences, werkt de hogeschool in een strategische alliantie samen met de Hogeschool Leiden. Samen met deze hogeschool is een samenwerkingsovereenkomst gesloten met de Universiteit Leiden. Met het ROC Leiden zijn er structurele contacten over samenwerking en doorstroom. Voor het bacheloronderwijs geldt dat de relaties met bedrijven en instellingen in de regio, naast stages en afstudeeropdrachten, enorm toenemen en een steeds belangrijkere rol gaan spelen in het reguliere curriculum. De hogeschool heeft daarnaast samenwerkingsrelaties en overeenkomsten met veel (onderwijs)instellingen en bedrijven in Europa en daarbuiten. In de meeste gevallen is er sprake van een bilateraal contract (op opleidingsniveau). Daar waar geen contract bestaat, is er sprake van een ‘gentleman’s agreement’. Incidenteel is een en ander beklonken in een ‘Memorandum of Understanding’ waarin opgenomen de voornemens tot samenwerking. De overeenkomsten betreffen vooral afspraken in-zake ‘student-exchange’ en incidenteel ‘staff-exchange’ of ‘curriculum development’. Centraal in deze netwerken staan de Engelstalige opleidingen HEBO en IBMS, met daarnaast een sinds jaren zeer actieve PABO. Zie bijlage 5 voor een overzicht.
31
Sabine Kunst is hoofd van de unit Onderwijs & Kwaliteit van de dienst Onderwijs- en Studentenzaken. Als zodanig is zij nauw betrokken bij de operatie Haagse Bachelor. Dit onderwijskundig concept staat voor de zelfregie van de student, studieloopbaanbegeleiding en een digitaal portfolio. In dit portfolio wordt de competentieontwikkeling van studenten zichtbaar gemaakt en gevolgd.
<< Het belangrijkste dat wij als hogeschool dit jaar in het kader van de Haagse Bachelor hebben bereikt, is dat wij bezig zijn om een gemeenschappelijke visie op onderwijs tot stand te brengen. Dat beperkt zich niet tot de sfeer van bestuur en beleid maar is juist ook zichtbaar binnen onderwijsafdelingen. De voornaamste ‘slag’ die moet worden gemaakt, is de realisering van een grotere keuzevrijheid voor studenten. Die grotere keuzevrijheid willen de opleidingen bereiken door de ontwikkeling van een ruim aanbod van minors voor de eigen studenten en die van andere opleidingen binnen de hogeschool. Minors bieden studenten de mogelijkheid om zich aanvullend te kwalificeren, terwijl zij ook bijdragen aan het vermogen om met anderen samen te werken. De ontwikkeling van minors is in 2005 goed op gang gekomen. De hogeschool kent nu circa twintig van dit type programma’s en dit aantal breidt zich nog voortdurend uit. De uitdaging voor de komende periode ligt in het benutten van de kansen en mogelijkheden die óók onze omgeving hiervoor biedt. In dat geval zullen onze afgestudeerden straks terecht kunnen worden betiteld als eigentijds en breed gekwalificeerde, Haagse bachelors! <<
Sabine Kunst Hoofd van de unit Onderwijs & Kwaliteit van de dienst Onderwijs- en Studentenzaken
<< We zijn bezig een gemeenschappelijke visie op onderwijs tot stand te brengen <<
33
Ritsart Plantenga is teamleider van HBO-Rechten, één van de opleidingen van de afdeling Bestuur, Beleid en Recht. Als lid van de werkgroep Minors was Plantenga het afgelopen jaar betrokken bij het ontwikkelen van een model voor het realiseren van meer keuzevrijheid voor studenten, een van de fundamenten onder het concept van de Haagse Bachelor.
<< Zelfregie van studenten annex de introductie van minors als middel om hun keuzevrijheid te vergroten is goed en noodzakelijk maar betekent niet dat je elke vorm van sturing kunt weglaten. Gezien het karakter van een opleiding moet goed worden nagedacht over wat passend en mogelijk is en hoe je studenten bij hun keuze moet begeleiden. In het ene geval zal dit tot een beperkter, meer opleidingsgebonden aanbod van minors leiden dan in het andere. Het concept van de Haagse Bachelor biedt die mogelijkheid. Het uiteindelijke aanbod dat je als opleiding doet, moet synchroon lopen met de ontwikkelingen binnen het eigen domein. Nu is dat niet zo. Maar als het werkveld mij straks zou vragen om mijn studenten, naast hun juridische scholing, bijvoorbeeld een minor Chinees aan te bieden, dan moet ik daar waarschijnlijk in mee gaan. Tot die tijd zeg ik tegen mijn studenten: ‘Als je een breed aanbod van minors wilt, prima, maar dan word je geen jurist.’ <<
Ritsart Plantenga Teamleider van de HBO-Rechten
<< Zelfregie van studenten is goed en noodzakelijk <<
35
Jean Jaminon is strategisch adviseur van het College van Bestuur. In die kwaliteit had hij een belangrijk aandeel in de totstandkoming van HOP 6 en de formulering van de centrale thema’s. Bijgaand gaat Jaminon in op achtergrond, inhoud en resultaten van het zogenoemde assortimentsbeleid, een van de wegen die de hogeschool heeft gekozen voor het realiseren van een zo breed mogelijk bereik van haar onderwijsarrangementen (thema Maximale Participatie).
<< Van hogescholen wordt een belangrijke bijdrage verwacht in de overgang naar een internationale kennissamenleving. Die bijdrage is nodig: ons land vertoont op cruciale terreinen achterstand, onder meer wat betreft opleidingsniveau van de beroepsbevolking. Dat niveau moet omhoog en daarbij hoort óók dat meer mensen de gelegenheid krijgen om succesvol een hogere opleiding te volgen. Om dat te bereiken moeten wij zorgen voor een gevarieerd onderwijsaanbod, dat ook diegenen weet aan te trekken die tot nu toe niet of zelden de weg naar een hogere beroepsopleiding vonden. Daarbij valt te denken aan studenten uit migrantengroepen maar ook aan werkenden en werkzoekenden die zich aanvullend willen kwalificeren. Natuurlijk betekent dit niet dat nu álles ‘in de aanbieding gaat’. Als serieuze hogeschool zijn wij niet geïnteresseerd in modieuze trajecten die kortstondig veel studenten trekken. Wij kijken vooral hoe we een beproefd gebleken assortiment vanuit eigen huis kunnen verbreden. De eerste resultaten zijn er al. Onze minors, de ontwikkeling van een aantal volwaardige HBO-masters (masteropleidingen met een volwassen onderzoekscomponent), en de associate degree Facility Management. Of wij op deze manier uiteindelijk meer studenten binnen krijgen én houden moet worden afgewacht. <<
Jean Jaminon Strategisch adviseur van het College van Bestuur
<< Hoe kunnen we een beproefd assortiment vanuit eigen huis verbreden? <<
37
Inez Klapper is teamleider van Management in de Zorg, één van de opleidingen van de afdeling Bestuur, Beleid en Recht. Als zodanig is MiZ de voortzetting van de opleiding van Kader in de Gezondheidszorg, zij het in een volledig nieuwe jas. De tweejarige deeltijdopleiding van weleer is omgebouwd tot een aantrekkelijk vierjarig traject.
Je hoort tegenwoordig niet zelden de stelling verkondigen dat (meer) management zo ongeveer het laatste is waar de zorg op zit te wachten. Deze opvatting gaat echter volledig voorbij aan wat zich daar precies voltrekt. Organisatie en werkwijzen maken over de hele linie een kanteling door. De soms letterlijk enigszins ‘zorgelijke’ sector van voorheen ontwikkelt zich gaandeweg tot een moderne, commercieel opererende bedrijfstak. Dat vraagt misschien niet om méér, maar wel om een ander type managers. Mensen met ondernemingszin. Vernieuwers. Maar natuurlijk altijd met voldoende oog voor en kennis van het eigene van de zorg. Met de opleiding MiZ spelen wij in op deze veranderingen en combineren wij in ons onderwijs als voornaamste elementen de theorie en praktijk van de professionele zorg met de kennis en kunde van het ondernemen, met het gebruik van de mogelijkheden van een notoir belangrijke, technologische ontwikkeling als E-Zorg. Daarbij gaat het niet alleen om een reageren op wat het werkveld vraagt maar proberen wij de aard en richting van bedoelde veranderingsprocessen ook actief mee vorm te geven. <<
Inez Klapper Teamleider van Management in de Zorg
<< De zorg vraagt om een ander type managers <<
39
In 2005 ging nieuw technisch beroepsonderwijs in de vorm van Composail van start. In dit project krijgen studenten de kans mee te werken aan het ontwerpen en bouwen van een hypermoderne wedstrijdzeilboot. Bij de bouw wordt gebruik gemaakt van het materiaal composiet. Het project sluit aan op de toenemende vraag in het bedrijfsleven naar technici die kennis hebben van deze composiettechnologie. Composail is een samenwerkingsverband met het Technocentrum Haaglanden en de Dutch Sailing Academy.
40
>> Ik had nog nooit een zeilboot van dichtbij gezien >>
>> Samen met drie medestudenten deed ik mee met Composail. Ons project duurde een half jaar. Er was toen nog geen zeilboot, alleen maar een schets op papier. Wij hebben een interface voor een informatiesysteem ontworpen. Met dit systeem wordt de zeiler uitgedaagd om zelf op zoek te gaan naar een manier om de boot optimaal te laten zeilen. We kregen allemaal een projectrol: ik zelf werd projectmanager. Dat op zich was al een uitdaging. Als leidinggevende moest ik plannen, anderen aansturen, maar ook contacten leggen met bedrijven. Omdat het voor ons niet altijd duidelijk was wie bij Composail ons aanspreekpunt was, hebben we als team veel op eigen koers gevaren. Ik heb in dat half jaar heel veel geleerd. Ook van de zeilers zelf trouwens. Voordat ik dit project deed, had ik nog nooit een zeilboot van dichtbij gezien. Nu heb ik een zeiltocht gemaakt en ik weet ook wat al die zeiltermen betekenen. Over het resultaat dat we bereikt hebben, zijn wij dik tevreden. De mensen bij Composail trouwens ook. Ons product vonden ze zo innovatief, dat we de kans krijgen het zelf op de markt te brengen. >>
Caroline Vermeer 3e jaars studente Human Technology Mijlpaal 2005 > Composail
Op 8 november vond de Haagse Bacheloronderwijsdag plaats, een dag speciaal voor docenten. Er werd gediscussieerd over De Haagse Bachelor, een onderwijsvernieuwingsprogramma dat in 2008 gerealiseerd moet zijn. Belangrijke punten in dit programma zijn: zelfregie van de student, studieloopbaanbegeleiding, samenwerken met het bedrijfsleven, meer keuzeruimte voor de student. Op de onderwijsdag werden onder meer de resultaten van de werkgroepen gepresenteerd en besproken. In deze werkgroepen zijn de doelstellingen van de Haagse Bachelor verder uitgewerkt en geconcretiseerd.
42
>> Je ziet mensen die je normaal niet ziet >>
>> Voor mij zijn de Haagse Bachelordagen vooral belangrijk om met elkaar van gedachten te wisselen over waar we met z’n allen mee bezig zijn Je ziet mensen die je normaal niet ziet als je druk bezig bent op je eigen eilandje. Maar we hebben wel één gezamenlijk doel: studenten helpen hun weg te vinden naar de arbeidsmarkt. Ik vind het belangrijk dat studenten hun passie vinden. Studieloopbaanbegeleiding is een hulpmiddel dat volgens mij terecht een belangrijk aandachtspunt is in de Haagse Bachelor. De kernpunten van de Haagse Bachelor zijn al geïntegreerd in de opleiding Human Technology. Minors, studieloopbaanbegeleiding en nauwe samenwerking met het bedrijfsleven zijn bij het ontwikkelen van deze nieuwe opleiding meteen toegepast. Bij Human Technology staat de gebruiker en zijn beleving centraal bij het ontwerpen van techniek. In het onderwijs proberen we dit ook toe te passen. Zo doen we bijvoorbeeld alle projecten met het bedrijfsleven: het werkveld moet kennismaken met onze studenten en de studenten met het werkveld. Van de Onderwijsdag is de lezing van Frans Meijers me het meest bijgebleven. Hij is lector Pedagogiek van de Beroepsvorming en doet veel onderzoek naar de ‘gebruiker’ van onderwijs. Hij gebruikte de metafoor ‘verliefdheid voor studiekeuze’. Ik vond het een inspirerende lezing. >>
Iefke Bloothoofd Docent bij de afdeling Technology, Management & Design, onder andere bij de opleiding Human Technology Mijlpaal 2005 > Haagse Bachelor Onderwijsdag
Op dinsdag 4 oktober 2005 organiseerde het International Office een aantal activiteiten in het kader van de ‘nationale week van studeren en stage lopen in het buitenland’: de Wil-Weg-Week. In verschillende stands konden studenten informatie verzamelen over alles wat met studeren of stage lopen in het buitenland te maken heeft. Er was informatie verkrijgbaar over beurzen en fondsen, visa- en verblijfszaken en er waren allerlei organisaties aanwezig die de student verder konden helpen.
44
>> Ik heb er vooral leren improviseren >>
>> Het was nog nooit in me opgekomen om mijn stage in het buitenland te gaan doen. Tot mijn stagebegeleider me op de mogelijkheid wees. Van februari tot juli heb ik in Marowijne gezeten, een district in de binnenlanden van Suriname. De Stichting Ondersteuning Onderwijs Marowijne (STOOM) werkt daar aan de renovatie van schoolgebouwen. Zij probeert ook het lesmateriaal en de manier van lesgeven te verbeteren. Voor een praktijkschool heb ik een plan gemaakt waardoor bouwkundestudenten praktijkervaring krijgen bij de renovatie van hun eigen school. De docenten en de studenten mochten zelf beslissen hoe ze de ruimtes wilden hebben. De stage is me heel goed bevallen. Ik heb er vooral leren improviseren. Je moet het doen met de beperkte middelen die je daar hebt. Probeer maar eens een workshop voor veertig mensen te organiseren zonder telefoonverbinding. Wat wij hier in Nederland hebben, is niet vanzelfsprekend: je mag blij zijn dat je hier les krijgt en water en elektra tot je beschikking hebt. Op de Informatiemarkt heb ik foto’s laten zien van mijn dorpje Moengo en teksten uit mijn dagboek dat ik had bijgehouden. Dat sprak erg aan. Mijn stageverslag is ook in de vorm van een boekje uitgegeven door STOOM. Met de opbrengsten wordt beroepsdocumentatie voor de scholen aangeschaft. >>
Jan-Willem Sutorius Laatstejaars student Bouwkunde Mijlpaal 2005 > Stage in de binnenlanden van Suriname
In november werden drie evenementen georganiseerd waar PABO-studenten aan de hand van praktische toepassingen hun kennis en vooral kunde lieten zien aan een breed publiek. Op het Natuur en Techniek Spektakel in het Haagse Stadhuis lieten studenten kinderen spelenderwijs techniek ontdekken. De dag daarna gaven acht studenten een indruk van hun kunnen op de landelijke VTB-parade (Verbreding Techniek Basisonderwijs) in Utrecht. In de regio Haaglanden doen 97 basisscholen mee met VTB en landelijk 1000 scholen. Diezelfde week verzorgden PABO-avondstudenten een workshop rondom techniek voor leerkrachten uit het basisonderwijs.
46
>> Het was een dag die zinderde >>
>> Aan die week in november gingen maanden voorbereiding vooraf. Ik begeleidde de processen, maar de studenten zorgden voor de uitvoering. Op zondag was er het Natuur en Techniek Spektakel. Bijna honderd PABOstudenten lieten kinderen techniek ontdekken in zelfgemaakte ‘kermisattracties’. Het was een dag die zinderde. Een dag later was er de VTBparade in het Spoorwegmuseum in Utrecht, een landelijk spektakel met een breed publiek. Wij verzorgden daar een interactieve techniekpresentatie. Diezelfde week hielden avondstudenten een workshop voor leerkrachten. Ze lieten zien hoe je techniek in allerlei vakken kunt integreren. PABO-studenten lopen niet meteen warm voor techniek. Meestal zijn dat vrouwelijke studenten met een Alfa-achtergrond. De beste manier om hen te laten ervaren dat techniek leuk kan zijn, is hen er zelf mee te laten werken. Als leerkracht krijgen zij net zo goed te maken met kinderen die niets met taal hebben, maar liever met hun handen werken. Ik spreek studenten aan op die verantwoordelijkheid en ik zie dat ze die op zich nemen. Naarmate ze vertrouwd raken met techniek, wordt de drempel lager. Het mooie is dat hun zelfvertrouwen en betrokkenheid bij het onderwijsvak daardoor alleen maar toenemen. Dat probleemoplossend vermogen moeten ze straks ook stimuleren bij de kinderen in hun klas. >>
Gert van der Sikke PABO-docent Natuur en Techniek en Onderwijskunde Mijlpaal 2005 > Organiseerde evenementen waar PABOstudenten techniek in de schijnwerpers zetten
Op 14 december was er een masterclass speciaal voor 3e en 4e jaars hbo- en wo-studenten. Facility Management Nederland (FMN), de branchevereniging voor Facility Management, organiseerde de masterclass ter gelegenheid van haar 10-jarig bestaan. Deelnemers werden getest op hun kennis en affiniteit met Facility Management. Botzen kwam uiteindelijk als winnaar uit de bus. Ze mag deelnemen aan een nationaal of internationaal congres ter waarde van € 750.
48
>> Binnenkort vertrek ik naar New York voor een congres >>
>> Ik had geen idee wat ik van die masterclass moest verwachten. We waren geselecteerd op basis van een uitgebreide vragenlijst. De beste 25 gingen door naar de masterclass. Op de dag zelf moesten we in groepjes van vijf een spel spelen dat wel wat op Triviant leek. Maar dan met vragen over het vakgebied Facility Management. Vijf winnaars bleven over. In de finale moesten we een vraag beantwoorden: in welk dier zie je Facility Management terug. Ik vond het lastig om daar meteen een goed antwoord op te bedenken. Maar uiteindelijk vonden ze mijn antwoord het beste. Ik herkende in een vogel de eigenschappen die belangrijk zijn: vanuit de lucht heeft een vogel overzicht. De vogel kan landen waar het nodig is om knelpunten aan te pakken. Het was leuk om te winnen, maar de prijs is helemaal geweldig. Binnenkort vertrek ik naar New York voor een congres. Ik heb nog twee andere sponsors gevonden die ook een deel van de kosten willen dragen. En natuurlijk blijf ik wat langer om de stad te zien. Ik kijk daar wel waar ik allemaal heen ga, nu heb ik het veel te druk met afstuderen. >>
Floortje Botzen 4e jaars student Facility Manager Mijlpaal 2005 > Winnen FMN Masterclass
Vanaf september kunnen ICT-studenten die een onderneming willen starten een speciale leerweg volgen via EnterpriZe. Zoals andere studenten volgen ze de lessen, maar terwijl ze werken in hun eigen onderneming kunnen ze een deel van de competenties verwerven waarvoor zij studiepunten kunnen behalen. Ze kunnen gebruik maken van de kennis van docenten. De ondernemende studenten hebben ieder een eigen kantoorruimte met goede voorzieningen in hetzelfde gebouw.
50
>> Elke ochtend hebben we weer zin ertegenaan te gaan >>
>> We kennen elkaar al een jaar of negen, sinds een jaar of anderhalf hebben we samen dit bedrijf: Viruly Interclick. Wij maken professionele webapplicaties zoals interactieve websites. Dat is bijvoorbeeld een website die gekoppeld is aan een administratie, zodat mensen zich via die website meteen in kunnen schrijven. Toen we hoorden van EnterpriZe waren we meteen verkocht. We kunnen gebruik maken van heel goede faciliteiten, zoals goed ingerichte kantoorruimte en telefoon. En we hebben de vrijheid om onze eigen projecten te doen. Die moeten dan wel voldoen aan bepaalde competentie-eisen. Voor ons bedrijf kunnen we ook een beroep doen op de kennis en ervaring van docenten. We delen het kantoorgebouw van EnterpriZe met nog zo’n acht ICT-bedrijfjes. De sfeer onderling is goed. Sinds we meedoen aan EnterpriZe is het heel snel gegaan met Viruly Interclick. Ons doel is met ons hbo-diploma op zak, uit te groeien tot een groot bedrijf, met een man of twintig. Het ondernemen is spannend, het eigen baas zijn voor ons is echt een uitdaging. We vinden het ook leuk om met mensen om te gaan, naar klanten toe te gaan. Elke ochtend hebben we weer zin ertegenaan te gaan. >>
Kees de Koning en Tim Oskam 1e jaars studenten Bedrijfskundige Informatica Mijlpaal 2005 > Nemen deel aan EnterpriZe
Ieder jaar kiezen internetkrant ScienceGuide en de studentenbonden LSVb en ISO een Student van het Jaar. In 2005 viel de keuze op Murat Esroy. Naast zijn studie leverde hij een actieve bijdrage aan het project Talentontwikkeling en was hij actief in een Turkse studentenvereniging. Dat combineerde hij met de oprichting van een Turkse volksdansvereniging en een club die zich bezighoudt met Turks olieworstelen.
52
>> De eerste maanden stond mijn leven op z’n kop >>
>> Ik dacht dat ik was gekozen vanwege mijn niet-Nederlandse achtergrond. Later begreep ik pas dat dat geen rol had gespeeld. Ik was voorgedragen vanwege mijn inzet voor bijvoorbeeld de studentenvereniging en het project Talentontwikkeling. Maar ik ben gekozen omdat de jury de combinatie van mijn studie met het Turks worstelen en het volksdansen zo bijzonder vond. Zo’n contrast vonden ze niet terug bij de andere kandidaten. Dat verbaast me wel, dat ik daar blijkbaar uniek in ben. De eerste maanden na de verkiezing stond m’n leven op z’n kop. Er was gerekend op wat aandacht van de pers, maar de enorme belangstelling van vooral de Turkse media verraste iedereen. Zo’n verkiezing draait in andere landen om studieresultaten. In Nederland gaat het om wat je naast je studie doet, of je je inzet voor de maatschappij. De mediabelangstelling is nu gelukkig minder, maar er gaat geen week voorbij of ik krijg een uitnodiging voor een of ander evenement. De aandacht is geweldig, maar als ik niet oppas, verdrink ik erin. Ik moet ook nog aan mijn studie toekomen. De mensen van de Haagse Hogeschool hebben me daar al heel erg bij geholpen. Die gaven me op de juiste momenten de ruimte en kansen zodat ik al die dingen heb kunnen combineren. Ik ben ze daar heel dankbaar voor. >>
Murat Ersoy Laatstejaars student Commerciële Economie Mijlpaal 2005 > Uitverkozen tot student van het jaar
In 2005 werden plannen gemaakt en voorbereidingen getroffen voor het project ‘Dikke Maatjes’. Het project is in 2006 gestart en is erop gericht het toenemende overgewicht bij jonge kinderen een halt toe te roepen. Het project is een onderdeel van het overkoepelende project Gezond Gewicht van de gemeente Den Haag en wordt gefinancierd door de GGD. ‘Dikke Maatjes’ is de werktitel. Het is aan de kinderen zelf om de definitieve naam voor het project te bedenken.
54
>> Ik verwacht dat het een enorm project gaat worden >>
>> Het aantal kinderen dat te dik is, is schrikbarend hoog. Bij maar liefst één op de acht kinderen is er sprake van overgewicht, in sommige wijken ligt dat getal nog hoger. Het is erg slecht als kinderen op zo’n jonge leeftijd al tien tot twintig kilo te zwaar zijn. Naarmate ze ouder worden, neemt dat overgewicht alleen nog maar toe. We gaan starten met een groepje van 14-20 kinderen. Dat is een gemengd groepje uit verschillende wijken en met verschillende achtergronden. Onze studenten gaan de kinderen op een drietal punten begeleiden. Op de eerste plaats gaan ze twee of drie keer per week met de kinderen sporten. Dat kunnen allerlei sporten zijn. Verder gaan de studenten naar de kinderen thuis om voedingsadvies te geven aan kinderen en hun ouders. Ik vind het opvallend dat er zo veel onwetendheid is op dit gebied. Verder gaan de studenten in de buurt kijken wat de beweegmogelijkheden zijn voor de kinderen. Ik verwacht dat het een enorm project gaat worden. Ik zou graag zien dat zorgverzekeraars dit project ook gaan vergoeden. Bij sommige projecten voor volwassenen gebeurt dat al wel. We weten bij voorbaat al dat het project een enorm succes gaat worden. >>
Cuny de Nie Docent bij de afdeling Sport Mijlpaal 2005 > Coördineert het project ‘Dikke Maatjes’
Op 9 september organiseerde de post-hbo-opleiding Coaching en Consultancy het jaarlijkse openingssymposium. Dit jaar was de titel ‘Waarom slimme mensen domme dingen doen; een verhelderende kijk op het schemergebied tussen ratio en gevoel’. Gastspreker was Ben Tiggelaar. De opleiding verzorgt sinds 1997 trainingen, opleidingen en begeleidingstrajecten voor instellingen en bedrijven.
56
>> Ben Tiggelaar kreeg de zaal in beweging >>
>> Ik heb mijn best gedaan deze opleiding anders te laten zijn dan al die andere. En dat is gelukt. Deze opleiding is bijzonder door de modulaire opzet, je hoeft alleen die modules te volgen die voor jou relevant zijn. Aan andere coachingsopleidingen zit je meteen een jaar vast. Verder maken wij de unieke combinatie van coaching met consultancy. Dat maakt de opleiding interessant voor mensen voor wie coachen één van hun taken is, voor de zelfstandig adviseur of de manager die moet coachen. Het is een ‘Action learning’-opleiding, praktijkgericht. Met circa 32 freelance medewerkers, coaches, supervisoren, docenten en trainers verzorgen we de open post-hboopleiding en maatwerktrajecten. Deze medewerkers zijn allemaal werkzaam in de praktijk. Iets waar we bewust voor gekozen hebben. Het symposium is een kans de opleiding jaarlijks op de kaart te zetten. We halen de contacten aan met de bedrijven die opdrachtgever zijn voor onze maatwerkopleidingen. Met veel moeite was het me gelukt om Ben Tiggelaar als gastspreker te krijgen. Die gaf een lezing en er was een interactief deel. Tijdens de gedragsoefeningen kreeg hij de zaal ook echt in beweging. >>
Marianne Walhout Course manager post-hbo Coaching en Consultancy en Maatwerk Mijlpaal 2005 > Organiseerde het symposium ‘Waarom slimme mensen domme dingen doen’
Op 10 november werd in het kader van een onderwijsproject door eerstejaarsstudenten van de Opleiding voor Management, Economie en Recht het warenhuis 'De Herfst' georganiseerd. Om ervaring op te doen met plannen, inkopen, verkopen en financiën werd er een warenhuis ingericht waar dames-, heren-, kinderen sportkleding werden verkocht.
58
>> Ik heb door deze ervaring vooral leren samenwerken >>
>> Ik was één van de tien directeuren van ‘Het Warenhuis’. Zo’n 150 studenten waren ons personeel. Dat vond ik het moeilijkst, de onderlinge samenwerking en de strubbelingen die daarbij komen kijken. Het was lastig overzicht te houden waar iedereen binnen zo’n grote groep mee bezig was. Omdat we nog maar net begonnen waren met deze studie, kenden we elkaar helemaal niet. De opdracht heeft bij de kennismaking met mijn medestudenten wel geholpen. Het warenhuis vond plaats op een middag in de kantine van de Rugzak. Onze locatie bleek lastig te vinden, want het aantal bezoekers viel tegen en er werd dus ook weinig verkocht. Ondanks de mooie flyers die onze afdeling promotie had gemaakt. Het doel van de opdracht was zo’n warenhuis te organiseren maar ook te leren van de dingen die misgingen en communiceren. Omdat we als groep zouden worden beoordeeld, hadden we ook allemaal belang bij een goed resultaat. Dat lukte ook, we kregen een goede beoordeling. Het managen van zo’n grote groep mensen vond ik erg leuk, maar ook uitdagend en stressvol. Als mensen hun afspraken niet nakomen, ben jij wel degene met de eindverantwoordelijkheid. >>
Marije Uilenberg 1e jaars student bij de Opleiding voor Management, Economie en Recht Mijlpaal 2005 > Was betrokken bij de organisatie en uitvoering van Warenhuis ‘De Herfst’
60
Maximale participatie >>
61
Het College aan het woord Instroom >> Els Verhoef is te spreken over de ontwikkeling van een groeiend aantal minors binnen afdelingen en lectoraten. Ten aanzien van de doelstelling ‘maximale participatie’ is ze trots op de grotere instroom van studenten en op het groeiend aantal contacten met allochtone aspirantstudenten in vo en mbo binnen het project Talentontwikkeling. Die contacten zijn een optimale voedingsbodem voor de eerste generatiestudenten om een hbo-studie te gaan volgen en voor studenten met een functiebeperking, waarvoor specifiek beleid is ontwikkeld. Voorts noemt zij de toename van het aantal bedrijfsprojecten, de interne kennisdeling door middel van netwerken en conferenties en de activiteiten in het kader van duurzaamheid, zoals die met name op de TH Rijswijk worden uitgevoerd. In 2005 is op dit terrein ook een convenant met de gemeente Den Haag gesloten. Kwaliteitszorg >> De collegeleden spreken hun tevredenheid uit over het feit dat kwaliteitszorg steeds hoger op de agenda’s van de medewerkers in de hogeschool staat. Els Verhoef is erg tevreden over het aantal positieve visitaties en accreditaties:‘De inspanningen die de medewerkers leverden in de visitatietrajecten, zorgen ervoor dat het kwaliteitszorgsysteem steeds beter op orde komt. Dat vind ik een gunstige ontwikkeling. De positieve visitatierapporten en de daarop volgende accreditaties zijn daarvan het resultaat.’
63
64
Wie studeren op de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk? Samenstelling studentenpopulatie >> Voor het collegejaar 2005/2006 hebben zich naar verhouding meer vrouwen ingeschreven dan het jaar ervoor. In 2004/2005 was 59% man en 41% vrouw. In 2005/2006 zijn deze percentages respectievelijk 57% en 43%. De sector Techniek blijft nog altijd de sector met naar verhouding de meeste mannen, terwijl bij de sectoren Gezondheidszorg, Gedrag en Maatschappij en Onderwijs vrouwen duidelijk in de meerderheid zijn. Bij de economische opleidingen is de verhouding tussen mannen en vrouwen bijna gelijk. Het aandeel van de allochtone studenten in de totale inschrijvingen is in 2005/2006 toegenomen, 29,4% tegen 27,7% in 2004/2005. Op de totale studentenpopulatie dus een toename, terwijl bij de instroom het percentages allochtonen iets achteruit is gegaan, van 34,1% naar 33,1%. De vraag is in hoeverre dit eenmalig is geweest of dat deze verandering, die ook elders in het land was te zien, zal doorzetten. Een ander aspect is de toename van eerste-generatiestudenten: studenten waarvan de ouders geen hoger onderwijs hebben genoten. Het percentage eerste-generatiestudenten van de instroom is nog niet in kaart gebracht. Wel is uit studenttevredenheidsonderzoek De Reflector 2005 bekend dat ongeveer 54% van de studenten behoort tot de groep eerste-generatiestudenten. Vooropleiding >> In de samenstelling van de studentenpopulatie naar vooropleiding is het afgelopen jaar niet veel veranderd. Het percentage havisten is iets opgelopen en bedroeg in 2005/2006 52% van de instroom. Het aandeel van de vwo’ers in de instroom daalde van 12 naar 10%. De groep mbo’ers bleef stabiel op ruim 25% zowel bij de instroom als in het totaal van de inschrijvingen. De groep ‘Overig’ is nu voor het eerst gesplitst in een groep Buitenlands Diploma (BD: 6% van de instroom), een groep die toelatingsonderzoek heeft gedaan (Colloctium Doctum CD: 4% van de instroom) en een restgroep (Overig: 2% van de instroom).
65
Afgestudeerden >> In de bijlagen zijn nu voor de laatste 5 jaar de aantallen afgestudeerden van de Haagse Hogeschool en de TH Rijswijk samengevoegd. Het aantal afgestudeerden is het afgelopen jaar ongeveer gelijk gebleven, 2818 afgestudeerden in 2005/2006. In de tabel zijn voor alle jaren alle afgestudeerden geteld, ongeacht hun bekostigingsstatus. Dit sluit aan bij de definitie die de HBO-Raad hanteert. Waar het aantal afgestudeerden in de economische sector iets is gedaald, mag verwacht worden dat dit in de toekomst gaat toenemen, gegeven de groei van de nieuwe opleidingen Small Business & Retail Management, HBO-Rechten en Integrale Veiligheidskunde in deze sector. Naar verwachting zal het aantal afgestudeerden in de technische sector de komende jaren gaan afnemen, aangezien al jaren het aantal ingeschreven studenten voor die opleidingen terugloopt. Studiestakers >> In de bijlagen zijn nu voor de laatste vijf jaar de aantallen studiestakers van de Haagse Hogeschool en de TH Rijswijk samengevoegd. Het aantal studiestakers is het afgelopen jaar toegenomen met bijna 5%, van 2001 naar 2098 in 2005/2006. Er worden binnen de hogeschool in toenemende mate inspanningen verricht om het aantal studiestakers te beperken. Om meer inzicht te verkrijgen in de motieven van studenten om met de opleiding te stoppen heeft de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk een onderzoek uit laten voeren door het SCOKohnstamm Instituut en SEO Economisch Onderzoek ‘Stoppen of doorgaan? Vertrekkers en switchers van de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk: wie, waarom en hoe uitval te voorkomen?’. Aan dit onderzoek werkten ongeveer 1200 (oud-)studenten mee die in de periode 2000-2004 zijn gestopt met de opleiding of zijn geswitcht van opleiding. De belangrijkste reden om de studie te staken en/of van studie te veranderen was voor 31% de verkeerde studiekeuze. Voor 29% was de inhoud of de uitdagendheid van de opleiding de belangrijkste reden en 15% had voornamelijk persoonlijke redenen.
66
Belangrijkste reden
Stakers opleiding (n = 1.172)
Verkeerde studiekeuze
31%
Inhoud/uitdagendheid opleiding
29%
Persoonlijke redenen
15%
Bindend/niet-bindend negatief studieadvies
12%
Contact docenten/studenten/sfeer
9%
Anders Totaal
4% 100%
Bron: Studiestakers en -switchersonderzoek Haagse Hogeschool/TH Rijswijk
Bijna de helft van de studenten blijkt pas over het stoppen met de opleiding te praten met anderen wanneer zij een voorlopig of definitief besluit hebben genomen. In vergelijking met landelijke uitkomsten veranderen onze studenten minder vaak van opleiding, 65% volgt na twee jaar nog steeds dezelfde opleiding, terwijl dit percentage landelijk 51% is. Iets meer dan de helft van de studenten die gestopt zijn met de opleiding, stapt daadwerkelijk uit het hoger onderwijs. Opmerkelijk is dat ongeveer de helft van deze vertrekkers aangeeft terug te willen naar het hoger onderwijs. Gemiddeld gaan 150 studenten per jaar van de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk, zonder einddiploma, doorstuderen aan een universiteit, slechts 10% van hen stapt uiteindelijk uit het hoger onderwijs Studiesucces >> Het rendement van de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk blijft achter bij het landelijke gemiddelde. Van de studenten die acht jaar geleden met hun opleiding zijn begonnen, bedraagt het rendement 54% (4% lager dan het landelijke gemiddelde) en van hen die 5 jaar geleden zijn begonnen bedraagt het 43% (7% lager dan het landelijke gemiddelde). Zowel landelijk als voor de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk is een dalende trend waar te nemen rond de rendementen van de cohorten
67
1995 - 1999. Maar het tij lijkt te keren. Analyse van het cohort 2002 geeft een iets hoopvoller beeld: 65% van de studenten die in 2002 zijn begonnen volgt na twee jaar nog steeds dezelfde opleiding en 83% van deze groep heeft de propedeuse gehaald (een voorlopig propedeuserendement van 54% na 2 jaar). Hiermee komt het overigens niet vanzelf goed. Studiebegeleiding vraagt nadrukkelijk aandacht, mbo’ers blijken vaker uit te vallen dan studenten met een andere achtergrond en havisten switchen relatief vaker. In de komende planperiode zal het beleid meer gericht zijn op de verschillende doelgroepen. Het transversaal rendement voor de hogeschool als geheel liep terug van 55,9% in 2003/2004 naar 54,9% in 2004/2005, terwijl gehoopt en gekoerst was op een verdere stijging van het rendement. Deze teruggang is reden tot grote zorg. Actie is geboden. Najaar 2005 is een werkgroep gevormd, die in korte tijd een plan van aanpak heeft gepresenteerd ter verbetering van het studiesucces van studenten. De notitie ‘Het Haagse Studiesucces, studenten uitdagen en stimuleren zichzelf te overtreffen’ beschrijft een aantal mogelijkheden om het studiesucces te verbeteren en maakt duidelijk dat studiesucces niet alleen een probleem van financieel-economische aard is voor bestuur en management, maar juist ook onderwijskundige en maatschappelijk relevant vraagstuk is. Het aangrijpingspunt voor studiesucces ligt binnen onderwijs en in de interactie tussen docenten en studenten. Het is de uitdaging voor de opleidingen en de onderwijsteams om daadwerkelijk verbetering van het studiesucces van hun studenten te realiseren. De notitie is goed ontvangen en binnen alle opleidingen en afdelingen staat dit thema hoog op de agenda.
Talentontwikkeling Met de specifieke aanpak van het project Talentontwikkeling verwachten we positieve effecten op de instroom, uitval en studieduur van eerste generatiestudenten (54% van onze totale inschrijvingen), die we helaas
68
nog niet kunnen meten. Het voortgangsverslag van het Project Talentontwikkeling is conform plan verschenen. De tevredenheid van de deelnemers is onderzocht en bleek groot te zijn. Alle deelnemende scholen zijn enthousiast over de impact van het project en het fungeert inmiddels landelijk als voorbeeld van good practice. Het is echter niet gemakkelijk de reële effecten van een dergelijk programma op studiesucces en rendement te meten. Momenteel wordt een methodiek ontwikkeld om dat zo betrouwbaar mogelijk te kunnen doen. Mentoring >> In 2004-2005 hebben 97 mentees en vijftig mentoren deelgenomen aan het project. In het najaar van 2005 begeleidden 103 mentoren 167 mentees. Er is besloten het mentorproject met drie jaar te verlengen. Er zijn startbijeenkomsten met de docentmentoren van de toeleverende scholen georganiseerd. Ook zijn tussentijdse evaluatiemomenten afgesproken. In het eerste jaar is door de enorme belangstelling voor het project besloten de deelnemers aan het project te vergroten. Studenten van Talentontwikkeling hebben ondersteuning geboden aan havo-3 leerlingen bij de profielkeuze. Studenten van de Haagse Hogeschool begeleiden, op verschillende locaties, leerlingen van het basisonderwijs, vo en mbo met het maken van hun huiswerk en/of schoolopdrachten. Bij het educatieve centrum Yasmin en bij de Stichting Aasra zijn voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd voor Surinaamse, Ghanese en Turkse ouder over het Nederlands onderwijs. Op de Haschiba is door studenten en het projectteam voorlichting gegeven aan ouders en jongeren. Er is promotiemateriaal ontwikkeld zoals een stand en kaarten. Tutoring >> Het project tutoring is ontwikkeld in nauwe samenwerking met de onderwijsafdelingen en de studenten. Er is besloten het tutorproject met drie jaar te verlengen. In het eerste halfjaar 2005 is een succesvolle pilot gedraaid van studenttutoring bij de afdelingen Accounting & Financial Management en Informatica. Het tweede halfjaar van 2005 is van start gegaan met het
69
inbedden van studenttutoring bij de Opleiding voor Management, Economie en Recht, Sociaal Pedagogische Hulpverlening, en de afdeling Bestuur, Beleid en Recht. Daarnaast zijn er een aantal geïnteresseerde opleidingen bij betrokken, die ofwel al een eigen concept van tutoring hebben ofwel pas in het cursusjaar 2006-2007 willen starten met tutoring.
Oriëntatie op het VervolgOnderwijs (OVO) Proefstuderen is in 2005 voor de vierde keer grootschalig aangeboden. In 2005 zijn er vier proefstudeerdagen geweest, één in april, één in juni en twee in december. In april had de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk 549 aanmeldingen, in juni 242 aanmeldingen en in december 2005 had de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk 1.791 aanmeldingen. De opkomst is gemiddeld 78%. De proefstudeerdag in juni is nieuw en zal ook in 2006 weer worden aangeboden. In totaal zijn 18 scholen bij de Haagse Hogeschool met hun 4 havo klas op Groepsbezoek geweest. Per schoolbezoek komen er gemiddeld 75 leerlingen. Deze groepsbezoeken zijn een eerste kennismaking van leerlingen met het hbo-onderwijs. In 2005 is ervaring opgedaan met meer maatwerkprogramma’s; hierbij krijgen de opleidingen meer een aandeel in het programma. Een kleine duizend leerlingen hebben zich in 2005 aangemeld om deel te nemen aan de activiteit Meelopen.
Studentenbegeleiding Gemeenschappelijke studentenvoorzieningen functioneren als vangnet en trampoline voor studiesucces. Enerzijds bij het samen met de studenten creëren van financiële, facilitaire, juridische of andere voorwaarden voordat er van studeren sprake kan zijn. Anderzijds werken zij als trampoline bij studiestaken en studieswitchen. Om studie-uitval te voorkomen (kwalificatiewinst), daar waar de klik met de opleiding niet tot stand komt.
70
Loopbaancentrum >> De huidige werkwijze van het Loopbaancentrum is ontwikkeld onder de druk van stijgende en wisselende bezoekersaantallen en de ambitie om wachtlijsten te voorkomen. Er start elke drie weken een heroriëntatiecursus en de wachtlijst voor vervolggesprekken na intakes is beperkt tot drie weken. Over de toegevoegde waarde van de interventies van het loopbaancentrum kunnen we kort zijn: het animo om te blijven studeren in het hoger onderwijs nam toe van 40 naar 78% en het animo om een studie aan de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk te blijven volgen is toegenomen van 23 naar 42%. Uiteindelijk stopt slechts 10% met studeren en kiest ruim 42% van de deelnemers voor een studie aan de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk. Deelnemers aan trajecten zijn beduidend meer zelfverzekerd over de kans dat zij de opleiding zullen afronden, 94% heeft hier (redelijk) veel vertrouwen in. Dat betekent per 100 deelnemers grofweg: - 16 studenten die geen enkel idee hadden, zich opnieuw inschrijven bij onze hogeschool - 4 van de 16 studenten die elders willen gaan studeren zich opnieuw bij onze hogeschool inschrijven - 6 van de 15 die van plan zijn te stoppen, wel doorstuderen aan de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk - andersom vertrekt 35% naar een opleiding elders Vertaald in termen van financiële kostenbaten voor het huidige jaarlijkse aantal van 300 deelnemers betekent dit een geschatte extra omzwaai van 57 studenten per jaar. Decanaat >> Het gebruik van het decanaat is gestegen van 16% van het aantal studenten (destijds ongeveer 15.000), naar 22% van 17.000 vorig jaar. Ook uit het registratiesysteem voor decanaatcontacten blijkt de afgelopen twee jaar een toename van zowel aantallen als problematiek van de studenten. Er is steeds meer sprake van complexe ‘probleemkluwens’. Dit leidt onder meer tot een langere gemiddelde gespreksduur en een complexere afhandeling. De werkzaamheden verschuiven over het
71
algemeen naar proactieve activiteiten, zoals het trainen van slb’ers, het voeren van intakes met studenten met een functiebeperking en het voeren van terugkoppelingsgesprekken met de opleidingen waarvoor de decaan als eerste aanspreekpunt werkzaam is. Uit studenttevredenheidsonderzoek De Reflector blijkt dat de waardering voor de bereikbaarheid is toegenomen van rapportcijfer 5,9 in 2002 naar 6,9 in 2005 met een uitschieter naar 7,3 in 2004. In 2005 werd duidelijk dat de hoogste waardering werd gegeven aan kleinschalige persoonlijke dienstverlening. Direct na de studentenpsycholoog staat de decaan in de top drie met een rapportcijfer van 7,2. Studentenpsycholoog >> Uit evaluaties van de afgelopen jaren (De Reflector en jaarverslag Studentenzaken) blijkt een grote tevredenheid over de kwaliteit van de dienstverlening. Ook onder opleidingen en afdelingsdirecteuren is er een stevig draagvlak voor de studentenpsycholoog. In de beeldvorming behoort de voorziening tot een vanzelfsprekendheid binnen de hogeschool. Onder de voortdurende druk van wachtlijsten is de afgelopen jaren langzamerhand een eigen werkwijze ontwikkeld, die nu zeer productief blijkt. Met behulp van tweewekelijkse open inloopspreekuren kan een student altijd even voor een kort contact terecht, waarmee een quick scan en snelle doorverwijzing mogelijk is. Voor vervolggesprekken is de wachtlijst op dit moment vier weken. Uit de registratie van gesprekken blijkt een groeiende stroom van studenten die op een of andere manier weer op de (studie)rails moet worden geholpen. Het gebruik laat een sterk stijgende lijn zien. Van 2004 naar 2005 groeide het aantal studenten met 20% (167 studenten in 2005). De bereikbaarheid is een groot probleem: hoe bekender, hoe meer toeloop en hoe meer wachtlijsten
72
‘Haagse bachelor op maat’ over studeren met een functiebeperking >> Onder de titel ‘Haagse Bachelor op maat’ presenteerde de hogeschool in juni 2005 haar aanpak voor studenten met een functiebeperking of chronische ziekte. Met deze aanpak wordt ingespeeld op de onevenredige uitval van studenten met een functiebelemmering en de eisen die de wet Gelijke behandeling inzake Handicap en Chronisch Ziekte aan onderwijsinstellingen stelt. Met maatwerk worden belemmeringen door ziekte of handicap in de studieloopbaan zoveel mogelijk weggenomen en beperkt. De aanpak bestaat onder meer uit voorlichting en communicatiemateriaal, intakes door een studentendecaan, besluitvorming door examencommissies, ondersteuning door een serviceteam van medewerkers uit ondersteunende diensten. Met de werkwijze wordt bevorderd dat de aanvraag van en besluitvorming over noodzakelijke en geschikte aanpassingen zorgvuldig en snel plaatsvindt. Aanpassingen zijn denkbaar in onderwijsprogrammering, begeleiding, toetsing, stage en algemene faciliteiten. Met het programma rond studenten met een functiebelemmering wordt de onevenredige uitval in deze groep bestreden, wat kan leiden tot een toename van het aantal afstudeerders met bijna 2% (65 per jaar).
Instroombegeleiding Buitenlands en Internationaal Diploma en Bijzondere Toelating Onder Instroombegeleiding Buitenlands en Internationaal Diploma en Bijzondere Toelating vallen een drietal hoofdterreinen: Instroombegeleiding Buitenlands en Internationaal Diploma, Voortraject meertalige Studenten en Toelatingsonderzoek 21+. Deze terreinen kennen deels een aparte instroomgroep maar er is ook sprake van overlap. Instroombegeleiding Buitenlands Diploma en Bijzondere Toelating heeft een herkenbare plek in het gebouw en een vaste stand in de centrale hal tijdens open dagen. Met ingang van 2005 wordt het rendement van de instroombegeleiding meegenomen in de
73
reguliere terugkoppelingen. Gemeten wordt het aantal gerealiseerde inschrijvingen en het studiesucces daarvan. Instroombegeleiding Buitenlands en Internationaal Diploma >> De instroombegeleiding Buitenlands en Internationaal Diploma is sinds 2003 enorm toegenomen. Niet duidelijk is waaraan deze toename te danken is. Komt dit doordat de taak centraal belegd is en er voor de aspirant studenten een duidelijk en herkenbaar loket is ingericht dat hen voorziet van alle benodigde informatie en verklaringen. Of is de verdergaande internationalisering en globalisering hier de oorzaak van? In onderstaande tabel is de toename zichtbaar gemaakt in instroombegeleiding studenten met een buitenlands en internationaal diploma in de afgelopen vier jaar. De cijfers van 2001 en 2002 hebben betrekking op de instroom bij de negen opleidingen van G/G&M. Voor de andere opleidingen in de Haagse Hogeschool zijn geen cijfers bekend. Met ingang van 1 januari 2003 is de taak ondergebracht bij de dienst Onderwijs- en Studentenzaken en is er sprake van een éénloketfunctie. Het aantal dossiers heeft betrekking op de aspirant-student, het aantal contactmomenten en op het aantal gesprekken met de aspirantstudent vanaf het eerste moment van contact tot het moment van inschrijving. In 2005 is sprake van een terugloop. Enerzijds omdat de capaciteit van de afdeling BIT onvoldoende is, waarschijnlijk is ook het overheidsbeleid hier op van invloed geweest. Inmiddels is gebleken dat het eerste intake-gesprek in een aantal gevallen twee of drie jaar voor de daadwerkelijke inschrijving heeft plaatsgevonden.
74
Kalenderjaar
Aantal dossiers
Aantal contactmomenten
2001
27
43
2002
113
223
2003
383
475
2004
464
520
2005
346
397
Hogeschoolbreed Voortraject Meertalige Studenten >> Het Voortraject Meertalige Studenten, een competentiegerichte voorbereiding op een hbo-opleiding voor volwassenen met een buitenlands diploma dat toelating biedt tot hbo, is in 1996 opgezet. Dit Voortraject levert een instroom op met een goed studierendement. Gemeten in studieduur van instroom tot diplomering is dit gemiddeld 4,5 jaar (laatste meting studierendement 2002). In 2003 was het streefcijfer van tien gehaald. Voor 2004 en volgende jaren is het cijfer vastgesteld op 25. Met 35 gerealiseerde inschrijvingen van deelnemers voortraject is het streefcijfer van 25 ruimschoots behaald. De instroom in het voortraject is gegroeid. Niet elke deelnemer schrijft zich aansluitend in. Sommigen doen dat een jaar later, een deel besluit toch geen opleiding te willen of kunnen volgen.
Studiejaar
Aantal deelnemers
Instroom
2001/02
45
10
2002/03
84
28
2003/04
113
30
2004/05
97
35
75
Toelatingsonderzoek 21+ en Hogeschoolexamen Nederlands >> De organisatie en coördinatie van het Toelatingsonderzoek 21+ van een twaalftal opleidingen maakt sinds 2003 ook deel uit van de dienst Onderwijsen Studentenzaken. Het aantal opleidingen dat van deze dienst gebruik maakt is in 2004 gegroeid van 12 naar 27, in 2005 naar 31. Landelijk gezien is de Haagse Hogeschool/ TH Rijswijk in 2005 de grootste afnemer van toelatingsexamens van het samenwerkingsverband van twintig hogescholen georganiseerd door de landelijke Coördinatiegroep Toelatingsonderzoek 21+.
Kalenderjaar
Toelatingsonderzoek 21+
Hogeschoolexamen
Totaal
229
2003
190
39
2004
280
49
329
2005
400
80
480
Kwaliteitszorg Haags Kader >> In 2005 is een kwaliteitskader ontwikkeld dat de basiskwaliteitseisen verbindt met het voorgenomen beleid van de hogeschool; het bachelorbeleid, Internationaliseringbeleid en HOP 6. Dit kader wordt als beoordelingkader gehanteerd bij interne audits ter voorbereiding op de accreditatie. Het is de bedoeling dit kader ieder jaar opnieuw te actualiseren en vast te stellen. De verschillende onderwerpen en facetten zijn voorzien van zoveel mogelijk hogeschoolbreed vastgestelde definities of omschrijvingen, ontwikkelinstrumenten en goede voorbeelden van opleidingen op dit gebied.
76
Kwaliteitsnetwerk >> In 2005 is het kwaliteitsnetwerk verder uitgebreid. Dit netwerk bestaat uit beleids- en kwaliteitsmedewerkers van de dienst Onderwijs- en Studentenzaken en onderwijsafdelingen. Door het ontwikkelen, bespreken en vaststellen van kwaliteitsonderwerpen wordt de kwaliteitszorg en -cyclus ondersteund en op elkaar afgestemd. De onderwerpen betroffen vooral het Haags Kader, de interne audits en het Kwaliteitshandboek. Binnen het kwaliteitsnetwerk zijn verschillen van taak, functie en niveau geconstateerd. Voor een verdere ontwikkeling van het netwerk en verbetering van de kwaliteitszorg op hogeschool-, afdelingsen opleidingsniveau wordt professionalisering als een belangrijke voorwaarde gezien. Het komende jaar zal dit in gang gezet worden. Interne audit >> Ter voorbereiding op de accreditatie hebben dit jaar negen interne audits plaatsgevonden bij de afdelingen Accounting & Financial Management (opleidingen Accountancy, Bedrijfseconomie en Fiscale Economie), Marketing & Commerce (opleidingen International Business and Management Studies en Small Business and Retail Management, Commerciële Economie in Den Haag en Leiden), Sport (opleiding Sport en Bewegen) en HEBO/Communicatie (opleiding Communicatie in Den Haag en Leiden). De interne audits zijn onder regie van de unit Onderwijs & Kwaliteit van de dienst Onderwijs- en Studentenzaken uitgevoerd. De interne audits hebben allen geleid tot verbetermaatregelen in de opleidingen, die naar aanleiding van het auditrapport zijn genomen. Er zijn tevens quick scans en proefaudits uitgevoerd bij de opleidingen die dit jaar gevisiteerd werden. Externe audits >> Door Hobéon zijn vier opleidingen gevisiteerd: Werktuigbouwkunde (in Den Haag en Rijswijk), Industrieel Product Ontwerpen, Bewegingstechnologie en Voeding & Diëtetiek. De audits, bestaande uit analyses van de managementreview en achterliggende dossiers en een visitatie, hebben in alle gevallen geleid tot een positieve rapportage op grond waarvan het College van Bestuur voor deze opleidingen accredi-
77
tatie heeft aangevraagd. In 2006 is bekend geworden dat de accreditaties zijn toegekend. Accreditatie >> Eind 2004 is door het College van Bestuur op grond van positieve rapportage door Hobéon, accreditatie aangevraagd bij de NVAO voor de opleidingen Facility Management, Informatiedienstverlening en -management, Bedrijfskundige Informatica, Informatica, Sociaal Pedagogische Hulpverlening, Personeel & Arbeid, Bouwkunde, Civiele Techniek en Chemische Technologie. Aan alle opleidingen is accreditatie verleend voor de komende zes jaar, behalve voor Chemische Technologie, waarover nog geen besluit gevallen is. De NVAO heeft in eerste instantie het rapport afgekeurd. Door Hobéon is een uitgebreider rapport opgesteld op grond waarvan opnieuw accreditatie is aangevraagd.
78
79
Sabine ter Steeg en Anna Maria Andriol zijn de initiatiefnemers en projectleiders van het programma Talentontwikkeling. Bijzonder aan dat project: HHS-studenten spelen als mentor of tutor een belangrijke rol in de vormgeving en opzet van Talentontwikkeling op de hogeschool. Met het programma, dat in 2004 van start ging, onderstreept de Haagse Hogeschool de ambitie van de overheid om in 2010 tenminste de helft van de jongeren een diploma in het hoger onderwijs te laten behalen.
<< De belangstelling voor het programma Talentontwikkeling groeide in 2005. Het project Mentoring, waarin havisten, vwo’ers en mbo’ers door HHS-studenten geholpen worden met hun studiekeuze, moest zelfs een wachtlijst aanleggen; teveel studenten wilden mentor worden. Hun aantal verdubbelde van vijftig in 2004, naar honderd in 2005. Het enthousiasme is verklaarbaar: de studenten van nu moesten ook ooit nadenken welke opleiding zij zouden kiezen. Sommigen hadden daar graag meer hulp bij gehad. Tutoring dan. Het andere projectonderdeel van Talentontwikkeling. Meerderejaars HHSstudenten steunen eerstejaars bij hun kennismakingsmoeilijkheden op het hoger beroepsonderwijs. Startte het project op 1 januari met drie opleidingen, na de zomervakantie groeide het aantal deelnemers snel. Vanwege de goede resultaten: het bleek dat de studieresultaten van eerstejaars die een tutor hadden, behoorlijk verbeterden. Talentontwikkeling is nu een keuzemodule, maar zou in de toekomst een programmaonderdeel moeten zijn voor veel opleidingen. Alleen al omdat mentoren en tutoren zelf baat hebben bij deelname aan het project. Ze leren organiseren, presenteren, coachen, worden getraind om jongeren na te laten denken over hun toekomst. Bovendien oriënteren ze zich opnieuw op hun eigen studie- en loopbaankeuzes. Die zelfreflectie is altijd goed. <<
Sabine ter Steeg Initiatiefnemer en projectleider van het programma Talentontwikkeling
<< Zelfreflectie is altijd goed <<
81
Maya Vos is projectleider Instroommanagement, onderdeel van de dienst Onderwijs- en Studentenzaken. Ze houdt zich onder meer bezig met de doorstroom in de beroepskolom. Of, concreter, met het ontwikkelen van activiteiten die de instroom van mbo’ers naar het hbo bevorderen en verbeteren. Die activiteiten liggen onder meer op het terrein van relatiebeheer met mbo-instellingen in de regio, loopbaanbegeleiding en opbouwen van doorlopende leerlijnen.
<< De instroom van mbo naar hbo verloopt niet probleemloos. Dat komt omdat mboinstellingen nauwelijks aandacht hebben voor studie- en beroepskeuzeadvies van hun leerlingen. Gevolg is dat doorstromende mbo’ers niet weten wat hen te wachten staat op het hbo. Ze moeten wennen aan het taalniveau, het zelfstandig werken en de manier waarop ze worden begeleid. Die aansluitproblemen zijn niet altijd het gevolg van de inzet of intelligentie van een student. Heel belangrijk is dat hbo-instellingen zoals de Haagse Hogeschool hun opleidingen stimuleren om in mbo’ers te investeren. Tegenwoordig is al bijna dertig procent van de eerstejaarsstudenten aan de Haagse Hogeschool afkomstig van het mbo. Het team Instroommanagement van de Haagse Hogeschool denkt met opleidingen mee om knelpunten in die instroom op te lossen. Zo spannen de Mondriaan Onderwijsgroep, het Albedacollege, het ROC Goes en de hogeschool zich samen in om mbo-studenten beter voor te bereiden op de opleiding Sport en Bewegen. En ontwikkelen docenten Facilitaire Dienstverlening van de Mondriaangroep en Facility Management van de Haagse Hogeschool een nieuw vierdejaar FD. In 2005 ontstonden meer van dat soort initiatieven. Een soepelere doorstroom wordt daarmee bevorderd. Maar er is nog een lange weg te gaan. <<
Maya Vos Projectleider Instroommanagement
<< Aansluitproblemen zijn niet altijd het gevolg van de inzet van de student <<
83
Monique Berger is teamleider van de opleiding Bewegingstechnologie, één van de vier opleidingen van de afdeling Technology, Management & Design. Bewegingstechnologie is een relatief kleinschalige opleiding die studenten kwalificeert voor beroepen op het snijvlak van techniek en gezondheid. Onlangs ontving de opleiding een zeer positief accreditatiebesluit van de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO).
<< Hoewel het te ver gaat om dit het beste te noemen wat ons team in 2005 is overkomen, is een goede externe beoordeling van de kwaliteit van je opleiding natuurlijk wel een fantastisch resultaat. Overigens zagen wij aanvankelijk wel enigszins op tegen het hele traject. We vroegen ons af of de beperkt beschikbare tijd niet zinvoller kon worden besteed dan aan de enorme hoeveelheid papierwerk die de accreditatie van je vraagt. Zeker achteraf moet je zo eerlijk zijn om te erkennen dat het accreditatieproces uiteindelijk veel meer heeft betekend dan de productie van een stapel documenten. Als opleiding zijn wij er bovendien ook beter van geworden. Veel van wat de NVAO aan verantwoording vraagt, bevond zich vaak alleen in ons hoofd. Nu staat alles ook op papier. Dat maakt je minder kwetsbaar. Daarnaast heeft onze gezamenlijke aanpak en betrokkenheid er toe bijgedragen dat alle relevante informatie meer dan ooit wordt gedeeld en gedragen. Ook dat maakt je als opleiding sterker. In de voorbereiding hebben wij veel steun gehad van collega’s binnen de hogeschool. Oók daardoor konden wij een sterke presentatie neerzetten. Uiteindelijk moet je uitgaan van je eigen ideeën en manier van werken. <<
Monique Berger Teamleider van de opleiding Bewegingstechnologie
<< Een goede externe beoordeling van de kwaliteit is een fantastisch resultaat <<
85
‘Dancing on an catwalk’. Onder die naam vond op 26 april een multiculturele dansmodeshow plaats. Zo’n dertig studenten, afkomstig uit verschillende culturen, showden kleding uit hun cultuur met muziek en dans. De modeshow groeide uit tot een groot spektakel. Er waren meer dan 1.000 bezoekers en er verscheen een groot artikel in de Haagsche Courant. Zainab heeft de dansmodeshow voor de Haagse Hogeschool daarna nog twee keer georganiseerd.
86
>> Ik heb vriendinnen uit allerlei culturen >>
>> Tot op het laatste moment had ik niet verwacht dat het zo groot zou worden. Ik dacht: ik organiseer gewoon een middagje modeshow. Maar om 12 uur stond het Atrium helemaal vol met zo’n duizend studenten en medewerkers. Sommige lessen werden stopgezet en zelfs de directeur kwam kijken. Achter de schermen was het heel hectisch, maar wat het publiek zag was perfect. Terwijl het geen professionele modellen waren, maar gewoon medestudenten. Het heeft me een studieachterstand opgeleverd, maar ik vond het onwijs leuk om te doen. Zelf ben ik van Afghaanse afkomst, maar ik ben van jongs af aan geïnteresseerd in andere culturen. Ik heb vriendinnen uit allerlei culturen. Ik heb het gevoel er tussenin te staan, benadruk graag het positieve. Op school zie je het ook: dat er groepjes ontstaan, omdat studenten met dezelfde achtergrond elkaar opzoeken. Ik wilde iets neerzetten waar alle studenten naar toe zouden komen, een bindend element. En volgens mij is dat gelukt. Zo werd er door sommige modellen best gewaagde kleding geshowd, met bijna blote bovenlijven, maar ook die werden met gejuich ontvangen. Ook door studenten waarvan ik denk dat ze eigenlijk niets van bloot moeten hebben. >>
Zainab Saberi 3e jaars studente Commerciële Economie Mijlpaal 2005 > Organiseerde multiculturele dansmodeshow
Op drie opeenvolgende maandagen in april was de aula het toneel van een reeks debatten over de multiculturele samenleving. Op 11 april werd gediscussieerd over de grenzen van het debat, de feiten en de actuele kwesties omtrent de positie van mensen uit minderheidsgroepen. Op 18 april kwamen lokale politici aan het woord. Tijdens het laatste debat op 25 april sprak Rita Verdonk, waarna Hans Dijkstal en Melda Müjde reageerden en met elkaar in discussie gingen.
88
>> Ik denk dat het studenten bewuster maakt >>
>> Tijdens mijn colleges behandel ik maatschappelijk relevante onderwerpen, dus ook de multiculturele samenleving komt aan bod. Veel van mijn studenten hebben een multiculturele achtergrond, dus je zou zeggen dat ze zich daardoor aangesproken voelen. Ik vond het opmerkelijk dat ik daar in de lessen weinig van terugzag. De moord op Theo van Gogh heeft veel teweeggebracht, ook bij studenten. Ik wilde iets doen om die emoties te kanaliseren, bij hun belevingswereld aansluiten. De reacties op de debattenreeks waren positief, bezoekers vonden het de moeite waard. Ik denk dat het studenten bewuster heeft gemaakt maar realiseer me ook dat er nog veel werk te doen is. De beeldvorming bij autochtone jongeren blijft soms negatief en er is een zekere onverschilligheid ten aanzien van de problemen van allochtone jongeren. De oorzaak van het probleem ligt voor een belangrijk deel bij politici en media, die een enorme macht hebben. De macht van de media was daarom het thema van de debattenreeks in 2006. Ik wil er graag aan bijdragen dat allochtone studenten meer vertrouwen krijgen, zodat ze tegenwicht kunnen bieden aan die negatieve beeldvorming. >>
Edwin van Rooyen Docent politicologie van de afdeling Bestuur, Beleid en Recht Mijlpaal 2005 > Organiseerde debattenreeks multiculturele samenleving
Op 3 november organiseerde studentenvereniging Mesopotamië een actie voor het Pakistaanse meisje Taskeen en haar lotgenoten. Zij waren het slachtoffer van de aardbeving die in oktober 2005 Pakistan trof en waarbij 80.000 mensen om het leven kwamen. De actie die door de studentenvereniging op poten werd gezet, bestond uit een kunstveiling gevolgd door een benefietconcert. De opbrengst van de actie, in totaal € 4.250 werd overgemaakt aan de Stichting Vluchteling. Taskeen verloor haar been, maar kan met behulp van een prothese inmiddels weer lopen.
90
>> Ik ben trots op wat we hebben gedaan >>
>> Ik zag Taskeen in een uitzending van Netwerk. Toen ze haar vonden was ze meer dood dan levend. Die beelden hebben me echt geraakt. Ook andere leden die de uitzending hadden gezien waren onder de indruk. We vroegen ons af hoe we konden helpen. Tijdens de nationale hulpactie op tv had ik dertig seconden om een oproep te doen. Daarop hebben we heel veel reacties gehad. Er meldden zich zoveel bands dat we sommigen zelfs af moesten wijzen. Tijdens het concert traden vijf bands op, bekende namen zoals Nuclear Family, Mala Vita, DJ De La Sarge, Mr. Poh en Purpus. Om nog meer geld in te zamelen hebben we voorafgaand aan het concert een kunstveiling gehouden. Die kunstwerken werden door kunstenaars kosteloos beschikbaar gesteld. Dit was het eerste evenement dat we als studentvereniging organiseerden. We kregen enthousiaste reacties. De professionele organisatie hebben we voor een groot deel te danken aan de hulp van Stichting Vluchteling. Zij hebben er ook voor gezorgd dat de opbrengst van het concert en de veiling goed besteed werd. Ik ben trots op wat we hebben gedaan. Je kunt wel het idee hebben dat je dingen niet kunt veranderen, wij hebben laten zien dat je wel wat kunt doen om je steentje bij te dragen. >>
Reber Dosky 3e jaars student Maatschappelijk Werk en Dienstverlening en voorzitter van studentenvereniging Mesopotamië Mijlpaal 2005 > Organiseerde een benefietconcert voor slachtoffers van de aardbeving in Pakistan
Van de 4.500 inschrijvingen per jaar maken er al 500 tijdens het eerste jaar voor februari rechtsomkeert. In totaal haken in de eerste twee jaren al ruim 1.500 studenten af. Om meer te weten te komen over dit proces, werd onderzoek gedaan onder deze groep studiestakers en -swichters. Het onderzoek werd uitgevoerd door het SCO Kohnstamm Instituut van de UvA en betrof de jaren 2000 tot 2003. In totaal zijn 8.030 stakers en switchers uit deze periode in het onderzoek benaderd.
92
>> Ik ben erg gelukkig met dit onderzoek >>
>> Ik maakte deel uit van een groepje mensen dat meer wilde weten over studiestakers en -switchers. Hoe verloopt dat proces en kunnen wij daar nog invloed op uitoefenen? Het onderzoek gaf antwoord op mijn vragen. Wij komen meestal pas in beeld als de student het besluit al genomen heeft. Waar we wel weten van twijfels, kunnen wij de besluitvorming beïnvloeden. De onderzoeksresultaten worden per opleiding zo veel mogelijk bruikbaar gemaakt. Alle opleidingen hebben een eigen aantrekkingskracht en daardoor ook een eigen vroegtijdige uitstroom. Er moet dus meer aandacht komen voor de kwaliteit van de studiekeuze: een taak voor studieadviseurs maar ook voor de dienst Communicatie en Marketing. Ik ben zelf verantwoordelijk voor de ‘trampolines en vangnetten’: de decanen, loopbaanadviseurs en studentenpsycholoog. Alleen kunnen wij weinig doen, net zo min als de opleidingen dat in hun eentje kunnen. We zijn samen verantwoordelijk voor dit probleem en moeten het samen oplossen. Ik ben erg gelukkig met dit onderzoek. Bijna wekelijks trek ik het rapport wel uit de kast om nog iets na te lezen. Het biedt ook de mogelijkheid voor verder onderzoek. Dan blijkt of onze maatregelen van nu resultaat hebben gehad. >>
Max Aangenendt Hoofd unit Studentenzaken bij de dienst Onderwijs- en Studentenzaken Mijlpaal 2005 > Initiatiefnemer onderzoek naar studiestakers en -switchers
>> De reacties op de ontmoetingsavond waren heel positief >>
94
>> Ik was al een tijdje betrokken bij ACKU, voornamelijk bij de organisatie van de schoolfeesten. Toen de mini-stage, die ik voor mijn studie moest volgen wat tegenviel, ben ik gaan kijken waar ACKU mee bezig was. Dat bleek ‘Made in Laak’ te zijn. Mijn stage heb ik toen verder ingevuld met dat project. Het doel van het project was te laten zien wat er allemaal aan positieve dingen gebeuren in de wijk. Mijn taak was de communicatie met deelnemers, bewonersverenigingen en media. Ik overlegde met de bewonersorganisaties en benaderde bedrijven, horeca en winkeliers voor de bedrijvenmarkt die op de ontmoetingsavond plaatsvond. Daarnaast was ik verantwoordelijk voor de publicaties over het project. Met de ontmoetingsavond wilden we dus de productiviteit van de wijk benadrukken en dat is wel gelukt. Er waren allerlei verschillende stands, in Laak wordt van alles gedaan en gemaakt. Daarnaast was er een aantal sprekers, onder andere van de gemeente en van de winkelstraatmanager van het Laakkwartier. De reacties op de ontmoetingsavond waren heel positief. En mijn stage ging ook goed: die werd goed tot zeer goed beoordeeld. >>
Mak Kapetanovic 3e jaars student Communicatie Mijlpaal 2005 > Werkte mee aan de organisatie van een ontmoetingsavond in stadsdeel Laakkwartier
Woensdag 23 november ging voor het tweede jaar het mentorproject van het programma Talentontwikkeling Hoger Onderwijs van start. Zo’n honderd studenten hebben als mentor tweehonderd mentees begeleid en ondersteund bij het maken van een keuze voor een vervolgstudie. Het project richt zich vooral op scholieren die bijvoorbeeld geen ouders hebben met een diploma van hogeschool of universiteit. Om hen te helpen bij het maken van een keuze, is in studiejaar 2004-2005 het mentorproject gestart met een aantal scholen voor voortgezet onderwijs en mbo.
96
>> Volgende keer doe ik vast en zeker weer mee >>
>> Ik heb me aangemeld als mentor nadat ik de oproep had gelezen op intranet. Toen ik nog op het mbo zat, heb ik zelf ook geworsteld met de vraag hoe ik verder moest. Omdat ik weet hoe dat voelde, wilde ik andere studenten daarin begeleiden. In het kennismakingsgesprek met medewerkers van Talentontwikkeling heb ik die motivatie goed over kunnen brengen. Van de training over mentorschap heb ik veel opgestoken. Over de competenties die je in huis moet hebben, over hoe je mensen moet begeleiden en hoe je om kunt gaan met conflicten. Je leerde wat je voor hen kan betekenen maar ook wat ze zelf moeten doen. Tijdens een zogenaamde koppelingsbijeenkomst kreeg ik twee studenten toegewezen die ik als mentor zou gaan begeleiden. Uiteindelijk heeft die begeleiding niet zo lang geduurd omdat mijn mentees hertentamens bleken te hebben waar ze niet op hadden gerekend. Dat was jammer, maar toch heb ik van het project veel opgestoken. Tijdens de training heb ik dingen geleerd die ik overal kan toepassen; gesprekstechnieken bijvoorbeeld of het omgaan met conflicten. Ik ben uitstekend begeleid door de mensen van Talentontwikkeling. Volgende keer doe ik vast en zeker weer mee. >>
Priya Narain 2e jaars student Bestuurskunde en Overheidsmanagement Mijlpaal 2005 > Deed mee aan het mentorproject voor Talentontwikkeling
Lambeek is in oktober gestart in haar nieuwe functie van studentenpsycholoog. Daarvoor had ze al kennis gemaakt met de Haagse Hogeschool en de studenten toen ze de toenmalige psycholoog verving. Studenten kunnen bij haar een afspraak maken voor een consult, maar ze kunnen ook bij haar binnenlopen tijdens de inloopspreekuren op maandag en donderdag. Daarnaast heeft ze speciaal voor studenten twee trainingen opgezet: ‘het mes in je studiestress’, voor studenten met faalangst en de assertiviteitstraining ‘stevig staan’.
98
>> Ik probeer de drempel zo laag mogelijk te houden >>
>> Studenten zitten in een uitdagende levensfase, waarin veel gebeurt. Hun persoonlijkheid en autonomie worden zichtbaar maar ze zijn nog wel plooibaar. Scheefgroei kun je nu nog bijsturen. Een ander groot voordeel van studenten is dat ze intelligent zijn: ze snappen snel wat ik hen aandraag, al vinden ze het ook moeilijk om naar zichzelf te kijken. Ik vind het geweldig dat ik deel mag uitmaken van hun leefomgeving. Ik zit op een centrale plek; in het Ovaal. Maar ik maak me ook bewust zichtbaar. Ik heb in Atrium en in Focus gestaan en op de studenten- en medewerkersportal over bijvoorbeeld de trainingen. Daarnaast bouw ik aan mijn netwerk: ik houd contact met studentendecanen en steeds meer met loopbaanbegeleiders. Ik probeer de drempel voor studenten zo laag mogelijk te houden, zodat problemen zo snel mogelijk kunnen worden aangepakt en de studie zo min mogelijk in de knel komt. Op het inloopspreekuur kunnen ze zo bij me binnenlopen voor een kort gesprek. De trainingen voorzien in een behoefte, er is veel belangstelling voor. Dat is logisch want er wordt veel van studenten gevraagd: ze moeten presteren, moeten mondig zijn en hun mannetje kunnen staan. Tijdens de trainingen leren ze hoe ze daar mee om kunnen gaan. >>
Marieke Lambeek Studentenpsycholoog Mijlpaal 2005 > Is in oktober aangesteld als studentenpsycholoog
Op 14, 15 en 16 juni werd in de aula het stuk ‘Mussen en Zwanen 2’ opgevoerd. Mussen en Zwanen 2 was de eerste productie van ToneelwerkT, een theatergroep die bestaat uit vier medewerkers van de Haagse Hogeschool. Zij werden begeleid door regisseur Manon van Gelder. Mussen en Zwanen 2 is een zwarte komedie van Haye van der Heyden.
100
>> Ik word nog steeds herkend >>
>> Ik heb toneelspelen altijd al leuk gevonden. Toen ik de oproep zag op Hogeschoolberichten heb ik me meteen opgegeven. Om je rol goed te kunnen spelen, ga je graven in jezelf, je zoekt naar dingen die je zelf hebt meegemaakt en die je voor je rol kunt gebruiken. Dat kan soms best emotioneel zijn. ‘Mussen en Zwanen 2’ is een vrij serieus stuk dat gaat over twee stellen. Zo’n stuk vergt van jou als acteur meer emotie en betrokkenheid, zeker als je maar met z’n vieren op het toneel staat. Dat betekent dat jij een kwart van het stuk draagt en veel van jezelf kunt laten zien. Ik had een leuke rol: die van een vrouw die aanvankelijk door haar man wordt onderdrukt, maar revanche neemt en uiteindelijk zegeviert. Als toneelgroep werk je er met z’n allen naar toe om iets goeds neer te zetten. We kregen veel complimenten, ik word nog steeds herkend. Wat ik wel jammer vond, was dat er weinig bezoekers waren van buiten de kring van familie en vrienden. Ik heb er veel van geleerd, ben gegroeid als persoon. Bijkomend voordeel is ook dat je contact krijgt met collega’s waar je normaal niet direct mee samenwerkt. >>
Keete Kruijtzer Medewerker onderzoek bij de Dienst Marketing & Communicatie Mijlpaal 2005 > Speelde mee in de voorstelling ‘Mussen en Zwanen 2’ van ToneelwerkT
102
De kennisinstelling >>
Pim Breebaart Voorzitter van het College van Bestuur
Het College aan het woord Over de kennisinstelling >> Pim Breebaart geeft aan dat de hogeschool in 2005 niet alleen maar op papier een grotestadshogeschool werd genoemd maar zich ook echt zo heeft gemanifesteerd. ‘Het is niet meer alleen een overtuiging maar een stelling die kan worden gestaafd met onder meer de recent uitgebrachte sociaal-culturele verkenningen ‘Succesvol in Den Haag’. Wij zijn echt de motor geworden voor de sociale mobiliteit van grote groepen jongeren. Het is één van de manieren waarop wij nadrukkelijk invulling geven aan onze maatschappelijke opdracht. Een belangrijk element hierbij is ook het werk van de lectoraten die in 2005 voor diverse hoogwaardige publicaties zorgden. Ik ben er ook erg trots op dat we het extern gefinancierde lectoraat PsychoGeriatrie konden instellen.’ De collegeleden ervaren dat de buitenwereld onze school steeds meer als één organisatie ziet. Mede daardoor is onze positie als dé kennisinstelling voor de regio die ook internationaal zijn partij meeblaast, verder versterkt. Met veel dank aan alle medewerkers voor hun inzet! Pim: ‘Dat neemt niet weg dat we graag zien dat de nadruk hierbij niet alléén op lectoraten en de RegioRegisseur komt te liggen maar dat alle afdelingen in toenemende mate participeren in kennisnetwerken. Dat is ook één van de HOP 6 doelen. De dienst Onderwijs- en Studentenzaken heeft in 2005 ter voorbereiding op nadere beleidsvorming een inventarisatie opgesteld van succesfactoren, belemmeringen en ‘good practices’ in projecten met het werkveld.’
105
106
De kennisinstelling In toenemende mate beïnvloedt Europese besluitvorming het Nederlandse hoger onderwijs. De Bolognaverklaring, die de aanzet was voor de invoering van het bachelor-masterstelsel en de Lissabonafspraken van de Europese Unie om in 2010 ’s werelds meest dynamische en concurrerende kenniseconomie te zijn, zijn daarvan de meest in het oogspringende voorbeelden. Van Nederlandse hogescholen en universiteiten wordt een aanzienlijke bijdrage verwacht in deze transitie naar een internationale kennissamenleving. De kennisinnovatiefunctie binnen het hbo behoort steeds meer tot de kerntaken van de hogescholen. Door deze veranderingen is de positie van de hogescholen in de Nederlandse kennisinfrastructuur in beweging. De hogescholen in Nederland ontwikkelen zich van een onderwijsinstituut naar een kennisinstelling voor de regio.
Lectoraten De lectoren en hun kenniskringen zijn een belangrijke speler in bovengenoemd transitieproces van onderwijsinstituut naar kennisinstelling. Lectoraten hebben tot doel: verbeteren van de externe oriëntatie, curriculumvernieuwing, professionalisering van medewerkers en versterking van de kenniscirculatie en kennisontwikkeling, onder meer door het doen van onderzoek en het creëren van een onderzoeksomgeving binnen de hogeschool. Wil de hogeschool zich tot volwaardige kennisinstelling kunnen ontwikkelen, dan heeft zij meer competenties nodig op het terrein van onder meer onderzoek en het vermogen tot het vertalen van externe processen naar onderwijs en onderzoek. De lectoren zijn een belangrijke motor in dit proces. De hogeschool heeft negen lectoraten, waarvan een drietal wordt bezet door twee lectoren. Van deze lectoraten worden er acht gefinancierd door de Stichting Kennisontwikkeling HBO (SKO). Het negende lec-
107
toraat, PsychoGeriatrie, wordt extern gefinancierd door een tweetal zorginstellingen in de regio, Woon- en Zorgcentra Haaglanden en Florence, en door Fonds 1818. Lectoraten worden telkens voor vier jaar gevestigd. In 2006 loopt de eerste termijn van vier jaar af van twee lectoraten, te weten Grootstedelijke Ontwikkeling en Informatie, Techniek en Samenleving. Het College van Bestuur heeft in 2005 besloten om beide lectoraten voor nog eens vier jaar voort te zetten en heeft hiertoe een verzoek ingediend bij de subsidiegever (SKO). Elk lectoraat heeft een kenniskring bestaande uit zo’n zes tot tien medewerkers met name docenten. Het aantal kenniskringleden is afhankelijk van de omvang van het lectoraat. Het lidmaatschap in een kenniskring is in de regel voor een periode van twee jaar. In 2005 hebben zo’n tachtig medewerkers het gehele jaar of een deel ervan geparticipeerd in kenniskringen. Een kenniskring bestaat altijd uit docenten van verschillende opleidingen. In sommige gevallen participeren ook medewerkers van diensten in een kenniskring. Gezien het multidisciplinaire karakter van de lectoraten zijn zij centraal binnen de organisatie geplaatst en niet ondergebracht bij afdelingen. Activiteiten >> Vanuit alle lectoraten zijn in 2005 projecten gestart, uitgevoerd en afgerond in samenwerking met bedrijven, maatschappelijke organisaties en overheden. Docenten, medewerkers en studenten van de hogeschool hebben hieraan meegewerkt. Daarnaast zijn door alle lectoraten symposia, conferenties, workshops, lezingen en dergelijke gehouden waaraan zowel medewerkers en studenten van de hogeschool als (inter)nationale en regionale partners hebben deelgenomen. De lectoren hebben in 2005 gewerkt aan een gezamenlijke publicatie over het thema burgerschap. Het boek ‘Wereldstedelingen’, is als nieuwjaarsgeschenk aan alle medewerkers van de hogeschool gegeven. De lectoren beschikken over een uitgebreid netwerk van externe partners dat zo optimaal mogelijk voor de hogeschool wordt ingezet. Hieronder volgt
108
per lectoraat een greep uit de vele activiteiten die binnen de lectoraten verricht worden. Een compleet overzicht van de activiteiten is terug te vinden in de jaarverslagen van de lectoraten, die op de website van de hogeschool worden gepubliceerd. Lectoraat Grootstedelijke Ontwikkeling (voltijds lectoraat) >> Lector dr. Jacques van de Ven (tot 01-01-2006) en lector dr. Vincent Smit (vanaf 01-12-2005) Dit lectoraat heeft in 2005 in het teken gestaan van de wisseling van de lector en van de kenniskringleden. Na een intensieve sollicitatieprocedure is een nieuwe kenniskring geformeerd en Vincent Smit werd als nieuwe lector benoemd per 1 december 2005. In 2005 is de nieuwe multidisciplinaire onderwijsmodule ‘Neighbourhood Governance’ (Gezamenlijk Buurtbeheer) van start gegaan. Daarnaast verzorgde het lectoraat diverse andere onderwijsmodulen waaronder ‘Wonen en Werken in de 21ste eeuw’. Op onderzoeksgebied heeft de lector het initiatief genomen tot het periodiek publiceren van een reeks samenhangende onderzoeken in de bundel ‘Haagse Sociale en Culturele Verkenningen’. De eerste uitgave, met als onderwerp ‘De positie van potentieel succesvolle jongeren in de Haagse regio’, is op 18 maart 2005 aan de Haagse wethouder voor onderwijs aangeboden. Met de tweede uitgave is in oktober 2005 een start gemaakt (voorlopige titel: ‘Zeker in de Stad’). Het onderzoek richt zich op vraagstukken van de dagelijkse woonen leefomgeving in Den Haag en omstreken. Op initiatief van het lectoraat is een duurzaam samenwerkingsverband met de gemeente Den Haag aangegaan, onder de titel ‘Partners in Duurzaamheid’. Het convenant is in september 2005 door beide partijen getekend. Eind 2005 is in dit kader een actieplan 2005/2007 opgesteld. Lectoraat Informatie, Techniek en Samenleving (voltijds lectoraat) >> Lectoren Bert Mulder en drs. Dick Rijken Naast de minor ‘Vormgeving van sociale, maatschappelijke en culturele
109
(informatie)systemen’ die in 2004/2005 voor het eerst gegeven is, heeft het lectoraat in 2005 een nieuwe werkvorm geïntroduceerd: het projectprogramma. Daarin ontwikkelen externe culturele instellingen hun eigen projecten van concept tot uitgewerkt voorstel in een tien weken durend programma waarin gastdocenten de laatste ontwikkelingen inbrengen en kenniskringleden samen met docenten en studenten uit verschillende opleidingen de activiteiten ondersteunen met begeleiding, onderzoek en uitwerking. Vanuit het Medialab werden ook in 2005 weer vele projecten uitgevoerd, samen met maatschappelijke partners. In december 2005 is in het kader van het Europese TRIAS een project gestart met de Universiteit van Amsterdam. Het lectoraat is binnen het project verantwoordelijk voor de analyse van de opleidingsbehoefte binnen lokale overheden in Europa en voor de ontwikkeling van een aantal praktische cases dat als basis voor het onderwijs gebruikt kunnen worden. Lectoraat Jeugd en Opvoeding (voltijds lectoraat) >> Lectoren dr. René Diekstra en dr. Mieke Komen De lectoren en kenniskringleden verzorgen jaarlijks een groot aantal workshops en colloquia. In de tweede helft van 2005 hebben alle kenniskringleden een keuzemoduul Jeugd en Opvoeding ontwikkeld voor opleidingen van de hogeschool. Doel van de cursus is het bieden van inzicht in nieuwe ontwikkelingen op het gebied van jeugd(zorg), opvoeding en onderwijs, evenals het aan studenten aanleren van bepaalde basale opvoedkundige vaardigheden. Het lectoraat heeft ook in 2005 een groot aantal onderzoeksprojecten uitgevoerd, de meeste op verzoek dan wel in samenwerking met maatschappelijke organisaties, overheidsinstanties en onderzoeksinstituten. De onderzoeken resulteerden in één of meerdere publicaties; seminars/congressen en/of trainingsprogramma’s, zoals ‘Etniciteit en uitgaan in Den Haag’, ‘Straatkwaad en jeugdcriminaliteit’, ‘Levensvaardigheden’ en ‘Kinderen en de Dood’. Het lectoraat begeleidt twee promovendi.
110
Lectoraat Pedagogiek van de Beroepsvorming (voltijds lectoraat) >> Lectoren dr. Jan Geurts en dr. Frans Meijers Dit lectoraat oefent invloed uit op de kwaliteit van het onderwijs van de hogeschool door het verrichten van actieonderzoek naar de effecten van lopende innovaties binnen de hogeschool door leden van de kenniskring. Daarbij houdt Meijers zich vooral bezig met identiteit- en loopbaanvraagstukken en Geurts met herontwerp van het beroepsonderwijs als nieuwe context van de gewenste beroepsvorming. Meijers en zijn kenniskringleden hebben de onderzoeken op een vijftal terreinen waarmee in 2004 een begin is gemaakt, in 2005 afgerond. De onderzoeken lagen op de terreinen docentcompetenties; de rol van het regionale bedrijfsleven in het project Technotalent; de implementatie van het Gilde-onderwijs; MESO, een leer-werkbedrijf binnen de hogeschool en de effecten en het functioneren van socratische gespreksmethoden in het onderwijs. De onderzoeksresultaten zijn in een publicatie samengevat: ‘Fantaseren of Innoveren? Fabels en feiten in onderwijsvernieuwing’. Geurts en zijn kenniskringleden houden zich bezig met een zestal onderzoeken op de terreinen: doorstroomverbetering MBO-HBO; de leerkring als context voor beroepsvorming; assessment en development; vraagsturing in dienstverlening; Social Work 2008; Regionale Opleidingsbedrijven Metaal. Deze onderzoeken moeten naast kennis over de eigen vernieuwingspraktijk ook kennis genereren over de pedagogiek van de beroepsvorming binnen het aangegeven kader van de school als loopbaancentrum. Het lectoraat begeleidt één promovendus. Lectoraat Public Managment - Overheid en Internationalisering (omvang 0,8) >> Lector dr. Ben Hoetjes Het lectoraat richt zich op de speerpunten ‘grensoverschrijdende samenwerking’, ‘Europa’, en ‘kwetsbaar bestuur’. De leden van de kenniskring doen onderzoek, de resultaten worden gepresenteerd op symposia en in artikelen. In 2005 was het lectoraat betrokken bij een aantal hogeschool-
111
brede activiteiten, zoals een discussie over de Europese grondwet met het Europese jeugdparlement Zuid Holland; een discussie met EU-commissaris Wallstrom over de Europese grondwet en een studiedag met vele externen over de demobilisatie van kindsoldaten in Colombia. Het in 2004 gestarte onderzoek naar de bestuurlijke toekomst van de gemeenten Baarle Hertog (België) en Baarle Nassau (Nederland) is in 2005 succesvol afgerond. Daarnaast hebben de lector en zijn kenniskringleden een forse inbreng gehad in de ontwikkeling van onderwijsmodulen bij meerdere opleidingen waaronder de HEBO en Bestuurskunde/Overheidsmanagement. Lectoraat Human Resources Management (omvang 0,5) >> Lector dr. Sylvia van de Bunt-Kokhuis Binnen het lectoraat wordt aandacht besteed aan drie dimensies van mens en organisatie in de 21ste eeuw: globalisering, informatietechnologie en bedrijfscultuur. In 2005 is binnen het lectoraat gekozen voor een aanpak waarbij de gehele hogeschool kon profiteren van HRM kennistransfer. De lector en haar kenniskring hebben daartoe een drietal instellingsbrede en internationale symposia en seminars georganiseerd. Op 12 september ‘Cultural Dynamics at the Virtual Workplace’, 3 november ‘HRM als spil bij Cultuurverandering’ en op 12 december volgde het symposium ‘Kennisdelen op de Virtuele werkplek’. De symposia en seminars werden goed bezocht door docenten en studenten van de hogeschool. De seminars leiden tot publicaties en videoverslagen. Elk kenniskringlid verricht daarnaast onderzoek binnen een van de drie genoemde speerpunten. Dit leidt regelmatig tot artikelen in gerenommeerde bladen en tijdschriften.
112
Lectoraat Informatiebeveiliging (omvang 0,5) >> Lector dr. Marcel Spruit Het lectoraat heeft zich in 2004 en 2005 gericht op de ontwikkeling van innovatief onderwijs. Voor de opleiding Technische Informatica is de module ‘Inleiding Informatiebeveiliging’ ontworpen. Daarnaast is voor een drietal opleidingen een minor op dit terrein ontwikkeld. De belangstelling van de kant van de studenten voor deze minor is groot. Inmiddels zijn in 2005 twee vervolgblokken op deze minor ontwikkeld; een technisch blok en een bedrijfskundig blok. Zij zullen in 2006 voor het eerst gegeven worden. De lector en kenniskringleden hebben in 2005 studenten begeleid bij hun afstudeerprojecten. De kenniskringleden hebben in 2005 allen een onderzoeksproject ter hand genomen. De onderzoeken liggen op de terreinen van netwerkbeveiliging, security architecturen voor onderwijsinstellingen, beveiligingsbewustwording binnen kleine organisaties en informatiebeveiligingsbewustwording. Tot slot levert de lector een aandeel in de onderwijsontwikkeling van de ICT-academie in Zoetermeer. Lectoraat Ondernemen en Innoveren (omvang 0,8) >> Lector dr. Saskia Harkema Ten behoeve van het onderwijs is door het lectoraat de minor ‘Innoveren en Ondernemen’ ontwikkeld en van start gegaan in 2005. Deze minor is geheel vraaggericht opgezet en past goed binnen het Haagse Bachelorbeleid. De studenten worden begeleid door zowel een lid van de kenniskring als door een ondernemer uit de regio. Een belangrijk aandachtspunt binnen het lectoraat is het op gang brengen van een proces van kenniscirculatie met en in de regio. Jaarlijks vindt een zogenoemde kenniscarrousel plaats, waarin een onderwerp dat voor alle partijen interessant is, aan de orde wordt gesteld. Docenten, studenten en ondernemers uit de regio nemen hieraan deel. In februari 2005 was het thema ‘Kenniscirculatie als katalysator voor vernieuwing’. Daarnaast organiseert het lectoraat samen met de regioregisseur een maandelijks kenniscafé. De regioregis-
113
seur nodigt een ondernemer uit de regio uit om een presentatie te geven van zijn bedrijf. Leden van de kenniskring en/of de lector plaatsen vervolgens zijn verhaal in een theoretisch kader. Het lectoraat is een aantal onderzoekstrajecten op het terrein van ondernemen en innoveren gestart. Twee van deze onderzoeken, die door de lector worden begeleid, moeten leiden tot een dissertatie. Lectoraat PsychoGeriatrie (omvang 0,4) >> Lector dr. Bère Miesen Dit lectoraat is in september 2005 gevestigd. In het najaar van 2005 heeft de lector zijn kenniskring geformeerd. Het aandachtspunt voor 2005/2006 is de beeldvorming over het werkveld PsychoGeriatrie. Het lectoraat is in 2005 gestart met een maandelijks ‘Café PG’ waar via een dialoog tussen studenten, docenten, verzorgenden en hulpverleners uit instellingen uit de regio en deskundigen het thema beeldvorming over werken met mensen met dementie in kaart wordt gebracht.
RegioRegisseur De projecten van de regioregisseur leveren een bijdrage aan de kenniscirculatie tussen hbo, mbo en het bedrijfsleven in de regio. Kenmerkend voor de regioregisseur in 2005 is een personele toename doordat drie gesubsidieerde projecten door de regioregisseur zijn uitgevoerd. De uitbreiding resulteerde in de groei van het netwerk, een aantal extra activiteiten die ze zijn gaan organiseren zoals de afstudeerborrel en het kenniscafé en natuurlijk een forse groei in het aantal bedrijfsvragen die binnen zijn gekomen en die zijn afgehandeld. Rondom de kennismaking met het nieuwe team was er een feestelijk netwerkontbijt, georganiseerd en uitgevoerd door studenten afkomstig van het hbo en mbo gezamenlijk. In 2005 heeft naast MKB ook VNO-NCW-West zich aangesloten bij de regioregisseur. Dit betekent dat de regioregisseur de beide werkgeversorganisaties als partner heeft.
114
Projecten >> Het project Verbreding naar het mbo, waarin wordt samengewerkt met de Mondriaan Onderwijsgroep, wil één centrale toegangspoort realiseren voor ondernemers tot kennis op verschillende onderwijsniveaus binnen de regio Haaglanden. De realisatie van dit gezamenlijke centrale loket is een verbreding van de RegioRegisseur die sinds 2001 vanuit de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk opereert. Direct vanaf de start bleek de verbreding van het kennisaanbod aan te slaan bij bedrijven, de gecombineerde inzet van studenten mbo en hbo bleek een ideale oplossing voor hun vragen. De bedrijven kregen als antwoord niet alleen het plan maar direct ook het implementatietraject, een technische onderzoeksopzet, de uitvoering van de testen, de analyse en de aanbevelingen. Naast een breed pakket aan kennis kregen de ondernemers ook te maken met een verlichting in de begeleidingsinspanning: de hbo’ers sturen de mbo‘ers en de opdrachtgever heeft steeds te maken met een aanspreekpunt en slechts op gezette tijden met een grotere club. Dit type projecten blijkt voor de uitvoerende studenten van de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk een extra dimensie mee te brengen: het aansturen van mbo‘ers in een echte praktijksituatie. In 2005 zijn een aantal projecten gestart. Zo is een hooimijt voor een kinderboerderij ontworpen en gebouwd in Wateringse Veld. Voor een bedrijf in Rotterdam is de sterkte van tussenschotten, gemaakt van een nieuw materiaal getest voordat de ondernemer het product presenteerde op de AutoRai in Amsterdam. Er wordt op dit moment in samenwerking met een architect een groot beeld gebouwd, ‘De Visser’. De Visser is van metaal, circa negen meter hoog, 24 meter breed en zal worden onthuld op 2 juni 2006 aan de Maas in het centrum van Rotterdam. Aan dit project werkten naast hbo‘ers en mbo‘ers ook vmbo-studenten mee. Het project Innovatie door Interactie is in 2005 met een groot succes afgesloten. Door dit project werd de subtop van de MKB-bedrijven in de provincie Zuid-Holland uitgedaagd om hun innovatievraagstukken samen met docenten en studenten op te pakken en uit te voeren. De sub-
115
sidie die de regioregisseur heeft gekregen is volledig besteed, het aantal goedgekeurde projecten heeft dit bedrag zelfs ruim overschreden. Dit was mogelijk doordat InHolland en de Hogeschool Leiden budget hebben laten liggen. Er zijn in totaal 25 projecten van de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk goedgekeurd. Naast de opleidingen MESO en Expertisecentrum Bewegingstechnologie nemen steeds meer opleidingen deel aan het ‘IDI’ project. Er lopen op dit moment projecten met de opleidingen Bouwkunde, Werktuigbouwkunde, Industrieel Product Ontwerpen, Elektrotechniek, Chemische Technologie en het lectoraat Ondernemen & Innoveren. Het project Kennistransfer wil de toegankelijkheid van het onderwijs op mbo- en hbo-niveau, voor bedrijven, gevestigd op bedrijventerreinen in de regio Haaglanden, vergemakkelijken. Dit gebeurt door de inzet van accountmanagers op de bedrijventerreinen Rijswijk, Forepark, Delft en Westland, vanuit diverse opleidingen van de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk. Iedere accountmanager is centraal aanspreekpunt voor de ondernemers op de bedrijventerreinen, zoekt de samenwerking met de bedrijven en stuurt op structurele samenwerking vanuit het perspectief van de hogeschool. Dit samenwerkingsaanbod is positief ontvangen, bedrijven ervaren het als heel prettig dat ze een gezicht hebben dat ze kennen en waarbij ze terecht kunnen met vragen. De docenten die tot nu toe als accountmanager zijn gestart, ervaren hun activiteiten heel positief en als een goede afwisseling op hun ‘gewone’ werk. Professionalisering >> In het kader van het kwaliteitszorgtraject dat we zijn gestart in 2005, heeft de RegioRegisseur alle opdrachtgevers gevraagd naar hun tevredenheid over de dienstverlening vanuit de regioregisseur en over de prestaties van de studenten en de begeleiding. Een eerste indicatie van de uitkomsten tot nu toe laat zien dat het met de dienstverlening goed gaat en dat het de taak is om dat zo te houden. Tegelijkertijd laten de gegevens ook zien dat er verbeteringen mogelijk zijn op het gebied van de begeleiding door docenten en de inzet van de studenten.
116
Samenwerking met de afdelingen >> De samenwerking op het niveau van de stage-, afstudeer- en projectcoördinatoren tussen de RegioRegisseur en de onderwijsafdelingen wordt steeds intensiever. Er vindt afstemming plaats over de inzet van de studenten, de kwaliteit van de opdrachten en de manier waarop opleidingen hun extern gericht onderwijs vorm willen geven. Daarnaast helpt de accountmanager steeds meer bij het vinden van goede opdrachten. Ook voor het inzetten van externen binnen het onderwijs wordt de regioregisseur meer ingeschakeld. Het initiatief van het kenniscafé zorgt voor een intensievere samenwerking met de lectoren. Voor een cijfermatig overzicht van de behaalde resultaten toegespitst op de bedrijfsvragen/opdrachten zie bijlage 7.
117
Truus Kramer is teamleider van de opleiding Culturele en Maatschappelijke Vorming, Petra Visser is teamleider van de deeltijdvaraiant van de Opleiding voor Management, Economie en Recht. Samen met andere teamleiders spraken zij vorig jaar tijdens een conferentie over het Hogeschool Ontwikkelingsplan (HOP 6). Een moment om gedachtegangen te ijken. Te bepalen waar de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk staat, welke ambities ze heeft en hoe die te verwezenlijken zijn. Onze hogeschool wil dat doen aan de hand van drie beleidsthema’s: opleiden van professionals, maximale participatie en de kennisinstelling.
<< Begin november kwamen teamleiders, directeuren en CvB-leden bijeen in Egmond aan Zee. Voor een managementconferentie, over HOP 6. Dat Hogeschool Ontwikkelingsplan moet geen papieren document blijven; het moet gaan leven, in de opleidingen en in de hogeschool. Teamleiders zijn de aangewezen personen om dat te bewerkstelligen. Tijdens de conferentie bleek dat de hogeschool haar beleid niet statisch uit wil voeren. Ze laat onderwijsafdelingen de ruimte om zelf de gekozen richting en hun eigen identiteit in te vullen. De bijeenkomst was nuttig. Alleen al omdat je collega’s van andere afdelingen ontmoet, die allemaal op hun eigen manier het beleid vormgeven. Het was een toetsing van gedachtegangen. Gedurende de conferentie bleek bijvoorbeeld dat teamleiders het begrip kennisinstelling nogal uiteenlopend interpreteerden. Nadat we gezamenlijk nagedacht hadden over de inhoud van dat begrip, weten we beter hoe we van de Haagse Hogeschool een echt kennisinstituut kunnen maken. In Egmond concretiseerden we beleid! Die twee dagen waren erg motiverend; alle aanwezigen waren continu bezig met HOP 6. Na de conferentie, terug in Den Haag, was het door dagelijkse werkzaamheden helaas onmogelijk om net zo intensief aan het hogeschoolbeleid te werken. Wat bleef, is het nadrukkelijke besef dat de Haagse Hogeschool met oog voor oude waarden één nieuwe hogeschool wil smeden. <<
Truus Kramer Teamleider van de opleiding Culturele Maatschappelijke Vorming Petra Visser Teamleider van de deeltijdvariant MER
<< Een moment om gedachtegangen te ijken <<
119
Frans Meijers is één van de twaalf lectoren van de Haagse Hogeschool. Hij geeft, samen met Jan Geurts, leiding aan het lectoraat Pedagogiek van de Beroepsvorming. Dat lectoraat houdt zich bezig met de integrale vernieuwing van het huidige hoger beroepsonderwijs. Denk aan zowel programmering als didactiek, organisatie van het onderwijs, bedrijfsvoering én de omgang van de school met de omgeving.
<< De loopbaanoriëntatie en -begeleiding in het beroepsonderwijs? Daar is ’t slecht mee gesteld, ondanks jarenlange beleidsvoornemens tot ontwikkeling en verbetering. Vandaar dat in het najaar van 2005 de conferentie ‘De loopbaan de klos?’ plaatsvond. Aanwezigen, voornamelijk mensen uit het onderwijs, gaven een dag lang een krachtige impuls aan de discussie over nut en noodzaak van loopbaanoriëntatie en -begeleiding in het onderwijs. Het lectoraat Pedagogiek van de Beroepsvorming van de Haagse Hogeschool publiceerde rond hetzelfde tijdstip het gelijknamige boek ‘De loopbaan de klos?’. De titel maakt duidelijk dat loopbaanbegeleiding in competentiegericht onderwijs de spil (of klos) is waar leerlijnen omheen worden gewikkeld. En stelt bovendien de gewetensvraag: is de loopbaan van leerlingen binnen het onderwijs echt de klos? In sommige gevallen wel, blijkt. Doordat het beroepsonderwijs weinig aandacht schenkt aan studie- en beroepskeuze, zitten studenten op een hogeschool omdat ze daar naar toe zijn gestuurd. Gevolg: ze zijn weinig gemotiveerd voor hun opleiding. En stoppen vaak vroegtijdig met hun studie. Het boek heeft invloed op de discussie over loopbaanoriëntatie en -begeleiding. Dat blijkt uit de vele uitnodigingen voor lezingen die het lectoraat Pedagogiek van de Beroepsvorming ontvangt. <<
Frans Meijers Lector van de Haagse Hogeschool
<< De loopbaan de klos? <<
121
Johan Woudstra is Teamleider van de studierichting Elektrotechniek aan de TH Rijswijk. Nog maar kort: in 2005 heette diezelfde functie nog Hoofd Studierichting Elektrotechniek. Johan werd in 2005 regelmatig benaderd door bedrijven. Altijd luidde de vraag of ‘zijn’ studenten een bijdrage konden leveren aan een project of product. En dat kon, vaak. Bijvoorbeeld bij MESO, een leer- werkbedrijf binnen de hogeschool. Maar ook via Duurzame Technologie, een projectbureau van de TH Rijswijk.
<< Studenten moeten niet alleen theoretische kennis opdoen. Ze moeten hun vaardigheden ook in de praktijk kunnen brengen. Vandaar dat derde- en vierdejaars stagelopen of afstuderen, bij talloze technische bedrijven in Nederland. Dat stagelopen en afstuderen kan echter ook op de TH Rijswijk zelf. Sinds 1994 bestaat Micro Elektronica SysteemOntwerp, kortweg MESO. Dat is een leer- en werkbedrijf waarmee de hogeschool professionals binnenshuis opleidt. Derde- en vierdejaarsstudenten van Elektrotechniek kunnen daar twee jaar lang zelf producten ontwerpen en testen. Zie het als een duale studie, als een ingenieursbureau, maar dan intern. Erg praktijkgericht, want MESO haalt haar opdrachten uit het bedrijfsleven. In 2005 werkten zo’n dertig studenten veertig uur per week bij MESO. Daarvoor ontvingen ze geen salaris, wel studiepunten. MESO werkt. Studenten leren het vak. En de TH Rijswijk behoudt haar positie als kennisinstituut. Duurzame Technologie is een projectbureau voor alle studenten van de TH Rijswijk. En het houdt zich bezig met diverse duurzame projecten, in binnen- maar ook buitenland. Concreet ontwikkelden TH-Rijswijk-studenten in 2005 bijvoorbeeld een kleine windturbine, geschikt voor gebruik in ontwikkelingslanden. Zoals Zuid-Afrika. Duurzame Technologie is daar al jaren actief om de energievoorziening in kleine dorpjes te verbeteren. <<
Johan Woudstra Teamleider van de opleiding Elektrotechniek aan de TH Rijswijk
<< Studenten leren het vak <<
123
8 april was de conferentie ‘Hoe bedoel je opvoeding? Effectieve opvoedingsprogramma’s voor ouders en leerkrachten’. De conferentie werd georganiseerd door het Lectoraat en Kenniscentrum Jeugd en Opvoeding. Wetenschappers uit binnen- en buitenland gaven lezingen over effectieve opleidingsprogramma’s voor ouders en leerkrachten in het basis- en voortgezet onderwijs. De lezingen werden afgewisseld met workshops waarin de opvoedingsprogramma’s gedemonstreerd werden en er was ruimte voor discussie en uitwisseling.
124
>> Er werd een compleet beeld geschetst >>
>> Mijn hart ligt bij de jeugd, en dan vooral bij pubers. Je ziet dat de nadruk vaak ligt bij jonge kinderen en probleemkinderen. Terwijl de stap naar volwassenheid een moeilijke fase is waar jongeren doorheen moeten. Voor mij is het een uitdaging om te begrijpen wat er in pubers omgaat en om hen in deze fase te ondersteunen. Die steun hebben ze hard nodig. Op de conferentie heb ik onder meer verteld over het lesprogramma ‘Levensvaardigheden’, een programma dat jongeren in de leeftijd van 14 tot 18 jaar sociale, emotionele en morele vaardigheden aanleert. Zes jaar geleden zijn we in Rotterdam gestart met het programma en uit evaluaties blijkt dat het werkt: jongeren hebben meer zelfvertrouwen en een betere relatie met leeftijdgenoten. Daarom gaan we het lesprogramma nu ook op scholen in Den Haag en andere steden toepassen. De conferentie was superspannend, maar verliep heel goed. Er werd een compleet beeld geschetst: er waren Nederlandse en Amerikaanse sprekers, die het perspectief schetsen vanuit ouders én onderwijs, over kinderen van nul tot achttien. Het was concreet en toepasbaar. We willen elk jaar een conferentie organiseren. Het is een zinvolle en mooie manier om naar buiten te treden en bij te dragen aan kennisvermeerdering over opvoeding. >>
Carolien Gravesteijn Lid van de kenniskring van het lectoraat Jeugd en Opvoeding Mijlpaal 2005 > Organiseerde de Conferentie ‘Hoe bedoel je opvoeding?’
Op 18 maart verscheen het boek ‘Succesvol in Den Haag?! Haagse sociale en culturele verkenningen’ van het lectoraat Grootstedelijke Ontwikkeling. Het boek was het resultaat van een grootschalig onderzoek naar het succes van Haagse hbo-studenten. Het uitroepteken in de titel verwijst naar het spectaculaire verschil in mobiliteit tussen eerstegeneratiestudenten, vooral van allochtone studenten, en hun ouders. Het vraagteken verwijst naar de vragen over de weg die ze hebben afgelegd, hun toekomstwensen, etc.
126
>> Ook voor de stad Den Haag is het een belangrijk boek >>
>> We wilden als kenniskring graag een sociaal culturele verkenning doen. Al brainstormend kwamen we op het onderwerp sociale mobiliteit. Eerst hebben we onder studenten van de Hogeschool een grootschalige enquête uitgezet. Dat waren meer dan honderd vragen over sociale achtergrond, religie, opleidingsniveau van de ouders, enzovoort. Die enquête leverde een enorme hoeveelheid informatie op. De opvallende zaken uit de enquête zijn we verder in tweetallen gaan onderzoeken. Mijn collega Juliette Santegoeds en ik deden zo’n deelonderzoek naar succesvolle dochters; de verschillen in mobiliteit tussen moeders en dochters. Studentes van Nederlandse, Antilliaanse en Marokkaanse afkomst én hun moeders werkten mee aan het onderzoek. Die moeders willen hun dochters echt helpen om het goed te doen in hun studie. Moeders en dochters raakten in gesprek over de geschiedenis van hun moeder en grootmoeder en ontdekten dat ze een gemeenschappelijke achtergrond hadden. De dochters werden trots op wat ze bereikt hadden. In het boek staan veel belangrijke conclusies. Eén daarvan is dat de hogeschool een belangrijke functie heeft in het bevorderen van de sociale mobiliteit. Maar ook voor de stad Den Haag is het een belangrijk boek. Ik ben blij met de ervaring die ik heb opgedaan. Ik kijk met een trots gevoel terug op wat we bereikt hebben. >>
Margot Sol Docent voor de opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening en lid van de kenniskring van het lectoraat Grootstedelijke Ontwikkeling Mijlpaal 2005 > Werkte mee aan het boek ‘Succesvol in Den Haag?! Haagse sociale en culturele verkenningen’
Op 21 april opende de RegioRegisseur in Haaglanden een nieuwe winkel op de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk. Op die datum werd ook het convenant getekend ter verbreding van de RegioRegisseur van enkel hbo naar mbo én hbo. De Regioregisseur zorgt voor aansluiting tussen onderwijs en bedrijfsleven. De winkel biedt bedrijven één loket waar ze terecht kunnen voor kennis en expertise van de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk en de Mondriaan onderwijsgroep. Verder zijn ook Kamer van Koophandel, MKB en VNO-NCW bij het project betrokken.
128
>> De bedrijven zijn blij met onze studenten >>
>> In 2005 heeft de RegioRegisseur een grote sprong gemaakt. Voor die tijd waren er twee mensen binnen de hogeschool mee bezig. Nu zijn we met z’n zevenen. Plus nog drie mensen die één dag per week op bedrijventerreinen als aanspreekpunt fungeren. De opening van de winkel is een belangrijke stap geweest. We zijn echt een winkel waar kennis te koop is. Die kennis zit bij studenten, docenten en lectoren en is beschikbaar voor onze klanten: de bedrijven. Voor bedrijven werkt de winkel drempelverlagend: dat blijkt wel uit het feit dat er zo’n 1.200 werkgevers in ons bestand zitten. En ook de opleidingen beginnen vragen bij ons neer te leggen. In 2005 is de Mondriaan Onderwijsgroep ook bij de RegioRegisseur betrokken. Daardoor kunnen opdrachten ook door mbo’ers worden uitgevoerd. Ik kom zelf van het ROC Mondriaan en ben in augustus overgestapt naar de RegioRegisseur. Mijn hoofdtaak is die verbreding naar mbo-hbo. Dit jaar heb ik zo’n dertig combinatieprojecten met hbo’ers en mbo’ers uitgevoerd. Ik heb het hier erg naar m’n zin, geen dag is hetzelfde. We gaan ook naar bedrijven toe. Die zijn blij met onze studenten: zij zitten niet vast in een bepaald stramien maar zorgen voor een frisse kijk op dingen. >>
Janke Westerhuis Accountmanager bij de RegioRegisseur Mijlpaal 2005 > Opening nieuwe winkel RegioRegisseur Haaglanden
Op 6 september startten twintig studenten van verschillende opleidingen met de nieuwe minor ‘Ondernemen en Innoveren’, een initiatief van het lectoraat Ondernemen en Innoveren. De studenten hebben de mogelijkheid om een eigen bedrijf te starten, de commerciële haalbaarheid van een idee te onderzoeken, of voor een bestaande onderneming innovatieve concepten te ontwikkelen. Ze worden hierin o.a. begeleid door Haagse bedrijven en instellingen.
130
>> Ik hoop dat de provincie Friesland het project zal subsidiëren >>
>> Mijn vader werkt bij een scheepswerf in Friesland. Hij vertelde dat er veel vraag is naar boten die toegankelijk zijn voor mensen in een rolstoel, maar dat die boten er niet zijn. Hij bracht me op het idee om aan de slag te gaan met de opbouw en inrichting van een boot en daarbij ook een vakantie te plannen voor gehandicapte mensen in Friesland. Dat betekent een route uitstippelen langs bezienswaardigheden als dierentuinen en musea. De minor begon in september en duurde vijf maanden. Ik kreeg begeleiding van een docent en een ondernemer die me met praktische ideeën op weg hielp. Tijdens de minor heb ik onder andere de financiële haalbaarheid van mijn project onderzocht. De kale romp van de boot moet opgebouwd worden: wat zijn de kosten van de inrichting? Ik heb goede hoop dat de provincie Friesland het project zal subsidiëren. Ik wil graag ondernemen, iets op poten zetten. En helemaal als ik dat kan doen voor mensen met een lichamelijke beperking; een doelgroep die zwak staat in de maatschappij. Vroeger wilde ik iets in de sport gaan doen, maar daar gaat het vaak om hele kleine details. Voor gehandicapten kun je met dezelfde inzet veel meer bereiken. Dat geeft veel meer voldoening. >>
Nils Ykema 4e jaars student Bewegingstechnologie Mijlpaal 2005 > Deed mee aan de nieuwe minor Ondernemen en Innoveren
In september werd door Woon - en Zorgcentra Haaglanden (WZH) en Florence het lectoraat PsychoGeriatrie gevestigd aan de Haagse Hogeschool. Het doel van het lectoraat is de waardering voor het werkveld te vergroten, de expertise over dementie verder te ontwikkelen en uit te dragen, en zo de kwaliteit van de zorg aan te scherpen. Dr. Bère Miesen, een autoriteit binnen de PsychoGeriatrie, werd in september 2005 benoemd tot lector. In 1997 initieerde hij in Nederland het Alzheimer Café, een plek waar zowel patiënten als betrokkenen en hulpverleners elkaar ontmoeten.
132
>> Ik wil nog wel een paar dingen voor elkaar krijgen >>
>> Ik ben nu bijna zestig. Vanaf mijn 23ste heb ik mij kunnen richten op mensen met dementie. Destijds was er voor dit onderwerp weinig belangstelling. Ik werd aangestoken door het enthousiasme van het handjevol mensen dat zich er toen mee bezighield. Later ben ik me pas bewust geworden van mijn persoonlijke drijfveren. Bij dementie gaat het onder meer om machteloosheid en ontheemding. Dat zijn ook in mijn leven belangrijke thema’s. Op deze leeftijd krijg ik de gelegenheid me nog enkele jaren in te zetten voor dit werkveld. Ik ben tevreden met wat ik tot nu toe heb kunnen doen, onder meer als schrijver, onderzoeker en leermeester. Ik voel me gelukkig omdat ik gehoord word. Maar ik wil nog wel een paar dingen voor elkaar krijgen: een hbo-opleiding PsychoGeriatrie bijvoorbeeld, en ook op andere hogescholen een lectoraat PsychoGeriatrie. En dat, in navolging van de inmiddels al honderd Alzheimer Café’s, ook de Café’s PG zich over het land verspreiden. Wat ik ook belangrijk vind, is dat dit lectoraat regulier, dus door de overheid, gefinancierd gaat worden. Nu is het een soort bijzonder hoogleraarschap, betaald door Woon- en Zorgcentra Haaglanden en Florence. Ik vind het onjuist dat zo iets belangrijks uit de zorgmiddelen moet komen. Die staan toch al zo onder druk. >>
Dr. Bère Miesen Klinisch psycholoog NIP en Gz-psycholoog Mijlpaal 2005 > Benoeming tot Lector PsychoGeriatrie
2005 zag de start van Communities of Practice (CoP). Hoewel deze elders in het land al functioneerden, betekenden zij een primeur voor de Haagse Hogeschool. Doel van de communities is om vanaf de basis, samen met andere professionals, docenten en stafleden, kennis te ontwikkelen rondom een bepaald thema. Klaasbert Moed startte een community rondom informatievaardigheden. Inmiddels is het aantal communities uitgegroeid tot vier.
134
>> Een onderwerp is bijvoorbeeld ‘plagiaat’ >>
>> Het doel achter zo’n Community of Practice is kennis uitwisselen, onderwijservaringen vastleggen en nieuwe kennis ontwikkelen. Ik zelf ben geïnteresseerd in het onderwerp Informatievaardigheden en ben op zoek gegaan naar mensen die die belangstelling deelden. Onze groep komt eens in de drie weken bij elkaar. Een onderwerp waar we ons in verdiepen is bijvoorbeeld plagiaat; hoe kun je het voorkomen? Een ander thema is het gebruik van commerciële bronnen: hoe zorg je ervoor dat studenten die bronnen, zoals archieven van kwaliteitskranten, vaktijdschriften etc. beter gaan benutten? De Haagse Hogeschool betaalt voor die abonnementen een fors bedrag, terwijl studenten geneigd zijn alleen maar Google te gebruiken. Soms leiden onze bevindingen tot concrete verbeteringen, zoals aanpassingen in het curriculum. Inmiddels zijn er binnen de hogeschool vier communities actief. De coördinatoren van die communities, waaronder ikzelf, houden ook onderling contact om algemene ervaringen te bespreken. Ik ben heel tevreden met mijn community, het geeft mij een breder forum om ervaringen uit te wisselen met vakgenoten binnen de hele hogeschool. De Communities of Practice zijn belangrijk want zij houden zich direct bezig met het primaire onderwijsproces. >>
Klaasbert Moed Docent Europese studies bij de afdeling HEBO/Communicatie Mijlpaal 2005 > Startte een Community of Practice rond Informatievaardigheden
Rainer Hensel is in 2005 genomineerd voor een Gouden Kalf in de categorie Beste Muziek voor de film Valse Wals. De film, geregisseerd door Mark de Cloe, was gebaseerd op een toneelstuk van Orkater. Hensel componeerde al 25 jaar de filmmuziek voor de films van Theo van Gogh. Dit was zijn eerste nominatie.
136
>> Een deel van mijn ziel ligt bij de muziek >>
>> Deze film was alles wat Theo verafschuwde: romantiek, hartstochtelijke passie zonder onderliggend venijn, veel dans. De eerste film die ik zonder hem maakte en juist die werd genomineerd. Ik hoorde Theo roepen: ‘Je heult met de vijand.’ In de film wordt geen woord gesproken maar er wordt veel gedanst. Het was een ongelooflijk uitdagende klus waar ik flink voor moest improviseren. Voor mij was het een onorthodoxe methode. Terwijl Theo altijd zei: ‘Maak maar wat, ik pleur het er wel onder.’ Het was super om genomineerd te zijn maar het is bitter als het zo dichtbij is en het dan toch aan je neus voorbij gaat. Ik baalde als een stekker. En daarna gaat het leven weer gewoon door. Ik heb een dvd laten maken, mezelf ermee op de kaart gezet, maar daar houdt het mee op. In Nederland ben ik best bekend, word wel gevraagd voor symposia en zo. Maar het is toch vooral zweten in de onbekendheid. Het is veel werk: je moet acquisities plegen, zorgen dat je de techniek blijft beheersen, investeren in ictcomponenten, en ga maar door. Een deel van mijn ziel ligt bij de muziek, maar ik ben blij dat ik het af kan wisselen met mijn werk als docent en promovendus. >>
Rainer Hensel Docent aan de opleiding Personeel en Arbeid en promovendus aan het lectoraat Pedagogiek van de Beroepsvorming Mijlpaal 2005 > Werd genomineerd voor een Gouden Kalf
138
Randvoorwaardelijke resultaten >>
Het College aan het woord
Els van Doorn Lid van het College van Bestuur
Over de besteding der middelen >> Els van Doorn vertolkt de mening van het CvB door te stellen dat ‘de (beperkte) middelen buitengewoon doelmatig zijn benut.’ Zij zijn ‘goed besteed na een goed begrotingsproces waaraan de Kaderbrief een niet te onderschatten bijdrage heeft geleverd.’ Pim Breebaart vult aan met de constatering dat de solvabiliteit van de hogeschool met rond de 30% ruim op orde is. ‘Een hogere weerstandsreserve hoeft niet: we zijn geen bank!’ Els van Doorn herinnert nog aan de wijziging in de interne allocatie met ingang van 2005 waarbij de middelen intern op basis van het jaar t-1 worden verdeeld en niet meer op basis van t-2. Hierdoor wordt dichter bij de werkelijkheid begroot. Over Planning en Control >> Het college constateert dat er in 2005 goede voortgang is geboekt met de hantering van het planning en control systeem ‘maar we zijn er nog lang niet’, aldus het college. De Raad van Toezicht - en dan met name de auditcommissie - volgt de ontwikkelingen op de voet en is tevreden over de bereikte resultaten. De managementovereenkomsten en kwartaalrapportages bieden het CvB goed zicht op de wijze waarop het afgesproken beleid bij academies en diensten wordt uitgevoerd. Zaken als beoogde resultaten bij de beleidsprioriteiten en die op basis van de gegevens uit de Reflector, het Kompas en Haags Peil verbetering behoeven, worden in de managementovereenkomsten opgenomen. Het gaat hierbij om alle aspecten van het beleid en niet alleen over de financiële doelstellingen. Uit de managementrapportages blijkt dat de organisatie over het algemeen zijn risico’s kent: er zijn in 2005 geen onverwachte constateringen gedaan die niet al bij eerdere rapportages of via andere analyses naar boven zijn gebracht. Els van Doorn: ‘College en directeuren praten steeds duidelijker over prioriteiten, de realisering daarvan en de daartoe in te zetten middelen. Het rapporteren over de bereikte resultaten in plaats van over de verrichte inspanningen, is echter nog een punt van aandacht. Het P&C systeem
141
beoogt daarbij een hulpmiddel te zijn zonder onnodige bureaucratie te genereren. We zoeken overigens nog wel naar het best werkbare format.’
142
143
Merkbeleid In 2005 is het merkbeleid voor de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk vastgesteld. Er is besloten om vanaf september 2006 één merknaam te gebruiken voor alle vestigingen. Als merknaam is ‘De Haagse Hogeschool’ gekozen. Dit betekent dat vanaf die datum de naam TH Rijswijk niet meer op het hogeschoolniveau gebruikt wordt. Voor een goede overgang, zal tot aan de verhuizing naar Delft, de naam TH Rijswijk nog wel gebruikt worden als onderdeel van de Haagse Hogeschool. Deze naam wordt gecombineerd met de nieuwe namen voor de twee academies die binnen de TH Rijswijk bestaan: de ‘Academie voor Engineering’ en de ‘Academie voor ICT & Media’. In het kader van dit merkbeleid is bepaald dat met ingang van 1 januari 2006 de term ‘academie’ wordt gebruikt in plaats van ‘afdeling’ en dat managers de functienaam ‘directeur’ gebruiken. Daarbij is een lijst van - deels nieuwe - academienamen vastgesteld. Het merkbeleid had naast het vastleggen van de merkstructuur als doel om de gewenste positionering en profilering van de Haagse Hogeschool te definiëren en uit te werken. Daartoe is een marketingconcept ontwikkeld – De Haagse Standaard – dat een positionering als regionale mentale marktleider met een eigen (Haagse) aanpak als uitgangspunt neemt. Dit concept moet richting geven aan nieuwe ontwikkelingen binnen de hogeschool, aan de profilering, aan de communicatie en marketing en aan het proces van intern bewustzijn van de eigen kracht en het vergroten van de trots van de medewerkers. Verder is gestart met de ontwikkeling van een nieuwe huisstijl en een nieuw communicatieconcept.
144
Organisatie en Personeel Inrichting van de organisatie Evaluatie functiehuis ICT >> In het verslagjaar is gestart met de evaluatie van het functiehuis van de dienst ICT. Centraal staat de vraag in hoeverre het bestand aan functiebeschrijvingen binnen de dienst ICT uit 2001 qua aantal, inhoud en niveau voldoende is toegesneden op en bruikbaar is voor een effectieve en efficiënte bedrijfsvoering van de gecentraliseerde afdeling ICT, nu en in de toekomst. De resultaten van de evaluatie en de daaraan gekoppelde aanbevelingen komen in het eerste kwartaal van het jaar 2006 beschikbaar. Samenvoeging (technische) opleidingen >> Uit overwegingen van efficiency zijn enkele technische opleidingen die zowel in Den Haag als in Rijswijk aanwezig waren, in het jaar 2005 samengevoegd. Het betreft de opleidingen Technische Informatica, Elektrotechniek, Werktuigbouw en Technische Bestuurskunde. De samenvoeging is met ingang van 1 september 2005 geëffectueerd. Per 1 januari 2005 zijn de afdelingen CMV/ MWD en SPH samengevoegd in de afdeling CMV/MWD/SPH. Gedurende het verslagjaar heeft de samenvoeging daadwerkelijk vorm gekregen. Naamgeving managers >> In het verslagjaar is de functienaam ‘manager’ vervangen door ‘directeur’. Positie teamleiders >> In het verslagjaar 2004 heeft de hogeschoolraad ongevraagd advies gegeven aan het College van Bestuur over de inrichting van afdelingen. Mede in reactie hierop is in het verslagjaar 2005 de rol van teamleider binnen de organisatie van academies ingevuld; de rol is uitgewerkt in de kadernotitie:‘organisatie van onderwijsafdelingen’. De kadernotitie regelt onder meer de bevoegdheden en de beloning. De rol van teamleider is geëffectueerd met ingang van 1 september 2005.
145
Ombudsfunctionaris voor personeel >> Per 15 oktober 2005 is een ombudsfunctionaris voor het personeel aangesteld. De benoeming is voor een termijn van drie jaar. De taken en bevoegdheden van de ombudsfunctionaris zijn geregeld in ‘het reglement ombudsfunctionaris’. Privacyreglement en functionaris gegevensbescherming >> Om de privacy van medewerkers en studenten van de hogeschool zo goed mogelijk te beschermen, is in het verslagjaar een privacyreglement vastgesteld. Een uitvloeisel van het privacyreglement is de benoeming van een functionaris gegevensbescherming voor de hogeschool. Deze functie zal in 2006 worden ingevuld. De functionaris gegevensbescherming zal onder meer toezicht houden op de toepassing en de naleving van de Wet Bescherming Persoonsgegevens binnen de hogeschool. Bezwarencommissie >> Per 1 juli 2005 zijn de bezwarencommissies op specifieke domeinen binnen HRM vervangen door één bezwarencommissie voor het personeel. Deze commissie is samengesteld uit een onafhankelijke voorzitter en twee leden, één op voordracht van de hogeschool en één op voordracht van de in het Georganiseerd Overleg vertegenwoordigde vakorganisaties. De bezwarencommissie is in het verslagjaar geïnstalleerd en verricht haar werkzaamheden op basis van het reglement dat is overeengekomen tussen het College van Bestuur en de vakorganisaties in het Georganiseerd Overleg. De bezwarencommissie heeft tot doel het College van Bestuur te adviseren indien medewerkers van de hogeschool bezwaar aantekenen tegen een rechtspositionele dan wel arbeidsvoorwaardelijke beslissing tegen hen. In het verslagjaar heeft de bezwarencommissie één bezwaar ontvangen en in behandeling genomen. Vernieuwing klachtregeling ongewenst gedrag; effectueren inzet vertrouwenspersonen >> De klachtregeling ongewenst gedrag is in het verslagjaar geactualiseerd en vastgesteld door het College van Bestuur. De nieuwe regeling heeft instemming gekregen van de Hogeschoolraad en
146
is sinds 1 september 2005 van kracht. Op basis van de regeling is een nieuwe klachtencommissie ongewenst gedrag geïnstalleerd. De kring van vertrouwenspersonen is uitgebreid en de vertrouwenspersonen zijn geschoold. Ter ondersteuning van de voorlichting over ongewenst gedrag en de rol van vertrouwenspersonen is voor studenten en medewerkers een informatiefolder uitgebracht in zowel de Nederlandse als de Engelse taal. HRM beleid Beleidsplan 2005-2008 ‘De Haagse Medewerker’ >> Op 5 april 2005 heeft het College van Bestuur het HRM-beleidsplan 2005-2008 ‘De Haagse Medewerker’ vastgesteld. Het beleidsplan omvat een integrale benadering van het HRM-beleid en de HRM-instrumenten en sluit aan op de hogeschoolstrategie zoals verwoord in de hogeschoolnotitie ‘Het Perspectief’ en het Hogeschool Ontwikkelingsplan 6 (HOP 6). Aandachtsgebieden zijn: - werving, selectie en instroom; - personeelsplanning, doorstroom en organisatieontwikkeling; - professionele ontwikkeling; - arbeidsvoorwaarden; - managementinformatie en beheer. Per aandachtsgebied zijn doelstellingen, resultaten en activiteiten benoemd. Onderdeel van het HRM-beleidsplan is het implementatieplan. In het verslagjaar is gestart met een communicatieplan dat verdere uitwerking zal krijgen in het jaar 2006. Project competentiemanagement >> De invoering van competentiemanagement heeft in het verslagjaar een vervolg gekregen. Een groot deel van de medewerkers is getraind in het voeren van een competentiegericht functioneringsgesprek. Binnen de afdelingen worden deze functioneringsgesprekken gevoerd en er is een brochure ontwikkeld die geba-
147
seerd is op het geldende reglement functioneringsgesprekken. Daarnaast zijn in het verslagjaar competentieprofielen voor de onderwijsondersteunende functies ontwikkeld. Project professionele ontwikkeling >> In het verslagjaar is onder medewerkers van de hogeschool kwalitatief onderzoek verricht naar de ervaringen, behoeften en opvattingen over professionele ontwikkeling en is in beeld gebracht welke activiteiten op het gebied van professionele ontwikkeling er bij de hogeschool plaatsvinden. Aan de directeuren is advies verstrekt over hun strategische personeelsplannen. Voor medewerkers van de hogeschool is in 2005 in samenwerking met de afdeling Contractactiviteiten een intern scholingsaanbod ontwikkeld. Dit scholingsaanbod is in november 2005 bekend gemaakt binnen de hogeschool en zal in 2006 worden gecompleteerd. Enkele trainingen die in het verslagjaar zijn gestart zijn studieloopbaanbegeleiding en het schrijven van beleidsteksten. Daarnaast is er een programma van trainingen en bijeenkomsten gestart voor de groep teamleiders. Leren op de werkplek is één van de aandachtsgebieden binnen het project Professionele Ontwikkeling. In het verslagjaar zijn vier communities of practice gestart en is bijgedragen aan de start van het vrouwennetwerk. In 2006 zal het projectplan de basis zijn voor een op te stellen beleidsnotitie waarin beleid, programma en faciliteiten worden vastgelegd en waarin de voortzetting van activiteiten zoals opgenomen in het projectplan wordt geborgd in het reguliere werkproces. Daarnaast zullen voor medewerkers en management diverse handleidingen worden ontwikkeld op het gebied van professionele ontwikkeling. In 2005 stonden zes medewerkers ingeschreven als student voor één van de opleidingen van de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk. Functieordening >> In het verslagjaar is verder uitvoering gegeven aan het Plan van Aanpak functieordening waarvoor het protocol functieordening II uit de CAO-HBO de basis vormt.
148
Het project is in het verslagjaar uitgevoerd door een externe projectleider die in eerste instantie tot taak had de actuele situatie rondom functies binnen de hogeschool in kaart te brengen om zo een ‘foto’ van de organisatie krijgen. Daarnaast had de projectleider tot taak om samenhangende functies te ontwikkelen in de vorm van functiefamilies. De oorspronkelijke einddatum van het project zoals overeengekomen met de vakbonden in het Georganiseerd Overleg, zijnde 1 januari 2007, is in het verslagjaar onderwerp van discussie geweest. In het verslagjaar hebben werkgevers en werknemers in het hbo afgesproken dat hogescholen uiterlijk 31 maart 2006 de operatie ‘functieordening’ voltooid dienen te hebben. Eind 2005 is met de vakbonden en de hogeschoolraad in een gezamenlijk overleg overeengekomen dat de activiteiten en de planning van het project zodanig worden versneld, dat het project op 31 maart 2006 kan worden afgerond. Mobiliteit Transferpunt, loopbaan en mobiliteit >> In het verslagjaar is verdere invulling gegeven aan de werkzaamheden en de taken van het Transferpunt. Het Transferpunt, dat een onderdeel vormt van de Dienst P&O, sluit aan op de behoefte van de hogeschoolorganisatie om op actieve wijze om te gaan met de interne arbeidsmarkt. Producten die in het verslagjaar (verder) ontwikkeld c.q. geïmplementeerd zijn, betreffen onder meer het bieden van begeleiding bij loopbaanoriëntaties, de vorming van een opleiding- en cursusbestand, het ontwikkelen van workshops (onder meer solliciteren en persoonlijke effectiviteit) en het uitvoeren van testen zoals een beroepskeuzetest. In het verslagjaar is de administratie rondom de interne werving verder geprofessionaliseerd. Tevens is de administratie rondom de externe werving in het verslagjaar ondergebracht bij het Transferpunt. In februari 2005 hebben vakbonden, vertegenwoordigd in het Georganiseerd Overleg, een bezoek gebracht aan het Transferpunt met het doel het kenni-
149
snemen van de werkzaamheden van het Transferpunt. Met de vakbonden is overeengekomen dat de werkzaamheden en de activiteiten van het Transferpunt twee jaar na oprichting zullen worden geëvalueerd. Deze evaluatie zal in 2006 worden uitgevoerd. Samenwerking met andere instanties op het terrein van mobiliteit >> Eén van de taken van het Transferpunt is om het netwerk met andere hogescholen en andere externe instanties te vergroten, bijvoorbeeld door het uitwisselen van vacatures. In het verslagjaar is de regionale mobiliteitspool MOVE (opgericht in 2003) meerdere keren bijeengekomen. Deelnemers zijn naast de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk, de Hogeschool Leiden, ROC Leiden, het Mondriaan College, het ID college, de Rijksuniversiteit Leiden, de Hotelschool Den Haag en het Johan de Wittcollege. In het verslagjaar zijn activiteiten ondernomen om het netwerk te professionaliseren en is een subsidieaanvraag voorbereid. De subsidieaanvraag betreft de financiering van een onderzoek naar factoren die (regionale) mobiliteit belemmeren en bevorderen. In het verslagjaar zijn tevens vacatures uitgewisseld met de Hogeschool Rotterdam en Omstreken en is het Transferpunt deelnemer in een netwerk van bedrijven. Daarnaast is in 2005 het contact met de regioregisseur van de hogeschool geïntensiveerd, onder meer op het vlak van het inzetten van docenten bij bedrijfsopdrachten, bijvoorbeeld door het instrument docentstage. In het verslagjaar hebben 46 medewerkers zich nieuw ingeschreven bij het Transferpunt. Van hen zijn er 38 op eigen initiatief naar het Transferpunt gekomen en zijn acht medewerkers door hun leidinggevende of hun P&O-adviseur op het spoor van het TP gezet. Van de 46 ingeschreven personeelsleden is 78% vrouwen en 22% man; de verhouding OP : OBP is 41% : 59%.
150
Vacatures >> In 2005 is de selectieve stop op externe vacaturevervulling gehandhaafd. Dit heeft ertoe geleid dat verzoeken voor externe werving in het verslagjaar zorgvuldig zijn afgewogen. In het verslagjaar zijn 87 vacatures aangemeld bij het Transferpunt. 72 vacatures zijn in het verslagjaar succesvol afgehandeld. De helft hiervan is extern vervuld; de andere helft is vervuld binnen de hogeschoolorganisatie. Daarnaast heeft het Transferpunt bemiddeld bij de plaatsing van zes herplaatsingkandidaten, van wie twee voor een gedeelte van hun aanstellingsomvang. Leeftijdsbewust kwaliteit- en doelgroepenbeleid (LKD) Docentstages >> In het verslagjaar heeft het project ‘Docentstages’, dat uitgevoerd wordt door het Transferpunt, een vervolg gekregen. Binnen een docentstage doen (vak)docenten ervaring op buiten de muren van de hogeschool door gedurende een bepaalde tijd mee te werken in een bedrijf of instelling in de branche waarop studenten worden voorbereid. De nieuw opgedane kennis kan na afloop van de stage gebruikt worden binnen de hogeschool. Hiermee wordt ingespeeld op het behoud en de vergroting van de kwaliteit van docenten. Op 31 december 2005 stonden 45 medewerkers ingeschreven voor het project docentstage. Vijftien medewerkers hebben hun stage afgerond in 2005 en drie medewerkers volgen momenteel nog een docentstage. Met twee kandidaten zijn in 2005 contracten aangegaan, die starten in februari 2006. In het verslagjaar is met negen medewerkers gesproken over een toekomstige stage. Regeling kinderopvangfaciliteiten >> In het jaar 2005 werd voor 143 kinderen bemiddeld bij het inhuren van een bedrijfsplaats. Van de 143 kinderen zijn er 95 kinderen bij een kinderdagverblijf geplaatst, één kind is geplaatst bij een gastgezin via een erkend gastouderbureau en in de loop van 2005 maakten 47 kinderen gebruik van buitenschoolse opvang. Veel
151
kinderen stromen door van een kinderdagverblijf naar de buitenschoolse opvang. In het verslagjaar stonden er geen kinderen op de wachtlijst. Stimulering ouderschapsverlof >> In 2005 hebben 26 personen gebruik gemaakt van de regeling. Het gaat hierbij zowel om in 2004 gestart als om in 2005 nieuw gestart gebruik. De regeling compenseert deels ongunstige financiële effecten in het netto inkomen bij het opnemen van dit onbetaalde verlof. Regeling Vitaal Werken >> Als gevolg van de wettelijke maatregelen rondom vroegpensioen en VUT is de regeling Vitaal Werken niet gecontinueerd. Concreet betekent de regeling dat medewerkers vanaf de leeftijd van zevenenvijftig jaar, die minimaal een aanstelling hebben van 0,6 fte, de omvang van hun aanstelling terug kunnen brengen tot maximaal 50% van de oorspronkelijke omvang. Voor het deel waarvoor ontslag wordt genomen, ontvangt de medewerker een uitkering van 70% van het laatstgenoten salaris, terwijl de opbouw van het ouderdomspensioen wordt voortgezet als ware nog sprake van de oude aanstellingsomvang, tot het moment waarop de FPU op de spilleeftijd intreedt. De regeling wordt uitgevoerd in samenwerking met het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) en kan worden gezien als een deeltijd Pré-FPU-regeling, die voorafgaat aan de reguliere FPU. De regeling Vitaal Werken gold van september 2002 tot september 2004. In totaal hebben in deze periode 117 medewerkers van de hogeschool gebruik gemaakt van de regeling. In de maand december 2005 waren er nog 93 deelnemers. De Wet Samen als basis voor een diversiteitbeleid >> De hogeschool heeft als doelstelling dat de samenstelling van haar personeelsbestand naar sekse en etniciteit aansluit bij de maatschappelijke situatie in haar omgeving en een afspiegeling is van de studentenpopulatie. In dit kader voert de hogeschool, op basis van vrijwilligheid van de medewerkers, een doelgroepenregistratie conform de verplichtingen die er destijds golden voor
152
werkgevers in het kader van de Wet Samen. Een vergelijk met het voorgaande verslagjaar wijst uit dat het aandeel medewerkers met een niet-westerse etnische achtergrond, is afgenomen met 2%, van het totale personeelsbestand. Per 31 december 2005 behoorde 5,7% tot deze doelgroep. In 2004 was dit 7,7%. Van het totaal aantal medewerkers met een fulltime aanstelling behoorde 6% tot de doelgroep; van de groep deeltijders betrof dit 5,5%. Van het totaal aantal medewerkers uit de categorie onderwijzend personeel behoorde 5% tot de doelgroep; van de groep medewerkers uit de categorie ondersteunend- en beheerspersoneel behoorde 6,9% tot de doelgroep. Deze ontwikkeling staat haaks op de doelstellingen gericht op het vergroten van het aantal medewerkers, vooral docenten met een niet etnische achtergrond en dient te worden omgebogen. Maatregelen zijn geboden en zullen in het jaar 2006 getroffen worden. Het diversiteitbeleid zal nader vorm en inhoud krijgen. Kwantitatieve formatieontwikkelingen Algemene ontwikkelingen in fte en aantallen >> Op 31 december 2005 waren 1180 fte’s bezet door medewerkers op arbeidsovereenkomst. Ten opzichte van het jaar 2004 is dit een toename van 45 fte’s. Wat het aantal medewerkers betreft: op 31 december 2005 waren 1587 medewerkers in dienst, dit zijn er dertig meer dan op 31 december 2004. Binnen het totaal van het aantal medewerkers met een arbeidsovereenkomst is het aandeel van het onderwijzend personeel iets gedaald ten opzichte van het vorige verslagjaar: 63,5% onderwijzend personeel (66% in 2004) tegen 36,5% ondersteunend personeel (34% in 2004). De verdeling tussen het aantal mannen en vrouwen over het totale personeelsbestand is gelijkmatiger in verhouding ten opzichte van het vorige verslagjaar: 56% mannen (60% in 2004) tegen 44% vrouwen (40% in 2004).
153
De verhouding tussen vast en flexibel personeel is in het verslagjaar als volgt verdeeld. Van het totaal onderwijzend personeel heeft 16,5% een aanstelling voor bepaalde tijd en 83,5% een aanstelling voor bepaalde tijd met uitzicht op onbepaald en voor onbepaalde tijd. Bij het ondersteunend personeel is die verhouding vergelijkbaar, 16% van het totaal ondersteunend personeel behoort tot het flexibele personeelsbestand (aanstelling voor bepaalde tijd) en 84% tot het structurele personeelsbestand. Het totale flexibele personeelsbestand was op de peildatum ongeveer gelijk aan het vorige verslagjaar: ruim 16% van de aanwezige personeelsleden. De verhouding tussen het aantal fulltimers en parttimers was in het verslagjaar als volgt: 37% van de medewerkers heeft een fulltime dienstverband en 63% een parttime dienstverband. Voor tabellen, zie bijlage 8. Min-max-contracten en arbeidsmarkttoelagen >> De hogeschool maakt geen gebruik van min-max contracten. In het verslagjaar zijn geen arbeidsmarkttoelagen verstrekt. Leeftijdsopbouw >> De hogeschool streeft naar een evenwichtig personeelsbestand. De huidige leeftijdsopbouw per categorie van 10 jaren is als volgt: - 10% is tussen de 20 en 29 jaar - 21% is tussen de 30 en 39 jaar - 27% is tussen de 40 en 49 jaar - 36% is tussen de 50 en 59 jaar - 6% is boven de 60 jaar. Vooral bij de afdelingen is de leeftijdsverdeling onevenwichtig. In het verslagjaar is bijna de helft van het onderwijsgevend personeel 50 jaar of ouder. Bij de ondersteunende diensten is dit percentage ruim 30%. Toekomstige ontwikkelingen laten zien dat in 2009 64% van het personeelsbestand van de hogeschool ouder is dan 50 jaar; in 2014 is dat percentage 76%.
154
Om de continuïteit en de kwaliteit binnen de hogeschool in de toekomst te waarborgen, zal er de komende jaren nadrukkelijk aandacht worden besteed aan personeelsplanning, aan de instroom van nieuw ( jong) personeel, maar ook aan de inzetbaarheid van oudere medewerkers. Het strategisch personeelsplan en de uitgangspunten van de hogeschool vormen daarbij de basis. Zie voor tabellen, bijlage 8. Verdeling naar schaalniveau >> De onderstaande tabel geeft in percentages weer de verdeling van medewerkers naar schaalniveau per categorie van het totaal aantal medewerkers op de peildatum 31 december 2005. Binnen de afdelingen werken veel medewerkers in de functieschalen 11 en 12. Dit betreft vooral de onderwijsgevende functies.
Verdeling in percentages van medewerkers naar schaalniveau per categorie, 31 december 2005
Schaal
nominaal
<5
6
7
8
9
10
11
12
13
>14
Totaal
OP
0,2
0
0
0
0,8
1,8
0,7
26,3
32,7
0,4
0,7
63,6
OBP
0,3
6,6
6,1
4,5
5,2
3,5
1,4
2,5
2,3
1,9
2,1
36,4
Totaal
0,5
6,6
6,1
4,5
6
5,3
2,1
28,8
35
2,3
2,8
100
Arbeidsvoorwaarden CAO-HBO >> Bij aanvang van het verslagjaar is een CAO-HBO tot stand gekomen die een doorlooptijd had tot en met 31 december 2005. Op het domein ‘werk en verlof’ is een aantal veranderingen doorgevoerd, waaronder het wijzigen van de standaardwerkdag van negen uur naar acht uur en het opnemen van drie standaard werkweekmodellen voor het OP en het OBP. De vaststelling van de dagelijkse werktijd is onderwerp van overleg tussen werknemer en werkgever.
155
Tevens is opgenomen dat toekenning van uren voor deskundigheidsbevordering ook voor het OBP geldt en dat toekenning van deze uren een onderdeel dient te vormen van een Personeels Ontwikkelingsplan (POP). Nieuw is dat met elke medewerker een ontwikkelingsafspraak wordt gemaakt in de vorm van een POP. De voortgang en de bijstelling van het POP dient te worden besproken in functionerings- en/of beoordelingsgesprekken. Over loondoorbetaling bij ziekte is opgenomen dat medewerkers na één jaar ziekte nog maar 70% van het loon ontvangen bij volledige arbeidsongeschiktheid. Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid is de eis opgenomen dat de desbetreffende medewerker tenminste dertien weken in een aaneengesloten periode voor tenminste 45% van de betrekkingsomvang in de eigen functie arbeid moet hebben verricht om in aanmerking te komen voor 100% loondoorbetaling. Andere veranderingen zijn het afschaffen van dubbele pensioenjaren bij de berekening van het ambtsjubileum in het geval van genoten tropenjaren en de mogelijkheid tot het betalen van vakbondscontributie via de salarisadministratie. De CAO-HBO 2005 regelde tevens het vervangen van de tot dan toe gebruikte salaristabellen (met bijbehorende aanloopschalen) door vaste minimum en maximumbedragen per functieschaal met daaraan gekoppeld een vastgesteld normpercentage om jaarlijks de salarisontwikkeling te kunnen bepalen. Inkomensontwikkelingen 2005 >> In de maand juli van het verslagjaar zijn de salarissen structureel verhoogd met 0,6% en is een eenmalige uitkering toegekend van 125 euro (naar rato aanstellingsomvang) in augustus 2005. Daarnaast is de structurele eindejaarsuitkering (2%) uitgekeerd in december 2005. Keuzemenu Arbeidsvoorwaarden >> In 2002 is het Keuzemenu Arbeidsvoorwaarden in werking getreden. Hiermee is voor medewerkers van de
156
hogeschool de mogelijkheid gecreëerd om een persoonlijk pakket flexibele arbeidsvoorwaarden samen te stellen dat op hun eigen behoeften en omstandigheden is afgestemd. In de maand mei 2005 òf oktober 2005 konden de medewerkers hun keuze kenbaar maken voor het jaar 2006. Hiervan hebben 96 medewerkers gebruik gemaakt. Dit aantal is iets hoger dan het vorige verslagjaar; toen was het aantal negentig. Bij het onderwijzend en het niet-onderwijzend personeel lag de behoefte aan flexibiliteit het meest bij het uitbetalen van extra salaris en extra opbouw van het pensioen. Fietsplan >> Deelname aan het Fietsplan kan, onder bepaalde condities, ook buiten het Keuzemenu Arbeidsvoorwaarden om. In het verslagjaar maakten 41 medewerkers gebruik van deze mogelijkheid. Er is meer gebruik gemaakt van het Fietsplan buiten het Keuzemenu dan binnen het Keuzemenu. De Haagse Hogeschool kent geen Vervoerplan. Voorziening Sociaal Beleid >> De Haagse Hogeschool/TH Rijswijk beschikt over de voorziening Sociaal Beleid ter dekking van (toekomstige) verplichtingen in het kader van de regeling Vitaal Werken en van kosten die voortkomen uit de intensivering van het personeelsbeleid en gemaakt worden voor opleiding, begeleiding, outplacement of beëindiging dienstverband. In 2005 telde Vitaal Werken 93 deelnemers en is voor achttien medewerkers een beroep op de voorziening gedaan. Landelijke ontwikkelingen Levensloopregeling >> In het verslagjaar is op landelijk niveau een levensloopregeling ontwikkeld die per 1 januari 2006 wettelijk in werking treedt. De levensloopregeling is een individuele regeling waarbij werknemers jaarlijks maximaal 12% van hun bruto jaarsalaris in mogen leggen. De 12%-grens geldt niet bij een eenmalige inbreng uit afgekochte prepensioenrechten en voor werknemers boven 50 jaar.
157
In het verslagjaar heeft de HBO-raad een inventarisatie gedaan bij hogescholen om de behoefte aan een sectorale regeling te peilen. Gezien de uitkomst van de peiling is in het verslagjaar gestart met het ontwerpen van een sectorale levensloopregeling voor het hbo. In de loop van 2006 zal deze regeling worden vastgesteld en zullen medewerkers binnen de hogeschool worden geïnformeerd. De levensloopregeling heeft geen gevolgen voor de spaarloonregeling. Deelnemen aan beide regelingen is echter niet mogelijk. De levensloopregeling heeft wél gevolgen voor het keuzemenu arbeidsvoorwaarden van de hogeschool. De keuze om langdurig verlof te ‘sparen’ onder het beheer van de hogeschool is in het verslagjaar als optie binnen het keuzemenu komen te vervallen. Afschaffing FPU >> Als gevolg van de nieuwe wet inzake vroegpensioen en levensloop is het sectorbestuur van het ABP overeengekomen dat de prepensioneringsregeling voor iedereen die na 1950 geboren is, vervalt. In plaats hiervan is per 1 januari 2006 het keuzepensioen geïntroduceerd. Zorgverzekering >> Kort voor het einde van het verslagjaar is tussen de HBO-Raad en zorgverzekeraar Zilveren Kruis/Achmea een collectieve overeenkomst voor het hbo gesloten die met ingang van 2006 in werking treedt. De medewerkers van de hogeschool zijn over de inhoud van de collectieve verzekering tijdens voorlichtingsbijeenkomsten en schriftelijk geïnformeerd. Tevens zijn de medewerkers van de hogeschool in de gelegenheid gesteld hiervan gebruik te maken. Arbeidsomstandighedenbeleid Actieplan Arbeidsomstandigheden 2004-2007 >> Ook in 2005 zijn actiepunten uit het meerjarig verbeterplan arbeidsomstandigheden gerealiseerd. Belangrijke resultaten die tijdens het verslagjaar zijn bereikt, zijn onder meer:
158
Verbeterplan inrichting praktijklokalen; vervangingsbeleid studentenmeubilair >> Acties zijn in 2005 eerst gericht op computerwerkplekken voor studenten. In september is gestart met een proefneming in de bibliotheek, waar dertig werkplekken zijn ingericht in acht verschillende opstellingsvarianten met meubilair en hulpmiddelen volgens de nieuwste ergonomische inzichten en technieken. Studenten zijn actief gevolgd in en bevraagd over hun gebruikerservaringen. Begin 2006 zal over de resultaten van de proefneming worden gerapporteerd aan het College van Bestuur. Conclusies en eventuele aanbevelingen zullen mede input zijn voor het formuleren en vaststellen van een meerjarig vervangingsbeleid studentenmeubilair. Vervolgonderzoek beleving van werkdruk >> Bij de opzet van het onderzoek is mede gebruik gemaakt van een speciaal voor het hbo ontwikkelde methodiek voor de aanpak van werkdruk. Besloten is om pilotonderzoeken uit te voeren bij de dienst C&M en bij de academie voor European Studies & Communication Management. Eind 2005 is een projectplan opgesteld. In het voorjaar 2006 worden de pilotonderzoeken uitgevoerd; bevindingen, conclusies en eventuele aanbevelingen worden gerapporteerd aan het College van Bestuur, dat vervolgens de Hogeschoolraad informeert. Voorlichting/instructie aan studenten en medewerkers over handelwijze bij ontruiming >> Informatieteksten zijn geactualiseerd. Voor onderwijsgevende medewerkers is expliciet de verantwoordelijkheid voor studenten tijdens ontruimingsacties aan de instructie toegevoegd. De vernieuwde informatie is in september 2005 op het intranet voor studenten en medewerkers geplaatst. Samenwerking met de medezeggenschapsorganen >> In het verslagjaar is een tussentijdse voortgangsrapportage over de uitvoering van het meerjarig verbeterplan arbeidsomstandigheden besproken met de Hoge-
159
schoolraad. Daarnaast is met de Hogeschoolraad overlegd over de inrichting van de arbodienstverlening op het gebied van preventie en begeleiding van verzuim; de HR heeft ingestemd met het voorstel van het College van Bestuur om de overeenkomst met arbodienst Commit onder specifieke voorwaarden en met enige aanpassing te verlengen tot 1 januari 2007. Aanpassing afspraken met arbodienst Commit >> Tegen het einde van het verslagjaar is de telefonische intake na ziekmelding door inzet van een landelijk callcenter beëindigd. Deze intake wordt nu uitgevoerd door de assistent binnen het vaste klantteam van Commit dat werkzaam is voor de hogeschool. Inmiddels ervaren voordelen zijn: kortere en snellere communicatielijnen, meer inzicht in lopende organisatieprocessen zodat gerichter kan worden doorgevraagd en beter afgestemd kan worden gerapporteerd. In december 2005 zijn afspraken gemaakt over het overdragen van de eerste actie na ziekmeldingen door Commit aan de direct leidinggevenden binnen de hogeschool. Uitvoering van de gewijzigde afspraken zal in de eerste helft van 2006 zijn beslag krijgen. Voorlichting en onderricht >> De adviseurs van de dienst P&O en via hen de directeuren van onderwijsafdeling en hogeschooldiensten zijn op hoofdlijnen geïnformeerd en geïnstrueerd over de betekenis van de op 29 december 2005 in werking getreden Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA). Afronding arboconvenant hoger onderwijs en onderzoek >> Op 14 juni 2005 was de portefeuillehouder arbo van het College van Bestuur een van de sprekers tijdens het congres waarmee het op 28 november 2000 gesloten convenant werd beëindigd. Op voorspraak van een meerderheid van de hogescholen, waaronder de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk worden bereikte resultaten en een ontwikkeld instrumentarium voortgezet en geborgd door de Stichting Mobiliteitsfonds hbo, onder meer door de
160
overname van een deel van het ondersteunend apparaat van het tijdens de convenantperiode actieve arboservicepunt voor hoger onderwijs en onderzoek. Ook het kennisnetwerk arbo-coördinatoren blijft onder verantwoordelijkheid van het SMF actief; de arbo-coördinator van de hogeschool heeft tijdens het verslagjaar bijdragen geleverd aan netwerkbijeenkomsten waarin actuele thema’s zijn behandeld. Ontwikkelingen ziekteverzuim >> In 2005 is het totale gemiddelde ziekteverzuim ten opzichte van 2004, na enkele jaren van stijging, weer afgenomen, van 5,33% naar 4,57%. Ook de gemiddelde ziekteduur van verzuimmeldingen daalde licht: van 13,68 dagen in 2004 naar 13,31 dagen in het verslagjaar 2005. Gemiddeld percentage ziekteverzuim en gemiddelde ziekteduur, periode 2001 t/m 2005
Jaar
Gemiddeld ziekteverzuim in % Gemiddelde ziekteduur in dagen
2001
2002
2003
2004
2005
5,75
4,24
4,67
5,33
4,57
16
14
15,5
13,68
13,31
Georganiseerd Overleg >> In het verslagjaar is binnen het Georganiseerd Overleg tussen CvB en vakorganisaties van de volgende onderwerpen overeenstemming bereikt: - reglement bezwarencommissie; - voordrachten voor benoemingen leden bezwarencommissie; - besteding LKD middelen 2005; - aanpak functieordening. Andere onderwerpen die in het verslagjaar zijn besproken zijn: - de voortgang en nadere afspraken met betrekking tot het project functieordening; - benoeming ombudsfunctionaris;
161
-
-
integratie technisch onderwijs Delft en Den Haag; evaluatie nieuwe regeling kinderopvang; verdeling van bevoegdheden medezeggenschap tussen vakorganisaties en hogeschoolraad met betrekking tot de uitwerking van het HRM-beleid; LKD middelen 2006; instroomontwikkelingen bij diverse afdelingen.
Het Kompas 2005 >> In het verslagjaar is Het Kompas 2005, het tweejaarlijks onderzoek naar de tevredenhied van medewerkers, uitgevoerd. Het deelnemerspercentage was nagenoeg gelijk aan dat van 2003, 48% van de medewerkers heeft deelgenomen. Met dit percentage geeft het onderzoek een representatief beeld van de wijze waarop de medewerkers de directe werkomgeving, de organisatie en het beleid van de hogeschool ervaren. Een aantal kritische punten uit 2003 wordt twee jaar later duidelijk positiever ervaren. Het grootste deel van de medewerkers voelt zich veilig in ons gebouw en in de directe omgeving daarvan. Het aantal medewerkers dat een functioneringsgesprek heeft gevoerd is gestegen van 38% naar bijna 60%. Overigens is dit percentage nog te laag; het doel is dicht tegen de 100% te scoren. Medewerkers ervaren meer aandacht voor hun talenten en hun professionele ontwikkeling en de samenwerking tussen collega’s binnen een afdeling of dienst is verbeterd. Ook hebben de meeste medewerkers een duidelijk beeld van de rol van het CvB in de besluitvormingstrajecten binnen onze organisatie en vinden meer medewerkers dan in 2003 dat zij met vragen en problemen bij hun leidinggevende terecht kunnen. De meeste medewerkers gaan met plezier naar het werk, zij voelen zich betrokken bij de hogeschool en ervaren voldoende afwisseling in hun werkzaamheden. Uiteraard zijn er ook in 2005 verbeterpunten te benoemen. Een deel van de medewerkers wil graag concrete afspraken maken over hun persoonlijke ontwikkelingsmogelijkheden en de score voor het onderdeel
162
talentontwikkeling in combinatie met de waardering voor professionele ontwikkeling; mede gelet op onze ambities is deze nog te laag. Tot slot vindt een deel van de medewerkers dat het communicatieklimaat binnen onze organisatie een meer open karakter dient te krijgen. Hogeschoolraad >> De Hogeschoolraad telt twaalf zetels voor studenten en twaalf voor personeelsleden. In 2005 was de bezetting niet volledig: acht studentenzetels en elf personeelszetels waren bezet. Bij de afdelingsraden Beleid, Bestuur & Recht, Marketing & Commerce, Gezondheidszorg, PABO en Technology, Management & Design zijn tussentijdse verkiezingen gehouden, maar helaas moest ook in 2005 worden geconstateerd dat de kandidaten schaars zijn en de opkomst bij verkiezingen laag. De zittingstermijn voor studenten is 1,5 jaar en die voor personeel drie jaar. In 2005 heeft ook de afdeling Contractactiviteiten een eigen deelraad gekregen met drie personeelszetels. In het verslagjaar heeft de Hogeschoolraad een groot aantal onderwerpen besproken. Voorafgaand aan elke overlegvergadering met het CvB vond een interne vergadering plaats. Veel vergaderonderwerpen werden in commissieverband voorbereid, zodat een al te grote gedetailleerdheid tijdens de overlegvergaderingen kon worden vermeden. Het blijft echter lastig om de rol en status van (het werk van de) commissies goed in evenwicht te brengen met die van de plenaire vergaderingen. De besprekingen met het CvB kunnen als constructief worden gekenschetst. In bijna alle gevallen waar het College en de Raad het in eerste instantie oneens waren, is in tweede instantie overeenstemming bereikt. Het CvB hecht veel belang aan het goed functioneren van de medezeggenschap en heeft dan ook, net als de HR zelf, nagenoeg alle aanbevelingen van het evaluatieonderzoek naar het functioneren van de medezeggenschap in de periode september 2003 tot december 2004 (gepubliceerd in juli 2005) overgenomen.
163
In het kader van de discussie over de Governancestructuur van de Haagse Hogeschool is op 30 november 2005 overleg gevoerd met de voorzitter, secretaris en een lid van de Raad van Toezicht. Onderwerp van gesprek was de wens van de RvT om tot een andere samenstelling van de RvT te komen, met minder leden en zonder het recht van voordracht van de Hogeschoolraad van twee leden van de Raad van Toezicht. Die constructie paste in een organisatiestructuur met een Bestuurscommissie, zoals destijds binnen de hogeschool bestond, maar past niet in een organisatie met een RvT-CvB model. De uitkomst van het overleg is dat de HR afziet van het recht om een bindende voordracht te doen voor twee leden van de RvT. Er wordt wel veel waarde gehecht aan een goede communicatie en wederzijdse betrokkenheid, wat geleid heeft tot de afspraak dat met ingang van het jaar 2006 regulier overleg van één of twee keer per jaar zal plaatsvinden tussen een delegatie van de Raad van Toezicht en de Hogeschoolraad. Bovendien krijgt de HR recht van advies over de profielschets van de Raad van Toezicht en recht van advies bij de benoeming van nieuwe leden van de Raad van Toezicht. De hogeschoolraad heeft de Raad van Toezicht begin 2005 positief geadviseerd over het voorstel om de heer Breebaart en van mevrouw van Doorn te herbenoemen, beiden opnieuw voor een periode van vier jaar. De onderwerpen waar weinig discussie voor nodig was om met het CvB op één lijn te komen waren: - onderwijs- en examenregeling; - samenvoeging van de opleidingen Werktuigbouwkunde, Elektrotechniek, Technische Informatica en Technische Bedrijfskunde; - reglement, functieprofiel en wervings- en selectieprocedure Ombudsfunctionaris; - bijgestelde kaders bachelorbeleid; - reglement vertrouwenspersoon; - privacyreglement; - jaarrekening 2004 en bestemming jaarresultaat;
164
-
ruimteverdeling gebouw Laakhaven; studentenstatuut; technisch en ruimtelijk pve gebouw Delft; kaderbrief begroting 2006; verbeterplan dienst ICT; project OSIRIS; de resultaten van Het Kompas en De Reflector; uitvoeringsmaatregelen CAO; projectplan professionele ontwikkeling.
Meer discussie was nodig om over de volgende onderwerpen positief te adviseren dan wel ermee in te stemmen: - begroting 2005; - evaluatie en verbeterplan dienst Onderwijs- en Studentenzaken; - implementatieplan competentiemanagement; - teamleiders; - HRM-beleid; - instemmingsrecht op de functieordening; - merkbeleid. In de decembervergadering heeft de HR, ondanks lof over de wijze waarop de begroting 2006 was opgesteld, toch gemeend er nog niet mee te kunnen instemmen. Met name het (nog) ontbreken van een plan voor de verbetering van de (veel te lage) rendementen was daar debet aan. In de vergadering van januari 2006 heeft de HR ingestemd met de begroting 2006.
165
Huisvesting en facilitaire ondersteuning Nieuwbouw Haagse Hogeschool in Delft >> In september 2009 opent de hogeschool haar vestiging in Delft op de campus van de TU Delft. In Delft worden alle opleidingen van de afdeling TH Rijswijk en Technische Informatica gehuisvest. In juni 2005 is uit een Europese selectie Royal Haskoning Architecten uit Amsterdam geselecteerd om het nieuwe gebouw in Delft te ontwerpen. Op 24 juni 2005 is het contract getekend en konden de architecten aan de slag. Verder zijn in 2005 alle andere adviseurs die een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het nieuwe gebouw geselecteerd. Het definitief onderwijskundig ruimtelijk en technisch programma van eisen kwam in krap een half jaar tot stand. In korte tijd is met inzet en input van betrokken medewerkers veel informatie gevraagd én gekregen. Eind 2005 heeft het College van Bestuur het Voorontwerp vastgesteld, waarna de Hogeschoolraad ermee heeft ingestemd. Begin december 2005 is gestart met het Definitief Ontwerp. Ons gebouw van de TH Rijswijk is verkocht aan de gemeente Rijswijk. De overdracht vindt plaats per september 2009. De overdracht van onze nieuwe locatie op de campus van de TU Delft is in het verslagjaar verder voorbereid. Huisvesting >> Het onderwijs is in beweging. In 2005 heeft de trend zich voortgezet naar steeds meer projectmatig onderwijs. De huisvestingsbehoefte is daardoor veranderd. Een aantal ruimten is ingericht als studielandschap, waar in kleinere groepen gewerkt kan worden. In de zomer is de laatste fase van het Masterplan Huisvesting II uitgevoerd, waardoor de afdeling Gezondheidszorg bij elkaar gehuisvest is op de 5e etage van het gebouwdeel Slinger. Het propedeusejaar van de opleidingen Werktuigbouwkunde en Elektrotechniek is verhuisd naar de locatie in Rijswijk. De copyshop op het Plein heeft plaats gemaakt voor de koffiebar Mockamore, zodat het Plein een meer levendige uitstraling
166
heeft gekregen. Voor rokers is een rokersbalkon op de eerste etage van de Strip gerealiseerd. De Academie voor ICT is verhuisd naar een nieuwe locatie in Zoetermeer waar ook het ID college en het Alfrinkcollege tijdelijk gehuisvest zijn. Op de locatie aan de Laan van Poot zijn renovatiewerkzaamheden aan de puien uitgevoerd, waardoor het totale renovatieplan in 2005 afgerond is. Inkoop >> In 2005 is het project Inkoop uitgegroeid tot een complete unit van drie fte binnen het Facilitair Bedrijf. Er zijn tal van centrale inkoopcontracten voor de organisatie afgesloten, waarbij het inkooptraject voor uitzendkrachten het meest zichtbaar is geworden voor de organisatie. Uiteindelijk is met vijf bureaus een contract getekend, waar voorheen met bijna twintig bureaus zaken werd gedaan. In oktober is een start gemaakt met de invoering van een digitaal bestelsysteem, InkoopNet. Het is de bedoeling dat in juni 2006 dit systeem in alle afdelingen en diensten geïmplementeerd is. Door middel van InkoopNet wordt alle inkoop (diensten en producten) vastgelegd en inzichtelijk gemaakt. Met de nieuwe bestelprocedure van InkoopNet wordt een verplichtingenadministratie vastgelegd. Het digitale factuurregistratiesysteem, iOlet, wordt opvraagbaar gemaakt voor de budgetbeheerder. Schoonmaak >> Het nieuwe schoonmaakbedrijf ISS, dat vanaf september 2005 de Haagse Hogeschool schoonmaakt, heeft ervoor gezorgd dat het kwaliteitsniveau van de schoonmaak is gestegen. Uit de gehouden enquête blijkt dat gebruikers van het gebouw dit als positief ervaren. Het Facilitair Bedrijf heeft zich ten doel gesteld deze stijgende lijn vast te houden.
167
Financiën Algemeen >> Het jaar 2005 was in financiële termen een gunstiger jaar dan 2004. De toename van de rijksbijdrage leidde bij de begroting 2005 tot een ruimere allocatie. Toch is, mede gelet op het meerjarenperspectief, bij de besteding van de middelen aan structurele lasten opnieuw terughoudend geopereerd. In 2005 zijn meer additionele middelen beschikbaar gesteld voor innovatie, ontwikkeling, studieloopbaanbegeleiding en projectactiviteiten. De financiële middelen zijn in 2005 doelmatig benut. Voor nadere informatie over de financiële verantwoording 2005 verwijzen wij naar de Jaarrekening Haagse Hogeschool/TH Rijswijk 2005 die als onderdeel van de jaarverantwoording afzonderlijk is uitgebracht. Gang van zaken gedurende het verslagjaar >> Het begrote resultaat voor 2005, voor verrekening met de bestemmingsreserve, bedroeg € 660.000 negatief. Het resultaat 2005, voor resultaatbestemming en voor verrekening met de daartoe beschikbare middelen in de bestemmingsreserve, bedraagt € 4,7 mln. Na de verrekening met de bestemmingsreserve bedraagt het resultaat € 6,8 mln. tegenover een dan begroot resultaat van € 0. Het positieve resultaat is de resultante van onder meer € 4,1 mln. meer rijksbijdrage dan begroot en vrijval uit de balans en hogere uitgaven aan incidentele lasten. Door een terughoudend vacaturebeleid en kostenbeheersing zijn de structurele P-lasten beperkt afgenomen en heeft de afdeling Contractactiviteiten de lasten goed weten af te stemmen op de begrote omzet. De incidentele P-lasten zijn toegenomen. Er zijn geen middelen uit de rijksbijdrage aangewend voor private activiteiten. Omdat de solvabiliteit ultimo 2005 gerelateerd aan ons beleid ruim voldoende is, heeft het College van Bestuur besloten het positieve resultaat
168
over 2005 van in totaal € 6,8 mln. volledig aan te wenden in 2006 en latere jaren. De genoemde middelen komen technisch gezien beschikbaar via de bestemmingsreserve. Daarnaast is het negatieve resultaat van de afdeling Contractactiviteiten onttrokken aan de reserve van deze afdeling. Het positieve resultaat op de exploitatie huisvesting is gedoteerd aan de bestemmingsreserve huisvesting. Vermogenspositie >> Binnen het eigen vermogen fungeert de algemene reserve als bufferfunctie. Deze functie heeft tot doel onvoorziene kosten evenals noodzakelijk geachte sturingsmaatregelen, gedurende een beperkte periode (1-3 jaar) te kunnen dekken. De doelstelling van 20% ‘weerstandsratio’ is onderdeel van het financieel beleid van het College van Bestuur en de Raad van Toezicht en past binnen de voorschriften van het Vangnet HBO. In het verslagjaar deden zich geen ontwikkelingen voor die van invloed waren op deze ratio. De algemene reserve bedraagt ultimo 2005 ruim € 34,3 mln., wat ultimo 2005 resulteert in een weerstandsratio van 29%. Liquide middelen en treasury management >> In juni 2004 is het beleid rond het beheer van effecten en deposito’s via het nieuwe treasury statuut geformaliseerd. Het statuut biedt het formele kader waarbinnen de financiering- en beleggingsactiviteiten van de organisatie dienen plaats te vinden. Het beleid rond het beheer van liquide middelen is er op gericht om het merendeel van de middelen te beleggen in deposito’s (80%) en het restant te beleggen in risicomijdende effecten en obligaties (20%). De middelen dienen conform het statuut te worden ondergebracht bij financiële instellingen die officieel onder toezicht van de Centrale Bank of vergelijkbaar staan en voldoen aan de kredietwaardigheideis dubbel rating A of hoger, afgegeven door een gerenommeerd ratingbureau. De gewenste verhouding tussen deposito’s en effecten/ obligaties krijgt volgens het expiratieritme in 2007 zijn beslag. In 2005 is deze lijn voortgezet.
169
Ultimo 2005 was de verhouding effecten en obligaties versus deposito’s à 53% : 47%. Ultimo 2004 was dit nog à 72% : 28%. Ultimo 2005 zijn de beleggingen als volgt naar aard en omvang onder te verdelen in obligaties: € 29.175.273 en aandelen: € 61.776. De hogeschool heeft een gezonde financiële positie. Zowel de liquiditeitspositie van de hogeschool als de current ratio (het vermogen om op korte termijn aan de verplichtingen te kunnen voldoen) en de solvabiliteit (het vermogen om op lange termijn aan de verplichtingen te kunnen voldoen) voldoen ruim aan de doelstellingen van het College van Bestuur en de Raad van Toezicht en aan de eisen die de Stichting Vangnet HBO hiervoor stelt. Maatwerk en uitbesteding van bekostigd onderwijs >> De afdeling ICT & Media heeft op basis van contractuele afspraken maatwerktrajecten gerealiseerd voor medewerkers van de ING, die als duale student hun opleiding volgen. In het studiejaar 2004-2005 stonden negentig studenten ingeschreven, in het studiejaar 2005-2006 waren dit er 59. De afdeling ICT & Media en de afdeling Sport hebben in 2005 beperkt een gedeelte van hun curriculum uitbesteed: ICT & Media: 282 studenten volgden een onderdeel bij Cisco tegen kosten van € 23.000, 181 studenten volgden een module ITIL tegen € 13.000 aan kosten en 17 studenten volgden een module ASL tegen € 1.200. Sport: TPO-training heeft voor 200 studenten studieloopbaanbegeleiding verzorgd tegen € 90.628 en JUVENTA heeft voor 425 studenten een oriëntatieprogramma verzorgd tegen € 38.615 aan kosten.
170
171
Als directeur van de Academie voor Accounting & Financial Management had Ronald van Wijk in 2005 niet direct te maken met het voorbereiden van De Haagse Medewerker. Wel zat hij in gespreks- en discussierondes over het HRM-beleidsplan 2005-2008, waarin professionele ontwikkeling van hogeschoolmedewerkers centraal staat. De eerste maanden van 2006 is Ronald als Ad interim Directeur Personeel en Ontwikkeling overigens wél rechtstreeks betrokken bij het in- en uitvoeren van De Haagse Medewerker.
<< In april 2005 is het nieuwe HRM-beleid vastgesteld in de nota De Haagse Medewerker. Het CvB ging vervolgens akkoord, de HBO-raad ook. Een omslagpunt in de ontwikkeling van de Haagse Hogeschool: nooit eerder formuleerde zij haar HRM-beleid zo expliciet. Vanaf 2002 is de hogeschool binnen de opleidingen bezig met competentiemanagement. Studenten kunnen hun vaardigheden beter ontwikkelen via competenties. Nu krijgen ook medewerkers de kans hun talenten en kwaliteiten zichtbaar te maken, te benutten en te ontwikkelen. Kort geleden was het functieprofiel van hogeschoolmedewerkers nog opgebouwd uit taken. Met het nieuwe HRM-beleid worden functies beschreven in een competentieprofiel. Vastgesteld is dat medewerkers zich onderwijskundig en professioneel weerbaar gedragen. Dat ze beschikken over innoverend vermogen, kunnen samenwerken en zelfmanagend zijn. Tijdens functioneringsgesprekken wordt besproken in hoeverre een medewerker over deze competenties beschikt. De eerste competentiegerichte functioneringgesprekken vonden eind 2005 plaats. Ze werken. Je kunt aan de hand van het vastgestelde profiel bekijken wat bijvoorbeeld een docent bijdraagt aan de ontwikkeling van een student. Zo nodig kunnen vaardigheden worden aangescherpt. Zodat medewerkers zich kunnen ontwikkelen in een richting die aansluit bij de organisatiedoelstellingen als talentontwikkeling. <<
Ronald van Wijk Directeur van de afdeling Accounting & Financial Management
<< Het nieuwe HRM beleid is een omslagpunt <<
173
Eric Pardon is teamleider van de opleiding Sport & Bewegen, een van de opleidingen van de afdeling Sport. Hij en zijn medewerkers leiden op voor managementfuncties in de professioneel georganiseerde sportbeoefening. De functie van teamleider is binnen de hogeschool betrekkelijk nieuw. Om deze goed te kunnen vervullen zijn in het kader van het meer omvattende project ‘Professionele Ontwikkeling’ in het verslagjaar diverse conferenties, cursussen en trainingen georganiseerd. Bijgaand gaat Pardon in op zijn ervaringen als deelnemer.
<< Als teamleider van een jonge opleiding is het vooral de kunst om alle creativiteit en ideeën samen te smeden tot een heldere, door ieder gedragen koers. Dat betekent dat je moet weten waar je heen wilt, maar aan de andere kant ook steeds voldoende souplesse moet kunnen opbrengen om iets anders te doen als dat beter is. Hierbij passen zaken als participerend leiderschap en coaching van medewerkers. In principe liggen daar ook mijn kwaliteiten. Ik ben niet zo’n leidinggevende die wel eens even zal vertellen hoe het allemaal moet. Zo bezien heb ik veel gehad aan het programma over leiderschapsstijlen, met name door de manier waarop de theorie steeds werd teruggekoppeld naar de eigen werksituatie. Verder vond én vind ik de intervisiebijeenkomsten met andere teamleiders heel nuttig. Je ontmoet en spreekt collega’s met vergelijkbare vragen en problemen. Dat werkt vaak heel verhelderend. Naast de aandacht voor de ‘technische’ kanten van mijn functie heb ik vooral de managementconferentie rond HOP 6 als bijzonder inspirerend ervaren. Goed ingeleid en, vooral even niet áfgeleid door de dingen van de dag, samen pittig discussiëren over waar je heen wilt en hoe je daar als opleiding een bijdrage aan kunt leveren. Dat zijn voor mij toch wel de krenten in de pap. <<
Eric Pardon Teamleider van de opleiding Sport & Bewegen
<< Dat zijn voor mij de krenten in de pap <<
175
Sandra Mackay is sinds december 2002 Projectmanager Competentiemanagement. Met het oog op de toekomst van de hogeschool, wil het project Competentiemanagement de talenten van alle medewerkers ontwikkelen. Noodzakelijk, want een onderwijsinstituut dat haar studenten al jarenlang competentiegericht onderwijs aanbiedt, moet ervoor zorgen dat medewerkers optimaal zijn toegerust om dat te verzorgen. Of, anders gezegd: dat medewerkers beschikken over de juiste vaardigheden om dat te verzorgen. Docenten kregen in 2005 voor het eerst te maken met Competentiemanagement.
<< Competentiemanagement is de afgelopen drie jaar ontwikkeld. In de periode die achter ons ligt, onderzochten we welke competenties docenten van de Haagse Hogeschool moeten hebben om studenten vanuit verschillende docentrollen goed onderwijs te kunnen bieden. De resultaten bundelden we in een competentieprofiel. In 2005 kregen leidinggevenden en medewerkers cursussen competentiemanagement. Ze leerden hoe feedback te geven en te ontvangen in competentiegerichte functioneringsgesprekken. Belangrijk. Vroeger was een dergelijke sessie vaak een bron van irritatie. Als een functioneringsgesprek al gevoerd werd. Docenten waren gewend hun onderwijzende ding te doen in kamers en klaslokalen. Voor leidinggevenden, vaak op afstand, was het moeilijk een goed oordeel te geven over het functioneren van een leerkracht. Het is op de hogeschool een cultuuromslag dat het functioneren van werknemers openlijk besproken wordt. Maar de reacties op de eerste competentiegerichte functioneringsgesprekken zijn enthousiast. Leidinggevende en medewerker kennen voor aanvang van zo’n overleg met een computerprogramma waarden toe aan het competentieprofiel van de betrokken werknemer. Dat zijn uitgangspunten voor het gesprek dat volgt. Eind 2005 hadden zeshonderd medewerkers gegevens ingevoerd in dat systeem. <<
Sandra Mackay Projectmanager Competentiemanagement
<< Feedback geven en ontvangen in competentiegerichte functioneringsgesprekken <<
177
In 2005 werd het mogelijk om op het werk gemasseerd te worden. Er worden stoel- en tafelmassages aangeboden. Bij beide vormen wordt gebruik gemaakt van drukpunten in het lichaam. Bij de stoelmassage worden gedurende een kwartier nek, schouders, rug, armen en hoofd gemasseerd. Bij de tafelmassage liggen medewerkers op een behandeltafel en wordt het hele lichaam gemasseerd. Een behandeling duurt een half uur. De kosten van de behandeling worden deels vergoed door de hogeschool.
178
>> Ik neem de signalen van mijn lichaam heel serieus >>
>> Het was me al vaak opgevallen: voorafgaand aan een vergadering grijpen mensen naar hun schouders of draaien ze rondjes met hun hoofd. Ik zie dat mensen zich maar moeilijk kunnen ontspannen. Ik ben daar zelf tegenaan gelopen. Jaren geleden ben ik door teveel stress heel ziek geweest. Ik moest leren uit m’n hoofd en in m’n lijf te gaan. Vanaf die tijd neem ik de signalen van mijn lichaam heel serieus. In 2004 ben ik binnen de hogeschool een experiment begonnen met Chi-machines, ofwel schudmachines. De pilot was geslaagd, maar uiteindelijk heb ik de machines toch verkocht omdat ze te weinig gebruikt werden. Mensen gunden zich die ervaring niet. Toen ik hoorde van de mogelijkheid van massages heb ik me daarvoor aangemeld. Eerst voor de stoel-, later voor de tafelmassages. Na een behandeling voel ik me altijd beter dan daarvoor. Soms is het heel pijnlijk, maar daarna ben ik heel ontspannen. De behandeling kost me een half uur, maar levert ruimte op. Ik voel me energieker, vrolijker. Het feit dat de hogeschool dit aanbiedt, stemt me positief ten aanzien van mijn werkgever. Deze laat zien oog te hebben voor wat belangrijk is voor de mensen die hier werken. >>
Willy Bervoets Docent bij de afdeling ICT en Media Mijlpaal 2005 > Maakte gebruik van de mogelijkheid van stoel- en tafelmassages
Het evaluatieonderzoek Medezeggenschap 2003-2004 is op drie niveaus uitgevoerd. Op basis van archiefonderzoek is de kwaliteit van de verslaglegging onderzocht. Onder alle studenten en medewerkers werd een enquête uitgezet. Tot slot werden ook de leden van de deelraden vragen voorgelegd. Heemelaar maakte deel uit van de commissie van drie die de evaluatie op zich nam.
180
>> De raadsleden moeten proberen meer in contact te komen met hun achterban >>
>> Het reglement bepaalt dat medezeggenschap regelmatig geëvalueerd moet worden. Maar we zagen ook dingen die niet goed gingen. De evaluatie was breed opgezet. We onderzochten de notulen van de deelraden, hebben alle studenten en medewerkers vragen gesteld zoals: ‘Vindt u dat uw belangen goed behartigd worden?’ ‘Kent u leden van de medezeggenschapsraden?’ En we hebben een enquête gehouden onder de leden van de deelraden zelf. Opvallend was dat die een positiever beeld hadden dan de achterban die ze vertegenwoordigen. Het archiefonderzoek wees uit dat de kwaliteit van de verslaglegging vanuit juridisch oogpunt sterk verbeterd moest worden. Een andere conclusie was dat de deelraadsleden over te weinig deskundigheid beschikken. Met die uitkomsten zijn we aan de slag gegaan. Deelraden hebben nu formats op basis waarmee ze notulen kunnen maken. En om de deskundigheid te bevorderen komt er een minor over medezeggenschap. De raadsleden moeten proberen meer in contact te komen met hun achterban. We moeten laten zien dat een stevige medezeggenschap echt iets oplevert. Volgens mij kan een organisatie pas goed functioneren als er ook een stroom is van onder naar boven. Een organisatie functioneert beter met een sterk controlerend orgaan. >>
Mathieu Hemelaar Voorzitter van de Hogeschoolraad Mijlpaal 2005 > Evalueerde de medezeggenschap
Op 4 oktober 2005 besloot het College van Bestuur Ruud Wijtten te benoemen tot Ombudsfunctionaris Personeel. De benoeming ging in op 15 oktober en geldt voor een periode van drie jaar. De Ombudsfunctionaris behandelt klachten van medewerkers over gedragingen van leidinggevenden en andere medewerkers.
182
>> Ik probeer altijd eerst te bemiddelen >>
>> Medewerkers kunnen bij mij terecht met klachten die zij hebben over gedragingen van leidinggevenden en collega’s. Ik beoordeel of de gedragingen van de leidinggevende of andere medewerkers behoorlijk zijn geweest. Het gaat daarbij ook vaak om de rechtspositie van de betrokkenen. In mijn vorige functie van hoofd personeelszaken heb ik de hogeschool door en door leren kennen; bestuurlijk, hiërarchisch, wie het voor het zeggen heeft. Dat helpt enorm in deze functie. Ik probeer altijd eerst te bemiddelen. Pas in laatste instantie start ik een formeel onderzoek naar de achtergrond en inhoud van de klacht. Daarvoor moet ik diep in de feiten duiken. Vaak berusten klachten op een bepaald beeld dat mensen van elkaar hebben. Ik probeer bij mensen begrip te kweken voor de standpunten van de ander. Het helpt enorm als ze zich in de positie van de andere partij kunnen verplaatsen. Maar er zijn ook situaties geweest waar de standpunten zo verhard waren en mensen zo kwaad, dat ik niets meer heb kunnen doen. Toen ik aan deze baan begon dacht ik dat ik meer zou kunnen doen, daarin heb ik mijn beperkingen leren kennen. Doordat je in contact komt met verschillende mensen in allerlei situaties leer je veel. Vooral over jezelf. >>
Ruud Wijtten Ombudsfunctionaris Personeel Mijlpaal 2005 > Werd in oktober in die functie benoemd
In de nota De Haagse Medewerker werd het nieuwe HRM-beleid uiteengezet. Een belangrijk element van dit beleid is professionele ontwikkeling: meer mogelijkheden voor bijvoorbeeld incompany-cursussen, kennisnetwerken of mentorschappen. Maar ook voor docenten om te promoveren of een docentstage te lopen. Ruud van Wezel liep stage van september tot december aan de University of the West of England in Bristol. Hij deed onderzoek naar innovatie in Facility Management.
184
>> Een docentstage verrijkt je verhalenbundel >>
>> Van huis uit ben ik bouwkundige én sociaal wetenschapper. In de praktijk was ik meer supervisor van onderzoek, dan dat ik daar zelf nog aan toe kwam. Toen ik werd uitgenodigd door de University in Bristol om daar onderzoek te doen naar innovatie in Facility Management hoefde ik niet lang na te denken. In het begin werd ik op mezelf teruggeworpen. Totdat ik me herinnerde wat je kunt doen om onderzoek leuk te maken: ik ben de boer op gegaan, met mensen gaan praten, veldwerk gaan doen. Dat stimuleerde enorm, ik heb met elf facility managers gesproken die me rondleidden door hun bedrijven. Ik sprak ook met de facility manager van de universiteit die me vertelde dat hij geen contact had met nabijgelegen bedrijven. Dat bracht me op het idee om ‘park management’ te stimuleren. Bedrijven en organisaties die dichtbij elkaar gevestigd zijn hoeven niet ieder hun eigen faciliteiten te hebben, maar kunnen die met elkaar delen. Ik heb toen een aantal facility managers bij elkaar gebracht om te zien wat ze gemeenschappelijk konden doen. Ik ga om de zoveel tijd terug om te kijken hoe het gaat en hen verder te helpen. Zo’n stage kan eenzaam zijn, maar ik kan het iedereen aanraden: het verrijkt je verhalenbundel. >>
Ruud van Wezel Docent Facility Management Mijlpaal 2005 > Liep docentstage in Engeland
Kompas is de naam van een medewerkersmonitor die iedere twee jaar wordt uitgevoerd. De onderzoeksunit van de Dienst Communicatie en Marketing is belast met de opzet en uitvoering van het onderzoek. Alle medewerkers worden opgeroepen op anonieme basis een digitale lijst van zo’n honderd vragen te beantwoorden over de manier waarop het werk beleefd wordt. In 2005 werd Kompas voor de tweede keer uitgevoerd. Zo’n 800 medewerkers, ca 50%, werkten aan het onderzoek mee.
186
>> Ik had nog nooit een zeilboot van dichtbij gezien >>
>> Kompas stelt ons in staat beter aan te sluiten bij de behoeften van de medewerkers. Het helpt je van je HRM-beleid minder een papieren tijger te maken. We vragen naar alles wat met het functioneren van medewerkers te maken heeft. Van de wijze van besluitvorming tot de kwaliteit van hun werkplek. We nemen ook vragen op over actuele thema’s, zoals competentiemanagement of de professionele ontwikkeling van de medewerker. Een aantal vragen komt terug in ieder Kompas, zodat we bepaalde ontwikkelingen kunnen volgen. Uit het onderzoek blijkt dat de helft van de medewerkers een hoge werkdruk ervaart. Maar het onderzoek wijst ook uit dat mensen het naar hun zin hebben, loyaal en betrokken zijn. Die twee conclusies lijken tegenstrijdig, maar misschien is die betrokkenheid juist de oorzaak van de hoge werkdruk. Om daar achter te komen zijn er vervolgonderzoeken ingesteld naar oorzaak en achtergronden van die werkdruk. Dat vervolgonderzoek wordt verricht onder medewerkers van twee afdelingen die representatief zijn voor een ondersteunende afdeling en een onderwijsacademie, de dienst Communicatie en Marketing (C&M) en de Academie voor Europese Studies en Communicatie Management. Met gerichte vragen proberen we de beleving van de werkdruk beter zichtbaar te maken. >>
Ron Arents Beleidsadviseur P&O Mijlpaal 2005 > Was betrokken bij het medewerkerstevredenheidsonderzoek Het Kompas
Het Transferpunt is het loopbaan- en mobiliteitscentrum van de Haagse Hogeschool. Het biedt verschillende instrumenten voor loopbaanontwikkeling, die de mobiliteit binnen de hogeschool bevorderen. Zo is er een informatiesysteem waarin de mogelijkheden, de kwaliteiten en de talenten zijn opgenomen van medewerkers die zich hebben ingeschreven. Daarnaast heeft het Transferpunt ook inzicht in het aanbod van interne vacatures. Ieder jaar worden er workshops georganiseerd op gebied van persoonlijke effectiviteit, netwerken en solliciteren.
188
>> We leerden van elkaars sterke kanten >>
>> Ik was al bezig met zelfonderzoek. Ik ben nogal servicegericht en wilde leren vaker ‘nee’ te zeggen. Ik wilde meer weten over mijn kernkwaliteiten en hoe ik om kon gaan met feedback. De cursus duurde drie dagen en was praktisch opgezet. We bespraken voorbeelden van situaties die je zelf had meegemaakt. We kregen huiswerk mee: wat zijn mijn kwaliteiten, mijn allergieën en wat kan ik ervan leren? Ik moest een presentatie houden voor de groep. Hoewel ik dat erg spannend vond, viel het reuze mee. De groep vormde een veilige omgeving waarin ik me gerespecteerd voelde. We leerden van elkaars sterke kanten, iedereen is wel ergens goed in en daar kun je anderen weer mee helpen. Vooral over timemanagement heb ik veel geleerd. Ik maak nu een lijst van wat ik nog moet doen maar let ook op de prioriteit. Sinds de cursus kijk ik met andere ogen naar mijn collega’s, minder snel veroordelend. Ik laat dingen makkelijker los. Met de hulp van de mensen van het Transferpunt ben ik ook gaan nadenken over wat ik verder nog in mijn loopbaan zou willen bereiken. Ik blijf wel in de dienstverlening. Mijn werk moet nuttig zijn, mensen moeten het belangrijk vinden dat het goed wordt gedaan. >>
Antoinette Seetz Medewerker bij de afdeling Sport Mijlpaal 2005 > Nam deel aan de workshop Persoonlijke Effectiviteit
Op 1 juli werd het contract getekend voor de nieuwbouw van de nieuwe vestiging van Haagse Hogeschool/TH Rijswijk in Delft. Royal Haskoning Architecten uit Amsterdam bleef uiteindelijk uit vijf kandidaten over. In 2009 verhuizen alle technische opleidingen van Rijswijk naar de campus van de TU Delft. Een gebouw van de TU Delft moet plaatsmaken voor de nieuwbouw.
190
>> Het gebouw krijgt uitstraling >>
>> De selectie is gedaan op basis van Europese aanbesteding. In Brussel hebben we aangegeven dat we op zoek waren naar een architect en aan welke randvoorwaarden die moest voldoen. Uit de twintig Europese architecten die reageerden, hebben we er vijf uitgekozen. Die vijf voldeden aan onze belangrijkste criteria: we wilden een duurzaam schoolgebouw met een technische uitstraling. We wilden daarnaast ook een flexibel gebouw waarvan de ruimtes makkelijk anders zijn in te delen. Royal Haskoning is als winnaar uit de bus gekomen omdat die én het best én voor de laagste prijs aan onze criteria voldeed. Ik ben technisch aangelegd, dat zit in de familie. Ik ben gestart als docent Elektrotechniek aan de TH Rijswijk. De laatste jaren heb ik me daar onder andere beziggehouden met renovatie en verbouwingen. In dit nieuwbouwproject ben ik eigenlijk ingerold, maar ik ben blij met de mogelijkheid om als technicus een modern schoolgebouw te realiseren. Met het nieuwe gebouw komt er goed hoger technisch onderwijs in Delft, naast het bestaande universitair onderwijs van de TU. Het doel is tweeledig: onderwijskundige samenwerking met de TU en de wederzijdse doorstroming hbo en TU bevorderen. Het gebouw krijgt uitstraling en ik denk ook een sterke aantrekkingskracht. Het wordt heel modern. >>
Hans Gubbens Projectmedewerker Nieuwbouw Delft Mijlpaal 2005 > Was betrokken bij de selectie van de architect voor het nieuwbouwproject in Delft
InkoopNet is het digitale inkoopsysteem van producten en diensten. Bestellingen worden digitaal geregistreerd en vooraf goedgekeurd door de budgetbeheerder. InkoopNet wordt gefaseerd ingevoerd. In oktober 2005 is het systeem geïntroduceerd bij de diensten Communicatie & Marketing (C&M), het Facilitair Bedrijf en de afdeling Facility Management. In juni 2007 zijn de laatste diensten en academies aan de beurt. Medewerkers van de unit Inkoop verzorgen zowel trainingen als ondersteuning voor bestellers en budgetbeheerders.
192
>> Er is meer grip op de kosten >>
>> Vóór de introductie van InkoopNet hadden we geen zicht op wat er door wie en bij welke leverancier werd gekocht en voor welke prijs. Budgetbeheerders wisten dat vaak pas achteraf; als de factuur betaald moest worden. Met InkoopNet moet de budgetbeheerder vooraf toestemming geven. Kon voorheen iedereen de telefoon pakken om iets te bestellen, nu wijst de budgetbeheerder een of meerdere bestellers aan. Bestellingen verlopen alleen via die personen en alleen na akkoord van de budgetbeheerder. Deze veranderingen zijn niet voor iedereen gemakkelijk te accepteren. Bestellers zijn nu wat meer tijd kwijt, omdat ze aan het systeem moeten wennen. En anderen moeten er weer aan wennen dat zij niet meer zelf kunnen bestellen. Budgetbeheerders zijn blij met dit systeem en met iOlet, een nieuw digitaal facturen autorisatie- en rapportagesysteem. Zij hebben nu inzicht in hun budget: ze zien hun verplichtingen afkomstig uit InkoopNet en wat er al betaald is. Tijdens de trainingen die we geven aan de gebruikers, proberen we begrip te kweken voor het systeem, door te wijzen op de voordelen voor de gebruikers en het grotere geheel: de hogeschool. Er is meer grip op de kosten. >>
Sanne Viguurs Inkoper bij de unit Inkoop binnen het Facilitair Bedrijf Mijlpaal 2005 > Werkt mee aan de introductie van InkoopNet
De Aquabrowser is sinds augustus 2005 in werking. Het systeem legt als het ware een schil om de fysieke en digitale bibliotheek, zodat er met één zoekterm in beide bibliotheken kan worden gezocht. Het duurde een jaar om de database te ‘vullen’ en aan de introductie gingen vele testfasen vooraf. De Aquabrowser werd geleverd door het bedrijf Medialab. Zij pasten het systeem eerder al succesvol toe in onder meer de Openbare Bibliotheek van Rotterdam.
194
>> Per dag worden er maar liefst honderd zoekacties gestart >>
>> Ik ben verantwoordelijk voor de digitale bibliotheek. Deze bestaat uit databanken, 8.000 elektronische tijdschriften en andere digitale bronnen. Voordat we de Aquabrowser hadden, stond die digitale bibliotheek los van de fysieke. We zochten naar een systeem dat beide bibliotheken zou verenigen. Dat is gelukt met de Aquabrowser. Met één zoekterm zoek je nu in fysieke en digitale bronnen. Vanaf augustus 2005 is het ook mogelijk om te zoeken in digitale bronnen. Ik ben er zelf heel tevreden over, het is een stabiel systeem, er zijn weinig storingen. De Aquabrowser is makkelijk in gebruik, studenten kunnen er makkelijk in zoeken. Ik denk dat we met deze zoekfunctie een verantwoorde tegenhanger hebben van Google. Je kunt wel kritiek hebben op Google, maar het is veel beter om een goed alternatief te bieden. Dat hebben we nu. Als bibliotheek staan we volledig achter de inhoud en betrouwbaarheid van de bronnen die we in de Aquabrowser aanbieden. Ik kan zien dat het gebruik van de databases explosief is toegenomen. Per dag worden er maar liefst honderd zoekacties gestart. Dat komt ook omdat het dag en nacht beschikbaar is, ook thuis achter de computer kun je het systeem nu raadplegen. >>
Maike Timisela Informatiespecialist bij de hogeschoolbibliotheek Mijlpaal 2005 > Hielp mee met de introductie van de Aquabrowser
‘First Focus, de collectie fotografie van de Haagse Hogeschool’ is de titel van het boek dat in woord en beeld een selectie toont van de foto’s die in de Haagse Hogeschool hangen. Foto’s van onder meer Anton Corbijn, Teun Hocks, Bertien van Manen, Stéphane Couturier, Hans Aarsman en Andreas Gursky. Naast de foto’s zelf biedt ‘First Focus’ ook achtergrondinformatie over een groot deel van de foto’s
196
>> De discussies verlopen altijd wel gezellig >>
>> Kunst geeft het gebouw iets extra’s, het is iets om bij stil te staan, het geeft je iets om over na te denken. In de loop der jaren heeft de Haagse Hogeschool een aardige collectie opgebouwd. Die wordt elk jaar uitgebreid met een nieuwe aankoop van de kunstcommissie. Dat zijn foto’s, geen objecten meer. Onze kunstadviseur doet een voorselectie. De collectie staat in het teken van ‘de mens en zijn bebouwde omgeving’, maar dat thema wordt bewust heel divers ingevuld. Wij letten erop of een foto ons aanspreekt, of die foto iets met je doet. De aankoop in 2004 was een foto van de gevel van de Bijenkorf. Als je naar die foto kijkt valt je pas op hoe bijzonder die gevel eigenlijk is, terwijl je dat nooit gezien hebt al die keren dat je langs het gebouw bent gelopen. Ik ben erg benieuwd naar reacties op de aankoop van 2005. Dat is een foto van de rouwstoet van Prins Claus door Ypenburg. Een ouderwetse koets door zo´n moderne Vinex-locatie: in dit geval gaat het om het contrast. Maar bij elke keuze spelen weer andere overwegingen een rol. De discussies binnen de commissie verlopen eigenlijk altijd wel gezellig. We komen er altijd wel uit. >>
Wien van het Hoff Stolk Lid van de Kunstcommissie Mijlpaal 2005 > Nieuw boek over de kunst in de Haagse Hogeschool
198
Bijlagen >>
B1
Afdeling Sport
Afdeling Contractactiviteiten Directeur: M.P. Wiersma
Afdeling Bestuur, Beleid en Recht Directeur: drs. T.I.M. van Tongeren - Bestuurskunde/Overheidsmanagement - HBO-Rechten - Integrale Veiligheidskunde - Opleiding van Kader in de Gezondheidszorg
Afdeling Gezondheidszorg Directeur: mw. drs. M.L. van de Werke - Opleiding tot Verpleegkundige - Opleiding tot Verpleegkundige in de Maatschappelijke Gezondheidszorg - Voeding en Diëtetiek
Afdeling PABO Directeur: drs. F.G.F.M. Bolsius - Opleiding tot Leraar Basisonderwijs
Afdeling Engineering Directeur: ing. A. de Jager - Bouwkunde - Civiele Techniek - Chemische Technologie
Afdeling Accounting & Financial Management Directeur: R. van Wijk - Accountancy - Bedrijfseconomie - Fiscale Economie
Afdeling CMV/MWD/SPH Directeur: mw. drs. S.C. Abbinga MPA - Culturele en Maatschappelijke Vorming - Maatschappelijk Werk en Dienstverlening - Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Afdeling ICT & Media Directeur: G. de Ruiter Hoofdvestiging Haagse Hogeschool: - Bedrijfskundige Informatica
Afdeling HEBO/Communicatie Directeur: A. Minkman - Hogere Europese Beroepen Opleiding - Communicatie
Afdeling Facility Management Directeur: A.J.M. Otto - Facility Management
Lid CvB mw. E.R.M. Verhoef MCM >> Onderwijsbeleid, Bachelor- en Masterbeleid, instroommanagement, ICT en onderwijs, diversiteitsbeleid, accreditatie en kwaliteitszorg, internationalisering
Plv. voorzitter CvB / lid CvB mw. drs. E.S. van Doorn MBA >> HRM-beleid, financieel beleid, informatiebeleid, ICT, facilitaire zaken en huisvesting, bouwzaken, commerciële activiteiten en rendementsontwikkeling
College van Bestuur (CvB)
Voorzitter CvB drs. W.J. Breebaart >> Strategie-ontwikkeling, assortimentsbeleid, pr/marketing en externe communicatie, studentzaken, alumnibeleid, lectoraten en kenniskringen
Organogram
Lectoraten & Kenniskringen - Grootstedelijke Ontwikkeling - Human Resources Management - Informatie, Techniek en Samenleving - Informatiebeveiliging - Jeugd en Opvoeding - Ondernemen & Innoveren - Pedagogiek van de Beroeps¬¬vorming - Psychogeriatrie
Hogeschoolbibliotheek Hogeschoolbibliothecaris: drs. J. Companjen
Dienst Communicatie & Marketing Directeur: mw. drs. J.E.C. van Rosmalen
Bestuursbureau Secretaris CvB: drs. R.A. Keizer
Directeur: J.A. van den Berg - Opleiding tot Leraar Lichamelijke Opvoeding - Sport en Bewegen
Facilitaire Dienst Hogeschool Directeur: H. Broeder (interim)
Dienst Personeel & Organisatie Directeur: mw. A.J. Horden
Dienst Informatie- & CommunicatieTechnologie Directeur: ir. C.A. van Loon
Dienst Financieel Economische Zaken Directeur: vacature
Afdeling Marketing & Commerce Directeur: mr. B.M. Schumacher - Commerciële Economie - International Business and Management Studies - Small Business & Retail Management
Afdeling Management & Human Resources Directeur: mw. drs. H.B. Catsburg - Opleiding voor Management, Economie & Recht - Personeel & Arbeid
Dienst Onderwijs- en Studentenzaken Directeur: drs. Y.L.M. Prince
Afdeling TH Rijswijk Directeur: ir. R.W. Kooy - Bedrijfswiskunde - Elektrotechniek - Technische Bedrijfskunde - Technische Natuurkunde - Werktuigbouwkunde
Afdeling Technology, Management & Design Directeur: drs. F.T.M. Buskermolen - Commercieel Ingenieur - Bewegingstechnologie - Human Technology - Industrieel Product Ontwerpen
- Informatica - Informatiedienstverlening en -management - Communication & Multimedia Design - Technische Informatica Academie voor ICT Zoetermeer: - Bedrijfskundige Informatica - Informatica
B2-1 •
• • •
Gedrag en Maatschappij Culturele en Maatschappelijke Vorming Maatschappelijk Werk en Dienstverlening Personeel en Arbeid
•
• • •
Internationaal HEBO HEBO, English Stream International Business & Management Studies, English Stream
Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige Opleiding tot Verpleegkundige in de Maatschappelijke Gezondheidszorg Management in de Zorg Voeding en Diëtetiek
• • • •
• • • • • •
Voltijd
Economie Accountancy Bedrijfseconomie Bestuurskunde/Overheidsmanagement Commerciële Economie Communicatie Facility Management Fiscale Economie HBO-Rechten Integrale Veiligheidskunde Opleiding voor Management, Economie en Recht Small Business & Retail Management
Bacheloropleidingen
Overzicht opleidingen
• •
• • •
• • • • • • • • • •
Deeltijd
•
•
Duaal
• • 38
Totaal
• • •
Onderwijs Opleiding tot Leraar Basisonderwijs Opleiding tot Leraar Lichamelijke Opvoeding Sport en Bewegen
• • • • • • • • •
• • • • •
Informatica Bedrijfskundige Informatica Communication & Multimedia Design Informatica Informatiedienstverlening en -management Technische Informatica
Techniek Bedrijfswiskunde Bewegingstechnologie Bouwkunde Chemische Technologie Civiele Techniek Commercieel Ingenieur Elektrotechniek Human Technology Industrieel Product Ontwerpen Technische Bedrijfskunde Technische Natuurkunde Werktuigbouwkunde
•
Sociaal Pedagogische Hulpverlening
25
•
•
•
•
• • • • •
•
5
•
•
•
B2-2
Totaal 11
Master in Accounting and Controlling (Engelstalig) Master in Arbeids- en Organisatiekunde Master in Facility Management Master of Business Administration (Engelstalig) Master of Science in Accounting and Finance Master of Science in Business Processing and ICT Master of Science in Public Management and Policy Master of Science in Strategy and Organization Master of Science in Supply Chain Management Master’s degree in European Law & Policy (Engelstalig) Master in International Communication Management (Engelstalig)
Masteropleidingen
B3 Uitbesteding van gedeeltelijk bekostigd onderwijs
Cisco 282 studenten kosten ca. 2300,Itil 181 studenten kosten ca 13.000 ASL 17 studenten kosten ca 1200,Studieloopbaanbegeleiding door TPO-training 90.268,Oriëntatieprogramma door JUVENTA 38.615,-
Onderwijsafdeling
Informatica
Lichamelijke Opvoeding & Sportmanagement
Uitbesteding van gedeeltelijk bekostigd onderwijs
B4-1 4 4 47 26 0 2 17
4 5 47 25 0 2 16
2002-2003
Allochtoon Autochtoon
25 75
2001-2002
27 73
2002-2003
Verhouding allochtoon/autochtoon op ingeschreven studenten in procenten
Buitenlands diploma Colloctium Doctum* HAVO MBO Onbekend Overig VWO * Instroom na toelatingsonderzoek
2001-2002
29 71
2003-2004
5 5 48 25 0 2 14
2003-2004
Vooropleiding van ingeschreven studenten, alle opleidingen samen in procenten
Kengetallen ingeschreven studenten
31 69
2004-2005
5 6 48 25 0 2 13
2004-2005
32 68
2005-2006
5 6 49 25 0 2 12
2005-2006
58 42
Buitenlands diploma Colloctium Doctum* HAVO MBO VWO Overig * Instroom na toelatingsonderzoek
6 2 50 24 12 6
2001-2002 7 3 52 24 13 2
2002-2003
58 42
2002-2003
Vooropleiding van instroom voltijdopleidingen in procenten
M V
2001-2002
Verhouding mannen en vrouwen op ingeschreven studenten in procenten
5 5 52 25 12 1
2003-2004
58 42
2003-2004
7 4 51 25 12 1
2004-2005
59 41
2004-2005
6 4 52 25 10 2
2005-2006
57 43
2005-2006
B4-2 M
69 71 92 58 75 32 43 50 32 21 70 79 53 55 75 53
35 13 29 19 72 29
16
Hoop-gebied
Economie Accountancy Bedrijfseconomie Bedrijfskundige Informatica Bestuurskunde / Overheidsmanagement Commerciële Economie Communicatie Facility Management Fiscale Economie HBO-Rechten Hogere Europese Beroepen Opleiding Informatiedienstverlening en -management Integrale Veiligheidskunde International Business and Management Studies Opleiding voor Management, Economie en Recht Small Business & Retail Management Totaal Economie
Gedrag en Maatschappij Culturele en Maatschappelijke Vorming Maatschappelijk Werk en Dienstverlening Personeel en Arbeid Sociaal Pedagogische Hulpverlening Sport en Bewegen Totaal Gedrag en Maatschappij
Gezondheidszorg Management in de Zorg
Instroom naar geslacht per opleiding 2005-2006 in procenten
84
65 87 71 81 28 71
31 29 8 42 25 68 57 50 68 79 30 21 47 45 25 47
V
14 0 8 11
16 64 35
71 67 84 81 90 93 75 98 85 78 97 93 98 92 97 88 55
Opleiding tot Verpleegkundige Opleiding van Kader in de Gezondheidszorg Voeding en Diëtetiek Totaal Gezondheidszorg
Onderwijs Opleiding tot Leraar Basisonderwijs Opleiding tot Leraar Lichamelijke Oefening Totaal Onderwijs
Techniek Bedrijfswiskunde Bewegingstechnologie Bouwkunde Chemische Technologie Civiele Techniek Commercieel Ingenieur Communication and Multimedia Design Elektrotechniek Human Technology Industrieel Productontwerpen Informatica Technische Bedrijfskunde Technische Informatica Tecnische Natuurkunde Werktuigbouwkunde Totaal Techniek
Eindtotaal
45
29 33 16 19 10 7 25 2 15 22 3 7 2 8 3 12
84 36 65
86 100 92 89
B4-3 30 44 44 22 25
35 48 23 8 27
34 28 41 7 29
Cohort 2001-2002 Economie Gedrag en Maatschappij Gezondheidszorg Onderwijs Techniek
Cohort 2002-2003 Economie Gedrag en Maatschappij Gezondheidszorg Onderwijs Techniek
Cohort 2003-2004 Economie Gedrag en Maatschappij Gezondheidszorg Onderwijs Techniek
Cohort 2004-2005
28 55 33 27 24
Cohort 2000-2001 Economie Gedrag en Maatschappij Gezondheidszorg Onderwijs Techniek
na 1 jaar
57 67 76 55 57
59 69 68 63 57
56 65 56 68 58
56 73 63 68 59
na 2 jaar
Propedeuserendement voltijdopleidingen per HOOP-gebied in procenten
Economie Gedrag en Maatschappij Gezondheidszorg Onderwijs Techniek
34 15 36 11 23
B4-4 3 36 39
Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige Voeding en Diëtetiek Totaal Gezondheidszorg
Onderwijs
8 10 16 14 10 58
21 28 6 30 16 39 81 2 3 64 49 27 366
Aantal BSA
Gedrag en Maatschappij Culturele en Maatschappelijke Vorming Maatschappelijk Werk en Dienstverlening Personeel en Arbeid Sociaal Pedagogische Hulpverlening Sport en Bewegen Totaal Gedrag en Maatschappij
Economie Accountancy Bedrijfseconomie Bedrijfskundige Informatica Commerciële Economie Communicatie Facility Management Hogere Europese Beroepen Opleiding Informatiedienstverlening en -management Integrale Veiligheidskunde International Business & Management Studies Opleiding voor Management, Economie en Recht Small Business & Retail Management Totaal Economie
Bindend Studieadvies van instroom 2004, na 1 jaar
46 119 165
49 79 53 118 109 408
72 106 40 189 127 221 332 9 57 173 149 90 1565
Totaal
7 30 24
16 13 30 12 9 14
29 26 15 16 13 18 24 22 5 37 33 30 23
Percentage %
11 21 27 35 200 777
Eindtotaal
2 17 37 3 10 3 33 31 9 36 24
75 39 114
Techniek Bedrijfswiskunde Bewegingstechnologie Bouwkunde Chemische Technologie Civiele Techniek Commercieel Ingenieur Communication & Multimedia Design Elektrotechniek Human Technology Industrieel Productontwerpen Informatica Informatica en Informatiekunde Technische Bedrijfskunde Technische Informatica / CTIS Technische Natuurkunde Werktuigbouwkunde Totaal Techniek
Opleiding tot Leraar Basisonderwijs Opleiding tot Leraar Lichamelijke Oefening Totaal Onderwijs
3252
13 75 110 23 38 15 165 130 25 127 74 1 48 80 85 154 759
184 171 355
24
15 23 34 13 26 20 20 24 36 28 32 0 23 26 32 23 26
41 23 32
B4-5
Gezondheidszorg
Gedrag en Maatschappij Culturele en Maatschappelijke Vorming Maatschappelijk Werk en Dienstverlening Personeel en Arbeid Sociaal Pedagogische Hulpverlening Sport en Bewegen Totaal Gedrag en Maatschappij
Economie Accountancy Bedrijfseconomie Bedrijfskundige Informatica Bestuurskunde / Overheidsmanagement Commerciële Economie Communicatie Facility Management Fiscale Economie HBO-Rechten Hogere Europese Beroepen Opleiding Hogere Europese Beroepen Opleiding (English Stream) Informatiedienstverlening en -management Integrale Veiligheidskunde International Business & Management Studies Opleiding voor Management, Economie en Recht Small Business & Retail Management Totaal Economie
Studenten ingeschreven bij voltijdopleidingen
653 84 758
1034 191 76 384 621 81 4605
661 849
1190 84 102 360 668
185 251 281 384 1101
165 271 308 470 1214
4755
294 429
2002/2003
334 507
2001/2002
186 245 248 333 94 1106
836 317 70 54 402 567 186 4832
682 236 778
275 394 35
2003/2004
197 246 235 341 186 1205
738 401 62 106 444 522 243 5080
691 326 829
252 374 92
2004/2005
214 291 232 382 255 1374
495 510 344 5439
703 456 65
695 468 866
259 401 177
2005/2006
223 338
217 357
533 588 1121
Onderwijs Opleiding tot Leraar Basisonderwijs Opleiding tot Leraar Lichamelijke Oefening Totaal Onderwijs
550 557 1800 372 160 190 506 5219
622 581 2037 380 77 205 488 5579 13026
Eindtotaal
12413
275 349 91 175 194
286 371 89 204 239
Techniek Bedrijfswiskunde Bewegingstechnologie Bouwkunde Chemische Technologie Civiele Techniek Commercieel Ingenieur Communication & Multimedia Design Elektrotechniek Human Technology Industrieel Productontwerpen Informatica Informatica en Informatiekunde Technische Bedrijfskunde Technische Informatica / CTIS Technische Natuurkunde Werktuigbouwkunde Totaal Techniek
540 610 1150
115
140
Management in de Zorg Opleiding tot Verpleegkundige Opleiding tot Verpleegkundige in de Maatschappelijke Gezondheidszorg Opleiding van Kader in de Gezondheidszorg Voeding en Diëtetiek Totaal Gezondheidszorg
12409
11 280 321 88 175 140 136 532 24 502 121 1280 321 250 252 508 4941
542 638 1180
237 350
113
12740
19 269 367 88 168 91 300 507 45 496 158 938 274 283 247 524 4774
561 683 1244
300 437
137
13001
41 258 327 76 174 91 415 433 76 461 201 547 232 311 251 519 4413
539 662 1201
387 574
187
B4-6
Gezondheidszorg Management in de Zorg
Gedrag en Maatschappij Culturele en Maatschappelijke Vorming Maatschappelijk Werk en Dienstverlening Personeel en Arbeid Sociaal Pedagogische Hulpverlening Sport en Bewegen Totaal Gedrag en Maatschappij
Economie Accountancy Bedrijfseconomie Bedrijfskundige Informatica Bestuurskunde / Overheidsmanagement Commerciële Economie Communicatie Facility Management Fiscale Economie HBO-Rechten Hogere Europese Beroepen Opleiding Hogere Europese Beroepen Opleiding (English Stream) Informatiedienstverlening en -management Integrale Veiligheidskunde International Business & Management Studies Opleiding voor Management, Economie en Recht Small Business & Retail Management Totaal Economie
Studenten ingeschreven bij deeltijdopleidingen
111 264 65 139 59
81
227 1248
100 270
91
202 1159
118 258 175 551
1 123 296 184 604
130 68
138 164
2002/2003
141 157
2001/2002
529
128 222 179
1219
207
62 27
106 208 93 148 54 26
138 150
2003/2004
500
119 222 159
1412
198
63 44
169 201 42 114 196 109 148 59 69
2004/2005
19
457
124 193 140
1391
178
53 91
139 190 62 95 184 118 150 41 90
2005/2006
2 406 91
45 598
5 393 104
48 614 2781
Eindtotaal
2846
54
64
295
251
154
153
295
79 54
80 40
251
21
33
Techniek Bedrijfswiskunde Bewegingstechnologie Bouwkunde Chemische Technologie Civiele Techniek Commercieel Ingenieur Communication and Multimedia Design Elektrotechniek Human Technology Industrieel Productontwerpen Informatica Informatica en Informatiekunde Technische Bedrijfskunde Technische Informatica / CTIS Technische Natuurkunde Werktuigbouwkunde Totaal Techniek
Onderwijs Opleiding tot Leraar Basisonderwijs Opleiding tot Leraar Lichamelijke Oefening Totaal Onderwijs
Opleiding tot Verpleegkundige Opleiding tot Verpleegkundige in de Maatschappelijke Gezondheidszorg Opleiding van Kader in de Gezondheidszorg Voeding en Diëtetiek Totaal Gezondheidszorg
2754
40 523
55 306 72
50
347
347
136
68 61
7
2898
48 543
69 294 74
58
344
344
99
54 45
261867
31 438
88 203 70
46
256
256
76
27 14
16
B4-7
Gezondheidszorg Management in de Zorg
Gedrag en Maatschappij Culturele en Maatschappelijke Vorming Maatschappelijk Werk en Dienstverlening Personeel en Arbeid Sociaal Pedagogische Hulpverlening Sport en Bewegen Totaal Gedrag en Maatschappij
Economie Accountancy Bedrijfseconomie Bedrijfskundige Informatica Bestuurskunde / Overheidsmanagement Commerciële Economie Communicatie Facility Management Fiscale Economie HBO-Rechten Hogere Europese Beroepen Opleiding Hogere Europese Beroepen Opleiding (English Stream) Informatiedienstverlening en -management Integrale Veiligheidskunde International Business & Management Studies Opleiding voor Management, Economie en Recht Small Business & Retail Management Totaal Economie
Studenten ingeschreven bij duale opleidingen
359 31
336 20
45 45
38
530
525
38
42
42
2
60 38
2002/2003
84 41
2001/2002
55
55
681
35
185
375 23
35 28
2003/2004
54
54
722
33
258
383 18
17 13
2004/2005
63
63
1005
21
201
396
358 11
8 10
2005/2006
152
142 809
Eindtotaal
815
152
88
104
142
88
104
Techniek Bedrijfswiskunde Bewegingstechnologie Bouwkunde Chemische Technologie Civiele Techniek Commercieel Ingenieur Communication & Multimedia Design Elektrotechniek Human Technology Industrieel Productontwerpen Informatica Informatica en Informatiekunde Technische Bedrijfskunde Technische Informatica / CTIS Technische Natuurkunde Werktuigbouwkunde Totaal Techniek
Onderwijs Opleiding tot Leraar Basisonderwijs Opleiding tot Leraar Lichamelijke Oefening Totaal Onderwijs
Opleiding tot Verpleegkundige Opleiding tot Verpleegkundige in de Maatschappelijke Gezondheidszorg Opleiding van Kader in de Gezondheidszorg Voeding en Diëtetiek Totaal Gezondheidszorg
974
145
33 110
2
93
93
990
108
31 77
106
106
1279
99
1
39 58
1
112
112
B4-8
Gezondheidszorg Management in de Zorg
Gedrag en Maatschappij Culturele en Maatschappelijke Vorming Maatschappelijk Werk en Dienstverlening Personeel en Arbeid Sociaal Pedagogische Hulpverlening Sport en Bewegen Totaal Gedrag en Maatschappij
Economie Accountancy Bedrijfseconomie Bedrijfskundige Informatica Bestuurskunde / Overheidsmanagement Commerciële Economie Communicatie Facility Management Fiscale Economie HBO-Rechten Hogere Europese Beroepen Opleiding Hogere Europese Beroepen Opleiding (English Stream) Informatiedienstverlening en -management Integrale Veiligheidskunde International Business & Management Studies Opleiding voor Management, Economie en Recht Small Business & Retail Management Totaal Economie 470 948 149 897 59 1034 191 157 384 890 81 6383
436 951
1190 84 193 360 912
185 369 539 604 1697
166 394 604 692 1856
6439
979 70
492 631
2002/2003
559 705
2001/2002
Studenten ingeschreven bij voltijd-, deeltijd- en duale opleidingen gezamenlijk
186 373 470 567 94 1690
448 572 35 481 913 329 926 54 211 836 317 132 81 402 809 186 6732
2003/2004
197 365 457 554 186 1759
438 588 134 497 905 435 977 59 327 738 401 125 150 444 753 243 7214
2004/2005
19
214 415 425 585 255 1894
406 601 239 453 890 586 1016 41 486 703 456 118 292 495 709 344 7835
2005/2006
79 54 223 580
80 40 217 614
784 588 1372
Onderwijs Opleiding tot Leraar Basisonderwijs Opleiding tot Leraar Lichamelijke Oefening Totaal Onderwijs
604 559 2358 463 160 190 551 5969
686 586 2572 484 77 205 536 6335 16616
Eindtotaal
16074
275 349 91 175 194
286 371 89 204 239
Techniek Bedrijfswiskunde Bewegingstechnologie Bouwkunde Chemische Technologie Civiele Techniek Commercieel Ingenieur Communication & Multimedia Design Elektrotechniek Human Technology Industrieel Productontwerpen Informatica Informatica en Informatiekunde Technische Bedrijfskunde Technische Informatica / CTIS Technische Natuurkunde Werktuigbouwkunde Totaal Techniek
835 610 1445
224
277
Opleiding tot Verpleegkundige Opleiding tot Verpleegkundige in de Maatschappelijke Gezondheidszorg Opleiding van Kader in de Gezondheidszorg Voeding en Diëtetiek Totaal Gezondheidszorg
16137
11 280 321 88 177 140 136 582 24 502 209 1696 393 250 252 548 5609
889 638 1527
68 61 237 579
213
16628
19 269 367 88 168 91 300 565 45 496 258 1309 348 283 247 572 5425
905 683 1588
54 45 300 642
243
16898
41 258 327 76 174 91 416 479 76 461 328 808 302 312 251 550 4950
795 662 1457
27 14 387 762
315
B4-9
Gezondheidszorg Management in de Zorg
Gedrag en Maatschappij Culturele en Maatschappelijke Vorming Maatschappelijk Werk en Dienstverlening Personeel en Arbeid Sociaal Pedagogische Hulpverlening Sport en Bewegen Totaal Gedrag en Maatschappij
Economie Accountancy Bedrijfseconomie Bedrijfskundige Informatica Bestuurskunde / Overheidsmanagement Commerciële Economie Communicatie Facility Management Fiscale Economie HBO-Rechten Hogere Europese Beroepen Opleiding Hogere Europese Beroepen Opleiding (English Stream) Informatiedienstverlening en -management Integrale Veiligheidskunde International Business & Management Studies Opleiding voor Management, Economie en Recht Small Business & Retail Management Totaal Economie
Instroom bij voltijdopleidingen
197 71 199
192 109 17 174 159 66 1366
204
230 75 30 160 222
59 72 78 81 290
52 83 76 141 352
1355
222
65 117
2002/2003
81 131
2001/2002
58 66 56 93 85 358
175 141 18 51 156 151 109 1590
196 150 231
77 108 27
2003/2004
49 79 53 118 109 408
174 158 9 57 173 149 90 1565
189 127 221
72 106 40
2004/2005
51 104 67 139 94 455
177 141 131 1706
185 157 14
193 171 242
83 117 95
2005/2006
80 114
57 89
154 147 301
Onderwijs Opleiding tot Leraar Basisonderwijs Opleiding tot Leraar Lichamelijke Oefening Totaal Onderwijs
159 154 369 101 104 29 165 1390
204 121 466 161 77 49 164 1458 3555
Eindtotaal
3493
83 99 25 59 43
69 86 23 38
Techniek Bedrijfswiskunde Bewegingstechnologie Bouwkunde Chemische Technologie Civiele Techniek Commercieel Ingenieur Communication & Multimedia Design Elektrotechniek Human Technology Industrieel Productontwerpen Informatica Informatica en Informatiekunde Technische Bedrijfskunde Technische Informatica / CTIS Technische Natuurkunde Werktuigbouwkunde Totaal Techniek
174 159 333
34
32
Opleiding tot Verpleegkundige Opleiding tot Verpleegkundige in de Maatschappelijke Gezondheidszorg Opleiding van Kader in de Gezondheidszorg Voeding en Diëtetiek Totaal Gezondheidszorg
3707
11 75 97 22 55 31 117 164 16 129 118 19 66 112 107 146 1285
177 176 353
85 121
36
3656
13 75 110 23 38 15 165 130 25 127 74 1 48 80 85 154 1163
184 171 355
119 165
46
3889
60 109 77 149 1172
21 69 80 16 62 27 146 103 39 127 87
158 162 320
159 236
77
B4-10
Gezondheidszorg Management in de Zorg
Gedrag en Maatschappij Culturele en Maatschappelijke Vorming Maatschappelijk Werk en Dienstverlening Personeel en Arbeid Sociaal Pedagogische Hulpverlening Sport en Bewegen Totaal Gedrag en Maatschappij
Economie Accountancy Bedrijfseconomie Bedrijfskundige Informatica Bestuurskunde / Overheidsmanagement Commerciële Economie Communicatie Facility Management Fiscale Economie HBO-Rechten Hogere Europese Beroepen Opleiding Hogere Europese Beroepen Opleiding (English Stream) Informatiedienstverlening en -management Integrale Veiligheidskunde International Business & Management Studies Opleiding voor Management, Economie en Recht Small Business & Retail Management Totaal Economie
Instroom bij deeltijdopleidingen
382
88 391
155
74
24
163
18
31 20
35 69 51
35 79 32 48 12
29 100
47 60 56
29 55
2002/2003
37 62
2001/2002
127
37 38 52
327
66
10 25
18 46 29 35 10 22
29 37
2003/2004
118
34 44 40
333
41
14 26
23 34 26 23 42 31 25 10 38
2004/2005
19
111
45 46 20
352
41
13 48
23 44 19 21 47 26 36 2 32
2005/2006
122 19
18 170
88 34
12 150 847
Eindtotaal
893
11
131
90
16
131
55
53
90
30 25
27 26
Techniek Bedrijfswiskunde Bewegingstechnologie Bouwkunde Chemische Technologie Civiele Techniek Commercieel Ingenieur Communication & Multimedia Design Elektrotechniek Human Technology Industrieel Productontwerpen Informatica Informatica en Informatiekunde Technische Bedrijfskunde Technische Informatica / CTIS Technische Natuurkunde Werktuigbouwkunde Totaal Techniek
Onderwijs Opleiding tot Leraar Basisonderwijs Opleiding tot Leraar Lichamelijke Oefening Totaal Onderwijs
Opleiding tot Verpleegkundige Opleiding tot Verpleegkundige in de Maatschappelijke Gezondheidszorg Opleiding van Kader in de Gezondheidszorg Voeding en Diëtetiek Totaal Gezondheidszorg
760
655
17 83
35 1 16
46 26 14
10 109
14
99
99
22
10 12
13
151
151
46
19 27
628
58
23
31
4
74
74
33
1
13
B4-11
Gezondheidszorg Management in de Zorg
Gedrag en Maatschappij Culturele en Maatschappelijke Vorming Maatschappelijk Werk en Dienstverlening Personeel en Arbeid Sociaal Pedagogische Hulpverlening Sport en Bewegen Totaal Gedrag en Maatschappij
Economie Accountancy Bedrijfseconomie Bedrijfskundige Informatica Bestuurskunde / Overheidsmanagement Commerciële Economie Communicatie Facility Management Fiscale Economie HBO-Rechten Hogere Europese Beroepen Opleiding Hogere Europese Beroepen Opleiding (English Stream) Informatiedienstverlening en -management Integrale Veiligheidskunde International Business & Management Studies Opleiding voor Management, Economie en Recht Small Business & Retail Management Totaal Economie
Instroom bij duale opleidingen
21
144
163
22
17
19
21
94 17
100 19
22
8 8
2002/2003
10 15
2001/2002
24
24
269
158
155
13
13
255
3
94
2004/2005
112
2
2003/2004
23
23
380
2
98
188
92
2005/2006
27
45 257
Eindtotaal
237
27
45
27
45
45
27
Techniek Bedrijfswiskunde Bewegingstechnologie Bouwkunde Chemische Technologie Civiele Techniek Commercieel Ingenieur Communication & Multimedia Design Elektrotechniek Human Technology Industrieel Productontwerpen Informatica Informatica en Informatiekunde Technische Bedrijfskunde Technische Informatica / CTIS Technische Natuurkunde Werktuigbouwkunde Totaal Techniek
Onderwijs Opleiding tot Leraar Basisonderwijs Opleiding tot Leraar Lichamelijke Oefening Totaal Onderwijs
Opleiding tot Verpleegkundige Opleiding tot Verpleegkundige in de Maatschappelijke Gezondheidszorg Opleiding van Kader in de Gezondheidszorg Voeding en Diëtetiek Totaal Gezondheidszorg
362
33
30 1
2
36
36
299
5
5
26
26
449
11
11
35
35
B4-12
Gezondheidszorg Management in de Zorg
Gedrag en Maatschappij Culturele en Maatschappelijke Vorming Maatschappelijk Werk en Dienstverlening Personeel en Arbeid Sociaal Pedagogische Hulpverlening Sport en Bewegen Totaal Gedrag en Maatschappij
Economie Accountancy Bedrijfseconomie Bedrijfskundige Informatica Bestuurskunde / Overheidsmanagement Commerciële Economie Communicatie Facility Management Fiscale Economie HBO-Rechten Hogere Europese Beroepen Opleiding Hogere Europese Beroepen Opleiding (English Stream) Informatiedienstverlening en -management Integrale Veiligheidskunde International Business & Management Studies Opleiding voor Management, Economie en Recht Small Business & Retail Management Totaal Economie 129 293 103 247 12 192 109 35 174 250 66 1892
129 323 253 20 230 75 54 160 329
59 107 147 153 466
52 130 136 219 537
1909
102 180
2002/2003
128 208
2001/2001
Instroom bij voltijd, deeltijd- en duale opleidingen gezamenlijk
58 103 94 169 85 509
106 147 27 130 242 179 266 10 177 175 141 28 76 156 217 109 2186
2003/2004
49 113 97 171 109 539
95 140 66 117 231 158 246 10 196 174 158 23 83 173 193 90 2153
2004/2005
19
51 149 113 182 94 589
106 161 114 113 240 197 278 2 220 185 157 27 146 177 184 131 2438
2005/2006
30 25 80 214
27 26 57 169
244 147 391
Onderwijs Opleiding tot Leraar Basisonderwijs Opleiding tot Leraar Lichamelijke Oefening Totaal Onderwijs
170 154 518 120 104 49 183 1607
220 121 599 195 77 49 176 1653 4659
Eindtotaal
4643
83 99 25 59 43
69 86 23 38
Techniek Bedrijfswiskunde Bewegingstechnologie Bouwkunde Chemische Technologie Civiele Techniek Commercieel Ingenieur Communication & Multimedia Design Elektrotechniek Human Technology Industrieel Productontwerpen Informatica Informatica en Informatiekunde Technische Bedrijfskunde Technische Informatica / CTIS Technische Natuurkunde Werktuigbouwkunde Totaal Techniek
305 159 464
79
59
Opleiding tot Verpleegkundige Opleiding tot Verpleegkundige in de Maatschappelijke Gezondheidszorg Opleiding van Kader in de Gezondheidszorg Voeding en Diëtetiek Totaal Gezondheidszorg
4831
11 75 97 22 57 31 117 179 16 129 194 46 80 112 107 156 1429
328 176 504
19 27 85 203
72
4610
13 75 110 23 38 15 165 144 25 127 114 2 64 80 85 171 1251
283 171 454
10 12 119 213
72
4966
83 109 77 149 1241
21 69 80 16 62 27 146 107 39 127 129
232 162 394
1 159 304
125
B4-13
Totaal Economie Totaal Gedrag en Maatschappij Totaal Gezondheidszorg Totaal Onderwijs Totaal Techniek Eindtotaal
4,28 3,88 3,86 4,10 4,22 4,17
2000/2001 4,29 3,88 4,09 4,27 4,21 4,19
2001/2002
Inschrijvingsduur afgestudeerden voltijdopleidingen in aantal jaren
4,42 3,90 4,12 4,22 4,27 4,27
2002/2003 4,33 3,96 4,18 4,04 4,28 4,23
2003/2004 4,26 3,84 4,42 4,15 4,35 4,23
2004/2005
4,37 3,95 4,20 4,24 4,51 4,37
2005/2006
B4-14
Gezondheidszorg Management in de Zorg
Gedrag en Maatschappij Culturele en Maatschappelijke Vorming Maatschappelijk Werk en Dienstverlening Personeel en Arbeid Sociaal Pedagogische Hulpverlening Sport en Bewegen Totaal Gedrag en Maatschappij
Economie Accountancy Bedrijfseconomie Bedrijfskundige Informatica Bestuurskunde / Overheidsmanagement Commerciële Economie Communicatie Facility Management Fiscale Economie HBO-Rechten Hogere Europese Beroepen Opleiding Informatiedienstverlening en -management Integrale Veiligheidskunde International Business & Management Studies Opleiding voor Management, Economie en Recht Small Business & Retail Management Totaal Economie
Aantal afgestudeerden
58 108 982
51 113 992
353
226 35
244 31
418
194 7
201 8
25 79 110 139
57 118
33 152
22 83 152 161
56 123
2001/2002
60 99
2000/2001
364
35 73 110 146
1067
48 154
281 27
157 11
67 162
60 100
2002/2003
360
26 95 99 140
1053
53 168
244 26
69 161 9 148 8
65 102
2003/2004
16 77 112 81 1 287
1028
60 138
188 26
89 175 8 165 12
78 89
2004/2005
24 5 45 177
16 10 58 128
111 92 203
0 33 79 20 55 73 0 141 0 103 206 83 0 43 123 959 2700
Onderwijs Opleiding tot Leraar Basisonderwijs Opleiding tot Leraar Lichamelijke Oefening Totaal Onderwijs
Techniek Bedrijfswiskunde Bewegingstechnologie Bouwkunde Chemische Technologie Civiele Techniek Commercieel Ingenieur Communication & Multimedia Design Elektrotechniek Human Technology Industrieel Productontwerpen Informatica en Informatiekunde Technische Bedrijfskunde Technische Informatica Technische Natuurkunde Werktuigbouwkunde Totaal Techniek
Eindtotaal
2853
0 51 85 21 66 62 0 139 0 103 295 113 0 48 108 1091
158 92 250
103
44
Opleiding tot Verpleegkundige Opleiding tot Verpleegkundige in de Maatschappelijke Gezondheidszorg Opleiding van Kader in de Gezondheidszorg Voeding en Diëtetiek Totaal Gezondheidszorg
2926
0 41 96 20 45 61 0 140 0 92 347 96 0 30 106 1074
158 107 265
24 22 49 156
61
2807
0 67 48 25 34 53 0 130 0 74 374 93 0 44 106 1048
150 85 235
23 26 33 111
29
2818
0 46 71 11 37 20 0 107 0 101 408 99 28 37 95 1060
201 114 315
25 26 38 128
39
B4-15 34
68
1042
1021
Gezondheidszorg Management in de Zorg Opleiding tot Verpleegkundige
89 177
59 181
319
117 45
120 42
292
137 19
152 24
23 64 114 118
55 174
64 175
26 60 94 112
110 119
2001/2002
72 132
2000/2001
Gedrag en Maatschappij Culturele en Maatschappelijke Vorming Maatschappelijk Werk en Dienstverlening Personeel en Arbeid Sociaal Pedagogische Hulpverlening Sport en Bewegen Totaal Gedrag en Maatschappij
Economie Accountancy Bedrijfseconomie Bedrijfskundige Informatica Bestuurskunde / Overheidsmanagement Commerciële Economie Communicatie Facility Management Fiscale Economie HBO-Rechten Hogere Europese Beroepen Opleiding Informatiedienstverlening en -management Integrale Veiligheidskunde International Business & Management Studies Opleiding voor Management, Economie en Recht Small Business & Retail Management Totaal Economie
Aantal studiestakers
31
221
34 40 67 80
89 138 19 882
102 33
59 130 23 97 5
80 107
2002/2003
29
22 54 43 77 15 211
67 81 8 64 112 59 97 8 93 108 9 28 73 104 57 968
2003/2004
26
24 44 55 84 26 233
56 81 23 72 103 57 90 10 70 125 13 29 75 95 40 939
2004/2005
94
75 448 49 25 29 849
104
83 563 76 0 28 973 2581
Eindtotaal
2460
0 41 37 6 22 23
120 49 169
144 45 189
0 31 40 7 17 24
9 9 29 81
13 9 16 106
Techniek Bedrijfswiskunde Bewegingstechnologie Bouwkunde Chemische Technologie Civiele Techniek Commercieel Ingenieur Communication & Multimedia Design Elektrotechniek Hogere Informatica Human Technology Industrieel Productontwerpen Informatica Informatica en Informatiekunde Technische Bedrijfskunde Technische Informatica Technische Natuurkunde Werktuigbouwkunde Totaal Techniek
Opleiding tot Verpleegkundige in de Maatschappelijke Gezondheidszorg Opleiding van Kader in de Gezondheidszorg Voeding en Diëtetiek Totaal Gezondheidszorg Onderwijs Opleiding tot Leraar Basisonderwijs Opleiding tot Leraar Lichamelijke Oefening Totaal Onderwijs
2043
25 696
330 68 26
87
63
0 28 31 6 12 20
135 41 176
7 9 21 68
2001
2098
34 615
13 64 50 104 39 50
7 63 57 126 38 44 24 542
1 31 54 14 21 5 53 82
168 73 241
2 6 36 70
5 22 35 6 13 11 24 67
159 53 212
2 7 30 68
B5-1 HEBO IBMS (M&C) PABO COM SPH WER Totaal
Socrates / Erasmus
Categorie stage
V&D MWD WTB/THR BWT (=BT) HALO IPO
HEBO IBMS Totaal
HEBO IBMS (M&C) IPO CE TH Rijswijk FM Totaal
Leonardo Da Vinci
Fonds Financiële ondersteuning Internationalisering (Haagse Hogeschoolfonds) Categorie studie
Opleiding
Subsidieverstrekker
Mobiliteit van studenten (studie en stage)
7 1 1 28 1 3
59 53 112
121 12 15 2 1 1 152
37 10 2 4 1 5 59
Aantal
Werktuigbouw MER CMV IPO BOUWKUNDE CT CE CIV/CHEM BE HBO-Rechten BE en AC Totaal
Daarnaast werden 7 studenten voorgedragen voor een VSB-beurs voor vervolgstudie in het buitenland, zij hebben allen een beurs gekregen.
Categorie Groepsreizen
SPH CMV PABO HBO-V MER Werktuigbouw B&O CI B Electro FM TBK Totaal 15 80 46 30 35 0 23 14 4 125 25 397
3 7 8 3 5 2 1 3 1 1 1 5 193
B5-2
Aruba Australië België Brazilië Canada Chili Curaçao Denemarken Dubai Duitsland Estland Fillipijnen Finland Frankrijk Ghana Griekenland Groot Brittanië (UK) Hong Kong Hongarije Ierland India Italië Japan Korea Litouwen Marokko Mexico Nieuw Zeeland
Landen
3 14 1
3 5
2 3
7
7
1
15 12
3 27
3 1
5 2
1
14
Aantal studenten binnen socrates
1
8 2 1 5 3
Aantal studenten buiten socrates
Studentenmobiliteit (studie) van de HHS per land
22 2 2 2 112
Totaal
Mobiliteit studie en stage totaal (excl. Groepsreis) 516 studenten = circa 3 %
6
4
6
3
Noorwegen Oostenrijk Polen Portugal Roemenië Rusland Schotland Sint Eustatius Spanje Suriname Thailand Tsjechië Turkije USA Zuid Afrika Zweden Zwitserland 152
5
2 7
42
2
4 6
B6
Australië België Brazilië Bulgarije Canada Chili China Cuba Denemarken Duitsland Egypte Estland Finland Frankrijk Filippijnen Griekenland Groot-Brittannië Hongarije Ierland Israël Italië Japan Korea Letland Malta Mexico Marokko Noorwegen Oostenrijk Polen
9 hogescholen en universiteiten 13 hogescholen en universiteiten 1 universiteit 1 universiteit 3 hogescholen en universiteiten 1 universiteit 2 universiteiten 1 universiteit 11 hogescholen en universiteiten 18 hogescholen en universiteiten 1 universiteit 1 universiteit 8 hogescholen en universiteiten 26 hogescholen en universiteiten 1 universiteit 3 hogescholen en universiteiten 18 hogescholen en universiteiten 2 hogescholen en universiteiten 2 hogescholen en universiteiten 1 universiteit 5 hogescholen en universiteiten 1 universiteit 1 universiteit 1 universiteit 1 universiteit 4 hogescholen en universiteiten 3 hogescholen en universiteiten 4 hogescholen en universiteiten 9 hogescholen en universiteiten 6 hogescholen en universiteiten
Contacten buitenlandse hogescholen en universiteiten
Portugal Roemenie Rusland Slovenië Spanje Tsjechië Thailand Turkije USA Zuid-Afrika Zweden Zwitserland
8 hogescholen en universiteiten 1 universiteit 4 hogescholen en universiteiten 1 universiteit 22 hogescholen en universiteiten 3 hogescholen en universiteiten 2 hogescholen en universiteiten 4 hogescholen en universiteiten 16 hogescholen en universiteiten 1 universiteit 7 hogescholen en universiteiten 1 universiteit
B7-1 1025 113 0 63 99
Duaal HEO HGZO HPO HSAO HTNO
Economie Gezondheidszorg Onderwijs Gedrag en Maatschappij Techniek
2749
Economie Gezondheidszorg Onderwijs Gedrag en Maatschappij Techniek Overig
Deeltijd HEO HGZO HPO HSAO HTNO HAO/KUO Totaal 1465 76 285 470 453
13181
5501 844 1203 1396 4237
Economie Gezondheidszorg Onderwijs Gedrag en Maatschappij Techniek Overig
HHS/THR
Voltijd HEO HGZO HPO HSAO HTNO HAO/KUO Totaal
Marktaandelen
Marktaandeel
4541 3155 1386 744 1652
13952 3299 26145 13290 5187 2965 64838
107175 24034 41566 35446 50812 24213 283246
22,57% 3,58% 0,00% 8,47% 5,99%
10,50% 2,30% 1,09% 3,54% 8,73% 0,00% 4,24%
5,13% 3,51% 2,89% 3,94% 8,34% 0,00% 4,65%
Inschrijvingen HBO HHS/THR
HEO HGZO HPO HSAO HTNO
HEO HGZO HPO HSAO HTNO HAO/KUO Totaal
HEO HGZO HPO HSAO HTNO HAO/KUO Totaal
23 10
382 35
631
359 31 73 109 59
3870
1717 304 319 454 1076
HHS/THR
1246 844 373 205 467
3374 1050 8718 3830 1239 795 19006
32869 7962 13645 11502 15079 7270 88327
HBO
30,66% 4,15% 0,00% 11,22% 2,14%
10,64% 2,95% 0,84% 2,85% 4,76% 0,00% 3,32%
5,22% 3,82% 2,34% 3,95% 7,14% 0,00% 4,38%
Instroom HHS/THR
Overig
Bron: HBO-raad
HEO HGZO HPO HSAO HTNO HAO/KUO Totaal
Economie Gezondheidszorg Onderwijs Gedrag en Maatschappij Techniek Overig
Voltijd, deeltijd en duaal
HAO/KUO Totaal
7991 1033 1488 1929 4789 0 17230
0 1300
125668 30488 69097 49480 57651 27391 359775
213 11691
6,36% 3,39% 2,15% 3,90% 8,31% 0,00% 4,79%
0,00% 11,12%
HEO HGZO HPO HSAO HTNO HAO/KUO Totaal
HAO/KUO Totaal
2458 370 392 586 1145 0 4951
450
37489 9856 22736 15537 16785 8092 110495
27 3162
6,56% 3,75% 1,72% 3,77% 6,82% 0,00% 4,48%
0,00% 14,23%
B7-2
Economie Gezondheidszorg Onderwijs Gedrag en Maatschappij Techniek Overig
Economie Gezondheidszorg Onderwijs Gedrag en Maatschappij Techniek Overig
Deeltijd HEO HGZO HPO HSAO HTNO HAO/KUO Totaal
Duaal HEO HGZO HPO HSAO HTNO HAO/KUO Totaal
Voltijd, deeltijd en duaal HEO Economie
Economie Gezondheidszorg Onderwijs Gedrag en Maatschappij Techniek Overig
Voltijd HEO HGZO HPO HSAO HTNO HAO/KUO Totaal
1071
87 23 0 3 27 0 140
265 51 121 121 97 0 655
719 108 209 171 880 0 2087
HHS/THR
Marktaandelen afgestudeerden 2004/2005
18844
683 611 327 142 406 69 2238
2488 1292 6815 2970 929 403 14897
15673 3709 7026 5232 9097 5129 45866
HBO
5,68%
12,74% 3,76% 0,00% 2,11% 6,65% 0,00% 6,26%
10,65% 3,95% 1,78% 4,07% 10,44% 0,00% 4,40%
4,59% 2,91% 2,97% 3,27% 9,67% 0,00% 4,55%
HHS/THR
Bron: HBO-raad
HGZO HPO HSAO HTNO HAO/KUO Totaal
Gezondheidszorg Onderwijs Gedrag en Maatschappij Techniek Overig
182 330 295 1004 0 2882
5612 14168 8344 10432 5601 63001
3,24% 2,33% 3,54% 9,62% 0,00% 4,57
B8 4
6 0
Hulp met oriënterend gesprek
Totaal aantal vragen georganiseerd bedrijfsleven o.a. gemeenten
Totaal aantal vragen vanuit HHS/THR
40
0
Bedrijf trekt zich terug
Totaal aantal vragen
4 16
1 3
149
11
17
9
16
96 76
30 26
Aantal geholpen bedrijven - Match via HHS-THR - Match via HHS-Mondriaan - Match via IDI-traject - Match via (bij)baan - Match niet geresulteerd in resultaat - Aantal doorverwijzing naar derden
121
34
2002
Totaal aantal behandelde individuele bedrijven
2001
Overzicht Praktijkopdrachten/vragen werkveld
187
20
22
15
5
9 5
125 98
145
2003
275
35
23
32
15
21 16
170 133
217
2004
573
43
14
23
17
476 312 70 37 15 34 8
516
2005
B9-1 612.18 410.90 1023.08 629.39 393.69 1023.08
OP OBP Totaal
Man Vrouw Totaal
2001
612.96 395.15 1008.12
599.04 409.08 1008.12
2002
Totaal aantal fte over de jaren 2001-2005 per categorie en totaal
Personeel
697.93 449.76 1147.69
672.40 475.29 1147.69
2003
677.28 458.28 1135.56
689.60 445.96 1135.56
2004
679.46 500.91 1180.37
702.47 477.90 1180.37
2005
2003
2005
200 0
0 2004
200
2002
400
400
2001
800 600
800
600
1200 1000
Totaal
1000
OBP
1200
OP
Totaal aantal fte over de jaren 2001-2005 per categorie en totaal
2001
Man
2002
2003
Vrouw
2004
Totaal
2005
B9-2 874 481 1355 814 541 1355
OP OBP Totaal
Man Vrouw Totaal
2001
783 545 1328
845 483 1328
2002
Totaal aantal medewerkers over de jaren 2001-2005 per categorie en totaal
900 627 1527
956 571 1527
2003
904 653 1557
1020 537 1557
2004
887 700 1587
1008 579 1587
2005
0
2005
0 2004
500
500
2000 1500
2003
Totaal
1000
2002
OBP
1500
2001
OP
1000
2000
2001
Man
Totaal aantal medewerkers over de jaren 2001-2005 per categorie en totaal
2002
2003
Vrouw
2004
Totaal
2005
B9-3
40-49
20-29
30-39
Leeftijdsverdeling hogeschool totaal in percentages
50-59
>60
Leeftijdsverdelingen
30-39
40-49
20-29
Leeftijdsverdeling onderwijsgevend personeel in percentages
50-59
>60
40-49
20-29
Leeftijdsverdeling ondersteunend personeel in percentages
30-39
50-59
>60
B10
1 medewerker opleiding IPO 3 medewerkers 1 bestuurskunde DT 2 Facilitair Management DT 1 medewerker 1 medewerker
Technology, Management & Design Facility Management
ICT P&O
Inschrijving eigen personeel
Afdeling
Inschrijvingen eigen personeel initiële opleidingen
B11
Eigen Vermogen Egalisatie investering Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Totaal passiva
Passiva
Vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Vlottende activa Voorraden Vorderingen Effecten Liquide middelen Totaal activa
Activa
Balans
48,3 29,1 12,7 36,2 39,1 165,4
0,0 4,8 8,9 13,7 165,4
0,0 4,9 8,0 23,0 159,4
53,1 27,8 10,0 35,4 33,1 159,4
105,3 32,7
31 dec. 2004 x € 1 mln.
100,1 23,4
31 dec. 2005 x € 1 mln.
Balans Haagse Hogeschool/TH Rijswijk
81,5 23,1 3,7 12,4 120,7
82,8 8,3 24,2 115,3 5,4 -0,7 4,7 0,0 4,7
Baten Rijksbijdragen OCenW Collegegelden Baten werk i.o.v. derden Overige baten Totaal baten
Lasten Personele lasten Afschrijvingen Overige instellingslasten Totaal lasten
Saldo baten en lasten Saldo financiële baten en lasten Resultaat uit gewone bedrijfsvoering Buitengewone bedrijfsvoering Exploitatiesaldo
Resultaat 2005 x € 1 mln.
Exploitatierekening Haagse Hogeschool/TH Rijswijk
0,5 -1,2 -0,7 0,0 -0,7
78,7 8,3 24,3 111,3
77,4 21,8 3,7 8,9 111,8
Begroting 2005 x € 1 mln.
-1,3 -0,3 -1,6 0,0 -1,6
79,5 9,2 24,5 113,2
72,7 22,4 5,0 11,8 111,9
Resultaat 2004 x € 1 mln.
B12
ABP arbo BOZ BSA bvo cao CvB C&M CROHO EAIE ECTS EVC fte FOS fpu GO havo hbo HHS HO HOOP HR HTO ICT IDS IO IOWO Lkd LSOP MBA
Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds Arbeidsomstandigheden Beheersstichting Onroerende Zaken Bindend Studie Advies Bruto vloeroppervlakte Collectieve arbeidsovereenkomst College van Bestuur Dienst Communicatie & Marketing Centraal Register van Opleidingen in het Hoger Onderwijs European Association for International Education European Credit Transfer System Eerder Verworven Competentie Formatieplaats (full time equivalent) Financiële Ondersteuning bij Studievertraging Flexibele pensioenuittreding Georganiseerd overleg Hoger algemeen voortgezet onderwijs Hoger beroepsonderwijs Haagse Hogeschool Hoger Onderwijs Hoger Onderwijs- en Onderzoek Plan Hogeschoolraad Hoger Technisch Onderwijs Informatie- & communicatietechnologie Internationaal Diploma Supplement International Office Instituut Onderzoek Wetenschappelijk Onderwijs Leeftijdsbewust kwaliteit- en doelgroepenbeleid Politie Onderwijs- en Kenniscentrum Master of Business Administration
Lijst van afkortingen
SOP THR TU VBI vo vwo wo
mbo MD MKB NVAO OSWI OSZ OVO PGO Pmc RI&E roc RSO RVOZ RvT SAMEN SIRS SSHHR
Middelbaar beroeps onderwijs Management Development Midden- en Kleinbedrijf Nederlands-Vlaamse Accrediatatie Organisatie Onderwijs, Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Integratie Dienst Onderwijs- en Studentenzaken Oriëntatie op Vervolg Onderwijs Probleemgestuurd onderwijs product-markt-combinatie Risico-inventarisatie en evaluatie arbeidsomstandigheden regionaal opleidingscentrum Residentieel Studenten Overleg Raad Voor Ondernemend Zoetermeer Raad van Toezicht Wet stimulering arbeidsdeelname minderheden Student Informatie en Relatie Systeem Stichting Samenwerkende Hogescholen Haaglanden en Rijnstreek (Haagse Hogeschool/TH Rijswijk en Hogeschool Leiden) Sectorontwikkelingsplan Technische Hogeschool Rijswijk Technische Universiteit Visiterende en Beoordelende Instantie Voortgezet onderwijs Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs Wetenschappelijk onderwijs
Colofon Redactie Communicatie & Marketing, Haagse Hogeschool/TH Rijswijk Teksten interviews Betty van de Sanden, Willem-Jan Martin, Maarten Vromans, Frans Beekenkamp Fotografie Ilya van Marle, Den Haag Grafisch ontwerp Witruimte, Rotterdam Drukwerk Koninklijke De Swart, Den Haag Oplage 2000 exemplaren Uitgave juli 2006 Haagse Hogeschool/TH Rijswijk Johanna Westerdijkplein 75 Postbus 13336 2501 EH Den Haag www.haagsehogeschool.nl
260