Spannend gelijkspel in Rijswijk Een lange autorit op een vroege zaterdagochtend met een troep sociaal gemankeerde schakers op weg naar zoveelste schakel in een moeizaam gevecht tegen degradatie; een krachtiger belofte van een ongemakkelijke stilte is moeilijk voorstelbaar. Dat het niet zo mocht zijn is vooral te danken aan Cor, die Adriaan, Johan en mij trakteerde op een ononderbroken stroom schaakanekdotes – ononderbroken, tot hij, via die hoeksteen van het schaakverhaal, Tim Krabbé, overschakelde op wielerverhalen, die mij weliswaar wat minder bekoorden (saaie sport), maar waarmee hij in Adriaan een willig oor vond. Zijn ervaringen in het correspondentieschaak moet Cor zeker nog maar eens optekenen, zo hij dat niet al gedaan heeft. Intussen was de rit wel wat uitgelopen, zodat we een kwartier te laat het speellokaal betraden. Nu zijn mijn ervaringen met de coulantie van teams in den verre niet zo vreselijk positief; ik herinner me in het bijzonder onze uitwedstrijd in Boxtel tijdens ons vorige uitstapje naar de landelijke competitie. Ik was op eigen vervoer uit Utrecht gekomen (dat een stuk dichterbij is) en was als enig teamlid op tijd. Omdat “de ruimte maar tot 6 uur gehuurd was en we nu dus echt moesten beginnen” mocht ik in mij eentje tegen het voltallige Boxtelse team aantreden, terwijl de andere Middelburgers wanhopig de omgeving afstruinden naar een parkeerplaats. Uiteindelijk bereikten ze zonder al te grote vertraging de speelzaal, maar dat we met 7½-½ werden afgedroogd mag nauwelijks verbazen (ze waren natuurlijk ook gewoon veel beter). Het halfje was natuurlijk van Johan. Onze huidige tegenstanders wisten echter hoe het hoort: we werden met alle egards ontvangen, ons werd onmiddellijk een verfrissing aangeboden en over de tijd werd niet gerept, anders dan mededogende opmerkingen over de lange zware reis en hoe gelukkig ze wel niet waren dat zij niet omgekeerd naar Zeeland hoefden af te reizen. Zo kan het dus ook. De wedstrijd begon rustig met een zeer grootmeesterlijke remise van Sven. Een variant van het Grunfeld-Indisch, ongetwijfeld zeer courant en diep geanalyseerd, een kleine onnauwkeurigheid
met wit en zwart heeft het openingsspel gewonnen. Snel remise aanbieden, volgende keer beter. 12...e5 en weg openingsplusje. De partij duurde nog twee zetten. Johan's remise was iets moeilijker te verkroppen. Ik zat rustig achter mijn bord om me heen te kijken terwijl mijn tegenstander over zijn zet nadacht (daar nam hij nogal de tijd voor), toen ik naast me op Johan's bord het volgende zag gebeuren:
11...c6 Terwijl ik een onsuccesvolle poging deed om mijn gezicht strak te houden, dacht Johan even rustig na voordat hij netjes 12.Pxc6 speelde. Omdat Maarten mij al voor de wedstrijd op de hoogte had gesteld van zijn wens een stukje over de wedstrijd van me te ontvangen, begon ik onmiddellijk een koortsachtige zoektocht naar de gepaste superlatieven: “Hoewel ik al zeven jaar lang de scherpste gambieten speel, heb ik nooit zo gewonnen gestaan als Johan na 12 zetten in zijn quasi-proto-semiColle”, dat soort verontwaardigd gesnuif. Het zou allemaal iets anders lopen. Ik zette de partij verder uit mijn gedachten om me op mijn eigen stelling te concentreren, maar toen ik niet heel veel later Johan's tegenstander remise hoorde aanbieden, kon ik een besmuikte glimlach niet onderdrukken. Tot mijn onthutsing volgde echter een verontschuldigend klinkende aanvaarding van Johan. “Wat te passief gespeeld”, zo verklaarde hij achteraf. Hmm. Kort daarna, zo tegen de tijdscontrole, volgden de eerste echte tegenslagen. Michael en Adriaan verloren hun partijen. Michael verloor een pion op de damevleugel en redde het niet. Adriaan, die Kees vervangt in het eerste, leek redelijk te staan, toen ik voor de laatste keer keek, maar heeft toch ook verloren. “Eerst stond ik ok en toen niet meer”, zoals hij het zelf laconiek omschreef. Waarschijnlijk heeft een oplopende tijdnood het er niet beter op gemaakt. Dat mij beschrijving van deze twee partijen wat summier is, heeft twee redenen. Enerzijds durf ik na een verliespartij niet zo goed aan te dringen op nadere informatie (met Johan en Sven heb ik een stuk minder medelijden). Anderzijds was ik toen hun partijen ten einde liepen zelf ook druk bezig met de mijne, die uiteindelijk het eerste lichtpuntje voor ons betekende. Mijn tegenstander speelde de opening onhandig en kon toen, na een verzwakkende zet op de koningsvleugel, mijn aanval niet meer opvangen. Het slot ziet er leuk uit, maar op dat moment van de partij winnen haast alle zetten. A.Cupido-M.Janssen 1.e4 e5 2.f4 d5 3.exd5 c6 4.d4?! Niet zo handig. 4...exd4 5.dxc6?! Helemaal niet zo handig. 5...Pxc6 6.Pf3 Pf6 7.Ld3 Hier realiseerde wit zich dat hij eigenlijk geen goed plan voor zijn damevleugel-stukken heeft. Ook is f4 een zinloze verzwakking, als je d4 speelt zonder te wachten tot je de e5 pion opgeruimd hebt. Ik sta hier al heel lekker, vind ik. 7...Lc5 8.0-0 0-0 9.Pbd2 Le6 10.Pb3 Waarom niet naar c4? 10...Lb6 11.f5?! Waarschijnlijk had wit zich bescheidener op moeten stellen en met de loper op d2 moeten doormodderen. Deze bevrijdt weliswaar de loper, maar impliceert ook een lelijke verzwakking van de diagonaal h2-b8. 11...Ld5 Ik heb geen commentaar gegeven op mijn eigen zetten omdat die eigenlijk vanzelf uit de stelling volgen. Alleen de niet vreselijk briljante manoeuvre Lc8-e6-d5 is niet helemaal standaard. Dat is op zich natuurlijk al niet zo'n best teken voor wit. 12.Lg5 Te8 Om De1 te voorkomen. 13.Kh1 Dd6 14.Dd2 Lc7 Zwart staat natuurlijk heel lekker, maar wit raakt nu in een wilde paniek en speelt een zelfmoordzet. 15.g3? Ik meende dat wit aan de noodrem moest trekken met 15.Lxf6, waarna ik twijfelde tussen strategisch drukken met 15...Lxf3 16.gxf3 Dxf6 en aanvallen met 15...gxf6!?, met Kh8 en Tg8. 15...Dxf6 zou niet zo goed zijn vanwege 16.Dg5 Dd6?! 17.f6 en het zwarte voordeel is verdampt. Omdat wit zich
echter toch moet verzoenen met de dubbele f-pion, kan hij net zo goed niet slaan op f6 en direct 15.Tae1 spelen. Hoe dan ook staat hij slecht, maar moet er nog een hoop gebeuren. Na de tekstzet is het volkomen uit, al realiseerden we ons dat beiden nog niet ten volle. Echter, alle normale zwarte zetten winnen nu achter elkaar. 15...Pe5 16.Le2 Het wordt zo langzamerhand heel druk in het centrum en hoewel zwart overduidelijk beter staat, moest ik een verwarrende hoeveelheid slagenwisselingen (met alle mogelijk permutaties) doorwerken. Dat is de voornaamste reden dat de partij toch nog wel interessant is. Ik was voornamelijk bang voor de schwindelachtige truczet 16.Pxd4. Die verliest weliswaar ook, maar is ingewikkeld en dus voor wit te verkiezen. Ik was dan 16...Lb6 van plan, gebaseerd op een misrekening, al wint de zet ook. Thuis vond ik de verbetering 16...Pg4. (A)16.Pxd4 Lb6 17.Lxf6 (17.c3? Lxd4) het feit dat ik hier 5 slagzetten tot mijn beschikking heb, is wat dit soort varianten verwarrend maakt. 17...Dxf6 18.Le2 hier was ik 18...Lxd4 19.Dxd4 Pxf3? 20.Dxf6?? Txe2! van plan, maar daar miste ik dus eenvoudig 20.Dxd5 met remise,volgens Fritz (nog niet eens zo heel eenvoudig, overigens). 18...Pxf3 19.Pxf3 Tad8 is echter nog steeds heel erg sterk. (B) 16.Pxd4 Pg4! Met de dubbele dreiging Pxh2 en Lb6 (nu Lxf6 niet meer mogelijk is.) 17.Le2 (17.Lf4 Lb6) 17...Pxh2 18.Kxh2 Pg4+ 19.Kh1 Dxg3 Dreigt Dh2#. 20.Ld3 Lh2+! Hij klopt werkelijk als een bus, deze variant. 21.Kh1 (21.Pxh2 Dg3+) 21...Le5+ 22.Kg1 Lxd4+ 23.Pxd4 Dh1#. 16...Pe4
Het is wel een plaatje. 17.Df4 17.Dc1 Pxg3+ 18.hxg3 Pxf3 19.Lxf3 Dxg3 en uit. 17...Dd7 18.Dc1 Wit heeft dus tijdelijk Pxg3+ eruit gehaald, maar nu valt de zwarte dame de witte velden binnen. 18...Dxf5 19.Lf4 tegen Pxg3. 19...Dh3 20.Kg1 Haalt bepaalde grappen langs de diagonaal (gebaseerd op de penning van Pf3) eruit, maar mag natuurlijk niet meer baten. 20...Pg4 Ik had hier zo duizelingwekkend veel mogelijkheden dat ik nog in tijdnood raakte (terwijl ik veel meer tijd had dan mijn tegenstander) bij het doorrekenen. En alle mogelijkheden blijken te winnen. Hier bekeek ik naast 20...Pg4 (met de drie mogelijke vervolgen 21...Pg5, 21...Pxg3 en 21...Pc3) ook 20...Lb6. Ook dat wint, met bijvoorbeeld de zeer mooie computervariant (prozaischer zetten werken ook): 20...Lb6 21.Pxe5 Andere zetten zijn beter maar bieden eigenlijk geen weerstand. 21...d3+ 22.Le3 Pd2!! Deze schitterende zet had ik niet gezien in mijn berekeningen. Dreigt mat op g2 en onderbreekt de dekking van de loper op e3. Het is meteen uit. 21.Lxc7
21...Pc3 Deze zet speelde ik min of meer a tempo, nadat ik op de vorige zetten was dolgedraaid door alle varianten. Hij wint mooi, maar thuis kwam ik er achter dat de zet 21...Pg5 toch de meest esthetische was. Die was ook mijn eerste keuze geweest, zij het niet gebaseerd op de belangrijkste variant. Ten slotte wint ook 21...Pxg3 vrij eenvoudig (maar dat mag u zelf verder uitzoeken). 21...Pg5 22.Ld3 (Ik was tijdens de partij in verwarring door de volgende onzinvariant: 22.Dxg5 Lxf3? (22...Txe2) 23.Dxg4!?! Dxg4?? 24.Lxf3 en dit was ineens niet meer zo duidelijk. Johan was er na de partij snel bij om me op 23...Dg2# te wijzen.) 22...Dxh2+! 23.Pxh2 Ph3# Dat zou toch ook leuk zijn geweest. Ik vond het thuis pas. 22.Lc4!? Deze op zich slimme zet dwingt mij om de beste zet te spelen. Op bijv. 22.Ld3 twijfelde ik nog tussen het sterke 22...Te2 van de partij en het ook wel sterke, maar toch minder overtuigende 22...Lxf3 23.Tf2 Pd1! Ook wel mooi, op zich. Fritz geeft dan nog de volgende patzer-variant: 24.Lf1 Pdxf2 25.Lxh3 Pxh3+ 26.Kf1 Ph2# Als je eenmaal zo gewonnen staat volgen de leuke matjes vanzelf. Als ik nu echter (22.Lc4) Lxf3 zou spelen, zou wit 23.Lxf7+ spelen (zonder dat dat nou heel veel uitmaakt na 23...Kh8). 22...Te2 Fijn om te spelen. Het is helemaal uit. 23.Tf2 Txf2 24.Lf1 Pe2+ 25.Lxe2 (25.Kh1 Dxh2#) 25...Dg2# 0-1 Mijn tegenstander was een beetje beduusd van zijn verlies, zodat er van analyseren niets meer terecht kwam. Ik moest dus tot thuis wachten om al die fijne variantjes nog eens na te pluizen, een genoeglijke taak overigens. Toen ik na mijn partij een ronde langs de borden maakten stonden we dus met 3-2 achter. Echter, Wout stond zeer goed tot gewonnen, Cor stond erg indrukwekkend en Maarten leek mij houdbare stelling te verdedigen. Het kon dus nog alle kanten op. Wout won snel zijn partij, een puntgave prestatie. Hij lijkt zijn dipje van zijn vorige twee seizoenen volledig te boven en scoort nu lekker voor het team. W. van Wijnen-B.van der Berg 1.Pf3 d5 2.g3 Pc6 3.d4 g6 4.Lg2 Lg7 5.0-0 Pf6 6.c3 Pe4 7.Lf4 0-0 8.Dc1 Lg4 9.h3 Lxf3 10.exf3 Pd6 11.Pa3 a6 12.Te1 b5 13.Lh6 Lxh6 Wel erg uitnodigend. 14.Dxh6 Pc4 15.Pxc4 bxc4 16.b4 Wit heeft met kleine middelen een veelbelovende stelling opgebouwd. 16...Dd6 17.De3 e6 18.h4 Tfb8 19. a4 a5 20.b5 Pe7 21.g4 Onderschat het zwarte spel toch een beetje. 21...Tb7 Met het doortastender 21...c6 had zwart wellicht het initiatief wat naar zich toe kunnen trekken. 22.h5 gxh5?! Zwart heeft wel weinig gevoel voor gevaar. 23.Dg5+ Kh8 24.Df6+ Kg8 25.Te5?! Het rustigere 25.hxg5 had wit een heel sterke aanval opgeleverd: 25...Pf5 26.Lh3 Pg7 27.Te5 Dd8 28.Df4 en zwart heeft geen goede verdediging tegen Kh2 ent Tg1 etc. Nu krijgt zwart weer wat lucht omdat geen pion op h5 krijgt voor zijn aanval. 25...hxg4 26.Tg5+ Pg6 27.Txg4 Dd8 28.De5 De7 Hier had zwart waarschijnlijk met 28...Dd6 op remise moeten aansturen. 29.Dh5 werkt dan niet goed vanwege 29...c6! en de toren komt bij de verdediging: 30.f4 f5! 31.Txg6? hxg6 32.Dxg6+ Tg7. 29.Te1 Nu heeft wit toch wel een heel sterke aanval. 29...Te8 Twee andere verdedigingen uit de koker van Fritz: (A)29...Da3 30.f4 Dxc3 Ter illustratie van het witte initiatief 31.f5 exf5 32.Tg3 Dd2 Deze stelling is vlijmscherp, alles behalve beste zet leidt tot vernietiging voor beide partijen.
De stelling is voor mij te moeilijk, dus ik geef geen uitputtende analyse. 33.Lxd5 Tb6 34.Te2 (34.Lxa8 Te6) 34...Dc1+ 35.Kg2 Kf8!! (35...Tc8 36.Dxf5 Tf8 37.Te8 is een van de vele valkuilen) 36.Dxc7 Pf4+ 37.Kf3 (37.Kh2 Th6+ gaat dan weer mis voor wit.) 37...Dh1+ 38.Kxf4 Dh6+ 39.Kf3 Dh1+ met eeuwig schaak. (B) 29...f5 30.Txg6 Thematisch, maar niet eenvoudig. De witte loper is een beest. 30...hxg6 31.f4 en zwart zit een beetje om zetten verlegen. 31...Df7 32.Dxe6 Dxe6 33.Txe6 Td8 34.Te5 en wit haalt de pionnen op d5 en c4 op, waarna hij het nog een tijd kan proberen. 30.f4 f5
31.Txg6! Een kloek besluit. 31...hxg6 32.Lxd5 Tb6 33.Lc6 Txc6 Wanhoop, maar zwart heeft geen enkel tegenspel. 34.bxc6 Dh4 35.Te3 Tb8 Zoekt nog een tegenaanval, maar dat mag natuurlijk niet meer baten. 36.Dxe6+ Kf8 37.Kg2 Dg4+ 38.Tg3 Dxf4 39. Df6+ Ke8 40.Te3+ Een zeer overweldigende partij. 1-0 Waarmee de stand dan weer gelijk was. Inmiddels was het echter bij Cor niet meer zo duidelijk, terwijl Maarten nog steeds een moeizaam eindspel verdedigde, dat zijn tegenstander toch wel goed speelde. Gelukkig kon Cor een wilde partij uiteindelijk weer naar zich toe trekken: Hoynk van Papendrecht,F - Jansen,C Gebaseerd op aantekeningen van Cor 1.d4 Pf6 2.Lg5 e6 3.Pf3 d5 4.e3 c5 5.c3 Pbd7 6.Pbd2 Le7 7.Ld3 b6 8.0–0 Lb7 9.Te1 Pe4 10.Lxe7 Dxe7 11.Pe5 Pxe5 12.dxe5 Een beetje een oude mannen opening, maar de oude man in kwestie is natuurlijk meneer Hoynck van Papendrecht. Cor, nog immer jong van geest, probeert er nog een draai aan te geven. 12...Pxd2 13.Lb5+ Kf8 14.Dxd2 f5 15.exf6 gxf6 Kijk, nou is het toch nog spannend. 16.Le2 Tg8 17.Lf3 Td8 18.Tad1 Kg7 19.De2 e5 20.e4 d4 21.c4 Kh8 22.Td3 Lc6 [22...Lc8!] Aldus Cor. Dit voorkomt dat de witte loper op f5 belandt.23.Lg4 b5 Dit was Cor's plan tegen Lg4 en Lf5, maar hij overzag een geniepig trucje. 24.b3 bxc4 25.bxc4 Df7 26.Lf5 Ai. Wit trekt zich niets aan van c4. 26...Tg7 [26...Dxc4 27.Th3!] 27.Tc1 Tdg8 Toch staat zwart zeker niet minder. 28.g3 Ld7 29.Lxd7 Dxd7 30.Tb3 Td8 31.Dd3 Tf7 32.Tb5 Dc6 33.f3 Tdf8 34.g4 h5! Hier gaat Cor zonder meer aan voorbij, maar ik vind het wel een mooie zet. Ten slotte is het ook een verzakking van de zwarte koningsstelling en dus geen eenvoudige beslissing. Uitroeptekentje van mij dus. 35.h3 hxg4 36.fxg4
36...f5!! Hier kent Cor zichzelf in alle bescheidenheid twee uitroeptekens toe. Het is ook wel een mooie zet natuurlijk. Rekent u het torenoffer maar eens even door. Het is niet vreselijk moeilijk, maar het gaat om de conceptie. 37.exf5 Txf5 38.Dg3 [38.gxf5 Tg8+] Aldus Cor. Voor u ga ik nog even verder: 39.Kf2 Dg2+ 40.Ke1 Dh1+ 41.Kd2 Tg2+ en als de zwarte dame is met al die pionnen veel sterker dan de witte torens. 38...Dh6 39.Tcb1 Tf4 40.Txc5 Ondanks alle brille is dit nog steeds een hoogst tweesnijdende stelling, die waarschijnlijk gelijk is. 40...Dg6 41.Te1 Df6 42.Dg2? Na 42.Txe5 (maakt niet uit welke toren) heeft zwart niet beter dan eeuwig schaak met 42...Tf1+. Deze zet verliest, maar het is bepaald niet eenvoudig. In deze stelling is het verschil tussen de beste en de een-na-beste zet vaak het verschil tussen winst en verlies. 42...e4? Het moest de andere pion zijn. [42...d3!]Wederom volgens Cor. Voor u ga ik nog even verder: 43.Td5 (43.Tcxe5 d2 44.Dxd2 Tf1+) 43...Tf2 44.De4 d2 45.Te2 Tf1+ 43.Th5+ Kg8 Volgens mijn computer moest de koning naar g7, maar ik begrijp niet waarom. Wit staat nu beter. 44.Tf5 Dg6 45.Txf8+ Kxf8 46.Db2 Hier zou 46.Dh2 een voordeel geven, bijv. 46...Df6? 47.Dxf4. Na deze zet staat het weer gelijk. 46...Dd6 47.c5 De5 48.c6 Tf3 Tijdens de partij (die inmiddels veel toeschouwers had) dacht ik dat 48...e3 hier heel sterk was. Wit heeft echter de enige zet 49.Te2 en zwart moet ook oppassen: 49...Df6? 50.Dc1 en de witte pion is ineens heel sterk. 49.Dh2? Deze zet verliest en Cor geeft dit niet meer uit handen. Wit had zich kunnen redden met 49.Tf1 Dg3+ 50.Dg2 Txf1+ 51.Kxf1 Dd3+ en wit kan zich hier maar beter met eeuwig schaak tevreden stellen na 52.De2 Dxh3+ en nu gaat niemand meer winnen.
49...Tg3+ Uit met de pret. Wellicht had wit hier de verdediging gezien die op het bord komt. Die is echter ontoereikend. 50.Kh1 e3 Overziet nog een vernuftige verdediging, die echter niet voldoet. Niettemin was [50...Df4!] sterker, zoals Cor ook opmerkt. Dan heeft wit geen enkele verdediging. 51.Tf1+ Kg7 52.Tf3 Misschien was dat de bedoeling, dat zou dan wel knap vooruitgezien zijn. Zwart heeft echter nog een truc: 52...e2! En Cor maakt het met vaste hand uit. 53.Txg3 e1D+
54.Tg1 D5e4+ 55.Dg2 Dxg2+ 56.Kxg2 De4+ 57.Kf2 Dxc6 58.Te1 Dc2+ 59.Te2 d3 0–1 Daarmee stond het dus 4-3 voor ons en was het eerste matchpunt binnen. Helaas verloor Maarten uiteindelijk zijn partij. In een Franse Tarrasch bleef hij met zijn slechte loper zitten en hoewel hij een gedekte vrijpion op e4 had, was zijn pionnenmeerderheid op de koningsvleugel volledig verlamt, terwijl wit op de dame vleugel, zowel als op de koningsvleugel, waar hij groot ruimtevoordeel had, kon blijven drukken. Zijn tegenstander heeft het wel goed gespeeld. Ook van deze partij heb ik geen details, omdat ik Maarten daar na zes uur spelen en een nederlaag niet om durfde vragen. Over de einduitslag kunnen we niet heel ontevreden zijn, maar bij een gelijkspel vraag je je natuurlijk altijd af of en hoe de balans in ons voordeel had kunnen doorslaan. Over de besliste partijen kunnen we denk ik niet echt klagen, maar de remises laten toch een knagend gevoel achter. Toch dit resultaat tegen een tegenstander die gemiddeld 135 ratingpunten meer heeft zeker niet slecht.