Terugdringen gemeentelijke bijdrage Wsw Gemeente Enschede
Eindrapport
Opdrachtgever: Gemeente Enschede
IROKO, april 2015 Peter van Nes Jaco van Velden Albert Smelik
Inhoud Managementsamenvatting ....................................................................... 3 1
Inleiding ........................................................................................... 11 1.1 De aanleiding ................................................................................ 11 1.2 Onderzoeksvraag ........................................................................... 12 1.3 Aanpak ......................................................................................... 12 1.4 Leeswijzer ..................................................................................... 13
2
De 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9
3
Vooruitzichten SW Enschede zonder aanvullende maatregelen ......... 20 3.1 Inleiding ....................................................................................... 20 3.2 Landelijke stop op de instroom in de Wsw ......................................... 20 3.3 Ontwikkeling subsidieresultaat zonder aanvullende maatregelen .......... 21 3.4 Ontwikkeling bedrijfsresultaat 2015-2020 bij ongewijzigd beleid .......... 22 3.5 Conclusie: verwachte ontwikkeling exploitatieresultaat ....................... 24
4
Mogelijkheden beïnvloeding subsidieresultaat .................................. 26 4.1 Inleiding ....................................................................................... 26 4.2 Mogelijkheden beïnvloeding deelbudget Wsw ..................................... 26 4.3 Mogelijkheden beïnvloeding personeelskosten Wsw ............................ 27 4.4 Conclusies subsidieresultaat ............................................................ 34
5
Mogelijkheden beïnvloeding bedrijfsresultaat Wsw Beschut ............ 37 5.1 Inleiding ....................................................................................... 37 5.2 Schets per PMC .............................................................................. 37 5.3 Vergaande en ingrijpende mogelijkheden .......................................... 38 5.4 Mogelijkheden omzetverhoging in bestaande bedrijfsvoering ............... 41 5.5 Kosten: besparingsmogelijkheden in bestaande bedrijfsvoering ........... 45 5.6 Toevoegen activiteiten aan Wsw Beschut .......................................... 48 5.7 Conclusie ...................................................................................... 51
6
Mogelijkheden beïnvloeding bedrijfsresultaat Wsw Detachering ...... 54 6.1 De uitvoering van Wsw Detachering op dit moment ............................ 54 6.2 Analyse mogelijke maatregelen aan de kostenkant ............................. 56 6.3 Analyse mogelijke maatregelen aan de omzetkant ............................. 57 6.4 Conclusie ...................................................................................... 62
Wsw uitvoering in Enschede 2009-2014 ...................................... 14 Van DCW naar SW Enschede ........................................................... 14 Ontwikkeling aantal Wsw-medewerkers ............................................ 14 Organisatie staftaken...................................................................... 15 Kosten .......................................................................................... 16 Begeleid Werken ............................................................................ 17 Netto Toegevoegde Waarde ............................................................. 17 Financieel resultaat: subsidie- en bedrijfsresultaat ............................. 17 Re-integratiewerkzaamheden .......................................................... 18 Planning & Control ......................................................................... 18
Bijlage 1: Benchmark SW Enschede ..................................................... 64 Bijlage 2: Veranderingen in de toedeling macro budget Wsw .............. 67
2
Managementsamenvatting Aanleiding en doel De gemeente Enschede draagt zelf een aanzienlijk bedrag bij aan de kosten voor de uitvoering van de Wsw. In 2013 was dat circa 4,7 miljoen euro; begroot voor dat jaar was een gemeentelijke bijdrage van 2,8 miljoen. De gemeente Enschede heeft IROKO gevraagd onderzoek te doen naar mogelijkheden om de gemeentelijke bijdrage aan de Wsw zoveel mogelijk te beperken. Doel van het onderzoek is dan ook: Het doen van voorstellen om de gemeentelijke bijdrage aan de Wsw zoveel mogelijk te beperken.
Context en uitgangssituatie De gemeente Enschede heeft de afgelopen jaren veel gewijzigd in de uitvoering van de Wsw. Er is een duidelijke keuze gemaakt om de eigen Wsw-infrastructuur af te bouwen en zoveel mogelijk Wsw-medewerkers bij reguliere werkgevers te plaatsen. Er zijn enkele grote bedrijfsonderdelen vervreemd en vanaf 2011 is door de gemeente Enschede besloten tot een plaatsingsstop in de Wsw. Alleen Wsw-geïndiceerden die via Begeleid Werken bij een reguliere werkgever gingen werken, konden nog instromen in de Wsw. Hierdoor is het aantal Wswmedewerkers in Enschede de afgelopen jaren afgenomen. Verder werkt hierdoor inmiddels 70 procent van de Wsw-medewerkers bij een reguliere werkgever en nog maar 30 procent in de beschutte omgeving. Dit is geheel in lijn met “De werkgever op kop”. De voormalige uitvoeringsorganisatie DCW bestaat als gevolg van de bovenstaande ontwikkelingen niet meer en de uitvoering van de Wsw is veel dichter tegen de gemeentelijke organisatie gepositioneerd: het is integraal ondergebracht in het Programma Economie, Werk & Onderwijs. De uitvoering bestaat op dit moment uit twee onderdelen. Het onderdeel Wsw Detacheringen is sinds 2013 gepositioneerd op het Werkplein. De uitvoering van Wsw Beschut is gehuisvest op twee locaties. De naam DCW wordt nog wel als merk voor de beschutte activiteiten gebruikt. Er is bij de verandering van de uitvoeringsstructuur ook besloten om een groot deel van de overhead- en staftaken voor de Wsw, die voorheen door DCW zelf werden uitgevoerd, onder te brengen bij de centrale staf van de gemeente Enschede. Dit is samengegaan met een aanzienlijke reductie van het aantal ambtelijke fte dat verbonden is met de uitvoering van de Wsw. Dit heeft geleid tot organisatorische, procesmatige en administratieve veranderingen, die deels nog geoptimaliseerd moeten worden.
Financiële stand van zaken Er zijn de afgelopen jaren aanzienlijke besparingen doorgevoerd op de ambtelijke kosten en de overige bedrijfskosten. Desondanks verslechterde tussen 2009 en 2012 het financiële resultaat op de Wsw. In 2009 was het resultaat 2,4 miljoen euro negatief en dit is opgelopen tot 6,2 miljoen euro negatief in 2012. Dit is mede beïnvloed door eenmalige (transitie)kosten en door bezuinigingen van het Rijk op de Wsw-subsidie vanaf 2011. In 2013 is het tekort weer wat gedaald tot 4,7 miljoen euro. In 2014 daalde het tekort verder tot 3,5 miljoen euro, nog steeds ruim boven de situatie in 2009.
3
Het tekort op de uitvoering van de Wsw wordt voor een groot deel veroorzaakt door een negatief subsidieresultaat.1 Van het totale tekort in 2013 wordt 85 procent (4,1 miljoen euro) hierdoor veroorzaakt. De oorzaak hiervoor is de relatief hoge beloning van Wsw-medewerkers in Enschede. Gemiddeld ligt deze ongeveer € 1.800 per jaar hoger dan landelijk gemiddeld. Dit is niet iets van de laatste tijd. Het verschil is vooral in de jaren 2001 – 2004 ontstaan. Ook een bezuiniging van het Rijk op het Wsw-budget in 2011 heeft bijgedragen aan de omvang van het huidige subsidietekort. Financiële vooruitzichten In de begroting voor 2015 wordt uitgegaan van een exploitatietekort van in totaal 3,6 miljoen euro, bestaande uit een subsidietekort van 4,2 miljoen euro en een positief bedrijfsresultaat2 van circa 0,6 miljoen euro. Door de Participatiewet verandert er veel voor de uitvoering van de Wsw. Er is met ingang van 1 januari 2015 sprake van een algehele landelijke instroomstop, waardoor het aantal Wsw-medewerkers in Enschede verder zal afnemen door pensionering en uitstroom vanwege andere redenen. Verwacht wordt dat in 2020 het aantal Wsw-fte (jaargemiddelde) 1/3 lager is dan in 2015. Na 2020 zet deze ontwikkeling door. Ook voert het Rijk in de periode 2015 – 2020 efficiencykortingen door op het deelbudget Wsw. Beide maatregelen hebben ingrijpende (financiële) gevolgen voor SW Enschede.
Ontwikkeling subsidie- en bedrijfsresultaat SW Enschede 2015 1.000), zonder aanvullende maatregelen 2015 2016 2017 2018 Subsidieresultaat -4.200 -5.200 -5.800 -6.200 Bedrijfsresultaat 600 100 -300 -800 Exploitatieresultaat -3.600 -5.100 -6.100 -7.000 Bron: Meerjarenbegroting 2015 – 2020, bewerking IROKO.
– 2020 (in € 2019 -6.600 -1.200 -7.800
2020 -6.400 -1.700 -8.100
In de periode tot en met 2020 zal het subsidieresultaat naar verwachting verder verslechteren tot circa 6,4 miljoen euro. Oorzaken zijn de bezuinigingen van het Rijk op het deelbudget Wsw en de autonome stijging van de lonen van de Wswmedewerkers. Het bedrijfsresultaat is in 2015 nog positief maar verslechtert volgens de Meerjarenbegroting (MJB) daarna ook. De oorzaak hiervoor is gelegen in de afname van het aantal Wsw-medewerkers. Hierdoor neemt de netto omzet af. De ambtelijke kosten en de overige bedrijfskosten nemen echter in de Meerjarenbegroting niet recht evenredig af met de afname van de omzet. Het bedrijfsresultaat komt in 2020 volgens de Meerjarenbegroting daardoor uit op 1,7 miljoen negatief. Er moeten dus mogelijkheden worden gevonden om de gemeentelijke bijdrage zoveel mogelijk te beperken. Het is een enorme uitdaging om de gemeentelijke bijdrage op bijvoorbeeld het niveau van 2014 te houden.
Financieel resultaat Wsw Beschut en Wsw Detacheringen De financiële uitgangssituatie is heel verschillend voor de twee onderdelen van SW Enschede. Wsw Beschut heeft een sterk negatief bedrijfsresultaat. Bij Wsw 1
Het subsidieresultaat is het saldo van enerzijds het Wsw-budget dat van het Rijk wordt ontvangen en anderzijds de arbeidskosten van de Wsw-ers. 2 Het bedrijfsresultaat is het saldo van enerzijds de netto toegevoegde waarde (NTW) die met de inzet van de Wsw-medewerkers wordt gegenereerd en anderzijds de ambtelijke kosten en de overige (materiële) bedrijfskosten die nodig zijn om de Wsw-medewerkers aangepast werk te bieden.
4
Detacheringen is het bedrijfsresultaat in 2015 ruim positief, maar is het subsidieresultaat sterk negatief. Onderstaande tabel laat het beeld voor de jaren 2015 en 2020 zien.
Ontwikkeling subsidie- en bedrijfsresultaat Wsw Beschut en Wsw Detacheringen Totaal (in 1.000 euro) Per fte (in euro) 2015 2020 2015 2020 Subsidieresultaat Wsw Beschut -690 -1.350 - 1.670 -5.120 Bedrijfsresultaat Wsw Beschut -3.420 -3.540 - 8.290 -13.430 Exploitatieresultaat Wsw Beschut -4.120 -4.900 -9.960 -18.560 Subsidieresultaat Wsw Detacheringen -3.510 -5.050 Bedrijfsresultaat Wsw Detacheringen 3.980 1.810 Exploitatieresultaat Wsw Detacheringen 470 -3.240 Bron: Meerjarenbegroting 2015 – 2020, bewerking IROKO.
-3.820 4.330 500
-8.140 2.920 -5.220
Zowel bij Wsw Beschut als bij Wsw Detacheringen neemt het subsidietekort tussen 2015 en 2020 sterk toe door de bezuinigingen van het Rijk. Verder neemt het bedrijfsresultaat bij Wsw Detacheringen sterk af door de uitstroom van Wswers. Dit betekent minder omzet. De kosten nemen niet recht evenredig af met de omzet. Het bedrijfsresultaat van Wsw Beschut is in 2020 ongeveer gelijk aan het niveau in 2015. Maar omdat er in 2020 veel minder Wsw-ers beschut werken dan in 2015 neemt het negatieve bedrijfsresultaat per fte sterk toe. Uit het bovenstaande blijkt duidelijk dat vooral naar mogelijkheden zou moeten worden gezocht om: • Het negatieve bedrijfsresultaat van Wsw Beschut te beperken, binnen het huidige bedrijfsmodel of met verdergaande maatregelen; • Het bedrijfsresultaat van Wsw Detacheringen te verbeteren; • Het hoge subsidietekort (vooral bij Wsw Detacheringen) niet verder op te laten lopen en zo mogelijk te verminderen. We gaan nu over op de mogelijkheden die uit het onderzoek naar voren komen om de tekorten op de Wsw terug te dringen en zodoende de gemeentelijke bijdrage voor de Wsw zoveel mogelijk te verminderen3. Belangrijkste mogelijkheden tot beïnvloeding subsidieresultaat De beïnvloedingsmogelijkheden van het subsidieresultaat zijn voor de gemeente vrij beperkt. De subsidie (deelbudget Wsw) wordt bepaald door de Rijksoverheid en de personeelskosten Wsw worden grotendeels bepaald door CAO voor de Sociale Werkvoorziening. De tabel op de volgende bladzijde geeft de belangrijkste mogelijkheden om het subsidieresultaat te verbeteren. De eerste mogelijkheid betreft een aanpassing in de Meerjarenbegroting: niet alleen de loonkosten Wsw maar ook het deelbudget Wsw indexeren. Op grond van het recente verleden mag namelijk worden verwacht dat het Rijk de komende jaren het deelbudget Wsw zal indexeren. De tweede mogelijkheid, een krachtige lobby richting Den Haag om de efficiencykorting op de Wsw terug te draaien, zal pas op wat langere termijn effect kunnen sorteren, maar het potentiële effect is groot.
3
De financiële effecten van de gepresenteerde mogelijkheden zijn deels gebaseerd op cijfers van 2013 of 2014. De financiële effecten zullen bij het uitwerken van de maatregelen geactualiseerd moeten worden.
5
De in de tabel opgenomen mogelijkheden, exclusief de lobby, kunnen in 2018 een totale verbetering opleveren van circa 1,0 miljoen euro. Een succesvolle lobby om de efficiencykorting op het deelbudget Wsw ongedaan te maken, zou een verdere verbetering inhouden van circa 1,6 miljoen euro in 2018. De in de tabel opgenomen maatregelen worden later in het rapport toegelicht. Belangrijkste mogelijkheden om subsidietekort te verminderen Mogelijkheid
Haalbaarheid
Randvoorwaarden
Indicatie effect
Hoog
Wsw-deelbudget indexeren voor de jaren 2016 – 2020 (loonkosten Wsw worden ook geïndexeerd) Krachtige en vasthoudende lobby samen met alle andere grote gemeenten
Circa 190.000 euro in 2016, 475.000 in 2018 en 650.000 euro in 2020 Circa 600.000 euro in 2016, oplopend tot circa 1,6 miljoen euro in 2018 en 2,2 miljoen euro in 2020
Middel
Compensatieregelingen en garanties om Begeleid Werken voor Wsw-ers aantrekkelijk te maken
Aanpassing begrote kosten loonkostensubsidie Begeleid Werken en begeleidingsvergoeding Deta-plus aan afnemende aantallen fte Wsw
Hoog
Aanpassing in begroting
Terugbrengen regelingen Wsw-medewerkers boven CAO
Hoog
Advies/instemming OR
10 extra fte Begeleid Werken levert besparing in de personeelskosten Wsw op van 100.000 tot 150.000 euro (met daarbij een negatief effect op de omzet en het bedrijfsresultaat) In totaal 37.000 euro in 2016, oplopend naar 180.000 euro in 2018 en ruim 300.000 euro in 2020 Indicatief € 100.000 in 2015, in de jaren daarna langzaam aflopend met de daling van het aantal Wsw-ers
Deelbudget Wsw: Consistent begroten
Lobby in Den Haag om de efficiencykorting Wsw terug te draaien
Personeelskosten Wsw: Meer plaatsen van Wswmedewerkers in Begeleid Werken
Laag tot middel
Belangrijkste mogelijkheden tot beïnvloeding bedrijfsresultaat Wsw Beschut Voor Wsw Beschut zal een keuze moeten worden gemaakt tussen ingrijpende mogelijkheden die een breuk vormen met de huidige bedrijfsvoering en mogelijkheden om binnen de huidige bedrijfsvoering tot omzetverhoging en/of kostenbesparingen leiden. Het is het één of het ander: wanneer voor een ingrijpende mogelijkheid wordt gekozen zijn de mogelijkheden binnen de huidige bedrijfsvoering niet langer van belang. De ingrijpende maatregelen hebben de meeste potentie om het bedrijfsresultaat van Wsw Beschut te verbeteren en zodoende de gemeentelijke bijdrage voor de Wsw te beperken.
6
Ingrijpende mogelijkheden De meest ingrijpende maatregel is om de Wsw-medewerkers in beschut werk wel hun arbeidsovereenkomst en salaris te laten behouden, maar niet langer een passende Wsw-arbeidsplaats aan te bieden. Deze maatregel kan de gemeentelijke bijdrage (uitgaande van de begroting in 2015) met circa € 2,7 miljoen verminderen. Het voordeel loopt in de jaren na 2015 nog verder op omdat het aantal Wsw-medewerkers afneemt. De maatregel is echter zeer tegenstrijdig met de uitgangspunten van de Wsw en de Participatiewet. Bovendien is het de vraag of het juridisch haalbaar is om medewerkers wel salaris maar geen werkplek te bieden. Ook leidt de maatregel tot frictiekosten voor bijvoorbeeld de leegstand van het pand, de afboeking op de overige materiële vaste activa en het van werk naar werk begeleiden van de ambtelijke medewerkers van Wsw Beschut. Deze maatregel is binnen 1 tot 2 jaar door te voeren. De meeste tijd zal nodig zijn om te komen tot politieke besluitvorming en een gedegen voorbereiding van de implementatie. Een ingrijpende mogelijkheid die meer in lijn is met de Participatiewet is om de komende jaren Wsw-medewerkers van beschut werk een werkplek te bieden via maatschappelijke en sociale detacheringen en of in beschutte werkplekken bij werkgevers waarbij sprake is van nultarieven of symbolische (lage) tarieven. Een deel van de Wsw-medewerkers zal nog tegen gangbare tarieven kunnen worden gedetacheerd (individueel of in groepen) bij een reguliere werkgever. Deze mogelijkheid levert een kleinere besparing op de gemeentelijke bijdrage Wsw op (ongeveer 1,5 tot 1,9 miljoen euro uitgaande van de begroting 2015) dan de voorgaande mogelijkheid, maar is wel veel meer in lijn met de intentie van de wetgeving en sluit ook aan bij “De werkgever op kop”. Voor het volledig doorvoeren van deze maatregel moet op een termijn van 2 tot 3 jaar worden gerekend.
Ingrijpende mogelijkheden tot verbetering bedrijfsresultaat Wsw Beschut Mogelijkheid Haalbaarheid Randvoorwaarden Indicatie effect Wsw-ers Beschut niet Is afhankelijk Politiek besluit dat 2,7 miljoen euro t.o.v. langer een passende van uitkomst ingaat tegen begroting 2015, wel arbeidsplaats juridische uitgangspunten Wsw en frictiekosten en aanbieden toetsing en Participatiewet maatschappelijke politieke kosten keuze Alle beschutte werkplekken via maatschappelijke of sociale detachering of (in groepen) bij werkgevers
Middel, vooral omvang is risico
Er moet genoeg ambitie zijn om dit te realiseren. Het zal de nodige inspanningen kosten.
1,5 tot 1,9 miljoen euro t.o.v. begroting 2015, wel frictiekosten
Mogelijkheden binnen de huidige bedrijfsvoering Wanneer niet voor de ingrijpende maatregelen wordt gekozen, zal het bedrijfsresultaat van Wsw Beschut binnen de huidige bedrijfsvoering moeten worden verbeterd. De tabel op de volgende bladzijde bevat de mogelijkheden die het meest kunnen bijdragen aan verbetering van het bedrijfsresultaat van Wsw Beschut. De opgenomen mogelijkheden in de tabel hebben op termijn in totaal een positief effect op het bedrijfsresultaat van Wsw Beschut van circa 1,3 miljoen euro. De
7
grootste bijdrage hebben het betrekken van andere huisvesting, het sluiten van de kwekerij en omzetverhoging door beperking van het ziekteverzuim, het verminderen van leegloop, minder pauzes in werktijd en een meer gerichte acquisitie. Het in beperkte mate toevoegen van andere activiteiten en taken aan Wsw Beschut, zoals de uitvoering van nieuw Beschut, re-integratie en arbeidsmatige dagbesteding heeft een positief effect op het bedrijfsresultaat van Wsw Beschut. In kleine omvang kunnen deze extra activiteiten namelijk zonder veel extra kosten worden uitgevoerd. Bij grotere aantallen worden de extra kosten die dan moeten worden gemaakt niet goedgemaakt door de opbrengsten. De uitvoering van deze activiteiten kan bij grotere aantallen niet kostendekkend zijn door de lage vergoedingen waarvan het Rijk (begeleidingsvergoedingen uit Participatiebudget) en de gemeente Enschede zelf (dagbesteding) uitgaan.
Mogelijkheden binnen de huidige bedrijfsvoering om bedrijfsresultaat Wsw Beschut te verbeteren Indicatie effect Mogelijkheid Haalbaarheid Randvoorwaarden Sluiten kwekerij Hoog Besluit nemen, WswCirca 300.000 euro medewerkers besparing overplaatsen naar andere PMC’s Diverse maatregelen Hoog Verdere beperking Positief effect in 2020 mbt omzetverhoging ziekteverzuim, minder van circa 160.000 leegloop, minder euro pauzes, focus in de acquisitie Kostenbesparingen Hoog Toepassen van ‘1 fte Besparing t.o.v. MJB ambtelijke kosten ambtelijk minder op 50 oplopend tot 130.000 fte Wsw minder’ in MJB euro in 2020 Lagere doorbelasting Middel tot Kosten huisvesting 100.000 tot 200.000 overhead door de hoog ambtenaren bij Wsw euro besparing voor gemeente Beschut/SCP en Wsw Beschut. catering meenemen in Per saldo nul voor de de totale overhead gemeente als geheel gemeente Enschede en uit exploitatie Wsw Beschut halen Wsw Beschut Middel tot Betrekken voormalige Besparing 400.000 tot huisvesten in ander hoog Tubantia pand 500.000 euro t.o.v. (kleiner) pand MJB Scherper begroten Hoog Beter uitzoeken wat Besparing oplopend overige bedrijfskosten vaste en wat variabele tot 100.000 - 150.000 kosten zijn vanaf 2018
Belangrijkste mogelijkheden tot beïnvloeding bedrijfsresultaat Wsw Detacheringen Er bestaat een aantal mogelijkheden om het bedrijfsresultaat van Wsw Detacheringen (verder) te verbeteren, c.q. minder sterk terug te laten lopen dan nu in de Meerjarenbegroting is geraamd. De belangrijkste mogelijkheden zijn opgenomen in de tabel op de volgende bladzijde. De twee mogelijkheden die het meeste effect kunnen sorteren zijn: het verhogen van de caseload van de consulenten en maatregelen en inspanningen die erop gericht zijn om de loonwaarde van de gedetacheerden zo maximaal mogelijk te realiseren in de hoogte van de detacheringsvergoeding. Deze twee mogelijkheden zouden op termijn kunnen leiden tot een positief effect op het bedrijfsresultaat 8
van Wsw Detacheringen van € 500.000 tot € 600.000. Ook verlaging van het ziekteverzuim en het volledig benutten van de contracturen van gedetacheerden kunnen een positieve bijdrage leveren. De orde van grootte van het potentiële effect van beide maatregelen ligt in 2015 op € 170.000. Door de afname van het aantal Wsw-ers daalt dit naar circa € 125.000 in 2020. Tot slot zou ook bij Wsw Detacheringen kritisch moeten worden gekeken naar de overige bedrijfskosten die nu als vast zijn aangemerkt. Een aantal van deze kosten kunnen (op termijn) wel aangepast worden aan het kleinere aantal Wswmedewerkers.
Belangrijkste mogelijkheden verbetering bedrijfsresultaat Wsw Detacheringen Mogelijkheid Haalbaarheid Randvoorwaarden Indicatie effect Kostenbesparing: Caseload Hoog Strakker sturen op Ongeveer € 275.000 consultenten afspraken Deta-plus. (situatie 2015) verhogen naar 1 op Verbetering 60 administratieve processen. Omzetverhoging: Aantal inzetbare Middel Ongeveer € 300.000 bankzitters halveren (situatie 2015), maar reeds verwerkt in MJB Ziekteverzuim Middel Inspanning nodig om Minimaal € 70.000 gedetacheerden ziekteverzuim te verlagen tot 10% verlagen van 13 naar 10%. Geheel benutten Middel Zou kunnen betekenen Ongeveer € 100.000 gedetacheerden die dat herplaatsing nodig is (situatie 2015) minder dan hun contracttijd gedetacheerd zijn Loonwaarde Middel Diverse maatregelen, Een tariefverhoging van 5% levert maximaal realiseren waaronder bij geplaatste Nieuwe ongeveer € 400.000 gedetacheerden afspraken extra netto-omzet op huidige inleners Nieuwe (situatie 2015). detacheringen Effect in 2018 en realiseren/verste 2020 nog circa € rking 300.000. commerciële aanpak Investeren in kennis job- en procescarving
Besluit In dit onderzoek hebben wij mogelijkheden in kaart gebracht om kosten te beperken of opbrengsten te verhogen. Voor alle maatregelen geldt dat er inspanningen nodig zijn om deze te realiseren. Aan de kostenkant doen de maatregelen in veel gevallen ook vaak pijn omdat bijvoorbeeld de arbeidsvoorwaarden van Wsw-ers worden beperkt, bezuinigd wordt op ambtelijk personeel en/of een hardere/zakelijkere opstelling van het management vragen.
9
Omdat het laaghangend fruit de afgelopen jaren in Enschede al grotendeels is geoogst en dus weg is, zit dit ingebakken in het onderzoek. Hierboven zijn mogelijkheden gepresenteerd die op termijn (2018 - 2020) de volgende positieve effecten kunnen hebben op de exploitatie van de Wsw in Enschede: • Subsidieresultaat (exclusief effect bij succesvolle lobby in Den Haag): 1,0 miljoen euro; • Bedrijfsresultaat Wsw Beschut (binnen huidige bedrijfsvoering): circa 1,3 miljoen euro; • Bedrijfsresultaat Wsw Detacheringen: € 625.000 - € 725.000. De totale positieve effecten van de gepresenteerde mogelijkheden tellen dus op tot ongeveer 2,9 tot 3,0 miljoen euro. Daarmee zou, uitgaande van de Meerjarenbegroting, het totale tekort op de Wsw in 2018 kunnen worden teruggebracht tot 4,0 miljoen euro. Dit is iets slechter dan de realisatie in 2014. De positieve effecten zijn groter wanneer gekozen wordt voor één van de ingrijpende mogelijkheden voor Wsw Beschut. De totale verbetering van het tekort wordt dan 0,2 tot 1,5 miljoen euro hoger dan de hierboven aangegeven bedragen. Het tekort komt dan uit op 3,4 tot 3,8 miljoen euro bij de ingrijpende variant en op 2,5 miljoen euro in de meest ingrijpende variant. Echter, de meest ingrijpende mogelijkheid die 1,5 miljoen euro aan extra verbetering oplevert, past niet in de geest van de Wsw en de Participatiewet. De meer haalbare variant om de huidige medewerkers van Wsw Beschut een werkplek te bieden via maatschappelijke/sociale detacheringen of in groepen bij werkgevers levert dus ten opzichte van de maximale potentie van de mogelijkheden in de huidige bedrijfsvoering 200.000 tot 600.000 euro voordeel op in 2018. Een keuze voor deze variant vraagt dus meer dan alleen een financiële afweging. De variant kan gezien worden als passende vervolgstap in de eerder ingezette koers om de eigen infrastructuur van de gemeente Enschede zo veel mogelijk te beperken en zo veel mogelijk te kiezen voor plaatsing bij werkgevers. Mocht een lobby in Den Haag om de efficiencykortingen op de Wsw ongedaan te maken op termijn succesvol zijn, dan geeft dit nog een extra verbetering van 1,6 miljoen euro in 2018.
10
1 Inleiding 1.1 De aanleiding Met ingang van 1 januari 2015 zijn de WWB, de Wsw en een deel van de Wajong opgegaan in de Participatiewet. De gemeenten zijn daarmee verantwoordelijk voor een grotere en complexere doelgroep. De centrale doelstelling van de Participatiewet is om zoveel mogelijk mensen met arbeidsvermogen zo regulier mogelijk te laten werken. Hiervoor zijn enkele nieuwe instrumenten beschikbaar, zoals loonkostensubsidie, garantiebanen en de regionale werkbedrijven. Het kabinet voert tegelijkertijd forse bezuinigingen door. Het kabinet is van mening dat vooral de huidige sociale werkvoorziening met fors minder geld toekan. Het relatief beperkte budget dat zonder maatregelen in de Wswuitvoering resteert voor de toeleiding en plaatsing van de grotere en complexere doelgroep Participatiewet stelt gemeenten voor grote uitdagingen en dwingt gemeenten tot het maken van duidelijke keuzes. De Participatiewet leidt voor de uitvoering van de Wsw tot de volgende veranderingen: • De instroom in een Wsw-dienstverband is met ingang van 1 januari 2015 gestopt; • Door natuurlijk verloop zal het aantal Wsw-medewerkers daardoor vanaf 2015 geleidelijk afnemen. Landelijk wordt een uitstroom uit de Wsw verwacht van 6 tot 7 procent per jaar in de periode 2015 - 2020; • Er wordt door het Rijk een forse efficiencykorting toegepast op het deelbudget Wsw. Het deelbudget Wsw per arbeidsjaar Wsw daalt in 6 jaar tijd van circa € 26.000 in 2014 naar circa € 22.700 in 2020; • De rechten van de huidige Wsw-medewerkers (recht op een werkplek en op begeleiding door de gemeente, alsmede de rechten op basis van de geldende CAO) blijven in stand. De decentralisatie Zorg (van AWBZ naar WMO) zorgt ervoor dat de gemeenten onder meer verantwoordelijk worden voor arbeidsmatige dagbesteding. De doelgroepen van beschut werk en arbeidsmatige dagbesteding liggen dicht tegen elkaar aan. Ook de gemeente Enschede heeft zich voorbereid op deze en andere veranderingen in het sociale domein. Wat betreft de financiële kant van de Wsw heeft het nieuwe college aangegeven de jaarlijkse tekorten op de Wsw zoveel mogelijk te willen beperken. Zonder ingrijpen nemen de financiële tekorten op de Wsw door de maatregelen van het Rijk in de komende jaren echter snel toe.
11
1.2 Onderzoeksvraag De gemeente Enschede heeft IROKO gevraagd onderzoek te doen naar de mogelijkheden om de financiële tekorten op de Wsw en dus de gemeentelijke bijdrage Wsw te beperken. De doelstelling van het onderzoek is dan ook: Doen van voorstellen om het tekort op de uitvoering van de Wsw, c.q. de gemeentelijke bijdrage aan de Wsw zoveel mogelijk terug te brengen. De deelvragen van het onderzoek zijn door de opdrachtgever als volgt geformuleerd: a. Geef feitelijk aan hoe de financiering van de Wsw in de periode 2009 – 2019 is (geweest) bij gelijkblijvende omstandigheden en maak inzichtelijk welke opbrengsten- en kostenposten in deze tijdsperiode zijn veranderd en waarom. b. Breng de gevolgen van de uitstroom van Wsw-medewerkers door pensionering en vanwege andere redenen in kaart, zowel kwantitatief (aantallen, euro’s) als kwalitatief, in relatie tot het terugdringen van het tekort voor de periode 2014 – 2019. c. Doe voorstellen over besparingsmogelijkheden. d. Doe voorstellen voor het vergroten van de inkomstenkant. e. Adviseer over de risico’s en voorwaarden waaronder de voorstellen mogelijk zijn. f. Adviseer over de planning en haalbaarheid van het terugdringen van het te verwachten tekort. g. Geef aan hoe Enschede het in vergelijking met andere (vergelijkbare) SWbedrijven doet op financieel gebied. h. Geef aan welke verbeteringen overgenomen zouden kunnen worden van best practices bij SW-bedrijven in het land.
1.3 Aanpak Het onderzoek is uitgevoerd in de periode augustus tot en met december 2014. De volgende onderzoeksactiviteiten zijn uitgevoerd: • Analyse van financiële, personele en bedrijfsvoeringsgegevens van de Wsw in Enschede en vergelijking met landelijke benchmarks; • Gesprekken met het management en medewerkers van de Wsworganisatie, een delegatie van de ondernemingsraad en de directeur Economie, Werk en Onderwijs; • Gesprekken met de verantwoordelijke wethouder en de verantwoordelijke wethouder in de vorige collegeperiode; • Analyse van mogelijk over te nemen best practices van andere gemeenten/SW-bedrijven; • In kaart brengen van mogelijke maatregelen om de gemeentelijke bijdrage aan de Wsw terug te dringen; • Analyse van de risico’s, voorwaarden, haalbaarheid en de tijdshorizon van de potentiële maatregelen; • Opstellen van de rapportage. Bij de aanlevering en analyse van de financiële, personele en bedrijfsvoeringsgegevens is gebruik gemaakt van de inzet van ambtelijke capaciteit van de gemeente Enschede.
12
1.4 Leeswijzer Deze rapportage is als volgt opgebouwd: • Hoofdstuk 2 beschrijft de uitgangssituatie (2013/2014) voor SW Enschede. Daarbij wordt ook stilgestaan bij vergelijkingen met benchmarks; • In hoofdstuk 3 wordt weergegeven hoe het financiële resultaat van SW Enschede zich bij ongewijzigd beleid zal ontwikkelen; • In hoofdstuk 4 behandelen we de mogelijkheden om het subsidieresultaat te beïnvloeden; • Hoofdstuk 5 gaat in op de mogelijkheden om het bedrijfsresultaat van Wsw Beschut te verbeteren; • In hoofdstuk 6 besteden we aandacht aan de mogelijkheden om het bedrijfsresultaat van Wsw Detacheringen te verbeteren. De managementsamenvatting is opgenomen aan het begin van dit rapport.
13
2 De Wsw uitvoering in Enschede 2009-2014 2.1 Van DCW naar SW Enschede In de afgelopen jaren is er veel veranderd in de uitvoering van de Wsw in Enschede. Allereerst is een aantal bedrijfsonderdelen vervreemd. Een belangrijke stap hierbij betrof de strategische samenwerking met het bedrijf Visschedijk BV rond schoonmaak-, catering en groenactiviteiten in 2009. Deze strategische samenwerking betekende een overgang van ongeveer 300 Wsw-medewerkers naar een groepsdetachering. Sindsdien zijn ook andere, vaak industriële activiteiten vervreemd. De Wsw-ers zijn bij de gemeente in dienst gebleven, maar werken nu op basis van een groepsdetachering bij de particuliere bedrijven en bij andere onderdelen van de gemeente die de activiteiten hebben overgenomen. Door deze verandering is een groot deel van de Wsw-ers in Enschede via een detachering of via Begeleid Werken werkzaam bij een reguliere werkgever (70 procent). Nog maar 30 procent van de Wsw-medewerkers in Enschede is werkzaam in de beschutte SW-omgeving met eigen activiteiten (verpakken en assemblage, confectie, kwekerij). Een tweede belangrijke verandering is dat de Wsw uitvoeringsorganisatie sinds 2013 veel dichter tegen de gemeentelijke organisatie is gepositioneerd. De voormalige uitvoeringsorganisatie DCW bestaat niet meer4. De uitvoering van de Wsw is integraal ondergebracht in het Programma Economie, Werk & Onderwijs. De uitvoering bestaat op dit moment uit twee onderdelen. Het onderdeel Wsw Detacheringen is sinds 2013 gepositioneerd op het Werkplein. De uitvoering van Wsw Beschut is gehuisvest aan de Kuipersdijk en op de locatie van de kwekerij. Tussen 2009 en 2012 verslechterde het financiële resultaat op de Wsw. In 2009 was het resultaat 2,4 miljoen euro negatief en dit is opgelopen tot 6,2 miljoen euro negatief in 2012. Dit is mede beïnvloed door eenmalige (transitie)kosten en door bezuinigingen van het Rijk op de Wsw-subsidie in 2011. In 2013 was het tekort gedaald tot 4,7 miljoen euro. In 2014 is het tekort verder teruggebracht tot 3,5 miljoen euro. Voor 2015 is een tekort begroot van 3,6 miljoen euro.
2.2 Ontwikkeling aantal Wsw-medewerkers Het aantal Wsw-ers bij de gemeente Enschede daalt al sinds 2009. In 2009 waren er nog bijna 1.700 fte aan Wsw-medewerkers, medio 2014 waren dat er nog ongeveer 1.400. Vanaf 2011 is dit het gevolg van de plaatsingsstop in Enschede: sinds die tijd was het beleid in Enschede om alleen Wsw-ers die begeleid gingen werken nog een Wsw-dienstverband aan te bieden. Het aantal Wsw-ers in Begeleid Werken is daardoor sinds 2009 meer dan verdubbeld (zie tabel 2.1). In tabel 2.1 is verder te zien dat tussen 2009 en 2012 het aantal Wsw-ers in beschut werk daalt terwijl het aantal gedetacheerde Wsw-ers toeneemt. Dit als gevolg van de vervreemdingen. In 2013 neemt het aantal gedetacheerden juist sterk af en stijgt het aantal medewerkers in Wsw Beschut. De reden is dat er regelmatig Wsw-ers terugkeren vanuit een detachering naar Wsw Beschut, maar dat de omgekeerde beweging nauwelijks voorkomt. De toename van het aantal Wsw-ers in staffuncties in 2014 wordt verklaard doordat de assistent
4
De naam DCW wordt nog wel gehanteerd als merk voor de beschutte bedrijfsactiviteiten (Wsw Beschut)
14
werkbegeleiders van Beschut in 2014 zijn toegevoegd aan de stafmedewerkers. Tot en met 2013 telden zij mee in de bezetting van Beschut.
Tabel 2.1
Ontwikkeling van het aantal Wsw-medewerkers 2009-2014, in fte 2009
2010
2011
2012
2013
2014
98,1
82,1
71,3
54,0
34,6
65,3
Beschut
560,3
566,7
518,9
349,5
411,2
382,6
Detachering
971,6
993,9
1.002,2
1.080,2
953,4
880,3
30,5
31,8
38,2
45,4
54,6
67,6
1.660,5
1.674,5
1.630,5
1.529,0
1.453,8
1.395,7
Staf
Begeleid werken Totaal
Door de lokale instroomstop is het aantal Wsw-ers met een dienstverband per 1.000 inwoners gedaald, maar altijd nog hoger dan landelijk (Enschede: 10 Wswers op 1.000 inwoners, landelijk 6 Wsw-ers op 1.000 inwoners). Het ziekteverzuim is ruim hoger dan landelijk gemiddeld. In 2013 was het verzuim 17,2 procent, 4,8 procent hoger dan landelijk gemiddeld. Dit is niet alleen sociaal ongewenst, maar kan ook negatieve gevolgen voor de omzet hebben.
2.3 Organisatie staftaken Tot 2013 was de Wsw-organisatie een zelfstandige gemeentelijke dienst met een complete eigen staf (overhead). Inmiddels worden de staftaken voor de Wswuitvoering door de centrale staf van de gemeenteuitgevoerd. Dit heeft geleid tot grote organisatorische en administratieve verschuivingen. De ambtelijke formatie die direct ten laste komt van de exploitatie van de Wsw is sterk gedaald in de afgelopen jaren: van ruim 120 fte in 2009 naar een kleine 50 fte in 2014, dus 70 fte minder. Dit wordt veroorzaakt door: • de genoemde overgang van staftaken naar de centrale overhead van de gemeente.5 Ongeveer 15 tot 20 fte is overgegaan naar de centrale overhead van de gemeente en richt zich daar op de Wsw uitvoering; • De overgang is gepaard gegaan met een forse afname van ambtelijk personeel in de genoemde staftaken. Er heeft op deze manier een reductie plaatsgevonden van 40 tot 45 fte; • Een reorganisatie in de staftaken die wel direct onder de Wsw-uitvoering zijn blijven vallen. Hier heeft een reductie plaatsgevonden van ongeveer 10 fte ambtelijk personeel.6 Concreet betekent dit: • Dat waar in het verleden 120 fte ambtelijke bezetting werd ingezet op de uitvoering van de Wsw, dit nu is gereduceerd tot 65 tot 70 fte, inclusief de specifieke Wsw-taken die nu door de centrale overhead van de gemeente worden ingevuld; • Er door deze reductie en door de grotere afstand tussen staftaken en de directe uitvoering sprake lijkt te zijn van kwaliteitsverlies in de uitvoering van de staftaken. Het management van SW Enschede geeft aan dat zij dit kwaliteitsverlies ervaren. Wij concluderen later in dit rapport dat op het 5 We rekenen hier de afbouw van de afdelingen HRM, Financiën, directie en facilitair als 'overgang' naar centrale overhead gemeente. 6 Dit is de teruggang van het aantal fte bij de afdelingen commercie, bedrijfsbureau.
15
gebied van financiën en bedrijfsvoering de informatievoorziening niet op voldoende niveau is. Het bovenstaande lijkt hier een rol in te spelen.
2.4 Kosten Ambtelijke kosten/bedrijfskosten Door de administratieve aanpassingen die gelijktijdig met het verschuiven van taken hebben plaatsgevonden, zijn de exploitatiecijfers over de Wsw-uitvoering in Enschede van de verschillende jaren niet goed vergelijkbaar. Uit de beschikbare gegevens zijn desondanks de onderstaande trends te destilleren. Na 2012 zijn zowel de ambtelijke kosten als de materiële kosten gedaald. Op het totaal van de kosten (ambtelijke kosten plus bedrijfskosten) is te zien dat in 2013-2014 vergeleken met de periode 2009-2012 het totaal van deze kosten met zo’n 3 miljoen euro is gedaald. Een belangrijk deel, ongeveer de helft van dit verschil wordt veroorzaakt door afstoten van huisvesting. De andere helft van de afbouw van de kosten wordt veroorzaakt door: • Reductie van het ambtelijk personeel in de staftaken die nog wel direct onder SW Enschede vallen (Commercie, Bedrijfsbureau): tenminste 10 fte, tenminste 0,5 miljoen euro; • De overgang van staftaken naar de centrale overhead en de reductie van fte’s die worden ingezet op deze staftaken; • Reductie van kosten vanwege afstoten van werksoorten; • Overige reductie vanwege verminderde aantallen Wsw-ers. Het aantal fte Wsw is met bijna 20 procent gedaald, van ongeveer 1.690 fte in 2009 naar 1.400 fte in 2014. Een evenredige afname van de bedrijfskosten zou bijna 2,5 miljoen euro zijn geweest. De kosten zijn in werkelijkheid met ongeveer 3 miljoen gedaald7. De kosten per fte zijn dan ook gedaald. Het afstoten van werksoorten en de kostenreducties hebben dus een positief effect op de exploitatie gehad. Een separate vraag is of de overheadkosten die de aan de SW worden doorbelast, tot relatieve hoge kosten voor deze bedrijfsfuncties leiden. De opbouw van de doorbelaste diensten kan sterk afwijken van de feitelijke geleverde diensten. Als wij de opbouw van de doorbelasting financieel-technisch bezien, dan wijken de kosten voor HRM, financiën en ICT maar beperkt af van andere SW-uitvoeringsorganisaties. De kosten voor huisvesting en algemene overhead zijn wel hoog. De kosten voor huisvesting bedragen ongeveer 30% van de doorbelasting, ongeveer 0,5 miljoen euro. De kosten van de huisvesting van de Wsw-medewerkers zitten al in de exploitatie van de SW-uitvoering. In de doorbelasting gaat het dus alleen om de kosten voor de werkplekken van het ambtelijk personeel. Voor dat geringe aantal fte is 0,5 miljoen euro aan kosten hoog.
Loonkosten Wsw De arbeidskosten per arbeidsjaar (loonkosten plus kosten Begeleid Werken) zijn per arbeidsjaar (inclusief BW) in Enschede hoger dan landelijk gemiddeld. Dit scheelt in 2013 ongeveer € 1.800 per arbeidsjaar. Dit is in totaal 2,6 miljoen euro aan hogere kosten voor Enschede dan landelijk gemiddeld. Nu is het zo dat er in Enschede door de instroomstop heel weinig nieuwe Wsw-dienstverbanden zijn. Bij de nieuwe dienstverbanden zijn de loonkosten, zeker de eerste vijf jaar, een stuk lager. Indien er wel instroom was geweest tot de taakstelling, dan zouden de gemiddelde arbeidskosten in Enschede aanmerkelijk lager geweest zijn. Na de eerste vijf jaar dienstverband zou dit voordeel echter weer zijn verdwenen omdat na maximaal vijf jaar functieloon conform het SW-loongebouw moet worden toegepast. 7
Door incidentele kosten zijn de bedrijfskosten wisselend in de jaren.
16
2.5 Begeleid Werken Een geïndiceerde Wsw-er kan in dienst worden genomen bij SW Enschede, maar ook kan de Wsw-er via Begeleid Werken in dienst treden bij een reguliere werkgever. De werkgever ontvangt dan van de gemeente Enschede een loonkostensubsidie als compensatie voor de, in vergelijking tot een reguliere werknemer, lagere arbeidsprestatie van de Wsw-er. De gemeente ontvangt in beide gevallen dezelfde bijdrage van het Rijk. Het aantal fte in Begeleid Werken is gegroeid van gemiddeld 30 in 2009 naar gemiddeld 68 fte in 2014; van 2 procent naar 5 procent van het totaal aantal fte. In het najaar van 2014 is ongeveer 80 fte werkzaam via Begeleid Werken. De toename van het aantal Wsw-ers in Begeleid Werken is gunstig voor de exploitatie. Het positieve resultaat van Begeleid Werken is € 12.000 per fte, waar voor Wsw Detacheringen als geheel het resultaat in 2015 op circa € 500 per fte ligt. Met in 2013 4 procent van de Wsw-ers in een Begeleid Werken constructie (en in 2014 5 procent) zit Enschede nog wel onder het landelijk gemiddelde van 6 procent. Wsw-bedrijven met het hoogste aandeel Begeleid Werken scoren zo’n 15 procent. Het aandeel gedetacheerden (individueel of in een groep) is in Enschede daarentegen een stuk hoger dan landelijk gemiddeld: in 2013 65 procent in Enschede tegen 30 procent landelijk.
2.6 Netto Toegevoegde Waarde De inkomsten uit bedrijfsactiviteiten van een SW-uitvoeringsorganisatie worden over het algemeen uitgedrukt in termen van Netto Toegevoegde Waarde (NTW). Het betreft de omzet minus de direct toerekenbare bedrijfskosten zoals grondstoffen en materialen. In het bedrijfsleven wordt veelal het begrip ‘bruto marge’ gebruikt. De NTW per fte is duidelijk lager dan landelijk gemiddeld, in 2013 ongeveer 25 procent lager. Dit kan deels worden verklaard uit het feit dat SW Enschede relatief weinig Werken op Locatie (WOL) kent en veel groepsdetacheringen. Plaatsingen in groepsdetacheringen kennen in de regel een lagere NTW dan WOLplaatsingen, maar tegelijkertijd lagere kosten. SW Enschede heeft een lagere NTW en lagere bedrijfskosten door de relatief grote hoeveelheid groepsdetacheringen. Maar ook indien we corrigeren voor het grote aantal groepsdetacheringen is de NTW in Enschede nog steeds laag, ongeveer 10 tot 15 procent lager dan landelijk gemiddeld. In 2009 heeft de overgang van de medewerkers uit de groen-, schoon- en cateringactiviteiten naar een groepsdetachering plaatsgevonden. Vanaf 2009 hebben verdere vervreemdingen plaatsgevonden en is de Deta-plus constructie ontstaan. Het verder afstoten van de werksoorten heeft aanvankelijk (in 2010 en 2011) geleid tot een kleine daling van de NTW per fte, maar vanaf 2012 loopt de NTW per fte weer naar het oude niveau.
2.7 Financieel resultaat: subsidie- en bedrijfsresultaat Het subsidieresultaat geeft aan in hoeverre de Rijkssubsidie de loonkosten voor de Wsw-medewerkers en de loonkostensubsidie voor Begeleid Werken dekt. Het 17
bedrijfsresultaat geeft aan in hoeverre de kosten voor begeleiding, staf en infrastructuur worden terugverdiend met de NTW. Subsidieresultaat In 2013 was het subsidieresultaat, zoals bij veel andere SWuitvoeringsorganisaties, negatief: de kosten per Wsw-fte zijn circa € 3.000 euro hoger dan de Rijkssubsidie. Een tekort bij het subsidieresultaat is gebruikelijk bij een SW-organisatie. Maar bij de gemeente Enschede is het verschil relatief groot. Het totale subsidieresultaat was in 2013 ruim 4,1 miljoen euro negatief. Dit komt door de relatief hoge loonkosten, zoals we hierboven al lieten zien. Deze hoge loonkosten zijn al in het (verre) verleden ontstaan en zijn het resultaat van gevoerd beleid en de voormalige bedrijfsvoering (tot enkele jaren geleden was er sprake van kapitaalintensieve eigen werksoorten waarin de Wsw-medewerkers een relatief hoog loon verdienden). De instroomstop in Enschede heeft eveneens invloed gehad op de gemiddelde loonkosten (zie ook paragraaf 2.4). Bedrijfsresultaat Het bedrijfsresultaat is de afgelopen jaren door diverse incidentele kosten en reorganisaties wisselend geweest. Het gemiddelde bedrijfsresultaat over de afgelopen jaren is licht positief: + € 290.000 euro, dat is ongeveer € 200 per fte. Dit is conform het gemiddelde landelijke beeld: een negatief subsidieresultaat en een ongeveer dekkend bedrijfsresultaat. Het bedrijfsresultaat bij SW Enschede is opgebouwd uit een relatief lage NTW, maar ook uit relatief lage kosten. Dit wordt dus deels verklaard door het grote aandeel van groepsdetacheringen. Maar toch is de combinatie van een lage NTW en hoge loonkosten Wsw opvallend. Hogere loonkosten voor de Wsw-ers doen een hogere NTW verwachten, maar dat is niet het geval. In de hoofdstukken 5 en 6 gaan we in op de mogelijkheden tot verhoging van de NTW en reductie van de kosten.
2.8 Re-integratiewerkzaamheden De NTW uit re-integratieactiviteiten was in 2010 nog 6 miljoen euro. Het resultaat op de re-integratieactivteiten was in de jaren 2009-2012 rond break-even. De uitvoering werd vrijwel uitsluitend door inhuurkrachten gedaan. De reintegratieactiviteiten zijn inmiddels afgebouwd. De afbouw van deze activiteiten lijkt geen negatieve invloed gehad te hebben op het financiële resultaat op de Wsw, mede omdat tegelijkertijd de overhead van de SW-organisatie werd afgebouwd.
2.9 Planning & Control De administratieve organisatie van de uitvoering van de Wsw is de laatste jaren behoorlijk aangepast. De uitvoering van de Wsw is ingeweven in de gemeentelijke organisatie. Deze nog redelijk recente wijziging leidt er toe dat een en ander nog niet is uitontwikkeld. De gemeentelijke P&C-cyclus is leidend. Het geheel is vanuit de bedrijfsvoering van een SW-uitvoeringsorganisatie nog niet consistent en van voldoende niveau. Om tot goede managementinformatie te komen, zijn nog verbeterslagen te maken. Een paar voorbeelden: • Er wordt gewerkt met jaarlijkse bedrijfsplannen voor Wsw Beschut en Wsw Detacheringen, maar deze zijn duidelijk nog in ontwikkeling. Het is nog lastig om op basis van historische lijnen en verwachtingen de financiële, commerciële en personele ambities en targets uit te zetten; 18
•
•
Er worden op dit moment maandelijks rapportages opgesteld, maar deze geven geen duidelijk, samenhangend beeld hoe de realisatie ten opzichte van de begroting er uit ziet en een analyse van de afwijkingen is daardoor lastig. In de analyse kan te weinig worden uitgegaan van actuele cijfers, omdat de administratie niet bij is; Er is niet genoeg inzicht in de opbrengsten (per uur) per opdrachtgever en het bedrijfsresultaat per PMC. Dit maakt een goede analyse moeilijk en daardoor is het ook lastig om verbeteringsmogelijkheden goed te onderbouwen.
Wij concluderen dat voor een bedrijfsmatige activiteit als de uitvoering van de Wsw de gemeentelijke P&C-cyclus een verdiepingsslag nodig heeft.
19
3 Vooruitzichten SW Enschede zonder aanvullende maatregelen 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk gaan we in op de vooruitzichten voor SW Enschede in de komende jaren. Een belangrijke factor hierbij is de komst van de Participatiewet in 2015. Dit heeft personele (afnemende aantallen Wsw-medewerkers) en financiële (o.a. afnemend Rijksbudget per arbeidsjaar) gevolgen voor de Wsw. We laten de invloed zien op het aantal Wsw-medewerkers en op het financiële resultaat van SW Enschede. Dit doen we op basis van de Meerjarenbegroting 2015 – 2020 die in het najaar van 2014 door SW Enschede is opgesteld. In de Meerjarenbegroting zijn de gevolgen van het afnemende aantal Wswmedewerkers en de bezuinigingen op het Rijksbudget opgenomen. Ook zijn er besparingen op de bedrijfskosten (ambtelijke en materiële kosten) opgenomen. De Meerjarenbegroting is gebaseerd op huidig beleid en de huidige wijze van bedrijfsvoering en laat in die zin de financiële ontwikkelingen zien zonder aanvullende maatregelen.
3.2 Landelijke stop op de instroom in de Wsw Het aantal Wsw-medewerkers is in Enschede al enige jaren aan het dalen, vooral door de reeds gemelde beleidskeuze voor een lokale plaatsingsstop. Met de komst van de Participatiewet bestaat er vanaf 1 januari 2015 een landelijke instroomstop voor de Wsw. De daling van het aantal Wsw-medewerkers in Enschede zal dus ook na 2014 doorzetten. Het Rijk heeft door SEO de uitstroom uit de Wsw laten ramen. Op basis van de overblijvende arbeidsjaren Wsw wordt vanaf 2015 de bijdrage die de gemeente krijgt voor de uitvoering van de Wsw berekend. SEO heeft de uitstroom met een actuarieel model geraamd uitgaande van het geslacht en de leeftijd van de huidige Wsw-medewerkers en uitstroomgegevens over de afgelopen jaren. De gemeente Enschede heeft zelf ook de uitstroom geschat. Deze is voor 2015 vrijwel gelijk aan de uitstroom die door SEO is geraamd. Voor de jaren 2016 en verder schat de gemeente Enschede de uitstroom lager in dan de door SEO geraamde uitstroom.8
Tabel 3.1 Verwachte ontwikkeling van het aantal arbeidsjaren Wsw 20142018, volgens SEO en volgens de gemeente Enschede Arbeidsjaren gemiddeld 2014 2015 2016 2017 2018 Raming SEO 1.460 1.387 1.270 1.168 1.066 Berekening gemeente Enschede 1.460 1.388 1.292 1.194 1.097 Verschil in uitstroom cumulatief -1 -22 -26 -31
Dit betekent dus dat de gemeente Enschede meer Wsw-ers in dienst denkt te hebben dan waar het Rijk van uitgaat bij de verdeling van de Wsw-middelen. Dit 8
Het is niet duidelijk waar dit verschil door veroorzaakt wordt. Het zou kunnen zijn dat in de berekeningen van SEO onvoldoende rekening wordt gehouden met het feit dat bij de gemeente Enschede de afgelopen jaren geen instroom heeft plaatsgevonden waardoor er geen tijdelijke contracten zijn die de komende jaren (kunnen) aflopen.
20
is overigens gedeeltelijk een tijdelijk effect. De definitieve verdeling van het deelbudget Wsw over gemeenten in jaar T wordt namelijk in mei van dat jaar vastgesteld op basis van de feitelijke realisatie in Wsw arbeidsjaren in jaar T-1 en geactualiseerde blijfkansen. Vanaf 2017 kan dus op basis van de huidige regels mogelijk een opwaartse bijstelling van het aantal Wsw-ers in Enschede worden verwacht. De effecten daarvan op de verdeling van het deelbudget Wsw zijn echter ook afhankelijk van de ontwikkelingen in de andere gemeenten.9
3.3 Ontwikkeling subsidieresultaat zonder aanvullende maatregelen De financiële gevolgen van de uitstroom Wsw zijn verwerkt in de Meerjarenbegrotting voor de Wsw zoals die onlangs door de gemeente Enschede is opgesteld10. Hierin wordt voor de middelen die beschikbaar komen vanuit het Rijk gerekend met de ramingen van SEO, maar voor de kosten en opbrengsten met de eigen ramingen van de ontwikkeling van het aantal Wsw-ers. Daarbij wordt voor 2015 uitgegaan van een subsidiebedrag per arbeidsjaar Wsw volgens de kennisgeving van het Rijk in september 2014.11 Voor verdere jaren wordt uitgegaan van een korting van € 500 per arbeidsjaar per jaar. De nieuwe berekeningen van het Rijk op basis van het macro-deelbudget en het aantal arbeidsplaatsen op basis van SEO-cijfers doen voor 2016 en verder een veel minder sterke daling verwachten dan € 500 per jaar. De door Enschede gebruikte aanname is dus een veilige aanname. Het subsidieresultaat verslechtert in de Meerjarenbegroting (dus) door: • Verlaging van de subsidie per arbeidsjaar met € 500 per jaar; • De verwachting dat er meer Wsw-ers in dienst zullen zijn dan waarvoor subsidie wordt ontvangen; • Jaarlijkse stijging van de gemiddelde loonkosten van gemiddeld 1 procent per jaar waar geen budgetverhoging tegenover staat. Tabel 3.2 Ontwikkeling subsidieresultaat SW Enschede (2013 – 2020) Jaar Deelbudget PersoneelsSubsidieWsw kosten Wsw resultaat (in € 1.000) (in € 1.000) (in € 1.000) 2013 39.625 *) 43.750 - 4.125 2014 37.224 41.378 - 4.154 2015 (MJB) 36.082 40.289 - 4.206 2016 (MJB) 32.409 37.615 - 5.207 2017 (MJB) 29.217 35.031 - 5.814 2018 (MJB) 26.128 32.306 - 6.177 2019 (MJB) 23.492 30.089 - 6.598 2020 (MJB) 21.286 27.687 - 6.400 *) Inclusief overige inkomensoverdrachten in 2013. Bron: realisatie (2013), begroting (2014) en Meerjarenbegroting 2015 – 2020. Personeelskosten inclusief begeleidingsvergoeding Deta+ en de verstrekte loonkostensubsidie Begeleid Werken.
9
Per fte (in €) -
2.957 2.977 3.161 4.216 5.111 5.935 6.870 7.238
Het macro deelbudget Wsw in een bepaald jaar staat namelijk vast en varieert niet met het landelijke aantal arbeidsjaren Wsw dat in dat jaar volgens het actuariële model wordt verwacht. 10 Zie bijlage 2 voor een beschrijving van de veranderingen in de verdelingssystematiek van het macrobudget Wsw naar de gemeenten. 11 Ook wordt gerekend met de verwachte realisatie 2014 en niet vanuit de taakstelling die ruim hoger is.
21
Het subsidieresultaat van SW Enschede per fte ligt in de jaren 2013 – 2015 rond € 3.000 negatief (zie tabel 3.2). Dit houdt in dat de personeelskosten per Wswfte ongeveer € 3.000 hoger zijn dan de Rijksbijdrage per fte. In 2020 zal het subsidietekort door de hierboven genoemde factoren ruim € 7.200 per fte zijn. Het totale subsidietekort loopt op van circa 4,2 miljoen euro in 2014 en 2015 naar 6,4 miljoen euro in 2020, een verslechtering van 2,2 miljoen. Het subsidietekort doet zich vooral voor bij Wsw Detacheringen. Tabel 3.3 laat dit voor het jaar 2015 zien. Het hogere subsidietekort bij detacheringen wordt veroorzaakt doordat de medewerkers van Wsw Detacheringen gemiddeld een hoger salaris hebben dan de medewerkers van Wsw Beschut. Dit hogere salaris komt mede voort uit de hogere productiviteit van de medewerker en daarmee een hogere functieschaal. Voor een deel geldt overigens dat deze hogere productiviteit zich op dit moment niet (meer) vertaalt in een hoge detacheringsvergoeding. Het subsidietekort voor Wsw Beschut neemt tussen 2015 en 2020 toe met ruim € 650.000. Bij Wsw Detacheringen is het subsidietekort in 2020 ruim 1,5 miljoen euro hoger dan in 2015.
Tabel 3.3 Subsidieresultaat Wsw Beschut en Wsw Detacheringen 2015 Jaar Deelbudget PersoneelsSubsidieWsw kosten Wsw resultaat (in € 1.000) (in € 1.000) (in € 1.000) Beschut 11.470 12.164 -694 Detacheringen 24.613 28.125 -3.512 Totaal 36.082 40.289 -4.206 Bron: Meerjarenbegroting 2015 – 2020, bewerking IROKO.
Per fte (in €) -1.683 -3.825 -3.161
3.4 Ontwikkeling bedrijfsresultaat 2015-2020 bij ongewijzigd beleid Ook het bedrijfsresultaat wordt beïnvloed door de afname van het aantal Wswmedewerkers. Een afnemend aantal medewerkers zal, zonder aanvullende maatregelen, een lagere NTW tot gevolg hebben. Verder zal het zo zijn dat bepaalde kosten niet recht evenredig met de afname van het aantal Wsw-ers en van de NTW kunnen worden teruggebracht. Hierdoor zal het bedrijfsresultaat de komende jaren verslechteren. Dit blijkt ook uit de Meerjarenbegroting (zie tabel 3.4). De totale NTW neemt af door de afname van de Wsw-bezetting. Uit de Meerjarenbegroting blijkt dat de NTW per fte in de komende jaren iets toeneemt (met gemiddeld ongeveer 1 procent per jaar).
22
Tabel 3.4 Ontwikkeling bedrijfsresultaat SW Enschede (2013 – 2020) Jaar NTW Ambtelijke Materiële Bedrijfskosten kosten resultaat (in € 1.000) (in € 1.000) (in € 1.000) (in € 1.000) 2013 10.230 6.070 4.750 -600 2015 (MJB) 9.730 5.920 3.250 560 2016 (MJB) 9.110 5.850 3.160 100 2017 (MJB) 8.510 5.720 3.070 -280 2018 (MJB) 7.820 5.640 2.980 -800 2019 (MJB) 7.240 5.570 2.920 -1.240 2020 (MJB) 6.660 5.490 2.870 -1.700 Bron: realisatie (2013) en Meerjarenbegroting 2015 – 2020. Overigens zijn de overige personeelskosten Wsw in de Meerjarenbegroting opgenomen onder de overige bedrijfskosten en zijn dus onderdeel van het bedrijfsresultaat.
De bedrijfskosten (ambtelijke kosten en materiële kosten) zouden idealiter moeten dalen met de daling van het aantal fte Wsw en de NTW. SW Enschede gaat er echter van uit dat slechts een kwart van de materiële kosten variabel zijn en meebewegen met de daling van het aantal fte Wsw. De ambtelijke kosten nemen ook niet evenredig af. Dit resulteert erin dat de bedrijfskosten per fte stijgen van € 6.900 per fte in 2014 en 2015 naar € 9.500 in 2020: een toename van € 2.600 per fte. Omdat de NTW wel recht evenredig daalt, verslechtert het bedrijfsresultaat tussen 2015 en 2020 met circa 2,3 miljoen euro. Het ligt inderdaad voor de hand dat de kosten niet helemaal recht evenredig kunnen dalen met de daling van het aantal fte. Dit geldt zeker voor de eerste jaren. Op termijn kan een deel van de 75 procent van de kosten, die nu als 'vast' worden gezien, wel worden aangepast. Wellicht moeten daarvoor eenmalige kosten gemaakt worden. Het vraagt nader onderzoek welke vast geachte kosten met ingrepen toch gereduceerd kunnen worden. Dit onderzoek is ook noodzakelijk, omdat de krimp van het aantal Wsw-ers ook na 2020 doorzet. Voor de raming van de mogelijke NTW in 2015 en latere jaren is door SW Enschede gebruik gemaakt van een nieuwe systematiek. Aan de hand van loonschaal en werksoort wordt de maximale verdiencapaciteit bepaald. Voor de laagste loonschaal in de minst renderende werksoort is dat 20 procent. In de allerhoogste loonschaal en de best renderende werksoort is dat 45 procent. Dit drukt de maximale NTW als percentage van de loonsom uit. Het is een stap vooruit dat er een instrument komt om de taakstellende omzet meetbaar te maken. Er zijn echter wel enkele kanttekeningen te plaatsen. De validiteit van de percentages is gering: het is een grove aanname. Als dit instrument in de toekomst gebruikt blijft worden, zal het wel op enigerlei wijze gevalideerd moeten worden. Het gaat immers om een omzet van ruim 9,5 miljoen euro in 2015. Verder kunnen de verschillen tussen personen met dezelfde loonschaal en werk in de Wsw groot zijn. Een individuele loonwaardebepaling is daarom preciezer (en kan een hogere NTW voor een groot aantal jaren betekenen). De individuele loonwaardemeting is echter wel een stuk duurder (circa € 1.000 per meting). De belangrijkste kanttekening betreft de percentages die nu gekozen zijn en hoe zich dat verhoudt met de huidige NTW en met de landelijk gemiddelde NTW. De berekende maximale verdiencapaciteit (minus taakstellende maximale leegloop) is ongeveer gelijk aan de huidige NTW. Dit betekent dat dit systeem niet leidt tot een ambitie om de omzet te verhogen. Ambitie wordt alleen gelegd in een lagere taakstellende leegloop. We zagen hierboven dat de NTW per fte
23
duidelijk onder het landelijk gemiddelde ligt. Er is dus aanleiding te denken dat het huidige systeem van NTW-raming nog aanpassing nodig heeft. Het bedrijfsresultaat van Wsw Detacheringen is in 2015 bijna 4 miljoen euro positief (zie tabel 3.5). Voor Wsw Beschut is het bedrijfsresultaat in 2015 ongeveer 3,4 miljoen euro negatief. Het bedrijfsresultaat van Wsw Detacheringen verslechtert tussen 2015 en 2020 met bijna 2,2 miljoen euro. Het bedrijfsresultaat van Wsw Beschut verslechtert in de periode 2015 – 2020 slechts met ongeveer 100.000 euro. De invloed van de afname van het aantal Wswmedewerkers op de NTW is bij Wsw Detacheringen is veel groter dan bij Wsw Beschut. Dit verklaart het grote verschil in de ontwikkeling van het bedrijfsresultaat tussen Wsw Detacheringen en Wsw Beschut.
Tabel 3.5 Ontwikkeling bedrijfsresultaat Wsw Beschut en Wsw Detacheringen (2015 – 2020), in € 1.000 Jaar Wsw Beschut Wsw Totaal Detacheringen 2015 -3.420 3.990 560 2016 -3.460 3.560 100 2017 -3.460 3.180 -280 2018 -3.500 2.710 -800 2019 -3.530 2.290 -1.240 2020 -3.530 1.830 -1.700 Bron: Meerjarenbegroting 2015 – 2020, bewerking IROKO. De kosten voor het Service Centrum Personeel (SCP) zijn hierin deels aan Wsw Detacheringen toegerekend.
3.5 Conclusie: verwachte ontwikkeling exploitatieresultaat Het exploitatietekort van SW Enschede neemt tussen 2015 en 2020 (bij ongewijzigd beleid) sterk toe. Oorzaken zijn de bezuinigingen van het Rijk op het deelbudget Wsw en de afname van het aantal Wsw-medewerkers als gevolg van de landelijke instroomstop per 1 januari 2015. Verwacht wordt dat in 2020 het aantal Wsw-fte (jaargemiddelde) bij SW Enschede 1/3 lager is dan in 2015. Het exploitatietekort wordt in 2015 vooral veroorzaakt door een hoog negatief subsidieresultaat. Het subsidieresultaat is in 2015 4,2 miljoen euro negatief. Het bedrijfsresultaat wordt voor 2015 begroot op € 560.000 positief. In de periode tot en met 2020 zal het subsidieresultaat verder verslechteren tot circa 6,4 miljoen euro. Oorzaken zijn de bezuinigingen van het Rijk op het deelbudget Wsw en de autonome stijging van de lonen van de Wswmedewerkers. Het bedrijfsresultaat, het saldo tussen enerzijds de NTW en anderzijds de ambtelijke kosten en de overige bedrijfskosten, is in 2015 nog positief maar verslechtert daarna. De oorzaak hiervoor is gelegen in de afname van het aantal Wsw-medewerkers. Hierdoor neemt de NTW af. De ambtelijke kosten en de overige bedrijfskosten nemen echter niet recht evenredig af met de afname van de NTW waardoor het bedrijfsresultaat terugloopt. Het bedrijfsresultaat komt in 2020 volgens de Meerjarenbegroting uit op 1,7 miljoen euro negatief.
24
Tabel 3.6 Ontwikkeling subsidie- en bedrijfsresultaat SW Enschede 2015 – 2020 (in € 1.000) 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Subsidieresultaat -4.210 -5.210 -5.810 -6.180 -6.600 -6.400 Bedrijfsresultaat 560 100 -280 -800 -1.240 -1.700 Exploitatieresultaat -3.650 -5.110 -6.090 -6.980 -7.840 -8.100 Bron: Meerjarenbegroting 2015 – 2020, bewerking IROKO.
Het totale exploitatieresultaat verslechtert dus tot bijna 7 miljoen euro negatief in 2018 en tot 8,1 miljoen in 2020. Om de gemeentelijke bijdrage te beperken tot 2,8 miljoen euro zullen er dus mogelijkheden moeten worden gevonden om het totale exploitatieresultaat in 2018 met 4,2 miljoen euro te verbeteren. In 2020 zou de verbetering 5,3 miljoen euro moeten zijn. Dat is een enorme uitdaging. Uit dit hoofdstuk blijkt dat vooral naar mogelijkheden zou moeten worden gezocht om: • Het sterk negatieve bedrijfsresultaat van Wsw Beschut te beperken; • Het bedrijfsresultaat van Wsw Detacheringen te verbeteren; • Het hoge subsidietekort, vooral bij Wsw Detacheringen, niet verder op te laten lopen en zo mogelijk te verminderen. • In de volgende hoofdstukken wordt bekeken welke aanvullende mogelijkheden er zijn om het exploitatietekort en daarmee de gemeentelijke bijdrage aan de Wsw te beperken. Tot slot een opmerking over de Meerjarenbegroting 2015 – 2020. Deze Meerjarenbegroting is gebaseerd op een voorgaande Meerjarenbegroting aangevuld met wijzigingen/correcties daarop. Deze correcties betreffen bijvoorbeeld de effecten van het nieuwe verdeelmodel voor het deelbudget Wsw, de uitstroom van Wsw-medewerkers vanwege andere redenen dan pensioen en het verwerken van realistischere ramingen van de NTW. Hierdoor is in de huidige Meerjarenbegroting sprake van een stapeling van effecten en correcties. Wij adviseren om een volgende Meerjarenbegroting volledig nieuw op te zetten en per kosten- en opbrengstenpost vanaf de basis goed te onderbouwen en de methodiek en de aannames per post uitgebreid te documenteren.
25
4 Mogelijkheden beïnvloeding subsidieresultaat 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk gaan we in op de mogelijkheden die de gemeente Enschede heeft om het subsidieresultaat te beïnvloeden12. Deze mogelijkheden worden voor SW Enschede als geheel in beeld gebracht. De mogelijkheden tot beïnvloeding van het subsidieresultaat zijn relatief beperkt omdat zowel het deelbudget Wsw als de loonkosten voor Wsw-medewerkers grotendeels gedicteerd worden door wet- en regelgeving.
4.2 Mogelijkheden beïnvloeding deelbudget Wsw Korte termijn Het deelbudget Wsw is op korte termijn nauwelijks te beïnvloeden door gemeenten. De belangrijkste mogelijkheid die er voor SW Enschede op korte termijn bestaat is om bij de periodieke herindicaties van Wsw-ers die vanaf 1998 een eerste indicatie hebben verkregen te proberen maximaal toe te werken naar indeling in de arbeidshandicapcategorie ernstig. Dit moet dan worden aangetoond door een rapportage van SW Enschede waaruit blijkt dat de betrokken Wswmedewerker veel begeleiding vraagt en/of veel aanpassingen van de werkplek nodig heeft. Dit zou vanzelfsprekend op waarheid moeten zijn gestoeld, maar het loont de moeite om scherper op deze mogelijkheid te zijn. Een fulltime Wswmedewerker in de arbeidshandicapcategorie ernstig telt voor 1,25 arbeidsjaar Wsw mee. Het uiteindelijke macro financiële effect is relatief beperkt aangezien het zal gaan om een beperkt aantal Wsw-ers waarvoor dit geldt.
Consistent begroten In de Meerjarenbegroting worden de lonen van de Wsw-medewerkers met 1 procent per jaar geïndexeerd. Het deelbudget Wsw wordt echter vanaf 2016 niet geïndexeerd in de Meerjarenbegroting. Dit terwijl het Rijk de Wsw-subsidie in de jaren 2012 tot en met 2015 wel heeft geïndexeerd, gemiddeld met 0,6 procent per jaar (in 2015 0,63 procent). Het ligt voor de hand om in de Meerjarenbegroting de loonkosten Wsw en het deelbudget Wsw wat betreft indexatie consistent te behandelen: of beide wel indexeren of beide niet indexeren. Wanneer het Wsw-deelbudget vanaf 2016 met 0,6 procent per jaar wordt geïndexeerd, dan levert dit ten opzichte van de Meerjarenbegroting een positief effect op: in 2018 circa 475.000 euro en in 2020 circa 650.000 euro.
Langere termijn Lobby voor terugdraaien efficiencykorting Wsw Een mogelijkheid is om in VNG en/of Cedris verband in de Haagse politiek te lobbyen om de efficiencykorting op het deelbudget Wsw geheel of gedeeltelijk ongedaan te maken. Hiervoor zijn goede argumenten aan te voeren. Eén daarvan is dat de CAO voor de Sociale Werkvoorziening in stand blijft en de werkgevers daardoor de huidige beloningsniveaus van de Wsw-medewerkers moeten 12 De financiële effecten van de gepresenteerde mogelijkheden in dit hoofdstuk en in de volgende hoofdstukken zijn deels gebaseerd op cijfers uit 2013 of 2014. Bij de uitwerking van maatregelen zullen bepaalde effecten geactualiseerd moeten worden.
26
respecteren waardoor de korting op het deelbudget Wsw niet kan worden gecompenseerd. Een ander argument is dat de aanzienlijke verslechtering van het subsidieresultaat als gevolg van de efficiencykortingen slechts beperkt is op te vangen door verbeteringen in het bedrijfsresultaat van SW-organisaties. Hierdoor wordt de financiële rekening van de efficiencykorting bij gemeenten neergelegd, zonder dat zij afdoende mogelijkheden hebben om hiervoor compensatie te vinden. Tot slot is de efficiencykorting slechts een deel van de macro besparing op het Wsw-deelbudget. Het grootste deel (ongeveer 2/3) van de besparing op het macro deelbudget Wsw is het gevolg van de stop op de instroom in de Wsw. Een lagere efficiencykorting vanuit het Rijk zou vergaande positieve financiële effecten hebben. Het volledig terugdraaien van de efficiencykorting op het deelbudget Wsw zou een positief effect ten opzichte van de huidige Meerjarenbegroting hebben van ongeveer € 600.000 in 2016 oplopend tot circa 2,2 miljoen euro in 2020. De haalbaarheid van deze mogelijkheid is op korte termijn niet groot, maar wellicht wel op wat langere termijn wanneer een aanzienlijk aantal gemeenten mede door de efficiencykortingen op het deelbudget Wsw in de financiële gevarenzone zou komen. Gemeenten krijgen een efficiencykorting opgelegd, maar hebben in de praktijk beperkte mogelijkheden om de financiële gevolgen daarvan om te buigen en moeten de toenemende tekorten op de subsidie dus uit andere middelen dekken. Randvoorwaarden voor een succesvolle lobby zijn dat veel gemeenten zich achter de lobby scharen en actief meedoen en dat deze lobby krachtig en vasthoudend is.
4.3 Mogelijkheden beïnvloeding personeelskosten Wsw De totale personeelskosten Wsw nemen in de periode 2015 – 2020 ‘autonoom’ af door de uitstroom van Wsw-medewerkers vanwege pensioen of vanwege andere redenen dan pensioen. Deze effecten zijn opgenomen in de Meerjarenbegroting 2015 – 2020. In deze paragraaf gaat het om mogelijkheden en voorstellen die daarop aanvullend zijn en kunnen leiden tot verdere besparingen op de personeelskosten Wsw.
Meer plaatsen van Wsw-medewerkers in Begeleid Werken Doorgaans kennen Begeleid Werken plaatsingen een (veel) gunstigere verhouding tussen opbrengsten en kosten dan andere typen plaatsingen in de Wsw. SW Enschede kent in het najaar van 2014 bijna 100 begeleid werkenden. Het gaat om circa 83 fte. De gemiddelde loonkostensubsidie die aan werkgevers wordt betaald is circa € 13.000 per fte. Ten opzichte van het huidige deelbudget Wsw per Wsw-arbeidsjaar is er dus sprake van een subsidieoverschot van ruim € 13.000 per Wsw-arbeidsjaar. Dit terwijl er bij de andere typen plaatsingen (beschut werk, deta en deta+) sprake is van een relatief hoog subsidietekort omdat de personeelskosten Wsw veel hoger zijn dan het deelbudget Wsw.
27
Tabel 4.1 Indicatief : personeelskosten, deelbudget Wsw en subsidieresultaat voor Begeleid Werken en andere typen plaatsingen Type plaatsing PersoneelsDeelbudget Subsidiekosten Wsw resultaat Begeleid werken 13.000 26.000 + 13.000 Beschut en detachering 30.000 26.000 - 4.000
Het stimuleren van Begeleid Werken en het realiseren van meer Begeleid Werken plaatsingen heeft dus in potentie grote effecten op het subsidieresultaat. Het realiseren van één extra full time plaatsing Begeleid Werken leidt al snel tot een besparing op de personeelskosten Wsw van 10.000 tot 15.000 euro: • Loonkostensubsidie begeleid werken 15.000 tot 20.000 euro13; • Gemiddelde loonkosten bij Beschut werk en detachering: 30.000 euro; • Besparing op personeelskosten Wsw: 10.000 tot 15.000 euro. Er is echter ook sprake van een negatief effect op de NTW bij Wsw Beschut of Wsw Detacheringen. In 2015 is de gemiddelde NTW per fte bij SW Enschede 7.700 euro. Wanneer de bedrijfskosten bij Wsw Beschut of Wsw Detachering niet direct aan de lagere omzet kunnen worden aangepast, leidt dit dus tot een verslechtering van het bedrijfsresultaat. Om een hoger aantal plaatsingen Begeleid Werken te realiseren is het nodig dat dit enorm wordt gestimuleerd bij Wsw-medewerkers. Begeleid Werken wordt, afgezien van de mogelijk beperkte interesse van werkgevers om Wsw-ers in dienst te nemen, belemmerd door onder andere de volgende factoren: • Veel Wsw-ers hebben momenteel een loonniveau dat (veel) hoger is dan normaal is in soortgelijke functies buiten de SW. Wanneer zij een dienstverband aangaan met een reguliere werkgever gaan ze er regelmatig in loon op achteruit; • De overstap naar een reguliere werkgever kan voor Wsw-ers grote gevolgen hebben voor het pensioen; • Wsw-ers maken zich zorgen dat zij mogelijk niet kunnen terugkeren bij SW Enschede wanneer hun Begeleid Werken plaatsing wordt beëindigd. Voor het eerste punt kunnen creatieve oplossingen worden gezocht. SW Enschede zou bijvoorbeeld het verschil tussen het oude loon (bij SW Enschede) en het nieuwe loon (bij de reguliere werkgever) aan de werkgever kunnen uitbetalen die dat dan als toeslag op het loon van de Wsw-medewerker uitbetaalt. Dit moet dan wel goed worden afgesproken en vastgelegd. Een risico is bijvoorbeeld dat de werkgever de toeslag wel ontvangt van de gemeente maar niet uitbetaalt aan de medewerker. Verder zouden ook eventuele negatieve gevolgen voor het pensioen kunnen worden opgevangen door compenserende maatregelen. Omdat de persoonlijke situatie en het reeds opgebouwde pensioen van individu tot individu verschillen, zal hier sprake moeten zijn van maatwerk. Het meest voor de hand ligt om de gevolgen voor het pensioen in één keer af te kopen of voor de medewerker op kosten van SW Enschede een aanvullende pensioenverzekering af te sluiten, al dan niet via de nieuwe werkgever. Een punt hierbij is echter dat vooraf geen zekerheid bestaat over de duur van de begeleid werken plaatsing. Het derde punt kan worden opgelost wanneer SW Enschede de Wswmedewerkers die begeleid gaan werken de garantie geeft dat zij terug kunnen
13
Dit is een behoedzame aanname in vergelijking met het huidige gemiddelde niveau.
28
keren in een Wsw-dienstverband met SW-Enschede (in de oorspronkelijke loonschaal en trede) wanneer de Begeleid Werken plaatsing wordt beëindigd. Bij Begeleid Werken is het verder van belang om de loonwaarde van betrokkenen periodiek (jaarlijks) opnieuw te bekijken en de loonkostensubsidie daarop aan te passen. Verwacht mag worden dat wanneer een Wsw-er langer bij een werkgever werkt, diens loonwaarde door ervaring en ontwikkeling toeneemt. Op langere termijn is het overigens ook denkbaar dat er sprake is van een lagere loonwaarde doordat de arbeidsbeperking zwaarder wordt of het werk door bijvoorbeeld technologische ontwikkelingen ingewikkelder wordt. Er zijn enkele SW-bedrijven die relatief veel SW-medewerkers via Begeleid Werken hebben geplaatst. Het gaat bij deze SW-bedrijven om ongeveer 15 procent van de Wsw-medewerkers, ten opzichte van 5 procent in Enschede. Deze SW-bedrijven zijn doorgaans al een groot aantal jaren bezig met het bevorderen van Begeleid Werken en hebben doorgaans ook vooral mensen vanaf de wachtlijst in Begeleid Werken geplaatst. Het is, mede door de hierboven genoemde factoren, moeilijker om Wsw-ers die al een Wsw-dienstverband hebben te laten doorstromen naar Begeleid Werken.
Nieuw functiehuis en beloningsbeleid – Wsw Beschut werk Voor Wsw Beschut is een nieuw functiegebouw gemaakt waardoor medewerkers in beschut werk niet verder kunnen doorgroeien dan functies in maximaal loonschaal C1. Deze maatregel is dus in gang gezet. De vraag is welk effect dit potentieel kan hebben op de loonkosten Wsw. We hebben daarom gekeken naar het aandeel van de Wsw-medewerkers bij Wsw Beschut dat momenteel een functieloon heeft dat lager ligt dan het maximum voor loonschaal C1. In het najaar van 2014 heeft circa de helft (265 van de 531) van de Wswmedewerkers bij Wsw Beschut een feitelijk loon in de loonschalen O, A, B1 of B2. Achttien medewerkers (3%) zitten in loonschaal C1 en hebben het maximum van deze loonschaal nog niet bereikt. Het maximum van loonschaal C1 bedraagt € 1.699 bruto per maand (exclusief werkgeverslasten). Het huidige gemiddelde brutoloon van alle Wsw-medewerkers bij Wsw Beschut bedraagt € 1.714 per maand bij een fulltime dienstverband (inclusief garantielonen). Als alle medewerkers uiteindelijk doorgroeien naar het maximum van schaal C1 zal deze maatregel dus nauwelijks effect hebben op het gemiddelde brutoloon bij beschut werken t.o.v. de huidige situatie. Het voorkomt echter wel een verdere doorgroei naar hogere loonschalen dan C1. Om effect te sorteren op het toekomstige gemiddelde beloningsniveau binnen Wsw Beschut zal dan eveneens terughoudend moeten worden omgegaan met bevorderingen naar functies in hogere loonschalen. Hiervoor is het noodzakelijk om een formatieplan per PMC/afdeling van Wsw Beschut vast te stellen. Dit formatieplan geeft per PMC/afdeling de functieopbouw in functies, functieschaal per functie en het aantal arbeidsplaatsen in elke functie. Uitgangspunten zouden dan moeten zijn dat medewerkers alleen naar een hogere functie kunnen doorgroeien wanneer er een vacature is en wanneer de medewerker geschikt is om de functie uit te oefenen. In de Meerjarenbegroting 2015 – 2020 is er overigens al van uitgegaan dat er nauwelijks bevorderingen plaatsvinden. Door een stop op de bevordering van Wsw-medewerkers en door de uitstroom van Wsw-medewerkers die met pensioen gaan, kunnen er gaten vallen in de bezetting van bepaalde functies binnen de organisatie. De uitstroom van medewerkers in SW-kaderfuncties vanwege pensioen is tot en met 2020 echter 29
niet veel hoger dan de uitstroom van andere Wsw-medewerkers bij Wsw Beschut. Het is dus de vraag of het nodig is om de vrijvallende SW-kaderfuncties opnieuw te bezetten. Bovendien kan er altijd incidenteel en onderbouwd (bijvoorbeeld op basis van een jaarlijks vast te stellen formatieplan per afdeling) een uitzondering worden gemaakt op de regel om niet te bevorderen.
Nieuw functiehuis en beloningsbeleid – Wsw Detacheringen Ook bij Wsw Detacheringen kan een nieuw functiehuis worden ingevoerd, waarbij er wordt overgegaan op een beperkt aantal organieke functies waar alle detacheringsplekken inpassen. Dit heeft dan vooral effect bij Wsw-medewerkers die gedetacheerd zijn en nu nog in een lagere functieschaal zitten en bij Wswmedewerkers die nu nog beschut werken en worden gedetacheerd. Te denken valt om bij detacheringen de hoogste functies in schaal D1 te hebben. Bij Wsw Detacheringen hebben op dit moment 252 Wsw-medewerkers een loonschaal boven D1 en dus 699 medewerkers een niveau op of onder loonschaal D1. Het huidige gemiddelde brutoloon van de gedetacheerden is € 1.830 per maand bij een full time dienstverband (exclusief de werkgeverslasten). Het maximum van loonschaal D1 is € 1.907 per maand. Als alle Wsw-medewerkers bij Detacheringen uiteindelijk doorstromen naar loonschaal D1 zal dit dus zeker geen besparing tot gevolg hebben ten opzichte van de huidige situatie. Ook hier geldt dus dat deze maatregel op zich niet leidt tot loonkosten die lager liggen dan het huidige gemiddelde bij WSW Detacheringen. Wel wordt voorkomen dat er doorgroei plaatsvindt naar functieniveaus hoger dan D1. Parallel aan het bovenstaande geldt dat in bredere zin terughoudender zou kunnen worden omgegaan met bevorderingen naar een hogere functie. Uitgangspunt zou kunnen zijn dat medewerkers niet naar een hogere functie bevorderd kunnen worden, maar tijdens hun detachering een tijdelijke toeslag op hun salaris kunnen krijgen die in relatie staat tot de werkplek. Wanneer de detachering eindigt vervalt ook de toeslag. Ook hiervoor geldt dat dit geen effect zal hebben op de huidige salariskosten. Wel kan het op langere termijn een effect hebben. Best practice: een SW-bedrijf in het Westen van het land dat Wsw-medewerkers alleen een functie in een hogere loonschaal aanbiedt wanneer een stap op de werkladder wordt gemaakt. Dus bijvoorbeeld wanneer de stap wordt gemaakt van beschut werk naar groepsdetachering of van groepsdetachering naar individuele detachering. Dit SW-bedrijf is dit beleid overeengekomen met de ondernemingsraad.
Besparing kosten loonkostensubsidie Begeleid Werken en begeleidingsvergoeding Deta-plus In de Meerjarenbegroting wordt in elk van de jaren 2015 tot en met 2020 uitgegaan van 1 miljoen euro aan loonkostensubsidie Begeleid Werken en € 248.000 aan begeleidingsvergoeding (aan inleners) voor Deta-plus. Hierbij is geen rekening gehouden met het feit dat (ook volgens de Meerjarenbegroting) het aantal fte Wsw in Begeleid Werken en in Deta-plus vanaf 2015 afneemt door pensionering en overige uitstroom. Wanneer de twee kostenposten worden aangepast aan de afname van het aantal fte, dan is er sprake van de volgende besparingen ten opzichte van de Meerjarenbegroting: • Loonkostensubsidie Begeleid Werken: besparing € 30.000 in 2016, oplopend tot € 130.000 in 2018 en circa € 220.000 in 2020;
30
•
Begeleidingsvergoeding Deta-plus: € 7.000 in 2016, oplopend naar € 50.000 in 2018 en € 85.000 in 2020.
Meer uitstroom uit de Wsw realiseren dan voorzien in het verdeelmodel deelbudget Wsw SW Enschede zou financieel voordeel kunnen behalen door meer uitstroom uit de Wsw te realiseren dan is aangenomen in het verdeelmodel voor het deelbudget Wsw. Dit zou dan betekenen dat Enschede met het deelbudget Wsw minder Wswarbeidsjaren hoeft te bekostigen dan aangenomen in het verdeelmodel. Het is zeer de vraag of dit realistisch is omdat de berekende uitstroomkans uit de Wsw voor de gemeente Enschede relatief hoog is. Bij de ramingen van de blijf- en uitstroomkansen is ook de uitstroom door het niet verlengen van tijdelijke contracten van Wsw-medewerkers opgenomen, hetgeen regelmatig voorkomt bij andere gemeenten en vrijwel niet meer in Enschede. Door de systematiek van het verdeelmodel moet er eerder op worden gerekend dat SW Enschede een hoger aantal Wsw-arbeidsjaren zal kennen dan geraamd in het verdeelmodel. Het niet verlengen van tijdelijke contracten van Wsw-medewerkers zou in 2015 en 2016 een mogelijkheid kunnen zijn om meer uitstroom uit de Wsw te realiseren dan geraamd in het verdeelmodel voor het deelbudget Wsw. SW Enschede kent, buiten Begeleid Werken, geen Wsw-ers met een tijdelijk dienstverband. De laatste instroom in de werksoorten beschut werk, detachering en Deta-plus is in 2012 geweest. Voor Enschede biedt deze mogelijkheid in financiële zin dus geen perspectief. Een andere mogelijkheid die bestaat om uitstroom te bevorderen is om bij herindicatie actief te sturen op mogelijke ondergrens- of bovengrensgevallen onder de huidige SW-medewerkers. Bij vermeende ondergrensgevallen kan de medewerker worden gestimuleerd om eerder herindicatie aan te vragen. Voor medewerkers waarvoor een ondergrensindicatie wordt afgegeven, zal de gemeente een passende plek in bijvoorbeeld de arbeidsmatige dagbesteding moeten aanbieden en aan bovengrenzers moet de gemeente een passende plek op de reguliere arbeidsmarkt aanbieden. Plaatsing van ondergrenzers wordt voor de gemeente eenvoudiger omdat de arbeidsmatige dagbesteding onderdeel van de WMO wordt.
Het consequent naleven van de bepalingen in de CAO (artikel 5.9) rond het garantieloon De CAO voor de SW bevat al geruime tijd soepelere bepalingen rond het toepassen van garantieloon. In artikel 5.9, eerste lid van de CAO wordt het volgende gesteld: De werknemer heeft een loongarantie op zijn oorspronkelijke loonschaal, inclusief de mogelijkheid om binnen die schaal in salaris door te groeien in de situatie dat: a. De uitkomst van een functie(her)waardering tot gevolg heeft dat hij lager ingeschaald wordt; b. Hij een lagere functie moet aanvaarden dan waarop hij werkzaam is. In het tweede lid van het artikel 5.9 wordt aangegeven dat het eerste lid geen toepassing vindt, indien: a. het moeten aanvaarden van een lagere functie verband houdt met een toename of wijziging van de mate van arbeidsongeschiktheid van de werknemer; of,
31
b. er sprake is van verwijtbaarheid of disfunctioneren van de kant van de werknemer; of, c. er sprake is van een vrijwillige functiewijziging. Volgens de ontvangen overzichten hebben 43 Wsw-medewerkers van SW Enschede garantieloon. Uit verder onderzoek door SCP blijkt dat er daarnaast 398 medewerkers zijn die een afwijking hebben in hun persoonlijke schaal en hun functieschaal. Daarvan hebben 218 medewerkers een hoger salaris dan bij hun huidige functie past. Dossieronderzoek heeft uitgewezen dat deze 218 medewerkers allemaal loongarantie hebben. Dit stond alleen niet aangevinkt in het systeem. Van de overige 180 medewerkers is nog niet bekend of ze loongarantie hebben. Zij hebben een functie die nog niet is gewaardeerd of zijn in afwachting van een plaatsing. Naar de toekomst toe kan het consequent toepassen van de bepalingen in het tweede lid van artikel 5.9 van de CAO leiden tot een beperking van de personeelskosten Wsw. We kunnen géén raming geven van het bedrag dat dit potentieel kan opleveren omdat we niet weten en ook niet kunnen onderbouwen hoeveel van deze gevallen zich nog zullen voordoen de komende jaren. Maar gezien de bovengenoemde aantallen kan het financieel gezien de moeite waard zijn om scherper te zijn op gevallen waarin garantieloon niet hoeft te worden toegepast.
Overige personeelskosten Wsw14 De overige personeelskosten Wsw bestaan in de regel uit vervoerskosten, kosten van training en scholing van Wsw-medewerkers en de kosten voor arbodienstverlening. De omvang van deze kostenpost is in het algemeen zeer beperkt in verhouding tot de loonkosten Wsw en daarom zijn de mogelijkheden tot besparingen, uitgedrukt in absolute bedragen, ook relatief beperkt. De vervoerskosten bedroegen in 2014 circa € 697.000 (exclusief declaraties die worden doorberekend aan de opdrachtgevers). Verdeling in 2014: • € 107.000 groepsvervoer met touringcars naar detacheringslocaties buiten Enschede; • € 281.000 groepsvervoer (taxibusjes); • € 210.000 vergoeding woonwerkverkeer op basis van postcode conform CAO. Het groepsvervoer en de vergoeding woonwerkverkeer zijn tezamen € 491.000. Dit is circa € 350 per Wsw-medewerker. Een aantal SW-bedrijven heeft het groepsvervoer afgebouwd door opnieuw te kijken naar de noodzaak van het groepsvervoer. Ook SW Enschede heeft in 2014 het groepsvervoer extra aandacht gegeven. Hierdoor is er reeds sprake van een besparing van bijna € 45.000 ten opzichte van 2013. Ook de vergoeding woonwerkverkeer is circa € 13.000 lager dan in 2013. De opleidingskosten SW-personeel bedroegen in 2013 ongeveer € 187.000. Het ontvangen bedrag Wet vermindering afdracht was bijna € 139.000. De netto opleidingskosten bedroegen dus circa € 48.000. Een laag bedrag voor een SWorganisatie van de omvang van SW Enschede.
14
In de Meerjarenbegroting van SW Enschede zijn de overige personeelskosten, behalve de vergoeding woonwerkverkeer, opgenomen onder de materiële kosten en dus onderdeel van het bedrijfsresultaat.
32
De kosten voor arbodienstverlening waren in 2013 bijna € 200.000. In 2014 zijn de kosten aanmerkelijk lager, omdat er een deel van het jaar geen dienstverlening is geleverd door het ontbinden van het contract met de vorige opdrachtnemer. De kosten arbodienstverlening waren in 2013 nog geen € 150 per arbeidsjaar Wsw. Hier valt waarschijnlijk niet veel op te winnen. Op de overige personeelskosten is zeer waarschijnlijk weinig te besparen. Het enige wat in aanmerking komt, is het groepsvervoer, maar de kosten daarvan zijn in 2014 al ongeveer 20 procent lager dan in 2013.
Terugbrengen regelingen voor Wsw-medewerkers boven cao Er kan sprake zijn van vergoedingen en regelingen voor de Wsw-medewerkers die uitgaan boven de CAO uitgaan. Voor het jaar 2015 zijn de volgende bedragen begroot: • Kerstpakketten Wsw: € 40.000 • Koffievoorziening (gratis verstrekken van koffie via automaten bij Wsw Beschut): € 52.000 Op deze posten zijn vrij gemakkelijk besparingen door te voeren door bijvoorbeeld de kerstpakketten af te schaffen of de eigen bijdrage aan de koffievoorziening te verhogen. Dit laatste zal de instemming moeten hebben van de OR.
Een regeling voor vervroegde uittreding/pensionering van SWmedewerkers Tot een aantal jaar geleden was het voor SW-medewerkers nog aantrekkelijk om vervroegd met pensioen te gaan. Dat is nu niet meer zo (de VOP-leeftijd is verhoogd naar 63 jaar en de condities zijn verslechterd). Wellicht kan SW Enschede zelf een aanvullende (maatwerk)regeling opstellen voor vervroegde uittreding voor SW-medewerkers van 63 jaar of ouder. Dit kan bijvoorbeeld inhouden dat een éénmalige uitkering wordt verstrekt aan SW-medewerkers die vervroegd uittreden die de gevolgen voor de hoogte van het pensioen (grotendeels) compenseert. Zo’n regeling zou op korte termijn vooral effect kunnen hebben wanneer de personeelskosten voor de betrokken medewerker veel hoger zijn dan het Wsw-deelbudget en wanneer de medewerker een lage verdiencapaciteit heeft of op een afdeling/PMC werkt die een hoog negatief bedrijfsresultaat heeft. Er zijn bijvoorbeeld 4 Wsw-medewerkers van 63 jaar en ouder die minimaal loonschaal E hebben en die momenteel staan ingedeeld op de organisatieplaatsen ‘Definitief niet plaatsbaar in Detachering’ of ‘Direct plaatsbaar in Detachering’. Verder zijn er enkele medewerkers binnen Beschut werk met minimaal loonschaal E en een functie die niet tot het SW kader behoort. Voor dergelijke medewerkers zou de optie van een vervroegde uittreding kunnen worden onderzocht. Potentiële effect van een dergelijk maatregel zal echter marginaal zijn en slechts een korte termijn effect hebben (omdat de betrokken medewerkers van 63 jaar en ouder binnenkort toch met pensioen gaan).
Mogelijkheden voor de langere termijn Er bestaan op langere termijn enkele mogelijkheden met een meer ingrijpend karakter, bijvoorbeeld: • Via de VNG de CAO voor de Sociale Werkvoorziening opzeggen en heronderhandelen over een nieuwe CAO met een ander, minder duur loongebouw;
33
•
•
De gemeente Enschede brengt onderdelen van de uitvoering van de Wsw onder in BV’s en sluit met deze BV’s aan bij andere CAO’s met een goedkoper loongebouw; Er vindt een nieuwe functiewaardering voor de SW-functies plaats die leidt tot een lagere inschaling van de SW-functies.
Deze mogelijkheden zullen niet op korte termijn gerealiseerd (kunnen) worden. De (juridische) haalbaarheid van deze mogelijkheden is waarschijnlijk ook gering. Voor de derde mogelijkheid geldt bijvoorbeeld dat er op basis van de huidige CAO een beroep kan worden gedaan op garantieloon. Het zijn ook mogelijkheden die veel onrust zullen veroorzaken bij de medewerkers.
4.4 Conclusies subsidieresultaat In dit hoofdstuk hebben we de mogelijkheden bekeken om het subsidietekort te verminderen. Onderstaande tabel geeft een samenvattend overzicht van de mogelijkheden die meer dan marginaal kunnen bijdragen aan een verbetering van het subsidieresultaat.
Tabel 4.2 Mogelijkheden om subsidietekort te verminderen Mogelijkheid
Haalbaar heid
Randvoorwaarden
Indicatie effect
Hoog
Wsw-deelbudget in MJB indexeren voor de jaren 2016 – 2020 (loonkosten Wsw worden ook geïndexeerd) Krachtige en vasthoudende lobby samen met alle andere grote gemeenten
Circa 190.000 euro in 2016, 475.000 in 2018 en 650.000 euro in 2020 Circa 600.000 euro in 2016, oplopend tot circa 1,6 miljoen euro in 2018 en 2,2 miljoen euro in 2020
Middel
Compensatieregelingen en garanties om Begeleid Werken voor Wsw-ers aantrekkelijk te maken
Nieuw functiehuis (is er voor WSW Beschut, is ook een mogelijkheid bij Detacheringen)
Hoog
Aanpassing begrote kosten loonkostensubsidie Begeleid Werken en begeleidingsvergoeding
Hoog
Mogelijkheden bezien om ook bij Detacheringen te komen tot een nieuw, simpeler functiehuis dat leidt tot minder doorgroeimogelijkheden in salaris. Instemming OR. Geen, aanpassing in begroting
10 extra fte Begeleid Werken levert besparing in de personeelskosten Wsw op van 100.000 tot 150.000 euro (met daarbij een negatief effect op de NTW en het bedrijfsresultaat) Heeft bij Wsw Beschut alleen effect wanneer gecombineerd met een formatieplan Wsw per afdeling.
Deelbudget Wsw: Consistent begroten
Lobby in Den Haag om de efficiencykorting Wsw terug te draaien
Personeelskosten Wsw: Meer plaatsen van Wswmedewerkers in Begeleid Werken
Laag tot middel
34
In totaal 37.000 euro in 2016, oplopend naar 180.000 euro in
Mogelijkheid
Haalbaar heid
Randvoorwaarden
Deta-plus aan afnemende aantallen Wsw fte Consequent naleven regels rond niet van toepassing zijn garantieloon
Hoog
Scherp zijn op de redenen voor aanvaarden lagere functie en waar mogelijk salaris aanpassen aan lagere functie Risico bestaat uit juridische procedures
Terugbrengen regelingen Wsw-medewerkers boven CAO
Hoog
Advies/instemming OR
Indicatie effect 2018 en ruim 300.000 euro in 2020 Indicatief enkele tienduizenden euro’s per jaar
Indicatief € 100.000 in 2015
De mogelijkheden die het grootste financiële effect kunnen sorteren op het subsidieresultaat zijn de volgende: • Breed gedragen en vasthoudende lobby vanuit VNG en gemeenten in politiek Den Haag om de efficiencykorting op het macro deelbudget Wsw van tafel te krijgen; • Het in de Meerjarenbegroting indexeren van het Wsw-deelbudget vanaf 2016; • Het aanpassen van de kosten voor de loonkostensubsidie Begeleid Werken en de begeleidingsvergoeding Deta-plus; • Het zoveel mogelijk stimuleren van Begeleid Werken, zowel onder medewerkers die momenteel gedetacheerd zijn als medewerkers die beschut werken; • Het terugbrengen van de regelingen boven CAO voor Wsw-medewerkers. De eerste mogelijkheid zal pas op wat langere termijn effect kunnen sorteren, en kan alleen succesvol worden uitgevoerd samen met de VNG en andere gemeenten. Wanneer de lobby succesvol is, is het potentiële effect groot. De tweede mogelijkheid is in feite geen maatregel, maar een begrotingswijziging. Het stimuleren van Begeleid Werken is ook een mogelijkheid, maar om meer plaatsingen te realiseren is het wel nodig om de betrokken medewerkers op bepaalde punten (beloningsverschillen en pensioen) te compenseren. Bovendien zijn er geen plaatsingen vanaf de wachtlijst meer mogelijk. Het indexeren van het deelbudget Wsw en het aanpassen van de loonkostensubsidie en de begeleidingsvergoeding Deta-plus in de Meerjarenbegroting en het afschaffen van regelingen die boven de CAO uitgaan leveren een besparing op van ruim € 300.000 in 2016, circa € 750.000 in 2018 en ruim 1,0 miljoen euro in 2020. Gaan we verder uit van een uitbreiding (t.o.v. de Meerjarenbegroting) van het aantal plaatsingen Begeleid Werken met 5 per jaar dan levert dat in 2016 een besparing op van 125.000 euro op de personeelskosten Wsw en in 2018 een besparing van 250.000 euro. In totaal dus een besparing in 2018 van 1,0 miljoen euro. Een succesvolle lobby om de efficiencykorting op het deelbudget Wsw ongedaan te maken, zou een verdere verbetering inhouden van circa 1,6 miljoen euro in 2018.
35
De overige mogelijkheden die in dit hoofdstuk zijn besproken om tot besparingen te komen in de personeelskosten Wsw geven slechts een beperkt financieel effect wanneer dat wordt afgezet tegen de hoogte van het subsidietekort. Dit is echter geen reden om deze mogelijkheden niet te benutten.
36
5 Mogelijkheden beïnvloeding bedrijfsresultaat Wsw Beschut 5.1 Inleiding In dit hoofdstuk gaan we in op de mogelijkheden om het bedrijfsresultaat van Wsw Beschut te verbeteren. In hoofdstuk 3 hebben we gezien dat het bedrijfsresultaat van Wsw Beschut in 2015 3,4 miljoen euro negatief. Dit neemt toe tot net boven de 3,5 miljoen negatief in 2020. Het bedrijfsresultaat per Wswfte ligt in 2015 op circa € 8.300 negatief. Door de krimp van de Wsw-bezetting als gevolg van de stop op de instroom, verslechtert het bedrijfsresultaat per fte tot ruim € 13.000 negatief in 2020. Dit betekent dat de kosten bij Wsw Beschut onvoldoende (kunnen) worden aangepast aan de krimpende Wsw-bezetting. Overigens komt een sterk negatief bedrijfsresultaat op beschut werk bij veel SWbedrijven voor. In paragraaf 5.2 geven we eerst een korte schets van de NTW en het bedrijfsresultaat per Product Markt Combinatie (PMC) binnen Wsw Beschut. Daarna gaan we in op de mogelijkheden om het bedrijfsresultaat van Wsw Beschut te verbeteren. De gemeente Enschede heeft in de offerteaanvraag aangegeven dat de kaasschaafmethode waarschijnlijk niet werkt omdat het financiële probleem omvangrijk is en omdat er de afgelopen jaren al sterk is bezuinigd op ambtelijk personeel en overige bedrijfskosten. Daarom kijken we eerst naar enkele maatregelen die ingrijpend zijn (paragraaf 5.3) en een breuk vormen met de huidige bedrijfsvoering. Daarna kijken we naar mogelijkheden tot omzetverhoging (paragraaf 5.4) en kostenbesparing (paragraaf 5.5) binnen de huidige bedrijfsvoering. Deze mogelijkheden zijn echter alleen relevant wanneer niet voor één van de ingrijpende maatregelen wordt gekozen. Tot slot gaan we in op mogelijkheden om taken of activiteiten toe te voegen aan Wsw Beschut. Dit zou eveneens een positief effect op het bedrijfsresultaat kunnen hebben.
5.2 Schets per PMC In het najaar van 2014 werken circa 426 fte Wsw-medewerkers bij Wsw Beschut. Per ultimo 2013 waren dat nog 442 fte. De verdeling over de PMC’s staat weergegeven in tabel 5.1. Verder wordt de NTW in 2013 weergegeven.
Tabel 5.1 Bezetting Wsw-medewerkers Wsw Beschut per ultimo 2013 en per november 2014 (in fte) FTE per eind FTE november NTW 2013 2013 2014 In € Verpakken en assemblage 302,2 292,9 792.000 Kwekerij 87,0 83,2 53.000 Confectie 35,8 33,2 164.000 Beschut buiten groen 16,9 16,9 42.000 Onverdeeld 125.000 442,0 426,3
37
In 2013 was de netto omzet (exclusief overige opbrengsten) bij Wsw Beschut 1,15 miljoen euro. Dit is ongeveer € 2.600 per fte. De omzet is het hoogste bij Confectie (inmiddels in een samenwerking met de opdrachtgever), circa € 4.500 per fte. Bij Verpakken en Assemblage ligt de omzet op zo’n € 2.600 per fte. De omzet bij de Kwekerij ligt in 2013 ruim onder € 1.000 per fte. Het bedrijfsresultaat is echter het saldo tussen enerzijds NTW en anderzijds de kosten voor ambtelijk personeel en de materiële bedrijfskosten. Een aanzienlijk deel van de kosten wordt niet direct toegerekend aan de PMC’s. Op ons verzoek is door SW Enschede voor 2013 een opstelling gemaakt waarin alle kosten (op basis van verdeelsleutels) zijn verdeeld over de PMC’s. Dit levert het volgende beeld op voor het bedrijfsresultaat, zowel in absolute bedragen als uitgedrukt per Wsw-fte.
Tabel 5.2 Bedrijfsresultaat 2013 per PMC, totaal en per Wsw-fte a) PMC Bedrijfsresultaat Per Wsw-fte 2013 (in €) (in € 1.000) Verpakken en assemblage -2.194 - 7.400 Kwekerij -1.110 - 12.900 Confectie -387 - 10.700 Beschut buiten groen -106 - 5.824 Totaal -3.798 - 8.700 a) Naast de kosten van SCP zijn ook de kosten geboekt op DCW, de OR en SWonverdeeld gedeeltelijk aan detacheringen toegerekend.
Hieruit blijkt duidelijk dat een hogere NTW per fte geen garantie is voor een beter bedrijfsresultaat. Confectie kent een relatieve hoge NTW per fte, maar heeft een negatiever bedrijfsresultaat per fte dan Verpakken en Assemblage en Beschut buiten groen. Bij de Kwekerij is zowel de NTW per fte als het bedrijfsresultaat per fte het ongunstigst.
5.3 Vergaande en ingrijpende mogelijkheden In deze paragraaf gaan we in op enkele vergaande en ingrijpende mogelijkheden om de situatie rond het sterk negatieve bedrijfsresultaat van Wsw Beschut om te buigen. De mogelijkheden houden een breuk met de huidige bedrijfsvoering in. We beginnen met de meest ingrijpende mogelijkheid. Wsw-medewerkers bij beschut werk niet langer een passende arbeidsplaats aanbieden De meest ingrijpende mogelijkheid is om de Wsw-medewerkers van Wsw Beschut niet langer een passende arbeidsplaats aan te bieden. Feitelijk komt het er op neer dat deze medewerkers met behoud van hun Wsw-dienstverband en loon thuis kunnen blijven. Het gevolg hiervan is dat er geen kosten meer hoeven te worden gemaakt voor het aanbieden van passende, loonvormende arbeid aan deze medewerkers. Dit levert een groot financieel voordeel op omdat het aanbieden van arbeidsplaatsen in de beschutte omgeving per saldo veel kost: de omzet is laag en de kosten zijn
38
hoog, wat leidt tot een begroot negatief bedrijfsresultaat van ruim 3,4 miljoen euro in 2015. Wanneer deze mogelijkheid wordt gerealiseerd valt een groot deel van de ambtelijke kosten bij Wsw Beschut weg. Uitzondering hierop wordt gevormd door P&O diensten (personeelsadvies, salarisadministratie, herindicatie, etc) die door SCP moeten worden blijven uitgevoerd voor de betrokken medewerkers. Ook de overige bedrijfskosten bij Wsw Beschut vallen grotendeels weg. Het bedrijfsresultaat van Wsw Beschut zou er bij het implementeren van deze mogelijkheid ongeveer als volgt uit komen te zien.
Tabel 5.3 ‘Bedrijfsresultaat’ Wsw Beschut bij niet langer aanbieden passende arbeidsplaats (gebaseerd op begroting 2015) Post Indicatief in € 1.000 Omzet (NTW) 0 Kosten ambtelijk apparaata) Overige bedrijfskostenb)
-450 -300
Bedrijfsresultaat -750 a) 30 procent van de ambtelijke kosten SCP in 2015 b) Waaronder: kosten salarisverwerking ADP, verzekeringen, personeelsvoorziening, etc.
Dit betekent dus dat deze maatregel potentieel, uitgaande van de begroting 2015, een financieel voordeel zou opleveren van circa 2,7 miljoen euro. Deze mogelijkheid is op redelijk korte termijn (binnen 1 jaar) in te voeren. Het voordeel loopt in de loop van de jaren nog iets op omdat het aantal Wswmedewerkers afneemt en er dan dus ook minder ambtelijke kosten hoeven te worden gemaakt voor P&O-taken. Natuurlijk leidt deze maatregel tot (eenmalige) frictiekosten. De belangrijkste zijn: • Kosten voor het van werk naar werk begeleiden van het ambtelijk personeel dat nu werkzaam is bij Beschut werk; • Leegstand van het pand aan de Kuipersdijk en van de kwekerij (de kapitaalslasten voor de panden lopen door); • Afboeking ineens van andere vaste materiële activa. De financiële voordelen van deze maatregel zijn in potentie groot, maar sociaal gezien is het een maatregel die niet past in de geest van de Wsw en de Participatiewet. Een ander belangrijk bezwaar tegen deze ingrijpende maatregel is dat deze kan leiden tot extra maatschappelijke kosten (woonbegeleiding, zorg, preventie en handhaving). Welke kosten en hoe hoog deze kosten zijn is lastig in beeld te brengen. Er is hier weinig onderzoek naar gedaan. In 2011 is in opdracht van SW-bedrijf IBN (deels) in beeld gebracht welke kosten worden voorkomen door de Wsw. Hierin wordt onder andere geconcludeerd dat er een kostenbesparing wordt gerealiseerd op de geestelijke gezondheidszorg (Wsw-ers gelukkiger dan hun collega’s op de wachtlijst) en een besparing op de zorgkosten (Wsw-ers sporten meer en zijn sociaal actiever dan hun collega’s op de wachtlijst). De door de Wsw bespaarde kosten in de GGZ en de overige zorg zouden ongeveer € 900 per Wsw-fte per jaar zijn. Passen we deze cijfers toe op de bezetting van Wsw Beschut Enschede in 2014 dan gaat het om ruim € 380.000 per jaar aan 39
bespaarde kosten (die dus in potentie wel gemaakt zouden moeten worden wanneer de hier geschetste maatregel zou worden ingevoerd). Wanneer deze maatregel zou worden overwogen is het verstandig om deze juridisch te toetsen aan de Wsw en meer in het algemeen het arbeidsrecht. De vraag is immers of er juridisch nog sprake is van een dienstverband wanneer er geen arbeid plaatsvindt. Met betrekking tot de Wsw geldt dat met de ingang van de Participatiewet de zorgplicht in de Wsw vervalt. Welke ruimte dit biedt aan gemeenten om Wsw-ers wel een dienstverband en salaris maar geen werkplek te bieden is onduidelijk. Ook dit dient juridisch getoetst te worden. Verder zal vooraf overleg moeten plaatsvinden met de eventuele woonbegeleiding van medewerkers. Een risico is dat medewerkers van Wsw Detachering ook graag deze mogelijkheid zouden willen benutten en zich zodanig gaan gedragen dat hun detachering wordt beëindigd door de inlener en niet meewerken aan een nieuwe detachering.
Wsw-medewerkers bij Wsw Beschut een passende arbeidsplaats aanbieden via een maatschappelijke of sociale detachering of (via een detachering) bij een werkgever Deze maatregel is minder ingrijpend dan de maatregel die zojuist is behandeld en houdt in dat beschut werk op een heel andere wijze wordt uitgevoerd dan tot dusver. Het uiteindelijke doel is om alle Wsw-medewerkers die nu bij Wsw Beschut werken buiten de muren van SW Enschede een werkplek te bieden via: • Detacheringen in de directe woonomgeving bij maatschappelijke organisaties, waarbij geen verdringing optreedt van andere betaalde arbeid. De Wsw-medewerkers kunnen dan maatschappelijk zinvolle activiteiten in de buurt of wijk uitvoeren, mogelijk in het kader van de WMO. Ook maatschappelijke detacheringen bij verenigingen zijn denkbaar; • ‘Sociale’ detacheringen in het eigen netwerk, bijvoorbeeld bij familie, kennissen en vrienden met een eigen bedrijf; • Het realiseren van beschutte werkplekken (via een detacheringsconstructie) bij reguliere werkgevers. Dit houdt in dat de beschutte werkplekken worden gerealiseerd bij reguliere werkgevers. Wanneer deze mogelijkheid wordt gerealiseerd, dan moet er voor de meeste Wsw-medewerkers op een nultarief of een symbolisch (en dus laag) detacheringstarief worden gerekend. Er zal echter ook nog een aantal Wswmedewerkers bij Wsw Beschut zijn die (individueel of in een groep) tegen een redelijk tot goed detacheringstarief kunnen worden geplaatst bij werkgevers. Denk bijvoorbeeld aan de Wsw-medewerkers die nu een SW kaderfunctie hebben bij Wsw Beschut. De uiteindelijke financiële resultaten zijn afhankelijk van de omzet die gegenereerd wordt met de groep die nog wel tegen een redelijk tot goed detacheringstarief kan worden gedetacheerd. In tabel 5.4 is dit uitgewerkt in een bandbreedte. Uitgangspunt in de tabel is dat 25 tot 50 procent van de huidige beschutte Wsw-medewerkers nog kunnen worden gedetacheerd tegen een detacheringsvergoeding van gemiddeld € 3 per uur. De rest (dus 75 of 50 procent) wordt tegen nultarief gedetacheerd. In dat geval ontstaat het volgende financiële beeld.
40
Tabel 5.4 ‘Bedrijfsresultaat’ Wsw Beschut bij realiseren beschut werk via maatschappelijke en sociale detacheringen en bij werkgevers (gebaseerd op begroting 2015) Post Indicatief in € 1.000 Omzet (NTW)a) 395 tot 790 Kosten ambtelijk apparaatb) Overige bedrijfskostenc)
-1.450 -800
Bedrijfsresultaat -1.855 tot -1.460 a) Respectievelijk circa 110 en 220 fte, gemiddeld 1.200 uur per jaar maal gemiddeld € 3 per uur b) Tien consulenten voor begeleiding externe beschutte plekken en 30 procent van de ambtelijke kosten van SCP in 2015 c) Kosten genoemd bij tabel 5.3 plus evenredige toename overige bedrijfskosten van Wsw Detacheringen ten opzichte van begroting 2015: € 500.000
Het bedrijfsresultaat/operationeel resultaat komt voor deze mogelijkheid dus uit op bijna 1,5 tot 1,9 miljoen euro negatief. Dit is nog altijd een verbetering van circa 1,5 tot 1,9 miljoen euro ten opzichte van de begroting 2015. Ook bij deze mogelijkheid gaan dezelfde frictiekosten een rol spelen als bij de vorige mogelijkheid. De frictiekosten voor het ambtelijk personeel kunnen ten opzichte van de vorige mogelijkheid worden beperkt door een aantal ambtenaren die nu een functie bij Wsw Beschut hebben voor de betrokken groep Wswmedewerkers de functie van consulent te laten vervullen. Deze mogelijkheid is veel meer in lijn met de intenties van de Wsw en de Participatiewet (participatie van mensen met een arbeidsbeperking) dan de hiervoor behandelde mogelijkheid en sluit ook aan op “De werkgever op kop”. Om deze mogelijkheid volledig te implementeren, zou een termijn van 2 tot 3 jaar kunnen gelden. Een groot aandachtspunt is de begeleiding van de betrokken Wsw-medewerkers. De organisaties die de medewerkers een plek aanbieden zullen voldoende begeleiding en toezicht moeten kunnen bieden, passend bij de medewerkers waar het om gaat.
5.4 Mogelijkheden omzetverhoging in bestaande bedrijfsvoering Hiervoor zijn twee ingrijpende maatregelen gepresenteerd die inhouden dat de uitvoering van Wsw Beschut in Enschede in een ander model wordt uitgevoerd. Uiteraard liggen er ook in de huidige manier van de bedrijfsvoering mogelijkheden om tot omzetverhogingen en kostenbesparingen te komen. In deze paragraaf gaan we in op de mogelijkheden om de omzet van Wsw Beschut te verhogen. De netto omzet per fte bij Wsw Beschut lag in 2013 op circa € 2.600 per fte. De verwachting is dat dit in 2014 niet veel hoger was. De begrote omzet voor 2015 (exclusief overige omzet) ligt op circa € 2.900 per fte. Bij een aantal andere SWbedrijven waar IROKO onderzoek heeft gedaan, ligt de netto omzet per fte in 41
beschut werk in een range van € 3.500 tot € 6.000 per fte15. Uiteraard is de omzetkant slechts één kant van de medaille. Wanneer deze hogere omzetten gepaard gaan met navenant hogere kosten is het financieel resultaat per saldo gelijk. Een andere vraag is of deze omzetten ook in Twente gerealiseerd kunnen worden. Navraag bij SW-bedrijven in de omgeving laat zien dat daar in de beschutte omgeving vergelijkbare omzetten worden gerealiseerd als bij SW Enschede. Dat betekent echter niet dat er geen verbeterpotentieel is. Onze inschatting is dat een omzet van € 3.500 per fte haalbaar zou moeten zijn. Het verbeterpotentieel ligt dus uitgaande van de omzetten in 2013 en 2014 op ongeveer € 900 per fte. Met in 2015 ruim 400 fte Wsw-medewerkers in Beschut werk betekent dit een totaal verbeterpotentieel van € 360.000. Rekenen we met de begrote omzet per fte in 2015 (€ 2.900 per fte) dan is het verbeterpotentieel € 240.000. Door de afname van het aantal Wsw-medewerkers neemt verbeterpotentieel in de loop van de jaren af tot circa € 160.000 in 202016. Een periode van 3 tot 4 jaar is reëel om dit verbeterpotentieel volledig te realiseren. In deze paragraaf gaan we in op een aantal mogelijkheden om de omzet te verhogen, bijvoorbeeld: • Terugdringen ziekteverzuim; • Pauzes in werktijd terugbrengen; • Verminderen aantal leegloopuren; • Focus acquisitie/marktbenadering. Terugdringen ziekteverzuim Het ziekteverzuim bij Wsw Beschut was in 2013 ruim 21%. In 2014 is het ziekteverzuim uitgekomen op 17,5 procent. Het gemiddelde ziekteverzuim in de SW-sector is 12,7 procent. Hierbij geldt echter vaak dat het ziekteverzuim bij detacheringen lager is dan bij beschut werk. Een verdere daling van het ziekteverzuim bij Beschut werk met ruim 3 procentpunt tot iets boven de 14 procent zou mogelijk moeten zijn. Een verdere daling van ruim 3 procentpunt in het ziekteverzuim leidt tot circa 45 meer productieve uren per fte. Uitgaande van 426 fte Wsw-medewerkers bij beschut werk, zou dit een totale toename van het aantal productieve uren inhouden van ruim 19.000 uur. Een toename van 45 extra productieve uren houdt een toename in van circa 4 procent. Wanneer er voldoende opdrachten tegen vergelijkbare prijzen uit de markt kunnen worden gehaald, dan zou dit kunnen leiden tot een omzetverhoging van 4 procent van 1,2 miljoen euro (begrote omzet 2015) = € 48.000. Deze mogelijkheid draagt dus zeker bij aan een verbetering van het bedrijfsresultaat. Voorwaarde is dat het verzuimbeleid adequaat is en goed wordt uitgevoerd. Een andere voorwaarde is dat er voldoende extra opdrachten uit de markt kunnen worden gehaald om de extra productieve uren ook te kunnen vullen met werk. Pauzes in werktijd terugbrengen Bij Beschut werk is het aantal pauzes inmiddels al teruggebracht van 5 naar 3. Er is echter nog steeds sprake van twee pauzes van 15 minuten in werktijd. De 15 Gebaseerd op gegevens van SW-bedrijven waar een relatief beperkt deel van de Wsw-medewerkers in beschut werk is geplaatst. Het betreft een groot SW-bedrijf in Zuid Limburg (NTW beschut werk € 3.600 per fte), een groot SW-bedrijf in het Oosten van Gelderland (€ 3.200 per fte), een middelgroot SW-bedrijf in Gelderland (€ 6.000 per fte), een klein SW-bedrijf in Noord Holland (€ 5.300 per fte), een klein SW-bedrijf op de Zuid-Hollandse eilanden (€ 6.200 per fte) 16 De afname van het verbeterpotentieel zou minder sterk kunnen zijn wanneer blijkt dat een zelfde volume opdrachten met minder medewerkers kan worden uitgevoerd.
42
feitelijke werktijd per dag komt daarmee uit op 7,5 uur. Met instemming van de OR kan worden besloten de pauzes om te zetten naar pauzes in eigen tijd. Dit verlengt de productieve tijd per werkdag met 0,5 uur. Een toename in productieve uren van 6,7 procent. Wanneer er voldoende opdrachten uit de markt kunnen worden gehaald, kan dit leiden tot een omzetverhoging van 6,7 procent van € 1,2 miljoen (omzet 2015) = € 80.000. Ook hierbij is voorwaarde dat er voldoende extra opdrachten tegen een zelfde prijsniveau kunnen worden geworven. Verminderen aantal leegloopuren Er is op dit moment geen precies inzicht in de hoeveelheid leegloopuren bij Wsw Beschut. In enkele interviews is aangegeven dat vooral in het eerste kwartaal veelal sprake is van te weinig werk bij Wsw Beschut en dan vooral bij verpakken en assemblage. Het leeglooppercentage bij verpakken en assemblage wordt geschat op 10 procent van het totaal aantal uren. Wanneer er meer opdrachten geworven worden tegen een zelfde prijsniveau zou dat kunnen leiden tot 10 procent meer omzet bij verpakken en assemblage, circa € 80.000. Focus acquisitie/marktbenadering In de interviews is een aantal mogelijkheden aangegeven om opdrachten te verkrijgen die een betere opbrengst kunnen genereren: • Acquisitie meer richten op assemblage en minder op verpakken; • (Kleinere) series zoeken die niet zo snel naar lagelonenlanden worden uitbesteed; • Zoeken naar werk dat niet het kernproces van de klant is; • Zakelijker omgaan met meerwerk en/of opdrachtgevers die afspraken niet nakomen; • Nog meer Duitse klanten proberen te krijgen; opbrengsten bij Duitse opdrachtgevers zijn doorgaans beter dan bij Nederlandse opdrachtgevers; • Vooral acquireren in sectoren/branches met een hoge toegevoegde waarde/marge; • Acquireren buiten de directe regio. Omdat er weinig gegevens per PMC bij Wsw Beschut beschikbaar zijn, hebben we geen nadere analyse kunnen maken op basis van feitelijke gegevens. We zullen de hierboven genoemde mogelijkheden één voor één bespreken. De uuropbrengsten bij assemblageopdrachten zijn beter dan de opbrengsten van verpakkingsopdrachten. Dit ligt voor de hand omdat bij assemblage voor de klant meer waarde wordt toegevoegd dan bij verpakkingswerk. SW Enschede is in staat om zulke assemblageopdrachten uit te voeren, omdat men ervaren is met het opknippen van het proces in een aantal eenduidige deelhandelingen die door de medewerkers bij Wsw Beschut kunnen worden uitgevoerd. Het financiële effect is op basis van de beschikbare informatie niet aan te geven. Een andere mogelijkheid is om in de acquisitie meer te zoeken naar opdrachten met series die te klein zijn om uit te besteden naar lagelonenlanden. Verder kan gezocht worden naar opdrachten die niet tot het eigen kernproces van de klant behoren. Dus bijvoorbeeld géén verpakkingswerk acquireren bij bedrijven waar het verpakken onderdeel is van de corebusiness, maar bij bedrijven waarvoor het géén corebusiness is. Bijvoorbeeld bedrijven die eenmalig of periodiek verpakkingswerk hebben door speciale acties die men voert. In de interviews is door de werkleiding aangegeven dat er zakelijker moet worden omgegaan met meerwerk en/of opdrachtgevers die hun afspraken niet nakomen. Met dit laatste wordt bijvoorbeeld bedoeld dat er afspraken zijn met 43
opdrachtgevers over de aflevering van materialen/onderdelen voor de uitvoering van de opdracht. Wanneer de opdrachtgever hieraan niet voldoet, zou er altijd een gesprek met de opdrachtgever aangegaan moeten worden over de condities van de opdracht. Dit schiet er nu regelmatig bij in. Het verdient aanbeveling dat meerwerk en/of het niet nakomen van afspraken door de klant door het productiebureau wordt gedeeld met de commercieel medewerker en dat wordt bepaald wie hierover met de klant in gesprek gaat. De opdrachten voor Duitse klanten leveren (per uur) meer op dan opdrachten voor de meeste binnenlandse opdrachtgevers. Daarom wordt in de acquisitie nu steeds sterker gekeken naar de Duitse markt. De hogere uuropbrengsten voor Duitse opdrachtgevers is door ons op basis van de beschikbare informatie niet te verifiëren. Een andere mogelijkheid is om de acquisitie te richten op sectoren en branches waarvan wordt verwacht dat zij regelmatig assemblage- of verpakkingswerk hebben. Verder zou gekeken kunnen worden hoe hoog de gemiddelde personeelskosten per fte en het gemiddelde bedrijfsresultaat per fte zijn in deze sectoren/branches. Wanneer de gemiddelde personeelskosten per fte en het gemiddelde bedrijfsresultaat per fte relatief hoog zijn, zou verwacht mogen worden dat er in deze sectoren/branches mogelijk beter betaalde opdrachten te vinden zijn dan in sectoren/branches met lage gemiddelde personeelskosten en een gemiddeld laag bedrijfsresultaat. Een aantal sectoren met relatief hoge personeelskosten en/of een hoog bedrijfsresultaat per fte zijn (Bron: CBS, Statline): • Winning van aardolie en gas; • Overige delfstoffenwinning; • Dienstverlening delfstoffenwinning; • Voedingsmiddelenindustrie (is ook weinig conjunctuurgevoelig) • Drankenindustrie; • Tabaksindustrie; • Aardolieindustrie; • Chemische industrie; • Farmaceutische industrie; • Elektrotechnische industrie; • Energiebedrijven; • Waterleidingbedrijven; • Groothandel (met aanzienlijke verschillen tussen de verschillende typen groothandel); • Vervoer door de lucht; • Telecommunicatie. De meest voor de hand liggende opdrachtgevers voor Wsw Beschut zijn in Enschede waarschijnlijk vooral te vinden in de industrie en de groothandel. Maar wanneer wordt gezocht naar opdrachten die niet tot het kernproces van het bedrijf behoren, bestaan er wellicht ook mogelijkheden in andere sectoren. Het is dan wel zaak dat bedrijven in deze sectoren bekend zijn met de mogelijkheden die SW Enschede biedt en kan bieden. Er zal dus breed en actief koude acquisitie moeten worden gepleegd om beter renderende opdrachten te verwerven. Dit zou in eerste instantie kunnen worden beperkt tot de directe regio, maar waarschijnlijk is het aantal potentiële opdrachtgevers dan beperkt. Het verdient daarom aanbeveling om een groter geografisch gebied te kiezen om acquisitie te doen. Hiervoor is het waarschijnlijk nodig (tijdelijk) meer inzet te plegen op acquisitie. Eén optie is om een kwalitatief goed telemarketingbureau in te schakelen voor de telefonische benadering van bedrijven in een aantal 44
geselecteerde sectoren om tot afspraken te komen voor de commercieel medewerker van Wsw Beschut. De acquisitie buiten de regio zou ook specifiek gericht kunnen worden op bepaalde typen opdrachten, bijvoorbeeld assemblageopdrachten. Het is dan belangrijk om vooraf sectoren en branches te identificeren waarin dergelijk werk of dergelijke opdrachten naar verwachting relatief vaak voorkomen.
5.5 Kosten: besparingsmogelijkheden in bestaande bedrijfsvoering In deze paragraaf gaan we in op mogelijkheden om te besparen op de personeelskosten van ambtenaren en op de overige bedrijfskosten. We gaan eerst in op de mogelijkheid om de kwekerij op te heffen. 5.5.1 Opheffen kwekerij De kwekerij kent de laatste jaren nauwelijks omzet en is sterk verlieslatend (zie tabel 5.2). Vandaar dat we deze mogelijkheid onder de besparingsmogelijkheden opnemen. Wanneer de kwekerij wordt opgeheven valt de omzet van de kwekerij weg, maar dit geldt ook voor de directe kosten van de kwekerij. Wanneer de medewerkers van de kwekerij worden overgeplaatst naar verpakken en assemblage en confectie, dan kan in deze PMC’s meer omzet (blijven) worden gegenereerd. Echter, ook de kosten in deze PMC’s zullen stijgen. In tabel 5.5 worden de verschillende effecten gepresenteerd.
Tabel 5.5 Effecten opheffen kwekerij (uitgaande van cijfers 2013) Effect In € Wegvallen NTW kwekerij -€ 53.000 Wegvallen directe kosten kwekerij € 479.000 Toename NTW verpakken en assemblage € 86.000a) Toename directe kosten verpakken en assemblage -€ 220.000 Totaal effect € 292.000 a) Behoedzame aanname uitgaande van € 1.000 NTW per fte
Deze mogelijkheid heeft dus indicatief een positief effect op het bedrijfsresultaat van Wsw Beschut van bijna € 300.000. Voorwaarde is dat er voor € 86.000 extra omzet voor verpakken en assemblage uit de markt kan worden gehaald voor een uurprijs van circa € 1 per uur. Het positieve effect is hoger wanneer er voldoende opdrachten uit de markt kunnen worden gehaald tegen een zelfde gemiddelde prijsniveau als nu. Dan ontstaat er een extra positief effect van circa € 140.000. Het opheffen van de kwekerij gaat gepaard met frictiekosten, zoals: • De kapitaalslasten kwekerij lopen door; • De OZB voor de kwekerij moet blijven worden betaald; • Leegstand van de kwekerij. 5.5.2 Personeelskosten ambtenaren Bij Wsw Beschut werken momenteel (exclusief SCP) 16,8 fte ambtenaren. In 2013 werkten gemiddeld 18,1 fte ambtenaren bij Wsw Beschut. Het aantal Wswmedewerkers bij Wsw Beschut bedraagt circa 435 fte. Van deze Wswmedewerkers vervullen er 33,5 fte een SW-kaderfunctie. 45
De personeelskosten voor de ambtenaren bedroegen (exclusief SCP) in 2013 circa € 2,0 miljoen. In 2015 is voor Wsw Beschut een bedrag aan ambtelijke kosten van iets boven de € 2,0 miljoen begroot. De opbouw van de begroting 2015 is als volgt: • Variabel: € 1.268.000 (dit zijn de directe loonkosten voor de ambtenaren); • Opslag BMO/LO variabel: € 594.000 (de opslag voor overheadkosten die wordt gehanteerd door de gemeente Enschede. Deze is bijna 47 procent van de eerste post); • BMO/LO vast: € 166.000 (deze vaste bijdrage aan BMO/LO is in totaal € 582.000. Deze is naar rato toegerekend aan Beschut werk, Detacheringen en SCP). Daarnaast moet een deel van de ambtelijke kosten van SCP aan Wsw Beschut worden toegerekend. Wanneer we de ambtelijke kosten van SCP naar rato toerekenen aan Wsw Beschut en Wsw Detacheringen geeft dit voor Wsw Beschut in 2015 een bedrag aan ambtelijke kosten SCP van € 467.000. De mogelijke besparingen liggen op de volgende vlakken: • Reductie van de ambtelijke formatie vanaf 2015 vanwege de krimp van het aantal Wsw-medewerkers; • Het aflopen van ambtelijke aanstellingen met garantieloon; • Het meenemen van een aantal kostenposten bij Wsw Beschut in de algemene overhead van de gemeente Enschede; • De vaste vergoeding aan BMO/LO voor specifieke diensten. Reductie aantal ambtenaren vanaf 2015 Het aantal Wsw-medewerkers bij Wsw Beschut zal vanaf 2015 gaan afnemen als gevolg van de stop op de instroom in de Wsw. Het is dan ook logisch dat er een formatieplan voor de komende jaren wordt gemaakt (zowel voor ambtelijke functies als SW-kaderfuncties) om te bepalen welke reductie in de ambtelijke bezetting kan worden gerealiseerd. In de Meerjarenbegroting 2015 – 2020 wordt uitgegaan van een reductie van 1 fte ambtelijk personeel voor elke 50 fte Wswmedewerkers die uitstromen. Dit lijkt ons een realistische aanname waar het gaat om de (senior) werkbegeleiders. In de Meerjarenbegroting is niet het gehele effect van het bovenbedoelde uitgangspunt meegenomen. In 2015 is er 8,8 fte als (senior) werkbegeleider werkzaam op gemiddeld zo’n 413 fte Wsw-ers. In 2020 zijn er volgens de Meerjarenbegroting gemiddeld nog 264 fte Wsw-ers bij Wsw Beschut. Dit zou dan een reductie van 3 fte aan ambtelijke medewerkers inhouden. Dit geeft een reductie van de ambtelijke kosten van € 265.000 (3 maal € 60.000 maal 1,4717). Hiervan is ongeveer de helft opgenomen in de Meerjarenbegroting. Het volledig meenemen van het uitgangspunt ‘1 fte ambtelijk minder op 50 fte Wsw’ levert in 2020 een extra besparing op van ruim € 130.000 ten opzichte van de Meerjarenbegroting. Aan de andere kant moet er echter op worden gerekend dat door de uitstroom van Wsw-medewerkers die een SW-kaderfunctie vervullen, er behoefte kan ontstaan aan uitbreiding van de ambtelijke formatie. Van de 33,5 fte die momenteel een SW-kaderfunctie hebben, stromen er in de jaren 2015 tot en met 2020 11 fte uit vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. De 17
De 1,47 is de opslag voor overheadkosten zoals die door de gemeente Enschede wordt gehanteerd.
46
uitstroom vanwege pensioen is onder SW-kaderfuncties (33 procent) daarmee hoger dan onder de overige Wsw-medewerkers bij Beschut werk (circa 22 procent). Aflopen van ambtelijke aanstellingen met garantieloon Een aanzienlijk aantal ambtenaren heeft garantieloon. Zij hebben daardoor een persoonlijke loonschaal die hoger is dan de functieschaal. Bij Wsw Beschut betreft dit 5,8 fte van de in totaal 16,8 fte ambtenaren. Bij SCP gaat het om 5,7 fte van de in totaal 13,2 fte. Hiervan gaat 1 fte op korte termijn met pensioen, maar daarna duurt het tot 2019 en 2020 voordat er ambtenaren met garantieloon met pensioen gaan. Wanneer zij dan worden vervangen door ambtenaren in de functieschaal levert dit een besparing op in de loonkosten. Echter een deel van deze ambtenaren zal niet worden vervangen als gevolg van de krimp van het aantal Wsw-medewerkers. Met andere woorden: zij maken onderdeel uit van de reductie van ‘1 ambtelijke fte op 50 fte Wsw-medewerkers’. Dubbele belasting Wsw Beschut Wij hebben de indruk dat Wsw Beschut dubbel belast wordt door de variabele vergoeding aan BMO. Enerzijds wordt aan Wsw Beschut de opslag van 47 procent op de loonsom toegepast. Anderzijds heeft Wsw Beschut nog een aantal posten op de begroting staan die bij andere afdelingen onder de 47 procent overhead vallen. Dit betreft onder andere de huisvestingskosten van de ambtelijke medewerkers en de catering. Wanneer de kosten voor de huisvesting van de ambtenaren en de kosten voor catering in de opslag voor de overhead voor de gehele gemeentelijke organisatie worden opgenomen, dan verbetert het bedrijfsresultaat van Wsw Beschut met € 100.000 tot € 200.000. Voor de gemeente als geheel is er echter geen positief effect. Vaste vergoeding BMO voor specifieke diensten Naast de circa 47 procent opslag voor overhead/facilitaire diensten op de loonkosten voor ambtenaren, betaalt SW Enschede ook een vaste vergoeding aan BMO voor specifieke diensten. Dit was in 2014 circa € 771.000 en staat vanaf 2015 in de Meerjarenbegroting voor € 582.000. Het betreft een budget-neutrale verrekening met BMO voor taken/kosten die voorheen door DCW werden betaald maar nu door BMO en worden doorbelast aan SW Enschede.
5.5.3 Overige bedrijfskosten Huisvesting Op termijn kan Wsw Beschut mogelijk verhuizen van de Kuipersdijk naar het voormalige Tubantiapand. Daarmee kan fors worden bespaard op het aantal vierkante meters. Dit levert volgens een indicatieve berekening van SW Enschede een jaarlijkse besparing op van € 400.000 tot € 500.000. Deze mogelijke besparing is nog niet meegenomen in de Meerjarenbegroting. Vaste en variabele overige bedrijfskosten In de Meerjarenbegroting voor SW Enschede wordt in de jaren 2015 – 2020 al een geleidelijke afname van de overige bedrijfskosten meegenomen, voor het deel dat deze kosten variabel zijn verondersteld met de omvang van de organisatie. De Meerjarenbegroting laat voor Wsw Beschut in 2015 overige bedrijfskosten zien van ruim 2,3 miljoen euro, inclusief de door ons aan Wsw Beschut toegerekende overige bedrijfskosten van SCP. Het genoemde bedrag bestaat voor € 507.000 uit kapitaalslasten Kuipersdijk (afschrijvingen en toegerekende rente) en voor 1,55 47
miljoen euro aan materiële kosten van Wsw Beschut. Verder is door ons naar rato € 266.000 van de materiële kosten van SCP toegerekend aan Beschut werk. Van de materiële kosten bij Wsw Beschut wordt 8 procent als variabel gezien en 92 procent als vast. De kosten die als variabel worden aangemerkt zijn kosten die direct zijn gerelateerd aan het personeel, bijvoorbeeld de kosten voor personeelsvoor-zieningen/ambtsjubilea/recepties, de koffievoorziening en diensten werkkleding, enzovoort. Het overgrote deel van de materiële kosten bij Wsw Beschut worden dus aangemerkt als vaste kosten. Hierdoor nemen de materiële kosten in de Meerjarenbegroting in de periode 2015 – 2020 met 15 procent af, terwijl het aantal fte Wsw-medewerkers in dezelfde periode met 36 procent afneemt. Bij enkele posten kan de vraag worden gesteld of deze niet variabel zijn met de omvang van de organisatie. We noemen als voorbeeld enkele grotere kostenposten: • Diverse vergoedingen (totaal € 213.000 in 2015). Het lijkt hier te gaan om vergoedingen aan het personeel. Van deze post kan worden aangenomen dat deze variabel is met de krimp van de organisatie; • Materiaal SW (totaal € 92.000 in 2015). Ook van deze post mag worden aangenomen dat de hoogte van de kosten afneemt naarmate de organisatie kleiner wordt. Van de materiële kosten van SCP (deels toegerekend aan Beschut werk) wordt in de Meerjarenbegroting bijna 2/3 variabel verondersteld en 1/3 vast. Zo worden de Arbokosten en de kosten voor de salarisverwerking SW als vaste kosten aangemerkt, maar er kan worden aangenomen dat ook deze kosten op enig moment in neerwaartse zin kunnen worden bijgesteld. De verwachting is immers dat tussen eind 2014 en eind 2020 het aantal fte Wsw-medewerkers met bijna 40 procent zal afnemen. Gezien het bovenstaande denken wij dat er nog aanzienlijke besparingen mogelijk zijn in de overige bedrijfskosten ten opzichte van de Meerjarenbegroting. Dit kan op termijn (vanaf 2018) al snel gaan om een bedrag van € 100.000 tot € 150.000. Het is dus van belang de nu als vast aangemerkte kosten kritisch door te lopen en goed te beoordelen in welke mate en wanneer er besparingen mogelijk zijn.
5.6 Toevoegen activiteiten aan Wsw Beschut In deze paragraaf gaan we in op mogelijkheden die breder liggen dan sec de Wsw. Wanneer de gemeente Enschede zou besluiten bepaalde activiteiten/taken in het kader van de Participatiewet of de WMO 2015 toe te voegen aan Beschut werk, dan kan dat in theorie positieve effecten hebben op de financiële resultaten van Beschut werk. We gaan achtereenvolgens in op de volgende mogelijkheden: • Nieuw beschut werk in het kader van de Participatiewet laten uitvoeren door Beschut werk; • Een rol van Beschut werk in de re-integratie/toeleiding van personen uit de doelgroep Participatiewet; • Arbeidsmatige dagbesteding laten uitvoeren door Beschut werk. 5.6.1 Uitvoering nieuw beschut werk onderbrengen bij Wsw Beschut In het kader van de Participatiewet komt er een nieuwe voorziening beschut werk voor burgers die hierop zijn aangewezen. Dit zijn personen die niet bij een 48
reguliere werkgever kunnen werken omdat ze een hoge mate van begeleiding nodig hebben of aanpassingen op de werkplek nodig hebben die van een reguliere werkgever niet kunnen worden verlangd. De gemeente kan zelf bepalen of en hoe zij het nieuwe beschut werk vorm gaat geven en uitvoeren. De gemeente Enschede kan er voor kiezen om de uitvoering van nieuw beschut werk onder te brengen bij Wsw Beschut. Dit kan minimaal de volgende gevolgen hebben voor de Wsw-exploitatie: • de (op korte termijn) vaste materiële kosten (infrastructuur) kunnen worden verdeeld over de SW Beschut en nieuw beschut werk, wat per saldo een positief effect heeft op de exploitatie Wsw; • het uitvoeren van nieuw beschut werk in het beschut bedrijf leidt ertoe dat er meer ambtelijke medewerkers aan het werk kunnen blijven in het beschutte bedrijf en minder ambtenaren boventallig worden. Dit levert besparingen op in het van werk naar werk begeleiden van ambtenaren en ook de kosten voor staffuncties kunnen worden gedeeld tussen de Wsw en het nieuwe beschut werk met mogelijke gunstige gevolgen voor het financiële resultaat van Wsw Beschut; • wanneer het beschut bedrijf genoeg werk heeft voor de huidige SWmedewerkers, dan kan dit behouden blijven wanneer nieuw beschut werk wordt ondergebracht bij het beschut bedrijf. Anders moet werk worden afgestoten omdat het aantal SW-medewerkers krimpt. De financiële randvoorwaarden vanuit de Rijksoverheid zijn echter zodanig dat het nieuw beschut werk nauwelijks kostendekkend kan worden uitgevoerd. Bij het nieuw beschut werk mag de gemeente een loonkostensubsidie van maximaal 70% van het WML verstrekken als compensatie voor het verschil tussen WML en de loonwaarde van betrokkenen. Deze loonkostensubsidie wordt door gemeenten betaald uit de Participatiewetuitkering (voorheen Inkomensdeel WWB). Daarnaast rekent de Rijksoverheid met gemiddeld € 8.500 begeleidingskosten per plek in nieuw beschut werk. Deze kosten moeten door de gemeente worden betaald uit het Participatiebudget. Deze begeleidingskosten bevatten ook de kosten voor infrastructuur (gebouw, werkplek, productiemiddelen, etcetera). Dit leidt tot de volgende opstelling, waarbij uitgegaan is van een beloningsniveau op WML-niveau. Tabel 5.6 Financiële opstelling nieuw beschut werk Post € Loonkosten WML Circa - € 24.000 Vergoeding loonkostensubsidie 70% € 16.800 NTW uit inzet betrokkenena) € 2.600 Vergoeding begeleidingskosten uit Participatiebudget € 8.500 Saldo resterend voor dekking uitvoeringskosten € 3.900 a) Aangenomen dat de NTW per fte gelijk is aan de NTW per fte bij Wsw Beschut (niveau 2013 en 2014)
Uit deze opstelling blijkt dat er per saldo € 3.900 per plek nieuw beschut werk overblijft om ambtelijke en materiële kosten te dekken. De gemiddelde kosten beschut werk Wsw liggen momenteel (begroting 2015) op meer dan € 11.500 per plek. Hieruit volgt dat een plek nieuw beschut werk niet kostendekkend is uit te voeren in de huidige infrastructuur. Aangezien de instroom in de nieuwe voorziening Beschut geleidelijk zal gaan plaats vinden en het in Enschede om een toename van ongeveer 10 full time plekken per jaar zal gaan, is de toestroom in de eerste jaren in de huidige structuur op te vangen. Zelfs dan is het echter de vraag of de marginale kosten niet hoger zullen zijn dan de marginale opbrengsten, tenzij de gemeente 49
Enschede de vergoeding voor de begeleidingskosten hoger vaststelt dan € 8.500 per plek. Ook betekent de beperkte omvang in de eerste jaren dat dit in absolute bedragen maar een zeer beperkte impact zal kunnen hebben op de exploitatie van Wsw Beschut. Het uitvoeren van nieuw beschut werk levert dus géén gunstige effecten op voor de Wsw-exploitatie, omdat nieuw beschut werk op zichzelf (ook) niet kostendekkend kan worden uitgevoerd in de infrastructuur van SW Enschede.
5.6.2 Rol van Wsw Beschut bij de uitvoering van re-integratie/ toeleiding van de doelgroep Participatiewet Wsw Beschut zou een rol kunnen vervullen in de re-integratie/toeleiding van personen uit de doelgroep Participatiewet. Een voor de hand liggende rol is dat Wsw Beschut personen uit de doelgroep in opdracht van de gemeente Enschede werkervaring/arbeidsritme laat opdoen binnen de bestaande infrastructuur. Deze mensen zouden een dienstverband aangeboden kunnen krijgen of met behoud van uitkering een tijdelijke plek binnen Wsw Beschut kunnen krijgen. Wanneer gekozen wordt voor een dienstverband, geldt wederom dat maximaal 70 procent loonkostensubsidie van het WML mag worden verstrekt. De begeleidingsvergoeding voor deze groep bedraagt volgens de Rijksoverheid gemiddeld € 4.000 per persoon. Dit levert een nog negatiever financieel plaatje op dan nieuw beschut werken. De tweede mogelijkheid is om mensen uit de doelgroep Participatiewet tijdelijk (hooguit 4 of 6 maanden) met behoud van uitkering te laten werken binnen Wsw Beschut. Doel zou dan kunnen zijn om hen werkervaring of arbeidsritme op te laten doen.
Tabel 5.7 Financiële opstelling werkervaring/arbeidsritmeplekken (per fte) Jaar € NTW uit inzet betrokkenena) € 2.600 Vergoeding begeleidingskosten uit Participatiebudget € 4.000 Saldo resterend voor dekking uitvoeringskosten € 6.600 a) Aangenomen dat de NTW per fte gelijk is aan de NTW per fte bij Wsw Beschut (niveau 2013 en 2014)
Deze mogelijkheid levert zo bezien geen financieel perspectief op. Het bedrag dat beschikbaar is voor de dekking van de uitvoeringskosten ligt duidelijk lager dan de huidige kosten (ambtelijk en materieel) van een plek bij Wsw Beschut. Een mogelijkheid is ook hier uiteraard om het bovenstaande uit te voeren in een dusdanig beperkte omvang dat alleen de marginale kosten beschouwd hoeven te worden. Echter: een dergelijke omvang heeft in absolute zin slechts een marginaal effect op de verbetering van de exploitatie van de Wsw.
5.6.3 Arbeidsmatige dagbesteding laten uitvoeren door Wsw Beschut Een volgende mogelijkheid is dat de gemeente Enschede (een gedeelte van) de arbeidsmatige dagbesteding gaat uitvoeren bij Wsw Beschut. In een ontvangen rekenvoorbeeld van de gemeente Enschede wordt uitgegaan van een prijs per cliënt per dagdeel van € 17 bij een gemiddelde groepsgrootte van 10 personen en 12 dagdelen openstelling per week. Hiervoor zou dan op jaarbasis een subsidiebedrag beschikbaar zijn van circa € 106.000. Bij een openstelling van 10 dagdelen per week zou het subsidiebedrag circa € 88.000 50
zijn. Er wordt daarbij uitgegaan van loonkosten (incl. onregelmatigheidstoeslag en sociale lasten) van ruim € 49.000 per begeleidende medewerker en 15% overheadkosten. Op basis van deze uitgangspunten kan Wsw Beschut arbeidsmatige dagbesteding niet kostendekkend aanbieden. Zie hiervoor tabel 5.8. De kosten van een werkbegeleider bij Wsw Beschut zijn inclusief werkgeverslasten en de 47 procent opslag voor de overheadkosten veel hoger dan in het bovenstaande rekenvoorbeeld is aangenomen. Hierdoor resteert er op jaarbasis slechts € 11.000 voor de dekking van de overige materiële bedrijfskosten. Deze kosten liggen in 2015 bij Wsw Beschut (exclusief de kosten voor het pand) op ruim € 5.000 per fte. Voor 10 fte zou dat dus € 50.000 betekenen. Wanneer het om 1 of 2 groepen gaat, is Wsw Beschut in staat om de dagbesteding binnen de huidige formatie en huisvesting uit te voeren en heeft dit een positief effect (circa € 70.000 per groep) op het bedrijfsresultaat. De marginale kosten voor de begeleiding zijn dan immers nihil. Als Wsw Beschut meer groepen zou willen bedienen, dan moet extra formatie worden aangetrokken of ingehuurd en is de uitvoering van de dagbesteding in financiële zin niet of nauwelijks interessant voor Wsw Beschut.
Tabel 5.8 Financiële opstelling dagbesteding (per fte) Post Groepsgrootte: 10 Jaarlijks subsidiebedrag bij 10 dagdelen openstelling € 88.000 NTW uit inzet betrokkenena) € 10.000 Kosten werkbegeleider Wsw Beschut b) € 87.000 Saldo voor dekking materiële kosten € 11.000 a) Aangenomen is een beperkte NTW van € 1.000 per fte in arbeidsmatige dagbesteding b) Maximum schaal 8, inclusief werkgeverslasten en 47% opslag overheadkosten gemeente Enschede
5.7 Conclusie Er zal een keuze moeten worden gemaakt tussen ingrijpende mogelijkheden die een breuk vormen met de huidige bedrijfsvoering van Wsw Beschut en mogelijkheden om binnen de huidige bedrijfsvoering te komen tot omzetverhoging en kostenbesparingen. Het is het één of het ander. Ingrijpende maatregelen hebben de meeste potentie om het bedrijfsresultaat van Wsw Beschut te verbeteren en zodoende de gemeentelijke bijdrage voor de Wsw te beperken. In onderstaande tabel worden de mogelijkheden zoals besproken in dit hoofdstuk samengevat.
Tabel 5.9 Overzicht mogelijkheden verbetering bedrijfsresultaat Wsw Beschut Mogelijkheid Haalbaarheid Randvoorwaarden Indicatie effect Ingrijpende mogelijkheden: Wsw-ers Beschut niet Is afhankelijk Politiek besluit dat 2,7 miljoen euro t.o.v. langer een passende van uitkomst ingaat tegen begroting 2015, wel arbeidsplaats juridische uitgangspunten Wsw en frictiekosten en aanbieden toetsing en Participatiewet maatschappelijke kosten
51
Mogelijkheid
Haalbaarheid politieke keuze
Randvoorwaarden
Indicatie effect
Alle beschutte werkplekken via maatschappelijke of sociale detachering
Middel, vooral omvang is risico
Er moet genoeg ambitie zijn om dit te realiseren. Het zal de nodige inspanningen kosten.
1,5 tot 1,9 miljoen euro t.o.v. begroting 2015, wel frictiekosten
Hoog
Besluit nemen, Wswmedewerkers overplaatsen naar andere PMC’s Verdere beperking ziekteverzuim, minder leegloop, minder pauzes, focus in de acquisitie Toepassen van 1 fte ambtelijk minder op 50 fte Wsw minder toe te passen in MJB Kosten huisvesting ambtenaren bij Wsw Beschut/SCP en catering meenemen in de totale overhead gemeente Enschede en uit exploitatie Wsw Beschut halen Betrekken voormalige Tubantia pand
Circa 300.000 euro besparing
Mogelijkheden binnen de huidige bedrijfsvoering Sluiten kwekerij
Diverse maatregelen mbt omzetverhoging
Hoog
Kostenbesparingen ambtelijke kosten
Hoog
Lagere doorbelasting overhead door de gemeente
Middel tot hoog
Wsw Beschut huisvesten in ander (kleiner) pand Scherper begroten overige bedrijfskosten
Middel tot hoog Hoog
Beter uitzoeken wat vast en wat variabel is
Toevoegen activiteiten nieuw beschut, reintegratie of dagbesteding aan Wsw Beschut
Hoog
Politieke en beleidsmatige keuze
Positief effect in 2020 van circa 160.000 euro
Besparing t.o.v. MJB oplopend tot 130.000 euro in 2020 100.000 tot 200.000 euro besparing voor Wsw Beschut. Per saldo nul voor de gemeente als geheel
Besparing 400.000 tot 500.000 euro t.o.v. MJB Besparing oplopend tot 100.000 - 150.000 vanaf 2018 Positief effect bij kleinere aantallen die tegen marginale kosten bediend kunnen worden. Nihil bij grotere aantallen, tenzij de gemeente Enschede hogere vergoedingen betaalt voor begeleiding
De ingrijpende mogelijkheden leveren een zeer aanzienlijke besparing op, minstens 1,5 tot 1,9 miljoen euro bij de meest sociale van de twee mogelijkheden. Het volledig doorvoeren van deze mogelijkheid kost waarschijnlijk twee tot drie jaar. Wanneer niet voor de ingrijpende maatregelen wordt gekozen, zal het bedrijfsresultaat van Wsw Beschut binnen de huidige bedrijfsvoering moeten worden verbeterd. De opgenomen mogelijkheden in de tabel hebben op termijn 52
in totaal een positief effect op het bedrijfsresultaat van Wsw Beschut van circa 1,3 miljoen euro. De grootste bijdrage hebben het betrekken van andere huisvesting, het sluiten van de kwekerij en omzetverhoging door beperking van het ziekteverzuim, het verminderen van leegloop en minder pauzes in werktijd.
53
6 Mogelijkheden beïnvloeding bedrijfsresultaat Wsw Detachering 6.1 De uitvoering van Wsw Detachering op dit moment Volume Wsw Detachering Zoals reeds besproken in hoofdstuk 2 is een tweede belangrijk onderdeel van de uitvoering van de Wsw in Enschede de detachering van Wsw-medewerkers bij externe partijen. In 2013 ging het om 921 arbeidsjaren, tweederde van de Wswers. Hiermee werd een netto-omzet gegenereerd van 8,9 miljoen euro. Als gevolg van de stop op de instroom van de Wsw gaat ook het aantal gedetacheerde Wsw-ers dalen. De verwachting is dat het gemiddeld aantal gedetacheerden tussen 2015 en 2020 daalt van 848 fte tot 567 fte. Zij genereren dan, volgens de Meerjarenbegroting van SW Enschede, een netto-omzet van 5,7 miljoen euro. Per fte is dit ruim 10.000 euro.
Opdrachtgevers Belangrijkste opdrachtgever voor Wsw Detacheringen is de gemeente Enschede zelf. In 2013 werd met detacheringen binnen de gemeente 3,1 miljoen euro aan omzet gegenereerd, ruim een derde van de totale omzet van het onderdeel Detacheringen. Ook buiten de gemeente is er een aantal organisaties waar een grotere groep Wsw-ers gedetacheerd is. Bij 10 bedrijven en organisaties werd in 2013 in totaal nog eens 4 miljoen euro aan omzet gegenereerd, nog eens 46 procent van de totale omzet in Detacheringen. Ongeveer 80 procent van de omzet wordt dus behaald bij 11 opdrachtgevers.
Begeleid Werken Naast de gedetacheerde Wsw-ers zijn er ook Wsw-ers bij werkgevers geplaatst in een Begeleid Werken constructie. Deze Wsw-ers zijn in dienst van een externe werkgever (dus niet bij de Wsw-organisatie) en werken dan ook niet onder de Wsw-CAO. De werkgever ontvangt een loonkostensubsidie van de gemeente Enschede en waar nodig begeleiding/jobcoaching. In de afgelopen jaren is de keuze gemaakt om alleen nog instroom te laten plaatsvinden in de Wsw op basis van Begeleid Werken bij een externe werkgever. Dit heeft geleid tot een toename van het aantal Wsw-ers dat via Begeleid Werken werkzaam is bij werkgevers. Eind september 2014 zijn er 99 Wsw-ers geplaatst bij werkgevers in een Begeleid Werken constructie, 83 fte. Deze plaatsingen worden gerealiseerd bij 51 werkgevers. De plaatsingen worden vooral gerealiseerd in de detail- en groothandel, de dienstverlening, bij de gemeente Enschede zelf (overheid) en in de sector Groen & Milieu.
54
Tabel 6.1
Begeleid Werkers in Enschede naar sector (september 2014) Aantal Begeleid Aantal werkgevers Werkers Agrarische sector 1 1 Bouwnijverheid 1 1 Detail- en groothandel 26 14 Dienstverlening 23 15 Groen & milieu 10 3 Horeca en catering 7 3 Industrie 1 1 Kunst, cultuur en media 1 1 Onderwijs en kinderopvang 2 2 Overheid 12 1 Productie 1 1 Recreatie en Sport 6 3 Transport en vervoer 2 2 Welzijn en sociaal cultureel werk 4 2 Zorg 2 1 Totaal 99 51
Ook voor Begeleid Werken daalt volgens de Meerjarenbegroting na 1 januari 2015 het aantal plaatsingen. Begin 2020 zijn er naar verwachting nog 52 fte aan Begeleid Werkers vanuit de Wsw, waarbij er vanuit is gegaan dat er geen nieuwe Begeleid Werken plaatsingen worden gerealiseerd (bron Meerjarenbegroting).
Uitvoeringsorganisatie De uitvoering van Wsw Detachering en Begeleid Werken is in Enschede belegd op het Werkplein. Het team dat de detacheringen en Begeleid Werken uitvoert bestaat uit: • Teamleider (1 fte); • Detacheringsbegeleiders (12 fte); • Senior Detacheringsbegeleider (1 fte); • Ondersteunend personeel (3,5 fte). In totaal gaat het om 17,6 fte, 19 personen. De senior consulent treedt op als accountbeheerder voor de grote werkgevers. Verder moet een belangrijk deel (ongeveer tweederde) van de ambtelijke kosten van het SCP aan Wsw Detacheringen worden toegerekend.
Bedrijfsresultaat op Detacheringen Wsw In tabel 6.2 zijn de verwachtingen van SW Enschede weergegeven van het bedrijfsresultaat op de detacheringen. Het betreft een bewerking van IROKO op de Meerjarenbegroting, waarin de kosten van het SCP zijn verdeeld over Wsw Beschut en Wsw Detacheringen. In de tabel is te zien dat het bedrijfsresultaat positief is, maar wel geleidelijk daalt. Ook per fte Wsw is er sprake van een daling van het bedrijfsresultaat. De omzet neemt dus sneller af dan de kosten worden afgebouwd. Tabel 6.2
Bedrijfsresultaat Detacheringen, mln euro 2015 2016 Netto-omzet (NTW) +8,3 +7,8 Personele kosten -3,4 -3,4 Materiele kosten -0,9 -0,9 Totaal +4,0 +3,6
55
2015-2020, op basis van MJB, x 1 2017 +7,3 -3,3 -0,8 +3,2
2018 +6,8 -3,3 -0,8 +2,7
2019 +6,3 -3,2 -0,7 +2,3
2020 +5,7 -3,2 -0,7 +1,8
6.2 Analyse mogelijke maatregelen aan de kostenkant Ambtelijk apparaat Caseload consulenten (verder) verhogen De belangrijkste mogelijkheid om kosten te besparen op het ambtelijk apparaat bij detacheringen ligt bij het verhogen van de caseload van de detacheringsconsulenten. Op dit moment is de caseload ongeveer 1 fte consulent op 50 fte gedetacheerde Wsw-ers.18 Hierbij zijn de Deta-plus gedetacheerden niet meegerekend, omdat de inleners de begeleidings- en personeelstaken zelf uitvoeren en daarvoor van SW Enschede een vergoeding krijgen. Uit de interviews komt naar voren dat er met name nog mogelijkheden zijn om tot een besparing van personele kosten te komen door: • Te sturen op een serieuzere invulling van de taken die bij de inlener belegd zijn in enkele Deta-plus contracten. In deze contracten zijn veel begeleidingstaken belegd bij de inlener. De inlener krijgt hier dus ook een vergoeding voor. In de praktijk komt regelmatig een aanzienlijk deel van de taken toch bij de consulenten te liggen. In de interviews wordt aangegeven dat er bij een aantal contracten nog mogelijkheden zijn om die afspraken strakker uit te voeren; • Optimaliseren van de inzet van ICT in de begeleiding: Uit de interviews komt naar voren dat er nog relatief veel tijd van de consulenten in administratieve taken zit (inschatting: 40 procent van de tijd). Dit heeft onder andere te maken met een ICT systemen die niet op elkaar aansluiten en gegevens die nog handmatig doorgegeven of gecorrigeerd dienen te worden, met name met betrekking tot de uren en de eventuele toeslagen die betaald dienen te worden. Een verhoging van de caseload van 1 op 50 naar 1 op 60 zou op deze manier mogelijk moeten zijn. Deze verhoging zou tot een besparing van 3 fte aan consulenten leiden (situatie 2015). In de ambtelijke kosten (salariskosten en overheadopslag) zou dit leiden tot een reductie van ruim € 275.000 (situatie 2015). Afbouw ambtelijke inzet op Wsw Detacheren Vanaf 2015 vindt er geen instroom in de Wsw meer plaats. Uiteraard is nog wel mogelijk dat er nog doorstroom van Wsw-ers optreedt van Wsw Beschut naar Detacheringen, waardoor er op korte termijn nog geen daling of zelfs een stijging optreedt van het aantal gedetacheerde Wsw-ers. Op dit moment lijkt dat echter niet de praktijk te zijn. Er is eerder sprake van een beweging vanuit Detacheren naar Beschut. In de Meerjarenbegroting is te zien dat het aantal gedetacheerde Wsw-ers gaat dalen waardoor er ook ambtelijke capaciteit gaat vrijvallen. Wanneer we Detaplus en Begeleid Werken buiten beschouwing laten (in theorie zou hier maar weinig capaciteit aan te hoeven worden besteed) en dus alleen kijken naar het aantal fte in detachering, dan daalt dit van gemiddeld 510 fte in 2015 naar ongeveer 350 fte in 2020. Dit zou een ambtelijke reductie opleveren van 3 fte. De omvang van dit effect is voor zover wij kunnen vaststellen reeds opgenomen in de Meerjarenbegroting.
18 De consulenten voeren ook enkele werkzaamheden uit voor de Begeleid Werkers, zoals het uitvoeren van loonwaardemetingen. Ook voeren zij werkzaamheden uit voor ongeveer 30 Wiw-ers.
56
Tegelijk neemt voor de gemeente juist de vraag naar begeleidingscapaciteit voor de garantiebanen toe. Het is dus aan te bevelen om eventuele overcapaciteit aan consulenten op de Wsw in te zetten voor de uitvoering van de Participatiewet.
Materiele kosten en overhead Overhead percentage bij de gemeente terugbrengen Hierop is reeds ingegaan in hoofdstuk 2 voor het geheel van SW Enschede. We concludeerden dat vooral de algemene overhead en de huisvestingskosten hoog zijn. Specifiek voor het onderdeel Detacheren zou dit een besparing opleveren naar rato van het aantal ambtelijke medewerkers. Bij Detachering is er overigens geen sprake van een mogelijke dubbele belasting van overhead, zoals dat wel het geval is bij Wsw Beschut. Vergoeding aan Deta-plus inleners omlaag Zoals hierboven reeds aangegeven ontvangen de Deta-plus inleners een vergoeding van de gemeente Enschede voor de uitvoering van overgedragen begeleidingstaken. Hiervoor is in de Meerjarenbegroting 248.000 euro op jaarbasis gereserveerd. Alternatief voor het sturen op de uitvoering van deze taken door de inlener is uiteraard om de vergoeding naar beneden bij te stellen, wanneer taken die zijn overgedragen niet of onvoldoende door de inlener worden uitgevoerd. Dit zal echter naar verwachting niet tot een omvangrijke kostenbesparing leiden. Onze ervaring is ook dat de meeste werkgevers volledig ontzorgd willen worden door het SW-bedrijf (afspraak is afspraak, weinig administratieve rompslomp, adequate tweedelijns begeleiding van de gedetacheerden door het SW-bedrijf). De Deta-plus constructie zou alleen moeten worden toegepast wanneer de inlener, na goede voorlichting, daarvoor bewust en overtuigend kiest. En ook de inlener zal zich dan aan de afspraken in de Deta-plus constructie moeten houden.
6.3 Analyse mogelijke maatregelen aan de omzetkant Aantal productieve uren per gedetacheerde Wsw-er verhogen Minder mensen op de bank In het najaar van 2014 zijn 100 personen, 88,3 fte, bij Wsw Detachering tijdelijk of definitief niet geplaatst in een detachering. Dit is 10 procent van het totale volume van de Wsw Detachering. In onderstaande tabel is weergegeven wat de status is van deze medewerkers.
Tabel 6.3
Status niet-geplaatsten, najaar 2014 Personen In herplaatsing 5 Direct plaatsbaar 40 Tijdelijk niet plaatsbaar 25 Definitief niet plaatsbaar 30 Totaal 100
FTE 4,0 36,4 22,5 25,4 88,3
Voor een deel van deze medewerkers (30 van de 100) geldt dat is vastgesteld dat zij definitief niet meer plaatsbaar zijn in een Wsw-detachering. Het gaat hierbij
57
om medewerkers die tegen hun pensioendatum aan zitten of in een zogenaamd ondergrenstraject zitten. Voor de overige Wsw-ers op de bank geldt dat zij direct of op termijn wel plaatsbaar zijn. Wanneer men er in zou slagen deze groep van 62,9 fte met de helft te verminderen, dan zou dit bij de gemiddelde NTW die bij SW Detacheringen wordt gerealiseerd een extra NTW opleveren van ongeveer € 300.000. Belangrijke voorwaarde is uiteraard dat er voor deze medewerkers dan ook werk wordt gevonden. Zie hiervoor later in het hoofdstuk. Het verminderen van het aantal medewerkers dat niet is geplaatst, is volgens het management al opgenomen in de Meerjarenbegroting. Het voordeel is dus al in de Meerjarenbegroting verwerkt. Ziekteverzuim verder verlagen Het ziekteverzuimpercentage binnen Wsw Detachering is sinds 2012 gedaald van ruim 17 procent tot ongeveer 13,4 procent medio 2014. Dit is weliswaar al een stuk lager dan het geweest is, maar voor een Wsw-detacheringsorganisatie nog steeds aan de hoge kant. SW-bedrijven die zeer strak sturen op het ziekteverzuim zitten met hun ziekteverzuim binnen de groep gedetacheerden rond de 10 procent. Nu geldt in Enschede dat er sprake is van sterke concentratie in een aantal grote groepsdetacheringen. Binnen een belangrijk deel van de groepsdetacheringen wordt de Detachering-plus formule toegepast, waarbij de inlener tegen een vergoeding een deel van de begeleiding overneemt. Uit de tabel komt naar voren dat bij Deta-plus formule het ziekteverzuim iets lager is dan bij de reguliere detacheringen.
Tabel 6.4
Ziekteverzuim 2014 tot en met september Verzuimpercentage Detacheringen 13,8% Deta-Plus 12,7% Voorheen Productie diensten 15,6% Totaal Detacheringen 13,4%
Per type opdracht en inlener zijn er wel grote verschillen te zien: • Het ziekteverzuim in opdrachten waar gewerkt wordt met een stukstarief of een uurtarief is het verzuim duidelijk hoger dan bij opdrachten waar gewerkt wordt met een vast tarief per maand; • Bij een aantal inleners van grote groepsdetacheringen is het ziekteverzuim bovengemiddeld. Hoeveel een verdere verlaging van het ziekteverzuim oplevert qua extra omzet is afhankelijk van de afspraken met de inleners. Deze afspraken verschillen van contract tot contract. In veel contracten is afgesproken dat tot 30 aaneengesloten dagen verzuim voor rekening van de inlener is. Wanneer er sprake is van langer durend verzuim, dan worden de verzuimde uren niet meer gedeclareerd. In contracten waar gewerkt wordt op basis van stuks- of uurtarief is uiteraard wel direct sprake van een hogere omzet wanneer het ziekteverzuim verder wordt terug gebracht. Al met al schatten wij in dat een verlaging van het ziekteverzuim van 13 naar 10 procent uiteindelijk een verhoging van de NTW kan opleveren van minimaal € 70.000. Hierbij zijn we ervan uitgegaan dat er bij een kwart van de 58
detacheringen sprake is van een direct effect op de omzet doordat gewerkt wordt met een uur- of stukstarief.
Meer declarabele tijd Een derde mogelijkheid om te komen tot een verhoging van de declaratiegraad is het verlagen van de niet-declarabele tijd van Wsw-medewerkers die werkzaam zijn in een detachering. Uit de interviews met de detacheringsconsulenten komen drie situaties naar voren: • Een eerste situatie is dat de reistijd die Wsw-ers maken om op hun werkplek te komen niet gedeclareerd wordt bij de opdrachtgever; • Een tweede situatie is dat Wsw-ers een ander pauzeritme volgen dan bij hun opdrachtgever gebruikelijk is en deze extra pauzes in mindering worden gebracht op te declareren uren bij de opdrachtgever; • Een derde situatie is dat de opdracht minder uren omvat dan de werktijd die de Wsw-er beschikbaar heeft. Dit komt bijvoorbeeld voor wanneer iemand met een fulltime contract wordt ingezet op een parttime detacheringsplek. Een voorbeeld hiervan is de inzet van Wsw-ers als chauffeur in het leerlingenvervoer. Dit vervoer vindt alleen in de randen van de dag plaats. 44 personen (39,9 fte) zijn gedetacheerd op een opdracht waar niet hun gehele contractuele werktijd wordt gedeclareerd. Gemiddeld hebben zij 10 uur meer werktijd beschikbaar dan bij de opdrachtgever wordt gedeclareerd, 30 procent van hun contractuele werktijd. Wanneer men er in zou slagen deze groep van 39,9 fte geheel te benutten dan zou dit bij de gemiddelde NTW die op dit moment bij de SW detacheringen wordt gerealiseerd een extra netto-omzet opleveren van ruim € 100.000.
Stopwerk organiseren voor bankzitters en leegloop Een aanvullende mogelijkheid is om bankzitters en medewerkers van Wsw Detacheringen die een deel van hun werktijd geen declarabel werk hebben in te zetten op stopwerk bij Wsw Beschut. Hiervoor geldt dan wel dat deze inzet niet moet leiden tot hogere kosten bij Wsw Beschut. Immers, het huidige bedrijfsresultaat bij Wsw Beschut is negatief. Bij verschillende SW-bedrijven is er sprake van zogenaamd stopwerk. Het betreft afspraken met opdrachtgevers over werk waar maar in zeer beperkte mate sprake is van deadlines of andere druk. Het kan dus worden uitgevoerd op het moment dat er sprake is van overcapaciteit. Dit kan georganiseerd worden bij Wsw Beschut of bij de betreffende opdrachtgever. De omzet die hiermee gerealiseerd kan worden is laag, dus het is alleen lucratief wanneer de (meer)kosten dusdanig laag zijn dat per saldo een positief effect op het bedrijfsresultaat wordt gerealiseerd. Het financieel effect bij Wsw Detacheringen van deze maatregel moet niet worden overschat. Stel er wordt een bedrijfsresultaat gerealiseerd van 1.000 euro per jaar per fte op deze activiteit. Dan zou er om een voordeel van € 100.000 te behalen, 100 fte op dit stopwerk moeten worden ingezet. Dit is meer dan de hele groep bankzitters met perspectief en de openstaande uren van de gedetacheerden op parttime werk samen. Het financieel effect van deze maatregel zal dus zeer gering zijn.
59
Loonwaarde maximaal realiseren Genereren van een hogere NTW bij de huidige detacheringen Met ingang van 2015 gaat de gemeente Enschede in de uitvoering van de Wsw sturen op basis van richtinggevende loonwaarde van SW-medewerkers. Daarbij wordt deze richtinggevende loonwaarde gerelateerd aan de salarisschaal van de medewerker en het type plaatsing (detachering, deta-plus, etcetera). In hoofdstuk 2 wordt geconcludeerd dat dit in de huidige Meerjarenbegroting niet of nauwelijks leidt tot een hogere detacheringsvergoeding per Wsw-medewerker. In hoofdstuk 2 wordt daarbij geconstateerd dat de ambitie op dit punt (voor het hele bedrijf) laag lijkt. Een belangrijke vraag voor ons onderzoek is of bij de detacheringen een verdere verbetering mogelijk is anders dan in het verhogen van het aantal gedeclareerde uren (zie vorige paragraaf). Kijken we naar de Wsw-medewerkers die op 1 oktober 2014 geplaatst waren op een detacheringsplek dan geldt dat werkgevers per full time plaatsing gemiddeld € 11.200 aan detacheringsvergoeding betalen. De spreiding in contractvorm en afgesproken tarief is groot. Ongeveer de helft van de contracten zijn op maandbasis, de andere helft is op week- of uurbasis (beide iets minder dan een kwart). Kijken we naar de spreiding in detacheringsvergoeding dan is ongeveer 40 procent van de Wsw-ers geplaatst voor een (fulltime) jaartarief van € 5.000 tot € 8.000. Een kwart is geplaatst voor een (fulltime) jaartarief van € 8.000 tot € 10.000 en nog eens een kwart voor € 10.000 tot € 20.000. Ongeveer 10 procent van de medewerkers levert op fulltime basis € 20.000 of meer op. Tabel 6.5
Aantal gedetacheerde medewerkers naar contractueel afgesproken fulltime detacheringsvergoeding op jaarbasis, per 1 oktober 2014 Uur (obv 1.100 uur) Week Maand Kwartaal Totaal %
€ 30.000 of meer
0
0
14
0
14
2%
€ 20.000 tot € 30.000
18
0
35
0
53
7%
€ 10.000 tot € 20.000
98
3
101
0
202
27%
€ 8.000 tot € 10.000
26
10
135
1
172
23%
€ 5.000 tot € 8.000
26
155
106
0
287
39%
€ 0 tot € 5.000
0
4
4
0
8
1%
168
172
395
1
736
100%
23%
23%
54%
0%
100%
Totaal
Kijken we naar de huidige inleners, dan geldt zoals eerder aangegeven dat ongeveer 80 procent van de omzet wordt gegenereerd bij 11 opdrachtgevers waarvan de gemeente zelf en Visschedijk de grootste zijn. Het komen tot afspraken over een hogere detacheringsvergoeding met de huidige inleners lijkt onwaarschijnlijk wanneer deze niet gebaseerd kan worden op een objectief vastgestelde loonwaarde. Hierop zou dan geïnvesteerd moeten worden. Wat dit aan verbetering kan op leveren is op voorhand onduidelijk. Er staan immers ook kosten voor de loonwaardemeting tegenover. Grofweg levert iedere 5 procent tariefsverhoging over de hele linie van alle gedetacheerden in 2015 € 400.000 extra omzet op. Naar 2020 neemt dit uiteraard naar rato af met het aantal gedetacheerde Wsw-ers. Hierbij geldt wel 60
dat ongeveer 1/3 van de huidige detacheringsomzet gerealiseerd wordt bij de gemeente zelf. Een hogere omzet bij deze opdrachtgever levert dus een hogere omzet in de SW, maar ook hogere kosten elders in de gemeentelijke organisatie. Het netto-effect van een tariefsverhoging over de hele linie voor de gemeentelijke begroting is dus ongeveer 1/3 kleiner. Prijsindexatie structureler toepassen Uit de ontvangen gegevens komt naar voren dat de prijsindexatie vrij structureel wordt toegepast. Er zijn enkele uitzonderingen waarbij er wel van afgeweken wordt, bijvoorbeeld omdat dit contractueel is afgesproken. Dit komt echter zeer beperkt voor. Op dit punt verwachten we dan ook geen grote potentie in het verbeteren van de netto-omzet. Aanpassen van de betalingscondities Uit de interviews komt het beeld naar voren dat er relatief ruime betaalcondities worden gehanteerd. Bovendien blijkt uit de financiële informatie die wij over 2014 hebben ontvangen dat er een behoorlijke achterstand is in het factureren en/of innen van detacheringsvergoedingen. Het verkorten van de betalingstermijnen en meer discipline in de facturatie en incasso leidt niet tot een hogere omzet. Wel verbetert het de liquiditeitspositie. Meer of andere detacheringen realiseren / versterking commerciële aanpak De belangrijkste kansen om de omzet van detacheren te verhogen liggen in het realiseren van nieuwe detacheringen waarin de loonwaarde van medewerkers zo maximaal mogelijk wordt gerealiseerd. Het kan gaan om detacheringen van Wswers die nu bij Wsw Beschut werken, die nu nog op de bank zitten, medewerkers waarvan de detachering afloopt of herplaatsing van Wsw-ers die nu al in een (groeps)detachering zitten (al dan niet met het doorschuiven van anderen naar de huidige detacheringsplaats). Bij dit laatste zou vooral moeten worden gekeken naar gedetacheerden die nu voor een tarief van minder dan € 8.000 op jaarbasis zijn gedetacheerd. Voor het realiseren van nieuwe detacheringen tegen een maximaal mogelijke detacheringsvergoeding is het allereerst nodig om de commerciële aanpak te versterken. Uit de interviews komt naar voren dat er op dit moment eigenlijk nauwelijks sprake is van actieve acquisitie van detacheringsplekken voor Wsw-ers op de arbeidsmarkt. Er wordt vooral gericht op bestaande relaties/inleners. Voor het realiseren van nieuwe groepsdetacheringen is verder praktisch toepasbare kennis van job- en procescarving van belang. Deze commerciële aanpak vindt bij voorkeur gecombineerd plaats met het Team Adviseurs Werk dat zich richt op bemiddeling van WWB-ers (en in de toekomst ook de bemiddeling naar garantiebanen), bijvoorbeeld door een gecombineerde propositie gericht op SROI of door instrumentarium op het gebied van functiecreatie in te zetten. Op dit moment is de samenwerking tussen het Detacheringsteam en het Team Adviseurs Werk beperkt. Er worden weliswaar soms vacatures uitgewisseld, maar er is geen sprake van een echter gezamenlijke marktbenadering. Dit terwijl het positioneren van het Detacheringsteam op het werkplein daar wel kansen voor biedt. Om te komen tot een hogere omzet per detachering is het daarbij noodzakelijk om een strategie te volgen die zich richt op branches waarin een detacheringsvergoeding van € 10.000 of meer per jaar geen belemmering vormt. Kijken we naar de huidige detacheringscontracten op maandbasis dan worden dit soort hogere detacheringsvergoedingen gerealiseerd bij: • De gemeente Enschede zelf; 61
• • • •
Bij Twentemilieu in het Parkeerbeheer; In de taxibranche; Bij innovatieve industriële bedrijven; Op individuele basis bij bedrijven waarmee ook een Deta-Plus contract is afgesloten.
Meer in het algemeen geldt dat gedacht moet worden aan bedrijven/branches waarin werknemers een relatief hoog loon hebben. Bij dergelijke bedrijven is een tarief van € 10.000 voor een gedetacheerde Wsw-er een relatief bescheiden bedrag. Voorbeelden zijn onderdelen van de zakelijke dienstverlening of innovatieve industriële ondernemingen. De kansen voor Wsw-ers (en andere personen met een arbeidsbeperking) binnen dergelijke bedrijven liggen vooral in ondersteunende en facilitaire functies.
6.4 Conclusie In onderstaande tabel worden de mogelijkheden zoals besproken in dit hoofdstuk samengevat. De mogelijkheden die het meeste effect kunnen sorteren zijn: het verhogen van de caseload van de consulenten en maatregelen en inspanningen die erop gericht zijn om de loonwaarde van de gedetacheerden zo maximaal mogelijk te realiseren in de hoogte van de detacheringsvergoeding. Deze twee mogelijkheden zouden op termijn kunnen leiden tot een positief effect op het bedrijfsresultaat van Wsw Detacheringen van € 500.000 tot € 600.000. Ook verlaging van het ziekteverzuim en het volledig benutten van de contracturen van gedetacheerden kunnen een positieve bijdrage leveren. De orde van grootte van het potentiële effect ligt in 2015 op € 170.000. Door de afname van het aantal Wsw-ers daalt dit naar circa € 125.000 in 2020.
Tabel 6.6 Mogelijkheden verbetering Mogelijkheid Haalbaarheid Kostenbesparing: Caseload Hoog consultenten verhogen naar 1 op 60 Afbouw ambtelijke bezetting Detacheren Vergoeding Deta plus inleners verlagen Omzetverhoging: Aantal inzetbare bankzitters halveren
Hoog
Ziekteverzuim gedetacheerden verlagen tot 10%
Middel
Geheel benutten gedetacheerden die minder dan hun contracttijd gedetacheerd zijn Stopwerk organiseren voor bankzitters en
Middel
Middel
bedrijfsresultaat Wsw Detacheringen Randvoorwaarden Indicatie effect Strakker sturen op afspraken Deta-plus. Verbetering administratieve processen.
Contracten dienen aangepast te worden
Middel
Inspanning nodig om ziekteverzuim te verlagen van 13 naar 10%. Zou kunnen betekenen dat herplaatsing nodig is
Middel
Ongeveer € 275.000 (situatie 2015)
Geen, is reeds verwerkt in MJB Zeer beperkt
Ongeveer € 300.000 (situatie 2015), maar reeds verwerkt in MJB Minimaal € 70.000
Ongeveer € 100.000 (situatie 2015)
Zeer beperkt of zelfs negatief bij
62
Mogelijkheid bij leegloop detacheringen
Haalbaarheid
Randvoorwaarden
Loonwaarde maximaal realiseren bij geplaatste gedetacheerden
Middel
Diverse maatregelen, waaronder Nieuwe afspraken huidige inleners Nieuwe detacheringen realiseren/verste rking commerciële aanpak Investeren in kennis job- en procescarving
Indicatie effect extra kosten voor organiseren stopwerk Een tariefverhoging van 5% levert ongeveer € 400.000 extra netto-omzet op (situatie 2015). Effect in 2018 en 2020 nog circa € 300.000a).
a) Omdat circa 1/3 van de detacheringen bij de gemeente Enschede zelf is, levert dit voor de gehele gemeente 1/3 minder op omdat de gemeente ook hogere tarieven gaat betalen.
63
Bijlage 1: Benchmark SW Enschede In deze bijlage vergelijken we SW Enschede op een aantal, vooral financiële, grootheden met landelijke gemiddelden in de SW. Bron voor dit laatste is het brancheonderzoek dat Cedris jaarlijks uitvoert. De gegevens van SW Enschede baseren we op de realisatiecijfers 2013 en de begroting voor 2015. We hebben ook de door Enschede ingevulde formulieren voor het brancheonderzoek in 2012 en 2013 geanalyseerd, maar constateren dat deze regelmatig afwijken van de cijfers die uit andere financiële rapportages van SW Enschede komen. Arbeidskosten Wsw per Wsw-arbeidsjaar De gemiddelde arbeidskosten voor Wsw-ers zijn in Enschede hoog. Landelijk ligt dit in 2012 op € 27.200 per arbeidsjaar in 2012 en € 27.500 per arbeidsjaar in 2013. In Enschede ligt dit in 2013 op circa € 29.300 per arbeidsjaar. Dit verklaart het hoge subsidietekort in Enschede. De relatief hoge beloning van de Wsw-ers is een gevolg van beleid en bedrijfsvoering in het verleden. Netto omzet per Wsw-arbeidsjaar Landelijk is de netto omzet per Wsw-arbeidsjaar circa € 9.600. In Enschede ligt dit in 2013 op circa € 6.700 per arbeidsjaar. Een gedeeltelijke oorzaak hiervoor is dat SW Enschede relatief veel groepsdetacheringen kent en weinig Werken op Locatie. Bij WOL is de netto omzet doorgaans veel hoger dan bij groepsdetachering. Hierbij moet dan worden bedacht dat de kosten bij WOL voor het SW-bedrijf ook veel hoger zijn dan bij groepsdetachering omdat bij WOL de bedrijfsvoering volledig in handen is van het SW-bedrijf. Onder de streep maakt het dan vaak niets uit voor het uiteindelijke bedrijfsresultaat (NTW minus ambtelijke kosten én overige bedrijfskosten). Hieronder blijkt ook dat SW Enschede (veel) lagere ambtelijke kosten en overige bedrijfskosten kent dan landelijk gemiddeld. Kosten niet-gesubsidieerde professionals per Wsw-arbeidsjaar De kosten per Wsw-arbeidsjaar voor niet-gesubsidieerde professionals (ambtenaren) is in 2013 laag vergeleken met landelijk gemiddelden. In Enschede ligt dit ongeveer op € 4.000 per Wsw-arbeidsjaar en landelijk gemiddeld op ongeveer € 6.000 per arbeidsjaar. Dit heeft in Enschede vooral ook te maken met het feit dat 70 procent van de Wsw-medewerkers (via deta of Begeleid Werken) bij een reguliere werkgever werkt. Deze plaatsingen hebben minder ambtelijke inzet nodig dan plaatsingen in de beschutte omgeving. Deze lage ambtelijke kosten uiten zich ook in de verhouding tussen het aantal ambtenaren en het aantal Wsw-medewerkers. In Enschede ligt dit op 1 : 22. Landelijk op 1 : 12. In Enschede is er echter sprake van een uitzonderlijke situatie, in de zin dat stafen overheadtaken voor een aanzienlijk deel worden betrokken vanuit het gemeentelijk apparaat, terwijl de meeste andere SW-organisaties eigen staf- en overheadfuncties kennen. Daarom vergelijken we ook de verhouding tussen het aantal directe ongesubsidieerde professionals en het aantal doelgroepmedewerkers. We zien dat Enschede in verhouding tot het aantal doelgroepmedewerkers ook (veel) minder directe ongesubsidieerde professionals heeft dan landelijk gemiddeld.
64
Item
2013 SW Enschede 1 : 50
Landelijk gemiddeld 1 : 31
2012 SW Enschede 1 : 44
Landelijk gemiddelde 1 : 30
Verhouding directe nietgesubsidieerde professionals/ doelgroepmedewerkers (in aantallen personen)1) 1) Afgeleid uit landelijke rapportage brancheonderzoek Cedris en uit de ingevulde vragenlijsten door SW Enschede voor het brancheonderzoek
Overige bedrijfskosten per Wsw-arbeidsjaar De overige bedrijfskosten zijn in Enschede ook lager dan landelijk gemiddeld. In Enschede in 2013 ongeveer € 3.200 per arbeidsjaar. Landelijk gemiddeld is dit € 3.400 per arbeidsjaar. Overigens was er in Enschede in 2013 bij deze kostenpost sprake van een uitschieter naar boven. Voor 2015 zijn de overige bedrijfskosten door SW Enschede begroot op ruim € 2.300 per Wsw-arbeidsjaar. Gemeentelijke bijdrage per Wsw-arbeidsjaar Landelijk ligt de gemeentelijke bijdrage aan de Wsw op circa € 1.500 per Wswarbeidsjaar. In Enschede was dat in 2013 circa € 3.200 per arbeidsjaar. Dit verschil wordt vooral veroorzaakt door de hoge loonkosten voor de Wsw in Enschede. Voor 2015 is de gemeentelijke bijdrage in Enschede overigens begroot op € 2.600 per arbeidsjaar. Besluit SW Enschede scoort relatief ongunstig op de netto omzet per arbeidsjaar, de loonkosten Wsw per arbeidsjaar en daardoor ook op de gemeentelijke bijdrage per Wsw-er. De lage netto omzet per arbeidsjaar kan diverse redenen hebben: • Een relatief lage omzet in beschut werk. • Het relatief grote deel van de Wsw-medewerkers dat via een groepsdetachering is geplaatst (per eind 2013 voor Enschede 33 procent en landelijk 15 procent van de Wsw-medewerkers). Dit zou echter tegelijkertijd moeten leiden tot lagere kosten voor ambtenaren en overige bedrijfskosten per arbeidsjaar omdat deze kosten bij groepsdetacheringen gewoonlijk lager zijn dan bij bijvoorbeeld beschut werk en eigen groenactiviteiten van een SW-bedrijf. De lagere kosten voor ongesubsidieerde professionals (ambtenaren) en de lagere overige bedrijfskosten zien we ook duidelijk in de cijfers terug. SW Enschede kent in 2013 echter uiteindelijk een negatief saldo tussen enerzijds netto omzet en anderzijds de kosten voor ambtenaren en overige bedrijfskosten. Dit saldo wordt ook wel het bedrijfsresultaat genoemd. In 2013 is dat € 400 negatief per Wsw arbeidsjaar. Landelijk gemiddeld is in 2012 sprake van een positief saldo van circa € 100 en in 2013 is er een positief saldo van circa € 300 per Wsw-arbeidsjaar. Dit geeft aan dat netto omzet en bedrijfskosten in Enschede minder goed in balans zijn dan landelijk gemiddeld. Afgezet tegen het landelijk gemiddelde is er in Enschede een potentiële verbetering mogelijk van het bedrijfsresultaat van circa € 750 per Wsw-arbeidsjaar. Overigens wordt in de begroting voor 2015 in Enschede uitgegaan van een bedrijfsresultaat van € 400 positief per Wsw-arbeidsjaar. Een aantal andere opvallende aspecten uit de benchmark: • Enschede kent relatief veel oudere Wsw-medewerkers. Eind 2013 is ruim 40 procent 55 jaar of ouder. Landelijk is dat ruim 30 procent. Dit houdt in 65
•
•
dat de komende 10 tot 15 jaar relatief veel Wsw-medewerkers uit Enschede met pensioen gaan. Het zal ook betekenen dat de uitstroom uit het Wsw-werknemersbestand om andere redenen dan pensioen in Enschede de komende jaren relatief hoog zal zijn. Dit blijkt ook uit het onderliggende rapport voor het verdeelmodel deelbudget Wsw vanaf 201519; Het ziekteverzuim onder Wsw-medewerkers is in Enschede enkele procentpunten hoger dan landelijk gemiddeld. In 2013 17,2 procent ziekteverzuim in Enschede en 12,6 procent landelijk gemiddeld. In 2012 17,1 procent Enschede versus 12,8 procent landelijk gemiddeld. Hier ligt dus een verbeterpotentieel (meer productieve en declarabele uren wanneer ziekteverzuim lager zou zijn), waarbij rekening moet worden gehouden met het feit dat het ziekteverzuim bij grotere SW-organisaties doorgaans hoger is dan in kleinere SW-organisaties; Het aandeel van de netto omzet dat van de eigen gemeente afkomstig is, is in Enschede aanmerkelijk lager dan landelijk gemiddeld (31 procent versus 40 procent).
19
Zie SEO, Afbouw van het Wsw-bestand, Actualisatie op basis van Wsw-gegevens eind 2013, Gecorrigeerd voor instroom in de Wsw tot eind 2014, september 2014.
66
Bijlage 2: Veranderingen in de toedeling macro budget Wsw Tot en met 2014 wordt de Rijksbijdrage Wsw vastgesteld aan de hand van het aantal Wsw-geïndiceerden per gemeente. De gemeente Enschede krijgt een deel van het landelijk beschikbare Wsw-budget dat overeenkomt met het aandeel van de gemeente Enschede in het totaal aantal Wsw-geïndiceerden in Nederland. Voor dit budget moet de gemeente Enschede een minimale taakstelling in Wswarbeidsjaren20 realiseren. De minimaal te realiseren taakstelling is in 2014 gebaseerd op een Wsw-budget van ruim € 26.000 per Wsw-arbeidsjaar. Vanaf 2015 verandert er in dit opzicht veel. Op de eerste plaats wordt het deelbudget Wsw onderdeel van het ontschotte Participatiebudget. Een ander deel van dit nieuwe Participatiebudget betreft het re-integratiebudget voor de klassieke (WWB) en de nieuwe doelgroep. De nieuwe doelgroep voor de gemeenten bestaat uit burgers die tot 1 januari 2015 van de Wajong en/of de Wsw gebruik zouden kunnen maken, maar voor wie dat vanaf 1 januari 2015 niet langer mogelijk is. Het ontschotte Participatiebudget wordt, zo is recent bekend gemaakt, als onderdeel van de integratieuitkering Sociaal Domein toegevoegd aan het gemeentefonds. Dit houdt ook in dat gemeenten in hoge mate vrijheid genieten in hoe deze middelen worden besteed. In het kader van dit onderzoek is het van belang dat de wijze waarop de verdeling van het macro beschikbare Wsw-deelbudget over de gemeenten tot stand komt, verandert omdat er een ander verdeelmodel wordt gebruikt. Voor het jaar 2015 wordt als basis genomen de realisatie van Wsw-arbeidsjaren per gemeente in 2014. Op deze realisatie worden zogenoemde blijfkansen Wsw per gemeente losgelaten21. Dit levert voor het jaar 2015 per gemeente het verwachte aantal Wsw-arbeidsjaren op. De verwachte aantallen per gemeente worden bij elkaar opgeteld tot een landelijk totaal. De gemeente Enschede krijgt vervolgens een deel van het macro beschikbare deelbudget Wsw dat gelijk is aan het verwachte aantal Wsw-arbeidsjaren van de gemeente Enschede in 2015 gedeeld door het landelijk verwachte aantal Wsw-arbeidsjaren in 2015. Dit geeft voor de gemeente Enschede de hoogte van het deelbudget Wsw. Er vindt, anders dan in de periode tot en met 2014, geen bijstelling meer plaats aan de hand van het daadwerkelijk aantal gerealiseerde Wsw-arbeidsjaren in 2015. Dit betekent dat er geen correctie op het deelbudget voor 2015 wordt doorgevoerd wanneer de realisatie van het aantal Wsw-arbeidsjaren in 2015 in boven- of neerwaartse zin afwijkt van het verwachte aantal Wsw-arbeidsjaren volgens het verdeelmodel. Ook voor 2016 en verder zal deze nieuwe verdeelsystematiek worden gehanteerd. Er wordt in die jaren bij de vaststelling van de definitieve budgetten (in mei van het betreffende jaar) uitgegaan van de daadwerkelijke realisatie van Wsw-arbeidsjaren in jaar T-1 en van geactualiseerde blijfkansen Wsw per gemeente. Er vindt achteraf geen bijstelling van het budget voor jaar T plaats op grond van de werkelijke realisatie in jaar T.
20
Wsw-arbeidsjaren worden ook nog wel standaardeenheden (SE) genoemd. Zie SEO, Afbouw van het Wsw-bestand, Actualisatie op basis van Wsw-gegevens eind 2013, Gecorrigeerd voor instroom in de Wsw tot eind 2014, september 2014.
21
67