VERORDENING CLIËNTENPARTICIPATIE WSW Namens het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling LANDER (mandaat verstrekt tijdens zijn bijeenkomst van 19 mei 2008) is door het dagelijks bestuur van LANDER in zijn vergadering van 11 juni 2008 de verordening “Cliëntenparticipatie WSW“ vastgesteld. De tekst van de verordening luidt:
Besluit Verordening Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling LANDER ; gelet op de bepalingen in artikel 2 lid 3 van de Wet sociale werkvoorzieningen en de bepalingen van de gemeenschappelijke regeling LANDER, besluit vast te stellen de verordening “Cliëntenparticipatie WSW”
Artikel 1
Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder: a. WSW: de Wet sociale werkvoorziening, zoals de tekst luidt van het Staatsblad 564, uitgegeven op zevenentwintig december 2007; b. Deelnemende gemeenten: de gemeenten die deelnemen aan de gemeenschappelijke regeling LANDER: Buren, Culemborg, Geldermalsen, Maasdriel, Neder-Betuwe, Neerijnen, Tiel, Zaltbommel; c. Ingezetenen: degenen die op grond van hun inschrijving in het Gemeentelijk Basis administratie geacht worden hun werkelijke woonplaats in één van de deelnemende gemeenten te hebben; d. Cliëntenparticipatie WSW: de gestructureerde wijze waarop de gemeenschappelijke regeling LANDER WSW-gerechtigden betrekt in de beleidsvoorbereiding, beleidsvaststelling, uitvoering en evaluatie van het regionaal WSW-beleid; e. Cliëntenraad WSW: de door als zodanig erkende en binnen de gemeenschappelijke regeling LANDER actief zijnde cliëntenraad van WSWgerechtigden, hierna te noemen: WSW-raad; f. WSW-gerechtigden: ingezetenen die voor de WSW geïndiceerd zijn of hun wettelijk vertegenwoordigers, te weten: - WSW-gerechtigden op de wachtlijst - WSW-gerechtigden als werknemer van een SW bedrijf of - WSW-gerechtigden als werknemer bij een reguliere werkgever
verordening Cliëntparticipatie NWSW
1
Artikel 2
Doelstellingen
Het beleid cliëntenparticipatie WSW heeft de volgende doelstellingen: 1. het bewerkstelligen dat belanghebbenden bij het beleid inzake de uitvoering van de WSW vanuit een onafhankelijke positie optimaal betrokken zijn bij de voorbereiding, vaststelling, uitvoering en evaluatie van het voor hen gevoerde beleid; 2. het bijdragen aan de totstandkoming of verbetering van het WSW-beleid, gericht op het bieden van gelijke arbeidsmogelijkheden aan burgers met een functiebeperking of chronische aandoening. Artikel 3
Beleidsterreinen
In het kader van de cliëntenparticipatie WSW wordt de WSW-raad onder andere betrokken bij WSW-beleid op de volgende onderwerpen: - visie van de gemeenschappelijke regeling LANDER ten aanzien van de invulling van de doelstelling ‘ werken en participeren naar vermogen en waar mogelijk werk bij een reguliere werkgever’; - beleid van LANDER om werkgevers actief te benaderen voor het beschikbaar stellen van werkplekken voor begeleid werken; - beleid m.b.t. behoud verworven vaardigheden wachtende WSW-gerechtigden (sluitende aanpak); - beleid inzake de kwaliteit van het werk in beschutte omgevingen daar waar dit beleid niet strijdig is met de bevoegdheid van de ondernemingsraad van LANDER; - beleid van LANDER met betrekking tot wachtlijstbeheer.
Artikel 4
Werkwijze
4a. Advies 1. In het kader van de cliëntenparticipatie WSW-beleid vraagt het dagelijks bestuur van LANDER de WSW-raad tijdig (4 weken voorafgaande aan de besluitvorming van het dagelijks bestuur) om advies. 2. De WSW-raad is ook gerechtigd uit eigener beweging advies over beleidsterreinen die zijn omschreven in artikel 3 uit te brengen aan het dagelijks bestuur van LANDER. 3. Het dagelijks bestuur van LANDER vraagt de WSW-raad in ieder geval om advies bij de onderwerpen als bedoeld in artikel 3. 4. Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het van invloed kan zijn op het te nemen besluit. 5. De aan de WSW-raad gevraagde adviezen worden binnen 3 weken uitgebracht. De adviestermijn gaat in als de WSW-raad de benodigde stukken ontvangen heeft. 6. Het advies van de WSW-raad wordt door het dagelijks bestuur van LANDER schriftelijk meegedeeld aan het algemeen bestuur van LANDER. 7. In het geval het dagelijks bestuur van LANDER in een voorstel aan het algemeen bestuur van LANDER afwijkt van het advies van de WSW-raad, wordt dit bij het voorstel vermeld, waarbij tevens is aangegeven op welke gronden van het advies van de WSW-raad is afgeweken. 8. LANDER voorziet de WSW-raad van de informatie ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van de WSW-raad. Het betreft hier alle informatie die noodzakelijk is om beleid en uitvoering te begrijpen en om ontwikkelingen en wijzigingen te kunnen volgen.
NWSW clientparticipatieverordening.doc
4b. Overleg 1. Tussen het dagelijks bestuur van LANDER en de WSW-raad vindt minimaal tweemaal per jaar een structureel overleg plaats. 2. Van overleg en afspraken met de WSW-raad doet het dagelijks bestuur van LANDER binnen redelijke termijn schriftelijke rapportage aan de cliëntenraad. Daarbij wordt in ieder geval aangegeven wat er met de door de WSW-raad gegeven adviezen is gedaan. 3. Indien er geen WSW-raad binnen LANDER ten behoeve van de deelnemende gemeenten functioneert, zal het dagelijks bestuur van LANDER de totstandkoming daarvan actief te bevorderen. 4. De samenwerking tussen het dagelijks bestuur van LANDER en de WSW-raad wordt jaarlijks geëvalueerd en eventueel wordt de verordening daarop aangepast of gewijzigd. 4c. Samenstelling 1. De WSW-raad bestaat uit personen als bedoeld in artikel 1 lid f van deze verordening. 2. De WSW-raad telt minimaal 5 en maximaal 10 leden. 3. Maximaal 20% van de leden van de WSW-raad kan tegelijkertijd lid zijn van deze WSW-raad én een ondernemingsraad in een SW-organisatie 4. De leden worden door het dagelijks bestuur van LANDER benoemd dan wel bij mandaat door de algemeen directeur van LANDER. 5. De benoeming als bedoeld in lid 3 vindt plaats op voordracht van onder het 1ste lid genoemde personen en vervolgens op voordracht van de bestaande cliëntenraad. 6. De leden kiezen uit midden een voorzitter en een secretaris. Artikel 5
Faciliteiten
1. LANDER stelt aan de WSW-raad zodanige middelen ter beschikking dat de cliëntenraad redelijkerwijze in staat kan worden geacht om in het kader van de uitvoering van deze verordening de belangen te behartigen van de ingezetenen die geïndiceerd zijn in het kader van de WSW. 2. De middelen als bedoeld in het eerste lid worden jaarlijks toegekend op basis van een door het dagelijks bestuur goedgekeurde begroting 3. De gemaakte kosten worden vóór 1 februari van ieder jaar aan het dagelijks bestuur van LANDER verantwoord.
Artikel 6
Slotbepalingen
1. In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het dagelijks bestuur van LANDER. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2009. 3. Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening cliëntenparticipatie WSW.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur LANDER d.d. 4 februari 2009
Drs. H.A. Vogelaar MBA Secretaris
F.A. van Oostveen Voorzitter
verordening Cliëntparticipatie NWSW
3
Toelichting Verordening Cliëntenparticipatie WSW Algemeen De WSW-geïndiceerde (WSW’er) staat centraal in de uitvoering van de nieuwe Wet Sociale Werkvoorziening (WSW). Om die reden vindt de Tweede Kamer cliëntenparticipatie belangrijk en onmisbaar. In de WSW is daarom geregeld dat de gemeenteraad of die organisatie die de verordenende bevoegdheid heeft bij de verordening regels stelt over de manier waarop WSW’ers betrokken worden bij de uitvoering van de WSW. De WSW-raad behartigt de belangen van alle WSW-gerechtigden bij de regionale invulling van het WSW-beleid. De bedoeling is de WSW-raad te betrekken bij de voorbereiding van het beleid. Het gaat nadrukkelijk om de groep ingezetenen met een WSW-indicatie en niet om individuele belangenbehartiging. Artikelsgewijs De artikelsgewijze toelichting is beperkt tot die artikelen die ook daadwerkelijk toelichting behoeven. Artikelen of onderdelen van artikelen die geen vragen oproepen worden hierna derhalve niet nader toegelicht. Artikel 1 Dit artikel omschrijft de voor de verordening van belang zijnde begrippen. Uit de definitie van het begrip WSW-raad volgt dat dit een door het dagelijks bestuur van LANDER ingesteld inspraakorgaan is dat functioneert binnen het beleidsterrein van de WSW. Het inspraakorgaan dat ten behoeve van de deelnemende gemeenten actief is en zich ten doel stelt om de belangen te behartigen van de in de gemeenten woonachtige WSW-gerechtigden (mensen met een WSW-indicatie). Is bedoelde WSW-raad niet binnen de regio Rivierenland actief dan rust op het dagelijks bestuur van LANDER de inspanningsverplichting om de totstandkoming daarvan te bevorderen. Artikel 3 Dit artikel geeft de beleidsterreinen aan waarbij de WSW-raad wordt betrokken. De WSW-raad wordt betrokken bij : - de voorbereiding van het beleid Daarbij moet wel goed zicht gehouden worden op de (wettelijke) terreinafbakening met de bevoegdheden van de ondernemingsraad. Artikel 4 Dit artikel geeft aan op welke wijze de cliëntenparticipatie in de praktijk wordt vormgegeven, met uitzondering van het ter beschikking stellen van middelen. Dit laatste is geregeld in artikel 5. Het achtste lid van artikel 4a. draagt het dagelijks bestuur van LANDER op om de WSW-raad te voorzien van de voor de uitoefening van hun taak benodigde informatie. Het dagelijks bestuur van LANDER bepaalt zelf de wijze waarop dit gebeurt. Indien de WSW-raad het dagelijks bestuur van LANDER verzoekt om de informatie aan te leveren dan zullen zij indien redelijkerwijs mogelijk aan dit verzoek voldoen. Het tweede lid van artikel 4b. spreekt over een ‘redelijke termijn’ waarbinnen het dagelijks bestuur van LANDER schriftelijk reageert naar aanleiding van overleg met en de adviezen van de WSW-raad. Hiermee wordt een termijn bedoeld van maximaal acht weken. Hiervan mag alleen in overleg met de WSW-raad worden afgeweken. NWSW clientparticipatieverordening.doc
Het derde lid van artikel 4c geeft een maximering van het aantal WSW-raadsleden op die óók lid zijn van de ondernemingsraad. De gedachte hierachter is dat enerzijds de WSW-raad zich eigenstandig moet ontwikkelen en anderzijds dat het recht om deel te nemen aan de WSW-raad voor iedere geïndiceerde openstaat en dus óók voor diegene die lid is van een OR van een SW-organisatie. Er is getracht binnen deze twee uitgangspunten evenwicht te vinden. Artikel 5 Het dagelijks bestuur van LANDER stelt de WSW-raad middelen ter beschikking voor de benoemde leden die actief deel uitmaken van deze raadvoor een adequate uitoefening van hun taken in het kader van deze verordening. Daartoe dient de WSWraad jaarlijks een begroting in. In deze begroting kunnen in ieder geval de volgende kostensoorten worden opgevoerd: a. onkostenvergoeding van de benoemde , waarbij, onder andere begrepen, de reiskosten; b. vergoeding voor deskundigheidsbevordering; c. aanschaf van documentatie, literatuur en vaktijdschriften; d. faciliteiten voor kantoorkosten, correspondentie, telefoon, computergebruik, internetaansluiting; e. faciliteiten voor overleg met- en activering van de achterban; f. faciliteiten voor het verzorgen van voorlichting en public relations; Kosten worden alleen vergoed voor zover deze zijn opgenomen in de begroting en ook daadwerkelijk zijn gemaakt. Dit laatste zal de WSW-raad aannemelijk moeten maken door middel van het voeren van een boekhouding. Daarnaast zal het dagelijks bestuur van LANDER regelen dat er, voor nader te omschrijven taken, secretariële ondersteuning komt voor de WSW-raad vanuit LANDER.
verordening Cliëntparticipatie NWSW
5