Verordening wacht wachtlijstbeheer Wet sociale werkvoorziening (Wsw)
Afdeling Inwonerszaken Maart 2008
Artikel 1 Begripsomschrijvingen Deze verordening verstaat onder: a. Wsw: de Wet sociale werkvoorziening; b. Ingezetenen: degenen die op grond van hun inschrijving in het gemeentelijk persoonsregister geacht worden hun werkelijke woonplaats in de deelnemende gemeenten te hebben; c. Wachtlijst: de lijst die het college van B&W beheren met een overzicht van ingezetenen die geïndiceerd zijn en voldoen aan de bepalingen in artikel 12 lid 1 van de Wsw; d. Geïndiceerd: blijkens een indicatiebeschikking of herindicatiebeschikking als bedoeld in artikel 11 van de Wsw tot de doelgroep behoren; e. Begeleid werken: een reguliere dienstbetrekking onder aangepaste omstandigheden als bedoeld in artikel 7 van de Wsw; f. Persoonsgebonden budget: een reguliere dienstbetrekking onder aangepaste omstandigheden aangedragen door de geindiceerde zelf of begeleidingsorganisatie zoals bedoeld in artikel 7 van de Wsw.
Artikel 2 Plaatsingsvolgorde 1.
2. 3.
Bij ruimte in de taakstelling worden bij voorrang geplaatst de personen op de wachtlijst van de betreffende gemeenten die: a. In de leeftijd zijn tot 23 jaar. b. Begeleid kunnen werken. Personen op de wachtlijst die daadwerkelijk begeleid kunnen werken bij een reguliere werkgever. Een indicatie begeleid werken is geen vereiste. c. Begeleid werken door middel van een persoonsgebonden budget Wanneer lid 1 van dit artikel niet van toepassing is, geldt de volgorde van plaatsing op de wachtlijst van de gemeente. Hierbij is de datum van de indicatiebeschikking bepalend. Het college kan zich beroepen op de hardheidsclausule om personen te weigeren voor instroom in een SW-dienstverband dan wel met voorrang in te laten stromen. a. Het college draagt zorg voor een schriftelijke onderbouwing aan betreffende persoon voor het toepassen van de hardheidsclausule.
Artikel 3 Intrekken indicatie 1.
Het college kan de indicatiebeschikking of herindicatiebeschikking van een betrokkene intrekken indien: a. betrokkene passende arbeid in dienstbetrekking onder aangepaste omstandigheden weigert; b. de dienstbetrekking van betrokkene door het college is opgezegd op grond van artikel 6, tweede lid, onderdeel a of c Wsw, of door de werkgever, bedoeld in artikel 7, in verband met de toepassing van artikel 7, zesde lid, onderdeel b of c, vanaf het moment dat de opzegging rechtens onaantastbaar is; c. de dienstbetrekking van betrokkene door het college of de werkgever, bedoeld in artikel 7, is opgezegd om een dringende reden in de zin van artikel 678 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de werknemer ter zake een verwijt kan worden gemaakt, vanaf het moment dat de opzegging rechtens onaantastbaar is; d. de dienstbetrekking op verzoek van betrokkene is geëindigd; of
2
e.
2.
3.
betrokkene niet beschikbaar is om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 1, derde lid, te aanvaarden. Iemand is niet beschikbaar als i. hij in verband met ongeschiktheid ten gevolge van ziekte of gebrek niet in staat is tot het verrichten van arbeid onder aangepaste omstandigheden voor een ononderbroken periode van ten minste 13 weken ii. hem rechtens zijn vrijheid is ontnomen; iii. hij buiten Nederland woont iv. hij een voltijdsscholing of –opleiding volgt, tenzij de voltijdsscholing of opleiding bedoeld is om aansluiting te vinden met het aanvaarden van een dienstbetrekking v. uit zijn houding en gedragingen ondubbelzinnig blijkt dat hij niet bereid is een dienstbetrekking aan te gaan. vi. Uitzondering is van toepassing op de geïndiceerde die behoort tot een categorie van personen als bedoeld in artikel 1 van het Besluit extramurale vrijheidsbeneming en sociale zekerheid. De indicatiebeschikking of herindicatiebeschikking vervalt: a. per de dag dat betrokkene arbeid in een dienstbetrekking anders dan een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 1, derde lid, aanvaardt of arbeid gaat verrichten in de uitoefening van een bedrijf of in de zelfstandige uitoefening van een beroep, tenzij deze arbeid gericht is op het verkrijgen van een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 1, derde lid; b. per de dag dat betrokkene de leeftijd van 65 jaar bereikt; of c. indien betrokkene overlijdt Het college trekt de indicatiebeschikking of herindicatiebeschikking van een betrokkene in op schriftelijk verzoek van de betrokkene aan het college per de datum van dat verzoek
Artikel 4 Inwerkingtreding Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2008.
Artikel 5 Citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald als: “Verordening wachtlijstbeheer Wsw”
3
Algemene toelichting toelichting De nieuwe Wet op de sociale werkvoorziening is per 1 januari 2008 ingegaan. Voor de nieuwe wet krijgen alleen jongeren tot 23 jaar voorrang. In de nieuwe situatie biedt de wet de mogelijkheid om bepaalde doelgroepen met voorrang te laten uitstromen naar de Wsw-formatie. Wordt die mogelijkheid niet toegepast dan is het first in – first out principe van toepassing. De gemeente dient deze beleidsvrijheid te vertalen naar een verordening. Met het aanwijzen van prioritaire doelgroepen moet terughoudend worden omgegaan, omdat anders te zeer verdringing optreedt van personen op de wachtlijst. Het kan er zelfs toe leiden dat bepaalde mensen nooit aan de beurt zouden komen.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 2 Artikel 2, lid 1a. Jongeren tot 23 jaar. Dat is een continuering van huidig en werkend beleid. Het huidige beleid wordt positief ervaren door de jongeren, ouders, opleiders en Combiwerk. Doordat de jongeren meteen aan de slag kunnen is er sprake van een doorlopende leerlijn vanuit het (speciaal) onderwijs naar de Wsw. Plaatsing op de wachtlijst voor in de praktijk een duur van twee jaar zou opgebouwde competenties op school teniet doen. Jongeren tot 23 jaar bevinden zich in een kwetsbare leeftijd en zijn gebaat bij een vast dagritme en werk. Artikel 2, lid1b. Begeleid werken. Personen op de wachtlijst die volgens Combiwerk daadwerkelijk begeleid kunnen werken bij een reguliere werkgever, ook al is er geen indicatie begeleid werken. De keuze voor deze doelgroep is in lijn met het doel van de nieuwe wetgeving, namelijk het voldoen aan de ultieme opdracht naar buiten. Langer laten staan op de wachtlijst kan er voor zorgen dat mensen onnodig wegzakken en later terechtkomen in een beschutte voorziening. Artikel 2, lid1c. Begeleid werken door middel van een persoonsgebonden budget (pgb) Iemand die aan de beurt is op de wachtlijst is, kan gebruik maken van een pgb. Met het benoemen van een pgb als prioritaire doelgroep wordt de mogelijkheid geboden voor iemand die op de wachtlijst staat, zijn pgb in kannen en kruiken heeft, en meteen kan beginnen aan zijn pgb. Het voorrang verlenen aan deze doelgroep past binnen de filosofie van de wet “Van binnen naar buiten”. Het is een positieve prikkel voor mensen om tijdens de periode op de wachtlijst bewust bezig te zijn met hun arbeidsontwikkeling. Artikel 2, lid 3. Er kunnen mensen op de wachtlijst staan, waaraan de uitvoeringsorganisatie geen dienstverband wil aanbieden. Dit omdat er een grote mate van waarschijnlijkheid is dat hun gedrag in werkverband niet hanteerbaar of zelfs schadelijk is voor medewerkers of organisatie. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om mensen met een ernstige verslavingsproblematiek(en) en/of gepleegde strafbare zaken (geweld, verkrachting), of eerder strafontslag bij Combiwerk hebben gekregen. Het gaat hierbij om een beperkte groep mensen van ongeveer vijf personen van de totale wachtlijst. Om deze categorie te kunnen verwijderen wordt voorgesteld een hardheidsclausule op te stellen. Bij het toepassen van de hardheidsclausule worden mensen van de wachtlijst verwijderd en wordt hun indicatie ingetrokken. Daarnaast kan de hardheidsclausule in positieve zin worden toegepast. Daar waar gemeente en uitvoeringsorganisatie de voorkeur geven aan instroom van een persoon die niet valt onder de prioritaire doelgroep, maar wegens zwaarwegende redenen wel gebaat is bij instroom.
4
Artikel 3 Lokale poortwachter en zuiver wachtlijstbeleid is de filosofie en wordt uitgedrukt in dit artikel. Op de wachtlijst staan mensen die een beroep op de SW-voorziening willen en kunnen doen. Combiwerk toetst aan de hand van de genoemde criteria of mensen op de wachtlijst thuis horen. ‘Vervuiling’ van de wachtlijst wordt hiermee tegengegaan. Uitgangspunt is om mensen volgens het principe van de werkladderscan zo hoog mogelijk te laten instromen. Dat wil zeggen dat mensen vanuit de wachtlijst bij voorkeur aan de slag gaan in een functie in de vorm van begeleid werken, detachering of werken op locatie. Door middel van intake en het diagnose-instrument Werkwijzer ontstaat een beeld van waar een persoon het beste tot zijn recht komt. Personen die in staat zijn tot werken op locatie, detachering of begeleid werken komen niet in aanmerking voor een werkplek bij beschut binnen. Instromers vanuit de wachtlijst krijgen een tijdelijk dienstverband om zich te bewijzen als werknemer van Combiwerk.
5