Ter Sprake magazine
Afgiftekantoor Lede - Trimestrieel • April 2011
Als het blauw blauwer wordt hoog aan de hemel, de narcissen geler in het groene gras. Als eierschalen breken, vogels op en aan vliegen om aas te voeren en fris getjilp de ochtendnevel doorklieft. Dan herleeft de natuur na zijn winterdood. En de mens? Wat heeft de mens nodig om op te staan zijn oude ik achter te laten in zijn doodversleten winterjas? Paasgeloof. Geloof dat elke grafsteen kantelen kan, elk goddelijk licht duisternis doorbreekt. Geloof in de kracht van het leven sterker dan de leegte van de dood. Geloof dat verrijzenis gebeurt.
Rubrieken Vrijwilligers maken het verschil
2-3
Artikel 107 van de ziekenhuiswet: een stand van zaken
4-6
Differentiatie binnen het project beschut wonen Reymeers
7
Adem- en ontspanningstherapie volgens de methode Dixhoorn
8-9
Kathleen Boedt
IMAGO, het verpleegkundig beroep in de kijker
10-11
Wij wensen alle medewerkers, vrienden en relaties van het Psychiatrisch Centrum Zoete Nood Gods een Zalig Pasen en een mooie Paastijd. Dank voor de goede samenwerking.
Dienst in de kijker: Emmaüs
12-14
Ter Sprake is de nieuwsbrief van het Psychiatrisch Centrum ZNG, Reymeersstraat 13a, 9340 Lede
Werken nieuwbouw PVT Dendermonde
15
Vrijwilligers maken het verschil 2011 is het Europees jaar van het vrijwilligerswerk. Ook binnen onze organisatie zijn heel wat vrijwilligers actief. Tijd dus om het vrijwilligerswerk binnen onze instelling nog eens ter sprake te brengen.
Verschillende onderzoeken bestudeerden het effect van de inzet van vrijwillige buddy’s bij mensen met een psychiatrische kwetsbaarheid. Hieruit blijkt dat de buddywerking een groot effect heeft op het welbevinden van de deelnemers.
European Year of Volunteering (EYV2011) Met de slogan ‘Volunteer! Make a difference’ heeft de Europese Commissie het jaar 2011 uitgeroepen tot Europees jaar van het vrijwilligerswerk. In 2011 zal Europa middelen vrijmaken om het vrijwilligerswerk te versterken. Aandachtspunten hierbij zijn o.a. het tot stand brengen van een stimulerende omgeving voor vrijwilligerswerk; versterking van de positie van de organisaties die vrijwilligers inzetten en het verbeteren van de kwaliteit van het vrijwilligerswerk; erkenning van het vrijwilligerswerk op Europees niveau; bewustmaking van de waarde en het belang van vrijwilligerswerk. Er zal zoveel mogelijk media-aandacht gevraagd worden voor het vrijwilligerswerk. De Europese Commissie hoopt dat de media-aandacht de onbekendheid van alle mogelijke vormen van
2
vrijwilligerswerk doorbreekt en de mensen warm maakt voor vrijwilligerswerk: de grootste reden waarom mensen immers geen vrijwilligerswerk doen, is omdat het hun nooit gevraagd werd. Op de website www.eyv2011.be kan je alle informatie vinden over het Europees Jaar van het Vrijwilligerswerk in België en in de Europese Unie. Het is mogelijk om zelf foto’s, verslagen en activiteiten op de site te plaatsen. Op die manier wil men van het European Year of Volunteering een leerrijk en dynamisch jaar maken.
Vrijwilligers en buddy’s binnen het Psychiatrisch Centrum Zoete Nood Gods en IBW Reymeers Binnen ons centrum zien we enerzijds het klassiek gekende reguliere vrijwilligerswerk waarbij personen op vrijwillige basis en zonder vergoeding een aantal activiteiten verrichten en op die manier een belangrijke meerwaarde bieden. Daarnaast kennen we ook een niet onbelangrijke vorm van vrijwilligerswerk die we eerder kunnen typeren als een buddyproject. Dit project heeft meerdere doelstellingen: mogelijkheden tot vrijwilligerswerk bieden, taboedoorbrekend zijn, rehabilitatiegericht werken promoten, herstelbevorderend zijn, en georganiseerde vriendschap. Onder de doelgroep wordt de persoon met de psychische kwetsbaarheid omschreven als ‘deelnemer’ en de vrijwilliger wordt omschreven als ‘buddy’. Verschillende onderzoeken in Vlaanderen, Nederland en de VS bestudeerden het effect van de inzet van vrijwillige buddy’s bij mensen met een psychiatrische kwetsbaarheid. Hieruit blijkt dat de buddywerking een groot effect heeft op het welbevinden van de deelnemers: lichtpunt in hun week, afname van eenzaamheid (>80%), afname van psychische klachten, toename van zelfvertrouwen (60-70%), verbetering van vertrouwen in het aankunnen van sociale situaties, enz.
Buddy’s zijn welkom in onze instelling. Veel bewoners hebben geen sociaal netwerk, waardoor zij weinig of geen contacten hebben met personen buiten de instelling. De buddy’s komen bijvoorbeeld op bezoek bij één of meerdere bewoners, waardoor enerzijds hun leefwereld verruimd wordt en anderzijds hun zelfwaardegevoel wordt verhoogd. De buddy heeft oog voor de kleine wensen en het eigen tempo van de bewoner en geeft zo meer kleur aan zijn dagen. Momenteel zijn er 25 buddy’s betrokken in het psychiatrisch verzorgingstehuis, waarvan 13 personen een overeenkomst hebben met PresentCaritas vrijwilligerswerk en 12 personen aangesloten zijn bij het Rode Kruis. Ook binnen het initiatief beschut wonen zijn buddy’s betrokken. De buddy’s voeren geen personeelsvervangende taken uit. Afhankelijk van de gezondheidstoestand van de bewoner worden een aantal activiteiten gedaan zoals: een gesprek, een gezelschapsspel spelen, eens kaarten, wandelen, gewoon aanwezig zijn voor de bewoner, nabij zijn, samen naar de cafetaria gaan, naar het dorp gaan om te winkelen of iets te drinken, gaan fietsen, enz. Er is er ook een vrijwilliger die op geregelde tijdstippen met een hond op bezoek komt bij sommige bewoners en patiënten. Op vraag geven sommige buddy’s tevens ondersteuning bij feestjes, uitstappen en pastorale activiteiten. Het gaat om eenvoudige taken die geen specifieke deskundigheid vragen maar waarnaar de bewoners wel enorm uitkijken. Naast deze buddy’s zijn er ook een aantal vrijwilligers betrokken bij ondersteunende diensten. Er helpen o.a. vrijwilligers in het magazijn, de technische dienst, de wasserette en het kapsalon. Ze vinden hier sociale contacten, soms kansen voor ontmoeting met lotgenoten of gewoon een zinvolle dagbesteding. Het Rode Kruis organiseert zelf ook activiteiten waaraan de bewoners kunnen deelnemen zoals
een pannenkoeknamiddag of een huifkarrentocht. Enkele bewoners van Sancta-Maria hebben de kans gekregen om mee te gaan met een door het Rode Kruis georganiseerde reis.
Ondersteuning van vrijwilligers en buddy’s De vrijwilligers en buddy’s worden voor hun activiteiten ondersteund zowel vanuit de instelling (interne vrijwilligerswerking via mevr. Annemie Perreman) als door Present-Caritas vrijwilligerswerk. Vanuit de interne vrijwilligerswerking wordt er drie maal per jaar een infovergadering voor alle vrijwilligers georganiseerd. Tijdens die vergaderingen kunnen zij onderling hun ervaringen uitwisselen, kunnen zij problemen bespreken en wordt er vorming voorzien. Volgende onderwerpen kwamen recent aan bod: verschillende ziektebeelden, bespreking aan de hand van stellingen, omgaan met personen met een verstandelijke beperking, het PVT wat nader omschreven. Externe sprekers werden uitgenodigd voor volgende onderwerpen: depressie, grenzen aan het vrijwilligerswerk, beroepsgeheim. De vrijwilligers ontvangen ook de nieuwsbrief Ter Sprake van de instelling en worden uitgenodigd op diverse instellingsgebonden activiteiten zoals de jaarlijkse nieuwjaarsreceptie en opendeurdagen. Tijdens de dag of week van de vrijwilliger wordt een kleine attentie aangeboden. Daarnaast is er de ondersteuning door de externe organisatie Present-Caritas vrijwilligerswerk. De vrijwilliger voelt zich immers in de eerste plaats “thuis” in de voorziening waar hij zich inzet. Zich ter plaatse
gedragen voelen, is voor de vrijwilliger doorslaggevend om zich al dan niet langer te blijven engageren. Toch is een ruimere ondersteuning meer dan welkom. Present wil hier werk van maken, en wel op drie vlakken: een specifiek aanbod naar vrijwilligers, een specifiek aanbod naar voorzieningen en een algemeen aanbod. Zo wordt er vier maal per jaar een basisvorming georganiseerd voor nieuwe vrijwilligers. Daarnaast wordt er provinciaal drie à vier keer per jaar een thematische vorming georganiseerd. Als instelling kan men een beroep doen op sprekers voor plaatselijke vrijwilligersbijeenkomsten. Jaarlijks gaat er een ontmoetingsdag door voor al de vrijwilligers van Present. Alle vrijwilligers ontvangen gratis een tijdschrift Vitamine C waarin inhoudelijke artikels, ervaringen van vrijwilligers, een bezinning, … aan bod komen. Er is een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid en een ongevallenverzekering,
administratieve ondersteuning en mogelijkheid voor individuele opvolging en bemiddeling. Present ondersteunt ook de instelling en de vrijwilligersverantwoordelijken o.a. via hulp bij de opstart van nieuwe projecten, de rekrutering van nieuwe vrijwilligers, vorming en ontmoeting van vrijwilligersverantwoordelijke enz. . Het vrijwilligerswerk is volop in evolutie. Present volgt de actualiteit, studies, publicaties, wetgeving en geeft dit door aan de vrijwilligersverantwoordelijken. Present doet tevens aan beleid en visieontwikkelingen op vlak van vrijwilligerswerk. Met deze korte bijdrage willen we onze erkenning en waardering uitdrukken voor alle inspanningen die de vrijwilligers binnen onze instelling leveren. Onze vrijwilligers maken wel degelijk het verschil. Annemie Perreman
Artikel 107 van de ziekenhuiswet: een stand van zaken In de vorige nummers van Ter Sprake werd de geplande hervorming van de geestelijke gezondheidszorg reeds uitvoerig toegelicht. Intussen lanceerde de overheid ook een projectoproep waarbij ziekenhuizen de mogelijkheid krijgen om een gedeelte van het budget verbonden aan de bedcapaciteit te heralloceren mits toepassing van artikel 107 van de ziekenhuiswet. Geïnteresseerde GGZ-voorzieningen hadden tot 31 oktober 2010 de tijd om projectvoorstellen m.b.t. vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg en het verhogen van de extramurale capaciteit in te dienen. De overheid verwacht hierbij vooral dat binnen een af te bakenen werkingsgebied een substantieel gedeelte van de bedcapaciteit zal omgezet worden in intensieve thuisbehandelings- en rehabilitatieteams.
Aantal ingediende projecten In totaal werden voor heel België 26 projecten ingediend, waarvan 14 Vlaamse. De Vlaamse en Federale Overheid hebben een gemeenschappelijke taskforce GGZ geïnstalleerd en intussen de projecten als volgt geëvalueerd en gecodeerd: • Het project uit het werkingsgebied Leuven-Tervuren kreeg code 1 toegekend hetgeen betekent dat het als startklaar beschouwd wordt en de volledige financiering van € 725 000 zal ontvangen. • De projecten uit de werkingsgebieden Kempen, Ieper en Halle-Vilvoorde kregen code 2. Ook zij mogen in 2011 starten mits zij nog enkele beperkte bijsturingen doen aan hun projectvoorstel. Zij ontvangen ook de volledige financiering. • Acht Vlaamse projecten kregen de code 3. Hier verwacht de overheid nog ingrijpende veranderingen alvorens ze van start kunnen gaan. Zij krijgen reeds € 100 000 bestemd voor de financiering van een netwerkcoördinator, die het project in de loop van 2011 naar code 1 of code 2 dient te begeleiden. • Twee Vlaamse projecten kregen de
4
code 4 toegekend. Ze worden bestempeld als waardevolle projecten doch zouden onvoldoende tegemoet komen aan de voor de hervorming gestelde voorwaarden.
Stand van zaken in zuid Oost-Vlaanderen Vanuit de regio zuid Oost-Vlaanderen, het werkingsgebied waarbinnen ook onze voorziening zich situeert, werd tot op heden geen project ingediend. De regio heeft namelijk een zeer lage bedcapaciteit die wat betreft ziekenhuisbedden vier maal lager is dan bijvoorbeeld de Gentse regio. Voor PVT en beschut wonen is de capaciteit bijna vijf maal kleiner. Aangezien de overheid tijdens de informatiemomenten steeds stelde dat het om substantiële projecten diende te gaan, bleek het niet mogelijk en wenselijk om onder de voorgestelde voorwaarden voor deze onderbedeelde regio een project in te dienen waarbij een aanzienlijke aantal bedden buiten gebruik zouden worden gesteld. Dit zou immers de verdere leefbaarheid en continuïteit van de ziekenhuizen in het gedrang brengen. Er werd tijdens het regio-overleg overeengekomen om voorlopig geen
project in te dienen doch wel de problemen van de regio verder in kaart te brengen. Ook werd zowel het overlegplatform voor de geestelijke gezondheidszorg POPOV als de Vlaamse Overheid en de Federale Overheid Volksgezondheid geïnformeerd over de problemen die zich stellen in de regio bij verdere afbouw van bedcapaciteit.
Enkele resultaten uit de regioanalyse zuid Oost-Vlaanderen Tussen oktober en december werd een regio-analyse uitgevoerd waaraan al de GGZ-voorzieningen actief in de regio zuid Oost-Vlaanderen participeerden. Volgende items werden bevraagd: herkomst van de patiënten/bewoners, leeftijdsverdeling, diagnosegroepen op basis van MPG, verdeling mannen/ vrouwen, huidige knelpunten, toekomstplannen van de diverse actoren, initiatieven in kader van zorgvernieuwing, zorgdifferentiatie en de plannen of verwachtingen in verband met toepassing van artikel 107 van de ziekenhuiswet. Tevens werd de voorzieningen gevraagd naar problemen die zij in de regio ondervinden in verband met zorg- en behandelaanbod. De verwerking van de gegevens
bekomen uit deze regioanalyse leert ons dat de meeste actoren een werkingsgebied hebben dat zich uitstrekt voornamelijk over de regio zuid Oost-Vlaanderen. Sommigen zijn echter ook nog actief in aangrenzende gemeenten in Vlaams-Brabant en Henegouwen. Patiënten uit de regio Dendermonde doen zowel een beroep op ggz-voorzieningen uit de Aalsterse regio als uit het Waasland. Op vlak van werking zien we bij meerdere actoren een aantal problemen frequent terugkeren. Een vlotte doorstroming van patiënten naar (meer) gepaste zorg vormt vaak een probleem; er zijn wachtlijsten voor de doelgroep met langdurig en complexe psychiatrische aandoeningen; er zijn lange wachtlijsten voor PVT en beschut wonen; er is een tekort aan geschikte opvang voor specifieke doelgroepen voornamelijk voor volwassenen met Korsakow aangezien ze vaak op basis van leeftijd geweigerd worden voor opname in woon- en zorgcentra; er is nood aan meer samenwerking met niet-GGZ-actoren voornamelijk op vlak van arbeidszorg, activering, zinvolle dagbesteding, vrije tijd en ontmoeting; patiënten hebben momenteel te weinig
mogelijkheden voor alternatieven buiten het dagziekenhuis; er blijken vaak problemen met opvang en begeleiding van drugsverslaafden (dubbeldiagnosen); bijna alle voorzieningen worden geconfronteerd met verstandelijk gehandicapten met bijkomende psychiatrische problematiek. Hier blijkt de doorstroming naar het Vlaams Agentschap voor personen met een handicap niet vlot te verlopen waardoor deze patiënten onnodig en langdurig ziekenhuisbedden bezetten. Ook in PVT verblijven nog steeds verstandelijk gehandicapten bij gebrek aan plaatsen binnen het Vlaams Agentschap. Er is nood aan meer differentiatie binnen PVT: nood aan PVT voor bewoners met een persistent storend gedrag. Er zijn wachtlijsten binnen de centra voor geestelijke gezondheidszorg; de equipes PTZ zijn veel te klein voor de uitgestrekte regio. De uitgestrektheid van de regio met veel landelijke en niet steeds vlotte verbindingswegen wordt door alle partners als een knelpunt ervaren. Er komen bovendien nog heel wat hulpvragen uit aangrenzende regio’s. De jongeren komen vooral terecht in de CGG en de algemene ziekenhuizen. Er is geen K-dienst in de regio zuid Oost-Vlaanderen.
Enkele cijfergegevens uit de regio zuid Oost-Vlaanderen In 2009 werden binnen het werkingsgebied ongeveer 5 000 cliënten ambulant opgevolgd door de equipes van het CGG zuid Oost-Vlaanderen, het CGG Waas en Dender en het CGG De Drie Stromen. In algemene ziekenhuizen (PAAZ) en thuiszorg worden meer vrouwen dan mannen opgenomen. In de psychiatrische ziekenhuizen, BW en activering zien we meer mannen. Binnen de doelpopulatie zijn er heel wat patiënten met een ernstige psychiatrische stoornis (SMI; severe mental illness). Alleen al in de regio Aalst-Dendermonde leidt dit tot ongeveer 2 000 opnamen in PAAZ diensten (OLV-Ziekenhuis Aalst, ASZ Aalst, AZ Sint-Blasius Dendermonde) en 830 opnamen in psychiatrische ziekenhuizen (Lede en Oosterzele) per jaar. Een analyse uitgevoerd in de regio zuid Oost-Vlaanderen leert ons dat schizofrenie en andere psychotische stoornissen (22%), middelengebonden stoornissen (30%), stemmingsstoornissen (25%) alsook persoonlijkheidsproblematiek, cognitieve stoornissen en eetstoornissen het vaakst leiden tot opname in een residentiële voorziening. We constateren ook frequent heropnames en dropouts. Bovendien hebben heel wat cliënten vaak tegelijk te maken met twee of meer diagnosen, de zogeheten dubbeldiagnosen (bijvoorbeeld bijkomend verslavingsprobleem). Er is in de regio een groep van psychiatrische patiënten met een bijkomende verstandelijke beperking. Deze groep verblijft momenteel nog vaak (te) lang in een residentiële voorziening t.g.v. plaatsgebrek in de voorzieningen van het Vlaams Agentschap voor personen met een handicap. Een aantal van de patiënten met een langdurige en complexe psychiatrische problematiek verblijven in de Aalsterse regio in zowel erkende als niet erkende beschutte woonvormen (175) of een psychiatrisch verzorgingstehuis (135). Een aantal bewoners verblijvend binnen het PVT of ziekenhuisdiensten vertoont zulk danig
6
Bij de evaluatie van de reeds ingediende projecten valt op dat de overheid in mindere mate dan verwacht rekening heeft gehouden met de ingezette bedcapaciteit van de ziekenhuizen. Er wordt veel belang gehecht aan participatie binnen het netwerk van gezondheids- en welzijnsvoorzieningen alsook van patiënten- en familieverenigingen.
persisterend storend gedrag dat een specifieke residentiële woonvorm noodzakelijk blijft. Factoren die verder kunnen geassocieerd worden met een noodzakelijk langer verblijf zijn leeftijd, een lager functioneringsniveau, een hardnekkige therapieresistente psychose, agressief gedrag, antisociale houding en opname onder juridisch statuut. Ongeveer een kwart van de populatie (PVT en BW) heeft een diagnose van mentale achterstand. Ongeveer 225 patiënten worden begeleid via het project PTZ Lotus-De Monding. We dienen hier wel op te merken dat de huidige equipe de vraag niet kan beantwoorden en er maar bij mondjesmaat nieuwe cliënten worden toegelaten in het project. Slechts een klein deel van de regio kan bediend worden. Een aantal patiënten vormen een gevaar voor zichzelf en/of hun omgeving vanuit hun psychiatrische ziekte. In 2010 waren er binnen de regio Aalst-Dendermonde 104 opnamen in het kader van de wet op de bescherming van de persoon van de geesteszieken, waarvan 68 spoedprocedures en 36 via vredegerecht. Het aantal opnamen in het kader van de wet op de bescherming van de persoon van de geesteszieke vertoont in de regio Aalst-Dendermonde een stijgende tendens. In goed vijf jaar tijd is het aantal opnamen verdubbeld. In 2010 noteren we een stijging met bijna 25%.
Plan van aanpak binnen het werkingsgebied Aalst-Dendermonde Er werd overleg gepleegd met voorzieningen uit de Gentse Regio, Vlaams-Brabant en het Waasland om na te gaan of binnen de overlappende gebieden samengewerkt kan worden. Momenteel wordt onderzocht of het mits inbreng van middelen uit andere regio’s en met de bijkomende projectmiddelen van de overheid alsnog mogelijk is om voor de regio Aalst-Dendermonde een ontwerp van projectfiche op te maken. De regio zuid Oost-Vlaanderen is immers te groot om als aaneensluitend werkingsgebied bediend te worden. Concreet betekent dit dat er ook een apart project kan of dient ingediend te worden voor de regio Zottegem/Oudenaarde/Ronse. Ook dit vraagt nog verder overleg. Tenslotte valt op dat de overheid bij de evaluatie van reeds ingediende projecten in mindere mate dan verwacht heeft rekening gehouden met de ingezette bedcapaciteit vanuit de ziekenhuizen. Bij de evaluatie wordt veel belang gehecht aan participatie binnen het netwerk van zoveel mogelijk gezondheids- en welzijnsvoorzieningen die actief zijn binnen het omschreven werkingsgebied alsook van patiëntenen familieverenigingen van psychiatrische patiënten. Marc Vandergraesen
Differentiatie binnen het project beschut wonen Reymeers Tien plaatsen voor individueel wonen Op 1 april 2010 werd gestart met de bouw van 10 studio’s voor het initiatief beschut wonen Reymeers. Deze werken naderen de eindfase. In de loop van de maand maart werden de schilderwerken uitgevoerd en werd het vast en los meubilair geplaatst. Ook voetpaden en terrassen zijn aangelegd. Precies één jaar na aanvang van de werken kan het nieuwe gebouw in gebruik genomen worden. Een tiental psychiatrische patiënten zullen er hopelijk snel een nieuwe thuis vinden. De tien plaatsen voor individueel wonen zijn gelegen in de Guchtstraat en op loopafstand van het gebouw Esperanza. De woningen zijn bedoeld voor volwassenen met psychiatrische stoornissen die een hoge graad van zorgbehoefte hebben. Er zal voorzien worden in een aangepaste psychosociale begeleiding waarbij een omkadering wordt voorzien van één begeleider voor zes personen. Een crisisscenario werd uitgewerkt waarbij er indien nodig ook een interventie vanuit het ziekenhuis mogelijk is. Alle bewoners zullen kunnen beschikken over een kleine studio met individuele badkamer, slaaphoek, en een leefruimte met
kookhoek. Op de bovenverdieping is ook een gemeenschappelijke living met zithoek voorzien. De bewoners hebben tevens de beschikking over een technische ruimte met berging, wasmachine en droogkast.
Begeleidingsvisie De begeleiders willen aan de toekomstige bewoners kwaliteitszorg aanbieden waarbij deze aanspraak kunnen maken op ontwikkelingsgerichte activiteiten, op goede behandeling van symptomen en klachten, op snelle en adequate crisisopvang, op basale zorg, steun en begeleiding bij sociale activiteiten waarbij deze zorg indien mogelijk in eerste instantie wordt geboden in een nieuwe veilige thuisomgeving. Men wil zorg bieden gericht op empowerment zodat cliënten een positief zelfbeeld herwinnen ondanks de strijd met de psychische aandoening en handicap; komen tot actief ‘zelfmanagement’ van het eigen leven en de psychiatrische ziekte en een leven herwinnen buiten het ziekenhuis in een maatschappelijke omgeving, met actieve participatie in betekenisvolle activiteiten en betrokkenheid in de maatschappij. Men zal een vorm van
Men zal een vorm van zorg en begeleiding organiseren die het gezonde deel van de patiënt als uitgangspunt neemt en niet zijn tekorten of beperkingen. zorg en begeleiding organiseren die het gezonde deel van de patiënt als uitgangspunt neemt en vertrekt van diens competenties, wensen, eigen keuzes en zorgbehoeften en niet van zijn tekorten of beperkingen. De begeleiders zullen werken aan het opbouwen en in stand houden van duurzame persoonlijke relaties met mensen die vaak gekenmerkt worden door communicatieve en relationele beperkingen, dit om terugval, dropout, marginalisering en verwaarlozing te voorkomen. Kortom, de hulpverleners willen vanuit een herstelgerichte visie een bijdrage leveren aan het handhaven of verbeteren van de levenskwaliteit van de bewoners, op een zodanige wijze dat hun autonomie, handelingscompetentie, levensvreugde en tevredenheid toeneemt. Marc Vandergraesen
Adem- en ontspanningstherapie volgens de methode Van Dixhoorn In 2009 startte Ingrid Vermaut, bewegingstherapeute in onze instelling, met de driejarige opleiding ‘adem- en ontspanningstherapie volgens de methode van Dixhoorn’. Intussen zit Ingrid in het tweede jaar van deze opleiding in het Centrum voor Adem- en Ontspanningstherapie (AOT) te Amersfoort (Nederland) en schetst zij ons in het kort wat AOT precies inhoudt.
Wat is adem- en ontspanningstherapie (AOT)? AOT is een aandachtstraining die zich tot doel stelt de innerlijke controle van de persoon over zichzelf (de interne zelfregulatie) te vergroten en de gewone overspanning te verminderen.
Welke indicaties zijn er voor AOT? Het verminderen van onnodige spanning leidt tot een verbetering van functioneren en een verhoging van welbevinden en de kwaliteit van het leven. Deze effecten hebben een zeer brede toepassing en zijn van grote betekenis bij werkhervatting. Daarnaast wordt de methode toegepast bij vier categorieën van gezondheidsproblemen: • Spanningsgerelateerde problemen: klachten zonder somatische oorzaak, zoals hyperventilatieklachten en gespannenheid, maar ook vermoeidheid, hoofdpijn, slaapproblemen, burn-out. • Psychische problemen: vooral bij angst, maar ook depressie, fobieën, paniek en traumaverwerking. • Functionele problemen van
8
•
houding, adem, stem en beweging: zoals rug- en nekklachten en ademproblemen, maar ook scoliose, verbetering rompbalans, chronische pijn, whiplash, stemproblemen. Spanningsproblemen met specifieke somatische oorzaak: klachten bij hart- en longpatiënten, maar ook bij mensen met neurologische of inwendige orgaanproblemen.
Wat is het verschil met andere, klassieke methoden? De methoden van Jacobson en Schultz zijn twee klassieke en beproefde methoden die praktisch een eeuw oud zijn. Beiden zijn unimodaal. Ze werken respectievelijk met spierontspanning en mentale voorstelling. Dit houdt in dat wanneer de methode niet aanslaat, er niet onmiddellijk een alternatief is: de relaxatie komt niet tot stand. De methode Van Dixhoorn neemt de kernelementen van deze methoden over, maar breidt ze uit met andere modaliteiten: omgeving, houding, beweging, ademen, handgrepen, … Ook de theorie is gemoderniseerd: er wordt gewerkt met het procesmodel. Dit houdt het volgende in: • Er worden instructies met veel verschillende elementen aangeboden zodat iedereen de modaliteit kan gebruiken die het beste past. Bijvoorbeeld: Wanneer een liggende oefening niet lukt, kan een zittende of staande oefening uitgeprobeerd worden. Wanneer een passieve oefening niet lukt, kan een actieve oefening gedaan worden. • De respons van de deelnemer op een instructie wordt opengelaten. Een reactie kan positief, negatief,
gemengd of neutraal zijn. Met al deze reacties kan verder gewerkt worden. Er is niet één goede reactie. • De verandering bij de deelnemer wordt geobserveerd, nagevraagd, concreet onder woorden gebracht en geïnterpreteerd. • Er zijn zeven categorieën van verandering beschreven die voor de deelnemer relevant kunnen zijn. (spanningsvermindering, herstel van evenwicht, aandachtsverschuiving, lichaamsbewustwording, functioneel bewegen, functioneel ademen, cognitieve herstructurering) In plaats van een protocol te volgen wordt de relaxatie op deze manier toegesneden op de persoon.
Hoe werkt AOT? Elke patiënt volgt een proefbehandeling van vier sessies. Tijdens deze momenten worden een aantal instructies ingeoefend en geëvalueerd. De evaluatie houdt in dat er wordt nagegaan of een instructie goed uit te voeren was, of er een verschil merkbaar was na afloop en wat de waardering voor de oefening is. Indien er drie keer positief gescoord wordt, is er een ingang gevonden. Een ingang is nodig om de behandeling verder te zetten. Als er een duidelijke ingang is, maar de klachten reageren niet, dan is er twijfel of zij spanningsgebonden zijn en is een verdere behandeling niet aangewezen. Indien de klachten wel verminderen, kan je besluiten dat ze spanningsgebonden zijn en dat de behandeling verder kan gezet worden. De instructies worden uitgekozen en aangepast in functie van de persoon in kwestie. De behandeling kan verschillende processen tot stand
Naast spanningsvermindering kan er ook een herstel van evenwicht ontstaan, een verschuiving van de aandacht, een grotere lichaamsbewustwording, een meer functioneel bewegen, functioneel ademen en/ of een cognitieve herstructurering. Deze processen leiden uiteindelijk tot een grotere zelfregulatie. brengen. Naast spanningsvermindering kan er ook een herstel van evenwicht ontstaan, een verschuiving van de aandacht, een grotere lichaamsbewustwording, een meer functioneel bewegen, functioneel ademen en/of een cognitieve herstructurering. Deze processen leiden uiteindelijk tot een grotere zelfregulatie. Dit houdt in dat de patiënt lichaamssignalen beter herkent en dus sneller adequaat kan reageren, zodat de overspanning en de klachten die hiermee gepaard gaan, beter gereguleerd worden, niet alleen tijdens de sessie, maar ook hierbuiten.
Hoe wordt AOT toegepast bij de patiënten van Providentia (groep eetstoornissen)? Patiënten die te kampen hebben met een eetstoornis ervaren vaak angst en spanning. Dit kan leiden tot een waaier van klachten: hyperventileren, chronisch hyperventileren, spanningspijnen, angstaanvallen, migraine… De ervaring leert dat klassieke ontspanningsmethoden bij deze populatie vaak onvoldoende resultaat bieden, zeker niet bij de patiënten met een traumatisch verleden. De AOT volgens de methode Van Dixhoorn kan hier mogelijk een antwoord geven. Dankzij de verschillende modaliteiten kies je de instructies die het best bij de patiënt passen. Je gaat samen op zoek naar een ingang. Klachten kunnen al verbeteren of verdwijnen wanneer één gepaste oefening gevonden wordt. Momenteel worden er individuele sessies georganiseerd. Er wordt overwogen om in de toekomst ook groepssessies te laten plaatsvinden. Ingrid Vermaut
IMAGO, het verpleegkundig beroep in de kijker Voor het aanwerven van verpleegkundigen hebben we te kampen met de onmiskenbare schaarste op de arbeidsmarkt. De instroom verhogen is een absolute voorwaarde om de neerwaartse spiraal aan tekorten in de toekomst een halt toe te roepen. Vanuit de opleidingsadviesraad hebben verscheidene gezondheidsinstellingen daarom samen met KAHO Sint-Lieven het initiatief genomen om een langdurige regionale campagne uit te werken om de aantrekkelijkheid van het verpleegkundig beroep te verhogen. Deze inspanning liep over twee jaar. De lanceringsdatum was vastgepind op januari 2009. Eind januari 2011 is ons project afgelopen.
Het verpleegkundig beroep kent te weinig erkenning en verpleegkundigen hebben te weinig beroepsfierheid. Dit heeft een negatief gevolg voor de motivatie van de verpleegkundigen, maar ook voor de toekomstige studenten verpleegkunde. De instroom naar deze richting is bijgevolg te beperkt. Om deze redenen werd een gemeenschappelijke imago/wervingscampagne gevoerd in alle deelnemende organisaties, gericht naar de huidige verpleegkundigen en de toekomstige studenten verpleegkunde. De kernboodschap aan de huidige verpleegkundigen is tweeledig. Enerzijds willen we alle verpleegkundigen ervan overtuigen dat ze een prachtig beroep hebben, waarop ze fier mogen zijn, anderzijds werd een regionale wervingscampagne gestart die in hun voordeel is en waarbij ze ons kunnen helpen. In de voorbereidende fase werden de gezondheidsinstellingen in de regio aangeschreven voor de fondsenwerving en zijn er contacten geweest met het communicatiebureau.
10
In de startfase werd het campagnemateriaal verdeeld in de meewerkende instellingen. Zo hadden we op 12 februari 2009 in zaal Steenpoort te Dendermonde een fotoshoot voor honderd medewerkers, uit diverse instellingen. Sommige medewerkers werkten daarenboven ook mee aan een interview, dat gepubliceerd werd in een magazine. Ook uit onze instelling waren er vrijwillige deelnemers. De foto’s, met slogan, werden via affiches in april verdeeld en zijn te bewonderen aan onze inkom. Als slogan namen we “Verplegen, het zit in je genen”. Het magazine, 24 bladzijden dik, werd verdeeld in 25 000 exemplaren, aan schoolverlaters en instellingen. Er werden ook postkaartjes gericht aan het thuisadres van scholieren. De website werd ontwikkeld en bevat uitgebreide informatie omtrent getuigenissen, informatie over de studies en tewerkstellingsmogelijkheden. De affiches, het magazine, de postkaartjes en de site hebben de campagne breed en uitvoerig aangekondigd in het voorjaar van 2009. Er zijn gelijktijdige campagnes doorgegaan in de deelnemende instellingen. Leerkrachten en VDAB-
medewerkers werden betrokken om de doelstellingen te bereiken. Hiertoe heeft er een informatieronde en wervelende externe campagne plaatsgevonden, in de taal van de jongeren. In deze fase vergaten we de volwassenen die zich willen herscholen niet, alsook de beïnvloeders van de studiekeuze, zoals leerkrachten en ouders van jongeren. Deze fase ging door vanaf april 2009. Voor de gezamenlijke acties en de website werd gewerkt met communicatiebureaus. Ook de persaandacht is er steeds geweest. In het voorjaar van 2009 werden workshops en inleefmomenten georganiseerd in sommige deelnemende organisaties. Studenten kregen de gelegenheid om gedurende een halve dag kennis te maken met de ziekenhuiswereld en de zorginstellingen. De workshops en inleefmomenten zijn middelen om geïnteresseerden te laten proeven van de ziekenhuiswereld. In 2010 werd de campagne verder gezet. Er werden dan publieke evenementen georganiseerd met randanimatie en persaandacht om scholieren te bereiken. Zo werd er op 12 mei 2010 een bedestafette georganiseerd van Aalst
naar Sint-Niklaas. Ook uit onze instelling hebben er verpleegkundigen deelgenomen aan dit evenement. Eveneens werd er in september 2010 een fuif voor verpleegkundigen georganiseerd in Dendermonde om elkaar beter te leren kennen en de publieke opinie aan te spreken. De fuif was een succes. Vanaf dit moment kregen we een brede aandacht van jonge mensen die gemotiveerd waren om de stap naar het verpleegkundig beroep te zetten. Deze aandacht vertaalde zich in een hoger aantal studenten in de periode van 2008 tot 2010. In het Sint- Augustinusinstituut te Aalst was er een verhoging van 7 % aan ingeschreven studenten. In het T.I. Sint-Carolus was dit aangroeicijfer 26 %. De uitschieters zagen we in de KAHO Sint-Lieven te Aalst met 53 % aangroei en zelfs 61 % verhoging in de KAHO Sint-Lieven te Sint-Niklaas. Het initiatief loopt nu ten einde. De website blijft nog gedurende twee jaar
Verscheidene gezondheidsinstellingen hebben samen met KaHo Sint-Lieven het initiatief genomen om een langdurige regionale campagne uit te werken om de aantrekkelijkheid van het verpleegkundig beroep te verhogen. Deze aandacht vertaalde zich in een hoger aantal studenten in de periode van 2008 tot 2010.
operationeel. De film is te bezichtigen op internet via www.hetzitinjegenen.be/ campagne. Vanaf mei 2011 tot mei 2012 zullen er mailings gedaan worden aan schoolverlaters met het magazine V-SPOT. Wij hopen dat, dank zij de inzet van vele mensen, het verpleegkundig beroep verder de nodige aandacht zal krijgen om de negatieve spiraal te doorbreken zodat vele jongeren overtuigd worden van de schoonheid van het beroep en kiezen voor deze richting. Dirk Eeckhaut
Dienst in de kijker: Emmaüs In onze moderne maatschappij is het soms moeilijk om voor de psychiatrische patiënt een gezond evenwicht te vinden tussen een ziekenhuisverblijf en een ambulante begeleiding. Een partiële behandeling of dagbehandeling is hiervoor misschien een nuttige tussenoplossing. Ons dagziekenhuis richt zich naar patiënten die omwille van hun psychiatrische en psychische kwetsbaarheid nog een behandeling nodig hebben, al dan niet intensief, terwijl een ziekenhuisopname niet (meer) hoeft of niet mogelijk is. In deze optiek trachten wij enkele doelstellingen te realiseren. Een dagbehandeling heeft tot doel een tussenstap te vormen tussen het psychiatrisch ziekenhuis (24-uur hospitalisatie) en thuissituatie (volledig ontslag). Wij bieden een degelijke behandeling en dagstructuur voor langdurige psychiatrische patiënten met het doel een residentiële behandeling zo lang mogelijk uit te stellen. Wij zorgen voor een doeltreffende voorbereiding op een verblijf in een of ander alternatief initiatief (zoals het activiteitencentrum) en wij bieden ondersteuning in combinatie met Beschut Wonen. De afdeling is laagdrempelig en staat open zowel voor patiënten die vanuit ons eigen ziekenhuis worden doorverwezen als voor externe kandidaten. Het dagziekenhuis Emmaüs heeft een erkenning voor 34 t(dag) en 4 a(dag) plaatsen.
Beschrijving van de doelgroepen Er wordt gewerkt met twee doelgroepen: een doelgroep Volwassenen en een doelgroep Ouderen. De doelgroep Volwassenen (18-65 jaar) is opgesplitst in een subgroep voor intensieve behandeling op korte of
12
middellange termijn (zorgeenheid I en II) en een subgroep voor een onderhoudende behandeling van multiproblemen op langere termijn (zorgeenheid III en IV). Om de verschillende zorgfuncties zo optimaal mogelijk te kunnen realiseren werden de subgroepen nogmaals opgedeeld. Voor wat betreft de subgroep “Intensieve Behandeling” is er een module gericht op algemene psychiatrische ziektebeelden (zorgeenheid I) en een module gericht op een intensieve behandeling van verslavingsproblemen, voornamelijk alcohol en medicatie (zorgeenheid II a). Onder de subgroep “ Onderhoudende behandeling van multiproblemen” ressorteert de module gericht op algemene psychiatrische ziektebeelden (zorgeenheid III) met uitzondering van psychosezorg en de module gericht op“Pychosezorg” (zorgeenheid IV). De onderhoudende behandeling van de verslavingsproblematiek is toegewezen aan zorgeenheid II b. De doelgroep Ouderen (+ 65 jaar) omvat gerontopsychiatrie (zorgeenheid V), gericht op oudere patiënten met een complexe en chronische psychiatrische problematiek. Omdat het niet zo evident is, wordt de klassieke leeftijdsgrens niet altijd streng gehanteerd en is enige overlapping mogelijk. Er wordt rekening gehouden met de fysieke en mentale mogelijkheden van de patiënt zodat sommige 65-plussers ook nog een behandeling kunnen volgen in de doelgroep “Volwassenen”.
Behandelingsvisie De behandelvisie is verschillend al naargelang de module waar de patiënt zijn therapieplan volgt.
Voor zorgeenheid I “Klinische Psychiatrie” betreft het meestal patiënten die vanuit een residentiële afdeling worden doorverwezen met het oog op het verder zetten van de reeds opgestarte behandeling en als voorbereiding op een volledig ontslag. Dit wenst een ik-opbouwend therapeutisch milieu waarbij het opnemen van de maatschappelijke functies centraal staat. Als blijkt dat de capaciteiten van de patiënt te beperkt zijn, zullen de tussenkomsten meer op een directieve leest geschoeid zijn. De patiënten die in zorgeenheid II een behandeling voor verslaving volgen hebben vrijwel steeds een ontwenning en behandeling in een residentiële setting achter de rug. Bij herval wordt steeds gepoogd om de individuele keten die tot gebruik geleid heeft te achterhalen. Dit gebeurt voornamelijk in groep, doch dit kan eveneens op individuele basis wanneer de groepsbenadering te bedreigend lijkt. Als leidraad gebruiken we de veranderingscyclus van Prochaska en Diclemente en de trainingsmodule “Omgaan met verslaving” van Liberman. Naast de intensieve behandeling van alcohol en medicatieverslaving begeleiden we tevens patiënten met een chronische verslavingsproblematiek. Hierbij wordt voornamelijk ondersteunend gewerkt en hebben we als ervaring dat er momenteel weinig alternatieve opvangmogelijkheden bestaan. Voor zorgeenheid III “Algemene psychiatrische ziektebeelden met uitzondering van psychosenzorg” ligt de begeleiding in het verlengde van wat reeds opgestart is in de intensieve behandelgroep of tijdens vroegere residentiële opnames en is de begeleiding in de eerste plaats gericht op het behoud van het bereikte functionerings-
niveau. Voor deze be geleiding wordt een veilig milieu gecreëerd met de klemtoon op ik-behoud en/of een beperkte ik-opbouw. Eventuele groeimogelijkheden worden aangesproken met het oog op een reïntegratie in het maatschappelijke leven. Voor wat betreft de personen met een chronische psychotische problematiek in zorgeenheid IV is onze behandelvisie opgebouwd als volgt. Psychotische mensen verschillen fundamenteel van de gezonde mens. Zij lijden aan een verlies van natuurlijke vanzelfsprekendheid bij alles wat zij doen, denken en voelen. Er ontglipt hen iets en ze hebben het gevoel dat ze niet mee zijn met het gewone waarin iedereen zich
klaarblijkelijk beweegt. Ze missen een achtergrond van waaruit men vertrekt en waarin men zich beweegt en een afbakening en begrenzing. Wij bewegen ons in een referentiekader dat historisch ontstaan is. Dit kader zorgt voor de natuurlijke vanzelfsprekendheid waarmee wij ons in het leven begeven. De psychotische mens mist dit referentiekader en kan zich op niets of niemand oriënteren. De eerste tekens van deze ontsporing uiten zich dikwijls in kleine inbreuken tegen wat algemeen “hoort”. Dit gedrag is een aanwijzing dat de psychotische mens zich niet meer kan oriënteren en geen vaste grond onder zijn voeten ervaart. Alle levensenergie moet geïnvesteerd worden
in het zoeken van een spoor, een grond, een vesting. Vandaar dat elke handeling die normaal als vanzelfsprekend ervaren wordt, een immense inspanning kost. Ervaring leert dat werken met een opgelegd takenpakket niet haalbaar is. Vandaar het principe van de vrije keuze van de patiënt waarbij activiteiten fungeren als een aanbod, als een uitnodiging om in gang te schieten. Als de patiënt op bepaalde momenten tot niets komt, heeft dit eveneens een betekenis en wijst dit naar iets anders dat op dat moment reëler blijkt te zijn, zoals te veel chaos, onrust, twijfel of verdrietig zijn. Ook passiviteit heeft een appel in zich waar mee gewerkt kan worden. Naast het principe van de vrije
keuze is het belangrijk dat patiënten zich omringd en gedragen voelen door meerdere personen, instanties of diensten op wie zij een beroep kunnen doen en die hen helpen om een spoor te vinden in een wereld waarin zij zich niet kunnen oriënteren. Zorgeenheid V “Gerontopsychiatrie” staat open voor ouderen met een psychiatrische problematiek met exclusie van dementie. De opnameduur en behandeling/begeleiding is afhankelijk van de problematiek. Zo bestaat enerzijds de mogelijkheid van een behandeling op korte termijn tot middellange termijn in geval van een acute problematiek en een begeleiding op lange termijn bij een chronische problematiek. In de mate van het mogelijke wordt uitgekeken naar externe opvangmogelijkheden (thuismilieu/mantelzorg, ambulante hulpverlening, woon- en zorgcentra). Bij het samenstellen van het activiteitenprogramma wordt rekening gehouden met de heterogeniteit en de leeftijd van de patiënten en ligt de klemtoon o.m. op recreatieve en bewegingsactiviteiten die gemakkelijk toegankelijk zijn.
De teamwerking Een multidisciplinair team staat in voor het uitwerken van de nodige zorgprogramma’s en voor het uitbouwen van een volwaardig therapieaanbod. Elke discipline - psychiater, psycholoog, sociale dienst, ergotherapeuten, verpleegkundigen en de bewegingstherapeut - bepaalt vanuit zijn vakgebied aan welke doelen er wordt gewerkt. Er wordt nauw samengewerkt om voor de patiënt tot een kwaliteitsvolle zorgverlening te komen.
Toekomst In mei 2010 werden door de overheid de krachtlijnen voor de hervorming van de geestelijke gezondheidszorg bekend gemaakt aan de hand van de brochure
14
De afdeling Emmaüs richt zich naar patiënten die omwille van hun psychiatrische en psychische kwetsbaarheid nog een behandeling nodig hebben, al dan niet intensief, terwijl een ziekenhuisopname niet (meer) hoeft of niet mogelijk is.
“Gids naar een betere geestelijke gezondheidszorg door de realisatie van zorgcircuits en zorgnetwerken”. Nieuwe initiatieven die men ontplooit, dienen zoveel mogelijk te worden gekaderd binnen dit nieuwe beleid. Een behandeling en begeleiding dienen zo veel als mogelijk geboden in de thuissituatie. Een verblijf wordt zo kort mogelijk gehouden. Een residentiële behandeling heeft een meer intensief karakter en enkel voor die personen die zich in een zodanig ernstige fase van hun problematiek bevinden dat hulpverlening in de eigen leef- of woonomgeving tijdelijk niet aangewezen is. Het dagcentrum zal zich meer profileren naar een intensieve observatie en behandeling waarbij het accent ligt op acute zorg, indicatie- en diagnosestelling, gewaarborgd door een korte verblijfsduur. De ontwikkeling van een vraaggestuurde gemeenschapsgerichte zorg zal zich kenmerken door de uitbouw van zorgcircuits en netwerken via artikel 107 van de ziekenhuiswet. Een grote uitdaging staat ons psychiatrisch dagcentrum te wachten waarbij de verwachtingen van het team hoog gespannen zijn en anderzijds een stap in het onbekende betekenen. Wij gaan de toekomst tegemoet onder de slogan “VONK” - Verandering Opent Nieuwe Kansen. Gerit De Saedeleer
Werken nieuwbouw PVT Dendermonde: een stand van zaken Als je op de hoogte wil blijven van de nieuwste ontwikkelingen, trends en weetjes op vlak van voeding is het een goed idee om het jaarlijkse Voedings- en Gezondheidscongres in de Heizel te Brussel te bezoeken. Dit congres heeft plaats op vrijdag en zaterdag met een aantal workshops. Omdat niet iedereen hiervoor tijd of zin heeft, zal ik de meest opvallende en interessante zaken belichten.
Door de vroege winterprik en het bouwverlof werd er in de maand december bijna niet gewerkt aan de nieuwbouw PVT te Dendermonde. Sinds januari zijn de bouwwerken echter weer in volle gang. De ruwbouwwerken zijn voor 95% voltooid. Momenteel wordt de laatste hand gelegd aan de gevelbekleding. Het gebouw is winddicht. Elektrische leidingen, sanitair, verluchting en verwarming zijn zo goed als geplaatst. De pleisterwerken zijn in volle uitvoering en op de bovenverdieping is men gestart met de vloerwerken en plaatsing van valse wenden en plafonds. Het vast en los meubilair alsook de liftinstallatie werd aanbesteed. In maart zal ook gestart worden met de omgevingswerken. De werken blijven dus mooi op schema. Diezelfde maand zal men ook beginnen met het informeren en inlichten van bewoners en families door de betrokken stuurgroepen van de afdelingen. Een
deeltijds psychologe, mevr. Sara Veirman, werd aangetrokken om het herlocaliseringsproces mee in goede banen te leiden. Verder wordt er gewerkt aan de samenstelling van de definitieve personeelsequipe voor het PVT te Dendermonde. Mevr. Emily Coenen werd aangeworven als sociaal verpleegkundige, belast met enerzijds maatschappelijk werk en anderzijds de netwerkvorming in kader van psychosociale rehabilitatie en herstel. Het PVT zal zich inschrijven in het netwerk voor langdurige zorg dat recent van uit Pro Mente Dendermonde werd opgericht. De komende maanden zal de verhuis intensief worden voorbereid. Ook de samenwerking met de huisartsen, kinesitherapeuten en podologen wordt onderzocht. Voor samenwerking en organisatie op vlak van transport, voedingsgebeuren, gemeenschappelijk gebruik van wasserette, organisatie van nachtdienst,
aanbod van pastorale activiteiten wordt intensief overleg gepleegd met het Woon- en Zorgcentrum Mariatroon. Het is moeilijk te voorspellen of de werken klaar zijn voor het groot verlof. Daarom werd door het directiecomité beslist om de verhuis te voorzien vanaf september 2011. Marc Vandergraesen
Ter Sprake magazine
Afgiftekantoor: Lede - Trimestrieel - April 2011
Ter Sprake Magazine is een uitgave van het Psychiatrisch Centrum Zoete Nood Gods. Wil u ook meewerken aan het volgende nummer? Contacteer Bénédicte De Waele op het nummer 053/76 21 05 of e-mail naar
[email protected]. Werkten mee aan dit nummer: Bénédicte De Waele, Marc Vandergraesen, Michel Sinove, Koen D’hondt, Koen Van Wauwe, Rik De Coninck, Arnaux De Kuyper, Dirk Van Herreweghe, Anne-Marie Galle, Nicole Van de Meerssche, Aleide Sterck, Tessa De Bleu. ‘Ter Sprake’ is de nieuwsbrief van het Psychiatrisch Centrum Zoete Nood Gods’ Reymeersstraat 13a, 9340 Lede Tel: 053 76 21 11 Fax: 053 80 66 07 e-mail:
[email protected] - www.pclede.be Uw gegevens worden door het Psychiatrisch Centrum in een bestand opgenomen. Overeenkomstig de privacy-wet van 08-12-1992 heeft u recht op inzage en correctie van de door het Psychiatrisch Centrum bewaarde informatie. Het Psychiatrisch Centrum behoort tot de vzw Provincialaat der Broeders van Liefde