Ter Sprake magazine
Afgiftekantoor Lede - Trimestrieel • Juni 2010
Vakantiebezinning De zomermaanden betekenen voor velen onder ons vakantie! Er zijn dan ook minder medewerkers in huis, er wordt veel minder vergaderd. Velen mogen genieten van een welverdiende rust om er nadien weer tegenaan te kunnen. Vakantie is een tijd om terug te schakelen, zonder uitgestippeld
plan. Het mag nooit de bedoeling zijn om van vakantie die tijd te maken waarin je kan inhalen, wat je tijdens het jaar hebt uitgesteld. Er mag geen gejaagdheid meer zijn van opdrachten en taken. Vakantie moet echt vrije tijd zijn. Niets moet meer. Het is een tijd van ontmoeten. We krijgen dan ook de tijd voor ruimere sociale contacten. Maar ook tijd voor onszelf: een adempauze om diepere bronnen van inspiratie aan te boren.
rusten (Mc 6). Vermoeid van de tocht zette Hij zich neer bij een bron (Joh 4). Ook wij kunnen dit doen en teruggaan naar de bron van ons leven en ons engagement. Het kan een echt moment van bezinning worden: luisteren naar de stilte van ons hart: een diepe stille plek waar we vrede kunnen ervaren en genade ontvangen. Aan allen: goede vakantie! Rik De Coninck
Het woord ‘vakantie’ komt dan ook van ‘vacare Deo’: vrij zijn voor God. Velen nemen dit ook letterlijk: op reis stappen ze gemakkelijker een kerk binnen dan tijdens het jaar. En dat is goed! Maar God is ook te vinden in onze ontmoetingen met elkaar, in het extra bezoek aan een eenzame, een zieke of oudere medemens (die tijdens de vakantie nog minder bezoek krijgt dan anders …). We gaan met zijn allen naar de zon. Laten wij elkaar ook eens in het zonnetje zetten: elkaars goede en mooie kwaliteiten van onder het stof halen. We mogen ook dankbaar zijn en met respect behandelen hen die tijdens de zomermaanden niet op vakantie zijn. Vakantie biedt kansen om te genieten van al het moois dat de natuur ons schenkt: zoveel om dankbaar voor te zijn. Ook Jezus nam zijn leerlingen mee naar een afgelegen plaats om te
Ter Sprake is de nieuwsbrief van het Psychiatrisch Centrum ZNG, Reymeersstraat 13a, 9340 Lede
Rubrieken Inspectiebezoek aan het psychiatrisch ziekenhuis
2
Werken nieuwbouw PVT Dendermonde: een stand van zaken
3
Save lives: clean your hands
3
Rehabilitatieproject
4
Uitbouw van een zorgcircuit voor psychiatrische patiënten met ernstige en langdurige psychiatrische aandoeningen in de regio Dendermonde
5
Werving en imago verpleegkunde: “Het zit in je genen, zit het ook in je benen?” ‘De dood heeft mij een aanzoek gedaan. Over dood, leven en liefde.’
6-7 8-11
Inspectiebezoek aan het psychiatrisch ziekenhuis Op 2, 4 en 9 maart 2010 voerde het Vlaams Agentschap Inspectie en Welzijn, in het kader van een aanvraag voor verlenging van de erkenning van het psychiatrisch ziekenhuis, een audit uit binnen ons centrum. Het auditteam bestond uit dr. Marc Servaes (psychiater), mevr. Lucrèce Laurier (verpleegkundige), mevr. Els Ceulemans (psychologe) en dhr. Marc Nouwen (coördinerend auditor-verpleegkundige).
Naar aanleiding van de audit werd de erkenning van het ziekenhuis verlengd tot en met 30 juni 2015. Als inleiding bij de eerste dag werd door het auditteam de werking toegelicht en werd kort stilgestaan bij het nieuwe referentiekader. Nadien bezochten de auditors de verschillende diensten en afdelingen van het centrum. Diverse topics werden besproken en doorgelicht. Specifieke aandacht ging uit naar het algemeen en strategisch beleid, het verpleegkundig beleid en de zorgprocessen, het medisch beleid en de werking van de medische raad, de werking van het ethisch comité en de ombudsfunctie, de medicatiedistributie en de ziekenhuishygiëne, herstelgerichte zorg en zorg naar familie, het elektronisch patiëntendossier, het suïcide-, afzonderings- en agressiebeleid.
2
Een uitgebreid auditverslag (68 pagina’s) werd kort na het bezoek door het Agentschap aan de instelling overgemaakt. Het verslag bestaat uit algemene vaststellingen (nuttige info, elementen die noch positief, noch negatief zijn), sterke punten (punten die door de auditoren als een meerwaarde voor het ziekenhuis beschouwd worden), non-conformiteiten (elementen die niet conform de norm of de wetgeving zijn), tekortkomingen (elementen waarvoor het ziekenhuis volgens de interpretatie van de auditoren onvoldoende scoort) en aanbevelingen (niet dwingende adviezen die niet gebonden zijn aan normering ter verbetering van de kwaliteit). Op 4 mei 2010 werd de directie uitgenodigd in Brussel om tijdens een terugkomdag dit rapport verder te bespreken met mevr. Greet Van Humbeeck van het Agentschap Zorg en Gezondheid en de auditors van het Agentschap Inspectie en Welzijn. Een aantal praktische punten zoals de organisatie van de nachtdienst, de aanpassing van een aantal procedures, de werking van het ethisch comité en het medisch kader werden nader toegelicht. In het auditverslag van het Agentschap Inspectie lezen we in de bespreking o.a. volgende conclusies: “Het betreft een klein regionaal psychiatrisch ziekenhuis dat zich toelegt op de meest voorkomende psychiatrische pathologieën.
Een bijzondere subunit is de afdeling eetstoornissen. Het is een tweedelijnsziekenhuis in een regio met heel wat PAAZ-bedden. Een meer inhoudelijke samenwerking tussen deze voorzieningen zou een goede zaak zijn. De inbedding binnen de groep van de Broeders van Liefde is eindelijk gerealiseerd door een overeenkomst tussen de verschillende VZW’s die met het ziekenhuis een bestuurlijke band hebben. Dit heeft de nodige ruimte geschapen voor een nieuw zorgstrategisch plan. Er is nog wel een te nauwe verwevenheid tussen het psychiatrisch ziekenhuis en het PVT. Hoewel samenwerking een goede zaak is, verdient het aanbeveling een scherpere scheiding in een aantal functies te realiseren. De psychiatertijd dient substantieel verhoogd te worden. Op het vlak van de beleidsvoering (beleidsplanning, procedures, masterplan,…) is een duidelijke vooruitgang geboekt.” Naar aanleiding van de audit werden door het Agentschap Zorg en Gezondheid de termijnen bepaald om non-conformiteiten en tekortkomingen weg te werken alsook een nieuw voorstel voor erkenning van de ziekenhuisdiensten en de apotheek van 1 juli 2010 tot en met 30 juni 2015.
Marc Vandergraesen
Werken nieuwbouw PVT Dendermonde: een stand van zaken In de vorige editie van Ter Sprake werd de start van de werken van de nieuwbouw PVT te Dendermonde uitvoerig toegelicht. In dit nummer, en ook in de volgende, zal steeds een korte stand van zaken geschetst worden. Zoals te zien is op de foto’s krijgt het PVT in Dendermonde stilaan vorm. Kamers, cafetaria en burelen van het gelijkvloers en de eerste verdieping worden zichtbaar binnen de ruwbouw. De werken verlopen momenteel volgens de planning. Intussen werd ook reeds overgegaan tot de opening van de aanbesteding voor de loten elektriciteit, HVAC, sanitair, liften en infrastructuur.
In de loop van de maand mei werd ook een enquête gehouden om te peilen naar de interesse van het personeel om mee de overstap naar Dendermonde te maken. Een twintigtal personeelsleden heeft hiervoor interesse laten blijken. Op korte termijn zal de directie een stuurgroep samenstellen die verder zal betrokken worden bij de inhoudelijke uitwerking van het PVT Dendermonde. Rekening houdende met de vigerende organisatorische erkenningsnormen voor PVT en het referentiekader dat door het Vlaams Agentschap inspectie gehanteerd wordt voor het verlenen van de erkenning, zal vervolgens een personeelskader voor zowel PVT Nieuwemeers, PVT Lede als PVT Dendermonde worden vastgelegd.
Een twintigtal personeelsleden heeft interesse om mee de overstap naar Dendermonde te maken. Op korte termijn zal ook gestart worden met het formuleren van de opnamecriteria voor het PVT zodat nadien kan gestart worden met de bewonersselectie. Doelstelling blijft om het PVT te Dendermonde tegen eind 2011 in gebruik te nemen.
Marc Vandergraesen
Save lives: clean your hands Vanaf 1 januari tot 5 mei 2010 heeft de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) een communicatiecampagne gevoerd om de zorginstellingen aan te sporen deel te nemen aan het initiatief “Save lives: clean your hands”. Het gaat hier om een algemene oproep met als doel het belang van handhygiëne door zorgverstrekkers te benadrukken. België heeft in het verleden al drie nationale sensibiliseringscampagnes georganiseerd om de handhygiëne te promoten, onder de naam “U bent in goede handen”. De eerste campagne beperkte zich tot de algemene ziekenhuizen. Aan de laatste twee campagnes konden ook de psychiatrische ziekenhuizen deelnemen. Ons centrum was één van de deelnemers. De boodschappen van de Belgische campagnes zijn gebaseerd op de First Global Patient Safety Challenge “Clean
Care is Safer Care” en meer in het bijzonder op de beschrijving “My five moments for Hand Hygiene” door de WHO. De nationale campagnes liggen dus volledig in de lijn met de aanbevelingen die werden geformuleerd door de WHO. In het kader van haar communicatiecampagne stelt de WHO zich als doel dat zich tegen mei 2010 op wereldschaal 10 000 ziekenhuizen registreren om het initiatief formeel te ondersteunen. Het gaat hier niet alleen om een ambitieuze maar vooral om een uiterst belangrijke doelstelling. Hoe meer ziekenhuizen deze actie onderschrijven en hun inspanningen verderzetten om te sensibiliseren en concreet te handelen, des te meer we het aantal ziekenhuisinfecties kunnen terugdringen. Ondertussen zijn wereldwijd al meer dan 11 500 zorginstellingen geregistreerd.
De campagne is een algemene oproep met als doel het belang van de handhygiëne door zorgverstrekkers te benadrukken. Ook ons centrum heeft zich laten registreren om op die manier de actie “Save lives: clean your hands” te steunen. Zo maken we deel uit van een wereldwijde actie en netwerk met slechts één doel voor ogen: de handhygiënepraktijken verbeteren. Hubert De Sutter
Rehabilitatieproject:
vijfdaagse vliegreis naar Bulgarije van 20 tot 25 mei 2010 Jaarlijks gaat de afdeling Caritas met een aantal bewoners op reis. Ook dit jaar kregen de bewoners inspraak bij de keuze van de reisbestemming. Op hotel gaan, zon, zee, strand en een vliegreis werden regelmatig voorgesteld door de bewoners. Een budgetvriendelijk land als Bulgarije bood ons alles waar de bewoners van droomden. Het is een land met mooie clubhotels aan het strand van de Zwarte Zee met een zonnig klimaat. Normalisatie was de belangrijkste doelstelling van deze reis. Op reis gaan zoals ieder ander persoon. We hebben bewust gekozen om de reis te boeken in het reisbureau gelegen in onze gemeente en niet deel te nemen aan de reizen georganiseerd voor bijzondere doelgroepen. Aangezien de bewoners nog nooit een vliegreis hadden meegemaakt en dit voor de nodige spanning zorgde, was een goede voorbereiding van belang om alles vlot te laten verlopen. Een maand voor vertrek zijn we met de groep op verkenning geweest in de luchthaven van Zaventem. Daar kregen we een duidelijke rondleiding en een goed beeld wat er in de luchthaven reilt en zeilt. We gingen tijdens dit bezoek door de grenscontrole en bagagecontrole,
4
zo raakten de bewoners geïnformeerd en vertrouwd met de luchthaven. Op de dag van vertrek was er merkbaar minder spanning aanwezig, de luchthaven was geen ongekende omgeving meer en daardoor was subtiele begeleiding mogelijk.
Een maand voor vertrek zijn we met de groep op verkenning geweest in de luchthaven van Zaventem. Zo raakten de bewoners geïnformeerd en vertrouwd met de luchthaven.
Het hotel waar we verbleven was één van de mooiste clubhotels aan de Zwarte Zee. Doordat we geboekt hadden bij een reisbureau in onze gemeente wist niemand in het hotel dat we vanuit een psychiatrisch centrum een jaarlijkse reis maakten. Zo konden we de drempel verkleinen om ons op een normale manier te integreren binnen het hotel en te participeren aan de aangeboden activiteiten. Het lekkere eten werd gepresenteerd in buffetvorm. Deze vorm van maaltijdaanbod kenden de bewoners van op de afdeling. Het maaltijdgebeuren deed denken aan hun vertrouwde omgeving en de bewoners konden zichzelf zelfstandig bedienen. Toch was begeleiding steeds aanwezig en op maat van de bewoner.
Daar waren talrijke kleine winkeltjes aanwezig. Bewoners zochten daar cadeautjes uit en beschikten vrij over hun zakgeld. Ook brachten wij een bezoek aan de stad Nessebar. We kregen een boeiende Nederlandstalige rondleiding die ons helemaal terugbracht in de tijd van de Romeinen en Byzantijnse rijk. Dit kleine schiereiland is beroemd om zijn 40 middeleeuwse kerkjes. Strandwandelingen, zwemmen, aquagym, … het kon allemaal op deze vakantie. Er leefde een echt vakantiegevoel wat de bedoeling was van deze reis. Een reis waar integratie, empowerment, normalisatie, zorg op maat en maatschappelijke aanvaarding aan de basis lag.
Ter plekke hebben we in samenspraak met de bewoners verschillende activiteiten ondernomen. Op 1,5 km van het hotel lag Obzor, een oud stadje.
Yolande Rogiers Annie Deuvaert Bernadette Dierickx
Uitbouw van een zorgcircuit voor psychiatrische patiënten met ernstige en langdurige psychiatrische aandoeningen in de regio Dendermonde Op 6 mei 2010 had in ons centrum een eerste overlegvergadering plaats met als doel de mogelijkheden te onderzoeken voor de uitbouw van een netwerk voor patiënten (volwassenen en ouderen) met diverse langdurige en complexe psychiatrische aandoeningen in de regio Dendermonde. Op dit overleg waren volgende organisaties vertegenwoordigd: • • • • • • •
het Algemeen Ziekenhuis Sint-Blasius - Dendermonde; het Psychiatrisch Centrum Sint-Hiëronymus - Sint-Niklaas; het Psychiatrisch Centrum Zoete Nood Gods - Lede; het project beschut wonen Pro Mente - Sint-Niklaas; het project beschut wonen VZW Reymeers - Lede; het woonzorgcentrum Mariatroon - Dendermonde; het netwerk voor zorg voor psychiatrische patiënten in de thuissituatie Lotus-De Monding – Aalst-Lede-Dendermonde
Op een volgend overleg zullen ook de vertegenwoordigers van de twee centra voor geestelijke gezondheidszorg Waas en Dender en de Drie Stromen worden uitgenodigd. Tijdens dit eerste formeel overleg hebben de aanwezige zorgactoren een overzicht gegeven van hun huidige werking en toekomstige plannen in de regio Waas en Dender. Het Algemeen Ziekenhuis Sint-Blasius zal samen met het initiatief Pro Mente, de centra voor geestelijke gezond-
heidszorg en het Psychiatrisch Centrum Sint-Hiëronymus een samenwerkingsverband oprichten voor organisatie en coördinatie van beschut wonen in de Dendermondse regio. Het is de bedoeling om op relatief korte termijn 48 plaatsen beschut wonen te creëren in Dendermonde. Momenteel zijn er in Dendermonde nog geen plaatsen beschut wonen aanwezig. De programmatie voorziet voor deze regio 58 plaatsen. De geplande 48 plaatsen zullen gerealiseerd worden enerzijds door vier ziekenhuisbedden van het AZ Sint-Blasius te reconverteren naar 40 plaatsen beschut wonen en 8 plaatsen vanuit de regio Sint-Niklaas over te brengen naar Dendermonde. Op termijn wil men dit nieuwe initiatief uitbouwen tot een rehabilitatiecentrum voor chronisch psychiatrische patiënten bestaande uit een project beschut wonen voor huisvesting en begeleiding; een aanbod van activering (in samenwerking met het activiteitencentrum De Loft, de CM en de CGG) en een FACT* team (De Monding). Ons centrum bouwt momenteel een psychiatrisch verzorgingstehuis voor 42 gestabiliseerde patiënten (volwassenen) met chronische psychiatrische aandoeningen op de campus van Huize Mariatroon te Dendermonde. Daarnaast wordt ook de mogelijkheid onderzocht om in de nieuwbouw van Huize Mariatroon een unit te voorzien voor zorgbehoevende en kwetsbare ouderen met bijkomende psychiatrische problematiek of verstandelijke handicap.
Op termijn wil men dit nieuwe initiatief uitbouwen tot een rehabilitatiecentrum voor chronisch psychiatrische patiënten bestaande uit een project beschut wonen, een activeringsaanbod en een FACT-team. Men zal ook streven naar de uitbouw van twee volwaardige projecten voor zorg aan psychiatrische patiënten in de thuissituatie waardoor het project Lotus zich volledig kan richten naar de Aalsterse regio en het project De Monding naar de Dendermondse regio. Verder zal men onderzoeken of er ook kan samengewerkt worden om gemeenschappelijk de functie activering in de Dendermondse regio verder uit te bouwen. Door al deze nieuwe initiatieven kan er op relatief korte termijn een uitgebreid netwerk van voorzieningen gecreëerd worden voor psychiatrische patiënten, volwassenen en ouderen, met ernstige en langdurige problemen binnen de Dendermondse regio. De bovenvermelde partners zullen tegen augustus 2010 een eerste ontwerp van samenwerkingsovereenkomst uitwerken en een netwerkcomité oprichten om de samenwerking op het terrein concrete vorm te geven. Marc Vandergraesen * FACT is de Nederlandse variant op het Assertive Community Treatment-model: de Functie (of Flexibele) ACT (FACT)
Werving en imago verpleegkunde:
“Het zit in je genen, zit het ook in je benen?” Momenteel is het nog steeds zo dat we met een groot tekort aan verpleegkundigen kampen. Het verpleegkundig beroep in een positief en aantrekkelijk daglicht plaatsen, kan jongeren er misschien toe aanzetten om voor dit mooie beroep te kiezen. Dat is althans het opzet van deze twee jaar durende regionale campagne, die van start gegaan is in januari 2009. Initiatiefnemers zijn een aantal gezondheidsinstellingen uit de regio Waas en Dender, samen met KaHo St-Lieven. Ook onze voorziening heeft zich hiervoor ingeschreven.
Om te beginnen werd een communicatiebureau onder de arm genomen (Kan-Design) om deze campagne concreet vorm te geven. Zo werd er een website ontwikkeld (www.hetzitinjegenen.be) en kwam er de publicatie van het magazine VSpot. In dit magazine worden verschillende aspecten van het verpleegkundig beroep voorgesteld zoals het verpleegkundig profiel, de ruime tewerkstellingsmogelijkheden, waardering door patiënt en familie, interviews met verpleegkundigen, … In 2009 werd een fotoshoot op touw gezet, waaraan zo’n 200 verpleegkundigen hun medewerking verleenden. Voor onze voorziening waren dit Els Van Sinay en Robby Van Der Gucht. Deze foto’s werden gebruikt voor affiches, de website en het magazine.
6
Tevens werd een mailing georganiseerd naar alle ASO en TSO schoolverlaters in de hoop ook hier jongeren te kunnen motiveren om voor verpleegkunde als vervolgstudie te kiezen. In 2010 was er een herdruk van het magazine VSpot. De nieuwe exemplaren hebben ook onze voorziening bereikt. Ze worden ter beschikking gesteld aan de stand aan de receptie. Ook alle afdelingen hebben een voorraad die zij aan geïnteresseerden kunnen meegeven. Daarnaast kent de website een uitbreiding richting Twitter/ Facebook/ Netlog. Er wordt ook een vacatureoverzicht voorzien. Op de dag van de verpleegkunde (12 mei 2010) vond de Bedstafette plaats met als slogan “Het zit in je genen, zit het
De opzet van deze campagne is jongeren ertoe aanzetten om voor het verpleegkundig beroep te kiezen ook in je benen?”. Deze estafette met een ziekenhuisbed doorheen de regio Waas en Dender moest symbool staan voor de continuïteit van zorg. Het positief imago van het beroep stond centraal. Geen witte woede, maar een fierheid over het beroep. Het traject ging van start in Aalst, om zo Dendermonde, Lokeren en als slot Sint-Niklaas aan te doen. Op elke locatie werd een mini-evenementje georganiseerd. Zo werden er in Aalst ontbijtpakketten uitgedeeld in de secundaire scholen. In
Dendermonde was er een aperitiefhappening en in Lokeren een muziekgebeuren. Op het slotfeest in Sint-Niklaas kon iedereen deelnemen aan een zumbasessie en werd er ook een luchtballon opgelaten. Van onze voorziening waren 6 verpleegkundigen van de partij in Aalst, en 1 verpleegkundige in Dendermonde. Misschien toch wat spijtig dat op dit evenement maar weinig verpleegkundigen te bespeuren vielen. Het waren vooral studenten die zich rond het bed hadden geschaard, al dan niet in carnavaleske outfit. Nochtans zijn het enkel de verpleegkundigen zelf die vanuit hun ervaring én met beroepsfierheid kunnen spreken. Zij zijn dan ook de best geplaatsten om een motivatie te kunnen betekenen voor anderen. Ook
het bijhorend campagnelied werd door weinigen gesmaakt. Het leek van het verpleegkundig beroep eerder een lachertje te maken in plaats van de warm-menselijke aspecten ervan in de kijker te plaatsen. Weerom waren hier studenten aan het (zingend) woord. Daardoor werd ook volledig voorbijgegaan aan het bijkomend campagnedoel om de ervaren verpleegkundige in de bloemetjes te zetten.
campagne zijn vruchten heeft afgeworpen, of nog zal afwerpen, zal allicht moeilijk te meten vallen. Het lijkt me in elk geval dat de studiebezoeken en inleefmomenten die wij ook hier ter plaatse organiseren, een effectieve methode zijn om jongeren een idee te geven van hun mogelijk toekomstig beroep. Niets zo overtuigend als een enthousiaste verpleegkundige aan het woord. Getuige de vele reacties!
Als afsluiter van deze campagne staat nog een galabal op het programma. Dit bal gaat door op 15 oktober in het Kasteel van Lebbeke. De organisatoren richten zich in eerste instantie naar alle verpleegkundigen, maar zeker en vast ook naar alle andere medewerkers van de deelnemende voorzieningen. Meer info hierover volgt later. Of deze
Martine Van Eenoo
Literatuur Gedurende negen maanden hield de auteur een dagboek bij. Aanleiding hiervoor was een verlangen om haar leven af te ronden.
‘De dood heeft mij een aanzoek gedaan. Over dood, leven en liefde.’ (Kristien Hemmerechts) Twee jaar geleden schreef Kristien Hemmerechts een boek over Ann, een patiënte met een langdurige en complexe eetstoornis met zelfmoordplannen. Hemmerechts is ook meter van het project ‘Te Gek voor woorden’, een beeldvormingsproject voor de geestelijke gezondheidszorg. Haar twintigste boek draagt de titel “De dood heeft mij een aanzoek gedaan. Over dood, leven en liefde.” Het is opgedragen aan haar vader Karel Hemmerechts (1925-2007). Gedurende negen maanden hield de auteur een dagboek bij. Aanleiding voor het bijhouden van dit dagboek was een verlangen om haar leven af te ronden. Een dagboek om zelfmoord te vermijden. Wie het levensverhaal van Hemmerechts kent, weet dat het lot haar niet goed gezind was. Ze noemt zich in het boek dan ook de handlanger van het lot. Ze verloor haar echtgenoot en twee zoontjes. Dit tekent een mens. ‘In zekere zin’, stelt Hemmerechts, ‘kwam er hierdoor een einde aan mijn leven. Het verdeelde mijn leven in een voor en een na. De vreugde heeft mijn hart verlaten,
8
de vreugde is dood in mij. Het is een leugen dat de tijd alle wonden heelt. De dood van een kind is een ondraaglijk verdriet dat geen ouder ooit zou moeten doorstaan. Is het erger je kind te verliezen in een zinloze slachtpartij, zoals in Dendermonde gebeurde, of aan wiegedood? Of zijn de klap en de ontreddering in beide gevallen even groot?’ De rode draad doorheen het boek is de dood. De dood die we vandaag zo graag onzichtbaar maken. Er staan heel wat uitspraken in die je niet direct vrolijk stemmen of die van een positieve of optimistische levensvisie getuigen. Hemmerechts begint dit dagboek op 9 oktober 2008. Ze schrijft: ‘Ik ben een blanke vrouw van drieënvijftig en ik overweeg mijn leven af te ronden. We plegen geen zelfmoord, we ronden af.’ Van een opener gesproken. Diezelfde morgen heeft Hemmerechts nog een persconferentie gegeven over de alarmerende zelfmoordcijfers in ons land. Ze noemt zichzelf de vleesgeworden tweeslachtigheid. Ze schrijft dat veel mensen haar schuwen omwille van die tweeslachtigheid waarvoor ze zelf niet
kiest. ‘Ze is een condition humaine, een overlevingsstrategie.’ De twee uitspraken zijn volgens haar even oprecht: ‘Het verlangen naar afronding én de ontzetting over de hoge zelfmoordcijfers.’ ‘Dit boek is een project.’, stelt Hemmerechts. ‘Het project bestaat uit het zoeken naar een antwoord op de vraag: waarom wil ik mijn leven afronden?’ De auteur stelt in dit boek heel veel vragen over actuele ethische kwesties. Hier en daar geeft ze eigen interpretaties, meningen, verklaringen. Soms worden er alleen vaststellingen gedaan en blijven vragen onbeantwoord. Ze vraagt zich af waar ze de bron van haar afrondingsverlangen moet zoeken. ‘Heb je voor geluk een ander nodig of wordt echt geluk uit jezelf gepuurd? Betekent waar geluk onafhankelijkheid – ook emotionele – van anderen? En is die emotionele onafhankelijkheid de voorwaarde voor een gelukkige liefde?’ Hemmerechts denkt van wel. Bij haar reflecties over het levenseinde laat Hemmerechts zich leiden door de media. Het boek is dan ook een
waarlijk beter af zijn met een niet-christelijke opvoeding?
aaneenschakeling van anekdotes, nieuwsfeiten en citaten uit boeken, kranten en films over dood, leven en liefde. De auteur is openhartig, soms zeer betrokken, soms neemt ze afstand. Ze citeert, raakt thema’s aan, stelt vragen zonder de lezer hierbij steeds interpretaties of conclusies aan te reiken. Soms doet Hemmerechts zeer ongenuanceerde of niet gefundeerde uitspraken. ‘Niets’, stelt ze, ‘bereidt een mens slechter voor op het leven dan een christelijke opvoeding. Er wordt je ingehamerd dat je je medemens moet beminnen, dat je je rechterkaak moet aanbieden als je een mep op je linker krijgt, dat je nederig moet zijn en het goede moet doen. Men stuurt je de wereld in gewapend (of beter ongewapend) met een naïef geloof in de mensheid zonder je te waarschuwen voor de gevaarlijke kwaadaardigheid van de mensen. Men maakt je wijs dat diep in elke mens het goede schuilt en dat de kiem van goedheid tot wasdom zal komen als je maar voldoende liefde geeft. Men zou je moeten zeggen: doe het goede, ja, maar wees op je hoede voor het kwaad. Je zult het treffen op je pad en het zal je pijnigen. Laat het niet overwinnen maar dikwijls zal het overwinnen.’ Is dit feit of fictie? Zouden mens en maatschappij
Aansluitend bij haar afrondingsverlangen refereert Hemmerechts op meerdere dagen in haar dagboek naar de Australische arts Philip Nitschke, ook wel doctor Death genoemd. Zijn zelfmoordhandboek heeft als titel The Peaceful Pill. Hij geeft workshops over ‘assisted suicide’, over pijnloze en efficiënte manieren om zelfmoord te plegen. Maar bij ‘assisted suicide’ moet je zelf de dodende handeling stellen. Alleen vijftigplussers of ernstig zieken zijn welkom. Deelnemers moeten lid worden van Exit International en, op advies van zijn advocaten, een verklaring ondertekenen waarin ze beloven de informatie niet te zullen gebruiken om hun eigen leven of dat van anderen te beëindigen. De deelnemers aan de workshop vinden het niet fair dat artsen beschikken over de kennis en de middelen om het leven te beëindigen en andere mensen niet. Doctor Death verschaft hun de kennis, maar niet de middelen. Er wordt Nitschke verder verweten dat hij de informatie ook aan depressieve mensen verschaft. Die hebben volgens Hemmerechts een adequate behandeling nodig. Geen zelfmoordbehandeling. Zelfmoord is volgens Hemmerechts niet hetzelfde als je leven afronden. Het ene is een wanhoopsdaad, het andere noemt Hemmerechts een weldoordachte, rustige keuze. ‘Zelfmoord plegen’, zo stelt de auteur, ‘is hoe dan ook geen waardig einde.’ Hemmerechts verwijst ook meermaals naar de Exit Internationalkliniek van Bern, waar net als in de Dignitaskliniek van Zürich buitenlanders terecht kunnen om hun leven te beëindigen. Vooral in Groot-Brittannië is dit euthanasietoerisme populair. Het motto van de Dignitaskliniek luidt ‘To live with dignity, do dy with dignity’. Deze klinieken vragen ongeveer vijfduizend pond voor de service. Zelfmoord wordt in
De rode draad doorheen dit boek is de dood. De dood die we vandaag zo graag onzichtbaar maken. Wat opvalt, is dat Hemmerechts het meermaals heeft over ‘aanvaarden’. Dat is blijkbaar het enige probate middel tegen doodsverlangen.
Groot-Brittannië niet langer als een misdaad beschouwd, maar wie iemand helpt zelfmoord te plegen, kan nog altijd worden vervolgd. De Zwitserse wetgeving verbiedt niet dat je iemand helpt zelfmoord te plegen. Je mag iemand niet doden, maar je mag hem of haar wel assisteren bij zijn of haar zelfmoord. Op dat juridische principe is de service van de Dignitaskliniek gebaseerd. Ze geven je een voorschrift voor het levensbeëindigende middel, dat je zelf moet gaan kopen en dat je vervolgens ook zelf moet doorslikken. Omdat het bitter smaakt, krijg je een stukje Zwitserse chocolade en dan is het afgelopen. Britse artsen hebben echter ontdekt dat er sinds 2002 honderdvijftien Britten naar de Dignitaskliniek in Zürich zijn afgereisd om er te sterven zonder dat ze doodziek waren. De symptomen van de ziektes (o.a. nierziekte, Crohn, artritis) zijn ernstig maar kunnen worden behandeld en verlicht, stelden de artsen. Ze vonden het voorbarig en onredelijk om op die basis een mensenleven te beëindigen. Ze willen dat Groot-Brittannië dringend werk maakt van een wetgeving, waarbij ze pleiten voor ‘assisted dying’ eerder dan ‘assisted suicide’, én voor betere palliatieve zorg. Leven is geen recht maar een plicht. Zolang zij de levenskwaliteit voldoende achten, zal en moet het leven worden geleid. Of geleden. Hemmerechts maakt in dit dagboek regelmatig de link tussen geboorte,
Volgens de auteur is de generatie van de babyboomers de zelfbewuste generatie die ook de eigen dood in handen gaat nemen.
Zelfmoord is volgens de auteur niet hetzelfde als je leven afronden. Het ene is een wanhoopsdaad, het andere een weldoordachte, rustige keuze.
nieuw leven en dood. Ze schrijft bijvoorbeeld: ‘Hoe noem je een bezoek dat je aflegt naar aanleiding van een overlijden? Het tegenovergestelde van een kraamvisite. Je hebt kraambed en sterfbed, dus misschien ook sterfvisite.’ Ook vertelt Hemmerechts openhartig dat ze naar aanleiding van de dood van haar vader zowel voor haar moeder als voor haarzelf de formulieren van ‘Recht op Waardig Sterven’ heeft aangevraagd, met name een levenstestament en een wilsverklaring. Even verder vraagt ze zich wel af of, indien ze echt zwaar ziek zou worden, ze wel de moed zou hebben om te zeggen: ’ Laat maar, mijn tijd is gekomen.’ Ze filosofeert over goed en kwaad, over vrijheid en verantwoordelijkheid, vertrekkend vanuit een krantenknipsel over zelfmoord in gevangenissen. We citeren: ‘Cipiers alert op zelfdoding. Via een rollenspel leren bewakers de signalen van suïcidegevaar bij gedetineerden te herkennen. Het is altijd een beetje ironisch dat men eerst mensen opsluit en ze vervolgens wil behoeden voor zelfmoord.’ Ze refereert naar artikels over kindermishandeling en kindermisbruik. ‘Volgens het artikel over zelfmoord in gevangenissen valt zelfmoord niet uit te sluiten. Er zal altijd zelfmoord worden gepleegd. Ook in gevangenissen. En er zullen altijd kinderen worden mishandeld. Hoe maakbaar zijn mens en maatschappij? In welke mate kan aberrant, pervers of destructief gedrag worden bijgestuurd? Kan een mens aan zijn genen ontsnappen? Een slechte daad impliceert een bewuste keuze voor het slechte.’, denkt Hemmerechts. ‘Idem dito voor een goede daad. Sommige mensen doen van nature het goede, net zoals anderen van nature het slechte
10
doen. Kun je iemand veroordelen omdat hij de brute pech heeft slecht te zijn geboren? Kun je bij jongens als Hans Van Themsche en Kenny Bolle (iemand in dronken toestand dood steken voor een sigaret) niet zeggen dat er bij de ethische bedrading in hun hersenen een fout, een slordigheid is begaan? Ze zitten opgesloten in hun eigen gelijk en hun eigen behoeftes en zijn niet of onvoldoende in staat zich in een ander in te leven. Het orgaan dat voor die altruïstische reflex moet zorgen, doet zijn werk niet, net zoals bij een blinde het oog niet functioneert. Hun ethisch blikveld is beperkt. Zou je niet het argument kunnen aanvoeren dat de maatschappij die handicap op het spoor had moeten komen net zoals ze letterlijk slechtziendheid detecteert en de slechtziende bijvoorbeeld het recht ontzegt een auto te besturen? Zijn sommige mensen van nature goed en andere van nature slecht, of worden we door de omstandigheden goed of slecht gemaakt? Kun je een slechte natuur bijsturen en een goede corrumperen? In hoeverre kan elk mens vrij kiezen om goed of slecht te zijn?’ Ook de problematiek van psychisch lijden komt aan bod. ‘Psychisch lijden zoals dit van Kim De Gelder of van Yasmine moet zichtbaar zijn’, stelt Hemmerechts, ‘maar we kijken er liever overheen, met alle gevolgen van dien.’ Zowel bij Geneviève Lhermitte die haar vijf kinderen om het leven bracht als bij Kim De Gelder (waar de ouders twee jaar voor de feiten aandrongen op een gedwongen opname) faalden volgens Hemmerechts de psychiaters. Heel het boek door blijft de ambiguïteit van Hemmerechts aanwezig. Ze bereidt zich voor op een reis, popelt om te vertrekken en betrapt zichzelf op een volstrekt gebrek aan doodsverlangen. Maar in haar reistas zit wel Julian Barnes’ ‘Boek over de dood’. Heeft een mens het recht om zijn leven, ook wanneer je niet terminaal ziek bent, te beëindigen? Kan je lijden aan een ongeneeslijk hoge leeftijd? Is palliatieve
zorg een alternatief? Hoe is euthanasie momenteel ingebed in de medische beslissingen rond het levenseinde? Dient zelfdoding wettelijk mogelijk te worden vanaf een bepaalde leeftijd? Hemmerechts stelt hierover het volgende: ‘Wie gelooft, zegt: een mens heeft niet het recht zijn leven te beëindigen, want dit leven behoort God toe. Wie niet gelooft, zou vrij moeten kunnen beschikken, maar krijgt te maken met artsen die bepalen wanneer de tijd rijp is voor een overdosis morfine. Onder het motto: wij weten wat het beste voor u is’. Enkele dagen verder verwijst ze naar de hoogbejaarde Evelien die in een documentair project over sterven aan het woord komt en gebukt ging onder eenzaamheid. Hoe zwakker ze werd, hoe meer ze palliatieve zorg verkoos boven euthanasie, waarvoor ze eerder heel gedecideerd had gezegd te zullen voor kiezen. De psychologische problemen waarmee artsen worstelen na het uitvoeren van euthanasie licht ze toe via een artikel uit De Standaard. Het kost de artsen enorme gewetensproblemen. Artsen zijn opgevoed met het idee dat ze niet mogen doden en zijn opgeleid met het idee mensen in leven te houden. Volgens Hemmerechts zijn er twee klassen ontstaan: de medische en de niet-medische. ‘Artsen, verpleegkundigen, tandartsen en apothekers plegen trouwens vaker zelfmoord. Ze hebben de middelen binnen handbereik.’ ‘Dit project’, stelt Hemmerechts, ‘heeft me gesterkt in mijn overtuiging dat mensen boven de vijfenzeventig of met een ernstige ziekte vrij moeten kunnen beschikken over een waardige manier om hun leven te beëindigen. Zo’n wettelijke regeling zou de innerlijke rust van heel wat mensen ten goede komen. De regeling moet hand in hand gaan met een optimale zorg voor oudere mensen die er niet over piekeren uit het leven te stappen. Bij onze entree op aarde worden we door een vroedvrouw begeleid, maar niemand neemt die rol op zich wanneer we de drempel naar de dood overschrijden. Nochtans hebben we ook dan een gids nodig. Mensen die
het onvermijdelijke aanvaarden, sterven vredig en sereen. Zoals zwangere vrouwen zich op hun bevalling voorbereiden met prenatale oefeningen, zo zouden oudere of terminaal zieke mensen zich moeten kunnen voorbereiden in prethanale sessies.’ De auteur verwijst naar Herman Nijs die zich opwindt over ‘de evolutie naar een toestand waarin euthanasie als ‘normaal’ medisch handelen wordt beschouwd’. Volgens hem staat de poort wijd open naar ’dood op bestelling’, ondanks het feit dat euthanasie wettelijk gezien geen recht is. ‘Dood op bestelling’ moet voor hem vergelijkbaar zijn met kannibalisme. Voorstanders van euthanasie verwerpen de bewering dat de euthanasiewet de dood banaliseert. Voor hen prevaleert echter het zelfbeschikkingsrecht. Zij pleiten voor een verfijning van de wet, waarbij ze verwijzen naar de euthanasievraag bij minderjarigen, dementerenden en hoogbejaarden. Met verfijning bedoelen ze dus eigenlijk uitbreiding. ‘Wat is euthanasie dan wel’ vraagt Hemmerechts zich af, ‘als het geen recht is? Maar misschien druist euthanasie inderdaad tegen alle professionele reflexen van artsen in en is het een vergissing hen op te zadelen met die ‘klus’. Misschien moet er een nieuw beroep worden gecreëerd: de omgekeerde vroedvrouw over wie eerder al sprake was, die ons niet alleen emotioneel maar ook met een verlossend spuitje helpt sterven. Zij (of hij) zou ook de prethanale sessies kunnen geven ter voorbereiding van het afscheid. Voorlopig lijken vooral de mannen het voor het zeggen te hebben bij wetgeving en afspraken rond het levenseinde. Misschien kan ons vertrek uit het leven – net zoals de aankomst – beter aan vrouwen worden toevertrouwd. ‘ Wat opvalt, is dat Hemmerechts het in dit dagboek o.a. in de passages over de laatste jaren van haar vader, meermaals heeft over ‘aanvaarden’. Dat is blijkbaar het enige probate middel tegen doodsverlangen: aanvaarden als de uitdaging van het leven. ‘Aanvaarding is het mooiste en droevigste gevoel
(‘sentiment’) dat een mens kan overkomen. Het betekent dat je geen dromen meer hebt. Je legt je neer bij de onverbiddelijke feiten. Niet alleen leg je je erbij neer, maar je neemt ze in je armen en je probeert er van te houden. Misschien moet ik wel aanvaarden dat de dood mijn onderwerp is.’ Op 27 juni schrijft ze: ’Kan een mens veranderen? Of zitten we vanaf onze geboorte opgescheept met een aantal onvervreemdbare karaktereigenschappen? Is het geen illusie te denken ’ik ben veranderd’? Ik vermoed dat mensen niet wezenlijk veranderen, maar er kan wel iéts veranderen. In mijn hoofd, hart en lijf heerst er meer rust dan bij het begin van dit project. En die rust heeft veel – zo niet alles – te maken met aanvaarding.’ ‘Hoe langer ik dit dagboek over de dood bijhoud, hoe meer mijn afrondingsverlangen wegebt.’ Hemmerechts vertrekt in haar dagboek vanuit de realiteit, vanuit de anekdotiek, en reflecteert en filosofeert hoofdzakelijk over medische beslissingen die het hele domein van de medische besluitvorming voornamelijk rond het levenseinde bestrijken: het stoppen (staken) van medisch zinloze handelingen al dan niet op verzoek van de patiënt, het niet opstarten van een medisch zinloze behandeling al dan niet op verzoek van de patiënt, het opdrijven van pijnstillers met als nevenwerking bewusteloosheid,
Heel het boek door blijft de ambiguïteit van de auteur aanwezig. Ze bereidt zich voor op een reis, popelt om te vertrekken en betrapt zichzelf op een volstrekt gebrek aan doodsverlangen.
coma en zelfs vervroegde dood, levensbeëindigend handelen zonder verzoek van de betrokkene, euthanasie of het opzettelijk doden, door een arts op uitdrukkelijk verzoek van de betrokkene in een uitzichtloze situatie. Vooral de vraag naar hulp bij zelfdoding waarbij de arts aan de patiënt de medicatie of hulpapparatuur overhandigt en de patiënt zelf beslist om deze (over)dosis te nemen (uit vrije wil), komt uitgebreid aan bod. Streeft de auteur met dit dagboek detaboeïsering van de dood na of is het een voortdurende poging om woorden te geven aan wat ongrijpbaar en toch realiteit is? Volgens Hemmerechts is de generatie van de babyboomers de zelfbewuste generatie, die haar vruchtbaarheid, haar liefdesleven, alles heeft willen controleren. Die gaat ook hun dood in eigen hand nemen. Marc Vandergraesen
Over de auteur: Kristien Hemmerechts (geboren te Brussel in 1955) studeerde Germaanse filologie aan de Katholieke Universiteit Brussel en de Katholieke Universiteit Leuven. In 1986 promoveerde zij op het proefschrift ‘A Plausible Story and Plausible Way of Telling It: A structuralist analysis of Jean Rhys’s novels.’ Hemmerechts schrijft romans, verhalen, reisverhalen en essays. Ook heeft zij een aantal scenario’s voor korte films geschreven. Constante in haar fictiewerk is het thema van het menselijke onvermogen: door verlies en gebrekkige communicatie zijn haar personages vaak niet in staat greep op hun leven te krijgen en blijvende, bevredigende relaties aan te gaan. Ze blijven vaak met hun hoofd in het verleden hangen en worden geteisterd door gevoelens van vervreemding, eenzaamheid en schuld. Momenteel is Hemmerechts hoofddocente Engelse letterkunde aan de Katholieke Universiteit Brussel en docente creatief schrijven aan het Herman Teirlinck Instituut in Antwerpen.
Ter Sprake magazine
Afgiftekantoor: Lede - Trimestrieel - Juni 2010
Ter Sprake Magazine is een uitgave van het Psychiatrisch Centrum Zoete Nood Gods. Wil u ook meewerken aan het volgende nummer? Contacteer Bénédicte De Waele op het nummer 053/76 21 05 of e-mail naar
[email protected]. Werkten mee aan dit nummer: Bénédicte De Waele, Marc Vandergraesen, Michel Sinove, Koen D’hondt, Koen Van Wauwe, Rik De Coninck, Arnaux De Kuyper, Dirk Van Herreweghe, Anne-Marie Galle, Nicole Van de Meerssche, Aleide Sterck, Tessa De Bleu. ‘Ter Sprake’ is de nieuwsbrief van het Psychiatrisch Centrum Zoete Nood Gods’ Reymeersstraat 13a, 9340 Lede Tel: 053 76 21 11 Fax: 053 80 66 07 e-mail:
[email protected] - www.pclede.be Uw gegevens worden door het Psychiatrisch Centrum in een bestand opgenomen. Overeenkomstig de privacy-wet van 08-12-1992 heeft u recht op inzage en correctie van de door het Psychiatrisch Centrum bewaarde informatie. Het Psychiatrisch Centrum behoort tot de vzw Provincialaat der Broeders van Liefde