Ter Sprake magazine
Afgiftekantoor Lede - Trimestrieel • September 2010
Vijf jaar patiëntenrechten: een terugblik door de ombudsman In 2004 ging de externe ombudsfunctie van start in onze instelling. Dhr. Willy Van Parys, aan wie deze taak werd toevertrouwd, is sindsdien een vertrouwd gezicht geworden voor onze medewerkers, patiënten en bewoners. Na 5 jaar geeft hij ons een korte terugblik.
De regelgeving kort heropgefrist In opvolging van de patiëntenrechtenwet van 22 augustus 2002 en de uitvoeringsbesluiten van 8 juli 2003 werd zowel in de algemene als in de psychiatrische ziekenhuizen de ombudsfunctie gecreëerd. De patiëntenrechtenwet voorziet in volgende rechten: 1° Ontvangen van een kwaliteitsvolle dienstverstrekking. 2° Vrij kiezen van de beroepsbeoefenaar. 3° Geïnformeerd worden over zijn gezondheidstoestand. 4° Vrij toestemmen in een tussenkomst, met voorafgaande informatie. 5° Over een zorgvuldig bijgehouden patiëntendossier beschik-
ken, met mogelijkheid tot inzage en afschrift. 6° Verzekerd zijn van de bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer. 7° Neerleggen van een klacht bij een ombudsdienst. 8° Het recht om op pijnbestrijding gerichte zorg toegediend te krijgen. Met deze wet was het evenwel niet de bedoeling van de wetgever om de patiënt meteen naar de rechtbank te kunnen laten stappen om bij een dispuut zijn grote gelijk te halen. Integendeel, van meet af aan beoogde de wetgever dat de rechten van de patiënt gevrijwaard
Ter Sprake is de nieuwsbrief van het Psychiatrisch Centrum ZNG, Reymeersstraat 13a, 9340 Lede
Rubrieken Vijf jaar patiëntenrechten, een terugblik door de ombudsman
1-4
Werken nieuwbouw PVT Dendermonde: een stand van zaken
5
Werken nieuwbouw studio’s beschut wonen: een stand van zaken
6
Brandpreventie bewoners PVT
6
Gids naar een betere geestelijke gezondheidszorg door de realisatie van zorgcircuits en zorgnetwerken
7-11
Literatuur: ‘Een tijd voor empathie’
12-15
Van meet af aan beoogde de wetgever dat de rechten van de patiënt gevrijwaard werden zonder tussenkomst van de rechtbank en zonder langdurige en dure procedures voor de patiënt. werden zonder tussenkomst van de rechtbank en zonder langdurige en voor de patiënt dure procedures. Daarom werd gekozen voor een harmoniemodel. Men verkoos via het recht op bemiddeling door een ombudspersoon de rechtspositie van de patiënt te versterken.
2
naar te bevorderen; 2° Het bemiddelen van klachten met het oog op het bereiken van een oplossing; 3° Het inlichten van de patiënt inzake de mogelijkheden voor de afhandeling van zijn klacht bij gebrek aan het bereiken van een oplossing; 4° Het verstrekken van informatie over de organisatie, de werking en de procedureregels van de ombudsfunctie; 5° Het formuleren van aanbevelingen ter voorkoming van herhaling van tekortkomingen die aanleiding kunnen geven tot klachten.
Psychiatrische ziekenhuizen konden hierbij kiezen voor een interne of externe ombudsfunctie. De externe ombudsfunctie werd aangeboden via het provinciale overlegplatform geestelijke gezondheid. Zo koos de directie voor de organisatie van de ombudsfunctie via het overlegplatform, PopovGGZ, met zetel in Drongen. In Oost-Vlaanderen kozen trouwens 10 van de 11 psychiatrische ziekenhuizen voor dit model.
De ombudsfunctie in het Psychiatrisch Centrum Zoete Nood Gods
In artikel 11 van de patiëntenrechtenwet lezen we dat aan de ombudsfunctie volgende opdrachten worden toegewezen: 1° Het voorkomen van vragen en klachten door de communicatie tussen patiënt en beroepsbeoefe-
Eind mei 2004 startte ondergetekende als externe ombudspersoon in het psychiatrisch centrum te Lede met een wekelijkse zitdag op donderdagnamiddag van 14.30 tot 17.30 uur. Bij de aanvang werd heel wat tijd geïnvesteerd in de kennismaking met de verschil-
lende afdelingen van het ziekenhuis en het verzorgingstehuis en met de voorstelling van de patiëntenrechtenwet en de ombudsfunctie. De directie biedt een aantal faciliteiten opdat de toegankelijkheid tot de ombudsfunctie voor de patiënt en bewoner laagdrempelig zou zijn. Naast een interne contactpersoon in het ziekenhuis (Koenraad D’hondt) krijgt de ombudspersoon toegang tot alle afdelingen van het psychiatrisch centrum en kan hij vrij contact nemen met de patiënten. Hij beschikt over een spreeklokaal, een pc en een looptelefoon. Gezien bemiddelen, de communicatie herstellen tussen hulpverlener, afdeling, ziekenhuis enerzijds en hulpvrager anderzijds, slechts kans op slagen heeft als er tussen de verschillende actoren voldoende vertrouwen heerst, duurde het wel even vooraleer de ombudsfunctie door de beroepsbeoefenaars werd erkend. Was hij de nieuwe pottenkijker die de beroepsbeoefenaar zou terechtwijzen? Bestond er bij de beroepsbeoefenaar reeds een cultuur van: “Al doe ik mijn uiterste best, toch ben ik in mijn handelen niet perfect.”? Dit was evenzeer waar voor de ombudspersoon. Ook hij had niet alle wijsheid in pacht. Met de tijd groeide het vertrouwen tussen de medewerkers van het
ziekenhuis en de ombudspersoon en werd zijn optreden niet meer als bedreigend ervaren. Voor de patiënten werd zijn wekelijkse komst op de verschillende afdelingen een vertrouwd gebeuren. Wie de ombudspersoon wenst te spreken, kan ofwel een berichtje achterlaten in de voorbehouden klachtenbus op de afdeling ofwel de ombudspersoon opwachten of telefonisch een afspraak vastleggen.
De periode 2005-2009 of 5 jaar ombudsfunctie Welke zijn nu de bevindingen na 5 jaar ombudsfunctie? We kunnen verwijzen naar het uitvoerige jaarlijkse verslag van de ombudsfunctie. In dit gedrukte verslag dat ook mondeling bij de directie, artsen, stafmedewerkers en diensthoofden wordt toegelicht, worden per patiëntenrecht de verschillende aanmeldingen anoniem geïnventariseerd, van de nodige commentaar voorzien en worden eventuele aanbevelingen geformuleerd. In die verslagen werd bewust voor de term “aanmeldingen” gekozen in plaats van “klachten”. Trouwens, vaak gaat het over een vraag om informatie, soms wil de patiënt of bewoner gewoon eens zijn verhaal doen, soms gaat het over een klacht over een hulpverlener of over het ziekenhuis, maar dikwijls ook over derden. In die verslagen worden de aanmeldingen afzonderlijk verwerkt voor het psychiatrisch ziekenhuis en het psychiatrisch verzorgingstehuis. Overzien we nu de hele periode 2005-2009 (5 volle werkjaren) dan noteerden we voor het ziekenhuis en verzorgingstehuis 407 aanmeldingen van 280 verschillende aanmelders. Het is inderdaad zo dat sommige patiënten of bewoners soms meerdere keren met een verschillende aanmelding bij de ombudspersoon komen. Voor dit artikel inventariseerden we de top 10 van de aanmeldingen uit diezelfde periode. We beperkten ons hiervoor niet strikt tot de patiëntenrechten. Alle aanmeldingen voor het PZ en het PVT werden in de top 10 opgenomen (zie *).
Top 10 aanmeldingen 2005 - 2009 PC Zoete Noods Gods Voeding Infrastructuur / accomodatie Individuele therapie Correcte omgangsvormen Financiële aangelegenheden* Beëindiging opname / behandeling / begeleiding Juridische vragen* Zakgeld & bewindvoering Voeding Groepsleven Infrastructuur / accomodatie Somatische verzorging Individuele therapie 0 10 20 30 40 Correcte omgangsvormen Financiële aangelegenheden* Spiegelen we bovenstaande tabel met de top 10 aanmeldingen Vlaanderen. Beëindiging opname / behandeling / begeleiding Correcte omgangsvormen Juridische vragen* Voeding Zakgeld & bewindvoering Infrastructuur / accomodatie Groepsleven Beëindiging behandeling / begeleiding Somatische verzorging Gedwongen opname 0 10 20 30 40 Voldoende beschikbaarheid Luisterbereidheid Regels Correcte omgangsvormen Somatische verzorging Voeding Medicatie Infrastructuur / accomodatie 0 1 2 3 4 5 6 7 Beëindiging behandeling / begeleiding Gedwongen opname Voldoende beschikbaarheid Luisterbereidheid Regels Somatische verzorging Medicatie
50
Top 10 aanmeldingen Vlaanderen 2004-2009 in %
0
Dat er tussen beide tabellen heel wat parallellen zijn, valt meteen op. Zo vinden we binnen de top 4 drie zelfde rubrieken met name infrastructuur/ accommodatie, voeding en correcte omgangsvormen. Richten we onze aandacht nu in de eerste plaats op de top 10 van het centrum. Acht van de tien items behoren tot het patiëntenrecht “Kwaliteitsvolle zorg”, twee groepen aanmeldingen (met *) horen niet tot de patiëntenrechtenwet. Bovenaan in de tabel prijkt “voeding”. Inderdaad, voor heel wat patiënten en bewoners is voeding een heel gevoelig punt. Voor een groot aantal bewoners is het PVT trouwens hun thuis geworden. Begrijpelijk zijn dan ook de hoge verwachtingen die patiënten/bewoners voor dit aspect van de hotelfunctie koesteren. Zeker dient hierbij opgemerkt te worden dat aanmeldingen over voeding niet automatisch naar de keuken verwijzen. Verschillende aanmeldingen hebben ook te maken
1
2
3
4
5
6
7
50
8
8
Vaak gaat het om een vraag om informatie, soms wil men gewoon zijn verhaal eens doen of gaat het over een klacht over een hulpverlener, ziekenhuis of derden. met hoe voeding behandeld wordt op de afdeling zelf, met bijvoorbeeld tafeletiquette en de verwachting over hoe de verpleging daarop toeziet. Een ander aspect dat ook onder die hotelfunctie valt, is de beschikbare “accommodatie en infrastructuur”. Aanmeldingen hierover hebben onder meer te maken met de verwarming, het slecht functioneren van geluids- of tv-apparatuur, een slecht sluitende deur, een niet werkende douche, een kapotte wc-bril, een lattenbodem, … Kortom, onhebbelijkheden die dikwijls niet meteen worden of kunnen hersteld worden maar waar bewoners/patiënten
Van de patiëntenrechten is vooral het recht op kwaliteitsvolle zorg bekend. Ruim 80% van de aanmeldingen heeft hiermee te maken.
toch ongenoegen over uiten. Het “individueel therapietraject” dat voor een psychiatrische patiënt wordt uitgezet, wordt ook vaak gecontesteerd. Uit de contacten hierover met de beroepsbeoefenaars blijkt dat heel wat patiënten niet steeds het precieze inzicht hebben in hun ziektebeeld en vanuit hun beleving hun behandelingstraject niet als zinvol ervaren. Initiatieven nemen die de communicatie patiëntberoepsbeoefenaar bevorderen, leiden hier vaak tot een oplossing. Onder “correcte omgangsvormen” moet begrepen worden dat een aantal patiënten of bewoners zich niet correct bejegend voelt door de beroepsbeoefenaar. Soms voelt hij of zij zich niet ernstig genomen, voelt hij of zij zich belachelijk gemaakt of vindt de patiënt dat hij of zij betuttelend of dominant aangesproken wordt. Gevoeligheden die het welbevinden van de patiënt of bewoner negatief beïnvloeden. De groepen “financiële aangelegenheden” en “juridische vragen” horen niet expliciet tot de patiëntenrechten. Soms echter is de patiënt door omstandigheden in zo’n kluwen van eigen administratieve en financiële warboel geraakt, dat het ook voor de sociale dienst geen sinecure is om in korte tijd alles weer geregeld te krijgen. Toch gaat de patiënt ervan uit dat die problemen snel kunnen opgelost worden. Een aantal van die aanmeldingen heeft trouwens ook te maken met de bewindvoering of bewindvoerder. Onder voorlopige bewindvoering worden geplaatst, wordt zelden als positief ervaren en eerlijkheidshalve moet ook gezegd worden dat de wijze waarop bewindvoerders hun opdracht invullen – vooral de
4
communicatie met hun cliënt – erg verschillend is en soms ook heel wat ongenoegen uitlokt.
Besluit Na ruim 5 jaar werking van de externe ombudsfunctie mag gesteld worden dat de meeste patiënten vertrouwd zijn met de ombudsfunctie. De toegankelijkheid van de ombudsfunctie is optimaal. Van de patiëntenrechten is vooral het “Recht op kwaliteitsvolle zorg” bekend. Ruim 80% van de aanmeldingen heeft met dit recht te maken. De andere patiëntenrechten zijn veel minder bekend of vinden patiënten of bewoners veel minder belangrijk. De houding van de beroepsbeoefenaar ten aanzien van de patiëntenrechtenwet en de ombudsfunctie evolueerde de voorbije jaren. De meeste medewerkers ervaren patiëntenrechten als een goede zaak die de kwaliteit van de zorg helpt verbeteren en waarborgen. De ombudspersoon wordt nu meer gezien als een medestander om die kwaliteitsvolle zorg te bewerkstelligen. De medewerkers aanvaarden dat, ondanks hun inzet en streven, sommige patiënten toch teleurgesteld kunnen zijn in hun verblijf, en/of hun behandeling. Dat via de ombudspersoon de hiermee gepaard gaande onvrede moet kunnen geventileerd en verwerkt worden, wordt niet meer als bedreigend ervaren door
de beroepsbeoefenaar. Een aantal patiënten en bewoners maken van de mogelijkheid om hun ongenoegen te uiten regelmatig gebruik. De inspanningen van een van het psychiatrisch centrum onafhankelijke ombudspersoon wordt door de meesten gerespecteerd en gewaardeerd, ook al leveren ze niet steeds het door de patiënt of bewoner gewenste resultaat op. De ombudspersoon zorgt ervoor dat knelpunten bespreekbaar worden en blijven. Dit is de basis voor het herstellen of verbeteren van de communicatie. Met dank aan de directie, medewerkers, patiënten en bewoners voor de constructieve medewerking en het vertrouwen. We hopen in hetzelfde gunstige klimaat deze praktijk in de komende jaren verder te kunnen ontwikkelen. Willy Van Parys Ombudspersoon PopovGGZ vzw Drongenplein 26, 9031 Drongen (Gent) GSM: 0474/38 79 22 e-mail:
[email protected] website: www.ombudsfunctieggz.be & www.popovggz.be
De meeste medewerkers ervaren patiëntenrechten als een goede zaak die de kwaliteit van de zorg helpt verbeteren en waarborgen.
Werken nieuwbouw PVT Dendermonde: een stand van zaken Nu het bouwverlof voorbij is, wordt er weer naarstig voort gewerkt aan de realisatie van de nieuwbouw voor 42 bewoners te Dendermonde. De ruwbouwwerken en de dakwerken zullen tegen eind september 2010 grotendeels voltooid zijn. De aannemers van de technieken (elektriciteit, sanitair en HVAC) hebben intussen hun werken aangevat. In het laatste kwartaal van 2010 zal ook gestart worden met het plaatsen van de ramen en de beglazing zodat het gebouw voor de winter winddicht zal zijn. Tijdens de wintermaanden kan dan, indien de temperatuur het toe laat, met de binnenafwerking gestart worden. Intussen worden ook de resterende dossiers van o.a. het los en vast meubilair voorbereid zodat op korte termijn tot aanbesteding kan overgegaan worden. In overleg met de coördinatoren van het PVT heeft de directie na de bevraging van het personeel een eerste simulatie gemaakt voor de personeelsomkadering. Ook werd een stuurgroep voor het PVT Dendermonde samengesteld.
Momenteel gebeurt er ook een screening van de PVT-bewoners en op korte termijn zal in overleg met de stuurgroep een eerste lijst worden opgesteld van bewoners die bereid zijn om mee de overstap naar Dendermonde te maken. De stuurgroep buigt zich momenteel ook verder over de inhoudelijk werking van het PVT Dendermonde. Zo wordt gewerkt aan een conceptnota en werd, op zoek naar goede praktijken, ook al een eerste werkbezoek afgelegd aan het PVT te Zelzate. Er werd ook reeds overleg gepleegd met de directie van Huize Mariatroon om samenwerkingsmogelijkheden (huisartsen, ziekenvervoer, labo, pastoraal, kapsalon, pedicure enz. ) met het woonzorgcentrum te onderzoeken. Op 26 augustus had in Dendermonde een tweede overlegvergadering plaats met o.a. het AZ Sint-Blasius, het initiatief beschut wonen Pro Mente van Sint-Niklaas en de centra voor geestelijke gezondheidszorg van Aalst en Dendermonde, in het kader van de oprichting
van een zorgcircuit voor psychiatrische patiënten met een langdurige en complexe problematiek. Meer bepaald zal worden onderzocht hoe het PVT Dendermonde zich kan inschrijven in het nieuwe concept voor de geestelijke gezondheidszorg vnl. wat betreft de psychosociale rehabilitatie (functie 3) en de specifieke woonvormen voor psychiatrische patiënten (functie 5).
Marc Vandergraesen
Werken nieuwbouw studio’s beschut wonen: een stand van zaken In de editie van december 2009 kon u een eerste artikel lezen over de aanvang van de nieuwbouw van studio’s voor beschut wonen. In deze editie, en ook in de volgende, zal steeds een korte stand van zaken weergegeven worden. Eind augustus zijn de ruwbouwwerken van de studio’s beëindigd. De aannemers voor de technieken hebben intussen hun werkzaamheden aangevat. Op korte termijn zal ook gestart worden met de binnenafwerking. Alle aannemers voor de verdere afwerking, ramen, infrastructuurwerken en vast meubilair zijn intussen vastgelegd. Indien alles volgens de planning blijft verlopen, zullen de studio’s begin januari 2011 instapklaar zijn. In de loop van de maand september heeft het directiecomité overleg gepleegd met de coördinator en de verantwoordelijke arts
van de VZW Reymeers i.v.m. het formuleren van de opnamecriteria voor bewoners. Ook werd onderzocht welke plaats de studio’s kunnen krijgen binnen
het nieuwe concept dat de overheid voor de ggz heeft uitgetekend. Marc Vandergraesen
Brandpreventie bewoners PVT Medewerkers op de afdeling Caritas krijgen jaarlijks een bijscholing rond brandpreventie. Daar worden belangrijke vaardigheden ingeoefend zodat het personeel correct kan handelen en de te volgen richtlijnen gekend zijn. We stelden ons de vraag of ook de bewoners deze informatie kenden en besloten vormingsmomenten op te starten voor iedere bewoner. Om elke bewoner te bereiken voor deze opdracht werd er gewerkt met drie groepen. Per groep werd er rekening gehouden met de mogelijkheden en beperkingen en het leervermogen van iedere bewoner. Enkele onderwerpen werden besproken: waarom het personeel een fluo jasje draagt, waarom
10
de lift niet mag gebruikt worden, dat men medebewoners moet helpen, dat men paniek dient te vermijden, waar precies men poederblussers en branddekens kan terugvinden, hoe de evacuatiestoel te gebruiken, … Ook brandpreventie kwam duidelijk aan bod zoals het belang van het afgeven van rookgerief ‘s nachts, brandvrije dekens, … Verder legden we de nadruk dat indien er brand uitbreekt, hoe klein die ook is, dit onmiddellijk aan personeel gemeld moet worden ook als deze bezig zijn met zaken zoals bad aanbieden, medicatie klaarleggen enz. De bewoners maakten kennis met de nooduitgangen door zelf het traject van evacuatie af te leggen. Als personeel hadden we het gevoel dat de bewoners
de informatie begrepen. Dit bleek ook uit de nabespreking. De bewoners vertelden spontaan wat er belangrijk was en stelden bijkomende vragen. De vorming gaf niet enkel het personeel voldoening, ook bewoners kregen het gevoel dat zij een belangrijke rol kunnen spelen in het voorkomen van brand en de brandmelding. Tot slot zijn we ervan overtuigd dat niet enkel personeel de informatie en richtlijnen dienen te kennen, het aandeel dat bewoners hebben, kan een belangrijke rol spelen om een evacuatie goed te laten verlopen.
Nathalie De Waele
Gids naar een betere geestelijke gezondheidszorg door de realisatie van zorgcircuits en zorgnetwerken Op 21 mei en 18 juni 2010 werden door de FOD Volksgezondheid infosessies gegeven over de plannen van de overheid voor de hervorming van de geestelijke gezondheidszorg. Bijna twintig jaar na de eerste grote reconversiebeweging in de psychiatrie, destijds als mijlpaal omschreven, lanceert de overheid het lang verwachte concept van zorgcircuits en netwerken als toekomstig organisatiemodel voor de geestelijke gezondheidszorg.
Vaststellingen en uitgangspunten Behandeling en begeleiding zo veel als mogelijk in de thuissituatie De gids verwijst naar ervaringen uit het buitenland waar sterk de tendens leeft om de ggz naar de zorgvragers te brengen in plaats van hen uit hun thuismilieu weg te nemen en residentieel te begeleiden en te behandelen. In landen waar de gemeenschapsgerichte ggz al verder is uitgebouwd, wordt vastgesteld dat bij minder residentiële behandeling in de tijd psychische problemen hoe langer hoe meer met succes worden behandeld. Residentiële behandeling of begeleiding, of ziekenhuiszorg, zal in specifieke gevallen en omstandigheden nodig blijven maar zal gekenmerkt worden door een meer intensief karakter dan nu het geval is.
Nood aan ggz-optimalisatie Ook België heeft dringend nood aan een verdere ggz-optimalisering. Uit de Belgische gezondheidsenquête van 2004 blijkt dat van de 15 plussers één op
de vier te kampen heeft met psychisch onwelbevinden. Bijna 70 000 mensen zijn werkonbekwaam ten gevolge van psychische stoornissen. Per jaar sterven in Vlaanderen ongeveer 1 000 mensen door zelfdoding en zijn er 10 000 suïcidepogingen. Uit onderzoek blijkt dat negen van de tien mensen die sterven door zelfdoding psychische problemen kenden. België heeft een breed welzijns- en gezondheidslandschap waar mensen met psychische problemen zich aanmelden. Afhankelijk van de ernst van de problematiek worden deze mensen doorverwezen voor een meer gespecialiseerde hulpverlening naar de centra voor geestelijke gezondheidszorg, psychiatrische ziekenhuizen, PAAZ en of naar privé-psychiaters en/of privé-therapeuten. Deze doorverwijzing verloopt niet steeds even vlot. Voor een deel heeft dit te maken met het onvoldoende bekend zijn met het aanbod in de ggz, waardoor mensen niet direct op de juiste plaats terecht komen. Voor een stuk komt het ook door het taboe dat nog op psychische problemen rust. Ook lange wachttijden voor een behandeling kunnen een rol spelen.
Bijna 20 jaar na de eerste grote reconversiebeweging lanceert de overheid het lang verwachte concept van zorgcircuits en netwerken als toekomstig organisatiemodel voor de geestelijke gezondheidszorg.
aarnaast is de capaciteit van het D residentiële ggz-aanbod in België steeds hoger geweest dan in de ons omringende landen. Ondanks de stappen die reeds werden gezet om de ggz meer in de samenleving te verankeren, kampt België nog steeds met één van de hoogste ratio’s van psychiatrische bedden per aantal inwoners. Een belangrijke conclusie van een studie van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg bestond erin dat psychiatrische ziekenhuizen onvoldoende inspanningen leveren om patiënten te reïntegreren in de samenleving.
Evolutie naar een vraaggestuurde gemeenschapsgerichte ggz als basis voor hervorming van juridisch kader
Een zorgnetwerk
Van aanbodgestuurde zorg naar vraaggestuurde ggz
De implementatie van een netwerkmodel met vijf sleutelfuncties via projectmanagement
De verdere ontwikkeling naar een meer gemeenschapsgerichte ggz bestaat in de omvorming van een aanbodsgestuurde (hoofdzakelijk residentiële) ggz naar een vraaggestuurde (meer gedifferentieerde) ggz. Dit nieuwe zorgaanbod is gebaseerd op de noden van de personen met psychische problemen en vertrekt vanuit hun concrete leef-, leer- en werkomgeving. Een vraaggestuurde zorg zal in de toekomst residentiële opnamen zoveel mogelijk trachten te voorkomen. Wanneer een opname echter onvermijdelijk is, zal ernaar gestreefd worden het verblijf in een residentiële setting zo kort mogelijk te houden.
De realisatie van zorgcircuits en netwerken via artikel 107 De overheid heeft er voor gekozen om zorgcircuits en zorgnetwerken experimenteel en gefaseerd te realiseren door het herverdelen van bestaande middelen alsook door het investeren van bijkomende middelen.
Een zorgcircuit Een zorgcircuit omvat het volledige ggz-aanbod afgestemd op de specifieke behoeften van een leeftijdsdoelgroep. Het voorziet in alle mogelijke zorgmodules voor personen met psychische problemen behorend tot een specifieke leeftijdsdoelgroep: kinderen en jongeren, (jong)volwassenen of ouderen.
10
Een zorgcircuit wordt georganiseerd door samenwerking tussen zorgaanbieders. Die samenwerking wordt geconsolideerd in een zorgnetwerk: dit is een netwerk van zorgaanbieders die samen één of meerdere zorgcircuits realiseren.
Exploreren van vijf sleutelfuncties De stappen die de overheid in de nabije toekomst wil zetten om zorgnetwerken en zorgcircuits te verwezenlijken, maken deel uit van de volgende vijf functies: 1. Ggz-promotie, preventie, vroegdetectie en vroeginterventie. 2. Mobiele behandelingsteams die zich verplaatsen naar waar de zorgvrager zich bevindt: thuis of elders, in zijn of haar leefomgeving. 3. Teams inzake psychosociale rehabilitatie. 4. Intensieve gespecialiseerde residentiële ggz-units. 5. Specifieke woonvormen en verblijfsformules. Deze functies zullen stapsgewijs, projectmatig en initieel in een beperkt aantal werkingsgebieden en in eerste instantie enkel voor de doelgroepen van jongvolwassenen vanaf 16 jaar en volwassenen worden geëxploreerd. Bedden kunnen tijdelijk buiten gebruik gesteld worden, zodat met de middelen die voor dit residentiële ggz-aanbod voorzien waren, mobiele multidisciplinaire teams worden samengesteld die zich richten op begeleiding, behandeling of psychosociale revalidatie van personen met psychische problemen, bij
hen thuis of eender waar zij zich bevinden (functie 2 en 3). Bedden kunnen eveneens tijdelijk buiten gebruik gesteld worden om de zorg in specifieke leefeenheden verder te intensifiëren (functie 4). Vanuit hun bevoegdheden nemen de gemeenschappen en gewesten de nodige initiatieven die de zorg- en welzijnsactoren zullen toelaten de 1ste functie, het verder uitbouwen van promotie, preventie, vroegdetectie en -interventie, in te vullen. Terwijl voor de diversifiëring van de bestaande specifieke woonvormen en verblijfsformules (functie 5) de nodige wijzigingen in de regelgeving van de psychiatrische verzorgingstehuizen en de initiatieven beschut wonen zullen worden ingevoerd.
Beschrijving van de vijf sleutelfuncties Het model dat de overheid wenst in te voeren, zal vanuit een globale visie, moeten zorgen voor de integratie van de middelen van de ziekenhuizen en de middelen van de (ambulante) diensten die in de gemeenschap bestaan. Zo’n model impliceert dat alle actoren binnen een bepaald, afgebakend gebied bij de organisatie van dat model moeten betrokken zijn. Om dit nieuwe model duurzaam te ontwikkelen, moeten een aantal minimale functies worden ingevuld. De uitbouw van een laagdrempelige eerstelijnshulp zal er zo voor zorgen dat de geestelijke gezondheidszorg toegankelijker wordt.
De eerste functie: activiteiten inzake preventie, promotie van de ggz, vroegdetectie, screening en diagnosestelling Deze functie impliceert: ingaan op een aanmelding, diagnose en indicatiestelling, eerste interventies en dit, bij voorkeur, in de woonplaats van de patiënt. Indien nodig, zal de therapeuti-
De doorverwijzing van patiënten verloopt niet altijd even vlot. Dit heeft te maken met het onvoldoende bekend zijn met het aanbod in de geestelijke gezondheidszorg, het taboe dat rust op psychische problemen en de lange wachttijden voor een behandeling.
sche continuïteit op lange termijn verzekerd worden. Vanuit de ambulante sector, in casu de cgg, wordt outreaching voorzien naar sectoren om deze eerste functie mogelijk te maken. Bij de uitwerking van deze functie is het tevens belangrijk dat ook de eerstelijnszorg (in casu de huisarts) mee betrokken wordt.
De tweede functie: ambulante intensieve behandelteams voor
aanbieden aan mensen in hun thuisomgeving. Het betreft dus de oprichting van een mobiele dienst die in crisissituaties onmiddellijk en intensief kan optreden. De intensiteit en de duur van een interventie door zo’n dienst zal worden aangepast voor patiënten met een chronische problematiek. Zo biedt deze mobiele dienst dus een alternatief voor een ziekenhuisopname.
zowel acute als chronische psychische problemen
De derde functie: rehabilitatieteams die werken rond herstel en sociale inclusie
Enerzijds zijn dit de teams die zich richten naar personen in een subacute of acute toestand. Anderzijds zijn het de teams die zich richten naar personen met chronische psychiatrische problemen. Deze functie introduceert een nieuwe vorm van geestelijke gezondheidszorg. Die zal sneller toegankelijk zijn en aangepaste zorg
Het komt er bij deze functie op neer bepaalde programma’s aan te bieden aan mensen met psychiatrische problemen die zich in een specifiek stadium van hun ziekte bevinden. Psychosociale rehabilitatie is een dynamisch en langdurig proces. Het stelt de patiënten in staat om zich opnieuw
Een vraaggestuurde zorg zal in de toekomst residentiële opnamen zoveel mogelijk trachten te voorkomen. Wanneer een opname echter onvermijdelijk is, zal ernaar gestreefd worden het verblijf in een residentiële setting zo kort mogelijk te houden.
in de maatschappij en het beroepsleven te integreren. Om dit te kunnen realiseren is er een inclusief en transversaal beleid nodig. Het programma is op maat gemaakt en zorgt ervoor dat deze patiënten vaardigheden kunnen ontwikkelen.
De vierde functie: intensieve residentiële behandelunits voor zowel acute als chronische psychische problemen wanneer een opname noodzakelijk is Deze functie is bedoeld voor personen die zich in een zodanige ernstige fase van hun problematiek bevinden dat hulpverlening in de eigen leef- of woonomgeving tijdelijk niet aangewezen is. Deze units kunnen specifieke residentiële, intensieve observatie en behandeling aanbieden. Het accent ligt daarbij op acute zorg, indicatie- en diagnosestelling en intensieve behandeling. Kenmerkend voor deze kleinschalige units zijn een korte verblijfsduur, een hoge intensiteit en frequentie van zorg, en dit aangeboden door gespecialiseerd personeel. Zodra een persoon opgenomen wordt, dient men al rekening te houden met alle aspecten van de zorgcoördinatie. Dankzij een constante communicatie met de andere functies wordt de link met het sociale netwerk van de patiënten behouden.
De vijfde functie: specifieke woonvormen waarin zorg kan worden aangeboden indien het thuismilieu of het thuisvervangende milieu hiertoe niet in staat is De vijfde functie heeft betrekking op de ontwikkeling van specifieke woonplaatsen voor personen met een gestabili-
10
seerde chronische psychiatrische problematiek. Het gaat om personen met beperkte mogelijkheden tot integratie in de maatschappij. Deze woonvormen hebben als doel de organisatie van het dagelijkse leven te ondersteunen. Uiteindelijk is het de bedoeling om de integratie van deze patiënten in de maatschappij te vergemakkelijken. Dat gebeurt via geïndividualiseerde programma’s die rekening houden met de autonomiebehoeften van de personen in kwestie. Deze programma’s zijn geïntegreerd in de samenleving. Ze worden georganiseerd in de vorm van beschermde woonplaatsen/beschut wonen, gesuperviseerde appartementen of elke andere aangepaste woonvorm.
en met andere zorg- en welzijnssectoren te intensifiëren. Daarom wil de overheid projecten opstarten met een looptijd van minimum 3 jaar. Ze zullen starten tussen 1 januari 2011 en 1 januari 2012, op voorwaarde dat de nodige wijzigingen in de regelgeving tijdig kunnen worden gerealiseerd. Na 1 januari 2012 kunnen nog projecten worden opgestart rekening houdende met de evaluatie van de reeds lopende projecten en met de beschikbare middelen.
Exploratieprojecten en projectmanagement
Op 24 juni 2010 had in ons centrum een eerste overlegvergadering plaats tussen de ggz-actoren om na te gaan of er al of niet interesse was om verder overleg te plegen rond de uitbouw van zorgcircuits en netwerken binnen de regio zuid Oost-Vlaanderen (Lede, Aalst, Zottegem, Oudenaarde, Ronse). Volgende voorzieningen waren bij dit overleg betrokken.
Door de toepassing van artikel 107 van de wet op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, en door de initiatieven van de gemeenschappen, de gewesten en de federale overheid, krijgen de zorgactoren zelf de mogelijkheid om binnen een door hen afgebakend werkingsgebied een netwerk uit te bouwen dat in staat is een ggz-circuit aan te bieden dat op termijn elk van de vijf vermelde functies kan invullen. Vertrekkende vanuit het specifieke zorgaanbod, rekening houdende met de reeds bestaande contacten en samenwerking tussen zorgverleners op het terrein, krijgt de ggz-sector de kans om zijn aanbod verder te diversifiëren, beter af te stemmen op concrete behoeften van zorgvragers en samenwerking en netwerkvorming binnen de eigen sector
Stand van zaken in de regio zuid Oost-Vlaanderen
Regio Lede-Aalst: • Het Algemeen Stedelijk Ziekenhuis te Aalst (PAAZ). • Het Onze-Lieve-Vrouw Ziekenhuis te Aalst (PAAZ). • Het Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg zuid Oost-Vlaanderen. • Het initiatief voor Beschut Wonen Reymeers. • Het netwerk voor psychiatrische zorg voor patiënten in de thuissituatie Lotus. • Het netwerk activering in de Geestelijke Gezondheidszorg SAVA te Lede.
De vijf functies in het nieuwe ggz-model
FUNCTIE 1
FUNCTIE 3
Basisopdrachten hulp- en zorgverlening
Psychosociale rehabilitatie
FUNCTIE 2
FUNCTIE 5
Behandelingsteams in de thuisomgeving
Specifieke woonvormen
in een subacute of acute toestand
chronische psychiatrische problemen
FUNCTIE 4
Intensifiëren van de residentiële gespecialiseerde zorg
•
Het Psychiatrisch Ziekenhuis Zoete Nood Gods te Lede. • Het Psychiatrisch Verzorgingstehuis Nieuwemeers/Zoete Nood Gods te Lede. Regio Zottegem-Oudenaarde-Ronse: • Het Algemeen Ziekenhuis Zusters van Barmhartigheid Ronse (PAAZ). • Het Psychiatrisch Ziekenhuis Sint-Franciscus te Zottegem. • Het AZ Sint-Elisabeth te Zottegem (PAAZ). • Het initiatief Beschut wonen Vlaamse Ardennen. • Psychiatrische zorg voor patiënten in de thuissituatie “PTZ Het Akkoord”. Daarnaast is het de bedoeling om al de geïnteresseerde organisaties uit de gezondheids- en welzijnssector of de socio-culturele sector te betrekken bij een verkenning van de GGZ-noden en het aanbod in de regio. Gelet op de uitgestrektheid van de regio werd er in eerste instantie voor geopteerd om zowel voor de regio Lede-Aalst als voor de regio Oudenaarde-Zottegem-Ronse een interesseverklaring bij de overheid
Besluit
de provincie. De functie 2 en de functie 3 zijn nog bijna niet uitgebouwd. Daarnaast is er een beperkte dekking voor functie 1 door slechts één centrum voor geestelijke gezondheidszorg. Beschut wonen en PVT zijn ook nog onvoldoende aanwezig. In vergelijking met de Gentse regio is er ook een beperkt aanbod van bedden in psychiatrische ziekenhuizen. Dit maakt dat het voor de regio zuid Oost-Vlaanderen niet eenvoudig zal worden om voldoende middelen vrij te maken voor het realiseren van functie 2 en functie 3, tenzij de overheid bijkomende middelen zou ter beschikking stellen. Deze functies kunnen via artikel 107 gerealiseerd worden door een gedeelte van de residentiële bedcapaciteit buiten gebruik te plaatsen en de vrijgekomen middelen aan te wenden voor de uitbouw van mobiele teams of voor psychosociale rehabilitatie. Meer info kan u terugvinden op www.psy107.be.
Vergeleken met andere regio’s zijn er in zuid Oost-Vlaanderen minder GGZvoorzieningen dan in andere delen van
Marc Vandergraesen
in te dienen. Voor elke subregio werd intussen een projectgroep opgericht en werd een projectpromotor aangesteld. De kernactoren engageren zich om te onderzoeken of verdere diversificatie van het bestaande ggz-aanbod binnen het afgebakende werkingsgebied mogelijk is. Ze zullen verder onderzoeken of de verschillende onderdelen van dit aanbod in een intensief samenwerkend netwerk beter op mekaar kunnen worden afgestemd zodat zorg, ondersteuning en begeleiding optimaal beantwoorden aan de concrete behoeften van personen met psychische problemen. Meer bepaald zullen zij onderzoeken of het mogelijk is om binnen een afgebakend werkingsgebied een netwerk uit te bouwen dat in staat is om een ggz-circuit aan te bieden dat elk van de 5 functies kan invullen.
Literatuur
‘Een tijd voor empathie. Wat de natuur ons leert over een betere samenleving.’ Frans de Waal is een Nederlandse bioloog, gespecialiseerd in de primatologie en de ethologie. Hij is sinds 1981 in de Verenigde Staten actief en trok voor het eerst internationaal de aandacht met zijn boek Chimpansee-politiek waarin hij het gedrag van apen als intelligent en emotioneel gedreven voorstelde. Verder deed hij onderzoek binnen primatengemeenschappen naar conflictoplossing, verzoening, empathie en de evolutie van de moraliteit. Vooral zijn vergelijkingen tussen dieren- en mensengedrag maakten hem wereldberoemd. De boodschap van zijn negende boek, dat vol staat van parallellen tussen mens en dier, is dat nu het tijdperk van empathie is aangebroken. “Hebzucht is uit, empathie is in.” Zo luidt de openingszin van dit boek waarin de auteur ons gidst door de nieuwste inzichten op het gebied van psychologie, neurowetenschappen en gedragsbiologie. De biologie wordt vaak ingeroepen ter rechtvaardiging van een op egoïstische beginselen geschoeide samenleving, maar we mogen nooit vergeten dat ze ook het bindmiddel heeft opgeleverd dat gemeenschappen bijeenhoudt. Dit bindmiddel is volgens de Waal voor ons hetzelfde als voor dieren. Op anderen afgestemd zijn, activiteiten coördineren en zorgen voor behoeftigen beperkt zich niet tot onze soort. De menselijke empathie heeft immers de rugdekking van een lange evolutionaire geschiedenis.
6
We bekommeren ons meer om wat we met eigen ogen zien, dan om wat buiten ons gezichtsveld blijft.
Eén van de eerste debatten over de rol van empathie in het leven van de mens werd opgetekend door de Chinese wijsgeer Mencius, een volgeling van Confusius. Mencius beschouwde empathie als een onderdeel van de menselijke natuur en deed de beroemde uitspraak dat iedereen ter wereld komt met een geest die de aanblik van leed van de ander niet kan verdragen. In één van Mencius’ verhalen ziet de koning hoe een os langs zijn paleis wordt geleid. De koning wil weten wat er aan de hand is en krijgt te horen dat de os zal worden geslacht, zodat zijn bloed bij een plechtigheid kan worden gebruikt. De koning kan niet tegen de aanblik van de angstige os, die lijkt te beseffen wat er staat te gebeuren. Hij geeft bevel om de
os te laten leven. Maar omdat hij de plechtigheid niet wil afgelasten, stelt hij voor in plaats van een os een schaap te slachten. Mencius is niet onder de indruk van het medelijden dat de koning met de os heeft, en zegt hem dat hij minstens evenzeer in de ban van zijn eigen teergevoeligheid als van het lot van het dier lijkt te verkeren. “U zag de os en had het schaap niet gezien. De hooggeplaatste mens is zo door dieren aangedaan dat hij het, als hij ze in leven heeft gezien, niet kan verdragen om hen te zien sterven; als hij hun doodskreten heeft gehoord, kan hij het niet verdragen om hun vlees te eten. Dus blijft hij uit de buurt van het slachthuis en zijn keuken.” We bekommeren ons meer om wat we met eigen ogen zien, dan om wat buiten ons gezichtsveld blijft. We kunnen zeker gevoelens voor anderen hebben op grond van wat we over hen horen, lezen of denken, maar bekommernis die alleen op de verbeelding gestoeld is, mist kracht en een gevoel van urgentie. Mencius deed ons nadenken over de oorsprong van empathie en deed ons beseffen hoeveel ze aan lichamelijke banden verschuldigd is. Deze banden verklaren ook waarom het ons zo’ n moeite kost om empathie voor buitenstaanders te voelen. Empathie moet het hebben van nabijheid,
gelijksoortigheid en vertrouwdheid, en dat is volstrekt logisch gezien het feit dat ze is geëvolueerd om samenwerking binnen groepen te stimuleren. De Duitse psycholoog Theodor Lipps (1851-1914) is verantwoordelijk voor de moderne conceptie van empathie. “We kijken vol spanning naar een koorddanser”, zei hij, “omdat we in ons voorstellingsvermogen zijn lichaam binnengaan en zodoende deel hebben aan zijn ervaring.” De Duitse taal gebruikt daarvoor het woord Einfühlung (‘invoeling’ of ‘inleving’). Later kwam Lipps met het Griekse equivalent empatheia dat het beleven van een sterke aandoening of hartstocht betekent. Britse en Amerikaanse psychologen namen dit laatste begrip over, dat uitgroeide tot ‘empathie’. Frans de Waal de Waal geeft de voorkeur aan Einfühlung omdat het de gemoedsbeweging weergeeft van één individu dat zich in een ander verplaatst. Lipps besefte als eerste dat wij een speciaal kanaal naar anderen bezitten. We kunnen niets voelen wat zich buiten onszelf afspeelt, maar door het zelf en de ander onbewust te laten versmelten, vinden de ervaringen van de ander in ons een weerklank. We voelen ze alsof ze onze ervaringen zijn. Lipps betoogde dat een dergelijke identificatie niet kan worden teruggevoerd tot andere vermogens, zoals leren, associëren of redeneren. Empathie verschaft rechtstreekse toegang tot het vreemde zelf. Lipps noemde empathie een ‘instinct’, waarmee hij bedoelde dat het een aangeboren eigenschap is. Hij speculeerde niet over de evolutie van de empathie, maar denkt dat empathie ver in de evolutie teruggaat, veel verder dan onze soort. Waarschijnlijk ontstond empathie in dezelfde tijd als de ouderzorg. Gedurende de tweehonderd miljoen jaar omspannende evolutie van de zoogdieren hadden vrouwtjes met medegevoel voor hun kroost een groter voortplantingssucces dan kille afstandelijke moeders. Als nakomelingen in gevaar waren, het koud hadden, honger
leden, moest hun moeder ogenblikkelijk reageren. De selectiedruk op deze gevoeligheid moet ongelooflijk hoog geweest zijn: vrouwelijke dieren die niet reageerden, droegen hun genen niet over. Net als Mencius komt de Waal tot de conclusie dat empathie een gezicht nodig heeft. “When you’re smiling, the whole world smiles with you.” Als het overnemen van de glimlach van de ander ons een opgewekt gevoel geeft, is de emotie van de glimlacher via ons lichaam overgedragen. Verarmde gelaatsuitdrukkingen brengen een verarmd empathisch begrip mee, en een kille interactie zonder lichamelijke weerklank die mensen voortdurend zoeken en krijgen. Dit laatste werd schitterend verwoord door de Franse filosoof Maurice Merleau-Ponty: ’’Ik woon in de gelaatsuitdrukking van de ander, zoals ik hem in de mijne laat wonen.”
empathie onderdrukken en ons ertegen verzetten, maar afgezien van een gering aantal mensen – psychopaten geheten – is niemand emotioneel immuun voor de toestand waarin de ander verkeert. De fundamentele, maar zelden gestelde vraag is waarom ons brein door de natuurlijke selectie zo is ontworpen dat we op onze medemensen zijn afgestemd, dat we lijden onder hun leed en genoegen beleven aan hun genoegen. Tegelijk voegt de Waal er wel onmiddellijk aan toe dat hij zich volstrekt geen illusies maakt over de boosaardige kant van onze soort of die van welke andere primaat dan ook. Er bestaat ook geen feitelijke relatie tussen empathie en vriendelijkheid, en geen dier kan zich veroorloven iedereen voortdurend aardig te behandelen: elk dier moet concurreren om voedsel, partners en territorium. Een op empathie gestoelde samenleving is niet vrijer van conflicten dan een huwelijk uit liefde.
De moderne psychologie en neurowetenschap toont aan dat wij voorgeprogrammeerd zijn om elkaar de helpende hand te reiken. Empathie is een automatische reactie waarover we geringe controle hebben. We kunnen
de Waal rekent de mens tot één van de agressiefste primaten, maar gelooft ook dat we meesters zijn in het aangaan van betrekkingen, en dat sociale banden de concurrentie intomen. We zijn met andere woorden geenszins verplicht
agressief. Het is allemaal een kwestie van evenwicht: onversneden, onvoorwaardelijk vertrouwen en samenwerking zijn naïef en schadelijk, terwijl ongebreidelde hebzucht alleen maar kan leiden tot de helse ieder-voor–zichwereld. We moeten het sociaal Darwinisme laten vallen en bekijken wat de evolutie werkelijk teweeg heeft gebracht. Wat voor dieren zijn wij? De door natuurlijke selectie voortgebrachte eigenschappen zijn rijk en gevarieerd. Er vallen ook sociale neigingen onder die veel meer aanleiding tot optimisme bieden dan algemeen wordt verondersteld. Volgens de Waal vormt de biologie onze grootste hoop en kunnen we alleen maar huiveren van de gedachte dat de humaniteit van onze samenleving afhankelijk zou zijn van de grillen van de politiek, de cultuur of de religie. Ideologen komen en gaan maar de menselijke natuur blijft. Verbondenheid met de ander, emotionele gevoeligheid voor hun specifieke situatie en inzicht in wat voor hulp het beste uitkomt, zijn zo’n typisch menselijke combinatie dat we daarbij vaak van humaan spreken. de Waal denkt dat onze soort bijzonder is door de mate waarin hij zich in anderen kan verplaatsen. We hebben een completer begrip van hoe anderen zich voelen en wat ze nodig hebben dan enig ander dier. Toch is onze soort niet de enige die aan inzichtelijke hulpverlening doet. de Waal stelt zelfs dat hij niet meer bijzonder geïnteresseerd is in het aantonen van dierlijke empathie, want de cruciale vraag is voor hem niet meer
Empathie is een automatische reactie waarover we geringe controle hebben. We kunnen dit onderdrukken en ons ertegen verzetten, maar afgezien van een gering aantal mensen – psychopaten geheten – is niemand emotioneel immuun voor de toestand waarin de ander verkeert.
of ze het hebben maar wel hoe het werkt. Hij vermoedt dat empathie bij mensen en dieren precies hetzelfde werkt, ook al voegt de mens er misschien enkele verfijningen aan toe. Het gaat om het basismechanisme en de omstandigheden waardoor empathie wordt in- of uitgeschakeld. de Waal is van mening dat alle menselijk (of dierlijk) gedrag uiteindelijk het eigenbelang moet dienen. In het domein van empathie en medegevoel heeft de evolutie een autonoom mechanisme geschapen dat werkt ongeacht of onze directe belangen op het spel staan. We voelen op een automatische, vaak onvoorwaardelijke manier empathie voor anderen. We geven oprecht om anderen en zien graag dat ze gelukkig en gezond zijn, ongeacht of wij daar direct baat bij hebben. De evolutie heeft ons met die neiging bedeeld omdat de gemiddelde voorouder daar op de lange termijn baat bij had. Maar dat betekent nog niet dat hetzelfde geldt voor ons gevoel voor eerlijkheid. Gerichtheid op de ander lijkt daar maar geringe mate deel van uit te maken. De voornaamste emoties zijn
Over de auteur: Frans de Waal (’s Hertogenbosch, 1948) is een Nederlandse bioloog. Hij is gespecialiseerd in de primatologie en de ethologie. Op zijn vakgebied geldt hij als vooraanstaand. de Waal studeerde biologie in Nijmegen en Groningen en promoveerde in 1977 aan de Universiteit Utrecht. Van 1975 tot 1981 deed hij onderzoek naar de apenkolonie van Burgers Zoo. Sinds 1981 doet hij wetenschappelijk onderzoek in de Verenigde Staten. In 1993 werd hij lid van de KNAW. Momenteel is hij als hoogleraar psychologie verbonden aan de Emory universiteit in Atlanta en is hij directeur van het Living Links Center van het Yerkes National Primate Research Center.
8
egocentrisch, gericht op wat we krijgen in vergelijking met anderen, en hoe we op anderen overkomen (we willen graag als rechtvaardig worden beschouwd). Pas op de tweede plaats is er daadwerkelijk zorg voor anderen, voornamelijk omdat we naar een leefbare, harmonieuze samenleving verlangen. Wil je vrede werk, dan aan gerechtigheid. In het laatste hoofdstuk plaatst de Waal zijn onderzoek in een maatschappelijk kader. Als empathie zo belangrijk is voor de menselijke soort moet de politiek daar dan niet meer op inspelen? de Waal schetst hoe onze soort omgaat met armoede en stelt ook dat het bedrijfsleven sociale verantwoordelijkheid zou moeten nemen zodat we een samenleving bouwen met een hoge graad van solidariteit. Hij verwijst hier naar Adam Smith die de samenleving zag als een reusachtige machine, waarvan de raderen door de deugd worden gesmeerd, terwijl ondeugd er alleen zand in gooit. De machine draait niet soepel als er geen sterke gemeenschapszin onder alle burgers bestaat. Smith had het vaak over oprechtheid, ethiek, medegevoel en gerechtigheid, die hij als onmisbare begeleiders van de onzichtbare hand van de vrije markt beschouwde. Een samenleving die louter op egoïstische motieven en krachten van de markt stoelt, kan misschien wel rijkdom voortbrengen, maar niet de eenheid en het wederzijdse vertrouwen die het leven de moeite waard maakt. Daarom komt uit onderzoeken naar voren dat men niet in de rijkste landen het gelukkigst is, maar in landen waar het meeste vertrouwen onder burgers
heerst. In feite is de samenleving afhankelijk van een tweede onzichtbare hand, één die aan anderen wordt toegestoken. Het besef dat, wanneer we een gemeenschap willen opbouwen die die naam waardig is, de ene mens niet onverschillig tegenover de ander kan staan. Dit is de tweede factor die de omgang met elkaar bepaalt. Omdat deze factor evolutionair al zo oud is, is het des te verrassender dat hij zo vaak wordt vergeten. Toen een religieus tijdschrift aan de Waal vroeg wat hij zou veranderen als hij God was, moest hij even flink nadenken. de Waal wijst erop dat beide kanten van de mens, die van de vriendelijke zeer empatische en sexy bonobo, als die van de brute dominante chimpansee, noodzakelijk zijn voor het handhaven van een stabiele maatschappij. de Waal zou God dus niet om een radicale verandering van de mens willen vragen maar slechts om meer ‘broederschap’. God zou iets moeten doen aan het
vergroten van het bereik van empathie. Het valt te betwijfelen of daarmee de grote problemen de wereld uit zullen zijn. de Waal geeft zelf de tegenargumenten. Als je voor iedereen open staat en iedereen vertrouwt, vertrouwt niemand jou, en sta je volledig alleen. Bovendien heeft empathie ook haar duistere kanten. De mens is zo goed in het martelen omdat we ons als geen ander kunnen inleven in wat de ander voelt. Blijkbaar kunnen mensen zeer veel empathie hebben, maar beschikt de mens over een mechanisme om dit gevoel heel effectief af te sluiten. Het aantal voorbeelden uit de geschiedenis zijn legio. De miljoenen mensen die met groot enthousiasme achter Hitler, Stalin of Mao aanliepen, hadden niet meer of minder empathie dan wij nu. de Waal zou dus beter aan God vragen om onze neiging om kritiekloos achter charismatische alfa-mannen/apen aan te lopen in
Frans de Waal vermoedt dat empathie bij mensen en dieren hetzelfde werkt, ook al voegt de mens er misschien enkele verfijningen aan toe.
te tomen. Dit zou niet alleen herhaling van revoluties, oorlogen en genociden kunnen voorkomen, maar ook de kans op herhaling van de rampzalige graaicultuur van CEO’s, bankdirecteuren en aandeelhouders kunnen verkleinen. Wilt u meer te weten komen over de mechanismen van emotionele aanstekelijkheid, synchronisatie, boddy-mapping, spiegelneuronen, identificatie, perspectiefname en zorg bij mens en dier, alsook over de vele experimenten en het wetenschappelijk onderzoek hieraan besteed dan is dit boek zeker een aanrader. Marc Vandergraesen
Ter Sprake magazine
Afgiftekantoor: Lede - Trimestrieel - September 2010
Ter Sprake Magazine is een uitgave van het Psychiatrisch Centrum Zoete Nood Gods. Wil u ook meewerken aan het volgende nummer? Contacteer Bénédicte De Waele op het nummer 053/76 21 05 of e-mail naar
[email protected]. Werkten mee aan dit nummer: Bénédicte De Waele, Marc Vandergraesen, Michel Sinove, Koen D’hondt, Koen Van Wauwe, Rik De Coninck, Arnaux De Kuyper, Dirk Van Herreweghe, Anne-Marie Galle, Nicole Van de Meerssche, Aleide Sterck, Tessa De Bleu. ‘Ter Sprake’ is de nieuwsbrief van het Psychiatrisch Centrum Zoete Nood Gods’ Reymeersstraat 13a, 9340 Lede Tel: 053 76 21 11 Fax: 053 80 66 07 e-mail:
[email protected] - www.pclede.be Uw gegevens worden door het Psychiatrisch Centrum in een bestand opgenomen. Overeenkomstig de privacy-wet van 08-12-1992 heeft u recht op inzage en correctie van de door het Psychiatrisch Centrum bewaarde informatie. Het Psychiatrisch Centrum behoort tot de vzw Provincialaat der Broeders van Liefde