Technische vragen sluiting Golfslagbad en omvorming bestaande zwembaden De Tongelreep A. Vragen gesteld door PvdA A.1 Sluiten Buitenbad A.1.a. In het voorstel wordt gesteld dat het openhouden van het buitenbad in haar huidige vorm te veel kost. Kunt u hiervoor de financiële onderbouwing van geven? U kunt dit herleiden uit het verschil tussen variant 1 en 2. Het openhouden van het buitenbad vraagt een investering van circa € 690.000,- (waarbij in geval van sluiting de sloopkosten € 130.000,- bedragen). De netto meerkosten t.o.v. het sluiten, bedragen in de exploitatie dan circa € 220.000 / jaar, waarbij circa 15.000 extra bezoekers zijn begroot. Dit wordt veroorzaakt door hogere personeels-, gebouw-, energie- en overige exploitatielasten. Variant 1 (buitenbad renoveren)
Variant 2 (buitenbad sluiten en slopen)
Verschil
-1.609
-1.536
- 73
1.618
1.520
98
3. Energie
560
545
15
4. Overige exploitatielasten
225
201
24
3.Personeel -’direct’ -’doorbelast’
1.741 543
1.619 509
122 34
Totaal
3.077
2.857
220
Exploitatiebijdrage (x1000 €) 1.Opbrengsten 2.Gebouwlasten
Een spraypark resulteert in een netto lagere exploitatiebijdrage van circa € 20.000 t.o.v. geen buitenvoorziening. De meer inkomsten van 10.000 bezoekers compenseren hier de meerkosten voor sloop buitenbad en aanleg spraypark. U kunt dit herleiden uit het verschil tussen variant 3 en 4: Exploitatiebijdrage (x 1000 €)
Variant 3 (sloop buitenbad, aanleg spraypark)
1.Opbrengsten
Variant 4 (sloop buitenbad, geen spraypark)
verschil
-2.005
-1.959
-45
1.804
1.780
24
3. Energie
573
573
0
4. Overige exploitatielasten
214
214
0
2.Gebouwlasten
1
3.Personeel -’direct’ -’doorbelast’
1.911 620
1.911 620
0 0
Totaal
3.118
3.139
21
A.1.b. Zijn er alternatieve plannen bedacht om het huidige buitenbad goedkoper en duurzamer te exploiteren? Bv. seizoen inkorten, van juni t/m begin september, aanbrengen van isolatie op het zwemwater, bijstellen watertemperatuur, weghalen van de glijbanen etc.? Bij de varianten is gekeken naar een buitenvoorziening die past bij de huidige tijd en goed exploiteerbaar is. Daaruit is het spraypark naar voren gekomen. In dit kader is, bijvoorbeeld ook in het onderzoek ‘Toekomstperspectief Tongelreep’ van februari 2014, een spraypark als mogelijke optie benoemd. Een buitenvoorziening beïnvloedt het bezoekersaantal in zeer beperkte mate, en trends laten zien dat er minder gezwommen wordt buiten en de buitenruimte meer als ligweide / recreatieruimte wordt gebruikt. Een spraypark is hiervoor een geschikte voorziening. De kosten voor exploitatie van het buitenbad zijn in beperkte mate beïnvloedbaar. Omdat het zwemwater betreft, is toezicht noodzakelijk. Daarbij vraagt het bouwkundig en installatietechnisch onderhoud. Wat zou kunnen, maar niet is onderzocht, is het zwembad niet renoveren, maar – in verkleinde en vereenvoudigde vorm- nieuw aanleggen. Dat leidt wellicht tot iets lagere gebouwlasten en mogelijk iets lagere personele lasten. Het buitenbad is nu geopend gedurende 18 weken (laatste weekend april t/m eerste weekend September). Inkorten met één maand zoals gesuggereerd kan, en leidt tot iets lagere lasten. De watertemperatuur is in de huidige situatie circa 23 graden en daarmee aanmerkelijk lager dan de watertemperatuur binnen. Energielasten vormen een beperkte kostenpost. A.1.c De 4 Opties met openhouden van het buitenbad zijn niet doorberekend. Kunt u dit doen zowel financieel als wat betreft effecten voor de " relevante doelgroepen’ Optie 1 bevat de variant waarin het buitenbad wordt gerenoveerd. De financiële effecten zijn onder vraag 1a geduid. Het buitenbad wordt gebruikt door de doelgroep ‘recreatieve zwemmers’, met naar schatting 15.000 bezoekers per jaar. A.1.d. Is bij alle 4 de opties de mogelijkheid om buiten te recreëren in combinatie met zwemmen? Bv. door schuifpuien en/of dak wat open/dicht kan? En zijn hiervan voorbeelden van zwembad voorzieningen in het land? Er is in alle opties een goede, logische, verbinding met ligweide en buitenvoorziening mogelijk. De logistiek van het zwemcentrum wordt bij alle varianten verbeterd ten opzichte van de huidige situatie. Er is bij de doorrekening niet gerekend met daken die open/dicht kunnen. Dit zijn in het algemeen kostbare voorzieningen, die maar een zeer beperkte periode in het jaar gebruikt worden. Een logische verbinding, zowel visueel middels gebruik van glas als verbinding met enkele grote deuren, zorgt voor het stimuleren van het gebruik van de buitenruimte bij mooi weer. Grote investeringen in volledig open te draaien of op te tillen wanden heeft gelet op de hoge kosten en relatief beperkt gebruik niet de voorkeur. Voorbeelden van een goede verbinding tussen binnenbad en buitenruimte zijn te vinden in sportcentrum De Koekoek te Vaassen (gemeente Epe) en sportcentrum Papendrecht.
2
A.1.e. spraypark: kunt u uitleggen wat met deze voorziening bedoelt wordt Zijn er zwembaden in Nederland die dit aanbieden al dan niet in combinatie met een buitenbadvoorziening? In den lande wordt een spraypark vooral aangelegd als een alternatief voor een buitenbad, dat beter ‘bij de tijd’ is en efficiënter te exploiteren. In dit kader is, bijvoorbeeld ook in het onderzoek ‘Toekomstperspectief Tongelreep’ van februari 2014, een spraypark als mogelijke optie benoemd. Onderstaand voorbeelden van een spraypark.
Zie via bijgaande link nog 10 voorbeelden van gerealiseerde sprayparken: http://www.watergamesandmore.com/nl/referenties/spray-parks
A.2. Wat wordt de voorziening voor peuters in de 4 opties nu deze hoek in golfslagbad wordt gesloten? (spraypark is niet overdekt) wat betekent het voor de 4 opties indien dit wordt behouden wat betreft de exploitatiekosten? Een peuterbadje bij de binnenbaden behoort tot de mogelijkheden en is onderdeel van de nadere uitwerkingsfase, net als een aantal andere inrichtingsvraagstukken en -wensen. Dit soort wensen willen we, op basis van wensen van uw Raad, maar vooral ook in overleg met de gebruikers, de komende tijd invulling gaan geven. Het peuterbad is een relatief kleine ingreep zonder noemenswaardig effect op de exploitatie. A.3. onderbouwing weging criteria per optie: A.3.a. " recreatief zwemmen" - Waarom biedt optie 2 onvoldoende ruimte voor recreanten door de week cq flexibiliteit? En wat maakt dat optie 3 dit wel biedt en hoeveel water komt er extra bij? Nb. gesteld wordt dat buiten schooltijden voor recreanten ruimte is. (blz. 7) Is dan ook rekening gehouden met het instructie zwemmen wat meer naar de middag is verplaatst? - optie 3, biedt beduidend meer bezoekers (99.000 tov optie 2) . Wat biedt optie 3 meer waardoor deze bezoekers wel worden getrokken en deze bezoekers niet bij optie 2? Flexibiliteit betreft niet alleen inroostering maar ook de mate waarin het bad verschillende gebruiksvormen faciliteert. De huidige configuratie (variant 2) biedt hiervoor beperkte mogelijkheden, minder dan variant 3. Het voorgestelde familiebad is circa 600 m2 groot. Het huidige instructie-, doelgroepen- en peuterbad samen is 241 m2. Het familiebad is door de aard en de inrichting geschikt voor aantrekkelijk recreatief zwemmen én het biedt hele goede mogelijkheden voor gebruik door meerdere doelgroepen, zowel voor wat betreft de inrichtings- als de gebruiksmogelijkheden (inclusief de geschikte watertemperatuur). We hebben voor alle varianten als extra ten opzichte van de huidige situatie dat het springbad te gebruiken is voor doelgroepen. Verenigings/doelgroepengebruik heeft ‘voorrang’ boven recreatief zwemmen. We voorzien voldoende ruimte in ‘piek’periodes (vakanties en weekenden). Voor overige periodes zal een inroostering worden gemaakt, waarin inzichtelijk is welk gebruik
3
waar en wanneer plaatsvindt. Dit zal in de nadere uitwerking samen mét de gebruikers invulling krijgen.
A.3.b. " Zwem en bewegingsonderwijs" Optie 3 en 4 worden van 2 plussen voorzien. Wat betekent concreet het verschil met optie 1 en 2 waarbij deze doelgroep 1 plus wordt genoteerd. In de huidige situatie geldt voor deze doelgroep een min. Waar lopen we momenteel in de huidige situatie praktisch tegen aan wat betreft deze doelgroep? We hebben voor alle varianten als extra (plus) ten opzichte van de huidige situatie, dat het (te verwarmen tot 32 0C) springbad te gebruiken is voor zwem- en bewegingsonderwijs en doelgroepen én dat we beschikken over een nieuwe (gerenoveerde danwel omgevormde) voorziening. Het verschil tussen varianten 1,2 en 3,4 heeft te maken met de omvang en inrichting van het familiebad ten opzichte van de huidige configuratie. A.4. Blijft het huidige kantoorblok bestaan en wordt dit gerenoveerd? Renovatie van het huidige kantoorblok is onderdeel van de investeringsramingen. A.5. Is er al een schatting wat de prijs wordt voor het nieuwe toegangskaartje? Tariefstelling is conform het ir Ottenbad: een los kaartje is € 6,00. A.6. De gebruikers van de baden die worden gerenoveerd, dan wel worden vervangen zullen moeten uitwijken voor een langdurige periode. A.6.a Is er een doorberekening gemaakt om het golfslagbad tijdelijk open te houden voor deze functies? Waarbij het hoogst noodzakelijke tav veiligheid wordt gedaan? Welke invloed heeft dit op de frictiekosten? (bv. inkomsten van deze groep indien in de overbruggingsperiode gebruik wordt gemaakt vh golfslagbad) Hiervoor is geen doorberekening gemaakt. We weten wel het volgende: dit betekent dat in de periode van sept 2016 tot en met Q1 2018 het golfslagbad in stand moet worden gehouden. Om gedurende de periode Q3 2017 – Q1 2018 in gebruik te zijn voor groepen die uitwijken van de 3 overige binnenbaden. De exploitatielasten die hiermee zijn gemoeid bedragen circa € 610.000,-. Daarnaast zijn er kosten voor veiligheid en/of tijdelijke inrichting (het verwijderen van glijbanen, constructies e.d.). Daarbij nemen we in overweging: mogelijkheden voor toekomstig gebruik van het golfslagbad (conform beslispunt 1b van het raadsvoorstel), mogelijkheden voor adequate voorzieningen in de Tongelreep en/of elders en de kosten die hiermee gemoeid zijn. Dat houdt in dat we bij de nadere uitwerking deze suggestie meenemen, ook in het overleg met de gebruikers. A.6.b in het huidige plan zullen deze groepen moeten uitwijken. Is er rekening gehouden met mogelijk verlies hierdoor van bezoekers? In de berekening van de frictiekosten is voor de tijdelijke situatie – tijdens de verbouwinggerekend met géén inkomsten van deze gebruikers. A.7. exploitatie A.7.a. exploitatietoets: is deze gedaan? En is hierbij ook een risicoanalyse opgenomen. Wat wanneer de bezoekers aantallen niet worden gehaald? Stel dat het aantal extra extra recreanten op 50% of 75% uitkomt van de begrote aantallen, wat zijn dan de financiële risico’s.) In de technische toelichting is geduid dat de hoofdonderdelen (opbrengsten, investeringen, exploitatie) op verschillende wijzen getoetst en gecheckt zijn. De gepresenteerde overzichten zijn opgebouwd uit onderliggende begrotingen.
4
De ramingen van de varianten zijn in eerste instantie opgesteld voor de commissienotitie van juli 2015. Deze is extern getoetst en gevalideerd. De voorliggende ramingen zijn opgesteld door een intensieve dialoog met een ervaren extern bureau. Hierbij zijn de specifieke bouwkundige en installatietechnische onderdelen gevalideerd en getoetst door een gerenommeerd adviesbureau (Olco advies en management te Zeist) op het gebied van nieuw en verbouw van zwembaden. Daarnaast is control en concerncontrol (nauw) betrokken geweest bij de opzet en analyse van de ramingen. Mbt risico analyse: juist in de overleggen met (concern)control is gekeken naar gevoeligheden in de exploitatie opzet. Bezoekersaantallen zijn een risicofactor hierbij, meer specifiek de recreatieve zwemmers. Uit de analyse blijkt dat de gevoeligheid voor minder bezoek in de exploitatie enorm wordt gereduceerd bij de nieuwe exploitatie. Daarnaast is met meer realistische en conservatieve aannames begroot dan tot op heden het geval is. Door een dialoog en met gebruikmaking van landelijke en lokale ervaringscijfers rond bezoekersontwikkeling in zwembaden. Begrote Nu Variant 1 Variant 2 opbrengsten Recreatief bezoek €3.466.000 € 517.000 €450.000 (incl. baantjeszwemmers) Daarbij is het tarief verlaagd (losse kaartjes: is € 11,-, wordt € 6,-).
Variant 3 € 893.000
Variant 4 €848.000
A.7.b. wat verklaart het grote verschil in taakstelling tussen optie 2 (48 k) en optie 3 (309 k) Er zijn 3 onderdelen in de exploitatie die het verschil tussen variant 2 en 3 veroorzaken: opbrengsten, gebouwlasten (met name kapitaallasten) en personeel. Onderstaande tabel laat dit zien: X 1000 € Variant 2 Variant 3 1.Opbrengsten
-1.536
-2.005
1.520
1.804
3. Energie
545
573
4. Overige exploitatielasten
201
214
3.Personeel -’direct’ -’doorbelast’
1.619 509
1.911 620
Totaal
2.857
3.118
Begrote exploitatiebijdrage
2.809
2.809
-48
-309
2.Gebouwlasten
Taakstelling (totaal minus begrote bijdrage)
5
B. Vragen gesteld door D66 Alle varianten gaan uit van sluiting van het buitenbad, dat geeft aanleiding tot de volgende vragen: B.1 Welke kosten zijn gemoeid met het open houden van het buitenbad? M.a.w. hoeveel draagt het sluiten van het buitenbad bij aan de taakstelling? Variant 1 gaat uit van het renoveren van het buitenbad. Dit kost jaarlijks € 220.000,U kunt dit herleiden uit het verschil tussen variant 1 en 2. Het openhouden van het buitenbad vraagt een investering van circa € 690.000,- (waarbij ingeval van sluiting de sloopkosten € 130.000,- bedragen). De netto meerkosten t.o.v. het sluiten, bedragen in de exploitatie dan circa € 220.000 / jaar, waarbij circa 15.000 extra bezoekers zijn begroot. Dit wordt veroorzaakt door hogere personeels-, gebouw-, energie- en overige exploitatielasten. Variant 1 (buitenbad renoveren)
Variant 2 (buitenbad sluiten en slopen)
Verschil
-1.609
-1.536
- 73
1.618
1.520
98
3. Energie
560
545
15
4. Overige exploitatielasten
225
201
24
3.Personeel -’direct’ -’doorbelast’
1.741 543
1.619 509
122 34
Totaal
3.077
2.857
220
Exploitatiebijdrage (x1000 €) 1.Opbrengsten 2.Gebouwlasten
B.2 Hoeveel kosten (qua exploitatie) zouden gemoeid zijn in een scenario waarbij enkel de glijbanen worden verwijderd bij het buitenbad? Dat is door ons niet berekend. Het buitenbad dient gerenoveerd te worden. Hiervoor is een investeringsbedrag geraamd. Door bijvoorbeeld een eenvoudiger, of kleiner buitenbad terug te brengen, worden mogelijk de investeringslasten iets verlaagd. Dit leidt tot iets lagere gebouwlasten (kapitaallasten) en mogelijk personele lasten. De overige onderdelen van de exploitatiebijdrage veranderen niet of nauwelijks. B.3 Welk beoogd effect op bezoekersaantallen zou het openhouden van het buitenbad hebben? Het buitenbad genereert circa 15.000 extra bezoekers. U kunt dit herleiden uit het verschil in geraamde bezoekersaantallen tussen variant 1 en 2. Met betrekking tot 2.3 Afstemming met ontwikkelingen in de regio B.4 Is er een overzicht van het regionaal zwemaanbod, zowel binnen als buitenwater. Is daarbij inzichtelijk wat het effect is van het sluiten van het buitenbad van de Tongelreep? Er is een vrij compleet overzicht opgenomen van regionaal zwemaanbod in de rapportage ‘Toekomstperspectief Tongelreep’ van februari 2014, dat is bijgevoegd bij de beantwoording van de technische vragen CDA. Hierin ontbreken overigens de buitenvoorzieningen E3-strand (Eersel) en IJzeren Man. Effecten van sluiting van het buitenbad op het regionaal zwemaanbod is zeer gering, gelet op de beperkte bezoekersaantallen.
6
B.5 Is er overleg tussen de verschillende gemeenten geweest over het (recreatief) zwemaanbod? Er is geïnventariseerd waar in de regio actuele ontwikkelingen zijn met betrekking tot het aanbod. Met twee gemeenten waar dit aan de orde is (Veldhoven en Geldrop-Mierlo), is gesproken. B.6 Hoe is de toetsing uitgevoerd waarover wordt gesproken? Is überhaupt al bekend wat de plannen zijn bij de betreffende gemeenten? Getoetst is of en in hoe verre plannen of actuele ontwikkeling van invloed kunnen zijn op de exploitatieraming, en dan specifiek de begrote bezoekersaantallen. In Geldrop-Mierlo onderzoekt de gemeente de toekomstige voorziening en functie van het door een private partij geëxploiteerde De Smelen. Hiertoe komt naar verwachting binnenkort een bestuurlijk voorstel. In Veldhoven loopt een marktconsultatie naar de toekomst van Den Ekkerman. In juli 2015 heeft de Raad hiertoe een besluit genomen. Uitgangspunt is privatisering en een bezuinigingsopgave, waarbij twee doelgroepen (zwemles en minimale recreatie voor 0-12 jaar en verenigingsleven (Njord)) voor Veldhoven belangrijk zijn. ‘Warm zwemwater’ voor ouderen is daarbij een pluspunt, gekeken wordt of er ruimte voor ‘recreatief baantjeszwemmen’ kan worden gevonden, en uitgebreide recreatieve voorzieningen zijn niet wenselijk. De verwachting is dat rond de zomer besluitvorming plaatsvindt over toekomstige oplossingen. Beide plannen/ontwikkelingen geven geen aanleiding de geraamde exploitaties aan te passen. Overige vragen B.7 Onder kopje 2.4 wordt gesproken over overheadreductie. Deze valt formeel onder een ander deel van de begroting. Komt deze wel ten goede van de taakstelling voor het sportprogramma? Ja. Als er overheadreductie mogelijk is, ten gevolge van maatregelen in De Tongelreep, dan valt dit voordeel ten goede aan de exploitatie van het collegeproduct Sport. B.8 Is er gekeken naar verbetering van commerciële mogelijkheden voor De Tongelreep, zoals ook bij het IJssportcentrum is gedaan? Er is, naar aanleiding van onder andere het onderzoek de ‘Toekomstperspectief Tongelreep’, actief invulling gegeven aan een aantal aanbevelingen. Met name verruiming van het programma aanbod d.m.v. nieuwe benaderde doelgroepen (zoals bijvoorbeeld senior fit lessen, uitbreiding vrouwen zwemmen, aanbod voor expats, thema avonden i.h.k.v. disco zwemmen, ‘half 4 zwemplezier’- actietarief), en verbetering van service en hospitality (zoals bijvoorbeeld interne training klantgerichtheid, veraangenamen van verblijftijd tijdens zwemlessen, gratis Wifi). B.9 Wat is de onderbouwing voor de verwachtte bezoekersaantallen? Is er onderzoek gedaan naar de vraag en de trends in de vraag naar zwemwater? Ja. De raming van de bezoekersaantallen is in dialoog tussen gemeente en adviseurs met gebruikmaking van regionale en lokale ervaringen, kengetallen en karakteristieken en met landelijke gegevens, tot stand gekomen.
7
C. Aanvullende vragen gesteld door CDA C.1 bij de inspraak bleek dat er ook een optie was waarbij op de plek van het golfslagbad een familiebad gepland werd. Klopt dat ? Waarom is die variant afgevallen ? Wat zijn de financiële implicaties van deze variant ? Wat zijn de fysieke/ logistieke voor- en nadelen tijdens de verbouwing en erna ? Door ons is bekeken of er naast de vier voorliggende varianten nog andere mogelijkheden zijn. Onderzocht is inderdaad of bouw van een familiebad op een gedeelte van de locatie van het golfslagbad, in combinatie met renovatie van het 25 m bad, instructiebad en doelgroepenbad, een haalbare optie is. Uit deze doorberekening blijkt, dat de investeringslasten in totaal circa 17,3 à 17,7 miljoen bedragen (afhankelijk van de keuze wel of geen buitenvoorziening aan te leggen). De investering van een apart familiebad is circa € 7,5 mln (inclusief de benodigde gedeeltelijke sloop van het huidige golfslagbad). Ter vergelijking treft u hieronder de verschillende investeringsramingen voor de varianten aan: x mln € 3 Binnenbaden -renovatie -omvorming -nw familiebad Buitenbad -renovatie -omvorming -sloop* Overige baden Totaal
Variant 1 7,03
Variant 2
Variant 3
Variant 4
Nieuw Nieuw bad bad+spraypark
7,03 11,29
7,03
7,03
7,53
7,53
0,13
11,29
0,69 0,13
0,38 0,13
0,13
0,38 0,13
2,67
2,67
2,67
2,67
2,67
2,67
10,39
9,83
14,47
14,09
17,74
17,36
De gebouwlasten t.g.v. onder meer kapitaallasten, nemen hierdoor fors toe. Daarbij vraagt een extra bad aanvullende personele inzet, met een beperkt aantal extra bezoekers. Hierdoor ontstaat een exploitatiebijdrage die fors hoger is dan voor de vier benoemde varianten. X 1000 € Exploitatiebijdrage
Variant 1 3.077
Variant 2 2.857
Variant 3 3.118
Variant 4 3.139
Nieuw bad +spraypark ca 4.720
Nieuw bad ca 4.740
De begrote exploitatiebijdrage is € 2.809 mln. Deze varianten leiden derhalve tot een extra exploitatiebijdrage van circa € 1,9 mln per jaar.
8
Omdat deze varianten in het geheel niet passen in de financiële taakstelling, én omdat de vier varianten zoals in het raadsvoorstel opgenomen voldoen aan de ‘basisvoorwaarden’ en wel duurzaam passen in de financiële taakstelling, is deze variant niet verder opgenomen. Deze variant heeft voordelen voor de tijdelijke situatie. Door gefaseerd te bouwen – eerst het golfslagbad sluiten, een nieuw familiebad bouwen, gevolgd door renovatie van de bestaande binnenbaden- kunnen doelgroepen makkelijker ook in de tijdelijke situatie gebruik maken van de bestaande baden in De Tongelreep.
C.2 zijn er nog meer varianten bekeken ? Graag voor iedere variant antwoord op de vragen onder punt 1. De afgelopen periode is, op basis van de commissienotitie, uitwerking gegeven aan de vier voorliggende varianten van het raadsvoorstel. Daarnaast is, zoals hiervoor bij beantwoording van vraag C1 aangegeven, gekeken naar de renovatie van de drie binnenbaden in combinatie met de bouw van een familiebad op de plaats van het golfslagbad. In eerdere instantie is een onderzoek gedaan door Slangen+Koenis (rapportage september 2014, ter inzage gelegd in de zomer van 2015). Hierin is gekeken naar een zogeheten ‘multifunctionele accommodatie’ (mfa), waarin ook ruimte was voor schaatsen. Deze variant is met de besluitvorming over het ijssportcentrum niet aan de orde. Daarbij heeft Slangen+Koenis een variant bekeken (‘variant 02’ in de rapportage), waarin de drie huidige binnenbaden gerenoveerd worden en er – op de plaats van de kleedcabines- een nieuw familiebad wordt aangelegd. Deze variant is daarna niet verder uitgewerkt of doorgerekend. De overige varianten uit het onderzoek van Slangen+Koenis maken onderdeel uit van de voorliggende nadere uitwerking. Met de door ons gehanteerde methodiek, is het daarbij mogelijk om effecten van ‘kleinere’ aanpassingen (wel/geen buitenbad, wel/geen spraypark) direct inzichtelijk te maken.
C.3 Is het mogelijk een voorlopige planning van besluitvorming, uitwerking en uitvoering te maken op basis waarvan nu met alle gebruikers gecommuniceerd kan worden ? Aan alle gebruikers is een uitnodiging verstuurd, voor een eerste overlegbijeenkomst. De in het raadsvoorstel opgenomen planning bevat op hoofdonderdelen de planning voor het gebruikersoverleg.
9
D. Overige vragen n.a.v. commissievergadering Onderstaande vragen zijn o.b.v. het verslag van de commissievergadering benoemd D.1 23-03 schriftelijke correctie mbt variant 1 daar waar staat “spraypark ja”, dit moet zijn: renoveren buitenbad (tabel p. 4 raadsvoorstel); In de nadere toelichting op raadsvoorstel is de correctie opgenomen.
D.2 overzicht openingsuren recreatief zwemmen per variant; Er is in deze fase van de uitwerking geen roosterindeling opgesteld. Dat volgt in de nadere uitwerking van de voorkeursvariant. We kunnen wel het volgende aangeven: Er is veel zwemwater beschikbaar. Het springbad (500 m2) kan worden ingezet voor zwem- en bewegingsonderwijs en de doelgroepen, hiermee kan ruimte voor recreatief zwemmen worden vrijgeroosterd in het familiebad en het verenigingsbad. Het familiebad (600 m2) is aanmerkelijk groter dan het huidige instructie en doelgroepenbad (nu samen 241 m2 ). Door een slimme indeling kunnen ook delen van familiebad voor recreatie beschikbaar worden gesteld. De beschikbaarheid zal er zijn in ‘piekperioden’ voor recreatief zwemmen (vakantieperioden, weekenden) . We geven dit invulling in nader overleg met gebruikersgroepen . Het gaat immers ook hen aan.
D.3 bezoekersaantallen Ottenbad; Totale aantallen bezoekers voor Tongelreep en Ottenbad, inclusief 2015: Bezoekers x1000
2010
2011
2012
2013
2014
2015
Ir Ottenbad
412
386
361
354
336
328
De Tongelreep
869
851
759
702
682
661
1.282
1.237
1.120
1.056
1.018
989
131
72
Totaal waarvan schoolzwemmen
10
Voor Ottenbad, uitgesplitst naar doelgroepen: Bezoekers x1000 Ottenbad
2010
2011
2012
2013
2014
2015
Recreatief zwemmen*
204
202
211
200
187
185
Zwem- en bewegingsonderwijs Verenigingen/Groepen
63
65
67
72
69
67
81
82
83
82
80
76
Schoolzwemmen**
64
37
412
386
361
354
336
328
Totaal
*In het Ir Ottenbad wordt geen onderscheid gemaakt tussen recreatief ‘baantjeszwemmen’ en overig recreatief zwemmen. Het baantjeszwemmen is beperkt: er zwemt een kleine groep dagelijks tussen 7-8.30 in het 25m bad, circa 7000 baantjes zwemmers per jaar. **schoolzwemmen is na 2011 afgeschaft.
D.4 nadere uitleg frictiekosten; In het raadsvoorstel is beschreven welke frictiekosten (mogelijk) ontstaan en gedurende welke periode: a)
Restant boekwaarde Golfslagbad (€1,6 mln, per 1-1-2017)
De restant boekwaarde van het golfslagbad moet worden gesaneerd als blijkt dat de marktwaarde lager is dan de boekwaarde. Dat kan zich voordoen als er geen concrete voorstellen zijn voor het gebruik van dit vastgoed. Deze afwaardering staat los van een eventueel voornemen tot sloop in de toekomst. Als het na afwaardering (en geen sloop) toch mogelijk blijkt om huuropbrengsten te realiseren dan komen deze ten gunste van de algemene middelen. b)
Restant boekwaarde buitenbad (€0,2 mln per 1-1-2017)
Het huidige buitenbad is geen passende functie bij de doelstellingen en is relatief duur in exploitatie. Het is daarbij een voorziening die moeilijk anders is te gebruiken. c)
Afbouwen personeelslasten (op te vangen binnen gemeentelijk personeelsbudget)
In de toekomst is minder personele inzet (direct en indirect) nodig. In de periode van verbouwing is dat tijdelijk nog sterker het geval. Het betreft naar verwachting een reductie van circa 20 fte personeel. Deze functies vullen we bij onze zwembaden deels met inhuurkrachten in. Dit geeft ons ruimte om de frictiekosten zover als mogelijk tot het minimum te beperken. Tegen de zomer kunnen wij de eerste inzichten geven over deze frictiekosten.
11
d) Inkomstenderving tijdens verbouwing ((totaal ca €2 à €2,5 mln bestaande uit recreatie ca €1,2 mln, verenigingen ca € 0,6 mln, onderwijs ca € 0,45 mln, overige bedrijfsvoeringskosten €0,25 mln) De renovatie van de drie baden (25 m bad, instructiebad en re-activeringsbad) was reeds voorzien. Exploitatieverlies door renovatie was derhalve ook zonder de besluitvorming over een familiebad en sluiting Golfslagbad al aan de orde. Daarnaast dienen we – in de periode Q3 2017 – Q1 2018- zorg te dragen voor het tijdelijk elders onderbrengen van vaste gebruikersgroepen. Er is en was nog geen rekening gehouden met deze kosten. Een deel van deze inkomstenderving is te compenseren door ruimte vrij te spelen in het VDH bad en Ottenbad. Tot slot is ook rekening gehouden met mogelijke frictiekosten in de periode tussen sluiting golfslagbad en verbouwing (Q4 2016- Q1 2018). De frictiekosten kunnen niet worden gedekt uit de sportbegroting. Dekking zal plaatsvinden uit algemene middelen. De komende maanden zullen we bij de nadere uitwerking, sturen op maximale reductie van frictiekosten. Bij de voorbereiding van de komende Kadernota, zal dekking worden gezocht. Het gedeelte vastgoed (buitenbad en golfslagbad) zal – waar nodig, afhankelijk van de mogelijkheden voor toekomstig gebruik worden afgeboekt bij de jaarrekening (bij de tussenrapportage zullen we dit aankondigen).
D.5 cijfers extra variant: variant 3 met buitenbad ipv spraypark; Door in variant 3 het spraypark te vervangen door een buitenbad, nemen de exploitatielasten toe met circa € 240.000,- per jaar. Effect van een spraypark op de exploitatie is een daling van lasten met € 20.000,-, een buitenbadrenovatie laat de exploitatie met circa € 220.000 stijgen. Dit betekent, dat de totale exploitatie dan uit zou komen op een jaarlijkse exploitatiebijdrage van € 549.000,- (was in variant € 309.000 en stijgt met € 240.000). Daarmee past deze niet meer in het ‘pakket’ bezuinigingen en taakstelling voor sport. De in de commissienotitie benoemde exploitatiebijdrage is begroot op € 113.000 à € 480.000.
D.6 cijfers 2015 inclusief Ottenbad en afschrijvingstermijnen. De bezoekersaantallen 2015 zijn voor beide baden bij vraag D.3 opgenomen. Afschrijvingstermijnen: -
renovatie: 15 jaar bouwkundig omvorming: 40 jaar bouwkundigGehanteerde rente bij kapitaallasten is 3,75%.
12
D.7. Aanvullende vragen PvdA (Arnold Raaijmakers) n.a.v. verslag griffie A-avond Aanvullend is bij het zwembad nog gevraagd om de onderbouwing van de cijfers die in het RV staan. Daar staan alleen de geaggregeerde bedragen in, maar enkele raadsleden hebben gevraagd om de opbouw en samenstelling van de diverse posten. Bijvoorbeeld: Onderbouwing bezoekersaantallen. Opbouw stichtingskosten. Uitsplitsing opbrengsten. Uitsplitsing kosten. In de bijlage hebben we voor u een uitsplitsing gemaakt van kosten en opbrengsten.
13
Bijlagen 1. Bij vraag D.7 Investeringsbegroting voor de verschillende opties Investeringsbegroting voor de verschillende opties
I.
Omschrijving
Investeringsbegroting
Omschrijving
"muurtje" Optie 1
"muurtje"
Optie21 Optie
Optie32 Optie
Optie43 Optie
Optie 4
1. Sloopwerkzaamheden incl asbest 75.000 1. Sloopwerkzaamheden incl asbest
75.000 500.000
500.000 600.000
600.000 700.000
700.000 700.000
700.000
2. Bouwkundige werkzaamheden1.448.785 2. Bouwkundige werkzaamheden
1.448.785 2.323.785
2.323.785 2.323.785
2.323.785 4.642.445
4.642.445 4.642.445
4.642.445
150.000
150.000 150.000
150.000 150.000
150.000 150.000
150.000
3. Werktuigbouwkundige voorzieningen 3. Werktuigbouwkundige voorzieningen 863.436
buitenwand topsupport buitenwand topsupport
863.436 863.436
863.436 863.436
863.436 1.233.242
1.233.242 1.233.242
1.233.242
4. Waterzuivering4. Waterzuivering
613.825
613.825 613.825
613.825 613.825
613.825 776.640
776.640 776.640
776.640
5. Elektrotechnische voorzieningen431.757 5. Elektrotechnische voorzieningen
431.757 431.757
431.757 431.757
431.757 421.547
421.547 421.547
421.547
6. Vaste inrichting6. Vaste inrichting
383.371
383.371 383.371
383.371 383.371
383.371 788.392
788.392 788.392
788.392
0
150.0000
150.000 150.000
150.000 426.288
426.288 426.288
426.288
750.000
750.000 750.000
750.000 750.000
750.000 750.000
750.000
7. Terrein
7. Terrein
8. geen spraypark8. geen spraypark
-300.000
9. beweegbare 9. beweegbare bodem springbad bodem springbad Totaal bouwkosten Totaal bouwkosten
-300.000
3.816.174
3.816.174 6.166.174
6.166.174 6.266.174
6.266.174 9.888.554
9.888.554 9.588.554
9.588.554
76.323
76.323 123.323
123.323 125.323
125.323 197.771
197.771 191.771
191.771
Directiekosten 14% Directiekosten 14%
534.264
534.264 863.264
863.264 877.264
877.264 1.384.398
1.384.398 1.342.398
1.342.398
Onvoorzien 10% Onvoorzien 10%
381.617
381.617 616.617
616.617 626.617
626.617 988.855
988.855 958.855
958.855
Loontijdens en prijsstijgingen 2% Loon en prijsstijgingen bouw 2% tijdens bouw 76.323
76.323 123.323
123.323 125.323
125.323 197.771
197.771 191.771
191.771
Startkosten/communicatie Startkosten/communicatie
100.000
100.000 100.000
100.000 100.000
100.000 100.000
100.000 100.000
100.000
Totaal overige kosten Totaal overige kosten
1.168.529
1.168.529 1.826.529
1.826.529 1.854.529
1.854.529 2.868.795
2.868.795 2.784.795
2.784.795
Totale Totale kosten excl. BTWkosten excl. BTW
4.984.703
4.984.703 7.992.703
7.992.703 8.120.703
8.120.703 12.757.349
12.757.349 12.373.349
12.373.349
Nuts & leges 2% Nuts & leges 2%
Investeringen Buitenbad Investeringen Buitenbad Investeringen PvdH Investeringen PvdH Totaal
Totaal
690.595
-690.595
1.715.366
1.715.366 1.715.366
1.715.366 1.715.366
1.715.366 1.715.366
1.715.366
10.398.664
10.398.664 9.836.069
9.836.069 14.472.715
14.472.715 14.088.715
14.088.715
14
--
--
-
II.
Kapitaallasten
Kapitaallasten
Optie 1
kapitaallasten (annuitair/rente 3,75%)
440.086
Kapitaallasten buitenbad 2019 Totaal
445.759
665.946
Optie 4 641.146
561.222
561.222
561.222
561.222
1.077.610
1.006.980
1.227.168
1.202.367
Exploitatie
Begroting 2014
ten Personeel
Optie 3
76.302
Kapitaallasten PvdH 2019
III.
Optie 2
Optie 0 2019 Realisatie Begroting 20142014 Afwijking Realisatie 20142014 Afwijking 2014 in stand houden
Optie 0 2019 Optie 1 in stand houden
Optie Optie21
Optie Optie32
Optie Optie43
Optie 4
Kosten Personeel 2.939.000
3.053.376 2.939.000
-114.376 3.053.376
3.053.376 -114.376
3.053.376 1.829.360
1.701.915 1.829.360
2.024.419 1.701.915
2.024.419 2.024.419
brengsten Personeel Opbrengsten Personeel -184.000
-203.884 -184.000
19.884 -203.884
-203.884 19.884
-203.884 -88.129
-83.235 -88.129
-113.129 -83.235
-113.129 -113.129
-113.129
1.911.290
2.024.419
aal Personeel
Totaal Personeel 2.755.000
2.849.492 2.755.000
-94.492 2.849.492
2.849.492 -94.492
2.849.492 1.741.231
1.618.680 1.741.231
1.911.290 1.618.680
1.911.290 1.911.290
ten Gebouw
Kosten Gebouw 2.989.000
2.763.921 2.989.000
225.079 2.763.921
2.486.816 225.079
2.486.816 1.728.678
1.624.028 1.728.678
1.935.489 1.624.028
1.910.688 1.935.489
brengsten Gebouw
Opbrengsten Gebouw -141.000
-187.036 -141.000
46.036 -187.036
-187.036 46.036
-187.036 -111.002
-104.090 -111.002
-131.090 -104.090
-131.090 -131.090
-131.090
aal Gebouw
Totaal Gebouw2.848.000
2.576.885 2.848.000
271.115 2.576.885
2.299.780 271.115
2.299.780 1.617.676
1.519.938 1.617.676
1.804.400 1.519.938
1.779.599 1.804.400
1.779.599
0
0
ten Energie
Kosten Energie1.678.000
2.415.462 1.678.000
-737.462 2.415.462
2.415.462 -737.462
2.415.462 0
00
00
00
0
brengsten Energie
Opbrengsten Energie -854.000
-1.627.510 -854.000
773.510 -1.627.510
-1.627.510 773.510
-1.627.510 0
00
00
00
0
aal Energie
Totaal Energie 824.000
787.952 824.000
36.048 787.952
787.952 36.048
787.952 560.012
545.012 560.012
572.512 545.012
572.512 572.512
572.512
ten Overige exploitatieKosten Overige exploitatie 468.000 brengsten Overige exploitatie Opbrengsten Overige exploitatie -10.000
380.934 468.000
87.066 380.934
380.934 87.066
380.934 224.515
200.549 224.515
213.822 200.549
213.822 213.822
0
-10.000 0
0 0
00
00
00
0
aal Overige exploitatie Totaal Overige exploitatie 458.000
380.934 458.000
77.066 380.934
380.934 77.066
380.934 224.515
200.549 224.515
213.822 200.549
213.822 213.822
213.822
6.595.263 6.885.000
289.737 6.595.263
6.318.158 289.737
6.318.158 4.143.435
3.884.179 4.143.435
4.502.024 3.884.179
4.477.223 4.502.024
4.477.223
0
0
aal
Totaal
6.885.000
-10.000 0
-10.000
0
brengsten
Opbrengsten
0
Opbrengst Sportgebruik Opbrengst Sportgebruik -3.281.645 -4.434.000 -4.434.000
-1.152.355 -3.281.645
-3.281.645 -1.152.355
-3.281.645 -1.558.591
-1.491.091 -1.558.591
-1.934.714 -1.491.091
-1.889.354 -1.934.714
0
1.910.688
0
213.822
0
0
-1.889.354
Onderwijs
Onderwijs-33.000
-16.628 -33.000
-16.372 -16.628
-16.628 -16.372
-16.628 -16.628
-16.628 -16.628
-16.628 -16.628
-16.628 -16.628
-16.628
Recreatie
Recreatie -3.466.000
-2.229.170 -3.466.000
-1.236.830 -2.229.170
-2.229.170 -1.236.830
-2.229.170 -517.531
-450.031 -517.531
-893.654 -450.031
-848.294 -893.654
-848.294
Zwem- en bewegingsonderwijs Zwem- -346.000 en bewegingsonderwijs -446.015 -346.000
100.015 -446.015
-446.015 100.015
-446.015 -434.600
-434.600 -434.600
-434.600 -434.600
-434.600 -434.600
-434.600
832 -589.832
-589.832 832
-589.832 -589.832
-589.832 -589.832
-589.832 -589.832
-589.832 -589.832
-589.832
Verenigingen
Verenigingen -589.000 -589.832 -589.000 Opbrengst overige goederen Opbrengst overige 0 goederen 0 0
0
00
-17.485 -232.515
-232.515 -17.485
-232.515 -50.000
-45.000 -50.000
-70.000 -45.000
-70.000 -70.000
-70.000
Totale opbrengsten -4.684.000
-3.514.160 -4.684.000 -1.169.840 -3.514.160
-3.514.160 -1.169.840
-3.514.160 -1.608.591
-1.536.091 -1.608.591
-2.004.714 -1.536.091
-1.959.354 -2.004.714
-1.959.354
TOTAAL / SALDO -2.201.000
-3.081.103 -2.201.000
-2.803.998 880.103
-2.803.998 -2.534.844
-2.348.088 -2.534.844
-2.497.310 -2.348.088
-2.517.869 -2.497.310
-2.517.869
Overige Opbrengsten
ale opbrengsten
TAAL / SALDO
Overige-250.000 Opbrengsten
-232.515 -250.000
0
880.103 -3.081.103
0
0
0 rbelasting Genneperparken Doorbelasting Genneperparken 617.527
617.527 617.527
rbelasting beleidsafdeling Doorbelasting en concernbeleidsafdeling en concern 195.198 195.198 195.198
TAAL / SALDO
TOTAAL / SALDO -3.013.725
recties
Correcties
-3.893.828 -3.013.725
617.527 0
400.000 425.000
425.500 400.000
425.500 425.500
0
425.500
195.198 0
195.1980
195.198 117.642
109.035 117.642
195.198 109.035
195.198 195.198
195.198
-3.489.343 880.103
-3.489.343 -3.077.486
-2.857.123 -3.077.486
-3.118.008 -2.857.123
-3.138.567 -3.118.008
-3.138.567
-3.489.343 -3.077.486
-2.857.123 -3.077.486
-3.118.008 -2.857.123
-3.138.567 -3.118.008
-3.138.567
120.000
120.000
85.000
85.000
85.000
IV.
490.147 425.000
880.103 -3.893.828
120.000
nsluiting met CognosAansluiting-2.808.725 met Cognos
490.1470
0
-3.893.828 -2.808.725 1.085.103 -3.893.828
120.000 85.000 -3.489.343 1.085.103
Aanvullende exploitatiebijdrage en reductie ‘exploitatietekort’
Verschil resultaat met rekeninggat2014 rschil resultaat met rekening 2014 (vermindering naar(vermindering begroting) gat naar begroting)404.486
404.486 816.342
816.342 1.036.705
1.036.705 775.821
775.821 755.262
755.262
Verschil resultaat met begroting 2014 (realisatie taakstelling) rschil resultaat met begroting 2014 (realisatie taakstelling)
-680.617 -268.761
-268.761 -48.398
-48.398 -309.282
-309.282 -329.841
-329.841
-680.617
15