Culturele omvorming: De Netwerkorganisatie ----------------------------------------------------------Kenmerk
Aan de gemeenteraad.
Inleiding Al geruime tijd is in het politieke bestuur van Leeuwarden de gedachtevorming aan de gang over het gewenste model waarin de kunst- en cultuureducatie in de toekomst (na beëindiging van de huidige subsidiëring van Parnas) vorm moet krijgen. Eind november hebben wij u een rapportage toegezonden -naar aanleiding van een motie die pleitte voor het behoud van een centrale locatie voor cultuureducatie- waarin een aantal denkbare modellen werd gepresenteerd. Bij elk van deze modellen is toen een doorrekening van kosten gepresenteerd, uitgaande van de beschikbare ruimte op de gemeentebegroting nadat de culturele omvorming in 2013 zijn beslag heeft gekregen. Van de vier beschreven opties trokken twee de meeste aandacht. Deze werden achtereenvolgens aangeduid met ‘KIK Solo’ (model 2) en ‘Klein Kunstplein” (model 3). KIK Solo: een kleine slanke centrale uitvoeringsorganisatie met zeer beperkte apparaatskosten, verantwoordelijk voor wijksgewijze uitvoering van cultuureducatie met behulp van cultuurcoaches, en die bedrijfsruimte biedt aan culturele zzp’ers om een zelfstandig aanbod vanuit een centraal gebouw te verzorgen; Klein Kunstplein: grotere serviceorganisatie voor een decentraal én centraal aanbod aan kinderen en volwassenen, verzorgd door personeel in dienst van de instelling en door netwerkdocenten, die in en vanuit deze organisatie en daardoor ondersteund, activiteiten aan deelnemers aanbieden. Modellen Eind december lieten de coalitiepartijen de gemeenteraad weten er voor te opteren aan de culturele instellingen en culturele ondernemingen in Leeuwarden de vraag voor te leggen of zij het mogelijk achten om kenmerken van beide onderzochte modellen veel verder samen te voegen tot één nieuw hybride model. Daarbij lag bovendien de vraag voor aan de culturele organisaties of zij in het nieuwe uitvoeringsmodel voor zichzelf een partnerrol (en zo ja, welke) zien weggelegd in het voorzien in een educatief aanbod aan de inwoners van Leeuwarden.
Blad 2
In een zeer kort tijdsbestek is intensief overleg gevoerd vanuit het bestuur en de ambtelijke organisatie met het culturele veld over de wens van de betrokken politieke partijen in de gemeenteraad. Wij zijn de besturen en directies van de betrokken organisaties zeer erkentelijk voor de getoonde bereidheid om in een krap tijdsbestek de bedoelde opdracht te aanvaarden en tot uitvoering te brengen. Bijgevoegd is het resultaat, de notitie ‘De Nieuwe Cultuurconnectie’. De instellingen die betrokken zijn geweest bij de tot stand koming van deze notitie zijn: Dansschool Saco Velt, Fries Museum, Keramiekmuseum het Princessehof, HCL, Bibliotheek, Keunstwurk, Frieslandcollege D’Drive, Academie voor Popcultuur, Parnas, Tryater, Jeugdtheaterschool ’n Meeuw, Grafisch Atelier Friesland, de Harmonie, Centrum voor Film in Fryslân, Fries Filmarchief, Pasveerkorpsen. Het maken van de notitie met de organisaties werd afgesloten met een bijeenkomst op 12 januari 2012. Tijdens dat overleg is duidelijk geworden dat alle aanwezige instellingen1 zich kunnen vinden in de intenties en uitgangspunten, zoals verwoord in paragraaf 1 van de notitie ‘De Nieuwe Cultuurconnectie’. De overgrote meerderheid van de aanwezige instellingen ziet het organisatiemodel “de Netwerkorganisatie” als beste basis voor de samenwerking. Een minderheidsstandpunt is ingenomen door één organisatie, Parnas, die voorstander is van het model “de Kunstcoöperatie”. En 1 instelling heeft zich onthouden van stemming, maar zich feitelijk wel uitgesproken voor het organisatiemodel “de Netwerkorganisatie” als beste basis voor samenwerking in de cultuureducatie.
De Nieuwe Cultuurconnectie Met het voorstel “De Nieuwe Cultuurconnectie” committeren de culturele organisaties, met uitzondering van Parnas, zich aan het doel om gezamenlijk verantwoordelijkheid te dragen voor de organisatie en uitvoering van de cultuureducatie in Leeuwarden volgens het organisatiemodel, de “Netwerkorganisatie”. Dit voorstel hebben wij voor u bijgevoegd. Parnas heeft een alternatief plan geproduceerd dat hieraan als bijlage is toegevoegd. Uit het plan ‘De Nieuwe Cultuurconnectie’ komt een consistent en eenduidig beeld naar voren als weerslag van de gedachtenvorming in het betrokken culturele veld in Leeuwarden. De overgrote meerderheid van de betrokken culturele organisaties onderschrijft de navolgende uitgangs- en standpunten : • het leggen van prioriteit in het toekomstige model van cultuureducatie bij uitvoering op decentraal niveau gericht op alle basisschoolleerlingen (programma Kunst voor ieder Kind met behulp van cultuurcoaches op scholen, in de buitenschoolse opvang en in buurtvoorzieningen) wordt breed onderschreven; 1
Aanwezig waren: Historisch Centrum Leeuwarden, Fries Museum, Keramiekmuseum Princessehof, Centrum voor Film in Friesland, Keunstwurk, Parnas, D’Drive, Jeugdtheaterschool, Harmonie, Tryater, Bibliotheek. De Academie voor Popcultuur heeft zich per mail uitgesproken.
Blad 3
• er is een grote bereidwilligheid onder de culturele instellingen en – ondernemingen om daadwerkelijk positie in te nemen in de uitvoering van een samenhangend aanbod aan cultuureducatieve activiteiten om zodoende een doorgaande leerlijn te realiseren en deze te garanderen; • er liggen duidelijke aanzetten voor het te leveren programma-aanbod van elk van de culturele organisaties; om versnippering te voorkomen zullen deze programmaonderdelen worden uitgewerkt tot een compleet programma voor cultuurparticipatie dat goed aansluit bij de vraag; • de culturele organisaties zijn bereid hun partnerschap in de uitvoering van de cultuureducatie in een samenwerkingsovereenkomst vast te leggen en wensen daaraan structureel uitvoering te geven in de vorm van een netwerkorganisatie; • de netwerkorganisatie voor uitvoering van de cultuureducatie is formatief beperkt van omvang (slank) en gericht op afstemming tussen vraag en aanbod van de cultuureducatie programma’s, is informatiepunt voor cultuurparticipatie, signaleert hiaten in het aanbod en initieert dat deze worden gevuld (ontwikkelfunctie); • de netwerkorganisatie functioneert als een zelfstandige, onafhankelijke organisatie en voert zelf geen vormen van cultuureducatie uit.
De Netwerkorganisatie Het model van de Netwerkorganisatie bestaat uit twee bestanddelen die tot een geheel zijn gesmeed (zie figuur op blz. 4 in de notitie ”De Nieuwe Cultuurconnectie”: • het hart van het model bestaat uit een kleine, onafhankelijke en flexibele centrale organisatie, die stimuleert en regisseert om een compleet aanbod van cultuureducatie door verschillende aanbieders te realiseren. De ondersteunende taken die de netwerkorganisatie levert zijn organisatorisch en facilitair van aard (website onderhouden, aansturen cultuurcoaches, vraag en aanbod bijeen brengen, nieuw aanbod creëren, locaties regelen etc). Zij werkt vraaggestuurd, bewaakt de kwaliteit, heeft een ontwikkelfunctie en is zelf geen uitvoerder van cultuureducatie. Deze centrale organisatie opereert als een zelfstandige rechtspersoon en verzorgt het werkgeverschap van de cultuurcoaches; • de uitvoering van het complete aanbod wordt gedaan door een netwerk van organisaties, vooralsnog bestaande uit de genoemde culturele organisaties. Deze nemen gezamenlijk verantwoordelijkheid voor een kwalitatief hoogwaardige uitvoering en dragen bij aan het cultuureducatieve aanbod in de gemeente Leeuwarden. De centrale organisatie inventariseert de vraag bij partijen als het onderwijs, de kinderopvang, de organisaties van amateurkunst en culturele ondernemers. Deze vraag legt zij vervolgens neer bij alle culturele aanbieders, gesubsidieerd én ongesubsidieerd, gemeentelijk en provinciaal. Ook (particuliere) organisaties die tot op heden nog niet betrokken zijn geweest bij dit proces, zijn welkom om aan te haken bij de verdere toekomstige ontwikkelingen.
Blad 4
Het aanbod • Het cultuuraanbod in fase 1 (kennismaking) wordt nu al volledig verzorgd door het culturele veld in de vorm van Kunstmenu. Dit blijft ongewijzigd en wordt zelfs versterkt doordat de cultuurcoaches intensief zullen inspelen op het aanbod Kunstmenu. • Fase 2 (oriëntatie) wordt in de nieuwe situatie volledig dekkend op alle scholen aangeboden. De cultuurcoaches en de nog op te richten netwerkorganisatie zijn hierbij de dragende factoren die ervoor zorgen dat alle kinderen op de basisscholen worden bereikt en dat er geen hiaten optreden in het aanbod. De cultuurcoaches zijn verbonden aan gespecialiseerde cultuuraanbieders; zo zal bijvoorbeeld de cultuurcoach Theater nauw samenwerken met de aanbieders op drama-gebied. De uitvoering van de fases 1 en 2 wordt voor 100% gegarandeerd door de culturele organisaties. • Fase 3 (verdieping) wordt in de nieuwe situatie door de diverse gesubsidieerde en ongesubsidieerde culturele organisaties aangeboden. Deze fase is vraaggericht georganiseerd en de organisatie daarvan komt in handen van de centrale organisatie; het overgrote deel zal doorgezet kunnen worden. Duidelijk is wel dat door de bezuiniging niet meer alles aangeboden kan worden, tevens is nu al helder dat door de intensievere samenwerking tussen culturele organisaties en de actieve bemiddeling tussen vraag en aanbod door de centrale organisatie, ook nieuw aanbod zal ontstaan. • Fase 4 (talentontwikkeling). Alle kinderen hebben talenten, die in alle fases gevoed zullen worden. Waar het de doorlopende leerlijn tot aan de MBOen HBO-kunstopleidingen betreft zijn de MBO-kunstopleidingen van het Friesland College (D’Drive) en de HBO-opleiding Academie voor Popcultuur betrokken geweest bij de tot stand koming van het bedrijfsmodel de Netwerkorganisatie. Daarnaast hebben ook alle andere relevante noordelijke HBO-kunstopleidingen aangegeven te willen participeren in het nieuwe netwerkmodel en zo de HBO-borging van de doorlopende leerlijn te willen verzorgen. Ook willen zij hun kennis en expertise inzetten binnen de fases 1 tot en met 3.2 Huisvesting De huisvesting is, conform het verzoek van de gemeenteraad, nu niet direct meegenomen in het maken van de plannen. Direct na de besluitvorming op 30 januari zal de verdere uitwerking van het huisvestingsvraagstuk worden opgepakt. De zelfstandige centrale organisatie zal op een zichtbaar en herkenbaar punt in het centrum van Leeuwarden gevestigd zijn. De culturele organisaties zullen daarom voor 1 maart a.s. inzicht geven in hun huisvestingsbehoefte of -overschot om de uitvoering van het cultuureducatieve 2
Bedoeld worden: het Prins Claus Conservatorium (HBO-opleiding voor zang en dans), Academie Minerva (HBO Beeldende Kunst en Vormgeving), Academie voor Popcultuur, het Noord-Nederlands Orkest, de NHL (HBO docentopleidingen Theater en Beeldende Kunst en de opleiding CMD).
Blad 5
aanbod op een kwalitatieve manier te borgen. Dit resulteert in een meer concrete huisvestingsvraag inclusief de benodigde financiering. Afhankelijk van deze inventarisatie zal een definitieve vestigingsplaats voor de centrale organisatie van de Netwerkorganisatie worden aangewezen. In dit fysieke aanspreekpunt worden vraag en aanbod bij elkaar gebracht en krijgen de ontwikkel- en ontmoetingsfunctie inhoud. Dat wil echter niet zeggen dat het aanbod ook op die plek wordt verzorgd. Waar er synergie qua faciliteiten mogelijk is, zal deze worden gezocht. Bijvoorbeeld door multifunctioneel gebruik van nieuw te bouwen of bestaande geschikte (school)lokalen of ander maatschappelijk vastgoed. Indien tijdens of als gevolg van de omvorming cultuureducatie een tijdelijke overbruggingslocatie nodig is en hiervoor extra financiering nodig is, zult u hiervoor een afzonderlijk voorstel ontvangen. Eerder uitgebreid onderzoek naar de structurele huisvestingsmogelijkheden maakt dat we tot de inschatting komen dat € 44.000,-- voldoende is voor de huisvestingskosten van de centrale organisatie.
Verschil met het model van Parnas, ‘De Kunstcoöperatie’ De Netwerkorganisatie, zoals gedragen door de culturele organisaties, organiseert en faciliteert cultuureducatie, maar verzorgt zelf geen uitvoerende taken. Hiermee waarborgt zij onafhankelijkheid ten opzichte van alle aangesloten (uitvoerende) partners. In het model van Parnas, ‘De Kunstcoöperatie’, is het Centrum voor de Kunsten zowel degene die de cultuureducatie organiseert en faciliteert én zelf ook uitvoerder is. Parnas stelt dat deze wijze van werken wel degelijk op een onafhankelijke wijze gestalte kan krijgen. Samenwerking is in beide modellen een essentiële factor. Een onafhankelijke, zelfstandige, slanke, centrale organisatie kan rekenen op brede steun bij het overgrote deel van de culturele organisaties. Juist de scheiding tussen regie en uitvoering waarborgt de onafhankelijkheid van deze centrale organisatie. Daarbij heeft dezelfde meerderheid van organisaties aangegeven zich niet te herkennen in een toekomstige onafhankelijke rol van het huidige Centrum voor de Kunsten. Een tweede verschil met de Netwerkorganisatie is dat in het plan van Parnas reeds eerder door de gemeenteraad vastgestelde onderdelen als ‘een Modern Uitburo’ en het ‘Loket voor de Amateurkunst’ ontbreken. De eerste werkt als nieuw ondersteuningsbureau voor alle culturele instellingen en organisaties, professioneel en amateur. Daarnaast wordt de meerwaarde van een dergelijk bureau in de lokale en regionale samenwerking aangaande festivals, evenementen en brede citymarketing in het culturele veld, gemeentelijk en provinciaal breed gesteund. Nu niet tot een dergelijk bureau komen, zou de ontwikkeling van voornoemde activiteiten vertragen of zelfs belemmeren.
Blad 6
Een derde verschil is een veel lagere bijdrage aan het nieuw op te richten Leeuwarder Jeugdcultuurfonds. Hierdoor komt de breed gedeelde opgave om kunst- en cultuureducatie juist ook aan kinderen uit financieel zwakkere groepen aan te bieden in het gedrang. Financiën Naast de middelen die al in de gemeentebegroting zijn uitgetrokken voor een nieuwe vorm van cultuureducatie worden de extra kosten voor dit bedrijfsmodel geraamd op een bedrag van € 250.000,-- per jaar. Deze 250.000,-- is opgebouwd uit de meerkosten voor de Netwerkorganisatie plus een inschatting van de huisvestingskosten. Naast de reeds door gemeente en rijk beschikbaar gestelde middelen zal met ingang van 2013 een nieuwe rijksregeling, ‘Cultuureducatie met Kwaliteit’ in werking treden. Deze subsidieregeling is erop gericht om door middel van matching en het belonen van ambitie een gewenste ontwikkeling te stimuleren. De aanvraag wordt, op voordracht van de gemeente, gedaan door een culturele instelling, gematcht door de gemeente en heeft betrekking op cultuureducatie in het primair onderwijs. Een aanvraag vanuit een culturele instelling in de gemeente Leeuwarden moet ten minste uit een bedrag van 250.000,-- bestaan. Gemeentelijke matching met eenzelfde bedrag is, gezien de beschikbare financiering cultuureducatie, geen probleem. Juridische aspecten Er wordt een volledig nieuwe organisatie opgezet. Wij schatten in dat daarmee het risico dat de nieuwe uitvoeringsorganisatie wordt gezien als een 'Overgang van Onderneming' , beperkt is. Over deze aspecten bent u in voorgaande documenten reeds uitvoerig geïnformeerd. Risico’s Een cruciale voorwaarde voor het welslagen van dit plan vormt de nauwe samenwerking tussen de culturele organisaties onderling. Daarom is een sterke onafhankelijke centrale netwerkorganisatie van essentieel belang. Deze centrale organisatie dient een sterke doorzettingsmacht te hebben richting het netwerk van culturele aanbieders en afnemers. Deze doorzettingsmacht kan gerealiseerd worden door de centrale organisatie de beschikbare financiën, onder gestelde voorwaarden, in handen te geven. Als één van de aangesloten culturele organisaties niet voldoet aan de vooraf overeengekomen eisen, dan kan de centrale netwerkorganisatie ingrijpen en in het uiterste geval een financiële sanctie toepassen. De gemeente Leeuwarden bepaalt aan welke eisen het cultuureducatieve aanbod moet voldoen om voor subsidiëring vanuit het gemeentelijke budget of landelijke fondsen, welke via de gemeente lopen, in aanmerking te komen. De centrale netwerkorganisatie zorgt er voor dat aangesloten culturele organisaties, gesubsidieerd en ongesubsidieerd, tegen een marktconform tarief kwalitatief hoogwaardige cultuureducatieve lessen, cursussen en kortlopende
Blad 7
projecten organiseren. Om de ontwikkelfunctie van de centrale organisatie te versterken kan deze met de beschikbare financiering een buffer opbouwen waarmee desgewenst zaken op ad hoc basis kunnen worden georganiseerd of nieuw aanbod versneld kan worden aangejaagd. Uitvoering/planning Na besluitvorming door de gemeenteraad op 30 januari 2012 wordt de bijdrage van alle verbonden organisaties, de inhoudelijke lijn en de precieze invulling van de Netwerkorganisatie, uitgewerkt. Voor 1 maart wordt een meer concrete huisvestingsvraag geformuleerd. Gedurende de uitwerking van de Netwerkorganisatie zal uw Raad schriftelijk worden geïnformeerd en medio voorjaar voor een up date bijeenkomst worden uitgenodigd. Bij de presentatie van de cultuureducatieve programma’s voor het nieuwe seizoen zal voor de zomer de met de culturele organisaties en aanbieders nader uitgewerkte Netwerkorganisatie formeel worden vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst, waarin de rechten en plichten van de nieuwe Netwerkorganisatie zijn beschreven. Hiermee kan deze met ingang van het nieuwe schooljaar operationeel zijn.
Besluit Nu de gemeenteraad in lijn met het Collegeprogramma in het afgelopen jaar ten principale besloten heeft tot het beëindigen van de huidige vorm van kunsten cultuureducatie in Leeuwarden door het stopzetten van het subsidie aan Parnas per 1 januari 2013 (besluit dd. 27 juni 2011) moet bepaald worden aan de hand van welk model de nieuwe structuur van cultuureducatie tot uitvoer zal worden gebracht. Om dit nieuwe model voor te bereiden, hebben wij met de gemeenteraad en de culturele instellingen discussies gevoerd die er toe hebben bijgedragen de denkbare invalshoeken te verkennen en de veelheid aan opties te verdichten tot datgene waarover de groots mogelijke consensus bestaat. Dat schept vertrouwen voor een werkbare en breed gedragen uitvoeringspraktijk. Wij stellen u daarom voor, in overeenstemming met het advies van de culturele organisaties, te kiezen voor De Netwerkorganisatie als werkmodel voor een programma-aanbod van cultuureducatie en cultuurparticipatie in Leeuwarden. Bovendien stellen wij u voor de structurele meerkosten voor uitvoering van de cultuureducatie overeenkomstig dit werkmodel, geraamd op € 250.000,-- per jaar, te dekken middels een verlaging op de taakstelling Culturele omvorming van € 250.000,--.
Leeuwarden, 17 januari 2012
Blad 8
Burgemeester en wethouders van Leeuwarden,
drs. Ferd. J.M. Crone, burgemeester,
drs. ing. H.de Haas, loco-gemeentesecretaris.
DE RAAD VAN DE GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en wethouders van Leeuwarden 17 januari 2012, gelet op het raadsbesluit dd. 27 juni 2011 inzake culturele omvorming,
BESLUIT:
I. De uitvoering van de kunst –en cultuureducatie in Leeuwarden te doen plaatsvinden op basis van het model De Netwerkorganisatie, zoals beschreven in het voorstel De Nieuwe Cultuurconnectie; II. De structurele meerkosten voor het uitvoeren van cultuureducatie overeenkomstig het onder 1 genoemde werkmodel, te ramen op € 250.000; III. De meerkosten te dekken door een verlaging van € 250.000,-- van de taakstelling op de Culturele omvorming.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van ...
Voorzitter. Griffier.