Technisch Programma van Eisen – Bestaande bouw Algemeen deel
datum: naam: bedrijfsonderdeel: versie:
2012 J. Rietkerk, N. van Hulst, N.Schellius Royal Haskoning, COA afd. VAO Vastgesteld
AFKORTINGEN AA ac amv AU azc bo CAI COA col DT&V EU fte GCA GGD Glo IBIS ibo ICT IND IOM kwe kwg kso NEN OLc pol PvE Rvt SC&F tbc VAO vbl vp VWN
Algemene Asielprocedure Aanmeldcentrum Alleenstaande minderjarige vreemdeling Aanmeld Unit Asielzoekerscentrum Beschermde opvang Centrale Antenne Inrichting Centraal Orgaan opvang asielzoekers Centrale ontvangstlocatie Dienst Terugkeer en Vertrek Europese Unie Fulltime-equivalent Gezondheidscentrum Asielzoekers Gemeentelijke Gezondheidsdienst Gezinslocaties Integraal Bewoners Informatie Systeem Intensief begeleidende opvang Informatie en Communicatie Techniek Immigratie- en Naturalisatiedienst International Organization for Migration Kleinschalige wooneenheid Kleinschalige woongroep Kleinschalige alleenstaande minderjarige opvang Nederlandse Norm Openleercentrum Proces opvanglocaties Programma van Eisen Rust- en voorbereidingstijd Sturing, Control & Finance Tuberculose Vastgoed Advies en Ontwikkeling Vrijheidsbeperkende locatie Vreemdelingen politie VluchtelingenWerk Nederland
vluchtelingen
1 van 37
Inhoudsopgave 1.
Inleiding ............................................................................................................. 3
1.1 1.2 1.3 1.4
Aanleiding .......................................................................................................... 3 Doelstelling Technisch Programma van Eisen ................................................... 3 Leeswijzer Technisch Programma van Eisen ..................................................... 3 Demarcatielijst .................................................................................................... 4
2.
Missie en ambities ............................................................................................. 5
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
Missie ................................................................................................................. 5 Ambitie ............................................................................................................... 5 Kwaliteit ............................................................................................................. 5 Duurzaamheid..................................................................................................... 6 Flexibiliteit ......................................................................................................... 6 Betaalbaarheid .................................................................................................... 6
3.
Algemene technische uitgangspunten ............................................................. 7
3.1 3.2 3.3 3.4
Locatie ................................................................................................................ 7 Normen en regelgeving ...................................................................................... 8 Prestatie-eisen ..................................................................................................... 8 Aanvullende technische eisen ........................................................................... 11
Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3
: Demarcatielijst : PvE pantry‟s, COA : PvE keuken
2 van 37
1.
Inleiding
1.1
Aanleiding Op 1 juli 2010 is de nieuwe asielprocedure in werking getreden, waarvoor het ministerie van Justitie aan het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) opdracht heeft gegeven alle opvang tijdens deze nieuwe procedure uit te voeren. Dit nieuwe beleid heeft voor het COA veranderingen meegebracht ten aanzien van de huisvesting van asielzoekers. In het nieuwe beleid is de functie van diverse opvanglocaties gewijzigd en zijn nieuwe typen opvanglocaties geïntroduceerd. Voor ieder van de typen opvanglocaties die het COA nodig heeft om opvang te kunnen bieden aan asielzoekers zijn in 2010 nieuwe Ruimtelijke Programma‟s van Eisen (RPvE‟s) opgesteld. Het huidige Technische Programma van Eisen dateert echter uit 2005 en sluit niet aan bij de huidige RPvE‟s. Met het opstellen van een nieuw Technisch Programma van Eisen (TPvE) kunnen de huidige kernwaarden van het COA, gecombineerd met de huidige stand der techniek, worden vastgelegd in technische eisen die aansluiten bij de RPvE‟s.
1.2
Doelstelling Technisch Programma van Eisen Het voorliggende algemeen deel van het TPvE beschrijft de algemene prestatie-eisen waaraan het ontwerp van de bestaande van een asielzoekerscentrum dient te voldoen. Deze eisen zijn een vertaling van de wensen en eisen die passen bij de missie en visie van het COA m.b.t. de opvang van asielzoekers. Dit TPvE is een inspiratiebron voor ontwerpers om te komen tot creatieve oplossingen die passen in dit kader. Daarnaast is het een sturings- en toetsingsmiddel voor het beoordelen van een bestaande locatie en daarmee bestemd voor zowel de opdrachtgever (COA) als de adviseur(s). Naast dit algemene deel is er een specifiek deel waarin alle relevante eisen per ruimte zijn opgenomen; de ruimtekaarten. De ruimtekaarten zijn opgenomen in een Excelbestand. In het Excel model zijn alle overige eisen geformuleerd per type ruimte, aansluitend bij het RPvE. In het beginblad van het bestand kan een keus gemaakt worden in opvangvorm, nieuwbouw of bestaande bouw, functiegroep en ruimten.
1.3
Leeswijzer Technisch Programma van Eisen Hoofdstuk 2 beschrijft de missie en visie van het COA met de kernwaarden. In hoofdstuk 3 zijn de kernwaarden van het COA vertaald naar algemene technische uitgangspunten.
3 van 37
1.4
Demarcatielijst Buiten de scope van dit TPvE vallen de zaken die door COA geleverd worden, zoals onder andere wit- en bruingoed, meubilair, raambekleding, brandpreventie en blusmiddelen en terreininrichting. De demarcatie is weergegeven in bijlage 1 “Demarcatielijst”.
4 van 37
2.
Missie en ambities Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) is voor de Nederlandse samenleving de opvangorganisatie die zorgt voor probleemloze opvang van vreemdelingen. In opdracht van de minister voor Immigratie en Asiel biedt het COA mensen in een kwetsbare positie veilige huisvesting en ondersteunt hen in de voorbereiding op hun toekomst, in Nederland of elders. Het gaat vooral om asielzoekers en vluchtelingen, en om specifieke groepen zoals alleenstaande minderjarige vreemdelingen. Het COA is een maatschappelijk betrokken uitvoeringsorganisatie die zich, naast haar betrokkenheid bij de problematiek van haar doelgroep, inzet voor duurzame huisvesting.
2.1
Missie Het COA heeft als missie om ervoor te zorgen dat mensen in een kwetsbare positie in een veilige en leefbare omgeving professioneel worden gehuisvest en begeleid, zodat het opvangen van vreemdelingen voor politiek en samenleving beheersbaar blijft en kan worden verantwoord.
2.2
Ambitie Voor de bewerkstelliging van de hiervoor beschreven missie streeft het COA naar het ontwikkelen van een vastgoedvoorraad die probleemloze opvang van asielzoekers in een veilige en beheersbare omgeving mogelijk maakt voor nu én in de toekomst. Met deze ambitie wil het COA kunnen inspelen op de sterk fluctuerende vraag naar asielopvang en het wisselende aanbod van opvanglocaties Om deze ambitie te kunnen realiseren voert het COA haar huisvestingsbeleid uit vanuit de volgende kernwaarden: kwaliteit; duurzaamheid; flexibiliteit; betaalbaarheid. In de navolgende paragrafen zijn deze kernwaarden nader omschreven.
2.3
Kwaliteit Voor het COA wordt de kwaliteit bepaald door de veiligheid, leefbaarheid en beheersbaarheid die de locatie aan zowel de bewoners als werknemers biedt. Dit betekent dat de fysieke omgeving niet alleen fysieke veiligheid dient te bieden aan de daarin aanwezige bewoners en werknemers, maar ook dient bij te dragen aan het gevoel van sociale veiligheid. Daarnaast dient de fysieke omgeving privacy te kunnen 5 van 37
bieden aan de bewoners van de locatie, rekeninghoudend met de diversiteit van de bewoners in termen van sekse, leeftijd, religie en cultuur. 2.4
Duurzaamheid Het COA is een maatschappelijk betrokken organisatie waardoor duurzaamheid één van de kernwaarden van het huisvestingsbeleid betreft. Duurzaamheid beperkt zich wat betreft de omvang niet alleen tot de bouw van het asielzoekerscentrum, maar ook de inrichting, gebruik en exploitatie van de volledige locatie (vastgoed en terrein) dienen in het kader van duurzaamheid in ogenschouw te worden genomen. Duurzaamheid betekent in dit kader een locatie met een lange levensduur met relatief lage exploitatiekosten en weinig aanpassingen middels het stellen van scherpe, doch realiseerbare duurzaamheidseisen die passen binnen de (financiële) projectkaders. Het ambitieniveau voor duurzaamheid geldt als randvoorwaarde voor het ontwerp en betekent dat de gehele locatie, inclusief terrein, bebouwing en gebouwgebonden installaties, dient te voldoen aan de gestelde duurzaamheidseisen. Dit ambitieniveau dient tijdens het ontwerpproces continu te worden afgewogen met het financiële kader en functionaliteit van het project en deze afweging dient gedurende het gehele ontwerptraject bewaakt te worden.
2.5
Flexibiliteit De ruimtelijke indeling van de wooneenheden dient te worden afgestemd op de opbouw van de populatie, zodat sociale eenheden van verschillende omvang op een passende wijze kunnen worden opgevangen. Hiermee wordt privacy en leefkwaliteit van de bewoners vergroot en is tevens een hogere bezettingsgraad haalbaar.
2.6
Betaalbaarheid Betaalbaarheid houdt in dat structureel kan worden gefinancierd vanuit het kostprijsmodel. De investeringen in vastgoed worden beoordeeld op bedrijfseconomische doelmatigheid en doeltreffendheid op de lange termijn en gekeken wordt naar de integrale kosten over de totale gebruiksperiode. In dit kader wordt de investering in duurzaam vastgoed gezien als bedrijfseconomisch efficiënt en effectief.
6 van 37
3.
Algemene technische uitgangspunten Dit hoofdstuk beschrijft de algemene bouwkundige en installatietechnische eisen die worden gesteld aan de technische prestaties van de bestaande bouw van het asielzoekerscentrum die passen bij de ambities van het COA. Het ambitieniveau zoals beschreven in hoofdstuk 2 is leidend voor het ontwerp van het asielzoekerscentrum. De prestaties die van toepassing zijn voor de ruimten en de hierin op te nemen voorzieningen zijn, per functie, weergegeven in de bij dit TPvE behorende “Ruimtekaarten”. In paragraaf 3.3 zijn de kernwaarden vertaald in algemene prestatieeisen.
3.1
Locatie Bij het ontwerp van de locatie dient rekening te worden gehouden met de volgende uitgangspunten:
3.1.1
Werktijden Bij het ontwerp dient uitgegaan te worden van de volgende standaard werktijden: beveiligingspersoneel : 00.00 – 24.00 uur (7 dagen per week) personeel COA maandag t/m vrijdag : 08.00 – 22.00 uur zaterdag en zondag : 09.00 – 17.00 uur personeel ketenpartners : 08.00 – 17.00 uur (5 dagen per week)
3.1.2
Stramienmaat In dit TPvE zijn de benodigde voorzieningen voor kantoorfuncties, alsmede kantoorachtige ruimten als spreek- en vergaderruimten, uitgedrukt in aantallen per stramienmaat van 1.800 mm (langs de gevel).
3.1.3
Ruimtefuncties Overeenkomstig het Ruimtelijk Programma van Eisen kunnen op een asielzoekerscentrum verschillende functies worden onderscheiden, waaronder: wooneenheden; kantoren; bijeenkomst. In dit TPvE wordt iedere functie die niet behoort tot een wooneenheid aangeduid als een utiliteitsfunctie.
7 van 37
3.2
Normen en regelgeving Het ontwerp van de huisvesting dient te voldoen aan de laatste uitgave van alle geldende eisen en voorschriften van overheidsinstanties alsmede NEN-normen, zoals onder meer; Het Bouwbesluit en de daarin genoemde normen; Het Gebruiksbesluit en de daarin genoemde normen; Gemeentelijke Bouwverordening; Lokaal geldende voorwaarden betreffende het bestemmingsplan; Plaatselijke voorschriften van Bouw- en Woningtoezicht en van de brandweer; Milieu wet- en regelgeving; De Arbowet, het Arbobesluit, de Arboregeling, de Arbobeleidsregels en de ArboInformatiebladen; Eisen uit het Handboek voor Toegankelijkheid voor in de wooneenheid: B08 Voortbewegen B09 Keren B10 Stijgen en dalen B11 Staan, zitten en liggen B12 Bedienen C05 Toegang C06 Gang C07 Helling (toegang tot woning) D04 Kookplek A D05 Slaapruimte A D06 Toilet A + B D07 Badkamer A + B E05 Knoppen en Kranen A Daarnaast kunnen er voor een specifiek project aanvullende specifieke randvoorwaarden zijn, zoals bestemmingsplan en stedenbouwkundige randvoorwaarden, oriëntatie, ligging locatie, resultaten van uit te voeren bodem-, verkeer- en geluidsonderzoek, gemeentelijke verordeningen, etc. Van de ontwerpende partijen wordt verwacht dat zij de voor het ontwerp geldende weten regelgeving adequaat toepassen. Bij conflicten of tegenstrijdigheden dient de opdrachtgever tijdig te worden geïnformeerd.
3.3
Prestatie-eisen Deze paragraaf beschrijft de algemene prestatie-eisen voor de volgende thema‟s: veiligheid; kwaliteit; duurzaamheid; flexibiliteit.
8 van 37
Indien wordt afgeweken van de beschreven prestatie-eisen dient te worden aangetoond dat een wijziging van deze eisen geen negatieve consequenties heeft voor de prestaties van het ontwerp en de kosten. 3.3.1
Veiligheid Veiligheid is een belangrijk thema binnen het COA voor zowel de asielzoekers als voor de medewerkers. Ter verhoging van de veiligheid zijn er richtlijnen opgesteld die aangeven welke ruimtes voor wie toegankelijk zijn op welk moment. Er zijn drie niveaus van toegankelijkheid of openbaarheid voor asielzoekers. Openbare ruimten zijn gedeelten op een centrum waar iedereen, asielzoekers, COA-personeel en ketenpartners, vrij gebruik van kunnen maken. Half-openbare zijn gedeelten waar bepaalde groepen personen toegang tot hebben of personen alleen met toestemming mogen verblijven. De niet-openbare gebieden, zijn gebieden slechts toegankelijk voor specifieke groepen mensen: Geheel openbaar: De balie van de receptie (24 uur); OLC, activiteitenruimtes en recreatie- en lesruimtes (op aangegeven tijden); Buitenrecreatie; Wachtruimte en infobalie (op aangegeven tijden); Was en droogunits; Eetzaal en catering (indien aanwezig en op aangegeven tijden); Fietsenwerkplaats (indien aanwezig en op aangegeven tijden). Half openbaar Wachtruimte VWN, GCA (op afspraak); Wachtruimte COA, DT&V (op afspraak); Artsenruimtes (asielzoeker wordt binnen gelaten); Ruimte voor het uitdelen van de eerste verstrekking (op afspraak); Woning (alleen eigen woning of als bezoeker); Spreekkamers (wordt binnengelaten op afspraak). Niet openbaar Kantoren, personeelsruimtes, administratie; Receptie en infobalie (binnenzijde); Technische ruimtes; Bergingen (niet woninggebonden).
3.3.2
Kwaliteit Om de gewenste kwaliteit te realiseren dient aan de volgende eisen te worden voldaan: De inrichting van de locatie, gebouwtypologieën en de indeling van wooneenheden dient zodanig plaats te vinden dat deze bijdragen aan het vergroten van de sociale veiligheid. Hierbij denken aan: niet-onderbroken zichtlijnen over de locatie; 9 van 37
3.3.3
toegang van gebouwen die vanuit een centraal punt zijn te overzien. De bewoners moet een voldoende mate van privacy geboden kunnen worden. Hierbij kan gedacht worden aan voorzieningen op het terrein waar de bewoners rustig kunnen zitten, maar ook dat rekening wordt gehouden het gegeven dat een wooneenheid verschillende bewoners huisvest die mogelijk geen sociale band met elkaar hebben. Hiermee wordt de slaapkamer in deze wooneenheden de enige ruimte waarin een bewoner meer privacy dient te kunnen hebben en hiervoor dienen adequate voorzieningen te worden opgenomen (akoestische voorzieningen, afsluitbaarheid van de ruimte).
Duurzaamheid Uitgangspunten bestaande bouw In het kader van het opstellen van een Technisch Programma van Eisen voor bestaande bouw is besloten om twee kwaliteitsniveau‟s te definiëren. Het minimale kwaliteitsniveau is gedefinieerd als „bouwbesluit +‟. De eisen vanuit het bouwbesluit zijn van toepassing, aangevuld met eisen op het gebied van brandveiligheid en eisen aan wand-, vloer- en plafondafwerking. Voor bestaande locaties die COA in eigendom heeft en/of voor lange termijn huurt kan een hoger kwaliteitsniveau aangehouden worden. Dit kwaliteitsniveau bevindt zich tussen kwaliteitsniveau “nieuwbouw” en “bouwbesluit +”. Energielabel Voor het tussenniveau wordt het energielabel toegepast. Het energielabel legt de energieprestatie van de bestaande huisvesting vast. Door het koppelen van een energielabel aan een bestaande locatie, heeft de ontwerpende partij maximale vrijheid om met goede oplossingen te komen. Hierbij sluit het COA bij het instrument “Duurzaam Inkopen” van de Rijksoverheid, zoals vastgelegd in het handvest “Criteria voor duurzaam inkopen van Huur en aankoop van Kantoorgebouwen”. Hierbij geldt dat indien de bestaande locatie een energielabel D of lager heeft, dient een EPAmaatwerkadvies te worden uitgevoerd, inclusief uitvoering van de verbetermaatregelen, zodanig dat het energielabel met 2 stappen wordt verbeterd (of totdat het voldoet aan label C).
3.3.4
Flexibiliteit In het kader van flexibiliteit geldt dat de verhouding en indeling van de wooneenheden zodanig moet worden gerealiseerd dat bij de plaatsing van de asielzoekers de samenstelling van sociale eenheden kan worden gerespecteerd. De kamer- en wooneenheidindeling dienen te worden afgestemd op de opbouw van de populatie zoals 10 van 37
beschreven in het Ruimtelijk-Functioneel Programma van Eisen asielzoekerscentrum COA. 3.4
Aanvullende technische eisen
3.4.1
Brandveiligheid Aanvullende eisen aan brandveiligheid vanuit Norm Brandveiligheid d.d. 2 oktober 2008 Hieronder worden de eisen beschreven die afwijken van, of een aanvulling zijn op, het Bouw- en Gebruiksbesluit. Woonfunctie – bestaande bouw Bouwkundige maatregelen Brand- en subbrandcompartimentering • Wanden en beglazing - Wanneer in een brandwerende compartimentscheiding glas wordt toegepast, kan aan de genoemde eisen worden voldaan door toepassing van gelaagde, als dan niet opschuimende beglazing. Toepassing van draadglas in brandwerende scheidingen is toegestaan, mits een oppervlakte van 3 m2 per scheiding niet wordt overschreden; - Brandscheidingen met een WBDBO van 20 minuten worden als zodanig aangegeven door middel van een aanduiding: „Brandwerende scheiding, aantal minuten WBDBO‟. Deze aanduiding wordt om de ca. 5 meter aangebracht boven het verlaagd plafond. Hiermee wordt voorkomen dat eventuele later te maken openingen niet brandwerend afgedicht worden achtergelaten. Als er geen verlaagd plafond aanwezig is, vervalt deze eis; - PUR-schuim is als brandwerende afdichting niet toegestaan. •
Deuren - Op brandwerende deuren (met uitzondering van een deur van een wooneenheid) moet een sticker worden aangebracht met de tekst: „Brandwerende deur, niet vastzetten‟. Hiermee wordt voorkomen dat de deur in geopende stand met bijvoorbeeld een keg wordt vastgezet, waardoor de brandwerende functie teniet wordt gedaan;
•
Doorvoering en brandkleppen - PUR-schuim is als brandwerende afdichting niet toegestaan.
•
Holle ruimtes - Unitbouwcomplexen die bestaan uit gestapelde units of uit units die zijn omsloten met een schilconstructie blijken kwetsbaar te kunnen zijn voor branduitbreiding en de verspreiding van rook als zich aaneengesloten holle 11 van 37
ruimten tussen en/of rond de units bevinden. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij zolders of door gevels. Als de brand vanuit een achter-, onder- of bovenliggende unit doorslaat naar de holle ruimten, kunnen deze ruimten namelijk als een trekgat gaan fungeren. De brand kan dan de achilleshiel van de constructie bereiken: de achterkant. Brandbestrijding in deze holle ruimten is lastig. Dit komt omdat deze doorgaans moeilijk bereikbaar zijn, de brand niet zichtbaar is en de brand en rook zich via deze ruimten ongehinderd en soms snel over een groot oppervlak kunnen verspreiden. Het is dus van groot belang dat alle brandscheidingen tussen de unit en de holle ruimte in goede conditie verkeren (A) of dat het aantal units dat via holle ruimten met elkaar wordt verbonden zoveel mogelijk wordt beperkt. Verder is het van groot belang dat de brand zich in holle ruimte niet verder kan ontwikkelen en dat rook zich niet snel kan verspreiden. Een brand in een dergelijke ruimte is namelijk uitermate moeilijk te blussen (B). Voor situatie A zijn de volgende maatregelen te treffen: - Openingen in brandwerende scheidingswanden voldoende brandwerend afwerken. Hierdoor blijft de brandcompartimentering in stand, zodat er in geval van brand voldoende tijd is om veilig te kunnen vluchten. - Openingen ter plaatse van de gevelschil brandwerend afdichten, bijvoorbeeld door het toepassen van een brandwerend binnenspouwblad en brandwerende kozijnaansluitingen ter plaatse van de aansluiting op de holle ruimte. Voor situatie B zijn de volgende maatregelen te treffen: - Holle ruimten aanvullend compartimenteren. Daarbij moet zoveel mogelijk worden aangesloten op de indeling van de verblijfsruimten van het gebouw, ten behoeve van de herkenbaarheid van de aanvullende compartimentering bij brand door de brandweer. - Opvullen van holle ruimten met een onbrandbaar materiaal. - Gebruik in unitbouw geen brandbare of brandgevaarlijke dakbedekkingsmaterialen. Verwijder eventueel toch aanwezige brandbare of brandgevaarlijke dakbedekkingsmaterialen van onderliggende units als een schilconstructie over het unitdak wordt geplaatst. Rookcompartimentering - Nieuw aan te leggen scheidingen met een WTRD van 30 minuten worden als zodanig aangegeven door middel van een aanduiding: „Rookwerende scheiding, aantal minuten WTRD‟. Deze aanduiding wordt om de ca. 5 meter aangebracht boven het verlaagd plafond. Als er geen verlaagd plafond aanwezig is, vervalt deze eis. Installatietechnische maatregelen Brandslanghaspels 12 van 37
-
Woonfuncties dienen te worden uitgerust met brandslanghaspels. Overeenkomstig het Bouwbesluit geldt dat de maximale loopafstand tot een brandslanghaspel, evenals de slanglengte, niet meer mag bedragen dan 30 meter.
Brandmeldinstallatie - Woningen dienen, conform NEN 2555, uitgevoerd te worden met doorgekoppelde rookmelders die zijn aangesloten op het lichtnet (230 V). Deze rookmelders moeten worden aangebracht in de verkeersruimtes. Vluchtrouteaanduiding - Alle opvanglocaties moeten worden voorzien van vluchtrouteaanduiding door middel van transparanten in gemeenschappelijke verkeersruimten (gangen en trappenhuizen in woongebouwen). - De vluchtrouteaanduiding moet qua uitvoering (pictogrammen en afmetingen) voldoen aan NEN 6088 en aan de zichtbaarheidseisen uit NENEN 1838 (verlichtingssterkte en luminantie). De vluchtrouteaanduiding moet worden aangesloten op een noodstroomvoorziening of voorzien zijn van een accu. Na uitvallen van de reguliere stroomvoorziening moet de vlucht-routeaanduiding binnen 15 seconden, gedurende 60 minuten, branden. - De transparanten dienen zodanig te zijn bevestigd, dat het uitwisselen van de lamp eenvoudig kan plaatsvinden. Luchtbehandelingsinstallatie - Als in een opvanglocatie een luchtbehandelingsinstallatie aanwezig is, dan moet deze in geval van een brand volledig kunnen worden in- of uitgeschakeld door de brandweer vanaf de bewakersloge. Logiesfunctie – bestaande bouw Brand- en subbrandcompartimentering Wanden en beglazing - Wanneer in een brandwerende compartimentscheiding glas wordt toegepast, kan aan de genoemde eisen worden voldaan door toepassing van gelaagde, als dan niet opschuimende beglazing. Toepassing van draadglas in brandwerende scheidingen is toegestaan, mits een oppervlakte van 3 m2 per scheiding niet wordt overschreden. - Brandscheidingen met een WBDBO van 20 minuten worden als zodanig aangegeven door middel van een aanduiding: „Brandwerende scheiding, aantal minuten WBDBO‟. Deze aanduiding wordt om de ca. 5 meter aangebracht boven het verlaagd plafond. Hiermee wordt voorkomen dat eventuele later te maken openingen niet brandwerend afgedicht worden achtergelaten. Als er geen verlaagd plafond aanwezig is, vervalt deze eis. 13 van 37
-
PUR-schuim is als brandwerende afdichting niet toegestaan.
-
Op brandwerende deuren (met uitzondering van een deur van een wooneenheid) moet een sticker worden aangebracht met de tekst: „Brandwerende deur, niet vastzetten‟. Hiermee wordt voorkomen dat de deur in geopende stand met bijvoorbeeld een keg wordt vastgezet, waardoor de brandwerende functie teniet wordt gedaan;
Deuren
Doorvoering en brandkleppen - PUR-schuim is als brandwerende afdichting niet toegestaan. Holle ruimtes - Unitbouwcomplexen die bestaan uit gestapelde units of uit units die zijn omsloten met een schilconstructie blijken kwetsbaar te kunnen zijn voor branduitbreiding en de verspreiding van rook als zich aaneengesloten holle ruimten tussen en/of rond de units bevinden. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij zolders of door gevels. Als de brand vanuit een achter-, onder- of bovenliggende unit doorslaat naar de holle ruimten, kunnen deze ruimten namelijk als een trekgat gaan fungeren. De brand kan dan de achilleshiel van de constructie bereiken: de achterkant. Brandbestrijding in deze holle ruimten is lastig. Dit komt omdat deze doorgaans moeilijk bereikbaar zijn, de brand niet zichtbaar is en de brand en rook zich via deze ruimten ongehinderd en soms snel over een groot oppervlak kunnen verspreiden. Het is dus van groot belang dat alle brandscheidingen tussen de unit en de holle ruimte in goede conditie verkeren (A) of dat het aantal units dat via holle ruimten met elkaar wordt verbonden zoveel mogelijk wordt beperkt. Verder is het van groot belang dat de brand zich in holle ruimte niet verder kan ontwikkelen en dat rook zich niet snel kan verspreiden. Een brand in een dergelijke ruimte is namelijk uitermate moeilijk te blussen (B). Voor situatie A zijn de volgende maatregelen te treffen: - Openingen in brandwerende scheidingswanden voldoende brandwerend afwerken. Hierdoor blijft de brandcompartimentering in stand, zodat er in geval van brand vol-doende tijd is om veilig te kunnen vluchten. - Openingen ter plaatse van de gevelschil brandwerend afdichten, bijvoorbeeld door het toepassen van een brandwerend binnenspouwblad en brandwerende kozijnaansluitin-gen ter plaatse van de aansluiting op de holle ruimte. Voor situatie B zijn de volgende maatregelen te treffen: - Holle ruimten aanvullend compartimenteren. Daarbij moet zoveel mogelijk worden aangesloten op de indeling van de verblijfsruimten van het gebouw,
14 van 37
-
ten behoeve van de herkenbaarheid van de aanvullende compartimentering bij brand door de brandweer. Opvullen van holle ruimten met een onbrandbaar materiaal. Gebruik in unitbouw geen brandbare of brandgevaarlijke dakbedekkingsmaterialen. Verwijder eventueel toch aanwezige brandbare of brandgevaarlijke dakbedekkingsmaterialen van onderliggende units als een schilconstructie over het unitdak wordt geplaatst.
Rookcompartimentering - Nieuw aan te leggen scheidingen met een WTRD van 30 minuten worden als zodanig aangegeven door middel van een aanduiding: „Rookwerende scheiding, aantal minuten WTRD‟. Deze aanduiding wordt om de ca. 5 meter aangebracht boven het verlaagd pla-fond. Als er geen verlaagd plafond aanwezig is, vervalt deze eis. Installatietechnische maatregelen Brandslanghaspels - Logiesfuncties dienen te worden uitgerust met brandslanghaspels. Overeenkomstig het Bouwbesluit geldt dat de maximale loopafstand tot een brandslanghaspels, evenals de slanglengte, niet meer mag bedragen dan 30 meter. Brandmeldinstallatie De brandmeldinstallatie dient te voldoen aan de eisen uit de NEN 2535, rekening houdend met de volgende uitzonderingen en aanvullingen: - Nieuw aan te leggen systemen en te renoveren brandmeldinstallaties dienen volledig „geadresseerd‟ te zijn (lokaliseren alarm per melder). - De brandmeldgroepen die onderdeel uitmaken van de brandmeldinstallatie moeten de volgende installaties (kunnen) aansturen: - Kleefmagneten van branddeuren. - Ontruimingsalarminstallatie. - Luchtbehandelinginstallatie. - De projectering van automatische en handbrandmelders moet plaatsvinden op basis van NEN 2535 en is ter goedkeuring van de brandweer. Alle brandmelders moeten voldoen aan NEN-EN 54. In wasmachineruimten moet altijd een rookmelder aanwezig zijn. - De automatische en handbrandmelders dienen zichtbaar door middel van een markering (sticker) te worden voorzien van het lus- en groepsnummer waarop de melders zijn aangesloten. Het volgordenummer hoeft niet te worden vermeld. - Doormelding: twee melder afhankelijk in gemeenschappelijke (centrale) keukens. Ther-mische melders in keukens en douches. - Alle afzonderlijke brandmeldcentrales moeten voldoen aan NEN-EN 54.
15 van 37
Ontruimingsinstallatie - Nieuwe ontruimingsinstallaties moeten certificeerbaar worden opgeleverd. Luchtbehandelingsinstallatie - Als in een opvanglocatie een luchtbehandelingsinstallatie aanwezig is, dan moet deze in geval van een brand worden aangestuurd door de brandmeldinstallatie. In de meeste gevallen zal een afschakeling van het systeem in combinatie met het eventueel dichtsturen van brandkleppen in compartimentsscheidingen voldoende zijn. Eventueel kan een ander ventilatieconcept worden gehanteerd, mits het gehele systeem hierop wordt ontworpen. 3.4.2
Beveiligingsinstallaties In het algemeen geldt dat alle beveiligingssystemen uitgelezen en bediend moeten kunnen worden van de receptie/ beveiligingsruimte. Deze ruimte is 7 dagen per week en 24 uur per dag bemand. Uitgangspunt is dat wordt gestreefd naar een bouwkundig en ruimtelijk ontwerp van de locatie die maximaal bijdraagt aan de (sociale) veiligheid van de locatie. De toepassing van beveiligingssystemen moet dus geen compensatie voor een slecht bouwkundig en ruimtelijk ontwerp, maar zuiver het doel te dienen om te kunnen voldoen aan de eisen uit de vigerende wet- en regelgeving, alsmede de aanvullende wensen van het COA. Toegangscontrole De controle van de toegangen tot gebouwen en binnen gebouwen zal een samenspel zijn van organisatorische maatregelen, bouwkundige lay-out en installatieve voorzieningen. Hierbij dient de gastvrijheid van het gebouw naar bewoners en personeel niet uit het oog te worden verloren. In overleg met het COA dient een toegangsplan te worden vastgesteld. Hierin dient bepaald te worden welke type personen (medewerkers, bezoekers van medewerkers, bewoners, onderhoudspersoneel, etc.) welke autorisatie zullen krijgen. Op basis van dit plan dient een nadere invulling te worden gegeven aan het ontwerp van de hiervoor benodigde voorzieningen. Uitgangspunt van het toegangscontrole systeem is gebruiksvriendelijkheid. Dit geldt niet alleen voor het personeel dat gebruik maakt van dit systeem, maar ook voor het beveiligingspersoneel die de aanpassingen in het centrale systeem moet kunnen uitvoeren. Er moet rekening mee worden gehouden de beveiliging in staat moet zijn om deuren op afstand te kunnen ontgrendelen. Opvangtype AMV Voor de opvanglocatie AMV is veiligheid een belangrijk thema. De opvang van jongens en meisjes is voor een groot deel gescheiden en er dient voldoende toezicht te zijn op de 16 van 37
omgeving. Ten aanzien de opvanglocatie voor AMV‟s dient het toegangscontrolesysteem van de bewonersgebouwen aan de volgende eisen te voldoen: Alleen toegang voor geautoriseerde personen (personeel en bewoners); Sleutelplan met integratie van toegangscontrolesysteem, tijdregistratie & ID registratie; Overzichtelijke geheugen uitleesmogelijkheden van tijdregistratie, locatieregistratie & ID registratie; Alle sloten van het toegangscontrolesysteem voldoen aan de brandweereisen; Alle ruimten waarin zich personen kunnen bevinden altijd van binnen te openen in geval van calamiteiten; Aandacht voor veilige opslag keycards / tags; Mutatiebeheer alleen door geautoriseerd personeel; Oneindige uitbreiding mogelijk; Uitbreiding van het systeem naar alle deuren mag geen probleem op leveren; Melding aan centrale bij overschrijden maximale openstand tijd. Daarnaast dienen de buitendeuren van de bewonersgebouwen zelfsluitend te zijn, ook bij sterke wind, en dienen de buitenramen beperkt geopend te kunnen worden. De draaistand van buitenramen dient geblokkeerd te worden en dient voorzien te zijn van deugdelijk hang- en sluitwerk. Camerabewaking Een camerabewakingsinstallatie dient te worden voorzien bij neven in- en uitgangen die niet zichtbaar zijn vanuit de centrale receptie/ beveiligingsruimte, zodat zicht wordt verkregen op de in- en uittredende personen. De projectering van de camera-installatie moet in nader overleg met het COA worden ingevuld. Voor de opvangtypen AMV en IBO gelden de hierna volgende aanvullende eisen. Opvangtype AMV Voorzien moet worden in een cameraregistratiesysteem waarmee voldoende toezicht kan worden gehouden op het terrein rondom het AMV-gebouw. Dit cameraregistratiesysteem dient te voldoen aan de volgende eisen: Goede herkenningsmogelijkheid (gelaatsherkenning); Opname 24 uur per etmaal, 48 uur bewaren; Reageert op bewegingsdetectie; Kleurenbeelden, omschakelbaar naar zwart-wit bij duisternis; De camera‟s zijn: zichtbaar geplaatst; vandalismebestendig.
17 van 37
De centrale apparatuur van het cameraregistratiesysteem (ook monitor) moet in een kantoor van de AMV-medewerkers worden geplaatst. Daarnaast moet het terrein rondom het AMV-gebouw worden voorzien van bordjes met: de tekst “hier bevindt zich camerabewaking”; het symbool van een camera. Opvangtype IBO T.b.v. de IBO moet voor de volgende situaties worden voorzien in een cameraregistratiesysteem: In het entreegebied, inclusief de entree; Ter plaatse van neven in- en uitgangen; In alle gangzones; In woonkamer en overige gemeenschappelijke ruimten. Het cameraregistratiesysteem dient te voldoen aan de volgende eisen: Voorzien van agressiedetectie; Goede herkenningsmogelijkheid (gelaatsherkenning); Geen dode hoeken; Camera‟s geplaatst in domebehuizing, zodat niet te zien is waarop de camera staat gericht; Opslagcapaciteit geschikt om beelden minimaal 1 week op te slaan; Zoomfunctie ná opname (niet tijdens gebruik); Voorzien van een noodstroomvoorziening (UPS). Via monitoren in zowel het kantoor van één van de COA-medewerkers, alsmede de receptie/ beveiliging, moet toezicht kunnen worden gehouden. Inbraaksignaleringsinstallatie Het inbraaksignaleringssysteem dient te bestaan uit de volgende onderdelen: deurstand- en slotsignalering op alle buitendeuren; deurstandsignalering op alle binnendeuren; aanwezigheidsdetectie in alle ruimten met van buitenaf bereikbare ramen; zwerfdetectie. Het moet mogelijk zijn de installatie in verschillende zones in- of uit te schakelen. Alarmmeldingen dienen in de ruimte receptie/ beveiliging zichtbaar te worden gemaakt. Toegangsverlening op afstand Er moet worden voorzien van een slagboom ten behoeve van het gecontroleerd beheren van de in- en uitrijdende voertuigen op de locatie. De slagboominstallatie dient via de ruimte receptie/ beveiliging bedienbaar te zijn. De slagbomen moeten als volgt kunnen worden bediend:
18 van 37
inritslagboom handmatig openen in de ruimte receptie/ beveiliging, na bidirectionele communicatie via aanwezige intercom; uitritslagboom automatisch openen bij nadering van het voertuig; na het passeren van het voertuig wordt de slagboom automatisch gesloten.
Uitgangspunt bij het ruimtelijke ontwerp betreft een ononderbroken zichtlijn tussen de ruimte receptie/ beveiliging en de slagboom. Indien dit niet het geval is dient te worden voorzien in een camera-installatie waarmee de beveiliging zicht krijgt op de slagboominstallatie. Overvalmeldinstallatie Ten behoeve van het melden van bedreiging van het personeel dient te worden voorzien in een overvalmeldinstallatie in de ruimten zoals aangegeven in de “Ruimtekaarten”. Medewerkers moeten in deze ruimten door middel van een drukknop melding kunnen maken van een calamiteit. In geval van calamiteit dient de melding te worden doorgemeld naar de ruimte receptie/ beveiliging. Aanvullend dient ook een signaallamp in werking te treden aan de gangzijde van toegangsdeuren van de betreffende ruimten. 3.4.3
Communicatie installaties Portofooninstallatie Er dient te worden voorzien in voedingen van de laadrekken t.b.v. de portofooninstallatie. Intercomfunctionaliteit Bij toepassing van toegangsverlening op afstand dient te worden voorzien in een intercominstallatie met bi-directionele verbinding. Centrale Antenne Installatie (CAI)/ Schotel Antenne Installatie Er moet worden voorzien in een Centrale Antenne Installatie voor de distributie van radio- en TV kanalen vanaf “ASTRO-satellieten”. Deze installatie dient geschikt te zijn voor digitale technieken (bi-directioneel verkeer). Audiovisuele installaties Een aantal ruimten dienen te worden voorbereid op de plaatsing van een beamer. Hiervoor dient te worden voorzien in de hiervoor benodigde ledige buisvoorzieningen. De ruimten die hierop voorbereid dienen te worden betreffen: personeelskantine/ vergaderruimte; leslokaal; recreatiezaal.
19 van 37
3.4.4
ICT Aangezien de eisen aan ICT bij het COA herzien zullen worden, dient de ontwerpende partij de technische omschrijving op te vragen bij de eindverantwoordelijke van COA voor ICT zaken. Algemeen Uitgangspunten voor het ontwerp van de ICT-systemen zijn: Er moet worden gekozen voor “proven technologie”; Alle kantoren op een AZC (van COA en ketenpartners) moeten voorzien worden van een gecombineerde data/ spraak voorziening middels Voice over IP (VoIP); Voor bewoners dient er WIFI aangeboden te worden. Dit geldt niet voor de kantoren; Elke woning moet voorzien worden van één UTP aansluitpunt en van een CAI aansluiting in de woonkamer en slaapkamers; Op de gehele locatie dient gebruik te worden gemaakt van hetzelfde type CAT bekabeling; De E- en W-installaties voor de actieve ICT apparatuur moeten zo energiezuinig en efficiënt mogelijk worden ontworpen; In verband met flexibiliteit dient voor de gehele ICT installatie rekening te worden gehouden met een initiële reserve van 25%. Dit geldt ook voor de elektrotechnische en werktuigkundige installaties voor de ICT-ruimten. ICT-infrastructuur Alle kabelgoten, wandgoten, plafondgoten, ladderbanen en vloerputten dienen afdoende te worden geaard conform de NEN 1010. Ook het gehele tracé naar de patchkasten dient volledig te worden doorgeaard. Werkplekbekabeling dient gescheiden van de 230V kabels te worden aangelegd en door bundeling te worden onderscheiden van andere zwakstroombekabeling; Bundeling van databekabeling mag alleen plaatsvinden d.m.v. klittenband; Het is niet toegestaan databekabeling onder te brengen in goten waar zware voedingskabels voor bijvoorbeeld liftmotoren of keukens aanwezig zijn. Bij toepassing wandgoot: Situering tegen wand, zo laag mogelijk, mogelijkheid om onder de wandgoot te stofzuigen. Werkplekontsluiting Rekening moet worden gehouden dat werkplekken niet slechts langs de gevel of wanden zijn gepositioneerd, maar zich ook in de middenzone van een ruimte kunnen bevinden. Data- en telefonieaansluitingen Een overzicht per ruimte van de specifieke eisen met betrekking tot de aansluitingen is beschreven in de ruimtekaarten. Als toelichting hierop geldt: Voor alle functies waarin werkplekken worden voorzien zijn het aantal dataaansluitingen uitgedrukt in aantal per stramien. Algemeen uitgangspunt betreft de 20 van 37
toepassing van 4 data-aansluitpunten per stramien. Hierbij uitgaan van een stramienmaat van 1.800 mm (langs de gevel); Ook voor overige “kantoorachtige” ruimten zijn het aantal data-aansluitpunten gespecificeerd in aantal per stramien. Deze ruimten betreffen onder andere: reproruimte, balies, vergader- en spreekruimten. Aanvullend dient rekening te worden gehouden met aansluitingen t.b.v.: Liften (intercom); Doormelding brandweer; Munt-/ chiptelefoon voor bewoners.
Draadloos netwerk Het voor de bewoners beschikbare netwerk moet via Wifi benaderbaar zijn. Voor de bekabeling van deze zenders moet een basisinfrastructuur worden voorzien waarmee alle benodigde zenders kunnen worden ontsloten. 3.4.5
Liftinstallatie De liftinstallaties verzorgen het verticaal transport van personen (bewoners en medewerkers) en goederen. In het ontwerp dient te worden vastgesteld of stromen persoenen en goederen worden gecombineerd, danwel gescheiden. Locatie en capaciteit van de installaties moet aan de hand van de te verwachten stromen worden vastgesteld. De benodigde capaciteit moet worden gesimuleerd m.b.v. algemeen erkende software en met minimaal de volgende aspecten rekening houden: gebouwontwerp; gebouwbezetting; verschillende mogelijke piekmomenten. Voor een efficiënt liftgebruik dient een intelligente besturing te worden toegepast, waarmee, in het kader van duurzaamheid, onnodige liftbewegingen worden voorkomen. Uitvoeringseisen Voor zover mogelijk het “Handboek voor Toegankelijkheid” (laatste druk) aanhouden, voor zover dit niet conflicteert met de NEN-EN 81-70; De degelijkheid van de liften moet groot zijn. Hiervoor moet worden voorzien in slagvaste verlichting en een vandaalbestendig kooi- en etagetableau; De liften moeten een evacuatieschakeling hebben die de brandweer in staat stelt om de liften na een brandalarmmelding weer in gebruik te nemen voor het evacueren; Ten behoeve van alarmering in geval van storingen moet in de liften intercomtoestellen worden opgenomen (geen telefoontoestellen i.v.m. kwetsbaarheid).
21 van 37
Bijlage 1 Demarcatielijst
22 van 37
Demarcatie COA leveringen
: 26 augustus 2010 COA mantel
Nr. soort levering
Omschrijving
COA
Opdrachtnemer
Tafelmodel met vriesvak; De afmetingen zijn B 60cm * D 60cm * H 85cm.
leverancier
1. Wit- en bruingoed 1 koelkast
Levering en montage
Geaard elektrapunt 230V (zie PvE keuken).
ja
2 koffiezetapparaat
Levering en montage
Geaard elektrapunt 230V (zie PvE keuken)
ja
3 waterkoker
Levering en montage
Geaard elektrapunt 230V (zie PvE keuken)
ja
Levering en montage
Geaard elektrapunt 230V in woonkamer wooneenheid; Wand dient geschikt te zijn om de beugel op te bevestigen; CAI aansluiting.
ja
ja
4 TV met beugel
TV in huiskamer wordt middels een beugel aan de wand opgehangen. Gewicht TV = 15 kg; Afmetingen plaat van beugel t..b.v. wandbevestiging: H 28cm x B 20cm. Twee bevestigingspunten, afstand punten: 5cm h.o.h. Punten zijn vertikaal geplaatst t.o.v. elkaar en bevinden zich centraal op plaat
5 wasmachine
Machine met 800 toeren; Af te zekeren op 16 Ampère; Aansluitingen wasmachine op waterkranen zijn voorzien van een waterslot; De afmetingen B 60cm x D 60cm x H 85cm.
Levering en montage
Geaard stopcontact 230V; Kraan (koud water) t.b.v. aansluiting wasmachine; Kraan (warm water) t.b.v. aansluiting wasmachine; Afvoerleiding voor vuilwater.
6 wasdroger
Condensdroger; af te zekeren op 16 Ampère; Machine laadvermogen 4,5 kg; De afmetingen B 60cm x D 60cm x H 85cm; Geschikt voor plaatsing op wasmachine.
Levering en montage
Geaard elektrapunt 230V; Afvoerleiding voor condenswater
ja
7 gaskookplaat
Inbouwmodel - 4 pits thermokoppel (vonkontsteking); Afmetingen buitenzijde: B 58cm x D 50cm; De afmetingen binnenzijde: B 55,5cm x D 47,5cm x H 4,5cm.
Levering
Gaskraan t.b.v. aansluiting kookplaat; Elektrapunt 230Volt; Montage in aanrechtblad; Aansluiting op gas door erkend installateur.
ja
8 afzuigkap (motor)
Onderbouwmodel met motor, 3 standen; Separate afvoer aan achterzijde of aan bovenzijde afzuigkap, diameter 120 mm Diameter 120 mm; Capaciteit 320 m3/h bij stand 3; Afmetingen zijn B 60cm X D 48cm X H 15cm.
9 vaatwasmachine (dienstengebouwen)
Montage afzuigkap; Aansluiting op gevel- of dakafvoer met harde aluminium
Levering
Vaatwasmachine; af te zekeren op 16 Ampère; De afmetingen B 60cm x D 60cm x H 85cm; Levering en montage Koffieautomaat bestaande uit een automaat op een onderkast; Specificaties zijn indicatief ivm de leveranciers raamovereenkomst: Afmetingen automaat: H 95cm x B 60cm x D 55,5cm; Afmetingen automaat: H 85cm x B 60cm x D 60 cm; Vermogen 139 W (standby) 2900 W met 2,7 kW verwarming en 230V (geaard); Aansluitsnoer: Lengte circa 1,8 - 3,0m (afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden); Koud wateraansluiting: min. waterdruk 0,8 bar; max. waterdruk max 6 bar.
leiding met een diameter van 120mm voor capaciteit afzuigkap; Geaard elektrapunt 230V in keuken (zie PvE Keuken);
ja
Geaard stopcontact 230V; Kraan (koud water) t.b.v. aansluiting vaatwasmachine; Afvoerleiding voor vuilwater.
ja
2 stuks Geaard stopcontact 230V; Kraan (koud water) t.b.v. aansluiting automaat: - min waterdruk: 0,8 bar - max water druk: max 6 bar (indien > 6 bar, ook kortstondig), dan drukbegrenzer plaatsen in waterleiding); Aansluiting slang op kraan: uitgang kraan 3/8"aansluiting
Nr. soort levering
Omschrijving
COA
Opdrachtnemer
10 koffieautomaat (dienstengebouwen)
Toevoerslang water: verloopnippel 1/4" - 3/8".
Levering en montage
(binnendraad).
ja
11 elektrische kookplaat (dienstengebouw)
Elektrische kookplaat, inbouwmodel, 2 pits; Af te zekeren op 16 Ampère; Afmetingen: nader te bepalen, uitgangspunt gangbaar goed verkrijgbaar model.
Levering
Geaard stopcontact 230V; Montage in aanrechtblad.
ja
Levering en plaatsing
-
ja
Levering en plaatsing
-
ja
Levering en plaatsing
-
ja
Levering en plaatsing Levering en plaatsing
-
ja ja
-
Levering en montage
nee
gordijnen (inclusief ophangsysteem) 1 woningen en slaapvertrekken
Vlamvertragend textielvezel, verduisterend; Gecertificeerd klasse B (conform NEN-EN 13501-1-03); Bevestiging rails type wandsteun (voor afstand gordijn tot wand voldoende rekening houdend met het gebruik van het te openen geveldeel); Rails is aan weerszijde van het kozijn 10 - 15 cm langer; gordijn bestaat uit maximaal twee gelijke delen; Lengte gordijn: van bovenkant rails tot onderkant kozijn + minimaal 10 cm of tot 2 cm bovenkant voerbedekking. Effen en gedekte kleurstelling (vooraf bemonsterd, akkoord door opdrachtgever); Hand bedienbaar. -
Levering en montage
nee
lamellen in keuken (inclusief 2 bevestigingsmiddelen)
Verticale kunststof lamellen; Vlamvertragend; Afwasbaar; Bediening (open/dicht, draaien); monocommando, eindloos koord.
-
Levering en montage
nee
lamellen dienstengebouwen (inclusief 3 bevestigingsmiddelen)
Verticale kunststof lamellen; Vlamvertragend; Afwasbaar; Bediening (open/dicht, draaien), monocommando, eindloos koord.
-
Levering en montage
nee
1 spiegel
In toilet en badkamer; Boven wastafel of fontein; Bevestiging middels spiegelklemmen corrosiebestendig, niet zichtbaar; Logische hoogte (1,3m - 1,4m gemeten vanaf bovenkant vloer) -
Levering en montage
nee
2 planchet
In badkamer boven wastafel; Keramische materiaal, kleur wit; Logische hoogte (1,2m - 1,4m gemeten vanaf bovenkant vloer). -
Levering en montage
nee
3 closetrolhouder (woningen en school)
In toilet; Bevestigingsmiddelen corrossiebestendig
Levering en montage
2.
Meubilair
1 bed 2 kast slaapkamer 3 tafel woonkamer 4 stoel woonkamer 5 prullenbak 6 kapstok
3.
4.
COA mantel leverancier
Los eenpersoonsbed; B 95cm x L 206cm x 73,5cm. Metalen tweedeurskast; B 62cm x D 50cm; 1 stuk per bewoner. 4-pootstafel, blad 120cm x 80cm, H 75cm; 1 stuk per wooneenheid. Kunststof kuipstoel (rood / blauw); 1 stuk per bewoner. Vlamdovend, inhoud 30 L Bij entrée wooneenheid: 1 vaste kapstok met ophanghaken voorzien van 16 haken
Stoffering ramen
Toebehoren
-
nee
1 van 37
Nr. soort levering
Omschrijving
COA
Opdrachtnemer
4 ophanghaken
In badkamer; In pantry (dienstengebouwen en school); In toiletruimte (dienstengebouwen en school) Dubbele ophanghaak; Bevestigingsmiddelen corrosiebestendig
-
Levering en montage
nee
5 digibord leslokalen school
digibord t.b.v. onderwijs in elk klaslokaal; bevestiging door school op wand; Levering door school.
-
Wand waar het digibord op wordt bevestigd, dient geschikt te zijn voor bevestiging van het digibord
nee
Levering
Levering van DO-documenten t.bv. opstellen sluitplan door COA-leverancier.
ja
Levering en montage van gangbaar slot t.bv. Vachette cillinder V5 europrofiel, exclusief cillinder.
ja
5.
COA mantel leverancier
Sleutels en sloten
1 sluitplan sleutelsysteem
2 cilinder en sleutels
Ruimten waarvan de deur met een slot worden uitgevoerd: slaapkamer, meterkast, CV-hok (indien aanwezig); Slaapkamerdeuren en buitendeuren zijn vanuit de ruimte te openen met een knopcilinder; Buitendeur: binnenzijde een draaicillinder; Alg: Vachette cilinders V5 europrofiel worden geleverd.
3 deur- en raambeslag
Buitendeuren worden uitgevoerd met een deurkruk aan de binnenzijde en een knop aan de buitenzijde.
-
Levering en montage van gangbaar beslag passend op Vachette cilinder V5 europrofiel
nee
4 sanitair deursloten
In toilet en badkamer; Slot v.v. 'vrij' en bezet' aanduiding
-
Levering en montage
nee
5 elektronisch toegangslot
Elektronische codeslot op de toegangsdeur van de systeemruimten (serrverruimten) in de dienstengebouwen en school.
-
Levering en montage
nee
Levering en montage; Eisen conform de geldende wet- en regelgeving en NENnormering;
nee
6
Levering en montage cillinders;
Brandpreventie en blusmiddelen
1 brandslanghaspel
-
2 brandblusser
Conform COA beleid: blusser in de keuken
Levering en montage
-
nee
3 branddeken
Conform COA beleid: deken in de keuken
Levering en montage
-
nee
-
Levering en montage; Eisen conform de geldende wet- en regelgeving en NENnormering;
nee
Levering en montage; Eisen conform de geldende wet- en regelgeving en NEN normering;
nee
4 rookmelders
Zie ook aanvullende eisen van het COA
overige middelen in kader brandpreventie, signalering, vluchten (noodverlichting, signaleringknoppen, 5 vluchtroute aanduiding)
-
6
brandmeldinstallatie (indien van toepasssing)
7
Hydranten
7.
-
Levering en montage; Eisen conform de geldende wet- en regelgeving en NEN-normering; Meldpaneel in cluster 1 (ruimte receptie/beveiling) plaatsen nee
Hydranten op locatie / terrein
-
Levering en montage; In overleg met COA, gemeente en waterleverend bedrijf.
nee nee
conform vraagspecificatie conform vraagspecificatie
-
Levering en montage Levering en montage (eerste oplevering)
nee nee
Verlichting
1 armaturen 2 lampen
2 van 37
Nr. soort levering
8.
Omschrijving
COA
Opdrachtnemer
COA mantel leverancier
Terreininrichting
1
speeltoestellen
Speeltoestellen, zoals wipkip, speelhuis; Levering en montage is inclusief rubberen tegels; Verankering: staal verzinkt grondankers
Levering en plaatsing
aanleggen cunet t.b.v. speeltoestellen op nader te bepalen plaats, (zie vraagspecificatie)
ja
2
afvalbakken
circa 25 stuks
Levering en plaatsing
-
ja
3
fietsenrekken
Bewoners: 125 fietsenrekken voor 4 fietsen hoog- laag); LUT: dienstengebouw: 6 rekken; LUT: school; 2 rekken of 5 klemmen; Verankering middels anker en betonvoet. Levering en plaatsing
-
ja
4
parkbank
Circa 25 stuks; Geen verankering, ingegraven staanders, 32 cm mv.
Levering en plaatsing
-
ja
30 opstelplaatsen voor rolcontainer op nader te bepalen plaats; Afmetingen: B 1m x L 2m, stelconplaat Opstelplaats is aan 3 zijden voorzien van opsluitband, in de lengterichting bevindt zich de open zijde.
ja
5
rolcontainers
30 opstelplaatsen
Levering en plaatsing
6
basketbalpaal
2 stuks
Levering en plaatsing
ja
7
staanders t.b.v. volleybalnet
Levering en plaatsing
ja
voetbalkooi
2 stalen staanders, 1 net 1 stuks Bestaande uit een verharde ondergrond, (kleurstelling: groen) minimaal B 20m x B 40m, fgebakend met een hekwerk met hoogte van circa 3m. In de kooi staan 2 voetbaldoelen gecombineerd met 2 baskets. Zie voor referentie document Terreininrichting azc Luttelgeest door B4o.
goal
2 stuks; verzinkt staal
8 9
10 vlaggenmast 11 entreebord
Hoogte 7 meter Entreebord inclusief COA logo; afmetingen: B 140cm x L 180cm
12 bewegwijzering
Bordjes op het terrein met bewegwijzering woningen en dienstengebouwen
9. 1 2 3 4 5 6 7 8
Levering en plaatsing voetbalkooi, voetbaldoelen gecombineerd met baskets
Aanleggen van de verharding t.b.v. kooi Afmetingen kooi: B 20m x L 40m; rekening houdend met verharding t.p.v toegang kooi.
ja
Levering en plaatsing
-
ja
Levering en plaatsing
ja
Levering en plaatsing
-
ja
Levering en plaatsing
-
nee
Levering en montage Levering en montage Levering en montage Levering en montage Levering en montage Levering en montage Levering en montage Leveringen plaatsing
-
ja ja ja ja ja ja ja ja
Schoonmaak / facilitair dienstengebouwen handdoekautomaten damesverbandcontainer zeepdispenser toiletrolhouder wc-borstel prullenbak in toilet geur-dispenser schoonloopmatten
sanitaire units sanitaire units sanitaire units sanitaire units sanitaire units sanitaire units sanitaire units entrée dienstengebouwen; diverse afmetingen
3 van 37
Nr. soort levering
10.
Omschrijving
COA
Opdrachtnemer
COA mantel leverancier
Leveringen en montage ontvangststation; draagt zorg voor een goede netontstoring bij bijv. blikseminslag
Aansluiting in gebouw 'Haven' in nader te bepalen ruimte (patchruimte): - 1 vrije groep 230 VAC met 'schone' randaarde, niet gedeeld met andere groepen, storing afstand groter dan 40 dB; - inschakelvermogen bedraagt 10 amp maximaal; - t.b.v. plaatsing ontvangststation een 19"afsluitbare kast v.v. deugdelijke warmte afvoer en 'schone' randaarde; - er mag geen sprake zijn van onderlinge invloeden zoals EMI; - er mag geen sprake zijn van onderlinge storingen tussen componenten. ja
Leveren van de specificaties CAI-netwerk t.b.v. opdrachtnemer; Accepteren van ontwerp m.b.t. het CAInetwerk; EIS:Bij inrichting van een nieuwe locatie dient de COA leverancier mee te lopen met de hoofdaannemer om zodoende kosteloos een zo gespecificeerd mogelijke planning op te leveren voor de voorbereiding, uitvoering en nazorg van de gehele satelietontvangstinstallatie. Deze planning wordt opgesteld in overleg met opdrachtgever en is conform het PvE mbt de inrichting van een locatie
Levering en montage van de bekabeling van CAI-netwerk vanaf gebouw 'Haven' ( in nader te bepalen ruimte) tot in de meterkast van de wooneenheden; Levering en montage van de bekabeling van CAI-netwerk in de woning; Ontwerp CAI-netwerk conform NEN-norm of gelijkwaardige normering; Ontwerp CAI-netwerk dient te voldoen aan de specificaties die de COA leverancier stelt aan de CAIinfrastructuur (zie Notitie Kabelvoorschriften CAI Bekabeling). Ontwerp CAI netwerk dient door de COA leverancier te worden geaccepteerd (Mantelpartij is verantwoordelijk voor het ontwerp van CAI-netwerk);
nee
Internetaansluiting in de woningen (tot in de meterkast); Eisen volgens PvE Bekabeling LAN en Systeemruimten.
Aansluiting van databekabeling op bestaande aansluiting in cluster 1.
Aanleggen van gecertificeerde databekabeling vanaf systeemruimte MER cluster 1 naar alle woningen en gebouw centrale energievoorziening. Specificaties zijn genoemd in PVE Bekabeling en Systeemruimten.
nee
Spraak- en data-aansluiting in dienstengebouwen en school (tot aan de werkplekken, spreekkamers, plekken in OLC); Eisen volgens PvE Bekabeling LAN en Systeemruimten; Spraak cluster 1 en cluster 2: d.m.v. VIOP; Spraak cluster 3 en school: traditionele telefonie.
Aansluiting van spraak- en databekabeling in de patchkasten.
Aanleggen van gecertificeerde databekabeling op de locatie voor alle dienstengebouwen, school en centrale energievoorziening. Specificaties zijn genoemd in PVE Bekabeling en Systeemruimten.
ja
Levering en montage conform tekening huisnummering / benaming woningen en dienstengebouwen; Montage naast hoofdentree; Hoogte 1,80m; Reflecterend, wit met zwarte letters.
nee
Satelietaansluitsysteem
ontvangststation t.b.v. tv-signaal 1 distributie
ontvangststation 16 kanalen, 1 videokanaal, 7 analoge kanalen kanalen, 9 digitale kanalen en bijbehorende apparatuur om signaal in de woningen af te geven.
2 CAI-infrastructuur
11. ICT voorzieningen
1
Databekabeling Woningen
Spraak- en Databekabeling 2 dienstengebouwen en school
17.
1
Overige
Naamborden dienstengebouwen
Nummeraanduiding t.b.v. dienstengebouwen; Lichtgevend / reflecterend; Afmetingen circa L 30cm x B 20cm in overleg. -
2 Naam aanduiding school
Naam aanduiding t.b.v. school; Vorm naamsaanduiding in overleg; Afmetingen in overleg
Ontwerp en levering
3 Nummerbordje woningen
Nummeraanduiding t.b.v. wooneenheden; Lichtgevend / reflecterend
-
Montage Levering en montage conform tekening huisnummering woningen en dienstengebouwen; Montage naast voordeur; Hoogte 1,80m; Reflecterend, wit met zwarte letters.
4 van 37
nee
nee
Bijlage 2 PvE pantry’s
datum betreft kenmerk
22-08-2010 Specificaties Pantry Clustergebouwen VS-LUT-PANTRY
Deze bijlage beschrijft de specificaties van de pantry‟s in de clustergebouwen. Allereerst volgt een algemene omschrijving voor de pantry. Gevolgd door de functionele beschrijving van vier typen pantry‟s, namelijk: Pantry Min Pantry Standaard Pantry Plus Pantry Coffee corner
Algemene omschrijving
Een pantry bestaat uit onder- en bovenkasten. Het aanrechtblad heeft een minimale lengtemaat van (3 x 60 cm) = 180 cm en standaard diepte, tenzij anders aangegeven. De onderkast is aan de bovenzijde altijd afgedekt door een aanrechtblad. De onder- en bovenkasten zijn voorzien van planken. Onderkasten zijn voorzien van een plint (10 cm hoog), tenzij hier een koelkast of een vaatwasser staat. Indien de indeling het toelaat, dient ter plaatse van een onderkast een (bestek)lade toegepast te worden. Indien de pantry is voorzien van een onderbouw koelkast en/ of onderbouw vaatwasmachine (beide apparaten zijn levering en plaatsing COA), dan dient deze apparatuur onder het aanrechtblad te worden geplaatst. Ter plaatse van de koelkast / vaatwasmachine wordt geen plint toegepast: het apparaat staat op de grond. De achterwand boven het aanrechtblad van de pantry is circa 50 cm hoog en voorzien van een brandvertragende, gladde, harde, eenvoudig te reinigen afwerking tot aan de onderzijde van de bovenkastjes. Aansluiting tussen achterwand en aanrechtblad wordt d.m.v. een kitvoeg afgewerkt. Het aanrechtblad is opgebouwd uit watervast, verlijmd triplex materiaal, voorzien van gladde HPL toplaag, met waterkering aan de voorzijde. Tevens voorzien van een enkele geïntegreerde rvs spoelbak (gepolijst) en kraangat. De spoelbak is voorzien van plug, stop, ketting en overloopvoorziening. Aan een zijde van de spoelbak is altijd minimaal 30 cm vrij aanrechtblad ten behoeve van aflegruimte. Pantry is voorzien van een standaard keukenmengkraan, voldoende hoog om een emmer onder te plaatsen. Kleurstelling van de pantry is licht en passend bij het interieur. Materiaal en kleur dienen te worden bemonsterd.
Beschrijving type pantry Vier typen pantry‟s worden onderscheiden. De pantry min wordt toegepast in de activiteitenruimte. De pantry standaard in een gang, de pantry plus in personeelsruimte en bij de receptie/beveiliging. De pantry coffeecorner in de coffeecorner nabij het toilet. Pantry Min Uitrusting: De pantry bevat 1 onderbouw koelkast (levering en plaatsing COA). E- voorzieningen: 1 Dubbele wcd, 20 cm boven het aanrechtblad op een logische plek voor aansluiting van waterkoker (levering COA) en koffiezetapparaat (levering COA); 1 Enkele wcd ten behoeve van de koelkast, gesitueerd achter de koelkast; Alle wcd‟s in geaarde inbouwuitvoering. W- voorzieningen: 1 Wateraansluiting koud en 1 warm voor de mengkraan; Riolering; Aansluiting spoelbak op riolering; Standaard keukenmengkraan, voldoende hoog om een emmer onder te plaatsen. Pantry Standaard Uitrusting: De pantry bevat 1 onderbouw koelkast (levering en plaatsing COA); De pantry bevat 1 onderbouw vaatwasser (levering en plaatsing COA); De vaatwasser en koelkast dienen niet naast elkaar te zijn gesitueerd. E- voorzieningen: 1 Dubbele wcd, 20 cm boven het aanrechtblad op een logische plek voor aansluiting van waterkoker (levering COA) en koffiezetapparaat (levering COA); 1 Enkele wcd ten behoeve van de koelkast, gesitueerd achter de koelkast; 1 Enkele wcd ten behoeve van de vaatwasser, gesitueerd achter de vaatwasser; Alle wcd‟s in geaarde inbouwuitvoering. W- voorzieningen: 1 Wateraansluiting koud en 1 warm voor de mengkraan; 1 Wateraansluiting koud t.b.v. de vaatwasser; Riolering; Aansluiting spoelbak op riolering; Aansluiting vaatwasser op riolering; Standaard keukenmengkraan, voldoende hoog om een emmer onder te plaatsen.
1 van 37
Pantry Plus Uitrusting: De pantry bevat 1 onderbouw koelkast (levering en plaatsing COA); Het aanrechtblad heeft een minimale lengtemaat van (4 x 60 cm) = 240 cm en standaard diepte; Het aanrechtblad is voorzien van 1 inbouw elektrische kookplaat (levering COA, maten n.t.b.). Aan een zijde van de kookplaat is minimaal 30 cm vrij aanrechtblad ten behoeve van aflegruimte. Tussen kookplaat en spoelbak is altijd minimaal 60 cm vrij aanrechtblad aanwezig; Boven de kookplaat is een afzuigkap (levering COA) gesitueerd. De ruimte tussen bovenkant afzuigkap en bovenkant aangrenzende bovenkast(en) kan worden opgevuld door een bovenkastje. Indien er geen sprake is van een bovenkast, wordt deze ruimte voorzien van een verticaal blind demontabel paneelvlak. Aan de bovenzijde dient een horizontaal demontabel paneelvlak te worden bevestigd, voorzien van een ronde sparing voor de luchtafvoer via het dakvlak. E- voorzieningen: 2 Dubbele wcd, 20 cm boven het aanrechtblad op een logische plek voor aansluiting van waterkoker (levering COA) en koffiezetapparaat (levering COA); 1 Enkele wcd ten behoeve van de koelkast, gesitueerd achter de koelkast; 1 Enkele wcd ten behoeve van de kookplaat, afgezekerd op 16 Ampère en gesitueerd onder het aanrechtblad; 1 enkele wcd ten behoeve van de afzuigkap; Alle wcd‟s in geaarde inbouwuitvoering. W- voorzieningen: 1 Wateraansluiting koud en 1 warm voor de mengkraan; Riolering; Aansluiting spoelbak op riolering; Standaard keukenmengkraan, voldoende hoog om een emmer onder te plaatsen. Overigen: T.b.v. afzuigkap: aansluiting van de afvoer met harde aluminium leiding; T.b.v. kookplaat: opening in het aanrechtblad. De afmetingen worden in overleg met Opdrachtgever nader bepaald. Pantry Coffee corner Uitrusting: De pantry bevat 1 onderbouw koelkast (levering en plaatsing COA); De pantry bevat 1 onderbouw vaatwasser (levering en plaatsing COA); De vaatwasser en koelkast dienen niet naast elkaar te zijn gesitueerd;
2 van 37
Naast het pantryblok dient ruimte te zijn voor een koffieautomaat (levering en montage COA, zie Leveringen document).
E- voorzieningen: 1 Dubbele wcd, 20 cm boven het aanrechtblad op een logische plek; 1 Enkele wcd ten behoeve van de koelkast, gesitueerd achter de koelkast; 1 Enkele wcd ten behoeve van de vaatwasser, gesitueerd achter de vaatwasser; 1 Dubbele wcd ten behoeve van de koffieautomaat, gesitueerd achter de koffieautomaat; Alle wcd‟s in geaarde inbouwuitvoering. W- voorzieningen: 1 Wateraansluiting koud en 1 warm voor de mengkraan; 1 Wateraansluiting koud t.b.v. de vaatwasser; 1 Wateraansluiting koud t.b.v. de koffieautomaat; Riolering; Aansluiting spoelbak op riolering; Aansluiting vaatwasser op riolering; Standaard keukenmengkraan, voldoende hoog om een emmer onder te plaatsen.
3 van 37
Bijlage 3 PvE keuken
4 van 37
Algemene omschrijving De keuken in de woningen bevindt zich in een open verbinding met de woonkamer, dan wel in een aparte ruimte. Gezien het specifieke karakter van gebruik is gekozen voor een degelijke vandaalbestendigde uitvoering. De keuken is opgebouwd uit volkernplaten met een rvs-blad. De keuken bestaat uit onder- en bovenkastjes en een hoge kast.
Functionele omschrijving Algemeen Een keuken is altijd opgebouwd uit onderkasten, bovenkasten en een hoge kast. 1. Elke keuken bevat minimaal 8 kastjes voor de 8 bewoners van ongeveer gelijke omvang en minimaal ter grootte (BxH) van 1 bovenkastje, voorzien van een deurtje. 2. Een onderkast is aan de bovenzijde altijd afgedekt door het aanrechtblad. 3. Onderkasten en hoge kasten zijn voorzien van een plint (10 cm hoog), tenzij hier een koelkast staat. 4. Zowel onder- als bovenkasten zijn voorzien van een paneelvlak aan de achterzijde. 5. Het blad is voorzien van een inbouw gaskookplaat (levering en montage COA) met afzuigkap (levering COA). 6. Het blad is voorzien van een spoelbak. 7. Aan weerszijden van de gaskookplaat en spoelbak is altijd minimaal 30 cm vrij aanrechtblad ten behoeve van aflegruimte. Tussen gaskookplaat en spoelbak is altijd minimaal 60 cm vrij aanrechtblad aanwezig. 8. De keuken bevat 2 onderbouw koelkasten (levering en plaatsing COA) die onder het aanrechtblad dan wel in een hoge kast geplaatst worden. Ter plaatse van de koelkasten wordt geen plint toegepast: de koelkasten staan op de grond. 9. Indien gevelopeningen in keuken aanwezig zijn: aan weerszijden van een raampartij dient tussen de sponning en de afzuigkap dan wel bovenkastjes, minimaal 5 cm vrij gehouden te worden. De inrichting van de keuken mag de bediening en werking van het raam niet belemmeren.
Kasten Kasten (onderkasten, bovenkasten, hoge kast) - Alle kasten hebben een netto breedte van minimaal 60 cm. Eventuele restmaten voor zover niet kleiner dan 25 cm dienen eveneens te worden voorzien van een hoge kast dan wel onderkast én bovenkast. Restmaten kleiner dan 25 cm dienen afgetimmerd te worden. - Alle open delen (behalve ter plaatse van de koelkasten) zijn voorzien van deurtjes die 180 graden zijn te openen, voorzien van scharnieren van een zware kwaliteit die door en door bevestigd zijn aan kast en deur. De deurtjes zijn voorzien van een gat van 4 cm op een logische plaats waarmee de deurtjes te openen zijn.
-
-
-
-
De bovenkasten zijn 35 cm diep en 60 cm hoog, voorzien van een horizontale plank in het midden. De onderkasten zijn tevens voorzien van een horizontale plank in het midden. De hoge kasten zijn 60 cm diep en ca. 200 cm hoog (bovenzijde hoge kast = bovenzijde bovenkasten). De deuren van de hoge kasten staan in lijn met de deuren van resp. de deuren in de onder- (tenzij hier een koelkast staat) en bovenkasten. Dat betekent dat de horizontale belijning in de keuken doorloopt. De voorzijde van de onderkasten ligt 3 cm terug van de voorzijde van het blad. De onderkasten zijn voorzien van een doorlopende, terugvallende (15 cm diep) zwarte plint (10 cm hoog) die demontabel bevestigd is aan vloer- en onderkasten. De afstand tussen bovenkant aanrechtblad en onderkant bovenkastjes is 50 cm. De kasten zijn opgebouwd uit een massieve plaat waarvan de kern bestaat uit thermohardende harsen, homogeen versterkt met houtvezels. De platen zijn minimaal 15 mm dik. De toplaag bestaat uit een geïntegreerd decoratief oppervlak met houtnerfstructuur gebaseerd op gepigmenteerde harsen of een effen kleur. De kleuren zijn een nader te bepalen standaard kleur (t.z.t. te bepalen door opdrachtgever). De kopse kanten van de open zijden zijn gefacetteerd en in de kleur zwart. Ter plaatse van de spoelbak is de onderkast aan de voorzijde voorzien van een verticaal demontabel paneelvlak. Onder de sifon is een demontabel horizontaal paneelvlak bevestigd. De ruimte hieronder wordt gebruikt als onderkast. Ter plaatse van de afzuigkap zit geen bovenkastje. De ruimte tussen bovenkant afzuigkap en bovenkant aangrenzende bovenkast(en) wordt voorzien van een verticaal blind demontabel paneelvlak. Aan de bovenzijde dient een horizontaal demontabel paneelvlak te worden bevestigd, voorzien van een ronde sparing voor de luchtafvoer. Verticale demontabele panelen dienen blind bevestigd te worden. Alle bevestigingen van demontabele panelen bestaan uit torque of inbus.
Aanrechtblad -
-
Het blad heeft een diepte van 60-65 cm. Bovenkant aanrechtblad is 90 cm + bovenkant vloer. Het blad heeft een waterkering aan de voorzijde. De voorzijde van het blad steekt 3 cm voor de onderkastjes uit. De achterwand boven het aanrechtblad van de keuken is 50 cm hoog en voorzien van een brandvertragende, gladde, harde, eenvoudig te reinigen afwerking tot aan de onderzijde van de bovenkastjes en onderzijde afzuiger. Aansluiting tussen achterwand en aanrechtblad wordt d.m.v. een kitvoeg afgewerkt. Het blad is opgebouwd uit triplex materiaal (30 mm dik) waarover een rvs (AISI 304) bekleding, glad, voorzien van een enkele geïntegreerde rvs spoelbak (gepolijst) en kraangat. De spoelbak is minimaal L 40 x B 40 x D 18 cm voorzien van plug, stop, ketting en overloopvoorziening.
1 van 37
Afwijkingen MIVA- woningen De keukens in de MIVA- woningen wijken op onderstaande punten af van de overige woningen: - De keuken voldoet minimaal aan het Handboek Toegankelijkheid. - Elke keuken bevat minimaal 5 kastjes van ongeveer gelijke omvang en minimaal ter grootte van 1 bovenkastje. - De keuken bevat 2 hoge kasten van 60 cm diep en ca. 200 cm hoog. - De keuken bevat minimaal een onderkast. - De ruimte onder het blad tpv de gaskookplaat, tussen de gaskookplaat en de spoelbak evenals de ruimte onder de spoelbak is vrij van onderkasten. - Bovenkant aanrechtblad is gefixeerd op 80 cm + bovenkant vloer. - De diepte van de spoelbak is 10 cm. - De keukenmengkraan is voldoende hoog om een emmer onder te plaatsen. - Ter plaatse van het aanrechtblad dient zowel de spoelbak als de gaskookplaat aan de voor- en onderzijde demontabel afgewerkt te worden, zodanig dat rolstoelgebruikers geen hinder ondervinden in het gebruik. - Ten behoeve van de functionaliteit voor rolstoelgebruikers, wordt de sifon aan de achterzijde van de spoelbak geplaatst. - De wcd van de afzuigkap dient geschakeld te zijn op een 3 standenwand-schakelaar. - Zowel de wcd‟s als de schakelaars moeten vanuit een rolstoel bereikbaar zijn en mogen niet in het aanrechtblad zelf zitten. - De twee koelkasten staan in de hoge kasten, op de grond.
Leveringen COA Afzuigkap Voor specificaties zie overzicht leveringen COA. Door opdrachtnemer te verzorgen: Elektrapunt 230Volt (zie E- voorzieningen). Aansluiting op dakafvoer met harde aluminium leiding. Gaskookplaat Voor specificaties zie overzicht leveringen COA. Door opdrachtnemer te verzorgen: Gaskraan t.b.v. aansluiting kookplaat (zie W- voorzieningen). Elektrapunt 230Volt (zie E- voorzieningen). Opening in aanrechtblad t.b.v. de gaskookplaat. De afmetingen van de binnenzijde van de gaskookplaat zijn B 55,5cm x D 47,5cm x H 4,5cm. Koelkast Voor specificaties zie overzicht leveringen COA. 2 van 37
Door opdrachtnemer te verzorgen: Elektra-aansluiting (zie E- voorzieningen).
E- voorzieningen Te voorzien door opdrachtnemer: 1. 4 Dubbele wcd 20 cm boven het aanrechtblad, evenredig verdeeld over de wand en op een logische plek. 2. 1 Wcd ten behoeve van afzuigkap, gesitueerd achter het demontabel paneelvlak. 3. 2 Enkele wcd‟s ten behoeve van de twee koelkasten, gesitueerd achter de koelkast. 4. 1 Wcd ten behoeve van de kookplaat. 5. Alle wcd‟s in geaarde inbouwuitvoering.
W- voorzieningen 1. 2. 3. 4. 5.
1 Wateraansluiting koud en 1 warm. 1 Gasaansluiting. Riolering (wandaansluiting ligt achter het demontabele paneelvlak). Aansluiting op afvoerkanaal. Standaard keukenmengkraan, voldoende hoog om emmer onder te plaatsen.
3 van 37