TECHNISCH BULLETIN VERENIGING BADMINTON OEFENMEESTERS
Jaargang 35 NR 2
TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 2
Inhoud:
Hoera, een nieuwe medewerker Op dinsdag 29 april ’14 heeft het bestuur overleg gehad met Mike Kost over een functie binnen het bestuur van de VBO. Het overleg was heel intensief en Mike gaf blijk iemand te zijn met inzicht in bepaalde zaken waarin de VBO nog geen actie heeft genomen. Wij hebben Mike getracht inzicht te geven in de wijze waarop de VBO bestuurd wordt en met wat voor groep bestuurders hij moet samen werken. Aan het einde van het overleg heeft Mike aangegeven ons te willen hel pen en te willen werken aan de P. R. van de vereniging. Door een aantal opmerkingen van Mike heeft het bestuur de overtui ging gekregen dat hij dit met de nodige animo zal doen. Wij wensen Mike met deze zware taak veel succes en zullen hem, daar waar we kunnen, natuurlijk onder steunen. Bill Boshoven TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 3
Blz 3
Hoera, een nieuwe medewerker
Blz 4
Bijscholing 13 september
Blz 7
GRIT.... Iets voor badmintonners?
Blz 8
Bijscholing Yonex Kids Games
Blz 12
AantekeningenYonex Kids Games
Blz 14
Informatie over Yonex Kids Games
Blz 16
Bijscholing Dames Dubbelspel
Blz 21
Tessa en Inge Reuling over de bijscholing Dames Dubbelspel
Blz 21
Indra Strijbos over de bijscholing Dames Dubbelspel
Blz 23
Hulpmiddel voor een juiste slag
Blz 24
Henri Vervoort: Maakt het uit?
Blz 30
Jaap van Praag: Honderd wedstrijden in één leven
Blz 33
Franse dvd nr 2
Van de voorzitter. Beste leden, dit is alweer een fraai exemplaar. De uitvoering van het voorblad is van uitzonderlijke klasse. Mijn complimenten voor de ontwerpster. Ook de inhoud is uitgebreid en boeiend. In de periode die tussen de voorlaatste editie en nu ligt heeft de VBO niet stil gezeten. Zoals u in dit Technisch Bulletin, op bladzijde 19, kunt lezen hebben de VBO en Badminton Nederland hun vernieuwde samenwerking geformaliseerd. Ook hebben we de daarbij horende kwaliteitseisen bijgesteld naar de huidige werkwijze. In het bestuur werd iemand gemist die zich thuis voelde op het terrein van Public Relations. Het bestuur denkt dat het met de medewerking van Mike Kost beter zal gaan lopen in de toekomst. Ook Mike heeft tijd nodig om zich in de materie te verdiepen en met een goed stappenplan te komen. Verder heeft het bestuur contact genomen met Clemens Wortel, voorzitter van Badminton Nederland.
Wij, het bestuur, vinden het jammer dat we geen invloed hebben op de inhoud van de opleiding van onze leden. Vroeger, zoals je kunt lezen in het verslag van het bezoek aan Hans van Praag, was dat wel het geval. Op de badmintonconventie van 14 juni 2014 in Amersfoort hebben Clemens en ik een afspraak gemaakt om elkaar nader te spreken. De bijscholing van Guus zal bijzonder interessant worden. Periodiseren is iets dat van groot belang is voor de trainer die zijn/ haar club goed de competitie in wil leiden, op de juiste momenten weet te pieken, daarna de juiste rust belasting weet te vinden om daarna zijn/haar pupillen gereed te maken voor het toernooien seizoen. Ruud is heel druk met het vullen van de bijscholingen voor 2015. De ideeën zijn er maar de invulling vergt nog veel werk. Verder heb ik nog een oproep voor een vrijwilliger die denkt dat hij mijn functie, voorzitter, wil en kan overnemen. Het is een functie die tijd en betrokkenheid vergt. Inzicht in de badmintonwereld is ook van belang.
Bijscholing 13 september 2014. Periodisering en krachttraining. Door: Guus van de Vlugt en Fred Besselink(inleiding). Op 13 september a.s. zal Guus van der Vlugt een bijscholing voor de VBO geven met als onderwerp “Periodisering en krachttraining”. Guus is in badmintonland niet onbekend. In 1981 werd hij Nederlands kampioen in het enkelspel. Zijn rijtje met titels maakte hij compleet door in 1976 met Marjan Luesken (thans Ridder)de titel in het gemengd dubbel en in 1979 met Herman Leidelmeyer de titel in het herendubbel voor zich op te eisen. Een unieke prestatie, titels in alle onderdelen van het badmintonspel! We zijn dan ook blij, dat Guus bereid is voor ons een bijscholing te verzorgen.
Het Nederlandse team, zoals dit deelnam aan de EK in Groningen: Piet en Rob Ridder, Han Nacken, Steen Sörensen, Joke van Beusekom, Guus van der Vlugt, Marja Ridder, Hanke de Kort, Marjan Luesken, Herman Leidelmeyer en Richard Pal.
Op deze bijscholingsdag zal ook Koen Rissewijck acte de présence geven. Hij zal ons iets vertellen en laten ervaren over “Grittraining”. Over dit onderwerp leest u elders in dit blad meer. Koen speelt bij de Ulftse BC op tweede divisieniveau en geeft les bij een
fitnesscentrum en kan als geen ander een dwarsverband aanbrengen tussen Grittraining en badminton. Wellicht kan hij de Grittraining een plaatsje geven binnen de periodisering, waar Guus ons over zal vertellen.
Koen Rissewijck TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 4
Guus over zijn bijscholing: Op de bijscholing van 13 september zijn de onderwerpen periodisering en krachttraining. Omdat één dag te kort is om deze onderwerpen goed onder de aandacht te brengen volgt hier alvast wat studiemateriaal. Het is absoluut noodzakelijk dat je wanneer je de bijscholing gaat volgen dit artikel goed doorneemt en ook de Excelspreadsheet zo volledig mogelijk invult. Als je vragen hebt neem je ze mee naar de bijscholing. De periodisering gaat volgens een aantal stappen waardoor je op een verantwoorde manier het trainingsplan voor een jaar vastlegt. 1. Inventarisatie van de uitgangssituatie van de training Hierin leg je het volgende vast: Speler: Leeftijd, trainingsleeftijd, biologische leeftijd, sekse, prestatieniveau (competitieklasse, ranglijst ), motivatie, sociale situatie, intellectueel niveau, verwachtingen, persoonlijke doelen. Situatie: Trainingsfrequentie, accommodatie, trainingsgroep, begeleiding (trainer, coach, fysio etc.), reistijd, sponsoring, financiën etc. 2. Analyse van badminton en de speler Je ontleedt badminton in de technische, tactische, fysieke (uithoudingsvermogen, snelheid, kracht en de combinaties hiervan) en mentale factoren. Het is m.i. van belang om jouw speler te vergelijken met het niveau van spelers die een niveau hoger spelen. Het heeft weinig zin een eerste jaar senior zijn te vergelijken met een speler van Olympisch niveau. Als je dit weet kun je het vertalen in de sterke en zwakke punten van de speler op basis van prestatiebepalende factoren die voor badTECHNISCH BULLETIN VBO pagina 5
Deze foto van Guus is van recenter datum. Hier zien we hem als aandachtig luisteraar met links op de foto Willem Hackenitz.
minton nodig zijn. Tevens zou het kunnen dat de prestatiebepalende factoren niet goed of niet op het juiste tijdstip op elkaar zijn afgestemd. Ook kan het zijn dat een prestatiebepalende factor onderontwikkeld is. Door deze te trainen kan men beter gaan presteren. Met andere woorden, na analyse van prestatie bepalende factoren ontstaan onder andere de trainingsdoelen. 3. Doelstelling voor het komende seizoen Het doel is belangrijk om de weg uit te kunnen zetten om dit doel te bereiken. Dit kan zijn: Een verhoging van het spelniveau op technisch, tactisch, fysiek of mentaal gebied of een combinatie hiervan. Doelstellingen als: kampioen van Nederland, plaatsing voor de Olympische Spelen, bij de eerste 20 van de wereld zijn m.i. geen juiste doelstellingen omdat je altijd afhankelijk ben van een loting en deze “doelstellingen” een gevolg zijn van de verhoging van het spelniveau. 4. Bepalen van de trainingsdoelen per periode
Deze doelen worden in volgorde van belang gezet, meestal beginnend met de zwakke schakels. Deze zwakke schakels bepalen de sterkte van de ketting (prestatie) en zullen verbonden moeten worden met de sterke schakels om de prestatie naar een hoger niveau te tillen. Beschrijf de doelstellingen zo concreet mogelijk ook i.v. m. het testen. 5. Testen, analyseren en evalueren van de progressie Bij het testen zullen we testen moeten kiezen die daadwerkelijk afgestemd zijn op badminton. Tevens zal de test moeten voldoen aan validiteit, betrouwbaarheid en objectiviteit. Wedstrijden, resultaten kunnen ons informatie geven of we op het juiste spoor zitten qua progressie. Evalueren wil zeggen dat we het resultaat vergelijken met de gestelde doelen. Hieruit kunnen we concluderen dat een sporter vooruit is gegaan in bijv. uithoudingsvermogen, kracht, snelheid, lenigheid, technisch, tactisch en mentaal. Hierdoor ontstaat een nieuwe uitgangssituatie, met nieuwe gegevens. Door dit proces op deze
manier uit te voeren groeit vanzelf de analyse van de elementen die meer of minder training behoeven. Hierdoor ontstaan weer nieuwe trainingsdoelen waardoor accenten binnen de training verlegd kunnen of moeten worden om het uiteindelijke doel te bereiken. De testen worden in de jaarplanning opgenomen, meestal aan het begin en einde van een periode 6. Planning Bovenstaande zal zodanig gepland moeten worden dat we één of meer fases hebben van voorbereiden, wedstrijden, overgang of vakantieperiode. Dit noemen we plannen door middel van een periodisering- of een jaarplan. Dit jaarplan vormt een basis voor de samenstelling van het trainingsprogramma. We kunnen een keuze maken uit verschillende soorten periodiseringmodellen voor onder andere: Jeugd - Tschiene Beginners Verenigingssporter - Matwejev Gevorderde speler - Tschiene Topspeler - Kreer-Popov Blokorganisatie - Werchoschanski De keuze wordt bepaald door de speler en de situatie. 7. Bepalen van de trainingsmethoden per periode We onderscheiden in de sport vier trainingsmethoden: Duurmethode: Training zonder pauze bijv. 30 min. vlinderen Intervalmethode: Training met onvolledig herstel tussen de series (melkzuur), bijv 8 x 45 sec schaduwtraining. Herhalingsmethode: Training met volledig herstel tussen de series door bij bijv. snelheidtraining Wedstrijdmethode: Spelvormen met een accent op een onderdeel of een opdracht.
8. Uitwerken van de trainingsmiddelen per periode ten aanzien van de vijf belastingcomponenten Afhankelijk van de gekozen trainingsmethode worden de belastingcomponenten ingevuld: Prikkelomvang: Hoeveel slagen per serie, hoeveel series. Hoeveel herhalingen en series bij krachttraining Prikkelintensiteit: Hoe hoog is de intensiteit: percentage van de hartfrequentie of van een maximaaltest. Bij snelheidtraining altijd maximale bewegingsnelheid Prikkelduur: De duur van één serie. Van belang voor het energiesysteem. Prikkeldichtheid: de duur van de pauze tussen de series. Prikkelfrequentie: Aantal trainingen per week 9. Bepalen van de trainingsmiddelen per periode gekoppeld aan de soort oefenvormen Algemene oefenvormen: niet badmintonspecifiek bijv. in een bootcamptraining of algemene krachttraining Veelzijdig doelgerichte oefenvormen: De snelheid en de krachtinzet zijn zo veel mogelijk hetzelfde als in badminton. Alleen de beweging kan verschillen (squash, loopvormen) Specifieke oefenvormen: Badmintonvormen Wedstrijdvormen: Spelvormen met een accent op een bepaald aspect. In de planning moeten we rekening houden met de algemene en specifieke trainingsprincipes zoals: Overloadprincipe: Belasting moet zwaarder worden om progressie te boeken. Wet van de verminderde meeropbrengst: Naarmate het niveau
stijgt, zal de progressie steeds minder worden. En juist voor die kleine progressie moet er nog harder getraind worden. Belasting en herstelprincipe: Elke soort training heeft zijn eigen hersteltijd nodig. Van techniektraining herstel je sneller dan van een verzurende training. Specificiteitprincipe: Je wordt alleen beter in dat wat je traint. Opdracht Periodisering ( de sheet wordt aan de deel nemers opgestuurd) 1. Vul in de sheet de competitie, bekerwedstrijden en toernooien per kolom in die de speler gaat spelen. 2. Geef in de kolom Periode de soort periode in: a. VP1, VP2, VP3: Voorbereidingsperioden voor het seizoen waarin van VP1 naar VP3 getraind wordt van algemeen naar specifiek. b. WP als voorbereiding op competitiewedstrijden (één week) c. TP: als voorbereiding op toernooien één tot twee weken d. OP: Periode waarin de speler afkickt en uit vorm gehaald wordt. e. TWP: Periode tussen twee wedstrijdperioden in tijdens het seizoen. 3. Vul in de kolommen globaal de inhoud van de training in onderverdeeld in fysiek, techniek, tactiek en mentaal. Voorbeelden: Fysiek: Herh.Snelheidstraining 30 x 10 slagen Techniek: Serveren dubbel laag + flick 200x Tactiek: Wedstrijd: single accent op verdedigen 20 min. Mentaal: Visualisatie bewegingspatroon backhandnetdrop 20 keer.
TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 6
GRIT ......Iets voor badmintonners ? Op mijn vereniging verzorgde Koen Rissewijck enkele maanden geleden een gasttraining bij de selectiegroep, die ik train. Het was een zogenaamde Grittraining. Koen werkt dagelijks in Doetinchem in een fitnesscentrum en heeft de training aangepast voor een training in de hal aan badmintonners. Hij maakte hierbij gebruik van begeleidende muziek en zorgde ervoor, dat er niet al te veel hulpmiddelen nodig waren, die normaliter niet in een sporthal te vinden zijn en probeerde tevens de training zo badmintonspecifiek mogelijk te maken. Koen speelt als badmintonner op tweede divisieniveau en kan dus als geen ander de link leggen met onze sport. Wat is Grit training? “A repeated bouts of short to mo derate duration exercise at an in tensity above your anaerobic thres hold followed by periods of recove ry” Het gaat hier dus om een vorm van intervaltraining, die zich voornamelijk afspeelt boven de anaerobe drempel. Deze vorm van training is uitdagend, de muziek motiveert en één van de belangrijkste voordelen is, dat het lichaam ook traint tijdens de intervallen, omdat er dan sprake is van Excess post exercise oxygen consumption. Dit houdt in, dat het lichaam nog op hoog niveau blijft acteren, ook nadat de oefening is afgelopen. ( de zogenaamde Afterburn) Je traint dus, zonder dat je beweegt. Dat is effectiever dan dat je de
TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 7
oefeningen langer laat doorlopen. De oefeningen vinden plaats (vuistregel!!) gebruikmakend van ongeveer 75% van je Maximale hartfrequentie en je Maximale zuurstofopnamecapaciteit ( respectievelijk je HF Max en je VO2 Max). Bijkomend voordeel is, dat er tevens vetverbranding plaatsvindt, iets wat in andere vormen van anaeroob trainen minder het geval lijkt te zijn. GRIT is een nieuw fitness aanbod, met een duidelijke focus op team training. Bij GRIT wordt er in rela tief kleine groepen getraind. We tenschappelijk onderzoek toont aan dat high intensity interval training, waar GRIT op is gebaseerd, de re sultaten levert die de resultaten van conventionele training overtreffen: · GRIT zorgt dat je harder werkt en het langer volhoudt. · GRIT daagt je uit om je fitnessgrenzen te verleggen. · GRIT heeft een specifieke structuur, waardoor je nooit een trainingsplateau bereikt. · GRIT zorgt dat je ook uren na de training nog calorieën verbrandt. · GRIT is de snelste manier om vet te verbranden, met behoud van spiermassa.
GRIT binnen duurt slechts 30 minuten maar vergis je niet, deze training is zo ontworpen om op een effectieve en efficiënte manier vet te verbranden, in No-time je atletische capaciteit te vergroten en je conditie verbetert. De reacties van mijn trainingsgroep waren veelal positief. In periodes, waarbij je geen wedstrijden op het programma hebt staan, lijkt het een uitstekend middel om je conditie te verbeteren. Mijn spelers klaagden wel over lichte spierpijn na de training van Koen, Waarschijnlijk is die spierpijn ontstaan, omdat ook spiergroepen worden aangesproken, die normaliter bij het spelen van badminton minder worden getraind. Misschien kan Koen ons in de toekomst (op de bijscholing van 13 september) laten zien, wat Grit training voor ons kan betekenen. In de sportschool wordt tijdens de training gebruik gemaakt van gewichten en stepplankjes, Koen heeft de training zo ingericht, dat er ook zonder deze hulpmiddelen een goede training kan ontstaan.
Door: Fred Besselink
Bijscholing Yonex Kids games: Een schot in de roos..... Door: Fred Besselink, met aantekeningen van Paula Rip.
Bijscholing Yonex Kids Games Datum: Zaterdag 8 februari 2014 Locatie: Sporthal Nieuw Welgelegen, Utrecht Grebbeberglaan Utrecht
13,
3527
VX
Docent: Paula Rip
Fred Besselink opent de bijscholing. Hij doet een beroep op alle aanwezigen, om via het T.B. kennis Paula Rip op haar best. Docerend te delen en hoopt, dat de schroom om te publiceren langzamerhand Ze geeft aan, dat ze de aantekegaat verdwijnen. ningen van de dag door zal sturen naar de deelnemers. In dit verslag Op de website van de V.B.O. staat zullen haar aantekeningen ook een trainerslijst van de leden met worden gepubliceerd. daarbij genoemd hun gradatie. Als je geen lid van de VBO bent, De YKG zijn ontwikkeld door de staat je naam er echter niet tus- bond. Het staat opgenomen in het sen (een extra reden, om snel lid strategisch beleid (2009-2012). te worden). De doelgroep is 8 tot 15 jaar. Als je op de lijst wilt komen te Daarna gaat ze in op het ontstaan staan, moet je dit bij Michel Wolf van de Yonex Kids Games. (Hieraangeven en ook duidelijk maken na te noemen YKG) welke gegevens er wel en iet ge- Voorafgaand aan de ontwikkeling publiceerd mogen worden. van de YKG heeft er onderzoek Dit i.v.m. de wet op de privacy. plaatsgehad naar het sportaanbod voor onze jeugd. (Onder meer Daarna stelt hij de docent van door Sport4youth, NOC/NSF en deze dag voor. Paula Rip is al jaren door Keessie). bezig binnen de badmintonsport. Jacques van Rossum heeft onderZe is van de lichting Erica van Dijk zoek gedaan naar de interne en en Eline Coene en heeft jarenlang externe sportmotieven van de internationaal gespeeld. jeugd. Ze doorliep de Sportacademie, was werkzaam voor Badminton Ook is er navraag gedaan bij Nederland (toen nog de N.B.B.) Toptrainers, trainers, clubs, de en was ook jeugdbondscoach. werkgroep jeugd en deelnemers.
voor de groep. Na het gereed komen van het draaiboek zijn er pilots gehouden in het land. Yonex ondersteunt het project financieel en met materialen. Van belang is, om je te realiseren waarom kinderen al dan niet lid worden of blijven van een badmintonclub. Kinderen willen lekker bewegen. De oefenvormen dienen niet te gemakkelijk te zijn, maar ook niet te moeilijk. We moeten als lesgevers rekening houden, met het feit, dat er kinderen zijn die gewoon lekker willen “spelen”, maar dat er ook kinderen zijn die prestatiever zijn ingesteld en zich willen meten met een ander. Ook dien je als vereniging te beseffen, dat sommigen éénmaal of tweemaal trainen ruim voldoende vinden en dat anderen vaker aan de bak willen.
TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 8
Probeer de beweging uit de oefening zelf voort te laten komen. Het eigen voorbeeld van de trainer/ begeleider blijft van het grootste belang. Opmerking: De V.B.O. is met volleybaltrainer Marinus Wouterse in onderhandeling om te komen tot een bijscholing “Impliciet leren”. Houd dus de website in de gaten!!!!
Als je echter kinderen binnen hebt, dan is het zaak om ze ook wat te bieden, er moet een plaats voor ze zijn. Dit trekt een grote wissel op het technisch kader van een vereniging. Vaak moeten kinderen wennen aan het spelen van competitie. Er bestaat soms schroom om hieraan te beginnen. De rol van de ouders is hierbij van groot belang.
den op 3 banen ook vaardigheidcircuits gehouden. Mikvormen kunnen ook buiten de baan plaatsvinden, maar het verdient aanbeveling om alles in één ruimte te organiseren, zodat ze elkaar kunnen zien. Welke onderdelen kent het vaardigheidcircuit?
Sommige ouders gaan lekker boodschappen doen, als hun kinderen aan het trainen zijn, maar hebben niet de tijd of ambitie in het weekend ook nog eens bezig te zijn met hun badmintonnende kinderen.
We hebben hier uiteraard spelmaterialen voor nodig. Die kunnen wellicht geleend worden bij de sporthal of bij een gymvereniging. Ook BNL heeft mogelijkheden! Wat heb je nodig om de YKG te • Hooghouden (alleen, samen, organiseren? met shuttles, ballonnen, middels • Zaalruimte. Spreek goed af een oefening zonder keuze enz.) wanneer (dag en tijd) en hoe lang (tijdsduur) • Mik- en trefvormen • Een werkgroep binnen de vere• Afstand slaan niging, die de organisatie op zich • Loopvormen • Tactiek (hard slaan, zachtjes neemt. slaan, slaan waar de tegenstander niet staat, voor en achter slaan enz. Het is de bedoeling, dat de kinderen voorzichtig kennis maken met tactiek. Wat is het gevolg van hun eigen handelen?) • Oefeningen, waarbij gebruik wordt gemaakt van spelmateriaal. • 4 samenwerkende vereniginBijvoorbeeld: Houten blikken, gen. (Het kan ook met minder waarin gemikt wordt, een groot verenigingen. bord, waarop gemikt wordt vol- Voordeel van 4 verenigingen is, gens een bepaald puntensys- dat je 4 maal kunt deelnemen, teem.) terwijl je zelf maar éénmaal hoeft Probeer impliciet aan te leren, te organiseren.) door middel van “dwingende situaties”. • Begeleiding. Bijvoorbeeld van ouders, oudere jeugdleden, van mensen, die een maatschappelijke stage lopen.) • Financiën. De YKG hoeven niet duur te zijn. Als je gebruik maakt van de reguliere uren en je eigen begeleiders blijven de kosten binnen de perken.
Als de locatie waar gespeeld wordt kort bij huis ligt is dat een voordeel. Het is ook van belang, dat er bij de YKG niet teveel regels zijn. Dat houdt in, dat de begeleiders flexibel moeten zijn en per situatie moeten kunnen handelen. De YKG bestaat uit een basiscircuit met minigames en een toernooi.
Het toernooi: • Er wordt gespeeld in poules • Een team bestaat uit 4 spelers per team, jongens en meisjes. • Leeftijd bij elkaar of sterkte bij elkaar • Enkelspel en dubbelspel • Spelen op tijd. De YKG kunnen bestaan uit een toernooi (op 3 banen) en er wor-
TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 9
• Promotie, PR/website. Geef ruchtbaarheid aan je evenement. We zijn daar als clubs vaak veel te bescheiden in. • Een planning (4x per seizoen bijvoorbeeld). Sluit dit goed kort met de andere deelnemende verenigingen. • Ondersteuning door Badminton Nederland. (Er is een map van de YKG, met hierin onder meer een Dvd, certificaten, evaluatieformulier, voorbeeldbrieven, speelschema’s en teamformulieren. ) Maak ook gebruik van kennis en ervaringen van andere verenigingen.Ook op de website is informatie te vinden. Leenmaterialen zijn aan te vragen bij de bond. Het effect van de YKG is, dat de spelers en de trainers constant een doel hebben, waar ze naar toe werken. Je begint met trainen, na enige tijd volgen de YKG (1) en vervolgens wordt er weer getraind, gevolgd door de YKG (2) Telkens worden bij een nieuwere versie van de YKG de vaardigheden in het circuit wat moeilijker, zodat er vanzelf een soort leerlijn ontstaat.
Wie mikt er beter? De spelers ervaren steeds meer succes bij de bekende vaardigheden en doen nieuwe ervaringen op bij de daaropvolgende oefeningen. Paula geeft aan, dat we in de praktijk van deze middag gebruik maken van 3 banen. Op baan 1 wordt geoefend met houten materialen, op baan 2 wordt er met houten materialen geoefend, waarbij ook andere materialen aan bod kunnen
komen en op baan 3 wordt er bezig gegaan met wedstrijdvormen. Naast de banen 1 tot en met 3 is er dan ruimte voor circuitvormen. Paula gaat in op de leeftijdskenmerken van de jeugd en stelt de vraag wat de kenmerken zijn van de jeugd van 8 tot 12 jaar. Enkele kreten die daarbij door de trainers genoemd worden zijn: “Ze willen veel bewegen”, “ Ze zijn motorisch soms niet al te sterk”, “Ze kunnen zich soms slecht (en maar kort) concentreren”, “Ze zijn speels” en “Ze willen leren” De consequenties van deze opmerkingen voor de les: • Laat ze veel bewegen • Maak de oefeningen niet te moeilijk • Geef een korte, duidelijke instructie • Laat de oefeningen niet te lang duren • Bied een breed scala aan oefeningen aan • Wees duidelijk! • Doe een beroep op het samenwerken TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 10
Over de leeftijdsgroep van 12 tot 15 jaar worden de volgende opmerkingen gemaakt door de trainers: “Ze hebben een eigen mening”, “Sommigen willen niet of met tegenzin aan loopvormen doen”, “Ze weten meer, nemen initiatieven”, “Tactiek wordt belangrijker”, “Negatieve rol van de sociale media op de mobieltjes. De consequenties voor de lesgever: • Overleg meer met de groep • Leg meer uit over het hoe en waarom van een bepaalde oefening • Besteed meer aandacht aan de tactiek • Maak afspraken over het gebruik van de telefoon. Bijvoorbeeld: Als we een korte pauze inlassen, dan mag je even gebruik maken van je mobiel, tijdens de les niet. (Las dan wel een pauze in!) • Doordat sommige kinderen duidelijk in de groei zijn, moet je soms de belasting aanpassen. Vervolgens geeft Paula in overleg met de aanwezige trainersgroep allerlei voorbeelden van de wijze waarop je om kunt gaan met de verschillende onderdelen van de YKG. (hooghouden, mik- en trefvormen, afstand slaan, loopvormen en tactiek. Deze vormen kunnen in het praktijkgedeelte worden uitgewerkt. Opmerking: Zo nodig moet de maat van het racket worden aangepast aan de mogelijkheden van het kind (spelen met een miniracket bv.) Ook is het van groot belang, dat je de oefeningen aanpast aan wat de kinderen kunnen. Duidelijk afspreken wat de regels zijn. Deze regels kunnen zelfs gedurende het evenement worden aangepast.
TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 11
Het organiseren van de YKG vraagt het nodige van de deelnemers en de begeleiders: • De begeleiders moeten werken met verschillende niveaus van spelen • Ze moeten kunnen inspelen op het individuele kind. Er zijn kinderen met gedragsstoornissen. (PDD-NOS, ADHD). De redactie van het TB zal een stukje schrijven over de meest voorkomende stoornissen en hoe daar mee om te gaan. • De kinderen krijgen te maken met verschillende trainers, begeleiders en ouders • De organisatoren moeten oefenstof en informatie verzamelen. Daarbij kunnen ze samenwerken met bijvoorbeeld een Combinatie Functionaris. Veel gemeenten kennen deze functie. Je kunt ze als vereniging inschakelen om allerlei projecten te begeleiden. Dan is er het project “Sla je slag”, waarbinnen vier racketsporten (Tafeltennis, Badminton, Tennis en Squash) samenwerken om kinderen te motiveren om een slagsport te doen. Er zijn flyers over dit project, aan te vragen bij Badminton Nederland. • Voor meer informatie kun je terecht bij:
[email protected]
• Kijk op www.badminton.nl voor de YKG • Er is een draaiboek gemaakt door BC Mix. Dit draaiboek is opvraagbaar. • Zet een verslag van je evenement in het digitale krantje “CLEAR!”. • Zet filmpjes van de YKG op “You tube”. De kinderen zullen dit waarderen. In de praktijksessie gaan de trainers vervolgens oefeningen ontwikkelen, die de kinderen later op de dag moeten uitvoeren. Het wordt een leuke en inspirerende middag, waarvoor we Paula dank verschuldigd zijn. Paula heeft alle deelnemers aan de studiedag haar aantekeningen opgestuurd. Ik heb ze dan ook bij dit artikel gevoegd, voor alle trainers, die er niet waren. Ook heb ik de flyer van Badminton Nederland toegevoegd. Natuurlijk is er dan nog de DVD. Alle deelnemers krijgen hem toegestuurd, maar voor de andere geïnteresseerden is de DVD te bestellen bij onze toko. Tot slot is er dan nog het beloofde artikel over gedragstoornissen bij jeugd. Hopelijk vormt dit een totaalpakketje waarmee iedereen uit de voeten kan.
Yonex Kids Games, bijscholing 8 februari 2014. Aantekeningen: Paula Rip a. Power point presentatie: zie Technisch Bulletin tekst
punten telling, doordraaien, hoe vaak proberen etc)
b. Yonex Kids Games actieve verenigingen in Nederland:
- Wil je info, kijk op www.badminton.nl : http://jeugdbadmintonnederland.nl/yonex-kids-games/
2012: DKC en Voorburg samen, Den Haag 2013: BC Raak ‘m, Grou 2013, BCH, BV De Maasshuttles, HBV en ABC, Den Bosch 2013: materialen pakket is vanuit bondsbureau Nieuwegein uitgeleend aan: BV Putten BECA2000 BV Almere ’t Vennewater BC Bavel SV Fier Olympia Ochten BC IJsselstad c. Organisatie Games:
- Werkboek: 1 per vereniging gratis aan te vragen op het bondsbureau - Voorbeelden bij andere verenigingen opvragen (als je dat wilt)
Algemene tips voor trainers:
Yonex
Kids
- Plaatje-Praatje-daadje: kijk, dit gaan we vandaag doen! maximaal 3 zinnen, dan de baan op. Tweede ronde oefenen: geef dan meer aanwijzingen erbij
of racket weg gooien, kauwgom in mond oid, doen kinderen gewoon na - Begin de training met elkaar en sluit de training af met elkaar (kop en staart), maak er een groep van - Let op goede zaalschoenen (soms zwarte zolen in de zaal, mag niet) - Blijf de leider van de groep, maar sfeer in de groep is belangrijk, jij samen met de kinderen - Fout gedrag kind: 1e keer= waarschuwing, 2e keer= even aan de kant, als het kind weet wat er fout ging kan het na 1-5 min weer mee doen, 3e keer=aankleden, altijd in de sportzaal blijven in het zicht van de trainer (verantwoordelijk voor kind)
- Liefst 4 verenigingen bij elkaar - Vaardigheidscircuit en een toernooivorm naast elkaar organiseren (toernooi baan is 5e/6e station) – hebben we niet geoefend tijdens deze scholingsdag - Proef draaien op je eigen vereniging - Reken van de voren uit hoeveel kinderen mee kunnen doen (hoeveel tijd en hoeveel banen?) - Oefeningen aanpassen aan niveau van de spelers: spreek dit goed af met de verenigingen waarmee je wilt samen werken, ook met je mede organisatoren (van eigen club) goed afstemmen welke oefeningen (gooien, slaan,
- Loopt het - lukt het - leert het: eerst moet de oefening lopen, dan kijk je of de kinderen de oefening goed doen/snappen en dan ga je verbeteringen aanbrengen om ze het goed te leren - Doe de beweging goed en helemaal af voor (kinderen onthouden beweging beter dan verhaal) - Let op de lijnen: opspelen is altijd van achter de servicelijn (en niet op de lijn staan dus) - Trainers hebben een voorbeeldfunctie: juiste kleding, veters vast, fatsoenlijk woordgebruik, opruimen spullen. Nooit shuttle tegen spelers slaan
- Betrek ouders bij niet gewenst gedrag van kind (hoe is het kind? Waarom gaat het fout in de groep? Wat kunnen we er aandoen om het kind te helpen en de groep niet te laten storen?) - Hulptrainers: ouders, oudere jeugdleden. - Hulp organisatie/training geven voor de club: combinatie functionarissen vanuit de gemeente (vraag na wat de mogelijkheden zijn voor je club), CIOS/ALO studenten met stage opdrachten TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 12
- Didactisch klimaat moet goed zijn: veilig, dus niet pesten,maar gezellig en met elkaar. Op school leren de kinderen van alles: neem de goede voorbeelden over voor de vereniging, tijdens de trainingen. Kinderen kunnen meer zelf doen dan je denkt!
- Gooi fluffy balletjes erg leuk (rollen niet weg) - Eerst gooien en later slaan is goede opbouw - Ballonnen ook voor oudere spelers leuk voor een keer (niet voor punten tellen)
- Jeugdactiviteit die heel leuk is: Mission Olympic (schoolsport voor het voortgezet onderwijs, regionale voorronden en finale in Olympisch Stadion: info via je eigen jeugd van VO of www. schoolsport.nl van de KVLO
- Geef jeugd emotie in de training: je mag ze best wat/veel vragen (als ze moe zijn is dat echt niet erg), daarna kan je een compliment geven voor hun inzet. We leven te vaak in een watjes cultuur (moe, ik doe niet meer mee….Dan probeer je het nog een keer! Hup!) Station 1: ver slaan - Veiligheid (spelers staan uit elkaar, rackets elkaar niet raken) - Geef duidelijk begin en einde van de vorm aan - Wijs je gooi na naar voren (anders gooien over hoofd naar achteren, gebeurt met licht gooi-materiaal): gooien bovenhands kan je harder doen en beter naar voren richten TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 13
- Altijd één shuttle in de hand, geen shuttles in de broekzak
Station voetenwerk - Lijnenspel, tikspel met lopen over lijnen , leuk en intensief - Grote kinderen bewegen onhandiger (soms): let op balans in bewegen
- Goedkoop spelmateriaal: bij de Action, Blokker voor placemats (uitknippen rondjes voor mikvormen op de baan of voeten uitknippen voor aanleren voetenwerk, glijden niet en je kan er ook niet over struikelen op de baan) - Mikdoelen: PVC buis met diameter 15 cm of zo kopen, snijden (ipv blikken soep)
- Mikken: maak het raakvlak groot genoeg (brede blikken of maak er een cirkel van). Moeilijker is: mikvlak kleiner maken, afstand van mikken groter maken, 10 shuttles bv op tijd mikken (tijdsdruk)
- Neus naar voren in vooruit lopen en in achteruit lopen (kijk naar de tegenstander)
Station hooghouden/treffen, mikken met materialen
- Na eerste keer vorm met lopen (lukt het), accent leggen op: nu goed badmintonachtig lopen (uitleggen hoe)
- Werk in 2tallen per station (niet lang wachten), sla/gooi om de beurt (niet 2 spelers tegelijk laten mikken)
Station hooghouden-mikken met racket en shuttle
- Mikken op materialen: tegen een muur of zo aan (makkelijk shuttles verzamelen) - Materiaal opruimen bij de paal of bij de muur (altijd, veiligheid spelers, netjes, spelers helpen mee opruimen) - Mikken: spreek af of het raken van het doel oké is, of dat de shuttles ergens in/op moet komen. Spreek af: gooien onderhands, gooien bovenhands, slaan onderhands, slaan bovenhands (meestal niet met mikken op materialen, is onzuiver mikken)
- Mikken in hoepel: 3 shuttles achter elkaar laten proberen (gevoel iets harder, iets zachter slaan) - Mikken en vangen (in pion): oefening voor serveerder en vanger (lukt het slaan niet recht, dan is het een vangspel, beweegspel naar de shuttle toe. Zijn er nog vragen over wat dan ook? Mail, app, sms dan naar: Paula Rip M 06 41913305 E
[email protected]
TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 14
Bijscholing: Damesdubbelspel Door: Fred Besselink.
Vbo-bijscholing “Damesdubbel” Datum: 12 mei 2014 Thema: “Damesdubbel op districtsniveau en beginnend bondsniveau” Docenten: Andreas Johannsen en Alex Meijer Locatie: Papendal
Andreas Johanssen
Francien van der Aar opent namens de WTZ de bijscholing. Ze wijst op de noodzaak van het delen van kennis. Daarna stelt Andreas zich voor.
Hij heeft in het verleden veel ervaring opgedaan, onder meer in Servië, Italië, Spanje en Denemarken. Andreas nodigt uit tot discussie.
Alex Meijer aan het woord, terwijl Andreas aandachtig toekijkt
Hij geeft ook aan, dat lang op een stoel zitten voor velen lastig is en heeft er geen bezwaar tegen, dat de trainers rondlopen. Alex Meijer, zijn rechterhand van vandaag, stelt zich ook voor. Als ex-topspeler heeft hij als trainer onder meer gewerkt met Mia Audina en Yao Jie. Andreas neemt vervolgens het programma door. Het programma omvat onder meer de volgende onderwerpen: • In het algemeen: De ontwikkeling van het damesdubbel. • Vaardigheden en training van jeugdspelers in de dubbelspelen • De tactische principes van het damesdubbel (algemene tactiek, verschillende rollen, wedstrijdtactiek) • Videoanalyse • Het ontwikkelen van tactische oefeningen voor het damesdubbel en individuele trainingen
TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 16
10 jaar geleden
Vandaag
Veel clears, drops en lobs
Meer slagvariatie
"Defence could kill a match"
Meer agressieve verdediging
Kracht belangrijker dan finesse
Kracht én finesse Bereidheid om risico's te nemen
__________________________________________________________________________ Hoe kunnen we de doelen van de kolom “Vandaag” bereiken”? Wat hebben jeugdspelers nodig om op topniveau te komen? Andreas vraagt de deelnemers om ideeën hierover. Een goede jeugdtrainer vanaf het begin is belangrijk. Ook de hantering van de juiste
grip op het juiste moment is van belang, om de shuttle zo te plaatsen, als je dit wilt. En ook om de controle en de kracht te vergroten. Van belang is ook, dat er al vroeg geleerd wordt, om gebruik te maken van de zwakke punten van de tegenstander.
Alex vult aan: “Gebruik hiervoor ook de sterke punten van de tegenstander”. Er volgt een discussie over hoe je spelers kunt verbeteren en wat daarbij helpt. Andrea vat samen wat zijn ideeën zijn over een goede speler (speelster)
__________________________________________________________________________ "The obvious ones"
"The more tricky ones"
Goede techniek
Gevoel ("Feeling")
Kracht
Snelheid en agility
Tactische kennis
Anticipatievermogen
Geweldige verdediging
Analyse en complexheid van het dubbelspel
Veel schijn ("deceptions", erg belangrijk) __________________________________________________________________________ Het is daarbij van belang, dat dubbelspelers ook singles blijven spelen. Hoe houd je de spelers gemotiveerd? Vertel altijd wat je wilt gaan trainen en waarom je dit wilt gaan doen. Als de gestelde doelen dan gehaald worden, zullen het zelfvertrouwen en de motivatie toenemen. Zorg dat er op zijn tijd ook gelachen wordt. Soms kan een systeem van straf en beloning ook werken, maar Andreas lijkt er geen grote voorstander van, om dit altijd te doen. Blijven motiveren en daarvoor het groepsproces gebruiken is een betere manier van werken. Hij doet dit al met kinderen van 6, 7 en 8 jaar.
TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 17
Andreas geeft aan, dat een trainer altijd dicht bij zichzelf moet blijven. Hij is geen voorstander van “schreeuwen”tegen zijn spelers, zoals Chinese trainers plegen te doen. “Ik houd er niet van, dat iemand tegen me schreeuwt en ik geloof, dat dat ook voor anderen geldt”. Andreas is ook een voorstander van blessurepreventietraining. (bv. core-stabilitytraining) Alex meldt, dat differentiatie in je trainingen ook van belang is. Er volgt een discussie over wat tactiek nu eigenlijk is. Andreas formuleert het als volgt: “The ability to make the right decisions at the right moment”. Daarbij kan het doel van je beslissingen op elk moment in de wedstrijd veranderen.
Hij stelt tactiek tegenover “game strategy”. Bij tactiek gaat het meestal over algemeen geldende regels (bv.” Speel je tegenstander aan op de backhand, dat is zijn zwakke punt”). Bij game strategy wordt daar soms van afgeweken om je doel (scoren!) te behalen. Het is dus specifieker van aard. Welke situaties kent het dubbelspel? • Servicesituatie . De service, de return en de derde slag. • De aanvallende situatie • De Verdedigende situatie • De fase van de counterattack • Bewegingspatronen: Verschilt veel, per land en per coach Daarna wordt aan het praktijkgedeelte begonnen.
Onze gastspeelsters verschijnen op de baan. Waar serveren we meestal naar toe? Antwoord van de cursisten: Naar de T-splitsing. Andreas is het daar niet helemaal mee eens. Meestal wordt de service niet precies richting T-splitsing gespeeld maar een korte afstand daar vandaan. En de flickservices?
De returns:
Antwoord van de cursisten. Als er van rechts geserveerd wordt, dan wordt er vaak door het midden gespeeld op de backhandzijde.
Welke returns zijn er mogelijk?
Volgens Andreas is de return op zo’n flick niet echt lastig. Beter is het om naar buiten te serveren op de forehandzijde, waardoor rotatie van het lichaam lastiger wordt. Dit heeft ook te maken met de afwachthouding, die meestal wordt ingenomen, als er wordt geserveerd.
• Netreturns naar de zijkanten • Returns naar het lichaam van de achterspeler • Half court returns tussen de twee spelers in • Returns in het midden van het net. De Deense dames gebruiken die slag veelvuldig en zijn er inmiddels erg bedreven in • Returns achterin op de backhand- en forehandzijde Opmerking: Het retournerende koppel staat in principe side by side bij alle returns anders dan een netreturn. Des te beter de service des te meer het net moet worden opgezocht. Opmerking 2: Het retournerende koppel moet kort bij elkaar staan, de achterste vrouw moet meer naar voren gericht zijn, dan normaal bij damesdubbels gebeurt. Veel dames zijn bang om overspeeld te worden en staan te ver naar achteren.
Tessa Reuling praktijkgedeelte
tijdens
het
Opmerking 3: Na de return gaat het racket omhoog. Als je teveel van onder uit komt, zullen de netshots vaak worden afgemaakt. Van belang is, dat het handig is, om vaak “tegen de hand in” te spelen, in plaats van “met de hand
mee”. Tijdens het spelen van een lob beweegt het racket in de uitzwaai vaak voor je lichaam langs, wat vaak crossslagen tot gevolg heeft. Dit zit bewegingstechnisch min of meer opgesloten in de beweging. Als je tegen de hand inspeelt, speel je eigenlijk tegen die natuurlijke beweging in, met rechte slagen als gevolg. Dit kan zowel op de forehand als op de backhand. Andreas onderscheidt in het damesdubbel verschillende fasen 1.De “Total attacking fase”. In deze fase is het duidelijk, dat er voor de totale aanval wordt gekozen, waarbij de achterspeler meestal smasht en voor de winner gaat. 2. De “constructive attacking fase”. Jouw team heeft de aanval, maar er moet nog wel het een en ander gebeuren, voordat er gescoord kan worden. Er zal dus slim gekozen moeten worden om het verkregen voordeel uit te bouwen tot punt. De spelers staan “back and front” en gebruiken, zoals Andreas dat noemt “building up strokes”. 3.De “flat play zone (initiative zone), waarbij het initiatief nog verkregen moet worden. TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 18
Tot deze fase behoort ook de fase, die ontstaat als een smash van de tegenstander wordt beantwoord wordt met een counter attack. 4.De “constructive defence zone”. Je bent in de verdediging maar zint op oplossingen, om daar onderuit te komen. Clears komen in het damesdubbelspel vaak voor, omdat bij een clear, die gespeeld wordt met de juiste diepte, dames vaak niet in staat zijn, om aan te vallen. De netdame zal in die fase iets meer naar het midden staan. positie staat. Stelregel: “The steeper the attack, the closer the netplayer can get to the net” Bij een counterattack kunnen de shuttles vlak achterin, vlak halfcourt en cross vlak worden gespeeld, afhankelijk van de situatie. Er wordt gesproken over het moment waarop er gewisseld wordt van netspeler en achterspeler. Bij diepe clears blijft de situatie ongewijzigd, bij een goede smashkans wordt er overgenomen, waarbij de smasher naar voren komt en de netspeler naar achteren verdwijnt. Op de trainingen kan dit geoefend worden middels roepen, maar het is niet slim om dit tijdens de rally in een wedstrijd te doen, want je geeft hierbij de voor jouw partner bedoelde informatie ongewild ook door aan de tegenstander. De overnames worden voor een groot deel ook bepaald door de individuele voorkeur voor net- en achterpositie van de spelers. Het is natuurlijk prettig, dat je beste netspeelster ook vaak in die
TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 19
Hierna was het tijd voor de koffiebreak.
Andreas showt samen met de dames een aantal overnamesitu- Na de koffie volgde eerst een aties, die op de DVD (verkrijgbaar stukje theorie. bij de Toko) te bekijken zijn. Andreas vertelt aan welke eisen een goede tactische oefening Opmerking: Het is van belang, dat moet voldoen. de netspeelster getraind wordt op het herkennen van de diepte van • De bedoeling (wat wordt er gede slagen van hun tegenstander, traind?) van de oefening moet om in te kunnen schatten, wat het duidelijk zijn, dus neem daar de vervolg van de rally kan zijn en te tijd voor. kunnen afwegen welke conse- • De speler moet het onderwerp quenties dit eventueel zal hebben relevant vinden voor de overnames. • De oefening moet “wedstrijdrealistisch”zijn Opmerking 2: Bij overnames: It’s • Er moet tenminste één keuzebetter to do a wrong thing fast, mogelijkheid in zitten than to do a good thing slowly”. • Er moet een ingebouwd beloningssysteem in de oefening zitten • Er moet een ingebouwd “strafsysteem”in de oefening zitten Vlak voor de koffiebreak tekenden • Probeer, om geen tactische Bill Boshoven, voorzitter van de fouten te maken in de oefening en V.B.O. en Maartje Verheul namens als je dat wel doet, vertel het dan Badminton Nederland een nieuw je spelers. convenant, dat onlangs werd over eengekomen. Andreas vertelt hierna, dat er een De V.B.O. hoopt door het afsluiten aantal zaken zijn, die het ontwikvan dit convenant een goede samen kelen van een oefening kunnen werking met Badminton Nederland beïnvloeden. ook in de toekomst te kunnen waarborgen
Convenant
Aantal spelers
Afmetingen van het speelveld
Aantal shuttles
Positie van de feeder
Positie van de spelers
Gebruikte slagen
Gebruiken we wel shuttles?
Bewegingen van de feeder
Bewegingen van de spelers
Nethoogte
Aantal aangevers (feeders)
Type van de feeding
_____________________________________________________________________________________ Met de hierboven gegeven informatie moeten de deelnemers aan de slag om zelf oefeningen te maken. In de groepen krijgen ze een specifiek tactisch onderwerp en maken ten minste 5 tactische oefeningen. Deze oefeningen moeten gemaakt worden op verschillend niveau, te beginnen met de gemakkelijkste en eindigend met de moeilijkste oefening. Per groep is 15 minuten beschikbaar om deze oefeningen te presenteren en te overleggen met de rest van de cursisten. Een mogelijkheid is ook nog om te differentiëren bij bepaalde oefeningen, zodat je ze kunt gebruiken in een groepstraining. Hierna gingen de cursisten aan het werk. Er werden 8 groepen geformeerd, die allen een bepaald onderwerp opkregen. De onderwerpen waren: De service, de servicereturns, de verdediging, de counterattack, de overnames van aanval naar verdediging en vice versa en de overnames in de aanval. De ontwikkelde oefeningen werden nadien getoond, besproken en geëvalueerd. Het voert hier te ver, om alle oefeningen te beschrijven, bovendien werden niet alle oefeningen getoond.
Sfeerbeeld tijdens de bijscholing met de speelsters Inge en Tessa Reuling samen met docent Andreas
Wel zou het wellicht een idee zijn, Hiermee kwam er een einde aan om de oefenreeksen netjes uit te een leerzame dag. werken en in artikelvorm terug te laten komen in het TB. Ik nodig dan ook iedereen uit om dit te doen. Andreas heeft, zo zij hij ons in de nabespreking, de oefeningen door ons willen laten ontwikkelen. Het was voor hem ook mogelijk geweest om een flink aantal van zijn oefeningen te tonen. Het nadeel hiervan is,dat trainers op die manier niet leren zelf hun oefenstof te ontwikkelen. Nadat Ruud Bremmer de bijscholing had afgesloten, waarbij hij Andreas hartelijk bedankte, vroeg hij aan een ieder om de evaluatieformulieren in te vullen.
TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 20
Bijscholing: Damesdubbelspel. Door: Tessa en Inge Reuling. Enige tijd geleden zijn wij benaderd door Fred Besselink om mee te gaan naar een bijscholing van het VBO. Andreas Johannsen gaf een tweedaagse bijscholing over de damesdubbel. Blijkbaar vond Fred dat wij nog wel wat tips konden gebruiken (en dat vonden wij achteraf gezien ook). Zaterdagochtend, 12 mei, moesten wij aantreden. Nadat we een stukje theorie mee hebben gepikt moesten we toch echt aan de bak. Gelukkig konden we alles goed meekrijgen, omdat we goed Engels kunnen spreken/verstaan (We speak English very well, not so snel maar dat komt nog wel). Wij stonden op het veld tegen Indra Strijbos en Maaike van den Dorpe. Andreas liet de cursisten een aantal servicesituaties zien. Als eerste zijn we begonnen met de plaatsing van de service, waar en waarom?
Welke service vind je het fijnst en wat kan je er op antwoorden. Hieruit bleek dat tijdens een ‘flick’ de forehandkant het moeilijkst te beantwoorden is, terwijl je juist zou verwachten dat de tegenstander met de forehand alle mogelijkheden heeft. Als speler zelf zouden wij ervoor kiezen om een korte service bij de T-splitsing te spelen (zo vertrekt de shuttle uit het midden) of een flick op de forehand kant.
lende niveaus waren (opbouw).
Na de servicesituaties gingen we verder met de servicereturn. Andreas gaf als tip om zo vaak mogelijk de shuttle bovenhands te pakken, zodat de rally aanvallend geopend wordt en de shuttle daarna omhoog gaat.
Het was een geslaagde dag. Vooral de interactie van Andreas met de trainers en spelers vonden wij prettig. VBO bedankt voor deze leerzame dag!
Na een korte onderbreking zijn we verder gegaan met de damesdubbel. Dit keer mochten de cursisten zelf oefeningen bedenken om de dubbel te oefenen met hun spelers. Het moest een oefeningenreeks zijn, waarbij één onderdeel centraal stond en waarbij er verschil-
In verschillende groepen hebben we deze oefeningen bedacht. Toen iedereen klaar was, hebben we de meeste oefeningen uitgevoerd. Tijdens de oefening werd de keuze verantwoord. Andreas gaf bij de oefeningen tips en stelde vragen over hoe de oefeningen nog beter uitgebouwd zouden kunnen worden.
(Nog een gratis tip van Tessa)
Bijscholing: Damesdubbelspel. In het weekend van 12/13 april organiseerde de VBO een bijscholing met als onderwerp de damesdubbel. De zaterdag was gericht op districtsspelers en dames die landelijk spelen. Zondag werd aandacht besteed aan de damesdubbel op (Europees) topniveau. Een aantal weken voor de bijscholing werd ik door Ruud Bremmer benaderd met de vraag of ik op zaterdag als voorbeeld wilde fungeren. TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 21
Door: Indra Strijbos De reden dat ik dit graag wilde doen was dat het weekend onder leiding stond van Andreas Johannsen, een Deense coach. Ik had nog nooit van hem gehoord, maar wel van de reputatie van de Denen. De kans om onder een Deense coach te trainen wilde ik niet aan mij voorbij laten gaan. Aangezien ik recent de trainersopleiding SL3B heb afgerond leek het mij sowieso interessant om aanwezig te zijn, dus had ik met
Ruud afgesproken om de hele De opdracht was om in groepjes zaterdag te blijven. oefeningen te verzinnen om bepaalde tactische situaties te traiOp het moment dat Andreas zich nen. Ieder groepje kreeg een onvoorstelde werd ik al enthousiast: derwerp aangewezen. een badminton nerd? Dat klinkt bekend! Nadat iedereen de tijd had gehad om verschillende oefeningen te Ik vond het interessant hoe zelfs bedenken, werden deze klassihet theoriegedeelte interactief kaal besproken, natuurlijk onder werd gemaakt. het toeziend oog van Andreas. Er werden veel vragen gesteld aan de deelnemers en na een wat Zijn tips waren vooral gericht op rustige start kwamen er steeds de kenmerken van een oefening. meer geluiden vanuit de groep. Zo moest een oefening zo veel mogelijk de wedstrijdsituatie naNatuurlijk kon ik als badminton- bootsen, dus zo min mogelijk ner niet wachten om aan de slag slagen die men in een wedstrijd te gaan. niet zou spelen. Na de koffiepauze zou Andreas Wat ik ook erg boeiend vond was een aantal situaties uitleggen en het idee van straffen en belonen die zouden wij als spelers vervol- inbouwen in de oefening. gens voordoen. Andreas had ons van te voren Bijvoorbeeld bij de service: speel gewaarschuwd dat hij het spel je die te hoog, dan mag de tegenvaak stil zou leggen om dingen stander inrushen. aan de deelnemers te vragen om Je wordt dan gestraft omdat je de zo situaties, specifiek voor de shuttle niet laag genoeg hebt gedamesdubbel, te kunnen analyse- speeld. ren. Speel je een netdrop die kort genoeg is, dan moet je tegenstander Ik vond het leuk en vooral ook erg wel liften, waardoor je de beloning leerzaam om zijn opdrachten uit hebt dat je kan blijven aanvallen. te voeren en ook onze mening en ervaring als spelers te delen met Een simpele vuistregel die mij de deelnemers. absoluut is bijgebleven is dat een Hij had wel gelijk dat we veel stil tactische oefening slechter wordt stonden en luisterden naar dis- zodra er meer restricties komen. cussies die werden gevoerd. De waarschuwing was dus niet Wil je spelers tactische keuzes voor niets geweest. laten maken, dan moeten ze ook de mogelijkheid hebben om verToch vond hij dat hij iets terug schillende slagen te maken, zodat moest doen, omdat we nog meer ze wel moeten kiezen. stil hadden gestaan dan hij van te voren had gedacht. Bij een vast patroon valt er niet Vandaar dat we aan het eind van veel te kiezen natuurlijk, dus de dag nog even een kort partijtje wordt er ook geen tactiek gemet hem hebben gespeeld. traind. Na de lunch was het de bedoeling Na de laatste koffiepauze bleek de dat de deelnemers zelf aan de slag tijd toch wel hard te gaan en werd gingen. besloten dat de overige groepjes
hun trainingen zouden demonstreren aan de groepen die al waren geweest, zodat de laatste drie groepen tegelijkertijd aan de slag konden. Helaas had dit natuurlijk wel tot resultaat dat Andreas en Alex (die hem ondersteunde) zich moesten verdelen. Wat ik in mijn groepje op vond vallen was dat er niet veel was gedaan met de tips die tot dan toe waren gegeven en die tijdens de koffiepauze zouden worden verwerkt. Oefeningen waren nog steeds erg beperkt en door het lange patroon aan slagen vond ik het leereffect erg laag. Dit was de ervaring van alle vier de spelers, terwijl de makers van de oefening (de coaches) deze keuzes juist bewust hadden gemaakt. Hierdoor ontstond een leuke discussie waar Alex zich gelukkig in mengde. Het ging door tot de andere groepjes klaar waren, dus uiteindelijk heeft ook Andreas nog zijn mening gegeven over de situatie. Zijn mening was dat als spelers het ergens niet mee eens zijn, je dit serieus in overweging moet nemen. Zij zijn ten slotte degene die ervan moeten leren en dat gaat beter wanneer ze zelf gemotiveerd zijn. Aan het eind van de dag sprak ik Andreas over het feit dat ik de volgende dag moest ondersteunen bij een toernooi, dus dat ik helaas niet aanwezig kon zijn. Hij vroeg zich af waarom ik wedstrijden voor anderen zou gaan tellen als ik zelf ontzettend veel zou kunnen leren bij de bijscholing.
TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 22
Hij vond dat ik me maar ziek moest melden zodat ik toch kon komen. Dat heeft mij aan het denken gezet. Ik ben absoluut niet de persoon die beloftes niet nakomt, dus ziekmelden was voor mij absoluut geen optie.
Bij thuiskomst heb ik direct overleg gepleegd met de organisatoren van het toernooi. Zij begrepen waarom ik liever naar Papendal zou gaan de volgende dag en konden het ook wel redden zonder mijn hulp. Ik ben ze hier nog steeds ontzettend dankbaar voor!
Op deze manier heeft Andreas mij veel geleerd over mijzelf en ik heb echt het idee dat ik mij als persoon, maar ook als speler én als trainer dit weekend weer op een positieve manier heb ontwikkeld. Ik had dit weekend echt voor geen goud willen missen.
Een handig hulpmiddel bij het uitvoeren van de juiste slag. Door: John van Bommel
Je brengt het aan op een korfbalpaal. Op de plek waar de korf in gaat, doe je nu het blokje en zet dat goed vast door de schroef op maat te maken. Het blokje komt voor , dan draai je het vleugelmoertje goed aan. Vervolgens is het instrument klaar om te gebruiken in de training.
John met het door hem gemaakte hulpmiddel Hallo, mij is gevraagd of ik iets wilde schrijven in het Technisch Bulletin van de V.B.O. Het is een stukje over een hulpmiddel, dat ik gebruik om de kinderen aan te leren, om de slag goed uit te voeren en om op de juiste manier onder de shuttle te komen. Ze leren, om op de juiste wijze naar de shuttle toe te stappen, te slaan en vervolgens goed uit te stappen. De kinderen vinden dit leuk, omdat ze nu wel de shuttle raken en het gevoel hebben dat
TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 23
het goed gaat. Soms werk ik er zelf mee met de kinderen, soms laat ik het mijn begeleiders doen, zodat ik verder kan met de anderen.
Je kan dan de hoogte van de shuttle aanpassen aan de grootte van het kind, door het kind recht onder de shuttle te laten staan met het racket hoog, dus met gestrekte arm, zodat je de shutt-
le met het racket raakt. Dit laat ik in tweetallen doen, ongeveer 5 minuten lang. Dan mogen ze het met een shuttle proberen, terwijl anderen weer oefenen onder de paal. Breedte.....4 CM Hoogte......3 CM Diepte.......2,3 CM De lengte van de draad………….85 cm, maar je kunt hem zo lang maken, als je wilt.
Voor staan met welke voet? Maakt het uit ? Door: Henri Vervoort. in een soort diagonale positie komt en vooral 1 van de twee voeten eerder neerzet dan de andere, vaak in de tegenovergestelde richting van waarin je wilt bewegen. Ik vond het niks: omdat je dit vooral doet in aanvallende situaties, en zeker niet vaak als je in een situatie zit waarin je aangevallen zou kunnen worden. Als je iets altijd doet in een oefening, is het bijna altijd verkeerd zeg ik vaak.
Met toestemming van Henri Vervoort plaatsen we dit belangwekkende relaas over de voetenstand. Henri is afkomstig uit Groningen en is werkzaam bij Acqui Badminton Club en Junior Acquien FIBa Federazione Italiana Badminton (FB)
De voetenstand en de gevolgen voor ons spel. We hebben het hier over enkelspel. De voetenstand heeft veel invloed op ons spel en zegt ook veel over de intenties. Eerst een praktijkvoorbeeld dat aanleiding is voor dit schrijven, mijn ergernis tijdens het kijken van bepaalde trainingen:
• vorige zomer zag ik een zogenaamde Deense toptrainer (tenminste hij was nationaal coach jeugd...) die na het opheffen van de jeugdselecties daar, nu bij een Italiaanse club werkt, voetenwerk oefenen (zonder shuttle, zonde.) en hierbij altijd een richtinggevende splitstep gebruiken, dat is heel kort door de bocht een start waarbij je eigenlijk met je voeten
• Vervolgens kom je bij de ex nationale coach van Italië uit, die het tegenovergestelde altijd doet en iedereen met twee voeten parallel altijd in het midden van de baan laat staan en daarvandaan start en zijn hele voetenwerk is hierop gebaseerd, vervolgens zijn de passen die je zet volgens hem gelijk voor meisjes van 8 jaar en elite heren van 27.... wederom onzin.
TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 24
En nu hebben we dus twee zogenaamd goede coaches tijd zien verspillen, en ik kan er nog wel een flink aantal namen bij gooien. Natuurlijk kun je het eventueel als intervaltraining op de baan gebruiken, dus een fysiek doel hebben, maar dat kan zoveel nuttiger en beter. Dat is echter niet het onderwerp nu. Mij gaat het in dit artikel erom duidelijk te maken wanneer je in mijn mening op een bepaalde manier staat en waarom. Hier is geen gouden regel zoals de coaches hierboven dachten, het hangt er namelijk altijd vanaf in welke situatie je zit, en vervolgens van je eigenschappen (lengte, kracht, bewegingsmotoriek enz.), maar er zijn zeker een aantal dingen over te zeggen. We gaan uit van enkele situaties: je hebt zelf de aanval, je bouwt op, of de tegenstander heeft de aanval en hier tussenin zitten nog verschillende schaduwgebieden. Mijn eerste principe is dat als je een lift weggeeft waarbij je vrij zeker bent dat de ander zou kunnen aanvallen (en in herenenkel is dat sneller dan in een damesenkel, heren zullen door hun sterkere fysiek beter de aanval kunnen opvolgen en het veld controleren dan dames, en deze zullen de neiging hebben om sneller een drop of een clear te slaan, al trekt het spel op topniveau steeds meer richting de heren ook in de dubbel). In dit geval ben ik een groot voorstander van het parallel klaarstaan, lichtjes gedraaid richting de shuttle, maar liefst niet teveel (als je in het midden lift, heb je het probleem niet trouwens :) ), en zoals vrijwel altijd gebruik makende van een opgeschoven basis: meer naar achter als je erg onder druk denkt te komen, meer naar links als je tegen de zijlijn hebt gelift.
Hoeveel is persoonlijk en hangt van het niveau af. Verder zou er altijd een inzakkende splitstep gebruikt moeten worden, liefst uit een beweging komende. Wat bedoel ik hiermee? Voorbeeld: ik kom laag bij het net na een goede slag van de tegenstander, ik lift, en wandel rustig terug naar de positie waar ik ongeveer wil staan als hij/zij gaat slaan, en ik stap eigenlijk achteruit en zak vervolgens in door beide voeten naar buiten te plaatsen, kom neer vlak na de impact zodat ik de richting van de shuttle zie. Breng gelijk mijn racket richting de shuttle voor me (heel veel spelers hebben de kwalijke eigenschap op een harde slag met een reflex beweging eigenlijk hard te willen antwoorden en achter in te laden (racket naar achteren bewegen, vaak door supinatie of pronatie), hierdoor verlies je heel veel controle op de verdediging en je bent bijna altijd te laat. Op topniveau zullen ze altijd proberen de shuttle voor zich te houden.) Hier komt trouwens ook de duiktechniek met twee benen uit voort, vooral op de backhandkant is het vrij natuurlijk: je komt neer met twee voeten maar ziet dat je met rechts moet gaan afzetten, je strekt gelijk je racket uit, met draai in je bovenlichaam/schouders (een belangrijk detail hierbij is dat je niet een geblokte draai gaat maken (waarbij je eigenlijk alleen in je buik draait, maar dat je ook in je 'schouders draait', je rechterarm gaat naar links en je linker komt naar rechts zeg maar) dus eerst naar voren beweegt, maar met een juiste elleboogpositie (iets voor je op moment dat de ander slaat) je gelijk lang maakt met je arm en schouder richting de shuttle, de handen
blijven vrij dicht bij je) bijna automatisch op harde slagen ga je een soort extensiebeweging maken en raak je de shuttle eerst voordat je rechtervoet naast je neerkomt en je staat in een soort push-up stand. Benen iets bijtrekken en omhoog, en snel het liefst :), dit is niet moeilijk, maar je moet er wel aanleg voor hebben, dus enigszins atletisch zijn. Dan komt duiken dus natuurlijk, en dan mag het wat mij betreft, als je het moet gaan trainen, dan denk ik dat het beter is het niet te doen. Dat is dus parallel staan, wat je doet als de tegenstander het initiatief stevig in handen heeft. Sta je op die manier ben je namelijk snel zijwaarts (zowel in springen als uitstappen), voor en achter is iets lastiger. Sta je met een voet meer naar voren dan is zijwaarts weer moeilijker. Dus zul je de situatie moeten herkennen, maar ook de gewoontes van de tegenstander. Anticiperen, hierbij gaan we dus weer tactisch trainen: herkennen. Mocht er in het geval van parallel staan toch een shuttle hoog komen bijvoorbeeld, dan krijg je een soort van omschakel voetenwerk, je gaat van laag omhoog komen, dus je maakt een transitie in je bewegen om je weer aan te passen aan de nieuwe omstandigheden en geen onnodige energie te verspillen. Regel 1 Regel 1 zou ik dus willen omschrijven: als je denkt dat je snel links of recht moet bewegen, dan zou ik uit een voor of achterwaartse beweging inzakken in een parallel stand. Nu komen we in een situatie waarin het initiatief niet duidelijk bij de tegenstander ligt, we zitten
in de opbouwfase of we hebben zelf de aanval, ook al is het lichtjes. Ik ga het vooral hebben over onze forehand kant, omdat dit de gevoeligste en meest interessante kant is in mijn mening. Nu komen we bij de volgende situatie uit slagen die uit de backhand/aroundthehead kant van de tegenstander komen, zonder dat deze een zware aanval kan zijn. Helaas, hier gaat het vaak mis in mijn mening. Ik ga van een aantal principes uit: • 1. Onze forehand hoek achterin is vaak ons zwakste punt. • 2. De clear of lift rechtdoor is de gevaarlijkste manier om hierin onder druk gezet te worden. • 3. Als we hierbij niet ingrijpen komen we altijd tijd en ruimte tekort om iets nuttigs te kunnen doen. We kunnen vaak enkel volgen als we een goede techniek hebben. • 4. Het liefst komen we in de lijn van de shuttle, dat wil zeggen dat we snel in de vluchtbaan van de shuttle komen zodat we deze op de best mogelijke plaats kunnen raken, dus niet naast ons. Hier kunnen we nog wel een en ander aan toevoegen, maar het is zo al lastig genoeg. Naast elkaar staan is dus snel links en rechts, maar we willen vooral onze rechterkant goed beschermen, en het liefst ook iets ruimte laten cross om eventueel over te kunnen nemen, maar hierover gaat het volgende artikel. Gaan we nu met rechts of links voorstaan? Het gemiddelde Nederlandse antwoord is te vaak met rechts voorstaan, natuurlijk niet bij iedereen. Ik heb hier op verschillende locaties met spelers over gesproken, met verschillende nationaliteiten, en vooral met vele Nederlanders
ontdek ik de gewoonte om op de forehand kant, vrijwel altijd met rechts voor te staan, vooral ook de dames, als we gelukkig zijn staan de heren parallel Ik noem dit altijd: meisjesbadminton, dat wil zeggen, we staan met rechts voor dan is het het makkelijkste om het oudere Hartono voetenwerk naar de Around the head kant uit te voeren en dus de shuttle niet met de backhand te hoeven nemen. We kunnen namelijk gelijk met rechts afzetten. Leuk, maar ik hoop dat een redelijke speler op 15 jarige leeftijd zich toch goed genoeg kan bewegen om dit niet te hoeven doen. Mocht je tegenstander dit wel doen (rechts voorstaan), dan gewoon snel rechtdoor in zijn forehand spelen, of desnoods een crossstick/snelle drop, en je hebt 9 op de 10 keer het initiatief in handen, dat wil zeggen je kunt iemand gaan wegzetten in zijn forehandhoek en vervolgens cross openen. En je kunt zonder afgestraft te worden een crossdrop slaan.
je dus problemen op rechtdoor hoog en cross laag, cross hoog is in principe een slag die niet voor teveel problemen moet zorgen en eigenlijk een slag die ik graag zou uitlokken en die loop ik nu dus eigenlijk af te dekken, tactisch niet zo heel slim. Cross laag is hetzelfde verhaal, maar daar kan ik eigenlijk niet naar toe. Rechtdoor hoog is gevaarlijk voor mij (zeker om daar nog schaarvoetenwerk te maken (beste en optie met meeste dreiging) wordt erg lastig, en zelfs de 'China jump' (hiermee bedoel ik een tweevoetige sprong waarbij je ook weer met twee voeten land, vaak vooraf gegaan door een chassé) is niet makkelijk en vereist een 90 graden draai om er snel te zijn. Die draai is makkelijker van links naar rechts dan van voor naar achter (biomechanische wetten), dus je gaat eerst bij de lijn van de shuttle wegbewegen om er vervolgens weer naar toe te gaan. Dat kost meer tijd en geeft minder opties. Regel 2
Ik snap dit niet en heb echt geprobeerd antwoorden hierop te vinden, spelers vragen waarom ze dit doen. Vaak wordt er gezegd: je bent zo sneller bij het net, tsja, dat ligt eraan welke kant van het net, op de backhand heb je een probleem als het snel komt, en in het achterveld op je forehand heb je een gat en daar wordt je ook niet blij van. Gelukkig wordt er in Nederland niet zo heel sterk geanticipeerd op bepaalde dingen, dus kun je je met veel fysiek nog wel redden uit die hoek, maar goed badminton wil ik het toch liever niet noemen. Wat je keuze ook is, de punten van je voeten zullen niet recht naar het net staan, en hier zijn een aantal dingen over te zeggen: als je met rechts voor staat heb
Regel 2: Met rechts voorstaan zou ik enkel doen als ik vrijwel zeker weet dat ik veel tijd heb om naar achter te komen: Ik ken daarbij eigenlijk maar twee situaties. • Na een goede netspin/netslag waarbij mijn tegenstander zeer laat bij het net komt en laag zit. • Na een snelle (vlakkere) inspeelbal op de backhandkant, waarbij je weet dat de lange slag enkel zeer negatief gespeeld gaat worden. Vaak doe je dit vanaf mid- of frontcourt. Vrijwel iedere andere situatie zul je bij een lange slag in je forehand of een crossslag naar beneden in je backhand in de problemen komen.
Dat wil zeggen: veel minder tijd en opties hebben dan nodig is. Een voorbeeld: ik heb een goede netslag geslagen of een goede korte slag en mijn tegenstander komt laag bij de shuttle in het voorveld. Als ik met rechts voorsta kan ik snel bij het net zijn door middel van een sprong om af te maken, of met gewoon voetenwerk. Bovendien is het waarschijnlijker dat de tegenstander in een slechte situatie de shuttle cross lift (dit heeft met de supinatie van de onderarm te maken en de uitzondering is wanneer de tegenstander vanuit een crosspositie op de shuttle komt en laat is, en dus anders gedraaid staat en dan is crossliften bijna onmogelijk, in dat geval zou ik alweer met rechts achter gaan staan). Dit is met de hand mee slaan en dat is wat je doet als je in een moeilijke situatie zit. Het is namelijk de minst risicovolle optie en aangezien we het niet over de wereldtop hebben doet bijna iedereen het in dit geval. In iedere andere situatie heeft het veel meer voordelen om met rechtsachter te staan, ik bespreek de meest voorkomende mogelijkheden. 1. Slagen die rechtdoor naar beneden of kort komen kun je uitstekend mee omgaan op de volgende manier: • mocht de tegenstander uit het achterveld een recoverysmash slaan (een halve smash uit een wat mindere positie om te voorkomen dat hij een korte slag terugkrijgt aangezien deze smash of snelle drop vaak uit een onbalans situatie wordt geslagen (naar achter springen en hangen) waarbij het doel is om het net uit te sluiten en te voorkomen dat je onder druk komt, je hersteld dus de balans in de rally) dan kun je
met rechts achter staan en toch de zijlijn afgedekt houden en cross wegspelen als het moet, als je met rechts voorstaat is dit een kurkentrekker beweging in je bovenlichaam en dat is niet zo heel makkelijk. • Slaat de tegenstander een pullslag of een wat snellere drop, of een neutrale netslag (geplaatst richting de service lijn, om te voorkomen dat het net open ligt voor spinslagen). Dan kun je met een afzet van de binnenkant van je rechtervoet in 1 stap bij deze shuttle zijn en vervolgens druk leggen. • Stel dat je tegenstander met rechts is uitgestapt op een snelle drop of smash, dan is deze met zijn rechterheup nog naar je toegedraaid en waarschijnlijk niet klaar om een snelle korte of lange vlakke crossslag af te dekken en met 1 stap (plus het uitstrekken van je schouders, alsof een flinke rottweiler aan je arm trekt) kun je de shuttle vaak hoog aannemen na enige training en het initiatief nemen. Mocht de tegenstander wel het gevaar voor deze cross aanval inzien en zich haasten om de cross slag af te dekken, dan heb je rechtdoor weer open liggen om daar snel in te spelen. Het initiatief zal vaak voor jou zijn. • Maakt de tegenstander de fout om een langzame slag naar het net te slaan, dan ga je eventueel eerst links in de baan van de shuttle zetten en dan rechts uitstappen en je hebt het net in handen en ik hoef niet te vertellen hoe belangrijk dat tegenwoordig is. 2. Een andere mogelijkheid zijn de slagen in je forehand achter, waarbij we in de problemen kwamen met rechts voor. Nu hebben we enkele opties als je met rechts
achter staat. Opties die er altijd zijn, maar veel makkelijker en sneller uit te voeren als je met rechts achter staat. • In noodsituaties: pull voetenwerk, dus vaak met links achterlangs stappen en met je rechter voet uitstappen en je punt richting de hoek plaatsen, absoluut te voorkomen in deze situatie en met enige training zal dit vrijwel nooit gebeuren, tenzij de perfecte lift/clear komt. • Step out voetenwerk, je stapt met rechts uit, maar plaats je voet op de grond na de slag en je punt zal vaak naar de zijlijn wijzen, opnieuw, absoluut te voorkomen, dit is initiatief loos opbouw voetenwerk. Zeker niet nodig in deze situatie. Maar je kunt houdt een aantal opties open, kunt recovery footwork gebruiken, al is dat hier meer balansherstellend. • China jump, tweebenig inspringen op de slag. Deze sprong, vaak vooraf gegaan door chassé voetenwerk (niet de voeten sluiten..maar hou ze wijdt, je bent sneller op korte afstanden en op lange afstanden wil je geen chassé gebruiken, het wordt te langzaam) gebruik je wanneer de shuttle ver aan je rechterzijde is, dus dicht bij de zijlijn. De sprong is dus altijd diagonaal, nooit recht naar achter! Ideaal gezien speel je geen cross-slagen nu, je springt immers naar achter, kunt dus vrijwel nooit je slag op tijd opvolgen en je wilt je situatie van controle houden en met rechts achter kunnen blijven staan. Je kunt dus alle rechtdoor slagen slaan. Je landt, en maakt gelijk een kleine balans herstellende tweebenige sprong voorwaarts (naar Lin Dan kijken is hier een mooi voorbeeld van). Dit geeft de mogelijkheid om in-
dien je snel naar beneden hebt gespeeld hier een pre loading muscle jump van te maken of hyperflexie jump of splitstep, hoe iemand het maar wil noemen (weer een artikel waard). En je kunt zoals hierboven beschreven bij netslagen met een snelle lange stap makkelijk bij de volgende shuttle komen in het voorveld. Enkel als de tegenstander erg veel ruimte heeft laten liggen cross, of uit balans is en we kunnen de shuttle op 3/4 veld nemen kun je een crossslag overwegen. Liefst niet fullpower maar steiler geslagen. Deze sprong kon ook met rechtsvoor, maar om hem uit te voeren kost het meer tijd omdat je een eerste een 90 graden draai zult moeten maken. Nu sta je al bijna in de juiste positie dus is het veel makkelijker toch snel bij de shuttle te komen en opties open te houden. • Zijwaartse China jump, de slag van je tegenstander is werkelijk te kort/laag, en je kunt er zijwaarts inspringen en initiatief overnemen met een (stick)smash cross of rechtdoor. • Is de lift nog lager, dus erg vlak, kun je nog steeds zijwaarts uitstappen en voorkomen dat je in een pull situatie komt en vanaf half veld de situatie controleren, de shuttle neerleggen zonder dat je uit positie gespeeld wordt. Mocht de shuttle wat meer in de baan komen of je bent zelf wat verder rechts blijven staan (positioneel voetenwerk, volgende artikel), dan kun je op twee manieren een wisselopsprong maken, wat je de beste opties geeft om een fullpower slag te slaan, de slag op te volgen, en dus ook de beste optie optie om initiatief
te winnen. Beide manieren zijn erop gericht in de lijn van de shuttle te komen, je beweegt zowel gelijk zijwaarts als naar achteren, dus je maakt een soort bocht, geen hoek. Manier 1 is om met een chassé stap waarbij links naar de positie van rechts komt en recht recht naar achter beweegt (dus niet diagonaal) en daarvandaan maak je een schaarbeweging in je voetenwerk. Ideaal gezien maak je enkel een volle wisselopsprong (links volledig achter, rechts volledig voor je, parallel aan de zijlijn zeg maar) als je 100% smasht, en dus snel wilt opvolgen naar het net. Mocht je dit al op 90% doen dan is iets meer dan een halve wisselopsprong al genoeg. Dat wil zeggen dat als je neerkomt na een recht slag, je linkervoet meer naar achter staat , maar ook meer naar links dan je rechtervoet. Zodat je als het ware een soort tunnel tussen je benen hebt, waardoor je snel in balans bent. Vervolgens maar je een sprongetje naar voren (vrijwel gelijk) waarbij je je voetenpositie weer omdraait, om weer met rechts achter te staan en je dus alle opties afdekt. Het neerkomen bij dit omdraaien is als het ware de volgende splitstep, dus de timing is belangrijk. Manier 2 is met links voor rechts langs te stappen en vervolgens rechts naar achter te brengen en aan te vallen. 3. Je krijgt een korte crossslag op je backhand: • Deze is niet zo moeilijk, je staat met rechts achter, dus je zet fors met rechts af en draait je gelijk je racket en schouder de hoek in, maar diagonaal, zodat de vlucht
van de shuttle wordt afgesneden. Hierbij is het belangrijk zoals eerder beschreven bij de verdediging dat er geen hoek gemaakt wordt met de schouders en ellebogen, maar dat je rechts vlak voor je langs beweegt en uitstrekt de hoek in. Hierbij is het vervolgens makkelijk om extensieslagen te gebruiken en makkelijk rechtdoor aan te vallen, de tegenstander heeft immer cross gespeeld. • Mocht het een perfecte snelle drop zijn of zelfs een halve smash, met hetzelfde voetenwerk en racketbeweging kun je jezelf altijd vrijspelen. Het grote knelpunt is echter dat veel spelers gaan inladen op de ouderwetse manier en vaak de shuttle naast of achter zich gaan raken. Als dat gebeurd, dan heb je een groter probleem. Hierbij moet gezegd worden dat je op hoog niveau moet zijn voordat iemand onder een behoorlijke druk zo'n crossslag kan spelen, in dat geval zul je iets meer weer naar neutraal staan. Zoals gezegd, hoe meer je denkt te kunnen aanvallen hoe meer je met rechts achter staat. Dus vooral als je zelf naar beneden hebt geslagen. Wanneer de tegenstander goed wordt aangepakt op deze drie hoeken die met enige training zelfs op zeer hoog tempo goed zijn af te dekken en waarbij het initiatief makkelijk te nemen is bij een niet perfecte slag van hem of haar, dan krijg je dus het gevolg dat je veel 'unforced errors' bij de tegenstander uitlokt, ze moeten namelijk wel erg veel kwaliteit in de slagen leggen. Dan is de makkelijkste optie de crosslift, daar staan de voeten immers niet geheel goed voor. Dat is echter juist een slag die ik graag zou krijgen: een lift in mijn TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 28
around the head... vaak onze sterkste hoek (hierover meer in een volgend artikel, maar in het verleden heeft geloof ik ook Ron hier al een en ander over geschreven). 4. Blijft optie over: de crosslift deze kan: • A: te vlak zijn, in dat geval spring je zijwaarts en onderschep je, en vaak zal de rally afgelopen zijn, immers rechtdoor ligt open. • B: te hoog zijn en diep, in dat geval heb je tijd genoeg om erachter te komen en het spel op jouw 'sterke' kant te hebben met de mogelijkheid te gaan testen of je tegenstander net zo goed is in zijn forehandhoek en mocht je het volgende artikel getraind hebben dan is dit wederom een fijne situatie. • C: perfecte hoogte maar te kort zijn, hier is goed onder te komen en je kunt zeer gevaarlijk aanvallen. Trekt de tegenstander niet op tijd mee en rechtdoor kan hij enkel met de forehand rechtdoor verdedigen, dus je kunt doorlopen naar het net en afmaken. Mocht hij ontzettend haasten om rechtdoor dicht te gooien dan is een cross sticksmash of smash genoeg om het punt te maken en wederom krijg je 99 op de 100 keer een rechte verdediging, dus je weet zeker waar de shuttle komt. Voetenwerk is hier vaak een vorm van gewoon achteruit lopen en licht afbuigen: dus links naar rechts bewegen en dan met rechts naar achter stappen en dan ben je vaak al in de situatie een wisselopsprong te maken. • D: de crosslift/clear is goed, vlak boven mijn racket en snel op de achterlijn, dan nog heb je rechtdoor ruimte en je kunt de situatie TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 29
redelijk eenvoudig redden met een pullslag of een clear rechtdoor (wordt deze te hard aangepakt dan ligt er vaak cross ruimte, maar dit is een analyse die een speler snel moet maken in een wedstrijd). En je begint weer te wachten op een verkeerde crosslift...en er vervolgens gebruik van te maken. In principe gebruik je hier een lage wisselopsprong naar achter, waardoor je gebruik kunt maken van rapid deceleration en weer in positie komt. • E: Around the head lukt niet, jammer, dan draaien we om en gebruiken we de backhand pull of drive of clear om weer te gaan neutraliseren en bouwen en wachten op de volgende mogelijkheid, over beter gezegd deze provoceren. Ideaal gezien ga je er positioneel badminton bij toevoegen na een tijdje, maar als je de oefeningen goed opbouwt en aanpast aan de spelers, zul je het vaak vanzelf zien gebeuren, zelfs zonder dat ze erbij nadenken. Als je er vervolgens echt op gaat trainen, gaat het werken. Je kunt namelijk alle hoeken in een opbouwfase van een rally goed afdekken en bij een niet precieze slag van je tegenstander het initiatief nemen. Daarom zie je ook op hoog niveau dat er ontzettend veel wordt opgebouwd centraal of ver van de lijnen om de hoeken dicht te houden, tot je echt een kans krijgt en kunt versnellen. Welke hoek je ook inspeelt, als het niet perfect is, heb je een probleem. Hoe kunnen trainers dit om zetten in training? Heel simpel: een echte trainerscursus volgen waar je leert eigen oefeningen te ontwikkelen die
aansluiten bij een probleem. Natuurlijk kun je vanuit bekende oefeningen beginnen, maar vervolgens begin je te spelen met variabelen om meer en meer uit de oefening te krijgen, of juist dingen simpeler te maken en je zult met vele verschillende dingen bezig gaan die allemaal samen moeten komen in je totaalvisie op de speler. Om dit goed te kunnen uitvoeren en dus een moderne badmintonner te worden met toekomst, dien je tegelijkertijd aan de techniek te werken (extensieslagen, fingerpower), voetenwerk (recovery, inzakken, indraaien, in de lijn van de shuttle komen, voetenpositie), herkennen van de situaties en automatisch je positie hierop gaan aanpassen, positioneel badminton invoegen en dingen uitlokken, tactisch begrijpen wat het gevolg is van je eigen slagen en dus anticiperen op hetgeen er gaat gebeuren. Een ieder die graag suggesties wil kan me echter zonder problemen schrijven. In het volgende artikel gaan we het uitvoeriger hebben over hoe om te gaan met crossslagen, hoe deze te provoceren (hierboven al een eerste inzet over gegeven), en behandelen we ook de shuttles aan de forehandzijde van de tegenstander. Hier mix je ook links en rechts voorstaan af, maar op een iets andere manier. Uitzonderingen zijn er altijd, bijvoorbeeld als je bijzonder getalenteerd bent in het lezen van situaties, techniek en bewegen: dan ga je staan zoals je 90% zeker bent van de komende situatie, dat is echter niet veel spelers gegeven
"Honderd wedstrijden in één leven" Het motto van Hans van Praag. Door: Fred Besselink.
Op zaterdag 10 mei zaten we gezellig aan de koffie met Hans van Praag en zijn vrouw Lena. Hans was (en is) een kleurrijk figuur in de sport. Hij is de auteur van één der eerste badmintoninstructieboeken (badminton 1, later gevolgd door badminton 2, zie afbeeldingen)en medeoprichter van de V.B.O. Hans is inmiddels 83 jaar oud, maar heeft aan scherpte nog weinig ingeboet en de verhalen en anekdotes vlogen in hoog tempo over de tafel. Ruud Bremmer en ik genoten met volle teugen van de memoires van deze badmintongoeroe. Hans heeft het gesprek goed voorbereid en heeft verschillende foto’s en knipsels klaargelegd. Een boeiend gesprek was het gevolg. Hans kwam in 1962 in aanraking met de badmintonsport in Naarden, bij sportschool van Helmond. Er werden voornamelijk partijen gespeeld, Hans raakte al gauw verknocht aan het spelletje. In 1962, nu dus 50 jaar geleden, maakte hij de overstap naar BCH in den Bosch. Er werd gespeeld in een gymzaaltje. Hans herinnert zich uit die tijd met name de familie de Jong.
Vader Herman de Jong, Fred en Rob de Jong en ook Annelies de Jong, waarmee de dochter van Hans en Lena (Mirjam) later vaak het damesdubbelspel speelde. Al gauw deed men een beroep op Hans als bestuurder.
In deze periode leerde hij ook zijn vrouw Lena Fijneman kennen. Hans en Lena huwden in september 1968. (zie foto).
Zo kon het gebeuren, dat hij van 1964 tot en met 1970 zitting had in het bestuur van de BBF ( de Bossche Badminton Federatie). Via het dubbelspel bereikte hij in 1971 de B-status. In 1966 slaagde hij als scheidsrechter. Ook als scheidrechter stond Hans zijn mannetje. Bij veel nationale en internationale wedstrijden was hij present. In 1967 volgde de overstap naar FST uit Waalwijk. Hij werd hier ook trainer op voorwaarde, dat de club lid werd van de bond.
Hans van Praag en zijn Lena in hun woning in Didam In 1969 rondde Hans zijn opleiding als gediplomeerd badmintontrainer af. TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 30
Zijn examinatoren waren Guus Wolters en Nico Max. Met Nico Max, Han Nakken en Rob van Barnau Sijthoff schreef hij in 1976 Badminton 1. Cursisten die mochten instromen op een hoger trainersniveau kwamen vaak van het CIOS. Hieronder bevond zich onder meer Han Nakken. Hans gaf verzorgde daarna op vele plaatsen trainingen. Zo werkte hij onder meer bij Oosterhout, de Zwaluwen, Typhoon (Breda) en De Veste (Geertruidenberg). In 1970 richtte hij, samen met enkele andere enthousiastelingen de V.B.O. op. Het bestuur bestond destijds uit de volgende mensen: Voorzitter: Guus Wolters Secretaris: Nico Grootaarts Penningmeester: Hans van Praag Leden: Ed Cox en Pieter van Wijk. Uit deze periode heeft hij nog een aantal documenten bewaard, zoals het document dat ik rechts laat zien. Al in 1969 was er regelmatig overleg tussen een aantal badmintontrainers, waaronder Han Nakken, om uniformiteit te scheppen in de manier van presenteren van oefenstof. Opmerkelijk feit is, dat de bijscholingen destijds voor alle leden kosteloos waren. Dat waren nog eens tijden! De Nederlandse Badmintonbond (N.B.B. thans Badminton Nederland) was destijds erg verguld met de oprichting van de V.B.O. en er was sprake van een vruchtbare samenwerking,
TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 31
In 1971 vond het eerste studieweekend plaats, met onder meer Guus Wolters en Salo Müller als docenten.
In 1973 volgde een bijscholing met Siegfried Maiwald (Duitsland) en in 1974 met de befaamde Engelse coach Lesley Wright, een specialist in de dubbelspelen.
Toen in 1976 Steen Sörensen (Denemarken) bondscoach werd, werden er al spoedig applicaties georganiseerd in Oost, West, Noord en Zuid met als doel de badmintonsport op een hoger plan te brengen. Steen Sörensen bezoekt Hans nog ieder jaar. Hij komt dan vanuit Denemarken om Hans en Lena met een bezoekje te vereren. Hun vriendschap houdt dus nog steeds stand.
Hans vertelt over deze studieweekenden, dat hij zich altijd Oud-bondscoach Steen Sörensen verheugde op het onderlinge toernooi, dat dan altijd werd ge- Eerst beperkte hij zich tot vakken speeld. als “Leiding geven”later werden Met Han Nakken aan zijn zijde wist hem steeds meer klussen toegehij het toernooi eens te winnen. schoven. In 1983 en 1986 gaf hij de cursus “Coach betaald voetHans kan namelijk niet zo heel erg bal”. goed tegen verlies en maakt van alles een wedstrijd. Tot zijn leerlingen behoorden Zelfs als hij in die weekenden aan Dick Advocaat, Co Adriaanse en het toepen was, moest er gewon- Rinus Israel. nen worden en het is dan ook niet vreemd, dat Hans’ levensmotto is : “Honderd wedstrijden in één leven”. Hans is niet alleen fanatiek, maar hecht ook veel waarde aan het sociale aspect. Een goede sigaar, een lekker glaasje cognac, samen werken aan een klus, Hans vindt het allemaal belangrijk. Maar gewonnen moet er worden. Hans verzorgde inmiddels ook trainerscursussen voor de NBB en zo kwam het dat de voetbalbond ( de KNVB) hem vroeg om ook voor hen een aantal cursussen te verzorgen. Hij gaf in 1982 een cursus Sportmanagement voor sportmensen en rolde op die wijze het voetbal in.
Vanaf 1983 woont hij in het oosten van het land en komt onder meer uit voor BC Didam, BC Phido en BC Typhoon (Doesburg) Hans toont mij zijn stamboom.
Veel mensen, die de naam van Praag voerden (allemaal familie van Hans) hebben het ver geschopt.
TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 32
Ik noem Henri van Praag (psycholoog), Max van Praag (liedjeszanger), Chiel van Praag (radio), Jaap van Praag en zijn zoon Michael (beiden voorzitter van Ajax) en Marga van Praag (presentatrice). Hans groeide op in Amsterdam als zoon van Zacharias van Praag aan de Keizersgracht.
In 1936 had Zacharias van Praag al een Chevrolet.
Hij was enig kind.
Linksbuiten Guus Dräger trok hier zijn sprintjes en Rinus Michels stond in de spits. In het Gooi leerde hij ook zeilen op de Loosdrechtse plassen, via zijn buren uit Naarden. Dat was in de jaren 1946-1947.
Later werd er verhuisd naar het Gooi ( door Hans aangeduid als de “tuin van Amsterdam”), omdat het gezin goed had geboerd. (vader Zacharias had een zaak in lederwarenfournituren).
Als kind bezocht hij vaak de Watergraafsmeer waar hij Ajax kon zien voetballen. Voor een kwartje kon plaatsgenomen worden vóór de reclameborden.
Hans werd later oprichter van de Nederlandse Windsurfbond (De N. W.S.B.). In 1991 behaalt hij het diploma als instructeur Catamaranzeilen. Met recht kunnen we Hans een veelzijdig mens noemen. Als oprichter van de V.B.O. werd het hoog tijd, dat we hem eens in het zonnetje zetten. Als we afscheid nemen, spreken we af, dat hij binnenkort weer eens present zal zijn op één van onze bijscholingen. We zien er naar uit!!
Voor u bekeken: Badminton Techniques (DVD2) Door: Fred Besselink. Op deze 2e dvd wordt het midcourt behandeld. ( Techniques dans l’espace MI-court)
Logisch, je wilt alles aanbieden, maar waar breng je het allemaal onder? Maar er wordt toch heus wel eens met de backhand geserveerd van de forehandkant.
De opzet is hetzelfde als bij de eerste dvd. In de bijgaande tabel kunt u snel zien, hoe er tussen de verschillende menu’s geschakeld kan worden. De trainers in de leersituaties zijn erg bedreven in het goed aangeven van de shuttle. Er worden weliswaar eenvoudige, maar doelmatige oefeningen getoond, met goede aanwijzingen. In de onderdelen voetenwerk en techniek en tactiek worden wedstrijdbeelden getoond, die door hun manier van knippen heel veel verschillende voorbeelden tonen van topspelers in wedstrijdsituaties.
TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 33
Los van de educatieve waarde zijn deze dvd’s alleen daarom al de moeite van het bekijken waard. In het onderdeel techniek en tactiek hebben de makers van de DVD er voor gekozen de backhandservice te behandelen aan de backhandkant en de forehandservice aan de forehandkant.
Bij de stick drop en block op de backhandzijde wordt zowel aandacht besteed aan de backhand als aan de around the head (forehand dus). Niet helemaal consequent dus, maar wel verdedigbaar, deze keuzes. De DVD geeft een mooi overzicht van alle mogelijkheden in het midcourt. De oefenvormen zijn goed te gebruiken en de wedstrijdbeelden zijn geschikt, om aan je spelers te tonen, als de gelegenheid zich voordoet.
1.Voetenwerk /houding
1a. Side lunge 1b. Interception jump
2.Techniek en tactiek
2a. Service 2b. Korte service 2c. Lange verdediging 2d. Drive 2e. Smash 2f. Stick drop en block
Voor de slag Na de slag Voor de slag Na de slag
Forehandzijde
3.Leersituaties
1.Voetenwerk /houding
3a. Rechte korte verdediging 3b. Cross interceptie smash&block 3c. Drive
1a. Side lunge 1b. Interception jump
Voor de slag Na de slag Voor de slag Na de slag
Backhandzijde
2.Techniek en tactiek
2a. Service 2b. Korte service 2c. Drive 2d. Smash 2e. Stick drop en block 3a. Rechte korte verdediging 3b. Afwisselend lange en korte verdediging
3.Leersituaties
3c. Korte verdediging cross 3d. Interceptie smash
TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 34
BESTUUR
CONTRIBUTIE
BIJSCHOLINGEN
VOORZITTER Bill Boshoven
[email protected]
Contributie: per jaar € 70,00 Inschrijfgeld eenmalig: € 10,00 Betaling per acceptgiro of via automatische afschrijving na machtiging. Giro: 20.69.676 t.n.v. penningmeester VBO
Aankondigingen van en inschrijfformulieren voor bijscholingen worden gepubliceerd op www. vbo-trainer.nl. Inschrijvingen dienen gestuurd te worden naar het secretariaat, bij voorkeur digitaal. Ongeveer 14 dagen voor de bijscholing wordt een uitnodiging toegezonden met de deelnemerslijst en de routebeschrijving.
SECRETARIS José van Lienden - de Knecht
[email protected] PENNINGMEESTER Michel Wolf
[email protected] VOORZITTER WTZ Ruud Bremmer
[email protected]
WERKCOMMISSIE TECHNISCHE ZAKEN (WTZ) VOORZITTER Ruud Bremmer
[email protected] Francien van der Aar
[email protected]
LEDEN Francien van der Aar
[email protected] Han van Room accommodatie bijscholingen; geluid John Titaley SECRETARIAAT beeld- en geluidregistratie Een nieuw lid ontvangt binnen 14 bijscholingen dagen na aanmelding een beves- Wim Polman tiging van het lidmaatschap. Productie Beëindiging van het lidmaatschap dient schriftelijk bij het secretariaat te gebeuren vòòr 1 november van het lopende jaar. Binnen 14 dagen wordt door het secretariaat een bevestiging van de opzegging gestuurd. Wijzigingen in personalia en/of gradatie dienen per direct aan het secretariaat te worden doorgegeven.
WERKCOMMISSIE PR/TB REDACTIE TB Fred Besselink
[email protected] BEHEER WEBSITE Eric Krom BEHEER TOKO Corinne & Eric Krom
[email protected]
SPONSORING De V.B.O. wordt gesponsord door Yonex. ERELEDEN H. van Praag R.A. Folkeringa B. Boshoven N.J. Meyering F.L. Rademaker J.P. van Lienden-De Knecht B. Saaleman W. Knaap J. Tjoa LID VAN VERDIENSTE J.A.N. Renesse van Duivenbode R. Trieling BUITENGEWOON LID M.O. van Lienden
Agenda Bijscholingen: Datum:
Onderwerp:
Docent:
Gradatie
Plaats
13 sep 2014
Fysieke training en periodisering
Guus van de Vlugt Koen Rijsewijk
Spl-4/3?
Odijk
13 dec 2014
Leren te leren
Marinus Wouterse
?
Odijk
8 feb 2015
Techniek, methodieken en didactische werkvormen voor beginnende jeugd.
Eric Martherus
Spl -2/3
N.n.t. b.
TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 35
Indien onbestelbaar retour: Kennedystraat 48, 6921 CX DUIVEN
Secretariaat:
[email protected] Opgericht 23 mei 1970 - k.v.k. te Den Haag onder Nr. 40410252 TECHNISCH BULLETIN VBO pagina 36