TE GEK!? GEESTELIJKE GEZONDHEID IN DE KIJKER
1
1. Beginsituatie 2. Hermeneutische knooppunten 3. Leerplan 4. AchtergrondinformatieVeelgestelde vragen rond psychische gezondheidszorg Psychiatrische stoornissen van A tot Z Psychiatrische hulpverlening van A tot Z Enkele feiten en cijfers rond psychiatrische stoornissen Het complexe verband tussen religie en geestelijke gezondheid Dr. Walter Krikilion over psychiatrie en levensbeschouwing De geschiedenis van het psychiatrisch ziekenhuis Sint-Annendael te Diest (initiatiefnemers van Te Gek!?) Het museum Dr. Guislain: een te gek museum Uit de kunst Over de Broeders van Liefde, die zich bijzonder inzetten voor geestelijke gezondheidszorg 5. Impulsen 1. Reportages SAM 2. Getuigenissen 3. De tien waarschuwingstekens van normaliteit 4. Stellingen 5. Songs 6. Paus Benedictus XVI over geestesziekte 7. Films 8. Mad Hatter Day 9. Geestesziekte in de bijbel 10. Enkele doordenkertjes 11. Poëzie 12. Heiligen 13. Geloof en geestelijke gezondheid 14. Mediteren als therapie 6. Didactische suggesties 1. Bij de reportages uit SAM 2. Bij de getuigenissen 3. Bij de tien waarschuwingstekens van normaliteit 4. Bij de stellingen 5. Bij de songs 6. Bij paus Benedictus XVI over geestesziekte 7. Bij de films 8. Bij Mad Hatter Day 9. Bij geestesziekte in de bijbel 10. Bij de doordenkertjes 11. Bij de poëzie 12. Bij de heiligen 13. Bij geloof en geestelijke gezondheid 14. Bij de cartoons 15. Bij mediteren als therapie Extra 2
Als oud-student van de Faculteit Godgeleerdheid en als zanger van Het Zesde Metaal schaar ik mij graag achter de inspanningen die vanuit de geestelijke gezondheidszorg en het godsdienstonderwijs geleverd worden om het taboe rond geestesziekten te doorbreken. Dag in dag uit word ik geconfronteerd met de vooroordelen en misvattingen met betrekking tot psychische stoornissen. Mijn vriendin heeft al jaren te kampen met een manisch-depressieve stoornis en ondervindt té vaak dat dit niet ernstig wordt genomen. Het meest frustrerende aan psychische ziektes is dat de pijn zo moeilijk te tonen is: je moet niet in het gips, er moeten geen röntgenfoto's genomen worden en het is niet besmettelijk. Bovendien wordt depressie in onze op winst en prestatie gerichte maatschappij gezien als een teken van zwakte. Wie thuis moet blijven van zijn of haar werk wegens depressie wordt vaak als een profiteur bestempeld, want er is toch helemaal niks te zien? Onze samenleving zou een grote stap vooruit zetten, mochten we een klimaat kunnen creëren waarin vrij kan gepraat worden over psychische ziekten. Want - zo mag nu stilaan duidelijk zijn - ze onder de mat vegen werkt niet. Wannes Cappelle Het Zesde metaal
3
1. Beginsituatie Eigenlijk is het te gek om los te lopen: over ernstige psychische problemen wordt amper gepraat, terwijl één op vier personen in België er mee te maken krijgt. Het Psychiatrisch Ziekenhuis Sint-Annendael uit Diest tracht al jaren het stilzwijgen te doorbreken door het organiseren van infosessies, tentoonstellingen en muzikale optredens, strevend naar een positieve en correcte beeldvorming ten aanzien van personen met problemen op het vlak van geestelijke gezondheid. Sinds eind 2004 kreeg de lokale taboedoorbrekende aanpak een ruimere weerklank met het project ‘Te Gek!?’, waarvan Kristien Hemmerechts het meterschap en Guy Swinnen het peterschap opnam. Te Gek !? probeert geestelijke gezondheidsproblemen in de media en bij het grote publiek bespreekbaar te stellen via bijvoorbeeld cd’s, concerten, muzikale en literaire tournees, tv-reportages, lessenpakketten, krantenkaterns of de infomobiel. Te Gek !? is op een kleine 5 jaar tijd uitgegroeid tot een begrip, niet alleen in de gezondheidszorgsector maar ook op maatschappelijk vlak. De lijst met bekende personen die reeds hun medewerking verleenden aan één of ander Te Gek !? initiatief, is even lang als indrukwekkend. Te Gek!? is een project van vzw Sint-Annendael Grauwzusters uit Diest, en geniet steun van de Vlaamse Regering, diverse sponsors en meerdere mediapartners waaronder Radio1 en De Standaard. (http://sadbe.accounts.intracto.be/tegek/) In samenhang hiermee wenst deze In de kijker een pakket aan te bieden om rond het thema van de geestelijke gezondheidszorg aan de slag te gaan binnen de godsdienstlessen. Net zoals het project Te Gek?! tot doel heeft om een aantal stigma's met betrekking tot geestesziekte en psychiatrie te doorbreken en mensen aan te zetten om erover te praten, wil deze In de kijker deze niet voor de hand liggende onderwerpen, die al te vaak nog met een aantal taboes beladen zijn, bespreekbaar maken bij leerlingen van het secundair onderwijs, die allicht zelf in hun omgeving met dergelijke kwesties geconfronteerd worden.
"Er is veel veranderd in de psychiatrie, zeggen de mensen, en ze hebben gelijk. Ze bedoelen: er is veel verbeterd, en opnieuw hebben ze gelijk. Vroeger als je 'gek' was, dan sloten ze je op. Of ze stopten je dagen in een bad opdat je zou kalmeren. Op den duur was je kalm. Je was zelfs murw en apathisch. Vandaag zijn er medicijnen en therapieën, en het woord 'gek' wordt minder lichtvaardig gebruikt. De vraag wordt gesteld: wat betekent dat eigenlijk 'gek'? Gek genoeg is de stilte dikwijls gebleven, de stilte waarin over 'gekte' niet kan worden gepraat, en ook niet over angsten en paranoia, over pijn in hart of kop. En kan er al worden 4
gepraat, dan wordt er dikwijls niet geluisterd. Deze cd wil de stilte verbreken. Laat de muziek losbarsten opdat straks het praten kan beginnen. Het échte praten en het échte luisteren, ook over wat zich moeilijk laat bespreken of beluisteren. Vooral over dat. Praat erover. Luister ernaar. Doorbreek het taboe. (Kristien Hemmerechts, meter van 'Te Gek!?') Sint-Annendael en het project 'Te Gek!?' VZW Sint-Annendael Grauwzusters is werkzaam in de sectoren psychiatrie en bejaardenzorg. Zij groepeert het psychiatrisch ziekenhuis Sint-Annendael Diest en de woonen zorgcentra Huize Sint-Augustinus te Diest, O.L.V. Ster der Zee te Scherpenheuvel. Het psychiatrisch ziekenhuis SintAnnendael staat voor een kleinschalig ziekenhuis met open karakter, gelegen in het centrum van Diest, grenzend aan het historisch Begijnhof. Naast het aanbieden van een moderne psychiatrische gezondheidszorg op maat wil het ziekenhuis uitdrukkelijk werk maken van een positieve beeldvorming over psychiatrie en geestelijke gezondheidszorg. Ondanks het feit dat 1 volwassene op 4 in België ooit zelf geconfronteerd wordt met ernstige problemen en dat die voor 1 persoon op 9 reeds binnen de 12 maanden het geval zal zijn, blijkt dat de kennis hierover vrij gering is en dat nog tal van vooroordelen bestaan. Negatieve beeldvorming houdt mensen vaak tegen om over hun problemen te praten of tijdig hulp te zoeken. Mede via tentoonstellingen en muziekoptredens die binnen de muren van het ziekenhuis worden gehouden tracht Sint-Annendael daarom de drempel ten opzichte van alles wat met psychiatrie te maken heeft te verlagen. Vanuit het succes van de concerten groeide het idee om de druppel taboedoorbreking die de concerten betekenen in de regio te laten uitgroeien tot een zee die uitdeint over de rest van Vlaanderen. Om echt iets aan de zo noodzakelijke positieve beeldvorming te kunnen doen, bleken meer grootschalige initiatieven aangewezen, waaronder cd's, dossiers in De Standaard, concertenreeksen en literaire tournees over heel Vlaanderen,... Te Gek!? en andere beeldvormingsprojecten zullen slechts dan geslaagd zijn indien steeds meer mensen op een positieve wijze het gesprek durven aangaan over geestelijke gezondheid en op deze wijze het taboe mee helpen doorbreken. (Bron: Informatiemap Te Gek!?)
2. Hermeneutische knooppunten Heerst er ook vandaag de dag nog een taboe
rond geestesziekte of is dit iets van vroegere tijden? Welke stigma's kleven er aan geestelijk ziek zijn en zijn er manieren om deze stigma's aan de oppervlakte te brengen en weg te werken? Is psychische gezondheid te vergelijken met
fysieke gezondheid? Dient men psychische 5
ziekten op een gelijkaardige manier te behandelen en te benaderen als lichamelijke ziekten, of is daarvoor een andere aanpak nodig? In welke zin zijn psychische ziektes soms erger of ingrijpender dan lichamelijke ziektes? Is een psychische ziekte iets wat alleen anderen overkomt of kan dit aan iedereen
gebeuren? Zijn er bepaalde groepen mensen die ontvankelijker zijn voor psychische problemen (bijvoorbeeld mensen met een problematische sociale achtergrond) of heeft iedereen even veel kans om dit mee te maken? Is het spreken over psychische aandoeningen een helend gebeuren of legt het alleen
maar meer de aanwezige wonden open? Moet men deze problematiek voor het grote publiek onthullen of eerder verhullen? Strooien tv-programma's waarin geestesziekte aan bod komt zout in de wonde of leggen zij net de vinger aan de pols? Ontkrachten of bevestigen zij in de maatschappij aanwezige stereotiepen? Zijn mensen met problemen op het vlak van geestelijke gezondheid in staat om op
een 'normale' manier in de samenleving te leven, of zouden zij beter afgescheiden worden van de rest van de samenleving, omdat zij een gevaar voor zichzelf en/of anderen vormen? Wat is het belangrijkste: integratie of segregatie? Daarbij aansluitend: kan je zomaar een onderscheid maken tussen 'normale' en 'abnormale' mensen. Zou men eerder in termen van tegenstelling moeten denken of eerder in termen van gelijkenis? Is religie een vorm van waanzin, een soort van neurose of werkt het geloof juist
beschermend tegen en helend bij psychische ziekten? "Ontwikkelt een geestelijk gezonde persoon een intrinsieke religiositeit of leidt intrinsieke religiositeit tot geestelijke gezondheid" (Van Uden en Pieper)? Kan men religieuze levenswijsheid beschouwen als een therapeutisch instrument of houdt men spiritualiteit en therapie best zo veel mogelijk gescheiden? Wat is de waarde van alternatieve therapieën waarbij bijvoorbeeld meditatie gehanteerd wordt? Waarin ligt hun helende kracht? Kunnen mensen met een psychische ziekte nog zin ontdekken in het leven of worden
zij juist aangetast in hun vermogen om zin in het leven te vinden? Moeten mensen met een psychische ziekte vooral zichzelf helpen of is het juist het
belangrijkste dat zij door anderen geholpen worden? 6
4. Achtergrondinformatie Veelgestelde vragen rond psychische gezondheidszorg Komen psychische stoornissen veel voor? Ja. Veel mensen hebben te kampen met psychische problemen, uit welk milieu ze ook komen en waar ze ook leven. De Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) plaatst psychische ziekte op de tweede plaats in de lijst van veel voorkomende ziektes. Bestaan er goede geneesmiddelen tegen geestesziekten? Ja en nee. Er is een ruim aanbod aan medicijnen die heel doeltreffend symptomen kunnen onderdrukken. Maar medicijnen alleen volstaan niet. Psychische problemen vragen ook om professionele gesprekstherapie, om steun van de omgeving en van mensen die vertrouwen geven. (een combinatie van medicatie en therapie wordt meestal als meest effectief beschouwd) Is genezing een kwestie van wilskracht? Nee. Niemand vraagt erom geestesziek te worden. Het volstaat niet te zeggen 'kop op, even flink zijn' of 'neem jezelf weer in de hand' Net steun, gehoor, begrip van anderen zijn het meeste nodig. Is het mijn eigen schuld als ik psychische problemen heb? Elk probleem komt voort uit een veelheid van oorzaken en toevallige omstandigheden. Men zal nooit één oorzaak kunnen aanwijzen. We kunnen allemaal nog zo goed ons best doen om ons geestelijke evenwicht te bewaren, toch kan de zaak uit de hand lopen. Dat is niet iemands verantwoordelijkheid. Belangrijker is de oplossing te vinden. (Psychische problemen hebben vaak te maken met een onevenwicht dat ontstaat tussen de draagkracht en de draaglast van een persoon, waarbij beide aspecten zowel in positieve als in negatieve zin beïnvloed kunnen worden door ontelbare factoren (omstandigheden, werk, gezin, gebeurtenissen, verliessituaties, goede vrienden, erfelijke aanleg, vermoeidheid, …) die men niet altijd zelf in de hand heeft. Op www.fitinjehoofd.be vindt men eenvoudige suggesties die de eigen draagkracht inzake geestelijke gezondheid kunnen verhogen.)
Zijn geestesziekten ziekten van de hersenen? De wetenschap heeft heel wat mechanismen ontdekt die de werking van onze hersenen beheersen. Zo heeft men afwijkingen in de hersenen ontdekt die wel eens verband zouden kunnen houden met bepaalde psychische problemen. Toch kan men niet zeggen dat deze 'afwijkingen' rechtstreeks de oorzaak zijn van de geestesziekte. 7
Zijn psychische problemen erfelijk? Waarschijnlijk niet. Sommige wetenschappers vermoeden dat er een vorm van aangeborenheid is, zoals bij diabetes of kanker. Maar tal van andere elementen spelen een rol bij het ontstaan van psychische problemen: de omgeving, eigen levenservaringen. Erfelijkheid alleen is nooit een afdoende verklaring. (Voor sommige psychiatrische ziekten kan erfelijkheid een rol spelen, al betekent een aanleg inderdaad niet dat men de ziekte daarom ook effectief krijgt.) Hoe komt het dat mensen met psychische problemen zich soms bizar gedragen? Een geesteszieke is vaak in zichzelf gekeerd, wil zo weinig mogelijk opvallen. Hij of zij voelt zich dikwijls erg eenzaam. Soms geeft dit wel eens aanleiding tot bizar gedrag, dat niet onmiddellijk verklaarbaar is voor de omgeving, veroorzaakt door angst, tics, waanbeelden. Soms leiden ook bijwerkingen van de medicatie tot ongewoon gedrag: geagiteerd gedrag, of net verstarrend gedrag, trillende handen, starre blik, stemmingswisselingen. Zijn geesteszieken gevaarlijk? In de krant wordt wel eens over een 'gevaarlijke gek' gesproken. Dergelijke gekken horen veeleer thuis in de film. In de dagelijkse omgang zijn mensen met psychische problemen niet gevaarlijker dan de anderen. Toch kunnen wel eens crisissituaties ontstaan waarbij mensen door angst 'uit de bol gaan', maar meestal gaan zulke situaties vlug voorbij. Hebben geesteszieken wel een plaats in onze maatschappij? Bepaalde omstandigheden kunnen zo moeilijk worden dat personen met psychische problemen opgenomen moeten worden in een ziekenhuis. Als zij daar ontslagen worden, is het niet altijd gemakkelijk voor ze om opnieuw een plaats in de samenleving te vinden. Daarom wordt een opname zoveel mogelijk vermeden en gaat de voorkeur naar 'ambulante' opvang (waarbij de zieke niet in de voorziening logeert) of naar een opvang in tussenstructuren (de zieke gaat elke avond naar huis of gaat alleen 's avonds naar de voorziening). In de meeste gevallen kunnen mensen met psychische problemen zich goed handhaven in de maatschappij, kunnen zij blijven studeren of werken en kunnen zij de dagelijkse problemen goed aan. (Bron: Vlaamse Vereniging voor Geestelijke Gezondheid)
Psychiatrische stoornissen van A tot Z Affectieve persoonlijkheidsstoornis Stoornis waarbij de stemming vaak op en neer gaat, maar waarbij de afzonderlijke episoden zelden of nooit ernstig genoeg zijn om in de categorie hypomanie of depressie te vallen. Omdat dit jaren kan duren, brengt de stoornis toch aanzienlijk leed en invaliditeit met zich mee. Bipolaire stoornis Letterlijk: tweezijdig. Synoniem voor manisch-depressieve stoornis. Borderline Persoonlijkheidsstoornis gekenmerkt door een diepgaand patroon van instabiliteit in 8
intermenselijke relaties, zelfbeeld en affecten en van duidelijke impulsiviteit, beginnend in de vroege volwassenheid. Mensen met deze stoornis proberen krampachtig te voorkomen dat ze (feitelijk of vermeend) in de steek gelaten worden. Ze zullen anderen afwisselend overmatig idealiseren en kleineren, ervaren een chronisch gevoel van leegte en kunnen zich aan eetbuien en middelenmisbruik overgeven. Depressie Ziektebeeld gekenmerkt door somberheid, passiviteit en wanhoop. De betrokkene heeft een sterke neiging tot piekeren, gebrek aan interesse en plezier. In ernstige vorm komen ook suïcidale neigingen voor. Dwangstoornis Obsessief-compulsieve stoornis waarbij men bijvoorbeeld telkens opnieuw de handen wast of zo obsessief het huis schoonmaakt dat een normaal leven in het gedrang komt. Hallucinatie Waarneming zonder voorafgaande zintuiglijke prikkel die door de persoon als echt wordt ervaren, maar die in werkelijkheid niet aanwezig is. Dingen zien, horen, ruiken of voelen die er in werkelijkheid niet zijn. Manie Een stemming gekarakteriseerd door een intens gevoel van euforie, overmaat aan energie en een verminderde slaapbehoefte. De betrokkene is erg spraakzaam en actief, komt extravert en zelfverzekerd over maar is ook labiel, prikkelbaar en snel geïrriteerd. Er is ook bijna altijd sprake van een verhoogde drang naar socialisatie en seks. Een stemming gekarakteriseerd door een intens gevoel van euforie, overmaat aan energie en een verminderde slaapbehoefte. De betrokkene is erg spraakzaam en actief, komt extravert en zelfverzekerd over maar is ook labiel, prikkelbaar en snel geïrriteerd. Er is ook bijna altijd sprake van een verhoogde drang naar socialisatie en seks. Manisch-depressieve stoornis Een stemmingsstoornis gekenmerkt door een afwisselend patroon van grote ups en diepe downs, met daartussen symptoomvrije fases. Mentale handicap Heeft niets met psychisch ziek zijn te maken. De term verwijst naar een verstandelijke handicap, een aangeboren conditie dus die niet in de psychiatrie thuishoort maar in de welzijnszorg. Vanwege de mogelijke verwarring beter niet meer te gebruiken. Neurose Een neurose is een ineffectieve manier van omgaan met problemen. In belangrijke 9
levenssituaties niet adequaat kunnen reageren, in de plaats daarvan op een voor anderen ongebruikelijke wijze angstig en/of onzeker en/of radeloos reageren. Paranoia Een diepgaand wantrouwen en een grote achterdocht ten opzichte van anderen, waardoor hun beweegredenen worden geïnterpreteerd als kwaadwillig. De stoornis begint in de vroege volwassenheid en komt tot uiting in diverse situaties. Deze mensen erkennen niet snel dat ze ziek zijn. Psychisch ziek zijn Een verstoring van de psychische functies (perceptie, denken, verwerken) die de communicatieve, emotionele en gedragsmatige mogelijkheden van een persoon beïnvloeden. Psychopathie (of antisociale persoonlijkheidsstoornis) Bij een psychopaat zijn deze kenmerken in meerdere of mindere mate aanwezig: hij neemt geen verantwoordelijkheid voor eigen gedrag, ervaart geen berouw of schuldgevoel en vertoont een groot gebrek aan empathie. Hij overschat zichzelf, leeft parasitair, gedraagt zich onverantwoordelijk en is mogelijk een gladde prater en een oppervlakkige charmeur. Geen realistische doelen op lange termijn, vaak seksueel losbandig. Psychose Ziektebeeld gekenmerkt door verstoorde realiteitsbeleving waarbij hallucinaties, wanen en denkstoornissen voorkomen. Schizofrenie Ziektebeeld gekarakteriseerd door het beleven van opeenvolgende psychoses waarbij de betrokkene in de tussenliggende tijd niet goed functioneert. Wanen Hardnekkige overtuiging. Gedachten die niet in overeenstemming met de werkelijkheid zijn en die, ondanks alle tegensprekelijke evidentie, door de betrokkene worden geloofd. Bijvoorbeeld: paranoïde wanen, grootheidswanen, almachtwanen, religieuze wanen. De persoon zelf vormt het middelpunt van de waandenkbeelden (denken dat men een speciale missie heeft om de wereld te redden). (Bron: Vlaamse Vereniging voor Geestelijke Gezondheid)
Psychiatrische hulpverlening van A tot Z Arbeidsrehabilitatie Vaardigheidstraining voor mensen met een psychosociale beperking om te kunnen herintreden op de arbeidsmarkt. ATB Afkorting, verwijst naar een organisatie van arbeidstrajectbegeleiding, of inspanningen die gedaan worden om iemand aan betaald werk te helpen, afgestemd op zijn mogelijkheden. 10
Beschut wonen Huisvesting, individueel of in groepsverband, met een beperkte vorm van begeleiding en ondersteuning aan mensen die omwille van psychische problemen afhankelijk blijven van professionele hulp. 43 voorzieningen voor beschut wonen in Vlaanderen, met ruim 2.400 plaatsen. Bio-energetische therapie Vorm van therapie die zich richt op het bevrijden van gevoelens die in gespannen spieren en een verkeerde lichaamshouding opgesloten liggen. Biologische psychiatrie Stroming die psychiatrische stoornissen voornamelijk verklaart vanuit lichamelijke processen. Cognitieve therapie Therapievorm die een verandering van denkwijze en van gewoonten beoogt, uitgaande van het idee dat de manier waarop iemand zijn ervaringen inhoud geeft, bepalend is voor de stemming en het gedrag. Cognitieve gedragstherapie Therapie waarbij men ervan uitgaat dat wat iemand gelooft over zijn gedrag en het waarom van dit gedrag net zo belangrijk zijn als het gedrag zelf. Contextuele psychiatrie Denkrichting in de psychiatrie die stoornissen van gedrag verklaart vanuit de sociale omgeving van de patiënt. Contextuele therapie Gaat ervan uit dat mensen loyaal blijven aan hun oorspronkelijke gezin en ze alleen geholpen kunnen worden als hun loyaliteiten gerespecteerd worden. DAC Afkorting van dagactiviteitencentrum, laagdrempelige voorziening waar (psychiatrische) cliënten kunnen koffiedrinken, eten en een aantal vrijetijdsactiviteiten uitvoeren. Eerstelijnszorg Vormen van hulpverlening die zich in de directe omgeving van de cliënt bevinden, zoals de huisarts, de thuisverpleging. Elektroshocktherapie, ook elektroconvulsietherapie (ECT ) Bij ernstig depressieve patiënten gebruikte therapievorm, waarbij door het toedienen van zes tot tien gecontroleerde stroomstoten door de hersenen (op tot nu onverklaarbare wijze) de depressie soms wordt doorbroken. 11
Ergotherapie Behandelvorm die door middel van geestelijke en lichamelijke activiteiten (arbeidstherapie, onderwijs, e.d.) iemand stimuleert. Extramurale gezondheidszorg Gezondheidszorg die buiten het ziekenhuis wordt gegeven. Gedragstherapie Psychologische behandelmethode die zich richt op het veranderen van gedragspatronen, zonder naar de veronderstelde onbewuste oorzaken te peilen. Gaat ervan uit dat hoe we denken, voelen en handelen grotendeels gebaseerd is op onze leergeschiedenis. Gesprekstherapie Vorm van therapie die voornamelijk bestaat uit veel praten. Groepstherapie Therapie waaraan twee of meer personen deelnemen die niet tot eenzelfde familie of systeem behoren. Hypnotherapie Verzamelnaam van elke behandelmethode waarbij met hypnose wordt gewerkt. Indirecte behandeling Behandeling waarbij de hulpverlener de cliënt helpt door middel van veranderingen in zijn omgeving. Intake Het verzamelen van gegevens als een nieuwe cliënt zich aanmeldt en het verstrekken van informatie over de behandeling en de geldende afspraken en regels. Intramurale gezondheidszorg Zorg die binnen een ziekenhuis of instelling wordt gegeven. Lichttherapie Behandeling met veel licht tegen winterdepressies. Mantelzorg Wederzijdse zorg van mensen die geen beroepsmatige verhouding met elkaar hebben (vrienden, familie, buren, kennissen). De zorg wordt vrijwillig en gratis verricht. Mindfulness-Based Cognitive Therapy Een therapie die oosterse meditatie combineert met cognitieve therapie, en bedoeld is om herval in depressie te voorkomen. In Vlaanderen geïntroduceerd door de psychiater Edel Maex, die er dit jaar een boek over schreef (Mindfulness, Lannoo).
12
Netwerktherapie Behandelingsmodel waarin behalve de cliënt belangrijke mensen uit zijn omgeving worden betrokken. Opnameafdeling Intramurale behandeleenheid voor observatie en crisisopvang. Psychiater Arts gespecialiseerd in preventie, diagnose en behandeling van psychiatrische stoornissen. Er zijn er 800 in Vlaanderen. Psychoanalyse Op grond van Freuds theorieën ontwikkelde methode die zich bedient van vrije associaties van de cliënt. Psycho-educatie De cliënt en zijn omgeving meer inzicht geven zodat ze beter met de ziekte en de gevolgen ervan kunnen omgaan. Psychofarmaca Geneesmiddelen voor de behandeling van psychische afwijkingen en stoornissen. Psychotherapeut Dit betreft meestal een psycholoog of psychiater met een bepaalde gespecialiseerde therapieopleiding (bvb. systeemtherapie, cognitieve gedragstherapie,…). Aangezien de titel van therapeut momenteel nog niet wettelijk beschermd is, kan momenteel echter iemand zonder kwalificatie zich ook therapeut noemen. Psychotherapie Versterkt persoonlijkheidskenmerken die voor het denken en handelen belangrijk zijn. Het individu wordt bovendien gesteund in zijn streven om hindernissen op vooruitgang uit de weg te ruimen. Residentiële hulpverlening Paraplubegrip voor alle hulpverlening die in ziekenhuizen of klinieken wordt gegeven. Rogeriaanse therapie Door Carl R. Rogers ontwikkelde therapievorm waarin het accent veeleer ligt op de mogelijkheden van de cliënt in het heden dan op de onmogelijkheden uit zijn verleden. Met veel aandacht voor ontplooiingskansen die in het verleden niet of onvoldoende zijn aangegrepen. Synoniem met client-centered therapie, non-directieve therapie. Systeemtheorie Therapievorm waarbij men ervan uitgaat dat klachten pas begrepen en behandeld kunnen worden in samenhang van het individu met zijn systeem (familie, gezin, collega's...) en waarin de interacties centraal staan. 13
Vermaatschappelijking Het streven dat psychiatrische patiënten meer in de eigen omgeving gaan wonen en de behandeling dus extramuraal plaatsvindt. Yoga Uit India afkomstig wijsgerig en godsdienstig systeem van lichaamsoefeningen en concentratiemethoden, waarvan het uiteindelijke doel geestelijke bevrijding is. In sommige therapieën past men yoga-onderdelen toe. Zelfredzaamheid Het vermogen om voor zichzelf te zorgen zonder professionele hulp. Sociale zelfredzaamheid is dan het vermogen om contacten met anderen aan te gaan en te onderhouden. Zelfverwerkelijking, ook zelfontplooiing Laatste en hoogste niveau van psychische ontwikkeling, dat bereikt wordt als alle primaire behoeften zijn bevredigd en 'verwerkelijking' van de volledige persoonlijke mogelijkheden plaatsvindt. (Bronnen: o.m. het Zakwoordenboek van de psychiatrie, de VVI, Sint-Annendael)
14
Enkele feiten en cijfers rond psychiatrische stoornissen Ongeveer 15 procent van de bevolking lijdt aan een
psychische ziekte op elk ogenblik. Dit betekent dat er dus elk ogenblik ongeveer 1 op 6 mensen te maken heeft met een psychische ziekte. Slechts 1 op de 10 personen met een psychische
ziekte wordt doorverwezen naar gespecialiseerde hulp. 8 op 10 van de psychiatrische stoornissen valt onder
de noemer 'angst, depressie, of stressgerelateerde problemen' 2 procent van de min 16-jarigen heeft een ernstige
psychiatrische stoornis, maar ongeveer 15 procent heeft matige psychische of gedragsproblemen. Deze komen voornamelijk voor bij de 14- tot 15-jarigen. 30.000 tot 50.000 Vlamingen lijden aan schizofrenie. Bij mannen komt schizofrenie vaak al tussen het vijftiende en twintigste levensjaar
voor. Bij vrouwen is dat vaak iets later. Vijftien procent van de personen met schizofrenie pleegt zelfmoord. Medicijnen voorkomen bij manisch-depressieve personen in 65 procent van de
gevallen nieuwe manische of depressieve episodes. 60.000 Vlamingen zijn manisch-depressief. Er zijn verschillende soorten depressies, waaronder een melancholische vorm, een
psychotische vorm en een winterdepressie. Maar liefst 300.000 Vlamingen beleeft minstens één keer in zijn leven een depressie. Depressies komen twee tot drie keer zo vaak voor bij vrouwen als bij mannen. In veel gevallen wordt depressie niet goed herkend en behandeld. (uit Psychiatrische stoornissen herkennen en ermee omgaan en Informatiesessie over psychisch ziek zijn, door Dr. Guido Pieters)
Het complexe verband tussen religie en geestelijke gezondheid Eenduidige verbanden tussen religie en geestelijke gezondheid, zoals bijvoorbeeld tot uitdrukking komend in de opvatting van Freud (1907) dat religie de mens onvolwassen en 15
dus geestelijk ongezond houdt, treffen we in de huidige literatuur niet meer aan. De meeste auteurs gaan uit van verschillende mogelijke verbanden tussen beide grootheden. Argyle en Beit-Hallahmi noemen drie mogelijke relaties: Op de eerste plaats kan religie het individuele welzijn en geluk bevorderen. Op de tweede plaats kan religie beschouwd worden als een vorm van psychopathologie op zijn minst als een factor die leidt tot onaangepastheid van het individu. Op de derde plaats kunnen emotioneel labiele mensen zich wenden tot het geloof in een poging hun problemen te boven te komen. Paloutzian somt een viertal mogelijke verbanden op: 1. Mensen met geestelijke stoornissen worden gelovig in de hoop hun problemen onder controle te krijgen. 2. Geloof maakt oorspronkelijk gezonde mensen ongezond. 3. Sommige vormen van geloof zijn pathogeen, andere vormen zijn gezondheidsbevorderend. 4. Er bestaat geen verband tussen religie en geestelijke gezondheid. Spilka, Hood en Gorsuch komen tot een nog verdergaande differentiatie. Volgens hen kan religie het pathologische: 1. Genezen: religie kan functioneren als een therapeuticum. 2. Onderdrukken: potentieel afwijkend gedrag wordt door religieuze socialisatie onderdrukt. 3. Verbergen: religie dient als toevluchtsoord. 4. Tot uitdrukking brengen: het pathologische komt in religieuze vorm tot uitdrukking. 5. Veroorzaken: religie is de oorzaak van geestelijke ongezondheid. Er bestaat een complex verband tussen religie en geestelijke gezondheid. Deze complexiteit hangt samen met het feit dat ieder individu op een geheel eigen wijze kan omgaan met vanuit de cultuur aangereikte vormen van geloof. Of geloof al dan niet gezondmakend is, zal psychologisch gezien geheel afhangen van hoe het functioneert in de totale geestelijke huishouding van de persoon. (Van Uden en Pieper, Religie in de geestelijke gezondheidszorg, Nijmegen, 1996, p. 12-13 en p. 37.)
16
Dr. Walter Krikilion over psychiatrie en levensbeschouwing Waarom aandacht voor levensbeschouwing? Walter Krikilion (paramedisch directeur in het OPZ Geel): "Als openbare instelling is het van belang een vernieuwde aanpak rond levensbeschouwelijke begeleiding uit te werken. Een aanpak die vertrekt van een ontvankelijke houding zowel voor levensbeschouwing op zich als voor een diversiteit van religieuze en levensbeschouwelijke overtuigingen. Zo'n benadering verschilt in essentie van de meer klassieke, waarin de neutraliteit van de openbare instelling centraal staat. Wanneer we goede zorg willen aanbieden aan de patiënt, dan mogen we niet blind zijn voor de levensbeschouwelijke dimensie, tenminste wanneer we de patiënt met respect tegemoet treden in alle dimensies van de persoon." Op welke wijze kan het religieuze zich in psychotherapie aandienen? Walter Krikilion: "Volgens onderzoekers Van Uden en Pieper kunnen we een vijftal mogelijkheden onderscheiden: 1) psychosociale problemen ten gevolge van ontsporingen in de religieuze opvoeding (versterken of in stand houden van bepaalde angsten, bijvoorbeeld met betrekking tot genieten en seksualiteit), 2) vertrouwen in God, dat helend werkt en psychosociale problemen minimaal houdt, 3) problemen ten gevolge van een ontbreken van een religieus socialisatiekader, 4) existentiële en levensbeschouwelijke vragen ten gevolge van psychische problematiek of ingrijpende gebeurtenissen (bijvoorbeeld 'waarom ik' bij een verlieservaring), 5) inbreng van diverse religieuze of levensbeschouwelijke overtuigingen in multicultureel verband." (...) Hoe benader je fundamenteel de levensbeschouwelijke of religieuze dimensie? Walter Krikilion: "Je kan als therapeut op twee manieren met de religieuze dimensie omgaan. In het eerste geval ga je religieuze aspecten op een rationeel cognitieve manier duiden. De religieuze gedachten, gevoelens of gedragingen van de patiënt vormen een bijdrage tot het stellen van de juiste diagnose of verhelderen het beeld dat je van de patiënt hebt. Een andere manier vertrekt vanuit een psychodynamisch perspectief. Het religieuze aspect wordt gezien als een dimensie van de persoonlijkheid-in-ontwikkeling en er wordt experiëntieel mee gewerkt. De inhoud staat tussen haakjes en de begeleiding richt zich hoofdzakelijk op het dynamische proces. Het religieuze vormt daarbij een vitale bron, die mogelijk gezuiverd dient te worden van bijkomstigheden. Inhoud en achtergrond van de religieuze overtuiging hebben slechts een secundair belang. Alle aandacht gaat naar de authentieke ontwikkeling van de persoon." Je wees ook op een aantal benaderingswijzen Walter Krikilion: "Grosso modo kunnen we enkele fundamentele benaderingswijzen onderscheiden: ontwikkelingspsychologisch: kijkend vanuit het eigene van specifieke levensfasen (het levensbeschouwelijk perspectief van een adolescent is anders dan dat van een oudere); narratief-biografisch: zoekend naar de rode draad van het unieke levensverhaal, in gerichtheid op het vinden van een (nieuwe) balans; 17
existentieel-levensbeschouwelijk: vaak is dit de benadering van psychotherapeuten
die het terrein met cliënten verkennen vanuit een areligieus standpunt; dit levensbeschouwelijke perspectief is gericht op zingeving; het kan een equivalent van en een alternatief zijn voor religieuze zingeving; vanuit een specifieke religieuze overtuiging: deze wordt op expliciete wijze betrokken in het therapeutisch traject; de therapeut heeft ruime kennis van de religie en heeft expertise in het expliciet therapeutisch werk ermee. spiritueel: vanuit aandacht voor een bredere (kosmische) verbondenheid; het kan zowel vanuit een godgelovig als atheïstisch standpunt en is populair in alternatieve therapieën; bij dit soort therapieën worden vaak verschillende aspecten door mekaar gehaald; in die mengelmoes dreigt het eigene van het religieuze, met name de persoonlijke relatie tot een goddelijke werkelijkheid, te vernevelen. Zijn er in de therapie verschillende posities mogelijk? Walter Krikilion: "In de literatuur wordt de discussie gevoerd over verschillende mogelijkheden. Samenvattend zijn er een viertal bestaande mogelijkheden, en wel op een continuüm van impliciet naar expliciet: 1. de positie van de vermijder: men gaat niet in op geloof of levensbeschouwing van de cliënt; eigen onzekerheid vanuit gebrek aan expertise kan aan de basis liggen; ook schroom kan meespelen; dit laatste blijft actueel, ook bij de groeiende openheid; 2. de positie van de bestrijder: op grond van eigen kwetsuren uit het verleden benadert men geloof of levensbeschouwing van de cliënt negatief; ofwel impliciet op een subtiele wijze of via indirecte aanwijzingen, ofwel expliciet; eigenlijk is dit geen verantwoorde therapeutische positie; het is een positie die gelukkig door de groeiende openheid voor het terrein minder en minder ingenomen wordt; 3. de positie van de begeleider: de therapeut stelt zich open op en faciliteert zo onbevangen mogelijk de inbreng van religieuze of levensbeschouwelijke thema's; de therapeut ondersteunt en stimuleert de positieve integratie ervan in het therapeutisch proces; 4. de positie van de belijder: de therapeut stelt zich expliciet op als uitdrager van een specifieke overtuiging en moedigt overeenkomstige uitingen van de cliënt aan; het is een positie die bijvoorbeeld aangenomen wordt in Nederland in een aantal protestantse - gereformeerde meer bepaald - centra voor ambulante geestelijke gezondheidszorg; cliënt en therapeut gaan een expliciet contract aan en laten de religieuze dimensie zeer uitdrukkelijk een rol spelen in het therapeutisch proces." Zijn er geen risico's wanneer je bij psychiatrische patiënten met religieuze thema's werkt? Walter Krikilion: "Een belangrijk klinisch principe lijkt me te zijn dat het religieuze of levensbeschouwelijke terrein zo min mogelijk gepsychopathologiseerd wordt en maximaal als vitale bron met het oog op genezing gepercipieerd wordt. Dit betekent dat het fundamenteel aangegrepen wordt als een ik-versterkende en persoonsintegrerende factor. Professor Corveleyn merkt in De psycholoog kijkt niet in de ziel op: "Men vindt het soms wel fascinerend hoe psychotische patiënten omgaan met bekende religieuze inhouden, of men staat stil bij de pittoreske kanten van een religieuze waan, maar meestal gaat men niet veel verder dan een uiterlijke beschrijving en psychopathologiserende catalogisering van deze verschijnselen. Op deze manier gaat men voorbij aan een dynamische mogelijkheid die de 18
religieuze thematisering in de pathologie biedt voor de therapie. (...) De religieuze thematisering in een concrete pathologie is eigenlijk een uitnodiging aan het adres van de begeleiders om in gesprek te treden met de patiënt. De universaliteit van de gebruikte symbolen geeft hen een sociaalcommunicatieve mogelijkheid die in andere vormen van pathologie vaak geheel ontbreekt. (...) De religieuze taal kan in deze gevallen de brug zijn die de intersubjectieve kloof van de dissociatie in de psychose helpt overbruggen, dissociatie die in de andere gevallen de gestoorde persoon meestal radicaal afsnijdt van zijn sociale omgeving." Het religieuze of levensbeschouwelijke wordt dus als persoonsintegrerende factor gezien en krijgt een sociaal-communicatieve betekenis." Maar, zijn er geen situaties waarin men afgegrensd moet worden? Walter Krikilion: "Uiteraard. Zo moet bijvoorbeeld een grens gesteld worden aan religieuze waanbeelden wanneer deze de patiënt tot zelfdestructie of schade aan anderen drijven. Ook wanneer het religieuze sterk verweven is met extreem dwangmatig gedrag of leidt tot onderdrukking van vitale bronnen, zoals seksualiteit, kan uitdrukkelijk een grens gesteld worden. Therapie kan er dan in bestaan dat het rigide aspect in proces gebracht wordt en dat de religieuze inspiratie gezuiverd wordt van de aspecten die dwang en rigiditeit veroorzaken." http://www.opzgeel.be/nl/nieuws/htm/lunchcauserie_levensbeschouwing.asp
De geschiedenis van het psychiatrisch ziekenhuis Sint-Annendael te Diest (initiatiefnemers van Te Gek!?) In 1225 legt Elisabeth van Thüringen, koningin van Hongarije, te Marburg, Hessen (Duitsland), de geloften af als eerste kloosterlinge van de Derde Orde van Sint-Franciscus. Onder meer door haar heiligverklaring in 1235, krijgt zij al snel talrijke navolgelingen, zodat de Grauwzusters (zo genoemd naar hun asgrauw habijt) nieuwe gemeenschappen stichten in Duitsland, Hongarije en Nederland. In 1348 heerst in Diest de zwarte pest. De stadsmagistraat hoort van de grote verdiensten van de Grauwzusters, en vraagt hen ter hulp. Door hun gevaarlijke werk - enerzijds de verzorging en het begraven van vrouwelijke pestslachtoffers en anderzijds het verzorgen van zieke reizigers en ouderlingen in het Stedelijk Gasthuis - tijdens de verschillende pestepidemieën tussen de 14e en de 16e eeuw bleven er slechts drie zusters in leven. Nicolaas van Essche (of Esschius, 1507-1578) neemt het lot van de Grauwzusters ter harte. Onder zijn impuls treden in 1553 15 begijntjes in bij de Orde, hierin massaal gevolgd door godsvruchtige Diestse meisjes. Door het invoeren van de regel van Sint-Franciscus gaf hij hen een nieuw statuut, waardoor ze zich Grauwzusters-Franciscanessen noemden. De laatste heropflakkeringen van de pest in 1653 en 1668, terwijl de stad erg te lijden heeft onder aanhoudend oorlogsgeweld, zorgen voor grote ellende. Pas onder het regime van Keizerin Maria-Theresia in de XVIIIde eeuw wordt het wat rustiger in Diest. Onder Jozef II breekt de Brabantse Omwenteling los (1789), later gevolgd door de "bevrijding" van onze gewesten door de Franse revolutionairen. Door de blinde godsdiensthaat van de Franse bezetter worden kerken gesloten, kloosters afgeschaft en hun goederen verbeurd verklaard. Het plaatselijk bestuur tracht enkele kloosters te laten sparen, waaronder Sint-Annendael, omdat zij krankzinnigen verzorgen. Dit is de eerste historische vermelding dat de Grauwzusters geesteszieken verzorgen. Deze bede wordt echter niet aanhoord. Het klooster wordt in 1798 voor een peulschil verkocht aan de Leuvenaar J. Pirlot. 19
De zusters vinden een schuilplaats in de oude pastorij van het Begijnhof. De patiënten worden overgebracht naar het burgerlijk Gasthuis. In 1807 kunnen de overgebleven zusters de verwoeste kloostergebouwen terugkopen. In 1831 herstelt de Aartsbisschop van Mechelen deze kloostergemeente, bestaande uit 7 zusters en 1 novice. Zeventien jaar later worden weer vrouwelijke geesteszieken opgenomen. In 1850 wordt de "Wet op de behandeling van krankzinnigen", onder impuls van Dr. Guislain, in het Belgisch Parlement goedgekeurd. Dit is het begin van de erkenning van psychiatrie als een echte wetenschap, met aandacht voor de verschillende ziektebeelden en aangepaste behandelingsmethodes. Na WO I krijgt de kliniek een heelkundige afdeling, op de hoek van de Begijnen- en de Vestenstraat. Na WO II wordt deze afdeling verdrongen door een kraamkliniek, die onder leiding van Dr. Kemps sr., al gauw vermaard wordt in heel België. In de jaren '60 daalt het aantal intredingen sterk, terwijl de nood aan geschoold personeel steeds schrijnender wordt. Daarom beslist de kloostergemeenschap in 1965 om zich uitsluitend toe te spitsen op de zorg voor psychiatrische patiënten. In 1968 voegden de congregaties van Diest en Hasselt zich samen tot één congregatie. In 1974 wordt de vzw Sint-Annendael boven de doopvont gehouden, om de kliniek uit te baten. Eén jaar later is het aantal opnames gestegen tot 100 per jaar, en werken er ± 60 personeelsleden, waaronder 15 (van de 17) zusters. In 1979 begint de tweede fase van het bouwplan. Na wat vernieuwingswerken wordt een mortuarium en een revalidatiecentrum met sporthal gerealiseerd. De kliniek wordt erkend voor 120 bedden, en er worden vanaf dan ook mannelijke patiënten opgenomen. In 1981 begint men aan de bouw van twee patiëntenafdelingen. Vier jaar later wordt het dagcentrum voor 15 psychogeriatrische patiënten - op dat moment nog een unicum in België - ingehuldigd, en worden 25 extra plaatsen erkend. Acht jaar later is bouwfase 3 voltooid. Deze omvat een medischadministratief centrum met consultatiebureau, ondergebracht in een gerestaureerd pand, en een opnameafdeling voor 30 patiënten. In 1995 is bouwfase 4 voltooid, wellicht de meest ingrijpende. Er zijn onder meer nieuwe onderkomens voor het medisch centrum, lab, archief, de apotheek en wetenschappelijke bibliotheek. Ook nieuwe therapie- en vergaderlokalen zijn voorzien. De centrale administratie, boekhouding en directie kregen aangepaste kantoren. Thans is het psychiatrisch ziekenhuis Sint-Annendael een mooie en goed uitgeruste voorziening met 168 bedden en plaatsen, die binnen een modern kader het middeleeuwse karakter van de Begijnhofbuurt weerspiegelt. Naast intramurale hospitalisatie (volledig of partieel) staat het ziekenhuis eveneens borg voor een uitgebreid aanbod aan extramurale zorg. Het nieuwbouwproject van het reva-gebouw en 3 zorgeenheden waar in totaal 90 patiënten verblijven, zal aanvangen voor het einde van het decennium. Hierdoor blijft het ziekenhuis hoogkwalitatieve medische, therapeutische en verpleegkundige zorg aanbieden in de meest geavanceerde accommodatie. http://www.sad.be/pzsadindex.htm
20
Het museum Dr. Guislain: een te gek museum Boeiende tentoonstellingen, het Museum Dr. Guislain lijkt er een patent op te hebben. Het museum is ondergebracht in een deel van de gebouwen van het Psychiatrisch centrum Dr. Guislain te Gent. In 1857 opende dat, als Gesticht der krankzinnige Mans of Hospice pour hommes aliénés, zijn deuren voor een driehonderdtal onbemiddelde geesteszieken. Het eerste Belgische asiel was een modelinrichting met internationale uitstraling, de kroon op het werk van Joseph Guislain, de eerste médecin aliéniste of psychiater in het nog jonge België. Onder invloed van de Verlichtingsideeën was de houding tegenover 'zotten' danig veranderd. Men kwam in opstand tegen hun mensonwaardige behandeling, ze werden bevrijd uit gevangenissen en middeleeuwse krochten. In het revolutionaire Frankrijk zou dokter Philippe Pinel eigenhandig hun ketenen verbroken hebben. Van groot belang was het inzicht dat gekken niet van de duivel bezeten, maar geestesziek zijn. Ziek van geest, dus in principe te genezen. De triomf van de Rede, ook over haar tegendeel, de waanzin. Deze humanitaire beweging was burgerlijk bepaald. De samenleving wou zich beschermen tegen het door de industrialisatie en urbanisatie almaar toenemend aantal onaangepasten. Bedelaars, landlopers, criminelen en zieken werden uit de maatschappij gelicht, weggesloten. Zeker, medemenselijke ideeën en gevoelens speelden een rol, maar dat er zoveel middelen ter beschikking werden gesteld, had in de eerste plaats met ordehandhaving te maken. Voor de bouw van het Hospice trok de stad Gent meer dan een half miljoen frank uit, een enorm bedrag voor die tijd, terwijl meer dan een kwart van de Gentenaars in armoe leefde. Het was de tijd van beginnende specialisatie in de geneeskunde. Het aantal artsen steeg zienderogen, sommigen maakten van de nood een deugd en legden zich op mentale stoornissen toe. Hun behandeling kwam aanvankelijk vooral neer op stimuleren tot zelfcontrole, moreel heroriënteren van ontspoorde burgers. De onwetendheid en onmacht waren groot, behandelingen en technieken werden al doende bedacht, arbeid en spel maar ook lobotomie en electroshock. In België namen kanunnik Petrus-Jozef Triest (1760-1836), oprichter van de Zusters en de Broeders van Liefde, en de arts Joseph Guislain (1797-1860) het voortouw. Barmhartigheid en geneeskunde vonden elkaar. Dat was ook hard nodig, de toestand van de krankzinnigen was ronduit lamentabel. Decennialang stond Guislain op de bres om het lot van de aliénés te verbeteren. Onverdroten stelde hij de laksheid en onverschilligheid van de overheid aan de kaak. Dat het in 1850 tot een Belgische wet op de behandeling van krankzinnigen kwam, was in grote mate aan hem te danken. 21
Museum Guislain, zoon van een architect, ontwierp het Hospice grotendeels zelf, in functie van nieuwe therapeutische inzichten: aangename gevoelens opwekken, direct contact met de natuur, arbeid als (bezigheids)therapie. De eclectische architectuur doet Byzantijns aan, alles straalt rust en sereniteit uit. In deze prachtige locatie werd in 1986, op initiatief van de Broeders van Liefde, een museum ingericht. Een en ander hield verband met de ommekeer in de wereld van de psychiatrie, vooral door de komst van psychofarmaca. Dankzij deze 'geneesmiddelen' werden de zieken rustiger, konden ze min of meer normaal sociaal functioneren. Ze hoefden niet langer opgesloten te blijven, mochten naar huis of beschut gaan wonen. Het belang van de gestichtspsychiatrie nam af, het aantal klinische bedden werd afgebouwd, (delen van) instellingen kwamen leeg te staan. In 't Guislain - zoals Gentenaars de instelling noemen - werd een grote zolder ingericht als museum voor de geschiedenis van de psychiatrische zorgverlening, een van de eerste in Europa. Het verleden niet langer verhullen maar tonen hoe psychisch gestoorde mensen door de eeuwen heen verbannen, geïsoleerd, opgesloten en behandeld werden. Uit eigen fouten leren en het hedendaags debat over geestelijke gezondheid aanzwengelen. In de loop der jaren breidden opzet en thema van het museum uit. Bedoeling is een breed publiek te informeren en gevoelig te maken voor thema's als normaal/abnormaal, gezond/ziek en uitsluiting uit de samenleving. De permanente collectie bestaat uit drie luiken: geschiedenis van de psychiatrie, een fotocollectie en outsiderkunst. Maar kunst en waanzin groeide uit tot hoofdthema.
Uit de kunst Outsiderkunst is niet makkelijk te omschrijven. Het begon allemaal in de negentiende eeuw met psychiaters die werk van zenuwzieke patiënten collectioneerden. Men had het toen over 'psychotische kunst' en een 'schizofrene stijl'. Maar outsiderkunst is stijl noch school en volgens tegenstanders al helemaal geen kunst. Het is kunst in de marge, gemaakt door mensen uit de marge. Marginalen die in isolement werken, voornamelijk uit zichzelf putten, quasi immuun zijn voor trends, mode en kunstcultuur. Buiten-gewone kunst dus, rauwe, zinsverbijster(en)de kunst. Ondertussen is er een belangrijk alternatief kunstcircuit, met eigen musea, galeries, tijdschriften, boeken en publiek. Geprezen worden de oorspronkelijkheid, sensibiliteit, spontaneïteit, eenvoud, onbedorvenheid, natuurlijkheid, onschuld en zelfs onbeholpenheid. Art brut zou authentieker zijn dan l'art culturel, de 'officiële' of schone kunst. U ziet het, idealisering en romantisering van het outsiderschap zijn nooit veraf. De nood van de geesteszieke, opgesloten in zichzelf en gestichten, verdwijnt een beetje uit zicht. Vergeten wordt dat veel van hun werken - meer nog dan 'normale' kunstwerken - expressie zijn van pijn, schreeuw om erkenning, poging tot communicatie. Over het hoofd gezien wordt dat - zoals in de gewone wereld - slechts een kleine minderheid van de geesteszieken creatief bezig is (ca. 2%), weinigen talent hebben en meesterwerken al helemaal uitzonderlijk zijn. http://www.serendib.be/gievandenberghe/artikels/eentegekmuseum.htm 22
Over de Broeders van Liefde, die zich bijzonder inzetten voor geestelijke gezondheidszorg De Broeders van Liefde zijn een internationale religieuze congregatie, die zich op verschillende maatschappelijke domeinen engageert. In België zijn de Broeders van Liefde vooral actief op de domeinen zorg (geestelijke gezondheidszorg en orthopedagogische zorg) en onderwijs (kleuter-, lager, secundair en buitengewoon onderwijs). De Broeders van Liefde leven en werken vanuit een eigen en specifieke spiritualiteit en proberen een antwoord te geven op actuele noden. Het kind, de jongere of de volwassene die opvoeding en zorg nodig heeft, staat altijd centraal. Van bij hun stichting namen de Broeders van Liefde hun taak op in de maatschappij: onderwijs en zorg verlenen aan kinderen, jongeren en volwassenen. Steeds opnieuw kozen ze de kant van mensen die elders geen antwoord op hun hulpvraag vonden. Op die manier groeiden de Broeders van Liefde uit tot een grote congregationele organisatie van broeders en lekenmedewerkers, mannen en vrouwen. Vandaag beheren de Broeders van Liefde meer dan 50 scholen voor gewoon en buitengewoon lager en secundair onderwijs, 15 psychiatrische ziekenhuizen en 12 orthopedagogische centra. Ook de ouderenzorg en kinderdagopvang behoren tot hun activiteiten. Daarnaast zijn ze de drijvende kracht achter tal van kleinere initiatieven, zoals opvang van aidspatiënten, van mensen met zingevingsvragen, van kansarmen... http://www.fracarita.org/ De missietekst van de Broeders van Liefde: Missie van de Broeders van Liefde in België Als leden en medewerkers van de Broeders van Liefde willen we vanuit een gelovige en liefdevolle grondhouding naar de medemensen gaan. We vinden onze inspiratie in de waarden van het Evangelie en handelen in navolging van Jezus, onze Heiland. Net als bij Vincent de Paul, onze voorbeeldheilige, en Petrus Jozef Triest, onze stichter, is de liefde de bron van ons engagement. We vormen daartoe authentieke leef- en werkgemeenschappen, waar verbondenheid, dienstbaarheid, dynamiek en creativiteit de dragende krachten zijn en waar de kwaliteit van leven groeit dankzij deskundige begeleiding. Zo willen we in de maatschappij bakens van hoop uitzetten en getuigenis van Gods liefde zijn. Wij zorgen voor medemensen die in hun menselijke ontplooiing begeleiding nodig hebben, ongeacht hun oorsprong, geslacht, overtuiging of financiële draagkracht. In het onderwijs, in de opvang van mensen met een handicap en in de geestelijke gezondheidszorg streven we naar een optimale opleiding, opvoeding en begeleiding. Kansarmen en minderbedeelden, mensen met bedreigde ontwikkelingsmogelijkheden of beperkte functioneringskansen en personen die maatschappelijk uit de boot dreigen te vallen of op zoek zijn naar zin in hun leven, verdienen onze bijzondere aandacht. We staan ook open voor nieuwe noden. Als gemeenschap zoeken we welke antwoorden we hierop kunnen geven. We dragen ook zorg voor elkaar, opdat ons leven kwaliteitsvol en zinvol blijft en heilvol voor velen. Een onvoorwaardelijk respect voor elkeen is de basis van onze inzet. Dat uit zich in dienstbaarheid en deskundige begeleiding. We benaderen de medemens, met wie we zorgend en begeleidend onderweg zijn, steeds in zijn totaliteit en geven hem ruimte voor een eigen inbreng. 23
Een mensgerichte organisatie en een aangepaste omgeving met aandacht voor een ruime toegankelijkheid vormen hiervoor het kader. In ons streven naar een grotere menswaardigheid voor iedereen nemen we verantwoorde risico's en ontwikkelen we op maatschappelijk vlak een duidelijke stellingname. In het delen van onze visies en onze ervaringen met anderen zien we kansen om de cultuur van de liefde wereldwijd te bevorderen. Op deze wijze willen we de kwaliteit van het leven verbeteren en een bijdrage leveren tot een meer humane samenleving waar ook ruimte is voor armen en zwakken. Met dit onvoorwaardelijk engagement hopen we dat allen die we op onze weg ontmoeten een glimp van Gods liefde opvangen en in hun leven verrijzenisvreugde ervaren.
24
5. Impulsen 1. Reportages SAM
In het kader van de reeks "Allemaal SAM" op de VRT, waarbij initiatieven waarbij mensen hun leefomgeving willen verbeteren of hun situatie willen veranderen, in de schijnwerpers werden gezet, werd ook het project Te Gek!? in twee korte reportages voorgesteld. De reportages kan u hier en hier downloaden. Op de website van SAM werden heel wat reacties gegeven op het project Te Gek!?. Hier worden enkele van deze reacties neergegeven. Hallo, ik ben mama van 3 kinderen, waarvan 1 met een psychiatrische ziekte, nl. schizofrenie. Wij komen er openlijk voor uit, maar het onbegrip blijft toch heel groot bij mensen die deze ziekte niet kennen. Immers het woord schizofrenie wordt nog steeds geassocieerd met een gespleten persoonlijkheid, wat niet juist is. Ook in de media wordt het woord dikwijls onjuist gebruikt. Het leven met iemand die schizofrenie heeft is heel moeilijk, want de druk die deze ziekte op een gezin legt is heel groot. Vooral omdat het voor een buitenstaander heel moeilijk is om te begrijpen hoe zo'n iemand leeft. Langs de buitenkant is er immers niets merkbaar. Velen denken dan ook dat wij overdrijven. Wel ondervinden wij van onze echte vrienden veel begrip en hebben we daar dikwijls een uitlaatklep (die nodig is). Ook de juiste hulp is heel moeilijk voor zo'n kind en het is iedere dag vechten om je kind te handhaven in een maatschappij waar de druk heel hoog is. Stress is de slechtste factor, maar leef maar eens in onze maatschappij zonder stress en druk. Ik hoop dat jullie met jullie programma toch een klein beetje de mensen aan het denken zetten en dat iemand die niet voldoet aan het ideale maatschappijbeeld toch ook een leefbaar plaatsje kan krijgen. M.V. Hoi 'Te Gek SAM' team! Al zappend keek in zonet tv en zag ik de reportage over Te gek. Via deze weg wil ik mijn waardering en sympathie uiten. Acties die de psychiatrie en het psychisch ziek zijn uit de taboesfeer halen zijn broodnodig. Ik ben dan ook heel blij met dit initiatief. Waarom? Mijn mama verbleef gedurende verscheidene jaren in de psychiatrie, reeds geruime tijd gaat alles nu heel goed. Een prachtverdienste van haar. Toch was het voor het hele gezin geen gemakkelijke tijd. Als kind van 10-13 jaar maakte ik heel wat met mijn moeder mee. Niet goed begrijpende wat er nu aan de hand was. Maar vol overtuiging dat het weer goed kwam. Het was niet het gegeven dat mijn moeder psychisch ziek was dat het zo moeilijk maakte. Maar wel stilzwijgen er rond maakte het loodzwaar. Veel geroddel en gepraat over mijn moeder,...maar niemand die me vertelde wat er nu werkelijk aan de hand was. Ook nu nog is het haast onmogelijk om met andere gezinsleden over deze periode te praten. Toch hoop ik dat ik na al die jaren eindelijk mijn vragen durf stellen aan haar. Dat we er samen met ons gezin over kunnen babbelen. 25
De reportage geeft me weer moed om het gesprek aan te gaan. De reportage geeft me ook moed om mijn eigen kwetsbaarheid (Ik heb geleerd altijd sterk te zijn, he) naar mijn moeder toe te tonen. Dankjewel A.P.
2. Getuigenissen Erover spreken helpt echt Het zal dit jaar al zes jaar geleden zijn dat hun vader zichzelf van het leven beroofde. Wouke (18) en Anton (16) Van Den Bogaert verwerkten dat elk op hun eigen manier. Wouke: 'Papa was vermist. Zondagochtend belden er agenten aan de deur, om te zeggen dat ze hem gevonden hadden. Het kwam totaal onverwachts. Ik wilde het niet geloven. Zoiets hoor je niet mee te maken als je nog maar twaalf bent. Nee, ik heb die dag, en de daaropvolgende dagen, gewoon gedaan zoals anders: ik heb op mijn kamer gedanst, ik ben met de hond gaan wandelen. Ik leefde verder alsof er niets aan de hand was. Mijn moeder begreep dat ik de ernst van de situatie niet inzag en heeft mij meegesleurd naar het funerarium, waar papa opgebaard lag. Daar ben ik ingestort.' 'Ik heb een zware depressie doorgemaakt. Ik was kwáád op hem. Wie laat nu twee zulke jonge kinderen achter? Ik vind dat laf. Ik vind het ook eng dat ik mijn vader maar twaalf jaar lang gekend zal hebben. Dat is weinig, toch?' 'We wisten dat hij depressief was. Op een dag zat ik in de keuken op het aanrecht, en ik hoor nog hoe hij tegen mama zei dat hij misschien eens met hulpverleners moest gaan spreken. Ik weet nog dat ik gezegd heb dat ik dat een goed idee vond. Maar hij was bang voor de reacties van vrienden en collega's.' 'Hij was niet ongelukkig bij ons. We hadden het goed samen. Maar men zegt ook dat je jeugd erg bepalend is. Hij was daar het levende bewijs van: hij werd als kind zelden geknuffeld en kreeg niet dezelfde liefde van zijn ouders als wij. Ik zie nu in dat hij al zijn emoties opkropte.' 'Ik lijk heel hard op mijn vader, zowel qua uiterlijk als qua karakter. Ik zonderde me af. Mijn moeder en broer verwerkten hun verdriet door erover te praten en samen te huilen. Ik kon dat niet. Ik voelde me een buitenstaander. Ik ging me op eten concentreren, in plaats van op mijn verdriet. Dat is veel gemakkelijker. Af en toe at ik héél veel, en dan moest alles er weer uit. Mijn moeder deed me inzien dat het fout liep en bracht me bij een psychologe.' 'Anderhalf jaar lang heb ik wekelijks therapie gevolgd. Die sessies hebben me goed geholpen. De psychologe heeft me duidelijk gemaakt dat ik een depressie had. En dat ik 26
antidepressiva nodig had om overeind te blijven. Dat was best eng, alleszins beter dan te eindigen zoals mijn papa' 'Natuurlijk heb ik ook wel eens aan zelfdoding gedacht. Heel hard zelfs. Later hebben we ontdekt dat zelfdoding al eerder voorkwam in zijn familie, maar dat men daar uit schaamte altijd over gezwegen heeft.' 'Daarom wil ik niet zwijgen. Ik moet erover blijven spreken. Het helpt echt wel. Ik heb er veel over gesproken met mijn beste vriendin, en nu ook met mijn vriend. Geen lange gesprekken hoor, maar kleine dingen. Papa hield van jazz en als ik dan muziek van Saint-Germain hoor in een winkel, zeg ik: o ja! Of mijn vriend doet iets dat me aan hem doet denken...' 'Ik had een supergoede band met hem. We keken elk jaar samen naar de tv-afleveringen van Dag Sinterklaas, ook al was ik er al te oud voor. We gingen vaak samen wandelen in de Ardennen, alleen wij twee. Als hij 'savonds thuiskwam, vloog ik rond zijn nek. Vooral de vakanties in Frankrijk, in de middle of nowhere, waren geweldig. Daar was er geen werk, geen gsm, geen klok. Daar missen we hem het meest.' 'Toch zie ik ook dat ons leven anders zou geweest zijn als hij nog geleefd had. Het is misschien grof om te zeggen, maar mijn papa kon zo niet doorgaan. Ergens heeft hij rust gevonden. Er moet toch iéts positiefs aan dit hele drama zijn.' 'Zes jaar al bijna. Dat is ráár, beseffen dat wij al zes jaar gewoon, dag na dag, voortleven zonder hem. Nooit zal ik hem vergeten, maar het is nu al weer lang geleden dat ik nog geweend heb. Bij zijn graf ben ik sinds de begrafenis niet meer geweest. Ik moet er echt klaar voor zijn en dat ben ik nu nog niet. Rouwen duurt, denk ik, een leven lang. Maar maak je niet ongerust: ik weet echt wel waar ik sta nu. Het komt heus wel in orde met mij.' Anton: 'Dat bezoek aan het funerarium vergeet ik nooit meer. Al was het voor Wouke nog schokkender dan voor mij. Toen pas besefte zij dat hij nooit meer zou terugkeren. Ik was pas negen, maar ik begreep het vanaf de eerste dag. Ik heb veel geweend, en mij afgevraagd waarom. Hoe kón hij ons alledrie achterlaten?' 'Maar ik moet erbij zeggen dat ik het sneller verwerkt heb. Wouke zonderde zich af. Ik zocht mensen op om erover te praten. Dat heeft mij enorm geholpen. Ik ging naar rouwgroepen voor kinderen en naar de Dag van de nabestaanden na zelfdoding.' 'Ik heb hem fel gemist toen ik jonger was. Als ik vrienden bezig zag met hun vader, of neven met mijn nonkels, kon dat pijn doen. Ook al deden die vaders hun best om mij bij het spel te betrekken, wat ik op prijs stelde. Op het moment zelf was ik daar blij om. Maar soms zat ik aan de zijlijn toe te kijken, of voelde ik me achteraf verdrietig. Ik miste hem ook bij het voetbal, waar hij hulpcoach was, en dus mijn persoonlijke coach. Hij hielp me met wiskunde. Daar heb ik achteraf hard op moeten studeren, in mijn eentje.' 'Eerlijk? Ik mis hem nu niet meer elke dag. Dat betekent niet dat ik hem minder graag gezien heb. Sommige mensen denken dat, maar het is niet zo. Ik zal hem nooit vergeten. Ik vraag me soms af hoe het geweest zou zijn als hij was blijven leven: beter of slechter? Maar het is nu zo, en ik kan er toch niets aan veranderen.' Dit interview kwam tot stand met de hulp van de Werkgroep Verder, voor nabestaanden van zelfdoding. www.werkgroepverder.be Uit De Standaard, 12 januari 2010
27
Nele was de controle kwijt Nele studeert verpleegkunde. Ze is leidster bij de scouts en heeft een vriend: allemaal 'verdiensten' van het afgelopen halfjaar, dat voor haar een nieuwe start betekende. Vorig schooljaar verbleef ze drie maanden op een jeugdpsychiatrische afdeling. 'Mijn oma is drie jaar geleden gestorven na een lange ziekte. Ik heb altijd een goede band met haar gehad. Oma is thuis overleden, zoals ze gevraagd had. Het was voor iedereen in ons gezin heel emotioneel. Maar ieder hield zijn verdriet voor zich. Erover praten, lukte niet. Kort na oma's overlijden raakte het uit met mijn vriend. De breuk kwam dubbel zo hard aan omdat ik al die persoonlijke dingen met hem had gedeeld. Mijn moeder heeft vaak genoeg gezegd dat ik te jong was om mij te binden. Nu weet ik dat ze gelijk had. Ik was nog maar vijftien toen het begon. Die relatie slorpte veel energie op en ik liet er contacten met vriendinnen voor verwateren. Ik had niemand meer om mijn problemen mee te delen.' 'Ik vluchtte weg in een nieuwe vriendengroep. Zij hadden geld zat om uit te gaan. Ik ging nog naar school. Nu ja, als je dat “naar school gaan, kunt noemen. Er waren almaar meer dagen dat ik niet in staat was om op te staan. Dat ik mijn kater nog moest uitslapen. Ik bleef meestal bij mijn vrienden overnachten. Mijn ouders hadden geen vat meer op mij. Soms ging ik alleen maar even thuis langs om schone kleren op te halen.' 'De school sloeg alarm, omdat ik niet meer opdaagde. “Het kan zo niet verder,, zei mijn moeder. Maar dat raakte me niet. Wat anderen over me dachten of wat zij voelden, kon me niet schelen. Ze wilde dat ik naar een psychologe ging. Maar ik weigerde. Het is voor mijn moeder een lijdensweg geweest. Ik wou dat ik haar die had kunnen besparen. Ten slotte heeft de huisarts haar geadviseerd om mij naar de jeugdpsychiatrische afdeling van het AZ Sint-Lucas te laten gaan. Ze heeft me niet gedwongen. Ze vroeg wat ik erover dacht.' 'Zelf wist ik natuurlijk ook wel dat het water mij aan de lippen stond. Ik heb nooit toegegeven, ook niet tegenover mezelf, dat ik verslaafd was aan alcohol. Maar ik besefte dat ik de controle kwijt was. Ik vertrok 's avonds met het expliciete doel om mezelf te bezatten. Om alles te kunnen vergeten. Dat moest stoppen.' 'Ik zat met heel veel vragen: hoe was het zover kunnen komen en wat gingen ze daar allemaal met mij doen?' 'De eerste dagen hebben ze mij wat laten bekomen. Stilletjesaan werd ik opgenomen in de leefgroep en voerde ik kleine gesprekken met de opvoeders. Daardoor besefte ik dat ik mezelf kwijt was: ik was alleen nog agressief. Omdat ik gedronken had of omdat ik wilde drinken. Weg waren mijn gedrevenheid, mijn doorzettingsvermogen, mijn zelfbewustzijn. Ze deden me inzien dat ik heel wat had meegemaakt, en dat ik dat moest verwerken. Ik ben daar nog niet helemaal mee rond, maar ik sta nu wel sterker in mijn schoenen.' 'Ergens halverwege mijn verblijf van drie maanden heb ik in een weekend, toen ik thuis was, een suïcidepoging ondernomen. Het was me allemaal te veel. De ontzette reactie van mijn ouders toen ik wakker werd: dat was voor mij het echte keerpunt. Ineens raakte hun verdriet mij wél. Ik zag in dat ik hen dit niet kon aandoen.' 'Er was nog even sprake van om mijn verblijf te verlengen, maar ik wilde dat niet. Mijn ouders waren er niet gerust in, maar ik was blij dat ik terug naar huis mocht. Ik moest op school veel inhalen. Ik heb me helemaal gegeven en... ik was geslaagd! Dat had niemand verwacht en daarom was het zo'n vreugdevolle dag. Dit jaar heb ik een nieuwe start genomen aan de hogeschool, waar ik nieuwe mensen leer kennen. Ik wil geriatrisch verpleegkundige worden, uit respect voor mijn oma en de mensen die haar hebben bijgestaan. Ik geloof dat ik iets kan betekenen voor zieken en hun familie.' 28
'Sinds vijf maanden heb ik ook een nieuwe relatie: met een jongen die ik deze zomer leerde kennen. Ik heb me bij de scouts aangemeld als leidster en zo bouw ik een nieuw leven op. Met de “vrienden” van vroeger heb ik geen contact meer. Thuis praten we nu ook meer, soms zelfs over oma. Dat doet me deugd.' 'Heel veel mensen hebben me gezegd dat het moedig was om me te laten opnemen. Ik voelde me er minderwaardig door: omdat ik hulp nodig had, omdat ik het niet alleen kon. Achteraf gezien ben ik ontzettend blij dat ik die hulp heb aanvaard. Ook tegen andere jongeren zou ik willen zeggen dat ze zich niet hoeven te schamen om hulp te vragen. Je komt er sterker uit. En ze moeten ook beseffen dat je heel veel hebt aan de mensen die dicht bij je staan, aan je eigen familie. Al wil je dat niet altijd zien.' Uit De Standaard, 12 januari 2010 Ik hield de schijn op Ze lette altijd al op haar gewicht, maar niet meer dan andere jonge meisjes. Tot de druk te groot werd. De zangeres Kate Ryan (26) vertelt over haar eetverslaving, en hoe ze hulp zocht en vond. "In 2003 scoorde ik een reuzehit met het nummer Désanchantée. We toerden in heel Europa. Van niks rees ik naar de top. Ik zat op een trein die niet meer stopte, anderen bepaalden mijn agenda. Komt daarbij dat mijn moeder twee jaar eerder was overleden, een verdriet dat diep in mijn binnenste woelde, maar dat ik opkropte. In alle drukte leek mijn leven mij te ontglippen. Een ander zou naar de drank gegrepen hebben, of depressief zijn geworden. Ik greep naar de weegschaal: mijn gewicht was het enige dat ik nog kon controleren. Dat was tenminste nog van mij." "Ik at hooguit een appel en twee graanrepen per dag. Ik maakte mij er met een excuus vanaf: ik kwam te laat aan tafel of ik 'voelde me niet goed'. Tijdens optredens verbruikte ik enorm veel energie. Na amper een paar maanden was ik al meer dan tien kilo kwijt." "Vervolgens ging ik van anorexia naar boulimia over, omdat mijn lichaam een hele grote drang naar eten kreeg, een drang die ik niet kon weerstaan. Ik lette niet meer op de smaak van voedsel, werkte alles in zo kort mogelijke tijd naar binnen. Dan zat ik echt in een soort trancetoestand die een verzet tegen dit alles uitsloot. Mijn gewicht, door die eetbuien, bleef min of meer op peil en ik kon de schijn ophouden. Eetstoornispatiënten zijn daar heel goed in. Wanneer ik mijn vrienden en familie zag, at ik gewoon met hen mee. Na het eten kon ik niet snel genoeg verdwijnen om het voedsel weer kwijt te raken. Ik ging ze steeds meer mijden." "Mijn weegschaal ging overal mee in mijn reiskoffer, ik was eraan verslaafd. Soms zette ik 's nachts de wekker om te plassen en dan na te gaan hoeveel gram eraf was gegaan. Ik dacht maar aan één ding meer: wat en wanneer zal ik eten of niet eten en hoe ga ik alles weer wegmoffelen om de schijn hoog te houden dat het goed gaat?" "In augustus 2004 ging ik tijdens een optreden in Polen van mijn stokje. Mijn management sloeg alarm: ze zagen wel dat ik erg mager was en dat ik geen fut meer had, maar ze wisten niet wat er scheelde. Mijn schema werd drie weken stilgelegd, maar daarna sukkelde ik toch weer verder en herviel ik in mijn oude gewoontes." 29
"Begin december kwam ik via via in contact met Ilse Ulens, voedingsdeskundige in de eetstoorniskliniek van Tienen. Ze maakte me duidelijk dat ik hulp moest zoeken. Omdat mijn agenda bomvol stond, koos ik voor een wekelijks bezoek aan een psycholoog. En ook maakte ik mijzelf toen nog wijs dat het toch zo erg niet met me gesteld was. Maar aan het eind van die maand zei de psycholoog dat het beter was dat ik mij liet opnemen, weg van alles en iedereen om eens goed aan mijn probleem te werken, want alleen kwam ik er niet uit." "Ik, als bekende Vlaming? Naar de psychiatrie? Wat zouden 'de boekskes' dan niet schrijven? En zelfs mijn vader wist nog van niets. Mijn eerste gedachte was: dat moet ik mijn familie besparen. Toen mijn bomma het hoorde, belde ze me onmiddellijk op: maar kind toch, dat kun je toch zelf wel oplossen? Ook zij zat met een groot vooroordeel." "Van jongs af heb ik altijd geprobeerd om goed te staan met iedereen. Ik had als kind niet echt een thuis: omdat mijn moeder een goed draaiende taverne openhield, verbleef ik geregeld bij mijn bomma. En dan waren er nog de vele tantes. Op den duur weet je niet meer wie je bent en wat je zelf wilt. Kom dan in het showbizz-milieu, waar alleen telt of je presteert en hoe je eruitziet... De ene dag ben je 'hot' en de volgende ben je 'not'. Dat maakt je erg kwetsbaar. In de eetstoorniskliniek hebben ze me geholpen om sterker in mijn schoenen te staan. Mij minder iets aantrekken van wat ze over mij zeggen of schrijven, wat rapper nee zeggen, assertiever zijn. Ik doe nu bijvoorbeeld geen vier of vijf optredens per weekendnacht meer. Dat is te veel." "Op 4 januari 2005 ben ik binnengegaan, voor een verblijf van 4,5 maand. Met lood in de schoenen, omdat ik zoals iedereen een fout beeld had van de psychiatrie: je wordt er echt niet achter tralies gezet en je komt er geen 'zotten' tegen. Het eerste wat ik er zag, was een piano, oef! Ook onder de andere meisjes bleken er velen creatief bezig. Het zal misschien verbazen, maar wij hebben daar ook veel samen gelachen. De sfeer leek een beetje op die van een internaat. Er zijn echte vriendschappen ontstaan." "We herkenden veel in elkaars verhalen, dat ook: iedereen had wel iets meegemaakt. Er werd af en toe flink gehuild. Ik? Als ik huil, dan doe ik het goed, maar ik had er de grootste moeite mee. Een grap maken om de sfeer op te peppen: geen probleem voor mij. Ik praat ook gemakkelijk. Ik kan moeiteloos vertellen hoe mijn moeder is gestorven, nu vijf jaar geleden, aan kanker. Ik schakel dan een knop om in mijn hoofd en laat alleen mijn verstand spreken. Maar het verdriet daarover heb ik lang weggeduwd. Omdat het té groot is. In Tienen zeiden ze vaak: Katrien, voel nu toch eens wat je daar zegt." "Toen ik vorig jaar de Eurosongfinale won en van vreugde in tranen uitbarstte, kreeg ik uit Tienen een sms'je: blij dat we je eindelijk zien huilen! Het deed zo'n deugd, die overwinning. Na Athene, waar ik niet tot de finale werd toegelaten, maakten ze zich zorgen. Onterecht, want het gaat goed met mij. Wel ben ik me ervan bewust dat ik alert moet zijn en mijn omgeving is dat ook. Op tournee nemen we nu uitgebreid de tijd om te eten. Ik voel me goed in mijn vel en ik neem mijn weegschaal niét meer mee." "Ik ben echt keicontent met wat ze in Tienen voor mij hebben gedaan. Ik hoop met mijn verhaal anderen ertoe te overhalen om zich ook te laten helpen, om hun schrik en vooroordelen over de psychiatrie te overwinnen. Ik ben er veel gewone, lieve, intelligente mensen tegengekomen. En als je hoofdpijn hebt, ga je toch ook naar de dokter?" "Er staat nu een foto van mijn moeder op mijn piano, wat ik vroeger niet kon verdragen. Mijn verdriet om haar is niet verdwenen, het is zelfs niet minder geworden, maar ik heb het een plaats kunnen geven. Het is geen grote, onoverkomelijke brok meer in mijn binnenste. In Tienen hebben ze die opengebroken. Op mijn nieuwe plaat staat een nummer dat ik voor 30
haar heb geschreven: That kiss I miss. Nee, ik zal het niet snel voor een publiek zingen. Daar ben ik nog niet aan toe." (vbr) Ik wou transparant zijn Sophie (28) leefde zeven jaar lang in een roes. Op haar zestiende werd ze anorectisch, daarna ruïneerde boulimie de rest van haar jeugd. Vandaag getuigt ze in scholen over de strijd met haar lichaam. "Ik was zestien en wou niet bestaan, transparant zijn, doorschijnend mager. De jongens gaven me aandacht, ik begreep niet waarom. Ik vond mezelf dom, lelijk en minderwaardig. Als kind fantaseerde ik die gevoelens weg door in de huid van populaire klasgenootjes te kruipen. Toen ik het vierde middelbaar moest overdoen, stortte de wereld voor mijn ouders in. Ik was altijd de vanzelfsprekende primus geweest. Ze waren erg veeleisend, zonder dat ik mijn gevoelens kon delen. Ik heb nooit geleerd om te mislukken. Plots paste ik niet meer in het perfecte plaatje. In september moest ik op internaat. Een walhalla waar ik me volledig kon isoleren. In een halfjaar verloor ik vijftien kilo op een dieet van een handje ontbijtgranen per dag. Ik woog nog 35 kilogram. Mijn buik plakte tegen mijn rug. Zitten, liggen: alles deed pijn. Maar dat voel je niet, je zweeft alsof je drugs gebruikt. Uren ging ik in de volle zon turnen en lopen. Ik sliep niet door die wervelwind van obsessieve gedachten in m'n hoofd. Op mijn zeventiende moest ik naar een gesloten instelling. Het dieetprogramma was een marteling. Wie zijn streefgewicht niet haalde, moest binnen blijven in het weekend en mocht geen bezoek ontvangen. Ik leerde van andere meisjes hoe ik best mijn vinger in mijn keel kon steken, en welke laxeermiddelen het efficiëntst waren. Tijdens de sessies lichaamsbeschouwing moesten we in ondergoed twee aan twee naar een grote spiegel wandelen als confrontatie met ons lichaam. Maar iedereen keek naar elkaar. De jaloezie tussen de pubermeisjes ging zover dat je uitgelachen werd als je billen tegen elkaar kwamen. Na die behandeling kwam ik thuis en plunderde voor het eerst de keukenkast. Anorexia werd boulimie. Twee uur na de eerste hap, nog voor de vertering begon, moest alles eruit. Als ik geen gal braakte, raakte ik in paniek. Dat ritueel herhaalde zich zo'n vijf keer per dag, bijna zes jaar lang. In de spiegel keek ik nooit. Anders dan bij anorexia, was schoonheid niet belangrijk. Op mijn 23ste was mijn lichaam uitgeput. Ik had littekens op mijn handen, een gezwollen keel, ontstoken tandvlees. Mijn vrienden studeerden af, terwijl ik soms 25 euro verbraste aan een eetbui. Toen mijn vriend me verliet, dacht ik: ofwel verhang ik mezelf, ofwel kies ik voor altijd voor het leven. Ik nam me voor om één behandeling volledig uit te zitten: tien maanden psychoanalyse. Beetje bij beetje leerde ik mooie schilderijen en beelden maken die perfect weerspiegelden wat ik voelde. De ergotherapeut gaf me complimentjes, ik voelde me belangrijk. Geen straf als het minder ging, niemand die in mijn bord meekeek. Ik kreeg veel 31
steun van de leefgroep. We mochten tot elf uur 's avonds uitgaan. Therapie werkt wel als je zoekt wat je ligt en er bewust voor kiest om je probleem aan te pakken. De dag na mijn ontslag vond ik werk. Ik werd smoorverliefd en ging in Brussel wonen. De verdraagzaamheid van de grootstad en de band met collega's maakten me sterker. Ik ging marketing studeren en haalde met glans mijn diploma. Ik kan nooit volledig uitsluiten dat ik bij een erge tegenslag weer dwangmatig ga eten. Maar ik beschouw mezelf als genezen. Ik heb langzaam een druk sociaal leven opgebouwd. Door te getuigen in scholen en universiteiten, hoop ik anderen te helpen. Bij Knooppunt, een vereniging voor en door mensen met een eetstoornis, probeer ik de persoon te zijn die ik zelf nodig had. Omdat een eetstoornis dodelijker is dan je denkt. Het is zonde om je leven door het toilet te spoelen." Kris Vrancken
!!! Indien men wil dieper wil ingaan op voorgaande getuigenissen over eetstoornissen, kan men hier (link leggen) terecht voor een In de Kijker rond eetstoornissen, met als titel: "Lichamelijkheid: over anorexia en andere eetstoornissen? Eten om te leven? Leven om te eten?" Alleen op de wereld Yannick is zeventien en depressief. Hij verblijft op de afdeling kinder- en jeugdpsychiatrie van het Antwerpse Middelheimziekenhuis. "Ik voel me vaak alleen op de wereld, zelfs als ik het niet ben. Dat is al mijn hele leven zo. Wist ik maar waarom. Op de lagere school had ik weinig vrienden. Ik hoorde nergens bij en werd gepest. Omdat ik iets slimmer en dikker was dan de rest, viel ik uit de toon. Daarbij kwamen de conflicten thuis, waardoor ik me nog slechter ging voelen. Ik schreeuwde tegen mijn moeder, omdat we een totaal andere kijk hebben op het leven. Zij lacht problemen weg, ik ben serieuzer en pessimistisch. Mijn vader koos voor zijn carriere. Daar heb ik het heel moeilijk mee gehad. Hij deed zich overal voor als de perfecte pa, maar heeft zich nooit om mij bekommerd. Na de echtscheiding wou ik hem niet meer zien. Mijn zus wel. Daardoor is ook mijn relatie met haar gespannen. Soms denk ik: 'waarom voel ik me toch zo slecht en eenzaam?' Ik leg me er niet bij neer. Ik moet een antwoord vinden. Op de middelbare school ging het eerst beter. Ik maakte vrienden, maar zonderde me geregeld af van alles en iedereen. Dan ging ik thuis op mijn kamer zitten en zette de muziek zo hard dat ik niet meer kon horen wat er rond mij gebeurde. Het maakte me allesbehalve gelukkig, maar ik zocht manieren om aan de realiteit te ontsnappen.
32
Ik vond dat de wereld belachelijk slecht functioneerde: mijn vrienden gingen wapens verkopen en drugs dealen. Ik liet me meesleuren. De ene vechtpartij volgde op de andere. Zelf heb ik nooit pistolen verkocht. Ik dealde nooit, gebruikte wel. Die omstandigheden maken alles nog erger, maar de verklaring voor mijn probleem zit in mij. Ik heb altijd al depressieve gedachten gehad. Niet dat ik ervoor gekozen heb. Zoals ik het ervaar, ís dat gevoel er gewoon. Ik probeer eraan te werken. Voor ik naar deze afdeling kwam, ben ik twee jaar lang om de twee weken bij een psychologe geweest. Ik moest kapstokken zoeken om mijn gevoelens aan op te hangen, positieve dingen om me me beter te doen voelen. Zo ga ik hier elke dag een beetje met de BMX rijden. Dat is even iets om naar uit te kijken. De psychologe leerde me verder dat ik een vaderfiguur moet zoeken. Een oudere vriend, of een leraar op school. Ik kreeg ook antidepressiva. Oplossingen zijn dat niet, maar zo loop ik wat minder te piekeren. In september van dit schooljaar ging het slechter met me. Ik had geen energie meer. De huisdokter stelde voor om na te denken over een opname. Het heeft nog tot januari geduurd voor ik de stap durfde te doen. De naam van de instelling - kinder- en jeugdpsychiatrie - schrikte me af. Ik kwam toch, volledig vrijwillig, omdat ik op een absoluut dieptepunt zat. Ik heb veel aan zelfmoord gedacht. Dat verwarde me, omdat ik eigenlijk niet wil sterven. Ik wou alleen van dat nare gevoel af. Kon ik maar gewoon zijn. Gewoon gelukkig, zoals alle mensen rondom mij. Nu ben ik in behandeling. Elke week zit ik samen met mijn zus of moeder, en met een gezinstherapeut. Om opnieuw te leren communiceren met elkaar. Tijdens de ergotherapie maak ik een collage over mezelf en leg ik uit waarom ik bepaalde zinnen of tekeningen uitkies. De psychomotorische therapie werkt met relaxatieoefeningen. Agressieregulatie dient dan weer om mijn woedeaanvallen te temperen. Ik moet bijvoorbeeld tegen een boksbal slaan, en exact na een kwartier volledig stoppen. Ik ben enorm prikkelbaar omdat ik zo moe ben, zo weinig energie over heb. Tijdens agressieaanvallen verlies ik mijn zelfcontrole. Ik ga wild in het rond slaan en stampen. Tegen de muren of tegen mezelf. De gemiddelde behandeling duurt zes tot negen maanden. Ik verwacht geen wonderen van de therapieën. Maar ik hoop uit de grond van mijn hart dat ze me zullen helpen om me wat vaker beter te voelen. Ik geloof erin dat het hier kan lukken." Kris Vrancken We zijn allemaal kwetsbaar Psychiater Bernard Sabbe en Paul Arteel over het stigma van de psychiatrie. De psychiater Bernard Sabbe is verbonden aan het psychiatrisch centrum Sint-Norbertus in Duffel en hij is hoogleraar psychiatrie en medische psychologie aan de Universiteit Antwerpen. Paul Arteel is de directeur van de Vlaamse Vereniging voor Geestelijke Gezondheid. Het taboe op de psychiatrie maakt dat mensen met een psychisch probleem pas naar de hulpverlening stappen als ze er erg aan toe zijn. Dat is jammer, vindt de psychiater Bernard Sabbe. Want een vroege behandeling kan het lijden verminderen. "We hebben een grote maatschappelijke actie nodig, met bekende Vlamingen die zich outen", meent Paul Arteel. - Velen vinden maar aarzelend hun weg naar de psychiatrie. Hoe komt dat?
33
Paul Arteel: "De psychiatrie is onbekend. Iedereen weet welk medisch traject je zult volgen als je je been breekt. Maar we hebben geen collectief beeld over wat er gebeurt bij de psychiater. Mensen vragen mij wel eens: hoe ziet zo'n psychiater eruit?" Bernard Sabbe (lacht) : "In het zwart gekleed?" - Vanwaar het grote taboe? Bernard Sabbe: "Het is altijd zo geweest. Vroeger werden 'gekken' nog opgesloten. Daar is iets van blijven hangen. Mensen zeggen nog vaak, als ze naar een psychiater worden doorverwezen: 'Ik ben niet zot!' We voelen een diepgewortelde angst voor waanzin. Deze vrees heeft mogelijk zelfs een biologische en genetische grondslag. Het idee dat iemand de controle kan verliezen, dat zijn hele leven overhoop wordt gehaald, roept onze afweer op. Dat is begrijpelijk, maar betreurenswaardig. Veel psychische ziekten zijn goed te behandelen. We hebben de jongste decennia nog enorme stappen voorwaarts gedaan. Om een voorbeeld te geven: een depressie klaart in de helft van de gevallen na drie maanden alweer op." - Toch gaf een recente studie, van de KU Leuven en de Amerikaanse universiteit Yale, aan dat mensen met een depressie er baat bij hebben om langere therapieën te volgen. Bernard Sabbe: "Dat is ook zo. Het hoeft daarom niet in het ziekenhuis. Wat wij voor ogen houden is het bio-psycho-sociale model. Dat betekent een behandeling met pillen én psychotherapie, maar ook met een goede sociale ondersteuning. Er zijn diverse projecten in het land die zich richten op nazorg, maar ik geef toe dat de doorstroming niet altijd goed verloopt. Er zijn ook niet echt veel middelen voor: bijvoorbeeld de psychiatrische thuiszorg kampt op dat vlak met moeilijkheden. In een ideale wereld zou die nazorg, die sociale ondersteuning, vanzelf in de samenleving aanwezig moeten zijn. Maar de samenleving gaat blijkbaar niet zo zorgzaam om met wie anders is. Veel psychische patiënten, ik heb het nu over de chronisch zieken, leven erg geïsoleerd. In die mate dat sommigen zich graag af en toe laten heropnemen omdat ze zich alleen in het ziekenhuis veilig voelen." - Wat moet er gebeuren om het taboe te doorbreken? Paul Arteel: "Het tekort aan middelen is reëel. Onder Mieke Vogels op het Vlaamse departement Welzijn is de preventie van depressie en zelfdoding als zesde gezondheidsdoelstelling aan het beleid toegevoegd. Pas onlangs werd gestart met de concretisatie ervan en vanaf het begin was duidelijk dat er vooral geen extra geld te rapen valt. Nochtans gaan jaarlijks evenveel mensen dood aan zelfdoding als aan het verkeer." Bernard Sabbe: "Het gaat niet alleen om doden, maar ook om de kwaliteit van leven. Een psychische ziekte brengt veel lijden met zich mee. Lijden dat mensen vaak alleen dragen, in de stilte van de nacht. Wie het ervaart, kan het vaak moeilijk onder woorden brengen en wie er naast staat, heeft weinig handvatten om antwoorden te bieden." - Wat is er, behalve centen, nog nodig? Paul Arteel: "Een grote actie, zoals Kom op tegen kanker, die die ziekte uit de taboesfeer heeft gehaald. Het zou goed zijn als bekende Vlamingen zich zouden outen en het voortouw zouden nemen. Weinigen durven dat, uit schrik voor het stigma." 34
Bernard Sabbe: "Nochtans krijgt iedereen er mee te maken. We zijn allemaal kwetsbaar. Ik ken niemand die in eigen familie- of vriendenkring nog nooit een psychische zieke heeft gekend. Vroeger werd zo'n ziekte doodgezwegen. Vandaag durven mensen er al voor uit te komen. We moeten het niet allemaal slecht voorstellen: ik zie ook zorgzame werkgevers die hun werknemers alle kansen geven om in een rustig tempo hun werk te hervatten." - Hoe ziet u de psychiatrie verder evolueren? Paul Arteel: "We komen van heel ver. De psychiatrie is uit de muren van de instellingen gebroken. Er zijn nu meer dan twintig erkende psychotherapieën, die de jongste dertig jaar hun deugdelijkheid hebben bewezen. De psychoanalyse, die vroeger de enige was, is slechts één daarvan. De keerzijde van dat alles is dat men door de bomen het bos vaak niet meer ziet. Velen lopen een beetje verloren in dat hulpverleningslandschap. Het aanbod zou nog beter op de vraag moeten worden afgestemd." Bernard Sabbe: "Belangrijk vind ik de explosieve toename van onze kennis over de hersenen. Dat is een evolutie van de jongste tien jaar. Met de huidige beeldvorming kunnen we zien hoe het brein van een gezonde mens tijdens bijvoorbeeld de uitvoering van cognitieve taken anders functioneert dan de hersenen van iemand die aan schizofrenie lijdt. We hopen dat deze nieuwe kennisgolf binnen de tien tot vijftien jaar ook tot nieuwe behandelingen leidt." - En de rol van de patiënten in dit alles? Bernard Sabbe: "Ik hoop dat hun stem nog luider gaat klinken, en dat patiënten zelf veel meer gaan aangeven welke hulp ze nodig hebben. Patiënten kunnen ook zelf zorgverstrekkers worden. In Maastricht is een telefonisch zorgnetwerk opgericht van en voor mensen die stemmen horen. Liever dan de stemmen steeds te onderdrukken met medicijnen, zoeken ze steun bij elkaar. Het is een vorm van empowerment , zoals je dat ook in bepaalde chatrooms op het internet ziet ontstaan. Ik geloof in de positieve invloed hiervan." Paul Arteel: "Ex-patiënten en hun omgeving moeten misschien nog leren aanvaarden dat ze niet meer helemaal de oude worden. Dat is geen schande. Van een voetballer die zijn been op drie plekken heeft gebroken, verwachten we ook niet dat hij nog aan topsport doet." Veerle Beel
35
Niemand Een paar jaar geleden liet een patiënt met zware melancholische en hypochondrische symptomen zich hier vrijwillig opnemen. Hij was van thuis tot hier gelopen, een afstand van 200 mijl, en vond zichzelf bij zijn aankomst minder geneigd tot praten over de absurde en melancholische visie op zijn eigen toestand dan voorheen. Maar zijn ideeën bleven: 'Ik heb geen ziel. Ik heb hart noch longen, noch ook maar iets in mijn lichaam, geen druppel bloed. Mijn benen zijn allemaal tot sintels verbrand. Ik heb geen hersenen en mijn hoofd is soms hard als staal, soms zo zacht als pudding. (Roy Porter. The Faber Book of Madness, London, 1991) Een fragment uit Elegie voor Iris De Teletubbies. Die maken deel uit van het ochtendritueel, al moet ik er wel op aandringen, want Alzheimer schijnt tegenwoordig iets tegen vaste gewoontes te hebben. Misschien omdat we intuïtief weten dat de geest daar gezond bij blijft. Net na tienen komen ze als onderdeel van een kinderprogramma op BBC2. Het is een van de weinige programma's die we samen met dezelfde geestdrift kunnen bekijken. 'Daar zijn de konijntjes,' roep ik opgewonden. Het virtual reality landschap dat ons wordt voorgezet is een van de charmes van dit zeer bijzondere programma: een zonbeschenen grasveld met hier en daar wat kunstbloemen waar echte konijnen tussendoor springen. De lucht ziet er ook authentiek uit, precies het goede blauw met de juiste schapenwolkjes. De Teletubbies hebben hun eigen ondergrondse huis, netjes afgedekt met gras. Er steekt een periscoop uit. Er verschijnt een echt babykopje in de lucht. Het lacht. Ik trek er altijd een gezicht tegen, Iris glimlacht stralend terug. De schepseltjes komen tevoorschijn, het zijn er vier, met verschillende kleuren speelpakjes aan. Hoe worden ze tot leven gewekt? Wat zit er in hun mollige lappen lichaampjes? De manier waarop ze rondhobbelen en lachen is bijna obsceen van natuurlijkheid, net zoals hun volwassen mannelijke stemmen. Twiggy of zoiets, en Winky en Poo... Ze trippelen maar wat rond en doen verder niet zoveel, maar als ze er zijn, kijkt Iris gelukkig, zelfs geconcentreerd. Deze vorm van kinderlijkheid is op zichzelf al virtual reality. Vroeger hadden we een echtere en spontanere variant. Vlak voor ons trouwen, stuurde Iris mij eens een ansichtkaart met een jong rood poesje dat haar neusje nieuwsgierig om de hoek stak. 'Ginger' stond er nogal toepasselijk op. Iris had er een ballon bijgetekend waarin 'Kom eraan' stond. Zo werd ze Ginger. Later Gunga. '"Achtervolgd door Gunga" wordt de titel van het eerste deel van mijn autobiografie', zei ik een paar dagen geleden om haar te plagen. Ze lachte, ze vindt het fijn als er zo tegen haar 36
gepraat wordt, maar ik denk niet dat ze de naam nog herkent. De Teletubbies doen me denken aan een tochtje naar Wytham Wood. Sinds we in Oxford wonen zijn we daar elk jaar naar de blauwe klokjes gaan kijken. Met de zin erop heeft de eerste aanblik iets van de dubieuze schoonheid van Teletubbie-land. (...) Elk jaar stonden we daar onze ogen uit te kijken. Vorig jaar mei was het voor het eerst alsof Iris ze niet zag. Op weg erheen staan een paar enorme bomen, twee gigantische esdoorns, indrukwekkend als een kathedraal. Maar Iris is al een tijd bang voor bomen. We liepen er snel langs en ik bedacht me dat we er maar beter niet meer heen konden gaan. Toen we weer in de auto zaten, zei ik geruststellend: 'We zijn zo weer terug in Teletubbieland.' Maar ik geloof niet dat ze zich de Teletubbies herinnerde. Zelf zou ik ze ook liever vergeten. Het besef van andermans geest. Pas nu denk ik daar bewust over na; de geest van anderen is meestal een gegeven. Ik vraag me soms af of Iris toch nog ergens denkt: Hoe kom ik hieruit? Wat moet ik doen? Is er niets in de plaats gekomen voor al die hersenactiviteit die met schrijven en denken gepaard ging; voor dat hele geestelijke leven? Ik moet bekennen dat ik vurig hoop van niet. Uit Elegie voor Iris door John Bailey, p. 236-238 Een fragment uit 'Pasen in het asiel' 'Vroeger,' zei mijn zus tegen de interviewster van Psy, tijdschrift over geestelijke gezondheidszorg, 'dacht mijn moeder dat ik een slecht kind was, maar nu weet ze dat ik geen slecht kind ben. Ik ben een ziek kind. Kiki was het prinsesje. Ik was het zieke kind.' Was ik het prinsesje? Dat herinner ik me niet. Maar ik kreeg minder op mijn kop. Zij kreeg dag en nacht op haar kop. Daar maakte ze het ook naar. Of het ding in haar hoofd maakte het ernaar. Iedereen vond het zo'n ingrijpend interview. Iedereen, behalve mijn moeder. Die voelde zich onheus bejegend. Tegen mij repte ze er met geen woord over, wel tegen mijn zus. Maar later had ze er vrede mee. Ze zag wel wat Veerle bedoelde. Ze verbiedt ons niet erover te praten of te schrijven. Ze heeft het niet graag, maar tegelijkertijd gelooft ze in het belang ervan. Zelf weigert ze elk interview. 'De moeder kan er niet over praten.' Waarom niet? denk ik dan. Zij en ik hebben het er nog maar zelden over. Alles is al zo dikwijls gezegd. Af en toe beloof ik haar plechtig dat mijn broer en ik altijd voor ons Veerle zullen zorgen, ook als zij er niet meer is. 'Dat weet ik, lieveke.' Mijn vurigste wens: die last van mijn moeders schouders nemen; dat verdriet uit haar hart rukken. Als Gulliver voel ik me soms, Gulliver die door de lilliputters is vastgebonden. De grote machteloze reus. 'We moeten het in alle nederigheid aanvaarden,' zegt mijn moeder. 'We moeten ons neerleggen bij ons lot.' Lot. Het is - zacht uitgedrukt - niet een woord waar ik van hou. 'Een zwaar lot heeft ons getroffen.' (mijn moeder) 37
'We moeten ons lot aanvaarden, het zware lot dat ons heeft getroffen.' 'Want ook Ons-Lieve-Heerke heeft in alle nederigheid zijn lot aanvaard. Hij heeft ons allen een voorbeeld gesteld.' En dwars dat ik dan ga liggen! Zin dat ik krijg om te brullen: lang leve de opstand tegen het lot! 'Wat wilt ge dat ik doe? Een touw nemen en mij opknopen?' We kijken elkaar aan. Haar ogen vullen zich met tranen. Ik wil haar slaan omdat ze huilt; ik wil haar zo stevig omhelzen dat alle pijn uit haar lijf spat; ik zwijg, ik hoop dat ze niets meer over mijn kinderen zegt, over mijn lot. Er is te veel 'lot' in mijn familie. We hebben het groot lot gewonnen. Hahaha. Ik wil dat iets ophoudt. Het lot. Het lot moet ophouden. Ik wil het lot uit het leven van mijn dochter bannen. En uit dat van mijn stiefkinderen. Hartelijk dank, lot, er is hier voldoende lot geweest. Ga nu maar elders een feestje bouwen. 'Was jij bang,' vraagt ze, 'dat jij in de psychiatrie zou belanden toen je zoontjes stierven?' 'Nee,' zeg ik beslist. (Was ik bang? Ik was bang dat ze me vol pillen zouden stoppen. Dat ze zouden zeggen: rustig maar, wij gaan voor u zorgen.) 'Veel vrouwen die een kind verliezen, moeten worden opgenomen. Een vrouw heeft me ooit gezegd: als je een kind hebt verloren, kun je nog lachen, maar niet meer glimlachen. On peut encore rire mais ne plus sourire. Het was een Franstalige vrouw.' Ze kijkt me gespannen aan. Ik moet iets zeggen. Tegen mijn zin reageer ik. 'Ik veronderstel dat je nooit meer echt gelukkig bent.' (Is dat waar? Waarschijnlijk is het waar.) 'Ik vind het zo erg dat ik toen niets voor jou heb gedaan.' 'Zet het uit je hoofd, zus. Wat had je kunnen doen? Niemand kon iets doen.' Maar noem het niet mijn lot. Het lot dat mij getroffen heeft. Begraaf mij niet onder die ballast. Mijn ziekte is het koppige verzet tegen ziekte; mijn weigering om mijn zus 'ziek' te noemen. In mijn hoofd klop ik op een dag op de ziekenhuispoort en geef me gewonnen. 'Ik geef toe,' zeg ik dan, 'dat ik ziek ben. Schrijf medicatie voor. Geef me therapie. Maak een patiënt van mij.' 'Gij hebt wel veel fantasie, hé,' zeggen de mensen. 'Dat valt op, dat gij veel fantasie hebt.' (Uit het verhaal 'Pasen in het asiel' in het boek 'Als een kinderhemd' van Kristien Hemmerechts, wiens zus gediagnosticeerd werd met schizofrenie)
38
3. De tien waarschuwingstekens van normaliteit Onderstaande tekst is uiteraard humoristisch bedoeld en wil de draak steken met de onderverdeling die mensen zo graag maken tussen normaal en abnormaal. Wetenschappers over de hele wereld zwoegen op de remedie tegen 'normaliteit', een serieuze en chronische mentale ziekte die een groot deel van de bevolking treft. Om zo snel mogelijk de ziekte bij zichzelf te constateren, bestaan de tien waarschuwingstekens van normaliteit. KOEL: Je bent koel, je houdt alles in en zet altijd een neutraal gezicht op. Je lacht of weent niet veel, en toont zelden emotie, vooral niet in het openbaar. Je psychiatrische label is "tranenloosheid". SERIEUS: Je doet altijd wat hoort, nooit iets ongewoons, speels, of spontaans, nooit iets "anders", iets wilds, of iets creatiefs. Je gelooft dat spelen en gek doen beneden je waardigheid zijn en alleen voor kinderen gepast zijn. Je hebt een pychiatrisch label van "verhevenheid". VRIENDELIJK: Je gedraagt je altijd vriendelijk, zelfs wanneer je de persoon tegen wie je praat niet kan uitstaan. Je zegt nooit wat je echt denkt. Je diagnose: "ongepast lachen". JUIST: Je doet altijd alles juist. Je draagt de juiste kleren, zegt de juiste dingen, gaat alleen om met de juiste mensen. Je weet dat er maar één juiste manier is, en dat is de jouwe. Jij wordt gediagnosticeerd als "conformiteitsziek". SAAI: Je conversaties, leven en leefruimte zijn saai en duf. Je gras is altijd mooi afgereden, wat er ook gebeurt. Jij bent eigenlijk een van de levende doden. Jouw psychiatrisch label is "hyperinactiviteit". GEHOORZAAM: Jij probeert steeds om anderen niet te beledigen, vooral mensen met macht niet. Gehoorzaamheid staat bij jou boven je principes. Jouw psychiatrisch label is "aanpassingsziek". LICHTGELOVIG: Jij gelooft dat de dokter het altijd best weet, dat de media altijd de waarheid vertelen en dat het medische model van geestesziekte wetenschappelijk bewezen is. Jouw diagnose is "normale naïviteitsstoornis". GEVOELENS VERMIJDEN: Jij bent niet verbonden met jezelf, met de wereld en met andere mensen. Je kiest een comfortabel pad waarbij je geen rekening moet houden met je gevoelens en je de ogen sluit voor ellende. Jij wordt gelabeld met "ernstige oogklep-itis". WANTROUWEN IN JEZELF: Je hebt op school geleerd dat het altijd belangrijk is om eerbied te hebben voor hen die de macht hebben en niet te vertrouwen op je eigen gedachten. Je leerden om 'het spel mee te spelen' en eigenlijk doe je dat nog steeds. Je gelooft in je eigen leugens en hebt een vergevorderd geval van 'schoolmanie', dat in ernstige gevallen kan leiden tot "hielenlikker-itis" 39
INDOORISME: Je hebt het contact verloren met de natuur en met je eigen sterke gevoelens. Je rebelleert niet tegen de ecologische vernieling. Label: "tam". Naar: http://www.mindfreedom.org/campaign/madpride/normality-screening/10-warningsigns-of-normality/
4. Stellingen
Psychisch ziek zijn kan iedereen overkomen. Alleen marginalen kampen met depressies. Schizofrenie uit zich altijd in boosaardigheid. Alle mensen met een geestesziekte behoren achter gesloten muren te zitten. Eigenlijk zouden alle mensen wel psychiatrische begeleiding kunnen gebruiken. Mensen die psychisch ziek zijn, weten het meestal zelf niet. Psychisch zieken worden in onze samenleving belachelijk gemaakt. Als zou blijken dat één van mijn vrienden een psychisch probleem heeft, zou ik deze persoon niet meer vertrouwen. Geestesziekte is geen echte ziekte. Er bestaat dan ook niet echt een oplossing voor. Mensen die geloven, zullen minder snel geestelijke problemen hebben. Mensen met een psychisch probleem houden geen rekening met anderen. Op school zou er ten allen tijde een psycholoog beschikbaar moeten zijn. Geestelijke gezondheidszorg is net zo belangrijk als lichamelijke gezondheidszorg. Geloof is een vorm van geestesziekte. Wanneer ik zou vermoeden dat ik een psychisch probleem heb, zou ik dit meteen aan een vertrouwenspersoon vertellen. Mensen moeten in sommige gevallen gedwongen kunnen worden om een psychiater of psycholoog te consulteren of opgenomen te worden in een instelling. Eens je een psychisch probleem hebt gehad, raak je er nooit meer van af. Psychisch zieken hebben vooral last van een zwakke wil.
40
5. Songs Songs uit de Te Gek!? cd's When The Pain Comes (Milk Inc.) Just another drink It 'll help me think It 'll help me take my mind off you Just another line And then I'll be fine And I'll pretend I'm over you I'll paint a picture That's more beautiful than true To show if someone asks me how I do But when the pain comes I'll be long gone I'll be far away from me It's not like I'm hiding I'm just sick of fighting Pretending I am free But when the pain comes I'll be long gone I'll be far away from me It's not like I'm hiding I'm just sick of fighting Pretending I am free Maybe one more day 'till I feel okay 'till I find a highway out of here Just one more night Waiting for the light Waiting for these troubled skies to clear I'll write a story That's more beautiful than real To tell if someone asks me how I deal But when the pain comes I'll be long gone I'll be far away from me It's not like I'm hiding I'm just sick of fighting Pretending I am free But when the pain comes I'll be long gone I'll be far away from me
41
It's not like I'm hiding I'm just sick of fighting Pretending I am free But when the pain comes I'll be long gone I'll be far away from me It's not like I'm hiding I'm just sick of fighting Pretending I am free But when the pain comes I'll be long gone I'll be far away from me It's not like I'm hiding I'm just sick of fighting Pretending I am free Zalige zot (Yevgueni en Jan De Wilde) Jij bent zo’n zalige zot Zoals jij zijn er veel te weinig Want jij bent anders dan anderen Daarom hou ik van jou Prachtige gek, zalige zot Daarom hou ik van jou Prachtige gek, zalige zot En laat ze zeggen dat jij een probleem hebt Want volgens mij is het net andersom Jij bent gewoon anders dan anderen En daarom hou ik van jou Prachtige gek, zalige zot Daarom hou ik van jou Prachtige gek, zalige zot De wereld is niet jouw plek Maar ik hoop toch dat je blijft Dan blijk ik ook om te zien dat je niet verder drijft Jij bent zo’n zalige zot Niks verkeerd met een beetje zweven En als je neerstort, zoek dan snel dekking En weet dat ik van je hou Prachtige gek, zalige zot Weet dat ik van je hou Prachtige gek, zalige zot Weet dat ik van je hou Prachtige gek, zalige zot 42
Broken (Tim Vanhamel) I cut myself, I nearly cut myself in half Did it too much, these are the pieces that are left Been up for days, I think it’s time to go to bed Cause there’s a war going on inside my head My mind is weary all the time Probably the way my brain’s hardwired Draw me a line and I’ll cross it everytime But now I know, how to read the signs And how I wake every morning filled with dread Cause there’s a war going on inside my head My mind is weary all the time Probably the way my brain’s hardwired Beautifuly broken it’s a curse The war inside my head gets worse I feel there’s nothing I can do My mind is tearing me in two Glazen bol (Mira Bertels) Ik zit in een glazen bol – schud ermee en ‘t sneeuwt Alle stemmen klinken hol – ‘k zit hier heel alleen Neus tegen het glas gedrukt – ‘k zie wel wat er gebeurt Maar ik geraak hier nooit meer uit – ‘k vind nergens een deur ‘k zie mensen lachten – dansen op het feest Ik sta op de schouw – ik sta in de sneeuw Ik zit in een glazen bol – alles gaat hier traag ’t water snoert mij de mond – elk gezicht vervaagt Blote voeten op het ijs – alles is hier wit ‘k voel allang de kou niet meer – ik ben van plastic ‘k zie mensen lachen – dansen op het feest Ik sta op de schouw – ik sta in de sneeuw Ik zit in een glazen bol – schud ermee en ‘t sneeuwt Alle stemmen klinken hol – ‘k zit hier heel alleen Alle stemmen klinken hol ‘k zit hier heel alleen Dirk doet raar (De Mens) We hebben hem gevonden Zoals zijn moeder hem eerst zag We schrokken van zijn ogen Maar we begonnen aan de dag Dirk was niet perfect, neen Hij had kanker onder meer 43
Maar elke dag die hij meebracht Beleefden we twee keer Dirk doet raar En op een mooie winternacht Heb ik hem weer ontmoet Het hoofd kaalgeschoren Een linkerschoen Aan een rechtervoet Hij nam me in vertrouwen Want ik kende zijn dossier We speelden in de poedersneeuw We speelden in de poedersneeuw Dirk doet raar We hebben hem gevonden Zoals zijn moeder hem eerst zag We schrokken van zijn ogen Maar we genoten van zijn lach Dirk doet raar Laat hem maar "Dirk doet raar schreef ik tien jaar geleden voor een vriend die enkele jaren voordien overleden was. Guy Brulez, die met de samenstelling van Te Gek!?2 bezig was, hoorde het mij live spelen en vond dat het in de context van Te Gek!? een bredere betekenis kon hebben. Ik ben geneigd andermans interpretaties van mijn nummers altijd belangrijker te vinden dan mijn eigen kijk... Voor mij blijft 'Dirk' verbonden aan de Dirk in kwestie, iemand die bij mijn weten nooit met de psychiatrie in aanraking gekomen is. Maar het is natuurlijk mooi als een song nog andere leefwerelden kan oproepen. Ik zou het trouwens een onmogelijke opdracht vinden om iets 'over' psychiatrie te schrijven. Je verzandt te gemakkelijk in clichés van het type "Ha ha, we zijn allemaal gek, joepidoe!" of "Het zou mij ook kunnen overkomen". Nogal beledigend voor mensen die écht mentale problemen hebben. Daarom zing ik liever een lied dat mij ook gewoon maar overkomen is. Iets anders kan ik niet." (Frank Vander Linden van De Mens) Soul of a man (Lalalover) Won't somebody tell me, answer if you can! Won't somebody tell me, what is the soul of a man I'm going to ask the question, answer if you can If anybody here can tell me, what is the soul of a man? I've traveled in different countries, I've traveled foreign lands I've found nobody to tell me, what is the soul of a man I saw a crowd stand talking, I came up right on time Were hearing the doctor and the lawyer, say a man ain't nothing but his mind I read the bible often, I try to read it right As far as I can understand, a man is more than his mind 44
When Christ stood in the temple, the people stood amazed Was showing the doctors and the lawyers, how to raise a body from the grave Spoonful "Mijn zus is kinderpsychiater en met haar zit ik op familiebijeenkomsten vaak de kronkels van de menselijke geest te bespreken. De duistere of hemelse gangen van het brein zijn al eeuwen ondoordringbaar maar ze leveren daardoor stof tot discussie, studie en... briljante songs. In de jaren '20 schreef Blind Willie Johnson "a man is more than his hind". Dat vind ik misschien nog de allerbeste benadering van het mysterie: het te herleiden tot een simpele essentie." (Tom Kestens van Lalalover)
De man die plots vliegen kan (Kommil Foo) te vaak teveel gezien gehoord toch zwijgen stil als vermoord te teer te klein te vol van smart geen verweer te groot het hart het is de man die plots vliegen kijk naar de man die vliegen kan geen verweer het is de man die plots vliegen kan "Waanzin en gekte: het is een klassiek thema in de geschiedenis van de kunsten en ook voor ons een geliefkoosde voedingsbodem. Het gunt ons een blik op de ongecensureerde spiegel van menselijk gedrag: onvoorspelbaar en bijna altijd herkenbaar, ook voor zogenaamde 'normale' geesten. De man die plots vliegen kan, is iemand die vlucht voor de onverdraaglijke werkelijkheid. De soldaat die machteloos moet toekijken op de gruwel en die gruwel letterlijk niet meer kan aanzien. Hij vliegt ervan weg." (Raf Walsschaerts van Kommil Foo) In mezelf (Ronny Mosuse) liefdeloos en naast elkaar - geen spoor van een mooi gebaar - nooit kleur bekennen, nooit eens tijd voor iets - woordenloos maar gebruiksklaar - en passieloos, geen wonderbaarlijk toeval meer dat opdoemt uit het niets moedeloos en steeds gehaast - uitgeput maar nooit uitgeraasd - en mateloos over-gestimuleerd - moe en boos want steeds te laat - een woedend hart, een kop vol haat - afgeleefd en ziek geconsumeerd 45
nee dat zie ik niet meer - nee dat hoor ik niet meer nee dat voel ik niet meer want, in mezelf zie ik miljoenen kleuren - in mezelf verloopt alles naar wens - in mezelf zijn enkel open deuren - in mezelf ben ik een prima mens doelloos en gedreven - door een ziek geworden ideaal - de ziel verloren en de levenslust - amper overleven als je - ziek wordt, word je marginaal - ten dode opgeschreven, uitgeblust nee ik zie het niet meer - nee ik hoor het niet meer nee ik voel het niet meer want, in mezelf zie ik de dingen zitten - in mezelf praat ik met iedereen - in mezelf laat niemand mij nog stikken - in mezelf ben ik een nummer één moeiteloos en razendsnel - een enkel richting naar de hel gewetenloos en straffeloos - uitgekookt, mooi ingeblikt de massa die het zomaar slikt - en vrijheid, ja vrijheid grenzeloos maar, in mezelf hoef ik niets meer te vrezen - in mezelf ben jij altijd bij mij - in mezelf ben ik al lang genezen - in mezelf ben ik al lang weer vrij - in mezelf ben ik al lang weer vrij "Een nummer over iemand die de stress van de jachtige en veeleisende maatschappij waarin de spelregels niet altijd even duidelijk zijn niet aankan. Iemand die 'knakt' en het noorden verliest. Het lied vindt zo aansluiting bij de thematiek van de door stress geïnduceerde psychose. De persoon die het zingt, leeft enkel verder in zijn hoofd en kan niet meer volwassen communiceren. 'In mezelf' wordt dan ook 'in zijn hoofd' gezongen." (Ronny Mosuse) The bed next to the window (Milow) Sitting on the bed next to the window Like a curling billboard drawn in greasy ink If silence is a crime then you're in trouble Your photographs are cracked and faded pink The way you can't remember how you got here Reminds you that they still don't have a clue If silence is a crime then you're in trouble Because you say nothing no you never do You just want to make a difference So you don't want this you don't want this anymore But you can never find the right words For a one-way ticket out Sitting on the bed next to the window Makes you wonder will this ever change If silence is a crime then you're in trouble But words are sometimes hard to rearrange 46
They turn you on they turn you off You stare at your shoes They can't get enough It's on the tip of your tongue You must recall you never needed words at all You're just speechless now you're only speechless now When you're ready to speak just let us know "The bed next to the window gaat over de moeizame communicatie rond psychiatrische problemen in de ruimste betekenis van het woord. Naar de mensen die van dichtbij betrokken zijn maar evengoed naar de buitenwereld. De zinsnede "If silence is a crime, then you're in trouble" doelt op de problematische gevolgen van stilzwijgen. Om die mensen ook een hart onder de riem te steken, heb ik het nummer een optimistische melodie meegegeven." (Milow)
Stemmen in mijn hoofd (Johan Verminnen) Stemmen in mijn hoofd Schimmen op de gang Lichten zijn gedoofd En ik ben zo bang Viel ik maar in slaap Zonder boze droom Werd als ik ontwaak De wereld weer gewoon Ik lig op mijn bed Staar naar het plafond Rook een sigaret Wacht op wat steeds komt Stemmen in mijn hoofd Stemmen in mijn hoofd Schimmen op de gang Pil die mij verdooft Maar nog voor hoelang Dokter die me helpt Ik weet het niet meer En praat in mezelf Ik voel me zo alleen Ik kijk uit het raam Het lijkt of ik val Kan het niet meer aan Ik hoor overal Stemmen in mijn hoofd Stemmen in mijn hoofd Schimmen op de gang 47
Verdwijnen ze ooit? Zeg me dat het kan Buiten schijnt de zon Binnen is het nacht Bezoeker die nooit komt Maar waarop ik wacht Scherven die ik lijm Oh wat gaat dat traag En niet zonder pijn Die ik in mij draag Stemmen in mijn hoofd Stemmen in mijn hoofd Schimmen op de gang Wie mij niet gelooft Is wie niet helpen kan
Al wie dit hoort (Kris de Bruyne en Mauro Pawlowski) Al wie dit leest Al wie dit hoort Is zot Is zot Ben je lid van de familie Of van een vreemde soort Je bent God Helemaal zot Elke mens is zot Want God is zot Iedereen is zot En dat is nog niet zo zot Da's nog niet zo zot Wat zei ik? Ik zei Dat is nog niet zo zot Al wie dit schrijft Al wie dit zingt Is zot Is zot Ben je lid van het concilie Of van een andere soort Je bent God Helemaal zot Boeken lezen is zot Nadenken is zot Op een stoel zitten is buitengewoon zot 48
Nee, muziek is zot Wij zijn allemaal zot Ik zei nog Allemaal God Al wie dit leest Al wie dit hoort Ik weet het niet Maar ze hebben me verteld Dat er in de hemel Ter aarde wordt besteld Ik weet het niet Maar ze hebben me verteld Dat je vanuit de hel Op de aarde wordt gebeld Al wie dit leest Al wie dit hoort ...
Blood Makes Noise (Mintzkov Luna) I'd like to help you doctor Yes I really really would But the din in my head It's too much and it's no good I'm standing in a windy tunnel Shouting through the roar And I'd like to give the information You're asking for But blood makes noise It's a ringing in my ear Blood makes noise And I can't really hear you In the thickening of fear I think that you might want to know The details and the facts But there's something in my blood Denies the memory of the acts So just forget it Doc. I think it's really Cool that you're concerned But we'll have to try again After the silence has returned Cause blood makes noise It's a ringing in my ear Blood makes noise 49
And I can't really hear you In the thickening of fear Blood makes noise...
Andere songs Gek zijn is gezond (Stef Bos) Hij loopt op straat Recht op z'n doel af Hij ziet een vrouw Hij kust haar op de mond Ze schrikt, ze zegt 'Jij moet gek zijn' Hij zegt 'Gek zijn is gezond' Zij wil hem slaan maar hij kan nog net bukken Ze slaat mis Ze dondert op de grond Ze zegt 'Há, jij moet gek zijn' Hij lacht En danst wat in het rond, hij zegt: Gek zijn is gezond Gek zijn is gezond Morgen ben ik God Vandaag ben ik Napoleon Gek zijn is gezond Hij kijkt haar diep Diep in de ogen Hij zegt 'Jij moet de ware liefde zijn' Zij zegt 'Jij bent gek' Hij zegt 'Jij bent blond' En trouwens gek zijn is gezond Ze laat zich langzaam Langzaam overwinnen Ze spreekt opeens een andere taal Ze zegt Ik wil vandaag opnieuw beginnen Ik ben m'n hele leven al normaal Gek zijn is gezond Gek zijn is gezond Morgen ben ik God Vandaag ben ik Napoleon Gek zijn is gezond Oui, je zui, Napoleon. Mais je ne parle pas français. C'est une situation misérable ! Et je pense,...je pense donc je suis et je suis fous, mais... 50
Gek zijn is gezond Gek zijn is gezond Morgen ben ik God Vandaag ben ik Napoleon Gek zijn is gezond
Crazy (Gnarls Barkley) I remember when, I remember I remember when I lost my mind, There was something so pleasant about that phaze Even your emotions had an echo In so much space (Mmmmm Mmmmmm) And when you're out there, Without care, I was out of touch, but it wasn't because I didn't know enough, I just knew too much, (Mmmm..) [Chorus 1] Does that make me crazy Does that make me crazy Does that make me crazy probably..... And I hope that you are having the time of your life well think twice, that's my only advice, (Mmmm..) C'mon now, who do you, who do you, who do you, who do you think you are? ha-ha-ha bless your soul, you really think your in control, Well.... [Chorus 2] I think your craaaaazy, I think you're craaaaazy, I think you're craaaaazy, Just like me..... My heroes had the heart to lose their lives out on a limb and all I remember 51
is thinking, I wanna be like them, (Mmmm hmmmmm) 'N ever since I was little, ever since i was little, it looked like fun, and it's no coincidence I've come, and I can die when I'm done, [Chorus 3] But baby I'm craaaaaazy, maybe you're craaaaazy, baby we're craaaaazy, probably, (hmmmm arrrrr......... ooh-hoooo)yup
52
6. Paus Benedictus XVI over geestesziekte PSYCHIATRISCHE ZIEKTE EN MENSELIJKE WAARDIGHEID Boodschap van Paus Benedictus XVI ter gelegenheid van de 14e Wereldziekendag in Adelaïde (Australië) - 8 december 2005 De veertiende Wereldziekendag zal worden gevierd op 11 februari 2006, de liturgische gedenkdag van Onze Lieve Vrouwe van Lourdes. Vorig jaar werd de Ziekendag gevierd in het Heiligdom van Maria in Mvolyé, Yaoundé, waar de gelovigen en pastores namens het gehele Afrikaanse continent hun pastorale verbondenheid met de zieken uitspraken. De volgende Wereldziekendag wordt gevierd in het Australische Adelaide, waar de evenementen hun hoogtepunt zullen vinden in een eucharistieviering in de kathedraal die is gewijd aan de heilige Francis Xavier, een onvermoeibare missionaris onder de volken in het Verre Oosten. Bij deze gelegenheid wil de Kerk zich vol zorg richten op de mensen die lijden en algemeen aandacht vragen voor de geestelijke gezondheidsproblemen waarmee thans een vijfde van de mensheid te kampen heeft, wat met recht een noodsituatie in de sociale gezondheidszorg betekent. Terugdenkend aan de aandacht die mijn eerbiedwaardige voorganger paus Johannes Paulus II altijd aan deze jaarlijkse viering schonk, wil ook ik, dierbare broeders en zusters, graag in de geest bij de Wereldziekendag aanwezig zijn om in verbondenheid met de andere deelnemers stil te staan bij de situatie van mensen met geestelijke gezondheidsproblemen en de kerkelijke gemeenschappen op te roepen om te getuigen van Gods liefdevolle genade voor hen. Veel landen kennen nog geen wetgeving op dit terrein en andere landen hebben geen duidelijk beleid op het gebied van de geestelijke gezondheidszorg. En dan te bedenken dat de langdurige gewapende conflicten in diverse delen van de wereld, de opeenvolging van verschrikkelijke natuurrampen en de verbreiding van het terrorisme niet alleen een schokkend aantal levens eisen, maar ook leiden tot psychische trauma's die bij veel overlevenden vaak moeilijk te behandelen zijn. In de economisch hoogontwikkelde landen zijn deskundigen van mening dat een mogelijke oorzaak van de nieuwe vormen van psychische problemen gelegen is in het negatieve effect van de crisis in het morele waardenbesef. Dit versterkt gevoelens van eenzaamheid en ondermijnt en verbreekt zelfs traditionele vormen van sociale cohesie, om te beginnen binnen het instituut van de familie, en drijft de zieken naar de zijlijn - met name de mensen met geestelijke gezondheidsproblemen, die maar al te vaak worden beschouwd worden als een blok aan het been voor de familie en de gemeenschap. Ik wil op deze plaats mijn lof uitspreken ten aanzien van hen die zich er op diverse manieren en in verschillende hoedanigheden voor inzetten dat er een geest van solidariteit blijft bestaan en dat mensen blijven zorgen voor deze broeders en zusters van ons, daarbij inspiratie puttend uit menselijke en evangelische idealen en principes. Ik moedig daarom de inspanningen aan van hen die ervoor willen zorgen dat alle mensen met geestelijke gezondheidsproblemen toegang hebben tot de noodzakelijke vormen van zorg en behandeling. In veel delen van de wereld is de zorg voor deze zieke mensen helaas niet voorhanden, gebrekkig of in verval. Mensen met geestelijke aandoeningen worden met hun beperkingen in de sociale omgeving niet altijd geaccepteerd en dat is ook een reden 53
waarom men moeite heeft om de benodigde menselijke en financiële middelen bijeen te brengen. Men ziet dat er twee benaderingen beter moeten worden geïntegreerd: de vereiste therapie en meer begrip voor dit type gezondheidsproblemen, om zo de mensen die in deze sector werkzaam zijn in staat te stellen om op een effectievere manier om te gaan met deze zieken en hun familie, die zelf niet de goede zorg kunnen bieden aan hun familielid met problemen. De volgende Wereldziekendag is een goede gelegenheid om onze solidariteit uit te spreken met families die iemand met geestelijke gezondheidsproblemen in hun midden hebben die van hen afhankelijk is. Ik wil mij ook richten tot u, dierbare broeders en zusters, die door ziekte op de proef wordt gesteld, om u uit te nodigen met Christus uw lijden op te dragen aan de Vader, in de zekerheid dat iedere beproeving die in berusting wordt aanvaard, lof oogst en goddelijke goedheid over heel de mensheid brengt. Ik wil mijn waardering uitspreken voor hen die u hulp en zorg bieden in tehuizen, poliklinieken en ziekenhuisafdelingen, waar diagnoses worden gesteld en behandeling wordt geboden, en ik wil hen aansporen om ervoor te zorgen dat de medische, sociale en pastorale hulp voor mensen in nood altijd voorhanden is, uit respect voor de waardigheid van ieder mens. De Kerk zal, met name door het werk van haar geestelijke verzorgers, u altijd haar hulp aanbieden, in het besef dat zij geroepen is om uitdrukking te geven aan Christus' liefde en zorg voor hen die lijden en hen die voor de lijdenden zorgen. De families die iemand met geestelijke gezondheidsproblemen in hun midden hebben, beveel ik aan in de aandacht van pastoraal werkers, vrijwilligersorganisaties en organisaties die in praktische zin en met concrete initiatieven hulp kunnen bieden. Ik hoop dat deze families zullen delen in de cultuur van acceptatie en begrip, mede dankzij goede wetgeving en gezondheidszorgprogramma's die voldoende middelen bieden voor de praktische uitwerking daarvan. Het is belangrijker dan ooit dat het personeel dat in deze gevoelige maatschappelijke sector werkzaam is, goed wordt opgeleid en nageschoold. Iedere christen is, naar zijn eigen specifieke taak en verantwoordelijkheid, geroepen om zijn bijdrage te leveren, zodat de waardigheid van deze broeders en zusters wordt erkend, gerespecteerd en bevorderd. Duc in altum! Deze oproep van Christus aan Petrus en de apostelen richt ik aan de kerkelijke gemeenschappen over heel de wereld en in het bijzonder aan hen die zich ten dienste stellen van de zieken, opdat zij, met de hulp van Maria, Salus infirmorum, zullen getuigen van Gods goedheid en vaderlijke zorg. Moge de heilige Maagd allen troosten die gebukt gaan onder ziekte, en steun geven aan hen die, als de barmhartige Samaritaan, hun lichamelijke en geestelijke pijn verzachten. Met de verzekering dat ik u allen in mijn gebed gedenk, zend ik u mijn apostolische zegen. Vanuit het Vaticaan, 8 december 2005 Paus Benedictus XVI
54
7. Films Girl, Interrupted Girl, Interrupted (1999) van James Mangold is gebaseerd op de autobiografische roman van Susannah Kaysen, die in 1968 een zelfmoordpoging ondernam (ze was toen 18) en in een psychiatrische instelling belandde. In de film is het Winona Ryder die de rol van Susannah opneemt en in de psychiatrie belandt, waar ze bevriend raakt met drie andere vrouwelijke patiënten. Haar vriend Toby is bezorgd of ze zich niet teveel hecht aan de vrouwen, en de inrichting waar ze in zit. Trailers en clips zijn te vinden via: http://www.imdb.com/title/tt0172493/trailers
A Beautiful Mind "A Beautiful Mind” (2001), van regisseur Ron Howard, vertelt het waargebeurde verhaal van John Nash een schizofrene, maar geniale wiskundige die door een wending in zijn leven even de weg kwijt raakt, maar er op eigen krachten weer uit komt en bovendien op latere leeftijd hiervoor wordt beloond door de Nobelprijs. De geniale wiskundige John Nash (Russell Crowe) is student op Princeton net na de oorlog. Iedereen weet dat John een beetje maf is, maar ze laten hem. Zo heeft John bijvoorbeeld contactproblemen en loopt hij de hele tijd algoritmes te berekenen op de ramen van de universiteit. Nadat hij tijden niets uitvoert (hij woont ook geen colleges bij) bedenkt hij ineens een revolutionaire theorie die nu nog wordt gebruikt. Of liever gezegd, hij zet een bestaande theorie hierover op zijn kop! Vanaf dit moment gaat het John voor de wind. Hij mag zijn stage uitkiezen en krijgt ook nog een relatie met iemand die hem wel begrijpt. (Jennifer Connelly) Er komen nieuwe mensen in zijn leven waaronder de geheimzinnige Parcher (Ed Harris) die hem vertelt hoe briljant hij wel niet is en dat zijn land hem nodig heeft. Met andere woorden John wordt gevraagd om codes te breken voor Defensie. Wanneer dit met een achtervolging en schieten uit de hand loopt, raakt John het spoor bijster. Hij wordt opgenomen en gediagnosticeerd als "schizofreen". Al deze geheimzinnige dingen zouden in zijn hoofd afspelen. Zijn vrouw raakt ook het vertrouwen langzaam kwijt. John heeft een keuze: of worden opgenomen en waarschijnlijk niet meer uit het ziekenhuis komen, of proberen ermee te leven. Hij kiest voor het laatste..." (http://www.filmrecensiepagina.nl/films-abeautifulmind.htm) De trailer en clips zijn te vinden op: http://www.abeautifulmind.com/main.html
55
Iris De film Iris (2001), over het leven van de bekende filosofe Iris Murdoch, waarin ook gefocust wordt op de impact van de ziekte van Alzheimer op haar leven en dat van haar omgeving, is een verfilming van het boek "Elegie voor Iris" van John Bailey (cf. getuigenissen). De levenslust van Iris in haar jongere jaren wordt neergezet door Kate Winslet, terwijl Judi Dench op een tedere en realistische manier gestalte geeft aan de oudere Iris, die getroffen wordt door Alzheimer. Trailers en clips zijn te vinden via: http://www.imdb.com/title/tt0280778/trailers
The Hours The Hours is een film uit 2002 met als hoofdrolspeelsters Nicole Kidman, Julianne Moore en Meryl Streep. Elk spelen zij een personage uit een ander tijdperk (respectievelijk de jaren 20-30, de jaren 50 en het jaar 2001). Het leven van de drie dames is verbonden met elkaar doorheen het boek Mrs. Dalloway van één van hen, met name schrijfsters Virginia Woolf (gespeeld door Nicole Kidman). In drie verschillende contexten worstelen de dames elk met psychische problemen. Trailers en clips zijn te vinden via: http://www.imdb.com/title/tt0274558/trailers
Spider Spider (2002) werd geregiseerd door David Cronenberg. "De locatie is London East-End in de zestiger jaren en in de jaren tachtig. Een gevoelig jongetje, Spider (Bradeley Hall), 'ziet' hoe zijn harmonieuze gezinsleven wordt verstoord als zijn vader een relatie aangaat met een prostituee. Verbolgen over de verstoring in hun gezinnetje broedt Spider op een waanzinnig plan... Twintig jaar later wordt Spider (Ralph Fiennes) vrijgelaten uit een psychiatrische instelling. Hij keert terug naar London en naar de wijk van zijn jeugd. Hij trekt in een groezelig pension geleid door een bazige hospita (Lynn Redgrave). Hij kan alleen maar mompelen en schrijft de hele dag in een onleesbaar handschrift op een klein notitieboekje. Hij besluit te stoppen met zijn medicatie en begint de nachtmerries op te roepen die hij als kind 56
had. Hij probeert heden en verleden te reconstrueren en zijn pogingen om te ondervinden wat er mis ging in zijn jeugd beginnen vruchten af te werpen en langzamerhand komt hij achter de waarheid. Cronenberg speelt een spel met de kijkers. Naarmate de werkelijkheid uit het verleden vorm krijgt, groeit ook het besef dat het verleden alleen maar is wat het lijkt in de geest van iemand die zijn greep op de werkelijkheid verloren heeft!" (http://www.artifilm.nl/Html/spider.asp) De trailer is te vinden op: http://www.spiderthemovie.com/spider.html
57
8. Mad Hatter Day Mad Hatter Day wordt gevierd op 6 oktober, voornamelijk in de Verenigde Staten. Deze dag vervult de nood aan een tweede 'gekke' dag in het jaar, bijna een half jaar na 1 april. Mad Hatter Day is een dag waarop de op het eerste zicht gekke dingen eens een dagje normaal genoemd worden en de op het eerste zicht normale dingen eens een dagje als gek beschouwd worden. Het is een dag waarop heersende conventies onder kritiek worden geplaatst en een ode gebracht wordt aan 'gekte'. De benaming van de dag vindt zijn oorsprong in het alombekende boek van Lewis Carroll, Alice in Wonderland. Daarin komt Alice (wanneer ze in Wonderland is) terecht bij de Maartse Haas en de Gekke Hoedenmaker (The Mad Hatter). Deze vergasten haar op een wel heel ongewoon theekransje, waar ze Alice bestoken met de meest vreemde uitspraken. Op de hoed van de Mad Hatter staat 10/6 geschreven en de Mad Hatter Day-aanhangers menen dat dit verwijst naar 6 oktober. De eerste Mad Hatter Day werd in 1986 gevierd, en kende sindsdien een grote groei aan populariteit. Op deze dag gaat het niet om het bedotten van mensen, zoals dat wel het geval is op 1 april, maar om het met een andere bril naar de werkelijkheid kijken, een bril die kritiek geeft op het onderscheid tussen normaal en abnormaal, tussen gewoon en gek. http://www.cs.cmu.edu/~ari/madHatter.html
58
9. Geestesziekte in de bijbel Oude Testament In tegenstelling tot de oude religies waar het ontstaan van ziekte toegeschreven wordt aan boze goden, geloven de Hebreeuwen slechts in één God en zijn ervan overtuigd dat de ziekte van God zelf komt. Dit leidt tot een magische geneeskunde in de handen van priesters met daarnaast degenen die 'wetenschappelijker' optreden maar meestal, terecht of niet, bestempeld worden als 'kwakzalvers'. Ziekte is een straf van God en God is tegelijkertijd ook een genezer. In het Oude Testament worden ziekte en lijden beschouwd als een onafwendbare toestand, een straf van God. Koning Saul is jaloers en ongehoorzaam aan God. Daarom zendt God hem een kwade geest die hem voortdurend kwelt. David, de jongste zoon van Isaï kan zijn geest verlichten met zijn harpspel. [14] De geest van de HEER had Saul verlaten; in plaats daarvan stuurde de HEER hem een kwade geest, die hem kwelde. [15] Zijn hovelingen zeiden tegen hem: 'Het is duidelijk dat u door een kwade geest wordt gekweld. [16] U heeft maar te bevelen, heer, en uw dienaren staan klaar om iemand voor u te zoeken die lier kan spelen. Hij kan dan muziek voor u maken wanneer u door de kwade geest van God wordt bezocht; dat zal u goeddoen.' [17] 'Doe dat,' zei Saul. 'Zoek iemand voor me uit die goed kan spelen en laat hem bij me komen.' [18] 'Ik weet iemand die goed kan spelen,' zei een van de hovelingen. 'Hij is een zoon van Isaï uit Betlehem. Hij behoort tot een voorname familie en is een goed krijgsman, en hij is welbespraakt en goedgebouwd. Bovendien staat de HEER hem bij.' [19] Saul stuurde boden naar Isaï met het verzoek: 'Stuur me uw zoon David, die uw schapen en geiten hoedt.' [20] Isaï gaf zijn zoon David voor Saul een ezel beladen met brood mee, en ook een zak wijn en een geitenbokje. [21] Zo kwam David bij Saul in dienst. Saul raakte zeer op hem gesteld en benoemde hem tot zijn wapendrager. [22] Aan Isaï liet hij vragen: 'Ik ben zeer tevreden over uw zoon. Mag hij voorgoed bij mij in dienst komen?' [23] En steeds wanneer de geest van God Saul overmande, nam David zijn lier en tokkelde op de snaren. Dat luchtte Saul op en het deed hem goed: de kwade geest liet hem dan voor even met rust. (1 Sam 16,14-23) Koning Nebukadnezar koestert een overdreven hoogmoed en trots, waardoor hij door Jahweh gestraft wordt en zich als woudman gedraagt. [29] 'Uit de gemeenschap van de mensen zal men u verstoten, met de dieren op het veld zult u leven en als een rund zal men u gras te eten geven. Zo zullen er zeven tijden over u heengaan, totdat u erkent dat de Allerhoogste beschikt over het menselijk koningschap, en het geeft aan wie Hij wil.' [30] Dat vonnis werd onmiddellijk aan Nebukadnessar voltrokken: hij werd uit de gemeenschap van de mensen gestoten, at gras als een rund, en van de dauw uit de hemel werd zijn lichaam nat; hij werd zo zwaar behaard als een arend dik in zijn veren zit en zijn nagels werden even lang als die van een vogel. [31] Maar toen de tijd verstreken was, sloeg ik, Nebukadnessar, mijn ogen op naar de hemel en ik kreeg mijn verstand terug. Ik prees de Allerhoogste en eerde Hem die leeft in eeuwigheid. Want zijn heerschappij is altijddurend en zijn koningschap duurt van generatie op generatie. (Daniël 4, 29-31)
59
Nieuwe Testament Christus doorbreekt het dogma van de samenhang van ziekte en zonde. Hij breekt met het Oud-Testamentische geloof in de bezetenheid. In verschillende wonderverhalen zien we Christus duivels uitdrijven. Hierbij geeft hij opdracht aan de duivel de mens te verlaten. Ook geeft hij die opdracht aan zijn leerlingen. "Geneest zieken, wekt doden op, reinigt melaatsen en drijft duivels uit." Christus en zijn omgang met lijden en ziekten zal de toetssteen worden voor het christelijk omgaan met ziekte en lijden. In het Nieuwe Testament verlicht, geneest Gods Geest de geest van de mens en heft hem boven zichzelf uit. Daarom kan het feit dat iemand zijn verstand verliest, demonologisch enkel te verklaren zijn door het toedoen van de Boze. De duivels worden beschreven als kinderen van Satan, personificaties van het kwaad en dus niet door God gezonden. Bezetenheid van een kwade geest wordt de titel voor allen die tekenen van krankzinnigheid vertonen. Als therapie wordt exorcisme aangewend. Opmerking: Er zijn in de bijbel vele mogelijke symptomen van bezetenheid, waaronder een verandering in persoonlijkheid, een zware depressie, een bovennatuurlijke sterkte, het onvermogen om sociale interacties aan te gaan, het weigeren om te vergeven, het hebben van informatie die men op natuurlijke manier niet zou kunnen hebben,... Enkele van deze symptomen zou men vandaag de dag als geestesziekte kunnen duiden, maar zeker niet allemaal. [14] Toen ze zich weer bij de mensenmassa voegden, kwam er iemand naar hem toe die voor hem op zijn knieën viel [15] en zei: 'Heer, heb medelijden met mijn zoon, want hij is maanziek en lijdt daar erg onder; hij valt dikwijls in het vuur of in het water. [16] Ik heb hem bij uw leerlingen gebracht, maar zij konden hem niet genezen.' [17] Jezus antwoordde: 'Wat zijn jullie toch een ongelovig en dwars volk, hoe lang moet ik nog bij jullie blijven? Hoe lang moet ik jullie nog verdragen? Breng hem bij me.' [18] Daarop sprak Jezus de demon op strenge toon toe. Deze ging uit de jongen weg, en vanaf dat moment was hij genezen. (Mt 17,14-18) [31] Hij ging naar Kafarnaüm, een stad in Galilea, waar hij de inwoners steeds op sabbat onderwees. [32] Ze waren diep onder de indruk van zijn onderricht, want hij sprak met gezag. [33] Er was in de synagoge iemand die bezeten was door een geest, een onreine demon, en deze schreeuwde luidkeels: [34] 'Aaah! Wat hebben wij met jou te maken, Jezus van Nazaret? Ben je gekomen om ons te vernietigen? Ik weet wel wie je bent, de heilige van God.' [35] Maar Jezus sprak hem streng toe en zei: 'Zwijg en ga uit hem weg!' De demon smeet de man op de grond en ging uit hem weg zonder hem te verwonden. [36] Allen waren verbijsterd. Ze bespraken het voorval met elkaar en zeiden: 'Wat zijn dat voor dingen die hij zegt? Hoe komt het dat hij het gezag en de macht heeft om onreine geesten zijn bevelen te geven zodat zij de mensen verlaten?' [37] Het nieuws over hem verspreidde zich overal in de streek. (Lc 4,31-37) [37] Toen ze de volgende dag de berg afdaalden, kwam een grote menigte Jezus tegemoet. [38] Opeens begon een man in de menigte luid te roepen: 'Meester, ik smeek u, help mijn zoon, want hij is mijn enige kind. [39] Telkens weer neemt een geest bezit van hem, en dan begint hij opeens te schreeuwen en krijgt hij stuiptrekkingen en komt het schuim hem op de 60
lippen te staan. En de geest wil hem pas loslaten wanneer hij hem bont en blauw heeft geslagen. [40] Ik heb uw leerlingen gesmeekt om hem uit te drijven, maar dat konden ze niet.' [41] Jezus zei: 'Wat zijn jullie toch een ongelovig en dwars volk, hoe lang moet ik bij jullie blijven en jullie nog verdragen? Breng uw zoon hier.' [42] Terwijl de jongen naar hem toe liep, gooide de demon hem op de grond en liet hem stuiptrekken. Maar Jezus sprak de onreine geest op strenge toon toe, genas de jongen en gaf hem terug aan zijn vader. (Lc 9, 37-42) [24] Wanneer een onreine geest iemand verlaat, trekt hij door dorre oorden op zoek naar een rustplaats. Maar als hij die niet vindt, zegt hij: "Ik zal terugkeren naar mijn huis, dat ik verlaten heb." [25] En wanneer hij terugkeert, merkt hij dat het schoongemaakt is en op orde gebracht. [26] Dan gaat hij weg en haalt er zeven andere demonen bij, slechter dan hijzelf, en ze nemen daar blijvend hun intrek. En zo is de mens bij wie de demon intrekt er ten slotte veel slechter aan toe dan voorheen.' (Lc 11, 24-26) [1] Ze kwamen aan de overkant van het meer, in het gebied van de Gerasenen.* [2] Toen hij uit de boot gestapt was, kwam hem meteen vanuit de grafspelonken een man tegemoet die door een onreine geest bezeten was [3] en in de spelonken woonde. Zelfs als hij vastgebonden was met een ketting kon niemand hem in bedwang houden. [4] Hij was al dikwijls aan handen en voeten geketend geweest, maar dan trok hij de kettingen los en sloeg hij de boeien stuk, en niemand was sterk genoeg om hem te bedwingen. [5] En altijd, dag en nacht, liep hij schreeuwend tussen de rotsgraven en door de bergen en sloeg hij zichzelf met stenen. [6] Toen hij Jezus in de verte zag, rende hij op hem af en viel voor hem neer, [7] en luid schreeuwend zei hij: 'Wat heb ik met jou te maken, Jezus, Zoon van de allerhoogste God? Ik bezweer je bij God: doe me geen pijn!' [8] Want hij had tegen hem gezegd: 'Onreine geest, ga weg uit die man.' [9] Jezus vroeg hem: 'Wat is je naam?' En hij antwoordde: 'Legioen is mijn naam, want we zijn met velen.' [10] Hij smeekte hem dringend om hen niet uit deze streek te verjagen. [11] Nu liep er op de berghelling een grote kudde varkens te grazen. [12] De onreine geesten smeekten hem: 'Stuur ons naar die varkens, dan kunnen we bij ze intrekken.' [13] Hij stond hun dat toe. Toen de onreine geesten de man verlaten hadden, trokken ze in de varkens, en de kudde van wel tweeduizend stuks stormde de steile helling af, het meer in, en verdronk in het water. (Mc 5,1-13)
61
Een interessante lezing van het verhaal De man in het verhaal van Marcus is bezeten. Volgens de vertalers wordt hij door Jezus genezen. Met de keuze van dat woord voor het opschrift wordt de overstap gemaakt naar een welbepaald taalveld, dat verschilt van het taalveld van het bevrijden. In het taalveld van het genezen heeft de man iets wat op een ziekte lijkt. Het probleem is daarmee individueel geformuleerd. Dat wil zeggen dat de omstanders principieel geen probleem hebben. Ze nemen de rol op zich van helpers die met goede bedoelingen uit zijn op het herstel van de zieke mens. Tegelijk wordt in dat paradigma de ziekte geduid als een tekort, een niet voldoen aan de criteria voor een goed leven. De zieke mens zal dan ook geholpen moeten worden om weer adequaat te gaan functioneren. Dat wil zeggen dat het doel ligt in de aanpassing van deze zieke aan de eisen van de samenleving. Zo leidt dit paradigma tot een benadering die de zieke uiteindelijk machteloos en afhankelijk maakt. In het taalveld van het bevrijden is de man gevangen genomen door vreemde machten. Daarmee wordt van meet aan het probleem niet in het individuele innerlijk van deze man gelokaliseerd, maar in de sociale structuur waarin hij functioneert. De omstanders maken deel uit van die sociale context en hebben dan ook meer te maken met zijn probleem dan ze zelf willen weten. Bovendien wordt in dit paradigma zichtbaar gemaakt dat het niet gaat om een individu dat afwijkt van de norm, maar om kwaad dat iemand is aangedaan. Dat betekent dat de symptomen die hij vertoont niet worden uitgelegd als een teken van zijn ziekte, maar als een reactie op een schadelijke inbreuk op zijn leven. Het voortdurend breken van zijn ketenen kan dan ook worden verstaan als verzet tegen de sociale machten die hem onderdrukt houden. Uitwijding over exorcisme Kort In de Katholieke Kerk is het exorcisme een bijzonder ritueel dat alleen door een bevoegd priester mag worden uitgevoerd. Het doel ervan is de bevrijding van een persoon die bezeten is door een duivelse macht. Het exorcisme veronderstelt het bestaan van Satan. Deze boosaardige aartsengel is eropuit de mens te bedriegen en af te houden van het eeuwige geluk bij God. Volgens de Kerk kan het voorkomen dat een mens helemaal in de ban komt van Satan of andere kwade geesten. Uiterlijke symptomen daarvan zijn onder meer: een onverklaarbaar grote fysieke kracht van de bezetene; het vloeiend spreken van vreemde talen die onbekend zijn voor de bezetene; een afkeer voor het heilige. Jezus de exorcist Een exorcisme is een ritueel waarbij mensen of dingen worden bevrijd van kwade geesten. Dat gebeurt door het uitspreken van bepaalde gebeden en het verrichten van bepaalde handelingen. Bijna alle godsdiensten kennen een vorm van exorcisme. Het christelijk exorcisme gaat terug op Jezus zelf. In het Nieuwe Testament wordt Jezus beleden als de verlosser van het kwaad. Als exorcist bevrijdt hij bezetenen van kwade geesten. Zijn demonenbezwerende kracht heeft Jezus overgedragen op zijn leerlingen. In Lucas 10 vers 9 zegt Jezus: "Kijk, Ik heb jullie de macht gegeven om op slangen en schorpioenen te trappen en in te gaan tegen alle vijandelijke krachten; niets kan jullie deren."
62
Officiële definitie De Katechismus van de Katholieke Kerk definieert het exorcisme aldus: 'Men spreekt van exorcisme, wanneer de Kerk in naam van Jezus Christus vraagt dat een persoon of een voorwerp beschermd mag worden tegen de greep van de Satan en aan zijn macht onttrokken zal zijn. Het exorcisme gaat terug op Jezus zelf die het heeft toegepast. Ook de macht en de taak van de Kerk om het exorcisme toe te passen zijn gebaseerd op de woorden van Jezus zelf.' (nr. 1673) Psychische kwaal Het is volgens de catechismus van groot belang om bezetenheid te onderscheiden van een psychische aandoening. 'Voordat men een exorcisme uitspreekt, staat de Kerk erop na te gaan of het wel degelijk om een aanwezigheid van de duivel gaat en niet om een psychische ziekte, waarvan de behandeling onder de medische wetenschap valt', aldus de catechismus. Een exorcist moet daarom raad in winnen. Hij doet er dus verstandig aan eerst een medicus of psycholoog te raadplegen. http://www.katholieknederland.nl/abc/detail_objectID593317.html http://www.museumdrguislain.be/nl/index.html http://www.bijbel.net http://www.gotquestions.org/Nederlands/door-demonen-bezeten-zijn.html http://www.ruardganzevoort.nl/a00genez.htm
63
10. Enkele doordenkertjes "Wanneer de druk van de moderne samenleving te groot wordt voor een persoon, wanneer iemands chemische dynamiek zo uit balans raakt, dat hij of zij niet meer binnen de lijnen kan kleuren, komt hij of zij naar ons. Dit zijn de mensen waarvan de samenleving zou willen dat ze weggaan de schaduwmensen. De schaduwmensen die hun schaduw op ons projecteren en die ons eraan herinneren hoe fragiel mentale gezondheid is." (het personage Robert Banger in de serie Wonderland) "Iedereen meent getroffen te kunnen worden door alle ziekten behalve psychische aandoeningen. Wij schuiven dat van ons af en worden dan ook liever niet geconfronteerd met mensen die geestesziek zijn. Net zoals ze vroeger weggestopt werden, willen we ze ook nu niet zien. Veel mensen kunnen de confrontatie niet aan met geesteszieken, ook al gaat het om een familielid of een vriend." (René Stockman) "Als men lichamelijk ziek is, kan men de ziekte een plaats geven in zijn leven en tot verwerking en aanvaarding komen. Maar wie geestesziek is, is precies in die capaciteit getroffen en dat is toch bijzonder tragisch." (René Stockman) "Een paar jaar geleden opende broeder Stockman in Ivoorkust een tehuis voor chronische psychiatrische patiënten. "Bij die gelegenheid dankten én de bisschop én de minister me voor het gegeven dat de Broeders van Liefde 'de stad kwamen opkuisen'. Ik repliceerde dat het de bedoeling was dat de mentaliteit rond geesteszieken zou veranderen. Ik had namelijk begrepen, zonder dit goed te keuren, dat het moeilijk is om in die verwarde, vuile, naakte wezens nog menselijke wezens te zien. Het was onze taak de bevolking te doen inzien dat dat ook mensen zijn. Wel, nu zien wij dat wij erin slagen een ommekeer teweeg te brengen: wij zorgen voor die zieken, sommigen keren terug naar de samenleving, anderen worden weer erkend door hun familie." (René Stockman) "Het respect dat moet betoond worden ook aan individuen die niet meer aan het spel van de wederzijdse erkenning of aan de menselijke conversatie kunnen deelnemen, wijst erop dat de grond voor het respect van elk menselijk individu dieper ligt dan een of andere kwaliteit als mondigheid of zelfs sensibiliteit van een bepaalde aard. Het is die diepere dimensie die men in een religieuze context de ziel noemde, of algemener, het mysterie van de persoon. Deze uitdrukkingen wijzen erop dat de waarde van de persoon onherleidbaar is tot welke combinatie van functies of capaciteiten dan ook. Zelfs wanneer de persoon geen eigen 64
inzichten of gevoelens meer heeft en zal hebben, moet hij nog gerespecteerd worden." (Herman de Dijn) "Door tal van redenen is het voor veel mensen moeilijk om te aanvaarden dat ze psychisch ziek zijn. Zelfzorg heeft meer kans op slagen wanneer men zelf kan aanvaarden dat er psychisch lijden aanwezig is. De samenleving kijkt vooral naar de gedragingen, waardoor mensen in vakjes geplaatst worden, niet naar de persoon erachter." (Caro Bridts) "Psychiatrische palliatie betekent dat we moeten proberen onze diagnostische categorieën los te laten en onze aandacht voor het psychische lijden van de patiënt te vergroten. Dat betekent dat we beter moeten proberen te omschrijven wat pijn betekent, maar ook andere emoties zoals angst, wanhoop, hoop, achterdocht, zelfhaat, onmacht, enzovoort. Ik denk dat de psychiatrie het gesprek moet aangaan met andere disciplines zoals de filosofie en de theologie. De theologie kan mee proberen de vragen naar pijn, hoop en toekomst in een ultiem perspectief te plaatsen. Het valt op dat almaar meer wetenschappen, zoals ook de economie en de geneeskunde, belangstelling vertonen voor vraagstukken die raken aan zingeving en spiritualiteit. Een inspirerende figuur in die context is de joodse filosoof Emmanuel Levinas. Levinas zegt dat vanuit de lijdende mens een dwingend ethisch appel uitgaat om het kwaad en het lijden te bestrijden. Ik denk dat het bijzonder belangrijk is ons te verdiepen in het lijden en onze eigen opstelling daartegenover, om beter te weten hoe we het leed van anderen kunnen verzachten." (An Haekens - het volledige artikel over palliatieve zorg in de psychiatrie is te vinden in Tertio van 28 november 2007 en online op http://www.tertio.be/archief/2007/T407/T407-bi1.htm)
65
11. Poëzie Maanziek de kale man kijkt naar de maan met zijn handen in zijn zakken hij heeft zijn ochtendplicht gedaan want het brood is bruin gebakken en boven langs de hemelbaan daar groeien de sterrentakken het lijkt of ze heel langzaam gaan net als glinsterende slakken de kale man lacht heel voldaan maar laat zich niet verlakken al gaat hij op zijn tenen staan Kunstwerk van outsider-artiest Bart Baele de maan kan hij nooit pakken (John Grave) Schizofreen angstig kijk jij naar beelden met valse ondertiteling in de film van het leven ben jij de acteur zonder regiseur dwalend over het doek (martin) Tussen cerebrum en hypofyse Ergens in mijn hersenpan diep onder 't stof verborgen daar woont een hele vreemde man bevrijd van dagelijkse zorgen die fluitend door het leven gaat, somberheid, dat kent hij niet en bovendien is hij immuun voor tegenslag, verdriet. Hij noemt mij zomaar "kameraad" en valt mij om de hals, hij geeft me nog wat schouderklopjes, hij lacht een beetje vals. Als ik dan protesteer en vraag : "Wie bent u en wat doet u hier ? Moet u geen huur betalen dan ?" zegt hij :"Luistert u eens goed meneer het feit dat ik hier woon dáár komen uw verhalen van, 66
dát is uw welverdiende loon." "En neen, ik ben geen parasiet en zeker geen psychose, ik ben de dichter diep in u, en leef in symbiose." (Joop Eters) Kleurpotlood Gelukkig had God een kleurpotlood nu hebben we ook groen en rood anders shit was alles zwart of wit (Danny Demeersseman)
Computerchip op consultatie soms voel ik me nul soms voel ik me één 't is echt geen flauwekul ben ik schizofreen (Danny Demeersseman) EINDhalte Onder een trein van herinneringen stroomt de laatste halte door mijn hoofd, tussen gedachtenrails lig ik levensloos te wachten, want er is vertraging Het spoor van hoop is diep bevroren en mijn hersenkabels afgeknapt, er is geen treinverkeer door staking en ook de machinist is opgestapt De stilte overheerst in mijn illusie en nodeloze bitterheid, dus valt de nacht over niemandsland, enkel het licht in het station, dat brandt. (E.) De idioot in het bad Met opgetrokken schouders, toegeknepen ogen, Haast dravend en vaak hakend in de mat, 67
Lelijk en onbeholpen aan zusters arm gebogen, Gaat elke week de idioot naar 't bad De damp die van het warme water slaat Maakt hem geruster : witte stoom... En bij elk kledingstuk, dat van hem afgaat, Bevangt hem meer en meer een oud vertrouwde droom. De zuster laat hem in het water glijden, Hij vouwt zijn dunne armen op zijn borst, Hij zucht, als bij het lessen van zijn eerste dorst En om zijn mond gloort langzaam een groot verblijden. Zijn zorgelijk gezicht is leeg en mooi geworden, Zijn dunne voeten staan rechtop als bleke bloemen, Zijn lange, bleke benen, die reeds licht verdorden Komen als berkenstammen door het groen opdoemen. Hij is in dit groen water nog als ongeboren, Hij weet nog niet, dat sommige vruchten nimmer rijpen, Hij heeft de wijsheid van het lichaam niet verloren En hoeft de dingen van de geest niet te begrijpen. En elke keer, dat hij uit 't bad gehaald wordt, En stevig met een handdoek drooggewreven En in zijn stijve, harde kleren wordt gesjord Stribbelt hij tegen en dan huilt hij even. En elke week wordt hij opnieuw geboren En wreed gescheiden van het veilig water-leven, En elke week is hem het lot beschoren Opnieuw een bange idioot te zijn gebleven. (Maria Vasalis) KNAGEND Zo is de emotie die zich in mijn ziel bevindt Als groeiende corrosie die de eeuwigheid verslindt Als praten zonder notie van de waarheid die ik zoek Als een volgeschreven pagina ontbrekend in jouw boek Zo weet jij niet dat ik doel op jou die niet ziet wat ik voel op hij die niet weet dat zij leeft op haar die nergens nog om geeft op hij die dat misschien nooit deed op onverschilligheid om ieders leed Wat zijn mensen verwerpelijk... (Jan) 68
12. Heiligen In Vlaanderen werden en worden een aantal heiligen vereerd die bescherming zouden bieden tegen en genezing van geestesziekten. De Heilige Hermes De Heilige Hermes is een vroegchristelijke martelaar, begraven in de catacomben omstreeks de tweede of derde eeuw. Hij wordt afgebeeld als een Romeins krijger, met zwaard en palm. In de Sint-Maartenskerk van Ronse is hij gezeten op een paard met een ketting waarmee hij de duivel in bedwang houdt. De Heilige Hermes wordt aanroepen tegen de krankzinnigheid omdat hij de duivel bestrijdt en overwint. In de geschiedschrijving wordt vermeld dat de relieken van de Heilige Hermes in 1089 in een zilveren schrijn zijn gelegd en dat rond dezelfde tijd in Ronse de Fiertel of het St.-Hermesspel ontstond en de Ronsenaren de spotnaam van 'zotten' kregen. De heilige Cornelius In verschillende steden en dorpen in Vlaanderen wordt de heilige Cornelius vereerd als patroon tegen de stuipen, vallende ziekte en allerlei zenuwziekten. Bekende bedevaartsoorden zijn Aalbeke, Aalter, Denderbelle, Doel, Gelrode, Gutshoven, Heldergem, Kontich, Lier, Machelen, Mariakerke bij Gent, Niel-Boom, Ninove, Overbroek, Overpelt, Ruien, Snaaskerke en Zandvoorde. Cornelius leefde in de 3de eeuw, was paus vanaf 250, werd in 252 verbannen en stierf in 253. Waarom Cornelius nu juist aanroepen wordt als beschermheilige tegen allerlei kwalen, houdt verband met 'legendarische' feiten uit zijn leven. Zo zou Cornelius vlak voor zijn dood een vrouw hebben genezen die al vijftien jaar aan een zenuwziekte leed en bedlegerig was. Bovendien zou hij, als christenvervolgers getroffen werden door een vallende ziekte, hen verlost hebben van deze kwaal nadat ze berouwvol hun misstappen hadden ingezien. De heilige Dymphna De heilige Dymphna wordt aanbeden als patrones van de geesteszieken en beschermheilige tegen epilepsie en krankzinnigheid. De Ierse Dymphna verloor als kind haar moeder en daarop dwong haar vader haar om met hem te trouwen. Samen met haar biechtvader vlucht Dymphna echter naar Vlaanderen. Ze vestigen zich in de bossen van de Kempen 69
waar ze zorgen voor de armen en de behoeftigen. Na enkele jaren vindt Dymphna's vader haar echter terug, en wanneer ze weer weigert te huwen, onthoofdt hij haar. De relieken van Dymphna werden overgebracht naar Geel en op haar graf deden zich wonderbaarlijke genezingen voor. Dit bracht vele pelgrims, voornamelijk geesteszieken, naar Geel. Het is deze devotie die aan de basis ligt van de latere gezinsverpleging voor psychiatrische patiënten te Geel. http://www.museumdrguislain.be http://nl.wikipedia.org/wiki/Dimpna_van_Geel
70
13. Geloof en geestelijke gezondheid "Geestesziekte en religie verhouden zich tegenover elkaar als de spreekwoordelijke kip tot het ei. Is volgens de één geloof voorwaarde en hoeder van geestelijke gezondheid, voor de ander is het godsgeloof juist een zwakke vorm van geestesziekte." (Huub Mous) Hieronder worden uitspraken die gedaan werden op internetforums weergegeven, aangevuld met enkele citaten uit artikels: "Hmmm... ik vind de gedachte dat geloof een geestesziekte is eigenlijk net zo ongeloofwaardig als dat homoseksualiteit een geestesziekte zou zijn. Veel mensen vinden steun in het geloof, en het zou me verbazen als dat een slechte uitwerking zou hebben. Minder stress zorgt voor een gezonder leven, fijner leven, enzovoort." "Sinds in de moderne maatschappij godsdienstig geloof uit het leven van velen is verdwenen behoort gezondheid tot de hoogste waarden. Het belangrijkste doel om na te streven is zich goed te voelen. De waardering van gezondheid en ziekte staat kennelijk niet los van de betekenis die men geeft aan het menselijk bestaan. Ons begrip van gezondheid is niet waardevrij, maar vloeit mede voort uit levensbeschouwelijke uitgangspunten. Voor geestelijke gezondheid geldt dat eens te meer. Daarmee komen levensbeschouwing en geloof in de spreekkamer van psychiaters en psychologen. Daar was religie decennialang verdacht, omdat ze werd verbonden met schuld en afhankelijkheid. Dat tij is echter gekeerd. Inmiddels beseft men allerwegen dat religieuze overtuigingen een belangrijke kwaliteit kunnen toevoegen aan het leven van mensen." "Als één persoon lijdt aan waanvoorstellingen heet het krankzinnigheid, als er meer mensen aan lijden is het een godsdienst." Ik ben zelf ook niet gelovig, maar ik heb tenminste niet de pretentie om vanuit een soort misplaatst superioriteitsgevoel mensen die wel geloven af te schilderen als "geesteszieken", hetgeen ze natuurlijk ook allerminst zijn. "Ik ben er 'heilig' van overtuigd dat geloof iets is voor de mentaal zwakkeren onder ons. Waarom ga je anders kracht putten uit een geloof? Toch omdat je mentaal zwak bent. 't Is pure psychologie...en de kerk etc speelt er handig op in op deze mentaal zwakkeren. Vroeger gingen ze met zwaarden en bijlen aan de slag om hun geloof te verspreiden. Nu dat niet meer lukt ligt de markt bij de zwakkeren in de maatschappij." "Geloof heeft anderzijds ook al vele generaties lang aan miljarden mensen steurn en troost geboden in moeilijke tijden. Niet elke gelovige tracht zijn geloof door middel van dood en vernieling uit te dragen, weet je." "Als er één geestesziek was, was het waarschijnlijk Jezus. Zou je er nu een tegenkomen die hetzelfde beweerde dan zou-ie gegarandeerd in een inrichting belanden." "Het lijkt mij dat als mensen voor het overgrote deel van de geschiedenis geloven in god(en), dat betekent dat we het niet over een psychose hebben. Je wilt toch niet beweren dat 71
mensen als Spinoza, Newton, e.d. knettergek waren. Je kunt de complete geschiedenis / merendeel van de mensheid niet voor geestesziek verklaren. Wat je wel kan zeggen: ik snap hun vorm van geloof niet (= hun geesteshouding)." "Religie is helemaal geen geestesziekte. Het gaat erom HOE je jouw god dient. En als dat ten koste gaat van onschuldige slachtoffers is dat een foute manier, maar hebben dergelijk aanslagen per definitie wel degelijk een religieus karakter? Religie is geen geestesziekte. Dergelijke religieuze idioten (die aanslagen plegen) zijn wel geestesziek. Maar dat is weer een ander verhaal." "Onlangs heb ik "Geloven is belachelijk, zeggen ze" gelezen, het beeld dat die man bij me opriep was het volgende: "sprekend met god, luisterend naar god, doen wat god voor hem gepland heeft en tot rust komen." Dit is een beeld dat voor veel geloven reëel is. Men gaat regelmatig naar de kerk, nederig knielt men voor het altaar en in alle rust spreekt men tot god. Waarover bidt men? Men bidt over indrukken die men ontvangt in zijn leven, aangename en onaangename, die men een plaats wilt geven. Men probeert dus een zekere druk, die men niet kan plaatsen, te ontlasten. Hebben we hierboven geen neurose omschreven? Een chronische zelfs... Wat is de neurose die ik bedoel? De neurose is een gevolg van een te grote levenslast, men kan de prikkels niet verwerken en zoekt een uitweg." Geloven is goed voor het immuunsysteem BRUSSEL - Het beoefenen van een godsdienst maakt een gelukkig makend stofje aan in de hersenen en bevordert het immuunsysteem. Daardoor leven gelovigen gemiddeld langer en gezonder dan niet-gelovigen. Dat stelt de evolutiebioloog Robin Dunbar in het wetenschappelijke tijdschrift New Scientist. "Godsdienst is evolutionair gezien heilzaam voor de mens'", zegt Dunbar. "Dat komt in de eerste plaats doordat religies morele richtlijnen kennen, die voor een maatschappelijke ordening zorgen, wat de mens op haar beurt tegen zichzelf beschermt. In de tweede plaats is er een biochemische reden. Veel religieuze rituelen zorgen namelijk voor de productie van endorfine in ons brein. Deze neurotransmitters zijn pijnonderdrukkend en veroorzaken geluksgevoelens. Ook versterkt endorfine het immuunsysteem." (uit De Standaard, 01/02/2006) Gelovigen zijn gelukkiger "'Kerngelovigen', mensen die geloven en regelmatig praktiseren, zijn gelukkiger dan andere levensbeschouwelijke groepen. Dat is een van de resultaten uit de grootschalige VUB-studie Het grootste geluk. Het geluk van gelovigen wordt op twee manieren verklaard: ten eerste lopen mensen die zijn opgenomen in een hechte gelovige gemeenschap een lager risico op eenzaamheid. Ten tweede zijn gelovigen blijkbaar sneller tevreden met wat ze hebben en gaan ze beter met negatieve situaties om." (uit Tertio 25/04/2007) Voor het volledige artikel hierover: http://www.tertio.be/archief/2007/T376/T376-bi1.htm
72
14. Mediteren als therapie Bij de term mediteren komt al snel de associatie met yogi's en heiligen of met alternatievelingen. Maar ook in de geestelijke gezondheidszorg wordt met succes gebruik gemaakt van meditatietechnieken! Er wordt al geruime tijd gezocht naar de toepasbaarheid van meditatietechnieken in de geestelijke gezondheidszorg. En er zijn tal van gebieden waar meditatie heilzaam zou kunnen zijn, zo blijkt. Meditatie-oefeningen worden steeds meer gebruikt als toevoeging aan psychotherapie, vooral in de vorm van mindfulness based cognitive therapy (MBCT), in het Nederlands vertaald met Aandachtgerichte Cognitieve Therapie. Een reactie van een deelnemer aan een mindfulness-programma: "Ik ben minder moe door mijn werk doordat ik minder op basis van eigen eisen reageer, maar meer op basis van wat op me afkomt. Mijn werkdag is niet meer een aaneenschakeling van gesprekken en verslaglegging, er zijn meer korte bezinningsmomenten. Persoonlijk en in mijn werk heb ik veel aan de cursus gehad. Ik heb vaardigheden geleerd om mensen op pad te helpen juist als het gaat om niet-rationele processen. Ik ben beter met mezelf in contact gekomen, meer in balans en voel me beter. Dit is een stevige start om dingen anders te doen. (...) Negatieve emoties kan ik er meer laten zijn. Hierdoor pieker ik minder en blijkt het eerder te zakken. Dit is voor mij de eerste cursus waar ik zelf veel aan heb. Met name het stapsgewijs benaderen, ontdekken van je eigen stoorzenders die mij van het hier en nu afhouden kan ik met meditatie goed hanteren. (...) Ik heb meer compassie met mezelf en met 'moeilijke' cliënten. Ik stel minder uit wat is niet zo prettig vind in mijn werk, zoals verslagen schrijven en vakliteratuur lezen. Ik sta momenteel door allerlei zaken onder extreme druk. Ik denk dat de cursus me veel heeft opgeleverd deze stress op een 'aandachtgerichte' manier te hanteren. Op de eerste plaats heeft mindfulness me energie gegeven. Professioneel biedt de cursus mij een nieuwe manier om met angststoornissen om te gaan. In mijn persoonlijk leven geeft het me naast rust en energie, meer ruimte om afstand te nemen van voor mij moeilijke situaties. Hierdoor minder gepieker, prettige situaties beleef ik af en toe bewuster en intenser. Ik ben blij dat ik deze groepsleertherapie gekozen heb. Zowel voor mij persoonlijk als voor mijn houding en vaardigheden in mijn werk. Het heeft me vooral veel opgeleverd in mijn persoonlijk functioneren. Ik ben nu een half jaar zonder medicatie (na veel en ernstige vitale depressies) en tegen alle verwachtingen in is mijn stemming goed gebleven, sterk verbeterd zelfs. Ik heb ook mijn angst voor een nieuwe depressie losgelaten, ik denk er niet meer over. http://mbcttrainingen.nl/
73
6. Didactische suggesties Bij wijze van inleiding kan men de leerlingen een
associatiespel laten doen (bijvoorbeeld op het bord) waarbij ze associatief woorden en begrippen plaatsen bij het woord 'gek'. Deze associaties kunnen de aanzet vormen tot een eerste inleidend gesprek rond psychiatrie en geestelijke gezondheidszorg. Men kan de leerlingen ook inleidend in groepjes van vier een vijftal minuten laten praten over het onderwerp. Daarbij is het belangrijk dat zij alle vooronderstellingen, vooroordelen, ideeën,... met betrekking tot dit onderwerp aan bod brengen en ook neerschrijven. Aan het einde van de lessenreeks kan men de leerlingen dan opnieuw in groepjes van vier laten samenzitten om nogmaals een gesprek te hebben over het onderwerp. Men kan dan nagaan in welke mate de eigen visie op deze thematiek veranderd, verruimd,... is. De veelgestelde vragen rond psychische gezondheidszorg die te vinden zijn in de achtergrondinfo, kunnen ook aan de leerlingen aangeboden worden (zonder evenwel al het antwoord erbij te zetten). Men kan dan de leerlingen de opdracht geven om op het internet op zoek te gaan naar betrouwbare antwoorden. Ook in de Te Gek!?-dossiers, die ook online raadpleegbaar zijn, via de site van De Standaard, kunnen zij heel wat info vinden (het is mogelijk dat de school over deze dossiers beschikt.
1. Bij de reportages uit SAM De reportages zijn een ideale manier om de leerlingen kennis te laten maken met het
project Te Gek!? omdat daarin de ontstaansgeschiedenis en de doelen van dit project helder uit de doeken gedaan worden. Men kan hier met de leerlingen naar kijken en hen een aantal verwerkingsvragen stellen: o Wat is Te Gek!? en wat zijn de doelen die Te Gek!? nastreeft? o In welke zin past dit project binnen het werken aan een betere maatschappij? o Waarom gaat het hier over taboedoorbrekend werk? o Waarom is een dergelijk project belangrijk? Voor wie is het belangrijk? o Wat te denken van de volgende uitspraken: 1 op 4 krijg te maken met een psychisch probleem Er kleeft een stigma aan psychiatrie. Het is moeilijk om over deze kwestie te spreken. Psychiatrische patiënten worden als bedreigend ervaren. Niemand is er immuun voor. o Welke uitspraken uit de getuigenissen blijven je bij? o Wat heeft de psychische gezondheidszorg voor deze mensen betekend? In welke zin zijn zij veranderd? o Hoe voel je je erbij dat ook bekende mensen soms te kampen hebben met psychische problemen? Is het positief dat ze hierover praten? 74
o Welke vooroordelen ten opzichte van psychiatrie worden hier aangehaald? o Wat is de diepste boodschap die men hier wil meegeven? De leerlingen kunnen ook de reacties lezen die gegeven werden op het forum van
SAM. Zij halen hieruit de reden waarom deze mensen Te Gek!? zo'n goed initiatief vinden en welke elementen deze mensen belangrijk achten met betrekking tot geestelijke gezondheidszorg. De leerlingen confronteren ook het mensbeeld dat in de getuigenis van Rudy Borremans aangehaald wordt met het heersende mensbeeld in de samenleving.
2. Bij de getuigenissen Bij het lezen van de getuigenissen wordt aan de leerlingen gevraagd om op een
aantal dingen bijzonder te letten. o Van welk probleem is hier sprake? o Welk perspectief wordt hier aangeboden (slachtoffer, buitenstaander, familielid, geneeskundige...)? o In welke zin kunnen we hier spreken van een kwestie van geestelijke gezondheid? Welke gedragingen, woorden, daden, maken dit duidelijk? o Wat heeft aanleiding gegeven tot dit probleem? o Hoe gaat de persoon in kwestie ermee om? o Op welke manier komt deze persoon in contact met geestelijke gezondheidszorg? o Hoe verloopt de communicatie tussen deze persoon en de buitenwereld? o Worden er oplossingen, indicaties van beterschap, genezing,... aangegeven? o Over welke stigma's wordt er gesproken? o Met welke angsten leven deze mensen? o Waarin vinden de betrokken personen troost, waar zoeken ze naar steun? o Welk beeld krijgen we van de psychiatrie? Uit elke getuigenis kiezen de leerlingen één zin of gedachte die zij het belangrijkste vinden, waarvan zij vinden dat er iets in zit. Zij kunnen deze gedachten in kleine groepjes uitwisselen. Een aantal stellingen die in de getuigenissen aan bod komen, worden hieronder weergegeven. Het is de bedoeling dat de leerlingen deze stellingen evalueren en bereflecteren. o Aan het eind van de maand zei de psycholoog dat het beter was dat ik mij liet opnemen, weg van alles en iedereen om eens goed aan mijn probleem te werken, want alleen kwam ik er niet uit. o "(...) omdat ik zoals iedereen een fout beeld had van de psychiatrie: je wordt er echt niet achter tralies gezet en je komt er geen 'zotten' tegen. o "Ik heb nooit geleerd om te mislukken." o "De verklaring voor mijn probleem zit in mij. Ik heb altijd al depressieve gedachten gehad. Niet dat ik ervoor gekozen heb. Zoals ik het ervaar, is dat gevoel er gewoon." o "Het taboe op de psychiatrie maakt dat mensen met een psychisch probleem pas naar de hulpverlening stappen als ze er erg aan toe zijn." o "We voelen een diepgewortelde angst voor waanzin." 75
o "We moeten ons lot aanvaarden, het zware lot dat ons heeft getroffen. Want
ook Ons-Lieve-Heerke heeft in alle nederigheid zijn lot aanvaard."
3. Bij de tien waarschuwingstekens van normaliteit Vragen:
Wat is het nut van deze waarschuwingstekens? Waarom worden bepaalde gedragingen hier in een slecht daglicht geplaatst? Wat wil men hier duidelijk maken? Bestaat er een zogenaamde remedie tegen normaliteit? Kunnen mensen té normaal zijn? Deze tien waarschuwingstekens, die eerder ludiek bedoeld zijn, kunnen het uitgangspunt vormen van een klassikaal gesprek over wat normaal en abnormaal is. Daarbij kan men met heel concrete voorbeelden werken en de leerlingen laten nadenken over wat zij als abnormaal beschouwen en waarom zij dit doen. Is iets abnormaal omdat het anders is, of is het dat omdat het bijvoorbeeld tegen de wet ingaat, of mensonterend is? Zijn psychiatrische patiënten abnormaal en waarom? Men kan de leerlingen uitdagen om datgene wat zij als abnormaal beschouwen eens voor even als normaal te zien en welk effect dit zou hebben op het (maatschappelijk) leven. o o o o o
4. Bij de stellingen Men kan een stellingenspel doen, waarbij de stellingen worden voorgelezen en de
leerlingen een kaart kunnen opsteken (groen indien eens, rood indien niet eens, en oranje indien onbeslist) bij elke stelling. Drie stellingen die heel veel pro stemmen gekregen hebben en drie stellingen die veel contra stemmen gekregen hebben worden klassikaal uitgebreider besproken. Men kan de klas ook opdelen in twee groepen waarbij de ene groep steeds het pro standpunt verdedigt en de andere groep het contra standpunt. Elke groep zoekt daarbij zoveel mogelijk argumenten ter verdediging van het toegewezen standpunt op. Achteraf gaat de pro groep dan met de contra groep in discussie en wordt er bij elke stelling een winnaar aangeduid. Daarna worden alle winnende standpunten nog eens afgetoetst op de vraag of het hier gaat om stigmadoorbrekende standpunten of stigmabevestigende standpunten.
5. Bij de songs Men kan ervoor kiezen om een twee- of drietal songs aandachtig te laten beluisteren
door de leerlingen (men kan de leerlingen zelf eventueel de keuze laten maken). 76
Vragen: o Waarover gaat dit lied volgens jou? o Welke aanwijzingen zijn er dat dit lied met psychiatrie of geestelijke
gezondheid te maken heeft? o Welk lied spreekt je persoonlijk aan? o Welk lied behandelt de problematiek op een gepaste, waardige manier? o Welk lied vind je helemaal niet gepast? De leerlingen lezen de 'verhalen' bij de songs en proberen ook bij de andere songs een eigen interpretatie te geven, waarbij ze telkens ook verwijzen naar de tekst (en eventueel de melodie) van het lied. Bij het lied 'Crazy' van Gnarls Barkley kan men ook (bijvoorbeeld via www.youtube.com) naar het clipje van dit lied gaan kijken, omdat in dit lied op een visuele manier de link wordt gelegd met de psychiatrie door het gebruik van beelden die geënt zijn op de wereldwijd veel gebruikte maar controversiële Rorschach-test, waarbij men (de interpretatie van) inktvlekken bij het stellen van een psychologische diagnose. Op deze en andere manieren van het stellen van een diagnose (Hoe betrouwbaar is dit? Reduceert men de mens hier niet? Kan men met behulp van een 'test' meer te weten komen over de gevoelswereld en de geest van de mens?) kan men indien gewenst klassikaal verder ingaan. Naar aanleiding van deze songs kan men ook nog verder ingaan op de thematiek van het creatief verwerken van lijden, verdriet, angst, frustratie (in woorden, beelden, geluiden,...). Daarbij kan men aan de leerlingen de opdracht geven om zelf op zoek te gaan naar een mooi voorbeeld (in de kunst, in de literatuur, in muziek, etc.) van een creatieve verwerking van een ingrijpende ervaring (bijvoorbeeld Eric Clapton die bij de verwerking de dood van zijn zoontje het lied "Tears in heaven" schreef) en dit voor te stellen aan de klas.
6. Bij paus Benedictus XVI over geestesziekte De leerlingen lezen de tekst en proberen deze eerst te onderlijnen en daarna kort
samen te vatten (in ongeveer één alinea). Zij halen uit de tekst onder meer de volgende elementen: o datgene waartoe opgeroepen wordt o de initiatieven die aangemoedigd worden o de elementen die men zelf prijzenswaardig vindt o de elementen waarmee men het niet eens is In de tekst wordt er gesproken over medische, sociale en pastorale hulp. De leerlingen zoeken bij elk van deze soorten hulp naar een concreet voorbeeld binnen het domein van de geestelijke gezondheidszorg. Men kan werken met bestaande voorbeelden of de leerlingen zelf een casus laten uitschrijven waarbij zij dan aangeven waar en wanneer medische, sociale en pastorale hulp aangewezen zijn.
77
Paus Benedictus XVI schrijft dat men zijn beproevingen in berusting dient te
aanvaarden. Wat wordt hiermee bedoeld? Hoe komt dit over? Ben je het hier mee eens? Kan je begrijpen dat dit sommige mensen voor de borst zou kunnen stoten? Men kan in dit opzicht aan de leerlingen vragen om het verzet waarover sprake is in de getuigenis van Kristien Hemmerechts kritisch te confronteren met de opvatting van Benedictus XVI. In welke zin zit er waarheid in beide standpunten? In welke zin vormen beide standpunten een correctie op elkaar? In de tekst wordt de verwijzing gemaakt naar het verhaal van de Barmhartige Samaritaan. Men kan dit verhaal gaan lezen met de leerlingen en herinterpreteren vanuit de link met de geestelijke gezondheidszorg. Wie is dan in dit verhaal de Barmhartige Samaritaan? Wie is de zieke man? Wie zijn de priester en de leviet? Het is ook mogelijk om dit verhaal bibliodramatisch te verwerken, door het verhaal in een actuele setting te laten plaatsvinden (bijvoorbeeld binnen de muren van een psychiatrische instelling of in een tv-debat over geestelijke gezondheidszorg) en waarbij de leerlingen een rol opnemen uit het verhaal van de Barmhartige Samaritaan, maar deze rol ook naar de hedendaagse context vertalen.
7. Bij de films Van de films kan men enkele fragmenten laten zien die specifiek te maken hebben met de thematiek van deze in de kijker. Het is niet aangewezen om de hele film te tonen, maar bij voorkeur enkele treffende fragmenten van één of meerdere van deze films. De leerlingen krijgen de opdracht om hierbij aandachtig de fragmenten te bekijken en daarin te zoeken naar indicaties van een geestelijk probleem. Belangrijker is dat zij ook letten op de rol van stereotiepen in deze fragmenten: welke stereotiepen met betrekking tot geestelijke gezondheid worden bevestigd en welke worden doorbroken. Gaat het hier om een realistische weergave of juist een Hollywoodiaanse, overdreven voorstelling. Worden er in deze film vernieuwende inzichten aangereikt met betrekking tot geestelijke gezondheid, of eerder bevestigingen van een bepaald mensbeeld? Een uitgebreide opdracht kan erin bestaan om de leerlingen zelf in films en in tvseries op zoek te laten gaan naar het voorkomen van de thematiek van geestelijke gezondheid(szorg). Vooral in soaps en ziekenhuisseries zie je deze thematiek vaak voorkomen (bijvoorbeeld in House M.D., E.R., Grey's Anatomy, Thuis,...). Zij zoeken naar verschillende voorbeelden, waarbij zij duidelijk uit de doeken doen waarom het hier gaat om een kwestie die te maken heeft met geestelijke gezondheid. Zij geven weer hoe dit wordt voorgesteld, of er hier sprake is van stigmatisering of juist van sensibilisering, of de persoon met psychische problemen als iemand gewelddadig wordt voorgesteld, wat het geslacht, de leeftijd en de huidskleur van deze persoon is, of deze persoon in behandeling gaat,... Aanvullend kan aan de leerlingen de opdracht gegeven worden om zelf een scenario te bedenken waarbij op een stigmadoorbrekende, normaliserende manier psychiatrie en geestelijke gezondheidszorg in een bestaande serie verwerkt worden (doordat één van de personages hiermee te maken krijgt). Daarbij heeft men oog voor de omstandigheden, de oorzaak van het psychisch probleem, de reactie van de omgeving, de moeilijkheden die het personage ervaart bij het omgaan met dit psychisch probleem, de eventuele behandeling,... De leerlingen schrijven in kleine groepjes 78
een aantal scénes uit, waarin ze al deze elementen trachten te verwerken. Achteraf kunnen de leerlingen deze scénes ook desgewenst op een integere manier naar voren brengen en kan men deze evalueren vanuit het oogpunt van het belang van sensibilisering en destigmatisering.
8. Bij Mad Hatter Day Men kan zelf in de klas een soort van Mad Hatter-uur organiseren waarbij men alles
wat men als vanzelfsprekend beschouwt in het eigen leven eens even op zijn kop zet. Bij het verhaal over Mad Hatter Day kan men ook de vraag stellen waarom er nood zou kunnen zijn aan een dergelijke dag en of het belangrijk is om zoiets eens mee te maken? Aansluitend daarbij kan men het ook hebben over de relevantie van iets als de dag van de geestelijke gezondheid. Welke initiatieven en visies zouden op een dergelijke dag belicht moeten worden? Men kan de leerlingen ook opzoekwerk laten verrichten naar wat er reeds gebeurd is op dergelijke dagen van de geestelijke gezondheid, evenals op de zogenaamde Mad Pride, een ander initiatief in het kader van de geestelijke gezondheidszorg, dat op 6 oktober 2007 voor de eerste maal plaatsvond.
9. Bij geestesziekte in de bijbel Bij de fragmenten: o Welke visie op geneeskunde zien we in de bijbelfragmenten aan bod komen?
Waarin verschilt die van de hedendaagse visie? o Wat is de vernieuwing in de visie op ziekte die Christus doorvoert? Waarin
wordt die duidelijk? o Hoe staat Jezus tegenover geestelijk zieken en tegenover andere groepen mensen die uitgestoten worden door de samenleving? De leerlingen gaan zelf in het Nieuwe Testament op zoek naar waar er sprake is van demonen, duivels, het uitdrijven van geesten en naar wat de betekenis hiervan is in het optreden van Jezus. Bij de interpretatie van het verhaal uit Mc 5 (over legioen), maken de leerlingen de verbinding met de geestelijke gezondheidszorg en de relevantie van het spreken over 'genezen' en over 'bevrijden'; is het is sommige situaties belangrijker om mensen te bevrijden dan hen te genezen? Zo ja, in welke? Bij de tekst rond exorcisme geven de leerlingen aan waarin bezetenheid verschilt van een geestelijk probleem en hoe het zou kunnen komen dat er soms verwarring is tussen beide.
10. Bij de doordenkertjes Bij elke stelling trachten de leerlingen concrete voorbeelden te geven. Uit de
stellingen halen de leerlingen die elementen die stigmadoorbrekend werken en die bijdragen tot een groter begrip. Bij één van de stellingen schrijven de leerlingen een persoonlijke reflectie. Men kan een aantal discussiehoekjes organiseren in de klas rond de volgende thema's die ook in de doordenkertjes voorkomen: o de schaduwmensen 79
o o o o o o o o o
immuniteit voor psychische ziektes het een plaats geven van een psychische ziekte in het eigen leven de mentaliteit rond geesteszieken respect voor iedere mens het mysterie van de persoon zelfzorg palliatieve zorg in de psychiatrie het belang van hoop in de psychiatrie de band tussen psychiatrie en theologie
11. Bij de poëzie De leerlingen gaan op zoek naar het mensbeeld en de
wereldvisie die in de gedichten naar voren komen en naar in welke zin deze gedichten te maken hebben met psychiatrie. Ze schrijven of zoeken ook zelf een gedicht dat deze thematiek in de verf zet en ze analyseren dit gedicht ook vanuit deze thematiek. De leerlingen kunnen ook verder op zoek gaan naar werk van outsider-artiesten (zie ook de info bij de achtergrondinformatie), waarbij men het eigene en het belang van dit soort kunst bespreekt.
12. Bij de heiligen De leerlingen krijgen de opdracht om de teksten te lezen en zelf een reflectie neer te schrijven over de waarde en de begrijpbaarheid van het vereren van heiligen bij het omgaan met geestesziekte. In die reflectie verwerken ze de volgende woorden: angst - verering onbekend - martelaar - genezing - geloof - bescherming.
13. Bij geloof en geestelijke gezondheid Vooraleer de leerlingen de visies lezen schrijven zij zelf hun eigen visie neer met
betrekking tot geloof en geestesziekte. Daartoe lezen zij wel eerst het inleidende citaat van Huub Mous en positioneren zij zich reeds in het debat. Daarna schrijven de leerlingen zelf bij één van de in de citaten vertolkte visies een opiniestukje. Zij rangschikken de citaten ook volgens wat volgens hen geloofwaardig en in overeenstemming met hun eigen visie is en wat niet. Aanvullende vragen: o Waarom wordt religie soms positief geassocieerd met geestelijke gezondheid? o Waarom soms negatief? o Is het geloof een zwakte of een sterkte? o Kan je geloof verklaren als een collectieve geestesziekte? o Biedt geloof bescherming tegen psychiatrische ziektes? o Merk je zelf dat gelovige mensen gelukkiger overkomen? 80
14. Bij mediteren als therapie De leerlingen krijgen de vraag om na te denken over het nut van meditatie binnen de
psychische gezondheidszorg en over het belang van het tot rust komen in het eigen leven. Waarom kan meditatie mensen helpen? Wat is het doel van meditatie? Kan meditatie werken als een vervanging van andere therapieën? Heb je het soms zelf nodig om tot rust te komen wanneer je het even te druk hebt of niet ziet zitten? Wat doe je zelf om tot rust te komen? Welke dingen vind je zelf belangrijk om psychisch gezond te blijven? Doe je soms aan sport om alles eens van je af te zetten? Het is trouwens bewezen dat sport heilzaam werkt voor de psychische gezondheid...
Extra Aanvullend kunnen de leerlingen ook zelf initiatieven bedenken die het normaliseren
en integreren van mensen met psychische problemen zouden kunnen bevorderen. Eventueel kan men ook een bezoek aan een psychiatrische instelling regelen, waar
men dan een rondleiding krijgt en waarbij de leerlingen in real life geconfronteerd worden met hoe het daar aan toe gaat. Indien dit niet mogelijk is, kan men ook iemand van de psychiatrische sector uitnodigen om in de klas te komen spreken. Opmerking: Deze lessenreeks kan bij sommige leerlingen misschien veel teweegbrengen, wanneer zij bijvoorbeeld zelf in het gezin geconfronteerd worden met een vader of moeder met een psychiatrisch probleem. De website www.koppvlaanderen.be richt zich tot kinderen die zich in een dergelijke situatie bevinden.
81