TAXATIE VAN ONTWIKKELINGSPROBLEMEN Prof. Dr. Bea Maes KULeuven, Centrum voor orthopedagogiek
Bea Maes - Taxatie van ontwikkelingsproblemen - studiedag VWVJ - 28/09/2007
1
INHOUD
Visie op ontwikkeling, ontwikkelingsproblemen en –stoornissen Taxatie van ontwikkelingsproblemen: voorstelling van een instrument
Bea Maes - Taxatie van ontwikkelingsproblemen - studiedag VWVJ - 28/09/2007
2
Visie op ontwikkeling, ontwikkelingsproblemen en -stoornissen
Bea Maes - Taxatie van ontwikkelingsproblemen - studiedag VWVJ - 28/09/2007
3
ONTWIKKELING
Ontwikkeling als transactioneel proces
wederzijdse en voortdurende beïnvloeding van kind en omgeving belang van actieve rol van het kind potentieel belemmerende en/of bevorderende invloed van de omgeving
(1)ontwikkeling is een dynamisch proces waarbij er een voortdurende wisselwerking is tussen het kind en zijn omgeving. Dus noch de individuele aanleg alleen, noch de omgeving bepaalt de vooruitgang in ontwikkeling, maar de voortdurende transactie tussen volwassene en kind. Beide polen beïnvloeden elkaar wederzijds. Ontwikkeling is niet enkel rijping, groei van binnenuit van mogelijkheden die in aanleg gegeven zijn, ontwikkeling is ook niet voor te stellen als zijnde een kind dat als passieve ontvanger instructies van buitenaf krijgt en daardoor ontwikkelt. (2)nauw daarbij aansluitend is de idee dat kinderen een actieve rol spelen in de vooruitgang van hun ontwikkeling. Door te exploreren, door te handelen en het effect ervan te ervaren, door initiatief te nemen en te reageren op de uitdagingen in zijn omgeving, is hij gericht op het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden. (3)De stelling wijst ook op het belang van de omgeving die bevorderend of belemmerend kan inwerken op de ontwikkeling van een kind. Bv. kind dat weinig exploratief is, zal in een weinig uitnodigende omgeving met lage verwachtingen minder goed tot ontwikkeling komen. Als ouders daarentegen sterk inspelen op de beperkte signalen van het kind en dat kind sterk uitnodigen tot exploratie, dan zal er minder probleem zijn.
Bea Maes - Taxatie van ontwikkelingsproblemen - studiedag VWVJ - 28/09/2007
4
In elke leeftijdsfase specifieke ontwikkelingsopgaven / opvoedingstaken
de opbouw van basisveiligheid de ontdekking van de eigen wil en het leren omgaan met grenzen en regels het ontwikkelen van eigen initiatief het willen en kunnen presteren de omgang met anderen het zoeken van een eigen identiteit …
Er zijn in elke leeftijdsfase specifieke ontwikkelingsopgaven. Die zijn ook cultureel bepaald. Het niet goed volbrengen van een opgave heeft invloed op de kans dat een ontwikkelingsopgave in een volgende fase ook niet goed wordt volbracht. In die zin is de ontwikkeling cumulatief: elke nieuwe ontwikkelingsopgave bouwt verder op een eerdere stap. Bij elke ontwikkelingsopgave hoort ook een bepaalde opvoedingstaak. Bv. de opbouw van basisveiligheid, de ontdekking van de eigen wil en het leren omgaan met grenzen en regels, het ontwikkelen van eigen initiatief, het willen en kunnen presteren, de omgang met anderen, het zoeken van een eigen identiteit
Bea Maes - Taxatie van ontwikkelingsproblemen - studiedag VWVJ - 28/09/2007
5
Normale ontwikkelingsverloop als referentiepunt
grote interindividuele verschillen zowel kwantitatieve als kwalitatieve veranderingen wederzijdse invloed van verschillende ontwikkelingsdomeinen en systemen
er is een ‘normaal’ ontwikkelingsverloop. Dat betekent dat er op diverse domeinen van de ontwikkeling een aantal opeenvolgende stadia te onderscheiden zijn die op een vrij uniforme wijze verlopen. - Maar individuele verschillen: multifinaliteit (meerdere eindpunten vanuit eenzelfde startpunt) en equifinaliteit (vanuit verschillende startpunten toch eenzelfde eindpunt bereiken). - Kwantitatief is er sprake van vooruitgang: een kind leert meer woordenschat, leert verdere stap in zijn ontwikkeling. Kwalitatieve veranderingen zijn een verrijking in de breedte bv. Geleerde vaardigheden leiden tot ander spel, hij gebruikt woorden om andere dingen te vragen. Er is een evolutie naar meer differentiatie, integratie en abstractie. - Gedurende de kleuterleeftijd is het functioneren van het kind op de verschillende ontwikkelingsdomeinen nauw met elkaar verbonden. bv. leergierig kind dat sterk gericht is op anderen en veel gaat imiteren… die dingen zullen een invloed hebben op de evolutie binnen andere domeinen. Ook verschillende systemen zoals opvoedingssysteem, gezinssysyeem, schoolsysteem beïnvloeden elkaar (bv. echtscheiding van ouder heeft invloed hoe het kind op school is). Ook bredere systeem is van invloed (bv. werksituatie van ouder, bepaalde maatschappelijke rages, jeugdcultuur, digitalisering van maatschappij).
Bea Maes - Taxatie van ontwikkelingsproblemen - studiedag VWVJ - 28/09/2007
6
VERSTOORDE ONTWIKKELING
Signalen:
het niet verworven hebben van bepaalde vaardigheden die men verwacht op een bepaalde leeftijd – op één of meerdere domeinen gedragingen die in frequentie, intensiteit of aard opvallend en/of problematisch zijn, rekening houdend met leeftijd en situatie opvallende lichamelijke kenmerken of medische klachten
Om uit te maken of er sprake is van een probleem op vlak van de ontwikkeling of het gedrag, gebruiken we het normaal ontwikkelingsproces en de ontwikkelingsfase waarin het kind zich bevindt als referentiekader. In elk ontwikkelingsdomein en bij het verwerven van allerlei ontwikkelingsaspecten zijn er opeenvolgende stappen te onderscheiden. Sommige kinderen zetten die stappen in een trager tempo. Andere kinderen vertonen opvallende gedrags- en ontwikkelingskenmerken die normaal gezien niet bij leeftijdgenoten teruggevonden worden.
Bea Maes - Taxatie van ontwikkelingsproblemen - studiedag VWVJ - 28/09/2007
7
ONTWIKKELINGS-, LEER- en/of GEDRAGSPROBLEMEN
Trager tempo van ontwikkeling Hiaten in ontwikkeling Probleemgedrag ⇒ mits extra of gerichte leerkansen en aangepast pedagogisch, didactisch en/of therapeutisch aanbod … kunnen achterstanden, hiaten of problemen hersteld worden
Bea Maes - Taxatie van ontwikkelingsproblemen - studiedag VWVJ - 28/09/2007
8
STOORNISSEN die in de kindertijd ontstaan
Ontwikkelingsstoornissen
Verstandelijke handicap, Autisme Spectrum Stoornissen, Taalstoornis, Motorische coördinatiestoornis, Leerstoornissen
Gedrags- en emotionele stoornissen
Reactieve hechtingsstoornis, ADHD, Oppositioneel opstandig gedrag, Antisociaal gedrag, Angststoornissen , Depressie
Bea Maes - Taxatie van ontwikkelingsproblemen - studiedag VWVJ - 28/09/2007
9
⇒ langdurige/blijvende nood aan adequaat pedagogisch, didactisch of therapeutisch aanbod, afgestemd op individuele noden ⇒ extra kind- en/of gezinsgerichte begeleiding en behandeling
Bea Maes - Taxatie van ontwikkelingsproblemen - studiedag VWVJ - 28/09/2007
10
BENADERING VAN ONTWIKKELINGSPROBLEMEN
Interactionele benadering
Functioneel en interactioneel: we willen de nadruk leggen op het functioneren van het kind in de klas of het gezin. Die is afhankelijk van de dynamische interactie en wederzijdse beïnvloeding tussen persoon en omgeving. Er is een wisselwerking tussen de aard en de mate van beperkingen en mogelijkheden van de persoon enerzijds en faciliterende of beperkende kenmerken van de omgeving anderzijds.
Bea Maes - Taxatie van ontwikkelingsproblemen - studiedag VWVJ - 28/09/2007
11
he de n In en divi be du pe ele rk m ing og en elij k
ge sti un en ng rk n o me e e en tig sk ns ing Gu gev om
Wijze van functioneren
Behoeften aan ondersteuning
Bea Maes - Taxatie van ontwikkelingsproblemen - studiedag VWVJ - 28/09/2007
12
BENADERING VAN ONTWIKKELINGSPROBLEMEN
Interactionele benadering Multidimensionele en holistische benadering Meervoudige risico- en protectieve factoren
Multidimensioneel: men wil het functioneren van de persoon in zijn totaliteit holistisch bekijken. Meervoudig risico-model: meerdere factoren zijn verantwoordelijk voor ontstaan van ontwikkelingsproblemen of -stoornissen. Verschillende risicofactoren versterken elkaar. Risicofactoren zijn factoren die samengaan met een verhoogd risico op problemen, ze zijn niet noodzakelijk aanwezig bij elk kind met problemen, ze vormen een bedreiging voor een normale ontwikkeling. Protectieve factoren beschermen een kind tegen de mogelijke invloed van risicofactoren, ze gaan samen met een verminderde kans op het ontstaan van problemen in aanwezigheid van een risico-factor.
Bea Maes - Taxatie van ontwikkelingsproblemen - studiedag VWVJ - 28/09/2007
13
FACTOREN BIJ HET KIND
Risicofactoren
biomedische factoren: genetische afwijkingen, neurologische kenmerken, zintuiglijke of motorische stoornissen, ziektes, ... temperament persoonlijkheid en ego-functies …
Protectieve factoren
intelligentie zelfvertrouwen, interne locus of control, veerkracht temperament …
- biomedisch: chromosomale of genetische afwijkingen, neurobiologische aspecten door prenatale factoren (bv. aangeboren hersenafwijkingen zoals spina bifida of metabolismestoornissen, of door drugs- of alcoholmisbruik door moeder, of door ziekte van moeder tijdens zwangerschap), perinataal (prematurietit, zuurstoftekort, placentadisfuncties) en postnataal (bv. hersenvliesontsteking), neuropsychologische factoren (bv. problemen met verwerking van prikkels door hersenen), zintuiglijke of motorische stoornissen, lichamelijke aandoeningen (bv. epilepsie, schildklierafwijking), - temperament: verschillen in de aard van het kind. Is het eerder actief, ondernemend, gericht op de omgeving, leergierig of net niet? Heeft het een makkelijk of eerder moeilijk temperament (bv. veel huilen, veel protesteren, niet gemakkelijk te troosten of af te leiden, onvoorspelbaar in gedrag, zich moeilijk aanpassen aan nieuwe situaties). Persoonlijkheid: zwakke ego-fucnties, negatief zelfbeeld (niet geloven in eigen mogelijkheden), beperkte motivatie, lage frustratietolerantie, ...
Bea Maes - Taxatie van ontwikkelingsproblemen - studiedag VWVJ - 28/09/2007
14
FACTOREN IN HET GEZIN
Risico-factoren
individuele problemen en opvoedingsgeschiedenis van ouders, risicofactoren m.b.t. gezinsfunctioneren, ingrijpende gebeurtenissen voor kind, …
Protectieve factoren
sterke betrokkenheid van ouders, steun van brussen, …
- ouder met lichamelijke problemen, psychische problemen of verstandelijke handicap, zelf opvoedingsgeschiedenis van verwaarlozing en misbruik - Lange: gezinsstructuur (bv. kluwen- of loszandgezin- te grote betrokkenheid, elkaar niet loslaten versus elk zijn eigen weg gaan, geen betrokkenheid, rollen in het gezin, taakverdeling, gezinshiërarchie), gezinscommunicatie (bv. tussen ouder en kind), gezinscultuur (eigenheid van het gezin, waarden en normen - controle en discipline versus stimulering en ontplooiing) en gezinsklimaatdynamiek (bv. fase in het gezin) - ingrijpende gebeurtenissen: echtscheiding, overlijden van ouder, ..
Bea Maes - Taxatie van ontwikkelingsproblemen - studiedag VWVJ - 28/09/2007
15
FACTOREN IN DE OPVOEDING
Risicofactoren
onvoldoende pedagogisch inzicht, onvoldoende pedagogische vaardigheden, opvoedingsgedrag en -klimaat niet afgestemd op specifieke noden van kind, risicogedrag ten aanzien van kind, ..
Protectieve factoren
sterke affectieve band, warm en ondersteunend gezinsklimaat, opvoedingsaanpak die adequaat afgestemd is op de ontwikkelingsnoden van het kind, omgeving die houvast en uitdaging biedt, positieve verwachtingen, ...
- Pedagogisch besef en inzicht Bv. verklaring van gedrag, inzicht in gedrag en ontwikkeling van kind (wat kan je van kind verwachten, wat is wenselijk op een bepaalde leeftijd), visie op en beleving van opvoeding -pedagogische vaardigheden op vlak van op vlak van aandacht/affectie, grenzen stellen, hulp bieden, straffen en belonen - de mate waarin en de wijze waarop opvoedingsgedrag en gezinsklimaat afgestemd zijn op de noden van kind bv. kan kind eigen initiatief nemen, zijn activiteiten afgestemd op de interesses van kind, is de situatie overzichtelijk gestructureerd, zijn er duidelijke regels, is er kans voor stimulerende en leerzame ervaringen (bv. voorlezen, stimuleren om boekjes te lezen, dingen gaan bezoeken), is er spel- en leermateriaal, is er de gelegenheid om te spelen en daarin motorische, sociale, communicatieve en cognitieve vaardigheden te verwerven - risicogedrag bv. Verwaarlozing, ondervoeding, …
Bea Maes - Taxatie van ontwikkelingsproblemen - studiedag VWVJ - 28/09/2007
16
FACTOREN IN DE OMGEVING
Risicofactoren
onvoldoende beschikbaarheid van ontwikkelingsbevorderende maatregelen, ongunstige socioeconomische context, niet adeqaute schoolcontext, stressvolle gebeurtenissen, ...
Protectieve factoren
ondersteunend sociaal netwerk, preventieprogramma’s, ...
- bv. voorschoolse opvang, stimulerende kinderprogramma’s op TV - SES: huisvestingsproblemen, financiële moeilijkheden, werkloosheid, lage opleidingsgraad, multi-problemgezinnen - stressvolle gebeurtenissen: oorlog, terrorisme, ziekenhuisopnames, misbruik, verwaarlozing, ...
Bea Maes - Taxatie van ontwikkelingsproblemen - studiedag VWVJ - 28/09/2007
17
Voorstelling van een leidraad voor de taxatie van ontwikkelingsproblemen bij kleuters
Vanuit de CLB-praktijk werd de nood ervaren aan een instrument om het ontwikkelingsverloop bij kleuters op te volgen en de problemen die zich daarbij kunnen voordoen, adequaat in te schatten. In een samenwerkingsverband tussen de werkgroep CLB-werking in de kleuterschool en het Centrum voor Orthopedagogiek van de K.U.Leuven werd een dergelijk instrument ontwikkeld. Het is in essentie een gespreksleidraad voor gesprekken van een hulpverlener met ouders die zich zorgen maken over de ontwikkeling of het gedrag van een kleuter.
Bea Maes - Taxatie van ontwikkelingsproblemen - studiedag VWVJ - 28/09/2007
18
Vanuit de CLB-praktijk werd de nood ervaren aan een instrument om het ontwikkelingsverloop bij kleuters op te volgen en de problemen die zich daarbij kunnen voordoen, adequaat in te schatten. In een samenwerkingsverband tussen de werkgroep CLB-werking in de kleuterschool en het Centrum voor Orthopedagogiek van de K.U.Leuven werd een dergelijk instrument ontwikkeld. Het is in essentie een gespreksleidraad voor gesprekken van een hulpverlener met ouders die zich zorgen maken over de ontwikkeling of het gedrag van een kleuter.
Bea Maes - Taxatie van ontwikkelingsproblemen - studiedag VWVJ - 28/09/2007
19
Klachten of zorgen van ouders / leerkrachten Taxatie = probleemverkenning
een concreter zicht krijgen op de aard en de ernst van eventuele problemen, op de factoren die de problemen mogelijk veroorzaken, in stand houden of versterken en op protectieve factoren basis voor adequate diagnosestelling én voor gerichte interventies
Ouders formuleren vaak vage klachten over problemen die ze ondervinden met hun kind (‘er is iets mis met mijn kind’) of verwoorden dat ze zich zorgen maken over hun kind. Soms stellen ouders bijna zelf een diagnose en willen ze die graag ontkend of bevestigd zien (‘ik denk dat hij ADHD heeft’). In de taxatiefase van het diagnostisch proces trachten we die vage klachten uit te klaren en een concreter zicht te krijgen op de aard en de ernst van eventuele problemen. De probleemverkenning is erop gericht de problemen te objectiveren en in hun onderlinge samenhang te bekijken. Ten slotte willen we in deze fase zicht krijgen op de factoren die de problemen mogelijk veroorzaken, in stand houden of versterken en op protectieve factoren. De leidraad is een hulpmiddel voor de CLB-medewerker om de fase van de probleemverkenning en -analyse op een kwaliteitsvolle wijze uit te voeren. Het geeft de bevraging systematiek en zorgt ervoor dat belangrijke aspecten niet uit het oog worden verloren. Het helpt om orde te brengen in de veelheid aan informatie en indrukken die men vaak krijgt. Het weerhoudt de CLB-medewerker er ook van overhaaste beslissingen te nemen, te snel te problematiseren of hypothesen te stellen zonder voldoende aanwijzingen. Een gesprek met ouders vormt uiteraard slechts één bron van informatie in deze fase, zij het een zeer belangrijke. De taxatiefase moet er uiteindelijk toe leiden dat meer gerichte hypothesen kunnen geformuleerd worden die op hun beurt richting kunnen geven aan het diagnostisch onderzoek. Op basis van het gesprek met ouders en andere bronnen van informatie zoals het medisch consult, een gesprek met de leerkracht of een observatie in de klas, kan het CLB-team in onderling overleg hypothesen opstellen over bepaalde opvoedings-, ontwikkelings- en/of gedragsproblemen of –stoornissen. Deze hypothesen zullen dan getoetst worden aan de hand van systematische klas-, gezins- of spelobservatie(s), genormeerde tests en vragenlijsten en/of medisch-neurologisch onderzoek. De probleemverkenning levert echter ook handelingsgerichte informatie op. Door opvoedings-, ontwikkelings- en/of gedragsproblemen te onderkennen, te analyseren en te zoeken naar mogelijke verklaringen, kunnen we in het verlengde daarvan handelingsadviezen formuleren. Die kunnen gericht zijn op het kind, het gezin en de school. Ze beogen het verminderen of oplossen van de problemen en het creëren van een opvoedingsaanbod in het gezin en de klas, dat optimaal afgestemd is op de mogelijkheden en de noden van het kind.
Bea Maes - Taxatie van ontwikkelingsproblemen - studiedag VWVJ - 28/09/2007
20
Doelstellingen
informatie verzamelen over de mogelijkheden, de sterke kanten en de beperkingen van het kind op de diverse domeinen van de ontwikkeling een globale inschatting maken van het niveau en de kwaliteit van de ontwikkeling van een kleuter nagaan of het kind leeftijdsadequaat functioneert, een ontwikkelingsvoorsprong heeft of bepaalde vaardigheden niet verworven heeft die leeftijdgenoten wel beheersen indicaties krijgen van opvallend of problematisch gedrag gerichte hypothesevorming inzake het vóórkomen van bepaalde ontwikkelings- en/of gedragsstoornissen een zicht krijgen op mogelijke risico- en protectieve factoren op het vlak van de gezondheid van het kind, de gezins- en opvoedingssituatie en de klas- en schoolcontext
Risico- en protectieve factoren: ze kunnen een mogelijke verklaring vormen voor de problemen. Ze kunnen als protectieve factor ook een aangrijpingspunt vormen voor een eventuele verdere begeleiding van het kind en het gezin.
Bea Maes - Taxatie van ontwikkelingsproblemen - studiedag VWVJ - 28/09/2007
21
OPBOUW Deel A: Bevraging over ontwikkeling 6 domeinen:
taal- en spraakontwikkeling motorische ontwikkeling redzaamheid emotionele ontwikkeling sociale ontwikkeling cognitieve ontwikkeling.
Het eerste deel omvat de bevraging van de ouders over de verschillende ontwikkelingsdomeinen en de hulpmiddelen om het functioneren van de kleuter op deze ontwikkelingsdomeinen te beoordelen. Achtereenvolgens komen zes ontwikkelingsdomeinen aan bod: taal- en spraakontwikkeling, motorische ontwikkeling, redzaamheid, emotionele ontwikkeling, sociale ontwikkeling en cognitieve ontwikkeling.
Bea Maes - Taxatie van ontwikkelingsproblemen - studiedag VWVJ - 28/09/2007
22
Stramien van bevraging
inleiding beleving vaardigheden kwaliteit van ontwikkelingsaspecten recente evolutie open vraag ter afronding
Het gesprek over elk ontwikkelingsdomein verloopt volgens een vast stramien. Het begint met een inleiding waarin de beschrijving van het domein en het nut van de bevraging ervan is opgenomen. Dan peilen we naar de beleving van de kleuter op dit ontwikkelingsdomein (‘Geniet jullie kind van …’?). Bv. Geniet jullie kind van het samenzijn en samen spelen met anderen? Vervolgens bevragen we de vaardigheden die het kind verworven heeft. Bv. Begrijpt jullie kind het gedrag, de bedoelingen, de gevoelens en gedachten van anderen? Bv. kent jullie kind regels, afspraken en normen? en de kwaliteit van verschillende ontwikkelingsaspecten op dit domein. Bv. welke plaats heeft jouw kind in de groep? Heeft hij vriendjes met wie hij een bijzondere relatie heeft? Bv. als er conflicten of ruzies zijn, hoe lost jullie kind dat op? Het gaat respectievelijk om het prestatieniveau (‘Kan je kind …’?) en de wijze waarop het kind dingen doet of toont (‘Is je kind vlot met …’). Daarna wordt de recente evolutie op dit ontwikkelingsdomein ter sprake gebracht Bv. Is er de laatste maanden op het vlak van de sociale omgang een verandering te merken bij jullie kind? Er wordt afgerond met een vraag naar volledigheid Bv. Zijn er op het vlak van de sociale relaties andere opvallende of belangrijke dingen die nog niet ter sprake zijn gekomen?
Bea Maes - Taxatie van ontwikkelingsproblemen - studiedag VWVJ - 28/09/2007
23
Hulpmiddelen bij de interpretatie
ontwikkelingslijnen van specifieke vaardigheden kwaliteitsaspecten ter beoordeling van specifieke competenties signalen die een aanwijzing kunnen vormen voor de aanwezigheid van een ontwikkelings- of gedragsstoornis.
Ontwikkelingslijnen voor bepaalde vaardigheden aan welke stap je van een kind op een bepaalde leeftijd kan verwachten. Dit kan een hulpmiddel zijn om de kleuter te situeren tegen de achtergrond van de ‘normale’ ontwikkeling. Aan de hand van de ontwikkelingslijnen kan een bepaald patroon van relatief sterke en zwakke vaardigheden op een bepaald domein zichtbaar gemaakt worden. Deze leeftijdsaanduidingen zijn slechts richtinggevend. Ontwikkelen is een zeer uniek gebeuren en er zijn grote verschillen tussen kleuters wat betreft de leeftijd waarop bepaalde ontwikkelingsmijlpalen bereikt worden. Ontwikkelingslijnen zijn dus zeker geen strikte normen en dienen met de nodige omzichtigheid gebruikt te worden. Zij geven slechts een grove aanduiding van een al dan niet alarmerende ontwikkeling. Als een kleuter een bepaalde vaardigheid nog niet beheerst op de aangeduide leeftijd, betekent dat dus zeker niet dat er een probleem is. De CLB-medewerker kan slechts een ontwikkelingsvertraging veronderstellen als het kind verschillende vaardigheden niet verworven heeft die normaal gezien reeds door kinderen op veel jongere leeftijd verworven zijn. Naast de leeftijd waarop bepaalde vaardigheden verworven worden, is het minstens zo belangrijk te kijken naar de kwaliteit van een ontwikkelingsproces of -uitkomst. Om hierbij te helpen zetten we voor elk ontwikkelingsdomein meerdere kwaliteitsaspecten op een rij. De bedoeling is op basis van het gesprek na te gaan of er bij het kind sprake is van opvallende kenmerken in de kwaliteit met betrekking tot verschillende dimensies. Een derde hulp bij de interpretatie is een lijst van signalen die kunnen wijzen op een ontwikkelings- of gedragsstoornis bij het kind. Deze lijst is opgemaakt op basis van de DSM-IV-TR. De signalen zijn per domein en per ontwikkelings- of gedragsstoornis samengebracht. De CLB-medewerker gaat na of er sprake is van een zinvolle of verwachte combinatie van signalen die over verschillende ontwikkelingsdomeinen heen, sterk aan een bepaalde stoornis doet denken. Opnieuw dient deze lijst met de nodige voorzichtigheid gebruikt te worden. Vooreerst is er slechts sprake van een ‘alarmsignaal’ als het gedrag opvallend is in intensiteit en/of frequentie en niet leeftijdsadequaat is. Heel wat gedragssignalen die bij oudere kinderen aan een stoornis doen denken zijn op kleuterleeftijd nog heel normale of fasespecifieke gedragseigenschappen. Ten tweede zijn de signalen niet exhaustief en niet exclusief voor een bepaalde stoornis. Er zijn mogelijk signalen die bij een bepaalde stoornis voorkomen, maar niet opgenomen werden. Hetzelfde gedrag kan ook wijzen op verschillende stoornissen. Het kan ook dat een kind een bepaalde stoornis heeft en niet alle opgesomde signalen vertoont. Ten derde is een ontwikkelings- of gedragsstoornis nooit af te leiden uit een enkel gedragssignaal. Als een bepaald patroon zichtbaar wordt over verschillende domeinen heen en als er geen alternatieve verklaringen zijn, wordt het vermoeden van een stoornis sterker. Ten slotte willen we benadrukken dat een hypothese van een ontwikkelings- of gedragsstoornis op basis van de aanwezigheid van alarmerende gedragssignalen steeds verder moet onderzocht worden. De signalen volstaan geenszins om een diagnose te stellen.
Bea Maes - Taxatie van ontwikkelingsproblemen - studiedag VWVJ - 28/09/2007
24
Deel B: Bevraging over beïnvloedende factoren 3 domeinen:
gezondheidsfactoren bij het kind gezins- en opvoedingssituatie klas- en schoolcontext
Hulpmiddelen bij interpretatie
bij gezondheid: groeilijnen bij andere domeinen: lijst van dimensies en kenmerken
In het tweede deel over beïnvloedende factoren bevragen we gezondheidsfactoren en omgevingsvariabelen. Deze bevraging is bedoeld om zicht te krijgen op bevorderende of belemmerende factoren die de ontwikkeling van het kind mee beïnvloeden. Achtereenvolgens komt de bevraging van de gezondheid, de gezinsen opvoedingssituatie en de klas- en schoolcontext aan bod. De bevraging bestaat telkens uit een inleiding, vragen over de huidige situatie, vragen over de evolutie en een afrondende vraag naar aanvullingen. Bij het deel over gezondheid wordt ook aandacht besteed aan de voorgeschiedenis van het kind. De hulpmiddelen bij de interpretatie verschillen enigszins van die bij de ontwikkelingsdomeinen. Bij gezondheid worden groeilijnen aangegeven voor diverse lichamelijke aspecten. Zowel bij de gezins- en opvoedingssituatie als bij de klas- en schoolsituatie wordt een lijst van dimensies en kenmerken genoemd die het mogelijk maken om de betreffende situatie en de pedagogische interacties te analyseren en te beschrijven.
Bea Maes - Taxatie van ontwikkelingsproblemen - studiedag VWVJ - 28/09/2007
25
Deel C: Syntheseformulier Hypotheseformulier
Op basis van voorgaande hulpmiddelen wordt een synthese gemaakt van het gesprek. Per ontwikkelingsdomein wordt dan vooreerst aangegeven of er aanwijzingen zijn voor leeftijdsadequaat functioneren, een ontwikkelingsvoorsprong of een vertraging / achterstand. Daarnaast worden eventuele opvallend sterke kanten of talenten en/of specifieke tekorten genoemd. Ten slotte wordt aangegeven of er sprake is van opvallende kenmerken in de kwaliteit van het functioneren en of er alarmsignalen zijn voor bepaalde ontwikkelings- of gedragsstoornissen. Bij de gezondheids-, de gezins- en de schoolfactoren wordt gespecifieerd welke risico- of protectieve factoren aanwezig zijn en/of aangrijpingspunt kunnen vormen voor de verdere begeleiding.
Bea Maes - Taxatie van ontwikkelingsproblemen - studiedag VWVJ - 28/09/2007
26
Methode
Leidraad voor één of meerdere gesprekken met ouders
Perspectief van ouders staat centraal Brede bevraging Flexibele afname (o.a. door hoofd- en bijvragen) Vragen aanpassen op maat van elke ouder
-We nemen expliciet het perspectief van de ouders als vertrekpunt. Ze zijn de eerste ‘ervaringsdeskundige’ met betrekking tot hun kind. We willen deze deskundigheid erkennen en benutten. In een persoonlijk gesprek met de ouders kunnen hun beleving, hun kijk op hun kind en zijn ontwikkeling, en hun mogelijkheden aan de orde gesteld worden. Hun visie op opvoeden en hun verwachtingen over de begeleiding van het CLB en over de school zijn eveneens belangrijke elementen. We willen de mening van de ouders ernstig nemen en begrip opbrengen voor hun zorgen en belevingen. Het is van belang dat zij echt gehoord worden en zich gesteund voelen. -We streven ernaar dat het globale stramien van de bevraging zoveel mogelijk gerespecteerd wordt. De structuur dient als houvast om minstens alle domeinen en ontwikkelingsaspecten aan bod te brengen. Een domein wordt zeker bevraagd indien de ouders zich hierover zorgen maken. Maar ook als ze zich over een bepaald domein géén zorgen maken, wordt de ontwikkeling op dat domein minstens algemeen bevraagd. -De leidraad dient echter niet op een strikt gestandaardiseerde wijze te worden afgenomen. Men kan flexibel omgaan met het aantal en de volgorde van de vragen. Soms is het nodig dat de CLB-medewerker de ouders stimuleert om meer te vertellen, andere keren probeert hij eerder orde te brengen in de veelheid aan gegevens. Afhankelijk van de concrete situatie kunnen bepaalde inhouden weggelaten of toegevoegd worden. De vragen zijn richtinggevend, maar laten ruimte om bij bepaalde onderdelen meer of minder uitgebreid stil te staan. Zo kunnen ouders vooral ingaan op de inhouden die voor hen van belang zijn en/of waarover ze zich het meest zorgen maken. Als ouders géén probleem ervaren of als bepaalde inhouden niet van toepassing zijn, moeten die niet in detail bevraagd worden. -De vragen die in de leidraad opgenomen zijn, dienen ‘op maat’ van de ouders aangepast te worden. We opteren voor een communicatiestijl die aansluit bij de normale verteltrant van de ouders. De leidraad omvat cursieve en niet cursieve vragen. De cursieve vragen zijn ruime en open vragen die een bepaalde situatie oproepen en ouders de gelegenheid geven om de mogelijkheden en/of de beperkingen van hun kind of de problemen die zij ervaren op dat gebied in hun eigen woorden te omschrijven. Deze vragen brengen de inhouden aan waarover informatie nodig is om een goede inschatting te kunnen maken van de ontwikkeling van het kind. Bij sommige ouders zal het mogelijk zijn om deze vragen te stellen. Voor andere ouders zullen deze te abstract zijn. Daarom geven we in de leidraad ook telkens niet-cursieve vragen. Dit zijn concrete vragen die de topic aan de hand van voorbeelden of concrete situaties verduidelijken. Met deze vragen kan een bepaalde topic, indien nodig, gedetailleerder en concreter bevraagd worden. Het staat de CLB-medewerker vrij dieper door te vragen of vragen aan te passen. De woordenschat en de spreekstijl die de CLB-medewerker gebruikt, moeten aangepast worden aan de voorkennis van de ouders en aan hun leefwereld. Bij het geven van concrete voorbeelden en bij het bevragen van het kleutergedrag, wordt ook rekening gehouden met de leeftijd, de eigenheid en de leefwereld van het specifieke kind. De vragen in de leidraad worden dus best ‘vertaald’ naar elk individueel kind, de ouders en hun situatie toe.
Bea Maes - Taxatie van ontwikkelingsproblemen - studiedag VWVJ - 28/09/2007
27
BESLUIT
Taxatie is belangrijke stap in het geheel van het diagnostisch proces. Het laat toe:
ontwikkelings- en/of gedragsproblemen te identificeren en te omschrijven de ernst van de problemen in te schatten zich een beeld te vormen van risico- en protectieve factoren bij het kind, het gezin en de omgeving het verdere proces van diagnosestelling (classificerend, verklarend en handelingsgericht) op een meer gerichte wijze aan te pakken leerkrachten en ouders te adviseren over wenselijke hulp en ondersteuning
Bea Maes - Taxatie van ontwikkelingsproblemen - studiedag VWVJ - 28/09/2007
28
DANK VOOR UW AANDACHT !
Bea Maes - Taxatie van ontwikkelingsproblemen - studiedag VWVJ - 28/09/2007
29