TAALPLAN 2014-2018 Ambitie De Al-Qoeba School Ademt TAAL
1
1-Taalonderwijs op de Al-Qoeba Het taalonderwijs op de Al-Qoeba is te verdelen in drie fasen: 1. 2. 3.
De kleuterfase Groep 3 Groep 4-8
Bij de kleuters krijgen de leerlinge les met de methode Piramide. In groep 3 maken de leerlingen een start met het leren lezen en schrijven. Het aanvankelijk lezen en, schrijven en spellen. De gebruikte methode is Veilig Leren Lezen, een globaal-analytische methode. In groep 4-8 krijgen de kinderen les uit verschillende methoden voor voortgezet taalonderwijs voor lezen, spelling, schrijven, begrijpend lezen. In 2009 heeft de Al-Qoebaschool besloten om tenminste 11 uur per week aan taalonderwijs te besteden. Dit is het lesrooster als zodanig opgenomen. Wij achtten toen dit noodzakelijk omdat vanwege de kenmerken van de leerlingen en de resultaten op de Cito-toetsen.
2- Analyse Taalonderwijs Bij de analyse van het taalonderwijs stuitten wij op het probleem dat tot het schooljaar 2012-2013, de Citotoetsen op het gebied van taal verouderd waren, en het leerlingvolgsysteem niet op orde was. Bijkomend probleem was dat de toetsen lang niet altijd door leerkrachten op tijd werden ingeleverd. Iets dat de uitslagen vertroebelde. Bovendien werden de toetsen niet gebruikt om gericht het onderwijs te verbeteren (Trendanalyse en verbeteracties). Naar aanleiding van het Inspectierapport van juni 2012, waarin de school als “zwak” werd beoordeeld, is er een eerste analyse uitgevoerd in januari en februari 2013 door de school zelf, door Remy Fermont. Voor de resultaten verwijzen wij hier naar de Monitor 2012-2013. Hier kunnen wij noemen dat de school zwak scoorde op de volgende gebieden:
Woordenschat: hele school zwak PRIORITEIT Begrijpend Lezen Spelling Technisch Lezen
Naar aanleiding va die analyse door Remy zijn er twee KZ-vergaderingen om het onderwijs in de woordenschat aan te pakken. De resultaten op dit onderdeel waren verontrustend zwak en wij meenden dat als het onds zou lukken het onderwijs op dit onderdeel goed aan te pakken, dit als blauwdruk zou kunnen dienen om ook de andere onderdeken van het taalonderwijs de Al-Qoebaschool te verbeteren, en zo onze kinderen beter toekomstkansen te geven. De leraren leerden in de twee bijeenkomsten het volgende: 1. 2. 3.
Kennis maken en oefenen met de 4-takt als didactische aanpak Kennis van de trendanalyse woordenschat door Remy Fermont gemaakt Afspraken maken die zijn opgenomen in het Protocol Woordenschatonderwijs op de Al-Qoebaschool.
Omdat er voor het woordenschatonderwijs geen “methode” is, werden wij direct geconfronteerd met een zwakke kant van de Al-Qoebaschool, namelijk de heersende mening dat door het ontbreken van de noodzakelijke middelen, goed onderwijs onmogelijk is. Dit hardnekkige vooroordeel blijkt moeilijk te bestrijden. Weliswaar is het zo dat het ontberen van digitale schoolborden een belemmering is, maar om optimaal onderwijs te geven is juist bij woordenschat nodig de professionaliteit van de leerkrachten te verbeteren op een aantal terreinen:
2
1. 2. 3. 4. 5. 6.
De kennis van de verwerving van woordenschat door de leerlingen De kennis en vaardigheden om de didactiek van de woordenschat toe te passen De vaardigheden om vanuit de bestaande middelen, de methoden voor taalonderwijs, de woorden te selecteren voor jouw groep per periode en per thema De kennis en vaardigheden voor het toepassen van coöperatieve leerstrategieën om het woordenschatonderwijs effectief te maken De klas in te richten voor woordenschatonderwijs
3
3-De kenmerken van de leerlingen van de Al-Qoebaschool. De leerlingen van de Al-Qoebaschool zijn bijna geheel afkomstig uit het allochtone milieu. Veel leerlingen, met name in de hogere groepen, komen uit gezinnen die een andere taal dan de Nederlandse als thuistaal hebben. Door het feit dat de leerlingen veelal in eigen kringen opgroeien, naar eigen televisiezenders kijken, komen zij minder in aanraking met de Nederlandse taal dan leerlingen in de gemiddelde vergelijkingsgroepen (Cito). Op school komt daar ook nog bij dat de leerkrachten niet in voldoende mate zijn geschoold in coöperatieve didactische structuren, waardoor de momenten dat leerlingen binnen het lesverband met elkaar interactief en gericht taalgebruik kunnen oefenen beperkt is. Het feit dat ouders door de gebrekkige contacten moeilijk bereikbaar zijn om te beïnvloeden is ook een factor van belang. Overzichten: Groepen 1-2 Methode: Piramide Talige momenten: hele dag door Coöperatieve momenten: hele dag door oefenen Gerichte talige opdrachten: hele dag door Scores op Cito-toets: aan het verbeteren. Woordenmuur: ja Groepen 3 Me Methode: Piramide Talige momenten: hele dag door Coöperatieve momenten: leerlingen in rijen Gerichte talige opdrachten: hele dag door Scores op Cito-toets: aan het verbeteren Woordenmuur: ja Groepen 4-8 Methode: Taalverhaal, OVL, Ralphi-lezen Talige momenten: hele dag door Coöperatieve momenten: leerlingen in rijen naast elkaar Gerichte talige opdrachten in groepen: geen met didactische structuren coöperatieve leerstrategieën Scores op Citoi-toets: aan het verbeteren. Woordenmuur: ja
4
4-Doelstellingen Taalplan 2013-2014 Naar aanleiding van de |monitor 2012-2013, de trendanalyse, zijn wij als schoolteam tot de conclusie gekomen dat wij niet het “hele” taalonderwijs kunnen aanpakken, maar prioriteiten moeten stellen. Onze doelstellingen in 2013-2014:
Iedereen houdt zich aan het vastgestelde protocol Woordenschatonderwijs (2012-2013) Woordenschatonderwijs: Cito Woordenschat M 2014 voor alle groepen op niveau III Leraren beheersen en passen toe: didactische structuur van de 4-takt Leraren passen coöperatieve werkvormen toe in het woordenschatonderwijs Elke leraar maakt een PAP –woordenschat om zijn eigen ontwikkeling in kaart te brengen Leraren doen collegiale consultaties t.a.v.: PAP en coöperatieve leerstrategieën In elke groep is een woordmuur aanwezig (thematisch) Leraren zijn in staat om woorden uit de methode te selecteren voor geïsoleerd woordenschatonderwijs Leraren hebben inzicht in de trendanalyse woordenschatonderwijs Ouders worden begeleid in het project Ouderkamer om met hun kind thuis aan woordenschat te werken Ouders krijgen in groep 1-3 periodiek woordenschatvoorlichting en oefeningen om thuis te doen Ouder worden in groep 1-3 uitgenodigd in de klas te observeren/participeren in het (woordenschat) onderwijs Evaluatie juli 2013: trendanalyse woordenschatonderwijs en aanpak Taalplan 2013-2014 Aanstelling Taalspecialist
5
5-Missie 2013-2014 Uit de doelstellingen die hiervoor zijn beschreven leiden wij onze missie af. Wij stellen het beeld:
De Al-Qoebaschool ademt Taal centraal. Alles wat wij doen en denken staat in om het taalonderwijs op onze school te verbeteren. Wij zijn ons bewust va onze verantwoordelijkheid vanuit onze identiteit dat alleen het beste onderwijs voor onze leerlingen goed genoeg is. Wij als onderwijsgevenden zijn ervoor verantwoordelijk dat wij ons inzetten om dat te realiseren. Concrete missie-statement en afgeleiden: 1.
Alle groepen scoren op de Inspectie indicatoren voor taalonderwijs voldoende: zie de Monitor 20122013
Deze resultaten tijdens de schoolperiode liggen tenminste op het niveau dat (gerekend naar de leerling kenmerken) mag worden verwacht. Dit wordt bepaald door het CITO-LVS Inspectie-eisen PKO (vaardigheidsscores): -
technisch lezen einde groep 3 en groep 4
-
rekenen- wiskunde in groep 4 en groep 6
-
begrijpend lezen in groep 6
De Eindtoets groep 8 is voldoende op het gebied van taal.
Omdat wij vinden dat aanpak van de woordenschat op het moment de hoogste prioriteit heeft, is dat onze missie.
2. Dat alle groepen tenminste het gemiddelde niveau scoren (III): Woordenschat Ver boven Boven Gemiddeld Onder Ver onder 3. 4. 5. 6. 7.
20% 20% 20% 20% 20%
3M I II III IV V
3E I II III IV V
4M I II III IV V
4E I II III IV V
5M I II III IV V
5E I II III IV V
6M I II III IV V
6E I II III IV V
7M I II III IV V
7E I II III IV V
8M I II III IV V
Alle leerkrachten beheersen e passen toe: 4-takt didactische structuur Alle groepen hebben een up-t-date woordmuur Alle groepen maken 2 keer per jaar een groepsplan woordenschat vanuit de data-muur: na de M en E toetsen Voorleerlingen die uitvallen is extra aandacht in het groepsplan voor de aanpak van de achterstanden Alle leerkrachten worden door directeur gecoacht t.a.v. de uitvoer van het Taalplan WS
6
6-Kwaliteitskaarten Woordenschat. Sinds april 2013 hanteert de Al-Qoebaschool een Protocol voor Woordenschat1:
Ibs Al-Qoeba `s Gravenzandelaan 185 2512 JL Den Haag tel. (070) 3887915
2.38 Protocol Woordenschatonderwijs 1. Elke groep besteedt 1 uur aan woordenschatonderwijs per week 2. In elke groep worden regelmatig woordenschatspelletjes gedaan2 3. Elke groep maakt in de klas een woordmuur. Deze wordt telkens vernieuwd en/of aangevuld. 4. Het aantal woorden is niet teveel. In de bovenbouw ongeveer 30 per twee weken. 5. In de bovenbouw wordt een woordenschatschriftje gemaakt door de kinderen 6. De woordmuur wordt gemaakt vanuit: a. Groepen 1-2 methode Piramide b. Groep 3 methode VLL c. Groep 4-8 met de methode OVL 7. Elke groep maakt een groepsplan woordenschat3 8. De groepsplannen worden einde schooljaar geëvalueerd (juni)
1Afspraken
nogmaals gemaakt op de Studiedag 1 2013-2014 17 december 2013 zoals op KZ-11 is geoefend onder leiding van Remy Fermont 3 Doorspreken met de IB-er 2
7
Groepsplan woordenschat – suggesties per onderdeel
Wat wil ik bereiken? -
Beschrijf je doel in het aantal woorden in totaal dat kinderen moeten kennen.
-
Concretiseer dit naar het aantal woorden per week die de kinderen moeten kennen.
Wat ga ik gebruiken? Inhoud -
Woordenschatlessen uit Piramide, VVL en OVL.4
Hoe ga ik het aanpakken? -
Je biedt de woordenschatlessen bewust aan volgens de stappen van de Viertakt.
-
Je doet 1 x per week een instructies waarin je de woorden van de week uitlegt.
-
Je doet 4 x per week een woordenschatcircuit waardoor met verschillende activiteiten de woorden vaak worden herhaald.
-
In je klas hangt een woordmuur met daarop de woorden die centraal staan die week. Tijdens het woordenschatcircuit mogen de kinderen “afkijken” op de woordmuur zodat de woordbetekenissen echt geoefend worden. De woordmuur bestaat uit: een afbeelding, het woord met lidwoord, het-woorden hebben een oranje sticker, de woorddefinitie en evt. een voorbeeldzin.
-
De kinderen krijgen ieder een notitieboekje waarin zij alle aangeboden woorden met definitie opschrijven, hierin schrijven ze ook woordbetekenissen op van woorden die zij zelf zijn tegen gekomen. Op momenten dat kinderen eerder klaar zijn of er een moment over is kunnen ze in dit boekje lezen en evt. elkaar overhoren.
-
De ouders krijgen woordenlijsten (huiswerk) mee naar huis, zodat ze met de kinderen de woorden extra kunnen oefenen.
-
Bij heel zwakke kinderen kunnen de ouders bijvoorbeeld gevraagd worden een week van te voren de woordenlijst met de kinderen door te nemen van de woorden die zij de week erna in de klas krijgen. Zo heb je een soort pre-teaching.
Hoe organiseer ik het in mijn klas? Organisatie -
4 x per week woordenschatcircuit, bijvoorbeeld: op maandag en donderdag zit je als leerkracht bij de instructiegevoelige groep, op dinsdag bij de basisgroep en op vrijdag bij de instructieonafhankelijke groep.
-
Je biedt … keer per week woordenschatlessen met behulp van de methode. In deze lessen maak je gebruik van het directe instructiemodel.
Wanneer en hoe evalueer ik? Evaluatie -
Elke vrijdag controleer je of de woorden worden beheerst. Hiervoor maak je zelf toetsjes. Bijvoorbeeld het juiste woord bij de
-
plaatjes zetten, een voorbeeldzin bij de plaatjes zetten, woorddefinitie met woord verbinden etc. Aan het eind van het schooljaar wordt met behulp van de Cito woordenschat gekeken of de algehele woordenschat is toegenomen.
Begrijpend Lezen Technisch Lezen Coöperatieve Didactische Structuren
4
Voor het bepalen van welke woorden je aanbiedt kun je www.digiwak.nl gebruiken. Dit zijn alle woorden die leerlingen op de basisschool moeten kennen, maar al geclusterd per thema en per groep. Je zou (een aantal van) deze thema’s kunnen verdelen over ieder schooljaar en op basis daarvan je extra woordenschatlessen maken en je woordenschatcircuit aanbieden. Zodoende weet je zeker dat je de juiste woorden aanbiedt.
8
7-Evaluatie Op de studiedag 1 2013-2014 van 17 december 2013. Aantekeningen en afspraken/bijstellingen:
Wij hanteren voor de didactiek de kwaliteitskaarten van School Aan Zet. Wij hernieuwen en volgen de afspraken zoals het Protocol Woordenschat zijn vastgelegd Wij maken individueel een PAP Woordenschat, en werken daaraan in het kader van het BKD Wij gebruiken collegiale consultatie om ons verder te bekwamen. Wij gebruiken de woorden uit de methoden (zie aantekeningen studiedag 1) om de woorden die wij aanleren aan de leerlinge te isoleren voor woordenschatonderwijs. Wij werken met de woordmuur. Wij gebruiken coöperatieve didactische structuren in ons woordenschatonderwijs Onze ambities zijn om het woordenschat resultaat op de Cito-toets tenminste vaardigheidsniveau 3 te laten zijn.
9
8-Voornemens 2014-2018 2014-2015: Aanpak begrijpend lezen/luisteren 2015-2016: Aanpak Technisch Lezen 2016-2017: Evaluatie Taalplan en bijstelling 2017-2018 Start Taalplan 2018-2022
Besproken en goedgekeurd MR Naam Datum handtekening
10