ANNYYRR`R[_RXR[cR_ORaR_a_NWRPaR[ V[URaON`V`\[QR_dVW` ?`MZPbMZfMWQZUZ ?MYQZbM``UZSbMZPQ^Q_aX`M`QZ
0DULMNHYDQ9LMIHLMNHQ_(G6PHHWV_ 7DPDUDYDQ6FKLOW0RO_0HQQR:HVWHU
Taal-, lees- en rekenverbetertrajecten in het basisonderwijs Stand van zaken in 2010 Samenvatting van de resultaten
Marijke van Vijfeijken | Ed Smeets Tamara van Schilt-Mol | Menno Wester
Stand van zaken in 2010 | Samenvatting van de resultaten 1
De tekst in deze brochure is ontleend aan de rapporten die in het kader van monitoring van de taal-, lees- en rekenverbetertrajecten zijn verschenen: E. Smeets & M. Wester (2010). Rekenverbetertrajecten in het basisonderwijs. Schooljaar 2008/2009. Nijmegen: ITS. T. van Schilt-Mol & M.M. van Vijfeijken (2009). Taal- en leesverbetertrajecten in het basisonderwijs (1): Eerste tussenrapportage schooljaar 2008/2009. Tilburg: IVA. E. Smeets & M. Wester (2011). Rekenverbetertrajecten in het basisonderwijs. Stand van zaken in het schooljaar 2010-2011. Nijmegen: ITS. T. van Schilt-Mol & M.M. van Vijfeijken (2010). Taal- en leesverbetertrajecten in het basisonderwijs (2): Tweede tussenrapportage schooljaar 2009-2010. Tilburg: IVA. Inspectie van het Onderwijs (2011). Monitor Verbetertrajecten taal en rekenen 2008/2009 en 2009/2010. Utrecht: Inspectie van het Onderwijs.
ITS Postbus 9048 6500 KJ Nijmegen Tel.: 024-3653500 www.its-nijmegen.nl
IVA beleidsonderzoek en advies Postbus 90153 5000 LE Tilburg Tel.: 013-4668466 www.iva.nl
© 2011 ITS, Radboud Universiteit Nijmegen / IVA, Universiteit van Tilburg ISBN 978 – 90 - 5554 - 424 - 0 NUR 840 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, en evenmin in een retrieval systeem worden opgeslagen, zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van het ITS van de Radboud Universiteit Nijmegen / het IVA van de Universiteit van Tilburg. No part of this book/publication may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher.
2
Stand van zaken in 2010 | Samenvatting van de resultaten
Voorwoord De taal- en leesverbetertrajecten zijn in het schooljaar 2008/2009 en het schooljaar 2009/2010 gemonitord door het IVA. De monitor van de rekenverbetertrajecten is door het ITS uitgevoerd in de schooljaren 2008/2009 en 2010/2011. Deze brochure geeft een samenvatting van deze monitoren. Ook wordt in deze brochure ingegaan op de monitor verbetertrajecten taal en rekenen 2008/2009 en 2009/2010 die is uitgevoerd door de Inspectie van het Onderwijs. De brochure is te beschouwen als een vervolg op de eerder door ITS en IVA uitgegeven brochure over de monitor van schooljaar 2008/2009 en is bedoeld om inzicht te geven in wat er gebeurt in de verbetertrajecten en wat de opbrengsten ervan zijn tot nu toe. De verbetertrajecten hebben een looptijd van drie jaar. Aan de hand van de volgende thema’s beschrijven we de stand van zaken in de taal-, leesen rekenverbetertrajecten: • doelen van en activiteiten in de verbetertrajecten; • opbrengstgericht werken; • organisatie en ondersteuning; • opbrengsten. Voor de uitgebreide rapportages verwijzen we naar de onderzoeksverslagen van IVA en ITS en Inspectie. Via deze weg willen we alle directeuren, interne begeleiders, taal- en rekencoördinatoren, leerkrachten en andere betrokken binnen de scholen die aan het onderzoek hebben deelgenomen nogmaals bedanken. Juni 2011 Nijmegen/Tilburg Marijke van Vijfeijken (IVA) Ed Smeets (ITS) Tamara van Schilt-Mol (IVA) Menno Wester (ITS)
Stand van zaken in 2010 | Samenvatting van de resultaten 3
Inleiding De Kwaliteitsagenda Primair onderwijs “Scholen voor morgen” is gericht op een duurzame verbetering van het primair onderwijs en van de opbrengsten op het gebied van taal, lezen en rekenen. Het Projectbureau Kwaliteit (PK) zorgt voor een deel van de uitvoering van deze agenda, onder verantwoordelijkheid van de PO-Raad en samen met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. PK heeft basisscholen en scholen voor speciaal basisonderwijs de mogelijkheid geboden om, onder bepaalde voorwaarden, deel te nemen aan een gesubsidieerd taal- en leesverbetertraject of een rekenverbetertraject. Deze trajecten zijn gericht op het meetbaar verbeteren van de taal/lees- en rekenprestaties van de leerlingen. Vanaf het begin van het schooljaar 2008/2009 werken ongeveer 1000 scholen (in ongeveer 100 clusters) aan een taal- en leesverbetertraject. Later in ditzelfde schooljaar zijn de rekenverbetertrajecten van start gegaan, met ongeveer 375 scholen (in ongeveer 75 clusters). Deze verbetertrajecten hebben een looptijd van drie jaar. Daarna zijn nog ongeveer 125 scholen gestart met een tweejarig rekenverbetertraject en ongeveer 60 scholen met een éénjarig, intensief, rekenverbetertraject. In deze brochure beperken we ons tot het driejarige traject. In het kader van de verbetertrajecten kan in verschillende dimensies gekeken worden naar de effectiviteit van het onderwijs. Er is de inhoudelijke dimensie (wat komt er aan bod tijdens het onderwijs in taal, lezen en rekenen en hoe kan dit onderwijs verbeterd worden) en er is de dimensie effectief onderwijs (wat wordt in het algemeen gezegd over indicatoren voor effectief onderwijs). Uit onderzoek is bekend dat tal van factoren bijdragen aan betere resultaten bij taal en rekenen. Het gaat daarbij vooral om de effectieve leertijd die wordt gerealiseerd, de kwaliteit van het curriculum en de aandacht voor opbrengstgericht werken (hoge doelen stellen, planmatig handelen, evalueren van prestaties en het onderwijs op grond daarvan bijstellen). In hoeverre aan deze voorwaarden wordt voldaan, hangt uiteraard in belangrijke mate af van de competenties van de leerkracht. Deze brochure is een vervolg op de in 2010 uitgebrachte brochure met daarin de samenvatting van de resultaten van de monitor van de taal/lees- en rekenverbetertrajecten in het basisonderwijs betreffende schooljaar 2008/2009. Deze brochure bestaat uit een samenvatting van de resultaten van de monitor van de taal/leesverbetertrajecten in het schooljaar 2009/2010 (uitgevoerd door IVA), van de resultaten van de monitor van de rekenverbetertrajecten in de eerste helft van het schooljaar 2010/2011 (uitgevoerd door ITS) en van de
4
Stand van zaken in 2010 | Samenvatting van de resultaten
resultaten van de monitor van de taal- en rekenverbetertrajecten die is uitgevoerd door de Inspectie van het Onderwijs. Het IVA-onderzoek naar de taal- en leesverbetertrajecten is uitgevoerd bij 10 basisscholen in 5 clusters. Het onderzoek bestond uit deskresearch naar de plannen van de scholen, interviews met leerkrachten, taalcoördinatoren, interne begeleiders en schoolleiders en een observatie van taal- en of leeslessen. Het ITS-onderzoek naar rekenverbetertrajecten is uitgevoerd bij elf basisscholen in negen clusters. Het onderzoek omvatte het houden van vraaggesprekken met schoolleiders, interne begeleiders en/of rekencoördinatoren en het uitvoeren van lesobservaties, gevolgd door een nabespreking met de leerkrachten. Bovendien werd een vragenlijst afgenomen bij leerkrachten en werden toetsresultaten uit het leerlingvolgsysteem verzameld en geanalyseerd. Het onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs betreft een vragenlijstonderzoek. Deze vragenlijst is uitgezet onder alle scholen die deelnemen aan een taal- en leesverbetertraject of een rekenverbetertraject. In 2008/2009 is de vragenlijst ingevuld door 1512 scholen, in 2009/2010 door 1849 scholen. Met behulp van de vragenlijst zijn zowel gegevens verzameld over de toetsresultaten als gegevens over het beleid en de invulling van de verbetertrajecten.
Doelen van en activiteiten in de verbetertrajecten Tegenvallende of teruglopende resultaten bij rekenen, taal en/of lezen – bij de toetsen van het Cito-leerlingvolgsysteem en/of de Cito-Eindtoets – worden in bijna alle scholen genoemd als aanleiding om deel te nemen aan het verbetertraject. De doelen die men in de scholen met het verbetertraject wil bereiken, variëren. Doelen die zowel in de rekenverbetertrajecten als in de taal- en leesverbetertrajecten worden genoemd, zijn het versterken van de vaardigheden van de leerkrachten en het verbeteren van de leerlingresultaten. Uit de monitor van de Inspectie van het Onderwijs blijkt dat de streefdoelen zich bij de scholen die aandacht besteden aan taal vooral richten op voortgezet technisch lezen en aanvankelijk technisch lezen. Bij de scholen die aandacht besteden aan rekenen richten de streefdoelen zich voornamelijk op automatiseren en oefenen van rekenvaardigheden.
Stand van zaken in 2010 | Samenvatting van de resultaten 5
Onderwijsprocessen Scholen die deelnemen aan de verbetertrajecten verhogen hun effectieve leertijd door het verbeteren van het klassenmanagement, het werken met groepsplannen en het invoeren of strikter toepassen van het directe-instructiemodel. Ook streven de meeste scholen ernaar om effectiever om te gaan met verschillen tussen leerlingen door de instructie en verwerking beter af te stemmen op de onderwijsbehoefte van zwakkere en/of sterkere leerlingen. Het groepsplan helpt de leerkracht de leertijd voor alle leerlingen zo effectief mogelijk in te delen en het directe-instructiemodel ondersteunt de leerkracht bij het doelgericht werken door altijd te starten met het aangeven van de doelen van de les, herhalen wat in vorige lessen is geleerd en aan het eind van de les na te gaan of de doelen van de les bereikt zijn. Het evalueren van resultaten met de leerlingen is nog geen automatisme voor de leerkrachten, maar hier wordt wel naar gestreefd. Daarnaast stellen de scholen doorgaans hogere doelen voor de leerlingen dan voor aanvang van de verbetertrajecten en worden de leerlingen meer uitgedaagd. De meeste scholen binnen de taal- en leesverbetertrajecten bieden verschillende leeren denkstrategieën aan voor begrijpend lezen en/of besteden aandacht aan het creëren van plezier en interesse in en motivatie voor lezen. Ook kiezen veel scholen binnen deze trajecten voor het invoeren van een nieuw programma of een nieuwe methode. Bij de scholen die deelnemen aan de rekentrajecten wordt onder meer extra tijd besteed aan het automatiseren van rekensommen. Meestal gebeurt dat bij het begin van de les en wordt geprobeerd dit op een uitdagende en activerende manier te doen. Veel van de scholen binnen een rekentraject proberen binnen het traject de aanwezige methode beter te gaan gebruiken. Verbeteren van competenties van leerkrachten Het verbeteren van de competenties en didactische vaardigheden van de leerkrachten is een belangrijk onderdeel van de verbetertrajecten in de scholen. Naast aandacht voor het ontwikkelen van vaardigheden in klassenmanagement en instructie- en interactievaardigheden, leren de leerkrachten leerlingresultaten te analyseren en interpreteren. Scholen zetten hiervoor externe ondersteuning in van taal- en rekenspecialisten en (andere) schoolbegeleiders. Het maken van sterkte- en zwakteanalyses, het ontwikkelen en stimuleren van zelfreflectie, het uitvoeren van collegiale visitaties en coaching zijn activiteiten die ingezet worden ter bevordering van de professionele ontwikkeling van leerkrachten.
6
Stand van zaken in 2010 | Samenvatting van de resultaten
Opbrengstgericht werken Het is duidelijk dat de schoolbesturen en de scholen zelf een hoge mate van opbrengstgericht werken beogen met de verbetertrajecten. Opvallend is dat in het tweede jaar van de verbetertrajecten alle geledingen in de scholen steeds meer het belang zien van opbrengstgericht werken. De verbetertrajecten hebben daar zeker aan bijgedragen. Het is in de scholen inmiddels gebruikelijk om trendanalyses te maken op basis van de resultaten van methodeonafhankelijke toetsen zoals die van het Cito. Opvallend bij de taalen leesverbetertrajecten is dat men nu vergeleken met vorig schooljaar vaker vindt dat de trendanalyses ook daadwerkelijk gebruikt worden om verbeteracties te bepalen. Het maken van trendanalyses gebeurt meestal door de interne begeleider en/of schoolleider en soms met externe hulp. Bij het rekenen stuit men op het probleem dat het door de overgang naar nieuwe toetsversies in het leerlingvolgsysteem niet mogelijk is om over een langere periode een trend te laten zien. De nieuwe toetsen zijn niet te vergelijken met de oude. Als het gaat om het analyseren van de leerlingresultaten op groepsniveau vinden de meeste scholen dat dit een verantwoordelijkheid van de leerkracht is. Het bespreken van de resultaten op groepsniveau gebeurt, ook onder invloed van de verbetertrajecten, steeds vaker niet alleen in een sessie tussen de leerkracht en de interne begeleider, maar ook op team- of bouwniveau. Uit de gesprekken op de scholen blijkt dat dit niet altijd eenvoudig is. Leerkrachten geven aan dat het nog moeilijk is om kritiek te geven, te ontvangen en hardop (in het bijzijn van collega’s) te reflecteren op hun eigen handelen in relatie tot de leerlingprestaties.
Organisatie en ondersteuning Start van de verbetertrajecten Op de meeste scholen zijn schoolspecifieke plannen ontwikkeld door de directie en interne begeleider of taal- of rekencoördinator. Door middel van startbijeenkomsten zijn leerkrachten vaak ook op de hoogte gesteld van de plannen. Op de scholen wordt tijdens teambesprekingen besproken wat zij in het kader van het traject willen bereiken en wat zij nodig hebben om het traject uit te kunnen voeren. Scholen hebben er over het algemeen veel tijd in geïnvesteerd om ook de leerkrachten voldoende te betrekken bij het traject en voldoende draagvlak te creëren.
Stand van zaken in 2010 | Samenvatting van de resultaten 7
Aansturing De taal- en leesverbetertrajecten worden bovenschools aangestuurd. Er wordt gewerkt met werkgroepen (ook wel veranderteams/leerteams), zowel op bovenschools niveau als op schoolniveau. Binnen de clusters zijn er verschillen in hoe ver de werkgroepen zijn gevorderd wat betreft het bereiken van de doelstellingen en het uitvoeren van activiteiten ten behoeve van het verbetertraject. Bij de rekenverbetertrajecten is er minder bovenschoolse sturing. Enkele besturen hebben activiteiten opgezet ter verbetering van het rekenonderwijs, maar vaak beperkt het bovenschoolse zich tot het uitwisselen van ervaringen tussen schoolleiders en/of interne begeleiders. Uitwisselen van ervaringen In de verbetertrajecten werken scholen met elkaar samen. De scholen wisselen ervaringen en ‘good practice’ uit. In de rekenverbetertrajecten gebeurt dit vooralsnog meestal alleen in bestuursverband of in het cluster van scholen dat zich heeft ingeschreven voor het verbetertraject. In de taal- en leesverbetertrajecten worden ook de teams steeds vaker betrokken bij bovenschoolse bijeenkomsten. In deze bijeenkomsten wordt ingegaan op inhoudelijke aspecten rondom taal- en leesonderwijs en praktijksituaties. Verantwoordelijkheden In de meeste scholen coördineren de directeur en de interne begeleider of de directeur en de reken- of taalcoördinator de trajecten in de school. In de beginfase van de trajecten was vaak nog niet duidelijk wie verantwoordelijk was voor welke taken en voor het toezien op het nakomen van de afspraken. Inmiddels is hierover bij de taal- en leesverbetertrajecten meer helderheid. De rekenverbetertrajecten zijn later begonnen en in de scholen zijn er vaak (nog) geen duidelijke afspraken over de taakverdeling. Men trekt hier nog veel samen op. In enkele scholen geeft men aan in de toekomst wel tot een duidelijker verdeling te willen komen. Ondersteuning Experts van de PO-Raad hebben bovenschoolse bijeenkomsten van de clusters bezocht en daarnaast schriftelijke terugkoppeling op schoolverbeterplannen gegeven. De reacties in de scholen hierop zijn in het algemeen positief. Sommigen hebben er veel aan gehad, velen vonden het nuttig, terwijl enkelen de adviezen graag concreter hadden gezien. Scholen zijn vooral goed te spreken over de ondersteuning die op school wordt gegeven door een externe reken- of taalspecialist of onderwijsbegeleider. Het materiaal dat de PO-Raad ter beschikking stelt, in de vorm van kwaliteitskaarten, brochures en informatie op websites, wordt door bijna alle deelnemers erg zinvol gevonden.
8
Stand van zaken in 2010 | Samenvatting van de resultaten
Vooral de kwaliteitskaarten worden veel gebruikt. Er worden conferenties bezocht die worden georganiseerd door PK. Sommigen doen dat in teamverband, omdat dit als erg motiverend wordt ervaren. Anderen geven aan dat ze daarvoor onvoldoende tijd of middelen hebben.
Opbrengsten Verbetering van leerlingprestaties In het eerste jaar van de verbetertrajecten waren er nog geen door cijfers ondersteunde effecten te zien als het gaat om leerlingresultaten. De leerkrachten van de taal- en leesverbetertrajecten hadden wel al het gevoel dat de resultaten van de leerlingen beter waren dan in voorafgaande jaren. Inmiddels is het mogelijk om van een aantal toetsen leerlingresultaten te vergelijken van de afgelopen drie schooljaren. Hieruit kunnen vooralsnog enkele voorzichtige conclusies worden getrokken. Als het gaat om de zwak presterende leerlingen, dan zien we bij de scholen die deelnemen aan een taal- en leesverbetertraject, en die bezocht zijn door IVA, een verbetering van prestaties op het gebied van begrijpend lezen, spelling en in iets mindere mate op het gebied van woordenschat. De gemiddelde leerlingen en de sterk presterende leerlingen realiseren duidelijk minder leerwinst. Een nadere analyse op de rekenprestaties van de leerlingen binnen de rekenverbetertrajecten die bezocht zijn door ITS levert ook op dat de zwakkere leerlingen aanzienlijk meer leerwinst halen dan de ‘gemiddelde’ leerlingen, die op hun beurt meer leerwinst halen dan de ‘plusleerlingen’. Het aantal leerlingen dat bij deze analyse kon worden betrokken, is echter beperkt, door de overgang van oude naar nieuwe toetsversies. Uit de monitor van de Inspectie van het Onderwijs komt naar voren dat er bij technisch lezen meer scholen zijn die zich hebben verslechterd dan scholen die zich hebben verbeterd. Ook is er geen vooruitgang te zien als gekeken wordt naar het aantal scholen dat boven de norm scoort1. Zowel bij begrijpend lezen als bij rekenen is er daarentegen sprake van een toename van het aantal scholen dat boven de norm scoort en zijn er meer scholen die zich hebben verbeterd dan scholen die zich hebben verslechterd. De gemiddelde toetsscores zijn op beide onderdelen dan ook gestegen. Opmerkelijk is het verschil dat bij begrijpend lezen zichtbaar wordt tussen leerjaren: hoe hoger het leerjaar, hoe lager het percentage scholen dat boven de norm scoort. 1. De Inspectie geeft aan dat dit wellicht veroorzaakt wordt door de nieuwe toetsen op het gebied van technisch lezen.
Stand van zaken in 2010 | Samenvatting van de resultaten 9
Denken over onderwijs Leerkrachten van de deelnemende scholen worden zowel bij taal/lezen als bij rekenen actief betrokken bij de ontwikkelingen binnen de trajecten en zijn in het algemeen positief over de meerwaarde van de trajecten. Sommige leerkrachten vertellen bijvoorbeeld dat er meer dialoog tot stand is gekomen over het onderwijs en over de relatie tussen kwaliteit van onderwijs en leerlingresultaten. Schoolleiders noemen een belangrijk resultaat van het verbetertraject dat het team weer over onderwijs praat en nadenkt: Taal/lezen of rekenen staat op de agenda. Borging De scholen werken op verschillende manieren aan het borgen van wat er is bereikt. Daarbij spelen de taal- en rekencoördinatoren een rol en worden er taal- en rekenbeleidsplannen opgesteld. Sommige scholen bieden nieuwe leerkrachten scholing aan om ervoor te zorgen dat ook zij profiteren van het geleerde in de verbetertrajecten.
Samenvatting Alle geledingen binnen de scholen in de verbetertrajecten zien steeds meer het belang in van opbrengstgericht werken. Er worden niet alleen trendanalyses uitgevoerd, maar steeds vaker worden deze analyses ook daadwerkelijk gebruikt om verbeteracties te bepalen. Kortom, de scholen binnen de verbetertrajecten maken vorderingen als het gaat over de mate waarin zij opbrengstgericht werken. Het maken van trendanalyses gebeurt meestal door de interne begeleider en/of schoolleider en soms met externe hulp. Op de meeste scholen worden leerlingresultaten op groepsniveau ook in de teams besproken. Het versterken van de vaardigheden van de leerkrachten en het verbeteren van de leerlingresultaten op het gebied van taal, lezen en/of rekenen zijn de meest voorkomende doelen van de verbetertrajecten. Om deze doelen te bereiken, proberen de scholen binnen de verbetertrajecten hun effectieve leertijd te verhogen door het verbeteren van het klassenmanagement, het werken met groepsplannen en het werken volgens het directeinstructiemodel. Er worden hogere doelen gesteld aan de leerlingen en de leerlingen worden meer uitgedaagd. Om dit te kunnen uitvoeren moeten de competenties van de leerkrachten worden verbeterd. Dit houdt in dat er aandacht is voor het ontwikkelen van vaardigheden in klassenmanagement, instructie en interactie in de lessen en het analyseren en interpreteren van leerlingresultaten.
10
Stand van zaken in 2010 | Samenvatting van de resultaten
Scholen zetten hiervoor externe ondersteuning in van taal- en rekenspecialisten en (andere) schoolbegeleiders. Het maken van sterkte- en zwakteanalyses, het ontwikkelen en stimuleren van zelfreflectie, het uitvoeren van collegiale visitaties en coaching zijn activiteiten die ook ingezet worden ter bevordering van professionele ontwikkeling van leerkrachten. Zwak presterende leerlingen hebben tot nu toe het meeste baat bij de verbetertrajecten. Deze leerlingen gaan duidelijk vaker een of meer niveaus omhoog dan de gemiddeld presterende leerlingen of de plusleerlingen. Daaruit zou kunnen worden afgeleid dat de betere leerlingen nog steeds onvoldoende uitdaging krijgen. Leerkrachten van de deelnemende scholen worden actief betrokken bij de ontwikkelingen binnen de trajecten en zijn doorgaans positief over de meerwaarde van de trajecten. Zij zien bijvoorbeeld dat er meer dialoog is over het onderwijs en de relatie tussen kwaliteit van onderwijs en leerlingresultaten. Ook schoolleiders constateren dat de inhoud en vormgeving van het onderwijs weer op de agenda staan. Nu is het zaak dat de scholen gaan werken aan de borging van datgene wat bereikt is in de verbetertrajecten. Daarbij spelen de taal- en rekencoördinatoren een rol en worden taalen rekenbeleidsplannen opgesteld. Sommige scholen bieden nieuwe leerkrachten scholing aan om ervoor te zorgen dat ook zij profiteren van het geleerde in de verbetertrajecten. PK zorgt ervoor dat alle scholen kunnen profiteren van de inzichten die de verschillende trajecten opleveren. Opbrengsten, praktijkervaringen en ontwikkelingen worden gepubliceerd via www.schoolaanzet.nl, www.taalpilots.nl, www.rekenpilots.nl en www.bestuuraanzet.nl, de gedrukte nieuwsbrief School aan Zet, de elektronische nieuwsbrieven School aan Zet, Taalpilots en Rekenpilots en diverse bijeenkomsten in het land. PK stemt deze ook af met belanghebbende organisaties en de educatieve infrastructuur.
Vervolgonderzoek De taal-, lees- en rekenverbetertrajecten gaan hun derde en laatste jaar in. In 2011 worden de scholen die deelnemen aan de monitor opnieuw bezocht en ook dan worden de leerlingprestaties geanalyseerd. De uitkomsten hiervan worden in een eindrapportage gepresenteerd.
Stand van zaken in 2010 | Samenvatting van de resultaten 11
4Q`<^[VQO`Na^QMa7cMXU`QU`<7TQQR`NM_U__OT[XQZQZ_OT[XQZb[[^_\QOUMMX NM_U_[ZPQ^cUV_PQY[SQXUVWTQUPSQN[PQZ[Y[ZPQ^NQ\MMXPQb[[^cMM^PQZ PQQX`QZQYQZMMZQQZSQ_aN_UPUQQ^P`MMXQZXQQ_bQ^NQ`Q^`^MVQO`[RQQZ ^QWQZbQ^NQ`Q^`^MVQO`0QfQ`^MVQO`QZfUVZSQ^UOT`[\TQ`YQQ`NMM^bQ^NQ`Q^QZbMZ PQ`MMXXQQ_QZ^QWQZ\^Q_`M`UQ_ BMZMRTQ`NQSUZbMZTQ`_OT[[XVMM^$%cQ^WQZ[ZSQbQQ^_OT[XQZ UZ[ZSQbQQ^OXa_`Q^_MMZQQZ`MMXQZXQQ_bQ^NQ`Q^`^MVQO` 8M`Q^UZPU`fQXRPQ_OT[[XVMM^fUVZPQ^QWQZbQ^NQ`Q^`^MVQO`QZbMZ_`M^`SQSMMZYQ` [ZSQbQQ^#!_OT[XQZUZ[ZSQbQQ^#!OXa_`Q^_0QfQbQ^NQ`Q^`^MVQO`QZTQNNQZ QQZX[[\`UVPbMZP^UQVMM^ 5ZPQfQN^[OTa^Qc[^P`NQWZ[\`bQ^_XMSSQPMMZbMZPQY[ZU`[^UZSPUQ U_aU`SQb[Q^PUZTQ`WMPQ^bMZPQ`MMXQZXQQ_bQ^NQ`Q^`^MVQO`QZQZPQ ^QWQZbQ^NQ`Q^`^MVQO`QZ
5?.:%#$%!!! :A>$