2014 -- Successiewet -- Deel 1
Successiewet – les 1 – programma Eén wet, twee belastingen Woonplaats Successierecht • Wettelijk erfrecht en wettelijke verdeling • Testamenten • Wetsficties
SW_PRES01_2014
Versie 3.41 -- 31-dec-2014
Auteur: Wim Laman
1
Eén wet, twee belastingen De Successiewet bestaat uit: Erfbelasting is verschuldigd door erfgenaam of legataris, over een verkrijging krachtens erfrecht, als erflater in Nederland woonde. Schenkbelasting Belasting verschuldigd door begiftigde; over elke bevoordeling uit vrijgevigheid; als schenker in Nederland woonde. SW_PRES01_2014
Versie 3.41 -- 31-dec-2014
Auteur: Wim Laman
2
Fiscale woonplaats
1 van 2
Erfrbelasting en schenkbelasting is alleen verschuldigd als de erflater of schenker in Nederland woonde. Hoofdregel Waar iemand woont, wordt aan de hand van feiten en omstandigheden bepaald – art. 4 AWR. Woonplaatsfictie Schenker of erflater had: Nederlandse nationaliteit woont tot 10 jaar na verlaten NL bij fictie in NL; andere nationaliteit: woont tot 1 jaar na verlaten NL bij fictie in NL. SW_PRES01_2014 Auteur: Wim Laman
Versie 3.41 -- 31-aug-2014
Versie 3.41 -- 31-dec-2014 3
Laman Opleiding & Advies
1
2014 -- Successiewet -- Deel 1
Nalatenschap Erfbelasting wordt geheven over een verkrijging. Dan rijzen de vragen: 1. Wat verkrijgen de erfgenamen? 2. Wie zijn de erfgenamen? De erfgenamen erven samen het gehele vermogen (bezittingen minus schulden) van de erflater. Als de erflater gehuwd was, is ook het huwelijksgoederenregime van belang. Bij algehele gemeenschap van goederen geldt dat de nalatenschap gelijk is aan de helft van het gezamenlijk bezit. SW_PRES01_2014
Versie 3.41 -- 31-dec-2014
Auteur: Wim Laman
Wettelijk erfrecht
4
1 van 2
Heeft de overledene een testament gemaakt, dan bepaalt dat wie wat uit de nalatenschap erft. Is er geen testament dan geldt het wettelijk erfrecht (Burgerlijk Wetboek). Wettelijk erfrecht Het wettelijk erfrecht kent vier groepen: echtgenoot/partner en kinderen; ouders, broers en zusters; van de erflater grootouders; overgrootouders. Personen uit een volgende groep erven pas als er geen personen uit de voorgaande groep meer in leven zijn. SW_PRES01_2014
Versie 3.41 -- 31-dec-2014
Auteur: Wim Laman
Wettelijk erfrecht
5
2 van 2
Verdeling De leden van een groep erven in gelijke delen. Plaatsvervulling Als de groep een persoon telt die is vooroverleden, nemen de nazaten van die persoon zijn/haar plaats in. Zij erven dan met elkaar het deel dat hun voorouder zou erven. Voorbeeld Johan is weduwnaar. Bij zijn overlijden erven zijn drie kinderen. Omdat Janneke is voorover leden nemen haar kinderen Dick e Eveline haar plaats in. José en Maarten erven elk 1/3 deel van de nalatenschap, Dick en Eveline elk 1/6 deel (elk de helft van hun moeders deel). SW_PRES01_2014 Auteur: Wim Laman
Versie 3.41 -- 31-aug-2014
Versie 3.41 -- 31-dec-2014 6
Laman Opleiding & Advies
2
2014 -- Successiewet -- Deel 1
Wettelijke verdeling
1 van 3
Als er geen testament is, geldt de wettelijke verdeling. De langstlevende ouder erft dan samen met de kinderen het vermogen van de overledene, de boedel of nalatenschap. Deze boedel moet daarna verdeeld worden. Bij de wettelijke verdeling worden alle bezittingen en alle schulden aan de langstlevende ouder toebedeeld. Die krijgt dus teveel. De kinderen krijgen daarom een vordering op de langstlevende ouder. Deze vordering is echter niet-opeisbaar. Omdat de kinderen niets in handen krijgen, moet de langstlevende ouder de door de kinderen verschuldigde erfbelasting betalen. De belasting komt in mindering op de niet-opeisbare vordering op de langstlevende ouder. SW_PRES01_2014
Versie 3.41 -- 31-dec-2014
Auteur: Wim Laman
7
Wettelijke verdeling
2 van 3
Alleen als de wettelijke rente hoger is dan 6% wordt op de vordering rente bijgeschreven. Is de wettelijke rente 7,5% dan wordt 7,5% - 6% = 1,5% rente bijgeschreven. Omdat de vordering niet-opeisbaar is en niet rentedragend is, wordt deze gewaardeerd als een renteloze vordering waarvan de langstlevende ouder het vruchtgebruik heeft (zie art. 21-10 SW en art. 5 Uitv.besl. Sw). Bij de langstlevende echtgenoot wordt de waarde van het vruchtgebruik belast, bij de kinderen de waarde van de bloot eigendom (= volle waarde -/- waarde vruchtgebruik).
SW_PRES01_2014
Versie 3.41 -- 31-dec-2014
Auteur: Wim Laman
8
Wettelijke verdeling
3 van 3
Voorbeeld José en Maarten hebben samen een vordering van € 250.000 op hun moeder (57 jr). Hun vordering wordt gewaardeerd op: Volle eigendom € 250.000 Af: waarde vruchtgebruik 6% x 11 x € 250.000 = € 165.000 -/ Waarde blote eigendom € 85.000 art. 10 Uitv. besl. sw
art. 5 Uitv.besl.sw
De waarde van een periodieke uitkering in geld van het leven van één persoon afhankelijk, wordt gesteld op het jaarlijkse bedrag, vermenigvuldigd met: 16
wanneer degene gedurende wiens leven de uitkering moet plaatshebben,
jonger dan 20 jaar is,
15
20 jaar of ouder, doch jonger dan 30 jaar is
14
30 jaar of ouder, doch jonger dan 40 jaar is
13
40 jaar of ouder, doch jonger dan 50 jaar is
12
50 jaar of ouder, doch jonger dan 55 jaar is
11
55 jaar of ouder, doch jonger dan 60 jaar is
10
60 jaar of ouder, doch jonger dan 65 jaar is
SW_PRES01_2014 Auteur: Wim Laman
Versie 3.41 -- 31-aug-2014
Versie 3.41 -- 31-dec-2014 9
Laman Opleiding & Advies
3
2014 -- Successiewet -- Deel 1
Meest voorkomende testamenten
1 van 3
Langstlevendetestament Draagt beschikkingsmacht nalatenschap over op langstlevende echtgenoot; Erfdeel kinderen wordt rentedragend schuldig gebleven; Schuld (incl. rente) is pas opeisbaar bij overlijden, faillissement of huwelijk langstlevende echtgenoot; Nalatenschap langstlevende echtgenoot wordt verminderd met schuld aan kinderen; Renteclausule art. 1 lid 3 SW; Over de erfrechtelijke schuld mag maximaal 6% samengestelde interest worden berekend. Als de rente hoger is, elk jaar deels een schenking – zie art. 9 SW. SW_PRES01_2014
Versie 3.41 -- 31-dec-2014
Auteur: Wim Laman
10
Meest voorkomende testamenten
2 van 3
Vruchtgebruiktestament Kinderen verkrijgen (juridische) eigendom nalatenschap (bloot eigendom) maar langstlevende verkrijgt het recht op de “vruchten” (inkomsten) uit de nalatenschap (bijv. woning – wordt eigendom kinderen, vader/moeder heeft vrij wonen).
Vruchtgebruik vervalt bij overlijden langstlevende; bloot eigendom kinderen groeit dan aan tot vol eigendom. Geen erfbelasting over aangroei tot volle eigendom of over waardestijging vermogen waarop vruchtgebruik rust.
SW_PRES01_2014
Versie 3.41 -- 31-dec-2014
Auteur: Wim Laman
11
Meest voorkomende testamenten
3 van 3
Combinatietestament Langstlevende + kinderen kiezen bij eerste overlijden welk testament (deels) in werking treedt. (Het testament bestaat dan uit een “menu” van twee of meer testamenten waaruit de erven kunnen kiezen.)
Voordeel: niet gebonden door eerdere keuze, je kunt kiezen met de wetenschap van nu..
SW_PRES01_2014 Auteur: Wim Laman
Versie 3.41 -- 31-aug-2014
Versie 3.41 -- 31-dec-2014 12
Laman Opleiding & Advies
4
2014 -- Successiewet -- Deel 1
Tarief
1 van 3
Art. 24 SW: hetzelfde tarief voor schenk- en erfbelasting. Belaste verkrijging
I. Partners en kinderen
I A Kleinkinderen
0 - € 117.214
10%
18%
II. Overige verkrijgers 30%
€ 117.214 en hoger
€ 11.721 + 20% meerdere
€ 21.099+ 36% meerdere
€ 35.164 + 40% meerdere
Pas op: regeling voor kleinkinderen staat in voetnoot bij art. 24 SW !! Tot 2010: drie tariefgroepen, minimum 5% en maximum 68%.
SW_PRES01_2014
Versie 3.41 -- 31-dec-2014
Auteur: Wim Laman
13
Tarief
2 van 3
Begrip partner 1. Gehuwden, niet gescheiden van tafel en bed; 2. Geregistreerd partnerschap; 3. Ongehuwde samenwoners; aanvullende vereisten: 1. Notarieel samenlevingscontract (art. 1a lid 4 SW letters a tot en met e). Eis van het hebben van een samenlevingscontract geldt vanaf 1 jan 2012; zie art. XII overgangsrecht. 2. Geen samenlevingscontract (art. 1a lid 6 SW) wel vijf jaar onafgebroken samen. Pas van belang ná 1 jan 2012. 3. Mantelzorg. Hoofdregel: samenwoners mogen geen bloed verwanten in de rechte lijn zijn. Uitzondering: bij mantelzorg mag dat wel. (6 maanden en ingeschreven). SW_PRES01_2014
Versie 3.41 -- 31-dec-2014
Auteur: Wim Laman
14
Tarief
3 van 3
Stiefkinderen Art. 19 SW: stiefkinderen = eigen kinderen. Geldt sinds 2010 ook voor ongehuwde samenwoners die kwalificeren als partners voor de SW. Pleegkinderen Art. 19 lid 2 SW: pleegkinderen = eigen kinderen. Tariefgroep 1 is van toepassing, mits stief- en pleegkinderen zijn aangewezen in het testament! SW_PRES01_2014 Auteur: Wim Laman
Versie 3.41 -- 31-aug-2014
Versie 3.41 -- 31-dec-2014 15
Laman Opleiding & Advies
5
2014 -- Successiewet -- Deel 1
Vrijstellingen erfbelasting
1 van 3
Art. 32 SW Echtgenoten en partners
(min. € 162.071 na pensioenimputatie)
€ 627.367
art. 32 lid 1 4e sub a SW art. 32 lid 2 SW
(Klein)kinderen
€ 19.868
art. 32 lid 1 4e sub c en sub d SW
Zieke en gehandicapte kinderen
€ 59.601
art. 32 lid 1 4e sub b SW
Verkrijging ouders van een kind
€ 47.053
art. 32 lid 1 4e sub e SW
Overige gevallen
€ 2.092
art. 32 lid 1 4e sub f SW
ANBI/SBBI
geheel vrijgesteld
art. 32 lid 1 3e en lid 8 SW
SW_PRES01_2014
Versie 3.41 -- 31-dec-2014
Auteur: Wim Laman
Vrijstellingen erfbelasting
16
2 van 3
Pensioenimputatie bij partners Pensioen vrij – art. 32-1-5º SW; beperkt partnervrijstelling – art. 32-1-4º sub a SW € 627.367 -/- 50% x pensioen -/- 30% belastinglatentie doch minimaal € 162.071 – art. 32-2 SW. Voorbeeld Sandrina (49 jaar) krijgt bij het overlijden van haar man Joop een vrijgesteld weduwepensioen van € 20.000 per jaar. De gekapitaliseerde waarde hiervan bedraagt 13 x € 20.000 = € 260.000 (artt. 5 en 10 Besluit). De helft van dit bedrag (€ 130.000) wordt na aftrek van een IB-latentie van 30% (= € 39.000) gekort op haar partnervrijstelling. Sandrina houdt dus per saldo een vrijstelling over van € 627.367 – (€ 130.000 - € 39.000) = € 536.367.. SW_PRES01_2014
Versie 3.41 -- 31-dec-2014
Auteur: Wim Laman
Vrijstellingen erfbelasting
17
3 van 3
Algemeen nut beogende instellingen (ANBI) Algehele vrijstelling indien: Tenminste 90% van het doel en de feitelijke werkzaamheden worden beoogd voor het algemeen nut; Als ANBI aangewezen door de Belastingdienst. Sociaal belang behartigende instelling (SBBI) Algehele vrijstelling indien: Het particuliere belang van de leden wordt behartigd en daarmee een sociaal belang wordt gediend (dorpshuizen, hobbyclubs,amateursportverenigingen o.a.); Niet onderworpen aan winstbelasting. SW_PRES01_2014 Auteur: Wim Laman
Versie 3.41 -- 31-aug-2014
Versie 3.41 -- 31-dec-2014 18
Laman Opleiding & Advies
6
2014 -- Successiewet -- Deel 1
einde
SW_PRES01_2014 Auteur: Wim Laman
Versie 3.41 -- 31-aug-2014
Versie 3.41 -- 31-dec-2014 19
Laman Opleiding & Advies
7