Versie augustus 2006
Studiewijzer onderzoeksproject Farmacie (FA-481)
Departement Farmaceutische Wetenschappen
departement Farmaceutische Wetenschappen
Inhoud English summary for students and supervisors 1. Inleiding 2. Ingangseisen 3. Het verwerven van een onderzoeksprojectplaats a. Voorbereidingen b. Buiten het departement c. Buitenland d. Begeleiding 4. Aanmelding 5. Werkplan / opzet / planning 6. Uitvoering / begeleiding tijdens onderzoeksproject 7. Verslaglegging 8. Beoordeling 9. Nuttige (web)adressen
3 4 4 4 4 5 6 6 6 7 7 8 9 9
Bijlagen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Aanwijzingen buitenland Aanwijzingen onderzoeksplan Voorbeeld CV Aanvraag goedkeuring onderzoeksproject Contract onderzoeksproject Beoordelingsformulier onderzoeksproject Evaluatie onderzoeksplaats
-2-
11 13 16 17 18 20 22
Studiewijzer onderzoeksproject
English summary for supervisors (August 2006)
Requirements Utrecht Pharmacy students have to take a 24 week research project in year 5, which will be awarded with 33 European Credit Transfer System points. Preparation Students find research groups using pubmed.gov, upsv.nl, www.druginnovation.uu.nl, and WebCT (FA481) and by talking to older students and Utrecht researchers. They select based on their preferred fields and skills and diseases. They further train the required research skills in the optional courses or individually in Utrecht research groups. Outside Utrecht Research projects can be taken in research institutes and industries throughout the world. Foreign traineeships require more preparation time. The faculty international officer (being the study adviser) has up-to-date information on scholarship programmes. Application One month before starting the students request permission from the Board of Examiners using a Form (Bijlage 4). For external projects (outside Farmaceutische Wetenschappen) an external supervisor is needed as well as an internal examiner (from our academic staff). A list of agreements is also made in advance (Bijlage 5). Project plan After one month the student sends a project plan to the internal examiner, which includes the first part of the empirical cycle: literature review, research hypothesis, study design and detailed work plan. The student should be stimulated to go through these phases rather than just do what he is told. Supervision The daily supervisor and his/her institute are responsible for the student supervision and the student, who is guest in the research group, should respect the list of agreements. In case of problems, the internal supervisor, the coordinator of FA481, or the study adviser should be consulted. Reporting Reports should be written in English, unless the Board of Examiners gave a waiver. Even then, an extended English abstract should be appended. Reports are typically 40 pages with 50 references (mostly primary citations). An example is available on WebCT FA481. In case the examiner and student agreed on a scientific article as a final deliverable, the student should append a project report and protocols to this article to help successor students. All reports are checked automatically for plagiarism using the ephorus account of the internal supervisor. All students have to present their work orally for the examiner and referee. Grading Hardcopies of the report go to those who have to assess it and one copy goes to Student Administration. The grading form is signed by the student, the internal examiner and either the external supervisor or another UU examiner, acting as independent referee(new). The student also evaluates the quality of his research period. This evaluation is confidential and can be taken into account by the Board of Examiners in the process of assessing another application for the same research group. Questions? Should be addressed to the Student Administration,
[email protected] or the coordinator of FA481,
[email protected].
-3-
departement Farmaceutische Wetenschappen
Onderzoeksproject 1. Inleiding In het vierde/vijfde jaar moet je een onderzoeksproject kiezen. Daarbij heb je de vrijheid zelf een onderwerp voor het onderzoeksproject te kiezen en uit te voeren, voorzover de beschikbare voorzieningen (begeleiding, apparatuur) dit mogelijk maken. Er moet daarbij wel een duidelijke relatie met de farmacie zijn. Dat willen zeggen dat tenminste de in het onderzoek gebruikte methoden toepasbaar zijn in de farmacie. De totale duur van het onderzoeksproject, incl. verslag is 24 weken. Het onderzoeksproject is 33 ECTS waard. Voorbereidingstijd die je nodig hebt om op het vereiste niveau te komen voor het doen van het onderzoeksproject kun je niet in mindering brengen met de studietijd die voor het onderzoeksproject is bestemd. Je kunt deze voorbereiding als keuzevak uitvoeren. De kwaliteit van het onderzoek moet door de begeleider gewaarborgd zijn. Leerdoelen van het onderzoeksproject. • • • • •
Na het onderzoeksproject ben je in staat zelfstandig: een literatuuronderzoek te verrichten een vraagstelling te formuleren een onderzoek op te zetten en uit te voeren het eigen werk kritisch te bekijken en daarop te reflecteren zowel mondeling als schriftelijk (in het Engels) te rapporteren.
2. Ingangseisen Voor het indienen van een aanvraag en het volgen van een onderzoeksproject moet je aan de volgende eisen voldoen: • Een bachelordiploma farmacie hebben. • Voldoen aan de specifieke eisen van het onderzoeksproject dat je gaat doen. Je begeleider bepaalt of dat zo is, of dat je je nog extra moet voorbereiden. 3. Het verwerven van een onderzoeksprojectplaats Voorbereidingen Het is belangrijk dat je onderzoek gaat doen naar een onderwerp waar je echt voor gemotiveerd bent: een half jaar is een lange tijd waarin je doorzettingsvermogen kunt gebruiken. Een leuk en interessant onderwerp maakt het je gemakkelijker. Begin tijdig, dat wil zeggen ongeveer een half jaar van te voren, met de voorbereidingen Het bedenken van een onderwerp is dan ook het eerste wat je te doen staat. Je kunt daarvoor met medestudenten praten, of bijvoorbeeld met studenten die al onderzoek gedaan hebben. Studievereniging UP verzamelt ervaringen van studenten voor hun website. Je kunt ook denken aan vakken die je leuk vond, of docenten die je enthousiast hebben gemaakt voor hun vakgebied. En op de website van het onderzoeksinstituut UIPS (www.pharm.uu.nl/uips) vind je per disciplinegroep een beschrijving van het type onderzoek dat daar plaatsvindt. Een overzicht van hoogleraren en hun farmaceutisch onderzoek bij de UU vind je bij Drug Innovation (www.drug-innovation.uu.nl > institutes > list of professors). En in de WebCT cursus FA481 worden soms interessante projectvoorstellen geplaatst in het discussieforum. Ook staat hier vermeld hoe je in -4-
Studiewijzer onderzoeksproject
aanmerking kunt komen voor de prijs van de Wetenschapswinkel Geneesmiddelen voor het verslag met de grootste maatschappelijke relevantie. Iedere disciplinegroep heeft een coördinator onderzoeksprojecten (zie paragraaf 9). Met deze coördinator kun je een afspraak maken om over jouw onderzoeksproject te praten, maar dat kun je ook met een andere docent of je tutor doen (bijvoorbeeld als je niet precies weet binnen welke disciplinegroep jouw onderwerp past). In beide gevallen zul je meestal doorverwezen worden naar docenten en onderzoekers die onderzoek doen op het gebied waarin jij dat wilt, en je daar in kunnen begeleiden. Op die manier kom je steeds dichter bij het uiteindelijke onderwerp waar jij onderzoek naar gaat doen, en bij de begeleider die jou tijdens het onderzoek zal begeleiden. Een andere manier van zoeken is om bij pubmed.gov het onderwerp in te typen dat je interesseert en de plaats waar je dit wilt onderzoeken. Door te kijken wie er over publiceert, vind je waarschijnlijk de juiste interne en/of externe begeleider. Ook kun je alvast nadenken over het type onderzoek dat je wel of beslist niet wilt doen: onderzoek in een laboratorium, met proefdieren, werken met computers, dossieronderzoek, met mensen etc. Een verdere overweging is het ziektebeeld dat je wilt bestuderen. Buiten het departement Je kunt ook zelf een instelling benaderen voor een onderzoeksplaats. De Universiteit Utrecht heeft uitwisselingsprogramma’s met meerdere universiteiten in de wereld. Ook onze onderzoekers hebben uitstekende contacten met nationale en internationale onderzoeksgroepen. In vergelijking met een onderzoek aan het eigen instituut, is dit in zekere zin vergelijkbaar met solliciteren. Je kunt instellingen waar je graag een onderzoeksproject zou willen doen schriftelijk of telefonisch benaderen. Zorg ervoor dat je, vóórdat je contact opneemt met een instelling, al over de nodige informatie over die instelling beschikt. Bijvoorbeeld hoe groot die instelling is, wat voor afdelingen er zijn, en waar die instelling of die afdelingen zich mee bezighouden. Vraag foldertjes aan, lees oude onderzoeksprojectverslagen etc. Het is altijd een voordeel als je weet welke persoon je moet benaderen. Let erop dat je, als je voor de telefonische benadering kiest, het gesprek goed voorbereidt, dat je vanaf een rustige plaats belt, en dat je de juiste persoon aan de lijn krijgt. Informeer vooraf of die persoon op dat moment tijd voor je heeft en zo niet, spreek dan een moment af waarop je terugbelt. Biedt altijd aan een brief en een curriculum vitae op te sturen. Een curriculum vitae (CV), letterlijk een levensloop, is een opsomming van vooropleiding, studie, nevenactiviteiten, werkervaring etc. Een voorbeeld van de opzet van een CV tref je achter in deze handleiding aan (Bijlage 3). Een brief waarin je verzoekt om een onderzoeksprojectplaats is qua vorm vergelijkbaar met een sollicitatiebrief. De brief bevat in ieder geval de volgende elementen: • • • • • •
Geef aan wat het doel van de brief is, nl. informeren naar de mogelijkheid om een onderzoeksproject te doen. Leg uit in welk kader je het onderzoeksproject doet. Geef aan wat voor soort onderzoeksproject je daar zou kunnen en willen doen. Dit hoeft geen uitgewerkt plan te zijn, maar wel een reële, concrete suggestie. Motiveer waarom je juist bij die organisatie je onderzoeksproject zou willen doen. Geef aan wanneer je het onderzoeksproject zou willen doen. Stuur altijd een curriculum vitae mee
Als je twee weken na het versturen van de brief nog geen reactie hebt gehad, neem dan telefonisch contact op.
-5-
departement Farmaceutische Wetenschappen
Het is gebruikelijk om ook als je via het departement op een onderzoeksprojectplaats bent gewezen, daarna zelf contact op te nemen met de desbetreffende organisatie. Je moet dan nog wel “solliciteren”, want soms zijn er meer kandidaten en zal de aanbiedende organisatie uiteindelijk een selectie moeten maken. Buitenland Veel studenten zien het onderzoeksproject als de ideale gelegenheid om een tijdje in het buitenland te studeren. Dat is het ook. Maar het is niet vanzelfsprekend dat je dat gaat doen. Ook hier is het weer belangrijk dat je echt gemotiveerd bent om naar het buitenland te gaan. Het vergt uiteraard meer voorbereiding, contact leggen met onderzoekers in het buitenland gaat vaak moeizaam, en het kost extra geld. In Bijlage 1 staat meer informatie over het regelen van een project in het buitenland, van voldoende financiën, en van verzekeringen, visa en vaccinaties. Begeleiding Wanneer je binnen het departement Farmaceutische Wetenschappen je onderzoeksproject gaat doen, zul je te maken krijgen met twee begeleiders. Eén begeleider is de eindverantwoordelijke begeleider, die ook vermeld zal zijn als begeleider bij de aanvraag voor goedkeuring (zie paragraaf 4). In veel gevallen zul je ook een dagelijkse begeleider hebben, iemand die je dagelijks ziet en je kan helpen bij kleine vragen en problemen. De dagelijkse begeleider is vaak een AIO, die in hetzelfde onderwerp onderzoek doet en daarop gaat promoveren. Wanneer je buiten het departement Farmaceutische Wetenschappen onderzoek gaat doen, zul je zowel een interne als een externe begeleider hebben. De interne begeleider is degene die vanuit het departement het onderwerp en nivo van jouw onderzoek zal bewaken, de externe begeleider zal uit hoofde van het eigen onderzoeksprogramma eindverantwoordelijke zijn tijdens jouw onderzoeksperiode. Ook daar zul je vaak een andere dagelijkse begeleider toegewezen krijgen. De interne begeleider zal het eindcijfer voor jouw onderzoek vaststellen, in overleg met de externe begeleider (zie ook paragraaf 6), de dagelijkse begeleider (b.v. AIO) en een referee. De referee is niet direct bij het onderzoek betrokken maar beoordeelt wel je verslag en mondelinge presentatie. Een externe en interne begeleider moet je altijd hebben zodra je buiten het departement onderzoek gaat doen. Dus zowel als je binnen Utrecht naar een andere faculteit gaat, als binnen Nederland naar een andere universiteit of onderzoeksinstelling (bijvoorbeeld Organon), als naar het buitenland. NB. Overleg altijd voordat je vaste afspraken maakt met een instelling buiten het departement met een docent die je intern zou kunnen begeleiden. Je kunt geen toezeggingen doen aan een instelling, voordat je een interne docent bereid hebt gevonden je te begeleiden!
4.
Aanmelding
Houd er rekening mee dat de aanmelding minstens een maand voor de start bij het departement bekend moet zijn. Het aanmeldingsformulier lever je in bij de afdeling Onderwijs- en Studentenzaken. Eisen aan een onderzoeksproject:
-6-
Studiewijzer onderzoeksproject
-
-
-
het onderzoeksproject moet de mogelijkheid bieden werk te doen dat aansluit op het niveau van de opleiding; het onderzoeksproject moet de mogelijkheid bieden werk te doen dat inhoudelijk aansluit op de door de student in zijn/haar studie verworven kennis en/of vaardigheden. de uitvoering van de opdracht dient op zijn minst ten aanzien van een deelaspect tot afronding te kunnen worden gebracht. de verslaglegging moet voor de instelling bruikbare informatie bevatten. Het zal in de regel dienen om een eventuele opvolger in het project volledig te informeren over de bereikte stand van zaken. als de onderzoeksgroep een verslag in de vorm van een artikel verwacht, dan wordt er ook nog een projectverslag met protocollen gemaakt voor een eventuele opvolger.
In het onderzoeksproject voer je een afgebakend project uit. Deze wordt vastgelegd in het onderzoeksplan (zie Bijlage 2). De onderzoeksprojecten binnen de opleiding farmacie moeten goedgekeurd worden door de Examencommissie. De Examencommissie toetst op het onderwerp van jouw onderzoek (is het wel farmaceutisch of gelieerd aan de farmacie?), op het nivo, en of je aan de ingangseisen om te starten met het onderzoek voldoet. In Bijlage 4 vind je het formulier dat je hiervoor in moet leveren bij de afdeling Onderwijs- en Studentenzaken. Daarbij lever je max. 1 A4 in met een beschrijving van het project. Dit geldt voor zowel projecten die gedaan worden binnen het departement als buiten het departement. Dit formulier krijg je ondertekend door de Examencommissie retour ter bevestiging van de opgave en de goedkeuring van het onderzoeksproject. De goedkeuring moet zijn verleend voordat je kunt beginnen met het onderzoeksproject. Als je naar het buitenland wilt moet je soms (bijvoorbeeld in verband met visumaanvraag of fondsen) al toestemming hebben voordat je aan de ingangseisen voldoet. Het is mogelijk dat je dan voorlopige toestemming krijgt, zodat je je zaken kunt regelen. Voordat je daadwerkelijk vertrekt zal dan gecontroleerd worden of je inmiddels wel aan de ingangseisen voldoet. Als dat niet zo is, kan het geheel niet doorgaan. Je moet dus zelf inschatten hoe reëel het is dat je een aanvraag doet, en wat het risico is van een te optimistische inschatting van je studievoortgang. De Examencommissie moet officieel binnen 20 werkdagen een verzoek hebben afgehandeld. Hoewel ze er meestal korter over doet is het toch goed met die termijn rekening te houden.
5.
Werkplan / onderzoeksopzet / planning
Na 4 weken moet je na literatuuronderzoek zelf een gedetailleerd onderzoeksplan opgesteld hebben. In Bijlage 2 worden aanwijzingen gegeven om een dergelijk onderzoeksplan op te stellen. Bij dit onderzoeksplan hoort een practisch werkplan met werkafspraken. Tijdens het onderzoek biedt dit werkplan een goede houvast.
6.
Uitvoering / begeleiding tijdens onderzoeksproject
De begeleiding zal tijdens het onderzoeksproject in hoofdzaak plaatsvinden door de dagelijkse begeleider. Deze werkt je in en is eerste aanspreekpunt voor vragen en problemen. Over de wijze en frequentie van begeleiding door de dagelijkse begeleider zijn afspraken gemaakt. Deze afspraken zijn opgenomen in het contract (zie Bijlage 5). Het verdient aanbeveling tijdens het onderzoeksproject een 'journaal' bij te houden waarin dagelijks/wekelijks aantekeningen, werkverslagen, verslagen van vergaderingen -7-
departement Farmaceutische Wetenschappen
worden bijgehouden. Hiervan kun je bij het maken van je verslag (zie paragraaf 7) gebruik maken. Ook kunnen met een interne examinator afspraken gemaakt worden, bijvoorbeeld over tussentijdse schriftelijke rapportages of terugkombijeenkomsten. Ook kan afgesproken worden dat het aan de student overgelaten wordt om tijdens het onderzoeksproject contact op te nemen met de interne examinator. Idealiter zou de examinator vooraf, bij de afspraken over het werkplan, tijdens het onderzoeksproject t.b.v. een voortgangsgesprek, en op het einde van het project, ter bespreking van het verslag, de onderzoeksplaats moeten bezoeken. Daarnaast kan de externe begeleider voor een gesprek naar de universiteit komen. In de praktijk zal dit er echter niet van komen bij externe projecten. De student moet echter wel minimaal 1 maal een tussenreportage aan de interne examinator sturen! Problemen moet je in eerste instantie oplossen met de dagelijkse begeleider of de interne examinator bij een stage buiten het departement. In geval van conflicten of voor 'technische', procedurele vragen kan een beroep gedaan worden op de studieadviseur.
7.
Verslaglegging
Het onderzoeksproject wordt afgesloten met een schriftelijk verslag en een mondelinge presentatie voor (een deel van) de disciplinegroep, waar het onderzoek wordt beoordeeld. De opzet van het verslag moet voldoen aan de eisen van wetenschappelijk rapporteren. Dat wil zeggen dat het beknopt, maar nauwkeurig moet zijn, het een goed gedefinieerde vraagstelling heeft, er een methodische opbouw in de presentatie van de resultaten zit en er een verantwoorde conclusie op basis van de gepresenteerde gegevens wordt gegeven. Correct gebruik van de taal is eveneens vereist. Deze beoordelingseisen dienen expliciet met je besproken te worden bij de bespreking van het onderzoeksplan met de interne en/of externe begeleider. Het verslag dient in het Engels geschreven te worden. De Examencommissie kan op verzoek van de student daarvan vrijstelling verlenen, zodat het verslag in het Nederlands kan. De student zal dan wel goede redenen moeten hebben en dient een ‘extended abstract’ in het Engels toe te voegen. Indien de begeleider een artikel als eindproduct verwacht, moet de student toch een projectverslag en protocollen als bijlage opnemen voor eventuele opvolgers. Het schrijven van het eindverslag is voor veel studenten een klus waar ze erg tegenop zien. Het komt regelmatig voor dat het onderzoeksproject uitstekend verlopen is, maar dat het eindverslag daarvan nooit af komt met alle gevolgen van dien. In ‘Master Farmacie. Hoe wordt je dat …’ staat een uitgebreide bijlage waarin je kunt vinden hoe je een verslag (en een presentatie) opzet, hoe je komt tot de eerste versie, hoe je een literatuurlijst maakt, enzovoorts. Daar zijn ook veel boeken over geschreven. Verder is het mogelijk om een schrijfcursus te doen bij het James Boswell Instituut en bij het IVLOS. Een handleiding voor het wetenschappelijk schrijven in het Engels staat op WebCT onder de cursus FA-481. Ook staat hier een voorbeeldverslag. Als je merkt dat je aanhikt tegen het verslag, wacht dan niet te lang met aangeven van dat probleem. Allereerst kun je naar je (dagelijkse) begeleider stappen. Maar je kunt ook langs de studieadviseur, Manon Thijssen. Belangrijk is dat je er snel mee aan de slag gaat. Want hoe langer je wacht, hoe moeilijker het wordt je verslag af te krijgen. De student geeft een hardcopy van het verslag aan alle beoordelaars en 1 versie aan Onderwijs- en Studentenzaken. Een elektronische versie wordt opgestuurd naar student.ephorus.nl met als inlevercode het emailadres van de interne examinator. Als dit -8-
Studiewijzer onderzoeksproject
niet werkt, omdat de examinator niet bij ephorus is aangemeld, kun je
[email protected] als code invoeren en een mailtje naar hetzelfde adres sturen met daarin de naam van je examinator. De examinator krijgt dan via een omweg bericht alvorens te beoordelen.
8.
Beoordeling
De beoordeling vindt plaats door de verantwoordelijke interne examinator, waarbij gekeken wordt naar: • • • • • • •
het onderzoeksplan, de voortvarendheid in het onderzoek, interesse, ijver, aanpassing, de kennis van het onderwerp, eigen, extra literatuurstudie en zelfstandigheid de mondelinge presentatie het verslag.
De uiteindelijke beoordeling wordt door de interne examinator vastgesteld in overleg met de eventuele externe begeleider, of met de dagelijkse interne begeleider en een UU collega die niet direct bij het onderzoek betrokken is. Er moet dus altijd door twee onafhankelijke personen worden getekend, waarvan 1 persoon een interne examinator van het departement Farmaceutische Wetenschappen is, dus een UD, UHD of hoogleraar. Bij een extern project tekenen de externe begeleider en de interne examinator. Bij een intern project tekenen de interne examinator en een UU staflid, die ook het verslag en de mondelinge presentatie heeft bijgewoond. Dit laatste is nieuw; bespreek dit op tijd met je interne examinator! In Bijlage 6 is een beoordelingsformulier voor het onderzoeksproject opgenomen. Ook van de student wordt een anonieme beoordeling van de stageplaats verwacht (Bijlage 7). Dit helpt de Examencommissie bij haar beoordeling van nieuwe aanvragen.
9.
Nuttige (web)adressen
Facultaire Internationaliseringsmedewerker (algemene informatie, beursaanvragen) Mw.drs. Manon Thijssen (tevens studieadviseur) WENT, kamer W.001 Tel: 030 – 253 7918 e-mail:
[email protected] International Office Marinus Ruppertgebouw, Leuvenlaan 19 Tel: 030 – 253 2696 www.uu.nl/internationaloffice Vaccinatie: UU, afdeling Arbo en Milieu, mevrouw Bouma Bestuursgebouw, dagelijks van 8 tot 12 uur, behalve woensdags Tel: 030 – 253 4467 Declaratie vaccinatiekosten Mw.dr. Dicky van Heuven WENT, kamer W.014 Tel: 030 – 253 7315 -9-
departement Farmaceutische Wetenschappen
e-mail:
[email protected] Inhoudelijke informatie: www.pharm.uu.nl www.drug-innovation.uu.nl Contactpersonen binnen UIPS: Biofarmacie: prof.dr. W. Hennink Biomoleculaire Massaspectrometrie: prof.dr. A. Heck Farmaceutische Analyse: prof.dr. A. de Jong Medicinal Chemistry: prof.dr. R. Liskamp Farmacognosie: dr. C. Beukelman Immunofarmacologie: dr. P. Henricks Psychofarmacologie: prof.dr. B. Olivier Farmacotherapie: prof.dr. A. de Boer Farmacoepidemiologie: prof.dr. H. Leufkens Toxicologie: mw.dr. I. Meijerman Wetenschapswinkel: mw.drs. E. van Geffen Algemene informatie stages : www.uu.nl/ssc/stage Algemene informatie buitenland: www.wilweg.nl www.nuffic.nl www.uu.nl/delta www.uu.nl/studyabroad www.studieinfo.nl www.afstuderen.pagina.nl Verzekering: www.lippmann.nl Visa: www.uu.nl/visa www.minbuza.nl Financiën: www.vsnu.nl/geldbron www.vsbfonds.nl/beurzen www.nuffic.nl/studie/beursopener www.ib-groep.nl
- 10 -
Studiewijzer onderzoeksproject
Bijlage 1 Aanwijzingen buitenland In gesprekken met coordinatoren van disciplinegroepen, docenten en onderzoekers is het goed al een idee te hebben in welk buitenland je je onderzoek zou willen doen. Maar als het onderwerp dat jij wilt onderzoeken net niet daar, maar in een ander land wel gebeurt, is het de moeite waard te overwegen om je zinnen te verzetten naar een ander land. Als je onderzoek gaat doen in het buitenland moet je extra veel aandacht besteden aan het vooraf maken van afspraken over de inhoud,. Duur van het project, de begeleiding op de werkplek, enzovoorts. Deze afspraken worden dan formeel vastgelegd in het werkplan en in het contract. Een buitenlandse onderzoeksgroep heeft geen onderwijsverplichting voor Utrechtse studenten. Het is dus belangrijk een project te kiezen waarvoor je de vaardigheden al hebt of de vereiste vaardigheden in een keuzevak aan te leren. Eventueel kun je aan een onderzoeksgroep van het departement Farmaceutische Wetenschappen vragen of je enkele weken een bepaalde techniek mag oefenen, voordat je naar het buitenland gaat. Bespreek dit met de interne begeleider. Als je naar het buitenland gaat voor je onderzoeksproject zijn er naast onderwerp en begeleiding nog flink wat andere zaken die je moet regelen. Daar moet je voldoende tijd voor uittrekken, want je kunt het maar beter (te) ruim van tevoren regelen, dan net iets te laat. Informeer je in ieder geval in een vroeg stadium over deadlines en beoordelingstermijnen.
Financiën Een verblijf in het buitenland is vaak een dure grap: levensonderhoud is vaak duurder, huisvesting is duurder, de huur in Nederland tikt gewoon door, en aan allerlei papieren zijn (hoge) kosten verbonden. Daarnaast gebruiken veel studenten weekenden en andere vrije tijd om het land verder te verkennen. Gelukkig zijn er ook flink wat manieren om aan extra geld te komen. Informeer steeds tijdig naar de deadlines. Het zou jammer zijn als je geld misloopt omdat de aamvraagtermijn verlopen is. Zo kun je via www.wilweg.nl doorklikken naar financieringsmogelijkheden. Ook www.vsnu.nl/geldbron en www.vsbfonds.nl/beurzen bieden mogelijkheden voor de aanvraag van beurzen. Via de facultaire internationaliseringsmedewerker Manon Thijssen kun je een aanvraag doen voor een ERASMUS-beurs (naar universiteiten binnen Europa) of een Trajectumbeurs (universiteiten en instellingen buiten Europa). Ook heeft zij een overzicht van beursprogramma’s voor getalenteerde studenten. Daarnaast kun je via de International Office deelnemen aan selecties voor andere beurzenprogramma’s (bijvoorbeeld Leonardo da Vinci, Delta). Ook de KNMP biedt mogelijkheden om een beurs aan te vragen. Formulieren daarvoor kun je rechtstreeks bij de KNMP aanvragen. Niet alle beurzen gaan samen: sommige beurzen worden niet toegekend als een andere beurs is aangevraagd of toegekend. Informeer daar naar. Je kunt natuurlijk wel meerdere beurzen tegelijk aanvragen. Ook kun je fondsen aanschrijven of telefonisch benaderen. Via www.nuffic.nl kun je daarvoor de beursopener gebruiken. Verder kun je denken aan bijvoorbeeld de Nederlandse Hartstichting als je onderzoek gaat doen naar hart- en vaatziekten, of het Koningin Wilhelmina Fonds als je onderzoek gaat doen naar kanker. Bezoek daarvoor de websites. Raadpleeg ook je interne begeleider bij de disciplinegroep.
- 11 -
departement Farmaceutische Wetenschappen
Voor de meeste beurzen en fondsen is het noodzakelijk dat je onderzoeksproject is goedgekeurd door de Examencommissie. Daarnaast is meestal toestemming van de ontvangende instelling nodig. Verder verzoeken veel fondsen om een begroting in te leveren, en om aanbevelingsbrieven. Voor aanbevelingsbrieven kun je het beste docenten benaderen: die kunnen inhoudelijk een oordeel geven, en weten vaak hoe je binnen het onderwijs functioneert. De studieadviseur Manon Thijssen maakt aanbevelingsbrieven die meer ingaan op je studievoortgang, gemiddelde cijfers en bestuursactiviteiten binnen farmacie. Verder kun je geld besparen door bij de IBG een vergoeding aan te vragen omdat je je OV-kaart niet gebruikt. Je moet dan minimaal 4 weken in het buitenland verblijven. Aanvraagformulieren kun je afhalen bij het Studenten Service Centrum. Een andere mogelijkheid is je kamer in onderhuur te doen via de SSH. In de tijd dat jij in het buitenland verblijft kunnen dan buitenlandse gasten die in Nederland verblijven gebruik maken van jouw (leegstaande) kamer. Neem daarvoor contact op met de SSH.
Verzekering, visum en vaccinatie Voor je verblijf in het buitenland moet je zelf je ziektekostenverzekering en je wettelijke aansprakelijkheid (WA) regelen. Aanvullende verzekering is vaak niet nodig, omdat iedere student van de UU tijdens zijn stage onder een collectieve verzekering valt, met een dekking tot 907.560 euro. Als je riskant (lab)werk gaat doen, kun je het beste via de disciplinegroep (interne begeleider) of de gastinstelling nagaan hoe dat het best verzekerd kan worden. Soms is het mogelijk om onder een lokale collectieve aansprakelijkheidsverzekering te vallen. De Lippmann-groep heeft een speciaal studentenverzekeringspakket voor buitenlandse reizen (zie www.lippmann.nl). Je bent ook zelf verantwoordelijk voor het verkrijgen van een visum. Informatie daarover kun je vinden op www.uu.nl/visa. Op de website van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (www.minbuza.nl) vind je de adressen van buitenlandse ambassades en consulaten in Nederland. Let vooral op termijnen en deadlines. Voor benodigde verklaringen en stempels kun je terecht bij Onderwijs- en Studentenzaken (W.012, 030 – 253 7310) of de facultaire internationaliseringsmedewerker Manon Thijssen (W.001, 030 – 253 7918). Voor noodzakelijke vaccinaties in verband met een buitenlands verblijf kun je terecht bij de UU, afdeling Arbo en Milieu in het Bestuursgebouw (030 – 253 4467, mevrouw Bouma, dagelijks van 8 tot 12 uur behalve woensdag). De kosten kun je declareren bij mevrouw Van Heuven (kamer W.014). Je moet dan wel de originele nota’s inleveren.
- 12 -
Studiewijzer onderzoeksproject
Bijlage 2 Aanwijzingen onderzoeksplan In deze bijlage wordt in het kort aangegeven hoe onderzoek doen in z’n werk gaat . Voor uitgebreidere informatie worden er een aantal literatuur suggesties gedaan. Onderzoek doen kent 5 fasen: het formuleren van een probleemstelling het maken van een onderzoeksontwerp en werkplan het verzamelen van gegevens het analyseren van gegevens de rapportage Het formuleren van een probleemstelling In onderzoek gaat het altijd om een vraag. Je wilt iets weten en daarvoor ga je gegevens verzamelen. De onderzoeksvraag wordt de probleemstelling genoemd. Grofweg zijn er drie soorten onderzoeksvragen: Beschrijvend: wat-vragen: wat is het effect van voeding op de cholesterolspiegel in het bloed, wat zijn de ontledingsproducten van stof X, wat zijn de bijwerkingen van antipsychotica. Explorerend: waarom-vragen: je gaat iets verder dan alleen de wat-vraag. Bijvoorbeeld op welke manier worden voedingsstoffen omgezet naar bloedcholesterol, waarom werkt stof X bij ziekte Y, waarom gebruiken mensen lifestyle geneesmiddelen. Toetsend: klopt het-vragen: je hebt een bepaald idee en je wilt nagaan of dit klopt. Dat idee noemen we de hypothese. Tijdens het onderzoek ga je kijken of je bewijs kunt vinden voor deze hypothese. Bijvoorbeeld: voedingsmiddelen die weinig vet en cholesterol bevatten hebben een verlagend effect op de bloedcholesterol, stof X helpt niet bij patiënt Z met de ziekte Y, de dosering van antipsychotica is in instellingen hoger dan de geregistreerde aanbevolen dosering. Wanneer je de werkelijkheid gaat toetsen spreken we van empirische toetsing. Empirie betekent de waarneembare werkelijkheid. Het maken van een onderzoeksontwerp en werkplan Voordat je aan een onderzoek begint, ga je nadenken hoe je het onderzoek uit gaat voeren. Inmiddels heb je door literatuuronderzoek en het formuleren van je probleemstelling een idee wat je gaat onderzoeken en nu moet je bedenken hoe, bij wie en wanneer je dat gaat onderzoeken. Wat: Vanuit de probleemstelling bepaal je welke kenmerken je wilt meten. Deze kenmerken worden variabelen genoemd. Variabelen moeten meetbaar en goed gedefinieerd (wat bedoel je er precies mee) zijn. Het vertalen naar meetbare variabelen wordt operationaliseren genoemd. Belangrijk bij de operationalisatie is dat de meting betrouwbaar en valide is. Betrouwbaar wil zeggen dat als een andere onderzoeker het onderzoek overdoet deze dezelfde resultaten vindt. Valide wil zeggen dat je meet wat je denkt te meten. Hoe: Welke onderzoeksmethoden ga je gebruiken? Hoe ga je de kennis vergaren: mondeling of schriftelijk, met een enquête of een interview, observatie of experimenteel, ‘at random’ of specifiek geselecteerd. En welke apparatuur of hoeveel stoffen heb je daar bij nodig.
- 13 -
departement Farmaceutische Wetenschappen
Wie/waar: Bij wie of waar ga je de informatie verzamelen? Dat kunnen personen zijn, maar ook proefdieren, geïsoleerde organen of een enzymoplossing. De personen bij wie je de informatie verzamelt, worden de proefpersonen of respondenten genoemd. Deze vormen meestal een selectie uit de groep van personen op wie men zich richt. De hele groep noemt men de populatie. Daaruit wordt meestal een steekproef getrokken. Niet alleen de grootte van de steekproef, maar ook de wijze waarop die getrokken wordt moet van tevoren nauwkeurig bepaald worden. Ook bij biologische en chemische experimenten moet voor een goede steekproef een selectie gemaakt worden uit dieren, weefsels of stoffen. Bij de opzet moet al rekening worden gehouden met de aantallen proefobjecten die nodig zijn om een statisch bewijs te kunnen leveren. Wanneer: Hoe ziet de planning van het onderzoek eruit? Een onderzoeksplan bevat een werkplan voor het hele projectduur en een aanduiding van de tijd die je nodig hebt voor de voorbereiding, verzamelen van de data, verwerking van de gegevens, analyse van de resultaten, eindrapportage en de evaluatie. Hieronder staat een werkplan met te maken werkafspraken. Doelen maand 1: • Uitvoeren literatuuronderzoek • Formuleren onderzoekshypothese • Keuze onderzoeksmethode • Maken onderzoeksopzet Doelen maand 2: • Testen onderzoeksmethode • Validatie onderzoeksmethode • Indienen onderzoeksplan • Bespreken onderzoeksplan met begeleider • Afspraken over begeleiding • Afspaken over contacturen • Afspraken over aanwezigheid bij werkbesprekingen Doelen maand 3: • Uitvoeren experimenten Doelen maand 4: • Uitvoeren experimenten Doelen maand 5: • Uitvoeren experimenten • Analyse van de resultaten • Evaluatie van de resultaten • Literatuuronderzoek • Discussie over de resultaten en reflectie op eigen werk Doelen maand 6: • Schrijven verslag • Afspraken over omvang • Afspraken over aantal exemplaren en drukkosten • Afspraken over geheimhouding • Houden van een mondelinge presentatie • Afspraken over publiek • Afspraken over taal • Afpraken over proefpraatje • Afspraken over beoordeling
- 14 -
Studiewijzer onderzoeksproject
Het verzamelen en analyseren van gegevens. In het onderzoeksplan heb je al aangegeven welke methoden je hiervoor gaat gebruiken. Voor de analyse kun je gebruik maken van statistische technieken. Tijdens deze fase is het ook belangrijk om contact te houden met je begeleider. De rapportage Instructie over de opzet van een onderzoeksverslag kun je vinden op WebCT bij FA481: richtlijnen (Guidelines) voor het schrijven van een wetenschappelijk artikel in het Engels. Begin te schrijven zonder bronnen in de buurt om plagiaat te voorkomen! Aanbevolen literatuur • • • •
Heinze Oost en Angela Markenhof, Een onderzoek voorbereiden. HB Uitgevers 2005, ISBN 9055743763 Heinze Oost, Een onderzoek uitvoeren. HB Uitgevers 2002, ISBN 9055743739 Heinze Oost en Janny de Jong, Een onderzoek rapporteren. HB Uitgevers 2005, ISBN 9055743747 Heinze Oost, Een onderzoek begeleiden. HB Uitgevers 2004, ISBN 9055744328
- 15 -
departement Farmaceutische Wetenschappen
Bijlage 3 Example curriculum vitae Personal characteristics Family name First names Place and date of birth Gender Nationality Address Postal code and city Telephone Email Personal website Training 1994 - 2000 2000 - 2003 2003 - present
Working experience1 1999 – 2001 2001 - 2002 2002 – present
:___________________________ :___________________________ :___________________________ :___________________________ :___________________________ :___________________________ :___________________________ :___________________________ :___________________________ :___________________________
Secondary school, atheneum B Stedelijk Lyceum, Dordrecht Bachelor Pharmacy, Universiteit Utrecht Graduation date: 23 August 2003 Master Pharmacy profile: patient-oriented track: honours programme Additional courses on ethics and the philosophy of science. various jobs in catering business temporary staff during international fairs in the Jaarbeurs student-assistant for the department of Pharmaceutics Job description: supervision of practicals year 2.
Further experience of relevance 2002 member of the introduction committee Pharmacy 2002 - 2003 member of the Faculty Board 2003 – 2004 member of the Board of Studies Hobby's Acting, canoepolo
1
Specifically mention your duties and responsibilities. - 16 -
Studiewijzer onderzoeksproject
Bijlage 4 Application form for a research project (version August 2006)
Family name First name Address Postal code and city Telephone/e-mail UU student number Tutor Institute/department Research group/section Head of department Name daily supervisor Address Postal code and city Country Telephone/e-mail Examiner Institute Address Postal code and city Telephone/e-mail Title Research project (use an extra paper max. 1 A4, for a description incl. methods and techniques) Period
from
till
Credits (ECTS)
Date and signature student
Date and signature examiner
(Normally 33 ECTS for 24 weeks)
Date and signature supervisor
Date and signature Board of Examiners
2
2
Inleveren bij de balie van Onderwijs- en Studentenzaken; na goedkeuring krijgt de student een door de Examencommissie getekend exemplaar retour - 17 -
departement Farmaceutische Wetenschappen
Bijlage 5 List of agreements between supervisor, examiner and master student (version August 2006). Family name First name Address Postal code and city Telephone E-mail (UU-mail) UU student number Institute/department Research group/section Head of department Name daily supervisor Address Postal code and city Country Telephone/e-mail Institute/department 4. Agreements concerning absence by holidays, master courses, language, et cetera
Language of the report Language of the presentation
English
The daily supervisor informs the student about the normal procedures at the work floor. Particular details:
continued overleaf …
- 18 -
Studiewijzer onderzoeksproject
The student joins in the next meetings of the research group:
Within one month after the start of the research project, the student has to make a detailed description of the research project in view, inclusive the scientific problems and the way to tackle them. This is due to the fact that at the time of starting a research project mostly only general lines are known and not the specific details. The description (project plan) has to be made on a separate A4, viewed and signed by the daily supervisor, and sent to the internal examiner.
Six weeks before the intended end of the research project, at the latest, agreements between student, supervisor and internal examiner have to be made concerning the finishing touch of the research project. Agreements involve date of submitting the first version of the written report by the student, the period required for the supervisor to look over this version, how many versions follow, deadline for submitting of the final version, date of oral presentation, and finally laying down the point in time of the final assessment.
Student Date and signature:
Daily supervisor Date and signature:
- 19 -
Internal examiner Date and signature:
departement Farmaceutische Wetenschappen
Bijlage 6 Evaluation form for a research project (version August 2006) Family name First name Address Postal code and city Telephone/e-mail UU student number Tutor Name daily supervisor Email daily supervisor Name UU referee3 Email UU referee Internal examiner Department Email examiner Title Research project Period
from
till
Credits (ECTS) Assessment Component
(Normally 33 ECTS for 24 weeks) External supervisor/UU referee Weight
Grade
Amount of practical work
(e.g. 30%)
Quality of work
(e.g. 20%)
Initiative
(e.g. 10%)
Written report
(e.g. 30%)
Oral presentation
(e.g. 10%)
Internal examiner Weight
Grade
… …
Final grade (given by internal examiner): Overall impression of student performance (given by daily supervisor): Student Date and signature:
External supervisor/ UU referee Date and signature:
Excellent (top 10%) Very Good (top 20%) Good (top 30%) Internal examiner Date and signature: Checked for plagiarism!4
3 4
If applicable See the attached explanation - 20 -
Studiewijzer onderzoeksproject
Explanation evaluation form research project Upon completion of the project the following actions have to be taken: 1. Students are asked to … a. Give a hardcopy of the report to their daily supervisor, UU referee (if applicable), your examiner and to Onderwijs- en Studentenzaken. b. Send an electronic version to student.ephorus.nl for plagiarism checking. Use the email address of your internal examiner as code. If this fails, contact
[email protected]. c. Fill in and sign the evaluation form (Bijlage 6 of the Studiewijzer) and give it to the external or internal supervisor. 2. External supervisors are asked to … a. Enter grade suggestions and sign the evaluation form, that was filled out by the student and send it to the internal examiner of the student. b. Send a ‘laudatio’ to the internal supervisor (max. 1 A4 to be used during the graduation ceremony). 3. Internal examiner a. Wait for the plagiarism check (mail from ephorus). b. In case of internal projects, consult the daily supervisor for grade suggestions. Please find a UU examiner, not directly involved in the research project, to act as referee for grading the oral presentation as well as the report! c. Send the signed evaluation form to Onderwijs- en Studentenzaken, Farmaceutische Wetenschappen, Postbus 80082, 3508 TB, Utrecht.
- 21 -
departement Farmaceutische Wetenschappen
Bijlage 7 Evaluatie onderzoeksplaats Family name First name Address Postal code and city Telephone/e-mail UU student number Tutor Institute/department Research group/section Head of department Name daily supervisor Address Postal code and city Country Telephone/e-mail Examiner Institute Address Postal code and city Telephone/e-mail Title Research project Period
from
till
Credits (ECTS)
(Normally 33 ECTS for 24 weeks)
z.o.z
- 22 -
Studiewijzer onderzoeksproject
5
4
3
5
1. Ik heb veel nieuwe technieken geleerd. 2. Ik heb veel nieuwe theoretische kennis opgedaan. 3. De keuze voor mijn toekomstige carrière is sterk beïnvloed door het project. 4. Het project verliep als verwacht. 5. Het project bestond voornamelijk uit praktisch werk. 6. Deze onderzoeksafdeling is een geschikte plek voor studenten. 7. Ik wist op grond waarvan ik beoordeeld zou worden. 8. De beoordelingsmethode is goed. 9. De geleverde inspanning wordt in voldoende mate gewaardeerd. 10. De begeleider gaf persoonlijke hulp indien nodig. 11. Ik ben tevreden met de verkregen hulp. 12. De dagelijkse begeleider was altijd beschikbaar voor vragen. 13. Er was altijd iemand beschikbaar voor vragen. 14. De begeleider toonde oprechte interesse in studenten. 15. Hoe veel uur heb je aan dit project besteed? 5=meer dan verwacht Æ 1=minder dan verwacht 16. Wat voor een cijfer verwacht je? 5 uitmuntend Æ 1onvoldoende 17. Het project was… 5 = te moeilijk Æ 1 = te makkelijk 18. Wat is je overall oordeel over dit project? 5 uitmuntendÆ 1 onvoldoende
Opmerkingen (vertrouwelijk): 6
5 = Eens, 1 = Oneens Deze evaluatie wordt vertrouwelijk behandeld; graag inleveren bij de balie van Onderwijs- en Studentenzaken. 5
6
- 23 -
2
1