STUDIEOPDRACHT AKKERVOGELS
REGIO NOORDWEST VLAAMS-BRABANT
In opdracht van Regionaal Landschap Groene Corridor Uitgevoerd door Econet Vlaams-Brabant
1
Foto’s voorblad van boven naar onder: vlucht kneus, Bruine Kiekendief, juveniele Veldleeuwerik (© Axel Smets). Auteurs: Axel Smets en Anke Geeraerts. © Econet Vlaams-Brabant, De Bavaylei 116, 1800 Vilvoorde. Inl@nlnetwerk.be
2
INHOUDSTABEL 1. Inleiding en kader
5
1.1 Situering van de context en de noodzaak van een akkervogelproject
5
1.2 Overzicht mogelijke maatregelen ten voordele van akkervogels
8
1.2.1 Inleiding: voorwaarden voor goede maatregelen
8
1.2.2 Oplijsting van akkervogel maatregelen uit de literatuur
9
1.2.2.1 Nestgelegenheid en dekking
9
1.2.2.2 Voedsel
12
1.2.2.3 Maatregelen in graslanden
14
1.2.2.4 Onverharde wegen
14
1.2.2.5 Bijvoederen
14
1.3 Overzicht van bestaande initiatieven
16
2. Methode
17
2.1 De bestudeerde soorten
17
2.2 Het studiegebied
17
2.3 Inventarisatiemethode
18
3. Resultaten
19
3.1 Resultaten inventarisatie per soort
19
3.1.1 Geelgors Emberiza citrinella
19
3.1.2 Graspieper Anthus pratensis
20
3.1.3 Grauwe Gors Miliaria calandra
20
3.1.4 Kneu Carduelis cannabina
21
3.1.5 Kwartel Coturnix coturnix
21
3.1.6 Patrijs Perdix perdix
22
3.1.7 Putter Carduelis carduelis
22
3.1.8 Ringmus Passer montanus
22
3.1.9 Veldleeuwerik Alauda arvensis
23
3
3.1.10 Zomertortel Streptopelia turtur 3.2 Resultaten inventarisatie per prioritaire gebied
23 25
3.2.1 Kruiskouter en relictzones
25
3.2.2 Kouter Peizegem-Steenhuffel
25
3.2.3 Dorenveld Steenokkerzeel
25
3.2.4 Akkers Grimbergen
26
3.2.5 Plateau van Moorsel
27
4. Overzicht maatregelen ter bescherming van akkervogels
28
4.1 Opsomming van de maatregelen
28
4.2 Voorgestelde acties voor de regio
29
4.2.1 Aandachtszones
29
4.2.2 Maatregelentabel
35
5. Conclusies
36
6. Literatuuroverzicht
37
7. Bijlagen
39
Bijlage 1. Beheersovereenkomst ter bescherming van akkervogels.
40
Bijlage 2. Lijst akkervogelprojecten in Nederland en Vlaanderen in 2004.
44
Bijlage 3. Voorstelling prioritaire regio’s.
46
Bijlage 4. Lijst geïnventariseerde soorten: datum, aantal, gedrag, vindplaats en GPS locatie.
52
Bijlage 5. Verspreidingsgegevens van de geïnventariseerde soorten in het studiegebied NW Vlaams-Brabant 64
4
1. INLEIDING EN KADER 1.1 Situering van de context en de noodzaak van een akkervogelproject Vele vogelsoorten gaan er de laatste dertig jaar sterk op achteruit. Van alle groepen broedvogels zijn de akkervogels het meest bedreigd. Akkervogels, zoals de Veldleeuwerik (Alauda arvensis) en de Geelgors (Emberiza citrinella), zijn vogels die broeden of overwinteren in open (OLA of open landschap akkervogels), half-open (HOLA of half-open landschap akkervogels) of kleinschalige (KLA of kleinschalig landschap akkervogels) akkerlandschappen (Vermeersch et al., 2004) (zie figuur 1). Inventarisatie studies in Europa, voornamelijk in Engeland, tonen een afname van naar schatting 80% bij deze vogelsoorten (Birdlife International, 2004; Newton, 2004; Vermeersch et al., 2004). Andere soorten zoals de Ortolaan, Korhoen, Grauwe Klauwier en Kuifleeuwerik, zijn reeds verdwenen uit onze akkerlanden. Opportunisten (bijvoorbeeld kraaiachtigen, Houtduiven en exoten) profiteren dan weer van bijvoorbeeld de maïsteelt en nemen sterk toe. Deze trend ziet men ook bij andere dieren en planten sterk gebonden aan gecultiveerde landschappen, zoals vele soorten vlinders, amfibieën, sprinkhanen, insecten en akkeronkruiden.
Figuur 1. (links) open akkerlandschap (OL), (rechts) kleinschalig akkerlandschap (KL) (© Axel Smets).
Akkervogels zijn voor hun reproductie en overleven sterk gebonden en zelfs afhankelijk van akkerlanden. Eén van de voornaamste oorzaken van de achteruitgang van deze vogelsoorten is dan ook de intensivering van de landbouw, waaronder de sterke toename van het gebruik van agro-chemicaliën, zowel pesticiden als meststoffen, het verwijderen van houtkanten ten voordele van de akkeroppervlakte en dus hogere productie, de overstap van ploegen in de lente naar ploegen in de late zomer na de oogst, de extensieve drooglegging van het land, het vermeerderd gebruik van monoculturen, de trend naar vroegere oogst data, het intensievere grasland beheer en de uitbreiding van de veestapel (Newton, 2004; Vickery et al., 2004). De twee voornaamste oorzaken zijn het overschakelen naar wintergraan en de schaalvergroting van de landbouw inclusief de opkomst van monoculturen (Shrubb, 2003). Deze intensivering had voornamelijk een impact op de beschikbaarheid van zaden en insecten, en op de nestmogelijkheden van akkervogels. Schommelingen in de akkervogel populaties zijn echter niet nieuw en volgden achter elke veranderingen in de landbouw die de vogel habitat of hun voedselvoorraad beïnvloedde (Schrubb, 2003).
5
Specifiek voor Vlaanderen werd in 2004 een grootscheepse studie afgewerkt rond broedvogels (Vermeersch et al., 2004). Een beperkte hoeveelheid recentere waarnemingen is te vinden op www.waarnemingen.be. Deze studies maken duidelijk dat ook in Vlaanderen de situatie schrijnend is voor de typische akkervogels. Kijken we enkel naar NW Vlaams-Brabant, zien we dat in 2000 maar liefst 73% van de - nog resterende - akkervogels in deze regio bedreigd waren (EU-status kwetsbaar of achteruitgaand, zie tabel 1). Volgens de rode lijst van Vlaanderen lag het aantal op 54% in 2004 (zie tabel 1). Hoewel deze resultaten zeer gedetailleerd en wetenschappelijk onderbouwd zijn, vormen ze slechts een aanzet tot verder onderzoek en verouderen ze snel. Het is dan ook belangrijk dat onderzoek rond akkervogels continueert en zich toespitst op drie vlakken. Ten eerste is er een grote nood aan een doorlopende inventarisatie om een correct beeld te krijgen van de resterende populaties. Ten tweede, om goede maatregelen te treffen, is niet alleen een kennis over de aantallen nodig, maar moeten de oorzaken van de achteruitgang gekend zijn. Ten derde is het noodzakelijk de maatregelen te testen en de effecten op te volgen, opnieuw door herhaalde inventarisaties uit te voeren (Bradbury & Kirby, 2006). Het voorliggend project focust op de regio Groene Corridor (Asse, Opwijk, Merchtem, Londerzeel, Meise, Wemmel, Kapelle-op-den-Bos, Grimbergen, Zemst, Vilvoorde en Steenokkerzeel). In dit gebied is er momenteel een gebrek aan inventarisatie en bijgevolg kennis over akkervogels. Dit gebrek aan waarnemingen kan leiden tot een foutief negatief beeld over de waarde van dit gebied wat akkervogels betreft. Een vlucht over het landschap toont namelijk onmiddellijk dat er nog vele interessante potentiële open, half-open en kleinschalige landschappen en dus akkervogel habitats aanwezig zijn in deze regio (bijvoorbeeld, de Kruiskouters in Merchtem, kansrijke gebieden in Steenokkerzeel). Bovendien is de ligging van vele gebieden boven Brussel een voordeel als vestigingsplaats voor trekkende vogels. Dit benadrukt de meerdere mogelijkheden van deze regio voor verscheidene soorten. Bovendien werd de laatste monitoring uitgevoerd ten tijde van de Broedvogelatlas (2004). Ondertussen werden er nochtans op zeer beperkte schaal enkele geïsoleerde initiatieven genomen in deze regio, al dan niet bewust gericht op de bescherming van akkervogels (bijvoorbeeld, de haag- en houtkanten actie van RLGC en meerdere initiatieven door gemeenten i.s.m. Econet Vlaams-Brabant). De resultaten van deze initiatieven werden tot op heden nog niet geëvalueerd. Het akkervogelproject NW Vlaams-Brabant vormt een eerste stap naar een meer volledige en diepgaande kennis over akkervogels in NW Vlaams-Brabant en is een basis voor verder inventarisatie en voor het opzetten van maatregelen en overige acties ter bescherming van akkervogels in deze regio. Deze studie draagt ook meer specifiek bij tot de identificatie van kansrijke gebieden die in aanmerking komen voor subsidies ten voordele van akkervogels.
6
Tabel 1. Overzicht van de nog resterende akkervogels in het gebied NW Vlaams-Brabant met de status van bedreiging in Europa sinds 1970 en Vlaanderen in 2004 (Rode Lijst) en 2009 (status volgens Brakona).
Nederlandse soortnaam
Type akkervogel (OLA, HOLA, KLA)
Latijnse soortnaam
EU 1970-1990 trend als broedvogel
EU 1990-2000 trend als broedvogel
EU status als broedvogel
Rode Lijst Vlaanderen (2004)
PPS lijst Brakona (2009)
Prioritaire soort
Broedvogels Geelgors
KLA (HOLA)
Emberiza citrinella
Stabiel
Gematigde achteruitgang
Achteruitgaand
Bedreigd (2a)
Gele Kwikstaart
(HOLA) OLA
Motacilla flava
Gematigde achteruitgang
Gematigde achteruitgang
Achteruitgaand
Achteruitgaand (A)
?
Graspieper
(HOLA) OLA
Anthus pratensis
Stabiel
Gematigde achteruitgang
Achteruitgaand
Bedreigd (2c)
?
Grauwe Gors
(HOLA) OLA
Miliaria calandra
Stabiel
Gematigde achteruitgang
Achteruitgaand
Bedreigd (2c)
Prioritaire soort
Groenling
KLA
Carduelis chloris
Stabiel
Stabiel
Niet bedreigd
Niet bedreigd (N)
?
Kievit
(HOLA) OLA
Vanellus vanellus
Sterke achteruitgang
Sterke achteruitgang
Kwetsbaar
Niet bedreigd (N)
Aandachtssoort
Kneu
KLA (HOLA)
Carduelis cannabina
Stabiel
Gematigde achteruitgang
Achteruitgaand
Achteruitgaand (A)
Symboolsoort
Kwartel
OLA
Coturnis coturnix
Stabiel
Stabiel
Niet bedreigd
Onvoldoende gekend
Symboolsoort
Patrijs
KLA (HOLA, OLA)
Perdix perdix
Sterke achteruitgang
Achteruitgang
Kwetsbaar
Kwetsbaar (3b)
Prioritaire soort
Putter
KLA (HOLA)
Carduelis carduelis
Stabiel
Stabiel
Niet bedreigd
Niet bedreigd (N)
?
Ringmus
KLA
Passer montanus
Stabiel
Gematigde achteruitgang
Achteruitgaand
Achteruitgaand (A)
Symboolsoort
Torenvalk
(KLA) HOLA (OLA)
Falco tinnunculus
Gematigde achteruitgang
Gematigde achteruitgang
Achteruitgaand
Niet bedreigd (N)
Aandachtssoort
Veldleeuwerik
(HOLA) OLA
Alauda arvensis
Sterke achteruitgang
Gematigde achteruitgang
Achteruitgaand
Kwetsbaar (3a)
Prioritaire soort/Symboolsoort
Zomertortel
KLA (HOLA)
Streptopelia turtur
Sterke achteruitgang
Sterke achteruitgang
Kwetsbaar
Bedreigd
Symboolsoort
Circus cyaneus
Stabiel
Gematigde achteruitgang
Achteruitgaand
(geen broedvogel)
Prioritaire soort
Gematigde achteruitgang
Achteruitgaand
Bedreigd (2b)
?
Stabiel
Stabiel
(geen broedvogel)
?
Wintergasten
Blauwe kiekendief
(HOLA) OLA
Rietgors
(HOLA) OLA
Smelleken
OLA
Emberiza schoeniclus Gematigde achteruitgang Falco columbarius
Gematigde achteruitgang
7
1.2 Overzicht mogelijke maatregelen ten voordele van akkervogels 1.2.1 Inleiding: voorwaarden voor goede maatregelen De intensivering van de landbouw is geen eenduidig proces. Verschillende aspecten treffen verschillende soorten en interageren onderling (Newton, 2004). Bij het zoeken naar maatregelen is het dan ook belangrijk zowel soortgericht als systeemgericht te werken (de Snoo, 2006). Akkervogels verschillen sterk in hun ecologie wat vaak aangepaste maatregelen per soort vereist. Deze soortbenadering was in het verleden vaak de meest dominante benadering. Van de meeste soorten is geweten waar het probleem ligt. Onderzoek in Engeland toonde aan dat de Kneu, bijvoorbeeld, voornamelijk een probleem heeft tijdens het broedseizoen (Siriwardena et al., 2000; Moorcroft & Wilson, 2000). De meeste soorten hebben het echter vooral moeilijk om voedsel te vinden tijdens de winter (bijvoorbeeld de Gele en Grauwe Gors, zie Hens, 2006). Maatregelen moeten dus met deze verscheidenheid rekening houden. Daarom wordt er vaak gepleit voor een landschapsmozaïek waarin al deze elementen aanwezig zijn (Evans, 2004). Tegenwoordig kiest men ook steeds vaker voor een systeemgerichte benadering (de Snoo, 2006). Deze benadering richt zich op het stimuleren van natuurlijke processen in, op en rond de akkers en graslanden, nodig om natuur een kans te geven. Het accent ligt dan op de randvoorwaarden voor natuur op landbouwbedrijven. Een recent voorbeeld vindt men in het principe van de habitatboerderijen, landbouwbedrijven waar de boer specifieke maatregelen treft om de habitat van typische agrarische soorten te beschermen of te verbeteren. Welke
benadering
men
ook
kiest,
het
is
aangeraden
deze
te
combineren
met
een
sterke
sensibiliseringscampagne. Een mooi voorbeeld hiervan is de akkervogel campagne van het regionale landschap Zenne, Zunne en Zoniën (zie www.rlzzz.be). De hoofdzaak is echter een goede kennis van het gebied en daarin voorkomende soorten. Zo kunnen specifieke maatregelen geselecteerd worden volgens de intrinsieke mogelijkheden van de gebieden zelf (Evans & Green, 2007). Maatregelen moeten dus genomen worden op maat van de soort en op maat van het gebied en de landbouw die erin voorkomt. Bovendien moet men zich richten op zogenaamde kansrijke gebieden of kerngebieden waar zich de bronpopulaties bevinden (Engels ‘source populations’; voor meer uitleg, zie bijvoorbeeld Pulliam, 1988). De VLM selecteerde reeds meerdere gebieden binnen dewelke beheersovereenkomsten voor akkervogels gesloten kunnen worden.
8
Figuur 2. Overzicht van de kansrijke gebieden in Vlaanderen aangeduid door de VLM. Dit zijn beheergebieden – kerngebieden waarbinnen beheerovereenkomsten kunnen worden gesloten voor de diverse beheerspakketten akkervogelbeheer
(zie
http://www.vlm.be/SiteCollectionDocuments/Beheerovereenkomsten/AVK_Overzicht.pdf).
De
gemeenten in groen maken deel uit van het werkingsgebied van het regionale landschap Groene Corridor. Het Dorenveld te Steenokkerzeel (zie pijl) is het enige gebied dat binnen deze beheersovereenkomsten valt.
1.2.2 Oplijsting van akkervogel maatregelen uit de literatuur Maatregelen voor akkervogels moeten gericht zijn op drie zaken: (1) creëren van nestgelegenheid, (2) voorzien van zomervoedsel (granen) en (3) voorzien van wintervoedsel (insecten). (Newton, 2004; Dochy & Hens, 2005; zie ook de brochure akkervogels van RLZZZ). Dochy & Hens (2005) vermelden bovendien nog enkele bijkomende mogelijke maatregelen zoals: maatregelen in graslandgebieden, onverharde wegen en bijvoederen. In de volgende paragraaf worden deze maatregelen kort toegelicht. Predatoren worden over het algemeen minder aangewezen als oorzaak van de snelle achteruitgang van akkervogels. Wel moet men aandacht schenken aan het principe van de ecologische val zoals uitgebreid besproken in Dochy & Hens (2005).Aangezien Dochy & Hens (2005) een uitgebreide bespreking geven van mogelijke maatregelen wordt er in deze tekst niet dieper op ingegaan. De onderstaande bespreking van maatregelen is enkel een korte samenvatting met aanpassingen volgens meer recente literatuur. Voor een lijst van deze maatregelen verwijzen we naar tabel 2.
1.2.2.1. Nestgelegenheid en dekking Dochy & Hens (2005) vermelden de volgende ingrepen. Aanleg van bufferstroken van gras langs hagen. Het voorzien van onbespoten, kruiden- en dus insectenrijke ruigten naast de akkers is een basismaatregel voor alle soorten (zie figuur 3). Dit is een maatregel die enkel in OLA gebied kan toegepast worden vermits de grasranden minstens 50 meter lang
9
moeten zijn. Deze stroken mogen vanzelfsprekend niet langs drukke wegen gelegen zijn. Stroken van 6 tot 9 meter kunnen ook als grasland worden aangelegd indien de maatregel dient als compensatie van ruigtestroken. Deze stroken kunnen dienen als nest- en voedselplaats mits een aangepast maaibeheer wordt toegepast.
De stroken dienen gedeeltelijk kort gehouden te worden door tweemaal te maaien
(april‐mei en aug‐sept) en een gedeelte ongemaaid te laten, deze stroken hebben de naam gekregen van duostrook of triostrook. Dit zijn randen waarvan een gedeelte (maaibreedte = breedte maaibalk) kort gehouden wordt (door 2x te maaien in april/mei en juni/juli ) en een gedeelte ongemaaid te laten tijdens het broedseizoen, die dan extra natuurwinst opleveren door schuil- en nestgelegenheid (niet-gemaaide stukken) en foerageergebied (gemaaide delen) gecombineerd aan te bieden. In Nederland werd deze trioranden reeds met succes toegepast ter bescherming van de Grauwe Kiek (zie www.wierde-en-dijk.nl). Deze maatregel zou ook zeer gunstig zijn voor Patrijs.
Figuur 3. Voorbeeld van een grasbufferstrook tussen de houtkant en de akker (© Axel Smets).
Aanleg van keverbanken (= licht verhoogde banken dwars door een akker ingezaaid met pollenvormende grassen). Deze maatregel bevordert de introductie van predatoren van plaaginsecten, verhoogt het aantal voedsel- en broedplaatsen voor o.a. Patrijs en OLA vogels, en is positief als erosiebestrijding.
10
Ontwerpen van Leeuwerikenvlakjes (OLA vlakjes) Bij het inzaaien worden vlakjes van minstens 10m² open gelaten als nestplaats voor Veldleeuwerik. Ook Grauwe Gors en Patrijs profiteren mee van deze vlakjes. Er zijn enkele vereisten voor de aanleg van deze Leeuwerikenvlakjes. Zo moeten deze op minstens 100m van bebouwing of bomen worden aangelegd, er mag niet over gereden worden en ze mogen niet bespoten worden. Dit is een maatregel voor OLA soorten. Heraanleg van hagen en houtkanten (zie figuur 4). Kleine landschapselementen (KLE’s) zijn onontbeerlijk voor KLA vogels zoals Geelgors, Ringmus en Zomertortel. De aanplant van KLE’s (en eventueel zelfs hoge bomen) spreekt vele soorten aan als dekking of rustplaats (bijvoorbeeld voor Grauwe Gorzen in de winter). Het stimuleren voor de aanplant van meidoorn is belangrijk voor akkervogels. Met deze ingreep zou dan ook meer rekening kunnen gehouden worden bij landinrichtingsprojecten.
Figuur 4. Voorbeeld van een kleinschalig akkerlandschap. (© Axel Smets).
Telen van zomergraan (vb. zomergerst), liefst in combinatie met een verlaagd gebruik van bestrijdingsmiddelen. Zomergraan is minder dens en hoog gewas dan wintergraan. Bovendien warmt de
11
bodem sneller op waardoor er meer insecten aanwezig zijn.
Door deze voordelen is het gewas meer
geschikt als broedplaats met een gunstiger broedsucces. De jongen kunnen zich ook gemakkelijker verplaatsen (bijvoorbeeld Patrijzenkuikens). Zomergraan levert ook meer graanstoppels in de winter (Dochy & Hens, 2005). Uitgraven van zonneranden (= strook naakte aarde tussen akker en houtkant): Akkervogels hebben niet enkel nood aan dekking maar ook aan open plaatsen waar ze kunnen drogen na een plensbui, waar voldoende insecten aanwezig zijn en waar sommige soorten zoals Patrijzen soms een stofbad nemen. Tot slot, uitvoeren van actieve nestbescherming door nesten op te sporen en individueel te beschermen, alternatieve oogstroutes te voorzien, een wildredder te gebruiken of door de nesten te verplaatsen is een meer intensieve maar zeer effectieve maatregel.
1.2.2.2 Voedsel Door het gebruik van insecticiden en herbiciden, het overschakelen naar mechanisch oogsten en minder geschikte voedselteelten komen vele akkervogels in de problemen. Maatregelen moeten dus ofwel insecticiden of herbiciden beperken, de omstandigheden voor insecten verbeteren of voorzien in graan of andere geschikte voedselgewassen. Opnieuw geven Dochy & Hens (2005) een opsomming van deze maatregelen. Recentere studies bevestigen meestal deze resultaten (vb. Gillings et al., 2005). Al de vermelde maatregelen kunnen ook toegepast worden op perceelsranden. Hieronder volgt een korte opsomming. Onbespoten faunaranden of wendakkers verbeteren de voedselvoorziening voor meerdere soorten. Het enige nadeel is een moeilijkere verwerking van het geoogste gewas omdat er veel onkruidzaad tussen zit. Deze ingreep is minder geschikt voor onkruidgevoelige gewassen, zoals bieten. Onderzaaien van het zomergraan met gras/klaver wordt reeds frequent toegepast in biologische landbouw en heeft een aangetoond gunstig effect voor broedsucces van akkervogels omdat er meer ongewervelden voorkomen op deze akkers. Vlakjes voor Veldleeuweriken in zomergewas bieden niet enkel een geschikte broedplaats maar bovendien foerageermogelijkheden voor meerdere akkervogelsoorten (Vickery et al., 2004). Hetzelfde geldt voor vlakjes voor Veldleeuweriken en andere vogels in winterse groenbedekker. Graanranden zijn een populaire maatregel omdat hierdoor een grote hoeveelheid voedsel beschikbaar komt voor meerdere soorten, voornamelijk echter voor KLA soorten. Men laat gewoon een strook graan, vlas of koolzaad staan doorheen de winter. Deze strook wordt selectief uitgekozen aangezien de aanwezigheid van een haagrand, een ruigte en/of een grasland van groot belang is. Deze stroken worden liefst niet gespoten en mogen niet als doorgang worden gebruikt. Het succes van deze maatregel werd uitgetest in West-Vlaanderen. Voorlopige resultaten zijn veelbelovend (Dochy, 2005).
12
Maatregelen buiten het gewas zijn vaak meer praktisch. Zo kan er buiten het gewas een vogelvriendelijk gewas (vogelvoedselgewas) worden ingezaaid. Dit belemmert de groei van onkruiden en levert dus ook voordeel op voor de landbouwer. Verschillende systemen van braak zorgen voor dekking en een verhoogde voorraad
aan
zaden
en
insecten
(figuur
5)
(zie
akkervogelactie
Groningen
Nederland,
zie
www.grauwekiekendief.nl). Het laten staan van graanstoppels is echter één van de meest besproken en effectieve maatregelen (Gillings et al., 2005; Evans & Green, 2007). Dit kan enkel gedurende de wintermaanden gebeuren na de oogst. Deze maatregel is van zeer groot belang als wintervoedsel voor vele soorten, maar kan eventueel voor een volledig jaar worden doorgevoerd. Vanaf de maand mei zijn deze stoppelakkers namelijk uitstekende percelen om dienst te doen als nestplaats. De voorkeur gaat uit naar stoppelvelden van graansoorten zoals tarwe, haver of gerst. Gedurende de periode van braaklegging wordt er helemaal niets gedaan. Deze maatregel is vooral van nut voor OLA soorten.
Figuur 5. Een braakrand naast een akker (© Axel Smets).
13
1.2.2.3 Maatregelen in graslanden Graslanden, insectenrijke ruigten, zijn alternatieve plaatsen om aan voedsel te geraken voor vele akkervogels. De Veldleeuwerik bijvoorbeeld leeft nog in grote aantallen in de polders in West-Vlaanderen. Voornamelijk door intensieve bemesting en drooglegging is de diversiteit aan planten en bijgevolg ook aan dieren in deze graslanden sterk achteruitgegaan de laatste jaren. Dit heeft indirect een invloed op de populaties akkervogels en natuurlijk ook op het aantal weidevogels. Maatregelen in graslanden ter bescherming van akkervogels zijn vrij gelijklopend met de maatregelen in de akkerlanden, maar moeten natuurlijk ook rekening houden met de weidevogels.
1.2.2.4 Onverharde wegen De middenstrook van onverharde wegen wordt niet bespoten met insecticiden of pesticiden, en wordt niet bemest. Daardoor kan deze strook, analoog aan perceelsranden, een bron zijn van vele soorten onkruiden. De stroken waar wel auto’s passeren kan dienen als zonnerand (Dochy & Hens, 2005).
1.2.2.5 Bijvoederen Bijvoederen is een vrij effectieve, maar niet natuurlijke en dus niet aan te raden maatregel. Het kan wel als laatste redmiddel gebruikt worden voornamelijk in de winter. Het voedsel moet dan voorzien worden op de juiste plaats rekening houdend met de voedingsgewoonte van de te beschermen soort. Bijvoorbeeld, indien men KLA vogels wil beschermen, is het best het graan te verspreiden in de onmiddellijke nabijheid van de houtkant.
14
Tabel 2. Overzicht van geschikte maatregelen ter bescherming van akkervogels met vermelding van de doelgroep (KLA=kleinschalig landschap akkervogels, HOLA=half-open landschap akkervogels, OLA=open landschap akkervogels).
Maatregel
Doelgroep
1. Nestgelegenheid en dekking Grasbufferstroken (vb. gemengde grasstroken, duo- of trioranden)(BH)
KLA (slecht voor OLA)
Keverbanken
KLA, OLA
Leeuwerikenvlakjes (OLA vlakjes)(BH)
(KLA) OLA
Telen zomergraan
KLA, OLA
Hagen en Houtkanten
KLA (slecht voor OLA)
Zonneranden
KLA, OLA
Nestbescherming door andere oogsten
KLA, OLA
Actieve nestbescherming
OLA
2. Voedsel 2.1 Binnen een gewas Onbespoten faunaranden (BH) Onderzaaien van gras-klavermengsels
KLA, OLA KLA (neutraal voor OLA)
Veldleeuwerikvlakjes in zomergewas (BH)
OLA
Veldleeuwerik e.a. vogels vlakjes in winterse groenbedekker
OLA
Graanranden (BH) Maïsstroken laten overwinteren Perceelshoeken
KLA (neutraal voor OLA) geen goede maatregel KLA, OLA
2.2 Maatregelen buiten het gewas
Behoud van graanstoppels in de winter (BH)
KLA, OLA
Braak laten van stoppel tot begin zomer
KLA, OLA
Spontane ontwikkeling: éénjarige braak
KLA, OLA
Spontane ontwikkeling: tweejarige braak
KLA, OLA
Vogelvoedselgewassen
KLA, OLA
3. Maatregelen in graslandgebieden
KLA, OLA
4. Onverharde wegen
KLA, OLA
5. Bijvoederen
KLA, OLA
15
1.3 Overzicht van bestaande initiatieven Voor de bespreking van bestaande initiatieven, beperken we ons tot Europa. Buiten België vinden de voornaamste acties rond akkervogels plaats in Engeland en Nederland. Een overzicht van enkele acties in Nederland vindt men terug in bijlage 2, opgesteld door INBO in 2004. In Engeland zijn de meest recente studies over akkervogels verwerkt in zogenaamde agri-environment schemes, gelijkend op onze beheerovereenkomsten (zie website van Department of Environment, Food and Rural affairs (DEFRA) op www.defra.gov.uk/erdp/schemes/default.htm). Sinds dit jaar heeft ook Vlaanderen een beheerovereenkomst ter bescherming van de akkervogels (zie bijlage 1). De volgende maatregelen komen hierin aan bod: gemengde grasstroken, vogelvoedselgewassen, Leeuwerikenvlakjes, faunaranden, winterstoppels en graanranden. In bijlage 2 vindt men een lijst terug met een opsomming van initiatieven voor akkervogels in Vlaanderen en Nederland. Deze lijst zal binnen enkele maanden door het INBO worden geactualiseerd en op hun website gepubliceerd (O. Dochy, pers. comm.) (zie: www.inbo.be). Op grotere schaal loopt momenteel de Algemene Broedvogelmonitoring Vlaanderen (INBO, Natuurpunt Studiegroep en Vogelwerkgroep), een doorlopende inventarisaties sinds de samenstelling van de Broedvogelatlas in 2004. De meeste kleinere recente acties worden getrokken door de regionale landschappen en Natuurpunt. Enkele voorbeelden van acties in Vlaams-Brabant zijn de aanleg van akkerreservaatjes (vb. Graan voor Gorzen project van Natuurpunt, afdeling Velpe-Mene: www.velpe-mene.be/nbakkerreservaten.htm) en het project ‘In de bres voor akkervogels’ van Regionaal Landschap Zenne, Zunne & Zoniën met zowel inventarisatie als terreinmaatregelen en sensibilisering (www.rlzzz.be). In het studiegebied bestaan tot op heden nog geen concrete acties. Voorlopig zijn de noordwest Brabantse akkergebieden niet als prioritaire gebied aangeduid door de VLM en INBO voor akkervogels waardoor de plaatselijke landbouwers nog niet kunnen genieten van bestaande beheersovereenkomsten met de VLM. Hopelijk worden deze prioritaire gebieden in de toekomst uitgebreid. Een deel akkergebied op grondgebied Steenokkerzeel ligt net binnen het subsidiegebied dus hier zouden bepaalde maatregelen wel kunnen.
16
2. METHODE 2.1 De bestudeerde soorten Tabel 1 geeft een overzicht van de akkervogelsoorten die voorkomen in het studiegebied van de Groene Corridor. Tijdens de inventarisatie werd voornamelijk aandacht geschonken aan de soorten die bedreigd zijn. De niet-bedreigde soorten uit tabel 1 (Groenling, Kievit en Torenvalk) werden dus niet geïnventariseerd. Voor Putter werd een uitzondering gemaakt aangezien uit eigen observaties in het verleden blijkt dat deze soort niet algemeen is in het studiegebied. Vorige observaties toonden bovendien aan dat Gele Kwikstaart vrij algemeen is in deze regio. Deze soort werd daarom niet als prioritair beschouwd en verder niet geïnventariseerd. In totaal werden dus tien akkervogelsoorten geïnventariseerd: Geelgors, Graspieper, Grauwe Gors, Kneu, Kwartel, Patrijs, Putter, Ringmus, Veldleeuwerik, Zomertortel. Tabel 3 geeft meer informatie over deze soorten. Wintergasten werden niet geïnventariseerd omdat deze niet relevant zijn voor de studie.
Tabel 3. Overzicht van de elf geïnventariseerde akkervogels met meer informatie over landschapstype (KLA=kleinschalig landschap akkervogels, HOLA=half-open landschap akkervogels, OLA=open landschap akkervogels), stand- of trekvogel, broedplaats, voornaamste voedsel en belangrijkste oorzaak van de achteruitgang volgens recente literatuur.
Nederlandse soortnaam
Type akkervogel (OLA, HOLA, KLA)
Stand/Trekvogel
Broedplaats
Voedsel
Belangrijkste oorzaak achteruitgang
zaden/broedtijd ook wormen en insecten
intensivering landbouw + ontbreken wintervoedsel + verdwijnen broedbiotoop
Geelgors
KLA (HOLA)
standvogel
haag/houtkant
Graspieper
(HOLA) OLA
trekvogel/overwinteraar
grondbroeder
ongewervelden/soms zaden
opwarming en verdroging
Grauwe Gors
(HOLA) OLA
standvogel
grondbroeder
zaden/broedtijd ook wormen en insecten
intensivering landbouw + ontbreken wintervoedsel verwijnen voedsel (onkruidzaden) en broedbiotoop
Kneu
KLA (HOLA)
standvogel
haag/houtkant
zaden akkeronkruiden, granen
Kwartel
OLA
trekvogel
grondbroeder
ongewervelden/zaden
Patrijs
KLA (HOLA, OLA)
standvogel
grondbroeder
ongewervelden/zaden
Putter
KLA (HOLA)
standvogel
haag/houtkant
zaden, granen, vruchten
intensivering landbouw+verdwijnen broedbiotoop
Ringmus
KLA
standvogel
holebroeder/nestkast
zaden/broedtijd ook insecten
Veldleeuwerik
(HOLA) OLA
trekvogel/overwinteraar
grondbroeder
den akkeronkruiden/broedtijd ook insec
herbiciden, intensivering landbouw
Zomertortel
KLA (HOLA)
trekvogel
haag/houtkant
zaden akkeronkruiden
herbiciden/verdwijnen broedbiotoop
herbiciden/verdwijnen broedbiotoop
2.2 Het studiegebied Het studiegebied omvat alle gemeenten van de Groene Corridor (zie inleiding voor een opsomming). Omwille van de korte tijdsduur van de studie was het echter onmogelijk om heel het gebied te inventariseren. Daarom werden prioritaire gebieden aangeduid waarop de inventarisatie werd toegespitst. Deze gebieden zijn uitgekozen op basis van oppervlakte en beschikbare gegevens ten tijde van de Vlaamse Broedvogelatlas (2000-2002). Er werd van uit gegaan dat deze gebieden de hoogste dichtheid
aan
akkervogels zouden hebben. Het is ook zo dat in een deel van de gekozen prioritaire gebieden, de Grauwe Gors en/of Geelgors als broedvogel kon worden waargenomen waardoor de keuze voor volgende gebieden vanzelfsprekend leek. In één gekozen gebied is de Geelgors als broedvogel nog aanwezig. Deze prioritaire
17
akkergebieden beschikken over soortenpopulaties met de hoogste dichtheidsgraad en dienen als uitvalsbasis voor uitbreiding naar kleinere nabij gelegen akkergebieden. De volgende gebieden werden aangeduid als prioritair: Kruiskouter en relictzones (Asse, Wemmel, Merchtem), Kouter Peizegem (Peizegem), Dorenveld (Steenokkerzeel, Zaventem), vier akkergebieden in Grimbergen en het plateau van Moorsel (Zaventem) (zie bijlage 3 voor kaartjes van deze gebieden). In een volgende fase zouden de kleinschaligere, versnipperde akkergebieden kunnen geïnventariseerd worden. Deze akkergebieden zijn namelijk van groot belang voor KLA soorten.
2.3 Inventarisatiemethode Als inventarisatiemethode werd territoriumkartering gebruikt (Hustings et al., 1989). Bij deze methode wordt meermaals het te inventariseren gebied bezocht. Elke waarneming van een soort, welke territoriaal gedrag vertoont zoals zang, balts en rondvliegen met nestmateriaal of voedsel, wordt genoteerd en aangeduid op een kaart. Enkel waarnemingen na 15 mei werden opgenomen in deze studie. Vogels die worden waargenomen voor deze datum, kunnen doortrekkers zijn. De aantallen vermeld in deze studie zijn minimum aantallen aangezien bij gebruik van deze methode de aantallen vaak onderschat worden. Deze
gegevens
werden
aangevuld
met
waarnemingen
van
andere
waarnemers
(zie
www.waarnemingen.be).
18
3. RESULTATEN
3.1 Resultaten inventarisatie per soort Hieronder geven we een kort overzicht van de geïnventariseerde broedvogelsoorten in het werkingsgebied. Een gedetailleerd overzicht van de waarnemingen is gegeven in bijlage 4. Van de tien geïnventariseerde soorten zijn enkel voor volgende zes akkervogelsoorten waarnemingoverzichten opgemaakt (zie bijlage 3): Patrijs (Perdix perdix), Kwartel (Coturnix coturnix), Veldleeuwerik (Alauda arvensis), Ringmus (Passer montanus), Kneu (Carduelis cannabina), Putter (Carduelis carduelis)). Voor Graspieper (Anthus pratensis) is er een andere reden voor de achteruitgang van de soort (zie bij soortenoverzicht). Volgende soorten zijn niet waargenomen in de geïnventariseerde akkergebieden: Zomertortel (Streptopelia turtur) en Grauwe Gors (Miliara calandra). Geelgors (Emberiza citrinella) is enkel waargenomen op het plateau van Moorsel. In bijlage 5 vindt men de verspreidingskaarten voor de geïnventariseerde soorten terug.
3.1.1 GEELGORS Emberiza citrinella De Geelgors (figuur 6) is enkel nog sterk vertegenwoordigd in het oosten van Vlaanderen (Zuid en NoordLimburg en het Hageland), de Vlaamse Ardennen, het Pajottenland en het uiterste Zuidwesten van WestVlaanderen (KLA soort). In het werkingsgebied is nog slechts één populatie aanwezig en dat is op het ‘Plateau van Moorsel’ te Sterrebeek (Zaventem). Deze vogels maken deel uit van de Dijlelandse populatie. Buiten deze gekende plek wordt de soort slechts op enkele plaatsen in het voorjaar binnen het werkingsgebied waargenomen. Dit zijn meestal
eerstejaars
mannetjes
op
zoek
naar
geschikt
broedgebied. De Figuur 6. Geelgors.
©http://www.vogelwachtuden.nl/natuurge bieden/pagina/midden_geb_maho.htm
achteruitgang
van
deze
soort
is
te
wijten
aan
de
intensivering van de landbouw. Het is een typische soort van kleinschalig cultuurlandschap en ze is sterk afhankelijk van onkruidrijke graslanden en akkerranden die niet behandeld zijn met bestrijdingsmiddelen. De aanwezigheid van hagen en
houtkanten is zeer belangrijk voor de soort. Vermits dit type biotoop nog aanwezig is in het werkingsgebied en vermits jaarlijks in de winter - en niet jaarlijks in het voorjaar - Geelgorzen worden gezien (bijv. op de Kruiskouter) is de kans reëel deze vogel als broedvogel terug te winnen op sommige plaatsen indien er adequate maatregelen worden getroffen.
19
3.1.2 GRASPIEPER Anthus pratensis De Graspieper (figuur 7) is een middellange afstandstrekker waarvan de
achteruitgang
niet
zozeer
te
wijten
is
aan
het
huidige
landbouwbeleid maar eerder aan de opwarming van het klimaat. De Graspieper is immers een broedvogel van de koelere, nattere zones zoals natte weilanden, opgespoten terreinen en brede bermen in West-Europa. De soort is echter ook te vinden in akkergebieden waar ook graslanden aanwezig zijn (OLA soort). Figuur 7. Graspieper. ©http://picasaweb.google.com/lh/p hoto/pDrvfcwzt_doTJcAut-Yhg
In het studiegebied is de soort op slechts drie plaatsen zingend waargenomen tijdens de inventarisatieperiode, namelijk in het akkergebied tussen Peizegem en Steenhuffel, in Rossem en in Nieuwenrode.
3.1.3 GRAUWE GORS Miliaria calandra In tegenstelling tot de Geelgors is de Grauwe Gors (figuur 8) te vinden in open akkergebied maar is wel, net als zijn soortgenoot, afhankelijk van granen en zaden (OLA soort). De aanwezigheid van insecten en ongewervelden in de broedperiode (voedsel voor de jongen) is belangrijk, maar ook voedsel in de winter is zeer belangrijk voor het overleven deze soort. Het is
al
gebleken
dat
de
aanwezigheid
van
wintervoedsel in geschikt akkergebied bepalend is of de soort blijft hangen in het voorjaar om er te broeden.
©http://picasaweb.google.com/lh/photo/tBW4f7TAJT
Op akkerreservaatjes in het Haspengouwse worden Geelgors
Figuur 8. Grauwe Gors.
en
Grauwe
Gors
samen
QoGJq1IJ9vNA
foeragerend
waargenomen in de winter. De aantallen kunnen dan oplopen tot honderden exemplaren. Dat bewijst de belangrijkheid van dergelijke akkers in een regio. Tot voor kort werd de soort nog als broedvogel aangetroffen op sommige akkergebieden (Grimbergen, Steenokkerzeel, Asse). Vandaag is ze volledig verdwenen als broedvogel. Als belangrijkste maatregel voor deze soort is het behouden van enkele tarwestroken in geschikt broedgebied absoluut noodzakelijk.
20
3.1.4 KNEU Carduelis cannabina De Kneu (figuur 9) is zoals de Distelvink een soort die afhankelijk is van akkeronkruiden (KLA soort). De soort is enorm achteruit gegaan omwille van het verloren gaan van geschikte
broedplaatsen,
gebrek
aan
wintervoedsel
en
pesticidengebruik. Slechts 20 territoria zijn geteld in het werkingsgebied. Rekening houdend met het feit dat er sommige gemeenten
Figuur 9. Kneu.
niet voldoende bezocht zijn, blijft dit bijzonder weinig. De
©http://www.vogeltrackers.nl/vogelskij
aanwezigheid van braakliggende percelen bevordert de
ken/soorten_vogels?bid=656
aanwezigheid van deze soort in het akkergebied. Dit geldt trouwens voor de meeste akkervogelsoorten. De Kneu komt niet enkel voor in kleinschalige akkergebieden maar ook in allerlei type halfopen en open landschappen. De soort is bijvoorbeeld ook talrijk aanwezig in duingebieden en langs spoorwegen en kanalen waar de bermen niet zo intensief gemaaid worden. In de winter vormen vogels grote groepen op zoek naar geschikte voedselakkers. Wanneer deze akkers ontbreken, zijn ze genoodzaakt zich naar andere gebieden te verplaatsen waardoor de soort verdwijnt uit eigenlijk geschikt biotoop. Zowel de aanwezigheid van wintervoedsel als zomervoedsel in een regio is dan ook noodzakelijk om de toestand van de Kneu terug op peil te brengen.
3.1.5 KWARTEL Coturnix coturnix Deze lange afstandstrekker is een zomervogel in het werkingsgebied en heeft zich zoals de meeste akkervogels kunnen aanpassen aan de moderne landbouw. Hij verkiest open landbouwgebied met onkruidrijke teelten en braakliggende terreinen met een rijke flora (OLA soort). De Kwartel (figuur 10) is geen honkvaste broedvogel en de aantallen wisselen sterk van jaar tot jaar. Graan, luzerne, klaver, enz… worden zeer Figuur 10. Kwartel.
op prijs gesteld en bepalen meestal de aanwezigheid van de soort in een
©www.rlzzz.be
gebied. Ook de aanwezigheid van braakliggende, vegetatierijke akkers in combinatie met extensieve graslanden is een vereiste voor de soort. Jaren
met hoge percentages maïsteelt, forse afname van insecten en onkruiden, vroege maaitijden van hooiland zijn nadelig. Het jaar 2009 lijkt een goed jaar te zijn voor deze soort met op meerdere plaatsen zingende vogels. Op slechts vier plaatsen echter is de soort meerdere keren waargenomen.
21
3.1.6 PATRIJS Perdix perdix De Patrijs (figuur 11) is een hoendersoort die oorspronkelijk steppen en natuurlijke graslanden als biotoop verkoos. Reeds eeuwen geleden maakte hij de overstap naar agrarisch landschap. Patrijzen verkiezen doorgaans akkergebieden met braakliggende stukken, extensieve graslanden, bermen en de aanwezigheid van hagen en houtkanten (KLA soort). Patrijzen zijn heel het jaar door afhankelijk van beschikbaar voedsel vermits Figuur 11. Patrijs.
©www.rlzzz.be
ze standvogels zijn. Ze voeden zich met granen en zaden en blaadjes van onkruiden. Voor de kuikens zijn in de zomer ongewervelden als voedsel zeer belangrijk. Het veelvuldig gebruik van herbiciden en pesticiden in de
zomer, en het verdwijnen van onbewerkte stoppelakkers in de winter zijn de belangrijkste redenen voor de achteruitgang van de soort. Het verdwijnen van kleine landschapselementen (KLE’s) die dienen als schuilplaats en/of broedplaats, zorgt ervoor dat de soort gemakkelijker blootgesteld is aan predators. In totaal (inclusief vorige inventarisaties) zijn er 24 verschillende territoria vastgesteld maar dit kan een lichte onderschatting zijn door de verborgen levenswijze van de soort.
3.1.7 PUTTER Carduelis carduelis De Putter of Distelvink (figuur 12) is een soort die zich heeft weten aan te passen aan de veranderingen in de omgeving en leeft nu o.a. in extensieve landbouwgebieden (KLA soort). De aanwezigheid van onkruidzaden is van groot belang voor de soort. Braakliggende of ongemaaide akkerranden hebben een positief effect op de aanwezigheid van de soort.
Figuur 12. Putter. ©Axel Smets
Tijdens de inventarisatieperiode is de soort meerdere malen waargenomen, de Distelvink is zeker geen algemene soort maar
wordt regelmatig in de meeste gemeenten geobserveerd. Door het creëren van wildakkers kan deze soort mee profiteren van het aanwezige wintervoedsel. 3.1.8 RINGMUS Passer montanus De ringmus (figuur 13) is een broedvogel van kleinschalige cultuurlandschappen (KLA soort). Dit type landschap maakt voor een groot deel uit van de akkergebieden in het werkingsgebied. Deze soort is echter slechts op enkele plaatsen waargenomen tijdens de inventarisatieperiode Figuur 13. Ringmus. ©http://www.birdpix.nl/album_page. php?pic_id=6782&
daarmee
is
minst
waargenomen soort van de typische
de
en
KLA
22
broedvogelsoorten. Een combinatie van ontbreken van wintervoedsel en het intensief gebruik van bestrijdingsmiddelen zijn de mogelijke factoren die de afname van de soort bepalen. Het aanleggen van voedselakkers nabij de broedplaatsen zal zeker een positieve invloed hebben op de plaatselijke populatie. In de winter kunnen de aantallen dan sterk oplopen door het feit dat de plaatselijke populatie wordt aangevuld met vogels van andere regio’s. Zoals voor alle soorten van het KLA type zijn aanplantingen van KLE’s binnen het akkerlandschap absoluut noodzakelijk. Ringmussen zijn bovendien holenbroeders dus kan het ophangen van nestkasten in de buurt van bestaande kolonies ook een hulpmiddel zijn. 3.1.9 VELDLEEUWERIK Alauda arvensis Men kan gerust stellen dat de Veldleeuwerik (figuur 14) de symboolsoort is van het open landschap akkergebied (OLA soort). Als grondbroeder van het open landschap is hij enorm gevoelig aan de huidige veranderingen in de landbouw. Het steeds vroeger oogsten van graangewassen en het vroeger hooien heeft natuurlijk een negatief effect op de populatiedynamiek. De Veldleeuwerik vraagt een voldoende afwisseling van natuurlijke vegetaties en akkers om aan voedsel te geraken. Hij overwintert hier in hoge aantallen en is dan soms in grote groepen waar te nemen op
Figuur 14. Juveniele veldleeuwerik.
©Axel Smets
geschikte voedselakkers. Er bestaan verschillende gekende maatregelen waarvan de Veldleeuwerik zou kunnen profiteren. Nestgelegenheid, foerageerterrein tijdens broedseizoen en wintervoedsel zijn belangrijke actiepunten. Met een minimum van ongeveer honderd territoria in het werkingsgebied is de soort vrij stabiel. Een oorzaak hiervoor zou de aanwezigheid van grote aantallen graanakkers in het gebied dit jaar kunnen zijn.
3.1.10 ZOMERTORTEL Streptopelia turtur De zomertortel (figuur 15) broedt niet uitsluitend in akkergebied maar is wel vaak te vinden in gebieden met extensieve landbouw met bomenrijen, brede hagen en houtkanten (KLA soort). Het is een lange afstandstrekker en het jaarlijks afschieten van duizenden vogels boven Frankrijk is vanzelfsprekend een belangrijke reden waarom de soort zo sterk achteruit gaat. Ook het verdwijnen van brede Figuur 15. Zomertortel. ©Axel Smets
hagen
en
houtkanten
en
het
intensief
gebruik
van
bestrijdingsmiddelen heeft ingrijpende gevolgen voor de soort in Vlaanderen.
De achteruitgang van deze soort als broedvogel is dramatisch. Er zijn geen waarnemingen vastgesteld tijdens de inventarisatieperiode. Ondanks het feit dat in het werkingsgebied nog heel wat kleinschalige akkerlandschappen te vinden zijn, ontbreekt de soort broedend in heel het gebied. Het verder aanplanten
23
van KLE’s is een eerste stap maar vermoedelijk zijn er meer ingrijpende maatregelen noodzakelijk. De jachtdruk op deze soort is enorm in Frankrijk o.a. en moet volledig verboden worden. Dit is, samen met het intensief gebruik van pesticiden en herbiciden, wellicht de belangrijkste oorzaak voor de achteruitgang van deze soort. Het is immers absurd om hier bijvoorbeeld beschermende maatregelen te treffen in België en dat ten zuiden van ons de jacht op deze soort blijft bestaan.
24
3.2 Resultaten inventarisatie per prioritair gebied. Zie bijlage 3 voor kaarten van de geïnventariseerde gebieden.
3.2.1 Kruiskouter en relictzones De Kruiskouter is een groot akkergebied dat regelmatig wordt bezocht voor vogelinventarisatie en dus redelijk goed wordt opgevolgd. Het gebied ligt verspreid over drie gemeenten. De kern van het gebied ligt op grondgebied Asse met uitlopende zones te Wemmel en Merchtem. Het akkergebied bestaat voor het overgrote deel uit open tot half open akkergebied maar enkele zones, vooral langs de aanwezige dorpen, worden gekenmerkt door de aanwezigheid van KLE’s. Dat maakt het gebied zeer interessant voor zowel OLA als KLA soorten. Met minimum veertien zangposten Veldleeuwerik is de soort hier nog relatief goed vertegenwoordigd. Ringmus is aanwezig in de dorpskern van Hamme, Mollem en vermoedelijk van Kobbegem en Brussegem. Patrijs en Kwartel zijn hier ook aanwezig met respectievelijk vijf en twee territoria. De Kneu is met slechts één waargenomen territorium zeer slecht vertegenwoordigd. Een eenmalige waarneming van Zomertortel (na 15 mei) kan betekenen dat de soort in het gebied broedt maar dit is niet zeker.
3.2.2 Kouter Peizegem-Steenhuffel De Kouter te Peizegem is een open kouter. Alle akkervogelsoorten zijn hier aanwezig. Daarom kan dit gebied als basis dienen voor de noordelijke regio van het werkingsgebied. De rand van dit akkergebied is van groot belang voor de Ringmus en Kneu. In het gebied zijn minstens zeven zangposten Veldleeuwerik geteld. Kneu is op meerdere plaatsen in het akkergebied waargenomen. Voorzichtig wordt gesteld dat er minsten drie broedparen aanwezig moeten zijn. Ringmus is waargenomen aan de noordelijke rand van het akkergebied met slechts één territorium. Kwartel is meerdere malen gehoord en heeft er vermoedelijk gebroed. In minstens twee territoria werd Patrijs waargenomen. In Peizegem zijn tevens twee territoria Graspieper waargenomen. Met nog twee territoria Graspiepers te Rossem en Nieuwenrode (niet-prioritaire gebieden), zijn er dus in totaal vier territoria Graspieper.
3.2.3 Dorenveld Steenokkerzeel Het Dorenveld/Molenveld is een uitgestrekt open akkergebied waarvan
slechts
een
deel
is
gelegen
op
grondgebied
Steenokkerzeel en een heel klein deel op grondgebied Zaventem. Door de zeer hoge dichtheden van Veldleeuwerik, Gele Kwikstaart en Kwartel is dit gebied het belangrijkste akkergebied in
Figuur 16. Ideaal grasland waar Kiekendief zich broedend kan vestigen.
de
©Axel Smets
regio
voor
de
OLA
25
soorten. Tot over twee jaar was de Grauwe Gors hier nog als broedvogel aanwezig maar is er verdwenen door gebrek aan wintervoedsel. Op het gedeelte van Steenokkerzeel zijn minstens tien zangposten Veldleeuwerik genoteerd. Minstens één zangpost van Kwartel werd meermaals gehoord. Kneu is hier ook aanwezig met vermoedelijk enkel koppeltjes. In het vroege voorjaar leek een koppeltje Bruine Kiekendieven hier een stuk perceel met gerst als broedplaats te kiezen, maar dat is ten slotte niet doorgegaan. Dit wijst wel op het feit dat de mogelijkheid bestaat (figuur 16).
3.2.4 Akkers Grimbergen Er zijn nog heel wat akkergebieden aanwezig te Grimbergen. Deze gebieden zijn onderbroken door bebouwing, maar het geheel vormt een omvangrijk akkergebied deels open, deels kleinschaliger. Deze combinatie maakt dat alle akkervogels in dit gebied zijn waargenomen. Het gebied kan daarom ook als één van de kerngebieden worden beschouwd. Tot 2008 was Grauwe Gors hier nog als broedvogel aanwezig (één zangpost).
Akkergebied tussen Humbeek en Verbrande brug (I) Dit gebied ligt aan de vaart van Willebroek. Veldleeuwerik is hier, met vier zangposten, goed aanwezig. Kwartel en Patrijs zijn hier ook waargenomen. In het verleden is hier Grauwe Gors aangetroffen.
Molenveld (II) Minstens twee zangposten Veldleeuwerik, één koppel Patrijs en een koppeltje Kneus zijn hier waargenomen tijdens de periode van inventarisatie. Het molenveld is een hoger gelegen akkergebied met potentieel. Er zijn twee grote braakliggende percelen(toevallig?) aanwezig wat het akkergebied zeker aantrekkelijker
maakt. Deze
akkers bieden
nestgelegenheid en
voedsel voor
akkervogels. Het
demonstreert opnieuw het belang van percelen met opgaande akkervegetatie voor akkervogels. Hier zijn waarnemingen van Kneu en Patrijs. Akkerzone aan het Lintbos (Vliegveld Grimbergen) (III) Een aantal jaren geleden bestond dit gebied nog uit uitgestrekt grasland, weide- en akkergebied. Een groot gedeelte van het grasland is vandaag omgezet in bos (ANB) waardoor er heel wat akker- en weidevogels zijn verdwenen. Zo broedde hier Grauwe gors en Graspieper enkele jaren terug. Patrijs, Kneu en Ringmus zijn nog aanwezig. Ook één tot twee zangposten Veldleeuwerik zijn hier waargenomen tijdens de periode van inventarisatie.
26
Westelijke akkerzone (IV) Dit akkergebied strekt zich uit over drie gemeenten (Grimbergen, Meise en Nieuwenrode) en kan een belangrijk akkergebied vormen en als uitbreidingsgebied functioneren. Zo bevond er zich tijdens het onderzoek een uitgestrekte braakliggende akker aan de zuidrand van het gebied waar de aanwezigheid van Kneu, Patrijs, Kwartel en twee zangposten Veldleeuwerik kon worden geconstateerd, alleen al in de buurt van dit perceel. Opnieuw wordt hier de enorme waarde aangetoond van dergelijke percelen of perceelsranden.
3.2.5 Plateau Van Moorsel Dit is een glooiend akkergebiedje in de Zuidoosthoek van het werkingsgebied gelegen op grondgebied Zaventem. Geelgors is hier de symboolsoort. Met een minimum van vijf zangposten (de vogelwerkgroep had hier op 5 juli elf zangposten!) is de soort hier goed vertegenwoordigd. Veldleeuwerik, Kneu, Ringmus zijn hier in het verleden waargenomen. Tijdens de inventarisatierondes werden enkel vier zangposten Veldleeuwerik genoteerd. Dit gebied kan als uitbreidingsgebied voor Geelgors beschouwd worden.
Tabel 4 geeft een samenvatting van de bovenstaande resultaten.
Tabel 4. Waarnemingen van de tien geïnventariseerde soorten per gebied.
Geelgors
Graspieper
Grauwe Gors
Kneu
Kwartel
Patrijs
Putter
Ringmus
Veldleeuwerik
Zomertortel
Kruiskouter+ relictzones
0
0
0
1
2
6
0
3-4
22
0
Peizegem
0
2
0
2-3
1
2
0
0
7
0
Grimbergen
0
0
0
2
1
4
3-4
0
12
0
Dorenveld
0
0
0
0
1
0
0
0
16
0
Plateau van Moorsel
6
0
0
1
0
0
0
0
4
0
27
4. OVERZICHT MAATREGELEN TER BESCHERMING VAN AKKERVOGELS.
4.1 Opsomming van de maatregelen De volgende maatregelen worden aangeraden voor de regio. 1.
Stoppelvelden braak laten liggen
2.
Braakranden
3.
Graanranden
4.
Aanplant kleine landschapselementen (KLE’s)
5.
Grasranden
6.
Leeuwerikenvlakjes
7.
Akkerreservaatjes
De laatste maatregel werd nog niet vernoemd in de literatuurstudie. Het gaat hier om een combinatie van drie maatregelen op één akker, namelijk zomertarwe, braak en aanleg KLE (zie figuur 17).
Figuur 17. Voorbeeld van een akkerreservaatje op het Plateau van Leefdaal (© Axel Smets).
28
4.2 Voorgestelde acties voor de regio De volgende acties worden als resultaat van deze studie voorgesteld voor de regio Groene Corridor. Tabel 5 geeft een overzicht van deze maatregelen inclusief de vogelsoort voor welke ze van nut kunnen zijn. Akkerreservaatjes werden niet in de tabel opgenomen. Voor graspieper werden geen maatregelen geformuleerd aangezien deze soort voornamelijk bedreigd wordt door de klimaatsverandering.
Tabel 5. Opsomming van de maatregelen plus doelsoort. Geelgors (duo of trio) grasstrook
Grauwe Gors
Kneu
X
stoppel braak
X
X
X
graanstrook
X
X
X
aanleg wildakkers
X
X
X
leeuwerikenvlakjes aanplant KLE
Kwartel
Patrijs
X
X
X
X
X X
X
Putter
Ringmus
Zomertortel
X X
X
X
X
X
X
X X
Veldleeuwerik
X X X
X
X
X
4.2.1 Aandachtzones De zones waar in eerste instantie aandacht wordt aan besteed, zijn die zones waarvan de kans het grootst is om maatregelen te treffen omwille van hun omvang. Het is vanzelfsprekend dat iedere vierkante meter akker aandacht verdient maar men kan er van uit gaan dat wanneer een populatie groeit in één van de grotere akkergebieden, vogels zich gaan verspreiden naar kleinere akkergebieden. Zoals reeds boven vermeld zullen die kleinere akkergebieden in een tweede fase (jaar 2010) behandeld worden en zullen hier mogelijk acties genomen worden.
Kruiskouter en relictzones In het OLA gedeelte aan de Kruiskouter kan overwogen worden om langs de aanwezige beek/gracht een brede grasstrook te voorzien (zie figuur 18). Dit is een behoorlijke lengte aan bijkomend, ideaal foerageeren broedgebied. Leeuwerikenvlakjes kunnen hier ook voorzien worden. Opvallend was ook de sterke bezetting van Veldleeuwerik op onkruidrijke bietenakkers. Een gewas waar blijkbaar zelden intensief gebruik van herbiciden wordt toegepast, hoewel Dochy & Hens (2005) vermelden dat dit gewas onkruidgevoelig is. Misschien een vaststelling waar in de toekomst rekening mee kan gehouden worden. Aan de oostelijk gelegen akkers zijn reeds hagen en houtkanten aangeplant. Deze kunnen zeker aangevuld worden. Hier zijn mogelijkheden genoeg om op ideale plaatsen graanstroken te laten staan.
29
In de relictakkergebieden en in de omgeving van de dorpkernen (Mollem, Kobbegem, Hamme, Brussegem) is het van groot belang om hier graanstroken of andere voedselakkers te voorzien. Meestal zijn hier wel kleine onbewerkte akkers en/of moestuintjes aanwezig waar onkruiden de kans krijgen om te groeien. Meestal worden deze echter bestreden met herbiciden. Het ophangen van nestkasten voor Ringmus kan hier ook overwogen worden. Bovendien zijn in veel van deze relictzones heraanplantingen van houtkanten en hagen noodzakelijk.
Figuur 18. Overzicht maatregelen Kruiskouter en relictzones.
Dorenveld Opvallend zijn het groot aantal braakliggende percelen op het gedeelte akkergebied op grondgebied Steenokkerzeel (zie figuur 19). Deze percelen kunnen als braak behouden worden. Een alternatieve maatregel voor dit gebied is het inzaaien van zomertarwe. Het zomergraan kan blijven staan in de winter,
30
gedeeltelijk geoogst worden of als stoppelakker dienen. Het aanleggen van Leeuwerikenvlakjes is hier dan niet echt nodig. Op dit uitgestrekt akkergebied is er zeker ruimte om brede stroken grasland aan te leggen. Dit zou een enorm resultaat met zich meebrengen en de kans dat hier dan ooit Blauwe of Grauwe Kiekendief zou broeden is reëel. Er is echter één probleem: de luchthaven!
Figuur 19. Braakliggende percelen in Steenokkerzeel.
31
Kouter Peizegem-Steenhuffel Door deze kouter lopen een aantal wegen waarlangs duostroken (figuur 20) kunnen aangelegd worden. Er zijn reeds bermen aanwezig, dus het is een kwestie van die grasstroken te verbreden en een aangepast maaibeheer toe te passen. Het akkergebied is omvangrijk genoeg om deze maatregel toe te passen. Het braak laten liggen van een aantal stoppelvelden en het aanleggen van leeuwerikenvlakjes kan hier zeker toegepast worden. Graanpercelen zijn hier wel in de minderheid waren. Wel was er en groot braakliggend perceel aanwezig. Langs twee dwarswegen zijn bomenrijen aangeplant. Misschien moet hier overwogen worden om deze rijen ook van een houtkant of haag te voorzien. Ondanks het feit dat er hier sprake is van een OLA is deze maatregel nodig om die bomenrijen waardevoller te maken.
Figuur 20. Locatie duostroken Kouter Peizegem-Steenhuffel.
32
Akkers Grimbergen (figuur 21)
Akkergebied tussen Humbeek en Verbrande brug In dit open akkergebied is een gracht aanwezig waarlangs opnieuw een brede grasstrook kan worden aangelegd. Ook hier is zeker de mogelijkheid om een strook braak te laten leggen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren op een natter gedeelte van een perceel waar de oogst toch verloren gaat. Leeuwerikenvlakjes kunnen hier voorzien worden aangezien hier heel wat nestgelegenheid ontbreekt.
Molenveld Het Molenveld is een klein open tot half-open akkergebied waar reeds twee mooie braakliggende stukken aanwezig zijn. Deze moeten absoluut behouden worden. Al heel wat percelen zijn in gebruik als ingezaaid akker voor het produceren van grasmatten. Dit zijn vanzelfsprekend kort gemaaide graspercelen waar geen enkele akkervogel mee gebaat is. Ondanks dit feit zijn er heel wat mogelijkheden. Er zijn ongebruikte weilanden en brede grasstroken aanwezig. Langs de Nieuwe Schapenweg kunnen aanplantingen worden voorzien. Hier kunnen zeker acties ondernomen worden voor zowel OLA als de KLA soorten.
Akkerzone aan het Lintbos (Vliegveld Grimbergen) Ondanks de bosaanplant zijn hier nog mogelijkheden en kansen voor akkervogels omdat er toch nog een open akkerzone aanwezig is, en dit in combinatie met nog schuil- en nestmogelijkheden in de rand van de bosaanplant. Aan de westrand van de boszone zijn mogelijkheden om akkerreservaatjes
in te richten
aangezien er onbewerkte/ongebruikte perceeltjes aanwezig zijn. Ook kan geopteerd worden om de graszones - vooral de zones die zich bevinden aan de rand van het Lintbos - gedeeltelijk om te vormen tot braakliggende akker en/of inzaaien met zomertarwe, dit in overleg met ANB.
Noordwestelijke akkerzone In dit redelijk uitgestrekt open akkergebied zijn acties nodig voor de OLA soorten. Ondanks de grootte van het gebied, valt de dichtheid aan akkervogels wat tegen. Enkel rond een groot braakliggend perceel was de aanwezigheid van alle OLA soorten te constateren wat nogmaals wijst op de belangrijkheid van dergelijke percelen. Het aanleggen van leeuwerikenvlakjes en het braak laten liggen van stoppelvelden zijn de maatregelen die hier toegepast dienen te worden.
33
Figuur 21. Overzicht maatregelen op de akkers van Grimbergen.
Plateau Van Moorsel (Zaventem) Hier gaat de aandacht vooral naar het uitbreiden van de aanwezige KLE’s en het beschikbaar maken van wintervoedsel. Het behouden van graanstroken in de winter is hier van zeer groot belang. Er zijn reeds brede erosie grasstroken aanwezig. Mits aangepast maaibeheer (zie inleiding) kunnen deze stroken een belangrijke meerwaarde hebben in dit gebied.
34
4.2.2 Maatregelentabel Tabel 6 geeft een overzicht van de maatregelen en het gebied waarin ze kunnen worden toegepast. Tabel 6. Kruiskouter
Dorenveld
Peizegem
Grimbergen
stoppelbraak
X
X
X
X
graanrand
X
grasstrook
X
leeuwerikenvlakjes aanplant KLE’s
X
X
X
X
X
Pl. Moorsel
X
X
X
X
X
X
35
5. CONCLUSIES
De achteruitgang van het aantal akkervogels in het werkingsgebied is niet anders dan in de rest van Vlaanderen. Ondanks het feit dat nog heel wat akkergebied aanwezig is, ligt de broeddichtheid voor de meeste akkervogelsoorten beneden de gemiddelde waarden. -
Vooral met de Kneu en de Ringmus is het droevig gesteld. Voor Ringmus zijn er vijf territoria waargenomen en voor Kneu wellicht 10-12. Geschikt biotoop om te broeden is voor beide soorten zeker nog aanwezig in het werkingsgebied. Het ontbreken van wintervoedsel lijkt de belangrijkste oorzaak te zijn voor de achteruitgang.
-
Grauwe Gors is verdwenen uit het werkingsgebied en Geelgors is enkel nog aanwezig op het Plateau van Moorsel.
-
Met geen enkele waarneming na 15 mei kan niet met zekerheid gezegd worden dat de Zomertortel nog broedt in de regio.
-
De Veldleeuwerik doet het nog relatief goed in deze regio in vergelijking de spectaculaire achteruitgang van deze soort bij onze noorderburen en de rest van Vlaanderen. De soort is op elk geschikt open akkergebied waargenomen in de regio. Dit wijst op het feit dat het landschappelijk nog allemaal goed zit maar dat geschikte nestgelegenheid voor de soort met het jaar vermindert.
-
De Patrijs gooit ook geen hoge ogen. De soort is vrijwel op elke akkergebied slechts met een gemiddelde van één koppel waargenomen.
Dit werk biedt een eerste overzicht van de status van akkervogels in het gebied Groene Corridor. Er moet echter nog veel inventarisatiewerk gebeuren in de meeste deelgebieden waar geschikt biotoop aanwezig is voor de KLA soorten. De aanwezigheid van Kneu en Ringmus kan dus licht onderschat worden. Het is echter wel duidelijk dat er weinig waarnemingen voor beide soorten zijn in het werkingsgebied. De website van Natuurpunt www.waarnemingen.be waarop vrijwilligers waarnemingen kunnen invoeren, is een dankbaar element dat aanvullend aan de eigen resultaten werd gebruikt. Veel van deze waarnemingen zijn ook echter uit de prioritaire gebieden. Hierdoor is er momenteel nog een groot gebrek aan inventarisaties in heel wat andere regio’s uit het werkingsgebied. Zelfs kleine ingrepen of eenvoudige maatregelen kunnen een aanzienbaar effect hebben op de aanwezigheid van een bepaalde soort in een gebied. Daarom is het belangrijk de gebieden waar maatregelen zijn getroffen de volgende jaren op te volgen. Er is dus niet enkel een nood aan een verdere inventarisatie, maar bovendien aan een grondige opvolging van de genomen maatregelen.
36
6. LITERATUUROVERZICHT
Birdlife international, 2004. Birds in the European Union: a status assessment. Birdlife International, Wageningen, The Netherlands. Bradbury, R.B., Kirby, W.B., 2006. Farmland birds and resource protectionin the UK: Cross-cutting solutions for multi-functional farming? Biological Conservation 129, 530-542. De Snoo, G., 2006. Agrarische natuur: soortgericht of systeemgericht beheren? Symposium: Van stakkers van de akkers naar de helden van de velden. Leuven, 2 december 2006. Dochy, O., Hens, M., 2005. Van de stakkers van de akkers naar de helden van de velden. Beschermingsmaatregelen voor akkervogels. Rapport van het Instituut voor Natuurbehoud IN.R.2005.01. Brussel, i.s.m. het provinciebestuur West-Vlaanderen, Brugge. Evans, A.D., Green, R.E., 2007. An example of a two-tiered agri-environment scheme designed to deliver effectively the ecological requirements of both localized and widespread bird species in England. J. Ornithol. 148 (S2), 279-286. Evans, K.L., 2004. The potential for interactions between predation and habitat change to cause population declines of farmland birds. Ibis 146, 1-13. Gillings, S., Newson, S.E., Noble, D.G., Vickery, J.A., 2005. Winter availability of cereal stubbles attracts declining farmland birds and positively influences breeding population trends. Proc. R. Soc. B 272, 733739. Hens, M., 2006. Geelgors en Grauwe Gors. Symposium: Van stakkers van de akkers naar de helden van de velden. Leuven, 2 december 2006. Hustings, M.F.H., Kwak, R.G.M., Opdam, P.F.M., Reijnen, M.J.S.M., 1989. Natuurbeheer in Nederland deel 3. Vogelinventarisatie. Achtergronden, richtlijnen en verslaglegging. Nederlandse vereniging tot bescherming van vogels Zeist, Pudoc Wageningen. Moorcroft, D., Wilson, J.D., 2000. The ecology of Linnets Carduelis cannabina on lowland farmland. IN Aebischer, N.J., Evans, A.D., Grice, P.V., Vickery, J.A., (eds.), Ecology and Conservation of lowland farmland birds 173-181. British ornithologists’ Union, Tring Herts. Newton, I., 2004. The recent declines of farmland bird populations in Britain: An appraisal of causal factors and conservation actions. Ibis 146, 579-600. Pulliam, H.R., 1988. Sources, sinks and population regulation. Am. Nat. 132, 652. Shrubb, M., 2003. Birds, scythes and combines. A history of birds and Agricultural changes. Cambridge University Press, Cambridge. Siriwardena, G.M., Baillie, S.R., Crick, H.Q.P., Wilson, J.D., 2000. The importance of variation in the breeding performance of seed-eating birds for their population trends on farmland. J. Appl. Ecol. 37, 1-22.
37
Vermeersch, G., Anselin, A., Devos, K., Herremans, M., Stevens, J., Gabriëls, J., Van Der Krieken, B., 2004. Atlas van de Vlaamse broedvogels 2000-2002. Mededelingen van het Instituut voor Natuurbehoud 23, Brussel, 496p. Vickery, J., Bradbury, R., Henderson, I., Eaton, M., Grice, P., 2004. The role of agri-environment schemes and farm management practices in reversing the decline of farmland birds in England. Biological Conservation 119, 19-39.
38
7. BIJLAGEN
Bijlage 1 Beheersovereenkomst ter bescherming van akkervogels. Bijlage 2 Opsomming initiatieven voor akkervogels in 2004 in Nederland en Vlaanderen door INBO. Bijlage 3 Voorstelling van de prioritaire regio’s. Bijlage 4 Lijst van geïnventariseerde soorten: datum, aantal, geslacht, gedrag, vindplaats en exacte GPS locatie. Bijlage 5 Verspreidingskaarten van geïnventariseerde akkervogelsoorten in NW Vlaams-Brabant.
39
Bijlage 1. Beheerovereenkomst ter bescherming van akkervogels
40
41
42
43
Bijlage 2. Lijst akkervogelprojecten in Nederland en Vlaanderen in 2004. (ref: INBO).
44
45
Bijlage 3. Voorstelling van de prioritaire regio’s. Overzicht
46
3.1 Kruiskouter en relictzones
47
3.2 Kouter Peizegem-Steenhuffel
48
3.3 Dorenveld Steenokkerzeel
49
3.4 Akkers Grimbergen
50
3.5 Plateau van Moorsel
51
Bijlage 4. Lijst van geïnventariseerde soorten: datum, aantal, geslacht, gedrag, vindplaats en exacte GPS locatie.
Bijlage 4.1 Kneu Datum
Aantal
Gedrag
Locatie
20/09/2009
3
ter plaatse
12/09/2009
6
ter plaatse
11/09/2009
15
ter plaatse
6/09/2009
11
ter plaatse
Dorenveld (Steenokkerzeel) akkergebied Beigem‐Nieuwenrode Kruiskouter (Relegem) Kruiskouter (Relegem)
GPS coördinaten 50°53'45.94"N
4°30'56.65"O
50°57'55.46"N
4°21'14.87"O
50°54'19.22"N
4°16'1.66"O
50°54'19.22"N
4°16'1.66"O
5/09/2009
20
ter plaatse
Kruiskouter (Relegem)
50°54'19.22"N
4°16'1.66"O
29/08/2009
12
ter plaatse
Kruiskouter (Relegem)
50°54'19.22"N
4°16'1.66"O
27/08/2009
6
ter plaatse
Dorenveld (Zaventem)
50°53'25.54"N
4°30'0.67"O
23/08/2009
9
ter plaatse
Kruiskouter (Relegem)
50°54'19.22"N
4°16'1.66"O
15/08/2009
21
ter plaatse
Kruiskouter (Relegem)
50°54'19.22"N
4°16'1.66"O
14/08/2009
4
ter plaatse
Kruiskouter (Relegem)
50°54'19.22"N
4°16'1.66"O
8/08/2009
7
ter plaatse
Kruiskouter (Relegem)
50°54'19.22"N
4°16'1.66"O
7/08/2009
1
ter plaatse
Kruiskouter (Relegem)
50°54'19.22"N
4°16'1.66"O
5/08/2009
1
ter plaatse
Kruiskouter (Relegem)
1/08/2009
2
ter plaatse
akkerzone Beigem‐Nieuwenrode
50°57'31.31"N
50°54'19.22"N
4°16'1.66"O 4°20'58.22"O
29/07/2009
3
ter plaatse
akkerzone Malderen
51° 0'49.12"N
26/07/2009
2
overvliegend zuidwest
akkerzone Beigem‐Nieuwenrode
50°57'32.64"N
4°20'24.55"O
20/07/2009
1
overvliegend
dorentgebied
50°56'55.42"N
4°26'34.85"O
12/07/2009
2
baltsend / zingend
Vilvoorde kanaalzone
50°55'55.81"N
4°24'57.79"O
11/07/2009
1
overvliegend
akkerzone Beigem‐Nieuwenrode
50°58'33.32"N
8/07/2009
5
ter plaatse
kouter Peizegem‐Steenhuffel
50°59'1.65"N 50°53'45.94"N
6/07/2009
1
ter plaatse
Dorenveld (Steenokkerzeel)
5/07/2009
2
ter plaatse
akkerzone Perk
50°55'58.89"N
4°16'14.65"O
4°20'49.58"O 4°14'23.10"O 4°30'56.65"O 4°30'3.82"O
5/07/2009
2
ter plaatse
akkerzone Perk
2/07/2009
4
ter plaatse
kouter Peizegem‐Steenhuffel
29/06/2009
1
overvliegend
Kruiskouter (Relegem)
28/06/2009
2
ter plaatse
Vilvoorde kanaalzone
50°55'55.81"N
4°24'57.79"O
25/06/2009
1
ter plaatse
akkerzone Lintbos
50°56'58.32"N
4°22'52.40"O
50°56'25.75"N 50°58'22.59"N 50°54'13.47"N
4°29'36.81"O 4°14'6.29"O 4°16'6.45"O
52
21/06/2009
3
overvliegend
Kruiskouter (Relegem)
21/06/2009
8
ter plaatse
kouter Peizegem‐Steenhuffel
17/06/2009
4
ter plaatse
kouter Peizegem‐Steenhuffel
11/06/2009
3
opvliegend
akkerzone Sint‐Jozef
51° 1'36.40"N
4°16'43.25"O
9/06/2009
2
ter plaatse
akkerzone Rossem‐Impde
50°58'14.16"N
4°16'56.75"O
7/06/2009
2
baltsend / zingend
akkerzone Sint‐Jozef
51° 1'37.78"N
4°17'23.18"O
2/06/2009
2
ter plaatse
kouter Peizegem‐Steenhuffel Vilvoorde kanaalzone
31/05/2009
1
ter plaatse
29/05/2009
2
overvliegend
Kruiskouter (Relegem) akkerzone Mollem
25/05/2009
2
overvliegend
21/05/2009
2
overvliegend
Kruiskouter (Relegem)
50°54'13.47"N 50°59'17.94"N 50°58'59.14"N
50°58'31.80"N 50°55'55.81"N 50°54'13.47"N 50°55'33.67"N 50°54'13.47"N
21/05/2009
1
ter plaatse
akkerzone Malderen
51° 1'8.13"N
19/05/2009
1
ter plaatse
Kruiskouter (Hamme)
50°54'39.27"N
18/05/2009
4
ter plaatse
kouter Peizegem‐Steenhuffel
17/05/2009
4
baltsend / zingend
16/05/2009
2
ter plaatse
16/05/2009
3
14/05/2009 10/05/2009
50°58'59.14"N
4°16'6.45"O 4°14'43.36"O 4°15'0.30"O
4°14'9.40"O 4°24'57.79"O 4°16'6.45"O 4°13'36.97"O 4°16'6.45"O 4°15'50.93"O 4°16'14.11"O 4°15'0.30"O
Vilvoorde kanaalzone
50°55'55.81"N
4°24'57.79"O
kouter Peizegem‐Steenhuffel
50°59'17.11"N
4°12'43.22"O
ter plaatse
kouter Peizegem‐Steenhuffel
50°58'44.45"N
4°13'38.39"O
2
ter plaatse
kouter Peizegem‐Steenhuffel
50°59'13.82"N
4°14'33.26"O
2
ter plaatse
Kruiskouter (Relegem)
50°54'13.86"N
4°16'26.05"O
9/05/2009
4
ter plaatse
Kruiskouter (Relegem)
50°54'13.86"N
4°16'26.05"O
8/05/2009
2
ter plaatse
akkerzone Perk
50°56'26.50"N
4°29'55.12"O
8/05/2009
4
ter plaatse
akkerzone Eppegem
50°57'21.32"N
4°25'17.14"O
3/05/2009
4
ter plaatse
Kruiskouter (Relegem)
50°54'13.86"N
4°16'26.05"O
2/05/2009
2
ter plaatse
Houtem (Vilvoorde)
50°56'57.90"N
4°27'22.43"O
1/05/2009
2
ter plaatse
akkerzone Nieuwenrode‐Westrode
50°59'21.42"N
4°20'39.10"O
1/05/2009
2
ter plaatse
akkerzone Nieuwenrode‐Westrode
50°58'47.13"N
4°20'44.41"O
30/04/2009
2
ter plaatse
akkerzone Oppem‐Wolvertem
50°56'46.56"N
4°17'17.74"O
29/04/2009
2
ter plaatse
Kruiskouter (Hamme)
50°54'49.40"N
28/04/2009
2
ter plaatse
Molenveld (Grimbergen)
50°56'8.37"N
4°16'14.30"O 4°23'33.67"O
53
Bijlage 4.2 Kwartel
Datum
Aantal
Gedrag
Locatie
23/07/2009
1
roepend
akkergebied Houtem/Perk
50°56'51.02"N
4°28'29.90"O
GPS coördinaten
13/07/2009
1
baltsend / zingend
Kruiskouter Relegem
50°54'16.91"N
4°16'29.23"O
11/07/2009
1
baltsend / zingend
kouter Peziegem/Steenhuffel
50°58'26.45"N
4°14'16.83"O
50°56'22.20"N
4°13'26.44"O
3/07/2009
1
roepend
akkerzone Mollem
1/07/2009
1
baltsend / zingend
Kruiskouter Kobbegem
50°54'52.08"N
4°15'6.17"O
28/06/2009
1
roepend
akkerzone bos van Aa
51° 0'4.09"N
28/06/2009
1
baltsend / zingend
Kruiskouter Relegem
50°54'16.91"N
4°16'29.23"O
24/06/2009
1
baltsend / zingend
Kruiskouter Relegem
50°54'16.91"N
4°16'29.23"O
22/06/2009
1
baltsend / zingend
Kruiskouter Relegem
50°54'16.91"N
4°16'29.23"O
21/06/2009
1
baltsend / zingend
Kruiskouter Relegem
50°54'16.91"N
4°16'29.23"O
20/06/2009
1
ter plaatse
Westelijke akkerzone Grimbergen
50°56'44.78"N
4°21'11.35"O
20/06/2009
1
ter plaatse
Westelijke akkerzone Grimbergen
20/06/2009
1
baltsend / zingend
Kruiskouter Relegem
50°54'16.91"N
4°16'29.23"O
16/06/2009
1
baltsend / zingend
Westelijke akkerzone Grimbergen
50°56'33.25"N
4°20'56.63"O
50°56'39.79"N
50°55'32.74"N
4°23'13.02"O
4°21'1.84"O
15/06/2009
2
roepend
akkerzone Mollem
14/06/2009
1
baltsend / zingend
Kruiskouter Relegem
50°54'16.91"N
4°16'29.23"O
4°13'3.62"O
7/06/2009
1
baltsend / zingend
Kruiskouter Relegem
50°54'16.91"N
4°16'29.23"O
2/06/2009
1
baltsend / zingend
kouter Peziegem/Steenhuffel
50°58'26.45"N
4°14'16.83"O
19/05/2009
1
baltsend / zingend
Kruiskouter Hamme
50°55'2.62"N
4°16'25.80"O
16/06/2008
1
roepend
akkerzone Humbeek
50°57'41.73"N
4°23'29.63"O
15/06/2008
1
roepend
kouter Peziegem/Steenhuffel
50°58'32.89"N
4°13'54.00"O
14/06/2008
2
ter plaatse
Plateau van Moorsel
50°50'58.27"N
4°31'23.09"O
14/06/2008
1
roepend
akkerzone Humbeek
50°57'29.99"N
4°24'13.07"O
24/05/2008
1
baltsend / zingend
Dorenveld (Steenokkerzeel)
50°54'59.73"N
4°31'52.68"O
54
Bijlage 4.3 Patrijs
Datum
Aantal
Gedrag
Locatie
GPS coördinaten
6/09/2009
2ad + 8 juv
ter plaatse
Perk (Steenokkerzeel)
50°56'32.67"N 4°29'26.98"O
27/08/2009
5
ter plaatse
kouter Peizegem/Steenhuffel
50°59'09.59"N 4°14'43.37"O
3/08/2009
14
ter plaatse
Dorenveld (Steenokkerzeel)
50°53'28.86"N 4°30'15.20"O
29/07/2009
2ad + 5juv
ter plaatse
Kruiskouter (Kobbegem)
50°54'52.36"N 4°14'36.87"O
10/07/2009
2
ter plaatse
Kruiskouter (Relegem)
50°54'13.62"N 4°16'5.97"O
9/07/2009
2
ter plaatse
akkerzone Mollem-Mazenzele
50°56'24.56"N 4°11'20.12"O
8/07/2009
2
ter plaatse
Malderen (Londerzeel)
51° 0'42.18"N 4°14'44.03"O
5/07/2009
1
ter plaatse
Perk (Steenokkerzeel)
50°56'26.19"N 4°29'34.35"O
5/07/2009
2
ter plaatse
Zemst-Laar
50°59'42.75"N 4°26'12.35"O
2/07/2009
1
ter plaatse
kouter Peizegem/Steenhuffel
50°58'56.33"N 4°15'5.99"O
2/07/2009
2
ter plaatse
Steenhuffel
50°59'57.89"N 4°14'14.31"O
21/06/2009
1
ter plaatse
kouter Peizegem/Steenhuffel
50°58'47.64"N 4°14'33.87"O
20/06/2009
2
ter plaatse
westelijke akkerzone Grimbergen
50°56'29.66"N 4°20'44.31"O
20/06/2009
2
ter plaatse
Kruiskouter Relegem
50°54'13.28"N 4°16'35.57"O
19/06/2009
2
ter plaatse
Zemst-Laar
50°59'22.83"N 4°26'52.78"O
17/06/2009
1
ter plaatse
akkerzone Mollem
50°55'18.16"N 4°11'55.31"O
14/06/2009
1
roepend
akkerzone Mollem
50°55'36.00"N 4°12'38.63"O
2/06/2009
2
ter plaatse
akkerzone Rossem/Impde
50°58'26.48"N 4°17'58.07"O
31/05/2009
1
roepend
akkerzone Mollem
50°55'18.16"N 4°11'55.31"O
30/05/2009
2
ter plaatse
Kruiskouter (Relegem)
50°54'8.31"N 4°16'17.26"O
30/05/2009
2
ter plaatse
Kruiskouter (Kobbegem)
50°54'47.78"N 4°15'11.21"O
22/05/2009
2
ter plaatse
Kruiskouter (Relegem)
50°54'8.31"N 4°16'17.26"O
18/05/2009
1
ter plaatse
Malderen (Londerzeel)
51° 0'55.98"N 4°15'50.79"O
16/05/2009
2
ter plaatse
Kruiskouter (Relegem)
50°54'8.31"N 4°16'17.26"O
14/05/2009
2
ter plaatse
kouter Peizegem/Steenhuffel
50°58'21.34"N 4°14'10.76"O
14/05/2009
2
ter plaatse
Sint-Jozef (Londerzeel)
51° 1'17.18"N 4°16'58.29"O
8/05/2009
2
ter plaatse
Zemst-Laar
50°59'22.83"N 4°26'52.78"O
55
7/05/2009
2
ter plaatse
westelijke akkerzone Grimbergen
50°57'44.16"N 4°21'30.27"O
4/05/2009
2
ter plaatse
akkers Mollem
50°55'18.16"N 4°11'55.31"O
2/05/2009
2
ter plaatse
akkerzone Humbeek
50°57'44.16"N 4°21'30.27"O
30/04/2009
2
ter plaatse
akkerzone Merchtem
50°56'57.11"N 4°13'33.40"O
30/04/2009
2
ter plaatse
akkerzone Wolvertem - Brussegem
50°56'34.33"N 4°17'32.69"O
29/04/2009
2
ter plaatse
akkerzone Brussegem-Mollem
50°55'34.84"N 4°14'56.67"O
29/04/2009
2
ter plaatse
akkerzone Brussegem-Mollem
50°55'49.57"N 4°15'7.55"O
28/04/2009
2
ter plaatse
Molenveld (Grimbergen)
50°55'59.62"N 4°23'53.35"O
27/04/2009
1
ter plaatse
akkerzone Rossem/Impde
50°57'57.04"N 4°17'23.91"O
27/04/2009
2
ter plaatse
akkerzone Lintbos (Grimbergen)
50°56'32.95"N 4°22'44.09"O
26/04/2009
2
opvliegend
akkerzone Zemst/Laar - KOPDB
51° 0'12.95"N 4°23'19.21"O
15/04/2009
2
ter plaatse
Sint-Jozef (Londerzeel)
51° 1'17.18"N 4°16'58.29"O
12/04/2009
2
ter plaatse
Sint-Jozef (Londerzeel)
51° 1'17.18"N 4°16'58.29"O
56
Bijlage 4.4 Putter
Datum 24/08/2009
Gedrag
Locatie
onbekend
ter plaatse
Opwijk
50°58'1.39"N
Aantal 1
GPS coördinaten 4°10'20.67"O
24/08/2009
2
adult
ter plaatse
Asse
50°54'58.94"N
16/08/2009
4
onbekend
ter plaatse
Bekkerzeel (Asse)
50°53'4.47"N
4°14'10.83"O
16/08/2009
13
onbekend
foeragerend
Lipelobos (Londerzeel)
51° 2'9.50"N
4°15'44.91"O
9/08/2009
10
onbekend
ter plaatse
Lipelobos (Londerzeel)
51° 2'9.50"N
4°15'44.91"O
9/08/2009
6
onbekend
ter plaatse
akkerzone Houtem/Perk
50°56'28.47"N
4°28'53.31"O
9/08/2009
6
onbekend
ter plaatse
akkerzone Mollem
50°55'49.71"N
4°13'42.31"O
4°11'50.97"O
9/08/2009
8
onbekend
ter plaatse
akkerzone Brussegem
5/08/2009
1
onbekend
baltsend / zingend
Steenhuffel (Londerzeel)
50°59'33.33"N
4/08/2009
2
onbekend
ter plaatse
akkerzone Houtem/Perk
50°56'28.47"N
4°28'53.31"O
3/08/2009
6
onbekend
overvliegend
Asse
50°54'58.94"N
4°11'50.97"O
50°55'49.77"N
4°12'56.06"O
50°55'56.74"N 4°16'35.44"O 4°16'5.75"O
2/08/2009
1
onbekend
ter plaatse
akkerzone Mollem
2/08/2009
4
onbekend
overvliegend
akkerzone Brussegem
29/07/2009
1
adult zomerkleed
overvliegend noordoost
Charleroyhoeve Grimbergen
50°56'9.31"N
28/07/2009
1
onbekend
ter plaatse
Strombeek-Bever (Grimbergen)
50°54'27.75"N
26/07/2009
8
onbekend
ter plaatse
akkerzone Brussegem
24/07/2009
1
onbekend
ter plaatse
akkerzone Mollem
50°55'49.77"N
4°12'56.06"O
20/07/2009
1
onbekend
ter plaatse
Dorent (Eppegem)
50°56'54.46"N
4°26'35.00"O
20/07/2009
3
onbekend
ter plaatse
Cargovil (Vilvoorde)
19/07/2009
2
adult
ter plaatse
akkerzone Mollem
50°55'49.77"N
4°12'56.06"O
18/07/2009
3
adult
ter plaatse
akkerzone Mollem
50°55'49.77"N
4°12'56.06"O
16/07/2009
5
onbekend
ter plaatse
akkerzone Houtem/Perk
50°56'38.31"N
4°28'46.76"O
14/07/2009
3
onbekend
ter plaatse
akkerzone Mollem
50°55'23.37"N
4°12'35.90"O
12/07/2009
2
onbekend
ter plaatse
akkerzone Houtem/Perk
50°56'28.47"N
4°28'53.31"O
10/07/2009
4
adult
ter plaatse
akkerzone Mollem
50°55'23.37"N
4°12'35.90"O
5/07/2009
4
onbekend
ter plaatse
akkerzone Houtem/Perk
50°56'25.92"N
4°29'37.47"O
5/07/2009
1
onbekend
ter plaatse
Cargovil (Vilvoorde)
50°56'43.70"N
4°25'16.67"O
50°55'56.74"N 4°16'35.44"O 4°22'42.21"O 4°21'31.34"O
50°55'56.74"N 4°16'35.44"O
50°56'47.35"N 4°26'11.42"O
57
4/07/2009
1
onbekend
ter plaatse
Brussegem
22/06/2009
1
onbekend
ter plaatse
Droeshout (Opwijk)
15/06/2009
11
onbekend
ter plaatse
akkerzone Houtem/Perk
15/06/2009
1
onbekend
ter plaatse
Dorent (Eppegem)
12/06/2009
2
onbekend
ter plaatse
akkerzone Humbeek
50°58'0.12"N
12/06/2009
2
onbekend
ter plaatse
akkerzone Humbeek
50°57'49.73"N
12/06/2009
1
onbekend
ter plaatse
akkerzone Humbeek
50°58'19.80"N
4°23'39.56"O
11/06/2009
2
onbekend
ter plaatse
akkerzone Sint-Jozef
51° 1'39.99"N
4°16'42.43"O
6/06/2009
1
onbekend
ter plaatse
akkerzone Mollem
50°55'49.71"N
4°13'42.31"O
5/06/2009
4
onbekend
ter plaatse
akkerzone Humbeek
50°58'19.80"N
4°23'39.56"O
31/05/2009
2
onbekend
ter plaatse
akkerzone Mollem
50°55'49.71"N
4°13'42.31"O
16/05/2009
4
onbekend
ter plaatse
akkerzone Houtem/Perk
50°56'28.47"N
4°28'53.31"O
16/05/2009
2
adult
ter plaatse
Zellik (Asse)
50°53'15.42"N
4°16'18.13"O
4/05/2009
1
onbekend
ter plaatse
akkerzone Mollem
50°55'43.25"N
4°13'38.28"O
2/05/2009
1
onbekend
ter plaatse
Cargovil (Vilvoorde)
50°55'52.13"N
4°24'53.57"O
50°55'45.16"N 50°57'7.15"N 50°56'31.45"N
4°16'2.53"O 4°10'13.50"O 4°29'5.67"O
50°57'15.02"N 4°26'50.75"O 4°24'2.02"O 4°24'10.74"O
58
Bijlage 4.5 Ringmus
Datum
Aantal
Gedrag
Locatie
GPS coördinaten
23/08/2009
4
onbekend
ter plaatse
akkerzone Huimbek (kanaal)
50°57'47.14"N
4°23'59.95"O
9/08/2009
5
onbekend
ter plaatse
Kruiskouter (Relegem)
50°54'13.37"N
4°16'28.58"O
7/08/2009
6
onbekend
ter plaatse
Kruiskouter (Relegem)
50°54'13.37"N
4°16'28.58"O
30/07/2009
20
onbekend
ter plaatse
Kruiskouter (Kobbegem)
50°54'12.36"N
4°15'39.47"O
29/07/2009
3
onbekend
ter plaatse
akkerzone Sint-Jozef
51° 1'21.43"N
4°16'51.01"O
20/07/2009
2
onbekend
ter plaatse
kouter Peizegem-Steenhuffel
50°58'21.49"N
4°14'57.70"O
15/07/2009
5
onbekend
ter plaatse
Kruiskouter (Kobbegem)
50°54'3.15"N
14/07/2009
7
onbekend
opvliegend
akkerzone Mollem-Brussegem
50°55'44.20"N
4°14'58.62"O
14/06/2009
2
onbekend
foeragerend
Kruiskouter (Relegem)
50°54'13.37"N
4°16'28.58"O
13/06/2009
2
onbekend
ter plaatse
Asbeek
50°54'18.21"N
4° 9'19.46"O
7/06/2009
2
onbekend
ter plaatse
Mollem
50°56'0.48"N
2/06/2009
1
onbekend
ter plaatse
kouter Peizegem-Steenhuffel
50°59'0.46"N
2/06/2009
2
onbekend
ter plaatse
kouter Peizegem-Steenhuffel
50°58'8.77"N
22/05/2009
2
onbekend
ter plaatse
kouter Peizegem-Steenhuffel
50°58'21.49"N
19/05/2009
4
onbekend
ter plaatse
Kruiskouter (Hamme)
13/05/2009
2
adult
ter plaatse
Mollem
50°54'36.17"N 50°56'0.48"N
2/05/2009
1
onbekend
ter plaatse
Plateau van Moorsel
50°51'28.60"N
1/05/2009
7
onbekend
ter plaatse
akkerzone Lintbos
50°57'5.06"N
4°15'52.99"O
4°13'16.32"O 4°14'9.19"O 4°15'15.12"O 4°14'57.70"O 4°16'8.43"O 4°13'16.32"O 4°31'6.89"O 4°23'6.52"O
59
Bijlage 4.6 Veldleeuwerik
Datum
Aantal
Gedrag
Locatie
GPS coördinaten
14/08/2009
1
ter plaatse
Kruiskouter (Relegem)
50°54'14.50"N 4°16'6.65"O
7/08/2009
1
ter plaatse
Kruiskouter (Relegem)
50°54'14.50"N 4°16'6.65"O
5/08/2009
2
paar in broedbiotoop
Dorenveld (Zaventem)
18/07/2009
2
baltsend / zingend
akkerzone Rossem/Impde
11/07/2009
1
baltsend / zingend
akkerzone Westrode - Nieuwenrode
50°53'26.04"N 4°29'59.53"O 50°58'18.26"N 4°17'34.65"O 50°59'14.52"N 4°14'49.39"O 50°59'2.73"N 4°19'13.00"O 50°58'48.56"N 4°19'25.44"O
10/07/2009
1
baltsend / zingend
akkerzone Sleeuwagen (Merchtem)
50°56'53.96"N 4°12'39.96"O
10/07/2009
1
baltsend / zingend
akkerzone Sleeuwagen (Merchtem)
50°56'16.64"N 4°12'41.92"O
10/07/2009
1
baltsend / zingend
akkerzone Sleeuwagen (Merchtem)
50°56'30.85"N 4°12'49.91"O
9/07/2009
1
ter plaatse
akkerzone Asbeek
50°54'29.33"N 4° 8'48.93"O
8/07/2009
1
ter plaatse
kouter Peizegem/Steenhuffel
50°58'58.88"N 4°14'20.63"O
7/07/2009
3
ter plaatse
akkerzone Perk
50°56'21.81"N 4°29'53.26"O
6/07/2009
1
ter plaatse
Dorenveld (steenokkerzeel)
50°53'44.12"N 4°30'54.26"O
6/07/2009
1
ter plaatse
Plateau van Moorsel
50°51'4.14"N 4°31'32.42"O 50°51'25.06"N 4°31'13.36"O
11/07/2009
1
baltsend / zingend
kouter Peizegem/Steenhuffel
11/07/2009
1
baltsend / zingend
akkerzone Westrode - Nieuwenrode
6/07/2009
1
baltsend / zingend
Plateau van Moorsel
5/07/2009
2
baltsend / zingend
akkerzone Perk
50°56'5.67"N 4°30'6.00"O
5/07/2009
1
ter plaatse
akkerzone Perk
50°56'28.92"N 4°29'45.19"O
5/07/2009
1
baltsend / zingend
akkers Mollem
50°55'33.61"N 4°12'27.16"O
5/07/2009
1
baltsend / zingend
akkers Mollem
50°55'0.89"N 4°12'27.98"O
5/07/2009
1
baltsend / zingend
Zemst-Laar
50°59'22.77"N 4°27'0.67"O
2/07/2009
1
baltsend / zingend
akkerzone Sleeuwagen (Merchtem)
50°56'51.36"N 4°12'47.37"O
2/07/2009
7
ter plaatse
kouter Peizegem/Steenhuffel
50°58'47.47"N 4°14'28.66"O
29/06/2009
1
baltsend / zingend
akkers Mollem
50°55'35.91"N 4°13'18.25"O
29/06/2009
1
baltsend / zingend
akkerzone Humbeek-Nieuwenrode
50°58'14.54"N 4°21'0.74"O
29/06/2009
1
baltsend / zingend
akkerzone Westrode -Nieuwenrode
50°58'49.58"N 4°20'45.51"O
28/06/2009
9
baltsend / zingend
Plateau van Moorsel
50°51'6.92"N 4°31'14.75"O
60
24/06/2009
2
baltsend / zingend
akkerzone Rossem/Impde
50°57'59.60"N 4°17'26.09"O
21/06/2009
2
baltsend / zingend
Kruiskouter (Relegem)
50°54'8.31"N 4°16'17.26"O
21/06/2009
1
baltsend / zingend
akkerzone Rossem/Impde
50°58'10.23"N 4°17'29.43"O
21/06/2009
3
baltsend / zingend
kouter Peizegem/Steenhuffel
50°58'53.16"N 4°14'37.07"O
20/06/2009
2
baltsend / zingend
westelijke akkerzone Grimbergen
50°56'50.64"N 4°21'1.87"O
20/06/2009
1
baltsend / zingend
westelijke akkerzone Grimbergen
50°56'29.16"N 4°20'48.09"O
19/06/2009
3
ter plaatse
akkerzone Mollem - Brussegem
50°55'45.84"N 4°14'48.51"O
19/06/2009
3
ter plaatse
Dorenveld (Steenokkerzeel)
50°54'56.48"N 4°31'37.72"O
17/06/2009
1
baltsend / zingend
akkerzone Mazenzele
50°56'30.08"N 4°11'26.15"O
17/06/2009
1
baltsend / zingend
akkerzone Mazenzele
50°56'41.11"N 4°11'52.02"O
17/06/2009
1
ter plaatse
Kouter Peizegem-Steenhuffel
50°58'28.26"N 4°14'12.82"O
16/06/2009
1
baltsend / zingend
westelijke akkerzone Grimbergen
50°56'29.16"N 4°20'48.09"O
16/06/2009
1
baltsend / zingend
akkerzone Beigem
50°57'7.41"N 4°22'37.30"O
16/06/2009
1
baltsend / zingend
akkerzone Humbeek
50°57'47.44"N 4°23'8.72"O
16/06/2009
1
baltsend / zingend
akkerzone Humbeek
50°57'37.19"N 4°23'16.87"O
16/06/2009
1
baltsend / zingend
akkerzone Humbeek-Nieuwenrode
50°57'58.42"N 4°21'21.64"O
16/06/2009
1
baltsend / zingend
westelijke akkerzone Grimbergen
50°57'0.35"N 4°21'26.45"O
16/06/2009
1
baltsend / zingend
westelijke akkerzone Grimbergen
50°56'27.71"N 4°20'59.61"O
16/06/2009
1
baltsend / zingend
westelijke akkerzone Grimbergen
50°56'50.64"N 4°21'1.87"O
16/06/2009
1
baltsend / zingend
westelijke akkerzone Grimbergen
50°56'29.16"N 4°20'48.09"O
14/06/2009
1
baltsend / zingend
akkers Mollem
50°55'34.35"N 4°12'41.35"O
14/06/2009
1
ter plaatse
akkerzone Mazenzele
50°56'58.30"N 4°12'37.71"O
14/06/2009
1
baltsend / zingend
Plateau van Moorsel
50°51'20.81"N 4°31'36.99"O
14/06/2009
1
ter plaatse
Plateau van Moorsel
50°51'16.60"N 4°31'22.16"O
13/06/2009
1
baltsend / zingend
akkerzone Asbeek
50°54'29.33"N 4° 8'48.93"O
13/06/2009
1
baltsend / zingend
akkerzone Nieuwenrode
50°58'14.54"N 4°21'0.74"O
5/06/2009
1
ter plaatse
akkers Mollem
50°55'26.87"N 4°11'49.57"O
2/06/2009
1
ter plaatse
akkers Mollem
50°55'26.72"N 4°12'48.67"O
2/06/2009
1
baltsend / zingend
akkerzone Humbeek
50°57'54.55"N 4°23'49.66"O
61
2/06/2009
1
baltsend / zingend
akkerzone Humbeek-Nieuwenrode
50°57'58.42"N 4°21'21.64"O
2/06/2009
1
baltsend / zingend
akkerzone Rossem/Impde
50°58'10.23"N 4°17'29.43"O
2/06/2009
1
baltsend / zingend
akkerzone Rossem/Impde
50°58'23.39"N 4°17'46.30"O
2/06/2009
1
baltsend / zingend
Kouter Peizegem-Steenhuffel
50°59'16.40"N 4°14'52.88"O
2/06/2009
1
baltsend / zingend
Kouter Peizegem-Steenhuffel
50°59'4.18"N 4°14'22.84"O
2/06/2009
1
baltsend / zingend
Kouter Peizegem-Steenhuffel
50°58'38.84"N 4°13'36.49"O
2/06/2009
1
baltsend / zingend
Kouter Peizegem-Steenhuffel
50°58'42.77"N 4°14'18.64"O
2/06/2009
2
baltsend / zingend
Kouter Peizegem-Steenhuffel
50°58'28.26"N 4°14'12.82"O
31/05/2009
1
baltsend / zingend
akkers Mollem
50°55'25.75"N 4°12'8.93"O
31/05/2009
1
paar in broedbiotoop
Kouter Peizegem-Steenhuffel
50°59'11.17"N 4°12'33.13"O
31/05/2009
1
ter plaatse
Plateau van Moorsel
50°51'3.82"N 4°31'45.24"O
30/05/2009
1
baltsend / zingend
akkerzone Mazenzele-Merchtem
50°57'20.64"N 4°13'2.47"O
30/05/2009
1
baltsend / zingend
Kouter Peizegem-Steenhuffel
51° 0'12.46"N 4°14'57.15"O
30/05/2009
1
baltsend / zingend
Kouter Peizegem-Steenhuffel
50°58'54.42"N 4°14'54.64"O
30/05/2009
1
baltsend / zingend
Kouter Peizegem-Steenhuffel
50°59'6.36"N 4°14'43.11"O
27/05/2009
1
baltsend / zingend
Dorenveld (Zaventem)
50°53'11.29"N 4°29'35.89"O
27/05/2009
1
baltsend / zingend
Dorenveld (Steenokkerzeel)
50°53'40.15"N 4°31'29.48"O
27/05/2009
1
baltsend / zingend
Dorenveld (Steenokkerzeel)
50°53'49.20"N 4°31'10.54"O
27/05/2009
1
baltsend / zingend
Dorenveld (Steenokkerzeel)
50°53'35.57"N 4°30'55.42"O
27/05/2009
1
baltsend / zingend
Dorenveld (Zaventem)
50°53'19.20"N 4°30'59.65"O
25/05/2009
3
baltsend / zingend
akkers Mollem
25/05/2009
1
ter plaatse
akkerzone Rossem/Impde
50°57'43.60"N 4°17'3.51"O
21/05/2009
1
baltsend / zingend
Plateau van Moorsel
50°50'47.23"N 4°31'24.86"O
21/05/2009
1
baltsend / zingend
Plateau van Moorsel
50°51'6.27"N 4°31'32.92"O
19/05/2009
1
ter plaatse
Plateau van Moorsel
50°50'56.99"N 4°31'22.92"O
19/05/2009
1
baltsend / zingend
Kruiskouter (Bollebeek)
50°55'9.63"N 4°15'9.29"O
19/05/2009
1
baltsend / zingend
Kruiskouter (Bollebeek)
50°54'57.47"N 4°15'10.39"O
19/05/2009
1
baltsend / zingend
Kruiskouter (Bollebeek)
50°55'18.28"N 4°15'35.18"O
19/05/2009
1
baltsend / zingend
Kruiskouter (Relegem)
50°54'24.59"N 4°16'28.63"O
62
16/05/2009
4
baltsend / zingend
kouter Peizegem/Steenhuffel
15/05/2009
1
baltsend / zingend
akkers Mollem
50°55'34.35"N 4°12'41.35"O
14/05/2009
3
ter plaatse
Kouter Peizegem-Steenhuffel
50°58'22.75"N 4°14'11.55"O
13/05/2009
2
ter plaatse
akkers Mollem
50°55'26.72"N 4°12'48.67"O
11/05/2009
1
baltsend / zingend
Plateau van Moorsel
50°51'16.60"N 4°31'22.16"O
11/05/2009
1
baltsend / zingend
Plateau van Moorsel
50°50'47.23"N 4°31'24.86"O
11/05/2009
1
baltsend / zingend
Plateau van Moorsel
50°50'56.99"N 4°31'22.92"O
10/05/2009
2
baltsend / zingend
akkerzone Perk
50°56'27.33"N 4°29'20.16"O
10/05/2009
1
baltsend / zingend
akkerzone Humbeek-Nieuwenrode
50°57'58.42"N 4°21'21.64"O
8/05/2009
1
baltsend / zingend
akkerzone Perk
50°56'17.89"N 4°29'57.66"O
8/05/2009
1
baltsend / zingend
akkerzone Perk
50°56'29.75"N 4°29'48.89"O
8/05/2009
1
baltsend / zingend
akkerzone Perk
50°56'27.84"N 4°30'12.39"O
8/05/2009
1
baltsend / zingend
akkerzone Zemst-Laar
50°59'50.76"N 4°25'32.49"O
8/05/2009
1
baltsend / zingend
akkerzone Zemst-Laar
50°59'57.35"N 4°26'8.93"O
8/05/2009
1
baltsend / zingend
akkerzone Zemst-Laar
50°59'42.82"N 4°26'34.59"O
8/05/2009
1
baltsend / zingend
akkerzone Zemst-Laar
50°59'28.14"N 4°26'47.82"O
8/05/2009
1
baltsend / zingend
akkers Malderen
51° 0'55.15"N 4°15'57.02"O
8/05/2009
1
baltsend / zingend
akkers Eppegem
50°58'28.55"N 4°26'21.79"O
7/05/2009
2
baltsend / zingend
westelijke akkerzone Grimbergen
50°57'0.35"N 4°21'26.45"O
7/05/2009
1
baltsend / zingend
akkerzone Humbeek
50°58'20.43"N 4°22'30.08"O
7/05/2009
1
baltsend / zingend
akkerzone Humbeek-Nieuwenrode
50°57'58.42"N 4°21'21.64"O
7/05/2009
2
ter plaatse
Kouter Peizegem-Steenhuffel
50°59'6.36"N 4°14'43.11"O
6/05/2009
1
ter plaatse
akkers Malderen
51° 0'55.15"N 4°15'57.02"O
4/05/2009
3
ter plaatse
akkers Mollem
50°55'29.09"N 4°12'18.13"O
2/05/2009
1
baltsend / zingend
akkerzone Humbeek
50°57'30.08"N 4°24'6.01"O
1/05/2009
1
baltsend / zingend
Plateau van Moorsel
50°51'20.81"N 4°31'36.99"O
1/05/2009
1
ter plaatse
Dorenveld (Zaventem)
50°53'33.66"N 4°30'15.33"O
1/05/2009
1
baltsend / zingend
akkerzone Westrode-Nieuwenrode
50°59'35.54"N 4°20'40.02"O
1/05/2009
1
baltsend / zingend
akkers Mollem
50°55'51.75"N 4°12'18.30"O
63
Bijlage 5. Verspreidingsgegevens van de geïnventariseerde soorten in het studiegebied NW Vlaams-Brabant. Bijlage 5.1 Kneu
64
Bijlage 5.2 Kwartel
65
Bijlage 5.3 Patrijs
66
Bijlage 5.4 Putter
67
Bijlage 5.5 Ringmus
68
Bijlage 5.6 Veldleeuwerik
69