2009
Onderzoek naar het bewust achterlaten van huisdieren Uitgevoerd door Intomart Gfk in opdracht van DierZ.nl
2009
De belangrijkste conclusies en aanbevelingen: 1. De hond aan de boom bestaat niet meer Dit is niet helemaal waar: het komt nog een enkele keer voor dat een hond wordt aangetroffen die aan een boom is vastgebonden. Wel komt tijdens dit onderzoek naar voren dat dit verschijnsel ten opzichte van een aantal jaren geleden drastisch zou zijn afgenomen. Het feit dat steeds meer dieren gechipt zijn kan hierop invloed hebben, maar dit is geen afdoende verklaring. Het kan zijn dat het publiek iets diervriendelijker is geworden en dat men iets meer het dier zelf in gedachten heeft wanneer men er afstand van doet. Het aantal werkelijk schrijnende gevallen waar een asiel per jaar mee te maken heeft, is vaak op één hand te tellen. In Nederland zie je nauwelijks zwerfdieren op straat, dit in tegenstelling tot de meeste buitenlanden waar dit veel meer het geval is. Op hoofdlijnen is de opvang in Nederland goed geregeld. De problematiek van achtergelaten dieren is weinig zichtbaar, maar dit betekent niet dat er geen problemen zijn. Overigens heeft men vaak honden voor ogen wanneer het gaat om zwerfdieren, maar in de praktijk worden de asielen vooral overspoeld door katten en is de toegenomen kattenpopulatie nog eerder als een groot probleem te beschouwen. 2. Internet heeft soms nare gevolgen voor huisdieren Ten gevolge van internet is de handel in huisdieren veranderd. Inmiddels hebben vrijwel alle consumenten in Nederland toegang tot internet. Waar zij vroeger wellicht verleid werden door het schattige hondje in de etalage van de dierenwinkel, worden zij nu aangetrokken door foto’s en filmpjes op internet. Vrijwel alle respondenten zien sites als Marktplaats als een grote boosdoener. De opzet van aanbieders op dergelijke sites sluit aan bij de mentaliteit van kijkers: zij hebben behoeften die snel bevredigd moeten worden en een impulsaankoop is snel gedaan. Het gaat vaak om (malafide) handelaars en particulieren voor wie geldt: ‘Eenmaal gekocht, blijft gekocht’. Vooral honden wisselen dientengevolge regelmatig van eigenaar, met alle consequenties van dien. Wellicht dat Marktplaats een alternatief voor de boom is geworden? Een ontwikkeling van de laatste tijd is dat er ten gevolge van internet ook beduidend minder kittens bij de asielen binnenkomen. Die worden nu door de particulieren zelf verhandeld via Marktplaats of vergelijkbare sites, zodat er nog iets geld aan wordt verdiend. 3. Ook huisdieren zijn de dupe van de crisis Het idee dat men een huisdier achterlaat omdat men het niet meer kan bekostigen, begint in beperkte mate een rol te spelen. Het is duidelijk een feit dat velen zich lang niet altijd goed realiseren dat er veel kosten zijn verbonden aan het houden van een huisdier. Vooral wanneer het gaat om medische kosten voor huisdieren wordt pijnlijk duidelijk dat hierop wordt bezuinigd en dat dit soms zelfs een motivatie kan zijn om afstand te doen van een dier. Het achterlaten van een huisdier bij een asiel kost bovendien geld. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er nog al eens dieren ‘met medische kwalen’ worden gevonden.
2009
Ten gevolge van de crisis is er tevens een toename van het aantal huisuitzettingen waarneembaar. Er is een tendens dat asielen steeds meer worden geconfronteerd met dieren die hiervan de dupe zijn. 4. Chippen is een stap in de goede richting maar behoeft nog aandacht Alle respondenten zien het chippen van huisdieren als een goed initiatief. De gedachte om het chippen van huisdieren, zeker wanneer het gaat om honden, maar vaak ook wanneer het katten betreft, verplicht te stellen, leeft bij zeer veel beheerders. In de praktijk is daadwerkelijk merkbaar dat het een zeker gemak oplevert om ‘weggelopen’ huisdier en eigenaar weer met elkaar te verenigen. Een probleem is echter gelegen in het registratiesysteem. Er blijken verschillende databanken te zijn waar de gegevens worden opgeslagen. Verder speelt mee dat de registratie vaak niet up to date is. Onder meer vanwege het feit dat het registreren,en dan gaat het met name om het wisselen van eigenaar, geld kost. Vandaar dat veel respondenten suggereren om dit wettelijk verplicht te stellen, naar het voorbeeld van het kenteken van een auto. Een auto kan niet van eigenaar wisselen zonder dat het kenteken op de naam van de nieuwe eigenaar is gezet. De eigenaar op wiens naam het kenteken (i.e. de chip) staat, blijft juridisch verantwoordelijk.
Aantallen achtergelaten dieren Het aantal dieren dat in een asiel terecht komt, loopt enorm uiteen. In sommige asielen worden bijna 1000 honden per jaar opgevangen, terwijl anderen blijven steken rond de 100. In alle asielen komen beduidend meer katten terecht dan honden. Een paar keer wordt het aantal van 1500 katten per jaar genoemd. Men heeft ook het idee dat het aantal zwerfkatten de laatste jaren aan het toenemen is. Eén respondent relateert dit aan de toenemende ‘vergrijzing’ van katten: katten leven steeds langer, hun leven is veiliger geworden, het voer is verbeterd en de dierenartsen kunnen steeds meer. Bij zwerfkatten is het moeilijker om de eigenaren te achterhalen omdat ze minder vaak gechipt zijn. Daarnaast heeft men ook het idee dat eigenaren zelf minder moeite doen om hun kat terug te vinden, zeker wanneer je dat vergelijkt met het ophalen van honden. Sommige asielen geven zelfs aan dat vrijwel alle ‘gevonden’ honden ook weer worden opgehaald:
“Bij ons wordt 98% van de honden opgehaald!” In grote lijnen houdt men een verdeling aan tussen de dieren die door de eigenaar zelf naar het asiel zijn gebracht (de ‘afstandshonden’ en ‘afstandskatten’) en de dieren die gevonden zijn: de gevonden honden en katten die ook wel zwerfhonden of zwerfkatten worden genoemd. Daarnaast zijn er restcategorieën, bijvoorbeeld de dieren die in het asiel zelf geboren worden of die ten gevolge van een huisuitzetting in het asiel terecht komen (vaak zijn dat er meerdere). Ook wordt een enkele keer de politie genoemd die verwaarloosde dieren naar het asiel brengt. De dierenambulances spelen een belangrijke rol: zij leveren het merendeel van de gevonden dieren aan. Veel dierenambulances zijn verbonden aan specifieke asielen. Feit is dat zij meestal
2009
gewaarschuwd of gebeld worden door particulieren. Wanneer het gaat om afstandsdieren worden deze meestal gebracht door de eigenaar zelf. Het asiel verwacht en stimuleert dat ook. Een enkel asiel heeft ook (in overleg met Amivedi) een afspraak met de gemeentereiniging gemaakt. Deze dienst brengt de gevonden dode dieren naar het asiel. De dieren kunnen worden nagekeken op chips, zodat de eigenaren kunnen worden gewaarschuwd. Vaak meldt de eigenaar zich overigens al zelf. Sommige asielen hebben capaciteitsproblemen en werken met een wachtlijst. Gevonden dieren gaan dan voor boven afstandsdieren. De echt schrijnende gevallen Het verhaal van de hond die aan een boom in het bos is vastgebonden en achtergelaten, staat duidelijk symbool voor de schrijnende gevallen. In de praktijk blijkt dit echter niet vaak meer voor te komen. Veel respondenten hebben dit tijdens hun (lange) carrière bij het asiel maar één of twee keer meegemaakt. Sommigen hebben het idee dat dit ook minder vaak voorkomt dan vroeger; mogelijk dat de introductie van het chippen daarmee te maken heeft. Iets vaker komt het voor dat een hond aan het hek van het asiel zelf wordt vastgebonden. Als variant daarop wordt ook een enkele keer een kat gevonden die aan het hek van het asiel vastgebonden is. Het vastbinden wordt ook wel gerelativeerd, in die zin dat het voor het dier zelf wel meevalt, zeker wanneer dit op een plek wordt vastgebonden waar het gemakkelijk wordt gevonden. Verder worden katten (vaak kittens) ook wel in een doosje voor de deur gezet. Schrijnender is het wanneer de katten met doos en al over het hek gegooid worden:
“De honden worden ook wel eens vastgebonden achtergelaten bij de supermarkt; dan worden ze makkelijker gevonden” “Gisteravond hebben we nog een mandje met katjes binnen gekregen dat men in het toilet van een trein had gevonden.” “Verleden jaar is er een doos met kittens levend en wel in de vuilcontainer gevonden; gelukkig dat de vuilnisman wat hoorde!” Verder komt het wel voor dat honden of pups langs de kant van de snelweg of op een parkeerplaats worden gevonden. Op die manier lopen ze een grote kans om onder een auto te komen of om te verhongeren. Ook katten worden daar wel eens moedwillig in een mandje achtergelaten. Schrijnende gevallen associeert men vooral met de toestand van de dieren. Sommige dieren zijn verwaarloosd op alle gebieden; dan zijn ze angstig en nauwelijks sociaal. Of ze zijn ziek, ondervoed, hebben huidproblemen, een vervilte vacht, en gebitten en nagels die niet goed onderhouden zijn. Tevens komt naar voren dat de echt schrijnende gevallen zich vaak voordoen
2009
bij mensen die zelf zich ‘aan de onderkant van de maatschappij’ bevinden. In dit verband wordt ook regelmatig gerefereerd aan huisuitzettingen, die vaker voorkomen dan vroeger:
“Die katten zaten twee weken opgesloten in het huis en hebben het alleen maar overleefd omdat ze uit de WC-pot konden drinken.” “Laatst is hier nog een hond gevonden in een huis waarvan de eigenaar al een maand geleden geëmigreerd was; doodgehongerd.” Seizoensinvloeden Voor de asielen is de seizoensinvloed duidelijk merkbaar. Veel asielen merken dat het drukker wordt in de vakantieperiode. Ook denkt vrijwel iedereen direct aan kittens. In april, mei en juni is het aantal drachtige katten enorm en worden ze ‘doodgegooid’ met kittens. In bepaalde asielen worden ook meer andere jonge dieren aangedragen zoals bijvoorbeeld jonge vosjes. In die periode zijn er ook vaker wachtlijsten voor afstandsdieren of vraagt men aan diegene die een kat of hond heeft gevonden, of hij deze nog wat langer wil blijven voeren:
“In de zomer krijgen wij wel drie nestjes op een dag.” “In het voorjaar komen er ook meer katers in het asiel, in het voorjaar gaan die namelijk zwerven.” “Tot september is het hier twee keer zo druk.” “Vakantie is een klassieker; dan komen er meer dieren in het asiel terecht. Omgekeerd worden er met kerstmis veel dieren opgehaald als cadeautje voor onder de kerstboom.” Overigens signaleren sommige asielen dat er minder kittens in het voorjaar bij hen terechtkomen dan voorheen. Volgens hen heeft dat te maken met internet: veel particulieren bieden de kittens te koop aan op internet (Marktplaats) zodat ze er nog wat mee kunnen verdienen. Eén respondent weet het hele verloop van het asiel in seizoenen te schetsen: richting winter worden honden vaak naar het asiel gebracht, want dan wordt het te koud om met ze te wandelen. Katten daarentegen worden dan juist vaker uit het asiel gehaald omdat het gezellig is voor bij de kachel. En dan is er Sinterklaas: kittens hebben precies de juiste maat om in een schoen te passen. Met Kerstmis schetst hij het emotionele beeld van de puppy onder de kerstboom. In februari en maart is het asiel vervolgens bijna leeg om met het begin van het voorjaar weer vol te stromen. Bewust achterlaten Meestal is men er van overtuigd dat het voor mensen die hun hond kwijt zijn, het goed mogelijk is om die weer terug te vinden als men dat daadwerkelijk wil. Zeker in deze tijd met internetsites. In feite impliceert dit dat honden die niet worden opgehaald, bewust gedumpt zijn:
2009
“Een hond raak je niet zomaar kwijt.” “Mensen die ze dumpen spreek je meestal niet.” Wanneer personen hun hond naar het asiel brengen, bestaat de kans dat men daarover liegt. Het komt (regelmatig) voor dat de eigenaars ‘zogenaamd’ hun eigen hond gevonden hebben zodat ze geen kosten hoeven te betalen. Op zich is het moeilijk te achterhalen of men liegt over het ‘vinden’. Bij honden is er vaak wel duidelijk een band met de eigenaar, maar tegelijkertijd moet je wel voorzichtig om daar conclusies aan te verbinden omdat de honden natuurlijk ook ‘een allemansvriendje’ kunnen zijn. Verder vertelt men over ‘zogenaamde slimmeriken’ die zogenaamd hun hondje kwijt zijn en die dan na 14 dagen vakantie in het asiel weer vinden om op die manier pensionkosten te vermijden. Of men laat de buren dan zogenaamd een (nieuwe) hond uitzoeken om mee te nemen. Daar moet men in het asiel alert op zijn. Soms heeft men hier strikvragen voor: dan vragen ze bijvoorbeeld ‘hoe heet ie...?’ en dan antwoorden ze heel onnadenkend Bobby. De kosten zullen betaald moeten worden. Overigens wordt gesuggereerd dat de pensionfunctie om commerciële redenen vrijwel altijd boven de asielfunctie gaat. Bij gevonden katten is vaak een duidelijk verschil waarneembaar tussen verwilderde katten en tamme katten. Die tamme katten, die vaak goed verzorgd en ook gesteriliseerd zijn, ‘moeten’ een baas hebben. Vermoedelijk zijn die gewoon op straat gedumpt omdat men het afstandsgeld (50 euro) niet wil betalen. Over het algemeen is er, vergeleken met honden, minder duidelijk sprake van een hechtingsproces tussen de kat en zijn eigenaar. Katten kunnen zich, vergeleken met honden, ook beter op straat redden zonder eigenaar. Ook als katten gechipt zijn, is het nog niet altijd te achterhalen wie de eigenaar is. Als het asiel dan contact opneemt, zegt men gewoon dat de kat is weggegeven.
De achtergronden Wanneer het gaat om de problematiek van het achterlaten van dieren, zijn er een paar zaken die naar voren komen en duidelijk van invloed zijn. Ondoordacht aanschaffen Vrijwel alle beheerders zijn het er over eens dat men te gemakkelijk een huisdier aanschaft en zich niet de consequenties realiseert. Met de aanschaf van een huisdier bevredigt men een behoefte van dat moment, maar men realiseert zich niet dat men hier voor zeker vijftien jaar aan vast zit, dat een dier vaak nog niet zindelijk is en dat het vaak ook nog moet worden opgevoed. Dit alles kost niet alleen veel tijd en inzet, maar er zijn ook veel kosten aan verbonden. Het begrip impulsaankoop komt opvallend vaak naar voren:
“Mensen snappen gewoon veel te weinig dat dit kleine goedkope katje straks een grote kater wordt.”
2009
“Men realiseert zich niet dat dit schattige hondje wel aan de inboedel kan gaan knagen.” “.... of men neemt gelijk het hele nestje.” “Katten zijn een wegwerpartikel geworden; je kunt ze makkelijk halen, maar je kunt ze ook even gemakkelijk weer wegdoen.” Vroeger was het houden van huisdieren vaak gemakkelijker. Tegenwoordig wordt er meer van de eigenaar geëist. Dieren mogen geen overlast veroorzaken; honden mogen bijvoorbeeld tegenwoordig nauwelijks loslopen, terwijl ze vroeger gewoon op straat mochten rondlopen. Ook zaken als hondenbelasting en verplichte inentingen worden in dit verband genoemd. Persoonlijke omstandigheden Andere redenen om dieren weg te doen dan wel achter te laten, zijn privéomstandigheden. Men noemt als voorbeeld allergieën, echtscheidingen of kinderen die worden geboren. Daarnaast kan het ook zijn dat mensen ziek worden of naar een verpleegtehuis moeten en daardoor niet meer voor hun dier kunnen zorgen. Ook de gevangenis wordt genoemd. Het kan soms om tragische gevallen gaan, dan gaat het om mensen die dol zijn op hun dier:
“80% van de ‘nette afstandskatten’ is de schuld van scheidingen, kinderen en allergieën.” Vaak hebben privéomstandigheden ook financiële consequenties: door een scheiding is men bijvoorbeeld genoodzaakt beiden te gaan werken en heeft men geen tijd meer om de hond uit te laten. Verder wordt relatief vaak verwezen naar verhuizingen. Honden kan men lang niet altijd meenemen naar een flat. Zeker wanneer het om katten gaat, brengt men de kat lang niet altijd naar het asiel, maar laat men die dan gewoon achter. Soms wordt gesuggereerd dat mensen dat doen omdat ze vinden dat katten bij een huis horen; katten hechten aan huizen en niet aan mensen:
“Bij ons asiel in de buurt werd een wijk gesloopt; toen was het duidelijk drukker.” Een paar medewerkers hebben het idee dat juist die privéomstandigheden als smoes worden gebruikt om dieren makkelijk kwijt te raken. Dan wil men de hond eigenlijk niet meer omdat deze gedragsproblemen heeft en bijvoorbeeld overal plast, de hele tijd blaft, of dat het dier te veel geld kost. Respondenten zijn dan ook kwaad op mensen die hen een huisdier brengen wanneer er kinderen geboren zijn: het is de eigen schuld dat het dier dan niet meer goed houdbaar is, omdat ze er dan in het geheel geen aandacht aan besteden:
“En dan brengen ze de kat omdat ie ‘zogenaamd’ de baby krabt, maar eigenlijk past ie niet meer bij het bankstel.”
2009
Vanzelfsprekend zijn er ook mensen die het er echt heel moeilijk mee hebben om afscheid te nemen van hun dier. Vaak zullen zij dit dan echter netjes regelen en het niet ‘zomaar’ achterlaten. De economische crisis Meestal wordt de huidige economische situatie spontaan genoemd als mogelijke oorzaak. Ook desgevraagd wordt eigenlijk altijd beaamd dat de recessie een belangrijke rol speelt. Eigenaren vinden het echter moeilijk om toe geven dat zij hun dieren wegdoen om financiële redenen. Ook wordt een keer gesuggereerd dat mensen hun weggelopen dier niet meer uit het asiel durven op te halen uit angst dat ze de kosten niet kunnen opbrengen. Vooral op het medische vlak komt duidelijk naar voren dat de crisis een rol speelt. Eigenaren hebben lang niet altijd het geld meer - of het geld er voor over - om een dierenarts te betalen. Dat uit zich in achtergelaten dieren die dan wat blijken te mankeren, bijvoorbeeld katten of honden die een abces hebben of die rondlopen met een gebroken poot die gezet had moeten worden maar wat duidelijk nooit gebeurd is. Asielen die gelieerd zijn aan een dierenartspraktijk zien dat bevestigd: de omzet van deze praktijken is aan het teruglopen. Mensen stellen het onderhoud van hun dier uit. Beheerders merken ook dat mensen schrikken wanneer zij horen dat het geld kost om hun dier bij het asiel te brengen. Zeker wanneer men meerdere dieren in bezit heeft kan dat bedrag sterk oplopen. Het gaat om bedragen rond de 100 euro per dier: dit moet goed aan de mensen worden uitgelegd. Ook wordt soms gesuggereerd dat er over de prijs te onderhandelen valt. Men vermoedt dat de dieren, wanneer men geen zin heeft om er voor te betalen, deze vervolgens wel op een andere manier bij het asiel terechtkomen:
“Ik merk het ook wel: mensen bellen dan het asiel omdat ze afstand willen doen van hun dier, maar als ze dan horen dat het geld kost, komen ze vervolgens niet meer....” “Onze tarieven zijn 115 euro voor een hond en 80 euro voor een kat.” “Al betalen ze maar een tientje; dat liever dan anoniem over het hek gegooid.” Internet Internet speelt een belangrijke rol bij de al eerder genoemde bevrediging van die instant behoefte bij het aanschaffen van een huisdier. Ten gevolge van internet wordt er veel meer ondoordacht aangeschaft. Dan koopt men impulsief dat schattige hondje of katje, maar juist aankopen via internet leveren vaak veel teleurstellingen op. Het gebeurt steeds vaker dat honden heel makkelijk van eigenaar wisselen via internet en steeds opnieuw worden doorverkocht. Men schrijft de hond dan allerlei fantastische eigenschappen toe die hij in de praktijk niet blijkt te bezitten. Dit alles is natuurlijk ook niet bevorderlijk voor het gedrag van een hond. Het zijn commerciële belangen die hierbij een rol spelen. Sommigen spreken met ingehouden woede over malafide fokkers die via internet hun dieren aanbieden. Zij verkopen dan via
2009
Marktplaats grote honden - bijvoorbeeld een Filo Brasileiro - die echter niet geschikt blijken voor de flat waar de koper woont. Of men verkoopt een Amerikaanse Bulldog aan een gezin met een tweejarig kind. Wanneer dat mis gaat, dan nemen de verkopers (fokkers, maar ook particulieren) de hond echter niet terug: verkocht is verkocht. Respondenten vinden dat zoiets nooit had mogen gebeuren. Ook zou er veel gehandeld worden in Oost-Europese honden. In dit verband komt ook een paar keer naar voren dat dit jaar het aantal kittens dat aangeboden wordt bij het asiel aan het teruglopen is. Normaliter worden er, zeker in het voorjaar, heel veel kittens aangeboden. Een paar asielen hebben duidelijk een terugloop geconstateerd omdat particulieren die proberen te verkopen via Marktplaats:
“Voor het eerst sinds jaren, hebben we nauwelijks kittens meer. Mensen brengen ze niet meer naar het asiel, maar verkopen ze op Marktplaats.” Natuurlijk zijn er ook positieve kanten aan internet: het is immers een goede manier om dieren onder de aandacht te brengen, bijvoorbeeld wanneer men een dier kwijt is. Mode en trends Mode wordt duidelijk gezien als een reden waarom mensen hun huisdier makkelijk achterlaten, het gaat hierbij vooral om honden. Deze worden dan te gemakkelijk aangeschaft, wat dan op een gegeven moment weer uitmondt in een toevloed van deze honden in het asiel. Tijdens de interviews wordt het ras Jack Russell geregeld aangehaald als voorbeeld van een modehond. Daarnaast zijn de Chihuahua’s en de Bruine Labradors in opkomst. Mensen hebben vaak een ideaalplaatje voor ogen: men wil én een goede baan, én een leuk huis én een leuk kind en daar hoort ook een modeldier bij. Eén respondent relativeert het modeverschijnsel en stelt dat dit van alle tijden is, waarbij ze onder meer refereert aan Lassie (jaren 40) en De 101 Dalmatiërs (jaren 60):
“Een Jack Russell is nu alweer uit de mode hoor. Nu zijn de Chihuahua’s helemaal in.” Wanneer het om katten gaat, doen zich over het algemeen minder trends voor. Eén beheerder signaleert dat langharige katten het goed doen op dit moment. Dat betekent overigens ook dat het heel makkelijk is om dit type katten weer kwijt raken. Eén vrouw die een asiel beheert in een gebied waar veel allochtonen wonen, vertelt dat het een trend is onder zestien- en zeventienjarige Marokkaanse jongens om een ‘stoere’ hond te hebben (bull’s, boxers e.d). Deze jongens wonen echter nog thuis bij hun ouders, dus houden ze de hond in de garagebox van het flatgebouw waar ze wonen. Op een ogenblik komt daar dan echter de woningbouwvereniging achter, met alle consequenties van dien... Overigens kunnen modeverschijnselen met betrekking tot honden ook nog andere (nare) consequenties hebben dan een oververtegenwoordiging van dit ras in het asiel. Dan worden de desbetreffende rassen namelijk helemaal doorgefokt.
2009
Regionale verschillen Op het platteland stelt men zich anders op ten aanzien van katten. Men ontwikkelt minder duidelijk een emotionele relatie met de kat en het is voor hen ook makkelijker om er afstand van te doen. Daardoor wordt er ook minder geïnvesteerd in katten op het platteland, bijvoorbeeld in een sterilisatie door een dierenarts. Ook zal men op het platteland minder moeite doen om een kat te gaan zoeken wanneer deze niet meer komt opdagen. In de stad daarentegen wordt de kat door veel mensen echt als een gezinslid beschouwd. Tegelijkertijd denken landelijk gelegen asielen dat mensen in de grote stad juist hun dier vaker zullen achterlaten:
“Boeren zijn vaak veel harder naar hun dieren toe.” “De boeren hier zullen hun kat echt geen Sheba voeren” Verder denkt men dat er ook een groot verschil is tussen allochtonen en autochtonen wanneer het om huisdieren gaat. Men denkt dat autochtonen over het algemeen veel meer huisdieren hebben:
“Heeft u wel eens een Marokkaan met hondje aan de lijn gezien?” Op het platteland is er vaak sprake van hechte gemeenschappen. De sociale controle is er vrij groot, waardoor men niet snel ergens een hond zal achterlaten want dat heeft men direct in de gaten.
2009
Mogelijke oplossingen Voorlichting en mentaliteitsverandering Er wordt veel nadruk gelegd op het probleem dat mensen te gemakkelijk een dier aanschaffen en te weinig hierover nadenken. Mensen zouden meer verantwoordelijkheidsgevoel moeten hebben en veel bewuster een dier moeten aanschaffen, eventueel zelfs op proef. Eén respondent neemt zelfs het begrip ‘selectie’ in haar mond en schrikt daar zelf van. Ze doelt daarbij overigens zowel op de selectie van potentiële eigenaren als op die van (malafide) fokkers:
“De mensen zouden heropgevoed moeten worden.” “Mensen zouden gescreend moeten worden voordat ze een dier aanschaffen.” Wanneer het gaat om voorlichting, vindt men dan ook dat deze zich er vooral op zou moeten richten om de aantallen onoverdachte impulsaankopen te verminderen. Juist voorlichting moet mensen ervan doordringen dat men een dier in huis neemt tot aan zijn of haar dood. Ook moet men beter beseffen dat niet ieder dier geschikt is voor iedere omgeving en zich goed realiseren dat het houden van een huisdier geld kost. De respondenten gaan er echter van uit dat het heel moeilijk zal zijn om dit te bereiken met behulp van voorlichting:
“Het gaat in feite om ‘bezint eer ge begint’.” “Men moet beseffen dat een kat zeker vijftien jaar wordt en dat je daar je leven op moet inrichten.” “Het is niet handig om een Rottweiler aan te schaffen wanneer je in een straat woont waar veel kleine kinderen buiten spelen.” In de praktijk blijkt dat asielen bij de voorlichting een belangrijke rol spelen. Zij laten zich er op voorstaan dat zij zich duidelijk opstellen en weigeren soms ook om een dier mee te geven. Sommigen werken met een proefperiode of geven het dier niet direct mee: dan kijkt men of de potentiële eigenaren terugkomen en of er geen sprake is van een impulsaanschaf. Ook maken sommige asielen melding van een natraject: dan worden de nieuwe eigenaren nagebeld om te vragen of alles goed gaat. Soms gaat men zelfs persoonlijk langs om zich hiervan te vergewissen. In dat opzicht is er een groot verschil met dierenwinkels en commerciële fokkers. Verder wordt opgemerkt dat het belangrijk is zich te realiseren dat de voorlichting ook juist mensen moet bereiken die zich meer aan de onderkant van de samenleving bevinden. Het gaat, zeker bij de problematische dieren, vaak om eigenaren die nauwelijks tot geen dagbladen lezen. Voorlichting via dat soort media heeft dan weinig zin. Een spotje van de Dierenbescherming op tv is dan meer op zijn plaats.
2009
Overheid Wanneer het gaat om voorlichting, komt ook al gauw de overheid ter sprake. Voorlichting vindt men duidelijk een taak van de overheid en regelmatig vindt men ook dat de overheid zich meer zou moeten bemoeien met het probleem van achtergelaten dieren. Het gaat dan zowel om de centrale overheid (een paar keer wordt het Ministerie van LNV genoemd) als om gemeenten die hun betrokkenheid moeten tonen: zij zijn wettelijk verplicht om zorg te dragen voor zwerfdieren. De Welzijnswet voor dieren moet verbeterd worden. Er is te weinig aandacht voor de problematiek vanuit de politiek. Sommige respondenten houden een duidelijk pleidooi voor een strengere aanpak: de wet moet beter gehandhaafd worden, de inspectie kan beter en er moeten meer boetes en veroordelingen komen. Een paar keer wordt in dit verband verwezen naar tv-uitzendingen van Animal Planet: in de VS worden slechteriken op het gebied van dierenwelzijn geboeid afgevoerd:
“Er zouden hogere straffen op dierenverwaarlozing moeten staan.” De overheid speelt bovendien een rol bij het toenemende aantal huisuitzettingen. Asielen functioneren vaak als opslaghouder voor huisdieren die van die actie de dupe zijn. Zoals een deurwaarder de opslagplaatsen voor meubels betaalt, zou deze eigenlijk ook de asielen moeten betalen. Hierover zou reeds overleg plaatsvinden met de VNG (Vereniging van Nederlandse Gemeenten). Daarnaast is het van belang dat de overheid aandacht besteedt aan de mensen die voor de misstanden verantwoordelijk zijn; deze mensen aan de onderkant van de maatschappij hebben zelf vaak begeleiding nodig:
“Vanuit de overheid zou ook meer geld naar de asielen moeten. Iedereen denkt maar dat het goed geregeld is. Mensen zijn ook helemaal verbaasd dat ze moeten betalen wanneer ze hun dier naar het asiel brengen.” “De GGD zou eens meer aandacht moeten besteden aan de ‘zogenaamde kattenvrouwtjes’.” Bij de gemeente vormen dieren vaak een sluitpost op de begroting. In dit verband wordt gerefereerd aan doodgereden dieren die gewoon door de gemeente worden opgeruimd en niet worden doorgegeven, dit veroorzaakt veel dierenleed. Er zijn overigens asielen die aangeven daarover juist goede afspraken te hebben gemaakt met de gemeenten. Overige instellingen Naast de overheid zijn er diverse organisaties die zich inzetten voor het dierenwelzijn en voorlichting op dit gebied. Zo spreekt men positief over de Dierenbescherming en ook Amivedi en de Sofiastichting komen ter sprake Chippen Alle respondenten zijn een groot voorstander van (verplicht) chippen. Honden en meestal ook de katten zullen het asiel dan ook niet verlaten zonder gechipt te zijn. Een aantal legt er de nadruk op dat in de toekomst katten meer gechipt zouden moeten worden.
2009
Chippen heeft in de praktijk daadwerkelijk resultaat: dankzij het chippen gaan er beduidend meer katten terug naar hun eigenaar. Zo stelt iemand dat er vroeger ongeveer drie op de 100 katten terug bij zijn oorspronkelijke eigenaar kwamen, terwijl dat er nu een stuk of vijftien of zestien zijn:
“Volgens mij werkt chippen: nu denk je wel tien keer na voordat je een dier dumpt....” In de praktijk blijken hier echter nogal wat haken en ogen aan te zitten. Met name met betrekking tot de registratie blijkt het nogal eens mis te gaan. Dat registreren kost geld en dat heeft men er niet altijd voor over. Het blijkt geregeld dat de dieren niet meer bij de juiste eigenaar staan geregistreerd. Er zijn asielen die wel vier zo niet zes voormalige eigenaren weten te achterhalen. Verder wordt gerefereerd aan het feit dat er diverse databanken zijn m.b.t. de registratie en dat dit gecentraliseerd zou moeten worden. Voor handelaren is chippen echter een soort van ‘keurmerk’ geworden: zij kunnen de chips goedkoop inkopen, maar laten het vervolgens na om de dieren te registreren:
“Dan zijn de honden wel gechipt, maar toch nog zes keer gewisseld van eigenaar.” “Een gechipt dier ‘staat’ leuk; voor een handelaar is dat een verkoopargument.” Enkele respondenten houden een nadrukkelijk pleidooi voor het idee dat de registratie anders moet gaan werken, en wel op de manier waarop het kentekenbewijs van een auto werkt. Dat betekent dat degene op wiens naam het dier staat, juridisch verantwoordelijk blijft voor het dier, zolang het dier op diens naam staat. Dat zal de problematiek van het niet overschrijven van de registratie ten goed komen. Internet Het is duidelijk dat internet een probleem is: Marktplaats wordt regelmatig genoemd als een grote boosdoener. De kans op impulsaankopen is groot en er is te weinig begeleiding. Het is echter moeilijk om de handel (i.e. het commerciële aspect) via internet te verbieden. Het gaat om broodfokkers en het is heel moeilijk om hier grip op te krijgen. Een goede fokker hoort niet aan iedereen te verkopen. Het gaat ook om andere media zoals De Telegraaf: die staat vol ‘zielige smoesjes’ waarom het dier weg moet. Steriliseren en castreren Regelmatig is het belang van steriliseren en castreren benadrukt. Honden en katten zijn vrijwel altijd ‘geholpen’ wanneer zij het asiel verlaten. Veel asielen zeggen dat dit gratis is, in die zin dat de castratie of sterilisatie in de aankoopprijs is inbegrepen. Een asiel op het platteland meldt ook dat verwilderde katten worden gecastreerd en vervolgens in de natuur worden teruggezet:
2009
“Verplicht steriliseren en castreren zou een goede oplossing zijn, maar dat kan je niet afdwingen.” “Ze zouden moeten stoppen met fokken.” In dit verband komt ter sprake dat veel mensen graag een nestje met katten willen, ook omdat dit goed voor de poes zou zijn. Sommige asielen raden de mensen dit specifiek af. Zij vinden ook dat aan dit probleem moet worden gerefereerd bij de voorlichting: het is een fabeltje dat het goed is voor een kat om eerst een nestje te hebben voordat zij gesteriliseerd wordt. Voorlichting onder kinderen Meestal refereert men niet spontaan aan het idee om kinderen voor te lichten. Men staat er eigenlijk wel altijd positief tegenover. Men trekt het dan ook vaak in een breder perspectief: men denkt dat als kinderen zich bewust zijn van een zekere zorg en verantwoordelijkheid ten aanzien van dieren dat dit ook verder effect heeft. Namelijk dat zij een positieve houding gaan innemen ten aanzien van zorg voor medemensen en voor hun omgeving in het algemeen. Sommige asielen spelen zelf al een actieve rol wanneer het om voorlichting gaat aan kinderen. In dit verband zijn programma’s als Kids for Animals genoemd. Het is belangrijk voor kinderen om te beseffen dat kleine kittens volwassen katten worden en dat zij leren dat een dier ‘geen speeltje’ is. Zeker in de grote steden is het belangrijk om al vroeg met voorlichting aan kinderen te beginnen omdat sommigen nauwelijks een besef hebben wat dieren eigenlijk zijn. Een enkeling signaleert een toenemende angst voor dieren bij kinderen. Veel kinderen zijn bang voor dieren en daar gaat het al fout. Dit is te zien als een gebrek bij de opvoeding. Ouders zijn al angstig en dit brengen zij over op de kinderen. Dit geldt vooral in de woonwijken, daar waar de kinderen niet meer in de natuur wonen. Dierenartsen Zoals al aangegeven, is het voor sommige mensen een probleem dat de dierenartsen duur zijn. Zeker wanneer het gaat om het zetten van gebroken pootjes en chirurgische ingrepen gaat het om zeer forse bedragen. Deze operaties kunnen overigens in termijnen worden betaald. Een enkeling suggereert dan ook dat dierenartsen hun tarieven zouden moeten verlagen en dat zoiets ook zeker mogelijk is omdat de tarieven zo hoog zijn. In Rotterdam loopt een experiment met een dierenarts voor minima. Verder zou er in dit verband meer aandacht moeten komen voor ziektekostenverzekeringen voor dieren:
“Sommige inentingen alleen al kosten 80 euro. Dat moet goedkoper kunnen.”
2009
Voor meer informatie over dit onderzoek kun je contact opnemen met het DierZ-team via
[email protected]