Studiehandleiding. Engineering. Crebocode: Niveau: 4. Cohort: Duur opleiding:

Studiehandleiding Opleiding:

Middenkader Engineering

Crebocode:

94421

Niveau:

4

Cohort:

2012-2016

Duur opleiding:

4 jaar

Leerweg:

BOL

Studiehandleiding Middenkader Engineering MKE Niveau 4 BOL 2012-2016

2

Inhoud Voorwoord

4

0

Introductie

5

0.1 0.2 0.3

Wat vind je in deze studiehandleiding ? Algemene gegevens over de opleiding Aan- en afwezigheid / ziekmelding

5 6 6

1.

Informatie over het beroep

7

1.1 1.2 1.3 1.5

Kwalificatiedossier Werken in de Middenkader Engineering Arbeidsperspectief Loopbaanperspectief

7 7 7 8

2.

Informatie over de opleiding

9

2.1 2.2 2.3 2.4 2.4.1 2.4.2 2.6

De opleidingen van Middenkader Engineering Intake en introductie Ontwikkelingsgebieden Vormgeving opleiding Proeve van Bekwaamheid Opleidingsmodel Kosten van de opleiding

9 9 9 9 11 11 12

3

Beroepspraktijkvorming

13

3.1 3.2

Spelregels tijdens de BPV Begeleiding tijdens de BPV

13 14

4

De begeleiding

15

4.1 4.2 4.3 4.4

Begeleiding van de student Extra hulp en zorg Aanwezigheidsregistratie Go, no go momenten

15 15 15 16

5

De examinering

17

5.1 5.1.1 5.1.2 5.1.3 5.2 5.4 5.5 5.6

Het beroepsgerichte deel Het examenplan kerntaken & werkprocessen Het examenplan Nederlands en Engels Het examenplan rekenen Loopbaan en Burgerschap Voorwaarden voor diplomering Examenorganisatie Examenreglement

17 17 18 18 19 19 19 20

6

Klachtenprocedure

22

6.1 6.2

Klachten over de opleiding Klachten over de examinering

22 22


3

Voorwoord Beste student, Namens alle collega’s van de branche Techniek van het Albeda College heet ik je van harte welkom! Wij zijn verheugd dat je gekozen hebt voor de opleiding Autospuiter 2. We hopen dat je het binnen de opleiding snel naar je zin zult hebben en gaan ervan uit dat je je maximaal in zult zetten om de opleiding binnen de vastgestelde termijn met een diploma af te sluiten. Je kan erop rekenen dat wij van onze kant er alles aan zullen doen om je daarbij te ondersteunen. Je hebt bij de start van je opleiding de Onderwijsovereenkomst ondertekend. Hierin staan de rechten en plichten van het Albeda College en ook die van jou vermeld. In de Beroepspraktijkvormingsovereenkomst zijn de rechten en plichten voor wat betreft het BPVgedeelte van de opleiding geregeld. Tijdens de introductie ben je gewezen op het Studentenbulletin, waarin de algemene informatie voor de deelnemers van onze school is opgenomen. Je hebt toen ook informatie gekregen over de locatie waar je de lessen volgt, over het lesrooster, over de leermiddelen die je moet aanschaffen, over regels m.b.t. verzuim en absentie en over de opleidingskosten. In deze studiehandleiding is alle specifieke informatie over de door jou gekozen opleiding opgenomen. Met name hoe de opleiding is opgebouwd en waaraan je moet voldoen om het diploma te behalen. We adviseren je om dit document goed te bestuderen en tijdens de duur van de opleiding goed te bewaren. Mocht je na het lezen van de studiehandleiding of tijdens de opleiding nog vragen hebben, dan kun je uiteraard terecht bij je studieloopbaanbegeleider of bij de onderwijsleider van de opleiding. Wij wensen je een prettige studietijd bij het Albeda College en heel veel succes met je opleiding! Namens alle medewerkers, Ir. K.G. Terlage Directeur branche Techniek


4

0

Introductie

0.1

Wat vind je in deze studiehandleiding ?

In deze studiehandleiding staat alle belangrijke informatie over de opleiding Middenkader Engineering MKE Niveau 4. Je vindt in de studiehandleiding onder andere informatie over: -

het beroep waarvoor je wordt opgeleid;

-

hoe de opleiding is opgebouwd;

-

de beroepspraktijkvorming;

-

de begeleiding tijdens de opleiding;

-

bij wie je moet zijn voor informatie;

-

de examinering;

-

bij wie je moet zijn als je een klacht hebt;

-

de regels die gelden.

De handleiding is een naslagwerk bij je studie. Bewaar deze studiehandleiding daarom heel goed!


5

0.2

Algemene gegevens over de opleiding

Naam ROC Brinnummer Naam kwalificatiedossier Crebonummer Uitstroom/uitstromen Diplomanaam/-namen Kwalificatieniveau Soort opleiding Leerweg Opleidingslocatie(s)

Wet Studiefinanciering Cohort Looptijd Studiebelastingsuren totaal Studiebelastingsuren BPV BPV in procenten Datum vaststelling bevoegd gezag Datum bekendmaking 0.3

Albeda College 00GT Middenkader Engineering (MKE) 94420 94421 Technicus Middenkader Engineering (Technicus) Niveau 4 Middenkaderopleiding Beroepsopleidende leerweg (BOL) Schiedamseweg 245 3118 JB Schiedam Telefoon: (010) 471 20 44 RDM- kade 59 3089 JR Rotterdam Telefoon: (010) 428 71 60 Ja 2012-2016 4 jaar 6400 2016 31.5% 1 juni 2012 1 juni 2012

Aan- en afwezigheid / ziekmelding

Wat te doen bij ziekte? Op de dag zelf tussen 8:00 en 10:00 bellen naar de administratie van de locatie waar je de opleiding volgt. Meld daarbij altijd welke opleiding je volgt. (Info www.watwasje.nu) Wat te doen bij voortijdig vertrek van de school? Als het noodzakelijk is dat je eerder vertrekt dan meld je je met een briefje af bij de studieloopbaanbegeleider. Wat te doen bij het aanvragen van verlof wegens bijzondere omstandigheden? Verlof wegens bijzondere omstandigheden moet tenminste twee dagen schriftelijk van tevoren worden aangevraagd bij de studieleiding/mentor. Lesuitval Als door ziekte van de docent een lesuur vervalt, dan zal als dat mogelijk is het rooster worden aangepast. Bij onverwachte lesuitval wordt de student geacht de tijd in te vullen met zelfstudie.


6

1.

Informatie over het beroep

1.1

Kwalificatiedossier

De opleiding Technicus is onderdeel van het kwalificatiedossier Middenkader Engineering. Een kwalificatiedossier is een beschrijving van een aantal opleidingen die bij elkaar horen. De branche Techniek van het Albeda College biedt de opleiding Technicus aan in vier opleidingsvarianten: Technicus Werktuigbouwkunde, Technicus Elektrotechniek, Medisch Instrumentatie Technicus en Technicus Maintenance. 1.2 Werken in de Middenkader Engineering (MKE) Er komt veel kijken bij het ontwerpen, maken, onderhouden en verkopen van producten en systemen. Zonder de ondersteuning van een Middenkaderfunctionaris Engineering verloopt deze product life cycle een stuk minder soepel. De ondersteunende werkzaamheden die hij verricht zijn daarbij onmisbaar. Als Middenkader Engineer houd je je bezig met een breed pakket met taken die variëren van de ontwikkeling tot en met het onderhoud en de verkoop van producten en systemen. Daarbij hoort ook het voorbereiden en begeleiden van productiewerk. Het kan werk betreffen op een of meer van de volgende werkgebieden: werktuigbouwkunde, elektrotechniek, mechatronica, onderhoud en installatietechniek of een mix van deze werkgebieden. Als medisch instrumentatie technieker ben je werkzaam in zorginstellingen of toeleverende bedrijven aan zorginstellingen die medische apparatuur leveren. Nadat je werkervaring hebt opgedaan kun je aan de slag als bijvoorbeeld ontwerper, projectleider of verkoper. Essentiële beroepshouding Van de MKE’er wordt verwacht dat hij aanvoelt in welke (werk)situaties van hem verwacht wordt samen te werken met collega's of waarbij van hem juist een zelfstandige werkhouding wordt verwacht. De MKE’er dient zich pro-actief op te stellen. Dit houdt in dat hij meedenkt en meepraat over verbeteringen in het werkproces. Daarbij is het werk van de MKE’er gericht op het zo goed als mogelijk


7

voorkomen van fouten. Als het werken als Middenkader Engineering jou aanspreekt, is het goed te bedenken of de volgende kenmerken op jou van toepassing zijn: - Je kunt goed denken in concepten en modellen. - Je plant en organiseert graag. - Je hebt een brede belangstelling voor techniek. 1.3

Arbeidsperspectief De Middenkader Engineering werkt bijvoorbeeld in de industrie, dienstverlening en onderhouds- en/of servicebedrijven. De grootte van de bedrijven waar je werkt kan variëren van het midden- en kleinbedrijf tot het grootbedrijf. Je werkt in één van de volgende sectoren: - Metaal. Dit zijn industriële en toeleverende bedrijven van (half)producten en (half)fabrikaten. Het gaat hier om de metaalproductenindustrie, machine- en apparatenbouw, transportmiddelenindustrie, voeding- en genotsmiddelenindustrie, (petro)chemie en hout- en papierindustrie. - Elektrotechniek. Dit zijn productie-, installatie- en servicebedrijven. De Middenkader Engineering werkt hier aan elektrotechnische machines, apparatuur en installaties, consumenten-elektronica, kantoormachines en elektrotechnische gebruiksgoederen. - Installatietechniek. Dit zijn bedrijven die werken aan gebouwinstallaties bij alle mogelijke klanten/opdrachtgevers en in alle mogelijke gebouwen. Het betreft bijvoorbeeld: centrale verwarming- en klimaatsystemen, luchtbehandeling- en airconditioningsystemen, gas- en stookinstallaties, sanitair en drinkwatersystemen. - Machinebouw en mechatronica. Dit zijn bedrijven in de machine-industrie en apparatenbouw die mechatronische producten vervaardigen. Dit betekent dat de bedrijven machines of onderdelen van machines vervaardigen zoals: liften, allerlei plaatsing- en sorteermachines (pick and place), vul- en verpakkingsmachines, lasrobots, volautomatische melkmachines, kopieermachines. - Medisch Instrumentatie Technicus (MIT). Zijn werkzaam in zorginstellingen (zoals ziekenhuizen, verpleeghuizen, etc) en toeleveringsbedrijven van medische apparatuur. MIT’ers richten zich vooral op de ontwikkeling en het onderhoud van medische apparatuur. 1.4

Loopbaanperspectief

Doorstroom naar HBO Als je kiest voor Middenkader Engineering kies je ook voor een opleiding die jou heel goed voorbereidt op het Hoger Beroeps Onderwijs. Een vervolgopleiding HBO ligt voor een Middenkader Engineering dan ook erg voor de hand. Afhankelijk van de context waarin je werkzaam bent, kun je kiezen voor Technisch HBO-opleidingen zoals werktuigbouwkunde, elektrotechniek, technische bedrijfskunde en industrieel product ontwerpen. Technicus Als je kiest voor Technicus dan kies je voor een opleiding die een goede basis legt om in het bedrijfsleven. Je kunt bijvoorbeeld door groeien naar functies zoals ontwerper, projectleider of leidinggevende. Wil je zien hoe iemand allerlei technische beroepen uitoefent? Bekijk de filmpjes op www.techniekinbeeld.nl en www.heldenvantechniek.nl


8

2

Informatie over de opleiding

In dit deel kun je lezen over de wijze waarop het Albeda College Beroepsgericht onderwijs heeft ingevuld en vormgegeven in o.a. onderwijsconcept, methode en in studiebelastingsuren. 2.1

De opleidingen van Middenkader Engineering

De opleiding Middenkader Engineering maakt deel uit van het brede opleidingenaanbod van de branche Techniek van het Albeda College. De branche Techniek van het Albeda College biedt de opleidingen Middenkader Engineering aan in de beroepsopleidende leerweg. De volgende opleidingen worden aangeboden. Middenkader Engineering - Medisch Instrumentatie Technicus Middenkader Engineering - Technicus werkveld elektrotechniek Middenkader Engineering - Technicus werkveld werktuigbouw

Middenkader Engineering – Maintenance Technicus

2.2

Intake en introductie

Jij hebt de aanmelding en de in take inmiddels achter de rug. Tijdens de intake werd bepaald of je aan de voorwaarden voldeed om in de opleiding geplaatst te kunnen worden. We namen taal- en rekentoetsen af en we hebben geprobeerd een zo goed mogelijk beeld te krijgen van wie je bent, wat je kunt, waar je eventueel extra ondersteuning zou kunnen gebruiken, etc. Jij bent de selectie goed doorgekomen en in de opleiding geplaatst, gefeliciteerd! Vanaf hier gaat de opleiding beginnen. De eerste periode van de opleiding is een introductieperiode. Daarbij ligt de nadruk op het kennismaken met elkaar, met de school, de docenten en begeleiders en wat je kunt verwachten tijdens de opleiding. 2.3

Ontwikkelingsgebieden

Tijdens de opleiding Middenkader Engineering ga je je op drie gebieden ontwikkelen: - Kerntaken en werkprocessen - Taal en rekenen/wiskunde - Loopbaan en burgerschap Vakspecifieke kerntaken en werkprocessen De vakspecifieke eisen die aan een opleiding worden gesteld in het kwalificatiedossier zijn uitgewerkt in kerntaken, die op hun beurt weer onderverdeeld zijn in werkprocessen en daarbij horende competenties.


9

Een voorbeeld van een kerntaak is: “Ontwerpt producten of systemen”, een voorbeeld van een werkproces daarbinnen is: “Verzamelen en verwerken van ontwerpgegevens”. Een competentie beschrijft wat je moet weten en kunnen en welke beroepshouding je moet hebben. Voorbeelden hiervan zijn: “uitwerken van ontwerpen” en “samenwerken en overleggen”. Hieronder staat het overzicht van de vier kerntaken en de bijbehorende werkprocessen van jouw opleiding.

Kerntaken/ werkprocessen KT 1 Ontwerpt producten of systemen 1.1 Verzamelen en verwerken van ontwerpgegevens 1.2 Uitwerken van ontwerpen 1.3 Kiezen materialen en onderdelen 1.4 Maken van een kostenberekening KT 2 Bereidt productiewerk voor 2.1 Verzamelen en verwerken van productiegegevens 2.2 Maken van een tekening (pakket) 2.3 Organiseren van mensen en middelen KT 3 Begeleidt productiewerk 3.1 Begeleiden productieproces 3.2 Bewaken begroting 3.3 Uitvoeren kwaliteitscontroles 3.4 Opleveren van werk KT 4 Onderhoudt producten en systemen 4.1 Inspecteren en testen van producten en systemen 4.2 Optimaliseren

Talen en rekenen Binnenkort zal de regelgeving voor de onderdelen Nederlands en rekenen veranderen. Als de wet Referentieniveau Nederlandse taal en rekenen in werking treedt, dan zullen voor alle mbo-opleidingen nieuwe eisen gelden op het gebied van Nederlandse taal en rekenen. Voor opleidingen op niveau 4 is referentieniveau 3F van toepassing. Waar de referentieniveaus voor staan kun je lezen in het document ‘Referentiekader taal en rekenen’, dat je kunt downloaden op de site van het Ministerie van OCW. (http://www.taalenrekenen.nl/referentiekader/rel_doc/.). De onderdelen Nederlands en rekenen komen aan de orde tijdens de vaktechnische lessen, maar daarnaast worden ook afzonderlijke lessen voor die onderdelen aangeboden. Aan deelnemers voor wie geldt dat het reguliere aanbod niet voldoende is om uiteindelijk aan de uitstroomeisen te voldoen, worden bijlessen aangeboden. Loopbaan en burgerschap De opleiding die je gaat volgen leidt niet alleen op voor een beroep. Het is ook belangrijk dat je volwaardig kunt functioneren in de maatschappij. Daarom zijn aan alle kwalificatiedossiers de kwalificatie-eisen Loopbaan en Burgerschap verbonden. Bij ‘Loopbaan’ gaat het om zaken die te maken hebben met je persoonlijke ontwikkeling bij het vinden van werk of een vervolgopleiding.


10

‘Burgerschap’ kent 4 onderdelen: de politiek-juridische, de economische, de sociaalmaatschappelijke dimensie en de dimensie vitaal burgerschap. Aan het einde van de opleiding moet je aantoonbaar kunnen maken dat je hebt voldaan aan de eisen die door de opleiding worden gesteld. 2.4

Vormgeving van de opleiding

De opleiding waar je voor gekozen hebt is een competentiegerichte opleiding, waar het praktijk gestuurde leren centraal staat en waar rekening gehouden wordt met jouw eigen kwaliteiten, keuzes en interesses. Als je een praktijkprobleem gaat aanpakken begint het leren. Zo doende leer je vragen stellen, vaardigheden te trainen, kennis te verwerven en leer je jezelf steeds beter kennen. Je maakt eigen keuzes en neemt eigen verantwoordelijkheden. Je kijkt naar jezelf, naar jouw eigen gedrag en hoe dat gedrag jouw werk beïnvloedt. Ook betekent competentiegericht onderwijs dat je tijdens de opleiding de noodzakelijke competenties ontwikkelt om het beroep waar je voor gekozen hebt in de praktijk uit te kunnen oefenen. Aan het einde van de opleiding beschik je dan ook over de juiste kennis en vaardigheden en ook over de juiste houding om als aankomend vakman aan de slag te gaan. 2.4.1 Proeve van Bekwaamheid Proeven zijn concrete, integrale opdrachten, zoals je die kunt verwachten in een bedrijf. Elke proeve moet minimaal één kerntaak afdekken. Je let er daarbij, samen met je studieloopbaan begeleider, op dat uiteindelijk alle 4 kerntaken kunnen worden afgerond in je opleiding. De complexiteit zal in de opleiding steeds hoger worden. In het 1e leerjaar start je op niveau A en in het 4e leerjaar word je getoetst op niveau D. Voorbeelden van proeven zijn:  Ontwerpen van een hijsbalk met verstelbare hijsbalken.  Ontwerpen en (laten) bouwen van een speelwerktuig in opdracht van een gemeente.  Aanpassingen doen aan bestaande machines, gegeven bijvoorbeeld veiligheid, ARBO en milieuwetgeving.  Het uittesten van een nieuw apparaat waarna je een gebruikshandleiding maakt en een workshop verzorgt aan de toekomstige gebruikers. 2.4.2 Opleidingsmodel In het eerste en tweede leerjaar leer je vakkennis en vaardigheden aan, en werk je aan proeven op school. Aan het begin van het tweede leerjaar ga je stage lopen bij een bedrijf en voer je al opdrachten uit. Naast de klassikale lessen werk je ook individueel of in teamverband. In verband met veiligheid, milieu en de eigen gezondheid hecht de school groot belang aan zorgvuldig werken. Alle werkzaamheden worden uitgevoerd volgens de geldende voorschriften op het gebied van milieu en arbeidsomstandigheden. In het derde en vierde leerjaar leer je vooral in bedrijven. We noemen dat de duale leerroute. Om deze studiegids kort en leesbaar te houden is er voor het tweede, derde en vierde leerjaar een aparte gids met precieze informatie over wat je in het jaar dat je gaat volgen kunt verwachten. Deze informatie ontvang je voordat je het nieuwe leerjaar gaat beginnen.


11

2.5

Lestijden en roosters

Bij de start van het schooljaar krijg je een lesrooster, waarop per schooldag de lesuren vermeld staan. Je kunt je rooster ook terug vinden op het Portaal. Elk lesuur duurt 45 minuten. Per schooljaar zijn er twee onderwijsperioden. Elke onderwijsperiode kan het lesrooster anders zijn. We ernaar streven voor elke onderwijsperiode een vast lesrooster te maken. Blijf echter alert op wijzigingen vanwege vervanging (bij ziekte van een docent) of aanpassingen vanwege examens. 2.6

Kosten van de opleiding

Jaarlijks bepaalt de Minister de hoogte van de kosten die de studenten moeten bijdragen aan hun opleiding. Als je op 1 augustus 18 jaar of ouder bent dien je het wettelijk verplichte lesgeld (voor voltijd-opleidingen) of cursusgeld (voor deeltijd-opleidingen) te betalen. Naast de kosten van de opleiding komen er ook kosten voor boeken en onderwijsmaterialen ( software, laptop, gereedschap enz.) Deze kosten kunnen per jaar verschillen. Ben je ouder dan 18 jaar en sta je ingeschreven voor een BOL – opleiding, dan heb je recht op studiefinanciering. Dit recht vervalt als je uitgeschreven bent. Je moet jezelf dan afmelden bij DUO-IB-groep. Meer informatie kun je vinden op de site van DUOIB-groep.


12

3

Beroepspraktijkvorming

Je hebt gekozen voor een beroepsopleiding. Een belangrijk deel van de opleiding wordt gevormd door de beroepspraktijkvorming (BPV); door het leren in de praktijk van het beroep. De werkprocessen die horen bij de opleiding maak je jezelf dan ook voor een groot deel eigen tijdens de BPV. Voorafgaand aan het leren in de beroepspraktijk is het noodzakelijk dat er een BPVovereenkomst wordt getekend door de verantwoordelijke van de opleiding, de vertegenwoordiger van het leerbedrijf en de student. De student van 18 jaar en ouder tekent de overeenkomst zelf. Een student jonger dan 18 jaar tekent samen met zijn wettelijke vertegenwoordiger (ouder of vervangende opvoeders). Met het tekenen van de overeenkomst zijn alle partijen, dus ook de student, gehouden aan de afspraken die op de overeenkomst staan. De overeenkomst moet voorafgaand aan het leren in de praktijk getekend zijn en ingeleverd op school. Als alle partijen de overeenkomst hebben ondertekend ontvangt een ieder één exemplaar voor de eigen administratie. In het 2e leerjaar omvat de BPV ca. 9 weken. In het 3e leerjaar omvat de BPV 3 dagen per week. Daarin werk je mee in het productieproces (stage) en werk je aan één of meerdere prestaties die onderdeel zijn van de proeven van bekwaamheid. Voor de arbeid die je levert, kan een vergoeding worden uitbetaald (stagevergoeding). Het werken aan je prestatie is een leeractiviteit waarvoor geen vergoeding wordt uitbetaald. In het 4e leerjaar moet er minimaal 3 dagen per week stage worden gelopen. Bij voorkeur werk je in het bedrijf aan minimaal één kerntaak die verwerkt is in de proeve van bekwaamheid. Vastgesteld moet worden welke competenties behoren bij de kerntaken en werkprocessen die jij in jouw opdracht hebt verwerkt. Je let er op, samen met je BPV- en studieloopbaanbegeleider, dat uiteindelijk alle werkprocessen kunnen worden afgerond in je opleiding. De koppeling van de kerntaak aan de werkprocessen biedt een waarborg dat je met je proeve niet alleen praktisch bezig bent, maar ook aandacht blijft besteden aan de bijbehorende theorie. Voorbeelden van proeven zijn:  Verbeteren van productieactiviteiten, zodat er meer producten worden afgeleverd.  Samenstellen van pneumatische luchtaansluitingen en vervolgens bestellen van het materiaal, leidingen leggen en aansluitingen maken.  Onderzoeken en realiseren van het herinrichten van een werkplaats.  Onderzoeken hoe onderhoudswerkzaamheden sneller en efficiënter kunnen plaatsvinden, resulterend in voorstellen. Het werken aan proeven vraagt een zorgvuldige afstemming tussen jou, het bedrijf en de school. De invulling kan per bedrijf verschillen. 3.1

Spelregels tijdens de BPV

Tijdens de BPV houd je je aan de bedrijfsregels. Je bent de volledige dag aanwezig, zoals een medewerker van het bedrijf.


13

BPV-tijd is schooltijd, dus het urenaantal dat op BPV-overeenkomst staat is verplicht. Als je uren mist, moet je die inhalen. En als je door ziekte of omwille van een andere reden niet naar je BPV kunt gaan, dan moet je dat melden bij het BPV-bedrijf. Op het BPV-bedrijf ben je bezig met werken of het maken van opdrachten. Met het bedrijf maak je afspraken wanneer je aan de opdrachten kunt werken. De BPV is wezenlijk voor de opleiding. Dit betekent dat de eindbeoordeling van de BPV voldoende moet zijn om in aanmerking te kunnen komen voor het diploma van de opleiding. 3.2

Begeleiding tijdens de BPV

In het bedrijf word je begeleid door de BPV-praktijkopleider. Die weet alles over het bedrijf en de werkzaamheden die horen bij de opleiding. Vanuit de school is er begeleiding door de BPV-begeleider. De BPV-begeleider zal je geregeld op je leerbedrijf bezoeken en samen met jou en de praktijkopleider je vorderingen bespreken. Veranderen van leerbedrijf is zonder toestemming van de school niet toegestaan.


14

4

De begeleiding

4.1

Begeleiding van de student

Als student ben je zelf verantwoordelijk voor het verloop van je opleiding. Vanuit de school krijg je ondersteuning van de docenten en de studieloopbaanbegeleider, in de praktijk van de praktijkopleider.

De docenten Zij zullen je vooral ondersteunen bij het werken aan de opdrachten (de proeven) en alle activiteiten die daarbij horen. Ze geven hoorcolleges, bieden workshops aan en coachen je in je persoonlijke ontwikkeling als beroepsbeoefenaar. De studieloopbaanbegeleider (SLB-er) De studieloopbaanbegeleider begeleidt je gedurende de hele opleiding. Hij/zij ondersteunt je bij jouw studie en houdt samen met jou de voortgang van jouw leerproces in de gaten. Hoe ver je al bent, wat je nog moet leren en welke keuzes belangrijk zijn om te maken. Om op de hoogte te blijven van jouw studievoortgang heeft de studieloopbaanbegeleider regelmatig contact met de docenten en de BPV-begeleider. De SLB-er ondersteunt je bij het verzamelen van bewijsmateriaal voor het portfolio, en helpt je een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) en een persoonlijk activiteitenplan (PAP). te maken. Met het portfolio kijkt de SLB-er met jou terug op de activiteiten die je gedaan hebt en hoe ver je bent met het ontwikkelen van jouw competenties. Met het POP kijk je samen met de SLB-er vooruit: Wat ga ik de komende periode doen om de benodigde competenties te ontwikkelen? In het PAP beschrijf je wat je gaat doen om je POP uit te voeren. De praktijkopleider De praktijkopleider (werknemer van het stagebedrijf) zorgt voor de begeleiding die nodig is op de werkplek. Hij/zij is ervoor verantwoordelijk dat alles goed wordt geregeld. Daarnaast heeft de praktijkopleider een belangrijke rol bij de beoordeling van het BPV-gedeelte van de opleiding en bij het vormgeven en uitvoeren van de eindopdracht. 4.2 Extra hulp en zorg Als je voor het volgen van de opleiding specifieke belemmeringen ondervindt, dan is het mogelijk om deel te nemen aan dyslexietesten en faalangstreductietrainingen. Als het nodig is, kan de studieloopbaanbegeleider je verwijzen naar het schoolmaatschappelijk werk. Twijfel je over je beroepskeuze en heb je hier al over gesproken met je studieloopbaanbegeleider, dan is het ook mogelijk een gesprek aan te vragen met een trajectbegeleider. 4.3 Aanwezigheidsregistratie De aanwezigheid van de studenten wordt nauwgezet geregistreerd (AWR registratie) De school heeft de wettelijke verplichting een student die zonder geldige reden afwezig is te benaderen.


15

Belangrijk:  Tot 18 jaar ben je leerplichtig, tenzij je al een diploma op niveau 2 hebt. De school is verplicht om 16 uur spijbelen dit door te geven aan de leerplichtambtenaar.  Omdat ongeoorloofd verzuim ook wordt gemeld aan DUO/Informatie- en Beheergroep, heeft ongeoorloofd verzuim voor BOL-studenten consequenties voor de studiefinanciering.  Als een BOL - student stopt met de opleiding dan moet hij direct de OV studiefinanciering laten stoppen. Bij nalatigheid legt DUO/Informatie- en Beheergroep boetes op.  De datum van diplomering is tevens de datum van uitschrijving 4.4 Go, no go momenten Tijdens je opleiding wordt je regelmatig beoordeeld. Het voornaamste doel van de beoordeling is dat je leert van je fouten. Echter, op bepaalde momenten moeten er ook beslissingen genomen worden of je wel of niet door kunt naar een volgende fase in je opleiding. Een aantal keren per jaar heb je hierover een gesprek met je studieloopbaanbegeleider. Aan het einde van het schooljaar word je uitgenodigd door de studieloopbaanbegeleider voor een gesprek waarin de volgende onderwerpen aan de orde komen: jouw behaalde resultaten, jouw aanwezigheid, jouw functioneren in de praktijk en jouw functioneren op school. Tijdens dit gesprek krijg je een (dringend) advies van ons of je wel of niet door moet gaan met de opleiding. In geval van een bindend negatief advies word je daarvan ook schriftelijk op de hoogte gesteld. Voor de overgang naar het volgende leerjaar moet je minimaal aan de volgende eisen voldoen:  voldoende vorderingen op het gebied van de kerntaken en werkprocessen van je opleiding;  de taken voor L&B van het betreffende jaar zijn afgerond;  de taken voor Nederlands en rekenen van het betreffende jaar zijn afgerond;  indien van toepassing: de taken van Engels van het betreffende jaar zijn afgerond;  de taken voor de BPV van het betreffende jaar zijn voldoende afgerond;  Regels met betrekking tot beoordeling: o Niet meer dan 2 cijfers onder de 5,5; o Gemiddeld een 5,5 over alle cijfers; o Praktische vakken (zoals praktijk, meten, etc.) gemiddeld een 5,5; o Geen cijfer onder de 4; o Aanwezigheidspercentage boven de 80%; o Geen (O)nvoldoende voor houding bij alle vakken.  Voorwaarde om te gaan kwalificeren is dat in het 4e leerjaar alle theoretische vakken met een voldoende afgesloten moeten zijn en aan alle bovenstaande punten is voldaan. Overigens kan de examencommissie van deze eisen afwijken bij bijzondere omstandigheden.


16

5

De examinering

In dit hoofdstuk is alle belangrijke informatie betreffende de examinering opgenomen. 5.1 Het Beroepsgerichte deel In het examenplan lees je op welke manier de verplichte onderdelen van je opleiding geëxamineerd worden. We maken gebruik van de richtlijnen die het Consortium Beroepsonderwijs heeft ontwikkelt. 5.1.1 Het examenplan kerntaken & werkprocessen Portfolio-assessment beroepsgericht deel Het portfolio is een document dat nodig is om te kunnen kwalificeren. Het geeft een overzicht van jouw leerontwikkeling en het document moet volledig zijn. Het vormt daarmee dus geen examenonderdeel maar is een voorwaarde om te kunnen kwalificeren. Voorwaardelijke eis Toetsvorm: Beoordelingscriteria:

Cesuur (grens voldoende/ onvoldoende) Beoordelaar(s):

Portfolio-assessment Assessment/ Voorwaardelijk Portfolio moet volledig zijn: Portfolio producten Logboek Competentie beoordelingen diverse beoordelaars Alle bewijzen passend bij de eisen van het kwalificatiedossier zijn aanwezig en op de juiste wijze gepresenteerd. Assessor ROC, assessor Bedrijf

Kwalificerende periode Tijdens de kwalificerende periode in het 4e leerjaar, worden de proeven van bekwaamheid getoetst. Met de proeven laat je zien dat je de kerntaken, werkprocessen en bijbehorende competenties zelfstandig uit kan voeren en dat je klaar bent om als beginnend beroepsbeoefenaar aan de slag te gaan.

Kerntaken / werkprocessen KT 1 1.1 1.2 1.3 1.4 KT 2 2.1 2.2 2.3 KT 3 3.1 3.2 3.3 3.4

Ontwerpt producten of systemen Verzamelen en verwerken van ontwerpgegevens Uitwerken van ontwerpen Kiezen materialen en onderdelen Maken van een kostenberekening Bereidt productiewerk voor Verzamelen en verwerken van productiegegevens Maken van een tekening (pakket) Organiseren van mensen en middelen Begeleidt productiewerk Begeleiden productieproces Bewaken begroting Uitvoeren kwaliteitscontroles Opleveren van werk


Proeve van Bekwaamheid X X X X X X X X X X X

17

KT 4 4.1 4.2

Onderhoudt producten en systemen Inspecteren en testen van producten en systemen Optimaliseren

X X

Proeve(n) van bekwaamheid De Proeve van Bekwaamheid wordt ingezet als de kwalificerende prestaties. De Proeven moeten de 4 kerntaken en bijbehorende werkprocessen en competenties volledig omvatten. Met de proeve(n) van bekwaamheid toon je aan dat je de kerntaken, werkprocessen en competenties bezit. Examen Toetsvorm: Beoordelingscriteria: Cesuur (grens voldoende/ onvoldoende)

Beoordelaar(s)

Proeve van bekwaamheid Proeve van bekwaamheid Competenties De competenties die horen bij de kerntaken en werkprocessen waaraan je in je kwalificerende prestatie hebt gewerkt worden beoordeeld met het OVG-systeem. Dit staat voor: O: Onvoldoende aangetoond competent gedrag. V: Voldoende aangetoond competent gedrag. G: Goed aangetoond competent gedrag. Voor alle proeven moet je minimaal voldoende halen. Assessoren ROC Assessor Bedrijf

5.1.2 Het examenplan Nederlands en Engels Het examen taal bestaat uit Nederlands en Engels. Het examen Nederlands bestaat uit een landelijk digitaal examen voor de onderwerpen lees- en luistervaardigheid en een schoolexamen voor spreek- en schrijfvaardigheid. Het te behalen niveau is 3F. Examen Toetsvorm: Beoordelingscriteria: Norm Beoordelaar(s)

Nederlands Landelijk digitaal examen en een schoolexamen Luisteren, gesprekken voeren, spreken, lezen, schrijven en taalverzorging. 3F Assessoren ROC, Assessoren landelijk

Het examen Engels bestaat uit portfolio-assessment voor de onderwerpen luisteren, lezen, gesprekken voeren, spreken en schrijven. Examen Toetsvorm: Beoordelingscriteria: Norm Beoordelaar(s)

Engels Portfolio assessment Luisteren, lezen, gesprekken voeren, spreken en schrijven. A2 – gesprekken voeren, spreken, schrijven; B1 - lezen en luisteren. Assessoren ROC

5.1.3 Het examenplan rekenen Voor rekenen wordt een landelijke digitale rekentoets afgenomen. Het betreft de onderdelen getallen, verhoudingen, meten en meetkunde en verbanden. Het te behalen niveau is 3F.


18

Examen Toetsvorm: Beoordelingscriteria: Norm Beoordelaar(s)

Rekenen Code: Landelijke digitale rekentoets Getallen, verhoudingen, meten en meetkunde en verbanden. 3F Assessoren landelijk

5.2 Loopbaan en Burgerschap Het onderdeel Loopbaan en Burgerschap wordt getoetst in lessen Burgerschap en tijdens de begeleidingsactiviteiten door studieloopbaanbegeleider. Dit vormt een onderdeel van het portfolio. 5.3 Voorwaarden voor diplomering Om tegemoet te komen aan flexibel onderwijs is het mogelijk de studieduur maximaal een ½ jaar in te korten onder voorbehoud dat volledig wordt voldaan aan onderstaande voorwaarde. Je komt voor een diploma in aanmerking als aan de volgende voorwaarden is voldaan: 1. 2. 3. 4.

Het portfolio-assessment is met een voldoende beoordeeld. De Proeve(n) van bekwaamheid moeten met een voldoende beoordeeld zijn. Het LB-portfolio is compleet. Voor examen Nederlands en rekenen is niveau 3F behaald. Voor Nederlands en rekenen worden de landelijke exameneisen gevolgd. 5. Voor examen Engels zijn drie van de vijf onderdelen op niveau A2 behaald. 5.4 Examenorganisatie Het Albeda College doet zijn uiterste best om goede toetsen en examens in te zetten en ervoor te zorgen dat alle procedures rond toetsing en examinering zorgvuldig verlopen. Daarom is er een centrale examencommissie, een brancheexamencommissie en een sub examencommissie die hierop toezien. Daarnaast worden de examens en bijbehorende processen ook regelmatig gecontroleerd door de Onderwijsinspectie. Centrale examencommissie (bevoegd gezag): Voorzitter College van bestuur Albeda College Rosestraat 1101 3071 AL ROTTERDAM Postbus 9451 3007 AL ROTTERDAM Examencommissie branche Techniek De branche-examencommissie is verantwoordelijk voor de examenprocessen. Deze commissie bewaakt het totale proces van voorbereiding, ontwikkeling, controle, afname, beoordeling en evaluatie van de examens. Haastrechtstraat 3 3079 DC ROTTERDAM Voorzitter: Dhr. K.G. Terlage


19

Subexamencommissie MKE De subexamencommissie is verantwoordelijk voor de uitvoering van de examenprocessen van het opleidingscluster. Schiedamseweg 245 3118 JB SCHIEDAM Voorzitter: G.J. Leichsenring 5.6

Examenreglement

Het Albeda College kent een Examenreglement dat voor alle deelnemers van toepassing is (Examenreglement van het Albeda College, versie 2012). Het Reglement is te raadplegen via het webbased portaal van het Albeda College. Het reglement ligt ook ter inzage bij de administratie. Hieronder worden een aantal punten toegelicht die in het bijzonder van belang zijn. Afmelden Indien je onverhoopt niet bij het examen kan zijn, dan dien je dat zo spoedig mogelijk te melden op de volgende wijze: - Minimaal een half uur voordat het examen begint; - Afmelden moet gebeuren via de telefoon bij de locatie waar het examen plaatsvindt. Na afmelding wordt gekeken of de examenkans behouden blijft. Je behoudt de kans alleen als je met een geldige reden hebt afgemeld en als de afmelding vooraf op de juiste wijze is doorgegeven. De bus missen, wekker niet gehoord, vergeten etc. worden niet als geldige reden gezien. Herkansingen Voor Nederlands, rekenen en Loopbaan en Burgerschap zijn er twee kansen: een examen en een herexamen. De regeling omtrent herkansing van de proeve van bekwaamheid is nog in ontwikkeling tijdens het schrijven van dit document. Aangepast examen Heb je dyslexie of een andere beperking, dan kun je bij de sub examencommissie een schriftelijk verzoek indienen voor een aangepast examen. Beslist de sub examencommissie positief, dan krijg je een brief van toewijzing. Bij een negatief besluit krijg je een brief van afwijzing. Bij de brief van toewijzing ontvang je een bevestiging / kaart. Deze bevestiging / kaart moet je tonen aan de surveillant op het moment dat je bij het examen tekent voor aanwezigheid. Tijdens het examen ligt de kaart op de hoek van de tafel, bij het legitimatiebewijs. Als je een woordenboek tijdens het examen mag gebruiken, dan controleert de surveillant het woordenboek ook voor het begin van het examen.


20

Fraude Bij fraude word je verwijderd uit de examenruimte. Jij en jouw wettelijke vertegenwoordigers krijgen schriftelijk bericht en er wordt een ongeldigheidverklaring opgesteld. Dit betekent dat je een examenkans verspeeld hebt. In enkele gevallen kan het betekenen dat je ook niet mag deelnemen aan verdere examens. Hetzelfde geldt voor het kopiëren/gedeeltelijk overnemen van opdrachten van een ander of het inleveren van examenwerk dat geheel of gedeeltelijk gekopieerd is van internet. In alle gevallen moeten examens door jou zelf gemaakt zijn! Te laat komen bij een examen Als je te laat bent voor een theorie-examen, moet je buiten het lokaal wachten. Je mag op aanwijzing van de surveillant pas 25 minuten na de begintijd naar binnen. Je krijgt geen extra examentijd. Ben je te laat voor een proeve, dan meld je jezelf eerst bij de examenleider. De examenleider beslist of deelname nog mogelijk is.


21

6

Klachtenprocedure

6.1 Klachten over de opleiding Als je een klacht hebt over de opleiding die je volgt, bespreek die klacht dan eerst met de docent en de onderwijsleider. Kom je er met hem/haar niet uit, dan kun je je met jouw klacht richten tot de branchedirecteur. Daarvoor moet je gebruik maken van een officieel klachtenformulier dat je kunt opvragen bij de afdeling Onderwijs & Kwaliteit op de locatie Haastrechtstraat (Tel.: 010-4793737, vragen naar mevr. S. Vlasblom of de heer J. van Veen). Als de directeur van de branche jouw klacht heeft ontvangen, word je door hem uitgenodigd om je klacht nader toe te lichten. Je wordt door hem dan ook op de hoogte gesteld van de wijze waarop de klacht zal worden afgehandeld. 6.2 Klachten over de examinering Ook wanneer je een klacht hebt over de examinering, ga je die klacht eerst rustig bespreken met de docent of de docenten. Kom je er met de docent(en) niet uit, dan is het mogelijk je klacht te bespreken met de sub-examencommissie. Dat gaat via een ‘bezwaarschrift’. Wanneer je het met de uitspraak van de sub-examencommissie ook niet eens bent, kun je hiertegen in ‘beroep’ gaan. Hoe deze procedures verlopen, kun je hieronder lezen. Wanneer je het met een bepaalde beslissing of maatregel rond de examinering niet eens bent, kun je je bezwaar schriftelijk kenbaar maken bij de sub-examencommissie via een bezwaarschrift. In het bezwaarschrift moet je je klacht zo duidelijk mogelijk beschrijven. Denk daarbij aan:       

naam en adres van de deelnemer klas datum van indiening omschrijving van de reden van het bezwaar/ wat is er aan de hand? datum examen / toets, waarop bezwaar betrekking heeft docent(en) die de module(n) verzorg(t)/(en) welke acties je al hebt ondernomen en met welke betrokkenen je al hebt gesproken, zonder dat dit voor jou tot een oplossing heeft geleid.

De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift is 10 werkdagen. De termijn begint na de dag waarop de maatregel of beslissing bekend is gemaakt. De sub-examencommissie beslist binnen 10 werkdagen na de datum waarop de klacht ontvangen is. Deze beslissing wordt schriftelijk kenbaar gemaakt. Wanneer je het vervolgens niet eens bent met de beslissing van de subexamencommissie, kun je in beroep gaan bij de ‘Commissie van Beroep voor de examens’. Je moet dus eerst bezwaar hebben aangetekend bij de subexamencommissie, voordat beroep mogelijk is.


22

Het beroepsschrift vermeldt dezelfde gegevens al die je in het bezwaarschrift hebt opgenomen. Daarnaast geef je in het beroepsschrift ook aan wat de beslissing van de sub-examencommissie was, waartegen je in beroep gaat. De termijn voor het indienen van een beroepsschrift bedraagt 10 werkdagen na de dag waarop de sub-examencommissie je van haar beslissing op de hoogte heeft gebracht. De Commissie beslist binnen 15 werkdagen, maar kan die termijn als dat nodig is één maal verlengen met een maximum van 10 werkdagen. Je stuurt het beroepsschrift aan: Commissie van Beroep voor de Examens, t.a.v. mevrouw J. Geurtsen, voorzitter Postbus 9451 3007 AL ROTTERDAM


23


24

Studiehandleiding. Engineering. Crebocode: Niveau: 4. Cohort: Duur opleiding:

Recommend Documents