Studiehandleiding niveau 2

Sport & Bewegen

Studiehandleiding niveau 2 Sport en bewegingsbegeleider (bol) cohort 2013-2015

Albeda College Branche LSE Opleiding Sport en Bewegen Sport en bewegingsbegeleider, crebo 95300 Cohort 2013-2015

Kwalificatiedossier Sport en Bewegen 2012-2013 Aantal sbu’s 3200, waarvan min 20% BPV Datum vaststelling, Calibris april 2013

Voorwoord

4

Inleiding Waar heb je deze studiehandleiding voor nodig? Wat mogen wij van elkaar verwachten?

5 6

1 Opleiding en beroep 1.1. Hoe is de kwalificatiestructuur opgebouwd? 1.2 Hoe ziet het beroep eruit? 1.3.1 Werkveld 1.3.2. Verder studeren

7 8 9

2 De opleiding 2.1 Beroepsgericht onderwijs 2.2 De inhoud van de opleiding: kerntaken, werkprocessen en competenties 2.2.1 De verschillende leertrajecten binnen de opleiding 2.3 Nederlands 2.4 Rekenen 2.5 Loopbaan en burgerschap 2.7 Beroepspraktijkvorming 2.7.1 Voorbereiding op de BPV 2.7.2 Begeleiding tijdens de BPV 2.7.3 Beoordeling van de BPV 2.7.4 Het vinden van een erkende BPV plaats 2.8 Lessentabel en rooster 2.9 Overige kosten leermiddelen per leerjaar 3. Begeleiding studenten 3.1 Studieloopbaanbegeleiding, mentor - jaarcoördinator en onderwijsleider - begeleiding topsporters 3.2 Digitale ondersteuning, informatie studievoortgang - voortgangsregeling - normen voor beëindiging opleiding 3.3 Extra hulp en zorg binnen school - trajectbureau - dyslexie - schoolmaatschappelijk werk - studenten coachen studenten - sportmedische begeleiding - Spanjersberg sportfysiotherapie - studentenbetrokkenheid - ouderbetrokkenheid 3.4 Aanwezigheid en regeling verzuim 3.4.1 Richtlijnen verlof buiten de schoolvakanties 3.4.2 Gewichtige omstandigheden 3.4.3 Ander gewichtige omstandigheden

10 12 14 15 16

17 18 19

20

21

24

26 27 28

4 Voortgang en examen 4.1 Examenplan - voortgangs- en examentoetsen - toelating examen - vrijstellingen - inleveren werkstukken, verslagen - inhalen/herkansen van voortgangs- en examentoetsen - studieschuld - niet verschijnen op een examen - inzage in voortgangs- en examentoetsen 4.2 Examenorganisatie 4.2.1 Sub-examencommissie 4.2.2 Examenreglement, fraude 4.2.3 Examendeelnemer 4.2.4 Klacht over het examen 4.2.4.1 Bezwaar aantekenen - beroep aantekenen 4.3 Diplomering 4.3.1 Recht op diplomering 4.3.2 Informatie over moment van diplomeren 4.3.3 Datum uitschrijven opleiding, studiefinanciering 4.3.4 Restitutieregeling 5 5.1

29

32

33

34

35

5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9

Schoolregels Fair Play lijst - beoordeling werk- / beroepshouding - afmelding, ziekmelding 010 206 15 80 Leerplein Sportcafé Rond het gebouw Kleding, boeken, laptop Kopiëren en printen Ontvreemding/diefstal goederen Ontruiming, calamiteiten Accommodaties

36

42 43

6.

Klachtenprocedure

44

7.

Vakgroep Sport en Bewegen

45

Bijlagen: 1. Overzicht kerntaken, werkprocessen en competenties

46

2. Overzicht aantal begeleide en onbegeleide uren

48

3. Kostenoverzicht leerjaar 1

49

4. Roostertijden en vakantiedata

51

37 38 39 40 41

2013-2014

studiehandleiding niveau 2 Albeda College - opleiding Sport en Bewegen

Voorwoord Beste student, Welkom bij het Albeda College. Je hebt gekozen voor een opleiding waarmee je van jouw talent je beroep kunt gaan maken. De opleiding die je volgt is onderdeel van de branche Lifestyle (Kappen, Schoonheidsverzorging & Mode), Sport (Sport- en Bewegingsleider/Begeleider/Coördinator) & Entertainment (Muziek, Dans & Theater). In de branche Lifestyle, Sport & Entertainment leiden we op vanuit de overtuiging dat sport-, cultuur- en lifestyle-uitingen een positieve bijdrage leveren aan de samenleving, doordat deze de eigenwaarde van mensen versterkt en voor verbinding zorgt. Het biedt mensen de mogelijkheid tot een positieve tijdsbesteding, een goede gezondheid en een goed gevoel. Je wordt dus opgeleid voor een beroep dat ten goede komt aan de kwaliteit van het leven van mensen. Dat klinkt mooi natuurlijk, maar je hebt ook voor je opleiding gekozen omdat je passie voor dit vak hebt, er graag heel goed of zelfs de beste in wilt worden en dat is een belangrijke voorwaarde voor succes. In de studiehandleiding vind je o.a. specifieke informatie over jouw opleiding, je BPV (stage), examens, begeleiding, zorg, verzuim en locatieregels. Het is belangrijk dat je deze informatie goed leest zodat je weet wat je te wachten staat, maar ook wat je van ons kunt verwachten. Op de website kan je het studentenbulletin en het studentenstatuut downloaden via http://www.albeda.nl/deelnemer/studentenbulletin.htm. Hierin staan aanvullende rechten en plichten die voor alle studenten van het Albeda College gelden. Als je vragen hebt kan je natuurlijk altijd bij je studieloopbaanbegeleider terecht. Tot slot wens ik je veel plezier en succes toe met je studie.

Gaby Vink Directeur Lifestyle, Sport & Entertainment

-4-

2013-2014


Inleiding Waar heb je deze studiehandleiding voor nodig? In dit boekje staat zoals gezegd belangrijke informatie over de opleiding zoals:  voor welk(e) beroep(en) je wordt opgeleid;  procedure ziekmelden en bereikbaarheid;  hoe de opleiding in elkaar zit;  welke keuzemogelijkheden je hebt;  wat competentiegericht leren inhoudt;  wat er in de beroepspraktijkvorming van je wordt verwacht;  hoe je wordt begeleid;  hoe je studievoortgang in de gaten wordt gehouden;  wat de examinering inhoudt;  wat je na deze opleiding kunt gaan doen;  praktische informatie over onder andere huisregels, boeken en kleding. Afmelden (onder andere bij ziekte) Natuurlijk kan het gebeuren dat je door bijvoorbeeld ziekte of artsenbezoek de lessen niet kunt volgen. Je moet dit ’s ochtends voor 9 uur melden bij de onderwijsadministratie van de opleiding Sport en Bewegen. Als je afwezig bent op een BPV-dag, ben je verplicht ook de praktijkopleider op locatie op de hoogte te stellen. Telefonisch afmelden kan op T 010 206 15 80 (of 1581), via de email of schriftelijk via een formulier voor afmelden (verkrijgbaar bij onderwijsadministratie) dat je moet inleveren in de brievenbus bij de onderwijsadministratie. Het emailadres is: [email protected]

Zodra je weer aanwezig bent moet je dat ook melden. Als je dat niet doet, word je voor een hele lesweek afwezig gemeld. Op het moment dat je weer beter bent leg je aan je mentor uit wat er aan de hand was en toon je aan (bijvoorbeeld afsprakenkaart ziekenhuis, briefje ouder) dat je afwezigheid geoorloofd was. Laat het je mentor weten in het geval er iets bijzonders met je aan de hand is waardoor je lessen niet kunt volgen. In onderling overleg wordt nagegaan welke mogelijkheden er dan zijn om de opleiding te (ver)volgen. Bewaar deze studiehandleiding goed en kijk er regelmatig in. Bij je start op het Topsportcentrum krijg je tijdens de intake en bij de start van het nieuwe schooljaar voorlichting over de accommodatie en de omgangsregels. Ook wij wensen je een plezierige en succesvolle opleiding toe. Namens de vakgroep Sport en Bewegen, Paul Buijs Arthur van der Horst Rob de Roon Onderwijsleiders Sport en Bewegen, Rotterdam, juni 2013 -5-

2013-2014


Wat mogen wij van elkaar verwachten? Wij, als opleiding Sport en Bewegen en jij als student, zijn samen verantwoordelijk voor de opleiding die je volgt. Jij mag van de opleiding het volgende verwachten:       

je krijgt de mogelijkheid om je persoonlijk, maatschappelijk en beroepsmatig te ontwikkelen; jouw onderwijs wordt vormgegeven in samenwerking met de werkvelden waarvoor je wordt opgeleid; de binnen- en buitenschoolse leeractiviteiten sluiten zoveel mogelijk op elkaar aan; er wordt op een motiverende en stimulerende manier lesgegeven; je kunt een zelfstandige manier van leren en handelen ontwikkelen; er is begeleiding bij het kiezen en vervolgen van je leerweg of loopbaan; je leert de kennis, vaardigheden en houding die je voor jouw diploma nodig hebt.

Wij verwachten van jou het volgende:       

je stelt jezelf niet afhankelijk op, maar je leert zelf verantwoordelijk te zijn voor je leerproces; je behandelt ieder mens gelijkwaardig en je staat open voor anderen; je stelt jezelf sportief op en je toont respect voor medestudenten, docenten en het onderwijsondersteunend personeel; je levert niet alleen kritiek, maar laat zien hoe het wel kan of moet; je werkt samen met andere deelnemers en stelt je collegiaal op; je zorgt samen met de andere deelnemers voor een veilige (leer)omgeving; je respecteert de grenzen van anderen.

Als jij het hiermee eens bent, maak je een goede start voor een toekomst als sportbegeleider.

-6-

2013-2014


1 Opleiding en beroep 1.1 Hoe is de kwalificatiestructuur opgebouwd? Binnen het beroepsonderwijs bestaan veel verschillende opleidingen, met verschillende niveaus en leerwegen. Om overzicht te krijgen in die hoeveelheid van opleidingen zijn zij geordend in een kwalificatiestructuur. De kwalificatiestructuur voor de opleidingen Sport en Bewegen op het Albeda College ziet er als volgt uit:

niveau 4

Kwalificatiestructuur sport en bewegen Sport- en bewegingscoördinator BOS medewerker Trainer / coach

3

Bewegingsagoog

Operationeel sporten bewegingsmanager

Sport- en bewegingsleider Sector Sector Wintersport Wellness

2

Sector Buitensport

Sector Sector Sector Racketsport Zwemmen Voetbal

Sport- en bewegingsbegeleider Sector Wellness

Sector Zwemmen

Sector Sportbuurtwerk

De bovengenoemde opleidingen kunnen in principe via twee leerwegen gedaan worden:  de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) (werken en leren);  de beroepsopleidende leerweg (BOL) (leren en BPV).

-7-

2013-2014


1.2 Hoe ziet het beroep eruit? Een belangrijke taak is het begeleiden van deelnemers bij sporten bewegingsactiviteiten. Met deze opleiding kun je in allerlei beroepen en werkvelden aan de slag. Bijvoorbeeld bij een sportvereniging, maar ook bij een zwembad, een fitnesscentrum of een bedrijf dat survivaltochten organiseert. Je kunt ook werken bij een gemeente die sportieve activiteiten in wijken organiseert of werken in een recreatieteam van een vakantiepark of camping. Je kunt werken met allerlei typen mensen van alle leeftijden: fanatieke sporters, recreanten, mensen uit verschillende culturen, gezonde mensen en mensen met een beperking. Uit jaarlijks onderzoek onder schoolverlaters blijkt dat gediplomeerde sporten bewegingsbegeleiders zelden werkloos zijn. Het is wel zo dat ze veel vaker dan sportleiders met een niveau 3 diploma in andere sectoren dan de sport terecht komen. Zo lijkt de meeste werkgelegenheid in de sport op niveau 3 en 4 te liggen. Als je echt een loopbaan in de sport wilt, is het dus aan te bevelen door te stromen naar niveau 3 na je opleiding.

Welke werkzaamheden? Je assisteert bij allerlei soorten sporten bewegingsactiviteiten. Je helpt de leidinggevende om de activiteiten zo goed en veilig mogelijk te laten verlopen. Je begeleidt de deelnemers. Begeleiden betekent dat je de deelnemers motiveert en enthousiast maakt, zodat ze nog meer plezier krijgen in bewegen. Je praat met deelnemers om erachter te komen wat ze leuk vinden of wat ze graag willen leren. Begeleiden betekent ook dat je assisteert bij het aanleren of verbeteren van sporttechnieken en –tactieken. Je kijkt hoe de deelnemers zich tijdens de activiteit gedragen. Dat geef je door aan je leidinggevende. Je voert zelf ook (delen van) sportieve activiteiten uit, onder verantwoordelijkheid van een leidinggevende. Deze vertelt je wat je met de groep gaat doen. Je voert ook andere werkzaamheden uit voor de organisatie waar je werkt. Je helpt bijvoorbeeld bij het beheren, schoonhouden en onderhouden van het gebouw en de materialen. Je helpt ook bij het organiseren en uitvoeren van bijzondere activiteiten, zoals bijvoorbeeld een spelletjesdag, een toernooi of een sinterklaasfeest.

De sectoren Binnen de opleiding kies je in het tweede semester een sector waarvoor je opgeleid wilt worden. Je kunt op niveau 2 kiezen voor de sector zwemmen, wellness (fitness) of sportbuurtwerk. Daarnaast word je allemaal ook opgeleid voor de sector sportstimulering/sportieve recreatie.

-8-

2013-2014


Welke kwaliteiten worden er van je gevraagd? Je hebt een voorbeeldfunctie, dus je laat steeds zien hoe het hoort. Je gedraagt je sportief en weet hoe je met mensen om moet gaan. Je vindt het leuk om met mensen te overleggen en samen te werken. Daar ben je ook goed in. Sport en bewegen is je lust en leven. Je bent actief en maakt gemakkelijk contact met mensen.

1.3.1 Werkveld Binnen de opleiding kies je in het tweede semester een sector waarvoor je opgeleid wilt worden. Je kunt op niveau 2 kiezen voor de sector zwemmen, wellness (fitness) of sportbuurtwerk. Daarnaast word je allemaal ook opgeleid voor de sector sportstimulering/sportieve recreatie. Wanneer je kiest voor de sector zwemmen is de kans groot dat je in een zwembad gaat begeleiden tijdens het zwemmen en toezicht houdt. In de fitness verricht je ondersteunende werkzaamheden en met sportbuurtwerk is de kans groot dat je op een plein in de buurt assisteert bij sportactiviteiten. Kijk voor de ontwikkelingen op het gebied van werkgelegenheid in de sport ook op de website van het landelijk kenniscentrum, Calibris. http://www.calibris.nl/getattachment/0c284b52-0a8a-438d-b339-18b374c7930a/132336Calibris-BR-Monitor-Arbeidsmarkt-en-Onderwijs-Sport-def-web.pdf.aspx?ext=.pdf

1.3.2 Verder studeren Met diploma MBO-niveau 2 kun je doorstromen naar een niveau 3 opleiding. Het kan zijn dat je recht hebt op enkele vrijstellingen. Verderop in de gids worden 2 doorstroomtrajecten toegelicht. Daarnaast zijn er in de sportwereld mogelijkheden om een vervolgopleiding te volgen. Dit zijn voornamelijk opleidingen van sportbonden.

-9-

2013-2014


2. De opleiding 2.1 Beroepsgericht onderwijs Sinds een paar jaar zijn alle beroepsopleidingen in Nederland bezig het onderwijs meer competentiegericht te maken. Dit gebeurt op verzoek van de werkgevers en de overheid. Men vond dat in het beroepsonderwijs te weinig aandacht werd besteed aan houding en gedrag. Dat wordt ook wel imago genoemd. Wat je leerde was vooral kennis en vaardigheden die je nodig hebt voor een bepaald beroep. Dus eerst leren hoe je iets moet doen (kennis). Bijvoorbeeld hoe je een groep sporters instructie moet geven en waar je dan allemaal op moet letten. Daarna leren dit toe te passen in de praktijk (vaardigheden). Aan het eind van de opleiding kreeg je meestal een theorie-examen voor je kennis en een praktijkexamen voor je vaardigheden. Eigenlijk hetzelfde als bijvoorbeeld het rijexamen, zoals dat in Nederland al jaren wordt afgenomen. Bij beroepsgericht leren is er naast kennis en vaardigheden ook aandacht voor de juiste beroepshouding, het juiste imago. Bij elkaar wordt dat competenties genoemd. Nadruk leggen op competenties betekent: 

niet alleen kennis opdoen en vaardigheden leren, maar ook een juiste beroepshouding ontwikkelen. Dit wordt in onze opleidingen Sport en Bewegen imago genoemd;



voorbeeld: om goed instructie te kunnen geven aan een groep sporters is het niet genoeg dat je voldoende kennis hebt en dat je het volgens de regels kunt uitvoeren(vaardigheden). Je moet ook de juiste (beroeps)houding tonen. Bijvoorbeeld enthousiasme uitstralen, respect tonen, goed luisteren naar de groep;



om jouw competenties te ontwikkelen oefen je regelmatig handelingen in veel verschillende beroepssituaties. Dat kan in praktijklessen op school, in projecten buiten school of in je leerbedrijf tijdens je stages BPV;.



om de juiste houding en het correcte gedrag te kunnen ontwikkelen is het nodig dat je goed naar je eigen gedrag leert te kijken. Dat noemen we reflecteren. Daarom moet je vanaf het begin van de opleiding een Persoonlijk Ontwikkelings Plan (POP) bijhouden;



competentiegericht leren is meer dan alleen kijken naar je eigen gedrag. Je spreekt vervolgens ook met je mentor af waaraan je in een bepaalde periode gaat werken en wat je wilt verbeteren. Je neemt dus ook zelf initiatief en verantwoordelijkheid voor een deel van je opleiding. Natuurlijk word je daarbij gecoacht door een docent.

-10-

2013-2014


De tweede reden voor beroepsgericht leren is dat veel beroepen tegenwoordig zelfs binnen één generatie sterk veranderen. Vakkennis en beroepsvaardigheden kunnen heel snel verouderen. Bovendien verdwijnen er soms beroepen en ontstaan er voortdurend nieuwe. Veel competenties, zoals samenwerken of met kritiek kunnen omgaan, zijn eigenlijk bij elk beroep wel belangrijk. Hoe sterker je die competenties ontwikkelt, hoe makkelijker het voor je wordt om je bij te scholen voor je beroep. Of om je om te scholen naar een ander beroep. Omdat het opleiden voor het beroep centraal staat spreken we ook over beroepsgericht leren.

-11-

2013-2014


2.2. De inhoud van de opleiding: kerntaken, werkprocessen en competenties Wat zijn kerntaken? Alle werkzaamheden van de sporten bewegingsbegeleider worden in twee kerntaken samengevat Kerntaak 1: assisteren bij sporten bewegingsactiviteiten. Kerntaak 2: werkzaamheden uitvoeren voor de SB-organisatie.

Wat zijn werkprocessen? Elke kerntaak is onder te verdelen in een aantal taken. Bij elke taak hoort een werkproces. Kerntaak

Werkproces

1 Assisteert bij sporten bewegingsactiviteiten 1. Inventariseert en signaleert de vraag van de SB-deelnemer(s) 2. Bereidt SB-activiteiten voor 3. Begeleidt SB-deelnemers 4. Voert (delen van) een SB-activiteit uit 5. Houdt toezicht bij SB-activiteiten 6. Evalueert SB-activiteiten 2 Voert werkzaamheden uit ten behoeve van de SB-organisatie 1. Bereidt (neven)activiteiten voor en voert ze uit 2. Past EHBSO en reanimatie toe 3. Verricht onderhoudstaken 4. Voert eenvoudige front-office werkzaamheden uit. 5. Neemt deel aan intern overleg

Een voorbeeld van een werkproces bij de taak begeleiden van SB- deelnemers is: instructie geven aan een groep sporters, uitleggen, voordoen en helpen, iedereen erbij betrekken en zorgen voor veiligheid. Zo zijn er voor elke taak werkprocessen beschreven.

-12-

2013-2014


Wat zijn competenties? Om de kerntaken met de daarbij behorende werkprocessen goed uit te kunnen uitvoeren heb je een combinatie van kennis en vaardigheden nodig en een juiste houding. Dit noemen we competenties, zoals eerder in deze gids uitgelegd is. In bijlage 1 staat een overzicht van alle (kern)taken, werkprocessen en competenties. Zo kun je precies zien wat je gaat leren en wat je moet kunnen aan het einde van de opleiding.

-13-

2013-2014


2.2.1 Verschillende leertrajecten binnen de opleiding Aan het einde van het eerste leerjaar wordt er een passende leerroute voor je vastgesteld aan de hand van vooraf gestelde criteria. Er zijn twee verschillende trajecten mogelijk. Een traject met de normale studieduur en een versneld traject, waarin je een jaar tijdwinst kunt boeken. Opleidingstraject A  duur: twee jaar  eindkwalificatie: niveau 2 sporten bewegingsbegeleider  doorstroom niveau 3 eerste leerjaar. Traject A leidt tot het diploma voor sporten bewegingsbegeleider, met de door jou gekozen specialisatie (sector). Opleidingstraject B (versnelde doorstroom)  duur: twee jaar  eindkwalificatie: niveau 2 sport en bewegingsbegeleider  doorstroom niveau 3 tweede leerjaar. Als je voldoet aan vooraf opgestelde criteria, kun je aan het einde van het eerste leerjaar ook voor traject B kiezen. Naast het opleidingsprogramma van niveau 2 volg je dan in het tweede leerjaar onderdelen van niveau 3. Om toegelaten te worden tot het tweede leerjaar niveau 3 moet je niet alleen alle niveau 2 onderdelen voldoende hebben afgesloten, maar ook deze extra onderdelen op niveau 3. Traject B leidt dus ook tot het diploma voor sporten bewegingsbegeleider, maar je wint in dit traject een jaar bij je vervolgstudie op niveau 3.

2.3 Nederlands Nederlands maakt deel uit van het examen. In het landelijk examen Nederlandse taal worden alleen de onderdelen lezen en luisteren afgenomen (cijfers gedeeld door twee, één decimaal achter de komma), de overige onderdelen worden getoetst in de instellingsexamens (schoolexamen). Deze onderdelen zijn schrijven, spreken (presenteren) en gesprekken voeren (cijfers gedeeld door drie, één decimaal achter de komma). Deze schoolexamens worden gedurende het schooljaar binnen de lessen en/of eindgesprekken met je afgenomen. Van de betrokken docent ontvang je de datum van afname. Het cijfer van het landelijk cijfer en van het schoolexamen worden opgeteld en gedeeld door twee voor het (afgerond) eindcijfer. Je moet examen doen in de “referentieniveau” Nederlands . Vanaf 2015 is dit een centraal examen. Wanneer een opleiding uitloopt ben je verplicht centraal examen te doen en kan je daarop zakken. Je docent Nederlands informeert je over de inhoud en tijdstip examens.

-14-

2013-2014


2.4 Rekenen Voor rekenen is het landelijk examen (Cito) de volledige toets. Je docent rekenen informeert je over de inhoud en het tijdstip van de examens. Je kunt dit ook op het Portaal terugvinden. Tijdens het afleggen van de centrale examens moet je een ID meebrengen en op de rechterbovenhoek van de tafel leggen.

2.5 Loopbaan en burgerschap Het examen LB valt in twee delen uiteen. Je ontvangt een zogenaamde POP-map (persoonlijk ontwikkelings plan) met hierin opdrachten en criteria. Je studieloopbaan wordt zo in beeld gebracht waarbij je een eigen ontwikkelingsplan samenstelt. Hierbij ontvang je begeleiding van je mentor. Resultaten worden verzameld in je examenmap. De onderdelen die bij je loopbaanoriëntatie en -begeleiding aan bod komen zijn:  oriëntatie op je loopbaan (werk),  de wensen en waarden van belang voor je loopbaan,  onderzoek naar werk en mobiliteit in de loopbaan,  loopbaangerichte planning en beïnvloeding van je leer- en werkproces,  netwerken: contacten opbouwen en onderhouden op de arbeidsmarkt, gericht op je loopbaanontwikkeling. Doel van de lessen burgerschap is om je meer kennis over de Nederlandse samenleving bij te brengen en je meer bewust te maken van de keuzes die je in het leven kunt maken. Het is belangrijk dat jij straks zelfstandig je toekomst kan invullen en dat je weet hoe je daaraan kunt werken. ( http://www.kwalificatiesmbo.nl/leren-loopbaan-en-burgerschap.html ). Tijdens de lessen ontvang je allerlei praktische opdrachten waarmee je oefent om je allerlei vaardigheden eigen te maken. De resultaten van examenonderdelen worden verzameld in je examenmap.

-15-

2013-2014


2.7 Beroepspraktijkvorming 2.7.1 Voorbereiding op de BPV Het ontwikkelen van kennis, vaardigheden en beroepshouding staat tijdens de opleiding centraal. Dit gebeurt niet alleen op school, maar ook in de praktijk. Op het leerbedrijf en door deel te nemen aan projecten. Dit leren in de praktijk van een bepaald beroep wordt beroepspraktijkvorming (BPV) genoemd. De BPV moet wettelijk minimaal 20% van de totale opleiding uitmaken. De rechten en plichten van de school, het leerbedrijf en jezelf worden vastgelegd in de BPV-overeenkomst. Hierin staat ook welke kerntaken je bij het bedrijf gaat leren. Tot slot staan er regels en afspraken in over begeleiding en beoordeling. Je begint altijd met een stage (BPV) bij je eigen vereniging. Zo kun je jezelf in een bekende omgeving voorbereiden, wennen aan een stage (BPV) in het werkveld. Hiervoor is een speciale reader ontwikkeld met opdrachten. De opleiding sporten bewegingsbegeleider duurt twee jaar telt en 3200 studiebelastingsuren. De BPV telt 640 uur. Dit is 20% van het totaal. In onderstaand overzicht kun je zien hoe de uren verdeeld zijn over de twee jaar. 1e leerjaar 2e leerjaar

1e semester 2e semester 100 uur verenigingsstage 60 uur sector 20 uur sportstimulering/ sport. recreatie 160 uur sector 160 uur sector 80 uur sportstimulering/ 80 uur sportstimulering/ sportieve recreatie sportieve recreatie

2.7.2 Begeleiding tijdens de BPV De beroepspraktijkvorming wordt begeleid door je BPV-docent van het betreffende vak (sector of uitstroomprofiel). Deze docent is verantwoordelijk voor de plaatsing bij je leerbedrijf en ziet toe op de begeleiding op deze leerplek. Hij/zij evalueert het verloop van de beroepspraktijkvorming met jou en de begeleider van het leerbedrijf. Ook als er problemen zijn bij de BPV, kun je terecht bij deze BPV-docent.

2.7.3 Beoordeling van de BPV De beoordeling van de BPV is een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van je begeleider bij het leerbedrijf en de (BPV) docent vanuit school. Uiteraard ben jij zelf ook verantwoordelijk voor een goed verloop van je BPV. Je krijgt per BPV altijd informatie en opdrachten mee. Ook zijn er beoordelingsformulieren ontwikkeld en vinden er van tijd tot tijd gesprekken met jou en de beoordelaars plaats. Een BPV moet altijd met een voldoende worden afgesloten. -16-

2013-2014


2.7.4 Het vinden van een erkende BPV plaats De sector BPV loop je in een zwembad, een fitnesscentrum, bij een sportbuurtwerkorganisatie. De school kan een leerbedrijf aanwijzen. Soms kun je ook zelf een leerbedrijf kiezen. BPV is alleen mogelijk bij een door Calibris (landelijk kenniscentrum) erkend leerbedrijf. De BPV voor sportstimulering/ sportieve recreatie vindt voornamelijk plaats in projecten. Vanuit school worden regelmatig mogelijkheden aangeboden om je BPV-uren in bepaalde projecten te gaan uitvoeren. De BPV is in het begin vooral bedoeld als oriëntatie en om te oefenen, zodat je een goed beeld van het beroep krijgt. In je BPV werkmap staan de opdrachten die je tijdens de BPV uitvoert zodat je gericht oefent. In het laatste leerjaar moet je onder andere in de BPV, gedurende een bepaalde periode, laten zien dat je “het vak beheerst”. De beoordelingen die je in die fase krijgt tellen mee voor de examinering. In de BPV-gids die je op school krijgt uitgereikt lees je hoe het één en ander in zijn werk gaat en ook hoe beoordelingen tot stand komen (zie ook portaal). Daarin kun je ook lezen hoe de begeleiding in zijn werk gaat. Je krijgt begeleiding van de BPV-docent vanuit de opleiding en begeleiding op het leerbedrijf door de praktijkopleider. Zij onderhouden ook contact over jouw vorderingen gedurende de BPV. Voor een BPV wordt een BPV contract opgemaakt en wordt door de betrokken partijen ondertekend.

2.8 Lessentabel en rooster Lessentabel Op de volgende bladzijde zie je een overzicht van alle onderdelen waaruit de opleiding bestaat en het aantal uren per leereenheid (vak). Sbu betekent studiebelastingsuren. Dat is het totaal aantal uren dat voor de onderdelen staat. Die uren bestaan uit begeleide en onbegeleide uren. Begeleide uren zijn uren waarin een docent of een praktijkbegeleider aanwezig of beschikbaar is. Onbegeleide uren zijn uren waarin je zelfstandig, zonder begeleiding of toezicht, bezig bent. Bijvoorbeeld bij huiswerk, opdrachten, projecten, reizen onder schooltijd e.d. Elke beroepsopleiding moet wettelijk jaarlijks tenminste 850 begeleide uren tellen. In bijlage 2 kun je zien hoeveel dat er in jouw opleiding zijn.

-17-


2013-2014

Lessentabel Leerjaar 1

Leerjaar 2

Motorische vaardigheden

Ir

Sbu

Buitensport (+ buitensportweek) Zwemmen Sportspelen

3 2

220

Motorische vaardigheden

Ir

Sbu

*

90 2

90

Sportspelen

1

45

Zelfverdediging

2

90

Zelfverdediging

2

90

TKV praktijk Theorie medisch TKV theorie Algemene en sociale vaardigheden Sociale vaardigheden LB Nederlands Rekenen Didactiek algemeen Didactiek praktijk Didactiek theorie Stage en BPV Verenigingsstage BPV didactiek specifiek BPV recreatie

2

90

2

90

2

90

2 2 1 1

90 90 50 50

1 1 1 1

45 45 45 45

3 1

165 45

2

90

Opleidingsverwerking Studiebegeleiding Kampactiviteiten Introductiekamp Ardennenkamp

Theorie medisch EHBSO Algemene en sociale vaardigheden Sociale vaardigheden LB Nederlands Rekenen Didactiek algemeen Didactiek praktijk Stage en BPV

50 120 40

2

120 60 50

Totalen 25

1600

BPV didactiek specifiek BPV recreatie Didactiek specifiek (sector) Theorie Praktijk Didactiek specifiek (recreatie) Theorie Praktijk Opleidingsverwerking Studiebegeleiding Kampactiviteiten Kanokamp Recreatiekamp Niveau 3 onderdelen TKV Totalen Traject A Traject B

360 120

1 3

45 165

1 3

45 185

3

90 40 55

4 22 26

120 1600 1720 Ir = In rooster Sbu = Studiebelastingsuren * = extra uren voor b-trajec

Rooster Aan het begin van een nieuw schooljaar krijg je van je mentor het rooster. Je kunt de informatie ook terugvinden op het Portaal. Daar kun je bijvoorbeeld zien op welke tijdstippen je in de week les op school hebt. Ook voor roosterwijzigingen kun je op het Portaal terecht. Zo nodig worden deze gepubliceerd op het studieplein en/of via de mentor medegedeeld. Indien een les plotseling niet kan doorgaan, word je opgevangen op het studieplein. Zo mogelijk neemt een andere docent de les waar, krijg je een opdracht waarbij je wordt begeleid of ga je zelfstandig aan het werk.

-18-

2013-2014


2.9 Overige kosten leermiddelen per leerjaar Naast het lesgeld dat betaald moet worden aan de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO, alleen voor studenten die op 1 augustus bij aanvang van het studiejaar 18 jaar of ouder zijn) ontvang jij of je ouder(s)/verzorger(s) per leerjaar een overzicht van de kosten en vrijwillige bijdrage voor de opleiding. De kosten zijn afhankelijk van de gemaakte keuze voor de sector. De school sluit voor de vrijwillige ouderbijdrage een (aparte) overeenkomst met jou of je ouders af (onderwijsovereenkomst of een addendum, zie bijlage). Na ondertekening zijn jij of je ouders verplicht te betalen. De opleiding mag een vrijwillige financiële bijdrage vragen voor extra voorzieningen en activiteiten, zoals een schoolkamp en aanvullend lesmateriaal. Dit zijn activiteiten die niet tot het gewone lesprogramma behoren en die dus niet door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap worden betaald. De opleiding mag voor dit soort uitgaven een ouderbijdrage vragen, maar mag je niet weigeren, van school sturen of geen diploma uitreiken als je ouders de bijdrage niet of slechts gedeeltelijk willen betalen. Wel kan je worden uitgesloten van de aanvullende activiteiten (kampen e.d.). De opleiding plant deze activiteiten omdat je hierdoor beter wordt voorbereid op de BPV en je beroep. Als student voor het eerste leerjaar betalen jij of je ouder(s)/verzorger(s) een vrijwillige bijdrage voor het introductiekamp, de buiten(kamp)activiteiten. De betaling verloopt via studystore (zie ook verstrekte kostenoverzicht).

Ook in het tweede leerjaar wordt er een bijdrage aan overige leermiddelen voor de gekozen sector, animatie en het wintersportkamp in rekening gebracht. Ook deze betaling loopt via Studystore.. Tijdens het derde leerjaar betaal je voor de gekozen sector, keuzevak, EHBSO en watersportkamp. Tot slot dient er in het vierde leerjaar betaald te worden voor het keuzevak. Een volledig overzicht van de kosten per leerjaar wordt tijdens de intake of rapportuitreiking, voor aanvang van het komend schooljaar verstrekt (zie ook de bijlage achter in deze gids).

-19-

2013-2014


3. Begeleiding studenten 3.1 Studieloopbaanbegeleiding De school heeft verschillende mogelijkheden om je te begeleiden bij studieproblemen en persoonlijke problemen die met de studie samenhangen: Mentor Iedere klas heeft een eigen mentor. Voor zaken als studievoortgang, persoonlijke problemen die samenhangen met de opleiding of invloed hebben op de opleiding is deze mentor het aanspreekpunt. Niet alleen voor jezelf, ook voor de klas en je ouder(s)/ verzorger(s). De mentor is de persoon voor ondersteuning en begeleiding. Daarnaast kan de mentor je advies geven bij de keuze van je sector en vervolgstudie. De mentor is in de meeste gevallen ook de persoon die de lessen studievaardigheid verzorgt. Tijdens de lessen studievaardigheid leer je:  je bewust worden van je eigen manier van studeren;  om je vaardigheden op het gebied van studeren te vergroten (plannen);  over het leerklimaat in de groep;  te werken aan je persoonlijk ontwikkelingsplan POP);  uitgevoerde opdrachten in de beroepspraktijkvorming (BPV) te verwerken. Tijdens de introductiedagen maak je uitgebreid kennis met je mentor en je groep. Je mentor bespreekt samen met jou en de groep de belangrijkste zaken uit deze gids. Jaarcoördinator en onderwijsleider Als bepaalde dingen niet met de mentor of BPV-docent besproken kunnen worden of wanneer gesprekken met deze personen niet tot een goede oplossing komen, dan kun je contact opnemen met de jaarcoördinator of de onderwijsleider. Begeleiding topsporters / talenten De opleiding Sport en Bewegen heeft een aparte klas voor topsporters en talentvolle sporters. Om in aanmerking te komen voor deze klas, moet je aan een aantal criteria voldoen. De aanvraag wordt beoordeeld door de topsportcoördinator. De mentor van de topsportklas verzorgt naast de reguliere taken de volgende zaken:  contacten met de trainers en studiebegeleiders van de betreffende verenigingen;  behandeling van specifieke verzoeken voor trainingen, trainingsstages en wedstrijden;  eventuele roosteraanpassingen.

-20-

2013-2014


3.2 Digitale ondersteuning, informatie studievoortgang Je maakt tijdens je opleiding gebruik van het intranet, ook wel Portaal genoemd. Via deze digitale weg heb je toegang tot allerlei informatie over de opleiding. Elke student heeft een unieke code om in te loggen. Ook krijgt elke student een Albeda e-mailadres. Zo ben je altijd bereikbaar tijdens je opleiding. Je gaat zelf na of je mailaccount werkt en je vult je persoonlijke gegevens aan op het Portaal. Als jouw account niet werkt neem je contact op met de helpdesk, T 010 258 43 75. Op het Portaal staan allerlei opleidingsdocumenten. Algemene documenten, zoals het studentenbulletin, maar ook meer specifieke documenten, zoals het studentenstatuut en BPV-gidsen. Daarnaast word je geïnformeerd over allerlei belangrijke zaken voor jouw leerjaar of groep, zoals roosterwijzigingen en studievoortgang. Mentoren plaatsen hier van tijd tot tijd berichten voor hun groep. Het is daarom heel belangrijk dat je regelmatig kijkt op het Portaal van de opleiding Sport en Bewegen.

Voortgangsregeling Aan het einde van het eerste jaar wordt beslist of je naar het volgend leerjaar kan. Je wordt bevorderd als:  je alle voortgangstoetsen hebt gedaan;  je gemiddelde cijfer van de voortgangstoetsen tenminste 5.5 is;  je beoordeling voor imago en lesdeelname voldoende is. In alle andere gevallen kan de voortgangsvergadering komen tot de volgende besluiten:  je wordt toegelaten tot het volgende leerjaar met een studieschuld (alleen beperkte studieschuld is toegestaan);  je moet het leerjaar over doen;  je moet met de opleiding stoppen (bindend studieadvies). Normen voor beëindiging opleiding (negatief bindend studieadvies) Een bindend studieadvies wordt gegeven als:  je studieresultaten en/of beoordelingen van werk-/beroepshouding en lesdeelname zo slecht zijn dat de docentenvergadering geen vertrouwen meer heeft in een succesvolle voortzetting van de opleiding;  de docentenvergadering vindt dat je fysiek en/of psychisch niet geschikt bent voor bepaalde praktijkonderdelen in de opleiding. Het bindend studieadvies volgt na herkeuring door een onpartijdige arts. De kosten van een eventuele herkeuring zijn voor eigen rekening. Als je voor een tweede maal blijft zitten, krijg je automatisch een bindend studieadvies, omdat je maximaal drie jaar over een opleiding niveau 2 mag doen. Tegen een besluit definitieve verwijdering kan je binnen 15 schooldagen na dagtekening van de melding of brief een verzoek om herziening indienen bij het College van Bestuur van het Albeda College, Postbus 9451, 3007 AL Rotterdam of bij de Interne Geschillencommissie Studenten t.a.v. mevrouw J. Geurtsen.

-21-

2013-2014


Totaaloverzicht Albeda College Sport en Bewegen Niveau 2; voortgang Algemene vaardigheden Semester 1

Semester 2

Semester 3

Semester 4

Motorische vaardigheden: Sportspelen 1 Buitensport 1 Zwemmen 1 Zelfverdediging 1 Trainingskundige vaardigheden Theorie 1 Praktijk 1 Motorische vaardigheden: Sportspelen 2 Buitensport 2 Zwemmen 2 Zelfverdediging 2 Trainingskundige vaardigheden Theorie 2 Praktijk 2 Didactisch Practicum Theorie Praktijk Prestatieloop 1 Motorische vaardigheden: Sportspelen 3 Zelfverdediging 3 Sector vaardigheden Motorische vaardigheden: Sportspelen 4 Zelfverdediging 4 Sector vaardigheden Prestatieloop 2

Nederlands Rekenen Nederlands 1 Rekenen 1

Maatschappelijke vaardigheden Sociale vaardigheden 1

Kampen

BPV/Stage

Introductiekamp Introkamp verslag

Verenigingsstage

Nederlands 2 Rekenen 2

Sociale vaardigheden 2 Persoonlijk ontwikkelings plan 1

Ardennenkamp

BPV Oriëntatie


Sociale vaardigheden 3 Persoonlijk ontwikkelings plan 2

Kanokamp

BPV deel 1


Sociale vaardigheden 4

Kamp Sportstimulering

BPV deel 2

Tijdens alle semesters wordt ook naar imago/beroepshouding gekeken

-22-

2013-2014


Examens/PVB’s Sport en Bewegen Niveau 2 PVB Kerntaak 1: Assisteren bij SB-activiteiten Onderwerp Sem. 1 Sem. 2 Sem. 3

Wat zijn mijn SBdeelnemers Toezicht houden en evalueren

Werkproces Wp 1.1: Werft/informeert SB-deelnemers Wp 1.5 en 2.6: Houdt toezicht bij SB-activiteiten Evalueert SB-activiteiten

PVB Kerntaak 2: Uitvoeren van werkzaamheden in de SB-organisatie Competenties

Materiaalonderhoud D, J, R Materiaalonderhoud E, I, K, T D, J

Sem. 4

Voorbereiden, lesgeven en evalueren

Werkproces 1.2, 1.3, 1.4 en 2.6: Bereidt SB-activiteiten voor Begeleidt SB-deelnemers Voert een SB-activiteit uit Evalueert SB-activiteiten

Onderwerp

E, L, Q, T D, F, R, T E, I, K, Q, T D, J

EHBSO en AED

Sportieve recreatie/ sportstimulering en evalueren EHBSO en AED

Werkproces Wp 2.3: Verricht onderhoudstaken (deel 1) Wp 2.3: Verricht onderhoudstaken (deel 2) Werkproces 2.2: Past EHBSO en reanimatie toe (deel 1) Werkproces 2.1 en 2.6: Bereidt organisatie gebonden taken voor en voert ze uit Evalueert SB-activiteiten Werkproces 2.2: Past EHBSO en reanimatie toe (deel 2)

Competenties

K, L, T K, L, T

K,T

E, Q, R D,J K,T

Frontoffice werkzaamheden

Werkproces 2.4: Voert frontoffice werkzaamheden uit

K,R,T

Overleggen

Werkproces 2.5: Neemt deel aan een intern overleg

D,I,T

-23-

2013-2014


3.3 Extra hulp en zorg binnen de school Trajectbureau Het Albeda College heeft een trajectbureau waar je op een aantal gebieden ondersteuning bij je leerproces kunt krijgen. Denk aan:  twijfel of jouw opleiding wel geschikt voor je is;  dyslexie;  faalangst. De mentor schakelt in bovengenoemde gevallen het trajectbureau in. Dyslexie Het Albeda College heeft verschillende voorzieningen voor je als je dyslexie hebt. Dit moet wel formeel en tijdig kenbaar worden gemaakt. Je bent te allen tijde zelf verantwoordelijk voor de (tijdige) melding. Normaal gesproken geef je dit al aan op de testdag. Tijdens de intake in juni moet je dan je dyslexieverklaring overleggen. Later wordt een aanvullend formulier (te downloaden via Portaal, Trajectbureau, Dyslexie) ingevuld door de mentor en de student, waarin een exacte omschrijving van de dyslectische problematiek wordt gegeven en welke belemmeringen deze met zich meebrengt. Indien je (eerdere)dyslexieverklaring voldoet aan de wettelijke eisen van dit moment (dit ter beoordeling van de orthopedagoog bij het Trajectbureau) kom je in aanmerking voor een dyslexiepasje van het Albeda College. Je hebt alleen recht op extra voorzieningen indien je een Albeda dyslexiepasje kan overleggen. Volgens het Handboek Examinering van het Albeda College is de standaardvoorziening voor studenten met dyslexie, tijdverlenging bij tentamens en toetsen. Als norm geldt 25% extra tijd1. Daarnaast mag je gebruik maken van een verklarend woordenboek der Nederlandse taal en dient een andere aanpassing te worden toegestaan als deze in je officiële dyslexieverklaring wordt vermeld en deze bij je actuele behoefte aansluit. Schoolmaatschappelijk werk Het Albeda College heeft enkele schoolmaatschappelijk werkers in dienst waar je bij problemen op sociaal en huiselijk gebied ondersteuning kunt krijgen. De mentor schakelt (op verzoek) deze medewerkers in. Vertrouwenspersoon Een vertrouwenspersoon is iemand van wie het zijn/haar beroep is om je te helpen als je te maken hebt met ongewenst gedrag binnen de school. Bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 8.00 uur tot 20.00 uur via het volgende telefoonnummer: 010-4482760, of via [email protected] . Een vertrouwenspersoon kan voor een afspraak 1

Zie Handboek Examinering 2011-2012, B4.2. pagina 105 (Bepalingen OER/Studiehandleiding over afwijkende wijze van examineren).

-24-

2013-2014


naar jou toekomen, een afspraak kan ook plaatsvinden op het kantoor van de vertrouwenspersonen, maar je kunt ook een afspraak maken op een andere locatie als je dat prettiger vindt. Studenten coachen studenten Een aantal studenten uit het eerste leerjaar van de opleiding komt in aanmerking voor begeleiding door studenten van niveau 4. Zij volgen het keuzevak coachen en worden opgeleid om andere studenten te begeleiden tijdens hun studie. In het geval je studievaardigheden onvoldoende zijn of je moeite hebt met plannen en organiseren kun je worden voorgedragen De mentor schakelt (na overleg) een coach in. Sportmedische begeleiding De opleiding Sport en Bewegen onderhoudt een nauwe relatie met het Sport Medisch Adviesbureau Rotterdam (SMA). Je kunt hier terecht voor adviezen, keuringen en ook bij blessures. Wel moet je eerst een afspraak maken. Sport Medisch Advies Rotterdam Montessoriweg 1 (bij het Ikazia Ziekenhuis Rotterdam) 3083 AN Rotterdam T 010 2975975 Spanjersberg sportfysiotherapie De opleiding Sport en Bewegen heeft afspraken gemaakt met de praktijk hier in het Topsportcentrum. Je kunt daar langs in het geval van een blessure en je hebt in de regel sneller een eerste afspraak dan bij andere praktijken. T 010 497 12 80. Studentenbetrokkenheid Het Albeda College vindt het belangrijk om je actief te betrekken bij het verbeteren van het onderwijs. Naast een centrale Albeda studentenraad, waar één student van de branche Lifestyle, Sport & Entertainment aan deelneemt, is er daarom bij alle opleidingen een studentenplatform. Binnen dit platform kan je meedenken en meepraten over jouw opleiding. Je kan je aanmelden voor het platform via je mentor of Pascal Maas). Ouderbetrokkenheid In de eerste twee leerjaren van de opleiding worden er ouderavonden georganiseerd. Daarbij worden je ouders geïnformeerd over de structuur van de opleiding en maken zij kennis met de mentor. Rondom de rapportages worden er zgn. 10 minuten gesprekken georganiseerd waarbij je mentor, jijzelf en je ouder(s)/verzorger(s) aanwezig zijn. In de latere leerjaren ligt, zo nodig, het initiatief tot het leggen van contact met vertegenwoordigers van de opleiding bij je ouder(s)/verzorger(s). Uiteraard ben je in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor het onderhouden van de contacten met je opleiders. Ook via het portaal kunnen je ouders zich informeren over allerlei zaken met betrekking tot de opleiding en je studievoortgang. We vinden het belangrijk dat je ouder(s)/verzorger(s) betrokken zijn bij je opleiding. Graag willen we ook dat ouders met ons van gedachten wisselen over verschillende -25-

2013-2014


thema’s die spelen binnen onze opleidingen Lifestyle, Sport & Entertainment. Daarom hebben we ook een branchebreed ouderplatform. Aan dit platform nemen een aantal ouders deel uit de verschillende opleidingsrichtingen. Zij komen een paar keer per jaar bij elkaar onder leiding van de (adjunct-)directeur van de branche. Voor meer informatie over het ouderplatform of om aan te melden kunnen ouders contact opnemen met Suzanne van Sebille, beleidsmedewerker, via [email protected] of 06 481 32 729.

3.4 Aanwezigheid en regeling verzuim Voor iedere opleiding geldt dat het niet goed is als je niet naar de lessen komt. Verzuim dus. Voor bij een opleiding als deze is het heel belangrijk alle lessen bij te wonen. Als je lessen niet bijwoont of niet actief deelneemt aan de les, mis je leerervaring. Dat is slecht voor je leerproces, maar ook voor jouw groep en je docent. Daarom is het verplicht om alle lessen te volgen. Als je door ziekte, artsenbezoek of buitengewoon verlof de lessen niet kan volgen, moet je dit te melden bij de schooladministratie. Je hebt voor ieder vak een aanwezigheidsplicht. Het is de bedoeling dat je alle lessen volgt en bij de bijeenkomsten bent die worden aangeboden. Je bent geoorloofd afwezig wanneer je:  jezelf hebt afgemeld via onderwijsadministratie (ook weer beter melden!);  een geldige reden hebt (ziekte, trouwerij, familie omstandigheden, e.d.);  en hiervan een bewijsstuk kan overleggen. Als je niet aanwezig bent tijdens de lessen en je niet hebt afgemeld, ben je ongeoorloofd afwezig. Jouw deelname aan de lessen is voldoende als je minimaal 85 % van de lessen aanwezig bent geweest en er geen sprake is van ongeoorloofd verzuim. Let op, dit kan consequenties hebben voor het vervolg van de opleiding! Aanwezigheid wordt door de opleiding geregistreerd. Teveel ongeoorloofd verzuim kan tot gevolg hebben dat je wordt uitgeschreven van de opleiding. Je wordt dan verwezen naar het trajectbureau en dit kan leiden tot einde studiefinanciering en OV-kaart. Bij meer dan 16 uur ongeoorloofd verzuim binnen een periode van vier weken volgt een melding aan het Bureau Leerplicht van de gemeente. Dat betekent dat je bezoek van een ambtenaar van leerplicht en wellicht ook een procesverbaal krijgt.

-26-

2013-2014


3.4.1 Richtlijnen verlof buiten de schoolvakanties Vakantieverlof (artikel 13a) Een verzoek om vakantieverlof, op grond van artikel 13a van de Leerplichtwet 1969, dient bij voorkeur minimaal twee maanden vooraf, aan de onderwijsleider van de opleiding te worden aangevraagd. Het hiervoor bestemde formulier is verkrijgbaar via de mentor. Vakantie verlof wordt alleen dan verleend, wanneer: - wegens de specifieke aard van het beroep van één van de ouders het slechts mogelijk is buiten de schoolvakanties op vakantie te gaan (het moet dus gaan om de enige gezinsvakantie in het schooljaar); - een werkgeversverklaring dient te worden overgelegd waaruit blijkt dat geen verlof binnen de officiële schoolvakanties mogelijk is. De onderwijsleider van de opleiding beslist over het al dan niet toekennen van het vakantieverlof. Dit verlof: - mag hooguit één maal per schooljaar worden verleend; - mag niet langer duren dan 10 schooldagen; - mag niet plaatsvinden in de eerste twee lesweken van het schooljaar; - mag geen verlenging zijn van een reguliere schoolvakantie.

3.4.2 Gewichtige omstandigheden 10 schooldagen of minder per schooljaar (art. 14, lid 1) Een verzoek om extra verlof in geval van gewichtige omstandigheden op grond van het gestelde in artikel 14, lid 1 van de Leerplichtwet 1969 voor 10 schooldagen per schooljaar of minder dient vooraf of binnen twee dagen na ontstaan van de verhindering aan de onderwijsleider van de opleiding te worden voorgelegd. Enige voorbeelden van gewichtige omstandigheden zijn: a. het voldoen aan een wettelijke verplichting, voor zover dit niet buiten de lesuren kan geschieden; b. verhuizing voor ten hoogste 1 dag; c. het bijwonen van het huwelijk van bloed- of aanverwanten t/m de 3e graad voor 1 of ten hoogste 2 dagen, afhankelijk of dit huwelijk wordt gesloten in of buiten de woonplaats van de leerling; d. ernstige ziekte van ouders of bloed- of aanverwanten t/m 3e graad, duur in overleg met de directeur; e. overlijden van bloed- of aanverwanten in de 1e graad voor ten hoogste 4 dagen; van bloed- of aanverwanten in de 2e graad voor ten hoogste 2 dagen; van bloed- en aanverwanten in de 3e of 4e graad voor ten hoogste 1 dag; f. bij 25-, 40- en 50-jarig ambtsjubileum en het 12½-, 25, 40, 50- en 60-jarig huwelijksjubileum van ouders of grootouders voor ten hoogste 1 dag; g. andere naar het oordeel van de onderwijsleider belangrijke redenen, maar geen vakantieverlof. -27-

2013-2014


3.4.3. Andere gewichtige omstandigheden meer dan 10 schooldagen per schooljaar. Een verzoek om extra verlof, in het kader van andere gewichtige omstandigheden, op grond van artikel 14, lid 3 c.q. artikel 11 onder g, van de Leerplichtwet 1969, voor meer dan 10 schooldagen per schooljaar dient bij de leerplichtambtenaar van de woongemeente te worden aangevraagd. Voor de interpretatie van het in artikel 14 genoemde begrip andere gewichtige omstandigheden kan aansluiting worden gezocht bij de gevallen waarin, bij de CAO’s van werknemers, buitengewoon verlof met behoud van salaris wordt toegestaan. Te denken valt aan: familie omstandigheden of medische of sociale indicaties. Het moet hierbij gaan om uitzonderlijke en aan het individu gebonden omstandigheden, waarbij door de regeling is aangegeven dat het in beginsel moet gaan om omstandigheden die buiten de wil en invloed van de ouders of de student liggen.

-28-

2013-2014


4 Voortgang en examinering 4.1 Examenplan In de opleidingen Sport en Bewegen krijg je twee soorten toetsen namelijk voortgangstoetsen en examentoetsen. Ad1 Voortgangstoetsen In de eerste jaren van de opleiding krijg je regelmatig voortgangstoetsen. Voortgangstoetsen zijn om te kijken of je voldoende voortgang hebt gemaakt in je leerproces en aan de voorwaarden voldoet om door te kunnen naar het volgende semester. Dit kunnen zowel theorie- als praktijktoetsen zijn. Of combinaties van beiden. Tot de voortgangstoetsen behoren ook beoordelingen van je houding, gedrag en aanwezigheid ; Aan het eind van elk leerjaar ontvang je een voortgangsrapport. De resultaten moeten aan bepaalde criteria voldoen voordat je door mag naar het volgende leerjaar. Deze criteria staan beschreven in deze studiehandleiding en deze worden door je mentor in de klas besproken. Zo moet een voortgangstoets met minimaal een 4.0 zijn beoordeeld. Voortgangstoetsen kunnen allerlei vormen hebben, zoals:  theorietoetsen;  eigen vaardigheidstoetsen;  verslagen;  werkstukken;  BPV-opdrachten;  beoordelingen van houding en gedrag (imago);  beoordelingen van lesdeelname;  beoordelingen van kampdeelname;  Proeve van Bekwaamheid. Ad 2 Examentoetsen Het examen bestaat uit verschillende examentoetsen. In het derde semester begin je met de eerste examentoetsen. De resultaten daarvan komen in je examenmap, ook wel portfolio genoemd. In het vierde semester krijg je alleen nog maar examentoetsen. Een groot deel daarvan bestaat uit twee zogenaamde proeven van bekwaamheid (PvB). Eén PvB in de sector die je hebt gekozen en één PvB in de sector recreatie. Toelating examen Je mag pas aan de proeven van bekwaamheid (examens) deelnemen als je voor de voortgangstoetsen, volgens de in het toetsplan beschreven criteria, een voldoende hebt. De docent van een examenvak of sector neemt de procedure met je door (zie ook portaal). In de examentoetsen moet je laten zien dat je de twee kerntaken van het beroep met bijbehorende werkprocessen in voldoende mate beheerst. Gemiddeld moet je voor deze toetsonderdelen minimaal een 5.5 halen, met geen onderdeel lager dan een 4.0. -29-

2013-2014


Deze kerntaken en werkprocessen staan in het zogenaamde kwalificatiedossier dat door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is vastgesteld. Hierin staan ook uitgebreide beschrijvingen wat die taken en werkprocessen precies inhouden. Het dossier voor de opleidingen Sport en Bewegen is te bekijken op de site www.calibris.nl (Klik achtereenvolgens op: leerlingen > onderwijsdocumenten > sport) Meer informatie over vorm en inhoud van de examentoetsen en de manier van beoordeling staat in de proeven van bekwaamheid en het toetsplan. De regels die gelden bij examinering staan in het examenreglement van het Albeda College. Dit kun je inzien op het Portaal (http://portaal.albeda.nl) . De onderwijsinspectie ziet er op toe dat de kwaliteit van examinering in orde is, dus ook die van de opleiding Sport en Bewegen. De opbouw en samenhang binnen het opleidingsprogramma Sport en Bewegen worden in leerlijnen weergegeven. Op je rapportage staan de vakken die hierbij horen. Leerlijn Loopbaan & Burgerschap ontwikkelt kennis, vaardigheden en houding met betrekking tot het permanente en daarom levenslang leren, het reflecteren en het functioneren in de maatschappij. Leerlijn algemeen ontwikkelt een brede basis aan kennis, vaardigheden en houding met betrekking tot het leidinggeven in sporten bewegingsactiviteiten. Deze leerlijn wordt ondersteund met onderwijseenheden als eigenvaardigheid op en kennis van een breed sportgebied, trainingskundige vaardigheden en sociale vaardigheden. Ook Nederlands, Engels en rekenen horen erbij. Leerlijn specifiek ontwikkelt specialistische kennis, vaardigheden en houding in sportieve recreatie en sportstimulering, sectoren en uitstroomprofielen. Leerlijn beroepspraktijk gaat over het toepassen en verder ontwikkelen van de kennis, vaardigheden en houding uit bovenstaande leerlijnen in de beroepspraktijk. Vrijstellingen Zoals je hebt kunnen lezen zijn er verschillende opleidingstrajecten. Aangepaste leerroutes op basis van vooropleiding en (eerder) verworven competenties. Je wordt ingeschreven voor de leerroute waarvoor je jezelf hebt aangemeld, maar die ook het best bij jou past. Mede hierom worden er niet “zo maar” vrijstellingen verleend. Zo nodig kunnen er aanpassingen worden gedaan, maar altijd in overleg met de mentor en via een schriftelijke onderbouwde aanvraag voorzien van bewijsstukken bij één van de onderwijsleiders (zie ook handboekexaminering Albeda College, ervaringscertificaten). Inleveren van toetsen, werkstukken, -opdrachten, -verslagen  Werkstukken, opdrachten, verslagen en dergelijke moet je op het afgesproken tijdstip inleveren. Doe je dat niet, dan kun je het niet meer inleveren. Je krijgt dan te maken met de regels voor herkansingen.  Je bent verplicht om van ieder werkstuk, opdracht of verslag zelf een kopie te bewaren. Inhalen / herkansen van voortgangs- en examentoetsen -30-

2013-2014



 




Voor elke toets worden twee toetsmomenten gepland. Het eerste toetsmoment is voor alle studenten. Het tweede toetsmoment is bestemd voor die studenten die afwezig waren bij het eerste toetsmoment. Ook kunnen studenten die het eerste moment voor de toets een onvoldoende hadden (voortgangstoets lager dan een 4.0), het tweede moment gebruiken als herkansing. Wanneer een toets wordt herkanst, geldt het hoogst behaalde cijfer. Voor een afgelegde toets heb je recht op één herkansing. Je kunt per toetsperiode maximaal twee toetsen herkansen, tenzij er sprake is van een bijzondere omstandigheid (ziekte, blessure e.d.). Zo wordt het aantal herkansingen beperkt. Het gemiddeld cijfer voor een groep moet minimaal een 5.5 zijn, met geen enkel onderdeel lager dan een 4.0.

Studieresultaten worden door de docent aan je medegedeeld en ook geplaatst op het Portaal, zie ook DSDO. Studieschuld Studieschuld ontstaat op het moment dat:  

je voor één of meerdere voortgangstoetsen een onvoldoende hebt behaald; je door absentie (of blessure) aan één of meer voortgangstoetsen niet hebt deelgenomen.

Studieschuld moet je in principe inlossen in het semester dat volgt op het semester waarin je het hebt opgelopen. Het meenemen van een studieschuld naar een volgend schooljaar kan alleen maar als de voortgangsvergadering van docenten dat besluit. Niet verschijnen op een examen. Als je niet op een examen komt, zonder dit vooraf te melden met een geldige reden, kan betekenen dat alleen nog voor de herkansing van het examen in aanmerking komt. Je hebt dan al één kans gehad. Niet komen op een examen (voorwaardelijk tot deelname proeve) of het niet inleveren van examenstukken (voorwaardelijk tot deelname proeve) betekent onnodige problemen en kosten voor de opleiding. Zo willen we jou en je medestudenten leren dat het organiseren van examens ook tijd en energie kost. Inzage in voortgangs- en examentoetsen Tot twee weken na de uitslag kun je bij je docent een verzoek indienen voor het (onder toezicht) bekijken van jouw beoordeelde examen. Als je zonder kennisgeving vooraf niet deelneemt aan een examen, moet je de kosten hiervan betalen. Het volgende examen is daarbij automatisch een herkansing.

-31-

2013-2014


4.2 Examenorganisatie

4.2.1 De sub-examencommissie Sport en Bewegen De sub-examencommissie is verantwoordelijk voor het totale examenproces: van de voorbereiding, de ontwikkeling, de vaststelling, de planning en afname, de beoordeling en de vaststelling van de uitslag, archivering tot en met de evaluatie van de examens. De Commissie van Beroep voor de examens is verantwoordelijk voor het behandelen van het beroep dat door een student is ingesteld. De commissie is onafhankelijk en werkt met een eigen reglement. Een verzoek om vrijstelling voor een examen wordt ingediend bij de voorzitter van de sub-examencommissie. Sub-examencommissie Sport en Bewegen (vz) Dhr. P.Buijs Dhr. R.J. de Roon (vz) Dhr. A. van der Horst

4.2.2 Examenreglement Alle procedures met betrekking tot de examinering zijn vastgelegd in het handboek examinering Albeda College 2012 – 2013. Het examenbureau is, in opdracht van de sub-examencommissie, verantwoordelijk voor de logistieke uitvoering van de examens. Fraude en onregelmatigheden Als je bij toetsen betrapt wordt op fraude of onregelmatigheden, dan krijg je te maken met de maatregelen die beschreven staan in het studentenstatuut of de examenregeling. Deze documenten zijn tevens op het Portaal (http:/portaal.albeda.nl) geplaatst. 4.2.3 Examendeelnemer Een examendeelnemer is veelal een student die een afwijkend studietraject heeft. Hij of zij volgt (enkele) lessen en maakt gebruik van faciliteiten en/of neemt deel aan examen of onderdelen daarvan. Hiervoor kunnen kosten in rekening worden gebracht. Ook kan het zijn dat hij/zij nog een enkele toets moet doen of deel BPV afmaken. In dit geval volgt de student geen lessen en maakt geen gebruik van faciliteiten.

-32-

2013-2014


4.2.4 Klacht over het examen Je kunt in het geval dat je een klacht hebt eerst naar je mentor stappen. Hij/zij bekijkt samen jou wat er aan de hand is en of het zinvol is om een klacht in te dienen. Je hebt het recht om rechtstreeks een klacht in te dienen wanneer je belang is getroffen door handelingen of besluiten van een examinator of sub-examencommissie, wel binnen vijf werkdagen na de bekendmaking van de vastgestelde uitslag.

4.2.4.1 Bezwaar aanteken Een klacht dient schriftelijk en met redenen omkleed te worden ingediend bij de subexamencommissie die de beslissing genomen heeft. De sub-examencommissie doet hierover uitspraak. In je bezwaarschrift moet minstens het volgende staan: - Naam van je opleiding - Datum gebeurtenis; - Omschrijving gebeurtenis; - Namen van de personen die erbij waren betrokken; - Waarover je ontevreden bent; - Welke actie je reeds hebt ondernomen om met de betrokkenen in gesprek hierover te komen. Beroep aantekenen Als je het niet eens bent met de uitspraak van de sub-examencommissie kan je beroep aantekenen bij de Commissie van Beroep voor de examens. Deze stuurt het beroepschrift aan het College van Bestuur. Het beroepschrift houdt in: - naam en adres van de indiener; - datum van indiening; - omschrijving van de maatregel of beslissing waartegen beroep wordt ingediend; - de gronden van het beroep; De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt tien werkdagen.

-33-

2013-2014


4.3 Diplomering 4.3.1 Recht op diploma Je kunt pas diplomeren indien je aan alle gestelde voorwaarden hebt voldaan. Zoals eerder in deze gids is aangegeven leg je verschillende voortgangstoetsen af. Indien deze voldoende zijn mag je deelnemen aan de verschillende proeven van bekwaamheid. De cijfers van deze proeven (examentoetsen) gaan naar naar je examenmap. In het geval je examenmap compleet (lees voldoende) is kun je diplomeren en heb je recht op een diploma. 4.3.2 Informatie over moment van diplomeren Datum, tijdstip en plaats van de diploma uitreiking (normaliter eerste of tweede week juli) wordt aan het begin van het schooljaar op het Portaal gepubliceerd. Je mentor brengt je na de diplomeringsvergadering op de hoogte van de uitslag. Uiteraard ben je zelf op de hoogte van je vorderingen door regelmatig DSDO te raadplegen en door overleg met je mentor. 4.3.3 Datum uitschrijven opleiding en consequenties (studiefinanciering/ov) Wanneer je de opleiding vroegtijdig verlaat, moet je binnen vijf werkdagen de volgende zaken regelen:  inleveren OV-studentenkaart (in te leveren bij postkantoor);  wijzigingsformulier DUO opsturen (verkrijgbaar bij postkantoor, steunpunt DUO);  inleveren mutatieformulier Albeda College (verkrijgbaar via mentor);  inleveren aanmeldingsformulier Trajectbureau (verkrijgbaar via mentor). 

Als je de opleiding verlaat als gevolg van het behalen van het diploma, hoef je alleen de ov-studentenkaart in te leveren.



Aan deze informatie kunnen geen rechten ontleend worden. Wijzigingen en fouten voorbehouden. Voor meer informatie zie www.duo.nl

-34-

2013-2014


4.3.4 Restitutieregeling Bijdragen in de kosten voor kampen of activiteiten, die nog niet hebben plaatsgevonden, worden gedeeltelijk terugbetaald als je voor eind februari stopt met de opleiding.  Er wordt ongeveer 20% ingehouden vanwege reserveringen. Dat is ook afhankelijk van de tijd tussen je afmelding en het plaatsvinden van die kampen of activiteiten.  Bij het verlaten van de opleiding binnen drie weken voorafgaand aan een activiteit kunnen de werkelijk gemaakte kosten (accommodatie, vervoer en personeelskosten) in rekening worden gebracht.  Als je stopt vanaf maart tot en met augustus wordt er geen geld meer teruggegeven. Er kan op grond van een aantoonbare medische reden een uitzondering worden gemaakt. Je moet de leiding van Sport en Bewegen hierover op tijd en schriftelijk informeren.

-35-

2013-2014


5.0 Schoolregels

Fair Play lijst Om plezierig te kunnen samenwerken en leren zijn er een aantal richtlijnen voor jou en de andere studenten opgesteld. Deze zijn:  werk mee, volg aanwijzingen van docenten en ondersteunend personeel op;  draag geen hoofddeksels tijdens de lessen (alleen met toestemming van de docent);  schakel tijdens de lessen je mobiele telefoon uit;  geef het goede voorbeeld en laat lokalen, sportzalen en de kleedkamers netjes achter;  gedraag je rustig en praat zachtjes op het leerplein;  eet en/of drink niet in de klas, kleedkamers, trappenhuis, fitness of sportzaal;  roken, liever helemaal niet, maar zeker niet tijdens sportactiviteiten en tussen de activiteiten door;  draag schone zaalsportschoenen tijdens (binnen) sportactiviteiten; zwarte zolen zijn niet toegestaan;  ga voorzichtig om met het (sport)materiaal;  laat geen waardevolle spullen achter in de kleedkamer tijdens de les. Maak zo veel mogelijk gebruik van de kluisjes. Laat anderen niet je kluisnummer zien;  zet bij iedere accommodatie je fiets, scooter op slot en in de daarvoor bestemde rekken (houd deuren en nooduitgangen vrij, ook bij de Feijenoord shop);  zorg voor een handdoek tijdens fitness (lessen);  gebruik in het zwembad geen schoenen, badslippers worden geadviseerd;  gebruik tijdens het zwemmen een korte zwembroek of het zwempak uit het kledingpakket;  doe tijdens praktijklessen sieraden en piercings af;  weet dat jouw positieve houding ook door anderen wordt opgemerkt. Deze richtlijnen zijn bedoeld om helderheid te geven over wat er wel en niet kan of mag. Zo weet je waar je aan toe bent in de omgang met anderen en het gebruik van materiaal en accommodatie. Het overtreden van één of meerdere richtlijnen of regels kan leiden tot een waarschuwing (gele kaart). Opnieuw een waarschuwing betekent een officiële waarschuwing. Bij een tweede officiële waarschuwing moet je van de opleiding af. Gedraag je daarom correct en op een sportieve manier zodat een waarschuwing niet nodig is.

-36-

2013-2014


Beoordeling werk- / beroepshouding (voortgangstoets) Als sporten bewegingsbegeleider draag je een grote verantwoordelijkheid. Je moet zorgen voor een veilige omgeving waarbinnen gesport kan worden. Je moet aandacht hebben voor de verschillende niveaus en mogelijke beperkingen van sporters tijdens (risicovolle) activiteiten. Daarom moet je beschikken over veel vaardigheden en theoretische kennis. Daarnaast is het noodzakelijk om een juiste beroepshouding te ontwikkelen. In dit werkveld werk je immers met mensen. Sommigen moeten enthousiast gemaakt worden, anderen moeten begeleid, gemotiveerd of juist afgeremd worden. Daar moet je allemaal mee om kunnen gaan. Een juiste houding ten opzichte van de ander is essentieel om goed te functioneren. Bovendien moet je goed en zorgvuldig met materialen omgaan. Deze beroepshouding zal regelmatig door je docenten beoordeeld worden tijdens de opleiding. Natuurlijk krijg je de kans je hierin te ontwikkelen.

-37-

2013-2014


Bij het beoordelen van je beroepshouding letten we op de volgende zaken:  je motivatie en inzet voor alle vakken en lesactiviteiten die aangeboden worden;  het nakomen van afspraken;  of je met kritiek kunt omgaan;  of je kritisch naar jezelf kunt kijken;  het zowel mondeling als schriftelijk kunnen uiten van je eigen mening en gevoelens;  je bewust zijn van je eigen mogelijkheden en beperkingen;  je kunnen verplaatsen in de situatie van de ander en daar op een goede wijze op reageren;  je bereidheid tot actief luisteren en hulpvaardig handelen naar je medestudenten en docenten;  je bereidheid tot samenwerken;  of je voldoende initiatieven neemt;  of je correcte omgangsvormen toont ten aanzien van medestudenten, personeel, gasten;  het correct omgaan met materiaal. Bovengenoemde opsomming wordt samengevat in het begrip IMAGO: I inzet / initiatief; M motivatie; A afspraken; G geven en nemen van kritiek; O omgangsvormen. Als een docent op- of aanmerkingen heeft over je beroepshouding, is de docent verplicht jou daarvan op de hoogte te stellen. Ook moet de docent jou helpen om dit te voorkomen door je te vertellen hoe jij jouw beroepshouding kan verbeteren. Een onvoldoende beoordeling wordt op het rapport vermeld en betekent altijd dat je wordt besproken in een daarvoor bestemde (rapport) vergadering.

Afmelding Natuurlijk kan het gebeuren dat je door ziekte, artsenbezoek of buitengewoon verlof de lessen niet kunt volgen. Je moet dit melden bij de onderwijsadministratie van de opleiding Sport en Bewegen Als je afwezig bent op een BPV-dag, ben je verplicht ook de praktijkopleider op locatie op de hoogte te stellen. Telefonisch afmelden kan op T 010 206 15 80 of schriftelijk via een formulier voor afmelden (verkrijgbaar bij onderwijsadministratie) dat je moet inleveren in de brievenbus bij de onderwijsadministratie. Zodra je weer aanwezig bent moet je dat ook melden. Als je dat niet doet, word je voor een hele werkweek afwezig gemeld.

-38-

2013-2014


5.2 Leerplein Het leerplein op de zevende verdieping van het Topsportcentrum is een ruimte waar wordt gewerkt, geleerd en gepauzeerd. Je kunt het zien als een open leercentrum, maar dan in het groot. Er zijn aparte gedeelten voor het werken in grote groepen (in klassenverband), in kleine groepjes of individueel. Werken met laptops is overal mogelijk. Tijdens lesuren kan je niet zomaar ergens gaan zitten. Houd daar rekening mee. Er zijn groepen die dan door een docent worden begeleid bij het uitwerken van opdrachten. Er is dan sprake van een les, alleen niet in een lokaal. Op het leerplein zijn meestal docenten of andere begeleiders aanwezig. Vaak kun je bij één van hen terecht als je iets wilt weten. Zij letten er op dat er op het plein wordt gewerkt en geleerd. Aanwijzingen van deze docenten of van andere personeelsleden die daar werken moeten daarom altijd worden opgevolgd. Net zoals in de klas of tijdens de praktijklessen heb je ook op het plein te maken met gedragsregels. Een paar van die afspraken zijn voor het gebruik van het plein heel belangrijk. Daarom spreken we met elkaar af dat het op het plein rustig is en er geen lawaai wordt gemaakt, zodat leren en werken mogelijk is. Je praat dus rustig en niet hard. Geluidsdragers zoals een IPod zijn alleen toegestaan (ook bij de laptop en telefoon!) wanneer “oortjes” worden gebruikt zodat anderen geen overlast ervaren. Telefoons staan uit. Eten en drinken is toegestaan maar, je laat geen rommel achter voor anderen. Er staan genoeg afvalbakken op het plein waar je rommel in kwijt kunt. Belangrijk is dat je ook elkaar hier op wijst en met elkaar zorgt dat de boel netjes en schoon blijft. Het niet is toegestaan om eet- en drinkwaar van andere leveranciers, zoals McDonald’s en dergelijke mee te nemen naar het leerplein. Ook geen opgewarmde maaltijden van thuis!.

5.3 Sport Café Het café beneden is bedoeld voor alle mensen die werken en leren in het Topsportcentrum, dus niet alleen voor mensen van het Albeda College. Het is voor iedereen die het centrum bezoekt of daar komt sporten. Daarom is het belangrijk dat je rekening houdt met anderen tijdens je bezoek aan het café. In het café kun je verschillende eet- en drinkproducten kopen die je daar kan eten of opdrinken. Het is ook toegestaan om meegebracht eten en drinken (boterham en dergelijke) te gebruiken in een daarvoor ingericht deel van het café. Heb je zelf iets bij je, dan gebruik je dat niet in het deel waar medewerkers van het café bedienen. Je zult begrijpen dat het niet is toegestaan om eet- en drinkwaar van andere leveranciers, zoals McDonald’s en dergelijke, te gebruiken in het café. -39-

2013-2014


Ook voor het café gelden de omgang- en gebruiksregels van de opleiding Sport en Bewegen. Dat betekent dat je geen rommel achter laat voor anderen, dat anderen geen last van je hebben en dat je geen lawaai maakt. Ook hier stel je jezelf sportief op en laat je zien dat je sociaal bent in de omgang met anderen.

5.4 Rond het gebouw Je snapt dat we het ook rond het gebouw graag netjes willen houden. Gooi daarom geen rommel op de grond, niet voor de ingang, maar ook niet onderweg naar een andere sportlocatie. Ook kauwgom hoort in de prullenbak! Als je rookt, zorg je dat je sigaret niet op de grond terecht komt, maar in één van de asbakken. Onderweg naar een andere sportlocatie gebruik je de aangeven oversteekplaats en neem je de verkeersregels in acht. Kijk goed uit, omdat er altijd automobilisten zijn die haast hebben en daardoor misschien door rood licht rijden.

5.5 Kleding, boeken en laptop Kleding Het kledingpakket kan worden geleverd door: Sportswork http://albeda.sportsmultistore.nl De bestelprocedure van dit pakket is tijdens de intakedag voorafgaand aan het eerste leerjaar uitgelegd. Tijdens buitenschoolse activiteiten ben je verplicht deze kleding te dragen. Aanschaf via Sportswork is niet verplicht. Boeken Het boekenpakket kan worden verzorgd door: Van Dijk Educatie Postbus 9016 6500 GT Nijmegen www.VanDijk.nl De bestelprocedure van dit pakket is tijdens de intakedag voorafgaand aan het eerste leerjaar of bij de rapportuitreiking van andere leerjaren uitgelegd. Aanschaf via Van Dijk Educatie is niet verplicht. Boeken mogen ook bij andere leveranciers worden besteld. Zorg dat je de laatst verschenen druk aanschaft. Naast de algemene boeken worden er ook andere leermiddelen aangeschaft. Ga hiervoor naar: Studystore.nl www.albeda.nl/deelnemer/leermiddelen.htm klik op “studentbetalingen” (zie bestelprocedure opleidinggebonden leermiddelen en niet opleidinggebonden schoolkosten).

-40-

2013-2014


Laptop Je kunt via de opleiding een laptop, een notebook (klein) en andere ict-dingen kopen. Dit kan voor jou voordelig zijn. Je hebt dan naast de redelijk voordelige hardware en software ook een uitgebreide verzekering en hulp op afstand. Daarnaast kan ook op afbetaling gekocht worden tegen de wettelijke rente. Je bent vrij om een laptop te kopen waar je zelf wilt. De aanschaf van een laptop of notebook is (nog) niet verplicht, maar tijdens de opleiding zal steeds meer gebruik gemaakt gaan worden van deze apparatuur. We adviseren je daarom om zelf een laptop of notebook mee te nemen.

5.6 Kopiëren en printen Je kan tegen een geringe vergoeding kopiëren en printen vanaf een OLC of je eigen laptop. En dat zowel in zwart-wit als in kleur. Aanmelden gaat eenvoudig met je eigen OV-chipkaart of identiteitsbewijs. Bedenk wel dat het soms druk is, er geen computer beschikbaar kan zijn. Zorg ervoor dat je je lesopdrachten op tijd geprint hebt. Beter is om je opdracht(en) vanuit huis geprint in een mapje mee te brengen.

Om gebruik te maken van het kopieerapparaat, moet je een koppeling maken. Dit is een eenmalige koppeling tussen je inlognaam voor het portaal en je OV-chipkaart of identiteitskaart. Je pas wordt alleen gebruikt om je aan te melden op het kopieerapparaat. Heb je geen inlogcode voor het Portaal, meld je dan even bij de studentenadministratie. Zij kunnen je voorzien van een code en verdere informatie over Portaal. Bij de apparaten hangt een handleiding waarin staat hoe het apparaat werkt. Voor de handleiding en de informatie voor een instructie waarin staat hoe je je OV-chipkaart of ID koppelt verwijzen wij je naar het Portaal. De kopieerapparaten staan standaard ingesteld op dubbelzijdig afdrukken. Wil je dit niet, dan moet je deze instelling dus aanpassen.

5.7 Ontvreemding/diefstal goederen De directie van het Albeda College is niet aansprakelijk voor diefstal, vermissing en vernieling van goederen van studenten en bezoekers. Als student moet je zoveel mogelijk waardevolle spullen thuis laten. Gebruik de kluisjes en lockers die je ter beschikking worden gesteld en zorg er voor dat anderen niet over je code kunnen beschikken (let op dat er niemand achter je staat mee te kijken!). In het geval een student of een bezoeker (op heterdaad) wordt betrapt op het wegnemen van goederen van anderen zal er altijd aangifte worden gedaan en wordt de betrokken persoon zo mogelijk overgedragen aan de politie. Indien je jezelf schuldig maakt aan diefstal en/of heling of daarbij betrokken bent, heeft dit mogelijk verwijdering van de opleiding tot gevolg.

-41-

2013-2014


5.8 Ontruiming, calamiteiten In het geval van een calamiteit, zoals brand in het gebouw, meld je dit bij het dichtstbijzijnde personeelslid, om vervolgens het gebouw snel en veilig te verlaten. Je gaat hiervoor naar de dichtstbijzijnde nooduitgang en je verlaat het gebouw op een rustige wijze. De nooduitgangen vind je in elke hoek van het gebouw en via het trappenhuis kun je naar de begane grond om vervolgens op afstand van het gebouw te verzamelen. Bij de entree van elke etage vind je een plattegrond met daarop de vluchtwegen aangegeven. De verzamelplaats ligt op 60 meter afstand, recht voor het gebouw bij de trappen voor de oversteek naar de tram. Je volgt gewoon het met rood/wit aangegeven “zebrapad”. De docent waarvan je les hebt registreert daar je aanwezigheid. Het is van groot belang dat er een zorgvuldige registratie plaats vindt, zodat er geen mensen (brandweerlieden) voor niets op zoek gaan naar studenten en personeel. Volg altijd aanwijzingen van het personeel op. In het geval van brand is het absoluut verboden om gebruik te maken van de lift. Wanneer je in zo’n geval in de lift zit verlaat je deze op de dichtstbijzijnde verdieping. Jaarlijks worden er ontruimingsoefeningen gehouden. Wanneer het ontruimingssignaal afgaat ga je samen met de klasgenoten en docent naar de verzamelplaats. Je laat tassen e.d. achter tenzij deze zich direct in je omgeving bevinden. Het is niet de bedoeling om op een andere verdieping eigendommen uit lockers op te halen.

-42-

2013-2014


5.9 Accommodaties De theorie en praktijklessen kunnen op meerdere locaties worden verzorgd. Hieronder volgt in alfabetische volgorde een overzicht: Locatie Albeda College, locatie Rosestraat Buitensportcentrum Outdoor Valley Health Center Zuid Albeda College, locatie Haastrechtstraat Tenniscentrum Halfweg

Adres Rosestraat 1101 3071 AC Rotterdam Hoeksekade 141 2661 JL Bergschenhoek Berkenwoudestraat 29 3076 JA Rotterdam Haastrechtstraat 3 3079 DC Rotterdam Einsteinweg 6 3208 KK Spijkenisse Akkeroord 10 3079 ZS Rotterdam Van Zandvlietplein 20 3077 AA Rotterdam

Tenniscentrum IJsselmonde Topsportcentrum Stad Rotterdam (hoofdvestiging) Watersportvereniging Stella Langepad 47 Maris 3062 CJ Rotterdam Zwembad Charlois Gooilandsingel 7, 3083 DP Rotterdam (bij Zuidplein) Zwembad IJsselmonde Dwarsdijk8 3078 JD Rotterdam

Telefoon 010 290 10 10 010 522 13 80 010 419 49 34 010 497 37 37 0181 61 64 66 010 483 15 75 010 206 15 80

010 452 21 14 010 481 22 22 010 483 13 99

*Op de startpagina van de website van het Albeda Collega kun je alle vestigingen terugvinden.

-43-

2013-2014


6. Klachtenprocedure Het studenten statuut van het Albeda College legt de rechten en plichten vast van de studenten die ingeschreven staan bij het Albeda College en geldt tevens voor het bevoegd gezag en alle aan de school verbonden organen en personeelsleden. In de praktijk zullen de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken in de school in onderling overleg worden afgehandeld. Wanneer studenten of in geval van minderjarigheid hun ouders, menen dat het studentenstatuut onjuist of onzorgvuldig wordt toegepast, dienen zij het gerezen geschil in eerste instantie op te lossen met de betrokken persoon of orgaan met wie het geschil is gerezen. Indien blijkt dat het onderling oplossen van het geschil redelijkerwijs niet is gelukt of redelijkerwijs niet heeft kunnen plaatsvinden kan het geschil in tweede instantie worden voorgelegd aan de directeur van de branche waarin het geschil plaatsvindt. Indien de klager het niet eens is met diens uitspraak kan hij deze voor beroep vatbare beslissing voorleggen aan de Interne Geschillencommissie Studenten. De interne geschillencommissie beoordeelt het geschil op grond van het studentenstatuut en werkt volgens de regels zoals vastgelegd in dit reglement. De commissie neemt uitsluitend bezwaarschriften in behandeling die schriftelijk zijn ingediend, gemotiveerd, voorzien van naam en adres en ondertekend. Indien noodzakelijk en mogelijk nodigt de commissie de indiener uit om het verzuim schriftelijk te herstellen.

-44-

2013-2014


7. Vakgroep Sport en Bewegen De groep docenten en leidinggevenden niveau 2 Sport- en Bewegingsbegeleider bestaat uit de volgende personen: Naam B. van de Giessen

Emailadres [email protected]

Paul Buijs Arthur van der Horst Rob de Roon

Functie lid managementteam branche LSE onderwijsleider onderwijsleider onderwijsleider

Mirjam Stoep

BPV-coördinator

[email protected]

Rob Hartog Wim van Til

coördinator niveau 2 en docent [email protected] jaarcoördinator leerjaar 2 [email protected] niveau 2 en docent

Bennie Bozkir Marieke van Harten Vincent Evers Paul de Graaf Pascal Maas Monique Obdeijn Remy Spek John Verhagen Natasja van Nieuwland Petra Selier Chantal van Seeters

docent docent docent docent docent docent docent en coördinator niveau 2 docent onderwijsadministratie onderwijsadministratie onderwijsadministratie

[email protected] [email protected] [email protected]

[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]

-45-

2013-2014


Bijlage 1 Kerntaken, werkprocessen, competenties Overzicht kerntaak 1 met bijbehorende werkprocessen en competenties Kerntaak 1 Assisteren bij SB-activiteiten.

Werkprocessen bij kerntaak 1

1 Inventariseert en signaleert de vraag van de SB-deelnemer(s).

De sporten bewegingsbegeleider observeert de SB-deelnemers, zoekt contact met hen, voert gesprekken en rapporteert zijn bevindingen mondeling aan de direct leidinggevende.

2 Bereidt SB-activiteiten voor.

3 Begeleidt SB-deelnemers bij SB-activiteiten

4 Voert (delen van) een SBactiviteit uit.

5 Houdt toezicht bij SBactiviteiten.

6 Evalueert SB-activiteiten.

Competenties

D. Aandacht en begrip tonen J. Formuleren en rapporteren R. Op de behoeften en verwachtingen van “klant” richten HIj plant de eigen werkzaamheden voor de voorbereiding van de SB-activiteit op basis E. Samenwerken en overleggen van een bestaand plan en/of instructie van de direct leidinggevende. Hij regelt de (SBL. Materialen en middelen inzetten materialen), richt de situatie in en informeert de SB-deelnemers over veilig, hygiënisch en Q. Plannen en organiseren duurzaam gebruik van accommodatie, middelen en materialen. T. Instructies en procedures opvolgen E. Samenwerken en overleggen F. Ethisch en integer handelen De sporten bewegingsbegeleider maakt afspraken met de direct leidinggevende over de I. Presenteren eigen taak en rol bij de begeleiding van de SB-deelnemers. Hij vangt SB-deelnemers op R. Op de behoeften en en verwelkomt hen, informeert hen over de gang van zaken tijdens en rond de SBverwachtingen van “klant” richten aciviteit, enthousiasmeert en stimuleert de SB-deelnemers, spreekt hen aan op hun gedrag en rapporteert bijzonderheden aan de direct leidinggevende. De sporten bewegingsbegeleider voert (delen van) een SB-activiteit uit. Hij geeft uitleg B. Aansturen en instructie aan de SB-deelnemers, demonstreert sporten bewegingsvaardigheden, E. Samenwerken en overleggen spreekt de SB-deelnemers aan op hun gedrag, bewaakt de voortgang van (het deel van) F. Ethisch en integer handelen de SB-activiteit en rapporteert zijn bevindingen aan de direct leidinggevende. I. Presenteren K. Vakdeskundigheid toepassen L. Materialen en middelen inzetten De sporten bewegingsbegeleider houdt ook toezicht bij SB-activiteiten. Hij observeert E. Samenwerken en overleggen de SB-deelnemers, beantwoordt vragen, spreekt SB-deelnemers aan op ongewenst F. Ethisch en integer handelen gedrag, grijpt in bij onveilige of ongewenste situaties of schakelt hulp in en meldt J. Formuleren en rapporteren bijzonderheden aan de direct leidinggevende. R. Op de behoeften en verwachtingen van de “klant” richten T. Instructies en procedures opvolgen V. Met druk en tegenslag omgaan De sporten bewegingsbegeleider verzamelt evaluatiegegevens volgens plan of D. Aandacht en begrip tonen instructie, neemt deel aan de bespreking van de evaluatiegegevens met collega’s en/of J. Formuleren en rapporteren direct leidinggevende en maakt afspraken over bijgestelde werkzaamheden. R. Op de behoeften en verwachtingen van “klant” richten T. Instructies en procedures opvolgen V. Met druk en tegenslag omgaan

-46-

2013-2014


Overzicht kerntaak 2 met bijbehorende werkprocessen en competenties Kerntaak 2 Werkzaamheden uitvoeren t.b.v. SB-organisatie. 1 Bereidt (neven)activiteiten voor en voert ze uit.

2 Past EHBSO en reanimatie toe. Dit werkproces wordt op school getoetst

3 Voert financiële en administratieve werkzaamheden uit.

4 Pleegt basisonderhoud aan sporten bewegingsmaterialen.

Werkprocessen bij kerntaak 2

Competenties

Bij het voorbereiden van (neven)activiteiten maakt de sporten bewegingsbegeleider afspraken over de uit te voeren werkzaamheden en maakt daarop een eigen werkplanning. Deze werkplanning bespreekt hij met de leidinggevende en de eventuele andere betrokkenen. Vervolgens voert hij de afgesproken werkzaamheden uit en rapporteert hierover. De sporten bewegingsbegeleider treedt handelend op wanneer een SB-deelnemer of andere betrokkene letsel oploopt of onwel wordt. Hij onderzoekt de betrokkene om na te gaan wat er aan de hand is en beslist wat hij moet doen. Hij past zonodig EHBSOtechnieken en levensreddende handelingen toe en schakelt eventueel hulp in. Indien van toepassing geeft hij advies aan de SB-deelnemer over al dan niet verder sporten. In alle gevallen meldt hij wat voorgevallen is aan de verantwoordelijke functionaris. De sporten bewegingsbegeleider stelt zich op de hoogte van de werkwijze en de procedure voor het uitvoeren van financiële en administratieve werkzaamheden, voert de werkzaamheden uit, controleert het werk na afloop en meldt aan de direct leidinggevende welke werkzaamheden hij heeft uitgevoerd. De sporten bewegingsbegeleider voert onderhoudswerkzaamheden uit aan SBmaterialen, signaleert mankementen en rapporteert gesignaleerde mankementen aan de direct leidinggevende. Op aanwijzing van de leidinggevende verhelpt hij kleine mankementen en meldt aan de direct leidinggevende welke werkzaamheden zijn verricht.

E. samenwerken en overleggen T. Instructies en procedures opvolgen W. Gedrevenheid en ambitie tonen

5 Verricht schoonmaakwerkzaamheden

De sporten bewegingsbegeleider verricht op aanwijzing van de direct leidinggevende schoonmaakwerkzaamheden en meldt na afronding aan de direct leidinggevende wat hij gedaan heeft.

6 Geeft praktische informatie aan diverse betrokkenen.

De sporten bewegingsbegeleider informeert betrokkenen over diverse onderwerpen die de gang van zaken in en rond de SB-organisatie betreffen.Tijdens het informeren checkt de sporten bewegingsbegeleider of de gegeven informatie door de betrokkene(n) wordt begrepen. De sporten bewegingsbegeleider bereidt een intern overleg voor, neemt deel aan het overleg en neemt kennis van de verslaglegging.

7 neemt deel aan intern overleg

-47-

A. Beslissen en activiteiten initiëren D. Aandacht en begrip tonen J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen T. Instructies en procedures opvolgen J. Formuleren en rapporteren L. Materialen en middelen inzetten T. Instructies en procedures opvolgen E. Samenwerken en overleggen J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen L. Materialen en middelen inzetten T. Instructies en procedures opvolgen E. Samenwerken en overleggen J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen L. Materialen en middelen inzetten T. Instructies en procedures opvolgen D. Aandacht en begrip tonen E. samenwerken en overleggen I. Presenteren T. Instructies en procedures opvolgen D. Aandacht en begrip tonen E. samenwerken en overleggen I. Presenteren T. Instructies en procedures opvolgen V. Met druk en tegenslag omgaan

2013-2014


Bijlage 2

niveau 2 WSF / TOP - MODEL Naam instelling : Brin nummer : Naam opleiding : Crebonummer : Cohort :

Albeda College 00GT Sport - en Bewegingsbegeleider, BOL 95300 2013 - 2015

Toepassing Wet op de Studiefinanciering (van toepassing bij BOL) Naar het oordeel van het bevoegd gezag omvat elk studiejaar van bovengenoemde opleiding tenminste 850 klokuren, zoals neergelegd in artikel 9, lid 1a van de Wet op de studiefinanciering en de nadere invullingen die daarna zijn gegeven. 2 Toepassing Transparante Onderwijsprogrammering Naar het oordeel van het bevoegd gezag voldoet de programmering aan het Convenant inzake onderwijsprogrammering in het middelbaar beroepsonderwijs; d.d. 4 / 9 juli 2001 en brief Ministerie OC&W BVE/B/2002/731. studiejaar 1 2 Begeleid leren: Leren in de school Het totaal aantal klokuren dat per studiejaar aan lessen wordt besteed Leren in de arbeidssituatie Het totaal aantal klokuren dat per studiejaar aan beroepspraktijkvorming wordt besteed Het totaal aantal klokuren dat wordt besteed aan de andere, hieronder genoemde activiteiten die binnen het kader van de opleiding worden aangeboden: 1. mentoraat 2. introductieprogramma/informatie schooljaar e 3. kampen 1 jaar (8+3x12+4=48 uur) (8+2x12+8=40 uur) e 4. kampen 2 jaar (10+12+4=26 uur) (10+12+8=30 uur) 5. kanoprogramma (4x8=32 uur) 5. toetsen 6. buitensportprogramma(4x8=32 uur) 7. overige activiteiten WSF en TOP - model: Subtotaal aantal klokuren In Instellingstijd Verzorgd Onderwijs volgens OER 2006 TOP - model: Aantal klokuren onbegeleid leren TOP - model: Totaal aantal klokuren

608

608

180

480

3 16 88

3 4 66

32 8 32 18

19

985

1188

615 1600

412 1600

8

Ondertekening: Plaats : Rotterdam Datum :15 juni 2013 Namens het bevoegd gezag: De heer P. Buijs, onderwijsleider

2

Zie uitleg OcenW-Regelingen van 3 december 1997, nr 30

-48-

2013-2014


Bijlage 3 Kostenoverzicht 2012-2013 niveau 2 eerste leerjaar

Sport & Bewegen Kostenoverzicht 2013-2014 niveau 2 eerste leerjaar De studiekosten voor het komend schooljaar zijn als volgt opgebouwd: Wettelijk geregelde bijdragen te betalen door de student (of ouders) verplichte bijdrage: Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) Het wettelijk verschuldigde lesgeld voor het schooljaar 2013-2014 bedraagt € 1090,- en wordt geïnd door de DUO – IB-groep. Dit geldt voor studenten die op 1 augustus 2013 de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt. Opleiding gebonden leermiddelen die de student in het kader van de te volgen opleiding geacht wordt aan te schaffen: 1. Van Dijk Educatie www.vandijk.nl Vanwege het specialistisch karakter van bepaalde boeken heeft de opleiding met deze leverancier afspraken gemaakt (ook een laagste prijsgarantie) voor het leveren van studieboeken van circa € 165,-. De student wordt geacht bij aanvang van het schooljaar studieboeken in zijn/haar bezit te hebben. Dit zijn onderwijsbenodigdheden waarvan het redelijk is dat de student erover beschikt en die nodig zijn om de opleiding succesvol te kunnen volgen. De bestelprocedure wordt tijdens de intake toegelicht. Bij het afronden van uw bestelling kunt u aangeven hoe u wilt betalen aan Van Dijk Educatie, via iDeal, automatische incasso, acceptgiro of in 3 termijnen. Studieboeken mogen ook van een andere leverancier worden betrokken. 2. Studystore.nl www.albeda.nl/deelnemer/leermiddelen.htm klik op “studentbetalingen” (zie bestelprocedure opleidinggebonden leermiddelen en niet opleidinggebonden schoolkosten) Via de (www) studystore kunnen de verplichte en vrijwillige bijdrage voor andere leermiddelen dan boeken worden afgenomen. De verplichte bijdrage betreft readers (€ 3,70 tot €9,50) en digitale leermiddelen (persoonlijke licenties, circa € 40,-) . Dit zijn onderwijsbenodigdheden waarvan het redelijk is dat de student erover beschikt en die nodig zijn om de opleiding succesvol te kunnen volgen. De vrijwillige bijdrage voor leermiddelen betreft deelname kampen. Deze kosten zijn verderop terug te vinden onder het kopje “niet-opleiding gebonden schoolkosten”.

3. SportsWork, Nike http://albeda.sportsmultistore.nl -49-

2013-2014


Sportkleding behoort tot de uitrusting van een student sport en bewegen. De sportkleding wordt gezien als persoonlijke werkkleding. De student wordt hierom eigenaar van de sportkleding. In overleg met SportsWork is er een representatief kledingpakket samengesteld, waarbij een goede prijs- kwaliteitverhouding is gerealiseerd. De rekening voor het kledingpakket bedraagt circa € 230,- en kan via Ideal worden voldaan. Tijdens de intake op school kan kleding worden gepast en wordt de bestelprocedure toegelicht. 4. Sport medisch adviescentrum Een student dient voor aanvang van de opleiding een medische goedkeuring te overleggen. Een keuring wordt bij voorkeur bij een SMA (sport medisch adviescentrum) gedaan. Met het SMA Rotterdam is overeengekomen dat een complete medische keuring € 130,- bedraagt. Dit bedrag dient bij de keuring ter plekke voldaan te worden. (Indien u een aanvullende zorgkostenverzekering heeft afsloten bestaat de mogelijkheid dat deze kosten worden vergoed. Een keuring kan ook bij een ander SMA worden afgelegd. Niet-opleiding gebonden schoolkosten, die de student vrijwillig aanschaft of waarvoor een bijdrage wordt gevraagd: Studystore.nl www.albeda.nl/deelnemer/leermiddelen.htm klik op “studentbetalingen” De vrijwillige bijdrage voor extra persoonlijke leermiddelen van € 410,- bestaat uit: Bijdrage kamp Bergen op Zoom (verblijf en maaltijden, vervoer van en naar € 175,accommodatie) Bijdrage kamp buitensport Ardennen (verblijf en maaltijden, vervoer van en naar € 195,accommodatie) Bijdrage week buitensport (Outdoor Valley) € 40,00 De opleiding sport en bewegen organiseert bovengenoemde leeractiviteit omdat dit bijdraagt aan de ontwikkeling van competenties voor het beroep. Het merendeel van de kosten neemt de opleiding voor haar rekening, echter ook de student (ouder/verzorger) wordt geacht bij te dragen, het gaat hier om kosten voor verblijf en maaltijden. Indien een student de vrijwillige bijdrage niet betaalt, kan hij of zij geen gebruik maken van de kampen. De totale kosten van de persoonlijke leermiddelen bedragen (verplicht en vrijwillig) samen ongeveer € 735,-. Aanvulling NB: niet inbegrepen zijn eventuele reiskosten naar buitenschoolse lesaccommodaties en/of kampen (indien men niet over een OV-jaarkaart beschikt). Studenten van 18 jaar en ouder komen indien aan de voorwaarden wordt voldaan in aanmerking voor studiefinanciering. Indien de student recht heeft op studiefinanciering voor het mbo, dan heeft hij/zij ook recht op een OV-studentenkaart. Maar let op: de OVstudentenkaart valt onder de prestatiebeurs. Meer weten? Ga naar de site van DUO - Informatie Beheer Groep. Ouders met kinderen tot 18 jaar kunnen zo nodig een tegemoetkoming ouders 2013-2014 bij DUO aanvragen tot en met 31 juli 2014. http://www.duo.nl/particulieren/studiefinanciering/tegouders/aanvragen/aanvragen.asp Toekenning is mede afhankelijk van de hoogte van het inkomen van de ouder(s). Daarnaast kunt u mogelijk in aanmerking komen voor het kindgebonden budget van de Belastingdienst. -50-


2013-2014

Bijlage 4

lesuren

Rooster

45 minuten 1

8.30

9.15

2

9.15

10.00

10.00

10.15

3

10.15

11.00

4

11.00

11.45

5 of pauze

11.45

12.30

6 of pauze

12.30

13.15

7

13.15

14.00

8

14.00

14.45

14.45

15.00

9

15.00

15.45

10

15.45

16.30

11

16.30

17.15

P1

P2

Rooster vakanties en vrije dagen Herfstvakantie Kerstvakantie Voorjaarsvakantie Goede vrijdag 2e paasdag

21 okt. - 25 okt.’13 23 dec. -03 jan.’14 17 feb. – 21 febr.’14 18 april’14 21 apr.’14

Meivakantie Hemelvaartdag en vrijdag 30 mei 2e pinksterdag Zomervakantie

28 april - 02 mei ‘14 29 en 30 mei ‘14 9 juni ‘14 Start 21 juli

In het geval dat je nog vragen hebt naar aanleiding van het lezen van deze handleiding kun je terecht bij je mentor. Namens alle bij de opleiding betrokken functionarissen wensen we je een heel succesvol leertraject toe.

-51-

Studiehandleiding niveau 2

Recommend Documents