Studiehandleiding
Opleiding:
Sociaal Maatschappelijk Dienstverlener,
Crebonummer:
92670 KD 2011
Niveau:
4
Leerweg:
BOL
Cohort:
2011-2014
Opleidingsduur:
3 jarig
Pagina
INHOUDSOPGAVE Voorwoord 1 Inleiding 1.1 1.2 1.3
3 4
De waarde van de studiehandleiding Het gebruik van de studiehandleiding Bewaaradvies
4 4 4
2 Profiel van de branche Welzijn & Onderwijs
5
2.1 2.2 2.3 2.4
Opzet van de onderwijsprogramma’s 5 Schematisch overzicht van de welzijnsopleidingen van het Albeda College 5 Locatiespecifieke informatie 6 Kansen en mogelijkheden na de opleiding (algemeen) 6
3 Leren bij de branche Welzijn & Onderwijs 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8
Intake en plaatsing Toelatingseisen Jaarindeling Opleidingsvarianten: BOL/BBL/deeltijd-BOL Studievoortgang, studieloopbaanbegeleiding en ontwikkelportfolio Persoonlijk studieadvies Ziekmelden, verzuimregeling en voortijdig schooluitval Klachtenregeling
4 Specifieke informatie over de opleiding 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8
De beroepspraktijkvorming Maatwerk binnen de BPV De spelregels voorafgaand en tijdens de BPV Het vinden van een erkende BPV plaats
6 Informatie over de Examinering 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6
7 8 8 8 9 9 9 9
10
Introductie van het beroep 10 Beschrijving van de kwalificaties en uitstroomdifferentiaties 12 Nederlands, Engels en rekenen 16 Het brondocument loopbaan en burgerschap 17 Beschrijving van de keuze- en de doorstroommogelijkheden 18 Top model en studiebelastingsuren 18 Lessentabel en werkvormen 18 Opleidingskosten, studentbijdrage (extra leermiddelen) en de mogelijkheid voor studiefinanciering en tegemoetkoming schoolkosten 19
5 De beroepspraktijkvorming (BPV) 5.1 5.2 5.3 5.4
7
Wijze van beoordelen van de kwalificaties Examenplan Examenreglement Erkening van eerder verworven competenties (EVC) Diplomering en certificering Procedure van bezwaar en beroep
7 Begrippenlijst
Albeda College, studiehandleiding Sociaal Maatschappelijk Dienstverlening, BOL 4, KD 2011, Crebo 92670, cohort 2011-2014, versie 1.0
21 21 21 21 22
23 23 27 29 30 30 30
32
2 van 41
Pagina
3 van 41
Voorwoord Welkom bij de opleiding van de branche Welzijn & Onderwijs van het Albeda College. Wij hopen dat je het naar je zin zult hebben op de opleiding en dat je de opleiding binnen de gestelde termijn met een diploma af kunt sluiten. Deze studiehandleiding is gemaakt om je snel wegwijs te maken in onze branche en de opleiding die jij hebt gekozen. Maar voordat over de opleiding wordt gesproken wordt hieronder het beeldmerk van het Albeda College toegelicht. Het beeldmerk van het Albeda College is een boom. Dit beeld wordt gebruikt om te verduidelijken welke rol het Albeda wil spelen in de samenleving en welke waarden het wil vertegenwoordigen. De boom als een beschutte plaats waar onderwijs plaatsvindt In vroeger tijden ontmoetten een leraar en zijn leerlingen elkaar onder een stevige boom, die tijdens het onderwijzen beschutting gaf tegen zon, regen en wind. De boom als de boom der kennis In de westerse traditie wordt een boom ook geassocieerd met kennis. Iets wat als vanzelfsprekend van toepassing is op het Albeda College. De boom als een levensboom De boom groeit in de hoogte, maar staat met zijn wortels ook stevig in de grond. De takken vertonen elk jaar nieuw leven en zijn nooit uitgegroeid. De boom staat voor duurzaamheid en voortdurende groei. De boom zorgt voor zuurstof en dus voor leven. In de missie, de kernwaarden en vijf ankerpunten van het Albeda College zijn bovengenoemde punten ook terug te vinden. Dit is te lezen in het studentenbulletin. Alle medewerkers uit onze branche wensen je veel succes met je opleiding en een prettige studietijd. Namens alle medewerkers,
Mevrouw M. Klapwijk Branchedirecteur Welzijn & Onderwijs
Albeda College, studiehandleiding Sociaal Maatschappelijk Dienstverlening, BOL 4, KD 2011, Crebo 92670, cohort 2011-2014, versie 1.0
Pagina
1 1.1
4 van 41
Inleiding De waarde van de studiehandleiding
Deze handleiding geeft inzicht hoe de opleiding eruit ziet. Er wordt in omschreven wat door de opleiding van een student verwacht wordt vanaf de intake tot en met de examinering om de opleiding succesvol af te kunnen sluiten. De informatie uit de studiehandleiding geldt voor de gehele opleidingsduur. 1.2
Het gebruik van de studiehandleiding
De studiehandleiding is te gebruiken als naslagwerk en is bedoeld voor de gehele opleiding. In deze handleiding staan belangrijke afspraken die de student met het Albeda College maakt zodra de student is ingeschreven en de onderwijsovereenkomst heeft getekend. De studiehandleiding beschrijft die onderwerpen die van belang zijn om het opleidingstraject te kunnen volgen. Het is belangrijk dat de student deze studiehandleiding goed bestudeert. Overal waar in de studiehandleiding ‘zij’ of ‘haar’ staat, kan ook ‘hij’ of ‘zijn’ gelezen worden Veranderingen op deze studiehandleiding zal de student middels een addendum (bijlage) ontvangen. Elke student kan het studentenbulletin vinden op het portaal en op de website van het Albeda College, waarin gedragsregels en algemene Albeda College informatie is opgenomen. ( www. Albeda.nl/deelnemer/studentenbulletin) Ook is er een deelenemersstatuut, waarin regels over o.a. bindend studieadvies, ordehandhaving, schorsing en verwijdering staan vermeld. (http://www.albeda.nl/sites/klachten/deelnemersstatuut.htm)
1.3
Bewaaradvies
Omdat deze studiehandleiding informatie bevat voor de duur van de gehele opleiding, wordt de studiehandleiding bij de start van de opleiding bekend gemaakt aan iedere student. Het bewaaradvies geldt dus voor de totale opleidingsduur.
Albeda College, studiehandleiding Sociaal Maatschappelijk Dienstverlening, BOL 4, KD 2011, Crebo 92670, cohort 2011-2014, versie 1.0
Pagina
2
5 van 41
Profiel van de branche Welzijn & Onderwijs Opzet van de onderwijsprogramma’s
2.1
Elk opleidingstraject binnen de branche Welzijn en Onderwijs wordt per jaar verdeeld in onderwijsperiodes van 10 weken. Elk onderwijstraject is opgebouwd uit een school- en praktijkperiode. periode 1 2 3 4
school 5 dagen per week 5 dagen per week 3 dagen per week 3 dagen per week
beroepspraktijk 2 dagen per week 2 dagen per week
oriëntatiefase ontwikkelfase ontwikkelfase ontwikkelfase
5 6 7 8
2 dagen per week 2 dagen per week 2 dagen per week 2 dagen per week
3 dagen per week 3 dagen per week 3 dagen per week 3 dagen per week
ontwikkelfase ontwikkelfase ontwikkelfase ontwikkelfase
9 10 11 12
2 dagen per week 2 dagen per week 2 dagen per week 2 dagen per week
3 dagen per week 3 dagen per week 3 dagen per week 3 dagen per week
ontwikkelfase ontwikkelfase afrondingsfase afrondingsfase
2.2
Schematisch overzicht van de welzijnsopleidingen van het Albeda College.
Opleidingen in de Branche crebonummer 92640 92620 92631 92632 92650 92661 92662 93500 92670 91370 90350
Opleidingen
Helpende Zorg & Welzijn Pedagogisch medewerker 3 kinderopvang Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg Gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang Medewerker maatschappelijke zorg Maatschappelijke Zorg Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg Maatschappelijke Zorg Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen Onderwijsassistent Sociaal-maatschappelijk dienstverlener Sociaal-cultureel werker Praktijkopleider
Albeda College, studiehandleiding Sociaal Maatschappelijk Dienstverlening, BOL 4, KD 2011, Crebo 92670, cohort 2011-2014, versie 1.0
Niveau
2 3 4 4 3 4 4 4 4 4 4
Pagina
2.3
6 van 41
Locatiespecifieke informatie
Informatie over de locatie zoals: adres gegevens, locatieregels, gebruik van onderwijsvoorzieningen en roosters van de opleding kunnen gevonden worden op het portaal van de opleiding.
2.4
Kansen en mogelijkheden na de opleiding (algemeen)
Functies die na de opleiding Sociaal-maatschappelijk dienstverlener uitgevoerd kunnen worden zijn bijvoorbeeld: sociaal dienstverlener, (maatschappelijk) consulent, consulent bewonerszaken, opvangmedewerker, functies op het gebied van informatie en advies (zoals telefonisch hulpverlener), baliefuncties, klachtenbehandelaar, trajectbegeleider, ouderenadviseur of budgetconsulent. Voor de Sociaal-maatschappelijk dienstverlener zijn er na enkele jaren werkervaring mogelijkheden om de kennis en vaardigheden te verbreden of verdiepen binnen de eigen functie, afhankelijk van de organisatie of context waarin men werkzaam is. Doorgroei naar een andere functie is voor de sociaal-maatschappelijk dienstverlener met name mogelijk na verdere scholing. Zo kan een gediplomeerd sociaal-maatschappelijk dienstverlener die maatschappelijk werker wil worden, doorstromen naar de hbo-opleiding Maatschappelijk werk en dienstverlening. Ook doorstroming naar andere Sociaal agogische hbo-opleidingen is denkbaar, zoals bijvoorbeeld de opleiding Sociaal pedagogische hulpverlening, Pedagogiek of Cultureel maatschappelijke vorming en naar overige hboopleidingen zoals bijvoorbeeld de opleiding Sociaal juridische dienstverlening.
Albeda College, studiehandleiding Sociaal Maatschappelijk Dienstverlening, BOL 4, KD 2011, Crebo 92670, cohort 2011-2014, versie 1.0
Pagina
3
7 van 41
Leren bij de branche Welzijn & Onderwijs
3.1
Intake en plaatsing
Intake Voorafgaand aan de intake levert de student de volgende bescheiden in: Kopie geldig identiteitsbewijs (paspoort, identiteitskaart); Ingevuld inschrijfformulier; Ondertekend formulier VOG; Voor een aantal beroepen waar de branche Welzijn en Onderwijs voor opleidt, wordt in de praktijk de verklaring omtrent het gedrag (VOG) verplicht gesteld, zie ook studentenbulletin. Als de student geen VOG zou kunnen verkrijgen, kan de student niet met de opleiding starten. Recente pasfoto (2 stuks). Na de definitieve plaatsing levert de student zo spoedig mogelijk en in ieder geval voor aanvang van de opleiding een kopie van het diploma en een cijferlijst van de toeleidende vooropleiding in of een bewijs van de hoogste vooropleiding, indien van toepassing. Indien geen kopie diploma kan worden overlegd, dan dient men een eigen verklaring in te vullen. De intake bestaat uit de volgende onderdelen: Het AMN-onderzoek. Dit is een digitaal onderzoek dat een beeld geeft van de motivatie en de capaciteiten van de student gekoppeld aan de opleidingskeuze. Het intakeformulier. Dit is een formulier dat schriftelijk wordt ingevuld. Een intake gesprek met opleidingsdeskundige. Dit gesprek wordt gevoerd aan de hand van de uitslag van het AMN onderzoek en het ingevulde intakeformulier. Er kunnen toetsen worden afgenomen die het startniveau van de student meten op het gebied van Nederlands, Engels en Rekenen. Plaatsing Na de intake krijgt de student binnen veertien dagen een schriftelijk bericht of hij/zij is aangenomen en ingeschreven kan worden, dan moeten de volgende documenten ingeleverd worden: Een kopie van het diploma en een cijferlijst van de vooropleiding, indien van toepassing. De onderwijsovereenkomst. De onderwijsovereenkomst is een overeenkomst tussen het Albeda College en de student. De 18 jaar en oudere student tekent deze overeenkomst zelf, een student jonger dan 18 jaar, tekent ook zijn wettelijke vertegenwoordiger (ouders of vervangende opvoeders). Wanneer de documenten zijn ingeleverd bij de opleiding, is de student pas definitief geplaatst op de opleiding. Hij/zij moet zich houden aan de rechten en plichten die daarbij horen. Op de achterkant van de onderwijsovereenkomst staan de voorwaarden die van toepassing zijn. De student ontvangt een kopie van de getekende onderwijsovereenkomst voor zijn/haar eigen administratie. Indien de gevraagde documenten niet of onvolledig zijn aangeleverd, dan heeft de opleiding het recht de student niet toe te laten tot de opleiding.
Albeda College, studiehandleiding Sociaal Maatschappelijk Dienstverlening, BOL 4, KD 2011, Crebo 92670, cohort 2011-2014, versie 1.0
Pagina
8 van 41
Toelatingseisen
3.2
Studenten met een VMBO-diploma in de theoretische- gemengde- of kaderberoepsgerichte leerweg zijn toelaatbaar tot de opleidingen op niveau 3 en/of 4. Studenten met een overgangsbewijs van HAVO 3 naar HAVO 4 zijn toelaatbaar tot de opleidingen op niveau 3 en/of 4. Studenten met een diploma van een MBO-opleiding niveau 3 zijn toelaatbaar tot de opleiding niveau 4.
Loting eind basisjaar De bol opleidingen Pedagogisch medewerker en Medewerker Maatschappelijke Zorg starten met een gezamenlijk basisjaar. In dit 1e leerjaar krijgt de student een beeld van beide opleidingen. Aan het eind van het 1e leerjaar kiest de student de opleiding. Voor PW4 kinderopvang en PW4 jeugdzorg kan er een lotingprocedure plaats vinden. PW4 kinderopvang en PW4 jeugdzorg worden niet op alle locaties aangeboden.
3.3
Jaarindeling
Aan het begin van ieder schooljaar ontvangt de student van de opleiding een jaarindeling. Ieder schooljaar omvat ongeveer 40 lesweken. Het schooljaar is ingedeeld in vier periodes van 10 weken. De schoolvakanties worden vermeld op de website van het Albeda College (www.albeda.nl)
3.4
Opleidingsvarianten: BOL/BBL/deeltijd-BOL
Het beroepsonderwijs kent drie leerwegen: de beroepsopleidende leerweg (BOL), de beroepbegeleidende leerweg (BBL) de deeltijd BOL (dlt. BOL). De leerwegen leiden op voor hetzelfde diploma. De beroepsopleidende leerweg (BOL) kent een praktijkgedeelte tussen de 20 en 60% van de studieduur. De beroepsbegeleidende leerweg (BBL) kent een praktijkdeel van 60% en is werkzaam in een erkend leerbedrijf. De student gaat over het algemeen minimaal één dag per week naar school. De deeltijd BOLopleiding (dlt.BOL)kent een praktijkdeel en een theoriedeel van minimaal 300 klokuren les op jaarbasis.
Albeda College, studiehandleiding Sociaal Maatschappelijk Dienstverlening, BOL 4, KD 2011, Crebo 92670, cohort 2011-2014, versie 1.0
Pagina
3.5
9 van 41
Studievoortgang, studieloopbaanbegeleiding en ontwikkelportfolio
Iedere student heeft een studieloopbaanbegeleider (SLB-er). De studieloopbaan-begeleider begeleidt de student bij de beroepsontwikkeling, persoonlijke ontwikkeling en sociaal maatschappelijke ontwikkeling. De student maakt een POP en PAP. (persoonlijk ontwikkelingsplan en persoonlijk activiteitenplan). Begeleiding van de student bij haar studievoortgang vindt plaats aan de hand van een ontwikkelportfolio. In dit portfolio worden bewijzen verzameld die duidelijk maken hoever de student is gevorderd met de opleiding. Er vinden regelmatig evaluatie- , reflectie-, en voortgangsgesprekken plaats tussen de student en de studieloopbaanbegeleider. Dit resulteert per 10 weken in een studievoortgangadvies.
3.6
Persoonlijk studieadvies
Na de eerste 10 weken, de oriëntatiefase, wordt de student aan de hand van de inhoud van het portfolio beoordeeld en krijgt de student haar eerste studieadvies. Op grond van dit studieadvies wordt bekeken welk onderwijstraject bij de capaciteiten en mogelijkheden van de student past. Vrijstellingen Als een student verwacht in aanmerking te komen voor vrijstellingen, omdat bepaalde onderdelen van de opleiding al op een andere school zijn afgerond, kan vrijstelling aangevraagd worden bij de subexamencommissie van de opleiding. De studieloopbaanbegeleider kan hierover meer informatie geven.
3.7
Ziekmelden, verzuimregeling en voortijdig schooluitval
Wanneer een student ziek is, moet de student zich zo spoedig mogelijk melden bij het Albeda College en indien van toepassing bij de praktijkbegleider op de BPV (leerbedrijf). Wanneer een student absent is en zich niet heeft afgemeld op het Albeda College of op de BPV, dan zal het Albeda College de afwezigheid melden bij het verzuimloket van DUO.
3.8
Klachtenregeling
De klachtenregeling staat beschreven in het studentenbulletin. Dit studentenbulletin is te vinden op ( www. Albeda.nl/deelnemer/studentenbulletin).
Albeda College, studiehandleiding Sociaal Maatschappelijk Dienstverlening, BOL 4, KD 2011, Crebo 92670, cohort 2011-2014, versie 1.0
Pagina
4 4.1
10 van 41
Specifieke informatie over de opleiding Introductie van het beroep
De sector en de branche De sociaal-maatschappelijke dienstverlener maakt deel uit van de sector sociaal agogisch werk. Typerend voor het sociaal agogisch werk is het methodisch en doelgericht begeleiden van een cliënt of groep cliënten en eventueel het cliëntsysteem met als doel het welzijn van de cliënt en/of het cliëntsysteem te bevorderen en een bestaande (problematische) situatie te verbeteren. Het sociaal agogisch werk richt zich met name op: 1. het functioneren van de cliënt in de eigen woon-, werk- en leefomgeving 2. het volwaardig functioneren van de cliënt in de directe sociale omgeving 3. het volwaardig functioneren van de cliënt als lid van de samenleving. De sociaal-maatschappelijk dienstverlener is werkzaam in de branches: gezondheidszorg, geestelijke gezondheidszorg, ouderenzorg, gehandicaptenzorg, sociale dienstverlening, maatschappelijke opvang en dienstverlening, (algemeen) maatschappelijk werk, sociaalcultureel werk en soms in het onderwijs of de politie. De typerende beroepshouding Werken in de sociaal-agogische sector betekent direct werken met cliënten. Hierbij speelt de beroepskracht als persoon een essentiële rol. Zijn kwaliteiten zijn van doorslaggevend belang bij het aangaan van een professionele relatie en bij het bereiken van de gewenste resultaten. Voor een verantwoorde beroepsuitoefening moet de beroepskracht: - Betrokken; - Empathisch; - Assertief; - Representatief; - Integer zijn. Betrokken: de beroepskracht doet zijn werk vanuit een maatschappelijk engagement. Bij deze betrokkenheid past een professionele distantie. Empathisch: de beroepskracht kan zich inleven in de situatie van zijn cliënt en is in staat zijn kwaliteiten, talenten en potenties te zien en te waarderen. Assertief: de beroepskracht heeft een antenne voor verbale en non-verbale signalen en weet hierop op de juiste wijze te reageren waarbij hij zijn eigen waarden, normen en grenzen bewaakt.
Albeda College, studiehandleiding Sociaal Maatschappelijk Dienstverlening, BOL 4, KD 2011, Crebo 92670, cohort 2011-2014, versie 1.0
Pagina
11 van 41
Representatief: de beroepskracht heeft een positieve, professionele uitstraling naar cliënten en collega’s en presenteert zich als vertegenwoordiger van zijn (werk)organisatie met een eigen beroepsidentiteit en ethiek. Integer: de beroepskracht is betrouwbaar en handelt conform algemeen geldende ethische normen en de beroepscode. De context De sociaal-maatschappelijk dienstverlener kan werkzaam zijn in een veelheid aan organisaties zoals verpleeg- en verzorgingshuizen, thuiszorg, ziekenhuizen, woonorganisaties, gemeenten, centra voor werk en inkomen, arbeidsbemiddeling, organisaties voor algemeen maatschappelijk werk, asielzoekerscentra en vluchtelingenwerk, justitiële inrichtingen, organisaties voor slachtofferhulp, dak- en thuislozenzorg, verslaafdenzorg, crisisopvang, sociale pensions, bureau sociaal raadslieden en fiom-bureaus. De aard van het werk De sociaal-maatschappelijk dienstverlener houdt zich bezig met het in kaart brengen van materiële (en daaraan gerelateerde) psychosociale behoeften van de cliënt, praktische dienstverlening, informeren en adviseren over regelingen/procedures of voorzieningen, belangenbehartiging, dossiervorming/rapporteren, verwerken van gegevens, overleg voeren en afstemmen met andere disciplines of hulpverleners. Coördinatie, overleg en afstemming zijn met name gekoppeld aan cliëntgebonden werkzaamheden. Afhankelijk van de functie, de organisatie en de doelgroep zal het zwaartepunt van de functie net anders liggen. In sommige organisaties ligt het zwaartepunt van de werkzaamheden bij informatie en advies, dossiervorming en bemiddeling op het terrein van sociale zekerheid. Omgaan met verschillende type cliënten en het voeren van verschillende soorten gesprekken zijn van groot belang. In andere organisaties ligt het accent op ondersteuning en begeleiding van kwetsbare doelgroepen bij hun materiële behoeften. Hierbij zijn de psychosociale ondersteuning en vergroting van de zelfredzaamheid, toerusting van kennis en vaardigheden erg belangrijk. Ook functioneert de sociaal-maatschappelijk dienstverlener als ondersteunende schakel in de zorgketen. De mate van ondersteuning is afhankelijk van de mogelijkheden, kennis en vaardigheden van de cliënt. De sociaal-maatschappelijk dienstverlener is erop gericht om de zelfstandigheid en de zelfredzaamheid van de cliënt te vergroten. Hij* helpt de cliënt zijn netwerk zoveel mogelijk te activeren. Hij maakt de cliënt duidelijk wat hij mag verwachten van de dienstverlening en welke rol ieder speelt.
Albeda College, studiehandleiding Sociaal Maatschappelijk Dienstverlening, BOL 4, KD 2011, Crebo 92670, cohort 2011-2014, versie 1.0
Pagina
4.2
12 van 41
Beschrijving van de kwalificaties en uitstroomdifferentiaties
Kerntaken en werkprocessen Kerntaak
Werkproces
SMD
Kerntaak 1: Opstellen van een dienstverleningsplan 1.1 Inventariseert de situatie en wensen van de cliënt 1.2 Maakt een dienstverleningsplan
x x
Kerntaak 2: Ondersteunen van de cliënt (en) 2.1 Ondersteunt de cliënt bij praktische diensten 2.2 Behandelt eenvoudige juridische vragen van de cliënt 2.3 Ondersteunt de cliënt bij financiële problemen en budget beheersing 2.4 Bemiddelt en ondersteunt de cliënt bij het behartigen van belangen. 2.5 Verricht informatie-, advies- en voorlichtingswerkzaamheden t.b.v. de cliënt (en)
x x x x x
Kerntaak 3: Uitvoeren van Organisatie- en professie gebonden taken 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep 3.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg 3.3 Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen 3.4 Verricht administratieve werkzaamheden en beheert dossiers. 3.5 Evalueert de geboden ondersteuning
Albeda College, studiehandleiding Sociaal Maatschappelijk Dienstverlening, BOL 4, KD 2011, Crebo 92670, cohort 2011-2014, versie 1.0
x x x x x
Pagina
13 van 41
Kerntaken met werkprocessen en competenties Betekenis van de kerntaak voor deze uitstroom
In deze matrix is per kerntaak aangegeven welke competenties aangewend worden bij de uitvoering van de werkprocessen voor deze uitstroom. Dit is zichtbaar door middel van een kruisje in de matrix Sociaal Maatschappelijk Dienstverlener KD-2011
Kerntaak 1: Opstellen van een dienstverleningsplan
Competenties A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
Werkprocessen 1.1 Inventariseert de situatie en wensen van de cliënt
x
x
1.2 Maakt een dienstverleningsplan
Albeda College, studiehandleiding Sociaal Maatschappelijk Dienstverlening, BOL 4, KD 2011, Crebo 92670, cohort 2011-2014, versie 1.0
x x
x
x x
S
T
U
V
W
X
Y
Pagina
Kerntaak 2: Ondersteunen van client (en)
14 van 41
Competenties A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
Werkprocessen 2.1 Ondersteunt de cliënt bij praktische diensten
x
2.2 Behandelt eenvoudige juridische vragen van de cliënt
x
2.3 Ondersteunt de cliënt bij financiële problemen en budgetbeheersing
x
2.4 Bemiddelt en ondersteunt de cliënt bij het behartigen van belangen 2.5 Verricht informatie- , advies- en voorlichtingswerkzaa mheden ten behoeve van de cliënt (en)
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Albeda College, studiehandleiding Sociaal Maatschappelijk Dienstverlening, BOL 4, KD 2011, Crebo 92670, cohort 2011-2014, versie 1.0
x
x
x
W
X
Y
15 van 41
Pagina
Kerntaak 3: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken
Competenties A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
Werkprocessen 3.1 Werkt aan deskundigheidsbev ordering en professionalisering van het beroep.
x
3.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg.
x
3.3 Stemt de werkzaamheden af
x
3.4 Verricht administratieve werkzaamheden en beheert dossiers 3.5 Evalueert de geboden ondersteuning
x
x
x
Albeda College, studiehandleiding Sociaal Maatschappelijk Dienstverlening, BOL 4, KD 2011, Crebo 92670, cohort 2011-2014, versie 1.0
x
x
x
x
U
V
W
X
Y
Pagina
4.3
16 van 41
Nederlands, Engels en rekenen
In het “Referentiekader doorlopende leerlijnen taal en rekenen” is voor het hele onderwijs (van basisschool tot het hoger onderwijs) vastgelegd wat leerlingen/studenten moeten kennen en kunnen als het gat om de onderdelen Nederlandse taal, Engels en rekenen. Het doel van deze beschrijvingen is om nauwkeurig aan te geven wat een student moet kunnen voor de verschillende taalvaardigheden en rekenvaardigheden. Nederlandse Taal niveau 4 Voor het onderdeel Nederlandse Taal zijn er in totaal vier niveaus beschreven in de volgende domeinen: mondelinge taalvaardigheid (spreken, gesprekken voeren en luisteren) lezen schrijven begrippenlijst en taalverzorging Voor mbo-4 is als eindniveau Meijerink 3F vastgelegd voor alle domeinen.
Engels
Niveau ERK
Spreken Gesprekken voeren Luisteren Lezen Schrijven
A2 A2 B1 B1 A2
Rekenen niveau 4 Voor het onderdeel rekenen zijn er in totaal drie niveaus beschreven in de volgende domeinen: getallen verhoudingen meten en meetkunde verbanden Voor mbo-4 is als eindniveau Meijerink 3F vastgelegd voor alle domeinen.
Albeda College, studiehandleiding Sociaal Maatschappelijk Dienstverlening, BOL 4, KD 2011, Crebo 92670, cohort 2011-2014, versie 1.0
Pagina
4.4
17 van 41
Het brondocument loopbaan en burgerschap
De MBO student is niet alleen een aankomend beroepsbeoefenaar, maar is ook onderdeel van en functioneert in de samenleving. Voor elke MBO opleiding geldt dat het dossier loopbaan en burgerschap (LB) een onderdeel is van het opleidingstraject. Kerntaken LB 1. Loopbaan
2. Burgerschap De politiek juridische dimensie
De economische dimensie
De sociaal – maatschappelijke dimensie
De dimensie vitaal burgerschap
Werkprocessen LB Capaciteitenreflectie: beschouwing van de capaciteiten die van belang zijn voor de loopbaan, motivatiereflectie: beschouwing van de wensen en waarden die van belang zijn voor de loopbaan, werkexploratie: onderzoek naar werk en mobiliteit in de loopbaan, loopbaansturing: loopbaangerichte planning en beïnvloeding van het leer- en werkproces, netwerken: contacten opbouwen en onderhouden op de arbeidsmarkt gericht op de loopbaanontwikkeling. Bestaande uit vier dimensies Verkrijgen van kennis over en inzicht in de volgende onderwerpen: Kenmerken en functioneren van een parlementaire democratie, de rechtstaat en het rechtssysteem, de rol van de overheid, de belangrijkste politieke stromingen en hun maatschappelijke agenda’s, de rol en de invloed op de politieke besluitvorming van de belangengroeperingen en de maatschappelijke organisaties, de invloed van de Europese Unie op het Nederlandse overheidsbeleid en daarmee op de Nederlandse samenleving en de rol en de invloed van de (massa) media. Heeft betrekking op twee deelgebieden: De bereidheid en het vermogen om een bijdrage te leveren aan het arbeidsproces en aan de arbeidsgemeenschap waar men deel van uitmaakt. De bereidheid en het vermogen om op adequate en verantwoorde wijze als consument deel te nemen aan de maatschappij. Heeft betrekking op de bereidheid en het vermogen om deel uit te maken van de gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. Het gaat hier om het adequaat functioneren in de eigen woon- en leefomgeving, in zorgsituaties en in de school en om de acceptatie van verschillen en culturele verscheidenheid. Heeft betrekking op de bereidheid en het vermogen om te reflecteren op de eigen leefstijl en zorg te dragen voor de eigen vitaliteit als burger en werknemer. Hierbij gaat het om de zorg voor de eigen vitaliteit en fitheid. Daarbij is een belangrijke taak om de juiste afstemming te vinden tussen werken, zorgen ( voor jezelf en voor anderen), leren en ontspannen.
Albeda College, studiehandleiding Sociaal Maatschappelijk Dienstverlening, BOL 4, KD 2011, Crebo 92670, cohort 2011-2014, versie 1.0
Pagina
18 van 41
Beschrijving van de keuze- en de doorstroommogelijkheden
4.5
Het middelbaar beroepsonderwijs leidt studenten op voor een beroep. De branche vindt het belangrijk dat studenten de mogelijkheid krijgen om door te stromen naar een vervolgopleiding op een hoger niveau. Doorstromen vanuit niveau 4 naar het HBO (niveau 5) of naar een Assosiate Degree opleiding behoort ook tot de mogelijkheden. Top model en studiebelastingsuren
4.6
(klokuren á 60 minuten) Onderwerp 1e jaar
2e jaar
3e jaar
Contacturen les Contacturen/BPV
686 320
466 960
403 840
Contacturen: -totaal Zelfstandig werken
1006 544
1426 174
1363 237
SBU-totaal
1600
1600
1600
4.7
Lessentabel en werkvormen
De lessentabel ziet als volgt uit: (Lesuren á 50 minuten) Periode
Centraal vastgesteld KD specifiek SLB SLB individueel Nederlands Engels Rekenen LB
Aantal lesuren p/w 16 2 0.1
Periode
Centraal vastgesteld
Aantal lesuren p/w
3+4
KD specifiek SLB SLB individueel Nederlands Engels Rekenen LB
9 2 0.1
1+2
Periode
Centraal
Vastgesteld per locatie
Aantal lesuren p/w
24.1
2 1 2 1
Vastgesteld per locatie
Aantal lesuren p/w
Beroepspraktij kvorming klokuren
17.1
16
2 1 2 1
Aantal
Vastgesteld
Aantal
Albeda College, studiehandleiding Sociaal Maatschappelijk Dienstverlening, BOL 4, KD 2011, Crebo 92670, cohort 2011-2014, versie 1.0
Beroepspraktijkvorming
Pagina
vastgesteld
lesuren p/w
KD specifiek SLB SLB individueel Nederlands Engels Rekenen
8 2 0.1
Centraal vastgesteld KD specifiek SLB SLB individueel Nederlands Engels Rekenen
Aantal lesuren p/w 8 2 0.1
Periode
Centraal vastgesteld
Aantal lesuren p/w
9 +10
KD specifiek SLB SLB individueel Nederlands Engels Rekenen
9 1 0.1
Periode
Centraal vastgesteld
Aantal lesuren p/w
11 +12
KD specifiek SLB SLB individueel Nederlands Engels Rekenen
5 1 0.1
5+6
Periode 7+8
4.8
per locatie
lesuren p/w
14.1
19 van 41
klokuren
24
2 1 1 Vastgesteld per locatie
Aantal lesuren p/w
14.1
Beroepspraktijkvorming klokuren
24
2 1 1 Vastgesteld per locatie
Aantal lesuren p/w
14.1
Beroepspraktijkvorming klokuren
24
2 1 1 Vastgesteld per locatie
Aantal lesuren p/w
10.1
Beroepspraktijkvorming klokuren
24
2 1 1
Opleidingskosten, studentbijdrage (extra leermiddelen) en de mogelijkheid voor studiefinanciering en tegemoetkoming schoolkosten
Albeda College, studiehandleiding Sociaal Maatschappelijk Dienstverlening, BOL 4, KD 2011, Crebo 92670, cohort 2011-2014, versie 1.0
Pagina
20 van 41
Vanaf 18 jaar ben je verplicht om jaarlijks voor de start van het schooljaar je lesgeld te betalen. Ben je minderjarig dan is/zijn je ouder(s)/verzorger(s) verplicht te betalen. In het onderstaande overzicht wordt kort beschreven om welke kosten het gaat. Wat is het les- of cursusgeld? Beroepsopleidende leerweg (BOL) De opleidingen die gegeven worden in de beroepsopleidende leerweg vallen onder de Wet Studiefinanciering. Hiervoor kun je studiefinanciering krijgen (kijk op www.ib-groep.nl). Iedere deelnemer BOL krijgt een basisbeurs. Het inkomen van je ouders bepaalt of je een aanvullende beurs kunt krijgen. Het jaarlijkse lesgeld voor deze opleidingen (als je op 1 augustus 18 jaar of ouder bent) bedraagt € 1043,- voor schooljaar 2011-2012. Dit lesgeld wordt jaarlijks bijgesteld. De betaling gaat via een acceptgirokaart die door de DUO-IB Groep (dus niet door het Albeda College) aan je wordt toegestuurd. Wat zijn de overige kosten voor de opleiding? Aan de opleiding zijn ook nog andere kosten verbonden, onder andere voor excursies, studie- en BPVgidsen, readers, boeken, praktijkmateriaal en kopieën. Deze activiteiten en materialen zijn noodzakelijk voor de opleiding en moeten door jou worden betaald. Per opleiding kunnen deze kosten verschillen. Aan het begin van de opleiding wordt je verteld welke kosten je gedurende de opleiding kunt verwachten. De kosten voor de Sociaal Maatschappelijke Dienstverlener opleiding zijn op te vragen bij de teamleider van de opleiding. Daarnaast betaal je bij sommige opleidingen een bijdrage voor extra faciliteiten en activiteiten waarvoor het Albeda College geen vergoeding van de overheid krijgt of die niet verplicht zijn. Voorbeelden zijn maaltijden, buitenlandse reizen, gebruik van speciale onderwijsfaciliteiten. Het is logisch dat als je deze kosten niet betaalt, je niet mee kan doen aan deze activiteiten. Er wordt je dan een alternatief aangeboden. Welke tegemoetkomingen kun je ontvangen? Kun je je studie of de extra kosten niet betalen, dan is er de mogelijkheid om via de gemeente of het Rijk een bijdrage te krijgen. Informatie hierover kun je krijgen bij het gemeentelijk informatienummer T 0800 1545 (gratis). Verder is er de regeling via Sociale Zaken & Werkgelegenheid (SoZaWe): belastingaftrek of kinderbijslag. Voor Rotterdammers is er ook nog het Gemeentelijk Studiefonds. Heb je vragen dan kun je ook contact opnemen met het Trajectbureau T 010 290 10 20. Hoe vraag je studiefinanciering aan? Je kunt studiefinanciering aanvragen via het programma Aanvragen Studiefinanciering Beroepsonderwijs op www.ib-groep.nl. Maar het kan ook met het formulier Aanvraag Studiefinanciering Beroepsonderwijs. Meer informatie staat in de folder Studiefinanciering Beroepsonderwijs. Het formulier en de folder zijn te bestellen via de DUO IB-Groep infolijn T 050 599 77 55 of via www.ib-groep.nl.
Albeda College, studiehandleiding Sociaal Maatschappelijk Dienstverlening, BOL 4, KD 2011, Crebo 92670, cohort 2011-2014, versie 1.0
Pagina
5 5.1
21 van 41
De beroepspraktijkvorming (BPV) De beroepspraktijkvorming
In een beroepsopleiding is leren in de praktijk een vereiste. Bij elke opleiding in de branche Welzijn en Onderwijs wordt veel waarde gehecht aan het leren in de praktijk van het beroep waarvoor wordt opgeleid. Het leren in de praktijk start al in het eerste leerjaar. Praktijkervaring opdoen betekent leren in de echte beroepsomgeving en oefenen met het echte werk waarvoor is gekozen. Voorafgaande aan de BPV-periode ontvangt de student een BPV-gids, in deze gids vindt je de informatie over de inhoud en de beoordeling in de BPV. Het is de bedoeling dat de student bewijzen verzamelt en bewaard waaruit blijkt dat hij/zij op het vereiste competentieniveau functioneerd in de BPV . Het examen van de opleidng bestaat uit het in de BPV verzamelen van bewijsmateriaal voor het examenportfolio en vindt er een proeve van bekwaamheid plaats. In deze periode vindt ook het beroepsgesprek plaats.
5.2
Maatwerk binnen de BPV
Aan de hand van het persoonlijk ontwikkelplan en de inhoud (resultaten) van het ontwikkelportfolio heeft de student gesprekken met de SLB-er. In gezamenlijkheid wordt vastgesteld of de student zich sneller, volgens de norm, of minder snel ontwikkelt. Per tien weken krijgt de student een studieadvies wat kan leiden tot nieuwe afspraken voor de BPV-periode en het vervolgen van de opleiding. Samen met de SLB-er wordt besproken hoe het leertraject zal worden bijgesteld, wanneer er in een bepaalde periode onvoldoende resultaten getoond kunnen worden. Indien er onvoldoende aanwezigheid is geregistreerd op de BPV kan de opleidingsvoortgang in gevaar komen. 5.3
De spelregels voorafgaand en tijdens de BPV
Voorafgaand aan het leren in de beroepspraktijk is het noodzakelijk dat er een BPV-overeenkomst (BeroepsPraktijkVormings overeenkomst) wordt getekend door de verantwoordelijke van de opleiding, de vertegenwoordiger van het praktijkadres en de student (De 18 jaar en oudere student tekent deze overeenkomst zelf, een student jonger dan 18 jaar, tekenent samen met zijn wettelijke vertegenwoordiger (ouders of vervangende opvoeders) . Met het tekenen van deze overeenkomst zijn alle partijen, dus ook de student, gehouden aan de afspraken die op de achterzijde van de overeenkomst staan. De overeenkomst moet voorafgaand aan het leren in de praktijk getekend zijn en ingeleverd op school. Als alle partijen de BPV-overeenkomst hebben ondertekend ontvangt een ieder één examplaar voor eigen adminsistratie. Meerdere praktijkplaatsen willen dat de student een actuele V.O.G. inlevert. Wanneer de student geen V.O.G. kan overleggen is de student niet welkom op het praktijkadres.
Albeda College, studiehandleiding Sociaal Maatschappelijk Dienstverlening, BOL 4, KD 2011, Crebo 92670, cohort 2011-2014, versie 1.0
Pagina
5.4
22 van 41
Het vinden van een erkende BPV plaats
Calibris is het kenniscentrum van de sector Welzijn Zorg en Onderwijs. Het kenniscentrum geeft erkenningen af aan een instelling/ organisatie die voldoet aan de wettelijke eisen voor een erkende BPV-plaats. Deze erkenning is noodzakelijk om examen te kunnen doen op de BPV-plaats. Dit houdt in dat de BPV plaats dan aan criteria voldoet die duidelijk maken dat studenten er kunnen leren en begeleid zullen worden. Op de site van Calibris zijn erkende BPV plaatsen/leerbedrijven te vinden. Op de opleidingen zorgen BPV coördinatoren voor het plaatsen van de student in de BPV. De student kan ook zelf zoeken naar een BPV plaats. Dit zal door de opleiding gestimuleerd worden. De BPV coördinator zal controleren of de BPV plaats erkend is door Calibris passend bij de door de student gekozen uitstroom differentiatie.
Albeda College, studiehandleiding Sociaal Maatschappelijk Dienstverlening, BOL 4, KD 2011, Crebo 92670, cohort 2011-2014, versie 1.0
Pagina
6 6.1
23 van 41
Informatie over de Examinering Wijze van beoordelen van de kwalificaties
Hieronder volgt een beschrijving van het examen voor de branche Welzijn & Onderwijs m.i.v. het schooljaar 2011-2012. De examenkandidaat ontvangt voorafgaand aan de afrondingsfase alle examenbescheiden die met de kandidaat zullen worden besproken. Er wordt geëxamineerd op de volgende onderdelen: het Kwalificatiedossier Beroepsonderwijs de Nederlandse taal, Engels Rekenen Het Kwalificatiedossier Beroepsonderwijs De examenmix Het Kwalificatiedossier beroepsonderwijs voor de opleiding SMD 2011 wordt geëxamineerd tijdens de opleiding en zal bestaan uit een examenmix van: A een examenportfolio beoordeling Een portfolio met bewijzen van uitvoering van werkprocessen door de kandidaat. De bewijzen voldoen aan tevoren opgestelde criteria. De criteria bevatten de betreffende prestatie-indicatoren. De beoordeling zal worden gedaan door twee beoordelaars, waarvan één beoordelaar opleidingsdeskundig is maar de kandidaat niet heeft begeleid en één onafhankelijke beoordelaar van het Albeda College. B een proeve van bekwaamheid De proeve van bekwaamheid wordt gerealiseerd in de afrondingsfase van de BPV. De kandidaat toont aan dat zij als beginnend beroepsbeoefenaar in de context van het beroep, kan functioneren.Tijdens de proeve van bekwaamheid zal een gedeelte van de werkzaamheden van de kandidaat door twee beoordelaars, één beoordelaar vanuit het werkveld en één beoordelaar vanuit het Albeda College worden geobserveerd en beoordeeld. De uit te voeren “proeve van bekwaamheid” moet voldoen aan van te voren vastgestelde criteria. C
een beroepsgesprek
Het beroepsgesprek vindt plaats tijdens de afrondingsfase van de opleiding. Het beroepsgesprek staat in het teken van de professionalisering en deskundigheidsbevordering van de kandidaat als beginnend beroepsbeoefenaar. Dit beroepsgesprek zal plaats vinden aan de hand van vooraf vastgestelde beroepsdilemma’s en beoordelingscriteria. De kandidaat kan haar keuzes tijdens de uitoefening van het beroep en de afwegingen die daar een rol bij spelen verantwoorden. Behalve de kandidaat is een onafhankelijke beoordelaar en een beoordelaar vanuit de opleiding aanwezig bij het beroepsgesprek. Het beroepskwalificatiedossier moet met een voldoende worden afgerond. Dat wil zeggen dat alle onderdelen (3) van de examenmix met een voldoende moeten worden afgesloten.
Albeda College, studiehandleiding Sociaal Maatschappelijk Dienstverlening, BOL 4, KD 2011, Crebo 92670, cohort 2011-2014, versie 1.0
Pagina
24 van 41
Nederlandse taal Voor het onderdeel Nederlandse taal worden de volgende domeinen op niveau 3F geëxamineerd: mondelinge taalvaardigheid (spreken, gesprekken voeren en luisteren) lezen schrijven begrippenlijst en taalverzorging Bij het onderdeel Nederlandse taal is voor het cohort 2011-2014 sprake van een centraal examen ( luisteren en lezen) met daarnaast een instellingsexamen (spreken, gesprekken voeren en schrijven). Begrippenlijst en taalverzorging is opgenomen in schrijven. De centrale examens lezen en luisteren worden digitaal afgenomen. Het eindcijfer voor het onderdeel Nederlands (gebaseerd op het referentieniveau 3F) is het rekenkundig gemiddelde van het centraal ontwikkeld examen en het instellingsexamen, afgerond op een geheel getal. Rekenen Voor het onderdeel rekenen is eveneens voor het cohort 2011-2014 sprake van een centraal examen. De volgende domeinen worden geëxamineerd op niveau 3F: Getallen Verhoudingen Meten en meetkunde Verbanden Het eindcijfer voor het onderdeel rekenen (gebaseerd op het referentieniveau 3F) is het cijfer voor het centraal ontwikkeld examen, afgerond op een geheel getal. Het centraal examen rekenen wordt digitaal afgenomen.
Herkansingen onderdelen Nederlandse taal en Rekenen De deelnemer krijgt binnen de voor hem geldende opleidingsduur minstens één gelegenheid voor herkansing van de examens taal en/of rekenen. Herkansing van de examens vindt plaats in een volgend tijdvak.
Exameneisen Nederlandse taal en Rekenen Er is aan de exameneisen voor de onderdelen Nederlandse taal en rekenen voldaan, als de volgende eindwaardering is behaald: - voor zowel Nederlandse taal als voor rekenen een resultaat van ten minste het cijfer zes, of - voor een van deze beide onderdelen ten minste het cijfer vijf en voor het andere onderdeel een hoger cijfer.
Albeda College, studiehandleiding Sociaal Maatschappelijk Dienstverlening, BOL 4, KD 2011, Crebo 92670, cohort 2011-2014, versie 1.0
Pagina
Examenonderdeel gebaseerd op 3F
Tijdvak
Examenvorm
Centraal ontwikkeld examen
Resultaat (1 cijfer achter de komma)
25 van 41
Eindcijfer (geheel getal)
Cijfer COE Eindcijfer 3F
Nederlandse taal Studiejaar 2013-2014
Instellingsexamen Centraal ontwikkeld examen
Rekenen
Cijfer IE Cijfer COE
Eindcijfer 3F
Engels Het examen Engels wordt bij alle kandidaten van niveau 4 afgenomen middels een instellingsexamen aangeleverd door uitgeverij Deviant. Elk van de 5 hieronder genoemde deelvaardigheden wordt geëxamineerd: Luisteren Lezen Gesprekken voeren Spreken Schrijven Om het examen Engels met een voldoende te kunnen afsluiten moeten 3 van de 5 vaardigheden met een voldoende, 5,6 op niveau, beoordeeld zijn. Het resultaat wordt vermeld op het diploma. Niveau Engels MBO niveau 4 Engels
Niveau ERK
Cesuur
Herkansing
Luisteren
B1
5,6
2
Lezen
B1
5,6
2
Gesprekken voeren
A2
5,6
2
Spreken
A2
5,6
2
Schrijven
A2
5,6
2
Bij het onderdeel Engels is voor cohort 2011-2014 sprake van een instellingsexamen voor bovengenoemde 5 vaardigheden. Een deelnemer heeft een voldoende voor Engels als voor alle vaardigheden het vereiste niveau is behaald.
Albeda College, studiehandleiding Sociaal Maatschappelijk Dienstverlening, BOL 4, KD 2011, Crebo 92670, cohort 2011-2014, versie 1.0
Pagina
26 van 41
Voor alle vaardigheden wordt geëxamineerd met de door de Inspectie goedgekeurde examens behorende bij de Deviantmethode Good Practice 2.0. Eventuele vrijstellingen worden alleen gegeven voor aanwezigheid tijdens de lessen en kunnen per locatie worden aangevraagd bij de subexamencommissie. Er moet altijd examen worden gedaan.
Het brondocument Loopbaan en Burgerschap (LB) Om de kerntaken en werkprocessen van het brondocument LB met een voldoende te kunnen beoordelen wordt van de student het volgende verwacht: Aan de hand van tevoren opgestelde criteria verzameld de student bewijzen dat zij zich heeft ontwikkeld op het gebied van de domeinen van het LB-dossier. Als de verzamelde bewijzen, in een LB-portfolio, voldoen aan gestelde criteria heeft de student het LB-dossier met een voldoende afgerond. Afronding vindt plaats in het eerste jaar.
Albeda College, studiehandleiding Sociaal Maatschappelijk Dienstverlening, BOL 4, KD 2011, Crebo 92670, cohort 2011-2014, versie 1.0
Pagina
6.2
27 van 41
Examenplan
Weging
Cesuur
Herkansing
Jaar
Portfoliobeoordeling Beoordeling van de aangeboden bewijsstukken van alle werkprocessen Sociaal-maatschappelijk Dienstverlener op basis van vooraf gestelde criteria. Kerntaken 1
Werkprocessen 1.1 1 2 V 3 1.2 1 2 2.1* 1 2.2* 1 2.3* 1 2 V 3 2.4* 1 2.5* 1 3 3.1* 1 3.2 1 2 3.3 1 V 3 3.4 1 3.5 1 Van kerntaak 2 zal één van deze werkprocessen zal geëxamineerd worden in de proeve van bekwaamheid. *3.1 wordt geëxamineerd tijdens het beroepsgesprek. Het portfolio van de kandidaat bevat alle bewijzen die duidelijk maken dat de student elk kerntaak voldoende beheerst. Het portfolio is voldoende als alle kerntaken, voldoende zijn beoordeeld. Weging Cesuur Herkansing Jaar
Proeve van Bekwaamheid Beoordeling van de uitvoering van de werkprocessen Sociaal-maatschappelijk dienstverlener Kerntaken Werkprocessen* *keuze uit 1 van de werkprocessen
2
2.1* 2.2* 2.3* 2.4* 2.5*
1 1 1 1 1
V V V V V
2 2 2 2 2
Albeda College, studiehandleiding Sociaal Maatschappelijk Dienstverlening, BOL 4, KD 2011, Crebo 92670, cohort 2011-2014, versie 1.0
3 3 3 3 3
Pagina
Weging
Cesuur
28 van 41
Herkansing
Jaar
Beroepsgesprek Beoordeling van het gesprek aan de hand 1 12 x V 2 3 van vooraf opgestelde criteria, Het gesprek is voldoende als voldaan is aan 80% van de criteria die voor het beroepsgesprek zijn gesteld. Portfolio LB Weging Cesuur Herkansing Jaar Beoordeling van de aangeboden bewijsstukken die ontwikkeling aantonen van de student op elk werkproces LB. De beoordeling vindt plaats aan de hand van vooraf gestelde criteria. Kerntaken Werkprocessen 2 1 1-4 1 V 1 2 2 1 V 1 Het LB-portfolio van de kandidaat bevat alle bewijzen die duidelijk maken dat de student zich op elk werkproces LB heeft ontwikkeld. Het portfolio LB is voldoende als alle kerntaken, voldoende zijn beoordeeld. Engels Luisteren Lezen Gesprekken voeren Spreken Schrijven
B1 B1 A2 A2 A2
Cesuur
Herkansing
Jaar
5,6 5,6 5,6 5,6 5,6
2 2 2 2 2
2,3 2,3 2,3 2,3 2,3
Nederlands
Wijze van Cesuur Herkansing Jaar afname De onderdelen ‘Leesvaardigheid’ en ‘Luisteren’ worden getoetst via een centraal ontwikkeld examen. De overige domeinen worden met een instellingsexamen geëxamineerd, waarbij het domein ‘Begrippenlijst en taalverzorging’ geïntegreerd wordt in het domein ‘Schrijven’. 2 1-Mondelinge 3F IE en COE 5,6 2,3 taalvaardigheid 3F 5,6 2 2,3 2-Leesvaardigheid COE 3F 5,6 2 2,3 3-Schrijfvaardigheid IE 3F 5,6 2 2,3 4-Taalverzorging en IE taalbeschouwing De eindbeoordeling voor Nederlands is voldoende als het rekenkundig gemiddelde van het centraal ontwikkelde examen en het instellingsexamen minimaal 5,6 is. Rekenen
Niveau
Cesuur
Herkansing
Jaar
1. Getallen 2. Verhoudingen 3. Meten en meetkunde 4. Verbanden
3F 3F 3F 3F
5,6 5,6 5,6 5,6
2 2 2 2
2,3 2,3 2,3 2,3
Alle domeinen binnen Rekenen worden getoetst in één afsluitend examen. De eindbeoordeling voor Rekenen is voldoende als minimaal een 5,6 is behaald op het centraal ontwikkeld examen.
Albeda College, studiehandleiding Sociaal Maatschappelijk Dienstverlening, BOL 4, KD 2011, Crebo 92670, cohort 2011-2014, versie 1.0
Pagina
6.3
29 van 41
Examenreglement
Het Examenreglement Albeda College, is in te zien op de kamer van de teamleider. Het examenreglement is ook via mijn Albeda (het portaal van het Albeda College, zie studentenbulletin) te bekijken. Het examenreglement bestaat uit de volgende onderwerpen: Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen 1.1 Begripsbepalingen 1.2 De indeling van het examen en de toepassing van dit reglement 1.3 De inhoud en vorm van het examen 1.4 De toelating tot het examen Hoofdstuk 2 Regeling van het examen 2.1 De organisatie van het examen 2.2 Het examenprogramma 2.3 De examinatoren 2.4 Het toezicht op de examens 2.5 Geheimhouding Hoofdstuk 3 De afname van het examen 3.1 Procedure rond het examen 3.2 De gang van zaken tijdens het examen Hoofdstuk 4 Uitslag, herkansing, diplomering 4.1 Vaststelling van het examenresultaat 4.2 Vrijstellingen 4.3 Uitslag 4.4 Diploma, certificaat, beoordelingslijst 4.5 Herkansing examens 4.6 Bewaren en inzage van beoordelingen en processen verbaal Hoofdstuk 5 Onregelmatigheden 5.1 Onregelmatigheden 5.2 Klachten over het examen 5.3 Recht van beroep 5.4 De samenstelling van de Commissie van Beroep voor de examens Hoofdstuk 6 Overige bepalingen 6.1 Examenkandidaten (voorheen: extranei) 6.2 Afwijkende wijze van examinering 6.3 Onvoorziene omstandigheden 6.4 Informeren kandidaten 6.5 Inwerkingtreding
Albeda College, studiehandleiding Sociaal Maatschappelijk Dienstverlening, BOL 4, KD 2011, Crebo 92670, cohort 2011-2014, versie 1.0
Pagina
6.4
30 van 41
Erkening van eerder verworven competenties (EVC)
Vanaf 2011 wordt er in de branche niet meer gewerkt met procedures rond E(erder) V(erworven) C(ompetenties). Als een student van mening is dat hij/zij het diploma sneller zou moeten kunnen behalen dan de standaard tijd die daar voor uitgetrokken is. Dan dient dit schriftelijk kenbaar gemaakt worden en kan een besluit hierover mogelijk leiden tot een intakeprocedure waarin bepaald wordt wat de student nog voor opleidingstraject zal moeten afleggen. 6.5
Diplomering en certificering
Eisen voor het behalen van het diploma
Het diploma wordt uitgereikt als: Het examenportfolio betreffende het kwalificatiedossier met een voldoende is beoordeeld De proeve van bekwaamheid met voldoende is beoordeeld; Het beroepsgesprek met een voldoende is beoordeeld; Het portfolio Loopbaan en burgerschap voldaan aanwezig is; De bewijsstukken voor het examen Engels zijn beoordeeld; voor zowel Nederlandse taal als rekenen een eindwaardering van ten minste het cijfer zes of voor een van deze beide onderdelen een eindwaardering van ten minste het cijfer vijf en voor het andere onderdeel een hoger cijfer is behaald
De opleiding heeft geen certificeerbare eenheden. 6.6
Procedure van bezwaar en beroep
Klacht 1 Wanneer de kandidaat een klacht heeft over de beoordeling, bespreekt deze haar klacht met haar SLB-er. Mogelijk zal dit tot een oplossing leiden. Mocht dit niet het geval zijn dan kan de student een bezwaarschrift indienen. Op het portaal is in het Handboek Examinering meer informatie te vinden. 2 De kandidaat stuurt een bezwaarschrift naar de subexamencommissie. Deze onafhankelijke commissie beoordeelt of de klacht terecht is. Wanneer de kandidaat het met de uitspraak van de subexamencommissie niet eens is, kan de kandidaat hiertegen in ‘beroep’ gaan. 3 De student stuurt dan een beroepsschrift naar de commissie van beroep. Bezwaar Wanneer de student het met een bepaalde beslissing of maatregel rond de beoordeling niet eens is, kan deze haar bezwaar schriftelijk kenbaar maken bij de subexamencommissie via een bezwaarschrift. Termijn De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift is 10 werkdagen. De termijn begint na de dag waarop de maatregel of beslissing bekend is gemaakt. De subexamencommissie beslist binnen 10 werkdagen na de datum waarop de klacht ontvangen is. Deze beslissing wordt schriftelijk kenbaar gemaakt. De termijn voor het indienen van een beroepsschrift bedraagt 10 werkdagen na de dag waarop de subexamencommissie de student van haar beslissing op de hoogte heeft gebracht. De Commissie
Albeda College, studiehandleiding Sociaal Maatschappelijk Dienstverlening, BOL 4, KD 2011, Crebo 92670, cohort 2011-2014, versie 1.0
Pagina
31 van 41
beslist binnen 15 werkdagen, maar kan die termijn als dat nodig is één maal verlengen met een maximum van 10 werkdagen.
Albeda College, studiehandleiding Sociaal Maatschappelijk Dienstverlening, BOL 4, KD 2011, Crebo 92670, cohort 2011-2014, versie 1.0
Pagina
7
32 van 41
Begrippenlijst
Begrip A Addendum Ankerpunten
B BBL-opleiding
Beginnend beroepsbeoefenaar
Beroepsbekwaam
Beroepsdilemma
Beroepsethiek
Beroepsgesprek
Beroepspraktijkvorming (BPV)
Bewijsstukken
Omschrijving
Toelichting
Bijlage Criteria die duidelijk maken hoe het Albeda Collega haar missie en visie in het onderwijs gestalte wil geven.
Het Albeda College kent 5 Ankerpunten (zie studentenbulletin)
Beroepsbegeleidende leerweg
Na de diplomering voldoet een student, met nog weinig ervaring, aan het beroepsprofiel uit het kwalificatiedossier voldoet. De student heeft getoond dat zij als beginnend beroepsbeoefenaar kan functioneren. Beroepssituaties waarin tegenovergestelde belangen een rol spelen Nadenken over beroepsdilemma’s en de te maken verantwoorde keuzes. Een onderdeel van het examen, waarin aan de hand van vooraf opgestelde criteria een gesprek plaats vindt tussen een kandidaat, een beoordelaar van school en een beoordelaar uit de beroepspraktijk Leren in de praktijk van het beroep.
BOL
Documenten waarmee de student aantoont dat zij bepaalde werkprocessen en de daarmee samenhangende competenties beheerst. Beroepsopleidende leerweg.
B.P.V.
Beroepspraktijkvorming
De opleiding valt niet onder de wet Studiefinanciering. Structuur van deze opleiding is: 1 dag op school en 24 uur werkzaam in het werkveld.
Het gesprek vindt plaats aan het einde van de opleiding als afsluiting van de opleiding.
De opleiding valt onder de wet Studiefinanciering.
Albeda College, studiehandleiding Sociaal Maatschappelijk Dienstverlening, BOL 4, KD 2011, Crebo 92670, cohort 2011-2014, versie 1.0
Pagina
Begrip Branche Welzijn en Onderwijs
Omschrijving Een organisatorische onderwijseenheid van het Albeda College aangestuurd door één directeur.
Burgerschap
Het vermogen om als actief en maatschappelijk betrokken burger deel te nemen aan scholing, werk, recreatie en maatschappij.
C Casus Cesuur Competentiegericht onderwijs
CGO Coachen
College van Bestuur
Communicatie Competenties
Complexiteit
Componenten
Een beschrijving van een (beroeps)situatie. De grens tussen een voldoende en onvoldoende. Onderwijs dat zich vanuit de kwalificatiedossiers ook richt op en beïnvloed wordt door de leervragen van studenten en werkvelden. Competentiegericht onderwijs Begeleiden bij het doen, het denken en het willen, ofwel functiegericht en persoonsgericht begeleiden. Bevoegd gezag
33 van 41
Toelichting Opleidingen: HZW - N2 O.A. - N4 SMD - N4 SCW - N4 PW - N3, N4 MZ -N3, N4
Het onderwijs richt zich op functionele en persoonlijke ontwikkeling van de student.
Coachen is niet het onderwijzen maar het bevorderen van het leren met hoofd, hart en handen. Mevrouw A. van Gorsel, Mevrouw R. Voss De heer M. Nollen
Het uitzenden en ontvangen van boodschappen. Die samenhang van kennis, vaardigheden, attitude en persoonlijke ontwikkeling die de student nodig heeft om in voorkomende beroepssituaties professioneel te kunnen handelen. De mate van ingewikkeldheid van een beroepstaak of beroepssituatie. Specifieke omschrijving van competenties
Competentie: Overtuigen en beïnvloeden: Componenten: indruk maken op anderen onderhandelen overeenstemming nastreven.
Albeda College, studiehandleiding Sociaal Maatschappelijk Dienstverlening, BOL 4, KD 2011, Crebo 92670, cohort 2011-2014, versie 1.0
Pagina
34 van 41
Begrip Context
Omschrijving De beroepssituatie, de leersituatie of de maatschappelijke situatie
Toelichting
Criteria
Eisen waaraan een product moet voldoen om met een voldoende beoordeeld te worden Een opsomming van: Persoonlijke gegevens Gevolgde scholing/diploma’s Werkervaring, betaald en onbetaald. Curriculum Vitae
Voor product kan ook toets of examen worden gelezen.
Curriculum Vitae
C.V. D Student/ deelnemer Deelnemerssbulletin
Diploma
DLtbol-opleiding Doelstelling
E Ethiek
Ethische dilemma’s
Evalueren
EVC
EVC-assessment
Een persoon, ingeschreven in ons ROC, die een opleiding volgt. Een document met informatie die voor alle student van het Albeda College van toepassing is. Een door een examencommissie uitgereikt bewijsstuk dat het examen met goed gevolg is afgelegd. Deeltijdbol opleiding.
De opleiding valt niet onder de wet studiefinanciering
Een omschrijving waarnaar gestreefd wordt, wat bereikt moet worden. De leer van goed en kwaad. Nadenken over dilemma’s en de te maken verantwoorde keuzes. Situaties waarin rechtvaardige belangen van verschillende mensen/partijen met elkaar botsen. Het beoordelen van: het nagestreefde doel. het proces dat geleid heeft tot het al/niet behalen van het doel. Erkenning van eerder verworven competenties
Beoordeling, aan de hand van bewijzen in een portfolio en gesprekken of de eerder verworven competenties (beheerst) en dus erkend kunnen worden.
Albeda College, studiehandleiding Sociaal Maatschappelijk Dienstverlening, BOL 4, KD 2011, Crebo 92670, cohort 2011-2014, versie 1.0
Pagina
Begrip Examenportfolio
F Feedback
Omschrijving Een map met bewijsstukken die duidelijk moeten maken dat de student de werkprocessen in verschillende beroepssituaties kan uitvoeren.
Toelichting Bewijzen kunnen zijn: Uitgevoerde (Integrale) opdrachten Reflectieverslagen Theorietoetsen
Terugkoppeling middels een “ik”boodschap aan de ander over het gedrag van de ander in een concrete situatie.
Feedback 4xg: Ik, ego, concreet gedrag, mijn gevoel, het gevolg voor mijn handelen.
Feedback 360
Vorm van feedback waarbij een student haar eigen oordeel over haar functioneren vergelijkt met het oordeel van meerdere anderen.
Format
Een vaste structuur om gegevens in te delen.
G Gecommitteerde
I Intake
35 van 41
Een werkvelddeskundige, niet betrokken bij de begeleiding van de kandidaat, die uitgenodigd is om bij het beroepsgesprek betrokken te zijn.
e
1 beoordeling van de geschiktheid van de student voor het door haar gekozen opleidingstraject en haar latere beroep
Integraal
Alles omvattend
Integrale opdracht
Een opdracht in de beroepscontext waar bij appel gedaan wordt op kennis, inzicht, attitude (houding) en vaardigheden van de student.
W&O intake: AMN-toets Intakeformulier Formatieve toetsen Nederlands en Engels Gesprek e 0 studieadvies.
Albeda College, studiehandleiding Sociaal Maatschappelijk Dienstverlening, BOL 4, KD 2011, Crebo 92670, cohort 2011-2014, versie 1.0
Pagina
Begrip Intervisie
Omschrijving Middel om beroepsmatig handelen van de student zelf en anderen te verbeteren.
Inzicht
Feitelijke, theoretische en praktische kennis met elkaar in logisch verband brengen.
K Kandidaat
Kennis
De belangrijkste taken van een beroep, waarmee het ene beroep zich onderscheidt van het andere.
Kritische beroepssituaties
Beroepssituaties die kenmerkend zijn voor het beroep. In een kwalificatiedossier staan de kerntaken, werkprocessen en competenties genoemd die nodig zijn voor de professionele uitoefening van een beroep. Het niveau van beroepsuitoefening, gebaseerd op de mate van verantwoordelijkheid en complexiteit.
Kwalificatieniveau
Kwalificatiestructuur
Landelijk samenstel van alle vastgestelde kwalificatiedossiers.
Kwaliteitsborging
Maatregelen die het nakomen van de kwaliteit moeten bewaken en garanderen.
L Leerdoel
Toelichting In een groep(je) wordt een leervraag ingebracht naar aanleiding van werkervaringen/ beroepsdilemma’s. Door het stellen van vragen en het geven van feedback wordt de inbrenger zich bewust van mogelijke antwoorden op zijn leervraag.
Student ingeschreven bij het Albeda College die deelneemt aan een examen. Weet hebben van feiten, begrippen en theorieën.
Kerntaken
Kwalificatiedossier (KD)
36 van 41
Kerntaken worden omschreven in werkprocessen. Kerntaken zijn terug te vinden in het kwalificatiedossier
N1 – Assistent beroepsbeoefenaar N2 – Basis beroepsbeoefenaar N3 – De vakfunctionaris N4 – De middenkaderfunctionaris en de specialist. Kwalificaties worden per bedrijfstak of groep van bedrijfstakken geordend.
Maakt duidelijk wat de student tijdens of na afloop van een leersituatie bereikt moet hebben.
Albeda College, studiehandleiding Sociaal Maatschappelijk Dienstverlening, BOL 4, KD 2011, Crebo 92670, cohort 2011-2014, versie 1.0
Pagina
Begrip Leerlijnen
Omschrijving Een wijze van opbouw van het onderwijs.
Leerstijl Leerstijl: doen/accommoderen Leerstijl: bezinnen/divergeren
Manier van leren. Leren door te doen, te voelen, aan te raken, en te herhalen, Leren door te observeren en oriënteren. Door te reflecteren en gedrag en beelden op te slaan. Leren door te observeren en te denken vanuit abstracties. Leren door verschillende observaties te integreren. Leren door concreet theorie te testen in de praktijk.
Leerstijl: denken/ assimileren
Leerstijl: Beslissingen nemen en experimenteren/ convergeren Leerdoel SMART
Leren
M MWB
N N1
N2
Een concreet geformuleerd leerdoel
37 van 41
Toelichting De leerlijnen; Kennisleerlijn, Vaardigheidsleerlijn, integrale leerlijn, persoonlijke ontwikkelingsleerlijn (SLBleerlijn) Ook de leerstijl van 0-2jr Ook de leerstijl van 2-6jr
Ook de leerstijl van 7-11jr
Ook de leerstijl van 12-16jr
S - specifiek M - meetbaar A - acceptabel / aantrekkelijk. R – realistisch T – tijdsgebonden.
Opdoen van kennis en vaardigheden die leidt tot gedragsverandering. Methodische werkbegeleiding
In een werkgroep, op methodische wijze, aan de hand van een beroepservaring reflecteren op de gemaakte keuzes en conclusies trekken over het professioneel handelen in de beroepssituatie.
Niveau 1 Omschrijving van de context en handelingsniveau van een student op N1. Niveau 2 Omschrijving van de context en handelingsniveau van een student op N2. en de mogelijkheid tot reflecteren.
Met aansturing kan de student in afgebakende werksituatie taken uitvoeren en geleerde feiten toepassen. Met hulp kan de student in gesloten en begrensde werksituaties informatie verzamelen en handelen door feiten en procedures toe te passen. Kan reflecteren op handelingsniveau n.a.v. een vraag.
Albeda College, studiehandleiding Sociaal Maatschappelijk Dienstverlening, BOL 4, KD 2011, Crebo 92670, cohort 2011-2014, versie 1.0
Pagina
Begrip N3
Omschrijving Niveau 3 Omschrijving van de context en handelingsniveau van een student op N3. en de mogelijkheid tot reflecteren
N4
Niveau 4 Omschrijving van de context en handelingsniveau van een student op N4. en de mogelijkheid tot reflecteren
Normering
Beschrijving van de regels om te komen tot een uitspraak over de prestatie van een student.
O Opleidingstraject H.Z.W. Opleidingstraject M.M.Z. Opleidingstraject M.M.Z. G.Z. Opleidingstraject M.M.Z. V.W. Opleidingstraject O.A. Opleidingstraject P.W. Opleidingstraject P.W.J.Z. Opleidingstraject P.W.K.O. Opleidingstraject S.C.W. Opleidingstraject S.M.D. OVK
P Panel
PAP
POP
Helpende Zorg en Welzijn Medewerker Maatschappelijke Zorg Medewerker Maatschappelijke Zorg, Gehandicaptenzorg Medewerker Maatschappelijke Zorg, Volwassenen werk Onderwijsassistent Pedagogisch Werk Pedagogisch Werk, Jeugdzorg. Pedagogisch Werk, Kinderopvang Sociaal Cultureel Werk Sociaal Maatschappelijke Dienstverlening Onderwijsovereenkomst.
Een groep mensen die op basis van hun deskundigheid met elkaar vragen kunnen beantwoorden. Persoonlijk activiteitenplan. Een PAP maakt de student op basis van haar leerdoelen vanuit de vraag:” Wat ga ik doen om mijn leerdoelen te bereiken”.
38 van 41
Toelichting Onder regie van een leidinggevende kan de student in open en variabele werksituaties kennis en procedures planmatig en flexibel inzetten. Student reflecteert zelfstandig en/of met stimulus van de leiding. Student stuurt anderen aan en kan al haar kennis en handelingsniveau inzetten in open en complexe werksituaties. Student reflecteert zelfstandig.
N2 N3 N4 N4 N4 N3 N4 N4 N4 N4 Een overeenkomst tussen de student en de opleiding waarin duidelijk gemaakt wordt wat van elkaar verwacht mag worden.
Een PAP maakt onderdeel uit van het POP en portfolio van de student
Persoonlijk ontwikkelingsplan. Dit is een document dat de student
Albeda College, studiehandleiding Sociaal Maatschappelijk Dienstverlening, BOL 4, KD 2011, Crebo 92670, cohort 2011-2014, versie 1.0
Pagina
Portfolio
Praktijkbegeleider
Prestatie-indicator
Proeve van bekwaamheid
R Reflectie
maakt, aanpast en bijstelt, met als doel haar eigen ontwikkeling vast te leggen en te sturen. Een POP maakt de student n.a.v. de vragen: Wat wil ik bereiken, wat moet ik daarvoor kunnen, hoe ga ik dat aanpakken. Een persoonlijk dossier met tastbare bewijzen van werkzaamheden
Medewerker van de instelling waar de kandidaat haar Beroeps Praktijk Vorming loopt en die belast is met de begeleiding van de betrokken kandidaat. Beschrijft aan welke kennis-, houding- en gedragseisen moet worden voldaan om competent te zijn. Met de proeve van bekwaamheid laat de kandidaat formeel zien dat zij kan werken als beginnend beroepsbeoefenaar.
39 van 41
Een portfolio: Toont een verzameling van werk van een student, Toont bewijzen die duidelijk maken: Hoe de student zich wil ontwikkelen, Of de student zich ontwikkelt, Hoe de student zich heeft ontwikkeld, Toont de reflectie van de student op zijn ontwikkeling en prestaties.
.
Kritisch terug kijken op het eigen functioneren door de student.
S SLB
Studieloopbaanbegeleiding
SLB-er
Studieloopbaanbegeleider
Studiehandleiding
Dit document geeft informatie over de opleiding, het onderwijs, de begeleiding en de examinering.
Begrip Studieloopbaanbegeleider
Omschrijving Die docent die de student begeleidt in zijn loopbaan gedurende de opleidingsperiode.
Toelichting De SLB-er begeleidt de student bij het vormgeven van het leertraject: het maken van het
Albeda College, studiehandleiding Sociaal Maatschappelijk Dienstverlening, BOL 4, KD 2011, Crebo 92670, cohort 2011-2014, versie 1.0
Pagina
Swot-analyse
T Toetsing
Toetsing Formatief
Toetsing summatief
V Vaardigheden
W W&O Werkbegeleider
Werkproces
“Sterkte-Zwakte analyse en analyse van Kansen en Bedreigingen ten aanzien van een bepaalde situatie. Doel; - Beoordelen van de kennis/vaardigheden/attitude, persoonlijke ontwikkeling, om een reëel beeld van het opleidingsniveau te krijgen. Toetsing met als doel reflecteren op de eigen prestaties van de student, om zo vast te stellen of de student al voldoende niveau heeft. Toetsing met als doel de voortgang en eindprestaties te beoordelen en te registreren.
40 van 41
POP en PAP. Verder heeft zij de taak de voortgang van het leertraject van de student te monitoren en begeleidt zij de student in het samenstellen van het portfolio. Strong = sterk, Weakness = zwakte Opportunity = kans Threat = bedreiging
Formatief: Waar ben ik al goed in en wat moet ik nog leren,
Summatief: Heb ik voldoende bewezen dat ik het kan?
Praktische handelingen die nodig zijn voor het beroep.
Welzijn en Onderwijs Medewerker van de instelling waar de kandidaat haar Beroeps Praktijk Vorming loopt en die belast is met de directe begeleiding van de betrokken kandidaat op de werkvloer. Een afgebakend geheel van beroepshandelingen binnen een kerntaak.
Een werkproces wordt als kenmerkend gezien voor de beroepspraktijk.
Z
Albeda College, studiehandleiding Sociaal Maatschappelijk Dienstverlening, BOL 4, KD 2011, Crebo 92670, cohort 2011-2014, versie 1.0
Pagina
Albeda College, studiehandleiding Sociaal Maatschappelijk Dienstverlening, BOL 4, KD 2011, Crebo 92670, cohort 2011-2014, versie 1.0
41 van 41