STUDIEGIDS TWEEDEGRAADS LERARENOPLEIDING PAPIAMENTU ENGELS NEDERLANDS SPAANS
Collegejaar 2011 - 2012
ALGEMENE FACULTEIT UNIVERSITEIT VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN
Mission UNA To contribute to the social, economic, and intellectual development of the Caribbean society through higher education, research, and community service. We consider societal involvement and quality as key values. Our graduates have the potential to become future leaders of the Caribbean.
Vision UNA To become a leading institute for higher education and research in the Dutch Caribbean by 2010, and to serve as an example for education and research institutes in the entire Caribbean. We aim to be recognized as the organization most known for improving the social and economic situation of the Dutch Caribbean. Student numbers at our university are expected to exceed 2.000 in 2010. We focus on strong involvement in developments that affect the entire community, and strong relationships with public and private organizations. All our courses are accredited.
© Universiteit van de Nederlandse Antillen, juli 2011 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opname, of enig andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.
De inhoud van deze studiegids is onder voorbehoud van wijzigingen die in de loop van het studiejaar 2011 – 2012 kunnen optreden. Deze wijzigingen worden via de geëigende kanalen aan belanghebbenden doorgegeven.
2
Voorwoord De Algemene Faculteit (AF) heeft de afgelopen jaren een explosieve groei doorgemaakt. In het collegejaar 2002-2003, werd er aan de faculteit, die in 2001 werd opgericht, voor het eerst een opleiding verzorgd, te weten de (vierjarige) Tweedegraads Lerarenopleiding Papiamentu (TOP). Terwijl deze opleiding in het collegejaar 2003-2004 haar tweede jaar inging, startte in datzelfde collegejaar als afgeleide van de TOP, de verkorte Lerarenopleiding Papiamentu. Inmiddels is een groot deel van de studenten uit het collegejaar 2002-2003 en het collegejaar 2003-2004 afgestudeerd of zal binnenkort afstuderen. Om die reden is ervoor gekozen om van deze twee opleidingen van het eerste uur in deze gids geen informatie meer te verwerken. Voor diegenen die zich wel nadere informatie willen verschaffen over de opbouw en inhoud van deze beide opleidingen, liggen in het secretariaat van de Algemene Faculteit en in de Bibliotheek van de UNA studiegidsen uit de betreffende jaren ter inzage gereed. In het collegejaar 2004-2005 werd ook de Tweedegraads Lerarenopleiding Engels opgestart (met inmiddels een vierde jaar). De lerarenopleiding Papiamentu werd, met het oog op accreditatie, voor de toen eerstejaars, aangepast naar het model van de opleiding Engels. In het collegejaar 2005-2006 werd de Tweedegraads Lerarenopleiding Nederlands gestart. Sinds het collegejaar 2004-2005 werd, naast de hiervoor genoemde voltijdopleidingen, ook de mogelijkheid geboden om toegelaten te worden tot een individueel traject. Daarvoor moest door de betreffende student wel een intake-assessment worden afgelegd. Inmiddels is er een aanzienlijk aantal studenten met een individuele leerroute afgestudeerd, niet alleen op Curaçao, maar ook op Bonaire, waar sinds het collegejaar 2005-2006 een Tweedegraads Lerarenopleiding Papiamentu, individueel traject, is opgestart. Met ingang van het collegejaar 2006-2007 is de Lerarenopleiding Funderend Onderwijs van start gegaan. Ook op Bonaire is een lerarenopleiding Funderend Onderwijs opgestart. En in het collegejaar 2007-2008 ging op Curaçao de Tweedegraads Lerarenopleiding Spaans van start. De jongste loten aan de opleidingenboom van de AF zijn de Hbo Masters in Education in Papiamentu, Engels en Nederlands die per augustus 2009 zijn gestart. Hiermee geeft de AF invulling aan haar zorgplicht en biedt zij studenten de gelegenheid zich door verdere studie te verdiepen en bekwamen in een taal ten einde de eerstegraads onderwijsbevoegdheid in die taal te verwerven. De eerste hbo masters talen, 23 in getal, zijn in juni 2011 afgestudeerd. Er zal ook in de loop van dit collegejaar, zij het in sterk aangepaste vorm en in uitzonderlijke gevallen, de mogelijkheid geboden worden om na het eerste half jaar van de studie een individueel traject te volgen. Deze studiegids, die ook te vinden is op de website van de UNA (www.una.an) en op Blackboard, is bedoeld voor alle studenten die sinds het collegejaar 2005-2006, respectievelijk de tweedegraads lerarenopleiding Papiamentu, Engels, Nederlands, Spaans volgen en geeft upto-date informatie over achtergronden van de faculteit, de opzet en inhoud van de respectieve lerarenopleidingen, maar is ook voorzien van allerlei andere informatie die onontbeerlijk is om de studie met succes te kunnen volgen en af te ronden. Voor de Lerarenopleiding Funderend Onderwijs en de opleiding Hbo Master in Education bestaan aparte studiegidsen; studenten en belangstellenden voor deze opleidingen worden naar deze studiegidsen verwezen. De Algemene Faculteit beschikt sinds november 2009 over een nieuw modern faculteitsgebouw. Daar zijn alle afdelingen van de faculteit samengebracht, wat het werk van de medewerkers en de bereikbaarheid voor de studenten en andere belanghebbenden zeker ten goede komt.
3
Tot besluit zij vermeld, dat de AF in maart 2011 voor alle vier de 2e graads lerarenopleidingen positief is beoordeeld door de visitatieorganisatie NQA. De visitatierapporten zijn bij de Nederlands – Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) ingediend ter bekrachtiging. Namens het opleidingsteam van de Algemene Faculteit, Dr. Elisabeth Echteld Decaan Algemene Faculteit juli 2011
4
Inhoudsopgave 1. 1.1 1.2 1.3 1.4 2 2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.1.4. 2.2 2.3 2.4 3 3.1 3.2 3.3 3.3.1 3.3.2 3.3.3 3.3.4 3.4 3.4.1 3.5 4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 6 6.1 6.2 6.3 6.4. 6.5 Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6
Algemene Faculteit Missie en visie van de Algemene Faculteit Voorgeschiedenis en doelstelling Organisatie van de Algemene Faculteit Studierichtingen De bacheloropleiding tot Tweedegraads leraar Toelating en inschrijving Algemeen Toelating Inschrijving Uitschrijving Financiën Het examenprogramma European Credits Transfer System (ECTS) Het opleidingsprogramma Competentiegericht opleiden en leren Het leerlijnenmodel De leerlijnen Werkervaringsreflectie leerlijn Integrale leerlijn Conceptuele en vaardigheden leerlijn Studieloopbaanbegeleiding Toetsing en beoordeling Portfolio en assessment Studie in het buitenland in het kader van internationalisering Regelingen met betrekking tot het onderwijs Toetsing Vrijstellingen Logopedische screening Drempels in de opleiding Kwaliteitszorg Overige regelingen Examenreglement Suggesties en klachten Beroepscommissie Studentenraad Faculteitsraad Algemene informatie Faciliteiten en diensten Communicatie binnen de opleiding Roostering Roosters lerarenopleiding collegevrije dagen in verband met feestdagen Competentiematrix startbekwame docent Namenlijst van medewerkers AF Onderwijs en examenreglement (OER) van de AF 2011 – 2012 Relevante delen uit het Fraudereglement UNA Reglement van de Commissie van Beroep Curriculum 2e graads lerarenopleidingen per opleiding, per studiejaar
5
1.
ALGEMENE FACULTEIT
1.1 Missie en visie van de Algemene Faculteit De Algemene Faculteit heeft haar redenen van bestaan geformuleerd in de volgende missie. In nauwe samenwerking met de educatieve en culturele sector en mede met behulp van gesloten strategische allianties met internationale partners, stelt de AF zich ten doel zich in te spannen voor een integrale ontwikkeling van haar studenten, verdere professionalisering van genoemde sectoren en degelijk verricht onderzoek, uitgaande van hoogwaardige kwaliteit van alle geleverde diensten en producten, eenprofessionele aanpak en een klantgerichte benadering. Deze missie krijgt een uitwerking in de volgende visie. De Algemene Faculteit wil een structurele en deskundige bijdrage leveren aan een duurzame ontwikkeling en verdere professionalisering van de educatieve en cultuur sector op de Nederlandse Antillen 1.2 Voorgeschiedenis en doelstelling Twee documenten die als basis hebben gediend voor de oprichting van de Algemene Faculteit (AF) zijn de nota “Contouren van een Algemene Faculteit van de Nederlandse Antillen” (1994) en het “Invoeringsplan Algemene Faculteit” (1997). In het laatste document werd de algemene doelstelling van de AF als volgt beschreven: In het algemeen streeft de AF naar de bevordering van een brede zelf-ontplooiing van de Antilliaan in het algemeen en van de UNA-studenten in het bijzonder. De faculteit wil mogelijkheden bieden die de student en andere belangstellenden in staat stellen zich kritisch, actief en probleemoplossend op te stellen ten opzichte van het eigen werk- en vakgebied, als ten opzichte van lokale, regionale en internationale politieke, economische, sociale en culturele ontwikkelingen. Op deze wijze dient de Algemene Faculteit bij te dragen aan de taakuitvoering van de UNA om naast het voorbereiden van studenten op maatschappelijke functies, ook inzicht te bevorderen in de samenhang der wetenschappen alsmede om maatschappelijke verantwoordelijkheidsbesef te kweken. Naar aanleiding van deze twee nota’s werd in de Ministeriële Beschikking met Algemene Werking van 30 juli 2001 de Algemene Faculteit in de LUNA opgenomen onder paragraaf 5, artikel 31a. De AF kreeg conform het invoeringsplan de volgende specifieke doelstellingen aangewezen: 1. De studie van en het onderzoek naar culturele verschijnselen binnen de Nederlandse Antillen en de Caribische regio met als doel de kennis van en het inzicht in die verschijnselen te vergroten en een bijdrage te leveren aan ontwikkelingen op dit gebied. 2. De studie van en het onderzoek naar het verschijnsel taal in de Nederlandse Antillen en de Caribische regio, met in het bijzonder wetenschappelijke aandacht voor het Papiamentu, het Nederlands en het Engels in deze regio’s, met als doel de kennis en het inzicht in taalverschijnselen te vergroten en een bijdrage te leveren aan ontwikkelingen op dit gebied.
6
3. De opleiding van tweedegraadsniveau.
taaldocenten
Papiamentu,
Engels,
en
Nederlands
op
4. Het verzorgen van Studium Generale programma’s waarmee wetenschap toegankelijker wordt gemaakt voor een breder publiek, alsmede het verzorgen van taaltrainingen en korte cursussen op het gebied van taal en cultuur. Anno 2011 is de realiteit van de AF dat er vier 2e graads lerarenopleidingen talen, te weten leraar Papiamentu, Engels, Nederlands, Spaans, een lerarenopleiding Funderend Onderwijs en vier hbo masteropleidingen talen, met 1ste graads lesbevoegdheid voor respectievelijk Papiamentu, Engels , Nederlands of Spaans actief zijn. Mede met het oog op het operationaliseren van de masteropleiding, waarbij ook gewerkt wordt aan het aspect van onderzoek, zijn drie leerstoelen ingesteld die, naast het doen van onderzoek de uitbouw van de lerarenopleidingen naar masterniveau realiseren. Naast de aandacht voor taal zal de faculteit haar blik ook richten op andere vakken, waaraan in het onderwijs behoefte is. Het onderdeel ‘cultuur’ zal in de nabije toekomst vorm en inhoud krijgen. 1.3
Organisatie van de Algemene Faculteit
Vaste staf en gastdocenten De Algemene Faculteit (AF) heeft een vaste staf. De vaste staf heeft een aantal vaste taken die gerelateerd zijn aan onderwijs (docenturen en coördinerende taken), onderzoek, bestuurlijke taken (o.a. deelname in personeelsraad en faculteitsraad,) en maatschappelijke dienstverlening. De meeste taken van de vaste staf zijn gerelateerd aan de Bacheloropleidingen talen en LOFO. Enkele vaste stafleden zijn ook werkzaam in de masteropleiding, naast de drie buitengewoon hoogleraren, Professor Dr. Wim Rutgers (hoogleraar literatuurwetenschap en literatuurgeschiedenis), Professor Dr. Frank Martinus (hoogleraar taalkunde, in het bijzonder Papiamentu), Professor Dr. Ronald Severing (hoogleraar taalverwerving, in het bijzonder Papiamentu). De algemene leiding van de faculteit berust bij de decaan. Vanaf 1 oktober 2006 vervult mevrouw dr. Elisabeth Echteld deze functie. De vaste staf van de 2e-graads lerarenopleidingen bestaat bovendien uit mevrouw drs. Desiree Manuel-Eliza, waarnemend decaan en coördinator van de praktijklijn; de heer drs. Gert Schaap, opleidingscoördinator en coördinator kwaliteitszorg; mevrouw drs. Maxy Bak-Piard, coördinator Bonaire; coördinator Nederlands is vacant; mevrouw Luisette Sambo, coördinator Papiamentu ad interim; de heer drs. Wim Kamps, coördinator Engels; mevrouw drs. Charonne Pikeri, coördinator studieloopbaanbegeleiding en bovendien belast met taken binnen de bacheloropleiding leraar Spaans. Bij de LOFO zijn de volgende stafleden werkzaam: mevrouw drs. Orsine Resida; de heer drs. Raily Goedgedrag; mevrouw drs. Lisette Agatha; de heer Raymond Obispo, Msc; de heer Rudsel Martinus; de heer Angelo Reenis. Per onderwijsperiode wordt de vaste staf ondersteund door een aantal gastdocenten, die naar behoefte per periode worden ingezet. Secretariële ondersteuning In verband met secretariële werkzaamheden van de AF zijn de volgende personen belangrijk. De officemanager (2e-graads lerarenopleiding talen), mevrouw Emilka (Miki) Eustachia (844 2122,
[email protected]). Naast mevrouw Eustachia is voor de 2e-graads lerarenopleiding talen ook mevrouw Marvis Amerikaan als office manager verbonden aan het secretariaat van de AF. Haar 7
werkplek is in hetzelfde kantoor als mevrouw Eustachia en zij is bereikbaar op 844 2121, e-mail
[email protected] en
[email protected]. Het secretariaat van de 2e-graads lerarenopleidingen bevindt zich op de 2e verdieping in de rechtervleugel van het R-gebouw. In de linkervleugel is de LOFO gevestigd met een eigen secretariaat. De secretarieel medewerkers hebben een zware taakbelasting. Men dient daarom rekening te houden met de openingstijden van het secretariaat. Ook dient er rekening mee te worden gehouden dat de secretariaatsmedewerkers soms werkzaamheden buiten hun werkplek verrichten, wat ten gevolge kan hebben dat het secretariaat op bepaalde momenten niet bemenst is. Men zal proberen deze momenten zo veel mogelijk te beperken. Het secretariaat van de 2e-graads lerarenopleidingen werkt met spreekuurtijden: maandag, woensdag, donderdag: 14.00u – 16.00u. Voor een afspraak kan altijd van tevoren gebeld worden. 1.4 Studierichtingen Tot dusver kan aan de Algemene Faculteit de 2e graads lerarenopleiding Papiamentu, Engels, Nederlands of Spaans de lerarenopleiding Funderend Onderwijs en de hbo master leraar Papiamentu, Engels, Nederlands of Spaans (die leidt tot het verwerven van de 1ste-graads bevoegdheid) gevolgd worden. Talencursussen De AF zal op regelmatige basis voor studenten van alle faculteiten cursussen gericht op het verbeteren van de academische taalvaardigheid (Nederlands, Engels, Spaans of Papiaments) verzorgen. Deelname aan deze cursussen is naar behoefte en vrijwillig. Studenten van de 2egraads lerarenopleiding talen kunnen aan deze cursussen deelnemen in het kader van het werken aan hun taalportfolio.
8
2.
DE BACHELOROPLEIDING TOT 2e-GRAADS LERAAR
2.1
Toelating en inschrijving
2.1.1 Algemeen Krachtens artikel 22, lid 1 van de Landsverordening Universiteit Nederlandse Antillen wordt het recht op het bijwonen van het onderwijs aan de UNA gedurende een studiejaar verkregen door de inschrijving als student, tegen overlegging van het bewijs dat het verschuldigde college- en inschrijfgeld is betaald of vrijstelling van college- en inschrijfgeld is verleend. Bij de inschrijving van de student worden dan ook direct de verschuldigde bedragen vastgesteld en middels een factuur aan hem in rekening gebracht. Op de factuur worden de betalingen van de student niet opgenomen. De bedragen van het college- en inschrijfgeld, evenals de wijze van betaling, de vrijstelling, de vermindering en de terugbetaling worden bij Landsbesluit houdende algemene maatregelen (Lbham) van 27 februari 2008 geregeld. Voor alle studentenzaken dient de student zich te wenden tot het Student Services Center van de UNA. De student kan bellen of mailen naar
[email protected] De telefoonnummers van de verschillende diensten van het Student Services Center zijn: 1. Informatiebalie 2. Studentendecanaat 3. Verkoopbalie/Repro 4. International Office 5. Career Center
8442-144 8442-142/149 8442-145/147 8442-142/149 8442-149
Ad 1. Bij de informatiebalie kan de student o.a. terecht voor informatie over opleidingen, toelatingsexamens, gevonden voorwerpen, collegekaarten, verklaringen van inschrijvingen, tentamenbriefjes. Ad 2. Het studentendecanaat verschaft persoonlijke en discrete begeleiding aan studenten die persoonlijke e/o financiële problemen hebben. Ad 3. De verkoopbalie/repro verzorgt kopieerwerk en verkoopt kantoorartikelen, readers en UNA publicaties. Ad 4. Het international office houdt zich bezig met de begeleiding van buitenlandse studenten, aanvragen van studievisa en diplomawaardering. Ad 5. Het Career Center biedt een databank van stageplekken, vacatures en workshops voor studenten. Ook begeleidt het Career Center studenten bij hun studie- en beroepskeuze. 2.1.2 Toelating Directe toelatingAfhankelijk van de te volgen opleiding wordt het vooropleidingsniveau voor instroom bij bacheloropleidingen vastgesteld, variërend van VWO, HAVO of MBO-/SBOniveau 4. Voor toelating tot de masteropleidingen is minimaal een erkende bachelor lerarenopleiding als vooropleiding vereist. Colloquium doctum (toelatingsexamen) Een aankomende student die de leeftijd van 23 jaar bereikt heeft en niet over de vereiste vooropleiding beschikt, kan een colloquium doctum examen maken. Indien hij/zij het colloquium doctum examen met een gunstig resultaat heeft afgelegd, wordt hij/zij tot de faculteit 9
toegelaten. Voor het afleggen van het toelatingsexamen wordt verwezen naar de faculteit waaraan de student wil studeren of het Student Services Center. Buitenlands diploma De student die zich beroept op een buitenlands diploma 1 dient alvorens hij of zij zich kan inschrijven contact op te nemen met het International Office van de UNA. Dit kan telefonisch ofwel via e-mail. Het e-mailadres is:
[email protected] Het International Office zal bemiddelen tussen de betreffende student en het Bureau ETE en de Immigratiedienst voor het verkrijgen van een diplomawaardering en de vergunning tot verblijf ten behoeve van de studie. Indien de student afkomstig is van een niet Engels sprekend land, dan zal de student een TOEFL test moeten maken en een minimale totale score van 60 punten moeten halen alvorens hij/zij zich kan inschrijven aan de UNA. De score van de TOEFL test zal dan ook samen met bovengenoemde documenten ingediend moeten worden voor toelating tot de opleiding. Meer informatie over de procedure en voorwaarden kan bij het International Office van het Student Services Center worden opgevraagd. 2.1.3 Inschrijving Inschrijving van nieuwe studenten vindt plaats vanaf woensdag 6 juli 2011 tot en met vrijdag 8 juli 2011. Indien de student niet in de gelegenheid is om zich in voornoemde periode in te schrijven, dan kan de student hierover contact opnemen met het Student Services Center. Het is echter belangrijk dat de student ingeschreven staat alvorens de colleges van de gekozen opleiding van start gaan. Inschrijfvoorwaarden De inschrijfvoorwaarden verschillen per opleiding. Hiervoor wordt dan ook verwezen naar de respectievelijke studiegidsen. Voor alle opleidingen geldt wel dat voldaan moet worden aan de volgende algemene voorwaarden: de toelating tot de opleiding geschiedt op basis van de toelatingseisen die de opleiding stelt, dan wel van een behaald colloquium doctum (toelatingsexamen); het overleggen van: originele diploma’s en cijferlijsten of van door een notaris/ school gewaarmerkte kopieën van diploma’s en cijferlijsten; een volledig ingevuld formulier ten behoeve van de financiële afhandeling van de betaling van het college- en inschrijfgeld; een bewijs van betaling of aanbetaling; een volledig ingevuld inschrijfformulier; een geldig identiteitsbewijs (sédula of paspoort); een recente pasfoto; in geval van een buitenlandse student, dient er een kopie van een geldige verblijfsvergunning te worden overlegd samen met een bewijs van diplomawaardering uitgegeven door Bureau ETE en afhankelijk van het land van herkomst, de score van een recent gemaakte TOEFL test. Voor studenten van de Algemene Faculteit gelden ook de volgende toelatingsvereisten: • een bewijs van goedgedrag; 1
Als buitenlands diploma wordt beschouwd een diploma behaald buiten het Koninkrijk der Nederlanden. 10
• een gezondheidsverklaring; • een logopedische screening. Tijdens de inschrijving krijgt de student informatie over hoe te handelen om genoemde verklaringen te verkrijgen. Herinschrijving Studenten dienen zich voor elk collegejaar opnieuw in te schrijven door het invullen van een herinschrijfformulier. Voor studenten die studiefinanciering ontvangen van de Stichting Studiefinanciering Curaçao geldt dat zij zich uiterlijk vóór 12 augustus 2011 dienen in te schrijven, indien zij hun beurs op tijd wensen te ontvangen. Indien de student zich niet vóór 12 augustus 2011 heeft heringeschreven, dan kan dit gevolgen hebben voor zijn of haar recht op studiefinanciering. Terugvorderingen van oneigenlijk verkregen studiefinanciering zijn voor rekening en verantwoording van de student. Uiterlijke datum voor de herinschrijving voor alle overige studenten is 2 september 2011. Bij late herinschrijving, (na 2 september 2011), worden administratieve kosten bij de student in rekening gebracht. De administratieve kosten bedragen voor elke te late maand of gedeelte van de maand na 2 september ANG 50, -. Overschrijding maximale studieduur Een student die de nominale studieduur van een opleiding met 3 jaren overschrijdt, wordt niet meer ingeschreven. Alleen in de door de Rector Magnificus te beoordelen bijzondere gevallen, mag hiervan worden afgeweken. Indien de student denkt hiervoor in aanmerking te kunnen komen, dient hij ervoor zorg te dragen dat hij minimaal 4 weken vóór de start van het nieuwe collegejaar een schriftelijk gemotiveerd verzoek voor studieduurverlenging indient bij de Rector Magnificus. Meer dan één faculteit/opleiding Een student kan zich voor meerdere reguliere opleidingen bij verschillende faculteiten inschrijven of meer dan één opleiding aan een faculteit volgen. Voor de tweede inschrijving is er geen extra inschrijf- en collegegeld verschuldigd. Uiteraard dient de student ook aan de inschrijfvoorwaarden van de 2de opleiding te voldoen. Veranderen van opleiding Een student kan aan het begin van of tijdens een collegejaar van opleiding veranderen. Indien de verandering binnen dezelfde faculteit gebeurt, dan dient de student dit meteen door te geven aan het Student Services Center, samen met een brief voor akkoord van de decaan met daarin vermeld de vakken die de student meeneemt van zijn voormalige opleiding en het cohort waarin de student geplaatst moet worden. Indien de student een opleiding gaat volgen bij een andere faculteit, dan dient hij te voldoen aan alle inschrijfvoorwaarden zoals hierboven vermeld. Alvorens de student start met de opleiding bij een andere faculteit, zullen eerst alle administratieve handelingen moeten zijn voldaan bij het Student Services Center.
11
Vormen van inschrijving Voltijdstudent Een student kan zich inschrijven als voltijdstudent indien hij wenst deel te nemen aan het volledige jaarprogramma van een faculteit door aanbetaling of volledige betaling van het vereiste inschrijf- en collegegeld. Deeltijdstudent Een student kan zich inschrijven als deeltijdstudent indien hij wenst deel te nemen aan het deeltijd jaarprogramma van een faculteit waar dit aangeboden wordt, door aanbetaling of volledige betaling van het vereiste inschrijf- en collegegeld. Voordat de daadwerkelijke inschrijving plaatsvindt, moet de aankomende student een intakegesprek voeren met de desbetreffende opleidingscoördinator. Bij een positieve beoordeling krijgt de aankomende student een toelatingsbrief mee waarmee hij toestemming krijgt om zich in te schrijven voor de deeltijd opleiding. Certificaatstudent Een student kan zich inschrijven als certificaatstudent voor het volgen van één of meer vakken waarin hij tentamen wenst te doen. Voor certificaatonderwijs betaalt de student ANG 125,- per 1 ECTS punt (European Credit Transfer System = studiepunten) van de geselecteerde vakken. Dit tarief geldt niet voor studenten die in het kader van een uitwisseling een aantal vakken of een minor wensen te volgen. Uitwisselingsstudenten dienen een bewijs van inschrijving van hun buitenlandse onderwijsinstelling te overleggen bij hun inschrijving aan de UNA en betalen ANG 10,50 voor hun collegekaart. Een minorstudent betaalt ANG 50,- per 1 ECTS. Certificaatstudenten krijgen bij inschrijving tevens een verklaring mee van het Student Services Center waarin de vakken vermeld staan waarvoor zij zich hebben ingeschreven. Na het afleggen van het tentamen ontvangen zij hiervoor een certificaat. De afstudeerscriptie en stage kunnen niet als certificaatvakken worden gevolgd. De certificaatstudent moet het volledig verschuldigde bedrag in één keer bij inschrijving betalen. Op betaalde gelden wordt geen restitutie verleend. Certificaatstudenten betalen geen inschrijfgeld. Toehoorder Studenten die vakken volgen, anders dan ter voorbereiding op het examen of een gedeelte daarvan, kunnen zich inschrijven als toehoorder. Toehoorders mogen niet meedoen aan tentamens en krijgen geen bewijs dat ze aan een opleiding hebben deelgenomen. Het collegegeld voor een toehoorder bedraagt 25% van het geldende collegegeld + inschrijfgeld. De student moet het volledig verschuldigde bedrag in één keer bij inschrijving betalen. Indien de student gedurende het jaar besluit om zich als voltijdstudent in te schrijven, dan dient het restant (75% van het totaal bedrag) bijbetaald te worden. Indien de student gedurende het jaar besluit om zich als certificaatstudent in te schrijven, dan zal het bedrag dat de student reeds als toehoorder heeft betaald (daarbij wordt niet meegenomen het bedrag aan inschrijfgeld), in mindering worden gebracht op de verschuldigde gelden van het certificaatonderwijs. Op betaalde gelden wordt geen restitutie verleend.
12
Van certificaat/toehoorder student naar voltijd/deeltijd student Indien een certificaatstudent of toehoorder tijdens het lopende collegejaar of in het volgende collegejaar zich inschrijft als voltijd/deeltijdstudent, dan is schriftelijke toestemming nodig van de decaan van de faculteit van de opleiding. Van voltijd/deeltijdstudent naar certificaatstudent Indien een student in het jaar voorafgaand aan de inschrijving als certificaatstudent, als voltijd/deeltijdstudent stond ingeschreven, dan dient er gelijktijdig bij de inschrijving een verklaring van de decaan worden overlegd, waarin hij toestemming hiervoor verleent. Verklaring van Inschrijving Bij de inschrijving krijgen studenten drie verklaringen van inschrijving mee. Indien studenten na de inschrijfperiode meer verklaringen van inschrijving nodig hebben, dient de student hier ANG 5, - per exemplaar voor te betalen bij het Student Services Center. Verklaring van afstuderen Een verklaring van afstuderen wordt uitgereikt door het Student Services Center in geval een alumnus zijn bul kwijt is door diefstal of een calamiteit of aan een pas afgestudeerde die nog in afwachting is van de ontvangst van zijn bul. Alleen aan de alumnus of pas afgestudeerde die geen achterstallige betaling bij de afdeling Finance heeft, zal een verklaring van afstuderen worden uitgereikt. In geval er sprake is van een nog openstaand bedrag, dan zal dit eerst afbetaald moeten worden alvorens hij de verklaring in ontvangst kan nemen. Transcript en cijferlijst Een student krijgt eenmalig een transcript uitgereikt, bij het in ontvangst nemen van zijn propedeuse getuigschrift, samen met zijn bul of bij uitschrijving in geval van vroegtijdig stoppen met de opleiding. Indien de student tijdens de studie een transcript wenst, dient de student hier ANG 25, - per exemplaar voor te betalen bij het Student Services Center. Het verzoek voor dit transcript moet samen met het bewijs van betaling ingediend worden bij de balie van het Student Services Center. Tussentijdse cijferlijsten kunnen door de student zelf geprint worden vanuit ProgressWWW. Mocht een student, voor een externe instantie, een tussentijdse cijferlijst nodig hebben, dan kan deze opgevraagd worden bij het secretariaat van de faculteit. De student krijgt dan een door het Student Services Center uitgeprinte en afgestempelde cijferlijst. Collegekaart Vanaf 15 september 2011 wordt gecontroleerd op het bezit van collegekaarten. De student is verplicht zijn collegekaart te allen tijde bij zich te hebben en deze bij controle te tonen. Een student die geen collegekaart bij zich heeft, wordt niet toegelaten tot de colleges noch tot andere studiefaciliteiten van de UNA en kan de toegang worden ontzegd tot het terrein van de UNA. Bij tentamens wordt een student die geen collegekaart bij zich heeft, de toegang hiertoe onherroepelijk ontzegd. De student kan bij het Student Services Center tegen betaling van ANG 25,- een tentamenbrief ophalen, welke samen met een geldig identiteitsbewijs toegang geeft tot de tentamens voor één
13
dag. Bij verlies of diefstal van de collegekaart, kan er tegen betaling van ANG 10,50 een duplicaat collegekaart worden afgehaald bij het Student Services Center. Het duplicaat wordt één dag na melding van het verlies of diefstal, uitgereikt aan de student. Certificaatstudenten dienen bij tentamens naast hun collegekaart tevens de verklaring van het Student Services Center te overleggen waarin de vakken waar hij voor ingeschreven heeft, vermeld staan. Gedragscode Het is verboden om op het terrein en/of in de lokalen van de UNA te gokken en/of te handelen in verdovende middelen of verdovende middelen te gebruiken. Indien de student op één van voornoemde feiten wordt betrapt, zal hij worden gesanctioneerd met schorsing voor een bepaalde periode en zal hiervan aangifte worden gedaan bij de bevoegde autoriteiten. De UNA is bevoegd de student per direct uit te schrijven wegens voornoemde feiten. Deze verboden maken deel uit van de gedragscode van studenten die als bijlage aan dit Reglement van Inschrijving is gevoegd. 2.1.4. Uitschrijving In beginsel schrijft een student zich aan het begin van het collegejaar in voor een heel studiejaar. Vanaf dat moment is uitschrijving slechts mogelijk met toestemming van de Manager Student Services Center en dient te gebeuren vóór 1 december van het betreffende collegejaar. Alleen de studenten die vóór 1 december een verzoek voor uitschrijving hebben ingediend, kunnen in aanmerking komen voor restitutie van het collegegeld, over de nog niet verlopen maanden. Studenten die zich na 1 december uitschrijven komen niet in aanmerking voor restitutie en zijn verplicht het gehele verschuldigde bedrag aan collegegeld te betalen. Het verzoek voor uitschrijving wordt schriftelijk ingediend bij de Manager Student Services Center. De student dient hierbij gebruik te maken van een uitschrijfformulier dat verkrijgbaar is bij het Student Services Center. Zonder dit ingevulde uitschrijfformulier wordt het verzoek niet in behandeling genomen. Indien de student geen tentamens of colleges meer volgt, is het zijn/haar verantwoordelijkheid hier zo spoedig mogelijk melding van te maken bij het Student Services Center om zich uit te laten schrijven. Restitutie over het betaalde collegegeld is alleen mogelijk als er spraken is van een bijzondere omstandigheid of afstuderen. In alle andere gevallen wordt de student aansprakelijk gehouden voor het nakomen van zijn financiële verplichting ten opzichte van de UNA. Uitschrijving tijdens het eerste jaar van inschrijving Eerstejaars studenten die zich willen uitschrijven kunnen dit ook doen. Dit dient echter vóór 1 december plaats te vinden. Indien de student zich vervolgens voor dezelfde opleiding in het collegejaar daaropvolgend wenst in te schrijven, dan kan dit alleen na schriftelijke goedkeuring van de decaan. De vakken die hij of zij in het voorafgaande collegejaar gehaald heeft, tellen niet meer mee. In specifieke gevallen kan de decaan hiervan afwijken. De maximale studieduur begint niettemin te lopen vanaf het eerste jaar dat de student zich heeft ingeschreven.
14
Uitschrijving wegens afstuderen Bij afstuderen kan een student zich uitschrijven. De student kan er niettemin voor kiezen om tot en met het einde van het collegejaar ingeschreven te blijven staan onder betaling van het volledig verschuldigde bedrag aan collegegeld en examengeld. Uitschrijving wegens ziekte of bijzondere omstandigheden Bij ziekte of bijzondere omstandigheden kan de student een verzoek tot uitschrijving indienen bij de Manager Student Services Center. Dit verzoek dient te allen tijde schriftelijk onderbouwd te worden. (Doktersverklaring/verklaring van bevoegde instantie.) 2.2
Financiën
Tarieven 2011/2012 (in ANG) Bij het opstellen van dit reglement gelden de navolgende tarieven. De tarieven voor het inschrijf, college- en examengeld zijn vastgesteld in Landsbesluit, houdende Algemene Maatregelen van 27 februari 2008, ter uitvoering van artikel 22, zevende lid van de Landsverordening Universiteit Nederlandse Antillen (P.B. 1985, no. 43). Tarief Regulier onderwijs Inschrijfen collegegeld inclusief collegekaart (O.B. slechts over collegekaart ) Examengeld Niet-regulier onderwijs College- en inschrijfgeld Toehoorder inclusief collegekaart Collegekaart Certificaat/Minor student Collegegeld Certificaatstudent (per 1 ECTS punt) Certificaatstudent minor (per 1 ECTS punt)
Omzetbelasting
Totaal
3.010, 00
0,50
3.010,50
500,00
0,00
500,00
760,00
38,00
798,00
10,00 125,00
0,50 6,25
10,50 131,25
50,00
2,50
52,50
Naast vorengenoemde tarieven kan de UNA andere kosten gerelateerd aan te volgen zomer-, winter-, toelatings- of andere cursussen die buiten het reguliere onderwijs vallen aan de student doorberekenen. Studenten die het reguliere onderwijs (voltijd/deeltijd opleiding) volgen, hebben de mogelijkheid om de verschuldigde tarieven in gespreide betaling te voldoen. Studenten die het niet-reguliere onderwijs volgen, dienen de verschuldigde tarieven bij inschrijving volledig te betalen. Financiële voorwaarden Hieronder volgt een opsomming van de financiële voorwaarden die verbonden zijn aan de inschrijving bij de UNA
15
1. De aanbetaling voor de reguliere onderwijsopleidingen, bedraagt minimaal ANG 260,50 (dit bedrag is inclusief ANG 10,50 voor de collegekaart) en dient op een bankrekening ten name van de UNA gestort te worden. Betaling op de UNA met een Maestro bankkaart is mogelijk. Cash geld en/of een garantiebrief worden niet aangenomen. Voor de betaling van het resterende bedrag in termijnen dient een financieel afhandelingsformulier te worden ingevuld, getekend en afgeleverd bij de afdeling Finance. Met het financieel afhandelingsformulier wordt een opdracht gegeven aan een bank om maandelijks een vast bedrag aan de UNA over te maken. 2. Voor de betaling in termijnen gelden de volgende voorwaarden. Het maandelijks te betalen bedrag bedraagt vast ANG 275,- en kan in maximaal 10 termijnen betaald worden, ongeacht de hoogte van de aanbetaling. Indien het bedrag van de aanbetaling hoger is dan ANG 260,50 zal de maandelijkse overboekingsopdracht bij het aflossen van het totaal verschuldigde collegegeld van ANG 3010,50 stopgezet worden. De student is verantwoordelijk om zijn/haar saldo in de gaten te houden en dient bij de totale aflossing zich tot de afdeling Finance te wenden om een aanvraagformulier voor het stopzetten van de maandelijkse overboeking in te vullen. 3. Studenten met een achterstallige schuld kunnen zich voor het nieuwe collegejaar niet zonder meer herinschrijven. Zij dienen zich tot de afdeling Finance te wenden teneinde een betalingsregeling te treffen. Voor het openstaand bedrag over het afgelopen collegejaar kan een betalingsregeling tot en met december van het lopende jaar worden gesloten. Studenten die in het verleden reeds een achterstand hebben opgelopen en met wie reeds eerder een betalingsregeling is getroffen, maar die niet aan hun verplichtingen hebben voldaan, dienen bij herinschrijving het totale openstaande bedrag in 1 keer af te lossen. Er wordt geen tweede betalingsregeling getroffen. Na het “online” versturen van het herinschrijvingsformulier dient het originele financieel afhandelingsformulier bij de afdeling Finance te worden ingeleverd. Pas na controle en goedkeuring voor financiële afhandeling, fiatteert de afdeling Finance het financieel afhandelingsformulier en stuurt een kopie door naar de afdeling Student Services Center zodat de definitieve inschrijving kan plaatsvinden. Zolang er geen fiat wordt verstrekt door de afdeling Finance, wordt de student niet (her)ingeschreven door het Student Services Center. 4. De niet-reguliere onderwijs opleidingen, dienen bij de inschrijving volledig betaald te zijn. De betaling dient op een bankrekening ten name van de UNA gestort te worden. Betaling op de UNA met een Maestro kaart is mogelijk. Cash geld en of een garantiebrief worden niet aangenomen. 5. Een student die het verschuldigde tarief in termijnen betaalt, dient maandelijks na te gaan of de termijn inderdaad van zijn bankrekening is ingehouden en aan de UNA is afgedragen. Op het moment dat zulks niet het geval is, dient de student bij een eerste gelegenheid contact op te nemen met de afdeling Finance. Van de student die minimaal één maand, zonder berichtgeving, achter is met betaling wordt de toegang tot Progress en
16
Blackboard geblokkeerd en deze student wordt het afleggen van tentamens geweigerd. Studenten die bij hun afstuderen nog een openstaande schuld hebben, dienen deze in één keer af te lossen vóórdat zij hun bul in ontvangst kunnen nemen. Het is niet mogelijk een betalingsregeling te treffen voor de studenten die gaan afstuderen en nog een openstaande schuld hebben. Zolang de student openstaande schulden heeft, wordt geen verklaring van afstuderen, bul en/of transcript uitgereikt. 6. Voor het afleggen van elk examen (bachelor of master) is de student examengeld verschuldigd. Het examengeld dient vóór het afleggen van het laatste afsluitende examen en/of het verdedigen van de eindscriptie betaald te zijn. Indien de student voor één van de voornoemde examens is afgewezen, is hij voor de eerste herkansing geen examengeld verschuldigd. 7. Indien, in een gegeven collegejaar voor het volgen van regulier onderwijs aan de UNA, twee of meer studenten uit hetzelfde gezin (broer, zus, kind, vader, moeder, wettelijke echtgenoot of echtgenote) college- en inschrijfgeld verschuldigd zijn, is voor dat jaar slechts voor de oudste student uit het gezin het volledige tarief voor het college- en inschrijfgeld van toepassing. Voor elk jonger gezinslid is voor dat collegejaar 75% van het tarief verschuldigd. Om voor de korting van 25% op het tarief in aanmerking te komen, moet het trouwboek of een ander soortgelijk origineel bewijsstuk van de Burgerlijke Stand worden overgelegd; voor echtgenoten is dit een uittreksel uit een huwelijksakte. De originele bewijsstukken voor echtgenoten moeten elk jaar aangevraagd en overgelegd worden. 8. Zodra een student een verklaring van zijn inschrijving en een factuur voor het verschuldigde bedrag heeft ontvangen, moet hij het volledige bedrag betalen ongeacht het feit dat hij zich gedurende het collegejaar wil laten uitschrijven. Hierop zijn slechts de volgende uitzonderingen mogelijk: •
Annulering van de inschrijving. Indien de student nog vóór aanvang van de opleiding waarvoor hij zich heeft ingeschreven zijn/haar inschrijving annuleert, dan komt hij in aanmerking voor restitutie van het betaalde collegegeld en inschrijfgeld.
•
Bij afstuderen. Na het behalen van een afsluitend examen (bachelor/master) kan de student ervoor kiezen om zich uit te schrijven en een gedeelte van het betaalde collegeen inschrijfgeld terug te vragen. Het verzoek tot uitschrijving dient de student gelijktijdig in met het verzoek voor restitutie bij het Student Services Center. Indien het verzoek voor uitschrijving wegens afstuderen akkoord wordt bevonden, dan zal de student per de eerstvolgende maand na datum van afstuderen worden uitgeschreven. Met ingang van de eerstvolgende maand zal het teveel betaalde college- en inschrijfgeld worden teruggeboekt of zal de automatische betaling worden verrekend of stopgezet. De verschillende hieronder beschreven opties zijn mogelijk: a. studenten die ná 30 juni, doch vóór de officiële opening van het nieuwe collegejaar, op de eerste vrijdag van september, afstuderen, behoren nog tot het
17
lopend collegejaar en hoeven zich niet in te schrijven voor het nieuwe collegejaar; b. studenten die vóór de opening van het nieuwe collegejaar de definitieve eindscriptie hebben ingeleverd en uiterlijk 30 september afstuderen hoeven zich evenmin in te schrijven voor het nieuwe collegejaar; c. studenten die de eindscriptie ná de officiële opening van het nieuwe collegejaar, op de eerste vrijdag van de maand september, inleveren dienen zich normaal voor het nieuwe collegejaar in te schrijven; d. op studenten die onder punt C vallen en afstuderen gedurende het collegejaar wordt restitutie verleend voor de nog niet verstreken maanden van het collegejaar. Studenten die afstuderen in de maand juni, juli of augustus komen niet in aanmerking voor restitutie. • Bij ziekte of andere bijzondere omstandigheden, onafhankelijk van de wil van de student waardoor hij/zij gedurende ten minste zes maanden van het collegejaar het onderwijs niet heeft kunnen bijwonen dan wel in de loop van het collegejaar is overleden. Voor elk van de maanden waarin hij/zij het onderwijs niet heeft kunnen bijwonen, wordt eentiende deel van het college- en inschrijfgeld aan hem/haar respectievelijk aan zijn erfgenamen terugbetaald. •
Voor 1ste jaars studenten die zich vóór 1 december van het lopende collegejaar uitschrijven, wordt restitutie verleend voor de nog niet verstreken maanden van het collegejaar. Na 1 december van elk collegejaar is restitutie van college- en inschrijfgeld voor 1ste jaars studenten niet meer mogelijk. Het niet volgen van colleges en/of maken van tentamens is geen reden voor restitutie van betaalde college- en inschrijfgelden. Voor de berekening van de restitutie wordt het collegejaar op tien maanden gesteld en blijven de maanden juli en augustus buiten beschouwing. Restitutie geschiedt uitsluitend met toestemming van de Rector Magnificus, na advies van de Manager Student Services Center of de Finance Manager. Indien er spraken is van onderwijskundige en/of organisatorische aspecten die redenen geven voor uitschrijving, dan zal de decaan geraadpleegd worden. Als de student zich uitschrijft is hij zelf verantwoordelijk voor het stopzetten van zijn studiefinanciering. Niettemin kan het Student Services Center op verzoek van de studiefinancieringsverlenende instanties de status van inschrijving/uitschrijving van de studenten doorgeven.
9. De gehele openstaande schuld van de student, inclusief rente en kosten, is ineens en direct opeisbaar zonder enige waarschuwing of ingebrekestelling in de volgende gevallen: a. Indien de student de studie aan de UNA om wat voor reden ook staakt. b. Indien de student Curaçao metterwoon verlaat, dan wel bezig is met voorbereidingen tot dusdanig vertrek. c. Bij surseance van betaling, faillissement of onder curatele stelling van de student. d. Bij niet- nakoming door de student van enig beding in de schuldbekentenis. 18
Na afloop van het collegejaar, of eerder indien zulks noodzakelijk is, zal de UNA de invordering van alle openstaande schulden, waar geen passende regeling voor is getroffen, in handen geven van een incassobureau. De incassokosten, de rentekosten en andere gerechtelijke kosten, ter inning van de openstaande schuld, komen voor rekening van de student. Inwerkingtreding Dit reglement treedt in werking vanaf de datum van (her)inschrijving van de student voor het collegejaar 2011-2012 en is geldig tot en met 31 augustus 2012. 2.3 Het examenprogramma De programma’s die de bacheloropleidingen aanbieden, bestaan uit een aantal afzonderlijke onderdelen (onderwijseenheden). Zo'n onderwijseenheid is een duidelijk omschreven leeractiviteit die wordt afgesloten met een of andere vorm van toetsing, bijvoorbeeld een presentatie, een persoonlijk verslag of een assessment. Woorden als module, cursus, project verwijzen naar dergelijke onderwijseenheden. Als men alle onderdelen met een voldoende resultaat heeft afgesloten, heeft men voldaan aan de exameneisen (kwalificaties) die voor de opleiding gelden en kan het diploma (Bachelor of Education) worden overhandigd. Het programma dat hiertoe leidt, wordt het examenprogramma genoemd. Na het behalen van het diploma is men bevoegd om onderwijs te verzorgen in het 2egraadsgebied: de Basisvorming, het VSBO, profielvoorbereidend leerjaar HAVO/VWO-nieuwe stijl en SBO (niveau 1 en 2). 2.4 European Credits Transfer System (ECTS) In afwachting van de Wet op het Hoger Onderwijs zijn alle lerarenopleidingen per augustus 2007 voor wat betreft het systeem van studiepunten over gegaan op het European Credits Transfer System (ECTS). Alle bacheloropleidingen tellen in totaal 240 ec-punten per opleiding, waarbij elk ec-punt staat voor 28 studiebelastingsuren (SBU).
19
3
HET OPLEIDINGSPROGRAMMA 2
In dit hoofdstuk beschrijven we globaal het door de AF gehanteerde gedachtegoed van het competentiegericht opleiden en de vormgeving en concretisering daarvan in het opleidingsmodel van de vier leerlijnen. 3.1 Competentiegericht opleiden en leren e De 2 graads lerarenopleidingen zijn opgezet volgens het gedachtengoed van het competentiegericht opleiden. Bij competentiegericht opleiden gaat het er om kennis, vaardigheden en houdingen geïntegreerd te gebruiken in complexe beroepssituaties. Bij competentiegericht opleiden staan begrippen centraal als zelfverantwoordelijkheid, zelfsturing en ontwikkeling van het lerend vermogen van de student. Een competentie wordt pas zichtbaar binnen het handelen in de beroepswerkelijkheid. Dat betekent dat iemand alleen in de beroepspraktijk een competentie ten volle kan verwerven en tonen. Daarbij is reflectie op het eigen handelen belangrijk om te kunnen bepalen in hoeverre de competenties zijn verworven, hoe hij die gaat tonen en of hij daadwerkelijk over een competentie beschikt. De rol van de opleiding is specifiek gericht op de ondersteuning van het leerproces dat is gericht op het verwerven van competenties, noodzakelijk om te functioneren binnen de onderwijssituatie van het voortgezet onderwijs. Daarnaast heeft de opleiding een begeleidende rol naar studenten toe om reflectie en zelfsturing te stimuleren. In de loop van de studie neemt de sturing van de opleiding af om plaats te maken voor de zelfsturing van de student. Deze werkt, na voorbereiding en oriëntatie, aan de verbreding, verrijking en verdieping van zijn (beroeps)competenties in een actief, constructief en zelfgestuurd leerproces. 3.2 Het leerlijnenmodel Dit leerlijnenmodel bestaat uit vier leerlijnen: ¾ De werk-ervaringsreflectielijn (WER-lijn) ¾ De integrale lijn (I-lijn) ¾ De conceptuele- en vaardighedenlijn (CV-lijn) ¾ De studieloopbaanlijn (SLB-lijn) De aandacht voor competenties, het werkplekleren, het werken met opdrachten, de toenemende verantwoordelijkheid van de student en de grotere rol van de school bij het opleiden en beoordelen van de student zijn belangrijke kenmerken van het leerlijnenmodel. In de eerste fase van de studie zijn de leerlijnen in principe van elkaar gescheiden. In de laatste fase verdwijnen die scheidingen steeds meer. Het werken met opdrachten neemt een belangrijke plaats in binnen de leerlijnen. Door het werken aan die opdrachten kan de student werken aan het ontwikkelen van de competenties die hem tot een startbekwame leraar maken (zie bijlage 1 voor een voorbeeld van een competentiematrix voor een startbekwame leraar). De 2e graads lerarenopleiding, kent drie fasen: de propedeusefase, de hoofdfase en de afstudeerfase. Een voltijdstudie kan in vier jaar worden afronden. Voor wat betreft de 2e graads lerarenopleiding bepalen in het begin van de studie de opleiding en gedeeltelijk de school de opzet en de invulling van het programma, de inhoud van de opdrachten en de beoordelingscriteria. Tijdens de hoofdfase en de afstudeerfase krijgen de student en de school 2
Voor een uitgebreid overzicht van de geboden modules per cohort, wordt naar de modulebeschrijvingen verwezen, die binnenkort in geactualiseerde vorm beschikbaar zullen zijn.
20
meer invloed en meer verantwoordelijkheid bij het bepalen van de competenties die hij wil ontwikkelen, de opdrachten die daarbij passen en de wijze waarop die beoordeeld worden. Anders gezegd: de opleiding is in het begin aanbodgestuurd en later meer vraaggestuurd en de student neemt zelf steeds meer het stuur in handen bij het inrichten van zijn eigen leerproces. Natuurlijk blijft de AF gedurende het hele opleidingstraject verantwoordelijk voor het bewaken van de kwaliteit van het leerproces en het realiseren van het gewenste niveau. Met dit alles verandert natuurlijk ook de rol van de mensen die de studenten opleiden. Naast taken vanuit hun rol als experts op het terrein van kennis en vaardigheden, worden zij vooral een coach en een begeleider van leerprocessen. De student krijgt in de opleiding binnen de diverse leerlijnen dan ook te maken met een aantal begeleiders. Tijdens de studie in de lerarenopleidingen bekwamen de studenten zich op twee gebieden, namelijk dat van de taal, het vak, en dat van de leraar, de beroepsvorming. De lerarenopleidingen verenigen dus vakmanschap en meesterschap in zich. De vier leerlijnen met hun respectieve inhouden en werkwijzen leveren hun bijdragen aan het realiseren van beide. In de onderstaande paragraaf worden de verschillende leerlijnen iets meer toegelicht. 3.3
De leerlijnen
3.3.1 Werk-ervaringsreflectie leerlijn 3 Een behoorlijk gedeelte van zijn opleiding werkt de student in een school. Deze zorgt voor begeleiding in de persoon van een werkplekbegeleider (WB). Het leren op de werkplek, de school, wordt verder ondersteund door de instituutsbegeleider (IB). De termen ‘werkplekleren’, ‘praktijkvorming’ en ‘stage’ worden door elkaar heen gebruikt. Tijdens de propedeusefase (studiejaar 1) is een oriëntatiestage opgenomen om de school te leren kennen en een eerste indruk van het beroep van leraar op te doen. Tevens worden eerste (gedeelten van) lessen gegeven. Deze oriëntatiestage wordt in periode 2, 3 en 4 van studiejaar 1 uitgevoerd. In dit studiejaar heeft de WER een sterke connectie met de SLB-lijn. In studiejaar 2 en 3 (de hoofdfase) gaan de studenten in principe het gehele studiejaar een of meerdere ochtenden naar een praktijkschool. In deze fase van de opleiding heeft WER een sterke connectie met de didactiek (CV-lijn). Tegen het einde van de hoofdfase legt de student een assessment af op de praktijkschool. In studiejaar 4 (afstudeerfase) gaat de student een aanmerkelijk deel van de week naar de praktijkschool. Aan het einde van de opleiding functioneert hij als startbekwame leraar en kan hij aantonen dat hij over de benodigde competenties beschikt. Op de werkplek krijgt de student de mogelijkheid om ervaringen op te doen in echte onderwijssituaties en daarop te reflecteren. De school biedt praktijksituaties waarin hij kan oefenen en experimenteren. Welke manier van handelen leidt tot het gewenste resultaat, wat heeft de student nodig om adequaat te handelen (competent gedrag te vertonen)? Reflecteren op de werkervaringen is dus van groot belang. Dit reflecteren doet de student individueel door middel van reflectieverslagen, met de WB (begeleidingsgesprekken) of met andere studenten op dezelfde school (intervisie). De instituutsbegeleider (IB) ondersteunt het leren reflecteren en het leren van de ervaringen op de werkplek. Het ligt voor de hand dat de ervaringen die de student opdoet op de werkplek tot vragen en leerbehoeften leiden. Naarmate de student meer werkervaring opdoet, zal hij meer specifieke eigen vragen hebben. Bij de beoordeling spelen de WB en de IB een rol. De IB is 3
Voor gedetailleerdere informatie wordt verwezen naar de specifieke handleiding, documenten en readers die voor de werkervaringsleerlijn of praktijklijn binnen de verschillende opleidingen ontwikkeld zijn.
21
verantwoordelijk voor de totaalbeoordeling. 3.3.2 Integrale leerlijn 4 Binnen deze leerlijn werkt de student aan integrale opdrachten (projecten); dat zijn opdrachten die betrekking hebben op een probleem / vraag uit de echte beroepspraktijk. Het uitvoeren van die opdracht stelt de student in staat om allerlei relevante competenties te ontwikkelen en om reeds aanwezige competenties te benutten. In deze leerlijn staat de werkwijze van projectmatig werken centraal, aangevuld met expliciete aandacht voor onderzoeksvaardigheden met accent op het praktijkgericht onderzoek. In het 1ste studiejaar (propedeusefase) wordt projectmatig werken aangeboden in twee modulen ‘inleiding methodisch werken’ en een project. In studiejaar 2 en 3 (hoofdfase) worden een module onderzoeksvaardigheden en een aantal projecten aangeboden. Al werkende aan de projecten ontwikkelt de student een onderzoekende houding, die voor een hedendaagse docent onontbeerlijk is. Kort geschetst houdt de integrale leerlijn het volgende in. De student ontwikkelt een beroepsproduct voor de beroepspraktijk (bijvoorbeeld een schoolexcursie met duidelijke leerdoelen, een lessenserie, een advies aan de directie om de uitval te verminderen). Dit beroepsproduct moet voldoen aan vooraf opgestelde criteria. Het werken aan het beroepsproduct gebeurt projectmatig en in de eerste fase van de opleiding in groepsverband. Samen met medestudenten analyseert de student het probleem, maakt hij een plan van aanpak (met afspraken over samenwerking, tijdsbesteding, uit te voeren werkzaamheden, planning), ontwikkelt hij het product en bereidt hij een presentatie voor. Met een persoonlijk verslag geeft de student inzicht in zijn individuele bijdrage aan het product, de samenwerking en het realiseren van zijn persoonlijke leerdoelen. In deze projectmatige werkwijze wordt systematisch gebruik gemaakt van en geoefend met geleerde onderzoeksvaardigheden. Aanvankelijk stelt de opleiding de integrale opdracht en de eisen waaraan de student moet voldoen bij de vervulling van de opdracht, vast. In het begin wordt er ook meer hulp en begeleiding geboden bij het maken van deze opdrachten (vooral ook bij stellen van adequate vragen en het verstrekken van informatie om problemen te analyseren en op te lossen). Het gaat dan nog om opdrachten binnen een gesimuleerde leeromgeving. Later in de opleiding werkt de student in toenemende mate zelfstandig aan integrale opdrachten, omdat hij dan weet hoe hij duidelijke werkafspraken maakt, een plan van aanpak opstelt, hoe hij informatie verzamelt, hoe hij zelf kritisch reflecteert op zijn leeractiviteiten en het eindproduct. In studiejaar 4 (afstudeerfase) is er dan ook alleen spraken van echte projecten op de werkplek; dan hebben de student en de school (de ‘opdrachtgever’) veel invloed op het project dat wordt uitgevoerd, het product dat het moet opleveren en de criteria waaraan het product moet voldoen. De student is in deze laatste fase ook in grote mate zelf verantwoordelijk voor het kiezen van de specifieke competenties, concepten of vaardigheden die hij wil ontwikkelen én voor het aandragen van bewijsmateriaal waarmee hij kan aantonen dat hij een competente startbekwame leraar is. In de integrale leerlijn functioneert de opleider/tutor in de eerste drie jaren als opdrachtgever, als begeleider en als beoordelaar. Hij of zij beoordeelt het groepsproduct en de persoonlijke verslagen. In het laatste studiejaar zijn begeleiding en beoordeling gescheiden. De student voert dan projecten uit in opdracht van de school en de IB en WB vervullen een rol als begeleider. 4
Voor gedetailleerdere informatie wordt verwezen naar de specifieke handleiding, documenten en readers die voor de integrale leerlijn binnen de verschillende opleidingen ontwikkeld zijn.
22
3.3.3 Conceptuele en vaardigheden-leerlijn 5 In dit hoofdstuk is aangegeven dat bij competentiegericht leren en opleiden de nadruk ligt op de beroepspraktijk en het adequaat leren handelen als professional. De professional, de competente leraar, kan in uiteenlopende situaties en in verschillende rollen gewenste resultaten boeken. Natuurlijk heeft de student daarvoor ook kennis (concepten) nodig, veel vaardigheden en een passende houding. De derde leerlijn, de conceptuele en vaardighedenlijn, biedt de student de mogelijkheid om met nieuwe concepten kennis te maken op het terrein van de vakinhoud, de onderwijskunde en de vakdidactiek. Hij ontwikkelt de vaardigheden om die kennis in de praktijk te benutten, om zogenaamde werkmodellen te hanteren en op het effect daarvan te reflecteren. Het onderwijs in deze leerlijn kan verschillende vormen hebben, zoals: hoorcolleges, werkcolleges, workshops, presentaties door experts, literatuurstudie, onderzoek, enz. De functie van de conceptuele leerlijn is de student te stimuleren om als beroepsbeoefenaar te denken. Daartoe worden concepten en theorieën aangereikt. Het leren van vaardigheden komt globaal gesproken neer op: verwerven van een werkmodel (wat ga ik zo meteen op welke wijze oefenen?); gericht oefenen (experimenteren) op basis van een werkmodel; reflecteren (feedback) op de resultaten van het oefenen op grond van het werkmodel; verwerken van de conclusies van de reflectie in het werkmodel en zo nodig opnieuw oefenen. Het onderwijs bij het aanleren van vaardigheden heeft een ‘doe’-karakter; doen met verstand. Voorbeelden zijn: het gebruiken van relevante software, het presenteren voor een groep, het uitvoeren van een praktijkproef, het oefenen van gesprekstechnieken. Door het te doen wordt het geleerd. Concepten hebben een ondersteunende functie. Ook in deze lijn geldt dat de student in de laatste fase van de opleiding zelf een grote rol speelt bij het bepalen van de concepten en/of vaardigheden die noodzakelijk zijn voor zijn ontwikkeling tot competente, startbekwame leraar. In de conceptuele en vaardighedenlijn heeft de opleider de rol van expert én van begeleider en beoordelaar. 3.3.4 Studieloopbaanbegeleiding 6 In de studieloopbaanlijn werkt de student onder begeleiding van de studieloopbaanbegeleider en samen met andere studenten aan de reflectie op zijn professionele ontwikkeling, zijn leerproces en aan de planning van zijn studieloopbaan. Bij problemen kan de studieloopbaanbegeleider een bemiddelende rol vervullen, verwijzen naar hulp binnen het opleidingsteam of Student Services Center (SSC). Tijdens het gehele opleidingstraject volgt de student een doorlopend traject van studieloopbaanbegeleiding. In de studieloopbaanlijn (SLB) reflecteert hij met de studieloopbaanbegeleider en medestudenten op de studievoortgang, op de relatie tussen leeractiviteiten, leerdoelen en competenties en op de keuzes die hij maakt voor de invulling van zijn opleidingstraject. 5
Voor gedetailleerdere informatie wordt verwezen naar de specifieke handleiding, documenten en readers die voor de conceptuele en vaardigheden-leerlijn binnen de verschillende opleidingen ontwikkeld zijn.
6
Voor gedetailleerdere informatie wordt verwezen naar de specifieke handleiding, documenten en readers die voor de studieloopbaanbegeleidingsleerlijn of praktijklijn binnen de verschillende opleidingen ontwikkeld zijn.
23
In de SLB-lijn bekijkt de student ook hoe zijn ontwikkelingsplan op de andere leerlijnen 'werkt'. Hij formuleert concrete leervragen of leerdoelen waar hij de andere leerlijnen voor wil benutten. En daarnaast besteedt hij veel aandacht aan het plannen, volgen, bijsturen en controleren van de eigen denk- en leerprocessen en de competentie-ontwikkeling. Op de SLB-lijn vindt als het ware de verknoping plaats tussen alle activiteiten en leerervaringen, de student reflecteert daarop en verbindt er conclusies aan. De instrumenten voor een systematische studieloopbaanbegeleiding zijn het persoonlijk ontwikkelingsplan (POP), het studieplan/PAP en het portfolio. De student houdt in een portfolio relevante documenten bij die als bewijsstukken voor zijn ontwikkeling kunnen dienen. Gekoppeld aan het portfolio schrijft hij een POP, reflecteert daarop en stelt hij halfjaarlijks een studieplan op. De beoordeling op deze lijn is in hoge mate gericht op het vermogen tot zelfsturing: de student moet laten zien in hoeverre hij richting kan geven aan zijn eigen persoonlijke en professionele ontwikkeling en aan de competenties die hij daarvoor nodig hebt. De studieloopbaanbegeleider is verantwoordelijk voor de begeleiding en de beoordeling. In studiejaar 1 start het programma in periode 1 met een module ’studievaardigheden’. In periode 2 t/m 4 wordt aan begeleiding vormgegeven in een combinatie van SLB-lijn en WER-lijn (zie hierboven) 3.4 Toetsing en beoordeling Bij een nieuwe vorm van opleiden hoort ook een nieuwe vorm van beoordelen. Portfolio’s en assessments zijn instrumenten die passen bij competentiegericht leren en opleiden. Een cruciaal element van het nieuwe beoordelingssysteem is de grotere rol van de student in de beoordeling; de student kan inbreng hebben in de specificaties (evaluatiecriteria) waarop hij beoordeeld wil worden en in het beoordelingsproces zelf door materiaal aan te dragen waarmee hij kan aantonen dat hij bepaalde competenties beheerst. De eigen inbreng en verantwoordelijkheid van de student spelen vanaf het begin, maar vooral in de laatste fase van het opleidingstraject een belangrijke rol. In het begin van het opleidingstraject worden zijn prestaties en ontwikkeling per leerlijn beoordeeld met daarvoor geschikte instrumenten. In de laatste fase vloeien de leerlijnen samen en zul de student tijdens een assessment moeten aantonen dat hij in staat is tot competent handelen. Over toetsing en beoordeling is meer te lezen in het OER van de opleidingen en het toetsbeleid van de AF. 3.4.1 Portfolio en assessment Tijdens het opleidingstraject werkt de student, leert hij en reflecteert hij. De student ontwikkelt zijn eigen manier van werken en hij formuleert daarbij passende leervragen. Het portfolio is een instrument dat past bij deze visie op leren en opleiden. In het portfolio kan de student materialen verzamelen om zijn eigen ontwikkeling aan te tonen. Het kan daarbij gaan om concrete producten (lessenseries, video’s), om reflectieverslagen, feedback van medestudenten en begeleiders en beoordelingen van werkgevers en opleiders. Het portfolio is dus een persoonsafhankelijk instrument, dat veel ruimte biedt voor reflectie en eigen overwegingen. We spreken in dit geval van een ontwikkelingsportfolio. Onderdelen van het portfolio kan de student inzetten als bewijsmateriaal waarmee hij kan aantonen dat hij in staat is tot competent handelen. In dit geval wordt gesproken van een beoordelingsportfolio. Het beoordelingsportfolio wordt ingezet bij de portfoliobesprekingen.
24
De toetsomgeving waarin de aankomende docent laat zien dat hij competent is en waarin zijn competenties beoordeeld worden, wordt een assessment genoemd. De AF gaat meer en meer over op het inzetten van een assessment als afsluiting van (fasen) van de opleiding. Tijdens een assessment gaat het om het beoordelen van het vermogen om in complexe situaties creatief, flexibel en effectief om te gaan met de praktijkkennis. Is de student in staat de gewenste resultaten te boeken, zijn keuzes te verantwoorden en te reflecteren op het resultaat en zijn leerproces? Bij een assessment wordt dus integraal beoordeeld en niet alleen op deelaspecten. Een assessment is een momentopname met als nadeel een geringe betrouwbaarheid. Het nadeel van de momentopname wordt verminderd door de inzet van een beoordelingsportfolio waarin de student relevant bewijsmateriaal verzameld heeft (zie hierboven). 3.5 Studie in het buitenland in het kader van internationalisering De UNA vindt het belangrijk, dat studenten gedurende hun studie ook indrukken en ervaringen buiten Curaçao en de Antillen opdoen. Dat geldt ook voor studenten van de lerarenopleidingen. De faculteit geeft studenten alle ruimte om een gedeelte van het werkplekleren of het volgen van een minor in het vierde studiejaar te laten plaatsvinden buiten Curaçao. Een buitenlandstage of minor in het buitenland komen geheel voor rekening en verantwoordelijkheid van de student; de faculteit kan de studenten haar contacten met buitenlandse opleidingen beschikbaar stellen. (Bijvoorbeeld met instituten als IPA (Aruba), lerarenopleidingen in Suriname, o.a Interactum en Hogeschool van Amsterdam in Nederland, University of the West Indies.) 4
REGELINGEN MET BETREKKING TOT HET ONDERWIJS 7
In dit hoofdstuk worden een aantal zaken betreffende het onderwijs in z’n algemeenheid onder de aandacht gebracht. Hierbij geldt het onderwijs en examenreglement (OER) van de AF (bijlage 3) als uitgangspunt. Specifieke aandachtspunten die van belang zijn binnen een bepaalde onderwijseenheid (= module) zijn terug te vinden in de betreffende modulebeschrijving. 4.1 Toetsing In hoofdstuk 3 is ingegaan op het leerlijnenmodel en wordt beknopt aangegeven hoe begeleiding en beoordeling per leerlijn en per opleidingsfase plaatsvinden. Hierbij enkele regelingen met betrekking tot het onderwijs. Bij een mondeling tentamen (toets en/of opdracht) wordt de student een dag na afloop over de uitslag geïnformeerd. Bij een schriftelijk tentamen, eindopdracht o.i.d., wordt uiterlijk drie weken nadat hij aan de eisen voor afsluiting heeft voldaan, de uitslag bekend gemaakt. Als hij niet aan een afsluiting heeft deelgenomen, dan wordt er 'afwezig' doorgegeven. Als de student voor een onderdeel een onvoldoende behaalt, krijgt hij de kans om op basis van gerichte feedback de 'toets' bij te stellen; er is dus één herkansingsmogelijkheid. Per studiejaar is er op vier momenten gelegenheid om de herkansingen te doen; zie het jaarrooster in hoofdstuk 6 van deze studiegids. Als de uitwerking van de opdracht opnieuw als onvoldoende beoordeeld wordt, moet de student in het volgend jaar van inschrijving het betreffende onderdeel voor die periode (en voor de betreffende leerlijn) opnieuw volgen en uitvoeren. Dan zijn er wederom twee 7
Er wordt intern gewerkt aan afstemming van het Onderwijs- examenreglement met het Onderwijsexamenreglement van andere faculteiten. Dit proces is in volle gang. Voorlopig, in afwachting van aanpassingen, wordt uitgegaan van de in deze studiegids weergegeven regels en termijnen.
25
kansen: de reguliere en de herkansing. Ga dan wel tijdig na of er eventuele veranderingen zijn in de afsluitingseisen en neem contact op met de betreffende docent. Indien de student in de toetsweek niet deelneemt aan de afsluiting van een bepaald onderdeel, maar dat pas doet in de herkansingsweek, heeft hij géén recht op herkansing in het betreffende collegejaar en moet hij, als hij een onvoldoende behaalt, het volgend jaar van inschrijving het betreffende onderdeel opnieuw volgen en uitvoeren. Als de student door ziekte of een andere vorm van overmacht een toets mist, doet hij er verstandig aan dit van tevoren te melden bij de docent die de afsluiting verzorgt en bij het secretariaat. Het 'gewoon' ziek zijn geeft overigens geen automatisch recht op een extra kans. Heeft de student redenen om aan te nemen dat hij een uitzonderingsgeval bent, voor wie binnen het desbetreffende collegejaar wel een extra mogelijkheid moet worden geschapen, dan kan hij daartoe een beredeneerd verzoek indienen bij de decaan van de AF Regels voor het inleveren van opdrachten A Algemeen: Handgeschreven werk wordt niet geaccepteerd. Werk wordt of op papier ingeleverd of per e-mail verstuurd, volgens een van tevoren gemaakte afspraak. Werk kan worden ingeleverd bij de betreffende secretariaten. B
C
Portfolio’s (m.u.v. het SLB-portfolio) en projecten Het werk wordt uitgevoerd op A4 formaat, lettertype Times New Roman 12, enkele regelafstand. Bij schrijfvaardigheidsopdrachten wordt een dubbele regelafstand gebruikt. Er is een aparte titelpagina met daarop in elk geval 1. titel van het product 2. naam en studentnummer van de student 3. naam vakmodule 4. naam van de docent Er is een inhoudsopgave met een overzicht van de inhoud en de paginanummers waarop de verschillende onderdelen te vinden zijn. Alle pagina’s zijn genummerd. Het werk is geordend in de juiste volgorde. Het werk is verzameld in een plastic snelhechter of anderszins gebonden. Er worden geen plastic insteekhoezen gebruikt. Opdrachten tot ongeveer 4 bladzijden Het werk wordt uitgevoerd op A4 formaat, lettertype Times New Roman 12, enkele regelafstand. Bij schrijfvaardigheidopdrachten wordt een dubbele regelafstand gebruikt. Op de eerste bladzijde wordt in elk geval vermeld: 1. titel van het product 2. naam en studentnummer van de student 3. naam vakmodule 4. naam van de docent Er is een inhoudsopgave met een overzicht van de inhoud en de paginanummers waarop de verschillende onderdelen te vinden zijn. Alle pagina’s zijn genummerd.
26
Het werk is geordend in de juiste volgorde. Het werk is verzameld in een plastic hoesje.
Studievoortgangadministratie De resultaten van de afsluiting van een onderwijseenheid worden door de docent ingeleverd bij het Secretariaat en na verwerking doorgegeven aan het Student Services Center. Daar worden de resultaten ingevoerd in een geautomatiseerd bestand (Progress). Docenten worden niet geacht direct tentamenresultaten door te geven aan de student in kwestie. Neem bij onduidelijkheden in het overzicht van de studieresultaten a.u.b. meteen contact op met de studieloopbaanbegeleider. Schriftelijke toetsen, tentamens, etc. inzien en nabespreken In de vierde week van de volgende periode krijgt de student gelegenheid tot inzage in en feedback door de docent op het beoordeelde werk. Daarvoor maken de docenten zelf een afspraak met hun studenten over de uitvoering hiervan. Bewaring tentamens, werkstukken, e.d. Schriftelijke producten als tentamens en eventuele mondelinge verslagen worden bewaard in uw dossier. Leesdossier, projectproducten, verslag van de grote afstudeeropdracht en portfolio’s worden door de student ingeleverd ter beoordeling en daarna weer aan de student teruggegeven ter bewaring. De bewaarplicht rust dus zowel bij de faculteit als bij de student. Een half jaar nadat de student is gestopt met de studie, wordt het dossier vernietigd. Als hij, vóórdat deze zes maanden verstreken zijn, schriftelijk verzoekt om teruggave van zijn werk, dan wordt dit altijd gehonoreerd op het moment dat de bewaartermijn verstreken is. Geldigheidsduur tentamens Hier wordt een onderscheid gemaakt tussen propedeusefase (studiejaar 1) en bachelorfase (vanaf studiejaar 2). Voor de propedeusefase geldt dat behaalde resultaten en vrijstellingen vervallen als niet binnen 2 jaar het propedeusediploma is behaald. Voor de bachelorfase geldt dat behaalde resultaten en vrijstellingen vervallen als niet binnen 5 jaar het bachelordiploma is behaald. Presentieregeling Met ingang van studiejaar 2008-2009 geldt als regel: 1. de student mag twee van de zeven colleges missen; 2. indien de student drie of meer colleges mist, kan hij/zij niet deelnemen aan het (her)tentamen. Voor praktijk/stages moet het gestelde minimum aantal uren worden volgemaakt. De student houdt zich aan het rooster van de stageschool. De opleiding of de betreffende docent brengt de student, vóór aanvang van het collegejaar of tijdens het eerste college, op de hoogte van het feit, dat voor nog nader te preciseren onderdelen de aanwezigheidseis of deelnameplicht geldt. Vervolgens geeft de docent tijdig een uitvoerige cursusomschrijving en programmaoverzicht waarin tevens wordt aangegeven: - voor welke onderdelen van de cursus de aanwezigheidseis of deelnameplicht geldt en waarom; - de tijdstippen waarop gedurende het programma de aanwezigheidseis of deelnameplicht geldt; 27
-
-
de gevolgen van onvoldoende aanwezigheid of deelname voor de student. Hierbij kan duidelijk worden gemaakt in welke gevallen compenserende extra opdrachten al dan niet mogelijk zijn. de gedragsregels rond aanwezigheidseis / deelnameplicht die voor de student gelden.
Richtlijnen / gedragsregels die gelden voor de opleiding gedurende het collegejaar, inclusief afsluiting, bij aanwezigheidseis of deelnameplicht - De aanwezigheid of deelname van studenten wordt nauwkeurig bijgehouden. - Docenten/begeleiders houden zichzelf aan de tijdstippen waarop gedurende het programma de aanwezigheidseis of deelnameplicht geldt. - De opleiding biedt binnen redelijke grenzen aan studenten die door overmacht niet voldoen aan de aanwezigheidseis of deelnameplicht de mogelijkheid om de cursus door middel van een compenserende opdracht alsnog af te ronden. (Gedrags)regels voor de student bij aanwezigheidseis of deelnameplicht - In geval van afwezigheid / geen deelname bericht de student de opleider/begeleider tijdig met motivatie. - Indien de student het risico loopt van onvoldoende aanwezigheid / deelname neemt hij zelf tijdig contact op met de opleider/begeleider Bij twijfel of onenigheid raadpleegt de student de opleidingscoördinator. 4.2 Vrijstellingen Het kan zijn dat de student bijvoorbeeld via eerdere studie, (werk)ervaringen al over een aantal relevante competenties, specifieke kennis en vaardigheden beschikt. De student zal dit moeten aantonen! Bij het opstellen van het POP en het studieplan/PAP in de studieloopbaanlijn wordt daar dan rekening mee gehouden. Het wordt dan mogelijk om de studieduur te verkorten, doordat de student vrijgesteld wordt van het uitvoeren van bepaalde projecten of het volgen van modulen. • Als het gaat om één vrijstelling of een beperkt aantal vrijstellingen, dient de student contact op te nemen met de SLB-er. Deze zal samen met de student een formulier invullen dat wordt voorgelegd, voorzien van de benodigde bewijsstukken, aan de betreffende vakdocent. Indien deze akkoord gaat, wordt de aanvraag voorgelegd aan de Examencommissie. • Indien het gaat om een groter aantal vrijstellingen, kan de student in aanmerking komen voor een zogenaamd ‘programma op maat’. De student dient in dit geval contact op te nemen met de taalcoördinator. Tezamen stellen zij een voorstel op dat, voorzien van bewijsstukken, wordt voorgelegd aan de Examencommissie. Indien de student het niet eens is met de beslissing van de Examencommissie, kan hij zich wenden tot de decaan, die de zaak zal doorgeleiden naar de Commissie van Beroep. Verleende vrijstellingen blijven, net als tentamens, geldig zolang er spraken is van onafgebroken inschrijving voor de opleiding. 4.3 Logopedische screening Het beroep van leraar houdt in dat vanaf de start van de opleiding de stem veelvuldig gebruikt zal worden in de uitoefening van dit beroep. Het overdragen van kennis en het begeleiden van leerlingen dienen op een goed verstaanbare wijze plaats te vinden. Het is daarom belangrijk dat er geen stoornissen zijn op het gebied van stem, spraak, taal en/of gehoor. Daarom dient voor 28
aanvang van de opleiding de student voor eigen kosten een logopedische screening te ondergaan. De logopedist zal op grond van geconstateerde stemkwaliteiten van de student een verklaring afgeven die luidt dat de student geen, enkele dan wel ernstige stembelemmeringen heeft in relatie tot de uitoefening van het beroep van leraar. In het geval van ernstige belemmeringen die door therapie niet eenvoudig of in het geheel niet zijn te remedieren, zal toelating tot de opleiding niet mogelijk zijn. In het propedeutisch jaar staat logopedie als module op het rooster en in de diverse modules waarin aan taalvaardigheid gewerkt wordt, wordt aandacht besteed aan stemgebruik, ademhalingstechniek, etc. 4.4 Drempels in de opleiding Drempels in de opleiding wil niets anders zeggen dan voorwaarden die de opleiding stelt aan de in-, door- en uitstroom van studenten. Instroom: hiervoor gelden de eisen en voorwaarden zoals gesteld in het hoofdstuk ‘Toelating en inschrijving’ (blz. 8 e.v.). Doorstroom: de 2e graads lerarenopleidingen talen kennen 3 fasen: propedeuse (jaar 1), hoofdfase (jaar 2 en 3), afstudeerfase (jaar 4). Voor elke fase geldt een aantal voorwaarden om te kunnen doorstromen. Van propedeuse naar hoofdfase a. de student heeft aan het einde van het eerste studiejaar alle 60 ec’s (studiepunten) van de propedeusefase behaald: de student mag doorstromen naar het tweede studiejaar. b. de student heeft aan het einde van het eerste studiejaar een deficiëntie van maximaal 20 ec’s. De student mag doorstromen naar het tweede jaar. Als extra voorwaarde wordt hierbij gesteld dat de coördinatoren van de SLB-lijn en de CV-lijn geen bezwaar hebben tegen de doorstroming. Indien een van hen bezwaar maakt, brengt deze de zaak voor de examencommissie. Onverkort blijft staan dat de student binnen twee jaar de propedeuse moet hebben behaald. Indien de propedeuse niet binnen twee jaar is behaald, vervallen alle cijfers uit de propedeusefase. c. De student heeft een deficiëntie van meer dan 20 ec’s: de student mag niet doorstromen naar het tweede jaar en moet er zorg voor dragen dat hij binnen de gestelde periode van twee jaar de propedeuse behaalt. Als de student op enig moment in het studiejaar waarin hij deze deficiëntie tracht weg te werken, het tekort aan ec’s heeft gereduceerd tot minder dan 10, kan hij bij de decaan een verzoek indienen om te worden toegelaten tot bepaalde modules in het tweede jaar. De decaan raadpleegt de coördinatoren van de leerlijnen. Indien een van deze bezwaar heeft, brengt hij/zij de zaak voor de examencommissie. In principe is de propedeusefase in 1 studiejaar (1ste jaar) te doorlopen. De student mag maximaal 2 jaar over de propedeusefase doen; als hij deze fase dan niet kan afsluiten, dient hij de opleiding te verlaten. De propedeusefase wordt afgesloten door middel van een examengesprek tussen studieloopbaanbegeleider en student waarbij het portfolio van de student dient als vertrekpunt. Van hoofdfase naar afstudeerfase a. De student heeft aan het einde van het derde studiejaar alle 120 ec’s van de hoofdfase behaald en het assessment werkplekbekwaam met succes afgelegd: de student mag doorstromen naar het vierde jaar. b. De student heeft aan het einde van het derde studiejaar een deficiëntie van maximaal 29
30 ec’s van de hoofdfase en heeft het assessment werkplekbekwaam met succes afgelegd: de student mag doorstromen naar het vierde jaar. c. De student heeft aan het einde van het derde studiejaar een deficiëntie van meer dan 30 ec’s van de hoofdfase: de student kan niet deelnemen aan het assessment werkplekbekwaam en mag niet doorstromen naar het vierde studiejaar. Als de student op enig moment in het studiejaar waarin hij deze deficiëntie tracht weg te werken, het tekort aan ec’s heeft gereduceerd tot minder dan 30, kan hij bij de stagecoördinator van de faculteit een aanvraag voor het afleggen van het assessment werkplekbekwaam doen. Uitstroom: Wanneer er zich geen bijzondere omstandigheden voordoen kan de student de studie in vier jaar beëindigen en met het diploma Bachelor of Education (de startbekwaamheid) uitstromen. Een ander moment van uitstromen kan zich voordoen bij het behalen van de propedeuse. De student en/of opleiding komt/komen tot het besluit om de studie niet op de lerarenopleiding voort te zetten, maar over te stappen naar een andere opleiding. Tenslotte kan uitstroom zich voordoen op enig moment gedurende de opleiding als de student niet kan voldoen aan de gestelde voorwaarden van de opleiding, dan wel dat de student de opleiding niet langer wil voortzetten. Het afsluitende ‘ examen’, het eindexamen, bestaat uit een controle in het studievoortgangsysteem van alle studiepunten en het houden van een eindpresentatie / assessment met 2 examinatoren, gebaseerd op het beoordelingsportfolio en het verslag van de afstudeeropdracht van de student. De procedure voor het doen van het assessment is als volgt. Uiterlijk één maand voor de eindexamendatum dienen de assessmentdocumenten portfolio en verslag van de afstudeeropdracht in tweevoud te zijn ingeleverd bij het secretariaat. Deze documenten zijn dan reeds met een voldoende beoordeeld om tot het examen te kunnen worden toegelaten. De totale eindcijferlijst van de respectieve eindexamenkandidaat wordt door het secretariaat nog een keer nagegaan en gecontroleerd, aan de hand van een door het SSC aan het secretariaat aangeleverde Progresslijst. Indien er uiteindelijk nog vakken open blijken te staan, is het doen van eindexamen niet mogelijk en moet door de kandidaat eerst het eventueel ontbrekende onderdeel (met een voldoende) worden afgerond. Een week na het inleveren van zijn eindexamenproducten, wordt de student door het secretariaat verwittigd van het feit dat er er een officiele brief van de decaan voor hem klaar ligt bij het secretariaat van de Algemene Faculteit, waarmee eventueel, indien nodig, vrijstelling van dienst kan worden aangevraagd om het examen af te kunnen leggen. Gelieve deze brief persoonlijk op te halen bij het secretariaat. In verband met de betaling van het examengeld het volgende: het examenreglement noemt geen specifieke termijn waarop het examengeld betaald dient te zijn. Wel is bepaald dat door de examenkandidaat aan het examengeld moet zijn voldaan, alvorens aan het eindexamen kan worden deelgenomen. Het examengeld bedraagt nafl. 500,-- , ongeacht het cohort waartoe de student behoort en kan worden betaald bij de verkoopafdeling van de UNA (Student Services Center). De voertaal tijdens het examen is de doeltaal. (Zie verder de afstudeerhandleiding).
30
4.5 Kwaliteitszorg Kwaliteitszorg heeft betrekking op alle onderdelen van het onderwijs, het curriculum, de studievoortgang, de begeleiding, de onderwijsorganisatie, de relatie opleiding-arbeidsmarkt, etc. De kwaliteit van het onderwijs kan natuurlijk prima beoordeeld worden door degenen die het onderwijs genieten: de studenten. Van de student wordt daarom regelmatig gevraagd schriftelijk te evalueren. Daarvoor zijn aparte evaluatieformulieren ontwikkeld. Zo'n formulier kan anoniem worden ingevuld. Op basis van de resultaten van de evaluatie en de suggesties ter verbetering die door u zijn genoemd, wordt bekeken op welke punten er aanpassingen plaats zullen vinden. Tevens maakt de AF gebruik van studenten- en docentenpanels om haar opleidingen regelmatig te evalueren. Natuurlijk kan de student ook altijd zonder dat daar rechtstreeks om gevraagd wordt bij de desbetreffende docent of de studieloopbaanbegeleider zijn opmerkingen kwijt over het onderwijs. Met hem of haar kan de student dan bespreken wat er eventueel verder zou kunnen gebeuren. Ook met het werkveld wordt gecommuniceerd en geëvalueerd. Tweemaal per jaar vinden vergaderingen plaats met een zogenaamde werkveldcommissie; daarin hebben zitting een vertegenwoordiging van de opleidingsscholen en van de faculteit.
31
5
OVERIGE REGELINGEN
Bij het verschijnen van deze studiegids is een nieuwe tekst van het Onderwijs- en Examenreglement (OER) van de AF van kracht. Zie voor de volledige tekst van het OER bijlage 3. Het OER is ook op Blackboard geplaatst. 5.1
Examenreglement Deelname aan tentamens staat open voor alle ingeschreven studenten van het betreffende studiejaar. 2. De student dient zich volgens de door de opleiding gestelde termijn in te schrijven voor een tentamen. Terugtrekking kan zo lang de inschrijvingstermijn openstaat. Indien de kandidaat zich niet binnen de daarvoor gestelde termijn heeft teruggetrokken, wordt hij geacht aan het tentamen te hebben deelgenomen. Indien de kandidaat zich heeft ingeschreven en niet aan het tentamen deelneemt, wordt hem het cijfer 1 (een) toegekend voor het betreffende tentamen. Het is VERPLICHT voor de studenten om zich elektronisch in te schrijven voor hun tentamens. Dat inschrijven doen zij in Progress WWW, een programma dat te vinden is via www.una.an en dan doorklikken naar Progress.WWW. 3. Studenten die aan een tentamen van een ander studiejaar wensen deel te nemen, moeten daarvoor toestemming hebben van de betrokken docent. 4. Wie aan een herkansing wil meedoen, dient zich altijd schriftelijk op te geven. 5. Elke kandidaat dient een kwartier vóór aanvang van het tentamen aanwezig te zijn. 6. Iedere deelnemer aan een tentamen moet de presentielijst bij binnenkomst en vertrek tekenen en een geldige collegekaart kunnen overleggen. Als de kandidaat geen geldige collegekaart kan tonen, wordt deze uitgesloten van deelname aan het tentamen. Het collegekaartnummer dient ook vermeld te worden rechtsboven op de eerste pagina van het tentamen of de in te leveren opdracht. 7. De kandidaat mag de zaal in principe niet verlaten voordat het tentamenwerk is ingeleverd. Gedurende een half uur volgend op de mededeling van de surveillant, dat het tentamen officieel is begonnen, mogen de kandidaten de examenzaal niet verlaten. Indien medische redenen worden ingeroepen, dient een doktersbriefje te worden getoond. 8. Een kandidaat die te laat komt, wordt tot uiterlijk een kwartier na aanvang van het tentamen toegelaten. Inleveren geschiedt echter op hetzelfde tijdstip als de anderen. 9 Elke kandidaat is verplicht al zijn tentamenwerk in te leveren. Hij parafeert voor de afgifte op de presentielijst. De kandidaat mag de tentamenopgaven alleen meenemen, indien de betrokken docent/surveillant dit uitdrukkelijk toelaat. Het overtollige tentamen- en kladpapier dient in het tentamenlokaal achtergelaten te worden. 10. Tassen dienen vooraan in het tentamenlokaal te worden geplaatst. 11. Een kandidaat mag alleen de toegestane boeken, hulpmiddelen en dergelijke zoals op het voorblad van de tentamenopgaven is aangegeven, bij zich op de tafel hebben. 12. Tijdens het tentamen mogen geen telefoons of andere communicatiemiddelen worden gebruikt. Deze mogen ook niet op de tafel van de kandidaat voorhanden zijn. 13. Elke kandidaat dient voordat hij met het tentamen begint, te controleren of de tentamenopgave compleet is. 14. Tentamenwerk mag niet met potlood of rode pen worden gemaakt. Dergelijke tentamens worden niet nagekeken. 15. In aanvulling op de gestelde regels omtrent het maken van tentamens geldt voor de AF: • dat slechts de aantekeningen in een logboek met de hand mogen worden geschreven. 1.
32
Werkstukken, verslagen en al het andere schriftelijke materiaal waarvoor een studiepunt kan worden behaald, dienen getypt of in digitale vorm te worden ingeleverd; • dat dezelfde regels als voor schriftelijke toetsen van toepassing zijn voor werkstukken, verslagen en eindopdrachten met uitzondering van de inschrijvingsplicht. Ze moeten worden ingeleverd in de toetsweek bij het secretariaat van de AF. In verband met fraude, plagiaat en andere onrechtmatigheden hanteert de AF het UNA-brede beleid in dezen. Enkele belangrijke fragmenten uit de frauderegeling zijn opgenomen als bijlage 4 van deze studiegids (de volledige Frauderegeling is te vinden op Blackboard). 5.2 Suggesties en klachten Eerste aanspreekpunt voor suggesties en klachten ten aanzien van de gang van zaken binnen een bepaald vak en/of de afsluiting daarvan, is de betreffende docent. In tweede instantie en indien noodzakelijk kunt u zich wenden tot de studieloopbaanbegeleider, vervolgens tot de coördinator van de leerlijn waaronder het vak valt, en vervolgens tot de decaan van de faculteit. Voor zaken en problemen van meer persoonlijke aard is het studentendecanaat (Student Services Center) de aangewezen instantie. 5.3 Beroepscommissie Als de student het niet eens is met een beslissing en hij komt er samen met de faculteit niet uit, dan kan hij zich wenden tot de Commissie van Beroep van UNA. Voor advies en aanwijzingen hoe te handelen kunt u zich richten tot het Student Services Center. 5.4 Studentenraad Het medezeggenschapsorgaan voor studenten om hun visie, meningen, enz. officieel kenbaar kunnen maken, is de studentenraad. De studentenraad bestaat uit maximaal drie vertegenwoordigers van de studenten per faculteit. Zij adviseert met betrekking tot de studentenvoorzieningen, de kwaliteitszorg van het onderwijs, in het bijzonder de studeerbaarheid van de programma’s en het beroepsreglement. De vergaderingen van de studentenraad met de rector magnificus zijn openbaar. Voor verdere inlichtingen omtrent de studentenraad en de verkiezingsprocedure kan men zich wenden tot de studentendecaan. 5.5 Faculteitsraad Tijdens het collegejaar 2006-2007 werd voor het eerst de Faculteitsraad operationeel. De leden van de Faculteitsraad praten mee over zaken die de faculteit aangaan en zij adviseert de decaan dienaangaande. De Faculteitsraad is samengesteld uit studenten, docenten en medewerkers van de Algemene Faculteit. De raad komt maandelijks bijeen.
33
6
PRAKTISCHE INFORMATIE
6.1
Faciliteiten en diensten
Student Services Center (SSC) Het Student Services Center (SSC) staat onder leiding van mw. Elica Ras- Fullinck Contactgegevens: e-mail :
[email protected] tel : 844 2142 Algemeen emailadres van SSC:
[email protected]
Bij het SSC kan de student bij de informatiebalie o.a. terecht: ¾ Voor het verkrijgen van algemene informatie over de UNA en haar opleidingen ¾ Om zich in en uit te schrijven bij een faculteit van de UNA ¾ Voor aanvragen voor restitutie wegens bijzondere persoonlijke omstandigheden ¾ Voor het aanvragen van verklaringen van inschrijving en het maken en ophalen van collegekaarten ¾ Lost & Found Service (voor cijferlijsten kan de student terecht op ProgRESS.www) Openingstijden:
ma di wo do vr Contactgegevens: e-mail: tel :
11.00 – 17.00 uur 8.00 – 17.00 uur 8.00 – 17.00 uur 8.00 – 17.00 uur 8.00 – 16.30 uur
[email protected] 844 2144
Bij het SSC kan de student bij de verkoopbalie o.a: ¾ Readers kopen ¾ Kantoorartikelen kopen ¾ UNA-publicaties kopen ¾ Kopieerwerk laten doen van 1 velletje tot een compleet verslag (zwart/wit en in kleur) ¾ Verslagen en scripties laten inbinden Openingstijden:
ma di t/m do vr
Contactgegevens:
tel
11.00 - 16.30 uur 8.00 - 12.30 uur 13.30 - 16.30 uur 8.00 - 12.30 uur 13.30 – 16.00 uur
: 844 2145 / 2146 / 2147
De studenten dienen zelf hun studieboeken aan te schaffen via internet, de boekhandels en/of de boekimporteur. Adresgegevens volgen hierna. Bij de inschrijving ontvangt de student een
34
literatuurlijst van de Faculteit; deze literatuurlijst verschijnt ook op Blackboard. De in de literatuurlijst vermelde syllabi zijn wel via de verkoopbalie van SSC te koop. Bestelmogelijkheden van studieboeken: Via de boekimporteur British American Books Ltd, Roodeweg 100, 462 4600 Ook een vestiging op UNA. Deze boekimporteur beschikt over de literatuurlijsten van de opleidingen en een groot aantal titels op voorraad. Betaling in termijnen is mogelijk, evenals 2e handsboekenverkoop Via internet www.bol.com www.amazon.com www.jongbloed.nl www.intertaal.nl Via de boekhandels NiestenSchoolservices, Snipweg 70 738 8822 www.niestenschool.com In het SSC is ook het studentendecanaat gevestigd. Het studentendecanaat staat onder leiding van mw. Elica Ras- Fullinck. Zij wordt bijgestaan door de student counselor mw. Cristina Daniel. Zit men met vragen, twijfels of moeilijkheden op het gebied van studiekeuze, persoonlijke problemen; angstgevoelens (tentamens / presentaties); problemen met docenten, studenten of anderen; studiefinanciering; studieproblemen en/of –vaardigheden, dan kan men terecht bij het studentendecanaat. Samen met de student wordt de situatie in kaart gebracht en gezocht naar mogelijke oplossingen. Gegevens worden vertrouwelijk behandeld. Men kan een afspraak maken met een van onze studentcounselors of even binnen lopen. Contactgegevens: e-mail:
[email protected] [email protected] tel : 844 2149 / 2142 Het SSC is sinds januari 2009 uitgebreid met een Career Center. Bij dit Career Center kan de student terecht voor: • Een databestand voor stageplekken en actuele vacatures • Cursussen en workshops op het gebied van solliciteren / presenteren / schrijven van brieven • Het maken van studiekeuze- en beroepskeuzetesten (op afspraak) • Netwerk evenementen Contactgegevens: tel: 844 2149 e-mail:
[email protected] Ook is er een International Office gevestigd in het SSC. Hier kan de student begeleiding en advies ontvangen indien hij voor een bepaalde periode in het buitenland zou willen studeren. Ook begeleidt de medewerker van het International Office, studenten vanuit het buitenland die aan de UNA wensen te studeren. Contactgegevens:
tel: 844 2142/ 2149 e-mail:
[email protected]
35
Bibliotheek (Library & Research Services) De afdeling Library & Research Services (LRS) heeft, naast de klassieke bibliotheekfunctie ook een actief onderwijs- en onderzoeksondersteunende functie voor de UNA. Wij collectioneren literatuur met betrekking tot de verschillende vakgebieden die op de UNA worden gedoceerd en ondersteunen studenten, docenten en onderzoekers in hun zoektocht naar hoogwaardige kennis en informatie. Onze dienstverlening is erop gericht dat studenten de juiste informatie tot hun beschikking kunnen hebben, ook wanneer het niet in ons eigen bezit is. Daartoe onderhoudt de bibliotheek contacten met bibliotheken en informatiecentra in binnen- en buitenland. Om onze klanten gericht te kunnen ondersteunen is binnen de afdeling een informatiespecialist specifiek belast met één of meerdere faculteiten. Deze specialist onderhoudt de vakspecifieke collectie, ondersteunt klanten met vakspecialistische vragen en verzorgt instructielessen binnen het onderwijsprogramma van de faculteit. Bij de informatiebalie van de bibliotheek kunnen studenten zich met hun collegekaart (of met een bewijs van inschrijving aan de UNA) als lid van de bibliotheek laten registreren. Van de verplichte literatuur heeft de bibliotheek minimaal één exemplaar als ‘one-day-loan’ beschikbaar. Met uitzondering van de publicaties in de collectie Antiana, die niet uitleenbaar zijn, kunnen de overige boeken voor drie weken worden geleend. Op de afdeling Antiana kunnen de publicaties die betrekking hebben op de Antillen worden geraadpleegd. Ook de afstudeerscripties van de verschillende faculteiten kunnen hier worden ingezien. De catalogus van de bibliotheek is online doorzoekbaar en toegankelijk via de bibliotheekpagina op de UNA website. Via de bibliotheekpagina zijn ook de databanken en digitale tijdschriften (ejournals) waar de bibliotheek een abonnement op heeft raadpleegbaar. Als aanvulling hierop is er per studierichting een lijst met vrij toegankelijke tijdschriften en andere digitale bronnen op de site geplaatst. Belangrijke digitale bronnen vinden AF studenten in onze databases van EBSCO en Sage. Hierin vind je bijvoorbeeld alle artikelen van Cambridge journal of Education. Active Learning in Higher Education en Language Teaching Research. Ook deze bronnen zijn online – dus via internet, dag-en-nacht- te gebruiken. Voor actuele informatie, tussentijdse wijzigingen van de openingstijden, handige tips en nieuwe links kunt u terecht op onze Facebook pagina: www.facebook/unalibrary. Openingstijden Bibliotheek: Maandag 12:00 -17:00 uur Dinsdag 08:00 -17:00 uur Woensdag 08:00 -17:00 uur Donderdag 08:00 -17:00 uur Vrijdag 08:00 -16:00 uur Openingstijden Studiezaal Maandag t/m zondag 08:00 - 22:30 uur Op de onderstaande feestdagen is de Studiezaal gesloten: Nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag, Paaszondag, Eerste Kerstdag, Tweede Kerstdag, Oudejaarsdag. Campus Tot de campus worden toegelaten studenten die zijn ingeschreven aan de UNA. Daarbij wordt prioriteit gegeven aan studenten die niet afkomstig zijn van Curaçao. De verblijfkosten bedragen
36
ANG 735,- per maand inclusief maaltijden (te betalen gedurende 10 maanden; inclusief OB). De campus heeft tot doel het verschaffen van een rustige studiesfeer aan de studenten en biedt de volgende mogelijkheden. ¾ rustige studieruimte ¾ eigen kamer, met internetaansluiting ¾ drie maaltijden per dag ¾ sportfaciliteiten Verdere informatie en inschrijfformulieren zijn beschikbaar bij de Campusmanager, de heer De Palm in zijn kantoor op de Campus. U kunt telefonisch inlichtingen krijgen op nummer 844 2217 en 2218 of via e-mail
[email protected] ;
[email protected] CCUNA Het Computercentrum van de UNA (CCUNA) is belast met het zorgdragen voor adequate ondersteuning aan de primaire en secundaire processen van de universiteit voor de informatievoorziening en de daarbij gebruikte informatie- en communicatie-infrastructuur. ICT speelt een steeds grotere rol in vele aspecten van het onderwijs en de bedrijfsvoering en biedt kansen voor efficiënte, innovatieve vormen van werken en samenwerken en voor internationale aansluiting. Deze afdeling levert een bijdrage tot het implementeren van deze ICT functies binnen de universiteit. CCUNA beoogt een, volgens internationale standaardaarden functionerende professionele beheersorganisatie te zijn met een hoog, intern en extern erkend, technisch- en dienstverleningsniveau. De missie van CCUNA bestaat uit het adviseren over het te voeren ICT-beleid en het ontwikkelen en in stand houden van een doelmatige, efficiënte, tevens flexibele infra-structuur en dienstverlening voor informatievoorziening en communicatie ten behoeve van het onderwijsproces en van de algemene bedrijfsvoering binnen UNA. Het Computercentrum van de Universiteit van de Nederlandse Antillen (CCUNA) biedt een pakket van diensten aan de studenten en medewerkers van de UNA. Het pakket omvat de volgende diensten: ICT-aangelegenheden: het beheer van de ICT infrastructuur en informatiesystemen (Progress en Blackboard), en aankoop van computer en informatiesystemen en computerbenodigdheden. Evenals het beheer van de UNA website en E-mail server. De student kan een UNA email adres aanvragen.
Verhuur van UNA-faciliteiten: het reserveren en inroosteren van de lokalen voor onderwijs en studie doeleinden, en onderwijsmaterialen voor onderwijs en presentaties.
Verkoop van printkaarten die door studenten in de computer ruimte Escape gebruikt kunnen worden, waar computers en printers ter beschikking gesteld staan.
Helpdesk (ICT-ondersteuning): de aanvragen voor wireless internet verbindig (WiFi) op de dinsdag en donderdag van 08.00-12.00, uitprinten van documenten, e-mail, en software- en hardware ondersteuning.
Beheer van de telefooncentrale en daaruit volgende telefoonaangelegenheden
Computercursussen: het verzorgen van interne- (onder kantooruren) en externe- (in de avonduren) ICT cursussen. UNA studenten krijgen een korting van 50% op het cursusbedrag.
37
.AN domeinnaam registratie: het aanvragen van ccTLD domeinnamen met de extensie .AN
Voor meer informatie kijk op: http://www.una.an/ccunasite Contactgegevens:
tel: 844-2250/844-2251 e-mail:
[email protected]
6.2 Communicatie binnen de opleiding Via Blackboard (het intranetsysteem van UNA) wordt de student op de hoogte gehouden van onder meer roostering, uitslagen, groepsindeling en mededelingen over aan te schaffen materialen. Daarnaast kan hij er ook informatie over roosterwijzigingen, ziekte van docenten, activiteiten, conferenties, etc. vinden. Het is dus van belang dat de student regelmatig (liefst dagelijks!!) Blackboard raadpleegt. Bij inschrijving als student ontvangt hij een mailadres van UNA en de inloggegevens voor Blackboard. Voor tentameninschrijving en het vastleggen en bijhouden van studieresultaten hanteert de faculteit ProgRESS www. Ook hiervoor ontvangt de student bij inschrijving zijn inloggegevens. Blackboard en ProgRESS www zijn twee verschillende systemen met ieder hun eigen inlogprocedure. Nieuwe ingeschreven studenten volgen in periode 1 de ICT-module, waarin de werking van de verschillende systemen wordt uiteengezet. Bereikbaarheid docenten De docenten zijn bereikbaar via hun e-mail of via hun postvakken bij de opleiding. Docenten van de opleiding zijn veelal ook telefonisch bereikbaar. Om privacyredenen laten wij het aan de gastdocenten over om hun mailadres en telefoonnummer aan studenten bekend te maken. Schriftelijk werk levert de student in bij het Secretariaat van de Faculteit. Bereikbaarheid studenten Elke student krijgt een eigen Blackboard-adres. In een beperkt aantal gevallen zal informatie per post worden verzonden. De student wordt daarom dringend verzocht een adreswijziging niet alleen door te geven aan de studentenadministratie, maar ook aan de opleidingscoördinator en aan de studieloopbaanbegeleider. Het Blackboard-adres geeft de student toegang tot studentenmail van de UNA. De student kan gebruik maken van een computer in de bibliotheek, bij CCUNA, een computer thuis of een laptop. 6.3 Roostering Het aantal colleges kan van periode tot periode verschillend zijn, maar er zijn niet de hele week ingeroosterde lesactiviteiten. Wij gaan ervan uit, dat iedereen de niet-ingeroosterde tijd besteedt aan opdrachten, voorbereiding, activiteiten, zelfstudie, en dergelijke. Bij de 42 weken zijn ook de afsluitings- en herkansingsweken meegerekend; ook in deze weken wordt de student geacht te studeren, net als in de studieweken. Alleen de weken die in het jaarrooster opgenomen zijn als vakantieweken tellen niet mee. Voor het werken op school (stages) volgt de student altijd het werkrooster van de betreffende school. Tijdens het werkplekleren gaat het schoolrooster dus boven het rooster van de opleiding. Per periode wordt er een rooster vastgesteld en op Blackboard bekend gemaakt. Het rooster wisselt per periode. Een nieuwe rooster is uiterlijk een week voordat het ingaat, bekend. Het merendeel van de onderwijsactiviteiten (contacttijd) is geprogrammeerd in de middag- en avonduren in blokjes van 2 uren: 15-17; 17-19 en 19-21 uur. Soms begint een college om 13 uur.
38
Het aantal lessen op de opleiding en uren op de werkplek in een school kan van periode tot periode verschillend zijn. De 40 uur per week is de tijd die de gemiddelde student nodig heeft voor de opleiding. Sommige studenten zullen met iets minder tijd toe kunnen, andere studenten hebben misschien meer tijd nodig. Ga er echter niet te gemakkelijk van uit, dat u net die student bent die wel met minder toe kan. Het is onze ervaring dat veel eerstejaars-studenten vooral aan het begin van het jaar de studiebelasting te lichtvaardig inschatten. Met alleen college lopen komt men er echt niet! 6.4
Roosters lerarenopleiding
Informatie over de introductie 2E GRAADS lerarenopleidingen Op maandag 8 augustus 2011 gaat de Algemene Faculteit van start met het nieuwe studiejaar voor al haar opleidingen. •
NIEUWE 1ste JAARS studenten 2e graads lerarenopleidingen
U hebt zich ingeschreven als 1ste jaarsstudent voor de 2e graads lerarenopleiding (Engels, Nederlands, Papiamentu, Spaans). Namens de Algemene Faculteit heten wij u van harte welkom en wensen u een leerzaam en uitdagend studiejaar toe. Uw opleiding gaat van start met een aantal introductie-activiteiten. Deze vinden plaats in de 1ste collegeweek. Voor een overzicht zie het onderstaande schema.
15.00-17.00 15.00-15.30
maandag 8 aug opening collegejaar 2e graads
15.30-17.00
Rondleiding UNA en in bieb
17.00-19.00
Studeren in het hoger onderwijs
dinsdag 9 aug kennismaking met de eigen opleiding (door coördinator)
woensdag 10 aug volgens rooster
Hoe ga ik studeren?
volgens rooster
donderdag 11 aug Bezoek aan de informatiemarkt in R1.01/R1.07
vrijdag 12 aug 16.00-18.00 bowlen met alle 2e graads studenten
volgens rooster
Maandag, dinsdag en deels donderdag zijn bestemd voor de introductie-activeiten; woensdag en donderdag (deels) verlopen volgens het rooster. Op vrijdag is er een activiteit voor alle 2e graads studenten en medewerkers samen, bedoeld om onder sportieve omstandigheden op ongedwongen wijze met elkaar en de (2e graads) medewerkers van de Algemene Faculteit (verder) kennis te maken.
39
•
OUDERE JAARS studenten 2e graads lerarenopleidingen
Ook de ouderejaars studenten van de 2e graads lerarenopleidingen heten wij van harte welkom. Wij wensen ook u een uitdagend en leerrijk jaar toe. Voor u begint het studiejaar op maandag 8 augustus volgens het rooster dat op Blackboard staat vermeld en in het gebouw van de Algemene Faculteit in de kopieerruimte van de 2e graads afdeling is opgehangen. Wij nodigen u uit om op vrijdag 12 augustus van 16 – 18 uur bij het bowlen aanwezig te zijn. Op sportieve wijze en in een ongedwongen sfeer kunnen studenten en medewerkers van de Algemene Faculteit (verder) met elkaar kennis maken. Voor die vrijdag zal het rooster vervallen.
40
Jaarrooster 2011 – 2012, 2e graads lerarenopleidingen, Algemene Faculteit
2011 col wk 1
2012
Periode 1 datum act 8/8
start studiejaar introductie
col wk 1
Periode 2 datum act 17/10
coll
col wk 1
Periode 3 datum act 9/1
coll
col wk 1
Periode 4 datum act 19/3
coll
2
15/8
coll coll
2
24/10
coll
2
16/1
Coll
2
26/3
coll
3
22/8
coll
3
31/10
coll
3
23/1
coll
3
2/4
coll
6/4 goede vrijdag
4
29/8
coll
4
7/11
coll
4
30/1
coll
4
2/9 opening acad jaar
9/4
coll
9/4 pasen
5
5/9
coll
5
14/11
coll
5
6/2
coll
5
16/4
coll
6
12/9
coll
6
21/11
coll
6
13/2
coll
6
23/4
coll
7
19/9
coll
7
28/11
coll
7
20/2
coll
7
30/4
coll
karnaval
8
26/9
afrond week
8
5/12
9
3/10
studie week
9
12/12
10
10/10
toets week p1
15/12: koninkrijks dag
studie week/ her p1 toets week p2
8
27/2
afrond week
8
7/5
afrond week
9
5/3
studie week/ her p2
9
14/5
studie week/ her p3
toets week p3
10
10 kerst vakantie
30/4 kon.dag 1/5 dag v arbeid
12/3
17/5 hemel vaartsdag
21/5
28/5 4/6 11/6
toets week p4 afrond week afrond week her p4
41
6.5
Collegevrije dagen i.v.m bijzondere dagen (onder voorbehoud) •
Koninkrijksdag, donderdag 15 december 2011
•
Kerstvakantie, maandag 19 december t/m zondag 8 januari 2012
•
Carnavalsmaandag, maandag 21 februari 2012
•
Goede Vrijdag, vrijdag 6 april 2012
•
Paasmaandag, maandag 9 april 2012
•
Koninginnedag, maandag 30 april 2012
•
Dag van de Arbeid, dinsdag 1 mei 2012
•
Hemelvaartsdag, donderdag 17 mei 2012
Bijlage 1 Competentiematrix startbekwame leraar Beroepsspecifieke competenties Contexten van Werken met leerlingen. beroepshandelen
Connotaties Pedagogisch handelen
Werken in organisatie.
team
en Werken met/in omgeving
Klassenbeleid kunnen Schoolbeleid kunnen ontwerpen, uitvoeren en ontwerpen, uitvoeren en evalueren evalueren en vertalen naar klassenbeleid A B De leraar draagt zorg voor De leraar draagt bij aan een veilige leeromgeving realiseringen ontwikkelvoor leerlingen ing van het pedagogisch klimaat in team/ organisatie
Algemene competenties de Werken aan ontwikkeling
eigen
Maatschappelijk beleid kunnen vertalen naar schoolbeleid en klassenbeleid C De leraar draagt bij aan realisering en versterking van de pedagogische relatie schoolleraar-omgeving
D De leraar onderzoekt en ontwikkelt zijn opvatting van en competenties m.b.t. pedagogisch handelen
1
Vakdidactisch handelen
2
Organisatorisch handelen
3 Interpersoonlijk handelen
4
vormgeven van leeractiviteiten binnen een beleidsnotie plan voor leerling- schoolcultuur [schoolconcept] begeleiding
beleidsplan ouderparticipatie
De leraar draagt zorg voor een krachtige leeromgeving voor leerlingen
De leraar draagt bij aan realisering en versterking van de (vak)didactische relatie school-leraar-omgeving
De leraar draagt bij aan realisering en ontwikkeling van (vak)didactiek binnen team / organisatie
- plan voor toetsing en vormgeven van leer- afsluiting -implementatieplan activiteiten binnen een - taalbeleidsplan onderwijsvernieulessenjaarplan wing -beleidsplan aansluiting verschillende typen onderwijs De leraar draagt zorg voor De leraar draagt bij aan De leraar draagt bij aan structuur in de leer- realisering en ontwik- realisering en veromgeving voor leer- keling van team- en sterking van de organilingen schoolorganisatie satorische relatie school-leraar-omgeving De leraar draagt zorg voor De leraar draagt bij aan De leraar draagt bij aan samengaan en sa- realisering en ontwikkeling realisering en menwerken van en met van samenhang en versterking van leerlingen samenwerken binnen samenhang en team/organisatie samenwerken in de relatie school-leraaromgeving begeleiden binnen een teambeleidsplan plan voor groeps- gedragscode en overlegcultuur ontwikkeling
De leraar onderzoekt en ontwikkelt zijn opvatting van en competenties m.b.t. (vak) didactisch handelen
De leraar onderzoekt en ontwikkelt zijn opvatting van en competenties m.b.t. organisatorisch handelen De leraar onderzoekt en ontwikkelt zijn opvatting van en competenties m.b.t. interpersoonlijk handelen
2
Bijlage 2 namen van stafmedewerkers, hoogleraren, (gast)docenten en secretariaatsmedewerkers van de 2e graads lerarenopleidingen van de AF Staf 2e graads lerarenopleidingen Mevrouw dr. E.Echteld (decaan) Mevrouw drs. D.Manuel (wnd. decaan/stagecoördinator) De heer drs. G.Schaap (opleidingscoördinator) Mevrouw drs. M.Bak-Piard (coördinator Bonaire) Mevrouw L. Sambo (coördinator Papiamentu; ad interim) Vacant (coördinator Nederlands) De heer drs. W.Kamps (coördinator Engels) Mevrouw drs. C.Pikeri (coördinator SLB / Spaans)
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Secretariaat AF (2e graads lerarenopleidingen / Masteropleiding)
[email protected] Mevrouw E. Eustachia Mevrouw M. Amerikaan
[email protected] Hoogleraren van de Algemene Faculteit De heer prof.dr. W.Rutgers De heer prof.dr. R.Severing De heer prof.dr. F.M.Arion (Gast)docenten 2e graads lerarenopleidingen De heer F.Mann, Msc Mevrouw C. Mann, Msc Mevrouw E. Senior Mevrouw drs. H. de Windt Mevrouw drs. M.Felipa De heer R.Obispo Mevrouw drs. M. Griffith Mevrouw P.Elisabeth De heer S.Montesant Mevrouw B.Berenos Mevrouw drs. T.Loewenthal De heer F.Martina De heer drs. H.Rademakers Mevrouw M.Bilkerdijk Mevrouw drs. O.van Brummen Mevrouw L.Quast Mevrouw M.Esprit Mevrouw D.Noor Mevrouw drs. T. van Dalen Mevrouw dr. R.M.Allen Mevrouw S.Curie Mevrouw I.Swakhoven Mevrouw drs. G.Kateman De heer drs. F.Quirindongo De heer O. van Dam Mevrouw drs. J.Brewster Mevrouw X. Rojer Mevrouw L. Meulens Mevrouw J.Dania De heer drs. W.Suares
3
Bijlage 3 Onderwijs- en examenreglement van de Algemene Faculteit 2010 – 2011 Reglement ter uitvoering van art. 9 van de Landsbesluit houdende Algemene Maatregelen van de Algemene faculteit, Universiteit van de Nederlandse Antillen 8 Dit reglement is, de faculteitsraad gehoord, vastgesteld door de decaan van de faculteit op 1 september 2011.
Algemene bepalingen Artikel 1. Toepassingsgebied 1.1
1.2 1.3
Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van HBO bacheloren masteropleidingen en op alle in dit studiejaar nog op te starten opleidingen van de Algemene Faculteit van de Universiteit van de Nederlandse Antillen. De opleidingen worden verzorgd door de Algemene Faculteit van de Universiteit van de Nederlandse Antillen. Deze regeling geldt voor de duur van één (= 1) studiejaar.
Artikel 2 Begripsbepaling Minister Universiteit Faculteit Rector magnificus
: : : :
Decaan : Examencommissie :
Examen
:
de Minister belast met Onderwijs; de Universiteit van de Nederlandse Antillen. de Algemene Faculteit de rector magnificus van de Universiteit van de Nederlandse Antillen de decaan van de Algemene Faculteit de examencommissie bedoeld in artikel 8, eerste lid van het Landsbesluit houdende Algemene Maatregelen van Algemene Faculteit de proeve van bekwaamheid ter afsluiting van de verschillende studiefasen
Artikel 3 Doel van de opleidingen 3.1
3.2
De Algemene Faculteit stelt zich onder andere ten doel studenten op te leiden tot tweedegraads en eerstegraads leraren Papiamentu, Engels, Nederlands en Spaans en tot leraar Funderend Onderwijs (op HBO-niveau). De afgestudeerde is in staat tot zelfstandige beroepsuitoefening op bachelor- en of masterniveau.
Artikel 4 Toelatingseisen 4.1
Voor de toelating tot de bacheloropleidingen tweedegraads leraar talen en Funderend Onderwijs gelden de volgende voorwaarden:
8
Zolang de nieuwe naam van de universiteit niet is geofficialiseerd, wordt de bestaande naam gebruikt. 4
-
4.2
4.3
4.4
Er wordt directe toelating verkregen met een diploma behaald op minimaal MBO-/SBO-niveau 4, HAVO of VWO. Een student die niet beschikt over een diploma dat recht geeft op directe toelating en die de leeftijd van 23 jaar bereikt heeft, kan deelnemen aan het colloquium doctum examen, een toelatingsexamen voor hoger onderwijs. De student die zich beroept op een buitenlands diploma 9 dient alvorens hij zich kan inschrijven contact op te nemen met de International Office van de UNA. De International Office zal als tussenpersoon optreden naar de Directie Onderwijs, Sport en Cultuur, de Immigratiedienst en het Kabinet van de Gezaghebber voor het verkrijgen van de studievisum. Voor de toelating tot de HBO masteropleidingen eerstegraads leraar talen gelden de volgende voorwaarden: - Directe toelating wordt verkregen met tenminste een diploma Bachelor of Education, tweedegraads Papiamentu, Engels, Nederlands of Spaans, of een gelijkwaardig diploma in een van de genoemde talen. - Bij twijfel kan, naast van departementswege ijken van het diploma, een assessment deel uit maken van de toelatingsprocedure. - Het doen van colloquium doctum is niet mogelijk voor toelating tot de hbomasteropleidingen talen. Voor alle gavallen onder lid 1 en 2 van dit artikel geldt dat bij inschrijving in de bacheloropleidingen de student tevens dient te overleggen, een verklaring van goed gedrag, een gezondheidsverklaring en een positieve verklaring van logopedische screening. Bij een negatieve resultaat op de logopedische screening kan de student niet toegelaten worden tot de genoemde opleidingen. Studenten die een dienstverband hebben bij een schoolbestuur worden van deze eis vrijgesteld. De uitwerking van genoemde toelatingsvoorwaarden zijn opgenomen in de respectieve studiegidsen van de opleidingen, welke bij de aanvang van het studiejaar voor de studenten beschikbaar zijn op het intranet-systeem (Blackboard) van de UNA.
Het Onderwijs Artikel 5 Het onderwijs 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8
9
De opleidingen bestaan uit een samenhangend geheel van onderwijseenheden. Zo'n onderwijseenheid is een duidelijk omschreven en in de tijd afgebakende leeractiviteit die wordt afgesloten met een toets. De studielast van de onderwijseenheden wordt uitgedrukt in ec’s. Een ec is gelijk aan een European credit point volgens het European Credit Transfer System. Een ec staat voor 28 studiebelastingsuren (1 ec = 28 SBU). Een studiejaar bestaat uit vier perioden van gelijke tijdslengte (10 weken) en gemiddelde gelijke studielast (15 ec’s). Onderwijseenheden kunnen structureel (een-jaarlijks) of incidenteel worden aangeboden. Onderwijseenheden worden aangeboden gedurende een enkele periode of in twee aansluitende periodes (=1 semester). De toegang tot een onderwijseenheid kan, op voordracht van de respectieve coördinator of docent, afhankelijk worden gesteld van vakspecifieke voorkenniseisen. De beslissing in dezen berust bij de examencommissie.
Als buitenlands diploma wordt beschouwd een diploma behaald buiten het Koninkrijk der Nederlanden. 5
5.9 5.10
Het volgen van vakken buiten de eigen opleiding is mogelijk, met dien verstande dat deze keuzevakken in principe extra boven op de reguliere 240 ec’s komen. Voor de fasering van de opleidingen en de verdeling van de ec’s per studiefase, alsmede een overzicht van de verschillende onderwijseenheden per opleiding met bijbehorende studiebelasting en te behalen eindkwalificaties, wordt verwezen naar de betreffende studiegidsen.
Artikel 6 Doorstroom Voor de doorstroming in de opleidingen hanteert de Algemene Faculteit een drempelregeling per opleiding. Deze is te vinden in de respectievelijke studiegidsen. Tentamens Artikel 7 De tentameninrichting 7.1 7.2
7.3 7.4 7.5
7.6 7.7 7.8 7.9
Aan elke onderwijseenheid is een afsluiting en beoordeling verbonden. Een tentamen omvat een onderzoek naar de kennis en of het inzicht en of de vaardigheden van de student, alsmede de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek. Een tentamen kan bestaan uit twee of meer deeltentamens. Het gewogen gemiddelde van deze deeltentamens geldt als cijfer voor het tentamen. In de modulebeschrijvingen staat aangegeven welke tentamenvorm wordt gebruikt voor de toetsing van de verschillende onderwijseenheden. Een compleet overzicht van de tijdvakken en het aantal malen per studiejaar dat de gelegenheid wordt geboden tot het afleggen van de tentamens en examens, is te vinden in de studiegids van de betreffende opleiding. Tentamens kunnen mondeling en/of schriftelijk worden afgenomen. De tentamens kunnen geheel of gedeeltelijk worden vervangen door een of meer schriftelijke opdrachten of praktische oefeningen. De tentamens worden afgenomen aan het eind van een periode, een semester, of een geheel studiejaar, waarin de onderwijseenheid is aangeboden. De beoordeling van tentamens geschiedt door het toekennen van een cijfer in de schaal van 1 tot en met 10. Decimalen achter de komma worden niet afgerond. In het studentvolgsysteem (Progress), waarin de resultaten door Student Services Center (SSC) worden ingevoerd, wordt het eindcijfer automatisch afgerond tot gehele getallen.
Ook de beoordeling ‘voldoende’ of ‘onvoldoende kan worden toegekend. Artikel 8 Deelname aan tentamens 8.1
8.2
8.3
Tentamens kunnen worden afgelegd door studenten die staan ingeschreven voor een gehele opleiding en door studenten die uitsluitend staan ingeschreven voor een of meer onderwijseenheden (zogenaamde certificaatstudenten). Studenten kunnen deelnemen aan tentamens wanneer zij zich daarvoor hebben ingeschreven in Progress en hebben voldaan aan de aanwezigheidsverplichting welke in de studiegids staat vermeld. Aan lichamelijk of zintuiglijk gehandicapte studenten wordt de gelegenheid geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze af te leggen. De student dient daartoe tijdig een schriftelijk, met redenen omkleed 6
verzoek in bij de examencommissie, zo mogelijk voorzien van bewijsstukken (doktersverklaring etc.). De examencommissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen. Indien gewenst, wordt de student in de gelegenheid gesteld om te worden gehoord. Zo snel mogelijk, maar uiterlijk binnen maximaal zes weken na ontvangst van het verzoek, wordt de student duidelijkheid gegeven over de voorzieningen die getroffen kunnen worden. Bij een langdurige of chronische handicap is het verzoek slechts éénmaal per studiejaar nodig, in andere gevallen per tentamen of tentamenperiode. Artikel 9 Beoordeling en inzage van tentamens 9.1 9.2 9.3 9.4 9.5
9.6
9.7
9.8 9.9
Een tentamen is behaald wanneer dit is gewaardeerd met een ‘voldoende’, of een 5.5 of hoger. Schriftelijke tentamens worden binnen drie weken nagekeken en ingeleverd bij het secretariaat van de faculteit. De uitslag van een schriftelijk tentamen wordt binnen drie weken na de tentamendatum aan de studenten verstrekt. De opleiding biedt de student de gelegenheid om het tentamen in te zien. De uitslag van een mondeling tentamen wordt binnen drie werkdagen na het tentamen vastgesteld en aan de student verstrekt. De docent geeft de tentamenuitslag zo spoedig mogelijk door aan het secretariaat van de faculteit. De resultaten van de tentamens worden door het secretariaat van de faculteit vastgelegd in cijferlijsten, gepubliceerd op Blackboard en voor registratie in het studentvolgsysteem Progress doorgegeven aan SSC. Bij de Lerarenopleiding Funderend Onderwijs worden resultaten in bepaalde gevallen verzameld door de betreffende coördinator. De schriftelijke tentamens en de verslagen van de mondelinge tentamens worden drie jaar lang door het secretariaat van de faculteit bewaard. Na het verstrijken van deze termijn worden zij vernietigd. De bewaarplicht voor schriftelijke verslagen ligt bij de student. Herkansingen worden gegeven in de daarvoor van tevoren in het jaarprogramma aan de student aangegeven periodes. Aan certificaatstudenten wordt na het behalen van ieder tentamen ten bewijze daarvan een certificaat verstrekt.
Examens Artikel 10 Het assessment opleidingsbekwaam 10.1
10.2
10.3
Een student heeft het propedeutisch examen met goed gevolg afgelegd, wanneer voldaan is aan de volgende voorwaarden: • de voorgeschreven 60 ec’s zijn behaald; • het assessmentgesprek aan het einde van de propedeuse is beoordeeld met een voldoende. Als is voldaan aan alle voorwaarden behorende bij de propedeusefase van de bachelorsopleidingen leraar Papiamentu, Engels, Nederlands, Spaans en leraar Funderend Onderwijs, wordt door de faculteit een propedeuseverklaring afgegeven. Indien de student binnen twee jaar de propedeuse niet heeft gehaald, moet hij de studie verlaten.
7
Artikel 11 Het assessment werkplekbekwaam Voor de overgang naar de afstudeerfase, hanteert de Algemene Faculteit het assessment werkplekbekwaam. De student heeft het assessment werkplekbekwaam met goed gevolg afgelegd indien voldaan is aan de volgende voorwaarden: • De student heeft het propedeutisch examen met goed gevolg afgelegd. • De student heeft het voorgeschreven aantal studiepunten behaald (zie respectieve studiegidsen); • De assessment portfolio is met een voldoende beoordeeld; • De assessmentles is voldoende beoordeeld (tweedegraads lerarenopleidingen); • De student heeft een goedgekeurde POP (persoonlijk ontwikkelingsplan) geschreven voor de afstudeerfase Artikel 12 Het assessment startbekwaam 12.1
12.2
Een student heeft het afsluitende examen met goed gevolg afgelegd, wanneer is voldaan aan de volgende voorwaarden: • De student heeft het assessment werkplekbekwaam, met goed gevolg afgelegd; • De voorgeschreven 180 ec’s van de hoofd- en afstudeerfase zijn behaald; • het assessmentgesprek aan het einde van de afstudeerfase is beoordeeld met een voldoende. Als is voldaan aan alle voorwaarden behorende bij de hoofd- en afstudeerfase van de bachelorsopleidingen leraar Papiamentu, Engels, Nederlands, Spaans en leraar funderend onderwijs, wordt door de faculteit een bachelorbul afgegeven. Op de bachelorbul wordt de gevolgde opleiding vermeld. Indien een judicium is verleend, wordt dit op de bul aangetekend.
Artikel 13 assessment hbo master (doorgroei assessment) 13.1
13.2
Een student heeft het afsluitende examen met goed gevolg afgelegd, wanneer is voldaan aan de volgende voorwaarden: • De student heeft het doorgroei assessment met goed gevolg afgelegd; • de voorgeschreven 90 ec’s zijn behaald; Als is voldaan aan alle voorwaarden behorende bij masteropleidingen leraar Papiamentu, Engels, Nederlands en Spaans, wordt door de faculteit een masterbul afgegeven. Op de masterbul wordt de gevolgde opleiding vermeld. Indien een judicium is verleend, wordt dit op de bul aangetekend.
Artikel 14 Aanwijzing Met Genoegen, Cum Laude en Summa Cum Laude 14.1
14.2
14.3
Indien voor een examen een gemiddeld cijfer is toegekend van 7,5 of hoger, en geen cijfer lager dan 7 op de cijferlijst voorkomt, wordt het judicium ‘Met Genoegen’ verleend. Indien een gemiddeld cijfer is toegekend van 8,25 of hoger en geen cijfer lager dan 8 op de cijferlijst van de kandidaat voorkomt, wordt het judicium ‘Cum Laude’ verleend. Indien een gemiddeld cijfer is toegekend van 9.0 en geen cijfer lager dan 8.5 op de cijferlijst van de kandidaat voorkomt, wordt het judicium Summa Cum Laude
8
14.4 14.5
14.6 14.7
verleend. 10 Indien een student voor één modules de beoordeling ‘V(oldoende)’ heeft behaald, zal dit het toekennen van het judicium niet in de weg staan Indien voor een vak een vrijstelling is verleend op grond van eerder met goed gevolg afgelegde tentamens of examens in het hoger onderwijs, worden de daarbij behaalde resultaten mede in acht genomen. Indien vrijstelling is verleend op grond van buiten het hoger onderwijs opgedane kennis of vaardigheden, wordt geen judicium verleend. In geval van geschil over de cijferlijst of over het toekennen van het judicia beslist de examencommissie.
Artikel 15 Nadere uitwerkingen Nadere uitwerkingen van de in dit hoofdstuk genoemde examens en in het vorig hoofdstuk genoemde tentamens zijn te vinden in het toetsbeleid, de drempelregelingen en de studiegidsen van de opleidingen. Artikel 16 Bepaling ten aanzien van fraude en andere onregelmatigheden De regeling voor een geordend verloop van tentamens, ter bestrijding van plagiaat en ter bestrijding van fraude vóór, tijdens en na tentamens aan de Universiteit van de Nederlandse Antillen, is in de tentamen- en frauderegeling UNA 2007 beschreven. De examencommissie Artikel 17 Algemene bepalingen betreffende de Examencommissie 17.1 17.2 17.3 17.4 17.5 17.6 17.7
De faculteit kent een Examencommissie, aangeduid als ‘de Commissie’. De Commissie wordt gevormd door de decaan en drie medewerkers van de faculteit, waarbij alle drie afdelingen zijn vertegenwoordigd. De Commissie vergadert tenminste één keer per maand. De Commissie is belast met de kwaliteitscontrole en –bewaking van zowel de toetsen als de examens van de faculteit. De Commissie draagt zorg voor de formaliteiten met betrekking tot het examen en de diploma-uitreiking. De Commissie wordt benoemd voor een periode van één academisch jaar. Het quorum wordt gevormd door tenminste drie leden.
Artikel 18 Taken en bevoegdheden van de Examencommissie 18.1 18.2 18.3 18.4
10
De Commissie is belast met de naleving en eventuele bijstelling van het fraudereglement. De Commissie brengt een advies uit aan de Rector Magnificus, indien een student zich schuldig heeft gemaakt aan fraude. De Commissie is belast met het vaststellen van de standaardafspraken bij het verlenen van vrijstellingen en toelating tot onderwijselementen. De Commissie is belast met het vaststellen van de standaardafspraken die gelden voor toetsing van instroomeisen.
Deze zin is later toegevoegd 9
18.5 18.6
18.7 18.8
De Commissie accordeert het Toetsbeleid van de faculteit en kan, indien wenselijk additionele richtlijnen voor de implementatie hiervan formuleren. De Commissie is belast met het vaststellen van nadere regels voor toetsing en beoordeling gedurende de hele opleiding. Deze liggen in het verlengde van het Toetsbeleid. De Commissie is belast met het vaststellen van richtlijnen voor mondelinge toetsafname. De Commissie is belast met het vaststellen van richtlijnen voor schriftelijke toetsafname.
Toetsing en beoordeling Artikel 19 Toetsing en beoordeling Ten aanzien van toetsing en beoordeling heeft de Faculteit haar beleid vastgelegd in het document “Toetsbeleid”. Het afstuderen Artikel 20 Organisatie van het afstuderen Ten aanzien van het afstuderen heeft de Faculteit haar beleid vastgelegd in het afstudeerbeleid, wat vervat is in het toetsbeleid. Praktijkvorming Artikel 21 Voorwaarden voor deelname aan de praktijk 21.1
Om aan de stages te kunnen deelnemen, moet aan verschillende voorwaarden worden voldaan, te weten: • de student is in het bezit van een geldig bewijs van goed gedrag en een geldige gezondheidsverklaring. • de student heeft een bevestigingsformulier van de school. • de student heeft een door alle partijen ondertekend stagecontract. • de student heeft een leerwerkplan opgesteld. • de student heeft voldaan aan de eisen van de stage van het voorgaande studiejaar
21.2
Taken, opdrachten en richtlijnen voor de stages in de verschillende opleidingen en opleidingsfasen zijn vervat in de daarvoor beschikbare stagehandleidingen De beoordeling van stages en het behalen van voldoende resultaten daarvan is aan dezelfde condities gebonden als alle overige onderwijseenheden in de opleidingen.
21.3
Vrijstellingen Artikel 22 Bepalingen betreffende het aanvragen en verkrijgen van vrijstellingen 22.1
Voor tentamens en praktische oefeningen kan vrijstelling worden verleend op grond van eerder met goed gevolg afgelegde tentamens of examens in het hoger onderwijs, dan wel voor buiten het hoger onderwijs opgedane kennis of vaardigheden, indien de
10
22.2 22.3 22.4 22.5 22.6
betreffende onderwijseenheden naar inhoud, omvang en niveau voldoende met elkaar overeenstemmen. Een vrijstelling kan worden verleend voor een geheel tentamen of voor een onderdeel daarvan. Het vrijstellingsbeleid wordt bepaald door de faculteit en uitgevoerd door de examencommissie. Een verleende vrijstelling wordt door middel van de letters VR op de cijferlijst vermeld. Richtlijnen omtrent het aanvragen van vrijstellingen, staan vermeld in de studiegids. Studenten kunnen op grond van door de examencommissie bepaalde voorwaarden in aanmerking komen voor een programma op maat. De examencommissie beslist hierin.
Verjaring Artikel 23 Bepaling ten aanzien van de verjaring van studieresultaten 23.1
23.2 23.3 23.4
De geldigheidsduur van voor tentamens behaalde resultaten in de propedeusefase is twee jaar. Als de student na die twee jaar niet alle 60 ec’s heeft behaald, vervallen de ec’s. Op het moment dat de student de maximale duur inschrijving van zeven (7) jaar overschrijdt, vervallen alle cijfers van de hoofd- en afstudeerfase. Indien een student tijdelijk zijn studie onderbreekt, blijft de termijn van de geldigheidsduur van twee of vijf jaar geldig. De examencommissie beslist over een eventuele verlenging van de maximale inschrijvingsduur.
Slotbepalingen Artikel 24 Slotbepalingen 24.1
Indien daarvoor in een concreet geval een dringende reden bestaat kan de examencommissie op verzoek van een belanghebbende of op voordracht van de decaan besluiten van dit reglement af te wijken. Dit besluit wordt met redenen omkleed. 24.2 Dit reglement treedt in werking op 1 september 2011 Met ingang van die datum verliest het Onderwijs- en examenreglement van de Algemene Faculteit, vastgesteld op 1 september 2010, haar geldigheid.
11
Bijlage 4 Relevante delen uit het Fraudereglement UNA 01. In deze regeling wordt verstaan onder fraude: a. het vóór een tentamen inzicht verwerven of proberen te verwerven in (concept-) tentamenopgaven; b. het aanwezig hebben en/of gebruik maken van incriminerende aantekeningen in tijdens tentamens gebruikte of te gebruiken boeken, hulpmiddelen, jurisprudentie en dergelijke. Onderstrepingen, en andere markeringen van teksten vallen hier niet onder, verwijzingen naar wetsartikelen evenmin; c. het gebruik maken van zogenaamde spiekbriefjes; d. het tijdens tentamens overnemen van gegevens uit het tentamenwerk van een andere kandidaat met of zonder diens toestemming; e. het tijdens tentamens mondeling en/of schriftelijk vragen naar en/of ontvangen van incriminerende gegevens. f. het kopiëren van een werkstuk van een medestudent en dat als eigen beschouwen en indienen. 02. Onder kandidaat wordt verstaan de student die aan een tentamen deelneemt. (.....)
IV. Fase na het tentamen 29. Indien de vakdocent niet zelf als surveillant is opgetreden, worden de ingeleverde tentamenwerken door de surveillant persoonlijk afgegeven bij de betreffende secretariaten van de faculteit. Het secretariaat stelt vervolgens de ingeleverde tentamenwerken bij eerstvolgende gelegenheid ter hand van de vakdocent. 30. Het tentamen wordt binnen drie weken nagekeken. 31. Tentamens en werkstukken worden bewaard onder verantwoordelijkheid van de faculteit. Binnen zes weken na de uitslag mogen ze, na afspraak met de betrokken docent, dan wel het secretariaat, worden ingekeken. Het is niet geoorloofd bij het inkijken veranderingen aan te brengen in het tentamen. Gebeurt dit toch, dan wordt het tentamen van de overtreder ongeldig verklaard. V. Optreden in geval van fraude 32. Indien naar het oordeel van een surveillant een kandidaat heeft gefraudeerd, wordt de kandidaat erop attent gemaakt dat een verslag van het geconstateerde zal worden opgesteld. 33. Zo de fraude tijdens het tentamen is geconstateerd, neemt de surveillant al het frauduleuze materiaal in beslag. Het wordt aan de kandidaat overgelaten om verder aan het tentamen te blijven deelnemen dan wel meteen de examenzaal te verlaten. 34. De surveillant stelt onverwijld de decaan van de faculteit van het gebeuren op de hoogte onder overlegging van een door hem opgesteld, ondertekend en gedagtekend verslag. 35. De van fraude verdachte kandidaat kan direct na afloop van het tentamen een verklaring afleggen bij het zaalhoofd. Deze verklaring wordt door het zaalhoofd op schrift gesteld en door hem en de kandidaat ondertekend en gedagtekend. Het zaalhoofd geeft deze verklaring onverwijld af aan de decaan. 36. De decaan van de faculteit stelt onverwijld de rector magnificus van de geconstateerde fraude op de hoogte onder overlegging van het verslag als bedoeld in artikel 32 en, indien afgelegd, de verklaring bedoeld in artikel 35. Hij doet de rector magnificus een met redenen omkleed voorstel voor de verdere afdoening.
12
37. De rector magnificus kan de van fraude verdachte kandidaat waarschuwen. Indien met een waarschuwing niet kan worden volstaan, kan hij besluiten tot ontzegging van de toegang tot de Universiteit voor één of meer tentamens of voor een bepaalde tijd van ten hoogste vijf jaren. Onder deze ontzegging is begrepen, zo daarbij niet anders is bepaald, de ontzegging van de toegang tot de colleges, de wetenschappelijke inrichtingen en verzamelingen, praktische oefeningen en examens. 38. Tegen de uitspraak, inhoudende een ontzegging als bedoeld in het vorige artikel, kan de betrokkene binnen tien dagen na ontvangst een schriftelijk en gemotiveerd beroep instellen bij de raad van toezicht. Dit beroep schort de tenuitvoerlegging niet op. VI. Plagiaat 39. Indien een student zich bij het vervaardigen van een werkstuk of anderszins schuldig blijkt te hebben gemaakt aan plagiaat, meldt de betrokken docent dit onverwijld schriftelijk aan de decaan van de faculteit. 40. Onder plagiaat wordt hier verstaan het opzettelijk zonder bronvermelding overnemen van passages uit andermans werk. 41. De decaan van de faculteit stelt onverwijld de rector magnificus op de hoogte, onder overlegging van de in art. 39 bedoelde schriftelijke melding. Hij doet de rector magnificus een met redenen omkleed voorstel voor de verdere afdoening. 42. Art. 37 en 38 zijn van overeenkomstige toepassing. VI. Slotbepalingen 43. Deze regeling kan worden aangehaald als “Tentamen- en Frauderegeling UNA 2006”. 44. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 september 2006. 45. Met ingang van het in het vorige artikel vermelde tijdstip worden ingetrokken: a. “Frauderegeling Faculteit der Rechtsgeleerdheid UNA” van 21 maart 1995; b. “Tentamen- en frauderegeling SEF” d.d. 24 november 1997 zoals gewijzigd op 6 november 2003; c. Paragraaf 3 “Bepalingen betreffende tentamen” uit Hoofdstuk IV: Examenreglement, Reglementengids Faculteit der Technische Wetenschappen van 1994; d. “Examenregelingen” van de Algemene Faculteit” zoals voor het eerst opgenomen in haar studiegids 2002/2003.
13
Bijlage 5 REGLEMENT VAN DE COMMISSIE VAN BEROEP EX ARTIKEL 23 VAN DE LANDSVERORDENING UNA De Rector Magnificus van de Universiteit van de Nederlandse Antillen, overwegende dat het wenselijk is een Commissie van Beroep als bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de Landsverordening UNA, in te stellen, alsmede met gebruikmaking van het vierde lid van genoemd artikel nadere regelen te stellen; heeft vastgesteld onderstaand reglement van de Commissie van Beroep.
1.
2. 3. 4. 5.
1.
2.
3.
1.
2.
1.
2.
Artikel 1 Er is een Commissie van Beroep, als bedoeld in artikel 23 van de Landsverordening UNA, die bestaat uit drie vaste leden en één of meer plaatsvervangende leden die telkens voor de duur van het academische jaar door de Rector Magnificus worden benoemd. De Rector Magnificus wijst uit de drie vaste leden van de Commissie van Beroep, een voorzitter aan. Minimaal één lid van de Commissie van Beroep wordt bij voorkeur gekozen uit het (fulltime dan wel parttime) docentencorps van de UNA. De samenstelling van de Commissie van Beroep wordt op de publicatieborden bekend gemaakt evenals de tekst van dit reglement. Het secretariaat van de Rector Magnificus van de UNA fungeert als secretariaat van de Commissie van Beroep. Artikel 2 Zowel de klager als de docent die verweer voert, kunnen uiterlijk bij de aanvang van de behandeling van de zaak één of meer leden van de Commissie wraken op grond van vooringenomenheid of partijdigheid. De Commissie van Beroep beslist onverwijld op het wrakingincident. Wordt de wraking gegrond geacht, dan wordt in de vervanging van de gewraakte (n) voorzien door één of meer plaatsvervangers. Indien een lid van de Commissie van Beroep zich van de behandeling van de zaak verschoont, omdat er feiten of omstandigheden zijn waardoor er gevaar bestaat dat hij vooringenomen of niet onpartijdig kan worden geacht, wordt in zijn plaats voorzien door een plaatsvervanger. Artikel 3 De student, die rechtstreeks in zijn belang is geschaad door een besluit als bedoeld in het eerste lid van artikel 23 van de Landsverordening UNA, dan wel door het onredelijk lang uitblijven daarvan, kan beroep instellen bij de Commissie van Beroep. Onder besluit in de zin van het vorige lid wordt mede verstaan de beoordeling van een scriptie. Artikel 4 Het beroepschrift wordt gericht aan de Commissie van Beroep en wordt door de klager gedagtekend en ondertekend. Het beroepschrift vermeldt door welk besluit of het uitblijven daarvan de klager zich gegriefd voelt en doet gemotiveerde opgave van de bezwaren. Het beroepschrift wordt in tweevoud binnen vier weken nadat het besluit bekend is geworden, ingediend bij het secretariaat van de Rector Magnificus. Deze termijn geldt niet voor het beroepschrift dat gericht is tegen het onredelijk lang uitblijven van een 14
3.
1.
2. 3.
besluit. Het secretariaat van de Rector Magnificus zendt het beroepschrift ter kennisgeving door naar de voorzitter van de Commissie van Beroep. Alvorens de Rector Magnificus het beroepschrift voor behandeling doorzendt aan de Commissie van Beroep arrangeert hij een gesprek tussen de betrokken student, de betrokken docent en de decaan van de betrokken faculteit. In dit gesprek wordt getracht tot een minnelijke schikking te komen. Het gesprek vindt binnen twee weken na ontvangst van het beroepschrift plaats. Van dit gesprek wordt een verslag gemaakt. Als dit gesprek niet het beoogde resultaat heeft, vindt de procedure verder voortgang. De Rector Magnificus zendt het beroepschrift en het verslag terstond aan de voorzitter van de Commissie van Beroep. Artikel 5 Indien een minnelijke schikking zoals bedoeld in artikel 4 lid 3 niet tot stand komt, stelt de voorzitter van de Commissie van Beroep zo spoedig mogelijk dag en uur van de behandeling van de zaak vast en doet klager en de betrokken docent(en) oproepen voor de behandeling. Aan de docent wordt onverwijld een afschrift van het beroepschrift ter hand gesteld. De docent kan uiterlijk binnen een week vóór de dag van behandeling een verweerschrift indienen bij het secretariaat van de Rector Magnificus. Een afschrift van het verweerschrift wordt alsdan onverwijld aan de klager ter hand gesteld.
Artikel 6 Bij de behandeling van de zaak kan de Commissie van Beroep zich doen bijstaan door één of meer deskundigen. Indien het conflict de beoordeling door de docent van een examen of onderdeel respectievelijk een scriptie betreft, is de Commissie, voor zover zij zelf niet over de specifieke deskundigheid beschikt, verplicht zich door één of meer deskundigen te doen bijstaan.
1.
2. 3.
4. 5. 6.
1.
Artikel 7 De behandeling van de zaak vindt plaats in het openbaar in één der zalen van het complex van de Universiteit. De Commissie van Beroep kan op grond van zwaarwichtige redenen bepalen dat de behandeling van de zaak achter gesloten deuren plaatsvindt. De Commissie van Beroep houdt zitting, beraadslaagt en beslist steeds met drie leden. De voorzitter heeft de leiding van het onderzoek en ziet erop toe dat het recht van hoor en wederhoor wordt geëerbiedigd. Hij is bevoegd om, indien de Commissie van Beroep dat in het belang van de beoordeling nodig acht, getuigen te doen oproepen en inzage van stukken te vragen. Hij is bevoegd de nodige maatregelen te nemen ter handhaving van de orde op de zitting. De Commissie van Beroep beslist bij meerderheid van stemmen. De Commissie van Beroep beslist in raadkamer en grondt de beslissing uitsluitend op het beroepschrift, het verweerschrift, het verslag en hetgeen op de zitting heeft plaatsgehad. De beslissing wordt zo spoedig mogelijk op een bij de behandeling van de zaak vast te stellen tijdstip bekend gemaakt op een door de Commissie van Beroep te bepalen wijze. De beslissing is met redenen omkleed. Artikel 8 De Commissie van Beroep stelt indien het beroepschrift ontvankelijk wordt verklaard een onderzoek in naar de inhoud van het besluit of het wel in strijd is met bij of
15
2.
3.
4.
5.
1. 2.
3.
krachtens de Landsverordening UNA vastgestelde regelen dan wel in strijd met de redelijkheid of billijkheid. Een besluit als bedoeld in artikel 3 van dit reglement is mede in strijd met de redelijkheid of billijkheid, indien de docent die het besluit heeft genomen een klaarblijkelijke beoordelingsfout heeft gemaakt. Indien de Commissie van Beroep het beroep gegrond acht, kan zij bepalen dat opnieuw in de zaak wordt beslist, dan wel dat het examen of een onderdeel daarvan opnieuw wordt afgenomen onder door de Commissie van Beroep te stellen voorwaarden. Indien de Commissie van Beroep bepaalt dat opnieuw in de zaak wordt beslist, geschiedt zulks door de betrokken docent in overleg met een deskundige op het vakgebied waarop het examen of onderdeel daarvan respectievelijk de scriptie betrekking heeft. De Commissie van Beroep is bevoegd om aan de Rector Magnificus, naar aanleiding van het in de zaak verhandelde, die aanbevelingen te doen, die de Commissie dienstig acht. Artikel 9 Dit reglement treedt in werking met ingang van de dag van afkondiging op de publicatieborden van de Universiteit. Beroepschriften ingediend vóór de dag van inwerkingtreding van dit reglement, worden door de Rector Magnificus aan de Commissie van Beroep ter afhandeling voorgelegd en worden door de Commissie van Beroep met inachtneming van de regelen van dit reglement afgehandeld. De in het vorige lid bedoelde beroepschriften worden voor zoveel mogelijk afgehandeld alsof aan de in artikel 4 van dit reglement vervatte vormvoorschriften is voldaan.
16
Bijlage 6 Curriculum 2e graads lerarenopleidingen per opleiding, per studiejaar Pakketlijst 2011 Opleiding: 2e graads Engels Studiejaar: 1 - cohort 2011 Totaal ec: 60 onderwijseenheid Fundamentals 1.1 Fundamentals 1.2 Fundamentals 1.3 Fundamentals 1.4 Integrated skills 1.1 Integrated skills 1.2 Integrated skills 1.3 Integrated skills 1.4 Writing skills 1.4 Phonetics 1.1 Aspects of America 1.2 History of the English language 1.3 Linguistics 1.4 Literature 1.1 Literature 1.2 Literature 1.3 Literature 1.4 Reading file 1 Logopedie 1.1
ec totaal 2 2 2 2 3 3 3 3 2 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1
ecP1 2
Inleiding methodisch werk 1.1 Inleiding methodisch werk 1.2 project 1.3 Inleiding sociologie 1.1 Inleiding psychologie 1.2 Inleiding pedagogiek 1.3 Algemene didactiek 1.1 Algemene didactiek 1.2 Algemene didactiek 1.3 Algemene didactiek 1.4 Stage jaar 1
1 1 2 2 2 2 1 2 1 2 5
ICT 1.1 Studievaardigheden 1.1
2 1
2 1
Begeleiding jaar 1 TOTAAL
3 60
15
ecP2
ecP3
ecP4
2 2 2 3 3 3 3 2 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 2 2 2 2 1 2 1 2
2
2 1
1 15
1 15
1 15
17
Algemene Faculteit, 2e graads lerarenopleidingen Pakketlijst 2011 Opleiding: 2e graads Engels Studiejaar: 2 - cohort 2011, cohort 2010 Totaal ec: 60 onderwijseenheid Fundamentals 2.1 Fundamentals 2.2 Fundamentals 2.3 Fundamentals 2.4 Integrated skills 2.1 Integrated skills 2.2 Integrated skills 2.3 Integrated skills 2.4 Writing skills 2.3 Phonetics 2.1 Aspects of the UK 2.2 Linguistics 2.3 Linguistics 2.4 Literature 2.1 Literature 2.2 Literature 2.3 Literature 2.4 Reading file year 2 Language research 2.4 Drama 2.2 Vakdidactiek 2.1 Vakdidactiek 2.3
ec totaal 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 1 1 1 1 2 2 2 2 2
ecp1 2
ecp2
ecp3
ecp4
onderzoeksvaardigheid 2.1 project 2.2/4 Verdieping sociologie 2.2 Verdieping psychologie/pedagogiek 2.3 Didactiek 2.1/2.4 Stage jaar 2
2 2 2 2 2 6
1 1
2
1
1 2
Begeleiding jaar 2 TOTAAL
4 60
1 15
1 15
1 15
1 15
2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 1 1 1 1 1 2
1 2 2 2 2 1 2
1 2
18
Algemene Faculteit, 2e graads lerarenopleidingen Pakketlijst 2011 Opleiding: 2e graads Engels Studiejaar: 3 - cohort 2011, cohort 2010, cohort 2009 Totaal ec: 60 onderwijseenheid Fundamentals 3.1 Fundamentals 3.2 Fundamentals 3.3 Fundamentals 3.4 Integrated skills 3.1 Integrated skills 3.2 Integrated skills 3.3 Integrated skills 3.4 Writing skills 3.4 Linguistics 3.1 Aspects of the Caribbean 3.2 Linguistics 3.3 Technology in the Classroom 3.4 Literature 3.1 Literature 3.2 Literature 3.3 Literature 3.4 Reading file year 3 Language research 3.4 Vakdidactiek 3.1 Vakdidactiek 3.2 Taalbeleid 3.3
ec totaal 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 1 1 1 1 1 1 2 2 2 2 2
ecp1 2
ecp2
ecp3
ecp4
Project 3.3 Toetsconstructie en evaluatie 3.2 Didactiek 3.1 Stage jaar 3
2 2 2 12
2 3
3
3
3
Begeleiding jaar 3 TOTAAL
4 60
1 15
1 15
1 15
1 15
2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 1 1 1 1 1 1
1 1 2
2 2 2 2 2
19
Algemene Faculteit, 2e graads lerarenopleidingen Pakketlijst 2011 Opleiding: 2e graads Engels Studiejaar: 4 - cohort 2011, cohort 2010, cohort 2009, cohort 2008 Totaal ec: 60
onderwijseenheid Taal en jeugdcultuur 4.1 Filmkunde 4.1 Journalistiek 4.1 Hedendaagse jeugd i.d. klas 4.2 RT VO 4.2 Mentoraat 4.2
ec totaal 5 5 5 5 5 5
Stage jaar 4 Afstudeeropdracht jaar 4 Begeleiding jaar 4
18 8 4
TOTAAL
60
ecp1 5 5 5
ecp2
ecp3
ecp4
10 3 2
8 5 2
15
15
5 5 5
15
15
20
Algemene Faculteit, 2e graads lerarenopleidingen Pakketlijst 2011 Opleiding: 2e graads Nederlands Studiejaar: 1 - cohort 2011 Totaal ec: 60 onderwijseenheid Schrijfvaardigheid 1.1 Schrijfvaardigheid 1.2 Schrijfvaardigheid 1.3 Schrijfvaardigheid 1.4 Grammatica 1.4 Luistervaardigheid 1.1 Luistervaardigheid 1.2 Luistervaardigheid 1.3 Luistervaardigheid 1.4 Spreekvaardigheid 1.1 Spreekvaardigheid 1.2 Spreekvaardigheid 1.3 Spreekvaardigheid 1.4 Leesvaardigheid 1.1 Leesvaardigheid 1.2 Leesvaardigheid 1.3 Leesvaardigheid 1.4 Literatuurdossier jaar 1 Literaire analyse 1.3 Logopedie 1.1
ec totaal 2 2 2 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 2 2 3 3 1
ecP1 2
Inleiding methodisch werk 1.1 Inleiding methodisch werk 1.2 Project 1.3 Inleiding sociologie 1.1 Inleiding psychologie 1.2 Inleiding pedagogiek 1.3 Algemene didactiek 1.1 Algemene didactiek 1.2 Algemene didactiek 1.3 Algemene didactiek 1.4 Stage jaar 1
1 1 2 2 2 2 1 2 1 2 5
ICT 1.1 Studievaardigheden 1.1
2 1
2 1
Begeleiding jaar 1 TOTAAL
3 60
15
ecP2
ecP3
ecP4
2 2 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 2 2 1
1
1 3
1 1 1 2 2 2 2 1 2 1 2
2
2 1
1 15
1 15
1 15
21
Algemene Faculteit, 2e graads lerarenopleidingen Pakketlijst 2011 Opleiding: 2e graads Nederlands Studiejaar: 2 - cohort 2011, cohort 2010 Totaal ec: 60 onderwijseenheid Schrijfvaardigheid 2.1 Schrijfvaardigheid 2.3 Grammatica 2.3 Leesvaardigheid 2.1 Leesvaardigheid 2.3 Spreekvaardigheid 2.2 (taal en expressie) Spreekvaardigheid 2.4 Luistervaardigheid 2.2 (taal en expressie) Luistervaardigheid 2.4 Algemene taalkunde 2.1 Theorie taalleren 2.2 Nederlandse taalkunde 2.4 Meth anal en taalonderz 1, 2.4 Meth anal en taalonderz 2, 2.4 Inleiding vakdidactiek Nederlands 2.1 Training didactische vaardigheden 2.2 Didactiek grammatica 2.3 Literatuurdossier jaar 2 Literatuurgeschiedenis 2.3
ec totaal 2 2 2 2 1 1 1 1 1 2 2 2 3 3 3 3 2 3 4
ecp1 2
ecp2
ecp3
ecp4
onderzoeksvaardigheid 2.1 project 2.2/4 Verdieping sociologie 2.2 Verdieping psychologie/pedagogiek 2.3 Didactiek 2.1/2.4 Stage jaar 2
2 2 2 2 2 6
1 1
2
1
1 2
Begeleiding jaar 2
4
1
1
1
1
TOTAAL
60
15
15
15
15
2 2 2 1 1 1 1 1 2 2 2 3 3 3 3 2 1
2 4
2 1 2
1 2
22
Algemene Faculteit, 2e graads lerarenopleidingen Pakketlijst 2011 Opleiding: 2e graads Nederlands Studiejaar: 3 - cohort 2011, cohort 2010, cohort 2009 Totaal ec: 60 onderwijseenheid Capita selecta taalkunde 3.1 Vakdidactiek: activerende werkvormen 3.1 Inleiding academisch schrijven 3.2 Vakdidactiek 3.2 Caribistiek 3.2 Beoordelen van taalvaardigheden 3.3 Nederlands in Papiamentstalige context 3.3 Literaire benaderingen 3.3 Grammatica 3.4 Academisch schrijven 3.4 Taalbeleid en taalpolitiek 3.4 Vreemdetaaldidactiek 3.4 Vakdidactiek en ICT 3.4 Literatuurdossier jaar 3 Taalgericht vakonderwijs 3.1
ec totaal 3 3 3 2 3 2 2 4 2 3 3 2 1 3 2
ecp1 3 3
ecp2
ecp3
ecp4
Didactiek 3.1 Toetsconstructie en evaluatie 3.2 Project 3.3 Stage jaar 3
2 2 2 12
2
3
3
2 3
3
Begeleiding jaar 3
4
1
1
1
1
TOTAAL
60
15
15
15
15
3 2 3 2 2 4 2 3 3 2 1 1 2
1
1
2
23
Algemene Faculteit, 2e graads lerarenopleidingen Pakketlijst 2011 Opleiding: 2e graads Nederlands Studiejaar: 4 - cohort 2011, cohort 2010, cohort 2009, cohort 2008 Totaal ec: 60
onderwijseenheid Taal en jeugdcultuur 4.1 Filmkunde 4.1 Journalistiek 4.1 Hedendaagse jeugd i.d. klas 4.2 RT VO 4.2 Mentoraat 4.2
ec totaal 5 5 5 5 5 5
Stage jaar 4 Afstudeeropdracht jaar 4 Begeleiding jaar4
18 8 4
TOTAAL
60
ecp1 5 5 5
ecp2
ecp3
ecp4
10 3 2
8 5 2
15
15
5 5 5
15
15
24
Algemene Faculteit, 2e graads lerarenopleidingen Pakketlijst 2011 Opleiding: 2e graads Papiamentu Studiejaar: 1 - cohort 2011 Totaal ec: 60 onderwijseenheid Schrijfvaardigheid 1.1 Schrijfvaardigheid 1.2 Schrijfvaardigheid 1.3 Schrijfvaardigheid 1.4 Grammatica 1.4 Luistervaardigheid 1.1 Luistervaardigheid 1.2 Luistervaardigheid 1.3 Luistervaardigheid 1.4 Spreekvaardigheid 1.1 Spreekvaardigheid 1.2 Spreekvaardigheid 1.3 Spreekvaardigheid 1.4 Leesvaardigheid 1.1 Leesvaardigheid 1.2 Leesvaardigheid 1.3 Leesvaardigheid 1.4 Literatuurdossier jaar 1 Literaire analyse 1.3 Logopedie 1.1
ec totaal 2 2 2 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 2 2 3 3 1
ecP1 2
Inleiding methodisch werk 1.1 Inleiding methodisch werk 1.2 project 1.3 Inleiding sociologie 1.1 Inleiding psychologie 1.2 Inleiding pedagogiek 1.3 Algemene didactiek 1.1 Algemene didactiek 1.2 Algemene didactiek 1.3 Algemene didactiek 1.4 Stage jaar 1
1 1 2 2 2 2 1 2 1 2 5
ICT 1.1 Studievaardigheden 1.1
2 1
2 1
Begeleiding jaar 1 TOTAAL
3 60
15
ecP2
ecP3
ecP4
2 2 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 2 2 1
1
1 3
1 1 1 2 2 2 2 1 2 1 2
2
2 1
1 15
1 15
1 15
25
Algemene Faculteit, 2e graads lerarenopleidingen Pakketlijst 2011 Opleiding: 2e graads Papiamentu Studiejaar: 2 - cohort 2011, cohort 2010 Totaal ec: 60 onderwijseenheid Schrijfvaardigheid 2.1 Schrijfvaardigheid 2.3 (acad schrijven 1) Grammatica 2.3 Leesvaardigheid 2.1 Leesvaardigheid 2.3 Spreekvaardigheid 2.2 (taal en expressie) Spreekvaardigheid 2.4 Luistervaardigheid 2.2 (taal en expressie) Luistervaardigheid 2.4 Algemene taalkunde 2.1 Theorie taalleren 2.2 Taalkunde Papiamentu 2.4 Methode analyse 2.4 Taalonderzoek 2.4 Training didactische vaardigheden 2.1 Training didactische vaardigheden 2.2 Literatuurdossier jaar 2 Literatuurgeschiedenis 2.3
ec totaal 2 3 2 2 2 1 1 1 1 2 2 2 3 3 3 3 3 4
ecp1 2
ecp2
ecp3
ecp4
onderzoeksvaardigheid 2.1 project 2.2/4 Verdieping sociologie 2.2 Verdieping psychologie/pedagogiek 2.3 Didactiek 2.1/2.4 Stage jaar 2
2 2 2 2 2 6
1 1
2
1
1 2
Begeleiding jaar 2
4
1
1
1
1
TOTAAL
60
15
15
15
15
3 2 2 2 1 1 1 1 2 2 2 3 3 3 1
3 2 4
2 1 2
1 2
26
Algemene Faculteit, 2e graads lerarenopleidingen Pakketlijst 2011 Opleiding: 2e graads Papiamentu Studiejaar: 3 – cohort 2011, cohort 2010, cohort 2009 Totaal ec: 60 onderwijseenheid Capita selecta taalkunde 3.1 Vakdidactiek: activerende werkvormen 3.1 Training didactische vaardigheden 3.1 academisch schrijven 3.2 Caribistiek 3.2 Vakdidactiek 3.2 Creatief schrijven 3.3 Kennis land en volk 3.3 Literaire benaderingen 3.3 Vreemdetaal didactiek 3.4 Academisch schrijven 3.4 Taalbeleid 3.4 Vakdidactiek en ICT 3.4 Literatuurdossier jaar 3 Training didactische vaardigheden 3.4
ec totaal 3 3 2 3 3 2 2 2 4 2 3 3 1 3 2
ecp1 3 3 2
ecp2
ecp3
ecp4
Didactiek 3.1 Toetsconstructie en evaluatie 3.2 project 3.3
2 2 2
2
Stage jaar 3
12
3
3
3
3
Begeleiding jaar 3
4
1
1
1
1
TOTAAL
60
15
15
15
15
3 3 2 2 2 4 2 3 3 1 1
1
1 2
2 2
27
Algemene Faculteit, 2e graads lerarenopleidingen Pakketlijst 2011 Opleiding: 2e graads Papiamentu Studiejaar: 4 – cohort 2011, cohort 2010, cohort 2009, cohort 2008 Totaal ec: 60
onderwijseenheid Taal en jeugdcultuur 4.1 Filmkunde 4.1 Journalistiek 4.1 Hedendaagse jeugd i.d. klas 4.2 RT VO 4.2 Mentoraat 4.2
ec totaal 5 5 5 5 5 5
Stage jaar 4 Afstudeeropdracht jaar 4 Begeleiding jaar 4
18 8 4
TOTAAL
60
ecp1 5 5 5
ecp2
ecp3
ecp4
10 3 2
8 5 2
15
15
5 5 5
15
15
28
Algemene Faculteit, 2e graads lerarenopleidingen Pakketlijst 2011 Opleiding: 2e graads Spaans Studiejaar: 1 - cohort 2011 Totaal ec: 60 onderwijseenheid Schrijfvaardigheid 1.1 Schrijfvaardigheid 1.2 Schrijfvaardigheid 1.3 Schrijfvaardigheid 1.4 Grammatica 1.4 Luistervaardigheid 1.1 Luistervaardigheid 1.2 Luistervaardigheid 1.3 Luistervaardigheid 1.4 Spreekvaardigheid 1.1 Spreekvaardigheid 1.2 Spreekvaardigheid 1.3 Spreekvaardigheid 1.4 Leesvaardigheid 1.1 Leesvaardigheid 1.2 Leesvaardigheid 1.3 Leesvaardigheid 1.4 Literatuurdossier jaar 1 Literaire analyse 1.3 Logopedie 1.1
ec totaal 2 2 2 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 2 2 3 3 1
ecP1 2
Inleiding methodisch werk 1.1 Inleiding methodisch werk 1.2 Methodisch werken in het onderwijs 1.3 project 1.3 Inleiding sociologie 1.1 Inleiding psychologie 1.2 Inleiding pedagogiek 1.3 Algemene didactiek 1.1 Algemene didactiek 1.2 Algemene didactiek 1.3 Algemene didactiek 1.4 Stage jaar 1
1 1 2 2 2 2 1 2 1 2 5
ICT 1.1 Studievaardigheden 1.1
2 1
2 1
Begeleiding jaar 1 TOTAAL
3 60
15
ecP2
ecP3
ecP4
2 2 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 2 2 1
1
1 3
1 1 1 2 2 2 2 1 2 1 2
2
2 1
1 15
1 15
1 15
29
Algemene Faculteit, 2e graads lerarenopleidingen Pakketlijst 2011 Opleiding: 2e graads Spaans Studiejaar: 2 - cohort 2011, cohort 2010 Totaal ec: 60 onderwijseenheid Schrijfvaardigheid 2.1 Schrijfvaardigheid 2.3 (academisch schrijven 1) Grammatica 2.3 Leesvaardigheid 2.1 Leesvaardigheid 2.3 Spreekvaardigheid 2.2 (taal en expressie) Spreekvaardigheid 2.4 Luistervaardigheid 2.2 (taal en expressie) Luistervaardigheid 2.4 Algemene taalkunde 2.1 Theorie taalleren 2.2 Taalkunde Spaans 2.4 Methodenanalyse 2.4 Taalonderzoek 2.4 Training didactische vaardigheden 2.1 Training didactische vaardigheden 2.2 Literatuurdossier jaar 2 Literatuurgeschiedenis 2.3
ec totaal 2 3 2 2 2 1 1 1 1 2 2 2 3 3 3 3 3 4
ecp1 2
ecp2
ecp3
ecp4
onderzoeksvaardigheid 2.1 project 2.2/4 Verdieping sociologie 2.2 Verdieping psychologie/pedagogiek 2.3 Didactiek 2.1/2.4 Stage jaar 2
2 2 2 2 2 6
1 1
2
1
1 2
Begeleiding jaar 2
4
1
1
1
1
TOTAAL
60
15
15
15
15
3 2 2 2 1 1 1 1 2 2 2 3 3 3 1
3 2 4
2 1 2
1 2
30
Algemene Faculteit, 2e graads lerarenopleidingen Pakketlijst 2011 Opleiding: 2e graads Spaans Studiejaar: 3 - cohort 2011, cohort 2010, cohort 2009 Totaal ec: 60 onderwijseenheid Capita selecta taalkunde 3.1 Vakdidactiek: activerende werkvormen 3.1 Training didactische vaardigheden 3.1 academisch schrijven 3.2 Caribistiek 3.2 Vakdidactiek 3.2 Creatief schrijven 3.3 Kennis land en volk 3.3 Literaire benaderingen 3.3 Grammatica 3.4 Academisch schrijven 3.4 Taalbeleid 3.4 Vakdidactiek en ICT 3.4 Literatuurdossier jaar 3 Training didactische vaardigheden 3.4
ec totaal 3 3 2 3 3 2 2 2 4 2 3 3 1 3 2
ecp1 3 3 2
ecp2
ecp3
ecp4
Didactiek 3.1 Toetsconstructie en evaluatie 3.2 project 3.3
2 2 2
2
Stage jaar 3
12
3
3
3
3
Begeleiding jaar 3
4
1
1
1
1
TOTAAL
60
15
15
15
15
3 3 2 2 2 4 2 3 3 1 1
1
1 2
2 2
31
Algemene Faculteit, 2e graads lerarenopleidingen Pakketlijst 2011 Opleiding: 2e graads Spaans Studiejaar: 4 - cohort 2011, cohort 2010, cohort 2009, cohort 2008 Totaal ec: 60
onderwijseenheid Taal en jeugdcultuur 4.1 Filmkunde 4.1 Journalistiek 4.1 Hedendaagse jeugd i.d. klas 4.2 RT VO 4.2 Mentoraat 4.2
ec totaal 5 5 5 5 5 5
Stage jaar 4 Afstudeeropdracht jaar 4 Begeleiding jaar 4
18 8 4
TOTAAL
60
ecp1 5 5 5
ecp2
ecp3
ecp4
10 3 2
8 5 2
15
15
5 5 5
15
15
32