Studiedag “sociale media in de social profit?”
Strategisch kiezen voor sociale media Eric Goubin Brussel, 24 januari 2013
1
Communicatiedoelen: waarom communiceren?
Stijgende bekendheid van beleid, diensten, specifieke activiteiten... – – –
Voldoende deelnemers aan activiteiten / cliënten voor diensten Voldoende effect bij het gewenste publiek Goede kwaliteit van de informatie – – –
alle info is beschikbaar voor wie er om vraagt alle info is vindbaar voor wie er naar zoekt de doelgroepen zijn actief geïnformeerd
de informatie is correct, met juiste accenten alle info is bevattelijk: overzichtelijk & verstaanbaar …
Imago-opbouw en reputatiemanagement Sensibilisering met het oog op het veranderen van houding en/of gedrag – – –
kennis verhogen attitude/houding positief beïnvloeden gedrag positief beïnvloeden
Omgang met interactiviteit vanwege de doelgroep(en)
Andere…
=> is niet alleen een kwestie van communicatie, maar ook van marketing 2 (4 P’s): product / prijs / plaats / promotie (/ publiek…)
Strategisch communicatiekanalen kiezen
3
Niveaus in communicatie
1° In de belangstelling brengen / aandacht trekken 2° Informeren 3° Overtuigen 4° Ondersteunen: geheugensteun, meer diepgaande info, inschrijvingsmodaliteiten 5° Publiek behouden/onderhouden…
6° => ergens verspreid tussen 1° tot 5°: het publiek betrekken
4
Elk communicatiemedium heeft een specifiek “communicatievermogen”: vermogen om in de belangstelling te brengen, te informeren (kwantiteit & kwaliteit), te overtuigen, te ondersteunen.
Voor elk niveau zijn verschillende communicatiekanalen meer/minder geschikt:
5
Niveau 1: iets in de belangstelling brengen, vooral via:
(afhankelijk van zender & publiek: landelijke, regionale en/of lokale) pers (incl. gemeentelijk/stedelijk infoblad) regionale/lokale radio en televisie affiches op geschikte locaties folder of pamflet (= flyer) persoonlijke brief / direct mail mondelinge media (aanspreken, telefoneren, …) stand op een beurs, evenement, … sms-bericht e-mail en e-zine sociale media 6
Niveau 2: informeren, vooral via:
(vnl. lokale) gedrukte & audiovisuele pers en gemeentelijk/stedelijk informatieblad folder brochure direct mail mondelinge media (aanspreken, telefoneren, infolijn, vergadering, stand…) website e-zine
7
Niveau 3: overtuigen, vooral via:
Mondelinge communicatie (incl. via intermediairs) TV-redactioneel (Sociale media => vnl overtuigend i.f.v. “instant” impulsgedrag, maar weinig duurzaam)
8
Niveau 4: ondersteunen, vooral via:
website brochure folder sociale media mondelinge communicatie
9
Niveau 5: je publiek behouden/ onderhouden, vooral via:
mondelinge communicatie tijdschrift (nieuws)brief e-zine sociale media
10
Niveau 6 => ergens tussen 1 en 5: het publiek betrekken, vooral via:
mondelinge communicatie sociale media gevorderde interactieve website (web 2.0) schriftelijke bevragingen (smartphone / gsm)
11
Gebruik digitale kanalen en digitale kloof
12
Gebruik van nieuwe media
Eurostat & IBBT-iLab.o, 2011 – – – – – –
85% 77% 85% 11% 15% 64%
van de Vlamingen heeft internetaansluiting (IBBT) van de Belgen heeft internetaansluiting (Eurostat) van de Vlamingen mailt geregeld (IBBT) van de Vlamingen heeft smartphone (IBBT) van de Vlamingen heeft mobiel data-abonnement (IBBT) van de Vlamingen heeft digitale televisie (IBBT)
13
120
100
97
94
92 85
80 69
60
39
40
20
0 0 16-24 jaar
24-34 jaar
35-44 jaar
45-55 jaar
55-64 jaar
65-74 jaar
75+
Internetgebruik volgens leeftijd (Bron: FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie: ICT-enquête 2011)
14
97 87
62
Hoog opleidingsniveau
Gemiddeld opleidingsniveau
Laag opleidingsniveau
Internetgebruik volgens opleidingsniveau (Bron: FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie: ICT-enquête 2011)
3 digitale kloven
1e graad : Toegang tot ICT
2e graad : Technische kennis nodig om ICT te kunnen gebruiken
3e graad : Wàt we juist doen met die techniek => informatievaardigheden: » Betreft niet alleen online infovaardigheden » Ruimer dan de klassieke kansarme groepen » Ook bij jongeren => vaak verkeerde verwachtingen over het online informeringspotentieel van jongeren
16
Functies van sociale media
17
18
Gebruik van sociale netwerkmedia
Eurostat & IBBT-iLab.o, 2011 – 40% van de Belgen « participeert in sociale netwerken » (Eurostat) – – – –
52% van de surfers heeft Facebook account (IBBT) 12% van de surfers heeft Netlog account (IBBT) 12% van de surfers heeft LinkedIn account (IBBT) 8% van de surfers heeft Twitter account (IBBT)
– Leeftijdsverdeling Facebook (Socialbakers 2010): • -24 jaar: • 25-64 jaar: • 65+ :
40% 59% 1%
19
Sociale media voor organisaties: functies Functiegroep 1: zicht op je publiek Zicht hebben op je netwerk Monitoring publiek Functiegroep 2: informeren Informeren Informatie (doen) delen en reproduceren Rapporteren Tonen (ook visueel / audiovisueel) Functiegroep 3: PR & werving Branding / imagebuilding Aandacht trekken Uitnodigen
20
Functiegroep 4: interactie Sociaal contact onderhouden Community-ontwikkeling Interactie met doelgroepen Crowdsourcing Functiegroep 5: crisiscommunicatie Continue updating status van de crisis Monitoring van vragen, problemen, roddels, … Elkaar helpen Functiegroep 6: trendwatch, leren & professionaliseren Kennisdeling Volgen van concullega’s & specialisten in je vakdomein Netwerken 21
Functiegroep 1: zicht op je publiek Zicht hebben op je netwerk Monitoring publiek & concullega’s Functiegroep 2: informeren Informeren Informatie (doen) delen en reproduceren Rapporteren Tonen (ook visueel / audiovisueel) Functiegroep 3: PR & werving Branding / imagebuilding Aandacht trekken Uitnodigen 22
Zicht krijgen op (deel van) je netwerk
23
Monitoring publiek en concullega’s
24
Functiegroep 1: zicht op je publiek Zicht hebben op je netwerk Monitoring publiek Functiegroep 2: informeren Informeren & signaleren Informatie (doen) delen en reproduceren Rapporteren Tonen (ook visueel / audiovisueel) Functiegroep 3: PR & werving Branding / imagebuilding Aandacht trekken Uitnodigen 25
Signaleren/informeren
26
(Laten) delen van informatie
27
Signaleren/informeren
28
Linken naar andere kanalen, bvb. lokale online televisie: bvb. www.tvzemst.be
29
Rapporteren
Uitnodigen
31
Tonen (ook visueel / audiovisueel)
32
Functiegroep 1: zicht op je publiek Zicht hebben op je netwerk Monitoring publiek Functiegroep 2: informeren Informeren Informatie (doen) delen en reproduceren Rapporteren Tonen (ook visueel / audiovisueel) Functiegroep 3: PR & werving Branding / imagebuilding Aandacht trekken Adverteren Uitnodigen
33
Branding: je « merk » versterken
35
Adverteren
36
Uitnodigen
37
Functiegroep 4: interactie Sociaal contact onderhouden Community-ontwikkeling Interactie met doelgroepen Crowdsourcing Functiegroep 5: crisiscommunicatie Continue updating status van de crisis Detecteren van vragen, problemen, roddels, … Elkaar helpen Functiegroep 6: trendwatch, leren & professionaliseren Kennisdeling Volgen van concullega’s & specialisten in je vakdomein Netwerken 38
Interactief contact krijgen / onderhouden met doelgroepen
39
Interactief contact krijgen / onderhouden met doelgroepen
40
Community-ontwikkeling
41
Crowdsourcing
Functiegroep 4: interactie Sociaal contact onderhouden Community-ontwikkeling Interactie met doelgroepen Crowdsourcing Functiegroep 5: crisiscommunicatie Continue updating status van de crisis Monitoring van vragen, problemen, roddels, … Elkaar helpen Functiegroep 6: trendwatch, leren & professionaliseren Kennisdeling Volgen van concullega’s & specialisten in je vakdomein Netwerken 43
Crisiscommunicatie Crisiscommunicatie
Bvb. Twitterpagina Gemeente Westerlo
Crisiscommunicatie
Crisiscommunicatie
Functiegroep 4: interactie Sociaal contact onderhouden Community-ontwikkeling Interactie met doelgroepen Crowdsourcing Functiegroep 5: crisiscommunicatie Continue updating status van de crisis Monitoring van vragen, problemen, roddels, … Elkaar helpen Functiegroep 6: trendwatch, leren & professionaliseren Kennisdeling Volgen van concullega’s & specialisten in je vakdomein Netwerken 47
kennisdeling
48
Volgen van specialisten & concullega’s
49
Bijblijven
Netwerken
51
Foto: Herman Callens
Uitdagingen
52
Uitdagingen
Omgang met realiteit & mythe van de digitale kloof Mythe en realiteit van oneigenlijk of privégebruik sociale media tijdens de werkuren Angst voor interactie => controlerende i.p.v. interactiestimulerende ingesteldheid Belang van – Webmonitoring – Conversatiemanagement – Vermijden tapijtbombardement => organisatie van fijnmazige deeldoelgroepen – Heldere, realistische en communicatiestimulerende richtlijnen/gedragscode sociale media 53
Bedankt voor uw aandacht! Volg ons op: www.memori.be www.thomasmore.be
[email protected]
Alsook op LinkedIn, Twitter, Facebook, … 54