STUDIECONTRACT Academiejaar 2007-2008
ONDERWIJSREGELING, EXAMENREGLEMENT, TUCHTREGELING en RECHTSPOSITIE VAN DE STUDENT De Arteveldehogeschool keurde op 4 juni 2007 dit studiecontract met het onderwijs- en examenreglement voor haar opleidingen en de rechtspositie van haar studenten goed. De beslissing van het hogeschoolbestuur is daarbij gebaseerd op de bepalingen van het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap, het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen, het decreet van 19 maart 2004 betreffende de rechtspositieregeling van de student, de participatie in het hoger onderwijs, het decreet van 30 april 2004 betreffende de flexibilisering van het hoger onderwijs, het decreet van 30 april 2004 betreffende de studiefinanciering en studentenvoorzieningen in het hoger onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap. het decreet van 16 juni 2006 tot instelling van een aantal maatregelen tot herstructurering en flexibilisering van het hoger onderwijs in Vlaanderen, het decreet van 15 december 2006 betreffende de lerarenopleidingen in Vlaanderen. Elke student die een diploma-, credit- of examencontract aangaat met de Arteveldehogeschool aanvaardt daarbij dit studiecontract als toetredingsovereenkomst. Hij ontvangt een exemplaar bij de inschrijving. Dit studiecontract is van toepassing op alle bachelor- en bachelor-na-bacheloropleidingen van de hogeschool. Het hogeschoolbestuur waarborgt ten aanzien van haar studenten: het gelijkheidsbeginsel, de onpartijdigheid, het naleven van de rechten van de verdediging en de toepassing van het decreet betreffende de openbaarheid van bestuur. Ter informatie: de voornaamste termen van dit studiecontract “Arteveldelexicon” dat achteraan in dit studiecontrac is toegevoegd.
Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
worden
verklaard
in
1
het
INHOUD – STUDIECONTRACT Deel 1 Onderwijsregeling 1. Organisatie van de studie en van het academiejaar 1.1. Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel
Organisatie van de studie 1 2 3 4 5 6 7
Bepalen van de opleidingsprogramma‟s en studietrajecten Opleidingsgids Modeltraject Studietijd en studieactiviteiten Afstandsonderwijs Kwaliteitsbewaking van de studie Onderwijstaal
1.2.
Organisatie en structuur van het academiejaar
Artikel 8 Artikel 9
Kalender van het academiejaar Opleidingskalender
1.3.
Specifieke activiteiten
Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel
10 11 12 13 14
Informatiesessies en onthaal Instapcursussen en adviessessies Leerbegeleiding Leertrajectbegeleiding Oriënterings- en remediëringsactiviteiten
2. Toelatingsvoorwaarden, inschrijving en studietrajecten 2.1. Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel
Toelatingsvoorwaarden 15 16 17 18 19 20
2.2. Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel
Toepassingsgebied Eerste inschrijving in een bacheloropleiding Afwijkende voorwaarde tot inschrijven De soorten contracten Inschrijven voor afzonderlijke opleidingsonderdelen Toelating tot de bachelor-na-bachelor opleidingen
Inschrijvingsprocedure 21 22 23 24 25 26 27
Inschrijven Wijzigen van het contract Uiterste inschrijvingsdatum De student die zich voor de eerste maal aan de Arteveldehogeschool inschrijft De student die zich herinschrijft aan de Arteveldehogeschool Het studiegeld Uitschrijving
Vrijstellingen Artikel Artikel Artikel Artikel
28 29 30 31
Vrijstelling Vrijstelling op basis van eerder verworven kwalificaties Vrijstelling op basis van eerder verworven competenties Voorwaarden voor het aanvragen van een geïndividualiseerd traject
Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
2
2.4 Bijzondere groepen 2.4.1 Doelgroepen Artikel 32 Artikel 33 Artikel 34
Doelgroepen van studenten Faciliteiten De relatie tussen de doelgroepstudent en een medewerker van de hogeschool
2.4.2 Studenten die onderwijsactiviteiten volgen in een gastinstelling Artikel 35 Artikel 36
Bepalingen voor onderwijsactiviteiten gevolgd aan een gastinstelling Het bekrachtigen van de studie
2.4.3 Personeelsleden van de Arteveldehogeschool die studies willen volgen aan de Arteveldehogeschool Artikel 37
Bijzondere toelatingsvoorwaarden voor personeelsleden
3. Bepalingen i.v.m. onderwijsactiviteiten Artikel Artikel Artikel Artikel
38 39 40 41
Deelname aan onderwijsactiviteiten Gewettigde afwezigheden Ongewettigde afwezigheden Regeling praktijk en bachelorproef
4. De sanctie van de studies Artikel Artikel Artikel Artikel
42 43 44 45
Bekrachtiging van de studies Creditbewijzen Resultaten van leereenheden Diploma op basis van competenties
5. Beroepsprocedures Artikel 46
Beroepsprocedures
Deel 2 Examenreglement 1. Algemene bepalingen Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel
47 48 49 50 51
Toepassingsgebied Wijzigingen Afwijkingen Aanvullingen Bekendmaking
2. Organisatie van examens Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel
52 53 54 55 56 57 58 59
Evaluatiesystemen Examenperiodes en examenkansen Bijzondere examineertijdstippen Registratie van aanwezigheid en legitimatie bij een examen Examineerdagen en –uren Plaats van het examen Opstellen en mededelen van het examenrooster Examinator
Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
3
3. Verloop van de examens Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel
60 61 62 63 64 65 66 67
Informatie vooraf Examenrooster Examenvorm Beoordeling Beoordeling van opleidingsonderdelen gevolgd aan een gastinstelling Openbaarheid van examens Stopzetting van examens Aanwezigheid bij examens
4. Samenstelling en soorten van examencommissies Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel
68 69 70 71 72
Leden van de examencommissie Samenstelling van de examencommissie De examencommissie voor het eerste jaar van een bacheloropleiding De examencommissie voor het geheel van de opleiding De facultatieve examencommissie
5. Beraadslaging Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel
73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84
Aanwezigheid van examinatoren Bereikbaarheid van de student Geheimhouding Stemgerechtigden Aanwezigheidsquorum examinatoren Voorwerp van beraadslaging Deliberatieregels Vaststelling examenresultaat Stemmingsregels Graad van verdienste Onregelmatigheden en studiefraude Beraadslagingsverslag
6. Mededeling van de examenresultaten Artikel Artikel Artikel Artikel
85 86 87 88
Mededeling van de examenresultaten Proclamatie van de gediplomeerden Bespreking van de examenresultaten Inzage en bewaren van examenmateriaal
7. Ombudsmedewerker Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel
89 90 91 92 93 94
Algemene taakomschrijving Aanstelling Beschikbaarheid Recht op informatie Deelname aan de beraadslaging Rapportering
8. Studievoortgang Artikel 95 Artikel 96 Artikel 97
Studievoortgang Studievoortgang op grond van examens Studievoortgangbewaking
9. Beroepsprocedures Artikel 98 Het intern beroep binnen de Arteveldehogeschool Artikel 99 Herziening van beslissingen bij materiële vergissingen Artikel 100 Materiële vergissingen die de aard van de beslissing niet wijzigen Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
4
Artikel 101 Herziening van beslissingen bij onregelmatigheden Artikel 102 Beroep tegen de herziening van de beslissing van de examencommissie
Deel 3 Gedragscode 1.Informatie en houding Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel
103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113
Berichtgeving Geheimhouding Eerbied voor gebouwen, materialen en toestellen Gebruik van persoonlijke media Mediatheek en oefenlokalen Ontzeggen van recht op toegang Auteursrechten Roken Kledij en voorkomen Taal Reservering van lokalen
2. Grensoverschrijdend gedrag Artikel 114 Artikel 115 Artikel 116
Grensoverschrijdend gedrag Klachten Bescherming van slachtoffer en aangeklaagde
3. Veiligheid en gezondheid Artikel 117 Artikel 118
Veiligheidsvoorzieningen Gezondheidsbevordering
4. Verzekering Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel
119 120 121 122 123
Verlies of diefstal Ongevallenverzekering Burgerrechtelijke aansprakelijkheid Ziekteverzekering Verzekering tijdens opleidingsprogramma‟s in het buitenland
Deel 4 Orde en tuchtregeling Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel
124 125 126 127 128 129
Algemene bepalingen i.v.m. tucht Samenstelling tuchtcommissie Ordemaatregelen en tuchtsancties Verdediging van de student Uitspraak van sancties Beroepsprocedure
Deel 5 Bescherming van persoonsgegevens Artikel 130
Bescherming van persoonsgegevens
Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
5
Deel 6 Slotbepaling Artikel 131
Slotbepaling
Deel 7 Arteveldelexicon Bijlage 1 -
Kalender academiejaar 2007-2008
Bijlage 2 –
Overzicht van de voorzitters van examencommissies en van de
Bijlage 3 –
Beoordelingskader
Bijlage 4 -
Verzekeringen studenten
Bijlage 5 –
ICT
ombudsmedewerkers
Bijlage 6 – Reglement mediatheken Bijlage 7 –
Tijdpad beroepsprocedures
Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
6
Deel 1
Onderwijsregeling
1. Organisatie van de studie en van het academiejaar 1.1 Organisatie van de studie Artikel 1 Bepalen van de opleidingsprogramma’s en studietrajecten Voor iedere opleiding stelt het hogeschoolbestuur het opleidingsprogramma en de studietrajecten vast, rekening houdend met de beroepsprofielen, de eruit afgeleide basiscompetenties, en eventueel de vereisten tot uitoefening van het beroep waartoe het diploma van de opleiding toegang verschaft, op Vlaams, federaal of op Europees niveau. De doelstellingen van de aangeboden opleidingen en de inhoud van de studieprogramma‟s worden beschreven in de opleidingsgidsen en op de daarbij horende ECTS-fiches. Deze opleidingsgidsen en ECTS-fiches maken integraal deel uit van de onderwijsregeling. Zij zijn te raadplegen op de website van de hogeschool: http://www.arteveldehs.be. Artikel 2 Opleidingsgids Voor iedere opleiding worden in de opleidingsgids de opleidingsonderdelen, de modeltrajecten, de volgtijdelijkheid, de modaliteiten inzake studieomvang, de deliberatieregels en de studievoortgangbewaking beschreven. Voor iedere opleiding wordt de studieomvang uitgedrukt in studiepunten overeenkomstig de bepalingen van de Vlaamse regering. Het hogeschoolbestuur geeft in de opleidingsgidsen aan welke opleidingsonderdelen door hun aard niet in aanmerking komen voor een examencontract, voor deliberatie, voor een tweede examenkans en voor herinschrijving binnen hetzelfde academiejaar. Artikel 3 Modeltraject Een modeltraject is een vooraf uitgetekend en aangeboden studietraject per academiejaar dat door zijn onderwijskundige samenhang de student toelaat om zijn diploma binnen de voor dit traject vooropgestelde minimumduur te behalen. Het hogeschoolbestuur voorziet voor iedere opleiding ten minste twee verschillende modeltrajecten waarvan ten minste één met een studieomvang van 54 tot 66 studiepunten per academiejaar. Deze verplichting geldt niet voor de bachelor-na-bacheloropleidingen. De modeltrajecten zijn te raadplegen op de website van de hogeschool: http://www.arteveldehs.be. Artikel 4 Studietijd en studieactiviteiten Voor ieder opleidingsonderdeel drukt het hogeschoolbestuur de studieomvang uit overeenkomstig de bepalingen van de Vlaamse regering. De studieomvang van een opleidingsonderdeel bedraagt ten minste drie studiepunten. Een studiepunt staat gelijk met 25 tot 30 uren studiebelasting voor een normstudent. Een opleiding van een professionele bachelor heeft een studieomvang van 180 studiepunten en een bachelor-nabacheloropleiding heeft een omvang van 60 studiepunten. Een studieomvang van 60 studiepunten vertaalt zich tussen de 1500 en 1800 uren studiebelasting voor een normstudent. Artikel 5 Afstandsonderwijs Het hogeschoolbestuur kan een opleiding of een opleidingsonderdeel geheel of gedeeltelijk in de vorm van afstandsonderwijs aanbieden. Dit wordt medegedeeld in de opleidingsgids. Het hogeschoolbestuur voorziet daarvoor in geschikt studie- en leermateriaal en organiseert daartoe de geschikte begeleiding.
Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
7
Artikel 6 Kwaliteitsbewaking van de studie Iedere lesgever is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het door hem gegeven onderwijs en het gebruikte studiemateriaal en dit onder de eindverantwoordelijkheid van zijn opleidingsdirecteur. Het hogeschoolbestuur verbindt er zich toe om al het onderwijsmateriaal aan de beste prijs/kwaliteit verhouding in de regio aan te bieden. Artikel 7 De onderwijstaal De onderwijs- en bestuurstaal in de Arteveldehogeschool is het Nederlands. De volgende onderwijsactiviteiten kunnen in een andere taal worden georganiseerd en geëxamineerd: 1° die welke een vreemde taal tot onderwerp hebben, in deze taal; 2° die welke in de bacheloropleidingen worden verzorgd door anderstalige externen; deze onderwijsactiviteiten vormen ten hoogste tien procent van het geheel van de bacheloropleiding; 3° de anderstalige opleidingsonderdelen, die met instemming van het hogeschoolbestuur, worden gevolgd aan een andere instelling voor hoger onderwijs; 4° die met betrekking tot opleidingsprogramma‟s specifiek ten behoeve van buitenlandse studenten opgesteld. Indien het studiemateriaal van een opleidingsonderdeel geheel of gedeeltelijk in een andere taal dan het Nederlands is, dan wordt dit vermeld op de ECTS-fiche. De studenten behouden te allen tijde het recht om een volledige bacheloropleiding in het Nederlands te volgen en over een in vreemde taal gevolgde onderwijsactiviteit examen in het Nederlands af te leggen, de onderwijsactiviteiten die een vreemde taal tot onderwerp hebben uitgezonderd. In dit laatste geval mag enkel geëxamineerd worden in de onderwezen vreemde taal.
1.2. Organisatie en structuur van het academiejaar Artikel 8 Kalender van het academiejaar Het hogeschoolbestuur bekrachtigt jaarlijks een planning van het academiejaar en stelt deze vast in de kalender van het academiejaar. De kalender voor het academiejaar 2007-2008 is als bijlage 1 opgenomen in dit studiecontract. De kalender voor het academiejaar bepaalt het begin en het einde van het academiejaar, de weken waarbinnen de opleidingen de onderwijsactiviteiten organiseren, de kerst- , de paas- en de nazomerperiode waarin stages en/of zelfstudie kunnen worden voorzien, en de zomervakantie en de overige reglementaire vakantiedagen. Afwijkingen op deze kalender kunnen, na advies participatieforum.
door de academische raad, worden toegestaan door het
Artikel 9 Opleidingskalender De opleidingsdirecteur bepaalt - na advies van de opleidingsraad en op basis van de door het hogeschoolbestuur vastgelegde kalender voor het academiejaar - de opleidingskalender met de indeling van het academiejaar, de dagen voor speciale activiteiten, de examenperioden en de dagen zonder onderwijsactiviteiten ter voorbereiding en opvolging van de examens. De opleidingskalender wordt gepubliceerd in de opleidingsgids en is raadplegen op de website van de hogeschool: http://www.arteveldehs.be.
Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
8
1.3. Specifieke activiteiten Artikel 10 Informatiesessies en onthaal Bij de aanvang van het academiejaar worden onthaal- en informatiesessies ingericht voor alle studenten. Allen krijgen informatie over het opleidingsprogramma en de opleidingsonderdelen, de belangrijkste punten m.b.t. hun rechtspositie, de onderwijsregeling en het examenreglement, de infrastructuur en veiligheid, de diensten en leefregels van de hogeschool. Deelname aan deze informatiesessies is verplicht. Artikel 11 Instapcursussen en adviessessies De hogeschool kan studievaardigheidstrainingen en instapcursussen inrichten voor opleidingsonderdelen die een voorkennis vereisen. Voor bepaalde opleidingsonderdelen kunnen screening- en / of adviessessies worden ingericht waarin de kandidaat-student gericht advies kan krijgen i.v.m. zijn niveau van vaardigheid of kennis. Beide activiteiten vallen buiten de onderwijsactiviteiten. Meer informatie wordt kenbaar gemaakt op de website van de hogeschool: http://www.arteveldehs.be Artikel 12 Leerbegeleiding Gedurende het academiejaar kunnen door de hogeschool begeleidingssessies worden ingericht waarin de student zijn studievaardigheden kan ontwikkelen en onder begeleiding van een lesgever of leerbegeleider de leerinhouden kan verwerken. Deze sessies vallen buiten de normale onderwijsactiviteiten. Deze sessies kunnen gericht zijn op vakoverschrijdende en / of vakspecifieke studievaardigheden. Studenten met een diploma- of creditcontract kunnen tijdens het academiejaar een beroep doen op de leerbegeleiders. Artikel 13 Leertrajectbegeleiding De leertrajectbegeleiding is de begeleiding van de student bij het kiezen van een leertraject alsook bij het systematisch en op actieve wijze reflecteren op trajectkeuzes en het eigen trajectverloop. Naarmate de student vordert zal hij meer en meer het eigen traject zelfstandig gaan sturen. Artikel 14 Oriënterings- en remediëringsactiviteiten In het kader van de leerbegeleiding kunnen ter oriëntering en remediëring op voorstel van de lesgever proefexamens worden georganiseerd. Deze proefexamens maken deel uit van de onderwijsactiviteiten, maar vormen geen element van evaluatie. De verantwoordelijke lesgever van het opleidingsonderdeel waarover een proefexamen wordt afgenomen, staat garant voor de representativiteit van de gestelde vragen, de vorm van het proefexamen en de wijze waarop de antwoorden worden beoordeeld. De lesgever staat in voor de bespreking van de oriënterings- en remediëringsactiviteiten. De op deze proefexamen behaalde resultaten worden zo snel mogelijk en individueel aan elke student meegedeeld en verder besproken.
2. Toelatingsvoorwaarden, inschrijving en studietrajecten 2.1. Toelatingsvoorwaarden Artikel 15 Toepassingsgebied De opgesomde toelatingsvoorwaarden zijn van toepassing op iedere student die zich inschrijft voor één of meer opleidingen tegelijk, en/of één of meer opleidingsonderdelen die behoren tot één of meer opleidingen. Een gaststudent wordt toegelaten mits een schriftelijke overeenkomst tussen de Arteveldehogeschool en de instelling waar de student is ingeschreven, of volgens de bepalingen inzake uitwisselingsprojecten. De gaststudent kent dezelfde rechten en plichten als de student van de Arteveldehogeschool. Artikel 16 Eerste inschrijving in een bacheloropleiding Voor de eerste inschrijving in een bacheloropleiding aan de hogeschool geldt als algemene toelatingsvoorwaarde het bezit van een diploma secundair onderwijs of van een diploma hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan, een diploma van het hoger onderwijs sociale promotie, met uitzondering van het Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid, of van een studiebewijs dat bij of krachtens een wet, Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
9
decreet, Europese richtlijn of internationale overeenkomst als gelijkwaardig met één van voorgaande diploma‟s is erkend. Bij gebrek aan dergelijke erkenning kan het hogeschoolbestuur met een gemotiveerde beslissing, de persoon die in een land buiten de Europese Unie een diploma behaald heeft dat toegang verleent tot gelijkwaardig hoger onderwijs van dat land, toelaten tot de inschrijving. Een student kan niet ingeschreven worden zo hij niet over de nodige taalkennis beschikt. De hogeschool stelt de toelating tot de eerste inschrijving afhankelijk van volgende voorwaarden: hetzij de examens van tenminste één studiejaar in het Nederlandstalig secundair onderwijs met goed gevolg afgelegd hebben; hetzij geslaagd te zijn verklaard voor een opleiding, of één of meer opleidingsonderdelen, met een totale studieomvang van ten minste 60 studiepunten in het Nederlandstalig hoger onderwijs; hetzij beschikken over het attest niveau 5 Nederlandse taal afgeleverd door het Universitair Centrum voor Taalonderwijs te Gent of een gelijkwaardige instelling; hetzij beschikken over het Certificaat Nederlands als vreemde taal (profiel academische taalvaardigheid) van de Taalunie. Voor de student waarvan de moedertaal bij het Nederlands aanleunt (Duits, Zuid-Afrikaans, Deens, Noors en Zweeds ) volstaat niveau 3. Deze student moet wel bewijzen dat hij is ingeschreven voor de cursussen van niveau 4 en 5 van het Centrum voor Taalonderwijs. Artikel 17 Afwijkende voorwaarden tot inschrijven In afwijking van vorig artikel kan het hogeschoolbestuur alleen rekening houden met humanitaire, medische, psychische of sociale redenen en het algemeen niveau van de kandidaat om een afwijking op de algemene toelatingsvoorwaarden toe te staan. Bezitters van een diploma of kwalificatie in het volwassenenonderwijs van hoger niveau van minstens 120 studiepunten of twee voltijdse studiejaren worden direct toegelaten tot de inschrijving voor een bacheloropleiding. Personen die minimaal 21 jaar oud zijn en niet in het bezit zijn van een diploma secundair onderwijs kunnen zich enkel inschrijven na een toelatingsonderzoek door de validerende instantie van de Associatie Universiteit Gent. Het resultaat van dit toelatingsonderzoek impliceert een bindend studieadvies. Virtuozen die niet in het bezit zijn van een diploma secundair onderwijs, kunnen zich inschrijven in een bacheloropleiding na een bekwaamheidsonderzoek door de dienst studieadvies en twee internationale experts. Artikel 18 De soorten contracten Het hogeschoolbestuur biedt bij de inschrijving van de student de keuze tussen een creditcontract, een diplomacontract en een examencontract. Het creditcontract heeft tot doel de student de mogelijkheid te geven credits te verwerven. Het diplomacontract heeft tot doel de student de mogelijkheid te geven een diploma te verwerven. De studenten met een credit- en diplomacontract nemen deel aan alle activiteiten van de opleidingsonderdelen, waarvoor zij zich hebben ingeschreven, en genieten van alle faciliteiten die de hogeschool voor haar studenten voorziet. Het examencontract heeft eveneens tot doel de student de mogelijkheid te geven credits te verwerven en dit louter op basis van de evaluatie. De student met een examencontract kan gebruik maken van de materiële faciliteiten en de studentenvoorzieningen van de hogeschool op dezelfde wijze als de student met een diplomaof een creditcontract. Hij mag niet deelnemen aan de onderwijsactiviteiten. Artikel 19 Inschrijven voor afzonderlijke opleidingsonderdelen Het hogeschoolbestuur kan een kandidaat-student die niet voldoet aan de algemene toelatingsvoorwaarden inschrijven voor afzonderlijke opleidingsonderdelen onder een credit- of een examencontract op voorwaarde dat uit een onderzoek door de opleidingsdirecteur blijkt dat de betrokkene beschikt over de bekwaamheid om de opleidingsonderdelen goed te kunnen volgen en/of in het examen te kunnen slagen. De kandidaat-student richt daartoe een aanvraag aan de betrokken opleidingsdirecteur. De aanvraag wordt uitvoerig gemotiveerd en de nodige bewijzen worden toegevoegd. Dit moet de opleidingsdirecteur toelaten om de opportuniteit van de vraag grondig te toetsen. Hij beslist namens het hogeschoolbestuur over de aanvraag. Hij brengt de student van de beslissing op de hoogte uiterlijk een maand na het indienen van de aanvraag. Een creditcontract wordt steeds afgesloten voor een volledig opleidingsonderdeel. Er kan dus niet worden ingeschreven voor afzonderlijke leereenheden. Artikel 20 Toelating tot de bachelor-na-bachelor opleidingen § 1 Bachelor in de creatieve therapie Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
10
Kandidaten in het bezit van een diploma bachelor ergotherapie kunnen zich rechtstreeks inschrijven voor de bachelor-na-bachelor creatieve therapie. Kandidaten in het bezit van een diploma bachelor behaald in het studiegebied geneeskunde, gezondheidszorg, psychologie, pedagogische wetenschappen, sociale gezondheidswetenschappen, onderwijs, sociaal agogisch werk, archeologie en kunstwetenschappen, lichamelijke opvoeding en revalidatiewetenschappen, criminologische wetenschappen, audiovisuele en beeldende kunst, muziek en podiumkunsten kunnen zich inschrijven na een adviesgesprek met de opleidingsdirecteur. §2 Bachelor in het onderwijs: buitengewoon onderwijs Alle kandidaten die werkzaam zijn in het Vlaamse onderwijs kunnen zich rechtstreeks inschrijven voor een bachelor-na-bacheloropleiding buitengewoon onderwijs. Binnen de avondopleiding is één dag in de week stage/praktijk in het buitengewoon onderwijs onder leiding van een mentor vereist. Een tewerkstelling in het buitengewoon onderwijs kan worden ingevuld als vereiste praktijk. Binnen de duale opleiding zijn vier vaste opleidingsdagen voorzien op maandag, dinsdag, woensdag en donderdag. Bijgevolg kan een eventuele tewerkstelling in het onderwijs (maximaal 20 %) slechts op vrijdag. Andere kandidaten met een bachelordiploma kunnen zich enkel inschrijven na een adviesgesprek met de opleidingsdirecteur en een bekwaamheidsonderzoek. §3 Bachelor in het onderwijs: zorgverbreding en remediërend leren Alle kandidaten die werkzaam zijn in het Vlaamse onderwijs kunnen zich rechtstreeks inschrijven voor een bachelor-na-bacheloropleiding zorgverbreding en remediërend leren. Binnen de avondopleiding is één dag in de week stage/praktijk in het buitengewoon onderwijs onder leiding van een mentor vereist. Een tewerkstelling in het buitengewoon onderwijs kan worden ingevuld als vereiste praktijk. Deze opleiding wordt niet georganiseerd als duale opleiding. Andere kandidaten met een bachelordiploma kunnen zich enkel inschrijven na een adviesgesprek met de opleidingsdirecteur en een bekwaamheidsonderzoek.
2.2 Inschrijvingsprocedure Artikel 21 Inschrijven De student kan zich inschrijven voor één of meer opleidingen tegelijk, en/of één of meer opleidingsonderdelen die behoren tot één of meer opleidingen. De student sluit hierbij een diploma-, een credit- of een examencontract af met de Arteveldehogeschool. Het diplomacontract wordt aangegaan met het oog op het behalen van een diploma en een creditcontract met het oog op het behalen van een creditbewijs of creditbewijzen. Beide contracten laten de student toe deel te nemen aan alle onderwijsactiviteiten. Het examencontract wordt enkel aangegaan met het oog op het afleggen van examens zonder dat men aanspraak maakt op het volgen van onderwijsactiviteiten of enige andere inhoudelijke ondersteuning vanwege de Arteveldehogeschool. Bij inschrijving registreert de student zich automatisch voor de examens en een examencommissie of examencommissies. De inschrijving is steeds gebonden aan een bepaald academiejaar. Een student kan zich niet herinschrijven voor een opleidingsonderdeel waarvoor hij reeds een creditbewijs behaald heeft aan de Arteveldehogeschool. Een kandidaat-student die zich wenst in te schrijven maar nog geen contract met de hogeschool kan ondertekenen of de vooropgestelde voorwaarden tot inschrijven nog moet laten onderzoeken dient zich te laten registreren bij de dienst studentenadministratie. Deze registratie heeft enkel voor gevolg dat betrokkene een uniek registratienummer ontvangt dat dient als bewijs dat zijn aanvraagdossier tot inschrijven is geopend. Artikel 22 Wijzigen van het contract Het type van het aangegane contract kan enkel worden gewijzigd na afloop van een semester. Dit kan enkel gebeuren na wederzijdse instemming van de betrokken opleidingsdirecteur van de Arteveldehogeschool en de student. De overeengekomen wijzigingen heffen de bepalingen van het voorgaande contract op. Indien het om een wijziging gaat binnen een bepaald academiejaar dan moet de wijziging gebeuren tijdens de maand februari. Tijdens het semester zijn enkel wijzigingen aan de inhoud van het contract mogelijk. Indien de wijziging betrekking heeft op een modeltraject dan kan ze éénzijdig uitgaan van de Arteveldehogeschool. Indien de wijziging betrekking heeft op een geïndividualiseerd traject dan kan ze alleen gezamenlijk worden doorgevoerd door de betrokken opleidingsdirecteur van de Arteveldehogeschool en de student. Deze wijzigingen kunnen niet meer uitgevoerd worden na 31 oktober 2007 voor de opleidingsonderdelen verbonden aan het eerste semester en niet meer na 31 maart 2008 voor de opleidingsonderdelen verbonden aan het tweede semester. Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
11
Artikel 23 Uiterste inschrijvingsdatum De uiterste inschrijvingsdata voor een diplomacontract verbonden met een modeltraject en voor een creditcontract zijn 31 oktober 2007 voor het eerste semester en 31 maart 2008 voor het tweede semester. Mits een gemotiveerde aanvraag kan hierop afwijking worden verleend door de opleidingsdirecteur. De uiterste inschrijvingsdata voor een examencontract is dertig kalenderdagen voor het examen van het opleidingsonderdeel waarvoor men het contract aangaat. Artikel 24 De student die zich voor de eerste maal aan de Arteveldehogeschool inschrijft De student die zich voor het eerst aan de Arteveldehogeschool inschrijft, bezorgt de centrale studentenadministratie bij zijn inschrijving de volgende administratieve stukken: het diploma van secundair onderwijs of het gelijkwaardig diploma of studiebewijs; desgevallend alle documenten met betrekking tot zijn studies na het beëindigen van het secundair onderwijs en voor zijn inschrijving aan de Arteveldehogeschool; desgevallend het bewijs tot toelating afgeleverd na het toelatingsonderzoek gevoerd door de validerende instantie van de associatie Universiteit Gent; eventueel aangevuld met het bewijs van vrijstellingen, gebaseerd hetzij op het bewijs van elders verworven competenties (EVC) afgeleverd door de validerende instantie van de associatie universiteit Gent, hetzij op reeds behaalde creditbewijzen of elders verworven kwalificaties (EVK); een kopie van de identiteitskaart of van de verblijfstitel. Het indienen van een onvolledig dossier kan aanleiding geven tot het weigeren van de inschrijving.
Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
12
Artikel 25 De student die zich herinschrijft aan de Arteveldehogeschool De student die zich herinschrijft aan de Arteveldehogeschool doet dit door persoonlijk zijn administratief dossier aan te vullen, het studiegeld te betalen en zijn diploma-, credit- of examencontract te ondertekenen. Artikel 26 Het studiegeld Diploma- en creditcontract bachelor Beursstudent(1) inschrijving voor ten hoogste 53 studiepunten 55 € inschrijving tussen de 54 en 66 studiepunten 100 € inschrijving voor meer dan 66 studiepunten 100 €
Bijna beurs 38,7 € + (N x 5,3 €) 355 € 355 € + (N-66) x 2,1 €
Niet-beurs 58,1 € + (N x 7,9 €) 533 € 533 € + (N-66) x 3,2 €
Examencontract bachelor en bachelor-na-bachelor 52,8 € + (N x 3,2)
Combinatie examencontract met diploma- en/of creditcontract bachelor Bijna beurs inschrijving voor ten hoogste 53 studiepunten inschrijving voor meer dan 53 studiepunten
Niet-beurs 110,9 € + (N x 7,9) + (M x 3,2) 407,8 € + (M x 3,2 €) 585,8 € + ( M x 3,2 €)
N: aantal studiepunten in diploma- en/of creditcontract M: aantal studiepunten in examencontract (1) Het betreft hier het studiegeld voor een beursstudent met een inschrijving in 1 opleiding. Voor beursstudenten met meerdere inschrijvingen wordt elke inschrijving afzonderlijk behandeld. Voor elke bijkomende inschrijving in een andere opleiding is het studiegeld 55 € Bachelor-na-bachelor Studenten die beroepsactief zijn op het ogenblik van de inschrijving 1066 € en ten minste drie jaar in het bezit zijn van een bachelor- of masterdiploma of van een buitenlands diploma op grond waarvan ze worden toegelaten tot de betrokken bacheloropleiding Andere studenten Dezelfde bedragen als niet-beursstudenten
Specifieke groepen Minvermogende studenten dezelfde bedragen als beursstudenten Buitenlandse studenten (niet afkomstig uit een lidstaat van de 5700 € behoudens specifieke uitzonderingen Europese Unie en geen erkend vluchteling) Buitenlandse studenten in het bezit van een “bewijs van inschrijving dezelfde bedragen als niet-beursstudenten in het vreemdelingenregister” (BIVR) van bepaalde duur
De definitieve vastlegging van het inschrijvingsprogramma gebeurt bij de inschrijving. Bij wijziging van het inschrijvingsprogramma gebeurt een verrekening van het studiegeld bij ondertekening van het nieuwe inschrijvingsprogramma. Verschuldigd studiegeld bij uitschrijving: 1° stopzetting van een examencontract: het volledige studiegeld 2° stopzetting van een diploma- en/of creditcontract: stopzetting ten laatste op 14 oktober: 50 € stopzetting tussen 15 oktober en ten laatste op 30 november: 100 € en bij lager bedrag van het studiegeld blijft het volledige studiegeld verschuldigd stopzetting vanaf 01 december: het volledige studiegeld
Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
13
Artikel 27 Uitschrijving De student die zijn studies tijdens het academiejaar stopzet maakt zijn voornemen schriftelijk bekend aan het opleidingssecretariaat. Slechts na een gesprek met de leertrajectbegeleider van de opleiding kan hij worden uitgeschreven door de Dienst studentenadministratie. Bij uitschrijving wordt geëist de studentenkaart en afgeleverde attesten in te leveren op de Dienst studentenadministratie, Hoogpoort 15, 9000 Gent, Tel. 09 235 20 07 en alle ter beschikking gestelde materialen bij de betrokken diensten en de mediatheek.
2.3 Vrijstellingen Artikel 28 Vrijstelling Een vrijstelling kan worden verleend aan degene die alle competenties van een opleidingsonderdeel, of een deel ervan, heeft verworven. Een vrijstelling kan worden verleend op basis van eerder verworven kwalificaties (EVK) of eerder verworven competenties (EVC). Artikel 29 Vrijstelling op basis van eerder verworven kwalificaties (afgekort EVK) Een student die op basis van eerder verworven kwalificaties vrijstellingen wenst te bekomen, richt een aanvraag aan de opleidingsdirecteur uiterlijk vijftien kalenderdagen na het begin van het academiejaar en bij laattijdige inschrijving binnen de vijftien kalenderdagen na inschrijving. De student bezorgt samen met de aanvraag de originele bewijsstukken (attest, getuigschrift, diploma, …). De opleidingsdirecteur zal de aanvraag behandelen in functie van de inhoud en studieomvang van het opleidingsonderdeel waarvoor vrijstelling wordt gevraagd. De opleidingsdirecteur neemt de beslissing over het verlenen van de vrijstelling. Hij brengt de student daarvan op de hoogte uiterlijk een maand na het indienen van de aanvraag. Artikel 30 Vrijstelling op basis van eerder verworven competenties (afgekort EVC) Een student die op basis van eerder verworven competenties vrijstellingen wenst aan te vragen, moet daartoe zijn competenties laten valideren bij middel van een bekwaamheidsonderzoek door de Associatie Universiteit Gent. De procedure en de financiële vergoeding voor dit onderzoek worden geregeld door de Associatie. Op basis van het afgeleverde bewijs van bekwaamheid kan de student vrijstellingen aanvragen bij de opleidingsdirecteur. De opleidingsdirecteur zal de aanvraag behandelen in functie van de inhoud en studieomvang van het opleidingsonderdeel waarvoor vrijstelling wordt gevraagd. De opleidingsdirecteur beslist over het verlenen van de vrijstelling. Hij brengt de student van de beslissing op de hoogte uiterlijk een maand na het indienen van de aanvraag. Artikel 31 Voorwaarde voor het aanvragen van een geïndividualiseerd traject In het kader van een diploma- , een credit- of een examencontract kan een student een geïndividualiseerd traject aanvragen bij de betrokken opleidingsdirecteur. De aanvraag wordt uitvoerig gemotiveerd en de nodige stukken worden bij de aanvraag gevoegd. Dit moet de opleidingsdirecteur toelaten de opportuniteit van de vraag grondig te toetsen. Hij beslist over de aanvraag. De aanvrager krijgt een antwoord ten laatste dertig kalenderdagen na ontvangst.
2.4 Bijzondere groepen 2.4.1 Doelgroepen Artikel 32 Doelgroepen van studenten Bepaalde groepen van studenten kunnen faciliteiten voor hun studies verkrijgen. Deze faciliteiten worden hen toegekend onder meer omwille van bijzondere sociale of individuele omstandigheden, bijvoorbeeld: ernstige functiebeperking, ernstige medische of psychische redenen, zwangerschap, ouderschap, erkende topsport, kunstbeoefening, een volledige dagtaak ingevolge arbeidsovereenkomsten, het bekleden van een mandaat in een bestuursorgaan van de Associatie Universiteit Gent of van een vzw voor sociale voorzieningen of in een medezeggenschapsorgaan van de Arteveldehogeschool of de Associatie Universiteit Gent, het bekleden van een politiek mandaat, het studeren in internationale uitwisselingsprogramma's. Om deze faciliteiten te kunnen verkrijgen, richt de student een schriftelijk gemotiveerd verzoek aan de opleidingsdirecteur. De student voegt aan zijn verzoek de nodige documenten toe om te bewijzen dat hij Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
14
behoort tot een van deze doelgroepen. De opleidingsdirecteur onderzoekt de gegrondheid van de vraag en kent de student de faciliteiten al dan niet toe. Een interne adviescommissie „studie en topsport‟ onder leiding van de directeur onderwijs- en studentenbeleid adviseert de opleidingsdirecteur. Een interne adviescommissie „studeren met een ernstige functiebeperking‟ onder leiding van het diensthoofd van de dienst studieadvies adviseert de opleidingsdirecteur. Ze hanteert hierbij het principe van de gelijke behandeling en waarborgt de student het recht op redelijke aanpassingen. De opleidingsdirecteur brengt de student schriftelijk op de hoogte van de beslissing, uiterlijk dertig kalenderdagen na het indienen van zijn aanvraag. Artikel 33 Faciliteiten De faciliteiten kunnen betrekking hebben op het onderwijs en de examens. Faciliteiten inzake het onderwijs kunnen betrekking hebben op het volgen van les, het studiemateriaal, taken, opdrachten, de bachelorproef en stages, kortom het gehele studietraject en studieprogramma. Faciliteiten inzake examens kunnen betrekking hebben op de vorm, het verplaatsen van examens, het spreiden van examens, het afleggen ervan buiten de examenperiodes. De opleidingsdirecteur beslist over de concrete modaliteiten van de toegekende faciliteiten. Artikel 34 De relatie tussen de doelgroepstudent en een medewerker van de hogeschool Medewerkers die in hun professionele relatie te maken krijgen met doelgroepstudenten dienen zich in de uitoefening van hun functie te houden aan de discretieplicht. Wanneer zij, in uitzonderlijke gevallen, overleg wensen te plegen met derden aangaande bepaalde vertrouwelijke gegevens, bijvoorbeeld in het kader van noodtoestand in hoofde van de student, dan gebeurt dit na akkoord met de voorzitter van de adviescommissie „studeren met een ernstige functiebeperking‟, die hieromtrent overleg pleegt met de juridisch adviseur van de hogeschool. 2.4.2 Studenten die onderwijsactiviteiten volgen in een gastinstelling Artikel 35 Bepalingen voor opleidingsonderdelen gevolgd aan een gastinstelling De student die onderwijsactiviteiten wenst te volgen aan een gastinstelling in binnen- en/of buitenland en dit ter vervanging van een opleidingsonderdeel of opleidingsonderdelen van de Arteveldehogeschool dient hiertoe in principe voor het einde van het voorgaand academiejaar een schriftelijke toelating te vragen aan de opleidingsdirecteur. De opleidingsdirecteur deelt zo vlug mogelijk en uiterlijk dertig kalenderdagen na ontvangst zijn beslissing mee. Voor de student vertrekt moet het programma dat hij aan de gastinstelling wenst te volgen door de opleidingsdirecteur worden goedgekeurd bij middel van een studieovereenkomst of learning agreement. Indien de opleidingsdirecteur de toelating tot studeren aan een gastinstelling verleent, bepaalt hij eveneens welke opleidingsonderdelen in de Arteveldehogeschool wegvallen. Het totaal aantal studiepunten van de opleidingsonderdelen die wegvallen, komt overeen met dat van de opleidingsonderdelen gevolgd in de gastinstelling.
Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
15
Artikel 36 Het bekrachtigen van de studie Indien de student in de gastinstelling wordt geëvalueerd, dan wordt deze evaluatie volledig gehonoreerd door de Arteveldehogeschool. Desgevallend worden de behaalde punten op basis van een reconversietabel of grading scale omgezet volgens de regels inzake het European Credit Transfer and Accumulation System (afgekort: ECTS). Omzetting van de resultaten behaald in de buitenlandse instelling (ECTS–Grade) naar de examencijfers van de Arteveldehogeschool (Local Grade) A 17 B 15 C 13 D 11 E 10 Voor de student afkomstig van een gastinstelling en die aan de Arteveldehogeschool studeert geldt de hierna volgende reconversietabel. Omzetting van de examencijfers van de Arteveldehogeschool (Local Grade) naar de ECTS-Grade Benedengrens Bovengrens Grade 16 20 A 14 15 B 12 13 C 11 11 D 10 10 E 9 9 F 0 8 Fx 2.4.3 Personeelsleden van de Arteveldehogeschool die zich willen inschrijven als student aan de Arteveldehogeschool Artikel 37 Bijzondere toelatingsvoorwaarden voor personeelsleden Het personeelslid van de Arteveldehogeschool die een opleiding als student wil volgen aan de Arteveldehogeschool meldt dit vooraf aan zijn opleidingsdirecteur of directeur. Hij kan enkel ingeschreven worden na toelating van de directeur onderwijs- en studentenbeleid, die de nodige maatregelen treft om onverenigbaarheden te voorkomen. Indien dit onmogelijk is, zal de toelating tot de inschrijving geweigerd worden.
3. Bepalingen i.v.m. onderwijsactiviteiten Artikel 38 Deelname aan onderwijsactiviteiten De student die een diploma- of creditcontract heeft aangegaan met de Arteveldehogeschool neemt deel aan alle activiteiten van de opleidingsonderdelen waarvoor hij is ingeschreven en hij legt er examen over af. Aan de student die een modeltraject volgt garandeert de hogeschool dat hij in principe kan deelnemen aan alle onderwijsactiviteiten van dit traject. De student die een studietraject volgt dat afwijkt van een modeltraject draagt zelf de verantwoordelijkheid voor zijn deelname aan de onderwijsactiviteiten. Artikel 39 Gewettigde afwezigheden Gewettigde afwezigheden bij onderwijsactiviteiten zijn o.a.: medische redenen (ziekte, ongeval), overmacht, familiale redenen (huwelijks- of begrafenisplechtigheid van een familielid tot in de tweede graad, het vervullen van staatsburgerlijke verplichtingen, gerechtelijke redenen (oproeping of dagvaarding voor een rechtbank), het beschikken over het statuut van doelgroepstudent, het bekleden van een mandaat in een bestuursorgaan van de vzw voor sociale voorzieningen of van de Associatie Universiteit Gent of in een medezeggenschapsorgaan van de hogeschool of van de Associatie Universiteit Gent en afwezigheid met toelating van de Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
16
opleidingsdirecteur. Een medisch getuigschrift zoals bijvoorbeeld “ patiënt dixit “ of “post factum” wordt niet aanvaard als bewijs tot wettigen van een afwezigheid. De student moet iedere gewettigde afwezigheid onmiddellijk melden en verantwoorden op het opleidingssecretariaat. Gewettigde afwezigheden kunnen aanleiding geven tot een specifiek remediëringstraject. Deze regelgeving kan aangevuld worden binnen elke opleiding. Hiervoor wordt verwezen naar de opleidingsgidsen. Artikel 40 Ongewettigde afwezigheden De student draagt de verantwoordelijkheid om deel te nemen aan alle onderwijsactiviteiten waarvoor hij zich inschreef. De lesgevers kunnen controles houden op aanwezigheden van de studenten. De student die ongewettigd afwezig is, kan geen aanspraak maken op inhaalmogelijkheden. Het opleidingssecretariaat fungeert als aanmeldingspunt en heeft als taak het karakter van de regelmatigheid van de student te waarborgen ten aanzien van de sociale wetgeving en andere belanghebbenden. Artikel 41 Regeling praktijk en bachelorproef Een bijzondere regeling wordt voor elke opleiding uitgewerkt. Deze regeling staat beschreven in de opleidingsgids, de praktijkgids en de gids voor de bachelorproef.
4. De sanctie van de studies Artikel 42 Bekrachtiging van de studies Na een semester ontvangt de student een rapport met zijn studieresultaten. creditbewijs voor elk opleidingsonderdeel waarvoor hij geslaagd is.
Een student behaalt een
Een diploma wordt toegekend aan de student die voor het geheel van de opleiding geslaagd wordt verklaard. Het diploma wordt vervolledigd met een diplomasupplement overeenkomstig de regelgeving van de Vlaamse Gemeenschap. De student wordt geslaagd verklaard indien hij de doelstellingen van het opleidingsprogramma globaal heeft verwezenlijkt. Het feit dat de student globaal geslaagd wordt verklaard, betekent niet dat hij in aanmerking komt voor een creditbewijs voor die opleidingsonderdelen waarvoor hij niet geslaagd is. Wanneer de student ten minste een derde van zijn opleiding aan een partnerinstelling van de hogeschool conform artikel 94, par. 2 van het structuurdecreet met gunstig gevolg beëindigt, verwerft hij daarenboven een diploma dat door de partnerinstelling wordt afgeleverd. Artikel 43 Creditbewijzen Een student behaalt een creditbewijs voor elk opleidingsonderdeel waarvoor hij geslaagd is. Indien het opleidingsonderdeel meerdere examenonderdelen omvat, kan de student enkel het creditbewijs bekomen indien hij geslaagd is voor het geheel van het opleidingsonderdeel. Een creditbewijs blijft onbeperkt geldig binnen de betrokken opleiding van de Arteveldehogeschool. Een actualiseringsprogramma kan slechts worden opgelegd door de opleidingsdirecteur wanneer een termijn van vijf kalenderjaren verstreken is sedert het behalen van het creditbewijs. Deze termijn wordt berekend vanaf de eerste dag van oktober die volgt op de maand waarin het creditbewijs werd behaald. Artikel 44 Resultaten van leereenheden De student die niet slaagt voor alle leereenheden van een opleidingsonderdeel behoudt in een volgende examenperiode de resultaten van de leereenheden waarvoor hij geslaagd is.
Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
17
Artikel 45 Diploma op basis van competenties Indien het hogeschoolbestuur op grond van een bewijs van bekwaamheid en/of studiebewijzen vaststelt dat een persoon de competenties eigen aan een welomschreven opleiding bezit, kan het hogeschoolbestuur aan deze persoon het diploma van de betrokken opleiding uitreiken, zonder dat een inschrijving voor de betrokken opleiding vereist is. Indien het hogeschoolbestuur niet wenst over te gaan tot het uitreiken van het gevraagde diploma doch het volgen van bijkomende opleidingsonderdelen of delen daarvan voorschrijft, dan zal het deze beslissing gemotiveerd aan betrokkene mededelen.
5. Beroepsprocedures Artikel 46 Beroepsprocedures De student die oordeelt dat een studievoortgangbeslissing is aangetast door een materiële vergissing of onwettigheid kan een bezwaar aantekenen. Hetzelfde geldt voor de student die van mening is dat de voor hem genomen beslissing ten aanzien van zijn verzoek tot vrijstellingen, zijn verzoek tot erkenning van eerder verworven kwalificaties of zijn verzoek tot het bekomen van faciliteiten voor hem nadelig is. In de voornoemde gevallen dient de student een bezwaar in bij middel van een aangetekend schrijven aan de betrokken opleidingsdirecteur binnen een vervaltermijn van vijf kalenderdagen nadat de beslissing aan hem is bekendgemaakt. De opleidingsdirecteur oordeelt over de ontvankelijkheid en gegrondheid van het bezwaar en neemt desgevallend een nieuwe beslissing. Hij deelt zijn definitief besluit binnen een termijn van vijftien kalenderdagen mee aan de student. De student die zijn bezwaar staande houdt, niettegenstaande de negatieve beslissing van de opleidingsdirecteur ten aanzien van de ontvankelijkheid of gegrondheid, kan beroep aantekenen bij de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangbeslissingen, overeenkomstig de procedure voorzien in het decreet betreffende de rechtspositieregeling van de student. De student kan de Raad schriftelijk contacteren op volgend adres: Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Departement Onderwijs, Administratie Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek Hendrik Consciencegebouw – Toren A – 7de verdieping Koning Albert II-laan 15 1210 Brussel
Deel 2 Examenreglement 1. Algemene bepalingen Artikel 47 Toepassingsgebied Het examenreglement is van toepassing op alle examens aan de hogeschool die afgelegd worden in het kader van een diploma-, een credit- of een examencontract. Artikel 48 Wijzigingen Aan het examenreglement kunnen slechts wijzigingen worden aangebracht na beraadslaging in academische raad en bij beslissing van het participatieforum.
de
Indien het examenreglement wordt gewijzigd in de loop van het academiejaar met het oog op onmiddellijke toepassing, bevat de wijzigingsbepaling uitdrukkelijk wanneer ze in werking treedt en vanaf welk tijdstip de wijziging toepassing zal krijgen. Deze wijziging bevat de nodige overgangsbepalingen. Behoudens wanneer de wijziging anders bepaalt, treedt elke wijziging in met ingang van het academiejaar dat volgt. Artikel 49 Afwijkingen Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
18
Algemene afwijkingen van het examenreglement kunnen worden toegestaan door het participatieforum na beraadslaging in de academische raad. Het hogeschoolbestuur bepaalt de geldigheidsduur van de toegestane afwijking. Individuele afwijkingen worden schriftelijk aan de betrokken student meegedeeld door de voorzitter van de examencommissie. Artikel 50 Aanvullingen Elke voorzitter van de examencommissie kan dit algemene examenreglement aanvullen met bijzondere bepalingen en criteria, voor zover ze niet in strijd zijn met de wetgeving en het algemene examenreglement, en dit na advies van de opleidingsraad en mits goedkeuring door de directeur onderwijs- en studentenbeleid. Deze aanvullingen worden opgenomen in de opleidingsgids. De opleidingsgids kan geraadpleegd worden op de website van de hogeschool: http://www.arteveldehs.be. Artikel 51 Bekendmaking Zowel het algemene examenreglement als de wijzigingen, afwijkingen en aanvullingen worden via de geëigende kanalen aan de betrokken studenten bekendgemaakt.
2. Organisatie van examens Artikel 52 Evaluatiesystemen Er worden twee wijzen van evaluatie onderscheiden: periodegebonden evaluatie en permanente evaluatie. Onder periodegebonden evaluatie wordt begrepen: een beoordeling van de studieprestaties voor een opleidingsonderdeel, in de examenperiodes zoals voorzien in de opleidingskalender. Onder permanente evaluatie wordt begrepen: een regelmatige evaluatie van de studieprestaties verbonden aan een opleidingsonderdeel, in de periodes voorbehouden voor onderwijs- en studieactiviteiten zoals voorzien in de opleidingskalender. De evaluatie van een opleidingsonderdeel kan bestaan uit een periodegebonden en / of uit permanente evaluatie, afhankelijk van de gehanteerde werkvormen. Het aandeel van de permanente evaluatie gekoppeld aan bepaalde onderwijswerkvormen wordt vermeld in de opleidingsgids en toegelicht door de lesgever. De student die een gedeelte van zijn opleiding volgt aan een gastinstelling aanvaardt het evaluatiesysteem van deze instelling. Voor de student die dit doet in het kader van een uitwisselingsprogramma wordt dit vastgelegd in het learning agreement tussen de Arteveldehogeschool en de gastinstelling. Voor de student die dit doet in het kader van het opleidingsprogramma dat leidt tot bidiplomering worden programma en evaluatiesystemen vastgelegd in een overeenkomst tussen de Arteveldehogeschool en de partnerinstelling. Artikel 53 Examenperiodes en examenkansen Er zijn per academiejaar twee examenperiodes: de eerste examenperiode en de tweede examenperiode, die ten vroegste begint op 16 augustus van het lopende academiejaar. Deze examenperiodes worden jaarlijks vastgelegd in de kalender van elke opleiding. Een eerste kans tot het afleggen van examen wordt steeds aangeboden in de eerste examenperiode. Een tweede kans tot het afleggen van examen kan enkel worden genomen tijdens de tweede examenperiode. Opleidingsonderdelen, waarvan de aard niet toelaat dat zij een tweede maal geëxamineerd worden, kunnen hierop een uitzondering vormen. Dit wordt medegedeeld in de opleidingsgids. Indien een student zich na het eerste semester herinschrijft voor hetzelfde opleidingsonderdeel in het tweede semester, dan heeft hij recht op een nieuwe kans op examen voor dat opleidingsonderdeel in de eerste examenperiode. In de tweede exameperiode blijft zijn recht op een examen voor dat opleidingsonderdeel beperkt tot één tweede kans. Een student, die gedelibereerd wordt voor een opleidingsonderdeel zonder dat hij daarbij een creditbewijs verworven heeft, kan zich mits inschrijven via een examencontract opnieuw voor dat gedelibereerde opleidingsonderdeel aanmelden tijdens de tweede examenperiode. De student heeft eveneens het recht om zich voor dergelijk opleidingsonderdeel opnieuw in te schrijven tijdens een volgend academiejaar. Artikel 54 Bijzondere examineertijdstippen Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
19
Examens kunnen bij beslissing van de voorzitter van de examencommissie voor bijzondere groepen van studenten worden georganiseerd buiten de in de opleidingskalender voorziene tijdstippen binnen het academiejaar. Voor de student met een bijzonder statuut kunnen examineertijdstippen individueel vastgelegd worden. Wanneer de student de toestemming wordt verleend om opleidingsonderdelen te volgen aan een gastinstelling, wordt het examen over deze opleidingsonderdelen afgenomen op het tijdstip en de plaats bepaald door de betrokken gastinstelling. Artikel 55 Registratie van aanwezigheid en legitimatie bij een examen De hogeschool registreert de aanwezigheid van een student bij een examen door middel van de handtekening van de student op een aanwezigheidslijst De student moet zich bij elk examen kunnen legitimeren met zijn studentenkaart. Artikel 56 Examineerdagen en –uren Mondelinge en schriftelijke examens kunnen plaatsvinden op iedere dag in de examenperiode, uitgezonderd zon- en feestdagen, tussen 08.00u. en 20.00u., behoudens omstandigheden door de voorzitter van de examencommissie te beoordelen. Artikel 57 Plaats van het examen Alle periodegebonden evaluaties vinden plaats in een lokaal van de hogeschool, behoudens omstandigheden door de voorzitter van de examencommissie te beoordelen. Artikel 58 Opstellen en mededelen van het examenrooster Het volledig en gedetailleerd examenrooster wordt door de voorzitter van de examencommissie via de geëigende kanalen bekendgemaakt ten laatste op 1 december voor de examens van het eerste semester; ten laatste op 1 april voor de examens van het tweede semester; ten laatste op 15 juli voor de examens van de tweede examenperiode; en in alle andere gevallen ten laatste dertig kalenderdagen voor het examen. Het examenrooster vermeldt de naam van de voorzitter en van de secretaris van de examencommissies en die van de ombudsmedewerker. Het examenrooster van een examenperiode wordt na overleg met de opleidingsraad opgemaakt onder de verantwoordelijkheid van de voorzitter van de examencommissie en wordt tenminste tien kalenderdagen vóór de bekendmaking voorgelegd aan de ombudsmedewerker, die advies uitbrengt. De voorzitter van de examencommissie keurt daarna het examenrooster definitief goed. Vanaf dan wordt het examenrooster bekendgemaakt via de geëigende kanalen en binnen de vooropgestelde termijn. Artikel 59 Examinator Elk examen wordt afgenomen door de persoon of de personen die het onderwijs van het opleidingsonderdeel heeft of hebben verzorgd. Indien de omstandigheden dit vereisen kan de voorzitter van de examencommissie hiervoor een beroep doen op een andere, interne examinator of een externe, die de deskundigheid bezit om de te verwachten competenties van de studenten te examineren. Wanneer een examinator verhinderd is om examen af te nemen, duidt de voorzitter van de examencommissie in principe een ander lid van het onderwijzend personeel aan belast met het afnemen van de examens of het doorvoeren van een evaluatie. Een examinator mag geen examens afnemen, noch aan de deliberatie deelnemen, van studenten waarvan hij bloedverwant of aanverwant is in rechte lijn of in de zijlijn tot en met de vierde graad. Hij mag geen examens afnemen van zijn echtgenoot of partner. De examinator verwittigt zo snel mogelijk de voorzitter van de examencommissie van elke bestaande onverenigbaarheid. Een examinator kan aan de voorzitter van de examencommissie mededelen dat er omstandigheden zijn waardoor hij een bepaald student niet kan ondervragen. Indien de voorzitter van de examencommissie zich met dit standpunt kan verzoenen, wordt de examinator vervangen. In geval van vervanging verwittigt de voorzitter van de examencommissie de ombudsmedewerker.
3. Verloop van de examens Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
20
Artikel 60 Informatie vooraf De titularis van een opleidingsonderdeel geeft aan de hand van de opleidingsgids bij de aanvang en bij het einde van de onderwijsactiviteiten informatie over de inhoud, de doelstellingen, de competenties, het studiemateriaal, de examenstof, de evaluatievormen en de beoordelingscriteria. Artikel 61 Examenrooster Examinatoren en studenten houden zich strikt aan het vastgelegde examenrooster. Examens kunnen enkel om een gemotiveerde reden verplaatst worden. De voorzitter van de examencommissie oordeelt daarover en treft in dat geval in afspraak met de ombudsmedewerker een nieuwe regeling. De student die omwille van overmacht niet kan deelnemen aan één of meerdere examens verwittigt via het examensecretariaat of de ombudsmedewerker de voorzitter van de examencommissie. Hij geeft hierbij de redenen van overmacht aan. De voorzitter van de examencommissie kan bijkomende bewijsstukken vragen en beslist autonoom over de geldigheid ervan. Op grond hiervan beslist hij samen met de ombudsmedewerker over het verdere verloop van de examens binnen de examenperiode. Artikel 62 Evaluatievorm Elk examen dient zo te worden georganiseerd dat de student op een zo objectief mogelijke wijze de kans krijgt zijn competentie(s) te bewijzen. De vorm van het examen wordt bepaald naar de te beoordelen competentie(s) . De voorzitter van de examencommissie beslist over de examenvorm na raadpleging van de betrokken examinator(en). De examenvorm wordt meegedeeld in de opleidingsgids. Eventuele noodzakelijke aanpassingen worden, behoudens overmacht, ten laatste dertig kalenderdagen voor het betreffende examen aan alle betrokken studenten kenbaar gemaakt. In principe is de evaluatievorm voor de herkansbare opleidingsonderdelen voor beide examenperiodes dezelfde, tenzij dit omwille van de gehanteerde vorm niet mogelijk is. Indien, uitzonderlijk, de examenvorm van de ene tot de andere examenperiode verschilt, deelt de titularis van het opleidingsonderdeel dat in de opleidingsgids mee. Bij een mondeling of een gedeeltelijk mondeling examen wordt steeds een schriftelijke voorbereidingstijd toegestaan. Om maximale objectiviteit te waarborgen moet de student steeds de kaarten met daarop zijn vragen kunnen „trekken‟, tenzij dit omwille van de aard van de te evalueren competentie niet mogelijk is. Een student met een functiebeperking kan , als hij daarom vóór de opening van de examenperiode verzoekt, van de voorzitter van de examencommissie en van de examinator toestemming krijgen om examens op een andere dan de vastgelegde wijze af te leggen. Hij kan dit tevens vragen tijdens de examenperiode via de ombudsmedewerker. Een student kan eveneens tijdens de examenperiode om redenen van lichamelijke of psychische aard van de voorzitter van de examencommissie toestemming krijgen om examens op een andere dan de vastgelegde wijze af te leggen. De voorzitter bevestigt dit schriftelijk aan de betrokken student en examinator. Artikel 63 Beoordeling Elk examen wordt gequoteerd. Het toegekende examenresultaat drukt de mate uit waarin de student de competentie van het opleidingsonderdeel, waarvoor het examen wordt ingericht, heeft verworven. De toegekende quotering per opleidingsonderdeel stemt niet noodzakelijk overeen met een mathematische verwerking van de deelscores. De quotering of deelquotering wordt in gehele getallen van nul tot en met twintig uitgedrukt. Voorafgaand aan de beraadslaging van de examencommissie kan een examinator met het oog op remediëring of oriëntering indicatieve deelscores mededelen. De quotering of deelquotering van een examen wordt slechts na de beraadslaging van de examencommissie medegedeeld. De student verneemt de betekenis van de quoteringen via het beoordelingskader dat opgenomen is als bijlage 3 bij dit studiecontract. De student kan niet worden geëvalueerd op prestaties of activiteiten die buiten het studieprogramma staan, waarvoor hij is ingeschreven. Artikel 64 Beoordeling van opleidingsonderdelen gevolgd aan een gastinstelling
Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
21
De opleidingsdirecteur beslist onder welke voorwaarden de student een deel van zijn opleidingsprogramma kan volgen aan een binnen- of buitenlandse gastinstelling. Resultaten voor gevolgde opleidingsonderdelen aan een gastinstelling worden op basis van het ECTS (European Credit Transfer and Accumulation System) of eventuele vertaling naar het quoteringssysteem van de opleiding, op dezelfde wijze verrekend als examencijfers voor equivalente opleidingsonderdelen van de thuisinstelling en worden tijdens de gewone beraadslagingen van de examencommissie besproken. Artikel 65 Openbaarheid van examens De voorzitter van de examencommissie garandeert de openbaarheid van de examens. Voor schriftelijke examens wordt de openbaarheid gegarandeerd doordat elke student het recht heeft op inzage in zijn examenkopij na de beraadslaging van de examencommissie. Voor de mondelinge examens en praktijkexamens wordt de openbaarheid gegarandeerd doordat iedere student of examinator het recht heeft om voor elk examen de aanwezigheid van een tweede lid van de examencommissie te vragen en / of van de ombudsmedewerker. Deze mogen op geen enkele wijze het verloop van het examen beïnvloeden. De student of examinator richt hiertoe een gemotiveerd verzoek aan de voorzitter van de examencommissie. Indien het verzoek uitgaat van een student wordt dit niet meegedeeld aan de examinator. De ombudsmedewerker kan ook op eigen initiatief of op vraag van de voorzitter van de examencommissie zorgen dat een derde tijdens het examen aanwezig is. Artikel 66 Stopzetting van examens Een student die niet aan het examen of de examens deelneemt of zijn deelneming stopzet, deelt dat onmiddellijk schriftelijk mee aan het examensecretariaat. Het examensecretariaat verwittigt op zijn beurt de voorzitter van de examencommissie, de ombudsmedewerker en de examinator(en). Artikel 67 Aanwezigheid bij examens Een student die zich voor een examen heeft ingeschreven en niet aanwezig is op het ogenblik dat een examen een aanvang neemt volgens het voorziene tijdstip, meldt dit aan het examensecretariaat. Hij bewijst zijn identiteit bij middel van zijn studentenkaart. Slechts indien de voorzitter van de examencommissie of zijn afgevaardigde oordeelt dat de afwezigheid wettig is, al of niet op basis van voorgelegde bewijsstukken of na interventie van de ombudsmedewerker, wordt, zo mogelijk binnen de organisatie van de examenperiode, een nieuw tijdstip voor het examen vastgelegd. Niet-afgelegde examens worden, indien de student gewettigd afwezig was, in principe ingehaald tijdens de betrokken examenperiode.
4. De samenstelling en soorten van examencommissies Artikel 68 Leden van de examencommissie De examencommissie bestaat uit de volgende stemgerechtigde leden: de voorzitter en de leden van het onderwijzend personeel zoals bepaald in artikel 69. De leertrajectbegeleider(s), de ombudsmedewerker en de secretaris maken met raadgevende stem deel uit van de examencommissie. Op verzoek van de voorzitter van de examencommissie kunnen experten met raadgevende stem de beraadslaging van de examencommissie bijwonen. Gastsprekers worden gelijkgesteld met experten en hebben dus eveneens enkel een raadgevende stem. In uitzonderlijke omstandigheden kunnen niet-leden door de examencommissie gehoord worden op verzoek van de voorzitter van de examencommissie. Artikel 69 Samenstelling van de examencommissie De samenstelling van de examencommissie wordt ten laatste tegen 31 oktober door de voorzitter van de examencommissie vastgelegd en bekendgemaakt. De samenstelling van de examencommissie voor het eerste academiejaar van een bacheloropleiding en de facultatieve examencommissie wordt gebaseerd op de aanwezigheid van tenminste één evaluator voor ieder opleidingsonderdeel. De examencommissie voor het geheel van een opleiding bestaat uit de evaluatoren van het laatste modeldeeltraject van het voltijdse modeltraject. De examencommissie kan worden aangevuld met andere evaluatoren. De examencommissie is representatief indien twee derde van de volgens dit artikel vooropgestelde leden aanwezig is. Artikel 70 De examencommissie voor het eerste academiejaar van een bacheloropleiding Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
22
Het hogeschoolbestuur stelt een examencommissie in voor het eerste academiejaar van een bacheloropleiding, voor wat betreft de studenten die zich voor het eerst voor een bacheloropleiding inschrijven. Deze examencommissie heeft volgende bevoegdheden : 1° het definitief vaststellen van de examenresultaten; 2° het verklaren dat de student al dan niet geslaagd is voor het geheel van de betrokken opleidingsonderdelen; 3° het bepalen van de opleidingsonderdelen die moeten worden hernomen met het oog op het later behalen van een diploma; 4° het uitbrengen van een niet-bindend studieadvies. Dit laatste doet zij op voorstel van de leertrajectbegeleider en op grond van de examenresultaten. Deze bevoegdheden bepalen het voorwerp van de beraadslaging en de beslissingen te nemen door de examencommissie. Artikel 71 De examencommissie voor het geheel van de opleiding Het hogeschoolbestuur stelt een examencommissie in voor het geheel van een opleiding, in functie van de deliberatie met het oog op de toekenning van een graad of diploma. Deze examencommissie heeft volgende bevoegdheden : 1° het verklaren dat de student al dan niet geslaagd is voor het geheel van de opleiding; 2° het bepalen van de opleidingsonderdelen die desgevallend moeten worden hernomen met het oog op het behalen van een diploma; 3° het vaststellen van de graad van verdienste waarmee het diploma wordt toegekend. Deze bevoegdheden bepalen het voorwerp van de beraadslaging en de beslissingen te nemen door de examencommissie. Artikel 72 De facultatieve examencommissie Het hogeschoolbestuur stelt meermaals per academiejaar een facultatieve examencommissie in. Deze facultatieve examencommissie heeft volgende bevoegdheden : 1° het definitief vaststellen van de examenresultaten; 2° het verklaren dat de student al dan niet geslaagd is voor het geheel van de betrokken opleidingsonderdelen; 3° het bepalen van de opleidingsonderdelen die moeten worden hernomen met het oog op het later behalen van een diploma; 4° het uitbrengen van een niet-bindend studieadvies. Dit laatste doet zij op voorstel van de leertrajectbegeleider en op grond van de examenresultaten. Deze bevoegdheden bepalen het voorwerp van de beraadslaging en de beslissingen te nemen door de examencommissie.
5. Beraadslaging Artikel 73 Aanwezigheid van examinatoren De leden van de examencommissie nemen aan de beraadslaging deel en tekenen de aanwezigheidslijst. Een lid dat gewettigd verhinderd is, deelt dit zo spoedig mogelijk mee aan de voorzitter van de examencommissie. De voorzitter van de examencommissie kan voor het verrichten van administratieve taken een beroep doen op een medewerker van de hogeschool. Hij maakt geen deel uit van de examencommissie. Artikel 74 Bereikbaarheid van de student De student moet bereikbaar zijn tijdens de beraadslaging van de examencommissie. Het tijdstip van de beraadslaging wordt via de geëigende kanalen meegedeeld. Artikel 75 Geheimhouding De leden van de examencommissie, alle personen die ter zitting aanwezig zijn en alle personen die betrokken zijn bij het gegevensbeheer van evaluatieresultaten, zijn tot geheimhouding verplicht over alle aspecten van de beraadslaging. Artikel 76 Stemgerechtigden Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
23
Voor een student zijn stemgerechtigd de leden van de examencommissie zoals bepaald in artikel 68 en 69 van dit examenreglement. Elk stemgerechtigd lid van de examencommissie beschikt maximaal over één stem, ongeacht het aantal opleidingsonderdelen waarvoor hij verantwoordelijk is. Artikel 77 Aanwezigheidsquorum examinatoren Ten minste twee derde van de stemgerechtigde leden van de examencommissie moet aanwezig zijn om geldig te kunnen beslissen. Indien dit niet het geval is, moet de voorzitter een nieuwe samenkomst plannen waarop ten minste de helft van de leden aanwezig is. Voor een hernieuwde bijeenkomst, naar aanleiding van een materiële vergissing, van een beslissing in verband met rechtsbescherming of een beslissing van de “Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen”, moet ten minste de helft van de stemgerechtigde leden van de examencommissie aanwezig zijn om geldig te beslissen.
Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
24
Artikel 78 Voorwerp van beraadslaging De examencommissie oordeelt over de studieprestaties van de opleidingsonderdelen waarvoor de student is ingeschreven. Indien de student vrijstelling(en) of ontheffing(en) geniet behoren de betrokken opleidingsonderdelen niet tot zijn studieprogramma. De vrijgestelde opleidingsonderdelen maken geen voorwerp uit van beraadslaging. Het voorwerp van de beraadslaging wordt omschreven in respectievelijk artikel 70, 71 en 72 van dit examenreglement. Artikel 79 Deliberatieregels Deliberatie in de zin van dit artikel is slechts mogelijk voor zover de student geen tekort behaalde in een opleidingsonderdeel dat in de opleidingsgids voor een deliberatie uitgesloten werd. Studenten met een quotering lager dan 7 komen niet in aanmerking voor deliberatie. Alvorens tot de deliberatie over te gaan berekent de examencommissie voor iedere student eerst het totaal van het aantal studiepunten per opleidingsonderdeel, waarvoor de student zich heeft geregistreerd, en vermenigvuldigt dit met twintig. Vervolgens wordt het tolerantievolume vastgelegd op 1% van dit totaal. Indien voor een student het totaal van de gewogen tekorten kleiner is dan of gelijk is aan 1%, kan de examencommissie beslissen of ze al dan niet wenst te delibereren. Bij deliberatie voor een of meerdere opleidingsonderdelen wordt het gedelibereerd gewogen tekort in mindering gebracht van het tolerantievolume van dat academiejaar. De student die het beschikbare tolerantievolume niet heeft uitgeput komt in aanmerking voor deliberatie. Indien een examencommissie wegens uitzonderlijke omstandigheden beslist om van deze algemene deliberatiecriteria af te wijken, dan doet zij dit via een gemotiveerde beslissing. Artikel 80 Vaststelling examenresultaat Voor het vaststellen van de examenresultaten en het delibereren handelt de examencommissie collegiaal. Wanneer er geen unanimiteit onder de stemgerechtigde leden is, formuleert de voorzitter een voorstel. Over dat voorstel wordt gestemd. Artikel 81 Stemmingsregels De voorzitter formuleert het voorstel waarover gestemd wordt. Het voorstel wordt aanvaard indien de meerderheid van de aanwezige, stemgerechtigde leden het steunt. Onthoudingen worden niet meegeteld om de meerderheid te bepalen. De voorzitter examencommissie kan ambtshalve of op verzoek van een lid van de examencommissie of ombudswerker een geheime stemming opleggen. Bij staking van stemmen geldt het voor de student gunstigste voorstel als beslissing examencommissie.
voorstel van de van de van de
Artikel 82 Graad van verdienste De examencommissie kent de student de volgende graad van verdienste toe: geslaagd op voldoende wijze, met onderscheiding, met grote onderscheiding of met grootste onderscheiding toekennen. De ondergrens is hiervoor respectievelijk 50%, 65%, 75% en 85% van het behaalde eindtotaal voor het geheel van de opleiding. Een graad van verdienste wordt enkel toegekend zo het gehele opleidingsprogramma van de student minimaal 30 studiepunten omvat. Artikel 83 Onregelmatigheden en studiefraude Wanneer een correct verloop van de examens in het gedrang komt door een conflict tussen de examinator en de student, brengt de partij die hier als eerste om verzoekt of eventueel de ombudsmedewerker de voorzitter van de examencommissie onmiddellijk op de hoogte. Hetzelfde geldt ingeval de aanwezige examinator of de aanwezige collega tijdens of na het examen vaststelt dat de student fraude pleegt. Onder studiefraude begrijpt men o.a. afkijken, het helpen van een andere student en het plegen van plagiaat. De vaststeller van de studiefraude legt het examen van de betrokken student stil en doet de nodige vaststellingen en verzamelt eventuele bewijsstukken en verklaringen. Hij laat vervolgens de student verder examen afleggen. Hij informeert de ombudsmedewerker en brengt de voorzitter van de examencommissie van de feiten op de hoogte. In afwachting van een uitspraak van de examencommissie kan de student die verdacht wordt van onregelmatigheden of fraude zijn overige examens verder afleggen. Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
25
Ter bestrijding van plagiaat of onrechtmatig gebruik van auteursrechterlijk beschermde werken kan de hogeschool ook gebruik maken van een digitale speurder of antiplagiaatsoftware. De voorzitter van de examencommissie hoort zo spoedig mogelijk de student. Ten laatste gebeurt dit voor de beraadslaging door de examencommissie. Tijdens het horen kan de student zich door de ombudsmedewerker laten bijstaan. De voorzitter van de examencommissie neemt voorlopige maatregelen om een verder correct verloop van de examens te waarborgen. De examencommissie neemt de uiteindelijke beslissing, na de betrokkenen die daarom verzoeken te hebben gehoord. De examencommissie kan op grond van de feiten de volgende sancties uitspreken: - de student elk recht op een graad van verdienste ontnemen; - een of meer van de vastgelegde quoteringen of deelquoteringen van de student annuleren; - bij herhaling van fraude kan de student uitgesloten worden van deelname aan examens in de Arteveldehogeschool. Artikel 84 Beraadslagingsverslag Het beraadslagingsverslag bevat de aanwezigheidslijst en vermeldt voor elke student de genomen beslissing over het slagen voor het geheel van de betrokken opleidingsonderdelen, desgevallend de graad van verdienste, de vastgestelde examenresultaten uitgedrukt in quoteringen of deelquoteringen, desgevallend de te hernemen opleidingsonderdelen, desgevallend het niet-bindend studieadvies en de motivatie van de genomen beslissing. Wanneer de ombudsmedewerker hierom uitdrukkelijk verzoekt, bevat het proces-verbaal van de beraadslaging zijn opmerkingen aangaande bepaalde klachten en beslissingen. De voorzitter, de secretaris en tenminste drie stemgerechtigde leden ondertekenen het verslag. De voorzitter kan aan de student die zijn belang daartoe aantoont, inzage verlenen in het beraadslagingsverslag van de betrokken student. Het beraadslagingsverslag wordt gedurende dertig jaar bewaard door het secretariaat van de examencommissie.
6. Mededeling van de examenresultaten Artikel 85 Mededeling van de examenresultaten Na de beraadslaging van de examencommissie ontvangt de student een schriftelijk quoteringenrapport met volgende mededelingen: -
de beslissing over het al of niet geslaagd zijn voor het geheel van de betrokken opleidingsonderdelen; desgevallend de behaalde graad van verdienste; desgevallend de mededeling van de opleidingsonderdelen die moeten worden hernomen met het oog op het later behalen van een diploma; desgevallend de mededeling van de opleidingsonderdelen waarvoor geen tweede kans tot het afleggen van examen is; de definitief vastgestelde examenresultaten uitgedrukt in een quotering of deelquotering; de behaalde credits; desgevallend een niet-bindend studieadvies op grond van de examenresultaten.
Artikel 86 Proclamatie van de gediplomeerden Na de beraadslaging van de examencommissie over het geheel van een opleiding deelt de voorzitter van de examencommissie in openbare zitting de namen van de geslaagden – met desgevallend de vermelding van de graad van verdienste - mee.
Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
26
Artikel 87 Bespreking van de examenresultaten Na de mededeling van de examenresultaten staan de examinatoren, de ombudsmedewerker, de leertrajectbegeleiders, de voorzitter en de secretaris van de examencommissie ter beschikking van de studenten, met voorrang voor de niet-geslaagden. De voorzitter van de examencommissie deelt mee waar en wanneer de examinatoren ter beschikking zijn voor een nabespreking van de resultaten. De student heeft recht op toelichting over de beoordeling van de examens na de beraadslaging van de examencommissie. Elke examinator houdt daartoe gedurende het lopende academiejaar de examengegevens bij waardoor hij de beoordeling kan toelichten. Artikel 88 Inzage en bewaren van examenmateriaal De voorzitter van de examencommissie staat in voor het bewaren van de examenkopijen en alle documenten van het evaluatiedossier voor zover dit materieel mogelijk is. Aan student, die erom verzoekt bij middel van een schrijven gericht aan de voorzitter van de examencommissie, wordt inzage van zijn persoonlijk examendossier verleend. Dit kan alleen in een lokaal van de hogeschool en in aanwezigheid van de examinator of een medewerker van de hogeschool. De student mag geen stukken uit zijn examendossier kopiëren. De examenkopijen en alle documenten voor het evaluatiedossier worden gedurende een kalenderjaar na afsluiten van het academiejaar bewaard in de hogeschool. Deze periode wordt verlengd in geval van een betwisting voor de rechter. In dit geval worden alle stukken bewaard tot er een onherroepelijke beslissing is genomen.
7. Ombudsmedewerker Artikel 89 Algemene taakomschrijving Het hogeschoolbestuur stelt de ombudsmedewerkers aan die een bemiddelende rol opnemen bij geschillen tussen de student en een of meerdere personeelsleden. Deze geschillen houden verband met de toepassing van de onderwijs- en examenregeling, de rechtspositie van de student evenals omtrent de als onbillijk ervaren handelingen en situaties binnen de Arteveldehogeschool. Daarnaast vervult de ombudsmedewerker ook een rol in de toepassing van de wet op het grensoverschrijdend gedrag voor wat studenten betreft. De ombudsmedewerker wordt betrokken bij het ontwerpen van de examenplanning. Hij onderzoekt alle klachten en problemen in verband met de examens en de deliberatie. De ombudsmedewerker informeert de studenten, verwijst ze door naar bevoegde organen en treedt op als bemiddelaar bij klachten of bij geschillen. Hij mag in geen geval de studenten voor wie hij als ombudsmedewerker optreedt, zelf examineren. Hij voert zijn opdracht uit voor de studenten waarvoor hij is aangewezen. Artikel 90 Aanstelling Elk academiejaar wordt, ten laatste op 31 oktober, per opleiding en per studiejaar, na advies van de studentenvertegenwoordigers in de opleidingsraad, een medewerker die vertrouwd is met de opleiding door de opleidingsdirecteur als ombudsmedewerker voorgedragen aan het hogeschoolbestuur. De aanstelling van de ombudsmedewerker wordt ad valvas bekendgemaakt. Artikel 91 Beschikbaarheid De beschikbaarheid van de ombudsmedewerker wordt ad valvas meegedeeld. Deze bereikbaarheid - plaats en uurregeling - varieert in functie van de dienstverlening aan de studenten. Artikel 92 Recht op informatie Om zijn taak naar behoren te kunnen vervullen, heeft de ombudsmedewerker, ook vóór de beraadslaging van de examencommissie, recht op alle informatie betreffende elk examen. Hij is tot geheimhouding verplicht. Artikel 93 Deelname aan de beraadslaging De ombudsmedewerker is geen lid van de examencommissie. Hij neemt met raadgevende stem aan de beraadslagingen deel. Artikel 94 Rapportering Na het afsluiten van de tweede examenperiode maakt elke ombudsmedewerker een algemeen verslag van zijn interventies, signaleert hij problemen waarmee hij geconfronteerd werd en kan hij verbetervoorstellen Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
27
formuleren. Dit verslag wordt overgemaakt aan de voorzitter van de examencommissie, aan de directeur onderwijs- en studentenbeleid en aan de algemeen directeur.
8. Studievoortgang Artikel 95 Studievoortgang De student maakt in het kader van zijn diploma-, credit- of examencontract studievoortgang op grond van het afleggen van examens. Indien een student onvoldoende studievoortgang maakt, dan zal het hogeschoolbestuur de passende maatregelen met betrekking tot de studievoortgangbewaking treffen. Artikel 96 Studievoortgang op grond van examens Voor elk opleidingsonderdeel wordt een examen ingericht. Een student heeft voor ieder opleidingsonderdeel waarvoor hij ingeschreven is, recht op twee examenkansen in de loop van het academiejaar. Indien de aard van het opleidingsonderdeel niet toelaat dat tweemaal wordt geëxamineerd, kan het recht op twee examens tijdens hetzelfde academiejaar niet worden uitgeoefend. Dit wordt voor de betrokken opleidingsonderdelen aangegeven in de opleidingsgids. In dit geval moet de student zich voor het betreffende opleidingsonderdeel in een volgend academiejaar opnieuw inschrijven. Artikel 97 Studievoortgangbewaking Het hogeschoolbestuur kan volgende maatregelen van studievoortgangbewaking nemen: 1° het opleggen van bindende voorwaarden voor de inschrijving. Deze bindende voorwaarden betreffen in beginsel geen evaluatie- en/of deliberatiecriteria die strenger zijn dan de regels die in de hogeschool algemeen gelden. Het hogeschoolbestuur kan de studievoortgang van de student wel afhankelijk maken van een deliberatie door een examencommissie van een opleiding; 2° het weigeren van de inschrijving van de student, indien reeds eerder opgelegde bindende voorwaarden voor de inschrijving geen resultaat hebben opgeleverd. In geval van een creditcontract of examencontract kan het hogeschoolbestuur steeds deze maatregelen nemen. Maatregelen van studievoortgangbewaking kunnen worden opgelegd aan een student die reeds tweemaal voor een bepaald opleidingsonderdeel aan een hogeschool of universiteit in de Vlaamse Gemeenschap werd ingeschreven, zonder dat hij daarvoor een creditbewijs behaalde. Deze bepaling geldt niet indien het opleidingsonderdeel voorwerp uitmaakte van een deliberatie door een examencommissie en de student voor het geheel van de opleiding of de opleidingsonderdelen geslaagd werd verklaard. Maatregelen van studievoortgangbewaking kunnen worden opgelegd indien de student na één academiejaar niet ten minste 50 % van de studiepunten heeft verworven waarop het diplomacontract betrekking heeft. Maatregelen van studievoortgangbewaking worden opgelegd aan een onder diplomacontract ingeschreven student, die de graad of het diploma van de betrokken opleiding nog niet heeft behaald na verloop van een bepaalde termijn, die op grond van de studieomvang van de opleiding berekend wordt als volgt : 1° indien de student het studietraject voltijds heeft aangevat : a) wordt voor de eerste en tweede schijf van 60 studiepunten telkens twee academiejaren gerekend ; b) wordt voor de derde schijf en desgevallend volgende schijven van 60 studiepunten telkens een academiejaar gerekend ; 2° indien de student het studietraject deeltijds heeft aangevat : a) wordt voor de eerste en tweede schijf van 60 studiepunten telkens drie academiejaren gerekend; b) wordt voor de derde schijf en desgevallend volgende schijven van 60 studiepunten telkens twee academiejaren gerekend. In uitzonderlijke omstandigheden, waarin gegronde redenen voorhanden zijn om aan te nemen dat het opleggen van een maatregel van studievoortgangbewaking overbodig is, kan het hogeschoolbestuur afwijken van de in het tweede lid bedoelde verplichting.
9. Beroepsprocedures Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
28
Artikel 98 Het intern beroep binnen de Arteveldehogeschool In eerste instantie worden betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen via een intern beroep binnen de Arteveldehogeschool behandeld door de voorzitter van de betrokken examencommissie. Deze interne beroepsprocedure moet verplicht gevolgd worden, vooraleer de student een beroep kan instellen bij de “Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen”. De lijst met voorzitters van de examencommissies is opgenomen als bijlage 2 bij dit studiecontract. Artikel 99 Herziening van beslissingen bij materiële vergissingen Materiële vergissingen worden binnen een vervaltermijn van tien kalenderdagen via een aangetekend schrijven of tegen bewijs van afgifte aan de voorzitter van de examencommissie medegedeeld. Deze vervaltermijn van tien kalenderdagen gaat in de dag na de mededeling van de examenresultaten. De voorzitter van de examencommissie oordeelt over de ontvankelijkheid en gegrondheid van de mededeling en motiveert zijn besluit. Desgevallend roept hij de examencommissie in buitengewone zitting bijeen. De examencommissie herstelt de eventuele materiële vergissing en herneemt de beraadslaging. Artikel 100 Materiële vergissingen die de aard van de beslissing niet wijzigen Materiële vergissingen die binnen een vervaltermijn van tien kalenderdagen worden vastgesteld en die niet van aard zijn dat ze de beslissing van de examencommissie kunnen beïnvloeden, worden onmiddellijk door de voorzitter hersteld. Deze vervaltermijn van tien kalenderdagen gaat in de dag na de mededeling van de examenresultaten. Artikel 101 Herziening van beslissingen bij onregelmatigheden De student die oordeelt dat een ongunstige examenbeslissing aangetast is door een schending van recht stelt een verzoek tot heroverweging van de examenbeslissing binnen een vervaltermijn van vijf kalenderdagen via een aangetekend schrijven aan de voorzitter van de examencommissie. Deze vervaltermijn van vijf kalenderdagen gaat in de dag na de mededeling van de examenresultaten. De voorzitter van de examencommissie oordeelt over de ontvankelijkheid en gegrondheid van de mededeling en motiveert zijn besluit. Desgevallend roept hij de examencommissie in buitengewone zitting bijeen. De examencommissie, bijeen in bijzondere zitting, bevestigt of herziet op gemotiveerde wijze de oorspronkelijke beslissing. De beslissingen van de interne beroepsprocedure worden aan de student ter kennis gebracht binnen een termijn van vijftien kalenderdagen. Deze termijn gaat in op de dag na deze waarop het beroep is ingesteld. Artikel 102 Beroep tegen de herziening van de beslissing van de examencommissie De student die zijn bezwaar staande houdt, niettegenstaande de beslissing van de voorzitter van de examencommissie m.b.t. de ontvankelijkheid of gegrondheid of de nieuwe beslissing van de examencommissie in buitengewone zitting, kan beroep aantekenen bij de “Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen”, overeenkomstig de procedure voorzien in het decreet betreffende de rechtspositieregeling van de student. De student kan de Raad schriftelijk contacteren op volgend adres: Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Departement Onderwijs, Administratie Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek Hendrik Consciencegebouw – Toren A – 7de verdieping Koning Albert II-laan 15 1210 Brussel
Deel 3 Gedragscode 1. Informatie en houding
Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
29
Van de studenten wordt verlangd dat ze zich in hun gedragingen en sociale relaties, zowel binnen als buiten de Arteveldehogeschool laten leiden door eerbied voor de persoon. Zij verrichten geen handelingen die een gevaar zijn voor of onverenigbaar zijn met de doelstellingen van de opleiding, de gewoonten en de goede werking van de campus en de opdrachtverklaring van de hogeschool. Van de studenten wordt verwacht dat zij zich actief informeren over alle aangelegenheden die hen aanbelangen. Artikel 103 Berichtgeving De officiële mededelingen aan de studenten worden via de geëigende kanalen kenbaar gemaakt. Voor mededelingen die van de studenten uitgaan zijn aparte informatiepanelen voorzien. Mededelingen van de studenten kunnen, na toelating van de opleidingsdirecteur, worden geafficheerd. Artikel 104 Deontologie en geheimhouding Elke student gaat zorgzaam en discreet om met de vertrouwelijke gegevens waarmee hij in het kader van zijn opleiding in contact komt. In die zin is hij gebonden door de regels van geheimhouding en deontologie die op elk personeelslid van de hogeschool en van haar stageplaatsen van toepassing zijn. Artikel 105 Eerbied voor gebouwen, materialen en toestellen De studenten zijn medeverantwoordelijk voor hun onderwijsomgeving. De studenten houden de lokalen, gangen en sanitair proper, ruimen de tafels in de eetzaal en cafetaria af en dragen zorg voor meubilair en materiaal. Wie schade toebrengt aan meubilair en materiaal zal deze schade moeten vergoeden. In geen enkel onderwijslokaal wordt gegeten, gedronken, gerookt of kauwgom gebruikt. Fietsen en bromfietsen moeten in de daartoe voorziene rekken geplaatst worden. Wie een vals alarm veroorzaakt betaalt een schadevergoeding. Artikel 106 Gebruik van persoonlijke media Het gebruik van GSM - toestellen of andere persoonlijke media is niet toegelaten tijdens de onderwijsactiviteiten. Studenten dienen erover te waken dat hun toestel steeds is uitgeschakeld voor de aanvang van de onderwijsactiviteiten. Artikel 107 Mediatheek en oefenlokalen De hogeschool beschikt over mediatheekruimte, open leercentra en oefenlokalen. rustige werksfeer onontbeerlijk. Alle gebruikers hebben respect voor het materiaal.
In deze lokalen is een
Artikel 108 Ontzeggen van recht op toegang De medewerkers van de hogeschool hebben het recht om de studenten die de goede werking verstoren de toegang tot het lokaal te verbieden. Zij kunnen tevens een student uit een lokaal wegsturen. Artikel 109 Auteursrechten Iedere student leeft de wetten van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten nauwgezet na. Iedere student onthoudt er zich van materialen op enigerlei wijze te reproduceren zonder toestemming van de auteur. De student geniet de morele rechten op de door hem gecreëerde bachelorproef die tot stand komt in het kader van zijn opleiding. De student geeft de Arteveldehogeschool uitdrukkelijk de toestemming om de integrale tekst met bijhorende illustraties en bijlagen van de bachelorproef, evenals alle nuttige en praktische informatie omtrent deze bachelorproef op te nemen in een daartoe speciaal opgezette digitale kennisdatabank. Omwille van het wereldwijde karakter van dergelijke databank draagt de student zijn vermogensrechten op de door hem gemaakte bachelorproef over aan de Arteveldehogeschool. De student kan de toelating evenwel weigeren indien de opgenomen informatie voor de stageplaats een vertrouwelijk karakter heeft of indien het stagebedrijf of de student voor de beschreven technologie een octrooi wensen aan te vragen. Bij valorisatie van de onderzoeksresultaten waaraan de student meewerkte in het kader van zijn afstudeerwerk treedt het valorisatiereglement met de Associatie Universiteit Gent in werking. De student draagt zijn vermogensrechten over. Een aparte overeenkomst regelt de bepalingen inzake het verloop van de valorisatieprocedure en het eventuele aandeel van de student bij de verdeling van de netto - inkomsten. Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
30
Artikel 110 Roken Er geldt een absoluut rookverbod onderwijsactiviteiten organiseert.
in
alle
gebouwen
van
de
hogeschool
en
gebouwen
waar
zij
Artikel 111 Kledij en voorkomen De kledij en het voorkomen zijn aangepast aan de onderwijsactiviteiten tijdens de opleiding. Tijdens de praktijk en de stage schikt de student zich naar de van toepassingen zijnde gebruiken en de normen in functie van veiligheid en correct functioneren. Artikel 112 Taal In het kader van de opleiding is het belangrijk dat de student binnen de hogeschool en tijdens stages een correct en verzorgd taalgebruik hanteert. Artikel 113 Reserveren van lokalen Studenten die een lokaal willen reserveren, wenden zich daarvoor steeds tijdig tot het opleidingssecretariaat.
Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
31
2. Grensoverschrijdend gedrag Grensoverschrijdend gedrag zoals pesten, discriminatie, geweld en ongewenst seksueel gedrag kan overal voorkomen waar mensen samenzijn. Dit studiecontract voorziet in een bescherming tegen dergelijk grensoverschrijdend gedrag. Artikel 114 Grensoverschrijdend gedrag Elke student aanvaardt diversiteit als een meerwaarde. Elke student onthoudt zich dan ook van elke vorm van grensoverschrijdend gedrag zoals daar zijn pesterijen, geweld, ongewenst seksueel gedrag en discriminatie. Pesten is het herhaaldelijk vertonen van een bepaald gedrag door een persoon met de bedoeling een andere persoon er psychisch of fysiek onder te doen lijden. Onder geweld wordt verstaan dat iemand psychisch of fysiek wordt lastig gevallen, bedreigd of aangevallen. Ook verbale agressie, zoals beschimpingen of beledigingen, valt onder deze definitie. Ongewenst seksueel gedrag omvat alle vormen van verbaal, niet-verbaal of lichamelijk gedrag van seksuele aard, waarvan degene die er zich schuldig aan maakt, weet of zou moeten weten dat het afbreuk doet aan de waardigheid van vrouwen en mannen . Onder discriminatie wordt verstaan alle uitspraken, handelingen of beslissingen die beledigend zijn omwille van de etnische afkomst, godsdienst, geslacht, levensovertuiging, functiebeperking en/of seksuele geaardheid van de persoon. De hier omschreven vormen van grensoverschrijdend gedrag zijn enkel van informatieve aard. Voor concrete toetsing kunnen de studenten steeds contact opnemen met de ombudsmedewerkers en de medewerkers van de vzw SOVOARTE die fungeren als vertrouwenspersonen. Artikel 115 Klachten Elke student die meent het slachtoffer te zijn van geweld, pesterijen, ongewenst seksueel gedrag of discriminatie in de hogeschool kan een klacht indienen bij de ombudsmedewerkers of medewerkers van de vzw SOVOARTE. Zij fungeren tevens als meldpunt voor gevallen van discriminatie. De ombudsmedewerkers en de medewerkers van de vzw SOVOARTE zijn in deze steeds door hun deontologische code en het beroepsgeheim gebonden om elke klacht met de nodige discretie op te volgen vanaf het formuleren van de klacht tot en met het informeren over de gevolgen die eraan worden gegeven. In hun hoedanigheid van vertrouwenspersonen moeten zij ingaan op klachten m.b.t. pesterijen, geweld, ongewenst seksueel gedrag en discriminatie. Artikel 116 Bescherming van slachtoffer en aangeklaagde Het slachtoffer dat een klacht meldt of indient, en de aangeklaagde genieten een volledige bescherming voor de duur van het onderzoek. De verantwoordelijke medewerkers van de hogeschool zullen er op toezien dat er geen oneigenlijk gebruik gemaakt wordt van deze maatregelen.
3. Veiligheid en gezondheid Artikel 117 Veiligheidsvoorzieningen Het hogeschoolbestuur staat in voor veiligheid en voor een gezonde leefomgeving. De hogeschool zorgt voor EHBO-voorzieningen en neemt maatregelen betreffende brandpreventie, brandbestrijding en evacuatie. Tijdens onderwijsactiviteiten moet iedereen de regels van de wet welzijn en het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming respecteren.
Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
32
Artikel 118 Gezondheidsbevordering De hogeschool wil actief competenties bijbrengen die gericht zijn op de eigen gezondheid en die van anderen. Zij bevordert gezondheidsbewustmaking, stimuleert gezondheidsbevorderend gedrag en ontraadt of verbiedt gedrag of middelen die de gezondheid schaden. Alcoholmisbruik, het bezit, het gebruik en het verhandelen van drugs zijn verboden. Overtredingen worden gesanctioneerd conform de orde- en tuchtregels. De hogeschool kan doorverwijzen voor hulpverlening.
4. Verzekering Artikel 119 Verlies of diefstal De hogeschool is niet verantwoordelijk voor het verlies of de ontvreemding van persoonlijke bezittingen van de studenten. Artikel 120 Ongevallenverzekering Alle studenten zijn voor de duur van het academiejaar verzekerd tegen lichamelijke ongevallen die hen zouden overkomen in het kader van activiteiten van de hogeschool, de vzw SoVoArte en de vzw Sokaho en dit binnen de voorwaarden vermeld in de bijlage over verzekeringen bij deze toetredingsovereenkomst. Artikel 121 Burgerrechtelijke aansprakelijkheid Alle studenten kunnen voor de duur van het academiejaar een beroep doen op de burgerrechtelijke aansprakelijkheidsverzekering in het kader van de onderwijsactiviteiten van de hogeschool en dit overeenkomstig de voorwaarden vermeld in de bijlage over verzekeringen bij deze toetredingsovereenkomst. Artikel 122 Ziekteverzekering De student die nog geen rechthebbende is binnen een stelsel van verplichte ziekteverzekering moet zich inschrijven bij een ziekenfonds. Hiervoor gebruikt hij het attest dat hij op het ogenblik van zijn definitieve inschrijving heeft ontvangen. Artikel 123 Verzekering tijdens opleidingsprogramma’s in het buitenland De student die een deel van zijn opleiding volgt aan een gastinstelling in het buitenland moet zich nauwgezet houden aan de richtlijnen inzake preventie en ziekteverzekering van de dienst onderwijsontwikkeling en internationalisering van de hogeschool.
Deel 4 Orde en tuchtregeling Artikel 124 Algemene bepalingen i.v.m. orde en tucht Ordemaatregelen en tuchtsancties kunnen worden genomen wanneer het gedrag van de student een gevaar vormt voor het ordentelijk verstrekken van het onderwijs en / of wanneer het gedrag de verwezenlijking van de opdrachtverklaring van de hogeschool in het gedrang brengt. Zware vergrijpen zijn o.a. diefstal, geweld, vandalisme en het verhandelen van drugs. Bij het voorkomen van dergelijke feiten kan steeds de politie worden ingeschakeld. Studenten die zich niet aan de leefregels houden kunnen gesanctioneerd worden. De student stelt zich eveneens bloot aan orde en tuchtmaatregelen wanneer hij ernstige inbreuken pleegt op de bepalingen van dit studiecontract.
Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
33
Artikel 125 Samenstelling tuchtcommissie Het hogeschoolbestuur stelt, nadat ze door een opleidingsdirecteur van één of meerdere laakbare feiten op de hoogte werd gebracht, de tuchtcommissie samen. De tuchtcommissie bestaat uit de directeur onderwijs- en studentenbeleid die het voorzitterschap bekleedt, twee opleidingsdirecteurs, twee medewerkers van de hogeschool en twee studenten. De vier laatst vermelde zetelen in de academische raad of in het participatieforum. Zij mogen geen enkele band hebben met de aangeklaagde feiten. De partij van de aangeklaagde kan zich laten bijstaan door een raadsman. De tuchtcommissie kan beroep doen op een raadsman om de correctheid van de procedure te bewaken. Deze commissie moet worden samengeroepen na een verzoek van een opleidingsdirecteur. Artikel 126 Ordemaatregelen en tuchtsancties Bij de vaststelling van een niet correcte houding kunnen bij wijze van ordemaatregel volgende maatregelen onmiddellijk toegepast worden na uitspraak door de verantwoordelijke medewerker van de hogeschool: a) de waarschuwing; b) de uitvoering van een opgelegde taak; c) de wegzending bij een activiteit. De opleidingsdirecteur van de hogeschool die op de hoogte gebracht is van een feit of houding die strijdig zijn met de goede werking van de hogeschool kan jegens de student een tuchtprocedure opstarten. De betrokken student dient hierbij te worden gehoord. De opleidingsdirecteur kan volgende beslissing nemen: de blaam; de uitvoering van een opgelegde gemeenschapsdienst in de hogeschool; de ontzegging van het recht om tijdelijk één of meer onderwijsactiviteiten te volgen; de zaak voor te leggen aan de tuchtcommissie. De beslissingen onder a), b) en c) zijn te beschouwen als lichte tuchtsancties die de opleidingsdirecteur autonoom kan nemen. Hiertegen is geen beroep mogelijk. De tuchtcommissie kan, nadat ze de procedure omschreven in de hierna artikelen respecteerde, volgende tuchtsancties uitspreken: a) de blaam; b) ontzegging van het recht om verder één of meer onderwijsactiviteiten te volgen; c) de tijdelijke wegzending voor een periode langer dan een week; d) de definitieve uitsluiting. Artikel 127 Verdediging van de student Geen enkele tuchtsanctie kan door de tuchtcommissie worden uitgesproken zonder dat de betrokken student is gehoord waarbij hij de gelegenheid heeft gekregen om zich te verdedigen. De betrokken student zal steeds schriftelijk geïnformeerd worden over de aard van de jegens hem overwogen maatregelen en van de gronden waarop deze gebaseerd zijn. Hij heeft recht op inzage in het volledige dossier. Hij mag zich door een persoon naar keuze laten bijstaan. In het belang van de student is het tuchtdossier niet overdraagbaar van de Arteveldehogeschool naar een andere onderwijsinstelling. Bij definitieve uitsluiting gedurende het academiejaar zal de student bij het zoeken naar een andere hogeschool worden bijgestaan. Artikel 128 Uitspraak van sancties Sancties worden uitgesproken door de tuchtcommissie mits toepassing van volgende procedure: 1° 2°
3° 4°
de opleidingsdirecteur stelt een dossier samen binnen de zeven kalenderdagen na de kennisname van de feiten; de student en een tweede persoon van zijn keuze krijgen de mogelijkheid het dossier op de hogeschool door te nemen en eventueel een kopie hiervan te laten maken; zij worden schriftelijk (aangetekend of bij gewoon schrijven dat de student tekent voor ontvangst) opgeroepen. de betrokken student wordt gehoord en krijgt de gelegenheid zich te verdedigen; binnen de veertien kalenderdagen na verhoor neemt de tuchtcommissie een beslissing over het opleggen van een tuchtmaatregel. De beslissing omtrent de tuchtmaatregel wordt aangetekend aan de betrokken student meegedeeld.
Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
34
Tegen deze uitspraak kan, binnen de acht werkdagen volgend op de kennisgeving, bij de algemeen directeur schriftelijk beroep worden aangetekend. Artikel 129 Beroepsprocedure Het hogeschoolbestuur stelt de beroepscommissie samen. De beroepscommissie bestaat uit de algemeen directeur en twee leden van het hogeschoolbestuur. Deze beroepscommissie moet worden samengeroepen, als de betrokken student schriftelijk beroep heeft aangetekend. De beroepscommissie doet binnen de zeven dagen na zitting een uitspraak. Zij kan daarbij de genomen tuchtsanctie handhaven of intrekken en een nieuwe tuchtsanctie uitspreken. De betrokken student en eventueel zijn raadsman worden vooraf gehoord door de beroepscommissie. Zij worden daartoe schriftelijk opgeroepen. De beslissing omtrent het beroep wordt bij aangetekend schrijven aan de betrokken student medegedeeld.
Deel 5 Bescherming van persoonsgegevens Artikel 130 Bescherming van persoonsgegevens De hogeschool beschikt over enkele bestanden waarin ten behoeve van de organisatie van het onderwijs, het toegepast onderzoek en het doeltreffend functioneren van de interne en externe dienstverlening persoonsgegevens worden opgeslagen. De hogeschool volgt hierbij de bepalingen van de wet van 8 maart 1992 ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Elke persoon die zijn identiteit bewijst, heeft het recht te weten welke van zijn persoonlijke gegevens opgenomen werden en onjuiste gegevens kosteloos te doen verbeteren en verwijderen. Studenten kunnen dit recht maximaal één maal per jaar uitoefenen door schriftelijk de over hen beschikbare gegevens op te vragen. Studenten richten zich hiertoe tot hun opleidingsdirecteur. Andere mogelijke belanghebbenden richten een gemotiveerd schrijven tot de directeur onderwijs- en studentenbeleid, Arteveldehogeschool, Hoogpoort 15, 9000 Gent. De Arteveldehogeschool is geregistreerd bij de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer onder het nummer : 1168869626439.
Deel 6 Slotbepaling Artikel 131 Slotbepaling Wijzigingen aan dit studiecontract zijn slechts mogelijk na beraadslaging in de academische raad en bij beslissing van het hogeschoolbestuur en/of het participatieforum. Indien één van deze regelingen wordt gewijzigd in de loop van het academiejaar met het oog op onmiddellijke toepassing, bevat de wijzigingsbepaling uitdrukkelijk wanneer ze in werking treedt. Deze wijziging bevat zo nodig de nodige overgangsbepalingen. Behoudens wanneer de wijziging anders bepaalt, treedt elke wijziging in met ingang van het daarop volgende academiejaar nadat de wijziging van kracht werd.
Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
35
Deel 7 Arteveldelexicon BEGRIP
DEFINITIE
Academiejaar
Een periode van één jaar die ten vroegste op 1 september en uiterlijk op 1 oktober begint en eindigt op de dag voor het begin van het volgend academiejaar.
Actualiseringsprogramma
Een programma dat kan worden opgelegd aan studenten die in het hoger onderwijs wensen door te stromen op grond van een creditbewijs of een bewijs van bekwaamheid dat ten minste 5 kalenderjaren eerder werd behaald
Afstandsonderwijs
Het onderwijs dat van op afstand wordt verstrekt, waardoor de student niet aan een bepaalde plaats van onderwijsverstrekking gebonden is.
Bachelorproef
Het uitwerken van een opdracht waarvan het onderwerp moet betrekking hebben op de finaliteit van de opleiding; de bachelorproef moet gematerialiseerd worden in geschreven, audiovisuele of andere door de opleidingsdirecteur goedgekeurde vorm. De bachelorproef is een opleidingsonderdeel in het studieprogramma waarbij de onderwijsvorm en de daaraan verbonden studieactiviteiten voor het grootste deel bestaan uit het onder begeleiding opmaken van een eindproduct als projecttaak.
Basiscompetentie
De omschrijving van kennis/inzicht, vaardigheden en attitudes, waarover iedere gediplomeerde moet beschikken om op een volwaardige manier als beginnend beroepsbeoefenaar te kunnen fungeren.
Beraadslagingsverslag
Dit verslag bevat de aanwezigheidslijst en vermeldt voor elke student de genomen beslissing over het slagen voor het geheel van de betrokken opleidingsonderdelen, desgevallend de graad van verdienste, de vastgestelde examenresultaten uitgedrukt in quoteringen of deelquoteringen, desgevallend de te hernemen opleidingsonderdelen, desgevallend het niet-bindend studieadvies en de motivatie van de genomen beslissing.
Beroepsprofiel
Het beroepsprofiel bevat een beschrijving van de taken die door beroepsbeoefenaars in een specifiek beroepsveld worden uitgevoerd (taakprofiel) en de competenties die nodig zijn om deze taken uit te voeren (competentieprofiel).
Beursstudent
Een student die: aan de financiële voorwaarden voldoet om een studietoelage van de Vlaamse Gemeenschap te ontvangen, of b) onderdaan is van een staat behorende tot de Europese Economische Ruimte en beantwoordt aan de criteria voor het verkrijgen van een studietoelage van de Vlaamse Gemeenschap, of c) een DGOS-bursaal, een BTC-bursaal of een bursaal in de programma‟s van de ontwikkelingssamenwerking van de Vlaamse Interuniversitaire Raad is.
Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
36
Bewijs van bekwaamheid
Het bewijs dat een student op grond van eerder verworven competenties (EVC‟s) of eerder verworven kwalificaties (EVK‟s) de competenties heeft verworven eigen aan : a) het niveau van bachelor in het hoger professioneel onderwijs of het academisch onderwijs, of b) het mastersniveau, of c) een welomschreven opleiding, opleidingsonderdeel of cluster van opleidingsonderdelen. Bedoeld bewijs betreft een document of een registratie.
Bijna-beursstudent
Een student die geen studietoelage van de Vlaamse Gemeenschap ontvangt, maar waarvan het referentieinkomen ten hoogste 1.240 euro boven de financiële maximumgrens bepaald in de regelgeving betreffende de studietoelagen ligt. Het bedrag van 1.240 euro wordt jaarlijks geïndexeerd.
Competentie
Een competentie is het vermogen om adequaat te functioneren in een bepaalde (beroeps)context door het kiezen en gebruiken van de passende integratie van kennis, vaardigheden en houdingen. Iemand is competent als hij het vermogen en de wil bezit om op die manier adequaat te handelen en dit ook kan aantonen.
Contactonderwijs
De onderwijsactiviteiten onder directe begeleiding van een lesgever.
Contactuur
60 minuten contactonderwijs
CPBW
Comité voor preventie en bescherming op het werk.
Creditbewijs
De erkenning van het feit dat een student blijkens een examen de competenties, verbonden aan een opleidingsonderdeel, heeft verworven. Deze erkenning wordt vastgelegd in een document of een registratie. De verworven studiepunten, verbonden aan het betrokken opleidingsonderdeel, worden aangeduid als “credits”.
Creditcontract
Een contract aangegaan door het hogeschoolbestuur met de student die zich inschrijft met het oog op het behalen van (een) creditbewij(s)(zen) voor één of meer opleidingsonderdelen
Curriculum
Studieprogramma of opleidingsprogramma.
Deelquotering
De definitieve quotering van een leereenheid.
Diplomacontract
Een contract aangegaan door het hogeschoolbestuur met de student die zich inschrijft met het oog op het behalen van een graad of diploma.
ECTS
European Credit Transfer and Accumulation System: creditsysteem dat mobiliteit en academische erkenning van opleidingsonderdelen binnen een Europese context mogelijk maakt.
ECTS-fiche
Opsomming en beschrijving van de onderwijskundige, organisatorische en materiele componenten van een opleidingsonderdeel.
ECTS grading scale
Europees classificatiesysteem bedoeld om resultaten, behaald binnen verschillende instellingen, te vergelijken en te transfereren naar het lokale beoordelingssysteem.
Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
37
Geslaagde studenten worden ingedeeld in 5 categorieën volgens een Gauss-curve (bovenste 10%: A, groep 25% daaronder: B, middelste 30%: C, groep 25% daaronder: D, onderste 10%: E). Niet-geslaagde studenten worden niet meegerekend, want hebben (in principe) geen recht op credits. Zij krijgen een F. Elke categorie krijgt tevens een kwalitatieve omschrijving (A: excellent, B: very good, C: good, D: satisfactory, E: sufficient, F: fail). Evaluatievorm
Per opleidingsonderdeel worden verschillende vormen van evaluatie onderscheiden: mondeling examen, schriftelijk examen, observatie, permanente evaluatie, presentatie,… met de daaraan verbonden eigen evaluatieactiviteiten. De evaluatievorm heeft tot doel te beoordelen in welke mate de student de vooropgestelde doelstellingen heeft bereikt en resulteert in een quotering.
EVC Eerder verworven competentie
Een eerder verworven competentie, zijnde het geheel van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes verworven door middel van leerprocessen die niet met een studiebewijs werden bekrachtigd.
EVK Elders verworven kwalificatie
Een eerder verworven kwalificatie, zijnde elk binnenlands of buitenlands studiebewijs dat aangeeft dat een formeel leertraject, al dan niet binnen onderwijs, met goed gevolg werd doorlopen, voor zover het niet gaat om een creditbewijs dat werd behaald binnen de instelling en opleiding waarbinnen men de kwalificatie wenst te laten gelden.
Examen
Elke evaluatie van de mate waarin een student op grond van zijn studie de competenties, verbonden aan een opleidingsonderdeel, heeft verworven.
Examencommissie
Het college dat de definitieve beslissingen neemt met betrekking tot het afgelegde studietraject van een student.
Examencontract
Een contract, aangegaan door het hogeschoolbestuur met de student die zich onder de door het instellingsbestuur bepaalde voorwaarden inschrijft voor het afleggen van examens met het oog op het behalen van : a) een graad of een diploma van een opleiding, of b) een creditbewijs voor één of meer opleidingsonderdelen.
Examenkans
Mogelijkheid om een examen af te leggen. Per inschrijving en per opleidingsonderdeel heeft een student in principe twee examenkansen.
Examenperiode
Er zijn per academiejaar twee examenperiodes. Ze worden jaarlijks vastgelegd in de academische kalender.
Examensecretariaat
Het secretariaat dat onder leiding van de voorzitter van de examencommissie alle ondersteunde werkzaamheden voor het goed verloop, de verwerking en de nazorg van het examineren.
Examinator
Elk examen of deel van een examen wordt afgenomen door de verantwoordelijke lesgever van het opleidingsonderdeel, door een lesgever die betrokken is bij de onderwijsactiviteiten van dat opleidingsonderdeel, of door diegene die hem voor het onderwijs officieel vervangen heeft. De taak van de examinator bestaat erin om ter voorbereiding van een collegiaal door de examencommissie te nemen beslissing, de bekwaamheid te evalueren die een student in een bepaald opleidingsonderdeel verworven heeft.
Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
38
Gastinstelling
Een buitenlandse onderwijsinstelling waar de student een aantal opleidingsonderdelen volgt in het kader van een uitwisselingsprogramma en door middel van een contract verbonden is met de Arteveldehogeschool.
Gaststudent
Een student komende van een gastinstelling die door middel van een contract verbonden is met de Arteveldehogeschool.
Geïndividualiseerd traject
Een studietraject op maat voor een bepaalde student en dat afwijkt van een modeltraject.
Geslaagd zijn voor opleidingsonderdeel
een Een student slaagt voor een opleidingsonderdeel wanneer hij hiervoor ten minste 10 op 20 behaalt. Hij behaalt hierdoor een creditbewijs.
Graad
Aanduiding van bachelor, master of doctor verleend op het einde van een opleiding.
Graad van verdienste
De examencommissie kent de student de volgende graad van verdienste toe: geslaagd op voldoende wijze, met onderscheiding, met grote onderscheiding of met grootste onderscheiding.
Hogeschoolbestuur
Het instellingsbestuur van de hogeschool dat aangewezen is door de decreetgever als verantwoordelijk orgaan voor de uitoefening van de onderwijsbevoegdheden.
Hogeschooldecreet
Het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap.
Hoorcollege
In deze werkvorm doet de lesgever of gastspreker voor een groep studenten aan informatieoverdracht. Het hoorcollege is vooral gericht op overdracht en verwerking van theoretische inhouden, kennis en inzichten. Naast het ex cathedra doceren kan men gebruik maken van activeringselementen zoals zoemsessies en discussiemomenten.
Indicatieve deelscore
Een indicatieve deelscore is een score die een aanwijzing geeft in welke mate de student een deel van de competenties of basiscomponenten van een opleidingsonderdeel heeft verworven. Dit deel hoeft geen leereenheid te zijn. De indicatieve deelscore is een voorlopig gegeven met het oog op remediëren.
Instapcursus
Voor de start van de onderwijsactiviteiten kunnen instapcursussen georganiseerd worden voor opleidingsonderdelen die een specifieke voorkennis vereisen. Voor bepaalde opleidingsonderdelen kunnen adviessessies worden georganiseerd waarin aan kandidaatstudenten gericht advies wordt verleend in verband met hun niveau van vaardigheid of kennis. Beide activiteiten vallen buiten de normale onderwijsactiviteiten.
Kwalificatie
Een studiebewijs zoals een diploma, getuigschrift, attest of certificaat dat verwijst naar de gevolgde opleiding.
Learning agreement
Overeenkomst tussen twee onderwijsinstellingen warin het studietraject van de student bij een uitwisseling wordt vastgelegd.
Leerbegeleider
De leerbegeleider begeleidt de student bij het verwerven van vakoverschrijdende en / of vakspecifieke studievaardigheden. Deze begeleiding kan individueel of in
Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
39
groep gebeuren. Leereenheid
Deel van een opleidingsonderdeel.
Leertrajectbegeleider
De leertrajectbegeleider begeleidt de student bij het kiezen van een leertraject, alsook bij het systematisch en actieve wijze reflecteren op de trajectkeuzes en het eigen trajectverloop. Hij volgt het gekozen traject van ieder student op. Hij formuleert voor ieder student een nietbindend advies op grond van de examenresultaten ten behoeve van de examencommissie.
Lesgever
Overkoepelende hoofdlector, …
Modeltraject
Een vooraf uitgetekend en aangeboden studietraject omvattende 60 of 30 studiepunten per academiejaar en dat door zijn onderwijskundige samenhang de student toelaat om zijn diploma binnen de vooropgestelde minimumduur te behalen.
Module
Consistent deel van het opleidingsprogramma bestaande uit één of meerdere opleidingsonderdelen.
Normstudent
Het begrip dat het geheel van afspraken omvat over de student, die alle kenmerken inzake voorkennis, begaafdheid, motivatie en studiehabitus vertoont van de doelgroep waarop de programmering van een opleiding is gericht.
Ombudsmedewerker
Persoon die optreedt als bemiddelaar bij geschillen en problemen tussen de student en een of meer personeelsleden.
Onderwijsactiviteiten
De algemene benaming voor theoretische vakken, oefenzittingen, practica, laboratoria, didactische activiteiten, de aan de student individueel opgelegde werken en de stages.
Onderwijsconcept
Een beleidsverklaring die kwalitatief hoogstaand onderwijs aan de hogeschool verzekert. Het is toekomstgericht en bevat doelen voor continue onderwijsontwikkeling. Het onderwijsconcept heeft te maken met accenten en prioriteiten die men in het onderwijs wil leggen en de wijze waarop men deze wil realiseren (bijv. uitbouw van afstandleren, modulair onderwijs, probleemgestuurd onderwijs, vaardigheidsonderwijs, praktijk- en beroepsgerichtheid, samenwerkend leren, teamgericht onderwijs, integratie van ICT, wetenschappelijke onderbouw, internationalisering...). In deze zin is het een mission statement voor het onderwijs als kernproces. Het algemeen onderwijsconcept vormt de basis waarop de opleidingen specifieke opleidingsdoelen uitbouwen. Het vormt dan ook het richtsnoer voor toekomstige programmaherzieningen.
Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
benaming
voor
lector,
praktijklector,
40
Onderwijstaal
De taal van een opleidingsonderdeel. In principe is dit het Nederlands.
Onderwijswerkvorm
Per opleidingsonderdeel worden verschillende soorten van onderwijswerkvormen onderscheiden: hoorcollege, werkcollege, praktijk, stage, projecttaken, … met de daaraan verbonden eigen onderwijsactiviteiten. De onderwijswerkvorm geeft aanleiding tot leeractiviteiten zodat de vooropgestelde doelstellingen kunnen bereikt worden.
Ontheffing
Ontheffing is het mechanisme dat gebruikt wordt bij curriculumwijzigingen waarbij de reeds verworven resultaten van een student in het oude curriculum overgebracht worden naar de inschrijving in het nieuwe curriculum. Een ontheffing houdt in dat de student bepaalde onderwijsactiviteiten in het nieuwe curriculum niet meer dient te volgen. Er is geen behoud van quoteringen.
Opleiding
De structurerende eenheid van het onderwijsaanbod. Zij wordt bij succesvolle voltooiing bekroond met een diploma.
Opleidingsadviesraad
Adviesorgaan binnen een opleiding met vertegenwoordiging van het werkveld of andere deskundigen en medewerkers van het opleidingsteam.
Opleidingsgids
Concrete beschrijving van het opleidingsprogramma binnen het kader van het studiecontract. De opleidingsgidsen met de opleidingskalender zijn ter beschikking op de website van de hogeschool : http://www.arteveldehs.be
Opleidingsonderdeel
Een afgebakend geheel van onderwijs-, leer- en evaluatieactiviteiten dat gericht is op het verwerven van welomschreven competenties inzake kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes.
Opleidingsprofiel
Een geordende opsomming van de specifieke basiscompetenties die binnen een opleiding worden verworven.
Opleidingsprogramma
Een samenhangend geheel van opleidingsonderdelen gericht op de verwezenlijking van welomschreven doelstellingen inzake kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes waarover degene die de opleiding voltooit, dient te beschikken; een studieprogramma of curriculum.
Opleidingsraad
Paritair samengesteld medezeggenschapsorgaan van verkozen studenten en medewerkers van een opleiding onder het voorzitterschap van de opleidingsdirecteur.
Participatieforum
Beraadslaging- en raadplegingsorgaan van de hogeschool met een gelijk aantal studentenafgevaardigden van de Algemene Studentenraad (ASR) en afgevaardigden van het hogeschoolbestuur.
Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
41
Periodegebonden evaluatie
Een beoordeling van de studieprestaties voor een opleidingsonderdeel in de examenperiodes zoals voorzien in de opleidingskalender.
Permanente evaluatie
Een regelmatige evaluatie van de studieprestaties verbonden aan een opleidingsonderdeel, in de periodes voorbehouden voor onderwijsactiviteiten zoals voorzien in de opleidingskalender.
Plagiaat
Het geheel of gedeeltelijk overnemen van andermans werk zonder dat hieraan gerefereerd wordt. Dit wordt aan de hogeschool gelijkgesteld met studiefraude en kan dus gesanctioneerd worden.
Portfolio
Een portfolio is een doelgerichte bundeling van bewijsmateriaal waaronder zowel afgewerkte producten, reflecties als procesverslagen kunnen vallen en wordt gebruikt voor het beoordelen van competenties. Reflectie het nadenken over het eigen leren - maakt een essentieel onderdeel uit van de portfolio. De student heeft het eigenaarschap van de portfolio.
Practicum
Een practicum is gericht op het aanleren van vaardigheden. In een practicum worden vaardigheden ingeoefend, gecorrigeerd, herhaald, gevarieerd toegepast.
Praktijk
Een onderwijsactiviteit waarbij studenten beroepsgerelateerde vaardigheden of competenties ontwikkelen. Praktijk kan plaatsvinden in een onderwijscontext (practicum, labo,…) of in een beroepscontext (studiebezoek, veldwerk,…). In tegenstelling tot stage gebeurt de instructie en begeleiding van deze onderwijsactiviteit voornamelijk door de lesgever.
Praktijkbegeleider
Persoon die in opdracht van de Arteveldehogeschool de student begeleidt tijdens de praktijk.
Proefexamen
Een onderwijsactiviteit met een oriënterend oogmerk. Het proefexamen kan nooit het voorwerp van beraadslaging van een examencommissie zijn.
Schakelprogramma
Een programma dat kan worden opgelegd aan een student die zich wenst in te schrijven voor een mastersopleiding op grond van een in het professioneel hoger onderwijs uitgereikt bachelorsdiploma. Het programma beoogt de in artikel 58, § 2, 2°, van het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen bedoelde algemene wetenschappelijke competenties en wetenschappelijk-disciplinaire basiskennis bij te brengen.
Semester
Een academiejaar wordt ingedeeld in twee semesters.
Stage
Een onderwijsactiviteit waarbij de student zin competenties optimaal ontwikkelt door het uitoefenen van beroepsactiviteiten onder leiding van een stagementor op de stageplaats en onder begeleiding van een lesgever als stagebegeleider uit de hogeschool. Bij stage wordt ook zelfstudietijd voorzien voor het doelgericht voorbereiden van de stage en het opmaken van verdiepende rapporten.
Stagebegeleider
Persoon die in opdracht van de Arteveldehogeschool de student begeleidt bij de stage.
Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
42
Stagementor
Persoon die in opdracht van de stageplaats de student begeleidt tijdens de stage.
Studiecontract
De bundeling van de onderwijsregeling, het examenreglement, de leefregels en de tuchtregeling binnen de hogeschool die aan de student wordt overhandigd bij de inschrijving.
Studiegeld
Het bedrag te betalen door de student voor de deelname aan onderwijsactiviteiten en/of examens .
Studieomvang
Het aantal studiepunten toegekend aan een opleidingsonderdeel, aan een opleidingsprogramma of aan een opleiding.
Studieprogramma
Een studieprogramma of opleidingsprogramma is gebaseerd op een uitgeschreven opleidingsconcept, waarin de basisfilosofie en de voornaamste krachtlijnen van de opleiding of studierichting worden beschreven, en stoelt op het onderwijsconcept van de hogeschool. Een studieprogramma bestaat uit opleidingsonderdelen, die een gecoördineerd geheel vormen van onderwijsactiviteiten met daaraan verbonden studieactiviteiten. In een studieprogramma worden de opleidingsonderdelen van de opleiding of optie beschreven inzake de kernleerdoelen, de leerinhouden, de onderwijswerkvormen, de studiemiddelen, het examensysteem, de optiedekking van opleidingsonderdelen, de contacturen bij de gehanteerde werkvormen, de studietijden en de eraan gekoppelde studiepunten.
Studiepunt
Een binnen de Vlaamse Gemeenschap aanvaarde internationale eenheid die overeenstemt met ten minste 25 en ten hoogste 30 uren studietijd.
Studietijd
De in uren weergegeven tijd die van de normstudent wordt gevergd om de voorgeschreven onderwijs-, leer- en evaluatieactiviteiten van een opleidingsonderdeel, een opleidingsprogramma of een opleiding af te ronden.
Studietraject
De wijze waarop het opleidingsprogramma wordt geordend. Elke opleiding biedt één of meer modeltrajecten voor zijn studenten aan, daarnaast kunnen geïndividualiseerde trajecten per student worden overeengekomen.
Studievoortgangsbeslissing
De beslissing dat een student al of niet voortgang kan maken in zijn studies. Onder studievoortgangsbeslissing wordt verstaan: een examenbeslissing, een examentuchtbeslissing, de toekenning van een vrijstelling of van een bewijs van bekwaamheid, het opleggen van een maatregel van studievoortgangbewaking.
Studievoortgansbewaking
Het bewaken door de hogeschool van de normale studievoortgang bij elke student. Hiertoe kan de Arteveldehogeschool de inschrijving afhankelijk maken van bindende of niet-bindende voorwaarden.
Toelatingsonderzoek
Het onderzoek om te bepalen of kandidaat-studenten die niet voldoen aan de algemene toelatingsvoorwaarden toelating kunnen verkrijgen om zicht in te schrijven voor een bacheloropleiding. Dit onderzoek wordt geregeld door de Validerende Instantie van de Associatie Universiteit Gent.
Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
43
Vakantie (voor studenten)
Deel van het academiejaar waarin noch onderwijsactiviteiten, noch examens worden georganiseerd, met name de zomervakantie en de overige reglementaire vakantiedagen.
Volgtijdelijkheid
De door het hogeschoolbestuur bepaalde regels inzake het gevolgd hebben van of geslaagd zijn voor een opleidingsonderdeel of een opleiding vooraleer een student een examen kan doen over een ander opleidingsonderdeel of een andere opleiding.
Voltijds studietraject
Een studietraject dat de student in staat stelt om per academiejaar een studieprogramma te voltooien van ten minste 54 en ten hoogste 66 studiepunten.
Vrijstelling
De opheffing van de verplichting om over een opleidingsonderdeel, of een deel ervan, examen af te leggen.
Werkcollege
combinatie van informatieoverdracht en interactie treden met de studenten. De lesgever geeft een inleiding op de leerinhoud en begeleidt studenten bij het uitvoeren van de leertaken. Studenten zijn vooral zelf aan het werk en de lesgever heeft gelegenheid (individueel) op studenten te reageren. De nadruk ligt op het interactieve karakter. Daarom is het aangewezen dat het contactonderwijs plaatsvindt in groepen van beperkte grootte.
Zorgcoördinator
De persoon in een opleiding die voor studenten met een functiebeperking of met een zorg het aanspreekpunt is. Hij bereidt het leertraject voor. Hij zoekt in samenspraak met de student en met respect voor diens privacy naar redelijke onderwijs- en examenfaciliteiten en volgt deze op.
Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
44
Bijlage 1 Kalender Arteveldehogeschool voor het academiejaar 2007-2008 – met semestersysteem Maandag 17/09/2007
Start eerste semester AJ 2007-2008
Maandag 17/09/2007 t.e.m. vrijdag 21/12/2007
14 weken onderwijsactiviteiten
Donderdag 01/11/2007 t.e.m. vrijdag 02/11/2007
Feestdag van Allerheiligen en Allerzielen: collectieve sluiting
Maandag 24/12/2007 t.e.m. vrijdag 04/01/2008 Maandag 24/12/2007 t.e.m. woensdag 02/01/2008
2 weken kerstperiode Kerstvakantie: collectieve sluiting
Maandag 07/01/2008 t.e.m. vrijdag 01/02/2008
Examenperiode eerste semester
Maandag 04/02/2008 t.e.m. vrijdag 08/02/2008 Maandag 04/02/2008
Semesterperiode Carnavalvakantie: collectieve sluiting
Maandag 11/02/2008 Maandag 11/02/2008 t.e.m. vrijdag 15/02/2008
Start tweede semester AJ 2007-2008 Periode van proclamatie en bespreking van de examenresultaten met de studenten
Maandag 11/02/2008 t.e.m. vrijdag 21/03/2008
6 weken onderwijsactiviteiten
Zaterdag 16/02/2008
Infodag 1 (10.00 – 17.00 uur)
Maandag 24/03/2008 t.e.m. vrijdag 04/04/2008 Maandag 24/03/2008 t.e.m. vrijdag 28/03/2008
2 weken paasperiode Paasvakantie: collectieve sluiting
Maandag 07/04/2008 t.e.m. vrijdag 30/05/2008
8 weken onderwijsactiviteiten
Vrijdag 11/04/2008
Onderwijsdag voor alle medewerkers
Zaterdag 19/04/2008
Infodag 2 (10.00 – 17.00 uur)
Donderdag 01/05/2008 en vrijdag 02/05/2008
Hemelvaartdag en Feest van de Arbeid, met aansluitend wettelijke feestdag: collectieve sluiting
Maandag 12/05/2008
Pinkstermaandag: collectieve sluiting
Maandag 02/06/2008 t.e.m. vrijdag 04/07/2008
Examenperiode tweede semester, incl. periode van deliberatie, proclamatie en bespreking van de examenresultaten met de studenten
Zaterdag 28/06/2008
Infodag 3 (10.00 – 17.00 uur)
Maandag 07/07/2008 Maandag 14/07/2008 t.e.m. dinsdag 12/08/2008 Vrijdag 15/08/2008
Aanvang zomerperiode Zomervakantie: collectieve sluiting Hemelvaartdag: collectieve sluiting
Maandag 18/08/2008 t.e.m. vrijdag 12/09/2008
Tweede examenperiode, incl. deliberatie, proclamatie en bespreking van de examenresultaten met de studenten
Zaterdag 06/09/2008
Infodag 4 (10.00 – 17.00 uur)
Woensdag 10/09/2008 t.e.m. dinsdag 16/09/2008
Instapcursussen
Woensdag 17/09/2008 t.e.m. vrijdag 19/09/2008
Introductiedagen academiejaar 2008-2009
Maandag 22/09/2008
Start academiejaar 2008-2009
Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
45
Kalender Arteveldehogeschool voor het academiejaar 2007-2008 * – met jaarsysteem Maandag 17/09/2007 t.e.m. vrijdag 21/12/2007
13 weken onderwijsactiviteiten, incl. examenperiode *
Maandag 17/09/2007
Start academiejaar 2007-2008: periode met onderwijsactiviteiten voor alle studenten
Maandag 29/10/2007 t.e.m. vrijdag 02/11/2007 Donderdag 01/11/2007 en vrijdag 02/11/2007
1 week herfstperiode Feestdag van Allerheiligen en Allerzielen: collectieve sluiting
Maandag 24/12/2007 t.e.m. vrijdag 04/01/2008 Maandag 24/12/2007 t.e.m. woensdag 02/01/20087
2 weken kerstperiode Kerstvakantie: collectieve sluiting
Maandag 07/01/2008 t.e.m. vrijdag 21/03/2008
10 weken onderwijsactiviteiten, incl. examenperiode *
Maandag 04/02/2008 t.e.m. vrijdag 08/02/2008 Maandag 04/02/2008
1 week krokusperiode Carnavalvakantie: collectieve sluiting
Zaterdag 16/02/2008
Infodag 1 (10.00 – 17.00 uur)
Maandag 24/03/2008 t.e.m. vrijdag 04/04/2008 Maandag 24/03/2008 t.e.m. vrijdag 28/03/2008
2 weken paasperiode Paasvakantie: collectieve sluiting
Maandag 07/04/2008 t.e.m. maandag 30/06/2008
12 weken onderwijsactiviteiten, incl. examenperiode *
Vrijdag 11/04/2008
Onderwijsdag voor alle medewerkers
Zaterdag 19/04/2008
Infodag 2 (10.00 – 17.00 uur)
Donderdag 01/05/2008 en vrijdag 02/05/2008
Hemelvaartdag en Feest van de Arbeid met aansluitend wettelijke feestdag: collectieve sluiting
Maandag 12/05/2008
Pinkstermaandag: collectieve sluiting
Zaterdag 28/06/2008
Infodag 3 (10.00 – 17.00 uur)
Dinsdag 01/07/2008 Maandag 14/07/2008 t.e.m. vrijdag 15/08/2008
Aanvang zomerperiode Zomervakantie: collectieve sluiting
Maandag 18/08/2008 t.e.m. vrijdag 12/09/2008
Tweede examenperiode, incl. deliberatie, proclamatie en bespreking van de examenresultaten met de studenten
Zaterdag 06/09/2008
Infodag 4 (10.00 – 17.00 uur)
Woensdag 10/09/2008 t.e.m. dinsdag 16/09/2008
Instapcursussen voor studenten
Woensdag 17/09/2008 t.e.m. vrijdag 19/09/2008
Introductiedagen academiejaar 2008-2009
Maandag 22/09/2008
Start academiejaar 2008-2009
* De eerste examenperiode wordt in de opleidingskalender vermeld.
Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
46
Bijlage 2 – Overzicht van de voorzitters van de examencommissies en van de ombudsmedewerkers Bachelor in het bedrijfsmanagement Voorzitter : William Van Vooren Ombudsmedewerker : Leen Carrijn Bachelor in het officemanagement Voorzitter : William Van Vooren Ombudsmedewerker : Tania Van den Bergh Bachelor in het communicatiemanagement Voorzitter : Rik Adriaens Ombudsmedewerkers : Johan Verhaeghe, Alain Verjans, Marc Monbaerts Bachelor in de journalistiek Voorzitter : Rik Adriaens Ombudsmedewerkers : Johan Verhaeghe, Marc Monbaerts Bachelor in de ergotherapie Voorzitter : Jeroen Martens Ombudsmedewerker : Marleen Boel Bachelor in de grafische en digitale media Voorzitter : Luc Bouters Ombudsmedewerkers : Eric Willems, Gudrun Hermand Bachelor en master in de revalidatiewetenschappen en de kinesitherapie Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs Voorzitter: Caroline Detavernier Ombudsmedwerker : Els Van Waes Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs Voorzitter: Mark Pâquet Ombudsmedwerker : Hanne Lambrecht Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs Voorzitter: Hilde Meysman Ombudsmedewerkers : Els Landuyt, Walter Baeten Bachelor in de logopedie en audiologie Voorzitter : Jeroen Martens Ombudsmedewerker : Marleen Boel Bachelor in de podologie Voorzitter : Jeroen Martens Ombudsmedewerker : Marleen Boel Bachelor in het sociaal werk Voorzitter : Jo Baeyens Ombudsmedewerkers : Lieve Francke, Stefan Vanoutrive, Nicole Catthoor Bachelor in de verpleegkunde Voorzitter : Claire Nuyttens Ombudswerker : Rita Peelman Bachelor in de vroedkunde : Claire Nuyttens Ombudsmedewerker : Rita Peelman
Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
47
Bijlage 3 - Beoordelingskader N AHS
ECTS Grade
ECTSomschr.
Minimale beoordelingsCriteria
Extra beoordelingscriteria
Aanvullende persoonlijke, creatieve en kritische benadering van de leerinhoud.
CB
16-20
A
Uitstekend
Voldoet aan de minimale beoordelingscriteria
Voldoet in ruime mate aan extra beoordelingscriteria
EN
Geeft blijk van een aanvullende persoonlijke, creatieve en kritische benadering van de leerinhoud en buitengewone diepgang en is extra gedocumenteerd Geeft blijk van een aanvullende persoonlijke, creatieve en kritische benadering van de leerinhoud Geeft blijk van een aanvullende persoonlijke, creatieve en kritische benadering van de leerinhoud, maar niet consistent Geeft enkele aanzetten tot een aanvullende persoonlijke, creatieve en kritische benadering van de leerinhoud
+
14-15
B
Zeer goed
Voldoet aan de minimale beoordelingscriteria
Voldoet aan extra beoordelingscriteria
EN
12-13
C
Goed
Voldoet aan de minimale beoordelingscriteria
Voldoet aan extra beoordelingscriteria
OF
11
D
Bevredigend
Voldoet aan de minimale beoordelingscriteria
Voldoet in beperkte mate aan extra beoordelingscriteria
OF
10
E
Voldoende
Voldoet aan de minimale beoordelingscriteria
Voldoet niet aan extra beoordelingscriteria
EN
Geeft geen aanvullende blijk van persoonlijke, creatieve en kritische benadering van de leerinhoud
+
9
FX
Niet geslaagd (beperkte tekorten)
De student ontvangt voor dit opleidingsonderdeel in ieder geval geen creditbewijs, zelfs niet na deliberatie.
7-8
FX
Niet geslaagd (beperkte tekorten)
Voldoet net niet aan de minimale beoordelingscriteria (minimaal 90% maar geen 100% bereikt) Voldoet niet aan de minimale beoordelingscriteria (70-90% bereikt)
2-6
F
Niet geslaagd
Voldoet niet aan de minimale beoordelingscriteria (minder dan 70% bereikt)
Code 1
F
Niet geslaagd
Deelgenomen zonder de intentie De student heeft deelgenomen aan het examen en/of de praktijk, zonder aan de beoordelingscriteria te de intentie aan te geven aan beoordelingscriteria te voldoen (zgn. “provoldoen. forma” of blanco evaluatie).
Code 0
F
Niet geslaagd
Niet deelgenomen
+ +
+
Bepalingen met betrekking tot de deliberatie
Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
-
Dergelijk tekort valt eventueel binnen het deliberatievenster indien de student over een ruim pakket opleidingsonderdelen examen heeft afgelegd en een klein aantal tekortpunten heeft. De student ontvangt voor dit opleidingsonderdeel in ieder geval geen creditbewijs, zelfs niet na deliberatie. Dergelijk tekort valt niet binnen het deliberatievenster. -
De student heeft niet deelgenomen aan het examen en/of de praktijk.
49
-
Bijlage 4 – Verzekering studenten De Arteveldehogeschool heeft ten voordele van haar studenten een Verzekering Individuele Ongevallen, een Verzekering Burgerrechtelijke Aansprakelijkheid en een Reisbijstandsverzekering onderschreven. Hierna volgt een bondige bespreking van de waarborgen. De integrale polisvoorwaarden kan je nalezen op de Dienst verzekeringen, evenwel na afspraak. Tevens wordt extra aandacht besteed aan de rechten van de student als zwakke weggebruiker in het verkeer en aan het statuut van de student-stagiair vanuit verzekeringstechnisch perspectief.
1 VERZEKERING INDIVIDUELE LICHAMELIJKE ONGEVALLEN 1.1
Wanneer kan je de individuele ongevallenverzekering aanspreken ? Word je het slachtoffer van een ongeval met lichamelijke schade – in België of in het buitenland - in het kader van het hogeschoolleven of op weg naar of van de hogeschool, dan is deze waarborg van toepassing. Hierna volgt een toelichting. Aanleiding tot de schade : een ongeval
Art. 21 van het verzekeringscontract omschrijft een ongeval als : “de aantasting van de lichamelijke integriteit/gaafheid veroorzaakt door een plotse gebeurtenis.” Deze polis dekt onderstaande risico‟s die de lichamelijke gaafheid aantasten: - algemeen door:
-
- bij uitbreiding door:
-
een plotse gebeurtenis
het onvrijwillig inademen van gassen of dampen de absorptie, bij vergissing, van giftige stoffen verdrinking deelname aan de redding van personen of goederen in nood een aanranding een hernia spierverrekkingen en -scheuren die voortvloeien uit een plotse inspanning - de infectie ten gevolge van een gedekt ongeval langs een bestaande kwetsuur - de ziekten die het rechtstreeks gevolg zijn van een gedekt ongeval.
Volledigheidshalve wensen we te benadrukken dat het hier uitdrukkelijk gaat om een ongevallenverzekering en niet om een ziekteverzekering. Algemeen mogen we stellen dat er steeds een causaal verband bestaat tussen enerzijds de plotse gebeurtenis en anderzijds het letsel. 1.1.2 Dekking van lichamelijke schade Alleen de persoonlijke lichamelijke schade wordt vergoed ; de stoffelijke schade is niet gedekt. 1.1.3
Plaats van het ongeval :
1.1.3.1 Op weg naar of van de hogeschool Het gaat hier om het normale traject, heen en terug, dat de student aflegt van zijn woonplaats naar de hogeschool/een campus of naar een andere locatie waar de hogeschoolactiviteiten plaatsvinden, vb BLOSO.
Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
50
1.1.3.2 Tijdens
de
organisatie
van
of
deelname
aan
het
hogeschoolleven
Het begrip hogeschoolleven kent een ruime interpretatie. Dit impliceert dat alle activiteiten die georganiseerd, gecontroleerd of toegelaten worden door de Arteveldehogeschool hieronder ressorteren. De privé-initiatieven van de student komen uiteraard niet in aanmerking. Concreet gaat het o.a. om : 1. de onderwijsactiviteiten, studieprojecten, die plaatsvinden binnen of buiten de hogeschool, tijdens of na de lesuren, gedurende het academiejaar, verlofdagen en vakanties ; 2. het intercampussenverkeer ; 3. de studiereizen, bedrijfsbezoeken in het binnen- en buitenland ; 4. de opgelegde of vrijwillige stages, in het binnen- en buitenland, die kaderen in het opleidings- en stageprogramma van de hogeschool, mits het afsluiten van een stagecontract en een opvolging door de hogeschool ; 5. het traject vanuit België naar een stageplaats in het buitenland, heen en terug ; alsook de afstand in het buitenland van de verblijfplaats naar de stageplaats, heen en terug ; 6. alle verplaatsingen die verband houden met een door de verzekering gedekte activiteit. De waarborg blijft van toepassing indien je – op het ogenblik van het schadegeval – gebruik maakt van een gemeenschappelijk vervoermiddel, van een privé-voertuig (als bestuurder of passagier), van een fiets of een motorfiets. De opgelopen materiële schade aan het eigen vervoermiddel (bv fiets of motorfiets) wordt niet gedekt. 1.1.4
Welke sporttakken worden gedekt door deze polis ?
Alle sporttakken die onder de bevoegdheid vallen van het departement onderwijs en waarvoor de Arteveldehogeschool toelating verleent, worden gedekt. In deze context wordt het beoefenen van wintersport – zoals alpine skiën, bobsleigh, skeleton, rodelslee - zowel in België als in het buitenland, automatisch verzekerd. Volgende sporttakken zijn niet verzekerbaar : -
vliegsporten : zoals deltavliegen, parapenting, ULM, parachutisme, zweefvliegen sporttakken die het gebruik van motortuigen impliceren benjispringen oosterse vechtsporten
Volgende sporttakken zijn verzekerbaar mits extra premie : - vecht- en verdedigingssporttakken (oosterse vechtsporten blijven steeds uitgesloten) - diepzeeduiken buiten België - het beoefenen van klettern - speleologie en alpinisme buiten België - het besturen van een kart of een quad behalve wanneer dit beoefend wordt op gesloten omloop en zonder wedstrijd- of snelheidscriterium.
Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
51
1.2 Wanneer komt de verzekeringsmaatschappij tussen en voor welke bedragen ? 1.2.1
Medische en diverse kosten - behandelingskosten
De verzekeringsmaatschappij betaalt je alle behandelingskosten, die onontbeerlijk zijn voor de genezing terug, evenwel ten belope van het maximumbedrag vastgelegd in de bijzondere voorvoorwaarden van het verzekeringscontract en na voorlegging van alle medische kosten (zieken- huisfactuur, geneeskundig attest, …) aan het ziekenfonds. Hierna treft u een overzicht aan.
DE TERUGBETAALBARE MEDISCHE KOSTEN
1
EN
FORFAITAIRE VERGOEDINGEN
MEDISCHE EN DIVERSE KOSTEN
VERGOEDING *
Maximum bedrag per slachtoffer
31 926,17 €
1.1
Medische, farmaceutische en hospitalisatiekosten
1.2
Kosten van massage, mechanotherapie en andere speciale behandelingen, inclusief osteopathie en chiropraxie. Regeling naar analogie van het ziekenfonds waarbij de student aangesloten is. Voorwaarden: 1. mits toestemming van het ziekenfonds 2. indien weigering van het ziekenfonds : tussenkomst afhankelijk van de raadgevende geneesheer van de maatschappij.
1.3
Kosten van orthopedische apparaten en eerste protheses Voorwaarden: 1. indien noodzakelijk en 2. het gevolg van het ongeval.
1.4
Orthopedische apparaten en protheses : vervangings- en herstellingskosten
1.5
Accidentele schade aan brillen, aan (basis)gehoorapparaten en orthodontische apparaten Voorwaarden : 1. tijdens het hogeschoolleven : indien gedragen op het ogenblik van het ongeval 2. op weg naar de hogeschool : indien het breken gepaard gaat met samengaande lichamelijke letsels.
1.6
Tandprotheses Maximum totale vergoeding: Maximum bedrag per tand:
1.7
Kosten niet terugbetaald door de RIZIV-tarieven Maximum bedrag:
1.8
2 394,46 € 590,63 €
319.26 €
Vervoerkosten van de verzekerde 1.
de vervoerkosten op de dag van het ongeval
2.
de vervoerkosten – nadien – door gebruik van een ander vervoermiddel dan de openbare vervoermiddelen
Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
52
financiële tussenkomst : 0.25 € / km op basis van bewijsstukken
Voorwaarden : 1. noodzaak door het ongeval 2. voorafgaande toestemming tot het gebruik 3.
1.9
de vervoerkosten – nadien – door gebruik van het openbaar vervoer terugbetaling in werkelijke waarde, op basis van bewijsstukken.
Verzorging in het buitenland Maximum bedrag:
1.10
6 385,23 €
Repatriëringkosten en opsporingskosten Maximum bedrag:
3 192,62 €
De student is het slachtoffer is van een ongeval in het buitenland. De volgende kosten worden terugbetaald : 1.
de repatriëringkosten van de student naar België of naar één van de aangrenzende landen (indien gewoonlijke verblijfplaats). Voorwaarden : 1.repatriëring werd voorgeschreven door de geneesheer 2.of na overlijden van de verzekerde.
2.
1.11
de opsporingskosten die door een derde opgelopen werden.
Begrafeniskosten Maximum bedrag:
1.12
4 829,62 €
Kosten van afwezigheid op de hogeschool 1. 2.
basis waarborg : gedurende maximaal : 100 dagen vergoeding per dag:
16,10 €
bijkomende waarborg : behandelingskost tgv totale gedwongen inactiviteit vergoeding per dag:
16,10 €
Voorwaarden : 1. de periode van totale gedwongen inactiviteit begint met hospitalisatie van minsten 48 u. 2. tijdens een periode van hogeschoolactiviteit 3. op basis van rechtvaardigingsstukken. Komen hiervoor in aanmerking: 1. kosten voor privé-lessen voor het inhalen van de gemiste cursussen; 2. kosten van uitzonderlijke vervoermiddelen igv ernstig letsel, om zich te verplaatsen van de
Psychologische bijstand 1.13 Voorwaarden : 1. medisch gerechtvaardigd 2. als gevolg van een gedekt ongeval.
2
PRESTATIE
IGV BLIJVENDE INVALIDITEIT
Bedrag per slachtoffer
3
PRESTATIE
15 963,09 €
IGV OVERLIJDEN
Bedrag per slachtoffer
Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
3 192,62 €
53
*
1.3
De geïndexeerde bedragen (index 196.25) kunnen tijdens het academiejaar een wijziging ondergaan.
In
welke
gevallen
geldt
de
waarborg
niet
?
De waarborg is niet van toepassing : 1. indien het schadegeval veroorzaakt werd door een opzettelijke daad, een zware nalatigheid, een kennelijk gewaagde of roekeloze daad van de verzekerde ; 2.
in geval van overlijden tgv een opzettelijke daad ;
3.
In geval van zelfmoord of poging tot zelfmoord ;
4. indien de gekwetste verzekerde kan beschouwd worden als dader of aanstoker van een aanranding of een aanslag. 5. wanneer de student-verzekerde een ongeval veroorzaakt tgv een staat van dronkenschap, of een analoge toestand veroorzaakt door het gebruik van producten, niet voorgeschreven door een arts, andere dan alcoholische dranken. Het totaal bedrag aan vergoedingen bij overlijden en blijvende invaliditeit van vliegtuigpassagiers tgv een vliegtuigramp wordt beperkt tot maximaal 2 478 935,24 €, ongeacht het aantal verzekerden-slachtoffers en het aantal begunstigden. 1.4
Procedure : Aangifte van een ongeval met lichamelijke schade
De aangifte van een ongeval met lichamelijke schade verloopt via de hogeschool. De student brengt de opleidingsmedewerker van zijn campus zo vlug mogelijk op de hoogte van het ongeval. De gedetailleerde aangifteprocedure kan u nalezen op het Intranet, Dienst verzekeringen.
2
VERZEKERING BURGERRECHTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID
2.1
Wanneer kan je een beroep doen op de verzekering BA ?
In het Burgerlijk Wetboek artikelen 1382 en 1386bis lezen we dat hij die schade heeft veroorzaakt aan een derde - door een fout, nalatigheid of onvoorzichtigheid - , die schade moet vergoeden. Deze verzekering beoogt dan ook de studenten-verzekerden – die zich in het hogeschoolleven bevinden - te dekken tegen de geldelijke gevolgen van de buitencontractuele burgerrechtelijke aansprakelijkheid die zij oplopen t.o.v. derden. De waarborg is van toepassing indien het ongeval/de schade aan derden zich voordoet tijdens de organisatie van of de deelname aan het hogeschoolleven, zowel in het binnen- als in het buitenland. Bijgevolg worden de privé initiatieven van de student niet gedekt. Tevens wordt de schade die de student-stagiair accidenteel veroorzaakt aan de voorwerpen die hem worden “toevertrouwd”, als didactisch materiaal of als werkinstrument, door personen bij wie hij stage loopt vergoed. Schade aan een voertuig is evenwel niet gedekt. De wettelijk verplichte BA-autoverzekering is hier van toepassing. Deze BA-hogeschoolpolis dekt dus niet de ongevallen/schade aan derden die zich voordoen op weg naar en van de hogeschool. Hier kan de polis BA-privé-leven/gezin nuttig zijn. Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
54
2.2
Wanneer komt de verzekeringsmaatschappij tussen en voor welke bedragen ?
Conform de bijzondere voorwaarden van het verzekeringscontract treft u hierna een overzicht aan van de vergoedingen – per schadegeval – van de lichamelijke en materiële schade. Verzekerde risico’s in relatie tot de verzekerde bedragen *
1
Lichamelijke schade
2
Materiële schade
19 155 704.52 €
3 192 617.42 €
inclusief de immateriële schade die het gevolg is van een gewaarborgde materiële schade
3
* 2.3
inclusief de schade veroorzaakt door brand, ontploffing, rook en water voor een maximaal bedrag van :
798 154.35 €
Schade aan toevertrouwde voorwerpen aan stagiairs
79 81 5,43 €
De geïndexeerde bedragen (index 196.25) kunnen tijdens het academiejaar een wijziging ondergaan.
In welke gevallen geldt de waarborg niet ?
Worden o.a. van de waarborg uitgesloten : 1.
de schade die gedekt wordt door een bij wet verplichte verzekering ;
2. indien de schade opzettelijk veroorzaakt werd of verband houdt met het opzettelijk plegen van misdrijven als dader, mededader of medeplichtige ; 3. indien het schadegeval zich voordeed, onder invloed van verdovende middelen, dronkenschap, alcoholintoxicatie of in een analoge toestand. 2.4
Procedure : aangifte van een BA-schadegeval
De aangifte van een BA-schadegeval verloopt via de hogeschool. De student brengt de opleidingsmedewerker van zijn campus zo vlug mogelijk op de hoogte van het voorval. De gedetailleerde aangifteprocedure kan u nalezen op het Intranet, Dienst verzekeringen.
3
VERZEKERING REISBIJSTAND
De reisbijstandsverzekering onderschreven door de Arteveldehogeschool heeft uitsluitend betrekking op personenbijstand (ziekte of lichamelijk ongeval) en niet op technische of wagenbijstand. De waarborgen zijn verworven indien het gaat om verplaatsingen en studiereizen (maximaal Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
55
90 dagen), die verband houden met het hogeschoolleven, in binnen- en buitenland. Met betrekking tot bepaalde landen, bv. Canada, USA,… is het wenselijk dat de student zich vooraf informeert over de eventuele tussenkomst van de mutualiteit in de medische kosten. Deze waarborgen zijn niet van toepassing tijdens het privéleven van de student.
4
VERZEKERING OMNIUM OPDRACHTEN
4.1
Algemeen principe
Studenten die zich in het “woon-hogeschool-verkeer” en in het “hogeschoolleven” verplaatsen met hun persoonlijke wagen, doen dit op eigen initiatief en op eigen risico. De Arteveldehogeschool kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de eventuele schade. 4.2
Afwijking in het kader van het hogeschoolleven
In een beperkt aantal situaties en onder strikte voorwaarden kan de Arteveldehogeschool een student toelating verlenen om zich met de persoonlijke wagen - in opdracht van de hogeschool - te verplaatsen. Een student rijdt in opdracht van de hogeschool indien hij - vooraf – schriftelijk en uitdrukkelijk de toelating ontving van de opleidingsdirecteur tot gebruik van de eigen wagen in het kader van het hogeschoolleven. Een student – die in opdracht van de hogeschool rijdt – kan ingeval van eigen schade, een beroep doen op de polis omnium opdrachten indien hij voldoet aan volgende vier cumulatieve voorwaarden. Cumulatieve voorwaarden 1. De student legt de gemotiveerde aanvraag, samen met van het bewijs BAautoverzekering, ter goedkeuring voor aan de stagecoördinator/projectverantwoordelijke. 2. De opleidingsdirecteur verleent – na advies van de sagecoördinator /projectverantwoordelijke schriftelijk toelating tot gebruik van de eigen wagen via het voorgedrukte standaardformulier. 3. De Dienst verzekeringen ontvangt – vóór de verplaatsing – een kopie van de opdrachtsverklaring ondertekend door de opleidingsdirecteur. Dit impliceert dat een student die niet – vooraf - beschikt over een schriftelijke toelating en op eigen initiatief het persoonlijk voertuig gebruikt – in geval van eigen schade aan de wagen geen beroep kan doen op de polis omnium opdrachten. De Arteveldehogeschool kan niet aansprakelijk gesteld worden voor de eventuele, opgelopen schade. 4. In geval van eigen schade moet de student – op straffe van nietigheid – het ongeval of de schade laten vaststellen door of melden aan de politie. De student bezorgt het p.v. aan de Dienst verzekeringen.
Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
56
Besluit Studenten die niet voldoen aan bovenvermelde cumulatieve voorwaarden verliezen onherroepelijk het recht op dekking in geval van eigen schade aan de wagen. 4.3
Waarborgen
De verzekering omnium opdrachten functioneert aanvullend en treedt slechts in werking indien de eigenaar van de wagen niet zelf een omniumverzekering afgesloten heeft. De polis dekt stoffelijke schade aan de wagen, glasbreuk, brand, diefstal. Het wegslepen van de wagen en een vervangwagen zijn niet voorzien. De franchise of het eigen risico, dat ten laste valt van de student, bedraagt 10 % van de schadevergoeding met een minimum van 123,95 € en een maximum van 247,89 €. Schade aan een derde wordt gedekt door de wettelijk verplichte BA-autoverzekering.
5 DE STUDENT ALS ZWAKKE WEGGEBRUIKER IN HET VERKEER Artikel 29bis van de Wet betreffende de verplichte Aansprakelijkheidsverzekering inzake Motorrijtuigen (WAM) van 21 november 1989, voorziet een schadevergoedingsstelsel in het voordeel van de zwakke weggebruiker die het slachtoffer wordt van een verkeersongeval waarbij een motorrijtuig betrokken is. Ben je als voetganger of fietser het slachtoffer van een verkeersongeval waarbij een motorrijtuig betrokken is, dan heb je automatisch recht op schadevergoeding in geval van lichamelijke schade of overlijden. Ongeacht de schuldvraag kan je een schadeclaim indienen bij de BA-verzekeraar van het betrokken motorvoertuig. Wie kan een beroep doen op het automatische vergoedingsstelstel van art. 29 bis van de WAM: de zwakke weggebruiker : - de voetganger - de fietser - de passagier. . 5.1 In welke omstandigheden is de automatische vergoedingsverplichting van toepassing ? 5.1.1
Lichamelijke schade
Het moet gaan om een verkeersongeval op de openbare weg waarbij een motorrijtuig (ook op sporen) betrokken is. De betrokkenheid van een voertuig wordt ruim geïnterpreteerd. Ook een ongeval met een regelmatig gestationeerd voertuig komt hiervoor in aanmerking. De verplichting tot schadeloosstelling berust uitsluitend op de verzekeraar die de verantwoordelijkheid dekt van de bestuurder, de eigenaar of de houder van dit voertuig. Indien het voertuig niet verzekerd is berust de verplichting bij het Gemeenschappelijk Motorwaarborg Fonds. Wanneer verschillende verzekeraars betrokken zijn bij een verkeersongeval mag je – als slachtoffer kiezen welke verzekeraar je aanspreekt. De vergoedingsregel van artikel 29bis WAM-wet is van openbare orde en heeft als objectief de financiële lasten van de verkeersongevallen met motorrijtuigen te laten dragen door de verzekeraars en de eigenaars van motorrijtuigen. Bijgevolg kan de WAM-verzekeraar zich geenszins ontdoen van zijn verplichting om de gekwetste zwakke weggebruiker te vergoeden, zelfs indien deze lichamelijke schade gedekt wordt door een hogeschoolverzekering.
Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
57
5.1.2
Stoffelijke schade
De burgerrechtelijke aansprakelijkheid blijft van toepassing mbt de vergoeding van de stoffelijke schade. 5.2
Bedrag van de schadevergoeding Verzekerde risico’s in relatie tot de verzekerde dekking 1
Lichamelijke
2
Kledij
en
functionele
schade
onbeperkte dekking
prothesen
onbeperkte dekking
5.3
Uitsluitingen :
1.
slachtoffers ouder dan 14 jaar die het ongeval en de gevolgen hebben gewild.
2.
de bestuurder en zijn rechthebbenden.
6.
DE STUDENT-STAGIAIR VANUIT VERZEKERINGSTECHNISCH PERSPECTIEF
Stages in bedrijven, ziekenhuizen, onderwijsinstellingen, culturele centra, etc. maken integraal deel uit van het hogeschoolleven indien ze kaderen in het studieprogramma van de Arteveldehogeschool en door haar georganiseerd, gecontroleerd of toegelaten worden, ongeacht het gaat om een binnenlandse of buitenlandse stage. Dit impliceert dat : Op weg naar en van de stageplaats : 1.De waarborgen lichamelijke ongevallen en de burgerrechtelijke aansprakelijkheid blijven van toepassing, zowel in het binnenland als in het buitenland. Ook de ongevallen in het buitenland tijdens het traject van de verblijfplaats naar de stageplaats en omgekeerd blijven verzekerd. 2.Wie zich verplaatst met de eigen wagen, draagt zelf het bijkomend risico mbt eventuele schade aan de wagen. De schade aan derden wordt geregeld via de BA-autoverzekering. 3.
Afwijking mogelijk cfr. 4.
Op de stageplaats 1.De waarborgen lichamelijke ongevallen en de burgerrechterlijke aansprakelijkheid blijven van toepassing. 2.De student-stagiair is niet verzekerd door de Arteveldehogeschool voor het gebruik van de eigen wagen tijdens het uitvoeren van specifieke stageopdrachten : noch voor de eigen schade aan de wagen, noch voor de schade aan derden. 3.Indien de stagiair voertuigen van de stagegever dient te besturen, wordt de eventuele daaruit voortvloeiende schade ten laste genomen door de stagegever. De Arteveldehogeschool kan hiervoor niet aansprakelijk worden gesteld. Tijdens de uitvoering van de stage behoudt de stagiair – verzekeringstechnisch - het statuut van student. Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
58
Een stageattest, waaruit blijkt dat de Arteveldehogeschool de nodige verzekeringen afgesloten heeft, maakt samen met de werkpostfiche en de risicoanalyse verplicht deel uit van het stagedossier. De stageplaats ontvangt een kopie van het stageattest.
Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
59
Bijlage 5 Aanvaardbaar gebruik van de ICT-infrastructuur aan de Associatie Universiteit Gent & partnerinstellingen Algemeen De computernetwerken van de partnerinstellingen van de Associatie Universiteit Gent (AUGent) zijn bestemd voor onderwijs en onderzoek en voor activiteiten ter ondersteuning daarvan. Het netwerk van de AUGent & partnerinstellingen is aangesloten op BELNET, het Belgische onderzoeksnetwerk. Er is een Acceptable Use Policy (AUP) die bepaalt wat wel en niet toegelaten is op BELNET. Deze AUP is beschreven in het document AUP Belnet (Aanvaardbaar gebruik van de BELNET toegang, zie bijlage). Wanneer men het netwerk gebruikt, dient men dus niet alleen rekening te houden met de regels voor goed gebruik van het netwerk van de AUGent & partnerinstellingen, maar ook met de AUP van BELNET. 1. Definities De AUGent & partnerinstellingen: De vzw. AUGent en de partnerinstellingen Universiteit Arteveldehogeschool en Hogeschool West-Vlaanderen. Student:
Gent,
Hogeschool
Gent,
Elke student die ingeschreven is aan de partnerinstellingen van de AUGent.
Personeelslid: Iedereen die in statutair of contractueel verband werkt voor de AUGent & partnerinstellingen. Gebruiker: Elke persoon en organisatie die op een of andere manier gebruik maakt van de ICT-infrastructuur van de AUGent & partnerinstellingen, in het bijzonder studenten en personeelsleden. ICT-infrastructuur: hiermee wordt zowel de fysieke apparatuur als de ICT-diensten (inclusief thuisgebruik via VPN) bedoeld. ICT-beheerder(s): verantwoordelijken voor het onderhoud en het goed functioneren van de ICT-infrastructuur. 2. Ongeoorloofd gebruik 2.1 De ICT-infrastructuur mag niet gebruikt worden om ongeoorloofde informatie te verwerven, te verwerken, te verspreiden of op te slaan. Hieronder wordt onder meer verstaan: 2.1.1 Informatie die in strijd is met de wet, in het bijzonder (doch niet beperkt tot): Informatie die in strijd is met de wetgeving op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; Informatie die in strijd is met de wetgeving over het auteursrecht en andere intellectuele rechten; Informatie die in strijd is met de wetgeving ter bestrijding van racisme of die beledigend of lasterlijk is voor anderen; Informatie die in strijd is met de wetgeving over de bescherming van de goede zeden. 2.1.2 Informatie die de AUGent & partnerinstellingen schaadt, in het bijzonder (doch niet beperkt tot): Informatie die het imago van de AUGent & partnerinstellingen schendt, of haar moreel of economisch kan schaden; Informatie die vertrouwelijk is of die wegens de aard ervan als vertrouwelijk moet beschouwd worden. Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
60
2.1.3 Informatie die hinderlijk is voor anderen, in het bijzonder (doch niet beperkt tot): Informatie die aanstootgevend is voor anderen omdat ze tegen de algemeen geldende fatsoenregels indruist; Aan grote groepen personen ongewenste elektronische post, berichten of kettingbrieven sturen. 2.2 Volgende handelingen zijn expliciet verboden: 2.2.1 Software installeren en/of te gebruiken waarvoor men geen licentie heeft of op een wijze die in strijd is met de licentievoorwaarden van die software. Dit is van toepassing op de apparatuur die deel uitmaakt van de ICT-infrastructuur van de AUGent & partnerinstellingen. Software die ter beschikking gesteld wordt door de AUGent & partnerinstellingen mag niet getransfereerd worden naar eigen apparatuur zonder expliciete toestemming van een ICT-beheerder. De partnerinstellingen van de AUGent kunnen autonoom optreden tegen gebruikers waarvan vermoed wordt dat zij illegale software gebruiken en/of verspreiden. 2.2.2 Het installeren van software op apparatuur die deel uitmaakt van de ICTinfrastructuur van de AUGent & partnerinstellingen, zonder voorafgaandelijke toestemming van de ICT-beheerder, verantwoordelijk voor het betreffende deel van de ICTinfrastructuur. 2.2.3 Wijzigen van de structuur of de configuratie van de ICT-infrastructuur zonder voorafgaandelijke toestemming van de ICT-beheerder, verantwoordelijk voor het betreffende deel van de ICT-infrastructuur. 2.2.4 Acties ondernemen die strafbaar zijn in het kader van de wet van 28 november 2000 inzake informaticacriminaliteit. Onder andere vallen hieronder: Het omzeilen van interne en externe systeem- en netwerkbeveiligingen; Het ontwerpen en/of het installeren van schadelijke software op apparatuur die deel uitmaakt van de ICT-infrastructuur van de AUGent & partnerinstellingen; Willens en wetens ongeëigende en ongeoorloofde toegang forceren tot systemen waartoe men niet geautoriseerd is; Informatie onderscheppen (of pogingen daartoe) die niet voor zichzelf bedoeld is; Een valse identiteit aannemen op het netwerk. 2.2.5 De ICT-infrastructuur van de AUGent & partnerinstellingen gebruiken voor commerciële of politieke aktiviteiten. 2.2.6 Het actief opsporen van zwakheden in de beveiliging of het testen van de maximum capaciteit van gelijk welk onderdeel van de ICT-infrastructuur van de AUGent & partnerinstellingen. In het algemeen, het opzettelijk genereren van extreme belastingen zonder functionele noodzaak. 2.2.7 Systeeminformatie, systeemconfiguratie, toepassingsprogramma‟s of bestanden wijzigen of doorgeven aan derden indien men daarvoor vanwege de aard van zijn functie niet is gerechtigd. 3. Verantwoordelijkheden van de gebruiker 3.1 Het in goede toestand bewaren van de ICT-infrastructuur die ter beschikking wordt gesteld, inclusief een actieve deelname aan de beveiliging van deze ICTinfrastructuur. 3.1.1 Wanneer een gebruiker meent een defect of slecht functionerend onderdeel van de ICT-infrastructuur van de AUGent & partnerinstellingen te kennen, moet hij dit zo snel mogelijk melden aan de ICT-beheerder verantwoordelijk voor het betreffende deel van de ICT-infrastructuur . Hetzelfde geldt als een gebruiker een tekortkoming in de beveiliging van de ICT-infrastructuur van de AUGent & partnerinstellingen ontdekt. Anderen mogen hiervan niet op de hoogte gebracht worden. Het uitbuiten van deze zwakheden wordt beschouwd als ongeoorloofd gebruik. Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
61
3.1.2 Het niet onbeheerd achterlaten van de ter beschikking gestelde ICT middelen en het nemen van voldoende veiligheidsmaatregelen om diefstal ervan maximaal te verhinderen. Bij het verlaten van apparatuur waarop men ingelogd is, moet de gebruiker uitloggen of de apparatuur op zodanige manier vergrendelen dat enkel de gebruiker zelf of een ICTbeheerder er terug kan op inloggen. Dit om te voorkomen dat anderen zijn/haar identiteit kunnen aannemen. 3.1.3 Het steeds werken met een operationele recente virusscanner. 3.1.4 Het respecteren van de limieten vastgelegd op mailbox of file-server waarbij er, op regelmatig basis door de gebruiker, overbodige mails/files opgeruimd of gearchiveerd worden. 3.2 Bij communicatie zal de gebruiker altijd duidelijk zijn naam vermelden. Tevens moet de gebruiker, die beschikt over een e-mail adres van de AUGent & partnerinstellingen, dit adres gebruiken bij communicatie en de corresponderende postbus op een regelmatige basis controleren. 3.3 Indien gegevens op lokale harde schijven geplaatst worden, moet zelf gezorgd worden voor de noodzakelijke reservecopie (backup) en beveiliging. 4. Gebruikersnamen en wachtwoorden Toegang tot de ICT-infrastructuur wordt verleend op basis van een gebruikersnaam en een wachtwoord. Hierbij moeten volgende regels in acht genomen worden: Het wachtwoord mag niet eenvoudig te achterhalen zijn en moet regelmatig veranderd worden. Verspreiding van het wachtwoord is verboden. Wie onvoorzichtig omspringt met zijn paswoord, kan voor de misbruiken verantwoordelijk gesteld worden. Niemand mag zijn wachtwoord aan derden doorgeven en/of door derden laten gebruiken. Het is verboden wachtwoorden van anderen te proberen achterhalen.
5. Toezicht, controle en sancties De ICT-infrastructuur van de AUGent & partnerinstellingen wordt gecontroleerd om de goede werking ervan te kunnen verzekeren en om misbruik op te sporen en te voorkomen. Elke partnerinstelling kan autonoom controle uitoefenen en mogelijke sancties bepalen. Het toezicht en controles gebeuren conform CAO81. Mogelijke sancties bij vaststelling van een inbreuk op dit reglement zijn: Al dan niet tijdelijke beperking van de toegang tot bepaalde delen van de ICTinfrastructuur; Tijdelijk of definitief verbod tot het gebruik van de ICT-infrastructuur; Betaling van de kosten voortvloeiend uit het misbruik.; Indien het misbruik een strafrechtelijk feit betreft, kunnen de betrokkenen voor die feiten tevens gerechtelijk worden vervolgd, ongeacht eventuele schadevorderingen; Gegevens, onder gelijk welke vorm (bestanden, e-mails, gegevensdragers, databases,…) die toehoren aan de betreffende gebruiker kunnen worden geïnspecteerd en in beslag genomen; Alle andere sancties zoals vermeld in reglementeringen van de AUGent & partnerinstellingen.
Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
62
AANVAARDBAAR GEBRUIK VAN DE BELNET-TOEGANG a) De KLANT verbindt er zich toe conform de normen en protocols van Internet te handelen. b) De KLANT mag het BELNET-netwerk uitsluitend met strikt wettelijke bedoelingen gebruiken. Ieder gebruik dat de Belgische of internationale wetgeving schendt, is verboden. Als lid van de categorie A van ISPA België (Vereniging van de Internet Service Providers), onderschrijft BELNET het «Samenwerkingsprotocol ter bestrijding van ongeoorloofde handelingen op Internet» volledig. Indien er vermoedens bestaan van een onwettelijke actie door de KLANT, zal BELNET binnen het strikte kader dat door de wet wordt voorgeschreven, met de gerechtelijke macht samenwerken om haar onderzoeksplicht te vergemakkelijken. c) Het is verboden om van de diensten van BELNET gebruik te maken voor iedere activiteit die: niet-geoorloofde toegang tot de gegevens van een derde mogelijk maakt; schade toebrengt aan de activiteit van BELNET of het Internet in het algemeen, het gebruik of de performantie van de internetdienst voor andere gebruikers in gevaar brengt; kan leiden tot de verspilling van middelen (personeel, netwerken, informatica); kan leiden tot de gedeeltelijke of complete vernietiging van de integriteit van de informaticagegevens; die de privacy van de gebruikers kan aantasten; die tot doel heeft om berichten over het netwerk te versturen die onder de categorie “lastigvallen” of “ongewenste post” vallen. d) Het gebruik van BELNET is voorbehouden voor de openbare diensten, voor het onderwijs en voor onderzoeksdoeleinden. Het gebruik met commerciële bedoelingen en het intensieve gebruik voor persoonlijke doeleinden zijn verboden. e) De KLANT is verantwoordelijk voor de levering van de Internet-dienst aan zijn eigen gebruikers, en dan meer bepaald voor de opstelling van interne toegangsprocedures tot BELNET via zijn lokaal netwerk. Het beheer van dit lokaal netwerk valt eveneens onder de bevoegdheid van de KLANT. In dit kader moet de KLANT zichzelf beschermen tegen pogingen tot inbraak door een derde via BELNET. f) De KLANT neemt de nodige maatregelen om ieder misbruik van BELNET door zijn eigen gebruikers tegen te gaan. Hiertoe brengt hij hen op de hoogte van deze regels van aanvaardbaar gebruik. Indien het BELNET-netwerk op een verkeerde manier wordt gebruikt, zal de KLANT op een actieve manier en zo snel mogelijk met BELNET samenwerken om de oorzaak van dit misbruik op te sporen en er een einde aan te stellen. Indien het misbruik blijft voortduren, zullen er nadien acties worden ondernomen die kunnen leiden tot de schorsing van de dienstverlening aan de KLANT. De schorsing eindigt op het moment dat de voorgeschreven gebruikersregels terug worden gerespecteerd.
Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
63
Bijlage 6 - Reglement Arteveldemediatheken TOEGANKELIJKHEID 1. 2.
De Arteveldemediatheken zijn vrij toegankelijk. De openingstijden van de mediatheken worden aangekondigd op de Arteveldewebsite.
UITLENEN 3. Studenten en medewerkers van de Arteveldehogeschool en van de Associatie UGent kunnen met hun studenten- of personeelskaart materialen uitlenen. Externe gebruikers kunnen zich op vertoon van een geldig legitimatiebewijs laten registreren en een lenerskaart aankopen. Daarmee kunnen gedurende één jaar materialen uitgeleend worden. De kaarten zijn geldig in alle Arteveldemediatheken. 4. Uitleningen zijn persoonlijk en moeten aan de uitleenbalie geregistreerd worden. Elke lener is verantwoordelijk voor het materiaal dat op zijn naam genoteerd staat. 5. De uitleenfaciliteiten verschillen per mediatheek. Alle uitleningen kunnen verlengd worden, tenzij het materiaal door een andere gebruiker gereserveerd is. Materialen verlengen en reserveren kan ter plaatse, telefonisch of via e-mail. 6. Voor te laat teruggebrachte werken wordt een boete aangerekend. De kosten voor de aanmaning vallen ten laste van de lener. Bij herhaalde overschrijding van de uitleentermijnen kan het mediatheekpersoneel het recht op uitlenen inperken. 7. De lener moet zorg dragen voor de materialen. Bij het uitlenen moet hij de materialen op beschadiging controleren en eventuele problemen melden, zoniet kan hij aansprakelijk gesteld worden. Bij verlies of ernstige beschadiging wordt een vergoeding gevraagd. Het mediatheekpersoneel bepaalt het bedrag. FACILITEITEN 8. Voor informatie en hulp kan de gebruiker een beroep doen op het mediatheekpersoneel. 9. Elke mediatheek beschikt over kopieer- en printfaciliteiten. Voor het kopiëren van materiaal wijzen wij de gebruikers op de wetgeving betreffende het auteursrecht. 10. In alle mediatheken staan computers met internetaansluiting. Ze zijn uitsluitend bedoeld voor onderwijs- en studiedoeleinden. Studenten en medewerkers van de Arteveldehogeschool kunnen inloggen met hun persoonlijke account en krijgen zo toegang tot hun mailbox, homefolder en netwerkbronnen. De gebruikers verklaren zich akkoord met de deontologische regels, opgesteld door de dienst ICT. Het document is beschikbaar op de Arteveldewebsite. ATTITUDE 11. De mediatheek is een lees-, werk- en studieruimte. De gebruiker houdt daar rekening mee en zorgt voor een rustige studiesfeer. Gsm‟s en geluidsapparaten moeten uitgeschakeld worden. Bij ongepast of storend gedrag kan het mediatheekpersoneel de gebruiker de toegang tot de mediatheek ontzeggen. 12. Na het kopiëren of raadplegen zet de gebruiker de materialen op de juiste plaats terug. 13. Jassen en tassen worden achtergelaten op de voorziene bergplaatsen. 14. Eten en drinken is niet toegelaten in de mediatheek. BETWISTING EN SANCTIONERING 15. Alle onvoorziene gevallen worden door het mediatheekpersoneel geregeld. 16. Wie de mediatheek gebruikt, verklaart zich akkoord met het reglement. Overtredingen kunnen aanleiding geven tot sancties. Zware overtredingen worden voorgelegd aan de opleidingsdirectie.
Sc 2007-2008 voorontwerp 20070509
64