ONTWERP STUDIECONTRACT Academiejaar 2008-2009 ONDERWIJSREGELING, EXAMENREGLEMENT, TUCHTREGELING en RECHTSPOSITIE VAN DE STUDENT De Arteveldehogeschool keurde op … mei 2008 dit studiecontract met het onderwijs- en examenreglement voor haar opleidingen en de rechtspositie van haar studenten goed. De beslissing van het hogeschoolbestuur is daarbij gebaseerd op de bepalingen van
het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap,
het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen,
het decreet van 19 maart 2004 betreffende de rechtspositieregeling van de student, de participatie in het hoger onderwijs,
het decreet van 30 april 2004 betreffende de flexibilisering van het hoger onderwijs,
het decreet van 30 april 2004 betreffende de studiefinanciering en studentenvoorzieningen in het hoger onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap,
het decreet van 16 juni 2006 tot instelling van een aantal maatregelen tot herstructurering en flexibilisering van het hoger onderwijs in Vlaanderen,
het decreet van 15 december 2006 betreffende de lerarenopleidingen in Vlaanderen,
het decreet van 14 maart 2008 betreffende de financiering van het hoger onderwijs.
Elke student die een diploma-, credit- of examencontract aangaat met de Arteveldehogeschool aanvaardt daarbij dit studiecontract als toetredingsovereenkomst. Hij ontvangt een exemplaar bij de inschrijving. Het hogeschoolbestuur biedt de student de keuze tussen volgende contracten:
een diplomacontract met het oog op het behalen van een diploma
een creditcontract met het oog op het behalen van een credit voor één of meer opleidingsonderdelen
een examencontract met het oog op het behalen van een diploma
een examencontract met het oog op het behalen van een credit voor één of meer opleidingsonderdelen.
Dit studiecontract is van toepassing op alle bachelor- en bachelor-na-bacheloropleidingen van de hogeschool. Het hogeschoolbestuur waarborgt ten aanzien van haar studenten: het gelijkheidsbeginsel, de onpartijdigheid, de openbaarheid van bestuur, de motiveringsplicht en het naleven van de rechten van de verdediging. Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
1
Ter informatie: de voornaamste termen van dit studiecontract worden verklaard in het “Arteveldelexicon” dat achteraan is toegevoegd.
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
2
Inhoud Deel 1
Onderwijsregeling ............................................................ 9
1
Organisatie van de studie en van het academiejaar ............................ 9
1.1
Organisatie van de studie ....................................................................... 9
1.2
1.3
Artikel 1
Bepalen van de opleidingsprogramma‟s en studietrajecten .......... 9
Artikel 2
Opleidingsgids ....................................................................... 9
Artikel 3
Modeltraject .......................................................................... 9
Artikel 4
Studieomvang en studieactiviteiten .......................................... 9
Artikel 5
Afstandsonderwijs .................................................................10
Artikel 6
Kwaliteitsbewaking van de studie ............................................10
Artikel 7
De onderwijstaal ...................................................................10
Organisatie en structuur van het academiejaar ......................................... 10 Artikel 8
Kalender van het academiejaar ...............................................10
Artikel 9
Opleidingskalender ................................................................11
Specifieke activiteiten............................................................................ 11 Artikel 10 Introductiedagen en introductiesessies ....................................11 Artikel 11 Instapcursussen en adviessessies ...........................................11 Artikel 12 Leerbegeleiding ....................................................................11 Artikel 13 Leertrajectbegeleiding ...........................................................11 Artikel 14 Oriënterings- en remediëringsactiviteiten .................................11
2
Toelatingsvoorwaarden, inschrijving en studietrajecten .................. 12
2.1
Toelatingsvoorwaarden .......................................................................... 12 Artikel 15 Toepassingsgebied ................................................................12 Artikel 16 Eerste inschrijving in een bacherlopleiding ...............................12 Artikel 17 Afwijkende voorwaarden tot inschrijven ...................................13 Artikel 18 De soorten contracten ...........................................................14 Artikel 19 Inschrijven voor afzonderlijke opleidingsonderdelen ..................14 Artikel 20 Toelating tot de bachelor-na-bachelor opleidingen .....................14
2.2
Inschrijvingsprocedure .......................................................................... 15 Artikel 21 Inschrijven ...........................................................................15 Artikel 22 Wijzigen van het contract .......................................................16 Artikel 23 Uiterste inschrijvingsdatum ....................................................17 Artikel 24 Het studiegeld ......................................................................17 Artikel 25 Beëindigen contract ...............................................................18 Artikel 26 Leerkrediet...........................................................................19
2.3
Vrijstellingen ........................................................................................ 19 Artikel 27 Vrijstelling............................................................................19
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
3
Artikel 28 Vrijstelling op basis van eerder verworven kwalificaties (afgekort EVK) ...................................................................................20 Artikel 29 Vrijstelling op basis van eerder verworven competenties (afgekort EVC) ...................................................................................20 Artikel 30 Voorwaarde voor het aanvragen van een geïndividualiseerd traject ..........................................................................................21 2.4
Bijzondere groepen ............................................................................... 21
2.4.1
Doelgroepen ........................................................................................21 Artikel 31 Doelgroepen van studenten ....................................................21 Artikel 32 Faciliteiten ...........................................................................21 Artikel 33 De relatie tussen de doelgroepstudent en een medewerker van de hogeschool ...........................................................................22
2.4.2
Studenten die onderwijsactiviteiten volgen in een gastinstelling ..................22 Artikel 34 Bepalingen voor opleidingsonderdelen gevolgd aan een gastinstelling ........................................................................22 Artikel 35 Het bekrachtigen van de studie ...............................................23
2.4.3
Personeelsleden van de Arteveldehogeschool die zich willen inschrijven als student aan de Arteveldehogeschool .......................................................24 Artikel 36 Bijzondere toelatingsvoorwaarden voor personeelsleden ............24
3
Bepalingen i.v.m. onderwijsactiviteiten ............................................ 24 Artikel 37 Deelname aan onderwijsactiviteiten ........................................24 Artikel 38 Gewettigde afwezigheden ......................................................24 Artikel 39 Ongewettigde afwezigheden ...................................................25 Artikel 40 Regeling praktijk, stage of bachelorproef .................................25
4
De sanctie van de studies ................................................................. 25 Artikel 41 Bekrachtiging van de studies ..................................................25 Artikel 42 Creditbewijzen ......................................................................25 Artikel 43 Resultaten van leereenheden ..................................................25
5
Beroepsprocedure in het kader van de onderwijsregeling ................ 26 Artikel 44 Voorwerp van beroep ............................................................26 Artikel 45 Termijnen ............................................................................26 Artikel 46 Werking van de interne beroepscommissie ...............................26 Artikel 47 Herziening van studievoorgangsbeslissingen .............................27 Artikel 48 Beroep tegen de herziening van de beslissing van de interne beroepscommissie .................................................................27
Deel 2
Examenreglement ........................................................... 28
1
Algemene bepalingen ....................................................................... 28 Artikel 49 Toepassingsgebied ................................................................28 Artikel 50 Wijzigingen ..........................................................................28 Artikel 51 Afwijkingen ..........................................................................28
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
4
Artikel 52 Aanvullingen ........................................................................28 Artikel 53 Bekendmaking ......................................................................28 2
Organisatie van examens.................................................................. 28 Artikel 54 Evaluatiesystemen ................................................................28 Artikel 55 Examenperiodes en kansen ....................................................29 Artikel 56 Bijzondere examineertijdstippen .............................................29 Artikel 57 Registratie van aanwezigheid en legitimatie bij een examen .......30 Artikel 58 Examineerdagen en –uren......................................................30 Artikel 59 Plaats van het examen ..........................................................30 Artikel 60 Opstellen en mededelen van het examenrooster .......................30 Artikel 61 Examinator ..........................................................................30
3
Verloop van de examens ................................................................... 31 Artikel 62 Informatie vooraf ..................................................................31 Artikel 63 Examenrooster .....................................................................31 Artikel 64 Evaluatievorm ......................................................................31 Artikel 65 Beoordeling ..........................................................................31 Artikel 66 Beoordeling van opleidingsonderdelen gevolgd aan een gastinstelling ........................................................................32 Artikel 67 Openbaarheid van examens ...................................................32 Artikel 68 Stopzetting van examens .......................................................32 Artikel 69 Aanwezigheid bij examens .....................................................32
4
De samenstelling en soorten examencommissies ............................. 33 Artikel 70 Leden van een examencommissie ...........................................33 Artikel 71 Samenstelling examencommissie ............................................33 Artikel 72 De examencommissie voor het eerste academiejaar van een bacheloropleiding ..................................................................33 Artikel 73 De examencommissie voor het geheel van de opleiding .............33 Artikel 74 De facultatieve examencommissie ...........................................34
5
Beraadslaging ................................................................................... 34 Artikel 75 Aanwezigheid van de leden van de examencommissie ...............34 Artikel 76 Bereikbaarheid van de student ...............................................34 Artikel 77 Geheimhouding ....................................................................34 Artikel 78 Stemgerechtigden .................................................................34 Artikel 79 Aanwezigheidsquorum examinatoren .......................................34 Artikel 80 Voorwerp van beraadslaging...................................................34 Artikel 81 Deliberatieregels ...................................................................35 Artikel 82 Vaststelling examenresultaat ..................................................35 Artikel 83 Stemmingsregels ..................................................................35 Artikel 84 Graad van verdienste ............................................................35
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
5
Artikel 85 Correct verloop van onderwijsactiviteiten en/of examens ...........35 Artikel 86 Onregelmatigheden ...............................................................36 Artikel 87 Beraadslagingverslag.............................................................36 6
Mededeling van de examenresultaten ............................................... 37 Artikel 88 Mededeling van de examenresultaten ......................................37 Artikel 89 Proclamatie van de gediplomeerden ........................................37 Artikel 90 Bespreking van de examenresultaten ......................................37 Artikel 91 Inzage en bewaren van examenmateriaal ................................37
7
Ombudsmedewerker ......................................................................... 38 Artikel 92 Algemene taakomschrijving ....................................................38 Artikel 93 Aanstelling ...........................................................................38 Artikel 94 Beschikbaarheid....................................................................38 Artikel 95 Recht op informatie ...............................................................38 Artikel 96 Deelname aan de beraadslaging .............................................38 Artikel 97 Rapportering ........................................................................38
8
Studievoortgang ............................................................................... 39 Artikel 98 Studievoortgang ...................................................................39 Artikel 99 Studievoortgang op grond van examens ..................................39 Artikel 100 Studievoortgangbewaking ......................................................39
9
Beroepsprocedure in het kader van het examenreglement ............... 39 Artikel 101 Voorwerp van beroep ............................................................39 Artikel 102 Termijnen ............................................................................40 Artikel 103 Werking van de interne beroepscommissie ...............................40 Artikel 104 Herziening van beslissingen ....................................................41 Artikel 105 Beroep tegen de herziening van de beslissing van de interne beroepscommissie .................................................................41
Deel 3
Gedragscode ................................................................... 42
1
Informatie en houding ...................................................................... 42 Artikel 106 Berichtgeving .......................................................................42 Artikel 107 Deontologie en geheimhouding ...............................................42 Artikel 108 Eerbied voor gebouwen, materialen en toestellen ......................42 Artikel 109 Verbod voor bepaalde activiteiten ...........................................42 Artikel 110 Gebruik van persoonlijke media ..............................................42 Artikel 111 Mediatheek en oefenlokalen ...................................................42 Artikel 112 Ontzeggen van recht op toegang ............................................43 Artikel 113 Auteursrechten .....................................................................43 Artikel 114 Rookvrije hogeschool .............................................................43 Artikel 115 Kledij en voorkomen..............................................................43
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
6
Artikel 116 Taal.....................................................................................43 Artikel 117 Reserveren van lokalen en/of terreinen ....................................43 2
Grensoverschrijdend gedrag ............................................................. 43 Artikel 118 Grensoverschrijdend gedrag ...................................................44 Artikel 119 Klachten ..............................................................................44 Artikel 120 Bescherming van slachtoffer en aangeklaagde ..........................44
3
Veiligheid en gezondheid .................................................................. 44 Artikel 121 Veiligheidsvoorzieningen ........................................................44 Artikel 122 Gezondheidsbevordering ........................................................44
4
Verzekering ...................................................................................... 45 Artikel 123 Verlies of diefstal ..................................................................45 Artikel 124 Ongevallenverzekering ..........................................................45 Artikel 125 Burgerrechtelijke aansprakelijkheid .........................................45 Artikel 126 Ziekteverzekering .................................................................45 Artikel 127 Verzekering tijdens opleidingsprogramma‟s in het buitenland .....45 Artikel 128 Arbeidsongevallenverzekering onbezoldigde stagiairs ................45
Deel 4
Orde en tuchtregeling ..................................................... 46 Artikel 129 Algemene bepalingen i.v.m. orde en tucht ...............................46 Artikel 130 Samenstelling tuchtcommissie ................................................46 Artikel 131 Ordemaatregelen en tuchtsancties ..........................................46 Artikel 132 Verdediging van de student ....................................................47 Artikel 133 Uitspraak van sancties ...........................................................47 Artikel 134 Beroepsprocedure .................................................................47
Deel 5
Bescherming van persoonsgegevens .............................. 48 Artikel 135 Bescherming van persoonsgegevens .......................................48
Deel 6
Slotbepaling ................................................................... 49 Artikel 136 Slotbepaling .........................................................................49
Deel 7
Arteveldelexicon ............................................................. 50
Deel 8
Bijlagen .......................................................................... 62 Bijlage 1
Kalender van het academiejaar 2008-2009 ..............................62
Bijlage 2
Lijst met de namen en contactgegevens van de voorzitters van de examencommissies ...............................................................64
Bijlage 3
Beoordelingskader ................................................................66
Bijlage 4
Verzekering studenten ...........................................................68
Bijlage 5
E-mailetiquette .....................................................................69
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
7
Bijlage 6
Aanvaardbaar gebruik van de ICT-infrastructuur aan de Associatie Universiteit Gent & partnerinstellingen .....................................72
Bijlage 7
Aanvaardbaar gebruik van de belnet-toegang ...........................76
Bijlage 8
Reglement Arteveldemediatheken ...........................................78
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
8
Deel 1
Onderwijsregeling
1
Organisatie van de studie en van het academiejaar
1.1
Organisatie van de studie
Artikel 1
Bepalen van de opleidingsprogramma’s en studietrajecten
Voor iedere opleiding stelt het hogeschoolbestuur het opleidingsprogramma en de studietrajecten vast, rekening houdend met de beroepsprofielen, de eruit afgeleide basiscompetenties, en eventueel de vereisten tot uitoefening van het beroep waartoe het diploma van de opleiding toegang verschaft, op Vlaams, federaal of op Europees niveau. De doelstellingen van de aangeboden opleidingen en de inhoud van de studieprogramma‟s worden beschreven in de opleidingsgidsen en op de daarbij horende ECTS-fiches. Deze opleidingsgidsen en ECTS-fiches maken integraal deel uit van de onderwijsregeling. Zij zijn te raadplegen op de website van de hogeschool: http://www.arteveldehs.be. Artikel 2
Opleidingsgids
Voor iedere opleiding worden in de opleidingsgids de opleidingsonderdelen, de modeltrajecten, de volgtijdelijkheid, de modaliteiten inzake studieomvang, de deliberatieregels en de studievoortgangbewaking beschreven. Voor iedere opleiding wordt de studieomvang uitgedrukt in studiepunten overeenkomstig de bepalingen van de Vlaamse regering. Het hogeschoolbestuur geeft in de opleidingsgidsen aan welke opleidingsonderdelen door hun aard niet in aanmerking komen voor:
een examencontract,
deliberatie,
een tweede examenkans,
of voor herinschrijving binnen hetzelfde academiejaar.
Artikel 3
Modeltraject
Een modeltraject is een vooraf uitgetekend en aangeboden studietraject per academiejaar dat door zijn onderwijskundige samenhang de student toelaat om zijn diploma binnen de voor dit traject vooropgestelde minimumduur te behalen. Het hogeschoolbestuur voorziet voor iedere opleiding ten minste twee verschillende modeltrajecten waarvan ten minste één met een studieomvang van 54 tot 66 studiepunten per academiejaar. Deze verplichting geldt niet voor de bachelor-nabacheloropleidingen. De modeltrajecten zijn te raadplegen op de website van de hogeschool: http://www.arteveldehs.be. Artikel 4
Studieomvang en studieactiviteiten
Voor ieder opleidingsonderdeel drukt het hogeschoolbestuur de studieomvang uit overeenkomstig de bepalingen van de Vlaamse regering. De studieomvang van een opleidingsonderdeel bedraagt ten minste drie studiepunten. Een studiepunt staat gelijk met 25 tot 30 uren studiebelasting voor een normstudent. Een opleiding van een professionele bachelor heeft een studieomvang van 180 studiepunten en een bachelorna-bacheloropleiding heeft een omvang van 60 studiepunten. Een studieomvang van 60 studiepunten vertaalt zich tussen de 1500 en 1800 uren studiebelasting voor een normstudent.
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
9
Artikel 5
Afstandsonderwijs
Het hogeschoolbestuur kan een opleiding of een opleidingsonderdeel geheel of gedeeltelijk in de vorm van afstandsonderwijs aanbieden. Dit wordt meegedeeld in de opleidingsgids. Het hogeschoolbestuur voorziet daarvoor in geschikt studie- en leermateriaal en organiseert daartoe de geschikte begeleiding. Artikel 6
Kwaliteitsbewaking van de studie
Iedere lesgever is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het door hem gegeven onderwijs en het gebruikte studiemateriaal en dit onder de eindverantwoordelijkheid van zijn opleidingsdirecteur. Het hogeschoolbestuur verbindt er zich toe om al het onderwijsmateriaal aan de beste prijs/kwaliteit verhouding in de regio aan te bieden. Artikel 7
De onderwijstaal
De onderwijs- en bestuurstaal in de Arteveldehogeschool is het Nederlands. De volgende onderwijsactiviteiten kunnen in een andere taal worden georganiseerd en geëvalueerd:
die welke een vreemde taal tot onderwerp hebben, in deze taal;
die welke in de bacheloropleidingen worden verzorgd door anderstalige externen; deze onderwijsactiviteiten vormen ten hoogste tien procent van het geheel van de bacheloropleiding;
de anderstalige opleidingsonderdelen, die met instemming van het hogeschoolbestuur, worden gevolgd aan een andere instelling voor hoger onderwijs;
die met betrekking tot opleidingsprogramma‟s specifiek ten behoeve van buitenlandse studenten opgesteld.
Indien het studiemateriaal van een opleidingsonderdeel geheel of gedeeltelijk in een andere taal dan het Nederlands is, wordt dit vermeld op de ECTS-fiche. De studenten behouden te allen tijde het recht om een volledige bacheloropleiding in het Nederlands te volgen en over een in vreemde taal gevolgde onderwijsactiviteit examen in het Nederlands af te leggen, de onderwijsactiviteiten die een vreemde taal tot onderwerp hebben uitgezonderd. In dit laatste geval mag enkel geëvalueerd worden in de onderwezen vreemde taal. 1.2
Organisatie en structuur van het academiejaar
Artikel 8
Kalender van het academiejaar
Het hogeschoolbestuur bekrachtigt jaarlijks een planning van het academiejaar en stelt deze vast in de kalender van het academiejaar. De kalender voor het academiejaar 2008-2009 is als bijlage 1 opgenomen in dit studiecontract. De kalender voor het academiejaar bepaalt het begin en het einde van het academiejaar, de twee semesters, de kerstperiode, de intersemesteriële periode, de paasperiode, de zomerperiode, de reglementaire vakantiedagen voor studenten, alsook de overige dagen waarop de onderwijsactiviteiten geschorst worden. Vóór de start van het academiejaar organiseren de opleidingen specifieke onthaal- en voorbereidingsactiviteiten, minstens voor studenten die zich voor de eerste maal inschrijven. Gedurende specifieke periodes, als dusdanig vermeld in de academische kalender, worden geen begeleide onderwijsactiviteiten voorzien, behalve eventuele stages met de bijbehorende niet-periodegebonden evaluaties, mits goedkeuring door het participatieforum. Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
10
Afwijkingen op deze kalender kunnen, na advies door de academische raad, worden toegestaan door het participatieforum. Artikel 9
Opleidingskalender
De opleidingsdirecteur bepaalt - na advies van de opleidingsraad en op basis van de door het hogeschoolbestuur vastgelegde kalender voor het academiejaar - de opleidingskalender met de indeling van het academiejaar, de dagen voor speciale activiteiten, de examenperioden en de dagen zonder onderwijsactiviteiten ter voorbereiding en opvolging van de examens. De opleidingskalender wordt gepubliceerd in de opleidingsgids en is te raadplegen op de website van de hogeschool: http://www.arteveldehs.be. 1.3
Specifieke activiteiten
Artikel 10
Introductiedagen en introductiesessies
Voor aanvang van het academiejaar worden introductiesessies ingericht voor alle studenten. Allen krijgen informatie over het opleidingsprogramma en de opleidingsonderdelen, de belangrijkste punten m.b.t. hun rechtspositie, de onderwijsregeling en het examenreglement, de infrastructuur en veiligheid, de diensten en leefregels van de hogeschool. Deelname aan deze introductiesessies is verplicht. Artikel 11
Instapcursussen en adviessessies
De hogeschool kan studievaardigheidstrainingen en instapcursussen inrichten. Voor bepaalde opleidingsonderdelen kunnen screening- en/of adviessessies worden ingericht waarin de kandidaat-student gericht advies kan krijgen i.v.m. zijn niveau van vaardigheid of kennis. Beide activiteiten vallen buiten de onderwijsactiviteiten. Meer informatie wordt kenbaar gemaakt op de website van de hogeschool: http://www.arteveldehs.be. Artikel 12
Leerbegeleiding
Gedurende het academiejaar kunnen door de hogeschool begeleidingssessies worden ingericht waarin de student zijn studievaardigheden kan ontwikkelen en onder begeleiding van een lesgever of leerbegeleider de leerinhouden kan verwerken. Deze sessies vallen buiten de normale onderwijsactiviteiten. Deze sessies kunnen gericht zijn op vakoverschrijdende en/of vakspecifieke studievaardigheden. Studenten met een diploma- of creditcontract kunnen tijdens het academiejaar een beroep doen op de leerbegeleiders. Artikel 13
Leertrajectbegeleiding
De leertrajectbegeleiding is de begeleiding van de student bij het kiezen van een leertraject alsook bij het systematisch en op actieve wijze reflecteren op trajectkeuzes en het eigen trajectverloop. Naarmate de student vordert zal hij meer en meer het eigen traject zelfstandig gaan sturen. Artikel 14
Oriënterings- en remediëringsactiviteiten
In het kader van de leerbegeleiding kunnen ter oriëntering en remediëring op voorstel van de lesgever proefexamens worden georganiseerd. Deze verplichte proefexamens maken deel uit van de onderwijsactiviteiten, maar vormen geen element van evaluatie. De verantwoordelijke lesgever van het opleidingsonderdeel waarover een proefexamen wordt afgenomen, staat garant voor de representativiteit van de inhoud en vorm van het proefexamen en de beoordelingswijze. De lesgever staat in voor de bespreking van de oriënterings- en remediëringsactiviteiten. De behaalde resultaten worden zo snel mogelijk en individueel aan elke student meegedeeld en besproken.
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
11
2
Toelatingsvoorwaarden, inschrijving en studietrajecten
2.1
Toelatingsvoorwaarden
Artikel 15
Toepassingsgebied
De opgesomde toelatingsvoorwaarden zijn van toepassing op iedere student die zich inschrijft voor één of meer opleidingen tegelijk, en/of één of meer opleidingsonderdelen die behoren tot één of meer opleidingen. Een gaststudent wordt toegelaten mits een schriftelijke overeenkomst tussen de Arteveldehogeschool en de instelling waar de student is ingeschreven, of volgens de bepalingen inzake uitwisselingsprojecten. De gaststudent kent dezelfde rechten en plichten als de student van de Arteveldehogeschool. Artikel 16
Eerste inschrijving in een bacherlopleiding
Voor de inschrijving voor een bacheloropleiding met het oog op het behalen van een diploma geldt als eerste algemene toelatingsvoorwaarde het bezit van één van de volgende diploma‟s: 1° 2° 3° 4°
een diploma van het secundair onderwijs uitgereikt door de Vlaamse Gemeenschap; een diploma van het hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan; een diploma van het hoger onderwijs voor sociale promotie, met uitzondering van het Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid, of een studiebewijs dat krachtens een wettelijke norm, een Europese richtlijn of een internationale overeenkomst als gelijkwaardig met één van de voorgaande diploma‟s wordt erkend. Bij ontstentenis van een dergelijke erkenning kan het instellingsbestuur personen die in een land buiten de Europese Unie een diploma of getuigschrift hebben behaald dat toelating verleent tot het universitair onderwijs in dat land, toelaten tot de inschrijving voor een bacheloropleiding.
Volgende studiebewijzen voldoen aan punt 4 hierboven Belgische studiebewijzen
diploma van het secundair onderwijs uitgereikt door de Franstalige of Duitstalige Gemeenschap;
brevet van het aanvullend secundair beroepsonderwijs;
diploma van eerste prijs, uitgereikt door een muziekconservatorium of het Lemmensinstituut, met uitzondering van een diploma eerste prijs notenleer;
diploma van technisch ingenieur;
diploma van het hoger muziekonderwijs van de eerste graad met volledig leerplan, uitgereikt door een conservatorium;
diploma van de hogere technische school van de derde graad;
een getuigschrift waaruit blijkt dat men geslaagd is in ten minste twee studiejaren in eenzelfde studierichting van het hoger beroepsonderwijs of een getuigschrift / getuigschriften / deelcertificaten van modules uit eenzelfde studierichting van het hoger beroepsonderwijs waarvoor de kandidaat geslaagd is met een totaal aantal contacturen van ten minste 2/3 van het totaal;
een getuigschrift waaruit blijkt dat men geslaagd is in ten minste twee studiejaren met volledig leerplan van een opleiding die leidt tot het diploma van het hoger kunstonderwijs met volledig leerplan van de tweede graad, diploma van het hoger kunstonderwijs met volledig leerplan van de derde graad, diploma van de hogere technische school van de derde graad of diploma van binnenhuisarchitect;
een bachelordiploma of gelijkwaardig;
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
12
een masterdiploma of gelijkwaardig.
Buitenlandse studiebewijzen
een Europees “Baccalaureaat Diploma”, uitgereikt door de Europese scholen in België of het buitenland;
een “Diplôme du baccalauréat international”, uitgereikt door het Office du Baccalauréat International te Genève;
een diploma uitgereikt door de SHAPE-school (NAVO);
een Luxemburgs «diplôme de Fin d‟Etudes secondaires » of « diplôme de Fin d‟Etudes secondaires techniques » ;
een Nederlands diploma “Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs” (VWO);
een Nederlands diploma “Middelbaar beroepsonderwijs” (MBO) van ten minste 3-4 jaar met kwalificatieniveau 4;
een Nederlands “Getuigschrift van met goed gevolg afgelegd propedeutisch examen”;
een Frans diploma « Baccalauréat » (minimum score 10/20) ;
een Duits diploma “Zeugnis der allgemeinen Hochschulreife/Abitur”;
een “High school diploma” (USA) met een „transcript of records‟ (puntenlijst), dat ten minste 4 AP‟s (Advanced Placements) vermeldt;
een buitenlands bachelordiploma of gelijkwaardig;
een buitenlands masterdiploma of gelijkwaardig.
Voor de inschrijving voor een bacheloropleiding met het oog op het behalen van een diploma geldt als tweede algemene toelatingsvoorwaarde het bewijs van een voldoende kennis van het Nederlands. Als afdoend bewijs wordt aanvaard: een bewijs dat ten minste één voltijds studiejaar van een Nederlandstalige opleiding in het secundair of hoger onderwijs met succes gevolgd werd of een attest van CEF-niveau B2 Nederlands (of hoger), zijnde ten minste gelijkwaardig aan de eisen gesteld in het Profiel Taalvaardigheid Hoger Onderwijs van de Nederlandse Taalunie. Het hogeschoolbestuur stelt als voorwaarde voor de inschrijving van buitenlandse studenten in Engelstalige opleidingen dat zij één van de volgende bewijsstukken dienen voor te leggen:
een attest dat de student reeds één jaar met een voltijds studieprogramma van een Engelstalige opleiding met succes gevolgd heeft; hetzij aan een andere instelling voor hoger onderwijs, hetzij aan een secundaire school;
een recent TOEFL Certificaat: minimum score: 550 punten (papier), 213 punten (computer) of 79 (internet);
een recent IELTS Certificaat van de British council: minimum score 5.5;
een certificaat van de “Test Engels” afgeleverd door het Universitair Centrum voor Talenonderwijs van de Universiteit Gent of een gelijkwaardige instelling.
Voor overige anderstalige opleidingen gelden desgevallend vergelijkbare voorwaarden. Artikel 17
Afwijkende voorwaarden tot inschrijven
In afwijking van vorig artikel kan het hogeschoolbestuur alleen rekening houden met humanitaire, medische, psychische of sociale redenen en het algemeen niveau van de kandidaat om een afwijking op de algemene toelatingsvoorwaarden toe te staan. Bezitters van een diploma of kwalificatie in het volwassenenonderwijs van hoger niveau van minstens 120 studiepunten of twee voltijdse studiejaren worden direct toegelaten tot de inschrijving voor een bacheloropleiding. Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
13
Personen die minimaal 21 jaar oud zijn en niet in het bezit zijn van een diploma secundair onderwijs kunnen zich enkel inschrijven na een toelatingsonderzoek door de validerende instantie van de Associatie Universiteit Gent. Het resultaat van dit toelatingsonderzoek impliceert een bindend studieadvies. Virtuozen die niet in het bezit zijn van een diploma secundair onderwijs, kunnen zich inschrijven in een bacheloropleiding na een bekwaamheidsonderzoek door de dienst studieadvies en twee internationale experts. Artikel 18
De soorten contracten
De hogeschool biedt bij de inschrijving van de student de keuze tussen volgende contracten:
een diplomacontract met het oog op het behalen van een diploma,
een creditcontract met het oog op het behalen van credits voor één of meer opleidingsonderdelen,
een examencontract met het oog op het behalen van een diploma,
een examencontract met het oog op het behalen van credits voor één of meer opleidingsonderdelen.
Studenten met een examencontract kunnen niet deelnemen aan de onderwijsactiviteiten en krijgen geen begeleiding. Artikel 19
Inschrijven voor afzonderlijke opleidingsonderdelen
Het hogeschoolbestuur kan een kandidaat-student die niet voldoet aan de algemene toelatingsvoorwaarden inschrijven voor afzonderlijke opleidingsonderdelen onder een credit- of een examencontract op voorwaarde dat uit een onderzoek door de opleidingsdirecteur blijkt dat de betrokkene beschikt over de bekwaamheid om de opleidingsonderdelen goed te kunnen volgen en/of in het examen te kunnen slagen. De kandidaat-student richt daartoe een aanvraag aan de betrokken opleidingsdirecteur. De aanvraag wordt uitvoerig gemotiveerd en de nodige bewijzen worden toegevoegd. Dit moet de opleidingsdirecteur toelaten om de opportuniteit van de vraag grondig te toetsen. Hij beslist namens het hogeschoolbestuur over de aanvraag. Hij brengt de student van de beslissing op de hoogte uiterlijk dertig kalenderdagen na het indienen van de aanvraag. Een creditcontract wordt steeds afgesloten voor een volledig opleidingsonderdeel. Er kan dus niet worden ingeschreven voor afzonderlijke leereenheden. Artikel 20
Toelating tot de bachelor-na-bachelor opleidingen
§ 1 Bachelor in de creatieve therapie Kandidaten in het bezit van een diploma bachelor behaald in het studiegebied geneeskunde, gezondheidszorg, psychologie, pedagogische wetenschappen, sociale gezondheidswetenschappen, onderwijs, sociaal agogisch werk, archeologie en kunstwetenschappen, lichamelijke opvoeding en revalidatiewetenschappen, criminologische wetenschappen, audiovisuele en beeldende kunst, muziek en podiumkunsten kunnen zich inschrijven na een adviesgesprek met de betrokken opleidingsdirecteur (zie bijlage 2). §2 Bachelor in het onderwijs: buitengewoon onderwijs Alle kandidaten die werkzaam zijn in het Vlaamse onderwijs kunnen zich rechtstreeks inschrijven voor een bachelor-na-bacheloropleiding buitengewoon onderwijs. Binnen de avondopleiding is één dag in de week stage/praktijk in het buitengewoon onderwijs onder leiding van een mentor vereist. Een tewerkstelling in het buitengewoon onderwijs kan worden ingevuld als vereiste praktijk. Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
14
Binnen de duale opleiding zijn vier vaste opleidingsdagen voorzien op maandag, dinsdag, woensdag en donderdag. Bijgevolg kan een eventuele tewerkstelling in het onderwijs (maximaal 20 %) slechts op vrijdag. Andere kandidaten met een bachelordiploma kunnen zich enkel inschrijven na een adviesgesprek met de opleidingsdirecteur en een bekwaamheidsonderzoek. §3 Bachelor in het onderwijs: zorgverbreding en remediërend leren Alle kandidaten die werkzaam zijn in het Vlaamse onderwijs kunnen zich rechtstreeks inschrijven voor een bachelor-na-bacheloropleiding zorgverbreding en remediërend leren. Binnen de avondopleiding is één dag in de week stage/praktijk in het buitengewoon onderwijs onder leiding van een mentor vereist. Een tewerkstelling in het buitengewoon onderwijs kan worden ingevuld als vereiste praktijk. Deze opleiding wordt niet georganiseerd als duale opleiding. Andere kandidaten met een bachelordiploma kunnen zich enkel inschrijven na een adviesgesprek met de opleidingsdirecteur en een bekwaamheidsonderzoek. 2.2
Inschrijvingsprocedure
Artikel 21
Inschrijven
Om in te schrijven moet men voldoen aan beide toelatingsvoorwaarden. Inschrijving is mogelijk voor één of meer opleidingen tegelijk. Bij inschrijving heeft men de keuze uit een diplomacontract, een creditcontract en examencontract. De periode en plaats van de inschrijvingen worden op de website van de hogeschool meegedeeld. Voor een eerste inschrijving dient men zich persoonlijk aan te melden, met minimaal de volgende vereiste documenten:
bewijs van identiteit,
document(en) om aan te tonen dat aan beide toelatingsvoorwaarden is voldaan,
documenten m.b.t. voorgaande studies hoger onderwijs (indien van toepassing),
documenten m.b.t. aanvraag vrijstellingen (indien van toepassing).
Gelijktijdige inschrijving van opeenvolgende opleidingen en inschrijving voor dezelfde opleiding, maar een andere afstudeerrichting, is mogelijk maar kan afhankelijk gemaakt worden van het voldoen aan bepaalde voorwaarden. Bij inschrijving heeft men de keuze uit:
een modeltraject; dit is een door de instelling vooraf uitgetekend traject voor een groep studenten te kiezen uit een standaard traject of een alternatief traject
een geïndividualiseerd traject: dit is een traject op maat van een bepaalde student
Het hogeschoolbestuur formuleert de wijze van berekening studiegelden en de wijze(n) van betaling. Bij inschrijving ontvangt de student volgende documenten:
diploma- of credit- of examencontract;
studentenkaart
attesten die de inschrijving bevestigen
Inschrijven na 1 december (voor het eerste semester of het volledige academiejaar) of na 15 maart (voor het tweede semester) kan enkel mits grondige motivering vanwege de aanvrager en na schriftelijke goedkeuring door de opleidingsdirecteur van de opleiding Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
15
waarvoor men zich wenst in te schrijven. Het recht op twee examenkansen vervalt indien de student zich in de loop van het academiejaar laattijdig inschrijft. Voor sommige opleidingen bestaat er een niet-bindende instaptoets voorafgaand aan de inschrijving, onverminderd de geldende toelatingsvoorwaarden. Wijzigingen in de persoonsgegevens dienen onmiddellijk schriftelijk aan de studentenadministratie gemeld te worden. Bij inschrijving ontvangen studenten een account van de hogeschool, met bijhorend emailadres. Deze account geeft toegang tot ICT-faciliteiten en de elektronische leeromgeving. Dit e-mailadres wordt gebruikt als officieel communicatiekanaal tussen de hogeschool en de student. Een inschrijving voor een opleiding of opleidingsonderdelen, houdt automatisch ook een inschrijving in voor de hieraan verbonden examens. Opleidingen mogen studenten verplichten zich afzonderlijk voor examens te registeren. De inschrijving komt tot stand zodra de hogeschool ze heeft bevestigd. Vanaf dat ogenblik dient voldaan te worden aan alle rechten en plichten. Een kandidaat-student die zich wenst in te schrijven maar nog geen contract met de hogeschool kan ondertekenen of de vooropgestelde voorwaarden tot inschrijven nog moet laten onderzoeken, moet zich laten registreren bij de Dienst Studentenadministratie. Deze registratie heeft enkel voor gevolg dat betrokkene een uniek registratienummer ontvangt dat geldt als bewijs dat zijn aanvraagdossier is geopend. Het indienen van een onvolledig dossier of aanvraag tot inschrijving kan aanleiding geven tot het weigeren van de inschrijving. Artikel 22
Wijzigen van het contract
Alle wijzigingen in de inschrijving op vraag van de student moeten vooraf besproken worden met de leertrajectbegeleider van de opleiding. De volgende wijzigingen zijn mogelijk: 1
wijzigen van het type contract
kan eenmalig gebeuren: na afloop van het eerste semester, vóór 15 maart
heeft geen invloed op de reeds behaalde creditbewijzen
kan leiden tot financiële implicaties, die aan de student doorgerekend worden; er wordt echter geen studiegeld terugbetaald als gevolg van een gewijzigd contract
heeft eventuele andere implicaties, waarop de student kan gewezen worden (bv. kinderbijslag, toegang tot elektronische leeromgeving, enz.)
2
wijzigen van de inhoud van het contract (inclusief wijziging opleiding of afstudeerrichting)
kan gebeuren door het hogeschoolbestuur en de student gezamenlijk in het geval van een geïndividualiseerd traject vóór 1 december voor zover dit betrekking heeft op het eerste semester en vóór 15 maart voor zover dit betrekking heeft op het tweede semester; na deze data kan enkel mits grondige motivering de inhoud van het contract gewijzigd worden door de opleidingsdirecteur,
kan leiden tot financiële implicaties, die aan de student doorgerekend worden of waardoor de student een deel van het studiegeld terugbetaald kan krijgen
impliceert in het geval van wijziging van opleiding of afstudeerrichting dat men moet voldoen aan de regels van laattijdig inschrijven,
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
16
indien de wijziging betrekking heeft op een modeltraject kan ze éénzijdig uitgaan van de Arteveldehogeschool.
Artikel 23
Uiterste inschrijvingsdatum
De uiterste inschrijvingsdatum voor een examencontract is dertig kalenderdagen voor het examen van het opleidingsonderdeel waarvoor men het contract aangaat. Artikel 24
Het studiegeld Diploma- en creditcontract bachelor Beursstudent(1)
Bijna beurs
Niet-beurs
inschrijving voor ten hoogste 53 studiepunten
55 €
39,7 € + (N x 5,3 €)
58,8 € + (N x 8 €)
vanaf 54 tot en met 66 studiepunten
100 €
360 €
540 €
inschrijving voor meer dan 66 studiepunten
100 €
360 € + (N-66) x 2,1 €
540 € + (N-66) x 3,2 €
(1) Het betreft hier het studiegeld voor een beursstudent met een inschrijving in 1 opleiding. Voor beursstudenten met meerdere inschrijvingen wordt elke inschrijving apart behandeld. Voor elke bijkomende inschrijving in een andere opleiding is het studiegeld 55 € Examencontract bachelor en bachelor-na-bachelor 53,5 € + (M x 3,2 €)
Combinatie examencontract met diploma- en/of creditcontract bachelor Bijna beurs inschrijving voor ten hoogste 53 studiepunten inschrijving van meer dan 53 studiepunten
Niet-beurs
112,3 € + (N x 8 €) + (M x 3,2 €) 413,5 € + (M x 3,2 €)
593,5 € + ( M x 3,2 €)
Diploma- en creditcontract bachelor-na-bachelor Studenten die beroepsactief zijn op het ogenblik van de 117,6 € + (N x 16 €) inschrijving en ten minste drie jaar in het bezit zijn van een bachelors- of masterdiploma of van een buitenlands diploma op grond waarvan ze worden toegelaten tot de betrokken bacheloropleiding Andere studenten
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
58,8 € + (N x 8 €)
17
N: aantal studiepunten in diploma- en/of creditcontract M: aantal studiepunten in examencontract
Specifieke groepen Minvermogende studenten
dezelfde bedragen als beursstudenten
Buitenlandse studenten
dezelfde bedragen als niet-beursstudenten
De definitieve vastlegging van het inschrijvingsprogramma gebeurt bij de inschrijving. Bij wijziging van het inschrijvingsprogramma gebeurt een verrekening van het studiegeld bij ondertekening van het nieuwe inschrijvingsprogramma. Verschuldigd studiegeld bij beëindigen contract: 1°
beëindigen van een diploma- en/of creditcontract a)
b)
2°
Inschrijving voor het eerste en tweede semester -
tot en met 1 november: betaling vast bedrag (= 58,8 €), tenzij het berekend studiegeld lager is dan 58,8 €
-
na 1 november tot en met 15 maart: betaling van de opgenomen studiepunten in het eerste semester
-
na 15 maart: betaling van de opgenomen studiepunten in het eerste en tweede semester
Inschrijving enkel voor het tweede semester -
tot en met 15 maart: betaling vast bedrag (= 58,8 €); tenzij het berekend studiegeld lager is dan 58,8 €
-
na 15 maart: betaling van de opgenomen studiepunten in het tweede semester
beëindigen van een examencontract: a)
b)
Artikel 25
Inschrijving voor het eerste en tweede semester -
tot en met 1 november: betaling vast bedrag (= 53,3 €);
-
na 1 november tot en met 15 maart: betaling van de opgenomen studiepunten in het eerste semester
-
na 15 maart: betaling van de opgenomen studiepunten in het eerste en tweede semester
Inschrijving enkel voor het tweede semester -
tot en met 15 maart: betaling vast bedrag (= 53,3 €);
-
na 15 maart: betaling van de opgenomen studiepunten in het tweede semester Beëindigen contract
Een student die de studies wenst stop te zetten 1
heeft steeds een gesprek met een leertrajectbegeleider van de opleiding;
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
18
2
bevestigt dit schriftelijk per post of persoonlijk aan de leertrajectbegeleider, waarbij de poststempel of datum van afgifte geldt als uitschrijfdatum;
3
levert zijn studentenkaart, bewijs van exitgesprek en afgeleverde attesten in op de Dienst Studentenadministratie, Hoogpoort 15, 9000 Gent, Tel.: 09 235 20 07;
4
bezorgt materiaal van de hogeschool terug aan de betrokken Dienst;
5
handelt desgevallend de nodige financiële verplichtingen af.
Studenten met meerdere contracten kunnen ook één of meerdere daarvan afzonderlijk beëindigen. Ze melden dit schriftelijk per post of persoonlijk aan de opleidingsdirecteur van de betrokken opleiding. De nodige administratieve wijzigingen worden doorgevoerd. Zolang deze procedure niet werd nageleefd, blijft de student ingeschreven. Artikel 26
Leerkrediet
Elke student die zich inschrijft in het academiejaar 2008-09 krijgt een leerkrediet van 140 studiepunten. Bij elke inschrijving wordt het leerkrediet verminderd met het aantal ingeschreven studiepunten. Wijzigingen aan de inschrijving worden verrekend in het leerkrediet indien de grensdatum voor de betrokken opleidingsonderdelen niet overschreden is. De grensdatum van een opleidingsonderdeel wordt vermeld in de ECTSfiches. Bij het verwerven van credits wordt het aantal behaalde studiepunten terug toegevoegd aan het leerkrediet. Voor studenten die ingeschreven zijn met een diplomacontract in een professionele bacheloropleiding worden de eerste 60 behaalde studiepunten dubbel toegevoegd. Als een generatiestudent beslist zich te heroriënteren (veranderen van opleiding) worden de opgenomen studiepunten terug toegevoegd aan het leerkrediet indien de heroriëntatie voor 1 december plaatsvindt. Na 1 december en voor 15 maart wordt slechts de helft van de betrokken studiepunten toegevoegd aan het leerkrediet. Na 15 maart worden bij heroriëntatie geen studiepunten toegevoegd aan het leerkrediet. 2.3
Vrijstellingen
Artikel 27
Vrijstelling
Een vrijstelling kan worden verleend aan degene die alle competenties van een opleidingsonderdeel, of een deel ervan, heeft verworven. Een vrijstelling kan worden verleend op basis van eerder verworven kwalificaties (EVK) of eerder verworven competenties (EVC). Een student die niet akkoord gaat met een beslissing in het kader van de aanvraag tot vrijstellingen, kan hiertegen intern beroep aantekenen bij de interne beroepscommissie. Indien hij het niet eens is met het resultaat van dit intern beroep, kan hij in beroep gaan bij de Raad voor Betwistingen inzake Studievoortgangsbeslissingen. Eerder verworven kwalificaties (EVK) en bewijzen van bekwaamheid als resultaat van het onderzoek van eerder verworven competenties (EVC) zijn in principe onbeperkt geldig. Een actualiseringsprogramma kan worden opgelegd aan studenten die in het hoger onderwijs wensen door te stromen op grond van EVK‟s en bewijzen van bekwaamheid die meer dan 5 kalenderjaren oud zijn. De termijn van 5 kalenderjaren wordt berekend vanaf de eerste dag van de maand oktober die volgt op de maand waarin het EVK of bewijs van bekwaamheid werd behaald. De student wordt aangeraden de onderwijsactiviteiten te volgen van opleidingsonderdelen waarvoor vrijstellingen werden aangevraagd tot het moment dat hierover een positieve beslissing wordt genomen. Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
19
Artikel 28
Vrijstelling op basis van eerder verworven kwalificaties (afgekort EVK)
Een student die op basis van verworven kwalificaties vrijstellingen wenst te verkrijgen, richt een aanvraag via de leertrajectbegeleider van de opleiding aan de opleidingsdirecteur uiterlijk 15 kalenderdagen na het begin van het academiejaar en bij laattijdige inschrijving binnen de 15 kalenderdagen na inschrijving. De adresgegevens van de leertrajectbegeleiders zijn te vinden op de website van de hogeschool: www.arteveldehs.be. De student bezorgt samen met de aanvraag de nodige originele bewijsstukken (attest / getuigschrift / diploma / …). De opleiding zal de aanvraag behandelen in functie van welomschreven competenties, de inhoud en de studieomvang van het opleidingsonderdeel. De opleiding kan oordelen dat naast het onderzoek op stukken een bijkomend bekwaamheidsonderzoek vereist is. De student zal hiertoe in voorkomend geval de noodzakelijke bijdrage betalen. De opleidingsdirecteur neemt een gemotiveerde beslissing over het al dan niet toekennen van vrijstellingen op basis van EVK‟s. De beslissing zal steeds zo spoedig mogelijk aan de student schriftelijk meegedeeld worden:
en ten laatste binnen 30 kalenderdagen na de aanvang van het academiejaar, indien de aanvraag ingediend werd vóór de aanvang van het academiejaar
of ten laatste binnen de 30 kalenderdagen na het indienen van de aanvraag, indien de aanvraag ingediend werd na de aanvang van het academiejaar.
De termijn van 30 kalenderdagen begint pas te lopen als het aanvraagdossier volledig is en indien geen bijkomend bekwaamheidsonderzoek vereist is. Artikel 29
Vrijstelling op basis van eerder verworven competenties (afgekort EVC)
Een student die op basis van verworven competenties vrijstellingen wenst te verkrijgen, dient bij zijn aanvraag een bewijs van bekwaamheid voor te leggen. 1
Het behalen van een bewijs van bekwaamheid
Een student die een bewijs van bekwaamheid voor bepaalde competenties of voor alle competenties van een bepaalde opleiding wil bekomen, richt een aanvraag tot bekwaamheidsonderzoek via het geijkte aanvraagformulier aan de Validerende Instantie van de Associatie Universiteit Gent. De student bezorgt samen met de aanvraag het portfolio dat alle relevante bewijsstukken in verband met de aangevraagde competenties bevat. Voor de opmaak van het portfolio kan tevens een beroep gedaan worden op een leertrajectbegeleider of medewerker van de dienst studieadvies. Het bekwaamheidsonderzoek start na betaling van de bijdrage. Indien uit het bekwaamheidsonderzoek blijkt dat nog bijkomende informatie noodzakelijk is om te kunnen oordelen over de competenties, kan de bevoegde instantie beslissen een bijkomend onderzoek te organiseren. Het al dan niet erkennen van competenties zal aan de student schriftelijk meegedeeld worden. De student ontvangt een bewijs van bekwaamheid bij een positief resultaat van het onderzoek. Het bewijs van bekwaamheid vermeldt de competenties die verworven zijn eigen aan het niveau van een bachelor, een master of van een welomschreven opleiding, opleidingsonderdeel of cluster van opleidingsonderdelen. 2
Het verkrijgen van vrijstellingen op basis van een bewijs van bekwaamheid
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
20
Een student die een bewijs van bekwaamheid heeft ontvangen, komt in aanmerking voor het aanvragen van vrijstellingen. Hij richt hiertoe een aanvraag aan de opleidingsdirecteur uiterlijk 15 kalenderdagen na het begin van het academiejaar en bij laattijdige inschrijving binnen de 15 kalenderdagen na inschrijving. Wanneer het bewijs van bekwaamheid betrekking heeft op alle competenties van een bepaalde opleiding, komt de student in aanmerking voor het aanvragen van vrijstellingen voor de hele opleiding. Hij richt hiertoe een aanvraag aan de opleidingsdirecteur uiterlijk 15 kalenderdagen na de registratie voor het uitreiken van een diploma. Hij bezorgt het bewijs van bekwaamheid samen met de aanvraag. In de overige gevallen verloopt de procedure zoals beschreven voor EVK hiervoor. Artikel 30
Voorwaarde voor het aanvragen van een geïndividualiseerd traject
In het kader van een diploma- , een credit- of een examencontract kan een student een geïndividualiseerd traject aanvragen bij de betrokken opleidingsdirecteur. De aanvraag wordt uitvoerig gemotiveerd en de nodige stukken worden bij de aanvraag gevoegd. Dit moet de opleidingsdirecteur toelaten de opportuniteit van de vraag grondig te toetsen. Hij beslist over de aanvraag. De aanvrager krijgt zo spoedig mogelijk een antwoord en dit ten laatste dertig kalenderdagen na ontvangst. 2.4
Bijzondere groepen
2.4.1
Doelgroepen
Artikel 31
Doelgroepen van studenten
Volgende categorieën studenten kunnen faciliteiten met betrekking tot het onderwijs en/of de examens aanvragen:
personen met een functiebeperking
topsporters
beoefenaars van de kunsten
studentenvertegenwoordigers in de hogeschool, de Associatie, de VLOR en VVS
studenten met een politiek mandaat
studenten in uitzonderlijke sociale of individuele omstandigheden
werkstudenten
Om faciliteiten te kunnen verkrijgen, richt de student een schriftelijk gemotiveerd verzoek aan de opleidingsdirecteur. De student voegt aan zijn verzoek de nodige documenten toe om te bewijzen dat hij behoort tot een van deze doelgroepen. De opleidingsdirecteur onderzoekt de gegrondheid van de vraag en kent de student de faciliteiten al dan niet toe. Een interne adviescommissie „studie en topsport‟ onder leiding van de directeur onderwijs- en studentenbeleid adviseert de opleidingsdirecteur. Een interne adviescommissie „studeren met een functiebeperking‟ onder leiding van het diensthoofd van de dienst studieadvies adviseert de opleidingsdirecteur. Ze hanteert hierbij het principe van de gelijke behandeling en waarborgt de student het recht op redelijke aanpassingen. De opleidingsdirecteur brengt de student zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van de beslissing en dit uiterlijk dertig kalenderdagen na het indienen van zijn aanvraag. Artikel 32
Faciliteiten
De faciliteiten kunnen betrekking hebben op het onderwijs en de examens. Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
21
Faciliteiten inzake het onderwijs kunnen betrekking hebben op het volgen van les, het studiemateriaal, taken, opdrachten, de bachelorproef en stages, kortom het gehele studietraject en studieprogramma. Faciliteiten inzake examens kunnen betrekking hebben op de vorm, het verplaatsen van examens, het spreiden van examens, het afleggen ervan buiten de examenperiodes. De opleidingsdirecteur beslist over de concrete modaliteiten van de toegekende faciliteiten. Artikel 33
De relatie tussen de doelgroepstudent en een medewerker van de hogeschool
Medewerkers die in hun professionele relatie te maken krijgen met doelgroepstudenten dienen zich in de uitoefening van hun functie te houden aan de discretieplicht. Wanneer zij, in uitzonderlijke gevallen, overleg wensen te plegen met derden aangaande bepaalde vertrouwelijke gegevens, bijvoorbeeld in het kader van noodtoestand in hoofde van de student, dan gebeurt dit na akkoord met de voorzitter van de adviescommissie „studeren met een ernstige functiebeperking‟, die hieromtrent overleg pleegt met de juridisch adviseur van de hogeschool. 2.4.2 Studenten die onderwijsactiviteiten volgen in een gastinstelling Artikel 34
Bepalingen voor opleidingsonderdelen gevolgd aan een gastinstelling
§ 1. Mobiliteit binnen Vlaanderen Opleidingsonderdelen aan een andere instelling van de Associatie Universiteit Gent. Studenten die zich bij de Universiteit Gent, Hogeschool Gent, Arteveldehogeschool of Hogeschool West-Vlaanderen inschrijven voor een diplomacontract of als gaststudent, kunnen binnen hun diplomacontract of programma als gaststudent opleidingsonderdelen volgen aan een andere AUGent-instelling (hierna de ontvangende instelling genoemd) dan deze waar de inschrijving voor een diplomacontract werd genomen. Hieraan zijn drie voorwaarden gekoppeld:
de betreffende opleidingsonderdelen mogen niet voorkomen in één van de opleidingsprogramma‟s van de zendende instelling – in geval van twijfel beslist de bevoegde opleidingscommissie
het handelt over opleidingsonderdelen die studenten als uitwisselingsstudent mogen volgen als onderdeel van hun opleidingsprogramma: de opleidingsonderdelen moeten als vervangend aanvaard worden door de zendende instelling. Willen studenten bijkomend aan een andere instelling opleidingsonderdelen volgen, dan moeten ze dit doen in het kader van een bijkomend creditcontract
het akkoord van zowel de zendende als de ontvangende instelling is vereist. Dit akkoord wordt gegeven op de door elke instelling bepaalde wijze. Voor de Arteveldehogeschool gaat het om goedkeuring door de opleidingsdirecteur.
De studenten dienen hun aanvraag in volgens de daartoe vastgelegde procedure voor interne AUGent-mobiliteit. Opleidingsonderdelen aan een andere instelling buiten de Associatie Universiteit Gent. De student, ingeschreven met een diplomacontract, kan binnen dit diplomacontract opleidingsonderdelen volgen aan een Vlaamse instelling voor hoger onderwijs buiten de AUGent, voor zover de instellingen deel uitmaken van officieel erkende, bilaterale en/of multilaterale samenwerkings- of uitwisselingsprogramma‟s of overeenkomsten. Voor opleidingen die verplichte studentenmobiliteit opleggen, wordt in de studiegids aangegeven in hoeverre de student opleidingsonderdelen moet volgen in een andere Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
22
binnenlandse hoger onderwijsinstelling. De student dient hiertoe de toelating te krijgen van zijn opleidingsdirecteur. De opleidingsdirecteur deelt zo vlug mogelijk en uiterlijk vijftien kalenderdagen na ontvangst van de aanvraag zijn beslissing mee. Indien de opleidingsdirecteur de toelating tot studeren aan een gastinstelling verleent, bepaalt hij eveneens welke opleidingsonderdelen in de eigen instelling worden vervangen. Het totaal aantal ECTS-studiepunten van de opleidingsonderdelen die worden vervangen, is vergelijkbaar met het totaal aantal ECTS-studiepunten van de opleidingsonderdelen gevolgd in de gastinstelling. Het programma dat de student in de andere instelling wenst te volgen, wordt door de opleidingsdirecteur goedgekeurd vóór 1 december voor wat betreft het eerste semester en vóór 15 maart voor wat betreft het tweede semester. Studenten dienen hun aanvraag in vóór de datum die daarvoor door de hogeschool wordt vastgelegd. § 2 Studeren in het buitenland of een andere gemeenschap van België De student, ingeschreven met een diplomacontract, kan binnen dit diplomacontract opleidingsonderdelen volgen aan een instelling voor hoger onderwijs in het buitenland of een andere gemeenschap van België, voor zover de instellingen deel uitmaken van officieel erkende, bilaterale en/of multilaterale samenwerkings- of uitwisselingsprogramma‟s of overeenkomsten. Voor opleidingen die verplichte studentenmobiliteit opleggen, wordt in de studiegids aangegeven in hoeverre de student opleidingsonderdelen moet volgen in een andere binnen- of buitenlandse hoger onderwijsinstelling. De student dient hiertoe de toelating te krijgen van de opleidingsdirecteur. De opleidingsdirecteur deelt zo vlug mogelijk en uiterlijk vijftien kalenderdagen na ontvangst van de aanvraag zijn beslissing mee. Indien de opleidingsdirecteur de toelating tot studeren aan een gastinstelling verleent, bepaalt hij eveneens welke opleidingsonderdelen in de eigen instelling worden vervangen. Het totaal aantal ECTSstudiepunten van de opleidingsonderdelen die worden vervangen, is vergelijkbaar met het totaal aantal ECTS-studiepunten van de opleidingsonderdelen gevolgd in de gastinstelling. Het programma dat de student in de andere instelling wenst te volgen, wordt door de opleidingsdirecteur goedgekeurd vóór 1 december voor wat betreft het eerste semester en vóór 15 maart voor wat betreft het tweede semester. Studenten dienen hun aanvraag in vóór de datum die daarvoor door de instelling wordt vastgelegd. Artikel 35
Het bekrachtigen van de studie
Indien de student aan de gastinstelling wordt geëvalueerd, wordt deze evaluatie volledig gehonoreerd door de Arteveldehogeschool. Desgevallend worden de behaalde punten op basis van een reconversietabel of grading scale omgezet. Deze schaal is geïnspireerd op European Credit Transfer and Accumulation System (afgekort: ECTS). Omzetting van de resultaten behaald in de buitenlandse instelling (ECTS–Grade) naar de examencijfers van de Arteveldehogeschool (Local Grade) A
17
B
15
C
13
D
11
E
10
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
23
Voor de student afkomstig van een gastinstelling en die aan de Arteveldehogeschool studeert geldt de hierna volgende reconversietabel. Omzetting van de examencijfers van de Arteveldehogeschool (Local Grade) naar de ECTS-Grade Benedengrens 16
Bovengrens 20
14
Grade A
15
B
13
C
11
11
D
10
10
E
9
9
F
0
8
Fx
12
2.4.3
Personeelsleden van de Arteveldehogeschool die zich willen inschrijven als student aan de Arteveldehogeschool
Artikel 36
Bijzondere toelatingsvoorwaarden voor personeelsleden
Het personeelslid van de Arteveldehogeschool die een opleiding als student wil volgen aan de Arteveldehogeschool meldt dit vooraf aan zijn opleidingsdirecteur of directeur. Hij kan enkel ingeschreven worden na toelating van de directeur onderwijs- en studentenbeleid, die de nodige maatregelen treft om onverenigbaarheden te voorkomen. Indien dit onmogelijk is, zal de toelating tot de inschrijving geweigerd worden. 3
Bepalingen i.v.m. onderwijsactiviteiten
Artikel 37
Deelname aan onderwijsactiviteiten
De student die een diploma- of creditcontract heeft aangegaan met de Arteveldehogeschool neemt deel aan alle activiteiten van de opleidingsonderdelen. Aan de student die een modeltraject volgt, garandeert de hogeschool dat hij in principe kan deelnemen aan alle onderwijsactiviteiten van dit traject. De student die een studietraject volgt dat afwijkt van een modeltraject draagt zelf de verantwoordelijkheid voor zijn deelname aan de onderwijsactiviteiten. Artikel 38
Gewettigde afwezigheden
Gewettigde afwezigheden bij onderwijsactiviteiten zijn o.a.: medische redenen (ziekte, ongeval), overmacht, familiale redenen (huwelijks- of begrafenisplechtigheid van een familielid tot in de tweede graad), het vervullen van staatsburgerlijke verplichtingen, gerechtelijke redenen (oproeping of dagvaarding voor een rechtbank), het beschikken over het statuut van doelgroepstudent, het bekleden van een mandaat in een bestuursorgaan van de vzw voor sociale voorzieningen of van de Associatie Universiteit Gent of in een medezeggenschapsorgaan van de hogeschool of van de Associatie Universiteit Gent en afwezigheid met toelating van de opleidingsdirecteur. Een medisch getuigschrift zoals bijvoorbeeld “ patiënt dixit “ of “post factum” wordt niet aanvaard als bewijs tot wettigen van een afwezigheid. Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
24
De student moet iedere gewettigde afwezigheid onmiddellijk melden en verantwoorden op het opleidingssecretariaat. Gewettigde afwezigheden kunnen aanleiding geven tot een specifiek remediëringstraject. Deze regelgeving kan aangevuld worden binnen elke opleiding. Hiervoor wordt verwezen naar de opleidingsgidsen. Artikel 39
Ongewettigde afwezigheden
De student draagt de verantwoordelijkheid om deel te nemen aan alle onderwijsactiviteiten waarvoor hij zich inschreef. De lesgevers kunnen controles houden op aanwezigheden van de studenten. De student die ongewettigd afwezig is, kan geen aanspraak maken op inhaalmogelijkheden. Het opleidingssecretariaat fungeert als aanmeldingspunt en heeft als taak het karakter van de regelmatigheid van de student te waarborgen ten aanzien van de sociale wetgeving en andere belanghebbenden. Artikel 40
Regeling praktijk, stage of bachelorproef
Een bijzondere regeling wordt voor elke opleiding uitgewerkt. Deze regeling staat beschreven in de opleidingsgids, de praktijkgids, de stagegids of de gids voor de bachelorproef. 4
De sanctie van de studies
Artikel 41
Bekrachtiging van de studies
Na een semester ontvangt de student een rapport met zijn studieresultaten. Een student behaalt een creditbewijs voor elk opleidingsonderdeel waarvoor hij geslaagd is. Een diploma met een diplomasupplement wordt toegekend aan de student die voor het geheel van de opleiding geslaagd wordt verklaard. De student wordt geslaagd verklaard indien hij de doelstellingen van het opleidingsprogramma globaal heeft verwezenlijkt. Het feit dat de student globaal geslaagd wordt verklaard, betekent niet dat hij in aanmerking komt voor een creditbewijs voor die opleidingsonderdelen waarvoor hij niet geslaagd is. Wanneer de student ten minste een derde van zijn opleiding aan een partnerinstelling van de hogeschool conform artikel 94, par. 2 van het structuurdecreet met gunstig gevolg beëindigt, verwerft hij daarenboven een diploma dat door de partnerinstelling wordt afgeleverd. Artikel 42
Creditbewijzen
Een student behaalt een creditbewijs voor elk opleidingsonderdeel waarvoor hij geslaagd is. Een creditbewijs blijft onbeperkt geldig binnen de betrokken opleiding van de Arteveldehogeschool. Een actualiseringsprogramma kan echter worden opgelegd wanneer een termijn van vijf kalenderjaren verstreken is. Deze termijn wordt berekend vanaf de eerste dag van oktober die volgt op de maand waarin het creditbewijs werd behaald. Artikel 43
Resultaten van leereenheden
De student die niet slaagt voor een opleidingsonderdeel dat uit leereenheden bestaat, behoudt in een volgende examenperiode de resultaten van de leereenheden waarvoor hij geslaagd is. Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
25
5
Beroepsprocedure in het kader van de onderwijsregeling
Artikel 44
Voorwerp van beroep
De student die oordeelt dat een voor hem ongunstige studievoortgangsbeslissing (bijvoorbeeld: de weigering tot inschrijving, het verlenen van vrijstellingen) is aangetast door een schending van het recht, kan intern beroep instellen bij de heer Guido Galle, voorzitter van de interne beroepscommissie, Hoogpoort 15, 9000 Gent. De student dient het door hem of zijn raadsman gedagtekend en ondertekend beroepsschrift, dat ten minste zijn identiteit, de bestreden beslissing en een feitelijke omschrijving van de ingeroepen bezwaren bevat, per aangetekend schrijven in bij de voorzitter van de interne beroepscommissie binnen de hierna bepaalde termijnen. Tezelfdertijd wordt de elektronische versie van deze brief via e-mail verstuurd naar de betrokken opleidingsdirecteur en de ombudsmedewerker van de opleiding. Als datum van het beroep geldt de datum van het postmerk. Wanneer het verzoekschrift uitgaat van de raadsman van de student wordt het –op straffe van niet-ontvankelijkheid– vergezeld van de volmacht door de student aan die raadsman. Deze volmacht is niet nodig wanneer de raadsman het beroep van advocaat uitoefent. Artikel 45
Termijnen
Materiële vergissingen worden binnen een vervaltermijn van tien kalenderdagen via een aangetekend schrijven of tegen bewijs van afgifte aan de opleidingsdirecteur meegedeeld. Deze vervaltermijn van tien kalenderdagen gaat in de dag na de mededeling van de studievoortgangsbeslissing. De student die oordeelt dat een ongunstige studievoortgangsbeslissing aangetast is door een schending van het recht, stelt een verzoek tot heroverweging van de studievoortgangsbeslissing in binnen een vervaltermijn van vijf kalenderdagen, die ingaat op de dag na deze waarop de student kennis heeft genomen van de genomen beslissing. Artikel 46
Werking van de interne beroepscommissie
Het intern beroep wordt behandeld door de interne beroepscommissie. Deze bestaat uit de directeur onderwijs- en studentenbeleid, het diensthoofd studentenadministratie en studieprogramma‟s, het diensthoofd studieadvies en het diensthoofd onderwijsontwikkeling & internationalisering. De interne beroepscommissie kan slechts geldig beraadslagen als ten minste twee derden van de leden aanwezig zijn. Ieder lid beschikt over één stem. Bij staking van stemmen beslist de voorzitter. De commissie kan beslissen de student en/of zijn raadsman alsook de andere betrokken partijen te horen. De commissie kan zich laten bijstaan door de juridisch adviseur en/of een andere deskundige. Een studentvertegenwoordiger die effectief of plaatsvervangend lid is van het participatieforum wordt uitgenodigd als waarnemer bij de zitting(en) van de interne beroepscommissie. Deze waarnemer mag geen band hebben met de opleiding waarop het beroep betrekking heeft. De beslissingen van de interne beroepscommissie worden aan de student ter kennis gebracht binnen een termijn van vijftien kalenderdagen. Deze termijn gaat in op de dag na deze waarop het beroep is ingesteld. Een elektronische versie van deze beslissing wordt via e-mail verstuurd naar de betrokken opleidingsdirecteur en ombudsmedewerker. De interne beroepsprocedure moet verplicht gevolgd worden, vooraleer de student een beroep kan instellen bij de “Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen”.
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
26
Artikel 47
Herziening van studievoorgangsbeslissingen
De interne beroepscommissie kan de eerder door de opleidingsdirecteur genomen beslissing bevestigen of wijzigen. Artikel 48
Beroep tegen de herziening van de beslissing van de interne beroepscommissie
De student die zijn bezwaar staande houdt, niettegenstaande de beslissing van de interne beroepscommissie m.b.t. de ontvankelijkheid of gegrondheid of de nieuwe beslissing, kan beroep aantekenen bij de “Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen”, overeenkomstig de procedure voorzien in het Decreet betreffende de rechtspositieregeling van de student van 19 maart 2004. De student kan de Raad schriftelijk contacteren op volgend adres: Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Departement Onderwijs, Administratie Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek Hendrik Consciencegebouw – Toren A – 7de verdieping Koning Albert II-laan 15 1210 Brussel
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
27
Deel 2 1
Examenreglement
Algemene bepalingen
Artikel 49
Toepassingsgebied
Het examenreglement is van toepassing op alle examens aan de hogeschool die afgelegd worden in het kader van een diploma-, een credit- of een examencontract. Artikel 50
Wijzigingen
Aan het examenreglement kunnen slechts wijzigingen worden aangebracht na beraadslaging in de academische raad en bij beslissing van het participatieforum. Indien het examenreglement wordt gewijzigd in de loop van het academiejaar met het oog op onmiddellijke toepassing, bevat de wijzigingsbepaling uitdrukkelijk wanneer ze in werking treedt en vanaf welk tijdstip de wijziging toepassing zal krijgen. Deze wijziging bevat de nodige overgangsbepalingen. Behoudens wanneer de wijziging anders bepaalt, treedt elke wijziging in met ingang van het academiejaar dat volgt. Artikel 51
Afwijkingen
Algemene afwijkingen van het examenreglement kunnen worden toegestaan door het participatieforum na beraadslaging in de academische raad. Het hogeschoolbestuur bepaalt de geldigheidsduur van de toegestane afwijking. Individuele afwijkingen worden schriftelijk aan de betrokken student meegedeeld door de voorzitter van de examencommissie. Artikel 52
Aanvullingen
Elke voorzitter van de examencommissie kan dit algemene examenreglement aanvullen met bijzondere bepalingen en criteria, voor zover ze niet in strijd zijn met de wetgeving en het algemene examenreglement, en dit na advies van de opleidingsraad en mits goedkeuring door de directeur onderwijs- en studentenbeleid. Deze aanvullingen worden opgenomen in de opleidingsgids. De opleidingsgids kan geraadpleegd worden op de website van de hogeschool: http://www.arteveldehs.be. Artikel 53
Bekendmaking
Zowel het algemene examenreglement als de wijzigingen, afwijkingen en aanvullingen worden via de geëigende kanalen aan de betrokken studenten bekendgemaakt. 2
Organisatie van examens
Artikel 54
Evaluatiesystemen
Er worden twee wijzen van evaluatie onderscheiden: periodegebonden evaluatie en permanente evaluatie. Onder periodegebonden evaluatie wordt begrepen: een beoordeling van de studieprestaties voor een opleidingsonderdeel, in de examenperiodes zoals voorzien in de opleidingskalender. Onder permanente evaluatie wordt begrepen: een regelmatige evaluatie van de studieprestaties verbonden aan een opleidingsonderdeel, in de periodes voorbehouden voor onderwijs- en studieactiviteiten zoals voorzien in de opleidingskalender. De evaluatie van een opleidingsonderdeel kan bestaan uit een periodegebonden en/of uit permanente evaluatie, afhankelijk van de gehanteerde werkvormen. Het aandeel van de permanente evaluatie gekoppeld aan bepaalde onderwijswerkvormen wordt vermeld in de opleidingsgids en toegelicht door de lesgever. Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
28
De student die een gedeelte van zijn opleiding volgt aan een gastinstelling aanvaardt het evaluatiesysteem van deze instelling. Voor de student die dit doet in het kader van een uitwisselingsprogramma wordt dit vastgelegd in het learning agreement tussen de Arteveldehogeschool en de gastinstelling. Voor de student die dit doet in het kader van het opleidingsprogramma dat leidt tot bidiplomering worden programma en evaluatiesystemen vastgelegd in een overeenkomst tussen de Arteveldehogeschool en de partnerinstelling. Artikel 55
Examenperiodes en kansen
Er zijn per academiejaar drie examenperiodes: de eerste examenperiode tijdens het eerste semester, de tweede examenperiode tijdens het tweede semester en de derde examenperiode, die ten vroegste begint op de eerste werkdag na 15 augustus en eindigt uiterlijk op de laatste werkdag vóór de aanvang van het nieuwe academiejaar. Deze examenperiodes worden jaarlijks vastgelegd in de academische kalender (zie bijlage 1). Opleidingsonderdelen die in het eerste, respectievelijk tweede semester staan geprogrammeerd, worden in het eerste, respectievelijk tweede semester geëvalueerd. Periodegebonden evaluaties van “jaaropleidingsonderdelen” vinden steeds plaats in de tweede examenperiode behoudens afwijkingen toegestaan door het hogeschoolbestuur. Een student heeft voor ieder opleidingsonderdeel waarvoor hij ingeschreven is, recht op twee examenkansen in de loop van het academiejaar tenzij de aard van het opleidingsonderdeel niet toelaat dat tweemaal wordt geëxamineerd. Een student die in de eerste examenperiode niet slaagde voor één of meerdere opleidingsonderdelen waarvoor in de ECTS-fiche vermeld staat dat er geen kans mogelijk is in de derde examenperiode, kan eventueel wel een tweede examenkans krijgen in de tweede examenperiode indien dit volgens de voorzitter van de examencommissie organisatorisch mogelijk is en de gelijke behandeling van de studenten gegarandeerd is. In het geval een student in een “diplomajaar” zit en in de eerste examenperiode niet slaagde voor één of meerdere opleidingsonderdelen, kan hij een tweede examenkans krijgen in de tweede examenperiode indien dit organisatorisch mogelijk is. Het recht op twee examenkansen vervalt indien de student laattijdig inschrijft. Indien een student zich na het eerste semester herinschrijft voor hetzelfde opleidingsonderdeel in het tweede semester, dan vervalt zijn tweede examenkans van zijn eerste inschrijving. Voor de herinschrijving blijft het recht op twee examenkansen behouden voor zover dit organisatorisch mogelijk is. Een student die gedelibereerd wordt voor een opleidingsonderdeel zonder dat hij daarbij een creditbewijs heeft verworven, kan zich voor dat opleidingsonderdeel inschrijven voor de derde examenperiode via een examencontract met het oog op het behalen van een credit. De student heeft eveneens het recht om zich voor dergelijk opleidingsonderdeel opnieuw in te schrijven tijdens een volgend academiejaar. Artikel 56
Bijzondere examineertijdstippen
Examens kunnen bij beslissing van de voorzitter van de examencommissie voor bijzondere groepen van studenten worden georganiseerd buiten de in de opleidingskalender voorziene tijdstippen binnen het academiejaar. Voor de student met een bijzonder statuut kunnen examineertijdstippen individueel vastgelegd worden. Wanneer de student de toestemming wordt verleend om opleidingsonderdelen te volgen aan een gastinstelling, wordt het examen over deze opleidingsonderdelen afgenomen op het tijdstip en de plaats bepaald door de betrokken gastinstelling.
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
29
Artikel 57
Registratie van aanwezigheid en legitimatie bij een examen
De hogeschool registreert de aanwezigheid van een student bij een examen door middel van de handtekening van de student op een aanwezigheidslijst De student moet zich bij elk examen kunnen legitimeren met zijn studentenkaart. Artikel 58
Examineerdagen en –uren
Examens kunnen plaatsvinden op iedere dag in de examenperiode, uitgezonderd zon- en feestdagen, tussen 08.00 u. en 20.00 u., behoudens omstandigheden door de voorzitter van de examencommissie te beoordelen. Artikel 59
Plaats van het examen
Alle periodegebonden evaluaties vinden plaats in een lokaal van de hogeschool, behoudens omstandigheden door de voorzitter van de examencommissie te beoordelen. Artikel 60
Opstellen en mededelen van het examenrooster
Het volledig en gedetailleerd examenrooster wordt door de voorzitter van de examencommissie via de geëigende kanalen bekendgemaakt
ten laatste op 1 december voor de examens van de eerste examenperiode;
ten laatste op 1 april voor de examens van de tweede examenperiode;
ten laatste op 15 juli voor de examens van de derde examenperiode;
en in alle andere gevallen ten laatste dertig kalenderdagen voor het examen.
Het examenrooster vermeldt de naam van de voorzitter en van de secretaris van de examencommissies en die van de ombudsmedewerker. Het examenrooster van een examenperiode wordt na overleg met de opleidingsraad opgemaakt onder de verantwoordelijkheid van de voorzitter van de examencommissie en wordt tenminste tien kalenderdagen vóór de bekendmaking voorgelegd aan de ombudsmedewerker, die advies uitbrengt. De voorzitter van de examencommissie keurt daarna het examenrooster definitief goed. Vanaf dan wordt het examenrooster bekendgemaakt via de geëigende kanalen en binnen de vooropgestelde termijn. Artikel 61
Examinator
Elk examen wordt afgenomen door de persoon of de personen die hiervoor door de opleidingsdirecteur zijn aangesteld. Indien de omstandigheden dit vereisen kan de voorzitter van de examencommissie hiervoor een beroep doen op een andere, interne examinator of een externe, die de deskundigheid bezit om de te verwachten competenties van de studenten te examineren. Wanneer een examinator verhinderd is om examen af te nemen, duidt de voorzitter van de examencommissie in principe een ander lid van het onderwijzend personeel aan belast met het afnemen van de examens of het doorvoeren van een evaluatie. Een examinator mag geen examens afnemen, noch aan de deliberatie deelnemen, van studenten waarvan hij bloedverwant of aanverwant is in rechte lijn of in de zijlijn tot en met de vierde graad. Hij mag geen examens afnemen van zijn echtgenoot of partner. De examinator verwittigt zo snel mogelijk de voorzitter van de examencommissie van elke bestaande onverenigbaarheid. Een examinator kan aan de voorzitter van de examencommissie mededelen dat er omstandigheden zijn waardoor hij een bepaald student niet kan ondervragen. Indien de voorzitter van de examencommissie zich met dit standpunt kan verzoenen, wordt de examinator vervangen. In geval van vervanging verwittigt de voorzitter van de examencommissie de ombudsmedewerker.
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
30
3
Verloop van de examens
Artikel 62
Informatie vooraf
De titularis van een opleidingsonderdeel geeft aan de hand van de opleidingsgids bij de aanvang en bij het einde van de onderwijsactiviteiten informatie over de inhoud, de doelstellingen, de competenties, het studiemateriaal, de exameninhoud, de evaluatievormen en de beoordelingscriteria. Artikel 63
Examenrooster
Examinatoren en studenten houden zich strikt aan het vastgelegde examenrooster. Examens kunnen enkel om een gemotiveerde reden verplaatst worden. De voorzitter van de examencommissie oordeelt daarover en treft in dat geval in afspraak met de ombudsmedewerker een nieuwe regeling. De student die omwille van overmacht niet kan deelnemen aan één of meerdere examens verwittigt het examensecretariaat. Hij geeft hierbij de redenen van overmacht aan. De voorzitter van de examencommissie kan bijkomende bewijsstukken vragen en beslist autonoom over de geldigheid ervan. Op grond hiervan beslist hij samen met de ombudsmedewerker over het verdere verloop van de examens binnen de examenperiode. Artikel 64
Evaluatievorm
Elk examen dient zo te worden georganiseerd dat de student op een zo objectief mogelijke wijze de kans krijgt zijn competentie(s) te bewijzen. De vorm van het examen wordt bepaald naar de te beoordelen competentie(s). De voorzitter van de examencommissie beslist over de examenvorm na raadpleging van de betrokken examinator(en). De examenvorm wordt meegedeeld in de opleidingsgids. Eventuele noodzakelijke aanpassingen worden, behoudens overmacht, ten laatste dertig kalenderdagen voor het betreffende examen aan alle betrokken studenten kenbaar gemaakt. In principe is de evaluatievorm voor de herkansbare opleidingsonderdelen voor beide examenperiodes dezelfde, tenzij dit omwille van de gehanteerde vorm niet mogelijk is. Indien, uitzonderlijk, de examenvorm van de ene tot de andere examenperiode verschilt, deelt de titularis van het opleidingsonderdeel dat in de opleidingsgids mee. Bij een mondeling of een gedeeltelijk mondeling examen wordt steeds een schriftelijke voorbereidingstijd toegestaan. Om maximale objectiviteit te waarborgen moet de student steeds de kaarten met daarop zijn vragen kunnen „trekken‟, tenzij dit omwille van de aard van de te evalueren competentie niet mogelijk is. Een student met een functiebeperking kan, als hij daarom vóór de opening van de examenperiode verzoekt, van de voorzitter van de examencommissie en van de examinator toestemming krijgen om examens op een andere dan de vastgelegde wijze af te leggen. Hij kan dit tevens vragen tijdens de examenperiode via de ombudsmedewerker. Een student kan eveneens tijdens de examenperiode om redenen van lichamelijke of psychische aard van de voorzitter van de examencommissie toestemming krijgen om examens op een andere dan de vastgelegde wijze af te leggen. De voorzitter bevestigt dit schriftelijk aan de betrokken student en examinator. Artikel 65
Beoordeling
Elk examen wordt gequoteerd. Het toegekende examenresultaat drukt de mate uit waarin de student de competentie van het opleidingsonderdeel, waarvoor het examen wordt ingericht, heeft verworven. De toegekende quotering per opleidingsonderdeel stemt niet noodzakelijk overeen met een mathematische verwerking van de deelscores. Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
31
De quotering of deelquotering wordt in gehele getallen van nul tot en met twintig uitgedrukt. Voorafgaand aan de beraadslaging van de examencommissie kan een examinator met het oog op remediëring of oriëntering indicatieve deelscores mededelen. De quotering of deelquotering van een examen wordt slechts na de beraadslaging van de examencommissie medegedeeld. De student verneemt de betekenis van de quoteringen via het beoordelingskader dat opgenomen is als bijlage 3 bij dit studiecontract en via de ECTS-fiche van het opleidingsonderdeel. De student kan niet worden geëvalueerd op prestaties of activiteiten die buiten het studieprogramma staan, waarvoor hij is ingeschreven. Artikel 66
Beoordeling van opleidingsonderdelen gevolgd aan een gastinstelling
De opleidingsdirecteur beslist onder welke voorwaarden de student een deel van zijn opleidingsprogramma kan volgen aan een binnen- of buitenlandse gastinstelling. Resultaten voor gevolgde opleidingsonderdelen aan een gastinstelling worden op basis van het ECTS (European Credit Transfer and Accumulation System) op dezelfde wijze verrekend als examencijfers voor equivalente opleidingsonderdelen van de thuisinstelling en worden tijdens de gewone beraadslagingen van de examencommissie besproken. Artikel 67
Openbaarheid van examens
De voorzitter van de examencommissie garandeert de openbaarheid van de examens. Voor schriftelijke examens wordt de openbaarheid gegarandeerd doordat elke student het recht heeft op inzage in zijn examenkopij na de beraadslaging van de examencommissie. Voor de mondelinge examens en praktijkexamens wordt de openbaarheid gegarandeerd doordat iedere student of examinator het recht heeft om voor elk examen de aanwezigheid van een tweede lid van de examencommissie te vragen en/of van de ombudsmedewerker. Deze mogen op geen enkele wijze het verloop van het examen beïnvloeden. De student of examinator richt hiertoe een gemotiveerd verzoek aan de voorzitter van de examencommissie. Indien het verzoek uitgaat van een student wordt dit niet vooraf meegedeeld aan de examinator. De ombudsmedewerker kan ook op eigen initiatief of op vraag van de voorzitter van de examencommissie zorgen dat een derde tijdens het examen aanwezig is. Artikel 68
Stopzetting van examens
Een student die niet aan het examen of de examens deelneemt of zijn deelneming stopzet, deelt dat onmiddellijk schriftelijk mee aan het examensecretariaat. Het examensecretariaat verwittigt op zijn beurt de voorzitter van de examencommissie, de ombudsmedewerker en de examinator(en). Artikel 69
Aanwezigheid bij examens
Een student die zich voor een examen heeft ingeschreven en niet aanwezig is op het ogenblik dat een examen een aanvang neemt volgens het voorziene tijdstip, meldt dit aan het examensecretariaat. Hij bewijst zijn identiteit bij middel van zijn studentenkaart. Slechts indien de voorzitter van de examencommissie oordeelt dat de afwezigheid wettig is, al of niet op basis van voorgelegde bewijsstukken of na interventie van de ombudsmedewerker, wordt, zo mogelijk binnen de organisatie van de examenperiode, een nieuw tijdstip voor het examen vastgelegd. Niet-afgelegde examens worden, indien de student gewettigd afwezig was, in principe ingehaald tijdens de betrokken examenperiode.
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
32
4
De samenstelling en soorten examencommissies
Artikel 70
Leden van een examencommissie
Een examencommissie bestaat uit de volgende stemgerechtigde leden: de voorzitter en de leden van het onderwijzend personeel zoals bepaald in artikel 71. De leertrajectbegeleider(s), de ombudsmedewerker(s) en de secretaris maken met raadgevende stem deel uit van de examencommissie. Op verzoek van de voorzitter van de examencommissie kunnen experten met raadgevende stem de beraadslaging van de examencommissie bijwonen. Gastsprekers worden gelijkgesteld met experten en hebben dus eveneens enkel een raadgevende stem. In uitzonderlijke omstandigheden kunnen niet-leden door de examencommissie en op verzoek van de voorzitter van de examencommissie worden gehoord. Artikel 71
Samenstelling examencommissie
De samenstelling van een examencommissie wordt door de voorzitter van de examencommissie vastgelegd en bekendgemaakt en dit ten laatste tegen 1 december voor de eerste examenperiode, 1 april voor de tweede examenperiode en 15 juli voor de derde examenperiode. Een examencommissie is samengesteld uit evaluatoren van de opleiding. Een examencommissie is representatief indien twee derde van de leden aanwezig is. Artikel 72
De examencommissie voor het eerste academiejaar van een bacheloropleiding
Het hogeschoolbestuur stelt een examencommissie in voor het eerste academiejaar van een bacheloropleiding, voor wat betreft de studenten die zich voor het eerst voor een bacheloropleiding inschrijven. Deze examencommissie heeft volgende bevoegdheden: 1° 2° 3° 4°
het definitief vaststellen van de examenresultaten; het verklaren dat de student al dan niet geslaagd is voor het geheel van de betrokken opleidingsonderdelen; het bepalen van de opleidingsonderdelen die moeten worden hernomen met het oog op het later behalen van een diploma; het uitbrengen van een niet-bindend studieadvies.
Dit laatste doet zij op voorstel van de leertrajectbegeleider en op grond van de examenresultaten. Deze bevoegdheden bepalen het voorwerp van de beraadslaging en de beslissingen te nemen door de examencommissie. Artikel 73
De examencommissie voor het geheel van de opleiding
Het hogeschoolbestuur stelt een examencommissie in voor het geheel van een opleiding, in functie van de deliberatie met het oog op de toekenning van een graad of diploma. Deze examencommissie heeft volgende bevoegdheden: 1° 2° 3°
het verklaren dat de student al dan niet geslaagd is voor het geheel van de opleiding; het bepalen van de opleidingsonderdelen die desgevallend moeten worden hernomen met het oog op het behalen van een diploma; het vaststellen van de graad van verdienste waarmee het diploma wordt toegekend.
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
33
Deze bevoegdheden bepalen het voorwerp van de beraadslaging en de beslissingen te nemen door de examencommissie. Artikel 74
De facultatieve examencommissie
Het hogeschoolbestuur stelt meermaals per academiejaar een facultatieve examencommissie in. Deze facultatieve examencommissie heeft volgende bevoegdheden: 1° 2° 3° 4°
het definitief vaststellen van de examenresultaten; het verklaren dat de student al dan niet geslaagd is voor het geheel van de betrokken opleidingsonderdelen; het bepalen van de opleidingsonderdelen die moeten worden hernomen met het oog op het later behalen van een diploma; het uitbrengen van een niet-bindend studieadvies.
Dit laatste doet zij op voorstel van de betrokken leertrajectbegeleider en op grond van de examenresultaten. Deze bevoegdheden bepalen het voorwerp van de beraadslaging en de beslissingen te nemen door de examencommissie. 5
Beraadslaging
Artikel 75
Aanwezigheid van de leden van de examencommissie
De leden van de examencommissie nemen aan de beraadslaging deel en tekenen de aanwezigheidslijst. Een lid dat gewettigd verhinderd is, deelt dit zo spoedig mogelijk mee aan de voorzitter van de examencommissie. Artikel 76
Bereikbaarheid van de student
De student moet bereikbaar zijn tijdens de beraadslaging van de examencommissie. Het tijdstip van de beraadslaging wordt via de geëigende kanalen meegedeeld. Artikel 77
Geheimhouding
De leden van de examencommissie, alle personen die ter zitting aanwezig zijn en alle personen die betrokken zijn bij het gegevensbeheer van evaluatieresultaten, zijn tot geheimhouding verplicht over alle aspecten van de beraadslaging. Artikel 78
Stemgerechtigden
Voor een student zijn stemgerechtigd de leden van de examencommissie zoals bepaald in artikel 70 en 71 van dit examenreglement. Elk stemgerechtigd lid van de examencommissie beschikt maximaal over één stem. Artikel 79
Aanwezigheidsquorum examinatoren
Ten minste twee derde van de leden van de examencommissie moet aanwezig zijn om geldig te kunnen beslissen. Indien dit niet het geval is, moet de voorzitter een nieuwe samenkomst plannen waarop ten minste de helft van de leden aanwezig is. Voor een hernieuwde bijeenkomst naar aanleiding van een materiële vergissing moet ten minste de helft van de leden van de examencommissie aanwezig zijn om geldig te beslissen. Artikel 80
Voorwerp van beraadslaging
De examencommissie oordeelt over de studieprestaties van de opleidingsonderdelen waarvoor de student is ingeschreven. Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
34
Indien de student vrijstelling(en) of ontheffing(en) geniet, behoren de betrokken opleidingsonderdelen niet tot zijn studieprogramma. De vrijgestelde opleidingsonderdelen maken geen voorwerp uit van beraadslaging. Het voorwerp van de beraadslaging wordt omschreven in respectievelijk artikel 72, 73 en 74 van dit examenreglement. Artikel 81
Deliberatieregels
Deliberatie is slechts mogelijk voor zover de student geen tekort behaalde voor een opleidingsonderdeel dat in de opleidingsgids voor een deliberatie uitgesloten werd. Opleidingsonderdelen waarvan het creditbewijs noodzakelijk is voor het behalen van een wettelijke beroepstitel zijn steeds van deliberatie uitgesloten. Opleidingsonderdelen met een quotering lager dan 7 komen niet in aanmerking voor deliberatie. Alvorens tot de deliberatie over te gaan vermenigvuldigt de examencommissie het aantal studiepunten van het inschrijvingsprogramma van de student met twintig. Vervolgens wordt het tolerantievolume vastgelegd op 1% van dit totaal. Indien voor een student het totaal van de gewogen tekorten kleiner is dan of gelijk aan dit tolerantievolume, kan de examencommissie al of niet delibereren. Indien een examencommissie wegens uitzonderlijke omstandigheden beslist van deze algemene deliberatiecriteria af te wijken, doet zij dit via een gemotiveerde beslissing. Artikel 82
Vaststelling examenresultaat
Voor het vaststellen van de examenresultaten en het delibereren handelt de examencommissie collegiaal. Wanneer er geen unanimiteit onder de stemgerechtigde leden is, formuleert de voorzitter een voorstel. Over dat voorstel wordt gestemd. Artikel 83
Stemmingsregels
De voorzitter formuleert het voorstel waarover gestemd wordt. Het voorstel wordt aanvaard indien de meerderheid van de aanwezige, stemgerechtigde leden het voorstel steunt. Onthoudingen worden niet meegeteld om de meerderheid te bepalen. De voorzitter van de examencommissie kan ambtshalve of op verzoek van een lid van de examencommissie of van de ombudswerker een geheime stemming opleggen. Bij staking van stemmen geldt het voor de student gunstigste voorstel als beslissing van de examencommissie. Artikel 84
Graad van verdienste
De examencommissie kent de student de volgende graad van verdienste toe: geslaagd op voldoende wijze, met onderscheiding, met grote onderscheiding of met grootste onderscheiding. De ondergrens is hiervoor respectievelijk 50%, 65%, 75% en 85% van het behaalde eindtotaal voor het geheel van de opleiding. Een graad van verdienste wordt enkel toegekend zo het gehele opleidingsprogramma van de student minimaal 30 studiepunten omvat. Artikel 85
Correct verloop van onderwijsactiviteiten en/of examens
Het correct verloop van de onderwijsactiviteiten en/of de examens kan in het gedrang komen door een conflict tussen examinator en student. Elk van de betrokken partijen of de ombudsmedewerker kan dit ter kennis brengen van de voorzitter van de examencommissie. Deze laatste hoort alle betrokken partijen en neemt de gepaste maatregel(en).
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
35
Artikel 86
Onregelmatigheden
„Onregelmatigheden‟ zijn elk gedrag van een student in het kader van een evaluatiemoment dat een objectief oordeel over de competentie(s) van betrokken student of van andere student(en) geheel of gedeeltelijk onmogelijk maakt of probeert onmogelijk te maken. Zo bijvoorbeeld zijn spieken, plagiëren, ongeoorloofd gebruik van media, verboden samenwerking, … gevallen van de in dit artikel bedoelde „onregelmatigheden‟. Deze opsomming is niet limitatief. Ter bestrijding van plagiaat of onrechtmatig gebruik van auteursrechterlijk beschermde werken kan de hogeschool gebruik maken van een digitale speurder of antiplagiaatsoftware. De medewerker van de hogeschool, die de onregelmatigheid vaststelt, verwittigt onmiddellijk de voorzitter van de examencommissie. Deze laatste neemt bewarende maatregelen en verzamelt de nodige bewijsstukken. Hij neemt maatregelen om een verder correct verloop van de examens te waarborgen, desgevallend na inbeslagname van betwiste stukken, frauduleus aangemaakte kopij, gebruikte hulpmiddelen… De voorzitter van de examencommissie hoort betrokken student en medewerker(s) vòòr de bijeenkomst van de examencommissie. De student kan zich laten bijstaan door een ombudsmedewerker. In voorkomend geval kan de voorzitter beslissen om een examencommissie in buitengewone zitting bijeen te roepen. De voorzitter brengt verslag uit aan de examencommissie. Betrokkenen kunnen op hun verzoek door de examencommissie gehoord worden. De examencommissie beslist of er al dan niet sprake is van onregelmatigheid en beslist over de ernst ervan. Zij kan volgende sancties uitspreken:
de quotering voor het door de onregelmatigheid aangetaste opleidingsonderdeel tot nul herleiden;
meerdere of alle quoteringen of deelquoteringen tot nul herleiden;
de student het recht op een tweede examenkans voor het opleidingsonderdeel ontnemen;
de student zijn rechten op een tweede examenkans voor dat academiejaar ontnemen;
de graad van verdienste tot een lagere graad herleiden;
de student uitsluiten van inschrijving aan de betrokken opleiding;
de student uitsluiten van inschrijving aan de Arteveldehogeschool;
de reeds afgeleverde creditbewijzen of diploma‟s terugvorderen;
De beslissing van de examencommissie wordt door de voorzitter aan betrokken student bekendgemaakt via een aangetekende brief. Artikel 87
Beraadslagingverslag
Het beraadslagingverslag bevat de aanwezigheidslijst en vermeldt voor elke student de genomen beslissing over het slagen voor het geheel van de betrokken opleidingsonderdelen, desgevallend de graad van verdienste, de vastgestelde examenresultaten uitgedrukt in quoteringen of deelquoteringen, desgevallend de te hernemen opleidingsonderdelen, desgevallend het niet-bindend studieadvies en de Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
36
motivatie van de genomen beslissing. Wanneer de ombudsmedewerker hierom uitdrukkelijk verzoekt, bevat het proces-verbaal van de beraadslaging zijn opmerkingen aangaande bepaalde klachten en beslissingen. De voorzitter, de secretaris en tenminste drie stemgerechtigde leden ondertekenen het verslag. De voorzitter kan aan de student die zijn belang daartoe aantoont, inzage verlenen in het beraadslagingverslag van de betrokken student. Het beraadslagingverslag wordt gedurende dertig jaar bewaard door het secretariaat van de examencommissie. 6
Mededeling van de examenresultaten
Artikel 88
Mededeling van de examenresultaten
Na de beraadslaging van de examencommissie ontvangt de student een schriftelijk quoteringenrapport met volgende mededelingen:
de beslissing over het al of niet geslaagd zijn voor het geheel van de betrokken opleidingsonderdelen;
desgevallend de behaalde graad van verdienste;
desgevallend de mededeling van de opleidingsonderdelen die moeten worden hernomen met het oog op het later behalen van een diploma;
desgevallend de mededeling van de opleidingsonderdelen waarvoor geen tweede kans tot het afleggen van examen is;
de definitief vastgestelde examenresultaten uitgedrukt in een quotering of deelquotering;
de behaalde credits;
desgevallend een niet-bindend studieadvies op grond van de examenresultaten.
Artikel 89
Proclamatie van de gediplomeerden
Na de beraadslaging van de examencommissie over het geheel van een opleiding deelt de voorzitter van de examencommissie in openbare zitting de namen van de geslaagden – met desgevallend de vermelding van de graad van verdienste - mee. Artikel 90
Bespreking van de examenresultaten
Na de mededeling van de examenresultaten staan de examinatoren, de ombudsmedewerker, de leertrajectbegeleiders, de voorzitter en de secretaris van de examencommissie ter beschikking van de studenten, met voorrang voor de nietgeslaagden. De voorzitter van de examencommissie deelt mee waar en wanneer de examinatoren ter beschikking zijn voor een nabespreking van de resultaten. Deze nabespreking heeft binnen een termijn van vier werkdagen na de bekendmaking van de examenresultaten plaats. De student heeft recht op toelichting over de beoordeling van de examens na de beraadslaging van de examencommissie. Elke examinator houdt daartoe gedurende het lopende academiejaar de examengegevens bij waardoor hij de beoordeling kan toelichten. Artikel 91
Inzage en bewaren van examenmateriaal
De voorzitter van de examencommissie staat in voor het bewaren van de examenkopijen en alle documenten van het evaluatiedossier voor zover dit materieel mogelijk is. Aan student, die erom verzoekt bij middel van een schrijven gericht aan de voorzitter van de examencommissie, wordt inzage van zijn persoonlijk examendossier verleend. Dit kan alleen in een lokaal van de hogeschool en in aanwezigheid van de examinator of een medewerker van de hogeschool. De student mag geen stukken uit zijn examendossier kopiëren. De examenkopijen en alle documenten voor het evaluatiedossier worden Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
37
gedurende een kalenderjaar na afsluiten van het academiejaar bewaard in de hogeschool. Deze periode wordt verlengd in geval van een betwisting voor de rechter. In dit geval worden alle stukken bewaard tot er een onherroepelijke beslissing is genomen. 7
Ombudsmedewerker
Artikel 92
Algemene taakomschrijving
Het hogeschoolbestuur stelt de ombudsmedewerkers aan die een bemiddelende rol opnemen bij geschillen tussen de student en een of meerdere personeelsleden. Deze geschillen houden verband met de toepassing van de onderwijs- en examenregeling, de rechtspositie van de student evenals omtrent de als onbillijk ervaren handelingen en situaties binnen de Arteveldehogeschool. Daarnaast vervult de ombudsmedewerker ook een rol in de toepassing van de wet op het grensoverschrijdend gedrag voor wat studenten betreft. De ombudsmedewerker wordt betrokken bij het ontwerpen van de examenplanning. Hij onderzoekt alle klachten en problemen in verband met de examens en de deliberatie. De ombudsmedewerker informeert de studenten, verwijst ze door naar bevoegde organen en treedt op als bemiddelaar bij klachten of bij geschillen. Hij mag in geen geval de studenten voor wie hij als ombudsmedewerker optreedt, zelf examineren. Hij voert zijn opdracht uit voor de studenten waarvoor hij is aangewezen. Artikel 93
Aanstelling
Elk academiejaar worden, ten laatste op 1 december per opleiding na advies van de studentenvertegenwoordigers in de opleidingsraad, één of meerdere medewerkers die vertrouwd zijn met de opleiding door de opleidingsdirecteur als ombudsmedewerker(s) voorgedragen aan het hogeschoolbestuur. De herbevestiging en/of aanstelling van de ombudsmedewerker(s) wordt ad valvas bekendgemaakt. Artikel 94
Beschikbaarheid
De beschikbaarheid van de ombudsmedewerker wordt ad valvas meegedeeld. Deze bereikbaarheid - plaats en uurregeling - varieert in functie van de dienstverlening aan de studenten. Artikel 95
Recht op informatie
Om zijn taak naar behoren te kunnen vervullen, heeft de ombudsmedewerker, ook vóór de beraadslaging van de examencommissie, recht op alle informatie betreffende elk examen. Hij is tot geheimhouding verplicht. Artikel 96
Deelname aan de beraadslaging
De ombudsmedewerker is geen lid van de examencommissie. Hij neemt met raadgevende stem aan de beraadslagingen deel. Artikel 97
Rapportering
Na het afsluiten van de derde examenperiode maakt elke ombudsmedewerker een algemeen verslag van zijn interventies, signaleert hij problemen waarmee hij geconfronteerd werd en kan hij verbetervoorstellen formuleren. Dit verslag wordt overgemaakt aan de voorzitter van de examencommissie, aan de directeur onderwijs- en studentenbeleid en aan de algemeen directeur.
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
38
8
Studievoortgang
Artikel 98
Studievoortgang
De student maakt in het kader van zijn diploma-, credit- of examencontract studievoortgang op grond van het afleggen van examens. Indien een student onvoldoende studievoortgang maakt, dan zal het hogeschoolbestuur de passende maatregelen met betrekking tot de studievoortgangbewaking treffen. Artikel 99
Studievoortgang op grond van examens
Voor elk opleidingsonderdeel wordt een examen ingericht. Een student heeft voor ieder opleidingsonderdeel waarvoor hij ingeschreven is, recht op twee examenkansen in de loop van het academiejaar. Indien de aard van het opleidingsonderdeel niet toelaat dat het tweemaal wordt geëxamineerd, kan het recht op twee examens tijdens hetzelfde academiejaar niet worden uitgeoefend. Dit wordt voor de betrokken opleidingsonderdelen aangegeven in de opleidingsgids. In dit geval moet de student zich voor het betreffende opleidingsonderdeel in een volgend academiejaar opnieuw inschrijven. Artikel 100
Studievoortgangbewaking
Het hogeschoolbestuur kan volgende maatregelen van studievoortgangbewaking nemen: 1
het opleggen van bindende voorwaarden voor de inschrijving. Deze bindende voorwaarden betreffen in beginsel geen evaluatie- en/of deliberatiecriteria die strenger zijn dan de regels die in de hogeschool algemeen gelden. Het hogeschoolbestuur kan de studievoortgang van de student wel afhankelijk maken van een deliberatie door een examencommissie.
2
het weigeren van de inschrijving van de student, indien reeds eerder opgelegde bindende voorwaarden voor de inschrijving geen resultaat hebben opgeleverd. of indien uit de gegevens van het dossier manifest blijkt dat het opleggen van dergelijke bindende voorwaarden geen positief resultaat zal opleveren.
De tweede maatregel kan steeds worden toegepast voor credit- en examencontracten met het oog op het behalen van credits, als een student zich al tweemaal ingeschreven heeft voor een opleidingsonderdeel en nog geen credit behaald heeft voor dit opleidingsonderdeel. De eerste maatregel kan worden opgelegd aan een student ingeschreven onder diplomacontract die na één academiejaar niet ten minste 50 % van de studiepunten heeft verworven waarop het diplomacontract betrekking heeft. 9
Beroepsprocedure in het kader van het examenreglement
Artikel 101
Voorwerp van beroep
§ 1 De student die oordeelt dat een hem betreffende een ongunstige
examenbeslissing
examentuchtbeslissing
andere studievoortgangsbeslissing
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
39
is aangetast door een schending van het recht, kan intern beroep instellen bij de heer Guido Galle, voorzitter van de interne beroepscommissie, Hoogpoort 15, 9000 Gent. § 2 voorwaarden De student dient het door hem of zijn raadsman gedagtekend en ondertekend beroepsschrift, dat ten minste zijn identiteit, de bestreden beslissing en een feitelijke omschrijving van de ingeroepen bezwaren bevat, per aangetekend schrijven in bij de voorzitter van de interne beroepscommissie binnen de hierna bepaalde termijnen. Tezelfdertijd wordt de elektronische versie van deze brief via e-mail verstuurd naar de betrokken ombudsmedewerker van de opleiding. Als datum van het beroep geldt de datum van postmerk. Wanneer het verzoekschrift uitgaat van de raadsman van de student wordt het op straffe van niet-ontvankelijkheid vergezeld van de volmacht door de student aan die raadsman. Deze volmacht is niet nodig wanneer de raadsman het beroep van advocaat uitoefent. Artikel 102
Termijnen
§ 1 Materiële vergissingen Materiële vergissingen worden binnen een vervaltermijn van tien kalenderdagen via een aangetekend schrijven of tegen bewijs van afgifte aan de voorzitter van de examencommissie meegedeeld. Deze vervaltermijn van tien kalenderdagen gaat in de dag na de mededeling van de examenresultaten. § 2 Heroverweging beslissingen bij onregelmatigheden en andere studievoortgangsbeslissingen De student die oordeelt dat een voor hem ongunstige studievoortgangsbeslissing aangetast is door een schending van het recht, stelt een verzoek tot heroverweging van de studievoortgangsbeslissing in binnen een vervaltermijn van vijf kalenderdagen, die ingaat op: 1° 2°
in het geval van een examenbeslissing en examentuchtbeslissing: de dag na deze van de bekendmaking; in het geval van een andere studievoortgangsbeslissing: de dag na deze waarop de student kennis heeft genomen van de genomen beslissing.
Artikel 103
Werking van de interne beroepscommissie
Het intern beroep wordt behandeld door de interne beroepscommissie. Deze bestaat uit de directeur onderwijs- en studentenbeleid, het diensthoofd studentenadministratie en studieprogramma‟s, het diensthoofd studieadvies en het diensthoofd onderwijsontwikkeling & internationalisering. De interne beroepscommissie kan slechts geldig beraadslagen als ten minste twee derden van de leden aanwezig zijn. Ieder lid beschikt over één stem. Bij staking van stemmen beslist de voorzitter. De commissie kan beslissen de student en/of zijn raadsman te horen alsook de andere betrokken partijen. De commissie kan zich laten bijstaan door de juridisch adviseur en/of een andere deskundige. Een studentvertegenwoordiger die effectief of plaatsvervangend lid is van het participatieforum wordt uitgenodigd als waarnemer bij de zitting(en) van de interne beroepscommissie. Deze waarnemer mag geen band hebben met de opleiding waarop het beroep betrekking heeft. De beslissingen van de interne beroepsprocedure worden aan de student ter kennis gebracht binnen een termijn van vijftien kalenderdagen. Deze termijn gaat in op de dag na deze waarop het beroep is ingesteld. Een elektronische versie van deze beslissing wordt via e-mail verstuurd naar de betrokken opleidingsdirecteur en ombudsmedewerker.
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
40
De interne beroepsprocedure moet verplicht gevolgd worden, vooraleer de student een beroep kan instellen bij de “Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen”. Artikel 104
Herziening van beslissingen
§ 1 Materiële vergissingen Indien de foutief opgenomen resultaten niet van aard zijn dat ze de beslissing van de examencommissie kunnen beïnvloeden, worden ze door de voorzitter van de examencommissie ambtshalve hersteld. Indien ze wel invloed hebben op de beslissing van de examencommissie, roept de voorzitter de examencommissie bijeen. § 2 Examenbeslissingen en examentuchtbeslissingen De interne beroepscommissie oordeelt over de ontvankelijkheid en gegrondheid van het verzoek en motiveert haar besluit. Desgevallend roept ze de examencommissie in buitengewone zitting bijeen. De examencommissie, bijeen in bijzondere zitting, bevestigt of herziet op gemotiveerde wijze de oorspronkelijke beslissing. Artikel 105
Beroep tegen de herziening van de beslissing van de interne beroepscommissie
De student die zijn bezwaar staande houdt, niettegenstaande de beslissing van de interne beroepscommissie m.b.t. de ontvankelijkheid of gegrondheid of de nieuwe beslissing van de examencommissie in buitengewone zitting, kan beroep aantekenen bij de “Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen”, overeenkomstig de procedure voorzien in het decreet betreffende de rechtspositieregeling van de student van 19 maart 2004. De student kan de Raad schriftelijk contacteren op volgend adres: Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Departement Onderwijs, Administratie Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek Hendrik Consciencegebouw – Toren A – 7de verdieping Koning Albert II-laan 15 1210 Brussel
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
41
Deel 3 1
Gedragscode
Informatie en houding
Van de studenten wordt verlangd dat ze zich in hun gedragingen en sociale relaties, zowel binnen als buiten de Arteveldehogeschool laten leiden door eerbied voor de persoon. Zij verrichten geen handelingen die een gevaar zijn voor of onverenigbaar zijn met de doelstellingen van de opleiding, de gewoonten en de goede werking van de campus en de opdrachtverklaring van de hogeschool. Van de studenten wordt verwacht dat zij zich actief informeren over alle aangelegenheden die hen aanbelangen. Artikel 106
Berichtgeving
De officiële mededelingen van opleiding en van de hogeschool aan de studenten worden via de geëigende kanalen kenbaar gemaakt. Mededelingen van de studentenvertegenwoordigers worden eveneens via deze kanalen kenbaar gemaakt. Voor mededelingen die van de studenten uitgaan zijn aparte informatiepanelen voorzien. Mededelingen van de studenten kunnen enkel na toelating van de opleidingsdirecteur worden geafficheerd. Artikel 107
Deontologie en geheimhouding
Elke student gaat zorgzaam en discreet om met de vertrouwelijke gegevens waarmee hij in het kader van zijn opleiding in contact komt. In die zin is hij gebonden door de regels van geheimhouding en deontologie die op elk personeelslid van de hogeschool en van haar stageplaatsen van toepassing zijn. Artikel 108
Eerbied voor gebouwen, materialen en toestellen
De studenten zijn medeverantwoordelijk voor hun onderwijsomgeving. De studenten houden de lokalen, gangen en sanitair proper, ruimen de tafels in de eetzaal en cafetaria af en dragen zorg voor meubilair en materiaal. Wie schade toebrengt aan meubilair en materiaal zal deze schade moeten vergoeden. In geen enkel onderwijslokaal wordt gegeten, gedronken, gerookt of kauwgom gebruikt. Fietsen en bromfietsen moeten in de daartoe voorziene rekken geplaatst worden. Wie een vals alarm veroorzaakt betaalt een schadevergoeding. Artikel 109
Verbod voor bepaalde activiteiten
Commerciële activiteiten, promotionele acties en partijpolitieke informatie zijn niet toegestaan binnen de gebouwen van de hogeschool, tenzij na gemotiveerde toelating van de opleidingsdirecteur. Artikel 110
Gebruik van persoonlijke media
Het storend gebruik van GSM toestellen of andere persoonlijke media is niet toegelaten tijdens de onderwijsactiviteiten. Artikel 111
Mediatheek en oefenlokalen
De hogeschool beschikt over mediatheekruimte, open leercentra en oefenlokalen. In deze lokalen is een rustige werksfeer onontbeerlijk. Alle gebruikers hebben respect voor het materiaal.
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
42
Artikel 112
Ontzeggen van recht op toegang
De medewerkers van de hogeschool hebben het recht om de studenten die de goede werking verstoren de toegang tot het lokaal te verbieden. Zij kunnen tevens een student uit een lokaal wegsturen. Artikel 113
Auteursrechten
Iedere student leeft de wetten van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten nauwgezet na. Iedere student onthoudt er zich van materialen op enigerlei wijze te reproduceren zonder toestemming van de auteur. De student geniet de morele rechten op de door hem gecreëerde bachelorproef die tot stand komt in het kader van zijn opleiding. De student geeft de Arteveldehogeschool uitdrukkelijk de toestemming om de integrale tekst met bijhorende illustraties en bijlagen van de bachelorproef, evenals alle nuttige en praktische informatie omtrent deze bachelorproef op te nemen in een daartoe speciaal opgezette digitale kennisdatabank. Omwille van het wereldwijde karakter van dergelijke databank draagt de student zijn vermogensrechten op de door hem gemaakte bachelorproef over aan de Arteveldehogeschool. De student kan de toelating evenwel weigeren indien de opgenomen informatie voor de stageplaats een vertrouwelijk karakter heeft of indien het stagebedrijf of de student voor de beschreven technologie een octrooi wensen aan te vragen. Bij valorisatie van de onderzoeksresultaten waaraan de student meewerkte in het kader van zijn afstudeerwerk treedt het valorisatiereglement met de Associatie Universiteit Gent in werking. De student draagt zijn vermogensrechten over. Een aparte overeenkomst regelt de bepalingen inzake het verloop van de valorisatieprocedure en het eventuele aandeel van de student bij de verdeling van de netto - inkomsten. Artikel 114
Rookvrije hogeschool
Er geldt een rookverbod in alle gebouwen en op de terreinen van de hogeschool en in de gebouwen en op de terreinen waar zij onderwijsactiviteiten organiseert. Uitzonderlijk kan een afzonderlijke zone op een open terrein voor rokers worden voorzien. Artikel 115
Kledij en voorkomen
De kledij en het voorkomen zijn aangepast aan de onderwijsactiviteiten tijdens de opleiding. Tijdens de praktijk en de stage schikt de student zich naar de van toepassingen zijnde gebruiken en de normen in functie van veiligheid en correct functioneren. Artikel 116
Taal
In het kader van de opleiding is het belangrijk dat de student binnen de hogeschool en tijdens stages een correct en verzorgd taalgebruik hanteert. Artikel 117
Reserveren van lokalen en/of terreinen
Studenten die een lokaal en/of terrein willen reserveren, wenden zich daarvoor steeds tijdig tot het opleidingssecretariaat. 2
Grensoverschrijdend gedrag
Grensoverschrijdend gedrag zoals pesten, discriminatie, geweld en ongewenst seksueel gedrag kan overal voorkomen waar mensen samenzijn. Dit studiecontract voorziet in een bescherming tegen dergelijk grensoverschrijdend gedrag.
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
43
Artikel 118
Grensoverschrijdend gedrag
Elke student aanvaardt diversiteit als een meerwaarde. Elke student onthoudt zich dan ook van elke vorm van grensoverschrijdend gedrag zoals daar zijn: pesterijen, geweld, ongewenst seksueel gedrag en discriminatie. Pesten is het herhaaldelijk vertonen van een bepaald gedrag door een persoon met de bedoeling een andere persoon er psychisch of fysiek onder te doen lijden. Onder geweld wordt verstaan dat iemand psychisch of fysiek wordt lastig gevallen, bedreigd of aangevallen. Ook verbale agressie, zoals beschimpingen of beledigingen, valt onder deze definitie. Ongewenst seksueel gedrag omvat alle vormen van verbaal, niet-verbaal of lichamelijk gedrag van seksuele aard, waarvan degene die er zich schuldig aan maakt, weet of zou moeten weten dat het afbreuk doet aan de waardigheid van vrouwen en/of mannen. Onder discriminatie wordt verstaan alle uitspraken, handelingen of beslissingen die beledigend zijn omwille van de etnische afkomst, godsdienst, geslacht, levensovertuiging, functiebeperking en/of seksuele geaardheid van de persoon. De hier omschreven vormen van grensoverschrijdend gedrag zijn enkel van informatieve aard. Voor concrete toetsing kunnen de studenten steeds contact opnemen met de ombudsmedewerkers en de medewerkers van de vzw SOVOARTE die fungeren als vertrouwenspersonen. Artikel 119
Klachten
Elke student die meent het slachtoffer te zijn van geweld, pesterijen, ongewenst seksueel gedrag of discriminatie in de hogeschool kan een klacht indienen bij de ombudsmedewerkers of medewerkers van de vzw SOVOARTE. Zij fungeren tevens als meldpunt voor gevallen van discriminatie. De ombudsmedewerkers en de medewerkers van de vzw SOVOARTE zijn in deze steeds door hun deontologische code en het beroepsgeheim gebonden om elke klacht met de nodige discretie op te volgen vanaf het formuleren van de klacht tot en met het informeren over de gevolgen die eraan worden gegeven. In hun hoedanigheid van vertrouwenspersonen moeten zij ingaan op klachten m.b.t. pesterijen, geweld, ongewenst seksueel gedrag en discriminatie. Artikel 120
Bescherming van slachtoffer en aangeklaagde
Het slachtoffer dat een klacht meldt of indient, en de aangeklaagde genieten een volledige bescherming voor de duur van het onderzoek. De verantwoordelijke medewerkers van de hogeschool zullen er op toezien dat er geen oneigenlijk gebruik gemaakt wordt van deze maatregelen. 3
Veiligheid en gezondheid
Artikel 121
Veiligheidsvoorzieningen
Het hogeschoolbestuur staat in voor veiligheid en voor een gezonde leefomgeving. De hogeschool zorgt voor EHBO-voorzieningen en neemt maatregelen betreffende brandpreventie, brandbestrijding en evacuatie. Tijdens onderwijsactiviteiten moet iedereen de regels van de wet welzijn en het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming respecteren. Artikel 122
Gezondheidsbevordering
De hogeschool wil actief competenties bijbrengen die gericht zijn op de eigen gezondheid en die van anderen. Zij bevordert gezondheidsbewustmaking, stimuleert gezondheidsbevorderend gedrag en ontraadt of verbiedt gedrag of middelen die de Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
44
gezondheid schaden. Alcoholmisbruik, het bezit, het gebruik en het verhandelen van drugs zijn verboden. Overtredingen worden gesanctioneerd conform de orde- en tuchtregels. De hogeschool kan doorverwijzen voor hulpverlening. 4
Verzekering
Artikel 123
Verlies of diefstal
De hogeschool is niet verantwoordelijk voor het verlies of de ontvreemding van persoonlijke bezittingen van de studenten. Artikel 124
Ongevallenverzekering
Alle studenten zijn voor de duur van het academiejaar verzekerd tegen lichamelijke ongevallen die hen zouden overkomen in het kader van activiteiten van de hogeschool, de vzw SOVOARTE en de vzw Sokaho en dit binnen de voorwaarden vermeld in de bijlage over verzekeringen bij deze toetredingsovereenkomst. Artikel 125
Burgerrechtelijke aansprakelijkheid
Alle studenten kunnen voor de duur van het academiejaar een beroep doen op de burgerrechtelijke aansprakelijkheidsverzekering in het kader van de onderwijsactiviteiten van de hogeschool en dit overeenkomstig de voorwaarden vermeld in de bijlage over verzekeringen bij deze toetredingsovereenkomst. Artikel 126
Ziekteverzekering
De student die nog geen rechthebbende is binnen een stelsel van verplichte ziekteverzekering moet zich inschrijven bij een ziekenfonds. Hiervoor gebruikt hij het attest dat hij op het ogenblik van zijn definitieve inschrijving heeft ontvangen. Artikel 127
Verzekering tijdens opleidingsprogramma’s in het buitenland
De student die een deel van zijn opleiding volgt aan een gastinstelling in het buitenland moet zich nauwgezet houden aan de richtlijnen inzake preventie en ziekteverzekering van de hogeschool. Artikel 128
Arbeidsongevallenverzekering onbezoldigde stagiairs
Onbezoldigde studenten-stagiairs zijn prioritair verzekerd via de wettelijk verplichte arbeidsongevallenverzekering voor ongevallen met lichamelijke schade die zich voordoen op de stageplaats en dit binnen de voorwaarden vermeld in de bijlage over verzekeringen bij deze toetredingsovereenkomst.
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
45
Deel 4
Orde en tuchtregeling
Artikel 129
Algemene bepalingen i.v.m. orde en tucht
Ordemaatregelen en tuchtsancties kunnen worden genomen wanneer het gedrag van de student een gevaar vormt voor het ordentelijk verstrekken van het onderwijs en/of wanneer het gedrag de verwezenlijking van de opdrachtverklaring van de hogeschool in het gedrang brengt. Zware vergrijpen zijn o.a. diefstal, geweld, vandalisme en het verhandelen van drugs. Bij het voorkomen van dergelijke feiten kan steeds de politie worden ingeschakeld. Studenten die zich niet aan de gedragscode houden, kunnen gesanctioneerd worden. De student stelt zich eveneens bloot aan orde en tuchtmaatregelen wanneer hij ernstige inbreuken pleegt op de bepalingen van dit studiecontract. Artikel 130
Samenstelling tuchtcommissie
Het hogeschoolbestuur stelt, nadat ze door een opleidingsdirecteur van één of meerdere laakbare feiten op de hoogte werd gebracht, de tuchtcommissie samen. De tuchtcommissie bestaat uit de directeur onderwijs- en studentenbeleid die het voorzitterschap bekleedt, twee opleidingsdirecteurs, twee medewerkers van de hogeschool en twee studenten. De vier laatst vermelde zetelen in de academische raad of in het participatieforum. Zij mogen geen enkele band hebben met de aangeklaagde feiten. De partij van de aangeklaagde kan zich laten bijstaan door een raadsman. De tuchtcommissie kan beroep doen op een raadsman om de correctheid van de procedure te bewaken. Deze commissie moet worden samengeroepen na een verzoek van een opleidingsdirecteur. Artikel 131
Ordemaatregelen en tuchtsancties
Bij de vaststelling van een niet correcte houding kunnen bij wijze van ordemaatregel volgende maatregelen onmiddellijk toegepast worden na uitspraak door de verantwoordelijke medewerker van de hogeschool: a) b) c)
de waarschuwing; de uitvoering van een opgelegde taak; de wegzending bij een activiteit.
De opleidingsdirecteur van de hogeschool die op de hoogte gebracht is van een feit of houding die strijdig zijn met de goede werking van de hogeschool kan jegens de student een tuchtprocedure opstarten. De betrokken student dient hierbij te worden gehoord. De opleidingsdirecteur kan volgende beslissing nemen: d) e) f) g)
de blaam; de uitvoering van een opgelegde gemeenschapsdienst in de hogeschool; de ontzegging van het recht om tijdelijk één of meer onderwijsactiviteiten te volgen met uitzondering van de examens; de zaak voor te leggen aan de tuchtcommissie.
De beslissingen onder a), b) c) en d) zijn te beschouwen als lichte tuchtsancties die de opleidingsdirecteur autonoom kan nemen. Hiertegen is geen beroep mogelijk. De tuchtcommissie kan, nadat ze de procedure omschreven in de hierna vermelde artikelen respecteerde, volgende tuchtsancties uitspreken: a)
de blaam;
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
46
b) c) d) e)
ontzegging van het recht om verder één of meer onderwijsactiviteiten te volgen; de tijdelijke wegzending voor een periode langer dan een week; de definitieve uitsluiting voor één of meer opleidingsonderdelen; de definitieve uitsluiting.
Bij definitieve uitsluiting gedurende het academiejaar zal de student bij het zoeken naar een andere opleiding of een andere hogeschool worden bijgestaan. Artikel 132
Verdediging van de student
Geen enkele tuchtsanctie kan door de tuchtcommissie worden uitgesproken zonder dat de betrokken student is gehoord waarbij hij de gelegenheid heeft gekregen om zich te verdedigen. De betrokken student zal steeds schriftelijk geïnformeerd worden over de aard van de jegens hem overwogen maatregelen en van de gronden waarop deze gebaseerd zijn. Hij heeft recht op inzage in het volledige dossier. Hij mag zich door een persoon naar keuze laten bijstaan. In het belang van de student is het tuchtdossier niet overdraagbaar van de Arteveldehogeschool naar een andere onderwijsinstelling. Artikel 133
Uitspraak van sancties
Sancties worden uitgesproken door de tuchtcommissie mits toepassing van volgende procedure: 1° 2°
3° 4°
de opleidingsdirecteur stelt een dossier samen binnen de zeven kalenderdagen na de kennisname van de feiten; de student en een tweede persoon van zijn keuze krijgen de mogelijkheid het dossier op de hogeschool door te nemen en eventueel een kopie hiervan te laten maken; zij worden schriftelijk (aangetekend of bij gewoon schrijven dat de student tekent voor ontvangst) opgeroepen; de betrokken student wordt gehoord en krijgt de gelegenheid zich te verdedigen; binnen de veertien kalenderdagen na verhoor neemt de tuchtcommissie een beslissing over het opleggen van een tuchtmaatregel. De beslissing omtrent de tuchtmaatregel wordt aangetekend aan de betrokken student meegedeeld.
Tegen deze uitspraak kan, binnen de acht werkdagen volgend op de kennisgeving, bij de algemeen directeur schriftelijk beroep worden aangetekend. Artikel 134
Beroepsprocedure
Het hogeschoolbestuur stelt de beroepscommissie samen. De beroepscommissie bestaat uit de algemeen directeur en twee leden van het hogeschoolbestuur. Deze beroepscommissie moet worden samengeroepen, als de betrokken student schriftelijk beroep heeft aangetekend. De beroepscommissie doet binnen de zeven dagen na zitting een uitspraak. Zij kan daarbij de genomen tuchtsanctie handhaven of intrekken en een nieuwe tuchtsanctie uitspreken. De betrokken student en eventueel zijn raadsman worden vooraf gehoord door de beroepscommissie. Zij worden daartoe schriftelijk opgeroepen. De beslissing omtrent het beroep wordt bij aangetekend schrijven aan de betrokken student medegedeeld.
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
47
Deel 5 Artikel 135
Bescherming van persoonsgegevens Bescherming van persoonsgegevens
De hogeschool beschikt over enkele bestanden waarin ten behoeve van de organisatie van het onderwijs, het toegepast onderzoek en het doeltreffend functioneren van de interne en externe dienstverlening persoonsgegevens worden opgeslagen. De hogeschool volgt hierbij de bepalingen van de wet van 8 maart 1992 ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Elke persoon die zijn identiteit bewijst, heeft het recht te weten welke van zijn persoonlijke gegevens opgenomen werden en onjuiste gegevens kosteloos te doen verbeteren en verwijderen. Studenten kunnen dit recht maximaal één maal per jaar uitoefenen door schriftelijk de over hen beschikbare gegevens op te vragen. Studenten richten zich hiertoe tot hun opleidingsdirecteur. Andere mogelijke belanghebbenden richten een gemotiveerd schrijven tot de directeur onderwijs- en studentenbeleid, Arteveldehogeschool, Hoogpoort 15, 9000 Gent. De Arteveldehogeschool is geregistreerd bij de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer onder het nummer: 1168869626439.
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
48
Deel 6 Artikel 136
Slotbepaling Slotbepaling
Wijzigingen aan dit studiecontract zijn slechts mogelijk na beraadslaging in de academische raad en bij beslissing van het hogeschoolbestuur en/of het participatieforum. Indien één van deze regelingen wordt gewijzigd in de loop van het academiejaar met het oog op onmiddellijke toepassing, bevat de wijzigingsbepaling uitdrukkelijk wanneer ze in werking treedt. Deze wijziging bevat zo nodig de nodige overgangsbepalingen. Behoudens wanneer de wijziging anders bepaalt, treedt elke wijziging in met ingang van het daarop volgende academiejaar nadat de wijziging van kracht werd.
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
49
Deel 7
Arteveldelexicon
BEGRIP
DEFINITIE
Academiejaar
Een periode van één jaar die ten vroegste op 1 september en uiterlijk op 1 oktober begint en eindigt op de dag voor het begin van het volgend academiejaar.
Academische Raad
De Academische Raad is samengesteld uit vertegenwoordigers van het hogeschoolbestuur, van het personeel en van de studenten. De leden van de Academische Raad hebben recht op informatie over alle aangelegenheden met betrekking tot de hogeschool. Zij overleggen of adviseren over de onderwijskundige aspecten van de hogeschool.
Actualiseringsprogramma
Een programma dat kan worden opgelegd aan studenten die in het hoger onderwijs wensen door te stromen op grond van een creditbewijs of een bewijs van bekwaamheid dat ten minste 5 kalenderjaren eerder werd behaald.
Afstandsonderwijs
Het onderwijs dat van op afstand wordt verstrekt, waardoor de student niet aan een bepaalde plaats van onderwijsverstrekking gebonden is.
Associatie
Een associatie is een vereniging zonder winstoogmerk die bestaat uit tenminste één universiteit en één hogeschool. De Arteveldehogeschool is lid van de Associatie Universiteit Gent.
Bachelorproef
Het uitwerken van een opdracht waarvan het onderwerp betrekking moet hebben op de finaliteit van de opleiding; de bachelorproef moet gematerialiseerd worden in geschreven, audiovisuele of andere door de opleidingsdirecteur goedgekeurde vorm. De bachelorproef is een opleidingsonderdeel in het studieprogramma waarbij de onderwijsvorm en de daaraan verbonden studieactiviteiten voor het grootste deel bestaan uit het onder begeleiding opmaken van een eindproduct als projecttaak.
Basiscompetentie
De omschrijving van kennis/inzicht, vaardigheden en attitudes, waarover iedere gediplomeerde moet beschikken om op een volwaardige manier als beginnend beroepsbeoefenaar te kunnen fungeren.
Beraadslagingsverslag
Dit verslag bevat de aanwezigheidslijst en vermeldt voor elke student de genomen beslissing over het slagen voor het geheel van de betrokken opleidingsonderdelen, desgevallend de graad van verdienste, de vastgestelde examenresultaten uitgedrukt in quoteringen of deelquoteringen, desgevallend de te hernemen opleidingsonderdelen,
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
50
desgevallend het niet-bindend studieadvies en de motivatie van de genomen beslissing. Beroepsprofiel
Het beroepsprofiel bevat een beschrijving van de taken die door beroepsbeoefenaars in een specifiek beroepsveld worden uitgevoerd (taakprofiel) en de competenties die nodig zijn om deze taken uit te voeren (competentieprofiel).
Beursstudent
Een student die: a) aan de financiële voorwaarden voldoet om een studietoelage van de Vlaamse Gemeenschap te ontvangen, of b) onderdaan is van een staat behorende tot de Europese Economische Ruimte en beantwoordt aan de criteria voor het verkrijgen van een studietoelage van de Vlaamse Gemeenschap, of c) een DGOS-bursaal, een BTC-bursaal of een bursaal in de programma‟s van de ontwikkelingssamenwerking van de Vlaamse Interuniversitaire Raad is.
Bewijs van bekwaamheid
Het bewijs dat een student op grond van eerder verworven competenties (EVC‟s) of eerder verworven kwalificaties(EVK‟s) de competenties heeft verworven eigen aan: a) het niveau van bachelor in het hoger professioneel onderwijs of het academisch onderwijs, of b) het mastersniveau, of c) een welomschreven opleiding, opleidingsonderdeel of cluster van opleidingsonderdelen. Bedoeld bewijs betreft een document of een registratie.
Bijna-beursstudent
Een student die geen studietoelage van de Vlaamse Gemeenschap ontvangt, maar waarvan het referentieinkomen ten hoogste 1.240 euro boven de financiële maximumgrens bepaald in de regelgeving betreffende de studietoelagen ligt. Het bedrag van 1.240 euro wordt jaarlijks geïndexeerd.
Competentie
Een competentie is het vermogen om adequaat te functioneren in een bepaalde (beroeps)context door het kiezen en gebruiken van de passende integratie van kennis, vaardigheden en houdingen. Iemand is competent als hij het vermogen en de wil bezit om op die manier adequaat te handelen en dit ook kan aantonen.
Contactonderwijs
De onderwijsactiviteiten onder directe begeleiding van een lesgever.
Contactuur
60 minuten contactonderwijs.
CPBW
Comité voor preventie en bescherming op het werk.
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
51
Creditbewijs
De erkenning van het feit dat een student blijkens een examen de competenties, verbonden aan een opleidingsonderdeel, heeft verworven. Deze erkenning wordt vastgelegd in een document of een registratie. De verworven studiepunten, verbonden aan het betrokken opleidingsonderdeel, worden aangeduid als “credits”.
Creditcontract
Een contract aangegaan door het hogeschoolbestuur met de student die zich inschrijft met het oog op het behalen van (een) creditbewij(s)(zen) voor één of meer opleidingsonderdelen
Curriculum
Studieprogramma of opleidingsprogramma.
Deelquotering
De definitieve quotering van een leereenheid.
Diplomacontract
Een contract aangegaan door het hogeschoolbestuur met de student die zich inschrijft met het oog op het behalen van een graad of diploma.
Diplomajaar
Het academiejaar waarin de studenten alle credits van een opleiding behalen.
ECTS
European Credit Transfer and Accumulation System: creditsysteem dat mobiliteit en academische erkenning van opleidingsonderdelen binnen een Europese context mogelijk maakt.
ECTS-fiche
De ECTS-fiche van een opleidingsonderdeel bevat de onderwijskundige en organisatorische beschrijving van dat opleidingsonderdeel. Ze bevat informatie over de inhoud, doelen, competenties, lesgever(s), studiematerialen, onderwijsorganisatie, evaluatie en beoordelingscriteria.
ECTS grading scale
Europees classificatiesysteem bedoeld om resultaten, behaald binnen verschillende instellingen, te vergelijken en te transfereren naar het lokale beoordelingssysteem. Elke categorie krijgt een kwalitatieve omschrijving (A: excellent, B: very good, C: good, D: satisfactory, E: sufficient, F: fail).
Evaluatievorm
Per opleidingsonderdeel worden verschillende vormen van evaluatie onderscheiden: mondeling examen, schriftelijk examen, observatie, permanente evaluatie, presentatie,… met de daaraan verbonden eigen evaluatieactiviteiten. De evaluatievorm heeft tot doel te beoordelen in welke mate de student de vooropgestelde doelstellingen heeft bereikt en resulteert in een quotering.
Eerder verworven Competentie (EVC)
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
Een eerder verworven competentie, zijnde het geheel van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes verworven door middel van leerprocessen die niet met een studiebewijs werden bekrachtigd. 52
Eerder verworven Kwalificatie (EVK)
Een eerder verworven kwalificatie, zijnde elk binnenlands of buitenlands studiebewijs dat aangeeft dat een formeel leertraject, al dan niet binnen onderwijs, met goed gevolg werd doorlopen, voor zover het niet gaat om een creditbewijs dat werd behaald binnen de instelling en opleiding waarbinnen men de kwalificatie wenst te laten gelden.
Examen
Elke evaluatie van de mate waarin een student de competenties, verbonden aan een opleidingsonderdeel, heeft verworven.
Examencommissie
Het college dat de definitieve beslissingen neemt met betrekking tot het afgelegde studietraject van een student.
Examencontract
Een contract, aangegaan door het hogeschoolbestuur met de student die zich onder de door het instellingsbestuur bepaalde voorwaarden inschrijft voor het afleggen van examens met het oog op het behalen van: a) een graad of een diploma van een opleiding, of b) een creditbewijs voor één of meer opleidingsonderdelen.
Examenkans
Mogelijkheid om een examen af te leggen. Per inschrijving en per opleidingsonderdeel heeft een student in principe twee examenkansen.
Examenperiode
Er zijn per academiejaar drie examenperiodes. Ze worden jaarlijks vastgelegd in de academische kalender (zie bijlage 1).
Examensecretariaat
Het secretariaat dat onder leiding van de voorzitter van de examencommissie alle ondersteunende werkzaamheden voor het goed verloop, de verwerking en de nazorg van het examineren.
Examentuchtbeslissing
Een sanctie opgelegd naar aanleiding van examenfeiten.
Examinator
Elk examen of deel van een examen wordt afgenomen door de verantwoordelijke lesgever van het opleidingsonderdeel, door een lesgever die betrokken is bij de onderwijsactiviteiten van dat opleidingsonderdeel, of door diegene die hem voor het onderwijs officieel vervangen heeft. De taak van de examinator bestaat erin om ter voorbereiding van een collegiaal door de examencommissie te nemen beslissing, de bekwaamheid te evalueren die een student in een bepaald opleidingsonderdeel verworven heeft.
Gastinstelling
Een onderwijsinstelling waar de student een aantal opleidingsonderdelen volgt in het kader van een uitwisselingsprogramma en door middel van een
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
53
contract verbonden is met de Arteveldehogeschool. Gaststudent
Een student komende van een gastinstelling die door middel van een contract verbonden is met de Arteveldehogeschool.
Geïndividualiseerd traject (GIT)
Een studietraject op maat voor een bepaalde student dat afwijkt van een modeltraject. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen een persoonlijk deeltraject (PDT) en een individueel opleidingstraject (IOT), waarbij opleidingsonderdelen uit diverse opleidingen worden opgenomen.
Geslaagd zijn voor een opleidingsonderdeel
Een student slaagt voor een opleidingsonderdeel wanneer hij hiervoor ten minste 10 op 20 behaalt. Hij behaalt hierdoor een creditbewijs.
Graad
Aanduiding van bachelor, master of doctor verleend op het einde van een opleiding.
Graad van verdienste
De examencommissie kent de student de volgende graad van verdienste toe: geslaagd op voldoende wijze, met onderscheiding, met grote onderscheiding of met grootste onderscheiding.
Hogeschoolbestuur
Het instellingsbestuur van de hogeschool dat aangewezen is door de decreetgever als verantwoordelijk orgaan voor de uitoefening van de onderwijsbevoegdheden.
Hogeschooldecreet
Het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap.
Hoorcollege
In deze werkvorm doet de lesgever of gastspreker voor een groep studenten aan informatieoverdracht. Het hoorcollege is vooral gericht op overdracht en verwerking van theoretische inhouden, kennis en inzichten. Naast het ex cathedra doceren kan men gebruik maken van activeringselementen zoals zoemsessies en discussiemomenten.
Indicatieve deelscore
Een indicatieve deelscore is een score die een aanwijzing geeft in welke mate de student een deel van de competenties of basiscomponenten van een opleidingsonderdeel heeft verworven. De indicatieve deelscore is een voorlopig gegeven met het oog op houvast, remediëringskansen en het bevorderen van de studievoortgang.
Instapcursus
Voor de start van de onderwijsactiviteiten kunnen instapcursussen georganiseerd worden voor opleidingsonderdelen die een specifieke voorkennis vereisen. Voor bepaalde opleidingsonderdelen kunnen adviessessies worden georganiseerd waarin aan kandidaat-studenten gericht advies wordt verleend in verband met hun niveau van vaardigheid of kennis. Beide activiteiten vallen buiten de normale
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
54
onderwijsactiviteiten. Kwalificatie
Een studiebewijs zoals een diploma, getuigschrift, attest of certificaat dat verwijst naar de gevolgde opleiding.
Learning agreement
Overeenkomst tussen twee onderwijsinstellingen waarin het studietraject van de student bij een uitwisseling wordt vastgelegd.
Leerbegeleider
De leerbegeleider begeleidt de student bij het verwerven van vakoverschrijdende en/of vakspecifieke studievaardigheden. Deze begeleiding kan individueel of in groep gebeuren.
Leerkrediet
Het totale pakket van studiepunten dat een student gedurende zijn studieloopbaan kan inzetten voor een inschrijving onder diplomacontract voor een bacheloropleiding of een opleidingsonderdeel onder creditcontract en dat naargelang het aantal studiepunten waarvoor de student zich inschrijft en welke hij verwerft, kan evolueren.
Leereenheid
Deel van een opleidingsonderdeel waarvan een ECTSfiche bestaat.
Leertrajectbegeleider
De leertrajectbegeleider begeleidt de student bij het kiezen van een leertraject, alsook bij het systematisch en op actieve wijze reflecteren op de trajectkeuzes en het eigen trajectverloop. Hij volgt het gekozen traject van iedere student op. Hij formuleert voor iedere student een niet-bindend advies op grond van de examenresultaten ten behoeve van de examencommissie.
Lesgever
Overkoepelende benaming voor lector, praktijklector, hoofdlector, …
Materiële vergissing
Elke andere dan een juridische vergissing betreffende de juistheid van de door de student behaalde quoteringen of deelquoteringen. Het betreft m.a.w. schrijf- of rekenfouten en andere verwerkingsfouten of vergissingen die een invloed uitoefenden op de beoordeling van de student.
Modeltraject (MDT)
Een vooraf uitgetekend en aangeboden studietraject omvattende 60 of 30 studiepunten per academiejaar en dat door zijn onderwijskundige samenhang de student toelaat zijn diploma binnen de vooropgestelde minimumduur te behalen.
Module
Consistent deel van het opleidingsprogramma bestaande uit één of meerdere opleidingsonderdelen.
Normstudent
Het begrip dat het geheel van afspraken omvat over de student, die alle kenmerken inzake voorkennis, begaafdheid, motivatie en studiehabitus vertoont van de doelgroep waarop de programmering van een
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
55
opleiding is gericht. Numerieke quotering
Een geheel getal binnen het interval nul tot en met twintig (zie bijlage 3: het beoordelingskader).
Ombudsmedewerker
Persoon die optreedt als bemiddelaar bij geschillen en problemen tussen de student en één of meer personeelsleden.
Onderwijsactiviteiten
De algemene benaming voor hoor- en werkcolleges, practica, laboratoria, de aan de student individueel opgelegde werken, de stages en de examens.
Onderwijsconcept
Een beleidsverklaring die kwalitatief hoogstaand onderwijs aan de hogeschool verzekert. Het is toekomstgericht en bevat doelen voor continue onderwijsontwikkeling. Het onderwijsconcept heeft te maken met accenten en prioriteiten die men in het onderwijs wil leggen en de wijze waarop men deze wil realiseren (bijv. uitbouw van afstandleren, modulair onderwijs, probleemgestuurd onderwijs, vaardigheidsonderwijs, praktijk- en beroepsgerichtheid, samenwerkend leren, teamgericht onderwijs, integratie van ICT, wetenschappelijke onderbouw, internationalisering..). In deze zin is het een mission statement voor het onderwijs als kernproces. Het algemeen onderwijsconcept vormt de basis waarop de opleidingen specifieke opleidingsdoelen uitbouwen. Het vormt dan ook het richtsnoer voor toekomstige programmaherzieningen.
Onderwijstaal
De taal van een opleidingsonderdeel. In principe is dit het Nederlands.
Onderwijswerkvorm
Per opleidingsonderdeel worden verschillende soorten onderwijswerkvormen onderscheiden: hoorcollege, werkcollege, praktijk, stage, projecttaken, … met de daaraan verbonden eigen onderwijsactiviteiten. De onderwijswerkvorm geeft aanleiding tot leeractiviteiten zodat de vooropgestelde doelstellingen kunnen bereikt worden.
Ontheffing
Ontheffing is het mechanisme dat gebruikt wordt bij curriculumwijzigingen waarbij de reeds verworven resultaten van een student in het oude curriculum overgebracht worden naar de inschrijving in het nieuwe curriculum. Een ontheffing houdt in dat de student bepaalde onderwijsactiviteiten in het nieuwe curriculum niet meer dient te volgen. Er is geen behoud van quoteringen.
Opgenomen studiepunten
Studiepunten, verbonden aan opleidingsonderdelen, waarvoor een student zich heeft ingeschreven in een bepaald academiejaar.
Opleiding
De structurerende eenheid van het onderwijsaanbod. Zij wordt bij succesvolle voltooiing bekroond met een
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
56
diploma. Opleidingsadviesraad (OAR)
Adviesorgaan binnen een opleiding met vertegenwoordiging van het werkveld of andere deskundigen en medewerkers van het opleidingsteam.
Opleidingsdirecteur
Leidinggevende van een opleiding aangesteld door het hogeschoolbestuur. (zie bijlage 2: voorzitters van een examencommissie)
Opleidingsgids
Concrete beschrijving van het opleidingsprogramma binnen het kader van het studiecontract. De opleidingsgidsen met de opleidingskalender zijn ter beschikking op de website van de hogeschool: http://www.arteveldehs.be
Opleidingsonderdeel
Een afgebakend geheel van onderwijs-, leer- en evaluatieactiviteiten dat gericht is op het verwerven van welomschreven competenties inzake kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes.
Opleidingsprofiel
Een geordende opsomming van de specifieke basiscompetenties die binnen een opleiding worden verworven.
Opleidingsprogramma
Een samenhangend geheel van opleidingsonderdelen gericht op de verwezenlijking van welomschreven doelstellingen inzake kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes waarover degene die de opleiding voltooit, dient te beschikken; een studieprogramma of curriculum.
Opleidingsraad (OR)
Paritair samengesteld medezeggenschapsorgaan van verkozen studenten en medewerkers van een opleiding onder het voorzitterschap van de opleidingsdirecteur.
Participatieforum
Beraadslaging- en raadplegingsorgaan van de hogeschool met een gelijk aantal studentenafgevaardigden van de Algemene Studentenraad (ASR) en afgevaardigden van het hogeschoolbestuur.
Partnerinstelling
Onderwijsinstelling waarmee de hogeschool een overeenkomst heeft voor de organisatie van een gezamenlijk programma.
Periodegebonden evaluatie Een beoordeling van de studieprestaties voor een opleidingsonderdeel in de examenperiodes zoals voorzien in de opleidingskalender. Permanente evaluatie
Een regelmatige evaluatie van de studieprestaties verbonden aan een opleidingsonderdeel, in de periodes voorbehouden voor onderwijsactiviteiten zoals voorzien in de opleidingskalender.
Plagiaat
Het geheel of gedeeltelijk overnemen van andermans werk zonder dat hieraan gerefereerd wordt. Dit wordt aan de hogeschool gelijkgesteld met studiefraude en
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
57
kan dus gesanctioneerd worden. Portfolio
Een portfolio is een doelgerichte bundeling van bewijsmateriaal waaronder zowel afgewerkte producten, reflecties als procesverslagen kunnen vallen en wordt gebruikt voor het beoordelen van competenties. Reflectie - het nadenken over het eigen leren - maakt een essentieel onderdeel uit van de portfolio. De student heeft het eigenaarschap van de portfolio.
Practicum
Een practicum is gericht op het aanleren van vaardigheden. In een practicum worden vaardigheden ingeoefend, gecorrigeerd, herhaald, gevarieerd toegepast.
Praktijk
Een onderwijsactiviteit waarbij studenten beroepsgerelateerde competenties ontwikkelen. Praktijk kan plaatsvinden in een onderwijscontext (practicum, labo,…) of in een beroepscontext (studiebezoek, veldwerk,…). In tegenstelling tot stage gebeurt de instructie en begeleiding van deze onderwijsactiviteit voornamelijk door de lesgever.
Praktijkbegeleider
Persoon die in opdracht van de Arteveldehogeschool de student begeleidt tijdens de praktijk.
Proefexamen
Een verplichte onderwijsactiviteit met het oog op het versterken van de kansen tot studievoortgang. Het proefexamen kan nooit het voorwerp van beraadslaging van een examencommissie zijn.
Schakelprogramma
Een programma dat kan worden opgelegd aan een student die zich wenst in te schrijven voor een masteropleiding op grond van een in het professioneel hoger onderwijs uitgereikt bachelordiploma. Het programma beoogt de in artikel 58, § 2, 2° van het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen bedoelde algemene wetenschappelijke competenties en wetenschappelijk-disciplinaire basiskennis bij te brengen.
Semester
Een academiejaar wordt ingedeeld in twee semesters.
Stage
Een onderwijsactiviteit waarbij de student zijn competenties optimaal ontwikkelt door het uitoefenen van beroepsactiviteiten onder leiding van een stagementor op de stageplaats en onder begeleiding van een lesgever als stagebegeleider uit de hogeschool. Bij stage wordt ook zelfstudietijd voorzien voor het doelgericht voorbereiden van de stage en het opmaken van verdiepende rapporten.
Stagebegeleider
Persoon die in opdracht van de Arteveldehogeschool de student begeleidt bij de stage.
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
58
Stagementor
Persoon die in opdracht van de stageplaats de student begeleidt tijdens de stage.
Studiecontract
De bundeling van de onderwijsregeling, het examenreglement, de gedragscode en de tuchtregeling binnen de hogeschool die aan de student wordt overhandigd bij de inschrijving.
Studiegeld
Het bedrag te betalen door de student voor de deelname aan onderwijsactiviteiten en/of examens.
Studieomvang
Het aantal studiepunten toegekend aan een opleidingsonderdeel, aan een opleidingsprogramma of aan een opleiding.
Studieprogramma
Een studieprogramma of opleidingsprogramma is gebaseerd op een uitgeschreven opleidingsconcept, waarin de basisfilosofie en de voornaamste krachtlijnen van de opleiding of studierichting worden beschreven, en stoelt op het onderwijsconcept van de hogeschool. Een studieprogramma bestaat uit opleidingsonderdelen, die een gecoördineerd geheel vormen van onderwijsactiviteiten met daaraan verbonden studieactiviteiten. In een studieprogramma worden de opleidingsonderdelen van de opleiding of optie beschreven inzake de kernleerdoelen, de leerinhouden, de onderwijswerkvormen, de studiemiddelen, het examensysteem, de optiedekking van opleidingsonderdelen, de contacturen bij de gehanteerde werkvormen, de studietijden en de eraan gekoppelde studiepunten.
Studiepunt (STP)
Een binnen de Vlaamse Gemeenschap aanvaarde internationale eenheid die overeenstemt met ten minste 25 en ten hoogste 30 uren studietijd.
Studietijd
De in uren weergegeven tijd die van de normstudent wordt gevergd om de voorgeschreven onderwijs-, leer- en evaluatieactiviteiten van een opleidingsonderdeel, een opleidingsprogramma of een opleiding af te ronden.
Studietraject
De wijze waarop het opleidingsprogramma wordt geordend. Elke opleiding biedt één of meer modeltrajecten voor zijn studenten aan, daarnaast kunnen geïndividualiseerde trajecten per student worden overeengekomen.
Studievoortgangsbeslissing De beslissing dat een student al of niet voortgang kan maken in zijn studies. Onder studievoortgangsbeslissing wordt verstaan: een examenbeslissing, een examentuchtbeslissing, de toekenning van een vrijstelling of van een bewijs van bekwaamheid, het opleggen van een maatregel van studievoortgangsbewaking. Studievoortgangsbewaking Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
Het bewaken door de hogeschool van de normale 59
studievoortgang bij elke student. Hiertoe kan de Arteveldehogeschool de inschrijving afhankelijk maken van bindende of niet-bindende voorwaarden. Toelatingsonderzoek
Het onderzoek om te bepalen of kandidaat-studenten die niet voldoen aan de algemene toelatingsvoorwaarden toelating kunnen verkrijgen om zich in te schrijven voor een bacheloropleiding. Dit onderzoek wordt geregeld door de Validerende Instantie van de Associatie Universiteit Gent.
Vakantie voor studenten
Deel van het academiejaar waarin noch onderwijsactiviteiten noch examens worden georganiseerd, met name de zomervakantie en de overige reglementaire vakantiedagen (zie bijlage 1: academische kalender).
Verworven studiepunten
Studiepunten, verbonden aan de opleidingsonderdelen, waarvoor een student een creditbewijs heeft ontvangen.
Volgtijdelijkheid
De door het hogeschoolbestuur bepaalde regels inzake het gevolgd hebben van of geslaagd zijn voor een opleidingsonderdeel of een opleiding vooraleer een student een examen kan doen over een ander opleidingsonderdeel of een andere opleiding.
Voltijds studietraject
Een studietraject dat de student in staat stelt om per academiejaar een studieprogramma te voltooien van ten minste 54 en ten hoogste 66 studiepunten.
Vrijstelling
De opheffing van de verplichting om over een opleidingsonderdeel, of een deel ervan, examen af te leggen. Er is geen behoud van quoteringen.
Werkcollege
Combinatie van informatieoverdracht en in interactie treden met de studenten. De lesgever geeft een inleiding op de leerinhoud en begeleidt studenten bij het uitvoeren van de leertaken. Studenten zijn vooral zelf aan het werk en de lesgever heeft gelegenheid (individueel) op studenten te reageren. De nadruk ligt op het interactieve karakter. Daarom is het aangewezen dat het contactonderwijs plaatsvindt in groepen van beperkte grootte.
Werkstudent
Een student die aan al de volgende voorwaarden beantwoordt: hij is in het bezit van een bewijs van tewerkstelling in dienstverband met een omvang van tenminste 80 uren per maand, of hij is in het bezit van een bewijs van uitkeringsgerechtigde werkzoekende en de opleiding kadert binnen het door de gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling voorgesteld traject naar werk; hij is nog niet in het bezit van een tweede cyclusdiploma of masterdiploma;
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
60
hij is ingeschreven in een studietraject met specifieke onderwijs- en leervormen. Zorgcoördinator
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
De persoon in een opleiding die voor studenten met een functiebeperking of met een zorg het aanspreekpunt is. Hij bereidt het leertraject voor. Hij zoekt in samenspraak met de student en met respect voor diens privacy naar redelijke onderwijs- en examenfaciliteiten en volgt deze op.
61
Deel 8 Bijlage 1
Bijlagen Kalender van het academiejaar 2008-2009
Woensdag 17/09/2008 t.e.m. vrijdag 19/09/2008
Introductiedagen
Maandag 22/09/2008
Start eerste semester
Maandag 22/09/2008 t.e.m. vrijdag 19/12/2008
13 weken onderwijsactiviteiten
Donderdag 30/10/2008 en vrijdag 31/10/2008
Herfstvakantie: collectieve sluiting
Maandag 10/11/2008 en dinsdag 11/11/2008
Brugdag en feestdag Wapenstilstand: collectieve sluiting
Maandag 22/12/2008 t.e.m. vrijdag 02/01/2009
2 weken kerstperiode
Woensdag 24/12/2008 t.e.m. vrijdag 02/01/2009
Kerstvakantie: collectieve sluiting
Maandag 05/01/2009 t.e.m. vrijdag 30/01/2009
Examenperiode eerste semester (eerste examenkans), incl. deliberatie, bekendmaking en nabespreking van de examenresultaten met de studenten
Maandag 02/02/2009 t.e.m. vrijdag 06/02/2009
Intersemesterperiode
Maandag 09/02/2009
Start tweede semester
Maandag 09/02/2009 t.e.m. vrijdag 02/04/2009
8 weken onderwijsactiviteiten
Maandag 23/02/2009
Carnavalvakantie: collectieve sluiting
Zaterdag 07/03/2009
Infodag 1 (10.00 – 17.00 uur)
Maandag 06/04/2009 t.e.m. vrijdag 17/04/2009
2 weken paasperiode
Maandag 13/04/2009 t.e.m. vrijdag 17/04/2009
Paasvakantie: collectieve sluiting
Maandag 20/04/2009 t.e.m. vrijdag 29/05/2009
6 weken onderwijsactiviteiten
Zaterdag 25/04/2009
Infodag 2 (10.00 – 17.00 uur)
Donderdag 30/04/2009
Onderwijsdag voor alle medewerkers
Vrijdag 01/05/2009
Feest van de Arbeid: collectieve sluiting
Donderdag 21/05/2009 en vrijdag 22/05/2009
Hemelvaartdag en brugdag: collectieve sluiting
Maandag 01/06/2009
Pinkstermaandag: collectieve
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
62
sluiting Dinsdag 02/06/2009 t.e.m. dinsdag 30/06/2009
Examenperiode tweede semester (eerste examenkans), incl. deliberatie, bekendmaking en nabespreking van de examenresultaten met de studenten
Zaterdag 27/06/2009
Infodag 3 (10.00 – 17.00 uur)
Woensdag 01/07/2009
Aanvang zomerperiode
Maandag 13/07/2009 t.e.m. woensdag 12/08/2009
Zomervakantie: collectieve sluiting
Maandag 17/08/2009 t.e.m. vrijdag 11/09/2009
Derde examenperiode (tweede examenkans),incl. deliberatie, bekendmaking en nabespreking van de examenresultaten met de studenten
Zaterdag 05/09/2009
Infodag 4 (10.00 – 17.00 uur)
Woensdag 09/09/2009 t.e.m. dinsdag 15/09/2009
Instapcursussen voor studenten
Woensdag 16/09/2009 t.e.m. vrijdag 18/09/2009
Introductiedagen AJ 2009-2010
Maandag 21/09/2009
Start academiejaar 2009-2010
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
63
Bijlage 2 Lijst met de namen en contactgegevens van de voorzitters van de examencommissies
Voorzitter van de examencommissies Bachelor in het bedrijfsmanagement en Voorzitter van de examencommissies Bachelor in office management William Van Vooren Campus Sint-Pietersnieuwstraat, Sint-Pietersnieuwstraat 160, 9000 Gent e-mail:
[email protected]
Voorzitter van de examencommissies Bachelor in het communicatiemanagement en Voorzitter van de examencommissies Bachelor in de journalistiek Rik Adriaens Campus Bijlokehof, Bijlokehof 4, 9000 Gent e-mail:
[email protected]
Voorzitter van de examencommissies Bachelor in de ergotherapie, Voorzitter van de examencommissies Bachelor in de logopedie en audiologie, Voorzitter van de examencommissies Bachelor in de podologie en Voorzitter van de examencommissies Bachelor na bachelor in de creatieve therapie Jeroen Martens Campus Sint-Lievenspoortstraat, Sint-Lievenspoortstraat 143, 9000 Gent e-mail:
[email protected]
Voorzitter van de examencommissies Bachelor in de grafische en digitale media Luk Bouters Campus Mariakerke, Industrieweg 232, 9030 Mariakerke e-mail:
[email protected]
Voorzitter van de examencommissies Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs Caroline Detavernier Campus Sint-Amandsberg, Joseph Gerardstraat 18, 9040 Sint-Amandsberg e-mail:
[email protected]
Voorzitter van de examencommissies Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs, Voorzitter van de examencommissies Bachelor na bachelor in het onderwijs: zorgverbreding en remediërend leren en Voorzitter van de examencommissies Bachelor na bachelor in het onderwijs: buitengewoon onderwijs Mark Pâquet Campus Kattenberg, Kattenberg 9, 9000 Gent e-mail:
[email protected]
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
64
Voorzitter van de examencommissies Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs Hilde Meysman Campus Kattenberg, Kattenberg 9, 9000 Gent e-mail:
[email protected]
Voorzitter van de examencommissies Bachelor in het sociaal werk Kris Thienpont Campus Sint-Anna, Sint-Annaplein 31, 9000 Gent e-mail:
[email protected]
Voorzitter van de examencommissies Bachelor in de verpleegkunde en Voorzitter van de examencommissies Bachelor in de vroedkunde Claire Nuyttens Campus Brusselsepoort, Brusselsepoortstraat 93, 9000 Gent e-mail:
[email protected]
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
65
Bijlage 3 N AHS
Beoordelingskader ECTS Grade
ECTSomschr.
Minimale beoordelingsCriteria
Extra beoordelingscriteria
Aanvullende persoonlijke, creatieve en kritische benadering van de leerinhoud.
CB
16-20
A
Uitstekend
Voldoet aan de minimale beoordelingscriteria
Voldoet in ruime mate aan extra beoordelingscriteria
EN
Geeft blijk van een aanvullende persoonlijke, creatieve en kritische benadering van de leerinhoud en buitengewone diepgang en is extra gedocumenteerd
+
14-15
B
Zeer goed
Voldoet aan de minimale beoordelingscriteria
Voldoet aan extra beoordelingscriteria
EN
Geeft blijk van een aanvullende persoonlijke, creatieve en kritische benadering van de leerinhoud
+
12-13
C
Goed
Voldoet aan de minimale beoordelingscriteria
Voldoet aan extra beoordelingscriteria
OF
Geeft blijk van een aanvullende persoonlijke, creatieve en kritische benadering van de leerinhoud, maar niet consistent
+
11
D
Bevredigend
Voldoet aan de minimale beoordelingscriteria
Voldoet in beperkte mate aan extra beoordelingscriteria
OF
Geeft enkele aanzetten tot een aanvullende persoonlijke, creatieve en kritische benadering van de leerinhoud
+
10
E
Voldoende
Voldoet aan de minimale beoordelingscriteria
Voldoet niet aan extra beoordelingscriteria
EN
Geeft geen aanvullende blijk van persoonlijke, creatieve en kritische benadering van de leerinhoud
+
Bepalingen met betrekking tot de deliberatie 9
FX
Niet geslaagd (beperkte tekorten)
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
Voldoet net niet aan de minimale beoordelingscriteria (minimaal 90% maar geen 100% bereikt)
De student ontvangt voor dit opleidingsonderdeel in ieder geval geen creditbewijs, zelfs niet na deliberatie.
66
-
7-8
FX
Niet geslaagd (beperkte tekorten)
Voldoet niet aan de minimale beoordelingscriteria (70-90% bereikt)
2-6
F
Niet geslaagd
Voldoet niet aan de minimale beoordelingscriteria (minder dan 70% bereikt)
Code 1
F
Niet geslaagd
Deelgenomen zonder de intentie aan de beoordelingscriteria te voldoen.
Code 0
F
Niet geslaagd
Niet deelgenomen
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
Dergelijk tekort valt eventueel binnen het deliberatievenster indien de student over een ruim pakket opleidingsonderdelen examen heeft afgelegd en een klein aantal tekortpunten heeft. De student ontvangt voor dit opleidingsonderdeel in ieder geval geen creditbewijs, zelfs niet na deliberatie. Dergelijk tekort valt niet binnen het deliberatievenster.
De student heeft deelgenomen aan het examen en/of de praktijk, zonder de intentie aan te geven aan beoordelingscriteria te voldoen (zgn. “proforma” of blanco evaluatie). De student heeft niet deelgenomen aan het examen en/of de praktijk.
67
-
-
-
-
Bijlage 4
Verzekering studenten
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
68
Bijlage 5
E-mailetiquette
De deontologie in zijn algemeenheid verstuur nooit geheime informatie per e-mail. E-mailverkeer is nooit volledig geheim. Censuur en hacken zijn altijd mogelijk verstuur geen kwetsende of beledigende opmerkingen naar anderen. Reageer niet op verbale aanvallen in elektronische vorm wees voorzichtig met sarcasme en humor. Belangrijke non-verbale communicatie ontbreekt immers bij elektronische communicatie. „Smilies‟ kunnen een nuance leggen maar ook misbegrepen worden ;-( let op met voornaamwoorden, gebruik liever „mijn buurman‟ dan „hem‟ het gebruik van leesbevestiging (een melding die naar de afzender van de e-mail verstuurd wordt op het moment dat de ontvanger de betreffende e-mail leest) wordt als een inbreuk op de privacy beschouwd. Gebruik dit eerder uitzonderlijk print je e-mails niet uit als het niet echt nodig is. Denk aan het milieu. Sla ze op in mappen en archiveer verstuur geen e-mail die de hogeschool in diskrediet kan brengen (copyright, fraude, obsceniteiten enz…) commercieel gebruik van je Artevelde e-mailaccount is niet toegestaan voor strikt privé mailverkeer gebruik je best een (gratis) e-mailadres dat je bij één van de vele mailaanbieders als Microsoft, Google, Yahoo, … kunt aanvragen
De deontologie rond het informeren wees zeer selectief in het doorsturen van e-mails, viruswaarschuwingen zijn bijna altijd nep. Bij twijfel kan je de helpdesk bevragen (
[email protected]) doe niet aan mailboxvervuiling, verstuur geen e-mail of reply naar een persoon of distributielijst reply to all (groepsadres) als het bericht voor die persoon of distributielijst niet relevant is. Lees de namen van uw geadresseerden na indien in een e-mail activiteiten van andere personen besproken worden, is het wenselijk je e-mail ook in cc naar deze personen te sturen. Zeker als het gaat over nog uit te voeren of in uitvoering zijnde taken Aan: betekent directe aanspreking en reactie verwacht CC: betekent ter informatie en geen reactie verwacht BCC: behalve ter bescherming van een groep e-mailadressen onethisch en liefst niet te gebruiken zet niet alle adressen op de plaats van de bestemmeling. Een uitgebreid adressenbestand zet je wel in BBC om het genereren van spam via via te vermijden houd je bericht kort en zakelijk, maximum 70 karakters per lijn, 15 à 20 woorden, korte zinnen, niet alle details zijn nodig. Kies zorgvuldig je woorden. KISS: Keep It Short and Simple! witregels en paragrafen zorgen voor duidelijkheid. Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
69
laat in een reply-mail enkel de relevante voorgaande communicatie staan zodat alle geadresseerden de context kunnen begrijpen. Durf de aangehaalde boodschap inkorten. Hou er rekening mee dat anders onnodige lange mailberichten kunnen ontstaan! respecteer copyright en licentiebepalingen. Vermeld altijd je bronnen en referenties beperk je tot één onderwerp per bericht. Meerdere onderwerpen in een mail maken het klasseren en opzoeken achteraf veel moeilijker. Indien je dit toch doet gebruik dan aparte alinea‟s voor verschillende onderwerpen stuur berichten die niet voor jou bestemd zijn zo vlug mogelijk naar de betrokken perso(o)n(en) en/of afzender door indien er via e-mail een bespreking gevoerd wordt tussen een groep personen, stuur dan je relevant antwoord steeds naar alle betrokken personen
Het praktische gebruik van elektronische communicatie lees (of controleer) regelmatig je e-mail en beantwoord berichten die duidelijk om antwoord vragen regelmatig en binnen 24 uur gebruik in je correspondentie met collega‟s van de Arteveldehogeschool zoveel mogelijk het algemene Artevelde-adresboek in Outlook om te voorkomen dat je foutieve of verouderde e-mailadressen gebruikt hou je aan de richtlijnen betreffende mailboxlimiet (10 MB) op onze hogeschool het „onderwerp‟ veld moet beknopt en betekenisvol ingevuld worden mailberichten bevatten een gepaste aanspreektitel en beleefde afsluitzin reageer nooit onmiddellijk op een vervelend bericht, formuleer eventueel een antwoord maar sla het op in je concepten of als klad en laat het even bezinken vooraleer je het geruime tijd later herleest en eventueel verzend. Misschien pas je de taal aan of verzend je het bericht niet meer. Een persoonlijk gesprek klaart conflictsituaties beter uit dan een email die je alsnog alleen aan de betrokkene stuurt wat in de ruimte van het berichtvenster kan geschreven worden moet niet via een attachment worden verstuurd beperk het aantal attachments, beter alle bijlagen, indien mogelijk, in één PDFdocument plaatsen voeg geen vcard toe als bijlage gebruik liefst geen maar indien echt nodig enkel bestaande en algemeen gekende afkortingen ter bevordering van de leesbaarheid van je bericht gebruik enkel hoofdletters voor de aanvang van een zin. HOOFDLETTERS = schreeuwen en agressie. Wil je een woord *benadrukken* dan plaats je dit beter in vet of cursief of eventueel tussen sterretjes zet onderaan je e-mailberichten je coördinaten (naam, opleiding, dienst en hoe je te bereiken bent). Maximum 7 lijntjes gebruik uitzonderlijk de hoogste prioriteit voor het versturen van een berichtje gebruik correcte taal in formele e-mails en herlees altijd je e-mail voor je hem verzendt gebruik altijd de afwezigheidassistent in Outlook om inkomende berichten automatisch te laten beantwoorden indien je voor een bepaalde tijd afwezig bent Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
70
gebruik hyperlinks/referenties naar websites/informatiebronnen in plaats van de inhoud ervan op te nemen in je e-mailbericht vermijd in het onderwerp het gebruik van speciale karakters en tekens (é, à, ç, &, {,…). Niet alle e-mailprogramma‟s kunnen deze goed ontvangen/afdrukken.
Wat in verband met “groepsadressen” vermijd het versturen van berichten met grote bijlagen (attachments), in het bijzonder naar distributielijsten vermijd het versturen van niet relevante berichten met een te hoge frequentie (bijvoorbeeld dagelijkse “quotes”) vermijd het versturen van berichten zodra je weet dat je correspondent geruime tijd zijn mailbox niet zal consulteren verstuur nooit kettingbrieven, hoe goed bedoeld ze ook lijken
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
71
Bijlage 6 Aanvaardbaar gebruik van de ICT-infrastructuur aan de Associatie Universiteit Gent & partnerinstellingen
Algemeen De computernetwerken van de partnerinstellingen van de Associatie Universiteit Gent (AUGent) zijn bestemd voor onderwijs en onderzoek en voor activiteiten ter ondersteuning daarvan. Het netwerk van de AUGent & partnerinstellingen is aangesloten op BELNET, het Belgische onderzoeksnetwerk. Er is een Acceptable Use Policy (AUP) die bepaalt wat wel en niet toegelaten is op BELNET. Deze AUP is beschreven in het document AUP Belnet (Aanvaardbaar gebruik van de BELNET toegang, zie bijlage). Wanneer men het netwerk gebruikt, dient men dus niet alleen rekening te houden met de regels voor goed gebruik van het netwerk van de AUGent & partnerinstellingen, maar ook met de AUP van BELNET.
Definities De AUGent & partnerinstellingen: De vzw. AUGent en de partnerinstellingen Universiteit Gent, Hogeschool Gent, Arteveldehogeschool en Hogeschool West-Vlaanderen. Student
Elke student die ingeschreven is aan de partnerinstellingen van de AUGent
Personeelslid
Iedereen die in statutair of contractueel verband werkt voor de AUGent & partnerinstellingen.
Gebruiker
Elke persoon en organisatie die op een of andere manier gebruik maakt van de ICT-infrastructuur van de AUGent & partnerinstellingen, in het bijzonder studenten en personeelsleden.
ICT-infrastructuur
hiermee wordt zowel de fysieke apparatuur als de ICT-diensten (inclusief thuisgebruik via VPN) bedoeld.
ICT-beheerder(s)
verantwoordelijken voor het onderhoud en het goed functioneren van de ICT-infrastructuur.
Ongeoorloofd gebruik 1.
De ICT-infrastructuur mag niet gebruikt worden om ongeoorloofde informatie te verwerven, te verwerken, te verspreiden of op te slaan. Hieronder wordt onder meer verstaan:
1.1. Informatie die in strijd is met de wet, in het bijzonder (doch niet beperkt tot):
informatie die in strijd is met de wetgeving op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;
informatie die in strijd is met de wetgeving over het auteursrecht en andere intellectuele rechten;
informatie die in strijd is met de wetgeving ter bestrijding van racisme of die beledigend of lasterlijk is voor anderen;
informatie die in strijd is met de wetgeving over de bescherming van de goede zeden.
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
72
1.2. Informatie die de AUGent & partnerinstellingen schaadt, in het bijzonder (doch niet beperkt tot):
informatie die het imago van de AUGent & partnerinstellingen schendt, of haar moreel of economisch kan schaden;
informatie die vertrouwelijk is of die wegens de aard ervan als vertrouwelijk moet beschouwd worden.
1.3. Informatie die hinderlijk is voor anderen, in het bijzonder (doch niet beperkt tot):
informatie die aanstootgevend is voor anderen omdat ze tegen de algemeen geldende fatsoenregels indruist;
aan grote groepen personen ongewenste elektronische post, berichten of kettingbrieven sturen.
2.
Volgende handelingen zijn expliciet verboden:
2.1. Software installeren en/of gebruiken waarvoor men geen licentie heeft of op een wijze die in strijd is met de licentievoorwaarden van die software. Dit is van toepassing op de apparatuur die deel uitmaakt van de ICT-infrastructuur van de AUGent & partnerinstellingen. Software die ter beschikking gesteld wordt door de AUGent & partnerinstellingen mag niet getransfereerd worden naar eigen apparatuur zonder expliciete toestemming van een ICT-beheerder. De partnerinstellingen van de AUGent kunnen autonoom optreden tegen gebruikers waarvan vermoed wordt dat zij illegale software gebruiken en/of verspreiden. 2.2. Het installeren van software op apparatuur die deel uitmaakt van de ICTinfrastructuur van de AUGent & partnerinstellingen, zonder voorafgaandelijke toestemming van de ICT-beheerder, verantwoordelijk voor het betreffende deel van de ICT-infrastructuur. 2.3. Wijzigen van de structuur of de configuratie van de ICT-infrastructuur zonder voorafgaandelijke toestemming van de ICT-beheerder, verantwoordelijk voor het betreffende deel van de ICT-infrastructuur. 2.4. Acties ondernemen die strafbaar zijn in het kader van de wet van 28 november 2000 inzake informaticacriminaliteit. Onder andere vallen hieronder:
het omzeilen van interne en externe systeem- en netwerkbeveiligingen;
het ontwerpen en/of het installeren van schadelijke software op apparatuur die deel uitmaakt van de ICT-infrastructuur van de AUGent & partnerinstellingen;
willens en wetens ongeëigende en ongeoorloofde toegang forceren tot systemen waartoe men niet geautoriseerd is;
informatie onderscheppen (of pogingen daartoe) die niet voor zichzelf bedoeld is;
een valse identiteit aannemen op het netwerk.
2.5. De ICT-infrastructuur van de AUGent & partnerinstellingen gebruiken voor commerciële of politieke activiteiten. 2.6. Het actief opsporen van zwakheden in de beveiliging of het testen van de maximum capaciteit van gelijk welk onderdeel van de ICT-infrastructuur van de AUGent & partnerinstellingen. In het algemeen, het opzettelijk genereren van extreme belastingen zonder functionele noodzaak. 2.7. Systeeminformatie, systeemconfiguratie, toepassingsprogramma‟s of bestanden wijzigen of doorgeven aan derden indien men daarvoor vanwege de aard van zijn functie niet is gerechtigd.
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
73
Verantwoordelijkheden van de gebruiker 3.
Het in goede toestand bewaren van de ICT-infrastructuur die ter beschikking wordt gesteld, inclusief een actieve deelname aan de beveiliging van deze ICT-infrastructuur.
3.1. Wanneer een gebruiker meent een defect of slecht functionerend onderdeel van de ICT-infrastructuur van de AUGent & partnerinstellingen te kennen, moet hij dit zo snel mogelijk melden aan de ICT-beheerder verantwoordelijk voor het betreffende deel van de ICT-infrastructuur. Hetzelfde geldt als een gebruiker een tekortkoming in de beveiliging van de ICT-infrastructuur van de AUGent & partnerinstellingen ontdekt. Anderen mogen hiervan niet op de hoogte gebracht worden. Het uitbuiten van deze zwakheden wordt beschouwd als ongeoorloofd gebruik. 3.2. Het niet onbeheerd achterlaten van de ter beschikking gestelde ICT middelen en het nemen van voldoende veiligheidsmaatregelen om diefstal ervan maximaal te verhinderen. Bij het verlaten van apparatuur waarop men ingelogd is, moet de gebruiker uitloggen of de apparatuur op zodanige manier vergrendelen dat enkel de gebruiker zelf of een ICT-beheerder er terug kan op inloggen. Dit om te voorkomen dat anderen zijn/haar identiteit kunnen aannemen. 3.3. Het steeds werken met een operationele recente virusscanner. 3.4. Het respecteren van de limieten vastgelegd op mailbox of file-server waarbij er, op regelmatig basis door de gebruiker, overbodige mails/files opgeruimd of gearchiveerd worden. 4.
Bij communicatie zal de gebruiker altijd duidelijk zijn naam vermelden. Tevens moet de gebruiker, die beschikt over een e-mail adres van de AUGent & partnerinstellingen, dit adres gebruiken bij communicatie en de corresponderende postbus op een regelmatige basis controleren.
5.
Indien gegevens op lokale harde schijven geplaatst worden, moet zelf gezorgd worden voor de noodzakelijke reservecopie (backup) en beveiliging.
Gebruikersnamen en wachtwoorden Toegang tot de ICT-infrastructuur wordt verleend op basis van een gebruikersnaam en een wachtwoord. Hierbij moeten volgende regels in acht genomen worden:
het wachtwoord mag niet eenvoudig te achterhalen zijn en moet regelmatig veranderd worden.
verspreiding van het wachtwoord is verboden. Wie onvoorzichtig omspringt met zijn paswoord, kan voor de misbruiken verantwoordelijk gesteld worden.
niemand mag zijn wachtwoord aan derden doorgeven en/of door derden laten gebruiken. Het is verboden wachtwoorden van anderen te proberen achterhalen.
Toezicht, controle en sancties De ICT-infrastructuur van de AUGent & partnerinstellingen wordt gecontroleerd om de goede werking ervan te kunnen verzekeren en om misbruik op te sporen en te voorkomen. Elke partnerinstelling kan autonoom controle uitoefenen en mogelijke sancties bepalen. Het toezicht en controles gebeuren conform CAO81. Mogelijke sancties bij vaststelling van een inbreuk op dit reglement zijn:
al dan niet tijdelijke beperking van de toegang tot bepaalde delen van de ICTinfrastructuur;
tijdelijk of definitief verbod tot het gebruik van de ICT-infrastructuur;
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
74
betaling van de kosten voortvloeiend uit het misbruik.;
indien het misbruik een strafrechtelijk feit betreft, kunnen de betrokkenen voor die feiten tevens gerechtelijk worden vervolgd, ongeacht eventuele schadevorderingen;
gegevens, onder gelijk welke vorm (bestanden, e-mails, gegevensdragers, databases,…) die toehoren aan de betreffende gebruiker kunnen worden geïnspecteerd en in beslag genomen;
alle andere sancties zoals vermeld in reglementeringen van de AUGent & partnerinstellingen.
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
75
Bijlage 7
Aanvaardbaar gebruik van de belnet-toegang
a) De KLANT verbindt er zich toe conform de normen en protocols van Internet te handelen. b) De KLANT mag het BELNET-netwerk uitsluitend met strikt wettelijke bedoelingen gebruiken. Ieder gebruik dat de Belgische of internationale wetgeving schendt, is verboden Als lid van de categorie A van ISPA België (Vereniging van de Internet Service Providers), onderschrijft BELNET het «Samenwerkingsprotocol ter bestrijding van ongeoorloofde handelingen op Internet» volledig. Indien er vermoedens bestaan van een onwettelijke actie door de KLANT, zal BELNET binnen het strikte kader dat door de wet wordt voorgeschreven, met de gerechtelijke macht samenwerken om haar onderzoeksplicht te vergemakkelijken. c) Het is verboden van de diensten van BELNET gebruik te maken voor iedere activiteit die: niet-geoorloofde toegang tot de gegevens van een derde mogelijk maakt; schade toebrengt aan de activiteit van BELNET of het Internet in het algemeen, het gebruik of de performantie van de internetdienst voor andere gebruikers in gevaar brengt; kan leiden tot de verspilling van middelen (personeel, netwerken, informatica); kan leiden tot de gedeeltelijke of complete vernietiging van de integriteit van de informaticagegevens; die de privacy van de gebruikers kan aantasten; die tot doel heeft om berichten over het netwerk te versturen die onder de categorie “lastigvallen” of “ongewenste post” vallen. d) Het gebruik van BELNET is voorbehouden voor de openbare diensten, voor het onderwijs en voor onderzoeksdoeleinden. Het gebruik met commerciële bedoelingen en het intensieve gebruik voor persoonlijke doeleinden zijn verboden. e) De KLANT is verantwoordelijk voor de levering van de Internet-dienst aan zijn eigen gebruikers, en dan meer bepaald voor de opstelling van interne toegangsprocedures tot BELNET via zijn lokaal netwerk. Het beheer van dit lokaal netwerk valt eveneens onder de bevoegdheid van de KLANT. In dit kader moet de KLANT zichzelf beschermen tegen pogingen tot inbraak door een derde via BELNET. f) De KLANT neemt de nodige maatregelen om ieder misbruik van BELNET door zijn eigen gebruikers tegen te gaan. Hiertoe brengt hij hen op de hoogte van deze regels van aanvaardbaar gebruik. Indien het BELNET-netwerk op een verkeerde manier wordt gebruikt, zal de KLANT op een actieve manier en zo snel mogelijk met BELNET samenwerken om de oorzaak van dit misbruik op te sporen en er een einde aan te stellen. Indien het misbruik blijft voortduren, zullen er nadien acties worden ondernomen die kunnen leiden tot de schorsing van de dienstverlening aan de KLANT. De Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
76
schorsing eindigt op het moment dat de voorgeschreven gebruikersregels terug worden gerespecteerd.
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
77
Bijlage 8
Reglement Arteveldemediatheken
Toegankelijkheid 1
De Arteveldemediatheken zijn vrij toegankelijk.
2
De openingstijden van de mediatheken worden aangekondigd op de Arteveldewebsite.
Uitlenen 3
Studenten en medewerkers van de Arteveldehogeschool en van de Associatie UGent kunnen met hun studenten- of personeelskaart materialen uitlenen. Externe gebruikers kunnen zich op vertoon van een geldig legitimatiebewijs laten registreren en een lenerskaart aankopen. Daarmee kunnen gedurende één jaar materialen uitgeleend worden. De kaarten zijn geldig in alle Arteveldemediatheken.
4
Uitleningen zijn persoonlijk en moeten aan de uitleenbalie geregistreerd worden. Elke lener is verantwoordelijk voor het materiaal dat op zijn naam genoteerd staat.
5
De uitleenfaciliteiten verschillen per mediatheek. Alle uitleningen kunnen verlengd worden, tenzij het materiaal door een andere gebruiker gereserveerd is. Materialen verlengen en reserveren kan ter plaatse, telefonisch of via e-mail.
6
Voor te laat teruggebrachte werken wordt een boete aangerekend. De kosten voor de aanmaning vallen ten laste van de lener. Bij herhaalde overschrijding van de uitleentermijnen kan het mediatheekpersoneel het recht op uitlenen inperken.
7
De lener moet zorg dragen voor de materialen. Bij het uitlenen moet hij de materialen op beschadiging controleren en eventuele problemen melden, zoniet kan hij aansprakelijk gesteld worden. Bij verlies of ernstige beschadiging wordt een vergoeding gevraagd. Het mediatheekpersoneel bepaalt het bedrag.
Faciliteiten 8
Voor informatie en hulp kan de gebruiker een beroep doen op het mediatheekpersoneel.
9
Elke mediatheek beschikt over kopieer- en printfaciliteiten. Voor het kopiëren van materiaal wijzen wij de gebruikers op de wetgeving betreffende het auteursrecht.
10
In alle mediatheken staan computers met internetaansluiting. Ze zijn uitsluitend bedoeld voor onderwijs- en studiedoeleinden. Studenten en medewerkers van de Arteveldehogeschool kunnen inloggen met hun persoonlijke account en krijgen zo toegang tot hun mailbox, homefolder en netwerkbronnen. De gebruikers verklaren zich akkoord met de deontologische regels, opgesteld door de dienst ICT. Het document is beschikbaar op de Arteveldewebsite: www.arteveldehs.be
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
78
Attitude 11
De mediatheek is een lees-, werk- en studieruimte. De gebruiker houdt daar rekening mee en zorgt voor een rustige studiesfeer. Gsm‟s en geluidsapparaten moeten uitgeschakeld worden. Bij ongepast of storend gedrag kan het mediatheekpersoneel de gebruiker de toegang tot de mediatheek ontzeggen.
12
Na het kopiëren of raadplegen zet de gebruiker de materialen op de juiste plaats terug.
13
Jassen en tassen worden achtergelaten op de voorziene bergplaatsen.
14
Eten en drinken is niet toegelaten in de mediatheek.
Betwisting en sanctionering 15
Alle onvoorziene gevallen worden door het mediatheekpersoneel geregeld.
16
Wie de mediatheek gebruikt, verklaart zich akkoord met het reglement. Overtredingen kunnen aanleiding geven tot sancties. Zware overtredingen worden voorgelegd aan de opleidingsdirectie. Het orde- en tuchtreglement uit het studiecontract van de Arteveldehogeschool is hierop van toepassing. Ernstige inbreuken kunnen aanleiding geven tot het opstarten van een gerechtelijke procedure.
Sc 20082009 – MAANDAG 05 MEI 2008
79