Een studie van de BFF en Carré Associates
Studie over de franchisesector en commerciële samenwerkingsovereenkomsten in België m a a r t 2 0 07
inhoudstafel Executive summary ................................................................................................................... 4 Voorwoord ................................................................................................................................ 5 1. Methodologie . ....................................................................................................................... 6 2. Franchise creërt werkgelegenheid .......................................................................................... 7 3. Diversiteit van gecreëerde werkgelegenheid . ......................................................................... 10 4. Franchise: een opleiding ....................................................................................................... 13 5. De franchisenemers: vooral een geestesgesteldheid ............................................................... 15 6. De franchise: werkzekerheid . ................................................................................................ 17 7. De financiering ..................................................................................................................... 18 8. De gevolgen van de wet Laruelle ........................................................................................... 20 9. Franchise: een goede keuze? . ............................................................................................... 21 Dankbetuigingen ..................................................................................................................... 23
AVEC LE SOUTIEN DU MINISTRE DE L'ECONOMIE, DE L'EMPLOI ET DU COMMERCE EXTERIEUR
2
[ Een studie van BFF en Carré Associates ] met de medewerking van Ernst & Young
[ Een studie van BFF en Carré Associates ] met de medewerking van Ernst & Young
3
Executive summary
Voorwoord Kwalitatieve studie over de franchisesector 2007
Hierbij stellen wij u de tweede studie over de franchisesector in België voor. In de eerste studie, die in maart 2006 werd gepubliceerd, werd de nadruk gelegd op de definiëring, de inwerkingtreding van de wet Laruelle en de kwantitatieve gegevens. In de tweede studie ligt de nadruk op de kwalitatieve gegevens. Wat meteen opvalt, is het vermogen van de franchisesector om meer banen te creëren en te behouden dan het gemiddelde aantal gecreëerde en behouden banen in de andere economische bedrijfssectoren; banen waarin een aantal kenmerken verenigd zijn die men elders niet aantreft:
Reeds lange tijd fluister ik de Belgische Franchise Federatie een wens toe, die nu eindelijk in vervulling is gegaan. Een kwalitatieve studie die de mening ombuigt van bepaalde individuen die alles willen reglementeren en verbieden op het gevaar af een duidelijke wanverhouding tussen de partijen te creëren. Deze studie, beste lezer, toont inderdaad aan dat de franchise heel wat in haar mars heeft. Gezond verstand volstaat om te begrijpen dat de netwerken in de franchisesector zich beter ontwikkelen en dat ze zich
1. zodra het netwerk van de franchisegever geïnstalleerd is, gaat hij snel over tot aanwerving van franchisenemers, 2. de franchisegever richt zich bij de aanwerving van kandidaat franchisenemers niet zozeer op de behaalde diploma’s, 3. de franchisegever zorgt persoonlijk voor de praktische, concrete, onmiddellijke en dagelijkse beroepsopleiding van zijn pas aangeworven franchisenemers, 4. het geslacht, de nationaliteit, de afkomst en de leeftijd van de aangeworven personen hebben geen belang, 5. de gecreëerde banen beantwoorden aan buurtdiensten, uitgeoefend in verkooppunten, die leven brengen in onze stadswijken, 6. de commerciële falingsgraad van de sector is lager dan het nationale gemiddelde, 7. de start van de activiteiten van de franchisenemer wordt beter begeleid en verzekerd dan wanneer hij zich helemaal alleen in het commerciële avontuur zou moeten werpen, 8. de franchisenemer heeft een echte mentaliteit van een gemotiveerde zelfstandige die zijn arbeidsuren niet telt, aangezien hij zelf verantwoordelijk is voor zijn lot. De franchisegever is vooral op zoek naar twee kwaliteiten bij de kandidaat-franchisenemers:
onderscheiden van de andere systemen van commerciële samenwerking, dankzij hun knowhowbeleid. De studie wijst uit dat dit systeem van commercieel partnerschap voor de al dan niet beginnende ondernemingen een merkwaardige en zeer betrouwbare ontwikkelingswijze vertegenwoordigt. Op basis van kennismanagement stijgt de franchise boven de netwerken uit, want de evolutie van de concepten berust op het organisatorische vermogen van ‘lerende’ structuren die beter dan elders de nodige innovaties opnemen. Het geheel van de knowhow is alomtegenwoordig in de franchisenetwerken en bepaalt de kenmerkende bekwaamheid van de franchisegever. Dat is de belangrijkste reden die duidelijk maakt waarom de franchise stabiel werk, economisch prestatievermogen en sociaal welzijn creëert. Het algemene kader van ethische en authentieke praktijken van de BFF - een kader van richtlijnen die ertoe moeten bijdragen de sereniteit binnen het netwerk te bewaren, het netwerk duurzaam te maken en de
1. zijn vermogen om een verkoopteam te leiden, 2. zijn elementaire kennis van bedrijfsbeheer.
belangen en de vrijheid van de partijen te beschermen -, bewijst zijn indrukwekkende doeltreffendheid en zijn
Wat valt er meer te zeggen? 90 % van de ondervraagde franchisenemers verklaart gelukkig te zijn met zijn lot!
Hiertegen zou geen weerstand meer mogen zijn. De bewijzen zijn er. Aan u om te oordelen.
Raymond Ghysels Partner Ernst & Young Accountants
aanmoediging tot ondernemen.
Didier DEPREAY voorzitter van de Belgische Franchise Federatie
4
[ Een studie van BFF en Carré Associates ] met de medewerking van Ernst & Young
[ Een studie van BFF en Carré Associates ] met de medewerking van Ernst & Young
5
1. Methodologie
2. Franchise creëert werkgelegenheid Vandaag vormt de franchisesector een reële bron voor werk en worden er op verschillende niveaus nieuwe betrekkingen gecreëerd:
1.1. Doel van de studie Het doel van deze studie is het aanvullen van de informatie die het voorbije jaar werd verzameld, niet meer vanuit een kwantitatief, maar een kwalitatief gezichtspunt. In dit kader werden meer bepaald volgende hoofdlijnen grondig onderzocht: > Welke rol heeft de franchise precies gespeeld bij het creëren van werkgelegenheid in België? > Wie zijn de franchisenemers? > Hoe wordt de franchise gezien door zijn belangrijkste belanghebbenden, namelijk de franchisenemers? > Wat zijn de eventuele beperkingen voor de ontwikkeling van de franchisesector die franchisenemers en franchisegevers in België momenteel ervaren?
De steekproef van respondenten werd op een kwalitatieve manier samengesteld, d.w.z. klein van omvang maar met een vertegenwoordiging van een maximum aan verschillende profielen.
➜➜ Franchisegevers - 29 vertegenwoordigers werden op kwalitatieve wijze geïnterviewd - verdeling over de meest uiteenlopende gebieden zoals: juwelenhandel, textiel, ingerichte keukens, restaurants, doe-het-zelfzaken, tweedehandsartikelen, autocentra, keukenartikelen, drogisterij en parfumerie, meubilair en benodigdheden, artikelen voor baby’s en aanstaande moeders, fijne kruidenierswaren, dierenartikelen, cosmeticaproducten, persoonlijke diensten, luxechocolatier, buurtwinkel en supermarkt - verdeling per regio - verdeling per grootte van de uitbatingspunten
2.1. Bij de franchisenemer Wanneer aan de franchisenemers wordt gevraagd of zij in de loop van de laatste 3 jaar nieuw personeel hebben aangeworven (naast aanwervingen voor vervanging), verklaren meer dan 2 op 3 franchisenemers dat zij binnen hun team gemiddeld 3 nieuwe personen hebben aangenomen (voltijdse equivalenten). Naargelang van het uitbatingspunt, varieert dit cijfer eigenlijk tussen 1 en 10 personen.
aantal aangeworven personen voor elke franchisenemer gemiddelde = 3,5 pers.
1.2. Gevolgde methodologie - 53 vertegenwoordigers werden op kwalitatieve wijze geïnterviewd binnen 28 verschillende netwerken - verdeling over uiteenlopende gebieden zoals: textiel, restaurants, voeding, auto’s, particuliere aan- en verkoop, chocolatier, doe-het-zelfzaak, huishoudapparatuur, bloemen, juwelen, boekenwinkel, gymnastiek, dierenartikelen, tweedehandsartikelen, immobiliënmaatschappij, reisbureau, keuken en badkamer, artikelen voor baby’s en aanstaande moeders - verdeling per regio - verdeling per grootte van de uitbatingspunten Aangezien het vooral om een kwalitatieve studie gaat, zijn de vermelde percentages niet zo te gebruiken, maar zijn ze bedoeld als voorbeeld. Om de hoofdtendensen, evenals de fundamentele redenen achter bepaalde punten duidelijk te stellen, hebben wij vooral verhoudings-, vergelijkings- en toetsingsgewijs gewerkt.
6
[ Een studie van BFF en Carré Associates ] met de medewerking van Ernst & Young
Toch ondervinden de franchisenemers regelmatig moeilijkheden bij het zoeken naar geschikt personeel. Zo wenst 1 op 5 ondervraagde uitbatingspunten momenteel bepaalde betrekkingen in te vullen (gaande van 1 tot 5 betrekkingen, afhankelijk van de plaats), maar ondervindt het hierbij moeilijkheden. Als men deze gegevens extrapoleert naar alle franchisenemers samen, vertegenwoordigt dit meer dan 15.000 banen waar vandaag een vraag, maar niet voldoende geschikt aanbod voor is.
verleden
➜ ➜ Franchisenemers De gegevens werden verzameld aan de hand van 2 kwalitatieve vragenlijsten: > 1 vragenlijst bestemd voor de franchisegevers (autoadministratie en aanvulling van informatie per telefoon) > 1 vragenlijst bestemd voor de franchisenemers (telefonische enquêtes)
Zo ook verklaart meer dan de helft van de franchisenemers dat zij (naast de aanwerving voor vervanging) in de loop van de volgende 3 jaar nog mensen wil aanwerven. Gemiddeld zouden al deze uitbatingspunten nog 1 tot 2 personen (voltijdse equivalenten) moeten aanwerven. Als men dit cijfer extrapoleert naar alle uitbatingspunten in franchise samen (*), blijkt dat in de loop van de volgende 3 jaar 10.000 personen (voltijdse equivalenten) via franchisenemers zouden moeten worden aangeworven.
62%
45% 28% 17% 7% 3% 1-2 personen
3-4 pers.
5-6 pers.
7-10 pers.
nieuwe banen voorgesteld in de loop van de voorbije 3 jaar
>10 pers.
(*) volgens de studie 2006, 10.000 getelde verkooppunten voor de netwerkken waarvan 76% in franchise
[ Een studie van BFF en Carré Associates ] met de medewerking van Ernst & Young
7
franchisenemers die vacante betrekkingen hebben
22%
25%
Vlaanderen
36% Brussel
2.2. Bij de franchisegever Gemiddeld vertegenwoordigt één franchise (de centrale samen met haar uitbatingspunten in eigen beheer) om en bij de 50 personen. Dit aantal verschilt uiteraard sterk naargelang van de grootte en de ontwikkeling van het netwerk. De verkregen antwoorden gaven in onze steekproef op die manier een variatie van 1 tot 226 personen.
aantal personen die bij de franchisegever werken (uitbatingspunten in eigen beheer + centrale) gemiddelde = 50 pers.
39% 17% 22% 22% <10 20-40 personen pers. 10-20 >100 pers. pers.
In dit kader worden, naast de “vervangingsaanwervingen”, die inherent zijn aan elke evoluerende structuur (met andere woorden, de aanwervingen waarbij iemand wordt gezocht om een weer vrijgekomen betrekking in te vullen), regelmatig nieuwe banen gecreëerd:
toekomst
nieuwe banen voorgesteld in de volgende 3 jaar
59% Gemiddeld verklaren dus 3 franchisegevers op 5 dat zij in de loop van de volgende 3 jaar bijkomend personeel wensen aan te werven (in de centrale of in een uitbatingspunt in eigen beheer). Het aantal personen dat zij in de toekomst wensen aan te werven, verschilt van netwerk tot netwerk, maar gemiddeld gaat het om 2 personen (voltijdse equivalenten). Als men deze tendens extrapoleert naar alle franchisegevers samen (*), krijgt men een voorlopig totaal van ongeveer 200 personen (voltijdse equivalenten) die in de volgende 3 jaar bij de franchisegevers zullen worden aangeworven. Uit de analyse blijkt bovendien dat deze cijfers uiteindelijk ook overeenstemmen met de extrapolatie van een in het verleden reeds waargenomen tendens. Inderdaad, zoals in deze grafiek wordt weergegeven, hebben ongeveer 3 netwerken op 5 in de loop van de laatste 3 jaar inderdaad reeds bijkomend personeel aangeworven (1 tot 35 personen volgens het netwerk).
16% Wallonië Zoals in onderstaande grafiek is weergegeven, blijkt deze situatie in Brussel het meeste voor te komen.
De profielen die voor deze betrekkingen worden gezocht, zijn zeer uiteenlopend en zijn afhankelijk van de aard van elk netwerk. Het valt echter op dat zij allemaal in de eerste plaats verbonden worden aan een “bekwaamheids- of ervaringsprofiel” (gemotiveerd, polyvalent, tweetalig, verstandig, ervaring in de sector) en niet aan een specifiek diploma. Bij de vraag naar de redenen waarom men moeilijkheden ondervindt bij het vinden van “de juiste personen”, spreken de franchisenemers ons vooral over: > gebrek aan motivatie bij de personen die zij hebben ontmoet (“niet voldoende gemotiveerd”, “gaat niet akkoord met de arbeidsuren”, “de jongeren willen niet meer werken”, ...) > gebrek aan vertrouwen (“ik zou niet voldoende vertrouwen in hem kunnen stellen”, “moeilijk om een eerlijke persoon te vinden”) > lonen zijn niet hoog genoeg (“loon niet interessant genoeg in dit domein”) > gebrek aan bepaalde vaardigheden (“niet tweetalig”, “niet aangepast aan dit soort van betrekking”, “niet voldoende competent”) Hieruit blijkt in hoeverre de menselijke kwaliteiten van de aan te werven personen van belang zijn op het domein van de franchise. De franchisenemers zoeken vooral “een goed contact”, iemand die hen vertrouwen inboezemt en dat spreekt hen meer aan dan een specifiek diploma.
2.3. Opening van nieuwe uitbatingspunten In het aantal banen dat in de franchisesector is voortgebracht, zijn voor een deel ook de betrekkingen vertegenwoordigd die gecreëerd werden door de opening van nieuwe uitbatingspunten. Uit deze studie blijkt dat de franchisegevers in de volgende 3 jaar niet alleen hun globale aantal uitbatingspunten willen verhogen (gemiddeld 5 % op 3 jaar), maar ook dat zij een aanzienlijk aantal van hun uitbatingspunten in eigen beheer, willen laten overgaan in franchise. In totaal schatten zij op die manier in 3 jaar hun park van uitbatingspunten in franchise te verhogen met 26 %. Door extrapolatie zou dit ongeveer overeenkomen met een streefcijfer van 500 nieuwe uitbatingspunten in franchise op 3 jaar. Aangezien we bovendien hebben geleerd dat elk nieuw uitbatingspunt gemiddeld zou overeenkomen met 4 nieuwe betrekkingen (de franchisenemer inbegrepen), zou ons dit brengen op een voorlopig totaal van 2.000 potentieel nieuwe banen in franchise op 3 jaar.
2.4. Het totale aanwervingspotentieel Als men deze 3 bronnen voor nieuwe banen bijeentelt, krijgt men een voorlopig totaal van: 200 banen op 3 jaar bij de franchisegevers 10.000 banen op 3 jaar bij de franchisenemers 2.000 banen op 3 jaar via de opening van nieuwe, in franchise gegeven uitbatingspunten Wat een totaal geeft van 12.200 nieuwe banen op 3 jaar via de franchisesector.
(*) volgens de studie 2006, 100 getelde franchisenemers
8
[ Een studie van BFF en Carré Associates ] met de medewerking van Ernst & Young
[ Een studie van BFF en Carré Associates ] met de medewerking van Ernst & Young
9
3. Diversiteit van gecreëerde werkgelegenheid De analyse van het type werkgelegenheid dat gecreëerd en gevraagd wordt in het kader van de franchise toont een grote diversiteit aan gezochte profielen, evenals de niet beperkende aard (in termen van diploma, nationaliteit of leeftijd) van deze sector. Wij hebben eerder reeds het belang kunnen aantonen van het karakter en de ervaringen in de keuze van het personeel dat door een franchisenemer wordt geselecteerd. Hierna onderzoeken we hoe dit in het kader van de franchisecentrale en bij de selectie van de kandidaat-franchisenemers verloopt.
3.2. Gezochte profieltypes voor de franchisenemers Wanneer de franchisegevers op zoek gaan naar nieuwe kandidaat-franchisenemers, eist slechts iets meer dan een derde een diploma of een specifieke kennis.
3.1. Gezochte profieltypes door de franchisegever In de centrale zou ongeveer de helft van de betrekkingen die in de volgende 3 jaar zouden moeten worden gecreëerd, bestaan uit betrekkingen in management of beheer (bv.: netwerkbeheerder, filiaaldirecteur, retail manager, commercieel directeur, ...) en de helft uit uitvoerend werk (bv.: verkoopleider, informaticus, verkoopsadviseur, secretaris, chauffeur, prospector van nieuwe franchisenemers, ...).
De diploma’s zijn in deze zoektocht dus van weinig belang. Vooral de ervaring (bv.: ervaring in de horeca, commerciële ervaring, ervaring als afdelingsverantwoordelijke, als manager, ...), en ook de vaardigheden (gemotiveerd, zin voor het vak, moedig, klantgericht, tweetalig, ...) zijn bepalend in de keuze. De franchisecentrales vertrouwen meer op de reeds afgelegde weg en de karakters van de kandidaten, dan op hun diploma’s.
In dit kader zou de selectie van de kandidaten op basis van de volgende elementen gebeuren:
toekomst
welke nieuwe betrekkingen worden in de volgende 3 jaar voorgesteld beheer / management
53%
organisatie, werking, ontwikkeling
47%
welke profielen worden in de volgende 3 jaar gezocht voor de voorgestelde betrekkingen ervaring, opleiding
47%
bekwaamheid, kennis
44%
diploma’s
10
[ Een studie van BFF en Carré Associates ] met de medewerking van Ernst & Young
9%
diploma of kennis gevraagd door de franchisegevers
38%
kennis van handel en management
72%
vraagt 1 diploma secundair of toegang tot beroep
36%
vraagt ondernemingsgeest
9%
Als ze het al doen, vraagt de grote meerderheid (meer dan 2/3 van de betrokken franchisegevers) niet een diploma, maar wel een ervaring op het vlak van handel of management. Als er een diploma wordt gevraagd, gaat het meestal om een diploma van secundaire studies of een diploma dat toegang biedt tot het beroep (esthetica, mechanica, ...). Hier ook wordt de keuze dus vooral gemaakt op basis van de persoonlijkheid, de vaardigheden en de ervaring van de kandidaten.
[ Een studie van BFF en Carré Associates ] met de medewerking van Ernst & Young
11
4. Franchise: een opleiding De franchisegevers zijn absoluut geneigd om hun nieuwe kandidaat-franchisenemers zelf op te leiden, eerder dan hen te vragen om een voorafgaande opleiding te volgen of kennis te verwerven.
Deze informatie wordt bevestigd door de analyse van de profielen van de ondervraagde franchisenemers. Hieruit blijkt inderdaad dat slechts ongeveer 1/3 van de huidige franchisenemers een diploma heeft van hoger onderwijs (graduaat of universitair). De andere franchisenemers hebben ofwel geen diploma, ofwel hebben zij een diploma van lager of secundair onderwijs. Zij werden allen vooral gekozen op basis van hun persoonlijke vaardigheden, hun karakter en hun ervaring. Als men aan de franchisegevers vraagt om ons het belang te schetsen dat wordt toegekend aan een welbepaalde ervaring of kennis die door een kandidaat-franchisenemer kan worden voorgelegd, dan blijkt dat zij vooral belang hechten aan volgende punten: > in staat zijn om een verkoopsteam te leiden > het beheersen van bepaalde noties van verkooptechnieken > het beheersen van noties van bedrijfsbeheer > voorgaande ervaring op dit gebied (verdeling cf. onderstaande tabel)
voorbeelden van gevraagde voorafgaande ervaring zakelijk (ervaring, komt uit het milieu,
50%
management (leidinggevend, ervaring
50%
verkoop (contacten cliënteel, ervaring)
25%
het specifieke vak van het netwerk
25%
werken in/met een team
20%
zelfstandig
10%
zakelijk beheer, ...)
in management, een team leiden, ...)
directie in een grote onderneming
12
[ Een studie van BFF en Carré Associates ] met de medewerking van Ernst & Young
5%
De 4 hierna vermelde grote vaardigheden worden dus regelmatig als belangrijk en zelfs onmisbaar beschouwd bij de keuze van de kandidaat-franchisenemers.
belang van volgende verschillende vaardigheden of kennis het kunnen leiden van een verkoopsteam
72%
noties verkooptechnieken
67%
noties bedrijfsbeheer
59%
ervaring (management, handel, verkoop, ...)
57%
noties personeelsbeheer
52%
noties boekhouding
40%
toegang tot het beroep
38%
voorafgaande kennis van de sector
36%
Zoals wordt aangetoond in onderstaande grafiek beginnen ongeveer 3 franchisegevers op 5 onmiddellijk met een voorafgaande opleiding van hun franchisenemers (tegenover ongeveer 1/5 die geen opleiding eist en er dus ook niet voor zorgt en 1/5 die franchisenemers kiest die reeds vooraf bepaalde opleidingen hebben genoten). vooropleidingen waarvoor wordt gezorgd door de franchisegever (bedrijfsbeheer, distributie, opleiding tot schoonheidsspecialist, verkoop, ...)
In dit kader doet slechts ongeveer één derde van de franchisegevers en 1 franchisenemer op 10, een beroep op opleidingscheques (de opleidingscheque is een financiële hulp bij de voortgezette opleiding van de werknemers. Elke cheque is geldig voor één uur opleiding per werknemer in opleiding. De cheque is één jaar geldig, wordt gekocht aan 15 euro en heeft een waarde van 30 euro. Naargelang van de grootte van de onderneming, kan men 100 tot 800 opleidingscheques verkrijgen).
vooropleiding moet reeds zijn genoten
gebruikt de “opleidingscheques” niet
17%
59%
franchiseneme
gebruik van de “opleidingscheques”
gebruikt de “opleidingscheques niet
1
24% geen vooropleiding
De franchisegevers zoeken dus vooral gemotiveerde “mensenleiders”, die zelfstandig een onderneming kunnen leiden, zich kunnen integreren in de geest van het netwerk, en die niet noodzakelijk een bepaald diploma moeten hebben.
franchisegevers
65%
franchisegevers gebruikt de Naast deze “startopleidingen” zorgen de franchisegevers elk gebruik van de “opleidingscheques” “opleidingscheques” jaar ook voor bepaalde opleidingen aangepast, hetzij aan hun niet franchisenemers en hun werknemers, hetzij aan het personeel dat in de franchisecentrale aanwezig is.
35%
Franchisenemers die een opleiding volgen bij hun franchisegever doen dat gemiddeld iets meer dan 8 dagen per jaar (1 dag = 1 man). Dit cijfer verschilt uiteraard van netwerk tot netwerk (in functie van de grootte en het specifieke karakter ervan) en onze steekproef situeert zich tussen 1 en 35 dagen per jaar.
65%
35%
90%
franchisenemers gebruikt de “opleidingscheques” niet
gebruik van de “opleidingscheques”
10
90%
[ Een studie van BFF en Carré Associates ] met de medewerking van Ernst & Young
13
5. De franchisenemers: vooral een geestesgesteldheid Bestaan er welbepaalde profielen om franchisenemer te worden? Wie zijn ze? Wij hebben eerder al gezien dat ze uit heel verschillende opleidingen komen, wat kunnen we nog over hen te weten komen? Waarom kiest men ervoor om franchisenemer te worden? Wat zoeken zij? Hierna volgen de verschillende kenmerken die we in de loop van deze studie hebben kunnen vaststellen. Iets minder dan 4 franchisenemers op 5 ontvangen opleidingen (van bij de start of later) van hun franchisegever. De opleidingen die worden gegeven, zijn in volgorde van belangrijkheid: > algemene en gemengde opleidingen, over verschillende te verwerven of uit te breiden kennispunten > stages van verscheidene dagen in andere uitbatingspunten >commerciële opleidingen of opleidingen in verkooptechnieken > opleidingen in productenkennis > specifieke beroepsopleidingen (esthetica, mechanica, ...) > beheer- en managementopleidingen > boekhoudopleidingen > informaticaopleidingen
Wij hebben onderzocht in welke mate bepaalde opleidingen over onderwerpen zoals de veiligheid in de verkooppunten, kostenbeperking, internet en de franchisenetwerken, alternatieven inzake financiering of nog, de verschillende aspecten van de overdracht van het bedrijfsvermogen en van de bedrijfsvoering, in de toekomst bepaalde franchisenemers wel zouden interesseren. Hieruit is gebleken dat: > een opleiding in kostenbeperking bij zo goed als 2/3 van de franchisenemers op gemiddelde tot grote interesse zou kunnen rekenen > een opleiding over de veiligheid in de verkooppunten bij meer dan de helft van de franchisenemers interesse opwekt > de andere opleidingen zouden bij ongeveer 2/5 franchisenemers (gemiddelde of grote) interesse opwekken
Zoals aangegeven op deze grafiek, vindt de meerderheid van de franchisenemers momenteel dat de opleidingen die ze van hun franchisegever krijgen, hen echt beroepszekerheid verschaffen. Wie nog niet geheel tevreden is, vraagt in feite nog meer opleidingen op het terrein of aanvullende “beroepsopleidingen”.
5.1. Wie zijn ze?
beroep vóór de franchise
De studie heeft uitgewezen dat de gemiddelde leeftijd waarop iemand een franchise opstart om en bij de 35 jaar is. Het is bijna nooit een eerste werkgelegenheid (in minder dan 1 geval op 10) en de kandidaten komen dus uit zeer verschillende beroep vóór de franchise milieus.
onvoldoende opleiding vanwege de franchisegever
70% 14
[ Een studie van BFF en Carré Associates ] met de medewerking van Ernst & Young
30%
28%
zelfstandige
14%
restaurateur
8%
verkoper
6%
bediende
28%
monteur
6%
zelfstandige
14%
secretariaat
6%
8%
consultant
4%
boekenhandelaar
4%
51-60 jaar
restaurateur
<21 jaar
41-50 jaar verkoper
21-30 jaar6%
46
monteur
6%
secretariaat
6%
consultant%
4%
24
boekenhandelaar
30%
andere (*)
opleidingen van de franchisegever geven beroepszekerheid aan de franchisenemers
bediende
4% 39%
36%
andere (*)
39%
(*) ander public re boekhou hotellerie verkoop
(*) andere = landbouwer, winkeldirecteur, public relations, financiën, import/export, boekhouding, ingenieur, administratie, architect, hotellerie, aannemer, immobiliën-agent, verkoopster, leraar,... Deze tabel toont dus hoe de franchise werk of een nieuwe carrièrewending kan aanbieden aan uiterst uiteenlopende beroepsprofielen. De “herkomst” van de franchisenemers is inderdaad zeer verschillend.
31-40 jaar gemiddelde = 34,5 jaar
In het algemeen telt men iets meer mannen dan vrouwen onder de franchisenemers maar de vrouwen vindt men vooral in de franchises die betrekking hebben op textiel, esthetica / cosmetica of juwelen. De franchise is voor vrouwen dus wel een middel om toegang te krijgen tot het statuut van patroon.
Overzichttabel per grote sociaal-economische categorie beroep vóór de franchise bediende
47%
zelfstandige
28%
arbeider
12%
vrij beroep
2%
niet duidelijk gespecifiëerde categorieën
11%
[ Een studie van BFF en Carré Associates ] met de medewerking van Ernst & Young
15
reden voor “franchiseformule” (gesloten vraag)
tot. gem.
gem. Brussel
gem. Wall.
gem. Vlaand.
zijn eigen baas zijn
7,3
7,7
7,7
5,7 /10
werkzekerheid op lange termijn
5,8
5,7
6,3
4,7 /10
inkomsten verbeteren
5,4
5,7
6,0
4,0 /10
een financieel vermogen opbouwen
5,3
7,0
5,0
4,7 /10
ondernemersrisico beperken
5,3
4,3
6,0
4,3 /10
werkgelegenheid bieden aan de kinderen
3,6
3,0
3,7
3,7 /10
Mate waarin volgende redenen ertoe hebben aangezet om te opteren voor de “franchiseformule” (gesloten vraag) 0 - 2,5 /10 = helemaal niet belangrijk 2,5 - 5 /10 = gemiddeld belangrijk 5 - 7,5 /10 = belangrijk, bijna primordiaal 7,5 - 10 /10 = uiterst belangrijk, absoluut primordiaal
5.2. Redenen om in een franchise te stappen? Zoals blijkt uit bovenstaande tabel is van de verschillende, mogelijke beweegredenen die een kandidaat ertoe aanzetten in een franchise te stappen, het feit dat men zijn eigen baas is proportioneel de belangrijkste in de ogen van de franchisenemers, en dat vooral in het Waalse en het Brusselse gewest. Proportioneel gezien weegt het feit dat men op die manier werkgelegenheid aan zijn kinderen kan bieden, weinig door in de beslissing.
5.3. Hoe wordt de keuze voor de franchise gemaakt? Bij alle bestaande franchiseformules hebben wij aan de franchisenemers gevraagd hoe zij hun keuze hebben gemaakt. De belangrijkste antwoorden hierop waren (in volgorde van belangrijkheid van de vermelding):
> voor de kwaliteit van de verkochte producten en de naambekendheid van het netwerk > door een samenloop van omstandigheden (ontmoetingen, mogelijkheden, mond aan mond,...) > uit interesse voor de bedrijfssector > voor het imago dat het concept uitstraalt (“goed concept”) > omdat men al eerder de gelegenheid heeft gehad er te werken > voor de potentiële rentabiliteit > voor het innoverende of nieuwe aspect van de voorgestelde formule > voor het leiderschapsaspect in zijn marktsegment > voor het contact dat men met de franchisegever heeft gehad > ...
5.4. Een ondernemersprofiel Uiteindelijk is gebleken dat ongeveer 1 franchisenemer op 6 meer dan één uitbatingspunt heeft. Deze formule biedt dus de mogelijkheid aan diegenen die dat willen om hun ondernemersprofiel te ontwikkelen en dit zowel binnen eenzelfde netwerk, en dus in “multifranchise” (ongeveer in 4 gevallen op 5), als in “plurifranchise”, d.w.z. via verschillende netwerken (1 geval op 5).
6. De franchise: werkzekerheid
6.1. Anciënniteit in het netwerk In het vorige hoofdstuk zagen we dat een van de belangrijkste redenen om voor een statuut van franchisenemer te kiezen, is om zijn werkgelegenheid op lange termijn zeker te stellen. Wij hebben dus onderzocht of dit werkelijk het geval was. Zo is gebleken dat de gemiddelde anciënniteit van de ondervraagde franchisenemers in hun net 9 jaar bedroeg en dat de exacte cijfers voor bepaalde personen opklimmen tot 40 jaar. De franchise is dus inderdaad een formule waarmee men, als men dat wil, voor stabiliteit en werkzekerheid op lange termijn kan zorgen.
Het sluitingspercentage in de franchise is dus duidelijk lager dan het nationale gemiddelde van sluitingen. De belangrijkste redenen voor deze sluitingen waren:
redenen voor sluitingen probleem van lokalisatie
50%
slechte ligging, landelijke uitbating, onteigening, openbare werken, ...
bekwaamheid
34%
niet opgewassen, slecht beheer, niet opvolgen van raad van de centrale, ...
6.2. Falingsgraad?
omzetproblemen
Wij hebben aan de franchisegevers gevraagd hoeveel uitbatingspunten (in eigen beheer en in franchise samen) er definitief werden gesloten tussen 2004 en 2006.
28%
onvoldoende omzet, gebrek aan rentabiliteit, ...
beslissing van zaakvoerder/franchisenemer
pensioen, verandering van carrière, verandering van netwerk, ...
beslissing van de centrale
percentage sluitingen in franchise 2004
2005
22% 7%
herstructurering, ...
2006
1,54% 3,33% 3,29% (*) (*) nationaal gemiddelde van sluitingen (faillissement + stopzetting van de activiteit) 2004
2005
8%
7,9%
(*) Verhogingen opgetekend in 2005 en 2006, uitsluitend te wijten aan het herstructureringsbeleid van 2 netwerken.
16
[ Een studie van BFF en Carré Associates ] met de medewerking van Ernst & Young
[ Een studie van BFF en Carré Associates ] met de medewerking van Ernst & Young
17
7. De financiering 7.1. Toegang tot financiering
7.2. Inbreng van de franchise in de beslissing van de bank?
Volgens de franchisegevers zijn de belangrijkste problemen waarmee de kandidaat-franchisenemers vandaag worden geconfronteerd in het kader van de financiering van de nodige investeringsuitgaven bij de lancering van een franchiseactiviteit:
Terwijl ongeveer de helft van de franchisenemers de indruk heeft dat de opneming door een netwerk een beslissende rol heeft gespeeld bij de goedkeuring van hun financiering door de bank, heeft de andere helft helemaal niet die indruk en denkt het tegenovergestelde.
problemen bij de financiering geen probleem
18%
gebrek aan eigen fondsen
50%
bankwaarborg
41%
banken nemen onvoldoende risico
5%
andere
5%
Het verkrijgen van bankwaarborgen en het nemen van risico’s door de banken blijven dus blijkbaar vaak de problemen die men ondervindt bij de financiering van een nieuwe franchiseactiviteit.
7.3. Bedrag van de investeringen
In feite verklaart meer dan 1 franchisegever op 2 dat zij al eens een kandidaat-franchisenemer hebben moeten laten gaan omdat deze moeilijkheden had om een financiering bij de bank te krijgen, terwijl hij nochtans, volgens hen, voldoende garanties en eigenschappen van een goed ondernemer aanbrengt.
Volgens deze franchisegevers treft deze situatie ongeveer 1 kandidaat-franchisenemer op 3, als men alle regio’s samenvoegt.
moet een franchisenemer laten gaan omwille van de banken Vlaanderen
52%
Als men hen in ditzelfde verband vraagt wat eventueel de voordelen waren van deze “toetreding tot een netwerk” bij de beslissing van de geraadpleegde banken, dan antwoordt meer dan 1 franchisenemer op 2 “geen enkel”, de anderen vermelden de volgende mogelijke voordelen (in volgorde van belangrijkheid van de vermelding): > naambekendheid van het netwerk > een groter vertrouwen, het concept heeft zich reeds bewezen, geloofwaardigheid > goed becijferd en reëel project > aangeboden werkzekerheid > solvabiliteit op lange termijn van de kredietnemer > geen investering in de voorraad of overname van de voorraad door de franchisegever in geval van een faillissement > de bank kan zich baseren op de resultaten van de andere winkels van het netwerk
Hoewel het juiste cijfer uiteraard zeer sterk verschilt van netwerk tot netwerk, toont de studie aan dat een kandidaatfranchisenemer gemiddeld iets meer dan 119.000 euro aan eigen fondsen moet inbrengen.
minimumbedrag aan eigen fondsen van de franchisenemer (euro)
7% 19% 33% 7% 15% 4% 15% 0
50.000 25.000
75.000
200.000
150.000
gemiddelde totale investering gemiddelde voor de opstarting van een = 340.000 uitbatingspunt in franchise (euro)
Brussel
30% 36% 34%
Wallonië
11% 26% 22% 11% 11% 11% 7% 200.000 100.000
[ Een studie van BFF en Carré Associates ] met de medewerking van Ernst & Young
100.000
Dit bedrag vertegenwoordigt gemiddeld ongeveer 1/3 van de globale investering, wat betekent dat de gemiddelde totale investering om de start van een uitbatingspunt in franchise te financieren ongeveer 340.000 euro bedraagt (vastgoed inbegrepen).
0
18
gemiddelde = 119.000
400.000
300.000
1.000.000
500.000 [ Een studie van BFF en Carré Associates ] met de medewerking van Ernst & Young
19
8. De gevolgen van de wet Laruelle
Wij hebben aan de franchisegevers gevraagd welke gevolgen de wet Laruelle (betreffende de precontractuele informatie in het kader van commerciële samenwerkingsakkoorden) op hun contract heeft gehad. Volgens ongeveer 3 franchisegevers op 5, heeft deze wet geen enkel effect gehad op hun contract (“niet nodig”, “reeds aangepast”, ...) (*), voor de anderen zijn de belangrijkste genoemde wijzigingen (in volgorde van belangrijkheid van de vermelding): > langere lanceringstermijn > verstrenging van de bepalingen > noodzakelijke herwerking van het PID met een advocaat (PID = precontractueel informatiedocument) > één maand exploitatieverlies omdat in het begin minstens één maand opleiding nodig is > tekent geen voorafgaande akkoorden > bepaling van een evaluatiemethode voor handelsfondsen, verbonden aan het voorkeurrecht van de franchisegever > verlenging van het aanwervingsproces
de wet Laruelle heeft gevolgen voor de contracten de wet Laruelle heeft geen enkel gevolg
41%
59% (*) Opgelet: de studie werd uitgevoerd bij een steekproef die grotendeels samengesteld was uit franchisegevers van de BFF die het PID reeds toepasten. Bovendien had de BFF reeds werk gemaakt van een sensibilisering vóór de wet Laruelle.
20
[ Een studie van BFF en Carré Associates ] met de medewerking van Ernst & Young
9. Franchise: een goede keuze?
9.1. 90 % van de franchisenemers is tevreden
9.2. De belangrijkste nadelen
Bij de vraag in welke mate zij tevreden zijn over hun statuut van franchisenemer, verklaart meer dan 90 % dat ze op dit vlak tevreden zijn.
Slechts 10 % van de franchisenemers beweert weinig of niet tevreden te zijn over het statuut van franchisenemer.
De belangrijkste voordelen die de franchisenemers waarderen aan hun statuut zijn, in volgorde van belangrijkheid van de vermelding: > het feit dat men zijn eigen baas is, dat men vrij is in het nemen van een beslissing > het voordeel van de naambekendheid van een netwerk > het voordeel van de steun van het netwerk > de voorraad wordt beheerd door de franchisegever > het statuut van zelfstandige > de mogelijkheid om in groep te werken > de goede omzet/rentabiliteit > het feit dat men van interessante tarieven geniet bij de aankoop > zijn eigen uren kunnen kiezen > de aankopen worden door de franchisegever gedaan > een zekerheid voor de toekomst > de hulp die men geniet bij het opstarten > zich gerust voelen > minder financieel risico De voordelen die men ziet, zijn dus heel gevarieerd en talrijk. Samengevat waarderen de franchisenemers het gevoel dat ze hun eigen baas zijn, terwijl ze toch een bepaalde zekerheid, hulp, en bijgevolg een minder stresserende en zekerdere toekomst behouden. Verder verklaren 3 franchisenemers op 4 dat ze een technische en commerciële opvolging, en een permanente bijstand genieten door hun franchisecentrale. De algemene indruk van de franchisenemers is dus blijkbaar heel goed ten aanzien van de commerciële formule waarvoor zij hebben geopteerd en van de voordelen die hen dat meebrengt.
Om dit gevoel te verklaren en te verantwoorden, geven zij voornamelijk volgende redenen op (in volgorde van belangrijkheid van de vermelding): > “we hadden meer hulp en aanwezigheid verwacht van onze franchisegever” > onvoldoende voordeel ten opzichte van de verwachtingen > slechte verstandhouding met het moederhuis > verandering van directie > te veel kosten > firma die uiteindelijk niet groter wordt
9.3. Belangrijkste verzoeken tot verbetering Meer dan 1 franchisenemer op 2 meldt geen enkel probleem of punt ter verbetering van zijn situatie. Voor de anderen zijn de belangrijkste verbeteringen die men aan het systeem zou moeten aanbrengen (in volgorde van belangrijkheid van de vermelding): > soms wat meer vrijheid aan de franchisenemer geven > niet steeds verplichten om bepaalde goederen te nemen > meer ondersteuning en interesse vanwege de franchisegevers > een betere communicatie met de franchisegever > wat minder strakke formules toelaten > lagere huurgelden (royalty’s) > de regelmaat in de levering van de goederen verbeteren > een begeleide financiering voorzien > beter helpen bij het kiezen van lokalen en vestigingsplaats > ...
[ Een studie van BFF en Carré Associates ] met de medewerking van Ernst & Young
21
besluit De studie van vorig jaar heeft een aantal kerngegevens over het belang van de franchisesector in ons land duidelijk gesteld. De studie van dit jaar heeft ons niet alleen precieze informatie bezorgd over het “typeprofiel” van de franchisenemers, maar heeft ons de aantrekkingskracht van deze sector in de huidige economische context doen ontdekken. In een wereld waar men meer en meer over sectarisering, hinderpalen bij de aanwerving, de cultuur van de uitmuntendheid, sociale ongelijkheid spreekt, toont deze studie aan in welke mate de franchise nog een zeer open sector is: > waar menselijke kwaliteiten echt meer gewicht in de schaal leggen dan diploma’s: de franchisenemers komen uit erg uiteenlopende milieus en beroepen, en de aanwervingen (in franchise of bij de franchisegever) gebeuren in de eerste plaats op basis van de menselijke kwaliteiten van de personen of van hun ervaringen, eerder dan van hun diploma > waar vrouwen, indien ze dat wensen, even goed als mannen toegang kunnen krijgen tot management- en directiefuncties: ongeveer 1 franchisenemer op 2 is een vrouw > waar men op elke leeftijd kan beslissen om toe te treden: meer dan 1 franchisenemer op 4 is ouder dan 40 wanneer hij in de sector stapt > waar ondernemende geesten echt hun draai kunnen vinden: 1 franchisenemer op 6 heeft zelfs meer dan één uitbatingspunt in franchise De franchise blijkt ook een sector te zijn waar de werkzekerheid duidelijk hoger scoort dan het nationale gemiddelde. Dat is niet alleen een gevoel dat door de franchisenemers wordt gedeeld, en een reden vormt om in de franchise te stappen, maar het is ook een becijferde realiteit: het sluitingspercentage van de uitbatingspunten in franchise was in 2005 nog minder dan de helft van het nationale gemiddelde (ongeveer 3,3 % sluitingen tegen 7,9 % nationaal). Als we hier aan toevoegen dat deze sector elk jaar een niet te verwaarlozen aantal nieuwe banen voortbrengt en voor de volgende 3 jaar meer dan 12.000 nieuwe banen (netto, geen vervangingen) voorziet, begrijpt men goed dat deze sector bijzondere aandacht verdient.
22
[ Een studie van BFF en Carré Associates ] met de medewerking van Ernst & Young
Dankbetuigingen Hoe kan deze situatie worden verklaard? In feite brengt deze studie talrijke antwoorden aan het licht, waarvan de 2 belangrijkste zijn: > de franchise is een sector waarin men veel belang hecht aan de opleiding en opvolging van de werknemers, en van de franchisenemers in het bijzonder: 3 franchisegevers op 5 zorgen inderdaad vanaf het begin voor een opleiding van hun franchisenemers en er worden gemiddeld 8 dagen opleiding per jaar verzorgd door de franchisegever in elk uitbatingspunt. Vandaag verklaren meer dan 3 franchisenemers op 4 dat zij de indruk hebben dat zij van hun franchisecentrale technische en commerciële opvolging genieten en permanent bijstand krijgen > de franchisenemers zijn gemotiveerd door een sterk verlangen om hun eigen baas te zijn en om zichzelf werkzekerheid op lange termijn te verschaffen; zij baseren zich dus enorm op het menselijke aspect bij hun aanwerving en zullen zich sterker voor hun onderneming inzetten, omdat ze zich rechtstreeks betrokken voelen Met dergelijke gegevens is het niet verwonderlijk dat we vaststellen dat meer dan 9 franchisenemers op 10 verklaren dat zij tevreden zijn over hun statuut van franchisenemer. De franchisesector is dus een economische ontwikkelingspiste waarmee meer dan ooit rekening moet worden gehouden. Het geheel van deze gegevens kan de banken dus alleen maar geruststellen en een vlottere verlening van de nodige fondsen voor een uitbatingspunt in franchise begunstigen. Inderdaad, als op dit vlak nog verbetering komt, dan kan zowel vanuit het standpunt van de franchisenemers als van de franchisegevers, de draagkracht van de franchise nog worden verbeterd.
Deze studie kwam tot stand dankzij een team samengesteld uit de beste deskundigen. Het is de vrucht van een samenwerking, die mogelijk is gemaakt met de steun van de ministers: - Benoît Cerexhe, minister van Economie en Werkgelegenheid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. - Jean-Claude Marcourt, minister van Economie, Werkgelegenheid en Buitenlandse Handel van het Waals Gewest. Wij wensen onze bijzondere dank te betuigen aan: Mevrouw Martine VOGEL, voorzitter & consulting director bij Carré Associates Mevrouw Isabelle Gérard, research and consulting director bij Carré Associates Mevrouw Muriel Storrer, Enjeu, directrice van de Beurs Partnership & Franchising De heer Raymond Ghysels, partner bij Ernst & Young Accountants De heer Jean Mossoux, cursusverantwoordelijke bij ICHEC, promotor van ICHEC-PME en bestuurder bij talloze ondernemingen De heer Didier Depreay, voorzitter van de Belgische Franchise Federatie en afgevaardigd bestuurder van het netwerk Point Chaud De heer Gilbert Lardinois, algemeen secretaris van de Belgische Franchise Federatie Mevrouw Véronique PIRSON, uitgever bij Negocio Verder danken wij ook de medewerkers van Enjeu, Ernst & Young, de Belgische Franchise Federatie en Carré Associates voor hun bereidheid en hun bijdrage aan deze studie.
Martine Vogel Voorzitter / Consulting Director Carré Associates
[ Een studie van BFF en Carré Associates ] met de medewerking van Ernst & Young
23
Adresgegevens van de betrokkenen Belgische Franchise Federatie vzw Voorzitter : Dhr. Didier Depreay E. Van Nieuwenhuyselaan 8 - B 1160 Brussel Tel.: + 32 (0)2 523 97 07 - Fax : + 32 (0)2 523 35 10 Website : http://www.fbf-bff.be E-mail :
[email protected] Enjeu vzw Directrice : Mevr. Muriel Storrer Av. des Chasseurs, 1 - B 1410 Waterloo Tel. : +32 (0)2 354 93 81 - Fax : +32 (0)2 353 24 93 Website : http://www.enjeu.be E-mail :
[email protected] Ichec-PME Promotor : Dhr. Jean Mossoux Bosstraat, 365A - B 1150 Brussel Tel.: + 32 (0)2 739 38 75 - Fax : + 32 (0)2 739 38 63 Website : http://www.ichec-pme.be E-mail :
[email protected] Negocio Uitgever : Mevr. Véronique Pirson Fernand Bernierstraat, 15 - B 1060 Brussel Tel.: + 32 (0)2 543 44 98 - Fax : + 32 (0)2 543 44 44 Website : www.ekoscripto.be E-mail :
[email protected] Carré Associates nv Voorzitter: Mevr. Martine Vogel Rogierlaan, 355 - B 1030 Brussel Tel.: + 32 (0)2 242 80 44 - Fax : + 32 (0)2 242 88 65 Website : http://www.carreassociates.com E-mail :
[email protected] Ernst & Young Partner : Dhr. Raymond Ghysels Marcel Thirylaan, 204 - B 1200 Brussel Tel.: + 32 (0)2 774 60 72 - Fax : + 32 (0)2 774 90 99 Website : http://www.ey.com/be E-mail :
[email protected]
AVEC LE SOUTIEN DU MINISTRE DE L'ECONOMIE, DE L'EMPLOI ET DU COMMERCE EXTERIEUR