STUDIE 181 BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL Monteur centrale verwarmingsinstallaties
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL Monteur centrale verwarmingsinstallaties sector: mechanica - elektriciteit - kunststoffen subsector: metaal
Sectorcommissie beroepsopleidingsprofielen mechanica - elektriciteit - kunststoffen van de Vlaamse Onderwijsraad D/2001/6356/7
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL MONTEUR CENTRALE VERW ARMINGSINSTALLATIES
I N H O U D
1
INLEIDING
1
1.1
Identificatie van het beroepsopleidingsprofiel 1.1.1 Gegevens beroepsprofiel 1.1.2 Gegevens beroepsopleidingsprofiel
1
1.2
Opdracht 1.2.1 Opdrachtgever 1.2.2 Doelstellingen
1
1.3
Ontwikkelingsproces
2
1.4
Legitimatie
2
2
SIT UERING VAN DE O PLEIDING EN
3
2.1
Gegevens uit de beroepenwereld 2.1.1 Beroepenstructuur 2.1.2 Geraadpleegde beroepsprofielen
3
2.2
Gegevens uit de opleidingenwereld 2.2.1 Opleidingenaanbod 2.2.2 Regionale spreiding opleidingen en tewerkstelling
3
2.3
Verantwoording van het te ontwikkelen beroepsopleidingsprofiel
5
3
HET BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL
6
3.1
Benaming van het beroepsopleidingsprofiel
6
3.2
Globale omschrijving van het beroepsopleidingsprofiel
6
3.3
Concrete vertaalslag 3.3.1 Bijeenbrengen van de relevante beroepsprofielen 3.3.2 Evaluatie van de taken uit het beroepsprofiel 3.3.3 Selectie van takenclusters en taken 3.3.4 Formulering van vaardigheden met de bijbehorende kennis, inhouden en context 3.3.5 Concrete uitwerking van de vertaalslag 3.3.6 Beroepshoudingen 3.3.7 Contextgegevens
6
3.4
Niveau van het beroepsopleidingsprofiel
15
4
BIBLIO G RAF IE
16
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL MONTEUR CENTRALE VERW ARMINGSINSTALLATIES
5
L IJST VAN DE M EDEW ERKERS
16
Bijlage 1: beroepenstructuur
17
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL MONTEUR CENTRALE VERW ARMINGSINSTALLATIES
1
INLEIDING
1.1
Identificatie van het beroepsopleidingsprofiel
1.1.1
Gegevens beroepsprofiel Sector Subsector Beroep Beroepsprofiel Gelegitimeerd door op
1.1.2
: : : : : :
1
mechanica-elektriciteit-kunststoffen metaal monteur centrale verwarmingsinstallaties monteur centrale verwarmingsinstallaties koepelcommissie opleidingsprofielen 30 januari 1999
Gegevens beroepsopleidingsprofiel Sectorcommissie vaste kern uitgebreide commissie
: :
Studiegebied Benaming van het profiel
: :
Legitimator
: : : : : :
Datum
1.2
Opdracht
1.2.1
Opdrachtgever
MECHANICA-ELEKTRICITEIT-KUNSTSTOFFEN MONTEUR CENTRALE VERWARMINGSINSTALLATIES KOELING EN WARMTE MONTEUR CENTRALE VERWARMINGSINSTALLATIES Afdeling TSO/BSO Afdeling BuSO Raad voor Volwassenenonderwijs Afdeling TSO/BSO: 27 april 2001 Afdeling BuSO: 17 mei 2001 Raad voor Volwassenenonderwijs: 15 mei 2001
De koepelcommissie Opleidingsprofielen stelde op de vergadering van 16 oktober 1997 de vaste kern van de sectorcommissie opleidingsprofielen Mechanicaelektriciteit-kunststoffen samen. De sectorcommissie werd op 30 januari 1998 uitgebreid met het oog op de ontwikkeling van een beroepsopleidingsprofiel naar aanleiding van het beschikbare beroepsprofiel Monteur centrale verwarmingsinstallaties (SERV-FVB, 1997).
1.2.2
Doelstellingen 1 De uitbouw van het onderwijs optimaal verzekeren. 2 De opleiding beter laten aansluiten bij de arbeidsmarkt. 3 De uitstroom van gekwalificeerde monteurs centrale verwarmingsinstallaties verhogen. Een afgestudeerde, die de vaardigheden beheerst, moet voldoen aan de beroepsvereisten van een beginnend monteur centrale verwarmingsinstallaties zoals opgesomd in het hierna volgend beroepsopleidingsprofiel.
2
1.3
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL MONTEUR CENTRALE VERW ARMINGSINSTALLATIES
Ontwikkelingsproces Het beroepsopleidingsprofiel wordt samengesteld op basis van een handleiding voor het schrijven van beroepsopleidingsprofielen voor het secundair onderwijs en het volwassenenonderwijs, ontwikkeld door de Dienst voor Onderwijsontwikkeling. Het is afgeleid van het beroepsprofiel ‘Monteur centrale verwarmingsinstallaties'. De werkgroepmethode wordt toegepast. De eerst voorgestelde beroepsopleidingsprofielen werden niet door de afdeling TSO-BSO aanvaard. De werkzaamheden werden opnieuw opgestart op 15 februari 2001. De sectorcommissie vergaderde op: vrijdag 15 februari 2001 (10 tot 16 uur) vrijdag 23 maart 2001 (10 tot 16 uur) maandag 23 april 2001 (10 tot 12.30 uur).
1.4
Legitimatie De afdeling TSO/BSO, de afdeling BuSO en de Raad voor Volwassenenonderwijs legitimeren het beroepsopleidingsprofiel. Het BOP wordt als advies aan de overheid voorgelegd.
3
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL MONTEUR CENTRALE VERW ARMINGSINSTALLATIES
2
SITUERING VAN DE OPLEIDINGEN
2.1
Gegevens uit de beroepenwereld
2.1.1
Beroepenstructuur Als bijlage 1 vindt u een voorlopige beroepenstructuur zoals die door het Fonds voor de Vakopleiding opgesteld werd (situatie op 15 februari 2000).
2.1.2
Geraadpleegde beroepsprofielen Het beroepsprofiel Monteur centrale verwarmingsinstallaties opgesteld door de SERV in opdracht van het Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid (1997) is de basis voor het beroepsopleidingsprofiel Monteur centrale verwarmingsinstallaties. Het beroepsprofiel omschrijft het beroep als volgt (p.11): De monteur van centrale verwarmingsinstallaties is de geschoolde arbeider die instaat voor de montage, bevestiging en plaatsing van alle elementen en materieel van een centrale verwarmingsinstallatie. Hij werkt onder begeleiding, toezicht of leiding van de installateur.
2.2
Gegevens uit de opleidingenwereld
2.2.1
Opleidingenaanbod Leerlingen/cursisten die een opleiding voor monteur centrale verwarmingsinstallaties (of een deel ervan) willen volgen, kunnen daarvoor in het voltijds en het deeltijds beroepssecundair onderwijs (BSO, DBSO), het buitengewoon secundair onderwijs en in het volwassenenonderwijs terecht. Buiten het onderwijs worden opleidingen aangeboden door VDAB en VIZO. 2.2.1.1 Overzicht van het met het beroepencluster direct overeenstemmende opleidingenaanbod e
Het BSO biedt binnen het studiegebied Koeling en warmte in de 3 graad de stue dierichting Centrale verwarming en sanitaire installaties aan en in het 3 leerjaar e van de 3 graad de studierichting Verwarmingsinstallaties. Het secundair onderwijs voor sociale promotie organiseert in het studiegebied Koeling en warmte de afdelingen Centrale verwarming, Centrale verwarming en sanitaire installaties, Centrale verwarming - koeltechniek - klimatisatie, Centrale verwarming - verbrandingscontrole. In het deeltijds secundair beroepsonderwijs (DBSO) komt de benaming Monteur verwarmingsinstallaties voor. Het buitengewoon secundair beroepsonderwijs (BuSO) biedt in OV3 de kwalificatietechniek Centrale verwarming aan.
4
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL MONTEUR CENTRALE VERW ARMINGSINSTALLATIES
Schematisch overzicht van het aanbod Voltijds Deeltijds BuSO OSP
GO ✗ ✗ ✗ -
CVPO ✗ -
OVSG ✗ ✗ ✗ ✗
VSKO ✗ ✗ ✗ ✗
De Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) organiseert de opleiding Installateur CV. Het Vlaams Instituut voor Zelfstandig Ondernemen (VIZO) organiseert de opleiding Installateur van centrale verwarming, zowel in de vorm van een ondernemersopleiding als in leertijd. 2.2.1.2 Overzicht van het met het beroepencluster aanverwante opleidingenaanbod Het studiegebied Koeling en warmte omvat in de derde graad BSO de studierichting Koelinstallaties, in de derde graad TSO Koel- en warmtetechnieken, in het de 3 leerjaar van de derde graad BSO de studierichting Koeltechnische installaties de en in het 3 leerjaar van de derde graad TSO de studierichtingen Industriële koeltechnieken en Industriële warmtetechnieken. In het deeltijds secundair beroepsonderwijs (DBSO) komt de benaming Monteur sanitaire installaties voor. In het buitengewoon secundair beroepsonderwijs (BuSO) wordt in OV3 de kwalificatietechniek Sanitaire installaties aangeboden. Het secundair onderwijs voor sociale promotie organiseert in het studiegebied Koeling en warmte de afdeling Sanitaire installaties. De Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) biedt de opleiding Sanitair installateur aan. Het Vlaams Instituut voor Zelfstandig Ondernemen (VIZO) organiseert de opleiding Sanitair installateur - loodgieter en Installateur voor gasverwarming met individuele toestellen. 2.2.1.3 Onderzoek naar de bevolking van de opleidingen In het schooljaar 1999-2000 volgden in het voltijds beroepsonderwijs 1 028 leerlingen (1 025 jongens en 3 meisjes) de studierichting Centrale verwarming en sanitaire installaties waarvan 331 leerlingen (329 jongens en 2 meisjes) e e in de 2 graad en 697 in de 3 graad (696 jongens en 1 meisje); de 80 leerlingen (79 jongens en 1 meisje) in de 3 graad de studierichting Centrale verwarming; de de 179 leerlingen (178 jongens en 1 meisje) in het 3 leerjaar van de 3 graad de studierichting Warmtetechnische installaties. In het stelsel van kapitaliseerbare eenheden in het secundair onderwijs voor sociale promotie volgden in het eerste semester van het schooljaar 1999-2000: 28 mannen de afdeling Centrale verwarming (14 in het lineair en 14 in het modulair onderwijs); 19 mannen de afdeling Centrale verwarming en sanitaire installaties (in het lineair onderwijs);
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL MONTEUR CENTRALE VERW ARMINGSINSTALLATIES
5
16 mannen de afdeling Centrale verwarming - koeltechniek - klimatisatie (in het lineair onderwijs); 11 mannen de afdeling Centrale verwarming - verbrandingscontrole (in het lineair onderwijs). Op 1 februari 2000 volgden in het DBSO, volgens een bevraging bij de coördinatoren, 6 leerlingen een opleiding Monteur verwarmingsinstallaties en 4 leerlingen een opleiding Centrale verwarming en sanitaire installaties. In het buitengewoon secundair beroepsonderwijs (BuSO) volgden in het schooljaar 1998-1999 in OV3 7 jongens de kwalificatietechniek Centrale verwarming.
2.2.2
Regionale spreiding van het opleidingenaanbod en de tewerkstelling in Vlaanderen en het Brussels Gewest Zowel het opleidingenaanbod als het tewerkstellingsaanbod is over de hele regio verspreid.
2.3
Verantwoording van het te ontwikkelen beroepsopleidingsprofiel De fase waarin het beroepsopleidingsprofiel ontwikkeld wordt, biedt sociale partners en opleidingsinstanties (binnen en buiten onderwijs) het platform om samen af te spreken wat essentieel is. Zo wordt voor alle partijen duidelijk wat de beroepsopleiding minimaal moet aanbieden en wat de sociale partners precies kunnen verwachten van iemand die de beroepsopleiding gevolgd heeft. Het voorliggend beroepsopleidingsprofiel beantwoordt aan die vraag en maakt het mogelijk dat de beroepsopleiding aansluit bij de vraag van de arbeidswereld. Beginnende beroepsbeoefenaars kunnen in zeer uiteenlopende situaties (nieuwbouw of renovatie, al dan niet uitgebreid contact met klanten en andere vaklui, verscheidene materialen en technieken) terecht komen en moeten dus de vaardigheden, kennis en beroepshoudingen hebben om daarmee rekening te houden. Een gerichte beroepsopleiding kan de uitstroom van gekwalificeerde beroepsbeoefenaars bevorderen.
6
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL MONTEUR CENTRALE VERW ARMINGSINSTALLATIES
3
HET BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL (BOP)
3.1
Benaming van het beroepsopleidingsprofiel Het beroepsopleidingsprofiel heet Monteur centrale verwarmingsinstallaties en beschrijft de kwalificatie Monteur centrale verwarmingsinstallaties.
3.2
Globale omschrijving van het beroepsopleidingsprofiel De toekomstige Monteur centrale verwarmingsinstallaties leert het eigen werk voor de plaatsing van centrale verwarmingsinstallaties plannen, voorbereiden en ondersteunen. Hij/zij leert leidingen plaatsen en toestellen voor warmteproductie, warmtetransport en warmteafgifte monteren, installeren en aansluiten.
3.3
Concrete vertaalslag
3.3.1
Bijeenbrengen van de relevante beroepsprofielen Het beroepsopleidingsprofiel wordt afgeleid van het beroepsprofiel ‘Monteur centrale verwarmingsinstallaties’ (SERV-FVB, 1997).
3.3.2
Evaluatie van de taken uit het beroepsprofiel Het toegeleverde beroepsprofiel kan ondergebracht worden in type A; dat is een beroepsprofiel dat takenclusters omvat voorzien van kennis, attitudes en contextgegevens.
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL MONTEUR CENTRALE VERW ARMINGSINSTALLATIES
3.3.3
7
Selectie van takenclusters en taken De sectorcommissie zette de takenclusters van het beroepsprofiel om in de volgende vaardigheidsclusters: BEROEPSPROFIEL
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL
2.1
Vaardigheidscluster 1: Het eigen werk organiseren
Voorbereidende taken: 2.1.1 Het plannen van de werkzaamheden 2.1.2 Voorraadbeheer 2.1.3 Werken uitvoeren ter voorbereiding van de installatiewerken
2.2
Uitvoerende taken:
Vaardigheidscluster 2: Leidingen voor centrale verwarming plaatsen Vaardigheidscluster 3: Toestellen voor warmteproductie, warmtetransport en warmteafgifte monteren, installeren en aansluiten
2.2.1 Leidingen bewerken en leggen 2.2.2 Monteren van de toestellen 2.2.3 Het in bedrijf stellen van de verwarmingsinstallatie 2.2.4 Mechanische ventilatie in de ruimten installeren 2.2.5 Klimaatregeling installeren 2.2.6 Isoleren en schilderen 2.3
Ondersteunende taken: 2.3.1 De bouwplaats in orde brengen 2.3.2 Kwaliteitszorg 2.3.3 Toezicht op veiligheid en hygiëne
Taken van het beroepsprofiel die niet naar vaardigheden voor de beginnend beroepsbeoefenaar vertaald werden: Taken die voorbehouden zijn voor de zaakvoerder werden, conform de afbakening van het beroep in het beroepsprofiel (‘De monteur werkt onder begeleiding, toezicht of leiding van de installateur’ p. 11), niet naar vaardigheden vertaald. ‘de dakdoorvoer monteren’ is volgens de sociale partners in de sectorcommissie eerder een taak voor de dakafdichter en wordt bijgevolg niet als een vaardigheid voor de beginnend beroepsbeoefenaar opgenomen; ‘de installatie in werking stellen en controleren’ is een taak van een ervaren beroepsbeoefenaar; Het installeren van klimaatregeling is werk voor specialisten (BP, p.13) en wordt bijgevolg niet als vaardigheid voor een beginnend beroepsbeoefenaar opgenomen. Het installeren van mechanische verluchting echter, dat in het beroepsprofiel ook onder 1.3 Specialisaties valt, werd door de commissie als inherent aan het monteren van centrale verwarmingsinstallaties beschouwd en werd bijgevolg wel als vaardigheid in het beroepsopleidingsprofiel opgenomen. Volgend vaardigheden werden toegevoegd: ‘gereedschap en machines veilig en gebruiksklaar houden’;
8
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL MONTEUR CENTRALE VERW ARMINGSINSTALLATIES
‘controleren of het werk veilig en volgens de opdracht kan uitgevoerd worden en dat volgens afgesproken procedures melden’ ‘een installatie voor centrale verwarming demonteren’ is ruimer dan wat het beroepsprofiel omschrijft; dat beperkt het afbraakwerk of gedeeltelijke demontage tot ketels en radiatoren; De beginnend Monteur centrale verwarmingsinstallaties heeft de clusters 1, 2,en 3 verworven.
3.3.4
Formulering van vaardigheden met de bijbehorende kennis, inhouden en context De mate van beheersing van de vaardigheden en kennis wordt genuanceerd aan de hand van volgende criteria: Vaardigheden V1 = oriëntering Een cluster van vaardigheden waarmee de lerende/beginnende beroepsbeoefenaar kennis maakt. Hij/zij neemt deze vaardigheden waar of voert ze kort uit om een beter beeld te krijgen van de beroepsactiviteiten binnen de bedrijfstak. V2 = onder begeleiding uitvoeren. De lerende/beginnende beroepsbeoefenaar voert deze vaardigheden uit in situaties waarin het voordoen/nadoen een rol spelen of waarin de verantwoordelijkheid voor de uitvoering bij derden ligt. V3 = zelfstandig uitvoeren De lerende/beginnende beroepsbeoefenaar voert deze vaardigheden uit in situaties waarin hij/zij op eigen initiatief handelt of waarin de verantwoordelijkheid bij de lerende zelf ligt. V4 = begeleidend uitvoeren De lerende/beginnende beroepsbeoefenaar voert deze vaardigheden uit in situaties waarin hij/zij de verantwoordelijkheid voor de uitvoering door derden op zich neemt. Ondersteunende kennis K1 = feitelijke kennis Deze kennis is op herkenning uit te voeren. (Dit niveau kan omschreven worden door middel van werkwoorden van het type: reproduceren, bewust zijn, herinneren, herkennen, registreren, opnoemen, aanduiden, benoemen, opsommen…) K2 = begripsmatige kennis Deze kennis is op inzicht terug te voeren. (Begrijpen, verstaan, aantal aangeven, verband uitdrukken, bewijzen, voorbeelden geven, typren, de essentie aangeven, omschrijven, met eigen woorden zeggen…) K3 = kennistoepassing Deze kennis past de feitelijke en begripsmatige kennis toe. (Gevarieerd aanwenden, uitwerken, beoordelen, evalueren, produceren, vergelijken met, structureren…) K4 = integrerende kennis De kennis in nieuwe situaties toepassen en zoeken naar innovaties.
9
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL MONTEUR CENTRALE VERW ARMINGSINSTALLATIES
3.3.5
Concrete uitwerking van de vertaalslag
CLUSTER 1: HET EIGEN WERK ORGANISEREN
Cluster van vaardigheden De beginnende beroepsbeoefenaar kan:
1.1
1.2
1.3
1.4
instructies in verband met veiligheid, hygiëne, gezondheid en milieu uitvoeren individuele beschermingsmaatregelen toepassen
volgens instructies collectieve veiligheidsvoorzieningen aanbrengen een plan, werktekening en werkopgaveblad voor een installatie voor centrale verwarming lezen
Mate van Ondersteunende kennis (K) beheersing en vaardigheden (V)
V3
V3
individuele beschermingsuitrusting voor de monteur centrale verwarming − principes van ergonomie voor de monteur centrale verwarming − risico’s eigen aan de sector en te nemen veiligheidsmaatregelen − pictogrammen
K3
symbolen, legende en schaal vakterminologie gebruikt in de bouwsector ruimtelijk voorstellingsvermogen opbouw van een eenvoudige installatie voor centrale verwarming reglementeringen i.v.m. installaties voor centrale verwarming werkmethode bij het plaatsen van een installatie voor centrale verwarming elementen waarmee rekening moet worden gehouden in de planning
K2
−
uitvoeringsschetsen maken
V3
− −
V3
−
−
1.6
in samenspraak het eigen werk plannen
K2 K2 K1
V2
−
1.5
Mate van beheersing
V3
−
−
K2 V3 K3 K2
K3
K2
10
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL MONTEUR CENTRALE VERW ARMINGSINSTALLATIES
Cluster van vaardigheden De beginnende beroepsbeoefenaar kan:
1.7
het materiaal en gereedschap nodig voor de opdracht bepalen en mogelijke tekorten melden
Mate van Ondersteunende kennis (K) beheersing en vaardigheden (V)
V2
eigenschappen van materialen gebruikt bij installaties voor centrale verwarming gereedschapskennis buizen en hulpstukken: soorten, handelsvormen en hun toepassingsgebied impact van stromingssnelheid impact van druk en drukverlies druk kunnen meten debiet tabellen en grafieken voor debietbepaling kunnen raadplegen technieken om uitzetting op te vangen technieken om geluidshinder te bestrijden catalogi kunnen raadplegen hef-, til- en verplaatsingstechnieken toepassen beschermingseisen enmiddelen voor materialen en toestellen stapelmethoden voor materialen opslagmethoden voor materialen
K3
soorten stellingen en hun toepassingsgebied
K2
technieken om een installatie voor centrale verwarming te demonteren − voorzorgen bij het demonteren van installaties voor centrale verwarming
K2
−
− −
− − − − −
− − −
1.8
materiaal volgens instructies opslaan en beschermen
V3
−
−
− −
1.9 ladders veilig opstellen 1.10 in teamverband volgens instructies een stelling veilig monteren en demonteren 1.11 controleren of het werk veilig en volgens de opdracht uitgevoerd kan worden en dat volgens afgesproken procedures melden 1.12 een installatie voor centrale verwarming demonteren
V3 V2
Mate van beheersing
−
K3 K3
K2 K2 V3 K2 V3 K2 K2 V3 V3 K2 K2 K2
V3
V2
−
K2
11
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL MONTEUR CENTRALE VERW ARMINGSINSTALLATIES
Cluster van vaardigheden De beginnende beroepsbeoefenaar kan:
Mate van Ondersteunende kennis (K) beheersing en vaardigheden (V)
1.13 een leidingtracé voor een installatie voor centrale verwarming uitzetten
V2
1.14 gereedschap en machines veilig en gebruiksklaar houden 1.15 de werkvloer tijdens en na het werk opruimen 1.16 afval volgens instructies sorteren
V3
V3 V3
−
elementen waarmee rekening moet worden gehouden bij het uitzetten van een leidingtracé
Mate van beheersing
K2
12
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL MONTEUR CENTRALE VERW ARMINGSINSTALLATIES
CLUSTER 2: LEIDINGEN VOOR CENTRALE VERWARMING PLAATSEN
Cluster van vaardigheden De beginnende beroepsbeoefenaar kan:
2.1
2.2
2.3
het materiaal voor de uit te voeren opdracht volgens planning nemen de juiste lengte van de buis bepalen rekening houdend met aanpassingsbochten en hulpstukken buizen met het gepaste gereedschap op maat brengen, ontbramen en kalibreren
Mate van Ondersteunende kennis (K) beheersing en vaardigheden (V)
V3
V3
V3
−
−
2.4
buizen met het gepaste gereedschap buigen
V3
− −
2.5
buizen op een veilige manier waterdicht verbinden
V3
− − − −
2.6
sleuven maken
V3
−
−
2.7
2.8
doorvoeropeningen maken, mantelpijpen aanbrengen en openingen afdichten
V3
leidingen monteren, bevestigen en volgens instructies beschermen
V3
−
− − − − −
2.9
leidingen isoleren
Mate van beheersing
V3
− −
− −
technieken om buizen te zagen en te snijden, te ontbramen en te kalibreren gereedschapskennis buiggereedschap buigtechnieken voor buizen verbindingssystemen verbindingstechnieken voor buizen veiligheidsvoorschriften bij het verbinden oorzaken en gevolgen van corrosie gereedschap en technieken voor het maken van sleuven in muren en wanden apparatuur voor het opsporen van nutsleidingen gereedschap en technieken voor het maken van doorvoeropeningen afdichtingsmateriaal en -technieken technieken voor het monteren van leidingen bevestigingssystemen voor leidingen bevestigingstechnieken voor leidingen beschermingstechnieken en -middelen voor leidingen thermische en akoestische isolatie isolatiemiddelen: soorten, kenmerken en toepassingsgebied isolatietechnieken kleurcodering voor leidingen
K3
K3 K3 K2 K2 K2 K2 K2 K2
K2 K2 K2 K2 K2 K2 K2 K2 K2 K2 K2
13
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL MONTEUR CENTRALE VERW ARMINGSINSTALLATIES
CLUSTER 3: TOESTELLEN VOOR WARMTEPRODUCTIE, WARMTETRANSPORT EN WARMTEAFGIFTE MONTEREN, INSTALLEREN EN AANSLUITEN
Cluster van vaardigheden De beginnende beroepsbeoefenaar kan:
3.1
toestellen met hun toebehoren volgens de instructies van de fabrikant veilig monteren, installeren en aansluiten
Mate van Ondersteunende kennis (K) beheersing en vaardigheden (V)
V3
courant gebruikte toestellen voor centrale verwarming toebehoren herkennen basisprincipes bij de installatie van toestellen voor centrale verwarming bevestigingsmiddelen en bevestigingstechnieken hulpstukken en aansluittechnieken functie van een afschot techniek voor het aansluiten van rookgasafvoerkanalen: schoorsteenaansluiting en gevelaansluiting toestellen om schoorsteentrek te meten de schoorsteentrek kunnen meten belang van luchttoevoer ventilatieroosters: soorten, kenmerken, toepassingsgebied, plaatsingstechnieken
K2
hulpmiddelen om de dichtheid te controleren − een beproevingspomp kunnen gebruiken − techniek om een installatie te vullen − een installatie kunnen ontluchten
K2
−
− −
− − − −
− −
3.2
ventilatieroosters plaatsen
V3
3.3
een installatie schoonspoelen het leidingnet op beproevingsdruk brengen en de volledige installatie op dichtheid controleren een installatie vullen
V3
3.4
3.5
V3
V3
Mate van beheersing
− −
−
V3 K3 K2 K2 K2 K2
K2 V3 K2 K2
V3 K2 V3
14
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL MONTEUR CENTRALE VERW ARMINGSINSTALLATIES
3.3.6
Beroepshoudingen In een volgend overzicht geven we de beroepshoudingen weer die voor de monteur centrale verwarmingsinstallaties van bijzonder belang zijn. Resultaatgerichtheid/kwaliteitsbewustzijn Erop gericht zijn binnen een voorgeschreven tijd een vooropgesteld resultaat te bereiken met inachtneming van gedefinieerde kwaliteitsstandaarden. Veiligheids- en milieubewustzijn Erop gericht zijn alles wat personen en milieu kan schaden te voorkomen; voortdurend alert willen zijn om de risico’s van het beroep zo klein mogelijk te houden. Economisch bewustzijn Bereid zijn op de meest economische manier gebruik te maken van tijd, geld en materialen. Zin voor initiatief Bereid zijn om zelfstandig een opdracht uit te voeren en actief en pro-actief op te treden bij onvoorziene omstandigheden. Zin voor samenwerking Bereid zijn om gemeenschappelijk aan eenzelfde taak te werken om een kwaliteitsvol resultaat te bereiken. Zin voor esthetiek Bereid zijn rekening te houden met esthetische overwegingen bij het plaatsen van leidingen en toestellen (loodrechte en evenwijdige plaatsing van buizen bijvoorbeeld).
3.3.7
Contextgegevens1 De sector van de centrale verwarming bestaat vooral uit kleine bedrijven, maar ondanks hun kleinschaligheid hebben de ondernemingen een breed activiteitenterrein. Monteurs werken meestal per twee samen. Zelden wijken bedrijven af van deze tweemansstructuur. Op grotere bouwplaatsen worden meerdere ploegen van twee samengevoegd. Boven hen komt dan een ploegbaas te staan die het werk coördineert. Evoluties in de sector hebben vooral te maken met productinnovatie. Materialen en gereedschappen veranderen en vereisen dan soms een nieuwe uitvoeringstechniek wat op zijn beurt het productieproces in zijn geheel beïnvloedt. De regelgeving in verband met veiligheid, hygiëne en milieu wordt steeds uitgebreider en belangrijker. Wat het milieu betreft, voert de beginnend beroepsbeoefenaar de instructies van zijn werkgever uit. Wat hygiëne en veiligheid betreft, kan de monteur te maken krijgen met volgende veiligheids- en gezondheidsrisico’s: elektrocutie (bijvoorbeeld bij het doorboren van wanden en vloeren waarin elektrische leidingen kunnen voorkomen), verplettering of inklemming van armen en benen (bijvoorbeeld bij het verplaatsen van zware lasten), verstikking (bijvoorbeeld bij het demonteren van stookketels), irritaties (bijvoorbeeld bij de verwijdering van bepaalde isolatiematerialen), brandwonden (bijvoorbeeld bij het lassen), rug- en knieletsels (bijvoorbeeld bij het veelvuldig werken in enge ruimtes).
1
De gegevens komen uit het beroepsprofiel.
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL MONTEUR CENTRALE VERW ARMINGSINSTALLATIES
3.4
15
Niveau van het beroepsopleidingsprofiel In de regel zijn monteurs centrale verwarmingsinstallaties enkel verantwoordelijk voor de uitvoering van het opgedragen werk. De planning en de coördinatie van de opdracht gebeurt door de ploegbaas/patroon. Er is ook sprake van coöperatieve verantwoordelijkheid waar monteurs centrale verwarmingsinstallaties met collega’s samenwerken. Het takenpakket bestaat voornamelijk uit het toepassen van routines en standaardprocedures. Het betreft beroepsgebonden vaardigheden en kennis. Gezien de graad van verantwoordelijkheid, de mate van complexiteit en transfer en de mate van begeleiding stelt deze sectorcommissie voor het beroepsopleidingsprofiel monteur centrale verwarmingsinstallaties op niveau 2 te plaatsen in de handleiding omschreven als: Een kwalificatie die vooral praktisch werk omvat, dat zelfstandig kan worden uitgevoerd binnen de grenzen van de aangeleerde technieken.
16
4
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL MONTEUR CENTRALE VERW ARMINGSINSTALLATIES
BIBLIOGRAFIE Beroepsprofiel Monteur centrale verwarmingsinstallaties, Brussel, SociaalEconomische Raad voor Vlaanderen in opdracht van het Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid, 1997. Handleiding voor het schrijven van beroepsopleidingsprofielen voor secundair en volwassenenonderwijs, Brussel, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Dienst voor Onderwijsontwikkeling, 1998. Belgisch Staatsblad 24395 K.B. van 17 juni 1997 betreffende de veiligheids- en gezondheidssignalering op het werk. Statistisch jaarboek van het Vlaams Onderwijs, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap - Departement Onderwijs.
5
LIJST VAN DE MEDEWERKERS ♦
Wim Coppens, voorzitter, GO
♦
Stefaan Vermeulen, Fonds voor Vakopleiding in de Bouw (FVB)
♦
Michel Colemans, Landsbond van Belgische Installateurs Sanitair (LBIS), Unie der Belgische Installateurs Centrale Verwarming (UBIC)
♦
Georges Verhoeven, KTA Deurne, GO
♦
Jean Tiesters, VVKSO
♦
Freddy Lambrecht, Sint-Antonius, Gent, VVKSO
♦
Georges Van Goethem, Stedelijk Polytechnisch Instituut Antwerpen, OVSG
♦
Rita Vanheste, Vlaamse Onderwijsraad
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL MONTEUR CENTRALE VERW ARMINGSINSTALLATIES
17
Bijlage 1: BEROEPENSTRUCTUUR FONDS VOOR DE VAKOPLEIDING 15 FEBRUARI 2000 werktu igku ndige voor bagge rva art bag ger bag gerwerker torenkraa nbestu urder kraanb estuur der bestuurde r mob iele kra an en ve rreiker boo rder bro nbemaler weg- en wate rbouw
heimachinist chauffeur bou wpla atsmachinist wegenwerker
natuur steenb ewe rke r metse laar bekiste r ijzervlechte r ruwbou w
werfbedien er betonh erstelle r pre fab -monteerder gevelwerker voeger dekvloerleg ger
afwerking ruwbouw
tegelzette r stu kad oor dakdekker
dak dakdichter sch rijnwerker-timme rman hou t interieu rbouwer glas
glaswerker ste llingbouwer
bou winstallaties bouwinstallaties
indu striële isolateur monteur monteurCV CV sanitair installa teu r sch ilder-de cor ate ur
verf indu strieel sch ilder magazijnier