Student: Studentnr: Docent:
Maarten Zwinkels 1575769 Willy Siksma
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Inleiding Hoofdstuk 2: Literatuurverkenning Hoofdstuk 3: Methode Hoofdstuk 4: Resultaten Hoofdstuk 5: Conclusie en discussie
bladzijde 3 bladzijde 4 bladzijde 6 bladzijde 7 bladzijde 9
Literatuurlijst Bijlage
bladzijde 11 bladzijde 12
2
Onderzoeksverslag Hoofdstuk 1: Inleiding 1.4 Formulering opdracht Mijn onderzoek gaat over het gebruik van het open leercentrum (OLC) door studenten en docenten van de afdeling Verzorgende-IG. In periode 1 heb ik verschillende collega’s verteld, dat ik een onderzoek moet doen voor mijn beroepsproduct 1 met daarbij de vraag of zij verzoeken/ideeën hadden. Een collega kwam met het idee om te onderzoeken of er gebruikt gemaakt wordt van het OLC door studenten en docenten. Zijzelf gaat wel eens een dvd lenen, maar ervaart wel een drempel om daar meer te doen dan alleen een dvd halen. Uiteindelijk heb ik besloten om te gaan onderzoeken of er een drempel is om naar het OLC te gaan en als er een drempel is, wat de oorzaak van die drempel is. Ik kies voor dit onderzoek, omdat ik nauwelijks een beeld heb van de functies van het OLC. Als toekomstig docent zou ik gebruik kunnen maken van een OLC, mits deze aanwezig is. 1.5 Context Mijn stageschool is het ROC Midden Nederland Gezondheidszorgcollege. Zij delen het gebouw met het ROC Midden Nederland Welzijnscollege. Het gebouw heeft 5 verdiepingen (kelder, begane grond, eerste, tweede en derde verdieping). Ik loop stage op de afdeling verzorgende-IG (niveau 3), dat zit op de tweede verdieping. Het docententeam, waarin ik samen met nog een derde- en vierdejaars docent in opleiding terecht ben gekomen, bestaat uit 4 mannen en 22 vrouwen. Ook bij de studenten is er een scheve verdeling tussen mannen en vrouwen. Er zit gemiddeld één man in een klas van twintig studenten. De studenten kunnen de opleiding tot verzorgende-IG in twee verschillende stromingen doen. De BOL (voltijd) is een diejarige opleiding, waarbij de studenten 5 dagen per week naar school gaan. Tijdens hun opleiding lopen ze drie stages (10, 20 en 30 weken). De BBL (deeltijd) is een driejarige opleiding, die de studenten ook verkort kunnen doen in één of twee jaar. De studenten werken 4 of 5 dagen en komen één keer in de week naar school. Het open leercentrum zit in de kelder van het gebouw. Dit OLC is te gebruiken door alle studenten en docenten van alle afdelingen van het Gezondheidszorgcollege en Welzijnscollege. Als je de trap afloopt om in het OLC te komen, loop je gelijk tegen veel tafels met pc’s aan. Als je naar rechts gaat staat daar het bureau van de OLC medewerker, met daarnaast een kantoor voor het OLC team. Ga je links van de trap is daar een afgesloten lokaal, met een aantal pc’s. Als je rechtdoor langs de tafels met pc’s loopt, kom je in het gedeelte van de mediatheek en bibliotheek. Daar staan veel studieboeken, dvd’s en naslagwerken. Achterin het OLC, in het gedeelte van de mediatheek en bibliotheek staat de uitgiftebalie. Naast de uitgiftebalie staat een pc, waarop docenten en studenten kunnen zoeken naar de beschikbare boeken. Aan de buitenkant van het gedeelte van de mediatheek en bibliotheek staan tafels, waaraan studenten rustig kunnen werken. 1.6 Onderzoeksvraag voor de verkenning Is er een drempel aanwezig bij studenten en docenten van de afdeling Verzorgende-IG om gebruik te maken van het Open Leercentrum? Zo ja, wat is die drempel?
3
Hoofdstuk 2: Literatuurverkenning Ten tijde van het klassikale en frontale onderwijs, tot begin jaren negentig, was er nauwelijks behoefte aan bibliotheken met literatuur en informatiebronnen (Das, 2003a). De docent voor de klas vormde samen met de schoolboeken de belangrijkste informatiebronnen voor de leerling. Enkele scholen die toch probeerden een schoolbibliotheek op te zetten hadden daar veel moeite mee. Ondanks de invoering van de eenjarige opleiding tot schoolbibliothecaris in 1975 kwamen weinig bibliothecarissen op scholen te werken. Het was parttime werk met een lage looninschaling. Door gebrek aan geld werd er niet geïnvesteerd in ruimte, collectie, faciliteiten en personeel. Deze bibliotheken waren niet ondersteunend aan het onderwijs. Dit veranderde in een hoog tempo toen aan het begin van de jaren negentig een aantal veranderingen werden door gevoerd. Scholen kregen meer vrijheid en zelfstandigheid om het voor hen beschikbare geld uit te geven. Er werd een begin gemaakt met een betere inschaling en positie van mediatheekmedewerkers. De digitalisering van de samenleving kwam op gang. Scholen veranderden in ‘studiehuizen’, met als gevolg dat er een onderwijskundige verandering plaats vond die een belangrijke rol ging spelen. Namelijk, leerlingen gingen veel meer zelfstandig leren en werken. Bibliotheken werden hierdoor steeds belangrijker. Voor de beleidsbepalers was hierdoor de weg vrij om na te denken over functie van een bibliotheek annex mediatheek binnen de school en te investeren in faciliteiten en middelen. Het aantal bibliotheken en mediatheken in scholen groeide hierdoor sterk. Dit werd nog eens extra versterkt toen in 1997 de pc en andere digitale voorzieningen op grote schaal binnen scholen werden ingevoerd. Sinds 2003 ontwikkelden op een aantal scholen de bibliotheek en de mediatheek zich steeds meer tot een open leercentrum (OLC). Het open leercentrum is dus de moderne versie van een onderwijsbibliotheek. Om duidelijk te maken wat verstaan wordt onder het open leercentrum, een definitie: ‘Een ruimte binnen de school met een verzameling toegankelijk gemaakte, specifiek op het onderwijs toegespitste informatiebronnen, faciliteiten en onderwijsleermiddelen, waar gebruikers deze informatiebronnen, faciliteiten en onderwijsleermiddelen raadplegen, gebruiken voor (zelf)studie ter plaatse en/of lenen, ter ondersteuning, aanvulling en als onderdeel van het primaire onderwijsleerproces; hierbij worden zij begeleid en wordt hen geleerd op een efficiënte en effectieve wijze met deze informatiebronnen, faciliteiten en onderwijsleermiddelen om te gaan.’ (Das, 2003a). Om aan deze definitie van een open leercentrum te voldoen, moet er een omslag plaats vinden bij de bibliotheken en de mediatheken. Het OLC moet een volwaardig onderwijskundige voorziening zijn, waar leerlingen zelfstandig kunnen leren. Hierdoor wordt er van mediathecarissen ook verwacht dat zij leerlingen kunnen coachen en begeleiden. Er wordt aanspraak gedaan op pedagogische en didactische vaardigheden van de OLC medewerkers. Onderzoek heeft aangetoond dat de leerlingen beter kunnen presteren als ze gebruik kunnen maken van een onderwijsbibliotheek met goed opgeleid personeel. Ondanks al deze ontwikkelingen bij de OLC’s zijn er nog problemen te overwinnen volgens Lourense Das (2003a): - Er is onvoldoende expertise op het gebied van het onderwijsbibliotheek werk. - Er zijn geen officiële richtlijnen en normen. - Er is onvoldoende personeel beschikbaar. - Er zijn nog onvoldoende mogelijkheden tot scholing. - Er zijn onvoldoende recente cijfers beschikbaar om beleid op te baseren. Vanwege een gebrek aan expertise, richtlijnen en normen met betrekking tot OLC’s kan alleen een vergelijking gemaakt worden met goed lopende OLC’s in Nederland. Het College DGO, onderdeel van ROC Midden Brabant en gevestigd in Tilburg, heeft een goed lopend open leercentrum (Das, 2003b). Zij hebben het zelfstandig werken en leren gescheiden van het begeleidend leren. In het OLC kunnen studenten zelfstandig aan het werk. In gevormde Studielandschappen werken studenten onder begeleiding van onderwijsassistenten, tutors of instructeurs. Hier is ook veel meer studiemateriaal vanuit de opleiding beschikbaar.
4
Het beleid van het OLC van College DGO is gebaseerd op flexibiliteit en maatwerk. Het OLC en de Studielandschappen zijn continu in ontwikkeling om aansluiting te houden met de vraag van het onderwijs en de behoeften van de studenten. Daarvoor lopen er in het OLC niet alleen bibliothecarissen of mediathecarissen rond, maar ook al eerder genoemde onderwijsassistenten, tutors en instructeurs. Medewerkers van het OLC en de Studielandschappen kunnen bijgeschoold worden. De opleiding en een halve dag scholingsverlof worden betaald door het College DGO. Goed geschoold personeel is erg belangrijk omdat er in het OLC en de studielandschappen lessen worden gegeven met verschillende pedagogisch-didactische aanpak. Het maatwerk wordt gerealiseerd door intensieve samenwerking met de vakdocenten. Medewerkers van het OLC en de Studielandschappen worden betrokken bij de teamvergaderingen van de docent. Tijdens deze vergaderingen wordt besproken wat de studenten en docenten aan eisen en wensen hebben betrekking tot het OLC. Daarnaast heeft de teamleider van het OLC direct contact met de afdelingsmanagers en directie over uitvoer en ontwikkeling van het beleidsplan. In 2002 is het ROC Midden Nederland Gezondheidszorgcollege en Welzijnscollege begonnen met het opzetten van een OLC (van ’t Sant,2012). Dit OLC kreeg, vanuit een gemaakte startnota, 4 functies mee om de ruimte in te vullen. Er moest een plek komen voor zelfstudie van studenten. Er moest een plek komen voor groepswerk. Docenten en studenten moesten naar het OLC kunnen om gebruik te kunnen maken van bronnen- en lesmateriaal. En tot slot moest er een bibliotheek en mediatheek komen voor docenten en studenten. Dan blijkt in december 2012 na overleg met de medewerkers van het OLC dat de directies van het Gezondheidszorgcollege en het Welzijnscollege geen sturing heeft gegeven aan het uitvoeren van de startnota. Vervolgens worden er in hetzelfde overleg een aantal ontwikkelingspunten afgesproken. De inloop voor de bibliotheek en mediatheek wordt gescheiden van het gedeelte waar studenten leren en werken. Hiermee komt de O te vervallen en wordt het een leercentrum. Stiltewerkplekken worden ergens anders in het gebouw georganiseerd. Het OLC wordt in het rooster opgenomen. Tot slot moeten er stevige verbinding gelegd worden tussen OLC en managers van de afdeling met betrekking tot onderwijsontwikkeling. Een half jaar later, na een aantal interne besprekingen, nemen de directies van het Gezondheidszorgcollege en Welzijnscollege enkele besluiten over de toekomstlijnen voor het OLC (van ’t Sant, 2013). De mediatheek moet een belangrijke ondersteunende functie hebben voor docenten en leerlingen. Vanuit de studenten zal er behoefte blijven om zelfstandig of in groepjes aan opdrachten te werken. Daarvoor moeten een heel aantal pc’s blijven en het draadloze netwerk moet verbeterd worden. Dit moet in een ruimte gaan gebeuren met het karakter van een studiecentrum. Voor het OLC liggen er kansen voor het begeleid zelfstandig leren. Daarom gaan ze een experiment starten waarin twee medewerkers van het OLC lessen begeleiden. Van een docent wordt verwacht dat hij/zij de twee medewerkers instrueert over de inhoud van de opdracht en de mogelijke ondersteuning die studenten zullen gaan vragen.
5
Hoofdstuk 3: Methode 3.1 Respondenten Ik heb een groep van vijf vrouwelijke studenten uit één klas gezamenlijk geïnterviewd. Deze studenten komen uit in een eerstejaars BOL-groep. Zij zijn net een half jaar bezig met de opleiding, maar zitten wel vijf dagen per week op school. Daarnaast heb ik twee docenten en een vierdejaars docent in opleiding (loop al drie jaar stage op die afdeling) individueel geïnterviewd. Deze drie vrouwelijke docenten geven alle drie een verschillend vak. De periode dat deze docenten werken op de afdeling is erg verschillend. Dit verschil van zes weken, drie jaar of meer dan tien jaar. 3.2 Dataverzameling en meetinstrumenten Studenten en docenten interviewen was de meest geschikte manier om data te verzamelen. Dit komt, omdat je met een interview veel flexibeler ben dan met een enquête. Ik had van tevoren een interview leidraad (zie bijlage) gemaakt met daarin twee belangrijke kernbegrippen (algemeen gebruik en factoren). Deze kern begrippen had ik weer onderverdeeld in deelaspecten. Bij elke deelaspecten had ik vragen bedacht die ik wilde stellen aan de mensen die ik zou gaan interviewen. Door de naar het algemeen gebruik te vragen kom ik er achter of er een drempel is bij studenten en docenten. Vervolgens heb ik studenten en docenten bevraagd over verschillende factoren van het OLC. Daaruit zou kunnen komen wat eventueel de oorzaak is van de drempel. Tijdens het eerste interview bleek dat ik een factor over het hoofd had gezien. De studenten vertelden mij over de gebrekkige kwaliteit van de faciliteiten. Als ik een enquête had afgenomen, had ik dit nooit meer kunnen toevoegen. Tijdens het interview kon ik daar wel op doorvragen. In de volgende interviews heb ik dit als extra factor toegevoegd. Bij afdeling verzorgende-IG zullen ongeveer 400 studenten studeren en er werken 26 docenten. Ik heb vijf studenten (uit één klas), twee docenten en een docent in opleiding geïnterviewd. De betrouwbaarheid van dit onderzoek is vrij hoog, omdat de geïnterviewde mensen hun mening geven over een bepaald onderwerp. Het groepsinterview zorgt er voor dat de betrouwbaarheid iets lager komt te liggen, omdat je elkaar kan napraten. De validiteit van dit onderzoek is niet zo hoog, omdat ik daarvoor, uit de groep waarover dit onderzoek gaat, te weinig mensen heb geïnterviewd. Na aanleiding van dit onderzoek zou je wel een vragenlijst/enquête kunnen opstellen en rondsturen om daarmee de validiteit te verhogen. 3.3 Data-analyse Ik heb de interviews geanalyseerd aan de hand van labels (zie bijlage). Vijf van de zeven labels gelden als een factor, die mogelijk een drempel kunnen vormen voor docenten of studenten om gebruik te maken van het OLC. De andere twee labels zijn informatie verspreiding van het OLC en visie op de positie van het OLC. Uit de 4 interviews heb ik uitspraken geordend onder de zeven labels. Hierdoor kreeg ik snel overzicht over de belangrijkste uitspraken bij elk label.
6
Hoofdstuk 4: Resultaten Alle geïnterviewde mensen komen minstens één keer in de twee weken in het OLC, sommige zelfs vaker. Aan de hand van mijn zeven labels bespreek ik mijn gevonden resultaten. Wi-Fi, pc’s en laptops De studenten geven aan dat het Wi-Fi niet goed werkt en daarom ook niet een laptop mee naar school nemen. Zou het Wi-Fi goed werken dan zouden ze wel bereid zijn een laptop meer naar school te nemen. Bij de docenten is er wat verdeeldheid over het Wi-Fi. Docent1 denkt dat het prima werkt, maar docent2 geeft aan dat er in sommige uithoeken van het gebouw slecht tot geen bereik is. Alle drie de docenten zouden heel graag laptops gebruiken in de les. Over de pc’s in het OLC zijn de studenten en docent1 het met elkaar eens. Ze zijn heel traag en het duurt heel lang voordat ze zijn opgestart. Als ze eenmaal zijn opgestart doen ze het verder prima. Docent3 geeft aan de pc’s prima werken. Bezetting van het OLC De docent en studenten geven beide aan dat het niet mogelijk is om les te geven in OLC. De reden die ze hiervoor geven is, dat er te veel afleiding is door aanwezigheid van andere studenten. De docenten begeleid studenten wel bij opdrachten in het OLC. Volgens de studenten is, het afhankelijk van het tijdsstip, soms zo druk dat je nergens meer kan zitten in het OLC. Docent 1 en docent2 kunnen niet naar het OLC met een klas, omdat docenten van andere afdelingen dan al voor 10 weken hebben gereserveerd. Docent3 heeft ervaren dat ze een opdracht moest aanpassen, omdat de studenten met z’n tweeën op de computer moesten. Het was de bedoeling dat ze deze opdracht individueel zouden doen. Locatie en indeling van het OLC Over de locatie binnen het gebouw zijn de meningen verdeeld. De studenten en docent 1 vinden het OLC op een prima plek in het gebouw zitten. Docent2 en docent3 geven aan dat het OLC te ver weg ligt van de afdeling. Qua indeling van het OLC geven de studenten aan dat de werkplekken met pc’s op een ongunstige positie liggen binnen het OLC. Dit komt doordat er continu mensen de trap op- en aflopen. De trap is niet afgeschermd, waardoor ze zich moeilijk kunnen concentreren op hun werk. De studenten zou graag stilteruimtes hebben in het OLC. Deze behoefte spreekt docent2 ook aan en daarbij ook ruimtes voor overleg en projecten. Collectie mediatheek en bibliotheek Docent1 gaat steeds minder naar de mediatheek om films te halen. Op YouTube is alles inmiddels te vinden. Films die niet op YouTube staan, haalt zij in het OLC. Docent2 zegt dat het aanbod ruim genoeg is en dat ze er alles kan vinden wat ze wil. Alleen is de helft van het materiaal niet meer upto-date. Docent3 heeft voornamelijk dvd’s gezocht voor haar lessen en geeft aan dat het materiaal wel up-to-date is. De studenten gaan niks lenen, want zij hebben alle boeken al gekocht. Personeel van het OLC De studenten geven aan de het personeel van het OLC niet kan helpen met opdrachten of huiswerk. Zij kunnen alleen helpen met computers die niet werken. Ook geven ze aan dat ze liever docenten als begeleider zien bij de opdracht in het OLC. Een begeleider vanuit het OLC weet toch niet altijd alles. Docent1 geeft dit ook aan. Zij zou de begeleiding liever niet aan een medewerk van het OLC over laten, omdat zij geen inhoudelijke vragen kunnen beantwoorden. Zelfs na scholing van het personeel zou docent1 liever zelf de opdrachten begeleiden. Docent2 is bereid bij simpele opdrachten de begeleiding over te dragen aan een medewerker van het OLC, mits hij/zij op een bepaald niveau geschoold is. Docent 3 geeft aan dat als het personeel van het OLC kennis van zaken (over het onderwerp) heeft dat zij de begeleiding uit handen wilt geven.
7
Positie van het OLC in het onderwijs Docent1 vind het OLC ondersteunend is voor het ROC, omdat ze er gebruik van kunnen maken. Door bezuinigingen gaan er in de toekomst veel computers weg. Ze vind dit raar en ze geeft aan dat dit juist zou moeten worden gestimuleerd, want de BOL gaat veel meer uren les krijgen. Voor die extra uren zijn werkplekken nodig. Tijdens teamvergaderingen zijn er geen mensen van het OLC aanwezig, alle communicatie over het OLC loopt via de teammanager. Docent2 ziet als voordeel dat studenten in het OLC leren om zelfstandig iets op te zoeken. Terwijl docent3 vindt dat het OLC ondersteunend moet zijn op het gebied van de digitale wereld en alle vormen van media die er beschikbaar zijn. Informatie verspreiding vanuit het OLC Studenten en docenten geven aan dat er geen informatie verspreiding vanuit het OLC plaats vind. De docenten geven aan niet op de hoogte te worden gebracht als er een nieuwe collectie binnen is gekomen. Verder hebben zij de wens dat er een les komt voor de studenten over de wijze waarop het OLC werkt of dat er een folder komt met daarin uitleg over wat je kan halen en doen in het OLC. Studenten geven aan dat ze nooit informatie hebben gehad over wat er te vinden en te doen is in het OLC. Wel zou er iets op BlackBoard staan.
8
Hoofdstuk 5: Conclusie en discussie Studenten en docenten willen beiden graag gebruik maken van het OLC. Alle ondervraagde mensen komen minstens éénmaal in de twee weken in het OLC. Voor beide groepen zijn er wel drempels om niet vaak in het OLC te komen. Ik ga de conclusie voor studenten en docenten apart schrijven. Om vervolgens met een gezamenlijke discussie af te sluiten. Studenten De studenten vinden het vaak onrustig en erg vol in het OLC. De geluidsoverlast komt vooral doordat de werkplekken zich bij de trap, de toegangs- en uitgangsroute van het OLC, bevinden. Dit zorg er voor dat de studenten zich moeilijk op hun werk kunnen concentreren. De computers zijn vaak bezet en het duurt (te) lang voordat ze zijn opgestart. Een eigen laptop meenemen naar het OLC heeft weinig zin want de Wi-Fi werkt daar onvoldoende. Dit zijn de belangrijkste redenen (drempel) voor studenten om niet naar het OLC te gaan. Ze wachten dan liever tot ze thuis zijn. Ze maken dan thuis de opdrachten en hun huiswerk. Docenten De docenten kunnen niet altijd met een klas naar het OLC. Vaak is het OLC al 10 weken vooruit gereserveerd door andere docenten. Als ze wel naar het OLC kunnen geven docenten de instructies liever in het klaslokaal, omdat dit niet mogelijk is in het OLC. Dit komt door de aanwezigheid van andere studenten, die voor afleiding zorgen. De drukte in en beschikbaarheid van het OLC zijn drempels voor docenten om het OLC te gebruiken in hun les. Twee docenten vinden de ligging van het OLC in het gebouw ongunstig. Ze zouden het OLC liever op een centrale positie zien. Discussie Het open leercentrum, een definitie: ‘Een ruimte binnen de school met een verzameling toegankelijk gemaakte, specifiek op het onderwijs toegespitste informatiebronnen, faciliteiten en onderwijsleermiddelen, waar gebruikers deze informatiebronnen, faciliteiten en onderwijsleermiddelen raadplegen, gebruiken voor (zelf)studie ter plaatse en/of lenen, ter ondersteuning, aanvulling en als onderdeel van het primaire onderwijsleerproces; hierbij worden zij begeleid en wordt hen geleerd op een efficiënte en effectieve wijze met deze informatiebronnen, faciliteiten en onderwijsleermiddelen om te gaan.’ (Das, 2003a). Voldoet het OLC van het ROC aan deze definitie? Een beleidspunt voor de toekomst van de directie van het ROC Midden Nederland Gezondheidzorgscollege en Welzijnscollege is dat er kansen liggen voor het OLC in het begeleidend zelfstandig leren. Op dit moment voldoet het OLC van het ROC niet aan de bovengenoemde definitie. Daarvoor is het de bedoeling dat de docenten de medewerkers van het OLC instrueren over de inhoud van opdracht en de mogelijke knelpunten. Hiermee wordt de begeleiding overgedragen. Docenten, maar ook studenten, willen liever niet de begeleiding wordt overdragen aan medewerkers van het OLC. Het argumenten wat zij daarvoor aandragen is een gebrek aan inhoudelijke kennis bij het personeel. Dit was ook een probleem voor het College DGO tijdens de ontwikkeling van mediatheek naar OLC. Zij hebben dit opgelost door het personeel de mogelijkheid te geven om bij te scholen tot tutor, onderwijsassistent of instructeur. Waarom kan dit niet eveneens geregeld worden voor het personeel van het OLC op het ROC Midden Nederland Gezondheidzorgscollege en Welzijnscollege? Daarbij komt dat de studenten van BOL-opleidingen meer lesuren gaan krijgen. Hoe fijn zou het zijn als de studenten in deze uren zelfstandig onder begeleiding van een OLCmedewerker aan opdrachten kunnen werken. Dit scheelt ook op de werkdruk van docenten. Het uitwisselen van opdrachten en leermiddelen zou meer structureel geregeld moeten worden. Dit kan doordat OLC-medewerkers regelmatig aansluiten bij de teamvergaderingen, zodat zij beter op de hoogte zijn van de wensen van de docenten.
9
Daarnaast wordt in de definitie gesproken over faciliteiten. Deze faciliteiten worden door studenten en docenten als drempel ervaren. Studenten zijn bereid om hun laptop mee naar school te nemen, als de Wi-Fi goed werkt. Ik denk dat als het Wi-Fi probleem wordt opgelost, dat dan gelijk meerdere problemen zijn opgelost. Studenten kunnen hun laptop mee de klas in nemen, waardoor de bezettingsgraad van de pc’s kan afnemen. De stilteruimtes voor studenten, dit is een behoefte van ze, kan dan op verschillende plaatsen in het gebouw verspreid worden. Bijvoorbeeld op elke verdieping. Ik zou willen adviseren om in overweging te nemen het OLC opnieuw in te richten. De studenten geven aan dat er een schaarste is aan werkplekken en dat deze werkplekken vlak bij de trap liggen. Deze trap is de toegangs- en uitgangsweg tot het OLC. Dit is voor de studenten erg afleidend, waardoor het concentreren op het werk veel moeilijker is. Zouden de mediatheek en bibliotheek niet naar voren gehaald kunnen worden en dat in het achterste gedeelte de werkplekken met pc’s komen te staan? Dit zal minder afleidend zijn voor de studenten. Tevens zou de collectie van de bibliotheek en mediatheek dan uitgezocht, gedigitaliseerd en opgeschoond kunnen worden. De ruimte die dan vrijkomt zou gebruikt kunnen voor extra werkplekken om op die manier de bezettingsgraad van de pc’s te kunnen drukken. Tot slot is er behoefte aan een folder oid over wat je kan halen en doen in het OLC. Hoe het OLC werkt. Zorg dat studenten en docenten op de hoogte zijn wanneer er een nieuwe collectie binnen komt.
10
Literatuurlijst Das, L. (2003a). Bibliotheken in het voortgezet onderwijs. Informatie Professional, 12, p. 26 – 29 Das, L. (2003b). Van mediatheek naar informatie- en studiecentrum. Informatie Professional, 12, p. 30 – 31 Van ’t Sant A. (2012). Praatpapier over toekomst OLC: Tbv te plannen gesprek met directies Welzijn en Gezondheidszorg. Documentatie ROC Midden Nederland Gezondheidszorgcollege en Welzijnscollege, p. 1 en 3 Van ’t Sant A. (2013). Toekomstlijnen voor het OLC binnen het Gezondheidszorgcollege en het Welzijnscollege. Documentatie ROC Midden Nederland Gezondheidszorgcollege en Welzijnscollege, p. 1–2
11
Bijlagen Interview leidraad Door studenten en docenten te interviewen hoop ik er achter te komen of er een drempel is om gebruik te maken van het OLC. Ik ga een groep van vijf studenten tegelijk interviewen. Dit doe ik, omdat ik graag meer dan drie mensen wil spreken. Dit zal mijn onderzoek betrouwbaarder maken. Ik neem dit gesprek op en maak onder tussen ook aantekeningen op papier (mocht de opnameapparatuur er eventueel mee stoppen). In mijn eigen uitwerkingen staan de namen wel vermeld, maar in de stukken die ik ga inleveren zal ik de studenten anoniem maken. Daarnaast zal ik nog twee docenten en een vierdejaars docent in opleiding (loop al drie jaar stage op die afdeling) interviewen. Ook deze gesprekken neem ik op en daarnaast maak ik er aantekeningen van. In de stukken die ik ga inleveren zullen de docenten ook als anoniem vermeld worden. Hieronder heb ik een stappenplan gemaakt voor de interviews die ik ga houden. De factoren heb ik geformuleerd op basis van de literatuur die ik gelezen heb. Stappenplan interview: Doel van het instrument voor dataverzameling Groepsinterview met studenten om informatie te verzamelen. Drempel om het OLC te gebruiken?
Kernbegrip
Deelaspecten
Vragen of stellingen
Kernbegrip 1: Algemeen gebruik van het OLC
Eigen gebruik
- Hoe vaak komen jullie in het OLC? - Wat ga je dan doen in het OLC? - Wat weten jullie van de mogelijkheden in het OLC? - Wat zou er moeten veranderen om het ‘ideale’ OLC te maken? - Wat vinden jullie van de locatie van het OLC in het gebouw? - Heb je wel eens les gehad van een begeleider vanuit het OLC die er was om jullie aan te sturen? - Hoe zou je het vinden als er iemand in het OLC is die je kan helpen met de opdrachten? Wat vinden jullie van de collectie van het OLC? Is het vaak druk in het OLC?
Mogelijkheden
‘ideale’ OLC
Kernbegrip 2: Factoren
Locatie in het gebouw
Personeel
Collectie
Bezetting
12
Doel van het instrument voor dataverzameling Interview met docenten om informatie te verzamelen. Drempel om het OLC te gebruiken?
Kernbegrip
Deelaspecten
Vragen of stellingen
Kernbegrip 1: Algemeen gebruik van het OLC
Eigen gebruik
- Hoe vaak kom je in het OLC? - Wat ga je dan doen in het OLC? - Wat weten je van de mogelijkheden in het OLC? - Wat zou er moeten veranderen om het ‘ideale’ OLC te maken? - Wat vind je van de locatie van het OLC in het gebouw? - Zou je je lessen willen overdragen aan persoon van het OLC? - Is het materiaal in het OLC breed genoeg? - Word je op de hoogte gehouden van nieuwe materialen in het OLC? Kun je lesgeven in het OLC?
Mogelijkheden
‘ideale’ OLC
Kernbegrip 2: Factoren
Locatie in het gebouw
Personeel
Collectie
Bezetting
13
Uitgetypte interviews Groepsinterview met vijf studenten. Ik heb de studenten een korte introductie gegeven, waarvoor en waarom ik dit onderzoek doe. Hoe vaak komen jullie in het OLC? ‘’Eén keer in de week, nee nog niet eens. Een keer in de twee weken een keer.’’ Wat ga je dan doen in het OLC? ‘’Huiswerk maken of opdrachten voor school.’’ Voor welke vakken zitten jullie wel eens in het OLC te werken? ‘’PBZ: persoonlijke basiszorg, gehandicapte zorg, verpleegkunde.’’ Werk je daar zelfstandig? ‘’Ja soms, of we werken samen aan een opdracht.’’ En is er dan iemand die je kan helpen met je opdrachten? ‘’Nee, niet met de opdrachten of het huiswerk. Karel of een vrouw is er om je te helpen met de computers als die niet werken.’’ Wat weten jullie van de mogelijkheden in het OLC? ‘’Dat je er boeken kan lenen, maar dat doe ik nooit want ik heb ze toch al gekocht. Een student bij ons in de klas doet dat wel, maar dan moet je ze om de drie maanden terugbrengen om te verlengen en hopen dat ze niet gereserveerd zijn.’’ Krijgen jullie les in het OLC? ‘’Nee niet echt, vorig jaar in het hok ernaast daar heb ik wel eens les gehad van de docent.” Heb je wel eens les gehad van een begeleider vanuit het OLC die er was om jullie aan te sturen? ‘’Nee, altijd de docent die rondloopt om je te helpen, maar we krijgen er geen les.’’ Denken jullie dat het mogelijk is om les te kunnen krijgen in het OLC van je docent? ‘’Nee dat is niet echt mogelijk, er is te veel afleiding. Je hoort te veel geluiden van anderen en de hele tijd lopen er mensen de trap op en af. En je zit niet afgeschermd dus je kunt je moeilijk concentreren op je werk.’’ Voor het vak Begeleiden hebben jullie een licentie gekocht, gebruiken jullie deze ook wel eens? ‘’Nee haast nooit, hebben die één keer in de les gebruikt. Voor het vak Nederlands hebben we ook een licentie gekocht en die gebruiken we elke les.’’ Vind je het weggegooid geld dat jullie een licentie hebben gekocht? “Ja want het is zonde, we doen er bijna niks mee.’’ Wat vinden jullie van de locatie van het OLC in het gebouw? ‘’Prima, maar op de 1e etage was dichterbij geweest.’’ Student1: ‘’Op mijn vorige school was het OLC verdeeld in etages. Dan had je een stilte ruimte, een ruimte waar gesproken mag worden en de bibliotheek.” Wat zou er moeten veranderen om het ‘ideale’ OLC te maken? ‘’Snellere computers, stilte ruimtes, hokjes waar je kunt werken en niet snel afgeleid raakt, docenten moeten eerder reserveren.’’
14
Krijgen jullie in het OLC te horen wat je moet doen of tijdens de les? ‘’In het lokaal krijgen we de opdracht om aan de computer te werken. Sommigen gaan naar het OLC. Anderen gaan iets anders doen. De docent komt niet langs om te controleren, waardoor je dus makkelijk iets anders kunt doen. Het zou wel fijn zijn als er soms even een docent langskomt.’’ Hoe zou je het vinden als er iemand in het OLC is die je kan helpen met de opdrachten? ‘’Ze weten dan toch niet altijd alles, een docent zou daarom prettiger zijn.’’ Is het vaak druk in het OLC? ‘’Dat scheelt per tijdstip, soms is het heel druk en kun je nergens meer zitten.’’ Hebben jullie wel eens informatie gehad over het OLC, wat je er kan doen en vinden? “Nee nooit, alleen over BlackBoard.’’ Maken jullie wel eens gebruik van je laptop op school? ‘’Nee nooit, alleen student2. Want Wi-Fi werkt niet goed dus dan ga ik ook niet zeulen met mijn laptop!’’ Zou je je laptop vaker meenemen als Wi-Fi door de hele school beter zou werken? ‘’Ja!’’ Wat vinden jullie van de overige faciliteiten binnen het OLC? ‘’De computers zijn heel erg traag, duurt eeuwen voordat ze opgestart zijn en daar word ik chagrijnig van. En dan denk ik laat maar, ik maak het thuis wel.’’ Interview met docent1. Zij werkt het langst op de afdeling. Ook bij alle interviews met de docenten heb ik een korte introductie gegeven met waarvoor en waarom ik dit onderzoek doe. Hoe vaak kom je in het OLC? ‘’Zeker één keer in de week.’’ Wat ga je daar doen? ‘’Meestal krijgen leerlingen een opdrachten die ze digitaal moeten maken, vaak is het ook huiswerk. Het zijn verschillende opdrachten, ze moeten voor verpleegkunde veel digitaal doen. Een zorgdossier maken, casussen uitwerken, zorgplannen maken. Voor verpleegtechnisch vaardigheden een voorlichtingsfolder, ze moeten best wel veel digitaal maken en inleveren. Voor een aantal lessen reserveer ik het OLC en begeleid ik ze en loop ik rond en kunnen ze gelijk hun vragen stellen. En heel soms na een uur ga ik naar boven en dan ben ik een docent op mail afstand. Dan lees ik boven mijn mail en beantwoord ik de vraag, en soms loop ik naar beneden als ik denk dat het te ingewikkeld is.’’ En zou je dat niet liever over willen dragen aan medewerkers van het OLC? ‘’Nee, die kunnen geen inhoudelijke vragen beantwoorden.’’ En als ze daar didactische opleiding voor hebben gevolgd? ‘’Dan zou ik het nog steeds zelf willen doen. Zo’n invulling van een dossier leg je specifiek uit aan een klas en kan per collega al verschillen, als een andere docent verpleegkunde het uitlegt kan die al een ander accent hebben gelegd dan ik. Ik wil wel graag het proces van mijn leerlingen kunnen volgen. En daarbij heb je brutale leerlingen en als docent heb je meer gezag. Als ik zie wat ze soms zeggen tegen anderen, de leerlingen hebben geen ontzag voor de medewerkers van het OLC.’’ Doe je daar nog andere dingen in het OLC? ‘’We zijn er net geweest voor de Job- enquête. En ondertussen zit ik aan tafel met leerlingen om leerwerkplannen te bespreken.’’
15
En het materiaal, heb je daar… ‘’Computers zijn traag, de leerlingen zitten vaak te mopperen. Maar als ze het eenmaal doen werkt het prima. Ik reserveer wel eens dvd’s, niet zo heel vaak als vroeger. Omdat alles nu digitaal te vinden is op internet en heb je eigenlijk geen dvd’s meer nodig. Over het algemeen is het allemaal vernieuwd, en een aantal films zijn niet digitaal te vinden en die leen ik daar nog steeds, maar dat doe ik bijna niet meer. Je zet YouTube aan en je vind het.’’ Wat vind je van de locatie? ‘’Prima plek, is goed te vinden. Ik vind het ook wel mooi, het is echt een aparte plek’’ Zou je er dingen willen veranderen? Ja maar dat heeft niet zoveel met het OLC te maken. Je krijgt je rooster altijd zo laat, dat je nooit weet wanneer je het OLC nodig hebt. Dus dan is het soms al vol, en dan kan ik niet mijn les geven zoals ik het wil doen. Het is een probleem dat al acht jaar speelt, en onze afdeling krijgt het rooster altijd als laatste. Waardoor andere docenten voor 10 weken het OLC al gereserveerd hebben. Dus dan zou een alternatief en eventueel oplossing kunnen zijn beter Wi-Fi in de school. Zou je dan de leerlingen hun laptop laten meenemen? ‘’Ja zeker! Dan zou ik ze daar zeker gebruik van laten maken. Maar volgens mij werkt Wi-Fi prima, want je ziet de leerlingen vaak nog even op facebook zitten of op whatsapp.’’ Als je met je klas naar het OLC gaat voor een opdracht of casus uit te werken, bespreek je dat van te voren in het lokaal of doe je dat in het OLC? ‘’Ik leg van te voren in de les de opdracht uit, en ga dan met de klas naar het OLC. Daar begeleid ik de leerlingen. Het is niet mogelijk om les te geven in het OLC, daar zijn de computerlokalen voor.’’ Vind je de rol van het OLC ondersteunend voor het ROC? ‘’Ja het is al ondersteunend, omdat je er gebruik van kunt maken. Helaas gaan er in de toekomst wel meer computers weg i.v.m. bezuinigingen. En op de terrassen staan nu ook minder computers, dat vind ik wel raar. Ze zouden dat juist moeten stimuleren. En we moeten veel meer uren les gaan geven aan BOL, en dan heb je werkplekken nodig. Het gebruik van laptops zou daarom wel handig zijn voor tijdens de lessen.’’ Sluiten er wel eens mensen van het OLC aan bij de vergaderingen van de afdelingen? “Nee nooit. Alle communicatie over het OLC verloopt via de teammanager. Zij is wel aanwezig bij de vergaderingen.” Word je op de hoogte gehouden van nieuwe collectie of dvd’s in het OLC? ‘’Nee!’’ Wat mis je en zou je graag willen dat er komt? ‘’Een les voor de leerlingen hoe het OLC werkt, en wat je er aan materiaal kunt lenen. Bijvoorbeeld een folder o.i.d. Nu legt de mentor het uit aan de leerlingen. En een les over PowerPoint, Prezi of Word is natuurlijk super handig. Er zijn genoeg leerlingen die hier niet goed genoeg gebruik van kunnen maken, omdat ze het niet begrijpen.’’
16
Interview met docent2. Zij is een vierdejaars docent in opleiding en werk inmiddels al drie jaar op de afdeling. Hoe vaak kom je in het OLC? ‘’Drie tot vier keer per week.’’ Wat ga je daar doen? ‘’Dvd halen en later op de dag breng ik die weer terug, dus dat is al twee keer en dat een paar keer per week, dus o.a. om materiaal te halen. Ik zit er niet meer. Vorig jaar heb ik er een paar keer bij gezeten, toen kon je er niet reserveren maar dat kun je nu wel. Voor mijn lessen had ik het OLC niet nodig.’’ Vorig jaar zat je er wel, en wat deed je daar dan o.a.? ‘’Bij het vak begeleiden heb je een toegangscode, een licentie en daar kunnen docenten opdrachten vandaan halen of leerlingen opdrachten op maken. Maar ook als docent kun je die opdrachten uitprinten en aanreiken in de les zodat ze deze in de klas kunnen maken. Ook omdat het OLC geen dicht centrum is, je hebt nog andere studenten die daar kletsen dus je kunt daar geen lessen geven.’’ Zou je wel les willen geven in het OLC? ‘’Ja, als er een plek is waar dat kan wel ja. Als er een plek is met een tussenwand dan is het wel fijn om daar met je studenten heen te gaan.’’ Zou je je lessen willen overdragen aan persoon van het OLC? ‘’Ja en Nee. Ja, bij een opdracht die vrij simpel is. Maar wij als docenten hebben meer kennis en ook ervaring hoe ze een leerlingen moeten aanspreken i.v.m. de achtergrond van de leerling. En dat kun je niet verwachten van medewerkers van het OLC niet. Je kunt nog steeds pedagogische vaardigheden hebben, maar je moet de leerling langer kennen. Mijn voorkeur gaat daar niet naar uit.’’ Is het materiaal in het OLC breed genoeg? ‘’Ja ik kan er alles lenen wat ik wil. Via BlackBoard kijk ik wat ik wil lenen, als het is uitgeleend kun je beneden vragen tot wanneer. Dan kun je die docent benaderen of je het misschien eerder kan gebruiken. Het aanbod is prima, ook gericht op het beroep en praktijkvoorbeelden. Ik denk dat de helft niet meer up-to-date is. Qua beeldkwaliteit vind ik het niets, qua interactie met studenten vind ik het te zakelijk, en negen van de tien keer doet het schijfje het niet omdat het gebrand is dus daar loop je dan ook tegen aan.’’ Spoor jij je studenten aan om naar het OLC te gaan buiten je lessen om? ‘’BOL studenten niet, ook nooit bij stil gestaan. BBL studenten wel, dan zeg ik beneden staat een boek dat je kunt gebruiken etc. Maar nooit om opdrachten te maken.’’ Sluiten er wel eens mensen van het OLC aan bij de vergaderingen van de afdelingen? ‘’Nee nooit.’’ Wat vind je van de locatie van het OLC? ‘’Niet prettig, als ik het om zou mogen gooien zou ik ‘m op de eerste verdieping plaatsen met een glazenwand, waardoor docenten en leerlingen ook even naar buiten kunnen kijken. Dit kan nu namelijk niet omdat het OLC zich in de kelder bevindt. Ik vind het OLC nu te ver om even iets te halen en de eerste verdieping maakt het bereik toegankelijker.’’
17
Wat is voor de leerlingen een voordeel om te werken in het OLC? ‘’Voordeel is dat ze zelfstandig leren om iets op te zoeken, maar zij leren dan omgaan met een mediatheek waardoor het misschien aantrekkelijk is om een bibliotheekpas aan te schaffen. Voor het vak begeleiden kunnen ze de licentie goed gebruiken als je merkt dat de leerlingen even geen klassikale les willen hebben. En je daagt de leerlingen uit om zelf met informatie te komen, ze kunnen dan boeken lenen over bepaalde onderwerpen zoals bijvoorbeeld verlies verwerking.’’ Wat is het voordeel voor jou als docent? ‘’Ik zou mijn les daarop aanpassen, ik geef maar 10 uur les Maar kan me best wel voorstellen als een docent 20 uur les moet geven, dat het zo nu en dan wel even rust geeft om de leerlingen in het OLC te laten werken onder begeleiding van een medewerker van het OLC.’’ Net gaf je aan dat je dat liever niet had dat medewerkers de leerlingen begeleiden? ‘’Ja, als het gaat om een kleine simpele opdracht kan dat wel. Maar ze moeten wel op een bepaald niveau geschoold zijn. Stel een leerling heeft autisme en heeft bijvoorbeeld last van prikkels, de medewerkers moeten hier wel van op de hoogte zijn en dat gaat niet bij duizend leerlingen die hier rondlopen op het ROC.’’ Hoe is het met de beschikbaarheid van de computers? ‘’Slecht. Er zijn soms docenten die voor 10 weken het OLC hebben gereserveerd, waardoor ik zelf geen gebruik meer kan maken van het OLC.’’ En als de leerlingen hun laptop mee zouden nemen? ‘’Dan zou ik daar in de klas gebruik van maken.’’ Wat vind je van het draadloos internet binnen de hele school? ‘’Dat kan wel beter, in sommige uithoeken van de school heb je geen tot slecht bereik.’’ En werken in een computerlokaal? ‘’Ik vind de computerlokalen niet echt fijn, omdat de studenten elkaar niet kunnen aankijken. Je kunt wel een zelfstandige les geven. Maar met omgangskunde heb je veel interactie en vind ik het fijn dat studenten elkaar kunnen aankijken. Ik vind interactie belangrijker dan gebruik maken van een computer.’’ Wat zou er in het OLC moeten veranderen? ‘’Ik zou sowieso het OLC verplaatsen naar boven. Ruim ingericht en centraal binnen de school. Met meerdere ruimtes waar bijvoorbeeld overlegd mag worden, een stille ruimte en een ruimte voor projecten waar ze met een groep aan een tafel kunnen werken.’’
18
Interview met docent3. Zij werkt sinds zes weken op de afdeling. Hoe vaak komen jullie in het OLC? ‘’Ik werk hier pas 6 weken, en ik ben er zegge en schrijve pas sinds die tijd pas 2 of 3 keer geweest.’’ Wat ga je dan doen in het OLC? ‘’Een keer heb ik naar leerlingen gezocht in het OLC. De tweede keer hebben ze daar gewerkt en heb ik ze begeleid en de derde keer om materiaal op te zoeken, voor de rest eigenlijk niks. Dus eigenlijk ben ik er effectief maar één keer geweest met leerlingen.’’ Wat heb je toen gedaan met de leerlingen? ‘’Ze moesten een casus maken, en toen moesten ze materiaal opzoeken voor de casus via internet.’’ En heb je ze daar ook les kunnen geven, of heb je in een gewoon lokaal uitleg gegeven wat de bedoeling was? ‘’Ja, ik heb eerst uitleg gegeven over wat de bedoeling was. En toen hebben ze een opdracht gehad om in het OLC verder te werken.’’ Wat vind je van de ligging van het OLC hier in het gebouw? ‘’Nou dat vind ik niet echt gunstig. Ik zou liever zien dat het hier gewoon op de verdieping zelf is, dat je een OLC hebt per verdieping, zodat leerlingen daar kunnen werken. Nu kost het je ook tijd om naar beneden te gaan, dus vind het onpraktisch liggen.’’ Kun je lesgeven in het OLC? ‘’Nee vind ik niet echt. Ik vind het daar te druk, ik vind er te veel mensen zitten. Het is meestal vol bezet en ik vind de ruimte te groot om echt les te kunnen geven als je daar aan denkt. Ik geef geen les in het OLC, ik begeleid mijn leerlingen in het OLC. En als ik dat zo zie zou ik dat daar ook nooit doen.’’ En het begeleiden van lessen, zou je dat uit handen willen geven aan mensen die werken in het OLC? ‘’Als ze kennis van zaken hebben over het beroepsproduct, zou ik dat oké vinden. Dan scheelt dat voor mezelf ook werk.’’ Zijn er genoeg computers aanwezig en beschikbaar? ‘’Nee, ik heb ervaren dat ik met twee man op één pc moest zitten met een groep van 25, terwijl ze eigenlijk alleen hadden moeten werken. Toen heb ik de opdracht moeten herzien en ik vind dat eigenlijk onnodig in zo’n geval, maar door de bezetting in de school is dat eigenlijk niet aan de orde en moet je delen.’’ Wat vind je van de werking van de computers? ‘’Daar ben ik tevreden over, ze werken goed.’’ Qua materiaal in het OLC, kon je daar vinden wat je zocht? ‘’Ja, ik heb daar voornamelijk naar dvd’s gezocht als ondersteuning voor mijn lessen.’’ Was dat up-to-date? ‘’Ja!’’ Werkte de dvd goed, zonder haperingen? ‘’Ja, werkte prima.’’ Zou je vaker les willen geven, waarbij de leerlingen aan een computer werken? ‘’Ja, eigenlijk wel.’’
19
En net sprak je over de begeleiding in het OLC, als die mogelijkheid er is zou je dan willen dat iemand van het OLC de leerlingen begeleid? ‘’Ik denk dat en-en goede optie is. Ik denk daarbij meer aan de expertise van iemand die meer weet over pc’s, dan ik als docent. Dus de combinatie van iemand die meer weet over de ICT en daarbij kan begeleiden in combinatie van een stukje instructie van mij over het onderwerp van de les is natuurlijk wel effectief.’’ Hebben de leerlingen van jou een licentie voor het vak verzorging? ‘’Ja, dat klopt.’’ Maken ze daar voldoende gebruik van? ‘’Dat heb ik nog niet gezien, maar daarvoor heb ik relatief nog te weinig lessen gegeven. Mijn lessen bestaan uit EHBO lessen dus zijn grotendeels praktische lessen.’’ Vind je dat het aan de leerlingen zelf ligt om gebruik te maken van de licentie? ‘’Nee dat vind ik bij de docent en de leerlingen liggen. Ik heb ze wel een keer over de licentie gewezen, dat ze daar dingen kunnen opzoeken, zodat ze daar ook zelfstandig aan kunnen werken.’’ Print je wel eens opdrachten uit van de licentie voor tijdens de les? ‘’Nee, die laat ik via de PowerPoint zien.’’ Wat vind jij dat het OLC als rol zou moeten hebben voor de afdeling of docenten? ‘’Ik denk dat zij moeten ondersteunen op gebied van de digitale wereld, en alle vormen van de media die ter beschikking zijn. Daardoor wordt de kennis ook geactualiseerd over die dingen, want daar heb ik minder know how van.’’ Word je op de hoogte gehouden van nieuwe materialen in het OLC? ‘’Nee, tot nu toe nog niet.’’ Zou je meer gebruik maken van laptops tijdens je les als Wi-Fi goed zou werken? ‘’Ja, zeker.’’ Ben je op de hoogte gebracht wat je allemaal kunt doen en halen in het OLC? ‘’Nee, ik ben een keer bij een conference geweest van beroepsvereniging van het MBO, daar was een workshop over digitale middelen voor de lessen. En ik mis hier wel een uitleg over bijvoorbeeld het smartboard, het OLC wat kan ik er allemaal halen en doen. En ik denk dat het op een gegeven moment heel zinnig kan zijn voor mijn lessen om daar meer vanaf te weten. Ik zou meer interactie willen met de leerlingen en de computer, zodat ze zelf er meer aan gaan werken en terugkoppelen met de docent.’’
20
Labels uit analyse van de interviews Wi-Fi, pc’s en laptops Studenten: “Wi-Fi werkt niet goed dus dan ga ik ook niet zeulen met mijn laptop!” “De computers zijn heel erg traag, duurt eeuwen voordat ze opgestart zijn.” Docent1: “Maar volgens mij werkt Wi-Fi prima.” “Het gebruik van laptops zou daarom wel handig zijn voor tijdens de lessen.” ‘’Computers zijn traag, de leerlingen zitten vaak te mopperen. Maar als ze het eenmaal doen werkt het prima.” (pc’s) Docent2: ‘’Dan zou ik daar in de klas gebruik van maken.’’ (laptops) ‘’Dat kan wel beter, in sommige uithoeken van de school heb je geen tot slecht bereik.’’ (Wi-Fi) Docent 3: ‘’Daar ben ik tevreden over, ze werken goed.’’ (pc’s) ‘’Ja, zeker.’’ (gebruik van laptops in de klas bij beter Wi-Fi) Bezetting van het OLC Studenten: “Nee dat is niet echt mogelijk, er is te veel afleiding.” (les in OLC) ‘’Dat scheelt per tijdstip, soms is het heel druk en kun je nergens meer zitten.’’ Docent1: “Het is niet mogelijk om les te geven in het OLC.” “Onze afdeling krijgt het rooster altijd als laatste. Waardoor andere docenten voor 10 weken het OLC al gereserveerd hebben.” Docent2: “Ook omdat het OLC geen dicht centrum is, je hebt nog andere studenten die daar kletsen dus je kunt daar geen lessen geven.” ‘’Slecht. Er zijn soms docenten die voor 10 weken het OLC hebben gereserveerd, waardoor ik zelf geen gebruik meer kan maken van het OLC.’’ Docent 3: ‘’Nee vind ik niet echt. Ik vind het daar te druk, ik vind er te veel mensen zitten.” ‘’Nee, ik heb ervaren dat ik met twee man op één pc moest zitten met een groep van 25, terwijl ze eigenlijk alleen hadden moeten werken.” Locatie en indeling van het OLC Studenten: ‘’Prima, maar op de 1e etage was dichterbij geweest.’’ (locatie) “Stilte ruimtes, hokjes waar je kunt werken en niet snel afgeleid raakt.” (behoefte) Docent1: ‘’Prima plek, is goed te vinden.” Docent2: ‘’Ja, als er een plek is waar dat kan wel ja. Als er een plek is met een tussenwand dan is het wel fijn om daar met je studenten heen te gaan.’’ (lesgeven in OLC) ‘’Niet prettig, ik vind het OLC nu te ver om even iets te halen en de eerste verdieping maakt het bereik toegankelijker.’’ “Ruim ingericht en centraal binnen de school. Met meerdere ruimtes waar bijvoorbeeld overlegd mag worden, een stille ruimte en een ruimte voor projecten.” (wens) Docent 3: ‘’Nou dat vind ik niet echt gunstig. Ik zou liever zien dat het hier gewoon op de verdieping zelf is.” Collectie mediatheek en bibliotheek Studenten: ‘’Dat je er boeken kan lenen, maar dat doe ik nooit want ik heb ze toch al gekocht.” Docent1: “Over het algemeen is het allemaal vernieuwd, en een aantal films zijn niet digitaal te vinden en die leen ik daar nog steeds.” Docent2: ‘’Ja ik kan er alles lenen wat ik wil.” “Ik denk dat de helft niet meer up-to-date is.” Docent3: ‘’Ja, ik heb daar voornamelijk naar dvd’s gezocht als ondersteuning voor mijn lessen.’’ ‘’Ja!’’ (up-to-date)
21
Personeel van het OLC Studenten: ‘’Nee, niet met de opdrachten of het huiswerk. Karel of een vrouw is er om je te helpen met de computers als die niet werken.’’ ‘’Ze weten dan toch niet altijd alles, een docent zou daarom prettiger zijn.’’ Docent1: ‘’Nee, die kunnen geen inhoudelijke vragen beantwoorden.’’ ‘’Dan zou ik het nog steeds zelf willen doen.” (na scholing van personeel) Docent2: “Ja en Nee. Ja, bij een opdracht die vrij simpel is. Maar wij als docenten hebben meer kennis en ook ervaring hoe ze een leerlingen moeten aanspreken.” “Maar ze moeten wel op een bepaald niveau geschoold zijn.” Docent 3: ‘’Als ze kennis van zaken hebben over het beroepsproduct, zou ik dat oké vinden.” Positie van het OLC in het onderwijs Docent1: ‘’Ja het is al ondersteunend, omdat je er gebruik van kunt maken. Helaas gaan er in de toekomst wel meer computers weg i.v.m. bezuinigingen. En op de terrassen staan nu ook minder computers, dat vind ik wel raar. Ze zouden dat juist moeten stimuleren.” “Nee nooit. Alle communicatie over het OLC verloopt via de teammanager. Zij is wel aanwezig bij de vergaderingen.” Docent2: ‘’Voordeel is dat ze zelfstandig leren om iets op te zoeken, maar zij leren dan omgaan met een mediatheek. Docent 3: ‘’Ik denk dat zij moeten ondersteunen op gebied van de digitale wereld, en alle vormen van de media die ter beschikking zijn.” Informatie verspreiding vanuit het OLC Studenten: “Nee nooit, alleen over BlackBoard.’’ Docent1: ‘’Nee!’’ ’Een les voor de leerlingen hoe het OLC werkt, en wat je er aan materiaal kunt lenen. Bijvoorbeeld een folder o.i.d.” (wens) Docent 3: ‘’Nee, tot nu toe nog niet.’’ “En ik mis hier wel een uitleg over bijvoorbeeld het smartboard, het OLC wat kan ik er allemaal halen en doen.”
22
Literatuurstukken, die heb gekregen van het OLC van ROC Midden Nederland Gezondheidszorgcollege en Welzijnscollege. (bladzijde 2 van het praatpapier kon ik niet krijgen)
23
24
25
26