Streekpact Limburg 2014-2019 Goedgekeurd door RESOC Limburg op 11 maart 2014
p.1
VOORWOORD Voor u ligt het streekpact 2014-2019 voor de provincie Limburg en haar vijf streken. Dit streekpact koestert een aantal sterke ambities. Er moet eerst en vooral gewerkt worden aan de optimale ontwikkeling van het menselijk potentieel, zowel van leerlingen in het onderwijs als werknemers op de arbeidsmarkt, en aan een maximale levenskwaliteit voor alle Limburgers. Bedrijven moeten voldoende worden ondersteund, zodat ze zich in de toekomst ten volle kunnen concentreren op ondernemen, innoveren en exporteren. Deze acties vereisen een goed functionerende, ecoefficiënte ruimtelijke omgeving. Als we onze schouders hier samen onder zetten, blijft Limburg ook in de toekomst een provincie om fier op te zijn. Deze strategische visie komt natuurlijk niet zomaar uit de lucht vallen. Sinds de sluiting van de mijnen werd de toekomst van Limburg al meermaals herschreven. Om de continuïteit met eerdere visies te verzekeren, bouwt dit streekpact verder op de beschikbare strategische documenten, zoals het Streekpact 2008-2013, Limburg 2.24, beleidsdocumenten op verschillende bestuursniveaus, de Limburgovereenkomst en het Strategisch Actieplan Limburg in het Kwadraat. Daarnaast staven we onze ambities met analyses van de meest recente socio-economische cijfers over onze provincie en haar vijf streken, over Vlaanderen en over België. Een streekpact ontwikkel je als RESOC niet alleen. Aan de samenstelling van dit pact ging een intens proces van samenspraak en cocreatie vooraf. De inzichten in dit document zijn het resultaat van een uitgebreide consultatieronde met de Limburgse actoren, gaande van politici, sociale partners tot experten in specifieke vakgebieden. Voor de realisatie van de doelstellingen heeft een breed veld aan Limburgse actoren acties en projecten aangereikt. Zij stellen hier ook een engagementsverbintenis tegenover. Het resultaat van dit proces is het streekpact 2014-2019. Geen statisch pact, maar een document in beweging, waardoor het echte werk nu pas begint. Samen met de Limburgse actoren willen we werk maken van de uitvoering van dit streekpact, zodat de socio-economische toekomst van onze provincie en haar vijf streken verzekerd blijft. Samen maken we de Limburgse toekomst!
Marc Vandeput – voorzitter RESOC Limburg
p.2
Inhoud RESOC LIMBURG .................................................................................................................................6 WEGWIJS IN HET STREEKPACT 2014-2019 ...........................................................................................7 Decretale achtergrond ....................................................................................................................7 Structuur van het Streekpact 2014-2019 .........................................................................................7 Streekpact en SALK .........................................................................................................................9 KRITISCHE SUCCESFACTOREN............................................................................................................ 12 Bestuurs- en daadkracht ............................................................................................................... 12 Vermarkting van Limburg .............................................................................................................. 14 1.
Leren leidt tot werken ............................................................................................................... 16 1.1
Jongeren, laaggeschoolden, streken .................................................................................. 16
1.2
Opleiding zoekt job ............................................................................................................ 17
1)
Onderwijs .......................................................................................................................... 17
2)
Arbeidsmarkt..................................................................................................................... 19
3)
Afstemming onderwijs-arbeidsmarkt ................................................................................. 22
1.3 2.
De economische motor voor Limburg ........................................................................................ 32 2.1
Kmo’s en SALK-speerpuntsectoren .................................................................................... 32
2.2
Gunstig klimaat voor ondernemen..................................................................................... 33
1)
Sectoren ............................................................................................................................ 33
2)
Ondernemingen ................................................................................................................ 34
2.3 3.
Actie!................................................................................................................................. 38
Ruimte voor Limburg................................................................................................................. 44 3.1
Efficiëntie .......................................................................................................................... 44
3.2
Duurzaam ruimtegebruik ................................................................................................... 45
1)
Ruimte en mobiliteit .......................................................................................................... 45
2)
Leefmilieu.......................................................................................................................... 48
3)
Verstedelijken ................................................................................................................... 49
3.3 4.
Actie!................................................................................................................................. 24
Actie!................................................................................................................................. 51
Leven en beleven in Limburg ..................................................................................................... 56 4.1
Lage inkomens, ouderen en kinderen ................................................................................ 56
4.2
Wonen, zorg en samen (be)leven....................................................................................... 57
p.3
1)
Wonen en zorg .................................................................................................................. 57
2)
Samen (be)leven................................................................................................................ 59
4.3
Actie!................................................................................................................................. 63
START! .............................................................................................................................................. 68 UITGEBREIDE ANALYSE ..................................................................................................................... 70 Leren leidt tot werken ................................................................................................................... 70 De economische motor voor Limburg ........................................................................................... 72 Ruimte voor Limburg .................................................................................................................... 74 Leven en beleven in Limburg ......................................................................................................... 77 BIJLAGEN .......................................................................................................................................... 84 Lijst van gesprekspartners / geconsulteerde actoren ..................................................................... 84 Geconsulteerde documenten ........................................................................................................ 86 Kaart: Limburg en haar 5 streken .................................................................................................. 88 Afkortingen ................................................................................................................................... 89
p.4
p.5
RESOC LIMBURG Het regionaal sociaal-economisch overlegcomité Limburg organiseert het overleg tussen de sociale partners, de gemeentebesturen en het provinciebestuur betreffende de socio-economische streekontwikkeling. Het RESOC Limburg is als volgt samengesteld: -
8 vertegenwoordigers afgevaardigd door de Limburgse steden en gemeenten 8 vertegenwoordigers aangesteld door de Provincieraad 8 vertegenwoordigers van de werkgeversorganisaties, verdeeld als volgt:
-
Voka – Kvk Limburg (4) Boerenbond (1)
UNIZO-Limburg en VKW-Limburg (3) 8 vertegenwoordigers van de werknemersorganisaties, verdeeld als volgt:
ACV (5) ABVV (2) ACLVB (1)
Bij de start van een nieuwe ambtstermijn van provincie- en gemeenteraad, dient elk van de vijftien Vlaamse RESOC’s een streekpact op te stellen dat de strategische langetermijnvisie op de socioeconomische ontwikkeling van de streek omvat.
p.6
WEGWIJS IN HET STREEKPACT 2014-2019 Decretale achtergrond Het decreet betreffende de erkende regionale samenwerkingsverbanden (ERSV), de sociaaleconomische raden van de regio (SERR) en de regionale sociaal-economische overlegcomités (RESOC) (7 mei 2004) bepaalt dat volgende elementen minstens voorzien moeten zijn in het streekpact: -
-
Een gemeenschappelijke probleemanalyse op het vlak van de sociaal-economische ontwikkeling van de regio, met bijzondere aandacht naar de kansengroepen op de arbeidsmarkt. De langetermijnstrategie inzake de sociaal-economische ontwikkeling van de regio, waarbij een evenwicht vooropstaat tussen economie en werkgelegenheid en waarbij, in de gevallen dit nuttig of nodig is, aandacht uitgaat naar aanpalende beleidsdomeinen zoals ruimtelijke ordening en mobiliteit, leefmilieu, welzijn en onderwijs.
Na vaststelling door het RESOC dient het streekpact te worden bekrachtigd door de gemeenteraden en de Limburgse provincieraad.
Structuur van het Streekpact 2014-2019 De basis van het Limburgse streekpact wordt gevormd door twee assen, die leiden tot 4 kwadranten: -
Individu (iedere Limburger) – Collectief (Limburg) Economie – Omgeving
p.7
Binnen deze vier kwadranten identificeren we telkens verschillende domeinen.
Binnen ieder kwadrant werd bepaald welke doelgroepen, thema’s en belangen prioritair worden behandeld: -
Kwadrant I: laaggeschoolden, jongeren, speerpuntsectoren en streken Kwadrant II: kmo’s en speerpuntsectoren SALK Kwadrant III: eco-efficiëntie1 Kwadrant IV: lage inkomens, ouderen en kinderarmoede
De keuzes zijn gebaseerd op een cijfermatige analyse van de socio-economische kerncijfers van onze provincie. Deze uitgebreide analyse is terug te vinden achteraan dit document. Verder werden deze keuzes besproken met het brede werkveld en afgetoetst aan de beleidsdocumenten op Europees, nationaal, Vlaams en Limburgs niveau. In wat volgt definiëren we per domein ambities en bijhorende doelstellingen. Daarna volgen de acties aangereikt door onze partners voor dit streekpact. Naast een SMART 2-formulering stelt iedere actie minimaal één van volgende drie waarden voorop: -
Duurzaamheid3 Innovatie Dynamische samenhang
1
Eco-efficiëntie is een bepaalde vorm van milieuzorg en slaat kort gezegd op 'het creëren van meer economische waarde met minder milieu-impact' of 'meer doen met minder'. 2 Specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden 3 Duurzaamheid heeft betrekking op de huidige behoefte die de mensen op de aarde hebben en hoe dit in de toekomst ontwikkeld kan worden zonder dat de mensen, het milieu of de economie in gevaar komen.
p.8
Op basis van de analyse, de gevoerde gesprekken en de accenten die in beleidsdocumenten en langetermijnvisies gelegd worden, maken we een duidelijke keuze voor specifieke doelgroepen, sectoren en streken. Dit houdt concreet in dat de ambities, doelstellingen en acties zich voornamelijk hierop zullen concentreren. Uiteraard is het streekpact er voor heel Limburg, voor alle Limburgers, voor alle steden en gemeenten en voor alle sectoren. Maar de focus voor en de implementatie en de disseminatie van acties is wel toegespitst op bovenvermelde doelgroepen, sectoren en streken. Voor alle duidelijkheid moet ook nog vermeld worden dat onder ‘regio’ de provincie Limburg verstaan wordt, terwijl bij ‘streek’ wordt verwezen naar de onderdelen van de provincie: Noord-, West-, Midden-, Zuid-Limburg en Maasland (zie kaart p. . De verschillende steden en gemeenten worden aangeduid als lokale besturen, terwijl de provincie wordt gezien als regionaal bestuur. Om praktische redenen worden de acties niet helemaal in het streekpact beschreven, maar enkel een korte omschrijving. Bijzondere aandacht wordt besteed aan de streek waarop de actie betrekking heeft.
Streekpact en SALK Uiteraard kan het streekpact 2014-2019 niet losstaan van het Strategisch Actieplan Limburg in het Kwadraat, met looptijd 2014-2020. Het streekpact onderschrijft de gemaakte strategische keuzes in het uitvoeringsplan van het SALK (juli 2013), zowel wat betreft de acht speerpuntsectoren 4 als de randvoorwaarden opgenomen in de Limburgse zeshoek5. Maar het streekpact heeft een breder actiedomein dan het SALK. Het is dan ook nodig om hiervoor een strategische langetermijnvisie te ontwikkelen, zodat de acties gebundeld en met meer kracht en focus geïmplementeerd worden. Het streekpact wil dan ook de socio-economische, complementaire visie zijn, met een focus op heel Limburg en haar vijf streken.
4
Maakindustrie; logistiek & mobiliteit; vrijetijdseconomie en –beleving; energyville; creatieve economie, ICT & digitale media; land-, tuinbouw en fruitteelt, bouw (Limburg CO 2-neutraal); zorginnovatie, bio- en medtech 5 Duurzame jobs creëren, beter opleiden, doelgericht innoveren, ruimter exporteren, sterker ondernemen en gericht ontsluiten – centraal staan community formation en interregionale samenwerking.
p.9
p.10
KRITISCHE SUCCESFACTOREN Om van het streekpact een succes te maken, moet er twee kritische succesfactoren aanwezig zijn: -
Bestuurs- en daadkracht Vermarkting van Limburg
Beide elementen zijn doorslaggevend om de vooropgestelde ambities te realiseren.
Bestuurs- en daadkracht Om Limburg naar een hoger socio-economisch niveau te tillen, is het essentieel dat de betrokken partners samen aan het werk gaan. Alle actoren moet de mouwen opstropen en de krachten bundelen. Die samenwerking, in het SALK “community formation” genoemd, is nodig omwille van de hoeveelheid en complexiteit van de uitdagingen waarmee de provincie geconfronteerd wordt. Kennisdeling en samenwerking is essentieel geworden. Versnippering werkt contraproductief. Zowel voor haar bestuurs- als haar daadkracht is het belangrijk dat Limburg zichzelf blijft openstellen voor de buitenwereld. Die wereld is een dorp geworden, dat zich op allerlei domeinen razendsnel ontwikkelt. Limburg moet een rol opnemen in de veranderingen die zich aanbieden, wil het niet achterop geraken. Stilstaan is immers achteruit gaan. De roep naar efficiëntie en effectiviteit op alle domeinen neemt toe. Besturen dienen met minder meer te doen. Daadkrachtig samenwerken en besturen biedt hiervoor een gepaste oplossing. -
Bestuurskracht: samen standpunten innemen, als één stem vanuit niveau Limburg communiceren richting de hogere beleidsniveaus. Daadkracht: besluitvaardig en (pro-)actief inspelen op verschillende ontwikkelingen. Niet alleen nadenken en plannen, maar vooral ook actie ondernemen.
Doelstellingen: -
-
-
Samenwerking om de efficiëntie en effectiviteit van het regionale en de lokale besturen te garanderen. Goed bestuur en goede regelgeving zijn essentieel om de beleidsprocessen en de dienstverlening aan burgers en ondernemingen te optimaliseren. Ondersteuning van de bestuurskracht van kleinere gemeenten zodat zij eventuele leemtes aan mankracht en knowhow kunnen opvullen. Structureel overleg en afstemming tussen het regionale en de lokale beleidsniveaus zodat iedereen maximaal, maar vooral geïntegreerd doet wat hij kan, waar mogelijk op het Limburgs niveau. Op die manier treedt de provincie ook meer als één geheel naar buiten. De manifeste aanwezigheid van de provincie en de streken als gesprekspartners op hogere beleidsniveaus (Vlaanderen, federaal, Europees) zodat de regio krijgt wat haar toekomt. Het optreden als één regio is hiervoor een belangrijke voorwaarde. Alleen op die manier kan lobbywerk slagen.
p.12
-
-
-
Sterke trekkers, “kapiteins”, die grensoverschrijdend denken en ervoor zorgen dat met de juiste middelen en mensen de acties in lijn met de vooropgestelde doelstellingen uitgevoerd worden. Samenwerking tussen Limburgse actoren, zodat mensen en middelen efficiënt, geïntegreerd en duurzaam worden ingezet, expertise wordt uitgewisseld en creativiteit en innovatie volop kansen krijgen. Samenwerking op interregionaal en internationaal niveau. Zeker de Euregio herbergt belangrijke samenwerkingspartners. Hier is al heel wat kennis en kunde aanwezig die Limburg kan aanwenden om zelf verder te groeien. Ook de nabijheid van de Vlaamse ruit en van het Ruhrgebied is essentieel voor een verdere duurzame ontwikkeling van het Limburgse economische weefsel.
Actie Gericht samen brengen van relevante actoren in diverse vormen (overleg, netwerk, platform,…) en diverse niveaus (streek, provincie, Vlaanderen, internationaal) om zo samenwerking te stimuleren. Organisatie van studiedagen rond relevante thema’s (mobiliteit, succesvol lobbyen, intergemeentelijke samenwerking,…).
Trekker Actoren RESOC Provinciebestuur
Timing
Werkingsgebied
2014 2019
Limburg Vlaanderen Euregio
RESOC
20142019
Limburg
p.13
Kruisverband
Vermarkting van Limburg De wereld is steeds meer een dorp. Globalisering voltrekt zich op politiek, economisch, sociaal, cultureel en toeristisch vlak. Door die ontwikkeling is de concurrentie tussen landen en regio’s groter geworden. Wie bekend en geliefd wil zijn, moet harder roepen om gehoord te worden en nog beter zijn best doen om zich te onderscheiden. Een regio moet zijn eigenheid en alle troeven die daar bij horen sterker in de verf zetten. Iedereen is zich ervan bewust dat Limburg op socio-economisch vlak een aantal knelpunten op te lossen heeft. Maar, de provincie bezit ook heel wat troeven. De regio is bekend om haar gastvrijheid, gezelligheid en groen karakter, maar ook om haar dynamiek, creativiteit en veerkracht. Bovendien positioneert de provincie zich op een centrale logistieke positie in Europa. Die kwaliteiten moeten nog beter uitgedragen worden naar de buitenwereld. De (internationale) ondernemer, klant, toerist, potentiële inwoner, werknemer… moet een blijvende positieve indruk hebben van Limburg en haar streken, en aangezet worden om de regio in al haar verscheidenheid te ontdekken en er in te investeren. Om een sterkere aantrekkingskracht uit te oefenen op potentiële investeerders, bezoekers, inwoners moet Limburg haar troeven nog beter vermarkten. Daarom moeten alle Limburgers willen werken aan een nog betere versie van onze provincie. Bovendien slaagt een vermarkting enkel als de provincie zich schaart achter een eenduidig en duidelijk Limburgs imago over alle beleidsdomeinen en sectoren heen. De socio-economische basis hiervoor wordt uitgewerkt in dit streekpact. Het positieve Limburgse imago moet nadien uitgedragen worden, niet alleen naar de rest van Vlaanderen en naar de Euregio, maar ook en vooral ver daarbuiten. De mogelijkheden daartoe zijn legio. Ook daarover moeten goede afspraken gemaakt worden, zodat dalende financiële middelen gecoördineerd op de juiste plaats en het gepaste moment worden ingezet. Alleen op die manier kan Limburg zichzelf op grote schaal en met overtuigende stem promoten als dé provincie om in te wonen, werken, investeren,… kortom te leven. Doelstellingen:
Een eenduidig en duidelijk socio-economisch imago voor de provincie en haar streken als unieke locatie realiseren. De promotie-initiatieven voor de provincie en haar streken stroomlijnen en gecoördineerd laten verlopen. De niet-Limburgers overtuigen van de sterktes en mogelijkheden van Limburg.
Actie Limburg positioneren als innovatieve regio: uitstraling geven buiten Limburg over succesvolle innovaties in onze regio, ter ondersteuning van concept ‘Limburg sterk merk’ en tegelijkertijd de noodzakelijke innovatiecultuur en gedragsverandering in Limburg verhogen, in een brede doelgroep. Opmaak van een marketingplan voor NoordLimburg.
Trekker Actoren Innovatiecentrum Limburg Concentra, TVL, uitgevers magazines/ webportals, communicatiebureaus, provincie Limburg, POM, LSM, … Platform Noord-Limburg, burgemeestersoverleg Noord-Limburg
p.14
Timing
Werkingsgebied
Kruisverband
20142019
Limburg
Innovatieve regio (3.3)
20142019
Noord-Limburg
1. Leren leidt tot werken Een regio kan zich enkel socio-economisch ontwikkelen als haar inwoners goed opgeleid zijn en makkelijk toegang vinden tot de arbeidsmarkt. Het ontwikkelen van het menselijk potentieel is een minimale voorwaarde, niet alleen voor de persoonlijke groei van elk individu, maar ook voor de versterking van de Limburgse arbeidsmarkt. Goed opgeleide, gemotiveerde mensen zorgen voor de nodige instroom op deze arbeidsmarkt. Om welvaart en welzijn te realiseren, moet ingezet worden op een maximale ontplooiing van talenten, zowel in het onderwijs als op de arbeidsmarkt. De afstemming tussen beide is daarin onontbeerlijk.
1.1
Jongeren, laaggeschoolden, streken
Elke Limburger moet de kans krijgen om na een goede opleiding de juiste job uit te oefenen. Daarom moet er gezien de huidige socio-economische toestand van Limburg extra aandacht besteed worden aan twee groepen: jongeren (3 tot 24-jarigen) en laaggeschoolden.6 Daarnaast ligt de nadruk op de geïdentificeerde speerpuntsectoren uit het uitvoeringsplan van het SALK (zie tabel p. 70). De lijst van knelpuntclusters ondersteunt deze keuze.
Van de niet-werkende werkzoekenden in Limburg op 31/12/2013 was 21,6% jonger dan 25 jaar en 45,9% laaggeschoold.
De streken waar de moeilijkheden op onderwijsvlak en op de arbeidsmarkt het grootst zijn, zijn onmiskenbaar het Maasland en Midden-Limburg. Hieraan worden de mijngemeenten Beringen en Heusden-Zolder toegevoegd, evenals de gemeente Leopoldsburg en de stad Tongeren. De steden en gemeenten in dit
6
Volgens de definitie van de Vlaamse dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB).
p.16
gebied hebben het meest nood aan een inhaalbeweging. Een streekgerichte aanpak van de knelpunten lijkt aangewezen.
Ambitie: de ambitie voor Limburg is de optimale benutting van ons menselijk potentieel, die gekenmerkt wordt door een optimale schoolloopbaan voor alle Limburgse kinderen, door een toegankelijke arbeidsmarkt, ook voor jongeren en laaggeschoolden, en door een efficiënte afstemming tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt.
1.2
Opleiding zoekt job
1) Onderwijs Met de verruiming van het aanbod aan universitaire opleidingen, de integratie van hogescholen en de bijkomende opleidingen, onder andere voorzien in het SALK, worden op termijn de bouwstenen voor een kwaliteitsvol Limburgs onderwijs gelegd. Ook de verdere verankering van het PLOT7 in de provincie is een absolute troef, aangezien het Limburgse jongeren én jongeren van buiten de regio de mogelijkheid geeft om zich in Limburg te specialiseren op de verschillende domeinen van integrale veiligheid. Om er voor te zorgen dat jongeren deze mogelijkheden en het potentieel van het lager en secundair onderwijs ook optimaal benutten, zetten we in op gelijke onderwijskansen, op het maken van juiste studiekeuzes, op STEM8 en op de betrokkenheid “Nog te veel jongeren van de ouders.
‘ontsnappen’ aan opleidingen en stromen onvoorbereid uit op de arbeidsmarkt.”
De onderwijskansen zijn niet voor alle Limburgse jongeren even groot. Oorzaken hiervan zijn laattijdige deelname aan het kleuteronderwijs, taalachterstand en digitale exclusie. Dergelijke elementen kunnen versterkt worden door (kinder)armoede, een onderwerp waarop de focus gelegd wordt in hoofdstuk 4. Hier ligt de nadruk op gelijke onderwijskansen voor alle Limburgse jongeren.
Ambitie: een onderwijswereld waarin alle Limburgse jongeren gelijke kansen krijgen, ongeacht een eventuele sociaal kwetsbare of kansarme achtergrond.
Doelstellingen: -
7 8
Stimuleren van vroegere deelname aan het kleuteronderwijs in Limburg – goede cijfers met betrekking tot kleuterparticipatie van vijfjarigen ook realiseren voor kleuters jonger dan vijf jaar. Stimuleren van regelmatige aanwezigheid van kleuters in het kleuteronderwijs. Terugdringen van verminderde onderwijskansen omwille van digitale uitsluiting. Provincie Limburg Opleiding en Training Sciences, technology, engineering and mathematics, ofwel exacte wetenschappen, techniek en wiskunde.
p.17
-
Daling van de scholingsachterstand in Midden-Limburg en Maasland tot Limburgs niveau (lager onderwijs 14% en secundair onderwijs 30,2%). 9 Daling van het aantal indicatorleerlingen: 10 Tot het Vlaams niveau: in het basisonderwijs naar 27%, in het secundair onderwijs naar 37,5%.11 In Maasland en Midden-Limburg tot het Limburgs niveau.
Zelfs jongeren die met een diploma of kwalificatie op zak de arbeidsmarkt betreden, vinden niet noodzakelijk werk. Er zijn nog (te) veel studierichtingen die weinig mogelijkheden bieden op de arbeidsmarkt, waar veel jongeren nog voor kiezen. Dit hypothekeert hun toekomst, zonder dat ze zich daar bij aanvang van hun studies bewust van zijn. Ook de ouders zijn meestal niet op de hoogte van de consequenties van de studiekeuze van hun kinderen. Anderzijds zijn er voor bepaalde richtingen te weinig afgestudeerden zodat er knelpuntberoepen ontstaan op de arbeidsmarkt. Bovendien klinkt op de arbeidsmarkt steeds luider de roep om technische talenten. Om hieraan tegemoet te komen, moet actie ondernomen worden tijdens de schoolloopbaan. Het is essentieel dat kinderen regelmatig met techniek in aanraking komen. Het is ook belangrijk dat leerkrachten en klastitularissen in het lager en het secundair onderwijs deze talenten (leren) herkennen. Bovendien moet de perceptie van het technisch onderwijs en van technische beroepen verbeterd worden. Techniek moet de eer krijgen die het toekomt. 12 Het onderwijs moet ook aandacht hebben voor de toekomstige evolutie van de noden van de arbeidsmarkt.
Ambitie: een sterk verbeterde perceptie van technisch onderwijs en zoveel mogelijk contact met techniek tijdens de schoolcarrière. Een continue begeleiding bij het maken van studiekeuzes, indien mogelijk richting technische opleidingen, speerpuntsectoren en knelpuntberoepen.
Doelstellingen:
Verbeterde perceptie van technisch onderwijs, zowel bij ouders, jongeren als mensen uit het onderwijs zelf. Verhoogde instroom en uitstroom technische richtingen. Evenveel meisjes als jongens in technische richtingen, zowel in secundair als hoger onderwijs. Kinderen tijdens hun schoolcarrière actief in contact brengen met techniek. Daling van het aantal langdurig openstaande vacatures in speerpuntsectoren en knelpuntberoepen ten opzichte van Vlaanderen.
9
Expertengroep, Strategisch Plan voor Limburg in het Kwadraat, 01-02-2013. Een indicatorleerling is een leerling die aan minstens één van volgende indicatoren voldoet: het gezin ontvangt in het schooljaar , voorafgaand aan het schooljaar waarop de inschrijving van de leerling betrekking heeft, minstens één schooltoelage van de Vlaamse Gemeenschap, de leerling is een thuisloze, de ouders behoren tot de trekkende bevolking, de moeder is niet in het bezit van een diploma secundair onderwijs of van een studiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de derde graad van het secundair onderwijs of van een daarmee gelijkwaardig studiebewijs. 11 www.ond.vlaanderen.be. 12 Kiezen voor STEM, De keuze van jongeren voor technische en wetenschappelijke studies, Wouter Van de Berghe & Dirk De Martelaere, Rapport opgemaakt in opdracht van de Vlaamse Raad voor Wetenschap en Innovatie (VRWI), oktober 2012. 10
p.18
Verhogen van samenwerkingen tussen scholen en andere organisaties, met nieuwe leervormen als resultaat.
Een niet te onderschatten factor in de onderwijsloopbaan van kinderen zijn hun ouders. De mate waarin het inkomen de onderwijsdeelname van kinderen beïnvloedt moet dalen. Anderzijds moeten ouders doordrongen zijn van de meerwaarde van een goede opleiding voor hun kinderen, maar eveneens op de hoogte zijn van de kansen die de verschillende opleidingsmogelijkheden op lange termijn voor hun kinderen creëren.
Ambitie: goed geïnformeerde en betrokken ouders die hun kinderen optimaal begeleiden en wiens inkomen een minder belangrijke rol speelt in het onderwijsniveau van hun kinderen.
Doelstellingen:
Halveren van het aantal kortgeschoolden op de arbeidsmarkt.13 Stijging van het percentage van de bevolking tussen 15-64 jaar met een diploma hoger onderwijs tot het Vlaams gemiddelde (van 10% naar 15%).
2) Arbeidsmarkt Eens het menselijk potentieel ontwikkeld is, moet het gevaloriseerd worden op een goed werkende arbeidsmarkt. Jongeren moeten op een duurzame manier hun rol op de arbeidsmarkt kunnen vervullen. In een ideale wereld zit iedere arbeidskracht op de juiste plaats. Een veel gehoorde verzuchting op de arbeidsmarkt en in het onderwijs is dat niet alle jongeren voldoende gemotiveerd zijn. Ze beschikken ook niet noodzakelijk over de juiste vaardigheden om succesvol werk te vinden en te behouden. Bovendien gaan sommige werkgevers nog uit van andere arbeidsattitudes dan jongeren. De kloof is niet alleen groot, maar ook erg complex. Er bestaat geen pasklare oplossing voor. Het netwerk van professionele organisaties dat hierop inzet, is groot, maar kan verbeterd worden door een meer geïntegreerde werking.
Ambitie: gemotiveerde Limburgse jongeren met de juiste attitude duurzaam tewerkstellen, door een sterke toenadering tussen werkgevers en werknemers.
Doelstellingen:
13
Het aantal Limburgse jonge en laaggeschoolde werkzoekenden terugbrengen tot het Vlaams gemiddelde in 2019. Vlaanderen in Actie (ViA).
p.19
De werkzaamheidsgraad verhogen tot minstens 70%.14 De werkzaamheidsgraad in Maasland en Midden-Limburg verhogen tot de Limburgse werkzaamheidsgraad in 2019.
Daarnaast is het voor werknemers belangrijk dat het werk ook werkbaar is. Dit betekent dat een job motiveert en leerkansen biedt, de gezondheid niet schaadt en een goede werk-gezin-combinatie mogelijk maakt. Voorkomen dat mensen uit de arbeidsmarkt vallen door hen tewerk te stellen in een werkbare job, is effectiever dan hen voor een mogelijke uitval te compenseren of hen opnieuw te integreren in de arbeidsmarkt.15 In Limburg is één van de belangrijkste pijnpunten op het vlak van werkbaar werk de kinderopvang, en vooral dan de “We moeten het huidig Limburgs voorschoolse opvang (0- tot 3-jarigen). De tekorten hierin talent hier verankeren. Zij zijn treffen zowel de mensen die op zoek zijn naar een baan als voor de mensen met werk.16 Ook de geografische immers onze toekomstige spreiding van kinderopvang is een continu Limburgse ambassadeurs.” aandachtspunt. Over deze zorgvoorziening wordt verder aandacht besteed in het eerste hoofdstuk. Op de werkvloer blijkt ook dat verwachtingen bij de werkgever niet altijd overeen komen met de werknood van een werknemer en kan fluctuatie doorheen de tijd optreden. In minder drukke periodes kan een werkgever zijn werknemer maar halftijds nodig hebben. In diezelfde periode wil deze werknemer misschien toch voltijds werken. Om dit probleem op te lossen, kan het principe van cosourcing meer worden toegepast.17 In sommige sectoren kan er ook meer vraag zijn naar deeltijdse werknemers. Om werknemers toch de mogelijkheid te bieden om voltijds te werken in deze sectoren, kan het principe van duobanen, waarrond de zorgeconomie reeds succesvol experimenten heeft opgezet, worden uitgebreid.18
Ambitie: werk werkbaarder maken: de externe en interne factoren die mensen hinderen om (meer) te werken minimaliseren.
Doelstellingen: -
Stijging van werkbaarheidsgraad voor werknemers tot 60% (van 54,6% in 2013) en voor zelfstandigen zo dicht mogelijk bij 55% tegen 2020 (van 47,7% in 2013).19 Realisatie van beleidsmatige ondersteuning voor specifieke co-sourcing. Daling van aantal beroepszieken tot het Vlaams niveau.
14
Voor Limburg is dat 64,6% in 2011. L.; Dessers, E.; Van Hootegem, G. & Huys, R., ‘Meer jobs door beter werkbare jobs’, in: De sociale staat van Vlaanderen 2013, uitg. door Studiedienst van de Vlaamse Regering, 2013. 16 Provincie Limburg, Steunpunt Sociale Planning, Cijfers in de kijker, 16-09-2013 – De nood aan voorschoolse kinderopvang blijft hoog in Limburg. 17 Co-sourcing: flexibel werknemers tewerkgesteld in één bedrijf (tijdelijk) inzetten in een ander bedrijf. 18 Duo-banen: twee deeltijdse betrekkingen combineren tot één voltijdse betrekking. 19 Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen – Stichting Innovatie en Arbeid, Vlaamse Werkbaarheidsmonitor werknemers 2013, september 2013. 15Vermeerbergen,
p.20
Inzake de Limburgse arbeidsmarkt is ook de sociale economie een belangrijk aandachtspunt. Deze tak van de economie is een gevestigde waarde in Limburg. Van belang zijn het Maatwerkdecreet, het decreet Lokale Diensteneconomie, het W2-decreet en het protocol sociale economie. In 2014 treedt voor de sociale en beschutte werkplaatsen en de invoegbedrijven een nieuw Vlaams decreet in werking, het Maatwerkdecreet. Dit decreet biedt nieuwe mogelijkheden om kansengroepen, waaronder laaggeschoolde jongeren, duurzaam te werk te stellen. Bovendien wordt in het decreet een brug geslagen tussen reguliere en sociale economie via maatwerkbedrijven en – afdelingen. Daarnaast is er ook een nieuw decreet Lokale Diensteneconomie, dat tewerkstelling van kansengroepen koppelt aan de invulling van maatschappelijke noden via diensten aan de bevolking. De doelgroep wordt bepaald via het ‘rugzakprincipe’ waarbij er subsidies verstrekt worden op basis van de afstand tot de arbeidsmarkt. Er wordt hierbij rekening gehouden met medische, psychische, mentale en sociale aspecten. Via het W² decreet (in opmaak) wordt de basis gelegd voor een geïntegreerd kader voor arbeidszorg. Arbeidszorg betreft de activering van personen die (nog) niet kunnen deelnemen aan betaalde arbeid. Tot slot sloot de provincie in februari 2014 een ‘protocol sociale economie’ met de Vlaamse overheid. Ze neemt daarbij, flankerend aan het Vlaamse ondersteuningsbeleid in de sociale economie, het initiatief om de ontwikkeling van de sector te ondersteunen. Gezien de sector onderhevig is aan de gevolgen van de crisis, er nood is aan het exploreren van nieuwe niches en de doorstroom belangrijk is, stelt de provincie een subsidiefonds ter beschikking aan de sector, gericht op behoud en groei van de tewerkstelling, op doorstroom en op samenwerking en clustering.
Ambitie: het potentieel van de decreten en het protocol sociale economie ten volle benutten, zodat sociale economie een gevestigde waarde blijft in Limburg.
Doelstelling: -
Een vlotte omschakeling van de 20 sociale werkplaatsen en 1 beschutte werkplaats naar maatwerkbedrijven. Een optimale invulling van de regierol sociale economie door de lokale besturen.
Tot slot moeten Limburgse werkzoekenden ook aangemoedigd worden om opportuniteiten te zien en te blijven zoeken, ook over de lands- en provinciegrenzen heen. Vlaanderen en de Euregio bieden heel wat kansen, ook op dat vlak. Maar, mobiliteitsproblemen spelen nog een te grote rol bij het solliciteren naar en het uitoefenen van werk. Dat moet veranderen zodat een (potentiele) werknemer makkelijker
p.21
de stap zet naar de ons omliggende gebieden. Het belang van goede mobiliteit voor Limburg wordt verder besproken in hoofdstuk drie.
Ambitie: een verhoogde pendelarbeid over de gemeenten- en provinciegrenzen heen.
Doelstelling: -
Stijging van grensoverschrijdende pendelarbeid van Maasland tot 20%, van Noord-Limburg tot 15% en van Zuid-Limburg tot 7%.20
3) Afstemming onderwijs-arbeidsmarkt Wanneer iemand zich presenteert op de arbeidsmarkt blijft het diploma een erg belangrijke troef. In Limburg hebben te veel jongeren op zoek naar werk een tekort aan scholing. Dit betekent echter niet dat ze geen arbeidscompetenties of talenten hebben. Om hen aan het werk te krijgen, moeten deze competenties versterkt worden, zowel in een onderwijsomgeving als op de arbeidsmarkt en dit in samenwerking met de VDAB. Zowel sollicitanten als vacatures kunnen meer afgestemd worden op competenties.
Ambitie: verhoogde aandacht voor de competenties van mensen, zowel in het onderwijs als op de arbeidsmarkt.
Doelstellingen: -
Verhoogde aandacht van arbeidsmarkt en onderwijs voor competenties competentieversterking. Stijging van 10 % van aantal bedrijven die strategisch competentiebeleid implementeren. Verdere integratie van de nieuwe competentiedatabank, gebaseerd op competentiestandaard van Competent (VDAB). Uitwerken van minimaal twee competentieprofielen voor knelpuntberoepen per jaar.
en
de
Jongeren en laaggeschoolden moeten ook makkelijker ervaring kunnen opdoen. Dit geeft hen de mogelijkheid om hun competenties te verbeteren. De eerste kansen hiertoe liggen in het onderwijs, met het volgen van praktijkstages tijdens de opleiding en speciaal daarvoor ingerichte opleidingsvormen. Ervaring opdoen kan en moet ook mogelijk zijn tijdens periodes van inactiviteit en
20
Basiscijfers arbeidsmobiliteit in: POM-ERSV Limburg, Socio-economische analyse van Limburg en haar streken, februari 2014.
p.22
op de werkvloer. Zo blijft een werknemer bij en maakt de werkzoekende meer kans op een nieuwe job. Dit ervaringsgericht opleiden moet extra aandacht krijgen in de eerder besproken focusstreken.
Ambitie: een arbeidsmarkt die aangepast is aan de noden van jongeren en laaggeschoolden om ervaring op te doen.
Doelstellingen: -
Incorporeren van meer praktijkstage in de opleiding – zowel voor secundair, hoger en universitair onderwijs. Opzetten van nauwere samenwerkingsverbanden tussen scholen en bedrijven. Structurele disseminatie van veelbelovende pilootprojecten.
Limburgers vertonen, zo blijkt uit cijfers, minder ondernemerschap. Vooral in het arrondissement Tongeren, zo blijkt uit de bovenstaande analyse, ligt het aantal starters lager. Nog te vaak is de angst voor het falen groter dan het geloof in succes. Bovendien is de perceptie van ondernemerschap en ondernemingen in het algemeen niet altijd positief. Ook daaraan kunnen zowel het onderwijs als de arbeidsmarkt, maar ook de overheid en de werkgeversorganisaties iets doen. Tijdens hun opleiding moeten jongeren kennis kunnen maken met de uitdagingen en mogelijkheden van het ondernemerschap. Jonge starters moeten ondersteuning krijgen zodat ze het vertrouwen bewaren in hun kunnen.
Ambitie: ondernemerschap: meer nieuwe ondernemingen – met focus op het arrondissement Tongeren – en een verbeterde perceptie ten opzichte van ondernemen.
Doelstellingen:
Stijging van 10% in het aantal jongeren dat een eigen onderneming opstart. Aantal starters verhoudingsgewijs minimaal gelijk brengen met aantal in overige Vlaamse provincies in 2019, met belangrijke focus op arrondissement Tongeren.
De acties opgenomen in dit streekpact werden, na een brede oproep, aangereikt door Limburgse actoren werkzaam in het socio-economische werkveld en door steden en gemeenten. Voor iedere actie werd een specifieke actiefiche opgemaakt, inclusief doelstelling, looptijd en identificatie van trekker en actoren van de actie. Bovendien houdt iedere actie ook een engagementsverbintenis van de trekker in. In het hoofdstuk START worden de clustering, prioritering en opvolging van de acties verduidelijkt.
p.23
1.3
Actie!
Domein
Ambitie
Actie
Onderwijs
Gelijke onderwijskansen
Taal is van iedereen: Verhogen van taalvaardigheid van Limburgers met optimale participatie als doel
Organisatie van optimaal NT2-traject voor anderstaligen, organisatie van opleidingen die best tegemoet komen aan noden van anderstaligen Anderstaligen oriënteren naar voor hen meest geschikte cursus Nederlands
Bibliotheekaanbod voorzien en uitbreiden voor partners in Limburg, onder andere hogescholen, ondernemers, studenten, … Limburgse studielening: studenten die aan aantal voorwaarden voldoen, per academiejaar renteloze studielening ter beschikking stellen
STEM
Uitwerken van tijdelijke taalmodule op maat van (ex) OKAN-jongeren deeltijds onderwijs, met oog op verhogen van taalvaardigheid en tewerkstellingskansen Limburgse stuurgroep Leerrecht: opzetten van samenwerkingsverbanden tussen relevante actoren met oog op optimaliseren van de re-integratie van jongeren in de school Ontdek Techniek Talent: leerlingen op lagereschoolleeftijd aanspreken op hun talenten en laten kennismaken met technische vaardigheden
p.24
Trekker Actoren Steunpunt Onderwijs Huis van het Nederlands, boekbaby’s, PRIC, VDAB, Kind en Gezin, ERSV, Unizo, Voka, Onthaalbureau, opvoedingsondersteuning Huis van het Nederlands CVO, CBE, VDAB, …. Huis van het Nederlands CVO, CBE, VDAB, OCMW, onthaalbureau-inburgering, asielcentra, sociale huisvestingsmaatschappijen, bedrijven, … Provinciale Bibliotheek Limburg UHasselt, PXL, KHLim, individuele ondernemers, studenten Steunpunt Onderwijs UHasselt, KHLim, PXL, provincie Limburg, partners zoals Sociaal Huis, CLB, secundaire scholen, … Steunpunt Onderwijs Huis van het Nederlands, CVO’s, Centra Leren en Werken, lokale besturen, VDAB Steunpunt Onderwijs Netoverschrijdend forum Limburgse CLB’s, GGZ, LOP, bijzondere jeugdzorg, vormingswerk, jeugd, … LOOA Provincie Limburg, GO, OVSG, POV, VVKSO, FTML, FVB, SFTL, Vormelek, WVOK, RTC Limburg
Timing
Werkingsgebied
Kruisverband
Limburg
Limburg
Limburg
20132019
Limburg
20142019
Limburg
20142019
Limburg
20142019
Limburg
Limburg
Knelpunten wegwerken voor kmo’s: nood aan informatie (2.2)
Arbeidsmarkt: gemotiveerde jongeren duurzaam tewerkstellen (1.3)
Domein
Ambitie
Actie First Lego League: techniekpromotie bij ouders, leerkrachten, kinderen van 11 tot 14 jaar en leerkrachten Organisatie van technische opleidingsmodules voor werknemers, werkzoekenden, docenten, leerlingen/studenten
Dag van de Technologie en Peter Heller prijs: verbetering van imago technisch onderwijs en brug maken tussen onderwijs en industrie Realisatie van nieuw technologiecentrum: beter geschoolde werknemers, kans voor studenten en docenten om zich continu bij te scholen Platformfunctie, o.a. voor STEM: ad hoc o.b.v. bestaande noden juiste partners samenbrengen, gezamenlijke projecten uitwerken, opgedane kennis en ervaringen structureel uitwisselen
Positieve beeldvorming van technische beroepen, keuze voor BSO/TSO als positieve keuze promoten, vanuit o.a. techniekambassadeurs, Woodaward, VIPticket voor een sjieke toekomst, …
Project bedrijf en school: jongeren op buitenschoolse activiteiten laten kennismaken met mogelijkheden van techniek
Denkgroep Nijverheid Limburg: binnen leerplatform: opmaken van school- en bedrijven-ID’s (expertise,
p.25
Trekker Actoren Voka Limburg KHLim, PXL, basisscholen Limburg
Timing
Werkingsgebied
Kruisverband
LIMTEC RTC, bedrijfsleven, dienst onderwijs en economie, werkgroep arbeidsmarkt, intersectorale samenwerkingen, ANTTEC, onderwijs, internationale partners LIMTEC FTML, LIMOB LIMTEC, RTC Limburg, Technische scholen provincie Limburg, bedrijven, ouders LIMTEC FTML, LIMOB, Bedrijven, werknemers, docenten, werkzoekenden RTC Limburg VDAB, LOOA, sectororganisaties, provinciaal educatief centrum, PRIC, Voka, VKW, Unizo, onderwijs- en opleidingsinstanties, onderzoekswereld, … RTC Limburg LIMOB, FTML, LIMTEC, Bouwunie, provincie Limburg, PXL-Tech, CeDuBo, Cosmodrome, Steunpunt onderwijs, dienst economie en internationale samenwerking RTC Limburg Bedrijven, leerkrachten, leerlingen, Steunpunt onderwijs, dienst economie en internationale samenwerking RTC Limburg Nijverheidsscholen, Syntra, VDAB, stad Genk, …
20142019
Limburg
Arbeidsmarkt: ervaring opdoen (1.3)
20142019
Limburg
Afstemming arbeidsmarkt en onderwijs (1.3)
20142015
Limburg
Afstemming arbeidsmarkt en onderwijs (1.3)
20142019
Limburg
20142019
Limburg
20142016
Limburg
20132016
Limburg
Limburg
Domein
Ambitie
Actie
Trekker Actoren
Timing
Werkingsgebied
Kruisverband
Houthalen-Helchteren
20142019
West-Limburg
Speerpuntsector SALK (cleantech) (2.2)
Houthalen-Helchteren Het Vervolg
20142019
West-Limburg
Speerpuntsector SALK (cleantech) (2.2)
Stad Genk Fablab
20142019
Genk en regio rond Genk
Ontwikkelen en implementeren van inspirerende technologiemodules in basis- en secundair onderwijs en uitbouw van technologieacademie
Stad Genk Roger Vanoverstraeten Society en andere gespecialiseerde partners
20142019
Genk
Keuzes tijdens schoolloopbaan vanuit talenten: train the trainer, start to talent, individuele coachinggesprekken Multicultureel promoteam hoger onderwijs: jongeren ondersteunen bij het maken van een persoonlijk ontwikkelingsplan om eigen talenten later professioneel in te kunnen zetten My Digital Me Junior: digitaal hulpmiddel om kinderen breder te kunnen evalueren (klemtoon op leergebiedoverschrijdende vaardigheden en attitudes) Verankering van expertise en knowhow van PLOT in Limburg Organisatie van Staten-Generaal rond ongekwalificeerde uitstroom, ontwikkeling van sensibiliseringsacties voor verschillende doelgroepen, dit flankerend aan ontwikkeling T2campus Taalcoaching op de werkvloer: begeleiding van nieuwe anderstalige werknemers en hun werkgevers door een taalcoach
Randstad Diversity RTC, CLB, scholen, bedrijven
Vanaf 2014
Limburg
PRIC PXL, KHLim, UHasselt, CLB’s, secundaire scholen
Jaarlijks van dec tot mei
Limburg
Vlajo DBO van dpt onderwijs en vorming,
20142016
Limburg
PLOT Provincie Limburg Stad Genk
20142019 20142019
Limburg
netwerk, …) incl regionale spreiding, identificeren van win-wins, opmaken van businessplannen Opleiding CleanTechAmbassadeur (CTA): geven van inzicht waarom we kiezen voor cleantech, inclusief thematische, sociologische en educatieve uitwerking Transit_Lab: uitbouw en oprichting van buitenschoolse leerplaats die jongeren wil stimuleren te kiezen voor duurzaamheid – technische opleidingen in de nieuwe materialeneconomie en hernieuwbare energie Ontwikkeling van technologieworkshops voor kinderen en jongeren
Optimale schoolloopbaan
Arbeidsmarkt
Gemotiveerde jongeren
p.26
Alternatief vzw VDAB, werkgevers en werknemers
Genk en regio rond Genk
Limburg
Domein
Ambitie
Actie
Trekker Actoren
Timing
Werkingsgebied
Jobcoaching op de werkvloer: begeleiding door een persoonlijke coach van o.a. kortgeschoolden die nog geen 12 maanden in dienst zijn Versterking van loopbanen en loopbaanzelfsturing via wijkgerichte aanpak
Alternatief vzw VDAB, werkgevers en werknemers
Limburg
Stebo Wijkactoren, VDAB, OCMW, CVO, Syntra, Basiseducatie, Competentiecentra, Huis van het Nederlands, onthaalbureaus, werkgevers, VDAB, lokaal beleid, … VDAB Limburg Scholen, CLB’s, RTC, provincie, werkgevers, SBS, Randstad, Arktos, Agoria, …
Limburgse wijken
Kruisverband
duurzaam tewerkstellen
Jeugdwerkplan: alle werkzoekenden onder 25 jaar die recent werkloos zijn geworden informeren, automatisch matchen, bemiddelingstraject voor starten, evalueren en begeleidingstraject starten
Werkbaar werk
Sociale economie
20142019
Limburg
PRIC Experten (ad hoc)
20142019
Limburg
20132019
Limburg
Sociale werkplaats: bieden van duurzame tewerkstelling aan laaggeschoolde langdurig werkzoekenden
Limburgs Gezondheidsoverleg vzw en provinciale dienst preventieve gezondheid Lokale besturen, OCMW’s, lokale partners, diversiteitsconsulenten bij werkgeversorganisaties, werknemersorganisaties, ERSV Limburg, … LAbor Ter Engelen VDAB/GTB, Arbeidskansen, GOB Ter Engelen
20142019
Begeleiding en bemiddeling voor laaggeschoolden en mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt –
GOB Ter Engelen VDAB, bedrijven
20142019
Maaseik, Dilsen, MeeuwenGruitrode, Zonhove, Munsterbilzen, Bocholt en Bilzen Limburg
Trajectbegeleiding bij bedrijven: aanpakken en adviseren bij problemen die oorsprong vinden in diversiteit van team Stimulansen geven aan werkgevers, waaronder ook lokale besturen om werkbaar werk te realiseren voor haar werknemers – gezondheidsbevordering op de werkvloer – ‘gezonde gemeente’
p.27
Afstemming arbeidonderwijs ervaring (1.3)
Domein
Ambitie
Actie
Trekker Actoren
Timing
Werkingsgebied
Kruisverband
Gemeente Riemst en stad Tongeren Hoeselt en Voeren en Bilzen Noord-Limburgse gemeenten Welzijnsregio, -overleg, ondernemersclubs, sociale economie initiatieven Stad Genk As, Zutendaal en Opglabbeek
20142019
Zuid-Limburg
Bestuurs- en daadkracht
20142019
Noord-Limburg
Bestuurs- en daadkracht
20142019
Midden-Limburg
Bestuurs- en daadkracht
Stad Tongeren OCMW Tongeren Privé-werkgevers
20142019
Tongeren
Afstemming arbeidonderwijs ervaring (1.3)
doel is tewerkstelling in het normaal economisch circuit
Uitwerken van een actieplan rond regierol gemeentebesturen inzake sociale economie
Afstemming onderwijsarbeidsmarkt
Aandacht voor competenties
Implementatie van actieplan om tewerkstellingskansen van maatschappelijk kwetsbare Tongerenaren te verbeteren onder andere door nieuwe methodiek -25-jargie leefloners, artikel 60 privé en actieve deelname aan werkwinkel Het stimuleren van het behalen van ervaringsbewijzen voor jongeren zonder diploma maar mét de vaardigheden om een bepaald beroep uit te oefenen Kickstart: Online meten en coachen van werkkwaliteiten bij jongeren op de brug naar de arbeidsmarkt Mogelijkheden en beperkingen van jongeren op arbeidsmarkt onderzoeken Loopbaanbegeleiding en –consulenten: creëren van een goede match tussen individu en (toekomstige) job via zelfdiagnose en aftoetsing aan de arbeidsmarkt voor werknemers en zelfstandigen (begeleiding) en via informeren, oriënteren, versterken en motiveren van werkzoekenden (consulenten) Carrièreontwikkeling van jonge gespecialiseerde onderzoekers in Limburg: actief begeleiden van jaarlijks 10 à 15 jonge doctorandi aan UHasselt door onder andere persoonlijke loopbaan- en adviesgesprekken en e-coaching
p.28
SBS Skill BuilderS Vlaamse Gemeenschap Europa (ESF) Randstad Diversity Jongeren, bedrijven, scholen GA Didior VDAB/GTB, Mutualiteit, RIZIV ABVV Limburg VDAB
Innovatiecentrum Limburg UHasselt VDAB
Limburg
2014
Limburg
20142019
Limburg
20142019
Limburg
Community formation (2.3)
Domein
Ambitie
Werkervaring
Actie Q4Talent: studenten, afhakers en werkzoekende afgestudeerden informeren, begeleiden (persoonlijk contact, e-coaching, events), curatieve (afhakers) en specifieke acties voor voorzien Ondersteunen van overgang tussen onderwijs en arbeidsmarkt, van in de schoolomgeving, door jobcoaches Vakantiewerkproject ‘een zomer vol kleurrijk talent’: werkervaring op arbeidsmarkt voor jongeren met verre afstand tot arbeidsmarkt Werk@telier/WIJ: werkervaring voor jongeren, inclusief competentieversterking, stagebegeleiding en begeleiding op de werkvloer Uni-Form: netoverschrijdend gebruik van uniforme stagedocumenten, mentorschapopleidingen voor begeleiders in scholen en op de werkvloer Q-stage: Kwaliteitsinjectie in stages, zowel voor leerlingen, docenten en leerkrachten als bedrijven. Organisatie van Stage-awards Werkplekleren en stages: in kaart brengen en definiëren van verschillende mogelijkheden mbt werkplekleren en stages, vervolgens promoten Brugproject Industria cvba: brug- of omscholingsproject dat verscheidene groepen van werknemers en studenten in het deeltijds onderwijs begeleidt en opleidt om door te stromen naar de (gewone) arbeidsmarkt, met de focus op werkervaring. Versterken van Regionaal OverlegPlatform Leren en Werken in Limburg: voltijds engagement (component leren en component werken) voor jongeren in deeltijds onderwijs Stimuleren van samenwerking onderwijsbedrijfsleven: oprichting van hybride leeromgeving in de streek, gedragen door de technische scholen, het hoger onderwijs en de bedrijven in de streek –
p.29
Trekker Actoren VDAB Limburg KHLim, PxL, UHasselt
Timing
Werkingsgebied
20142019
Limburg
Stad Genk
20142019
Genk
PRIC ERSV, bedrijven, onderwijsinstellingen, … Randstad Diversity VDAB, bedrijven, jongeren, … Steunpunt Onderwijs PCBO, zorgopleidingen, Provincie Limburg, POM Limburg (Platform Zorglandschap Limburg) Voka Limburg Dienst Economie RTC Limburg Werkgevers, leerkrachten, VDAB, GTB, … Houthalen-Helchteren Beringen, Heusden-Zolder
Steunpunt Onderwijs Centra Leren en Werken, Syntra, CLB’s, VDAB, Limburgse POT, voortraject- en brugpromotoren, … Platform Noord-Limburg Gemeentebesturen, Focus Noord, Kenniscentrum Industrie-Ondewijs
Kruisverband
Limburg
Limburg
20132014
Limburg
Limburg
Limburg
20142017
Mijngemeenten: Midden- en WestLimburg
Sociale economie (1.3)
20142019
Limburg
Gelijke onderwijskansen (1.3)
20142019
Noord-Limburg
STEM (1.3)
Domein
Ambitie
Ondernemerschap
Actie organisatie van minstens één actie per jaar i.s.m. de vijf ondernemersclubs in de regio Will’s Kracht: zowel algemeen als op vraag vormingstrajecten rond 6 algemene attitudes ontwikkelen en implementeren, met aandacht voor de dagelijkse schoolpraktijk en de link naar de arbeidsmarkt via stage. Ombouw van de Uitdaging tot expertisecentrum ervaringsleren De Vlajo Droomfabriek: stimuleren van ondernemingszin bij kinderen van het basisonderwijs m.b.v. droomcoachen SkillsLab: meer ondernemerschapsskills bij laatstejaarsstudenten, in vorm van een student battle Jeugdwerkplan: Alle werkzoekenden onder 25 jaar die recent werkloos zijn geworden zo snel mogelijk activeren en maximaal laten doorstromen naar duurzame tewerkstelling in NEC. Aanpak bestaat uit 5 componenten: informeren, automatische matching, bemiddelingstraject, evalueren en begeleidingstraject Realisatie van ondernemersacademie voor jongeren, ondersteuning van mini-ondernemingen, prikkelen en stimuleren van ondernemerschap bij laatstejaarstudenten, uitbouw ondernemersatelier
p.30
Trekker Actoren (KIO), Noord-Limburgse bedrijven, Noord-Limburgse scholen Steunpunt Onderwijs Provincie Limburg, VDAB, RTC Limburg, LOOA, Limburgse scholen, sectororganisaties, bedrijven, …
Timing
Werkingsgebied
Kruisverband
20142018
Limburg
Gemotiveerde jongeren duurzaam tewerkstellen (1.3)
Stad Genk
20142019
Genk en regio rond Genk Limburg
Voka Limburg Hogescholen en universiteiten uit Euregio, kmo’s uit Euregio VDAB Limburg
Jan 2014 – sept 2016
Euregio
20142019
Limburg
Stad Genk Gespecialiseerde partners
20142019
Genk
Vlajo Bedrijven, onderwijs
2. De economische motor voor Limburg Goed opgeleide werknemers kunnen alleen maar renderen in een goed draaiend economisch weefsel. Het zijn de ondernemingen die voor de welvaart van onze provincie zorgen. Het ondernemersklimaat waarin dit gebeurt, moet de ondernemingen en de SALK-speerpuntsectoren zo goed mogelijk ondersteunen.
2.1
Kmo’s en SALK-speerpuntsectoren
Om het weefsel van ondernemingen doelgericht verder te versterken, focust het streekpact op kmo’s. Zowel in België als in Limburg maken kmo’s immers een groot deel uit van de industriële vestigingen. De Belgische kmo’s zijn de meest winstgevende van Europa, met een winstgevendheid die aanzienlijk hoger ligt dan die van de grote Belgische bedrijven. Limburg telt een zeer groot aantal kmo’s, waarvan een aantal grote bedrijven zijn. Veel van deze kmo’s zijn topspelers, zo niet marktleider, in hun specifieke niche.21 Voor de regionale spreiding van deze kmo’s moet rekening worden gehouden met de bestaande en geplande infrastructuur, met de wensen van steden en gemeenten en met de huidige clustering van kmo’s. Een verdere versteviging van het netwerk van Limburgse kmo’s met verankerde beslissingscentra is een noodzaak. Dit aspect komt uitgebreider aan bod in het vierde hoofdstuk.
21
Circa 90% van de industriële vestigingen zijn kmo’s.
Valeria Pulignano en Alan Wild – Gezamenlijk werkprogramma 2009-2010 van de Europese sociale partners. Gezamenlijk onderzoek naar herstructurering in de EU Eindfase – Nationaal Dossier België, 14 oktober 2009.
p.32
Het uitvoeringsplan van het SALK definieert acht speerpuntsectoren waarop de komende jaren prioritair wordt ingezet. Het provinciebestuur volgt de keuzes gemaakt in het operationele uitvoeringsplan, maar gaat nog een stap verder. Het verheft het SALK tot een provinciaal bestuurlijk kompas waarop het reguliere provinciale beleid, de financiële meerjarenplanning, het provinciaal investeringsbudget, de inzet van de beschikbare financiële reserves en de LSM-middelen worden geënt. Het spreekt voor zich dat ook het streekpact deze strategische keuzes onderschrijft.
Ambitie: Limburg wil tegen 2020 een optimaal ondernemersklimaat ontwikkeld hebben voor Limburgse kmo’s. Een klimaat waarin ondernemers minder knelpunten tegenkomen, ze de bestaande knelpunten samen aanpakken en waar starters een goede voedingsbodem vinden voor hun nieuwe onderneming. Innovatie en export zijn belangrijke aandachtspunten in alle ondernemingen en community formation is een vanzelfsprekendheid. De business cases voor de speerpuntsectoren van het SALK zijn voor 90% geïmplementeerd in 2020.
2.2
Gunstig klimaat voor ondernemen
1) Sectoren De ambitie van de provincie Limburg op economisch vlak is bij te dragen tot het creëren en onderhouden van een optimaal en performant ondernemersklimaat. De belangrijkste geïdentificeerde speerpuntsectoren in het SALK zijn de maakindustrie, logistiek en mobiliteit, vrijetijdseconomie en – beleving, energyville, creatieve economie, ICT en digitale media, land-, tuinbouw en fruitteelt, bouw en zorginnovatie, biotech en medtech.
Ambitie: het streekpact onderschrijft integraal de ambitie van het Strategisch Actieplan in het Kwadraat (SALK).
Doelstelling:
De doelstellingen voor de speerpuntsectoren van het SALK zijn in het uitvoeringsplan gedefinieerd. Het streekpact onderschrijft deze en wil haar partners proactief en reactief ondersteunen om deze te behalen.
p.33
2) Ondernemingen Het streekpact wil een bijkomende focus leggen op de belangrijkste bedrijfseconomische troef van de provincie, de kmo’s. Zij vormen de ruggengraat van het “Er zijn 4 belangrijke knelpunten Limburgs economisch weefsel. Om de provincie socioeconomisch te versterken, moet gefocust worden op de voor bedrijven: de hoge loonkost, verdere verbetering en de versterking van dit het vergunningenbeleid, de hoge ondernemingstype. energiekost en de Limburgse
infrastructuur.” Voor de bestaande kmo’s moeten de belangrijkste knelpunten weggewerkt worden. Dit zijn de administratieve mallemolen, de loonkost, de energiekost, het vinden van de juiste mensen, het aanboren van onbenut talent, het intern opleiden van medewerkers en de financiering van investeringen. Deze immense opdracht kan Limburg niet verwezenlijken zonder de hogere overheden. Het is dan ook van belang dat de verschillende Limburgse actoren samenwerken om gezamenlijke standpunten in te nemen en zo met één stem het beleid te sturen.
Ambitie: een ondernemersklimaat waarin ondernemers beduidend minder tijd besteden aan het wegwerken van substantiële en langdurige knelpunten dan aan ondernemen zelf.
Doelstellingen: -
-
Creatie van draagvlak voor gezamenlijke Limburgse standpunten rond specifieke knelpunten, minimaal rond drie belangrijke knelpunten, bijvoorbeeld: Vergemakkelijken van het verkrijgen van externe financiering voor investeringen. Verminderen van de doorlooptijd voor vergunningen. Een kwaliteitsvol ondernemersloket in verschillende gemeenten oprichten en/of versterken. Andere manieren van geldinzameling stimuleren, b.v. crowdfunding.
Een bijkomend aandachtspunt voor Limburgse kmo’s is de opvolgingsproblematiek. Ieder Limburgs bedrijf dat aan een (buitenlands) bedrijf verkocht wordt, is er eentje te veel. Hierdoor wordt het beslissingscentrum naar het buitenland verplaatst en vergroot het risico op een daling van de toegevoegde waarde voor Limburg.
Ambitie: Limburgse bedrijven meer aandacht laten besteden aan en vaker laten kiezen voor Limburgse opvolging.
Doelstellingen:
Daling van aantal Limburgse bedrijven dat aan buitenlanders wordt verkocht.
p.34
Verhoging van aantal Limburgse bedrijven dat Limburgse opvolging voorziet, door middel van onder andere begeleiding, ondersteuning en advies.
Bestaande kmo’s moeten ook meer ondersteund en aangemoedigd worden om in te zetten op export en innovatie, om zo meer toegevoegde waarde te creëren. Toegevoegde waarde is meer dan financiële waarde en heeft zijn weerslag op alle onderdelen van een bedrijf. Deze focus op innovatie en export wordt naar voren geschoven in alle strategische documenten. Het is echter geen makkelijke opdracht. Innovatie versterkt de kenniseconomie en is een belangrijke factor voor de productiviteit en het concurrentievermogen van bedrijven. Innovatie mag echter niet louter gezien worden als het perfectioneren van nieuwe uitvindingen. Het hele proces, van concept over ontwikkeling en commercialisering tot lancering van het nieuwe product, moet op een innovatieve manier worden aangepakt. Wanneer we spreken over innovatie, speelt ook het intellectuele eigendom een belangrijke rol om het hele proces tot een goed einde te brengen. Onderzoek wijst uit dat het octrooieren van innovaties een positief effect heeft op de winstgevendheid van kmo’s. Het laat hen toe meer omzet te genereren uit nieuwe producten of diensten, en daardoor aanzienlijk grotere winstmarges te realiseren.22 Een octrooi geeft de houder ook meer bescherming om zonder moeilijkheden partnerships aan te gaan. Community formation is immers ook een belangrijke factor in het innovatieproces, zowel binnen een discipline en sector als domeinoverschrijdend.
Ambitie: Limburg als innovatieve regio, zowel wat betreft processen, concepten, ontwikkelingen als commercialiseren. Dit komt onder andere tot uiting in een stijgend aantal patent- en octrooiaanvragen.
Doelstellingen: -
Meer kmo’s die openstaan voor samenwerking en innovatieve bedrijfsmodellen. 3 % meer patentvragen, minstens evenveel per inwoner als Vlaanderen. 10 % meer bedrijven die beroep doen op het Innovatiecentrum Limburg. Minimaal evenveel Limburgse deelnemers aan Vlaamse ‘Ikinnoveer’ in vergelijking met overige Vlaamse provincies
Daarnaast voelen bedrijven die concurrenten in de buurt hebben meer de noodzaak om ook in te zetten op onderzoek en innovatie. Bovendien streven bedrijven door clustervorming naar het bereiken van een ‘kritische massa’.23 Dit leidt tot een cirkelvormige versterking en past binnen de economische pijler ‘Fabriek van de toekomst’ van het Vlaamse Nieuw Industrieel Beleid. Netwerken en contacten 22
Petra Andries (ECOOM KULeuven) & professor Dries Faems (Rijksuniversiteit Groningen) - onderzoek aan het Expertisecentrum O&O Monitoring (ECOOM) van de KULeuven en aan de Rijksuniversiteit Groningen, gepubliceerd in ‘Journal of Product Innovation Management’. 23 Econopolis, Onderzoeksproject ‘Kennisclusters West-Vlaanderen’, eindrapport, januari 2012.
p.35
met toeleveranciers en een stevigere inbedding in lokale, provinciale, Euregionale en internationale kennisnetwerken versterken eveneens clustervorming. Disseminatie van de ervaringen van ondernemers naar andere ondernemers is essentieel in deze. Welke subsidies zijn beschikbaar? Welke do’s en dont’s hebben anderen geleerd? Hoe kan je praktisch innovatie stimuleren? Dat zijn allemaal vragen waarbij collega-ondernemers elkaar kunnen helpen. Het enorme potentieel dat de centrale ligging “De slaagkansen van jonge starters van Limburg binnen de Euregio met zich meebrengt (40 moeten structureel verbeterd miljoen mensen in een straal van 2 uur rijden) creëert worden.” hierbij nog een grote bijkomende meerwaarde. Het Innovatiecentrum Limburg kan hen hierin ondersteunen. Samenwerking met diverse gerenommeerde kennisinstellingen binnen en buiten Limburg en met partners uit de Euregio en ELAt is onontbeerlijk.24
Ambitie: Limburg als dé voorbeeldregio voor community formation en de positieve invloed ervan op economisch vlak. pantent- en octrooiaanvragen. Doelstelling: -
Organisatie van minstens één overleg per jaar met partners per sector, sectoroverschrijdend, Limburgs, Euregionaal en internationaal.
Limburgse ondernemingen moeten ook open staan voor internationalisatie. Dat verbetert de performantie, competitiviteit en groei van bedrijven, dus ook van kmo’s. Het grootste deel van onze huidige export is momenteel bestemd voor onze buurlanden. Verre export, buiten Europa, met een focus op groeilanden, vormt een grote opportuniteit. Via sensibilisering, het proactief aanreiken van opportuniteiten, informatiedeling en samenwerking kan dit gevaloriseerd worden. Dit geldt zowel voor bedrijven die nog niet exporteren, als voor bedrijven die al exporteren. Deze laatste groep kan inzetten op verdere export en een bredere diversificatie in exportlanden.
Ambitie: een strategisch exportbeleid in alle Limburgse ondernemingen integreren, waardoor alle mogelijke diversificaties geoptimaliseerd worden. pantent- en octrooiaanvragen.
24
Eindhoven-Leuven-Aachen-triangle. ELAt is een grensoverschrijdend netwerk dat de kennisregio’s Eindhoven, Leuven en Aken met elkaar verbindt tot een Europese technologische topregio. ELAt wil de kenniseconomie via grensoverschrijdende en interregionale samenwerking stimuleren en is een voorbeeld van hoe deze in Europa kan worden uitgebouwd.
p.36
Doelstellingen: -
Clustervorming van bedrijven, met focus op kmo’s, om export te promoten, multidisciplinaire samenwerking. Meer groeiende bedrijven, door de stap te zetten naar internationale doorstart. Kmo’s ondersteunen in problematieken bij grensoverschrijdend ondernemen. Verhoogde exportgerichtheid van de top 500 bedrijven in Limburg van 47% (2011) tot 50%, zowel binnen als buiten Europa (afhankelijk van bedrijf).
Studies tonen aan dat Limburg minder starters noteert in vergelijking met de andere provincies in Vlaanderen. We moeten vermijden dat Limburgers met een veelbelovend project de provincie verlaten. Limburgers die in hun eigen provincie starten, zijn immers meer geneigd om ook binnen Limburg te blijven opereren en hebben hun beslissingscentrum in Limburg. Starters leveren bovendien een belangrijke bijdrage aan clustervorming en aan het versterken van het concurrentievermogen van andere Limburgse bedrijven.
Ambitie: stijging van het aantal Limburgse starters.
Doelstellingen: -
Aantal starters verhoudingsgewijs minimaal gelijk brengen met aantal in overige Vlaamse provincies in 2019. Verhoging van het aanbod aan flexibele bedrijfsruimte, in bedrijvencentra en doorgangsgebouwen, verspreid over middelgrote Limburgse steden en gemeenten. Acquisitie: Stijging van aantal buitenlandse investeringsprojecten in verhouding tot de Vlaamse stijging.
Omwille van de focus op bestaande en nieuwe kmo’s in Limburg, werd in het voorgaande bewust weinig tot geen aandacht besteed aan acquisitie. Deze activiteit komt immers expliciet in het SALK aan bod.
p.37
2.3
Actie!
Domein
Ambitie
Actie
Kmo’s
Wegwerken knelpunten
Groepsaankoop Groene Energie en Gas voor bedrijven
Innovatie
Trekker Actoren POM Limburg Samen met POM Antwerpen en POM West-Vlaanderen
Timing
Werkingsgebied
Kruisverband
2014
Limburg, Antwerpen en West-Vlaanderen
Duurzame energieproductie (3.3)
Identificatie van de kwetsbaarheid van de SALKspeerpuntsectoren t.o.v. de bevoorradingsonzekerheid en stijgende prijzen o.b.v. kwetsbaarheidstoets Uitwerking van een instrument om de kwetsbaarheid van subsectoren in metaalsector in Limburg tegen achtergrond van wereldwijde maatschappelijke uitdagingen in kaart te brengen Concurrentietool Logistiek: potentiële investeerders overtuigen om logistieke activiteiten in Limburg te behouden of te transfereren naar hier. Plaats loonkostenhandicap tov grote voordelen van Limburg
ABVV Onderzoeksinstellingen en stakeholders, sociale partners
20142017
Limburg
ABVV Onderzoeksinstellingen en stakeholders, sociale partners
20142017
Limburg
Voka Limburg Logistiek Platform Limburg, POM, FIT, AO, Innovatiecentrum, VIL, VIM, UHasselt, NMBS, De Scheepvaart, LRM, provincie, gemeenten, projectontwikkelaars, …
20142015
Limburg
Cleantech opleiding voor bedrijfsleiders en hogere kaders van kmo’s: ze erkennen de nood voor cleantech, maar missen het praktisch inzicht hoe deze transitie aan te pakken. Sociaal innoveren in de bouwsector: kmo’s ondersteunen bij bepaling visie, missie, strategie, bedrijfsprocessen, leiding geven en motiveren van personeel Expertisecentrum zorg en wonen: ondersteuning van innovatie in de zorgeconomie en bijdrage aan effectieve valorisatie
TIKB-Transit/Het Vervolg Houthalen-Helchteren
20142019
HouthalenHelchteren
Confederatie Bouw Limburg Limburgse kmo’s in bouwsector
20142015 – uitbreidin g mogelijk 20142019
Limburg
Limburg/Vlaander en
Innovatieve woonzorg (4.3)
20142019
Limburg
Community formation (2.3)
Stimuleren en begeleiden van innovatie bij Limburgse bedrijven om hun innovatiekracht te verhogen: verkennende gesprekken,
p.38
Hogeschool PXL UHasselt, toegankelijkheidsbureaus, iMinds, ondernemers, POM Limburg (Platform Zorglandschap Limburg) Innovatiecentrum Limburg Limburgse bedrijven, Vlaams Innovatie Netwerk, IWT, Vlaamse overheid,
Domein
Ambitie
Export
Innovatie en export
Actie vervolgafspraken, uitgebreide adviezen, partnermatchings met kennisinstellingen, innovatieplannen definiëren, opstellen van subsidiedossiers en organisatie van seminaries rond verschillende aspecten van innovatie Begeleidingstrajecten ‘internationalisatie’ en ‘verre export’ van Limburgse kmo’s: met focus op prioritaire sectoren van het SALK
FIT: ondersteunen van kmo’s in het kader van internationaal ondernemen: (financiële) ondersteuning, advies op maat, begeleiding Bootcamp starters Limburg: meer ondernemerschap, ambitie en internationalisatie faciliteren bij starters die tussen 1 en 5 jaar bezig zijn
In samenwerking met buurlanden bedrijfsfondsen en begeleiding opzetten zodat ondernemingen nieuwe producten en diensten met een open en innovatief karakter ontwikkelen, in partnerships en over de grenzen heen, om zo de belangrijke strategische ligging van Limburg te valoriseren – voor Belgisch Limburg: focus op sterke kmo’s met internationaal potentieel Community formation
Begeleidingstraject ‘groei voor Limburgse kmo’s’: Raad der Wijzen, begeleidings-traject, voortgang actieplan, opvolging Bouwen aan een toekomst zonder zorgen: verhoogde samenhang tussen verschillende actoren actief binnen zorgsector
Navigator tussen Limburgse kmo’s en kennisinstellingen: samenwerking tussen beide
p.39
Trekker Actoren Limburgse economische stakeholders, …
Timing
Werkingsgebied
Kruisverband
VOKA Limburg FIT, Gemengde Kamers, Innovatiecentrum Limburg, UHasselt, sectororganisaties, … ervaren ondernemers FIT Plaatselijke Limburgse actoren
20142015
Limburg
20142019
Limburg/Vlaander en
Voka Limburg LRM, FIT, Flanders DV, Innovatiecentrum, Finmix, Business Angels Network Vlaanderen, jonge bedrijven, … Innovatiecentrum Limburg Interreg, EC-Horizon 2020, Efro, Hermes, … BOM, LIOF, Syntens, Agit, … Provincie Limburg, andere provinciebesturen, onderzoeks- en kennisinstellingen, economische overheidsorganisaties en beleidsinstanties, IWT, FIT, Agentschap Ondernemen, LRM, POM, … VOKA Limburg Innovatiecentrum Limburg, LRM, kennisinstellingen, Voka Gazellen, …. VOKA Limburg Confederatie Bouw, onderwijsinstellingen, VDAB, Construction Academy, LRM, POM Limburg, zorgactoren Innovatiecentrum Limburg
20142016
Limburg
20142019
Limburg en Euregio
20142016
Limburg
20142017
Limburg, maar extrapoleerbaar
Innovatieve woonzorg (4.3)
20142019
Limburg
Innovatie (2.3)
Domein
Ambitie
Actie verhogen door gerichte inhoudelijke netwerkactiviteiten, individuele matchings en het voeren van promotie.
Starters
Uitbouw van netwerken/contacten met toeleveranciers van Noord-Limburgse bedrijven die wereldwijd gevestigd zijn om hun innovatieinstrumentarium te verbreden. Inbedding in internationale en Euregionale kennisnetwerken. Tot stand laten komen van clusters en consortia van bedrijven, van nihil tot operationele eigenheid, om kans te geven aan ontstaan van belangrijke nieuwe economische activiteiten: bedrijven met sterke operationele en winstgevende structuur, die bereidt zijn om samen te werken, met gemeenschappelijke opportuniteiten en via externe begeleiding. AppDotVlaanderen (werktitel): ondersteuning van de groeiende niche van app-development in ICT. Kennis, steunpunt, actief netwerk, …
Centrum ondernemen: studenten studiepunten laten verwerven door ondernemer te worden, als deel van curriculum C-mine crib: startende en jonge bedrijven ondersteunen bij opstart en doorgroei door aanbieden van gespecialiseerde begeleiding en coaching en huisvestingsmogelijkheden (diverse formules) Onderzoek naar de mogelijkheden om samenwerkingsverbanden tussen dienstverlenende kmo’s in Maastricht en Hasselt te stimuleren om de as Hasselt-Maastricht te versterken In kaart brengen van huidig aanbod en (toekomstige) noden van het Limburgse aanbod aan
p.40
Trekker Actoren Kennisinstellingen, ihb. UHasselt, PXL, KHLim; onderzoeksinstellingen, ihb. Flanders Drive, CeDuBo, VIM, PC Fruit, …; IWT, Agentschap Ondernemen, POM, LSM; werkgeversorganisaties en beroepsfederaties Platform en burgemeestersoverleg Noord-Limburg
Timing
Werkingsgebied
Kruisverband
20142019
Noord-Limburg
Innovatie (2.3)
Innovatiecentrum Limburg Limburgse bedrijven, Agentschap Ondernemen, FIT, LRM, … Juridische, fiscale en andere consultants
20142019
Limburg
Innovatie (2.3)
PXL Hogeschool Gent, Erasmus Hogeschool Brussel, Agoria, (toekomstige) ondernemers die nieuwe apps op markt willen brengen PXL Unizo-Limburg, VOKA Limburg, VKWLimburg, SOFIM, UHasselt, LRM, iMinds, … C-mine crib Overheid, kennisinstellingen, organisaties
Start septembe r 2014
Limburg/Vlaander en
Officenter
20142019
Midden-Limburg, Maasland en Euregio
Officenter
20142019
Limburg
Limburg
Genk, met uitbreiding Limburg en Euregio
Afstemmen AMonderwijs: ondernemerschap (1.3)
Domein
Speerpuntsectoren SALK
25
Ambitie
Actie businesscenters (infrastructuur en dienstenpakket) voor zelfstandige beroepen, groeiende kmo’s en satellietkantoren Verbetering van het Limburgse aanbod aan businesscenters (infrastructuur en dienstenpakket) voor zelfstandige beroepen, groeiende kmo’s en satellietkantoren Ondersteuning van startende en jonge bedrijven rond thema ‘Smart Energy’ bij hun opstart en doorgroei in de IncubaThor Zie SALK-uitvoeringsplan25
Taskforce Limburg, Strategisch Actieplan Limburg in het Kwadraat – uitvoeringsplan, 16-07- 2013.
p.41
Trekker Actoren
Timing
Werkingsgebied
Officenter
20142019
Limburg
Stad Genk KULeuven, LRM
20142019
Genk en regio rond Genk
Kruisverband
p.43
3. Ruimte voor Limburg Om Limburg socio-economisch te ontwikkelen moet er ook aandacht besteed worden aan de schaarse Limburgse ruimte en hoe die verstandig gebruikt kan worden in de komende jaren. Belangrijk daarin is het gebruik van de bedrijfsruimte en de bijhorende mobiliteit van personen en goederen. Daarnaast draagt ook de aandacht voor energieproductie en –consumptie bij tot een sterk socio-economisch verhaal.
3.1
Efficiëntie
De focus in dit onderdeel ligt op efficiëntie. Die efficiënte heeft in de eerste plaats betrekking op de ruimte in Limburg. Die moet in al haar aspecten goed gebruikt worden. Dat geldt zowel voor de bedrijfsruimte, de vervoersruimte voor personen en goederen als voor de leefruimte. Daarnaast heeft deze doeltreffendheid betrekking op de energieproductie en het energiegebruik. Die moeten respectievelijk duurzaam en spaarzaam gebeuren.
p.44
Limburg is onvoldoende ontsloten, zowel voor personen als voor goederentransport.
Ambitie: Limburg ambieert het doelmatig en duurzaam gebruik en inrichting van de bestaande bedrijventerreinen die voldoende aantrekkelijk zijn voor binnen- en buitenlandse investeerders. Bovendien is de uitbouw van een duurzaam, multimodaal verkeers- en vervoersmodel voor personen en goederen essentieel. Daarnaast moet de provincie een duurzame energieproductie en –consumptie vooropstellen en streven naar een doeltreffende en duurzame benutting van de beschikbare ruimte. investeerders. pantent- en octrooiaanvragen.
3.2
Duurzaam ruimtegebruik
1) Ruimte en mobiliteit Een goede invulling van de economische ruimte bepaalt voor een groot stuk de aantrekkelijkheid voor ondernemingen van een regio. Limburg heeft heel wat bedrijventerreinen. Die voorraad moet in de eerste plaats beter gebruikt worden. In samenwerking met gemeentebesturen, LRM en private partners coördineert POM Limburg de reactivering van onbenutte terreinen en het optimale gebruik van bestaande bedrijfspercelen in Limburg. Daarnaast moet bekeken worden welke uitbreidingsmogelijkheden er zijn voor bestaande bedrijventerreinen die kampen met plaatsgebrek. Hiervoor moeten in overleg met de bevoegde instanties de nodige ruimtelijke voorwaarden vervuld worden. Om bedrijven aan te trekken moeten de aanwezige bedrijventerreinen kwaliteitsvol en duurzaam ingericht worden. De terreinen zijn kwaliteitsvol als ze voldoen aan de verwachtingen van de aan te trekken bedrijven (vooral kmo’s) inzake riolering, glasvezelkabel, ontsluiting, aanwezigheid van natuurlijke elementen en voorzieningen voor werkgevers,… . Eco-efficiënte bedrijventerreinen worden gekenmerkt door een vlotte uitwisseling van energie, materialen en water, het gezamenlijk gebruik van nutsvoorzieningen en bedrijfsfuncties, gemeenschappelijk vervoer van goederen en personen, de collectieve inzameling en afvoer van afvalstoffen en intensief gebruik van de ruimte. Deze ecoefficiëntie betekent winst voor het milieu (minder energie, minder water, minder materiaal) en winst voor de bedrijven die op het terrein gelegen zijn (minder kosten, grotere competitief en positief imago).
Ambitie: doelmatig en duurzaam gebruik en inrichting van de bestaande en nieuwe bedrijventerreinen die voldoende aantrekkelijk zijn voor binnen- en buitenlandse investeerders. pantent- en octrooiaanvragen.
p.45
Doelstellingen: Onbenutte bedrijventerreinen in Limburg activeren. Bestaande (oude en vervuilde) bedrijventerreinen aanpassen waardoor deze terreinen attractief blijven als vestigingslocatie, zowel voor de aanwezige als voor nieuwe ondernemingen, met een focus op kmo’s. Onderzoek voeren naar de uitbreidingsmogelijkheden voor bedrijventerreinen die met plaatsgebrek kampen. Bestaande en nieuwe bedrijfsgebouwen en –terreinen kwaliteitsvol en duurzaam (eco-efficiënt) inrichten zodat ze een aantrekkelijke vestigingsomgeving vormen Goed ontsloten bedrijfsgebouwen en –terreinen via weg, spoor, water en via glasvezelkabel. Vlotte uitwisseling van energie, materialen en water tussen bedrijfsgebouwen. Gezamenlijk gebruik van nutsvoorzieningen en bedrijfsfuncties op de bedrijventerreinen. Gemeenschappelijk vervoer van personen via bus, carpool, tram naar en op de bedrijventerreinen. Collectieve inzameling en afvoer van afvalstoffen op de bedrijventerreinen.
Daarnaast bepalen de mobiliteitsvoorzieningen de attractiviteit van een regio op economisch vlak. Bedrijfsterreinen die slecht bereikbaar zijn voor goederen en personen, zijn immers onbruikbaar. Zeker in Limburg en de grotere Euregio is die mobiliteit een belangrijk thema, omdat het gebied een draaischijf en gateway is naar de Europese consument. Diverse instellingen hebben de nodige expertise ontwikkeld om van de streek een duurzame logistieke speler te maken. Het principe van de modal shift kan hierin, waar toepasbaar, een rol spelen. De mogelijkheden van die modal shift zijn bekend. De noodzaak ligt in het sensibiliseren van de bedrijven rond dit thema. Ook de steden en gemeenten moeten nadenken over duurzame goederenstromen. In het kader van stedelijke distributie, en het PIEK 2-project van de Vlaamse Overheid, is het systeem van City Depot een goed voorbeeld.26 Een dergelijke manier van goederendistributie draagt bij tot een leefbare stad (vermindering van de CO₂-uitstoot, verkeerscongestie en geluidsoverlast van vrachtwagens). Bovendien daalt de leveringskost en zorgt deze manier van goederenvervoer voor extra (sociale) tewerkstelling. Er zijn dus ook economische voordelen aan verbonden. Goede mobiliteit leidt er ook toe dat een regio werknemers kan aantrekken. Mensen willen snel en comfortabel naar hun werk reizen. Daarnaast draagt een goede mobiliteit ook bij tot verhoogde cultuur- en sportparticipatie of bevordert het de toeristische aantrekkelijkheid van de regio (zie hoofdstuk vier). In Vlaanderen domineert de auto het straatbeeld, met file- en parkeerproblemen en een stijgende CO₂-uitstoot als onaangenaam gevolg. Daarom kiest Limburg voor het woonwerkverkeer dat efficiënter en duurzamer moet worden (STOP-principe).27 Een belangrijk accent ligt op het gebruik van de fiets en het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk dat door de provincie werd uitgetekend. Daarnaast heeft de provincie nood aan een fijnmazige openbaar vervoersnetwerk
26 27
http://www.flanderslogistics.be/piek2/ Zoveel mogelijk Stappen, Trappen (fiets), het Openbaar en collectief vervoer gebruiken, en daarna pas de Personenwagen inzetten.
p.46
(Spartacusplan en NMBS-vervoersplan) en autodelen (carpoolen, Cambio, Autopia).28 Belangrijk in dit geïntegreerd mobiliteitsverhaal is een (boven)regionale aanpak. Mobiliteit ontwikkelen kan enkel indien het (eu)regionaal bekeken wordt.29
Ambitie: uitbouw van een duurzaam, multimodaal verkeers- en vervoersmodel voor personen en goederen in Limburg.
Doelstellingen:
Duurzaam en efficiënt goederenverkeer bij bedrijven en gemeenten stimuleren Vervangen van een deel van het vervoer over de weg door vervoer per spoor en per schip (modal shift), behalve in Zuid-Limburg. Onderzoeken van de mogelijkheden voor duurzaam goederenvervoer in Zuid-Limburg. Realisatie van de IJzeren Rijn en de aan-/aftakking van Midden-Limburg. Bewerkstellingen van de heractivering van de verbinding Lanaken (Railport) – Bilzen – Hasselt voor goederenvervoer (Spoorlijn 20). Toepassen van het principe van CityDepot, of een vergelijkbaar systeem, voor goederenvervoer in de steden en gemeenten.
Duurzaam en efficiënt personenverkeer stimuleren. Stijging van het aandeel van de fiets in het Limburgse woon-werkverkeer met 20% tegen 2020. Stijging van het aandeel van het openbaar vervoer in het Limburgse woon-werkverkeer met 20% tegen 2020. Bereikbaar maken van het Maasland via sneltram en –bus tegen 2020. Bereikbaar maken van Noord-Limburg via trein (lijn Hamont-Weert), sneltram en –bus tegen 2020. Realisatie van een snelle rechtstreekse verbinding naar Antwerpen om het uur. Bekomen van een snelle en klokvaste verbinding naar Brussel iedere 30 minuten (minstens in de ruime spitsuren).
28
Het Investeringsplan voor de periode 2013-2025 en het ontwerp van Vervoersplan van de NMBS (najaar 2013) werden negatief beoordeeld door de Limburgse Sociale Partners en de POM Limburg. De plannen zetten de provincie achteruit in plaats van oplos singen aan te bieden voor een beter goederen- en personenvervoer. De Sociale Partners stelden daarom een tienpuntenplan op dat Limburg de mobiliteit moet geven die het verdient. Deze tien punten werden in de hier opgesomde doelstellingen opgenomen. Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM) Limburg steunt sociale partners in vraag om NMBS-plannen aan te passen, Persbericht POM Limburg, 11-12-2013. 29 Hierrond heeft de provincie Limburg in opdracht van het IMOB een onderzoek laten doen. Hierin wordt onder meer gekeken naar de evolutie van het fietsbezit en -gebruik in Vlaanderen en Limburg; de invloed van motief, gender en beroepsactiviteiten op het fietsgebruik en naar de voordelen van het functioneel fietsen op vlak van gezondheid, milieu en gezinsbudget. Een kaart van het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk (toestand 2011) is te vinden op de website van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken van de Vlaamse Overheid.
p.47
Verkrijgen van een vlotte en snellere verbinding naar de andere kant van het land (Gent/Brugge/kust). Bekomen van garanties m.b.t. het op dubbel spoor brengen/elektrificatie van de lijnen Hasselt-Mol (lijn 15), Mol-Hamont (lijn 19) en Hasselt-Sint-Truiden (lijn 21). Bewerkstellingen van volwaardige aandelen in de spoorbudgetten van de NMBS, voor de modernisatie van de Limburgse treinstations, van de werkplaatsen in Genk en Hasselt en van het rijdend materieel op de Limburgse spoorwegen. Beter bereikbaar maken van de bestaande bedrijventerreinen via openbaar vervoer.
Bewerkstelligen van de uitvoering van de prioritaire mobiliteitsdossiers met betrekking tot het autoverkeer die zorgen voor een betere ontsluiting van Limburg. Concreet gaat het om volgende dossiers: N74 – Noord-Zuid Voorlopige maatregelen doortocht Houthalen-Helchteren N71 –Neerpelt N73 – Beringen/Tessenderlo N76 – Bree-Genk N78 en E314 – ontsluiting oude bunders Maasmechelen Noord-Oostomleiding – Tongeren Zuid-Oostomleiding – Tongeren E313-314 verbreding Aansluiting E40 – Sint-Truiden Ontsluiting IKEA Ontsluiting nieuwe gevangenis – Leopoldsburg
2) Leefmilieu Het klimaat vormt een hefboom voor economische, ecologische en sociale ontwikkeling. De Limburgers, de lokale besturen en het sociale middenveld hebben hun rol te spelen in het Limburgse klimaatbeleid. Een belangrijk richtsnoer hierin is ‘Totaal Actieplan CO₂’ (TACO2) waarmee de provincie CO₂-neutraliteit nastreeft tegen 2020. In het streekpact ligt de focus op de productie en het gebruik van energie, zowel bij huishoudens, organisaties (verenigingen, enz.) als lokale overheden. Een duurzame energievoorziening is niet enkel goed voor ons klimaat, maar ook voor de Limburgse economie en de concurrentiepositie van de regio. Zo ontstaat nieuwe innovatieve bedrijvigheid rond hernieuwbare energie en krijgt de tewerkstelling een boost (jobs in de bouw, Cleantech, enz.). Spaarzaam gebruik zorgt er voor dat de energiefactuur daalt. Dat geeft de consument meer financiële ademruimte en kan bijdragen tot het wegwerken van het energiearmoedeprobleem waarmee de provincie steeds meer kampt. Duurzame energieproductie moet verschillende paden bewandelen. Zowel biomassa als wind- en zonne-energie kunnen een rol spelen. Belangrijk daarbij is de inbreng van de buurtbewoners. Hen tijdig betrekken in het beslissingsproces voorkomt onnodig lange procedures.
p.48
Ambitie: stimuleren van duurzame energieproductie en –consumptie bij ondernemingen, lokale besturen en particulieren. pantent- en octrooiaanvragen.
Doelstellingen:
Rationeel energiegebruik stimuleren. Daling van het bruto finaal energieverbruik met 15 %. Daling van het aantal huishoudens met een budgetmeter en/of vermogensbegrenzer. Duurzame energieproductie stimuleren. Stijging van het aandeel hernieuwbare energie (biomassa, zonne-energie en windenergie) in het bruto finaal energieverbruik naar 13%.
3) Verstedelijken Limburg moet zoals de rest van Vlaanderen zuinig omspringen met de oppervlakte die ze ter beschikking heeft (ViA 2020, ‘Ruimte voor morgen’). De focus moet liggen op duurzame benutting. De huidige structuurplannen van Vlaanderen en Limburg willen de open ruimte vrijwaren tegen verdere verstedelijking. Dit kan door de stedelijke structuur te versterken (verdichting) en het buitengebied te vrijwaren. Kern van het toekomstige ruimtebeleid is de focus op een polycentrisch netwerk van functionele stedelijke regio’s. Hierin is er plaats voor stedelijke kernen, suburbane zones en platteland, elk met hun eigen functie. Nieuwe voorzieningen moeten zich concentreren in de steden. De open en groene ruimte, een troef voor Limburg, moet voldoende beschermd worden. Limburg bestaat uit een aantal streken die elk hun eigen “Er is een groot verschil in troeven hebben op het vlak van wonen, werken en armoedekenmerken tussen beleving (toerisme en recreatie). Deze potenties moeten landbouw- en stedelijke gebieden.” op elkaar afgestemd worden zodat Limburg zich kan profileren als een stedelijke regio die zich kenmerkt door samenhangende en elkaar aanvullende streken. Die streken hebben eigen stedelijke stadskernen, suburbane zones en plattelandsgebieden met eigen kwaliteiten en potenties.30 De polen binnen die streken en de streken onderling moeten verbonden zijn via een innovatieve en duurzame oplossing op het vlak van mobiliteit. Bovendien zorgt een sterke samenwerking tussen de deelgebieden ervoor dat Limburg een aantrekkelijke woon-, verblijfs- en investeringsomgeving vormt. Ook op het vlak van ruimtelijke ordening zullen lokale besturen dus moeten samenwerken. Mogelijke knelpunten in het Limburgse
30
De Vlaamse regering heeft op 6 december 2013 het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Afbakening regionaalstedelijk gebied Hasselt – Genk’ voorlopig vastgesteld. Tussen 20 december 2013 tot en met 17 februari 2014 werd een openbaar onderzoek georganiseerd. Het RUP heeft betrekking op delen van het grondgebied van de gemeenten Bilzen, Diepenbeek, Genk, Hasselt, Houthalen - Helchteren, Zonhoven, Zutendaal.
p.49
RO-beleid zijn de zonevreemdheid, de talrijke natuurrichtlijnen en boscompensatiemaatregelen. Hierin zijn overleg met Vlaanderen en de nodige pragmatiek van belang. Daarnaast moet Limburg bijdragen tot het ruimtelijke evenwicht in de grotere regio waartoe het behoort. De provincie mag geen eiland vormen in de Euregio. Dit groter geheel biedt heel wat mogelijkheden waarvan Limburg gebruik moet maken. Denk maar aan de kenniscentra van Eindhoven, Leuven en Aken of de naburige universiteiten; de bedrijvigheid rond de Antwerpse haven of in het Ruhrgebied; de cultureel-historische band met Luik of Nederlands Limburg; grotere mobiliteitsontwikkelingen; enz. . Hiermee moet de provincie rekening houden in haar ruimtelijke ontwikkeling.31
Ambitie: de beschikbare Limburgse ruimte doeltreffend en duurzaam benutten.
Doelstellingen:
Versterking van de kernen met functies voor wonen, diensten en economische ontwikkeling (inbreiding). Vrijwaring van de Limburgse open ruimte. Streekpotenties en -troeven op elkaar afstemmen zodat Limburg zich kan profileren als een kwaliteitsvolle regio. Afstemmen van het Limburgse ruimtegebruik op Vlaanderen en de Euregio.
31
De Benelux-delta is het sterk verstedelijkt grensoverschrijdend gebied rond de monding van Schelde, Rijn en Maas. Buiten de Benelux delta is ook het Ruhrgebied een stedelijk netwerk van internationaal niveau. Provincie Limburg, Knelpunten van de Limburgse bedrijventerreinen, ruimtelijk structuurplan provincie Limburg, gecoördineerde versie, 2012.
p.50
3.3
Actie!
Domein
Ambitie
Actie
Ruimte
Activering bedrijventerreinen
Verder ontwikkelen van het informatieportaal ‘www.the-locator.eu’ (monitoring van bedrijventerreinen, vrije percelen en beschikbaar vastgoed in de provincie Limburg, en bij uitbreiding in de Euregio) Het uitvoeren van een drietal revitaliseringsstudies voor bedrijventerreinen in Limburg Reactiveren van 246 ha onbenutte bedrijfspercelen over een periode van drie jaar
Uitbreiding bedrijventerreinen
De bestaande industrieterreinen Genk-Noord, GenkZuid en Zwartberg worden verder ontwikkeld tot duurzame terreinen met ruimte voor innovatieve bedrijven die het economisch weefsel van Genk versterken en die, door de creatie van duurzame arbeidsplaatsen, bijdragen aan de welvaart en het welzijn. De Ford-site krijgt een duurzame herbestemming waarin de opportuniteiten van de site in een innovatief concept gekoppeld worden aan nieuwe economische ontwikkelingen. Uitbreiding van het Opglabbeekse industriegebied hebben met minimum 20 ha in noordelijke richting en met minimum 10 ha in zuidelijke richting Aanleg van een duurzame kmo-zone van 5 ha tussen de Weg naar Zwartberg, de Industrieweg-Noord en grenzend aan de bedrijven die gelegen zijn aan de Industrieweg-Noord
p.51
Trekker Actoren POM Limburg AGIT, provincie Limburg, NL SPIE, Agentschap Ondernemen
Timing
Werkingsgebied
2014
Euregio Maas-Rijn
POM Limburg Gemeentebesturen POM Limburg Eigenaars van onbenutte bedrijvenpercelen, bedrijven die strategische reserves aanhouden, bedrijven op zoek naar percelen, gemeentebesturen Stad Genk
2014
Limburg
2014
Limburg
20142019
Genk Regio
Betrokken overheden, instituties en stad Genk
2014 2019
Genk Regio
Gemeente Opglabbeek RO Vlaanderen
2014 2019
Opglabbeek
Gemeente Opglabbeek RO Vlaanderen, grondeigenaars
2014 2019
Opglabbeek
Kruisverband
Kmo’s (2.3)
Domein
Ambitie
Duurzame bedrijventerre inen
Mobiliteit
Duurzaam goederenvervoer
Actie Haalbaarheidsstudie voor de uitbreiding van het industrieterrein Centrum-Zuid met Hoevereinde en van het industrieterrein Europapark Verbetering van de ontsluiting van bestaande industrieterrein van Opglabbeek, met speciale aandacht voor de zwakke weggebruiker, openbaar bestuur en leefmilieu Studie inzake de optimalisatie van het vrachtwagenparkeren op het industrieterrein Ravenshout
Uitbreiden van het aanbod aan duurzaam gerichte bedrijventerreinen in Noord-Limburg (digitale ontsluiting, klimaatneutraliteit). Verdere uitbouw van het Thor Park tot een technologiepark gebaseerd op een cluster van activiteiten op gebied van R&D, bedrijvigheid, talentontwikkeling en beleving verbonden aan de technologie-parkomgeving. Aanleg van een vrachtwagenparking met dispatchingfunctie op het industrieterrein van Opglabbeek Watertruck (Interreg IVB NWE), een Europees project dat vrachtvervoer over kleine binnenwateren verder wil ontwikkelen en optimaliseren door de introductie van een nieuw navigatieconcept bestaande uit een duwboot en aangepaste kleine duwbakken Impactproject: Sensibiliseren van verladers rond de voordelen van modal shift van wegvervoer naar binnenvaart. Het project omvat enerzijds een algemeen vooronderzoek containerbewegingen van/naar Antwerpen/Rotterdam naar en door beide Limburgen en anderzijds een analyse van het reële potentieel aan modal shift voor 2X5 bedrijven (5 NL, 5BE).
p.52
Trekker Actoren Houthalen-Helchteren POM Limburg
Timing
Werkingsgebied
20142019
HouthalenHelchteren
Gemeente Opglabbeek Agentschap Wegen en Verkeer, vervoersmaatschappij De Lijn
2014 2019
Opglabbeek
POM Limburg Gemeente Gemeente Ham Stad Beringen Politiezone BHT Platform Noord-Limburg, burgemeestersoverleg Noord-Limburg
Nov 2013sept 2014
Industrieter-rein Ravenshout (Ham, Tessenderlo en Beringen) Noord-Limburg
Stad Genk en partners
2014 2019
Genk Regio
Gemeente Opglabbeek Bedrijven op het terrein
20142019
Opglabbeek
VIM nv De Scheepvaart Waterwegen & Zeekanaal nv
2010 2014
Euregio en Vlaanderen
POM Limburg Dinalog KvK NL Limburg Limburgse binnenvaartterminals Bedrijven in of buiten Limburg
Nov 2013sept 2014
Grensregio Vlaanderen Nederland
20142019
Kruisverband
Domein
Ambitie
Duurzaam personenvervoer
Actie Uitwerken van een Masterplan voor een congestieverminderend shuttle-concept dat moet bijdragen tot de oplossing van de congestie op de E313 en tot het optimaliseren van het gebruik van deze autosnelweg door de gezamenlijke Limburgse vrachtvervoerders. Deelname aan het project Piek 2 i.s.m. Vlaamse Overheid rond stedelijke distributie. Het project focust op 2 elementen: (1) stil en duurzaam laden en lossen van goederen in steden en gemeenten tijdens de vroege ochtend en de late avond; (2) betere samenwerking en dialoog over de globale problematiek rond goederenvervoer in steden en gemeenten op touw zetten. Genk zet in op een duurzame, multimodale doorontwikkeling van de stad als logistieke poort met een focus op logistiek met toegevoegde waarde. Er wordt bijzondere aandacht besteed aan toekomstgerichte ontwikkelingen inzake logistiek waarvoor aansluiting gezocht wordt bij de thematische siteontwikkelingen. Elmo@work: '(multimodale) elektrische mobiliteit voor woon-werk- en dienstverplaatsingen'. Met dit project wil het VIM nagaan of elektrische mobiliteit, al dan niet in aanvulling met andere duurzame mobiliteitsvormen (klassiek openbaar vervoer, taxi,…), een volwaardig alternatief kan bieden voor werkgerelateerde verplaatsingen (woonwerk en zakelijk). Hierbij wordt gefocust op elektrische 2- en 3-wielers Lokale besturen, ondernemingen en andere organisaties begeleiden in het uitwerken van een duurzaam en efficiënt mobiliteitsbeleid Uitbouw van een duurzaam personenvervoer naar de hogescholen en naar de technologieregio Eindhoven.
p.53
Trekker Actoren POM Limburg Limburgse transportbedrijven Bedrijven in het Antwerpse havengebied Beheerder parking
Timing
Werkingsgebied
Kruisverband
Nov 2013sept 2014
Verkeersas E313 tussen Antwerpen en Limburg
Stad Genk 52 Vlaamse steden en gemeenten
20142019
Vlaanderen
Stad Genk
20142019
Genk
VIM Pilootbedrijven, kennisinstellingen, aanbieders mobiliteitsdiensten
11/20132/2016
Vlaanderen
Duurzaam energieverbruik (4.3)
Provincie Limburg Dienst Mobiliteit
20142019
Limburg
Bestuurs- en daadkracht
Platform Noord-Limburg Burgemeestersoverleg Noord-Limburg
20142019
Noord-Limburg
Domein
Ambitie
Actie
Trekker Actoren Stad Genk
Timing
Werkingsgebied
2014 2019
Genk
Realisatie van krachtige mobiliteitsverbindingen tussen de diverse sites in de stad. Realisatie van Spartacuslijn 2 ondersteunen.
Stad Genk
Genk
Medewerking aan diverse klimaat - en energieprojecten en actieve participatie in verscheidene netwerken o.a. STEP-UP project, klimaatprojecten van de provincie Limburg, enz. Een fundamentele benadering van ruimte, een denktank en een experimenteel onderzoekstraject met als resultaat een handvest voor stadsregio’s, uitgaande van enkele concrete cases.
Stad Genk EnergyVille, VITO, Infrax, …
2015 2019 2014 2019 20142019
Maasmechelen Haspengouw Hasselt Genk Leopoldsburg Maastricht
Zone Z: de uitbouw van een creatief cultureel kruispunt in het centrum van Hasselt door een herbestemming van de lokalen van het begijnhof die vrijkomen na opening van het nieuwe Z3 Behoud van leefbaarheid van dorpen: centralisatie vs. lokale voorzieningen. Onderzoek naar objectieve criteria, algemene richtlijnen, … om lokale besturen te helpen in deze keuze Herinrichting en versterking van het centrum met het oog op meer handel, wonen en dienstverlening.
Provincie Limburg
Tot voorjaar 2014 voor eigenlijke ateliers; tot najaar 2014 voor publicere n van resultaten 2014: fase van onderzoek
Gemeentebestuur Riemst Andere lokale besturen
20142019
Haspengouw
Bestuurs- en daadkracht
Houthalen-Helchteren AGB Masterplan
20142019
HouthalenHelchteren
Innovatieve woonzorg (4.3)
Genk verbetert haar fietspadeninfrastructuur en ondersteunt de uitbating van het Fietspunt aan het station.
Leefmilieu
Duurzame energieprodu ctie
Verstedelijking
Duurzaam ruimtegebruik
p.54
Stad Genk
Architectuurwijzer
Kruisverband
Regio Genk
Hasselt – MiddenLimburg
4. Leven en beleven in Limburg De provincie Limburg is een aantrekkelijke leef- en belevingsregio. Die aantrekkingskracht wordt deels bepaald door de woon- en zorgvoorzieningen en vrijetijdsmogelijkheden van de streek. Deze troeven spelen een belangrijke rol in de socio-economische ontwikkeling van de streek. Zij zorgen immers voor een duurzame voedingsbodem waarin socio-economische bedrijvigheid mogelijk is. Daarom zijn deze onderdelen van het Limburgse weefsel belangrijke aandachtspunten in het streekpact.
4.1
Lage inkomens, ouderen en kinderen
Om van Limburg een blijvende aantrekkelijke (be)leefomgeving te maken voor iedereen is het nodig dat er extra aandacht gaat naar mensen met een beperkt inkomen. Deze bevolkingsgroep heeft het moeilijk om een kwaliteitsvolle woning te vinden en toegang te krijgen tot de juiste zorg. Binnen deze kwetsbare groep vormen de ouderen een steeds belangrijker deel, zeker op het platteland. Op dat platteland is armoede vaker verdoken aanwezig. Mensen zetten er niet snel de stap naar de formele hulpverlening. Dit maakt dat armoede er minder meetbaar is, en daardoor ook minder zichtbaar en vaak vergeten.32
De ontgroening en veroudering van de bevolking zetten zich in Limburg sterker door dan in Vlaanderen.
De groep van 80-plussers (hoogbejaarden) loopt een hoog risico op vereenzaming en inkomensarmoede. Ook de Limburgse ouderen verdienen daarom extra aandacht. Daarnaast ligt het accent op kinderen. Kinderen zijn steeds vaker het slachtoffer van armoede, zeker in de
32
Welzijnszorg, Campagne ‘Armoede op den buiten’, 2013.
p.56
mijngemeenten. Het is belangrijk op hen te focussen want onderzoek toont aan dat de periode tussen nul en drie jaar cruciaal is voor de ontwikkeling van intellectuele, emotionele en sociale vaardigheden, en het doorbreken van de armoedespiraal.33
Ambitie: Limburg wil duurzame en betaalbare woon- en thuiszorgvoorzieningen voorzien voor mensen met een lager inkomen en voor ouderen. Elke Limburgse gemeente stelt een zorgstrategisch plan op. Daarnaast moeten ouderen, kinderen en (ex-)psychiatrische patiënten (jongeren en ouderen) kwalitatieve, betaalbare en innovatieve zorgvoorzieningen in de nabijheid van hun woonomgeving kunnen hebben. Bovendien streeft de regio naar samenwerking rond en clustering van infrastructuur inzake sport, cultuur en toerisme, en naar schaalvergroting om grotere evenementen binnen te halen. Iedereen en zeker mensen in armoede en ouderen moeten toegang hebben tot verenigingsleven en laagdrempelige ontmoetingsplaatsen.
4.2
Wonen, zorg en samen (be)leven
1) Wonen en zorg Limburg moet een aangename plek blijven om te werken én te wonen. Een streek met goede woonkwaliteiten heeft een aantrekkingskracht op werknemers en werkgevers. Zo ontstaat een regio waar bedrijven en investeerders een groot arbeidspotentieel vinden en de brain drain vermeden wordt. Bovendien kan een woonbeleid dat gericht is op duurzaamheid en innovatie zorgen voor nieuwe kansen in de bouw- en zorgsector en bij kennisinstellingen. Een dergelijk woonbeleid kan dus ook economische vruchten afwerpen: nieuwe jobs, nieuwe investeringen en kennisontwikkeling. Voorwaarde hiertoe is de samenwerking van de diverse overheden met burgers en bewoners, het bedrijfsleven, de kennisinstellingen en de bouw- en zorgsector. Inzake wonen ligt de nadruk, zoals hierboven al vermeld, op twee groepen: lagere inkomens en ouderen. Mensen met een lager inkomen hebben het vaak moeilijker om een (duurzame) woning te huren of te kopen/bouwen. Zij hebben niet het kapitaal om de extra duurzaamheidsinvesteringen te doen. Zo blijven ze veel van hun krappe budget in energiekosten steken of boeten ze in aan wooncomfort door op energie te besparen. Speciale aandacht in dit domein gaat naar de sociale woningbouw. Er is op dit moment een tekort aan duurzame sociale woningen, zeker in de voormalige mijngemeenten. Limburg moet ervoor zorgen dat mensen met een lager inkomen ook aanspraak kunnen maken op een duurzame (huur)woning. Dat geeft hen extra financiële ademruimte en laat hen toe in een huis te wonen dat voldoende leefcomfort biedt.
33
Vlaamse Regering, Voortgangsrapport 2012-2013 Vlaams Actieplan Armoedebestrijding, 30-04-2013.
p.57
Ambitie: duurzame en betaalbare woonvoorzieningen voor mensen met een lager inkomen. pantent- en octrooiaanvragen. Doelstellingen: Bestaande sociale huurwoningen beantwoorden aan de normen van het Vlaamse Energierenovatieprogramma 2020. Het aanbod aan Limburgse sociale woningen voldoet aan het Vlaamse gemiddelde.
De aandacht voor ouderen komt voort uit de vaststelling dat Limburg, en zeker Zuid-Limburg, stelselmatig vergrijst. Die toenemende vergrijzing, het tekort aan zorgprofessionelen en de hoge zorgfactuur maken dat het organiseren van de gezondheidszorg van morgen een enorme uitdaging wordt. Een van de prioriteiten om aan deze zorgnood het hoofd te bieden, is werken aan de mogelijkheid om als oudere langer zelfstandig thuis te blijven wonen.34 De Vlaamse overheid zet hierop in via het project Zorg Proeftuinen Vlaanderen. Via een innovatief thuiszorgbeleid kan bovendien vereenzaming bij ouderen, sterk aanwezig op het platteland, tegen gegaan worden. Tegelijk biedt de uitbouw van een innovatieve thuiszorgsector economische opportuniteiten (extra jobs, kostenbesparing, kennisontwikkeling). 35
Ambitie: innovatieve en betaalbare thuiszorgvoorzieningen voor ouderen.
Doelstellingen:
Het aanbod aan innovatie en betaalbare thuiszorgvoorzieningen voldoet aan het Vlaamse gemiddelde. Verhoging van het aantal Limburgse 80-plussers dat tegemoetkoming voor thuiszorg krijgt naar het Vlaamse gemiddelde.
Daarnaast is het ook belangrijk om in de huizen van deze ouderen aandacht te besteden aan duurzaamheid. Het loont voor hen financieel zeker nog de moeite om na te denken over energierenovatie. Die zorgt immers voor een blijvende verhoging van de waarde van de woning. Er zijn een aantal maatregelen met korte terugverdientijd, zoals dakisolatie of de plaatsing van een condensatieketel. Daarnaast zijn er op termijn een aantal verplichtingen waaraan woningen zullen moeten voldoen. Bovendien zorgt een gerenoveerd huis voor minder energie-uitgaven, wat ook hier bijdraagt tot het aanpakken van inkomensproblemen en armoede. Limburg wil daarom zorgen voor
34 35
Verté, D. e.a., Een huis? Een thuis! Over ouderen en wonen, 2012. http://www.zorgproeftuinen.be
p.58
duurzame ouderenwoningen. Het provinciale project rond de woonzorgteams kan hier als voorbeeld dienen.36
Ambitie: energiezuinige en aangepaste woningen voor ouderen.
Doelstellingen: Bestaande ouderenwoningen beantwoorden aan de normen van het Vlaamse Energierenovatieprogramma 2020. Bestaande ouderenwoningen beantwoorden aan de normen om veilig langer thuis te kunnen wonen waarbij op loopafstand die voorzieningen aanwezig zijn om sociaal en zelfstandig actief te kunnen zijn (krantenwinkel, bakker, bank, ….) 2) Samen (be)leven Inzake zorgbeleid blijkt dat de lokale besturen in het kader van de interne staatshervorming een nieuwe opdracht met betrekking tot de zorgplanning in ouderenzorg voorgeschoteld krijgen. Vlaanderen roept lokale besturen op om een visie te ontwikkelen over de zorg- en ondersteuningsbehoefte op hun grondgebied en het noodzakelijke aanbod te voorzien om deze behoeftes in te vullen. Lokale besturen kunnen deze visie ontwikkelen als een onderdeel van hun sociaal beleid en woonbeleid en ze kunnen dit aanreiken aan iedereen die een zorgstrategisch plan wil opmaken. Alle belanghebbende actoren moeten maximaal inzetten op een ondersteunende rol ten aanzien van de lokale besturen bij de opmaak van die plannen.
Ambitie: elke Limburgse gemeente heeft een zorgstrategisch plan.
Doelstellingen: Lokale besturen ontwikkelen een visie over de zorg- en ondersteuningsbehoefte op hun grondgebied en het noodzakelijke aanbod om deze behoeftes in te vullen. Invulling geven aan het woonzorgdecreet en invulling van de woonzorgassistent zodat een goede afstemming aangepast wonen in elke levensfase haalbaar is met de nodige wendbaardheid tussen thuis en residentieel.
De klemtoon in het streekpact ligt op de zorg voor ouderen, kinderen en mensen met een meervoudige problematiek. Het tekort in het huidige zorgaanbod voor ouderen kan niet enkel opgelost worden door
36
Actueel. Informatieblad van de Vlaamse Ouderenraad, Jaargang 14, nr. 3, juli/augustus/september 2013.
p.59
in te zetten op langer thuis wonen. Ook het aanbod in de residentiële zorg voor bejaarden in de woonzorgcentra moet verbeterd worden. Hierin heeft Limburg, en zeker het Maasland, een achterstand in te halen. Het zorgaanbod voor ouderen moet ook innovatief verbeterd worden. Dit betekent dat gedacht moet worden aan nieuwe woonvormen voor hulpbehoevende ouderen (kangoeroewoningen, meegroeiwoningen enz.). Zoals in de thuiszorg kan deze innovatieve ontwikkeling duurzame economische voordelen (werkgelegenheid e.a.) genereren.
Ambitie: kwalitatieve, betaalbare en innovatieve woonzorgvoorzieningen voor ouderen.
Doelstellingen: Stijging van het aantal Limburgse woongelegenheden in woonzorgcentra per 1.000 inwoners van 60 jaar en ouder tot het niveau van het Vlaamse gemiddelde. Verhoging van het aantal innovatieve flexibele zorgvoorzieningen voor ouderen, als alternatief voor het huidige woonzorgcentrum.
Daarnaast wil Limburg zich inzetten voor voldoende kwaliteitsvolle kinderopvang. De nood is vooral hoog bij de groep van 0-3 jaar (voorschools) maar in een aantal Limburgse gemeenten is ook wat betreft de buitenschoolse opvang een verbetering nodig. Bovendien is de opvang tijdens vakanties en vrije dagen op heel wat plaatsen een belangrijk probleem. Het ontoereikende opvangaanbod is zeker voor werkzoekenden en kwetsbare kinderen en hun ouders een belangrijke struikelblok. Voldoende kinderopvang, in al zijn vormen, is een van de voorwaarden om tot een goede werk-leefbalans te komen (zie hoofdstuk twee) en mensen de kans te geven om te kunnen gaan werken of werk te zoeken. Bovendien zorgt een kwaliteitsvolle uitbouw van de opvangvoorzieningen ook voor nieuwe zorgjobs en investeringen in de bouwsector.
Ambitie: kwalitatieve en betaalbare kinderopvang, zowel voor- als naschools en tijdens de vakanties.
Doelstellingen: Verhoging van het aantal kinderopvangplaatsen voor kinderen van 0-3 jaar tot voorziening voor de helft van de kinderen in 2016 en voldoen aan de vraag tegen 2020. Verhoging van het aantal kinderopvangplaatsen voor kinderen van 3-12 jaar in de gemeenten Genk, Gingelom, Ham, Hoeselt, Houthalen-Helchteren, Lanaken, Lommel, Maasmechelen en Riemst tot het niveau van het Vlaamse gemiddelde. Verbetering van de opvangmogelijkheden voor kinderen van 0-12 jaar tijdens de vakanties en verlofdagen.
p.60
Verhoging van het aantal plaatsen voor inclusieve kinderopvang naar het Vlaamse gemiddelde.37
In Noord-Limburg, Maasland en West-Limburg is het huidige aanbod voor (ex-)psychiatrische patiënten en mensen met een meervoudige problematiek onvoldoende. Artikel 107 lost maar een gedeelte van dit probleem op.38 Jongeren en ouderen worden niet bereikt, het aantal bedden blijft te laag en een aantal actoren ontbreken. Daarom moet de regio streven naar een beter psychiatrisch zorgaanbod voor jongeren en ouderen in de eigen streek. Ook hier zorgt een kwaliteitsvolle uitbouw van de opvangvoorzieningen voor nieuwe zorgjobs en investeringen in aanverwante sectoren.
Ambitie: kwalitatief, betaalbaar en innovatief zorgaanbod voor (ex-) psychiatrische patiënten (jongeren en ouderen) in de nabijheid van hun woning.
Doelstelling:
Verbeteren van de voorzieningen voor gedwongen psychiatrische opname voor jongeren en ouderen in Noord-Limburg, onder andere door optimale samenwerking via artikel 107 in de netwerken Noolim en Relingen.
Naast wonen en zorg zijn ook cultuur, sport en toerisme belangrijke factoren in streekontwikkeling. Ze zorgen immers voor een positief streekimago en voor sociale cohesie. Bovendien hebben ze vaak een economische return (inkomsten, werkgelegenheid, naambekendheid). De voorzieningen en het aanbod van deze sectoren zijn vandaag goed uitgebouwd in Limburg. Denken we bijvoorbeeld aan het fietsroutenetwerk, het Gallo-Romeins Museum, C-Mine, Theater op de Markt, Bokrijk, het Nationaal Park Hoge Kempen, de vele sportverenigingen of B&B’s, de grote vakantieparken zoals Vossemeren, enz. In de huidige economische omgeving moet de nadruk liggen op samenwerken en clusteren. Het bestaande aanbod moet verder ondersteund worden, maar ook aandacht voor differentiatie in het aanbod is nodig. Op die manier worden de culturele, sportieve en “Delen is het nieuwe hebben.“ toeristische troeven zichtbaarder en geven ze de regio een bovenlokale aantrekkingskracht. De slaagkans hiervan hangt ook af van de beschikbare mobiliteitsvoorzieningen (zie hoofdstuk drie). Die moeten goed uitgebouwd zijn, wil men het aanbod toegankelijk maken voor bewoners en bezoekers. Daarnaast heeft samenwerking ook een financieel voordeel (kostenbesparing) en leidt het tot meer expertiseontwikkeling. Dat leidt dan weer tot betere producten en diensten. De streek moet wel 37
Inclusieve kinderopvang is opvang voor kinderen met een specifieke zorgbehoefte. Artikel 107 van de federale ziekenhuiswet is een financieringstechniek die toelaat dat psychiatrische ziekenhuizen en, mits z e aan een aantal voorwaarden voldoen, algemene ziekenhuizen een deel van hun budget realloceren. Deze voorzieningen kunnen dus m.a.w. dankzij dit artikel met een gedeelte van hun financiering van ziekenhuisbedden (max. 10% van de beddencapaciteit) nieuwe zorgvormen creëren. 38
p.61
blijven uitgaan van haar eigenheid om zo Limburgse merkproducten te creëren die hun weerklank vinden in de Euregio en de rest van Vlaanderen.
Ambitie: samenwerking rond en clustering van infrastructuur en evenementen inzake sport, cultuur en toerisme. Schaalvergroting om grotere evenementen op het vlak van sport en cultuur binnen te halen.
Doelstellingen: Intergemeentelijk opzetten of uitbreiden van regionale sport-, cultuur- en toeristische infrastructuren. Regionale spreiding en afstemming van het aanbod inzake cultuur, toerisme en sport.
Limburg moet ook de nodige aandacht besteden aan buurtweefsel en het verenigingsleven. Een goed buurtweefsel zorgt voor een aangename en veilige buurt. Heel wat vrijetijdsbestedingen (sport, cultuur, enz.) spelen zich in groepsverband af. Die verenigingen vormen het cement dat de maatschappij samen houdt. In dergelijke verenigingen leren mensen ook vaardigheden en attitudes die hen kunnen helpen in het onderwijs en op de arbeidsmarkt. Speciale aandacht in de participatie aan het verenigingsleven gaat naar ouderen en mensen die bedreigd worden door of leven in kansarmoede. Sociale contacten, in welke vorm dan ook, kunnen hen uit hun isolement halen en hen helpen zich te ontwikkelen.
Ambitie: toegang tot verenigingsleven en laagdrempelige ontmoetingsplaatsen voor iedereen en zeker voor mensen in armoede en voor ouderen.
Doelstelling: Elke Limburgse oudere en kansarme vindt in 2019 de weg naar een buurtwerking, een vereniging, een vrijwilligersorganisatie of samenlevingsopbouw. 39
39
De sector samenlevingsopbouw ondersteunt maatschappelijk kwetsbare groepen. Samen met hen pakken buurtwerkers en opbouwwerkers gemeenschappelijke problemen aan die te maken hebben met grondrechten of de leefbaarheid in hun stad, buurt of streek. Voorbeelden van grondrechten waaraan gewerkt wordt, zijn het recht op behoorlijke huisvesting en het recht op maatschappelijke dienstverlening. De focus ligt op de verbetering van de kwaliteit van het leven en het samenleven.
p.62
4.3
Actie!
Domein
Ambitie
Actie
Wonen en zorg
Betaalbaar wonen Duurzaam wonen
Opstart LAC Huisvesting naar voorbeeld van OCMW Genk Minstens één wijk in elke West-Limburgse gemeente duurzaam renoveren en dit bij 50% van de mogelijke participanten Duurzaam, passief of energie neutraal bouwen binnen het huidige huurstelsel mogelijk maken
Genk werkt verder aan het realiseren van de objectieven met betrekking tot een sociaal en bescheiden woonaanbod. Het sociale woonaanbod wordt op basis van het goedgekeurde actieplan gerealiseerd in samenwerking met de sociale huisvestingsmaatschappijen Nieuw Dak en Landwaarts. Alle nieuwe bouwprojecten van Nieuw Dak voldoen aan de geldende regelgeving. Bij renovaties worden er energiezuinige technieken toegepast en wordt het isolatiepeil aangepast. Bijna alle daken van de sociale huurwoningen zijn geïsoleerd. Op termijn wil Nieuw Dak alle elektrische verwarmingen vervangen door energiezuinige installaties. In de mate van de haalbaarheid wordt gekozen voor na-isolatie van spouwen. Genk stimuleert de kwaliteit van het individuele woningaanbod op gebied van bouwfysische en technische kwaliteiten, maar ook op gebied van duurzaamheid, oriëntatie, levensloopbestendigheid, veiligheid,… door projecten die gebaseerd zijn op deze principes te initiëren of te ondersteunen en een
p.63
Trekker Actoren Stad Tongeren
Timing
Werkingsgebied
20142019 20142019
Tongeren West-Limburg
Duurzaam energieverbruik (3.3)
20142019
Riemst
Duurzaam energieverbruik (3.3)
20142019
Genk
Stad Genk Nieuw Dak
20142019
Genk
Duurzaam energieverbruik (3.3)
Stad Genk GAOZ
20142019
Intergemeentelijk samenwerkingsve rband Lokaal Woonbeleid GAOZ.
Duurzaam energieverbruik (3.3)
Gemeente Ham Stad Beringen Stebo Provincie Limburg Gemeentebestuur Riemst Subsidieverstrekkende overheid, overkoepelend orgaan sociale huisvestingsmaatschappijen Stad Genk Nieuw Dak en Landwaarts
Kruisverband
Domein
Samen (be)leven
Ambitie
Woonzorgvoorzieningen
Zorgstrategisch plan
Kinderopvang
Actie kader te creëren waarbinnen zulke initiatieven worden gestimuleerd en gereguleerd. Het optimaliseren van en verder implementeren van het subsidiereglement duurzaam wonen voor Genk. Ontwikkelen van een woonzorgzone in Opglabbeek op maat van de gemeente en vertrekkend vanuit een toekomstgerichte visie op wonen en zorgen voor ouderen Geïnteresseerde Limburgse lokale besturen begeleiden bij het opmaken van een zorgregieplan ouderen.
Organisatie van buitenschoolse opvang voor kinderen en jongeren uit Genk-Noord (Zwartberg) en kinderen en jongeren met een beperking uit Genk en omstreken. Specifieke aandacht wordt besteed aan taal- en talentontwikkeling
De opstart van Huizen van het Kind stimuleren en ondersteunen met bijzondere aandacht voor opvoedingsondersteuning
Uitbouw van een kwaliteitsvol, behoeftedekkend en toegankelijk aanbod van vergunde plaatsen voorschoolse kinderopvang op maat van de Genkse situatie en gezinnen met specifieke aandacht voor de toeleiding van kansengroepen, voor een goed gespreid aanbod van kinderopvangplaatsen en voor het zelfstandig ondernemen in de kinderopvang. De Huizen van het Kind brengen als draaischijf van pedagogische comfortzones, een ruim netwerk van
p.64
Trekker Actoren
Timing
Werkingsgebied
Kruisverband
Gemeentebestuur Opglabbeek OCMW, bestaand woonzorgcentrum St-Barbara, alle Opglabbekenaren
20142019
Opglabbeek
Provincie Limburg, Lokale besturen, lokale zorgactoren, provinciale diensten zorg i.s.m. de cel studies & projecten, sociale planning, ruimtelijke ordening Kinderopvang de regenbOog, Kinderopvang Pardotje, Jeugdwelzijnswerking GIGOS (kinderen uit kwetsbare gezinnen), SintAlbertusschool (regulier basisonderwijs), Buitengewoon onderwijs regio Genk, Dienst wijkontwikkeling (Stad Genk) Provincie Limburg (provinciaal steunpunt Opvoedingsondersteuning)/ lokale besturen, bestaande regionale samenwerkingsverbanden opvoedingsondersteuning, alle partners(lokaal of regionaal) betrokken bij ondersteuning van gezinnen, Kind en Gezin,.. Stad Genk
20142019
Limburg
Start: januari 2014
Genk (-Noord)
Werkbaar werk (1.3)
20142019
Limburg
Werkbaar werk (1.3)
20142019
Genk
Werkbaar werk (1.3)
Stad Genk
20142019
Genk
Werkbaar werk (1.3)
Domein
Ambitie
Innovatief zorgaanbod Schaalvergroting
Samenwerking
Actie partnerorganisaties samen om een breed aanbod van dienstverlening inzake opvoedingsondersteuning, ontwikkeling, welzijn, gezondheid en onderwijs ten behoeve van gezinnen met kinderen te realiseren, met een algemeen aanbod voor alle gezinnen en een specifiek aanbod voor risicogezinnen. De eerste realisaties zijn er in Sledderlo in 2014 en in Hoevenzavel in 2016. Uitbouw van een fijnmazig netwerk van (na-) zorginitiatieven en opvangmogelijkheden voor zorgbehoevenden in de regio Noord-Limburg Organisatie van een kwalitatief toegankelijk circusen straattheaterfestival om zo via een toegankelijke festivalformule een stimulans te vormen voor verdere cultuurbeleving
Genk zet in op grootschalige en topsportevenementen in Genk en op de grote sportspecifieke sites zoals KRC Genk, Horenbergsdam, Spiegelven, vliegveld Zwartberg, Kattevennen, sportcentrum en andere. Genk versterkt zijn sportsites door ze in te schakelen in ruimere netwerken of ze te voorzien van aansluitende functies. Zo zullen door de realisatie van de nieuwe sporthal aan het sportcentrum de indoor sportmogelijkheden uitgebreid kunnen worden, kunnen grote competitieve of recreatieve sportmanifestaties doorgaan en kan er op een hoog niveau aan competitie worden gedaan. Vanuit een faciliterende en stimulerende houding, lokale besturen aanzetten tot samenwerking op vlak van culturele infrastructuur en programmatie
p.65
Trekker Actoren
Timing
Werkingsgebied
Platform Noord-Limburg Burgemeestersoverleg Noord-Limburg
20142019
Noord-Limburg
Provinciebestuur Limburg – Dommelhof In de even jaren: het bestuur van de gemeente/stad waarin het festival plaatsvindt.
Jaarlijks met een ondersche id; even jaren: aug, oneven jaren: nov 20142019
Limburg
Stad Genk
20142019
Regio
Provincie Limburg Lokale besturen
Eerste verkenne nde gesprekke n: einde 2013
Limburg
Stad Genk
Kruisverband
Regio
Bestuurs- en daadkracht
Domein
Ambitie
Actie Nieuw grensoverschrijdend ruiter- en menroutenetwerk Kempen-Broek Promotie en valorisatie van het cultureel erfgoed door opmaak van een erfgoedconvenant voor Noord-Limburg Promotie en valorisatie van de toeristische potenties of de eigenheden van Noord-Limburg tot een sterk toeristisch product Samenwerking inzake sport-, cultuur-, erfgoedactiviteiten en -infrastructuur op streekniveau Kunst in de Open Ruimte. Via duurzame kwalitatieve kunstprojecten in de open ruimte werken aan de toeristische en sociaal-economische ontwikkeling en community formation In co-creatie worden artistieke projecten met een toeristisch potentieel ontwikkeld, waaronder het MuHKA-project waarbij groepen Genkenaren curator van een bruikleencollectie kunnen worden, en project Unie Hasselt- Genk dat een kunstroute uitzet. Genk participeert aan ruimere toeristische netwerken zoals het actieplan Limburgse Kempen, Nationaal Park Hoge Kempen. Genk ontwikkelt (nieuwe) artistiek-toeristische projecten en evenementen die linken leggen met de stadsontwikkelingsambities en die het dag- en verblijfstoerisme ondersteunen. Voorbeeld: Harmonic Fields 2013. Genk valoriseert zijn multiculturele culinaire troeven in een aantrekkelijk belevingsaanbod dat de lokale handel en horeca ondersteunt. C-mine heeft een regionale aantrekkingskracht door een ruim en gevarieerd kwaliteitsvol cultuur- en toeristisch aanbod waaronder een jaarlijks openingsevenement dat creativiteit op originele wijze toegankelijk maakt voor het grote publiek en de ontwikkeling van innovatieve projecten zoals een sociaal-artistieke werkplaats, een incubator voor
p.66
Trekker Actoren Houthalen- Helchteren RLLK Platform Noord-Limburg Burgemeestersoverleg Noord-Limburg Deelnemende gemeenten Platform Noord-Limburg Burgemeestersoverleg Noord-Limburg
Timing
Werkingsgebied
2015
HouthalenHelchteren Noord-Limburg
20142019
Noord-Limburg
Platform Noord-Limburg Burgemeestersoverleg Noord-Limburg Z33 Breed scala aan stakeholders, partners, en organisaties: toerisme, lokale overheden, natuurgroepen, socioculturele verenigingen, scheepvaart, … Stad Genk Stad Hasselt, MuHKA, …
20142019 20142019
Noord-Limburg
20142019
Regio
Stad Genk Deelnemers Nationaal Park Hoge Kempen, Limburgse Kempen, … Stad Genk
20142019
Regio
20142019
Regio
Stad Genk
20142019
Regio
Stad Genk
20142019
Regio
20142019
Limburg: Unie Hasselt-Genk (2014); Maasland (2014), ….
Kruisverband
Domein
Ambitie
Laagdrempelige ontmoetingsplaatsen
Actie creatief ondernemerschap en een werkplaats voor podiumkunsten. Genk organiseert karaktervolle volkse belevingsevenementen met bovenlokale profilering zoals Genk on Stage, de 1-meifeesten, … . Kattevennen wordt doorontwikkeld tot innovatieve groene topattractie waarbij natuur gevaloriseerd wordt door op een duurzame manier in te zetten op groen, wetenschap & innovatie, zorgtoerisme, sport en natuurkunst. Realisatie van een nieuw lokaal dienstencentrum, met bijzondere aandacht voor maatschappelijk kwetsbare ouderen Verbouwing van gebouwen van de OCMW tot een nieuw Sociaal Huis ‘De Semper’ en uitbouwen en kenbaar maken van de sociale dienstverlening in Tongeren
p.67
Trekker Actoren
Timing
Werkingsgebied
Stad Genk
20142019
Regio
Stad Genk
20142019
Regio
Stad Tongeren OCMW Tongeren Actoren uit de ouderenzorg Stad Tongeren OCMW Tongeren Welzijnsorganisaties uit de streek
20142019
Tongeren
20142019
Tongeren Zuid-Limburg
Kruisverband
START! Het opmaken en indienen van het streekpact 2014-2019 mag geen eindpunt zijn. Integendeel, het is de start van zes jaar gefocust werken om de ambities en doelstellingen geformuleerd in dit streekpact te realiseren. Evenmin is dit streekpact een afgewerkt product waar de komende jaren niets meer aan veranderd kan worden. Een streekpact blijft work in progress.
Wat houdt dit concreet in? Wat zijn de volgende stappen voor het streekpact? In de eerste plaats willen we samen met de Limburgse actoren een optimale clustering van acties verkrijgen. Als Limburg de ambitieuze doelstellingen die in dit streekpact zijn opgenomen, wil realiseren, moeten we samenwerken en onze krachten bundelen. Tegelijkertijd ontstijgt het streekpact het provinciale niveau en moeten de nodige inspanningen geleverd worden om alle beslissende beleidsniveaus te betrekken. De lokale, provinciale, Vlaamse en nationale beleidsniveaus zullen worden betrokken om de slaagkansen van het streekpact te vergroten. Vervolgens is een prioritering van de acties nodig. Op welke acties willen we prioritair inzetten de komende twee jaar en hoe kan het RESOC de trekkers en actoren hier optimaal in ondersteunen? Alleen op die manier zetten we echt stappen vooruit. Vanaf 2014 bieden de meerjarenplannen die de steden en gemeenten moeten opmaken in het kader van de beleids- en beheerscyclus de mogelijkheid om het streekpact verder te verfijnen en verdiepen op streekniveau. Bovendien zal dit de opportuniteiten voor intergemeentelijk samenwerken ook duidelijker in kaart brengen. Tot slot is het absoluut nodig om eind 2016 een evaluatie op te maken. Welke acties hebben we gerealiseerd, welke niet en waarom? Welke lessen kunnen we hieruit trekken? Hoe kunnen deze acties gedissemineerd worden naar andere streken, steden, actoren, ..? Deze tussentijdse evaluatie biedt eveneens de mogelijkheid om bijkomende, aanvullende en nieuwe acties te formuleren, zodat de te bewandelen weg duidelijk is en het doel helder blijft.
p.68
p.69
UITGEBREIDE ANALYSE De gemaakte keuzes in de vier voorgaande kwadranten zijn gebaseerd op een uitgebreide kwantitatieve analyse en een brede kwalitatieve consultatieronde. In hetgeen volgt geven we de gemaakte analyse per kwadrant op.
Leren leidt tot werken Voor Limburg: -
-
-
-
-
Van de 33.113 niet-werkende werkzoekenden in Limburg is op 31/12/2013: 21,6% jonger dan 25 jaar, 24,2% 50 jaar of ouder en, 45,9% laaggeschoold.40 De werkloosheidsgraad in Limburg in 2012 ligt hoger dan in Vlaanderen (7,6% t.o.v. 7,1%). De daling tussen 2003 en 2012 was voor Limburg wel groter (2,1% t.o.v. 0,8%).41 Laaggeschoolden zijn oververtegenwoordigd bij de niet-werkende werkzoekenden van 18 tot 24 jaar die langer dan 1 jaar werkloos zijn (61% versus 36% voor middengeschoolden en 8% voor hooggeschoolden). Wanneer de werkloosheidsduur langer wordt, wordt deze kloof enkel groter.42 Het aantal laaggeschoolde werkzoekende jongeren is tussen juni 2012 en juni 2013 met 8,2% toegenomen. Deze stijging wordt vooral gerealiseerd door mannen (+ 10,5% ten opzichte van 4,2% vrouwen).43 Limburg tekent in 2011 nog steeds een lagere werkgelegenheidsgraad op dan Vlaanderen en België (58,0 % versus respectievelijk 63,9 en 63,5%) (cijfers 2003: respectievelijk 55,1; 61,3 en 62,0%).44 Wat betreft het %-aandeel van de kmo’s (<50 werknemers) in het totaal aantal jobs in loondienst scoort Limburg (44,9%) beter dan Vlaanderen (42,9%) en België (41,8%). De provincie Limburg is Vlaamse koploper wat betreft beroepszieken.45 Limburg kan de beste cijfers voorleggen wat betreft kleuterparticipatie aan het onderwijs. 98% van deze vijfjarigen waren voldoende halve dagen aanwezig op school. 46 De participatiegraad van Limburgse studenten is ten opzicht van Vlaamse studenten in het Vlaams hoger onderwijs tussen de schooljaren 2003-2004 en 2011-2012 weliswaar sterker gestegen (8,5% versus 7,7%), maar ligt nog steeds lager (35,6% t.o.v. 37,6%). 47
40
www.vdab.be/arvastat Ibidem. 42 www.vdab.be/arvastat, Jaargemiddelde 2012. 43 www.vdab.be/arvastat 44 Werkgelegenheidsgraad = aantal jobs in % van de bevolking 15-64 jaar. 45 Fonds voor de Beroepsziekten, Jaarverslag 2012. 46 Vlaamse Onderwijsraad, Beleidsinitiatieven kleuter-participatie: een balans, 07-11-2012. 47 POM-ERSV Limburg, Socio-economische analyse van Limburg en haar streken, februari 2014. 41
p.70
-
Het universitair onderwijs is minder uitgebouwd in de regio en het hoger onderwijs kan nog beter afgestemd worden op de lokale noden.48
Uitgesplitst op Limburgs streekniveau: -
-
-
Vooral het Maasland, maar ook Midden-Limburg scoren op veel indicatoren slechter dan het Limburgse gemiddelde: Het Maasland heeft met 42,5% de laagste werkgelegenheidsgraad van Limburg in 2011. In de periode 2003-2011 vertonen het Maasland ook de kleinste stijging in werkgelegenheidsgraad met 1,5% t.o.v. 2,9% voor heel Limburg.49 Het Maasland en Midden-Limburg noteren de laagste werkzaamheidsgraad in 2011 (jaargemiddelden), met respectievelijk 61,9% en 63,1% ten opzichte van 64,6% in Limburg.50 De evolutie van de tijdelijke werklozen tussen december 2003 en december 2012 is het grootst in het Maasland, met een stijging van 115,8%. Midden-Limburg volgt op een tweede plaats met een stijging van 86,3%. Heel Limburg noteert een stijging van 72,1%.51 Volgende gemeenten hebben voor de werkloosheidsgraad bij -25-jarigen voor het jaargemiddelde 2012 een hoger gemiddelde dan de provincie: Genk, Maasmechelen, Houthalen-Helchteren, Wellen, Leopoldsburg, Tongeren, Heusden-Zolder, Beringen, Hasselt, Gingelom, Dilsen-Stokkem en As.52 West-Limburg, gevolgd door Zuid-Limburg, kan over het algemeen betere cijfers voorleggen: West-Limburg heeft de sterkste daling van het aantal niet-werkende werkzoekenden tussen 2003 en 2012 (-21,9%). 53 West-Limburg heeft het hoogste groeipercentage van werkenden tussen 2003 en 2011: +11,5% ten opzichte van +8,5% voor Limburg.54 Het arrondissement Tongeren is het enige arrondissement dat in de periode 2007-2012 een daling kende in het aantal starters (-18,1% versus -2,9% voor Limburg).55
De minder goede afstemming tussen arbeidsmarkt en onderwijs zien we onder andere terug in de knelpuntberoepen. De oorzaak van het knelpunt kan van kwalitatieve of van kwantitatieve aard zijn, maar kan ook te maken hebben met de arbeidsomstandigheden.56
48
Expertengroep, Strategisch Plan voor Limburg in het Kwadraat, 01-02-2013. POM-ERSV Limburg, Socio-economische analyse van Limburg en haar streken, februari 2014. 50 Werkzaamheidsgraad = Verhouding van aantal werkenden en aantal inwoners op arbeidsleeftijd (15-64 j). POM-ERSV Limburg, Socioeconomische analyse van Limburg en haar streken, februari 2014. 51 Ibidem. 52 www.vdab.be/arvastat 53 POM-ERSV Limburg, Socio-economische analyse van Limburg en haar streken, februari 2014. 54 Ibidem. 55 Ibidem. 56 Kwalitatieve tekorten aan arbeidskrachten houdt in dat er wel voldoende werkzoekenden zijn, maar dat er zich een tekort voordoet aan vakbekwame mensen of aan mensen met ervaring of bijkomende specifieke kennis. Kwantitatieve knelpuntberoepen worden veroorzaakt door het niet meer aanleren van beroepen, een te lage uitstroom uit specifieke richtingen en deeltijds werkenden die niet beschikbaar zijn voor voltijdse jobs. Een laag loon, ongezond of zwaar werk, veel stress en / of een ongunstige tijdsregeling kunnen dan weer aanleiding geven tot een knelpunt omwille van arbeidsomstandigheden. Bij studies van de VDAB worden deze laatste categorieën meestal samen genomen. 49
p.71
Wanneer we de knelpuntberoepen langs de lijst van speerpuntsectoren geïdentificeerd in het SALK plaatsen, zien we dat veel van de knelpuntberoepen ook nodig zijn in deze speerpuntsectoren. Bijkomende inzet op deze knelpuntberoepen is dus onontbeerlijk.
Knelpuntberoep – kwantitatieve oorzaak Ingenieur (1) (6) Technicus (1) Informaticus (1) Verpleegkundige (6) Leerkracht (SO, kleuteren LO) Vrachtwagenbestuurder (2) Verzorgende (6) Bouw (5)
Knelpuntberoep - kwalitatief en arbeidsomstandigheden Schoonmaker (3) Vertegenwoordiger Horeca (kelner en kok) (3) Medewerker contactcenter Filiaalhouder en –assistent Boekhouder Kok (3) Opvoeder (6) Bouw (5)
Speerpuntsectoren SALK57 Maakindustrie (1) Logistiek & mobiliteit (2) Vrijetijdseconomie en –beleving (3) Energyville (1) Creatieve economie, ICT en digitale media (1) Land-, tuinbouw en fruitteelt (4) Bouw (Limburg CO2-neutraal) (5) Zorginnovatie, bio-, medtech (6)
De economische motor voor Limburg Wanneer we kijken naar ondernemingen zijn volgende kerncijfers interessant: -
-
-
De Limburgse economie is goed voor 11% van het Vlaamse BBP.58 Zelfstandigen (exclusief bijberoepen) zijn in Limburg minder sterk aanwezig in vergelijking met het gemiddelde in Vlaanderen (aanwezigheidsindex van 0,88 voor Limburg versus 0,93 voor België).59 Het aantal vestigingen met personeel vermeerdert tussen december 2003 en december 2011 met 6,7% (+4,9% in Vlaanderen en +7,5% in België). In vergelijking met Vlaanderen zijn er in Limburg gemiddeld iets minder vestigingen met personeel actief.60 Circa 90% van industriële vestigingen in Limburg zijn kmo’s. Vooral grote interregionale bedrijven reduceren de tewerkstelling in Limburg: tussen 2006 en 2011 daalde de samengestelde jaarlijkse groei met 0,7%. Deze van bedrijven met minder dan 50 werknemers steeg met 1,4%. Voor bedrijven tussen 50 en 500 werknemers was de stijging 1,3%.61
57
Uitvoeringsplan, Strategisch Plan voor Limburg in het Kwadraat, 01-02-2013. POM-ERSV Limburg, Socio-economische analyse van Limburg en haar streken, februari 2014. 59 Een aanwezigheidsindex met waarde 1 betekent dat het betreffende gebied even sterk staat dan gemiddeld in Vlaanderen. Een waa rde hoger dan 1 wijst erop dat het gebied sterker staat dan Vlaanderen. Een waarde lager dan 1 wijst op het omgekeerde. Ibidem. 60 Ibidem. 61 Bedrijven met maatschappelijke zetel buiten Limburg, maar met tewerkstelling binnen Limburg. Expertengroep, Strategisch Plan voor Limburg in het Kwadraat, 01-02-2013. 58
p.72
-
-
-
Waar Limburg in 2003 16,67% van het aantal buitenlandse investeringen in Vlaanderen noteerde, is dat voor 2011 gedaald naar 13,22%. In absolute cijfers komt dit neer op een stijging van 22 naar 23 buitenlandse investeringen tussen 2003 en 2011. Er is een stabiel aantal buitenlandse investeringsprojecten in Limburg, versus een stijging in Vlaanderen.62 Het aantal oprichtingen van vennootschappen in Limburg ten opzichte van het totaal aantal oprichtingen in Vlaanderen daalde van 13,8% in 2009 naar 12,7% in 2011. In diezelfde periode noteerde de rest van Vlaanderen een stijging van 86,2% naar 87,3%. 63 Het aantal starters tussen 2007 en 2012 daalde voor de provincie Limburg (-2,9%). Vlaanderen en België noteerden daarentegen een stijging van respectievelijk +3,1% en +5,1%. 64 Tussen 2008 en 2012 vermeerdert het aantal faillissementen in Limburg met 60,1% tegenover een toename met 34,2% in Vlaanderen en 37,9% in België.65 Enkel in Midden-Limburg en in het Maasland daalde het absolute aantal top 500-bedrijven (respectievelijk -4 en -3). De overige streken vertoonden een stijging.66
Op het vlak van onderzoek & ontwikkeling en patentaanvragen noteren we volgende cijfers: -
-
-
Limburg vraagt in absolute cijfers een lager aantal patenten aan dan de rest van Vlaanderen. Wanneer we rekening houden met het lager aantal inwoners is dit nog steeds zo (respectievelijk 99 patenten per miljoen inwoners versus 133 in Vlaams Gewest in 2008). 67 Op basis van de EPO-octrooiactiviteit tussen 2008 en 2012, gebaseerd op informatie van de aanvrager, noteert Limburg van de Vlaamse provincies het laagst aantal aanvragen. Op basis van informatie van de uitvinder komt Limburg op een vierde plaats wat betreft Vlaamse provincies.68 Limburg scoort vooral zwak inzake high-tech patenten (12,9% versus 23,5% in Vlaanderen in 2009).69 Limburgse kmo’s vinden beter hun weg naar het IWT (10% van kmo-innovatieprogramma) dan Limburgse grote ondernemingen en high-tech kmo’s (5% van O&O-programma o.b.v. voortschrijdend gemiddelde 2008-2011).70
Op het vlak van export zien we dat: -
-
De exportgerichtheid van de top 500 Limburgse bedrijven daalt (47% in 2011 versus 52% in 2006). In dezelfde periode steeg de omzet met 2,7% per jaar. Deze wordt bijgevolg bijna volledig op de binnenlandse markt gerealiseerd.71 Limburg een exportprovincie is, want meer dan drie kwart van de industrieproductie wordt geëxporteerd naar het buitenland (op basis van aantal exportcertificaten in 2011). 72
62
Ibidem. Ibidem. 64 POM-ERSV Limburg, Socio-economische analyse van Limburg en haar streken, februari 2014. 65 Ibidem.. 66 VKW Limburg, Top 500 van Limburg, 2013. 67 Expertengroep, Strategisch Plan voor Limburg in het Kwadraat, 01-02-2013. 68 EPA = European Patent Office. Studiedienst van de Vlaamse Regering, VRIND 2013. Vlaamse Regionale Indicatoren, 2013. 69 POM-ERSV Limburg, Socio-economische analyse van Limburg en haar streken, februari 2014. 70 Expertengroep, Strategisch Plan voor Limburg in het Kwadraat, 01-02-2013. 71 Ibidem. 72 VOKA-UHasselt, toekomstindicator 2012. 63
p.73
-
Limburg nauwelijks exporteert buiten Europa (3% van BBP in 2011). De kloof met Vlaanderen is hiermee erg groot (34% van BBP in 2011 buiten Europa).73
Ondernemingen in Limburg komen ook een aantal knelpunten tegen: -
-
De huidige financieringsmiddelen zijn ontoereikend om een inhaalbeweging te kunnen maken.74 Limburgse ondernemers gaven volgende elementen aan als nodig om de groei van het aantal arbeidsplaatsen in Limburg te maximaliseren: verlagen van loonkost, vergroten van kloof tussen verloning voor werkenden en werkloosheidsuitkeringen, verlagen van administratieve lasten, stimuleren van ondernemerschap en in het bijzonder bij kmo’s, focus op scholing om vraag en aanbod op de arbeidsmarkt beter op elkaar af te stemmen, positivisme, innovatie en export.75 Limburgse bedrijven raken beduidend minder makkelijk aan kredieten, maar doen ook minder aanvragen.76
Wanneer we naar specifieke streken binnen Limburg kijken, springen volgende elementen in het oog:77 -
Midden-Limburg: het laagste percentage van het aantal kmo’s in vergelijking met het totaal aantal vestigingen met personeel (2011). Maasland: de hoogste stijging in het aantal faillissementen tussen 2007-2012, gevolgd door West-Limburg. Noord-Limburg: het laagste aantal faillissementen (evolutie tussen 2007-2012). Zuid-Limburg: het hoogste % kmo’s in verhouding tot het totaal aantal vestigingen met personeel (2011). West-Limburg: de sterkste stijging van de werkgelegenheid (2003-2011).
Voor de analyse met betrekking tot de sectoren verwijzen we naar het expertenrapport dat werd opgemaakt door het expertenteam van het SALK onder leiding van professor Herman Daems.78
Ruimte voor Limburg Wat betreft de Limburgse bedrijfsruimte:
Versnippering van de economische activiteiten over meer dan 140 bedrijventerreinen. Gevolg: verzwakking van de concentratie van economische activiteiten, vermindering van potentiële
73
Expertengroep, Strategisch Plan voor Limburg in het Kwadraat, 01-02-2013. Ibidem. 75 Ibidem. 76 Ibidem. 77 POM-ERSV Limburg, Socio-economische analyse van Limburg en haar streken, februari 2014. 78 Expertengroep, Strategisch Plan voor Limburg in het Kwadraat, 01-02-2013. 74
p.74
ruimtelijke synergie en schaalvoordelen, verhoging van de aanleg- en onderhoudskosten en van de nutsvoorzieningen en een toename van de goederenmobiliteit.79 Het huidige aanbod aan bedrijventerreinen, dat volstaat voor de komende vijf jaren, is onvoldoende afgestemd op de vraag. In Houthalen-Helchteren, Hasselt, Tongeren en Sint-Truiden is er een relatieve of absolute schaarste aan bedrijventerreinen.80 Het aandeel niet-gebruikte percelen met economische functie is zeer hoog in de hele provincie Limburg. Wat betreft het aandeel te koop staande percelen scoren heel wat Limburgse gemeenten hoog. Uitschieters zijn Dilsen-Stokkem, Genk, Lanaken en Lommel.81 Soms lage uitrustingsgraad bij Limburgse bedrijfsgebouwen en –terreinen. In concentratiegebieden van economische activiteiten en met name in steden met een industrieel verleden komen verouderde en verlaten bedrijfsgebouwen en –terreinen voor. Dat is onder meer het geval in het Limburgs Mijngebied en langs de Kempense kanalen.82 De Limburgse bedrijventerreinen zijn onvoldoende digitaal ontsloten. 83 De bedrijventerreinen van Neerpelt, Overpelt, Paal-Beringen, Sint-Truiden, Dilsen-Rotem, Waterschei en Maasmechelen zijn onvoldoende ontsloten.84
Vaststellingen inzake de Limburgse mobiliteit:
In 2009 liep in Vlaanderen 83,4% van het goederenvervoer via de weg, 9,5% via de binnenvaart en 7,0% via het spoor. 85 Sinds 1995 is dat voor de weg een stijging met 3,4%, voor de binnenvaart een status quo en voor de trein een daling met 2,4%.86 73,1% van alle woon-werkverplaatsingen in 2012 in Vlaanderen gebeurt met de auto. Andere middelen: fiets (11,2%), trein (6,4%), bus – tram – metro (4,3%). Sinds 1995 is dat voor de auto een stijging met 2,4% (de fiets: - 1,7%, de trein: - 0,6% en bus – tram – metro: +1,2%).87 In 2010 werden in Vlaanderen nieuwe recordcijfers voor het aantal personenkilometer met personenwagens (63 miljard pkm) opgetekend. Sinds 1995 steeg het aantal personenkilometers met 15%.88 De filezwaarte op de weg is in Vlaanderen in de periode 2007-2011 toegenomen van 267 naar 424 kilometeruren.89 Limburg is onvoldoende ontsloten, zowel voor personen als goederentransport.90
79
Provincie Limburg, Knelpunten van de Limburgse bedrijventerreinen, ruimtelijk structuurplan provincie Limburg, gecoördineerde versie, 2012. 80 Expertengroep, Strategisch Plan voor Limburg in het Kwadraat, 01-02-2013. 81 Agentschap Ondernemen, Raming van de behoeften aan bedrijventerreinen in het Vlaams Gewest, mei 2013. 82 Provincie Limburg, Knelpunten van de Limburgse bedrijventerreinen, ruimtelijk structuurplan provincie Limburg, gecoördineerde versie, 2012. 83 Expertengroep, Strategisch Plan voor Limburg in het Kwadraat, 01-02-2013. 84 Ibidem. 85 Studiedienst van de Vlaamse Overheid, Modale verdeling goederenvervoer drie voornaamste modi, volgens tonkm, in % (niet-Eurostatdefinitie), 1995-2011. 86 Ibidem. 87 Studiedienst van de Vlaamse Overheid, Modale verdeling van het woon-werk/schoolverkeer, 1994-2012. 88 Studiedienst van de Vlaamse Regering, VRIND 2013. Vlaamse Regionale Indicatoren, 2013. 89 Definitie ‘filekans’ of ‘aantal file-uren’: op basis van de fileberichten (eventdata) werd voor iedere weg, voor ieder kilometerpunt bepaald gedurende hoeveel tijd (aantal uur per jaar) zich op deze locatie file heeft voorgedaan. Dit is een maat voor de filekans. Overlappende files in de verkeersinformatieberichten werden slechts eenmaal meegeteld. Vlaams Verkeerscentrum, Verkeersindicatoren hoofdwegennet Vlaanderen, 2012. Studiedienst van de Vlaamse Overheid, Filezwaarte op het hoofdwegennet, in kilometeruren, 2011. 90 Expertengroep, Strategisch Plan voor Limburg in het Kwadraat, 01-02-2013. Concreter: Het Maasland en Noordoost-Limburg worden gekenmerkt door een slechte ontsluiting met openbaar vervoer. Spoorontsluiting ontbreekt in deze streken. In Noordoost-Limburg is er geen spoor. Ook een rechtstreekse spooraansluiting met Maastricht ontbreekt. Het enkel spoor tussen Hasselt en Landen vertraagt de
p.75
De bereikbaarheid van de Limburgse bedrijventerreinen via het openbaar vervoer is vaak onvoldoende, zeker voor mensen die in ploegen werken.91 Limburg kent een grote aantasting van de verkeersleefbaarheid.92 Limburgers nemen in 2011 (veel) minder de trein dan andere Vlamingen voor hun woonwerkverkeer.93
Op het vlak van leefmilieu:
De CO₂-emissies als gevolg van het brandstofverbruik voor verwarming zijn bij de Limburgse huishoudens gestegen in 2008, 2009 en 2010. 94 Energiearmoede wordt een steeds groter probleem in Limburg. Dat blijkt uit het aandeel huishoudens met een budgetmeter. Tussen 2007 en 2011 steeg het aandeel Limburgse huishoudens met een budgetmeter van 1,18 naar 1,66%. In Vlaanderen steeg het aantal voor dezelfde periode van 1,31% naar 1,64%.95 Het aandeel hernieuwbare energie in het bruto finaal energieverbruik (ca. 1.595 PetaJoule) bedraagt in Vlaanderen in 2011 3,8% (de doelstelling voor België is vastgelegd op 13% tegen 2020).96
Voor het aspect verstedelijking:
De provincie Limburg telt 849.404 inwoners op 1 januari 2012. Dat is in vergelijking met 1991 een toename met 13,2%. Maar in de groep van de 20-39 jarigen zien we in die periode een daling van 15,6%. Zij ontvluchten de steden Genk (-18,5%) en Hasselt (-11,5%). Ook Diepenbeek (-19,9%), Lanaken (-21,5%) en Riemst (-19,9%) doen het slecht. 97 Vergeleken met andere regio’s in Europa, is de bebouwingsgraad in Vlaanderen (27%) hoog. Limburg komt uit op 26% (Antwerpen op 32,6% en West-Vlaanderen op 21,6%). 98 In 2009 was 12,9% van de Vlaamse bodem afgedicht. In Limburg hebben de bodems van de gemeenten gelegen langs het Albertkanaal, de E313 en de E314 een afdichtingspercentage tussen 10 en 20%. Zuid-Limburg en een groot deel van Noord-Limburg hebben een afdichtingspercentage
reistijd naar Brussel. De buslijnen zijn erg beperkt in Noordoost- Limburg. Er is een tekort aan snelle en directe lijnen. Ook de ontsluiting via het openbaar vervoer van Limburg met de aanpalende provincies is niet optimaal. Limburg telt een aantal onafgewerkte wegeninfrastructuren. De mogelijkheden van de Kempense kanalen voor (goederen)transport worden niet optimaal benut. De beperkte capaciteit van het kanaal Bocholt - Herentals en de Zuid-Willemsvaart tot Nederland vormen een knelpunt. Provincie Limburg, Knelpunten van de Limburgse bedrijventerreinen, ruimtelijk structuurplan provincie Limburg, gecoördineerde versie, 2012. 91 VVSG, Overleg Regionale werking, 09-10-2013. 92 Verkeersleefbaarheid: het ruimtebeslag en de barrièrewerking van het gemotoriseerd verkeer en de geluidshinder nog aanvaardbaar zijn voor de overige activiteiten en vormen van verkeer, voor de kwaliteit van het openbaar domein en voor het stads- en/of landschapsbeeld. Problemen met verkeersleefbaarheid doen zich vooral voor daar waar het (auto)verkeer en zijn neveneffecten (zoals ruimtebeslag, milieuhinder, geluidshinder, barrièrevorming, onveiligheid, versnippering) de ruimtelijke condities en kwaliteiten van het overig ruimtegebruik aantasten. Provincie Limburg, Knelpunten van de Limburgse bedrijventerreinen, ruimtelijk structuurplan provincie Limburg, gecoördineerde versie, 2012. 93 FOD Mobiliteit, Diagnostiek Woon-werkverkeer, 30-06-2011. 94 Energie - Emissies en energieverbruiken voor de provincie Limburg, www.lokalestatistieken.be 95 Een budgetmeter wordt door de netbeheerder geplaatst bij een afnemer wiens leverancier het leveringscontract heeft opgezegd, indien de afnemer geen nieuwe elektriciteitsleverancier heeft gevonden. Dit is de laatste stap in een procedure waarbij de afnemer d e factuur niet kan betalen. Provincie Limburg, Duurzaamheidsbarometer 2012. VREG, Rapport van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt van 12 juni 2008. VREG, Statistieken 2012 met betrekking tot huishoudelijke afnemers in het kader van de sociale openbaredienstverplichtingen. 96 VITO, Inventaris van het verbruik en de productie van de verschillende hernieuwbare energievormen (groene stroom, groene warmte, biobrandstoffen voor transport) in Vlaanderen, 2011. 97 Rede van de gouverneur, 2013. 98 Studiedienst van de Vlaamse Regering, VRIND 2013. Vlaamse Regionale Indicatoren, 2013. FOD Economie, Bodemgebruik. België, gewesten en gemeenten (1834-2012).
p.76
van lager dan 10%. Reeds in 2006 had België, op Malta na, de hoogste graad van bodemafdichting in Europa, namelijk 7,4%. In Europa is gemiddeld 1,8% van de bodem afgedicht. 99 Limburg wordt gekenmerkt door een groot aantal kleine steden met weinig stedelijke functies van hoog niveau. De stedelijke functies liggen bovendien erg verspreid. Er is te weinig woondruk op de stedelijke gebieden waardoor de stedelijke structuur en het voorzieningenapparaat onvoldoende draagvlak hebben.100 De fragmentaire en onsamenhangende nieuwe bebouwing zorgt voor: o Minder leefbare kleine kernen; o Stijging van het gebruik van de auto (ook mede dankzij ontoereikend openbaar vervoer); o Verkwisting van de open ruimte en grote kosten voor infrastructuur. 101
Uitgesplitst op Limburgs streekniveau:
Er is een tekort aan kmo-gronden, voornamelijk in het Maasland, Noordoost-Limburg en ZuidLimburg. 102
Leven en beleven in Limburg Demografisch gezien zijn volgende cijfers voor Limburg van belang:
De provincie Limburg telt 849.404 inwoners op 1 januari 2012. Dat is in vergelijking met 1991 een toename met 13,2%. In Vlaanderen stijgt het totale inwonersaantal in die periode slechts met 10,1%. De grootste stijgers in de periode 1991-2012 zijn Tessenderlo (+25,6%), Zonhoven (+20,3%) en Neerpelt (+19,2%).103 De ouderdomscoëfficiënt neemt forser toe in Limburg dan elders. De vergrijzing in Limburg (110,3) situeert zich in 2012 tussen het Belgische (102,5) en het Vlaamse niveau (112,3). In 2012 zijn er in alle Limburgse streken meer 60-plussers dan jongeren.104 De groep 80-plussers (hoogbejaarden) steeg in Limburg de afgelopen tien jaar (2002-2012) met 79% (van 20.886 in 2002 naar 37.373 in 2012). Vlaanderen kent in dezelfde periode een stijging
99
Bebouwing uit zich in een toename van het aandeel artificieel waterondoorlatend oppervlak (bijvoorbeeld gebouwen, wegen en andere constructies van antropogene oorsprong), waardoor een grotere hoeveelheid water niet meer kan infiltreren, maar afstroomt via het verharde oppervlak. Men spreekt in dit geval over bodemafdichting. Afdichting zorgt voor een verlies aan ecosysteemfuncties z oals de opslag van koolstof en waterberging in de bodem, en heeft een negatieve invloed op de (bodem)biodiversiteit. Studiedienst van de Vlaamse Regering, VRIND 2013. Vlaamse Regionale Indicatoren, 2013. MIRA, Bodemafdichting per gemeente (Vlaanderen, 2007-2009). 100 Provincie Limburg, Knelpunten van de Limburgse bedrijventerreinen, ruimtelijk structuurplan provincie Limburg, gecoördineerde versie, 2012. 101 Ibidem. 102 Expertengroep, Strategisch Plan voor Limburg in het Kwadraat, 01-02-2013. 103 Provincie Limburg, Steunpunt Sociale Planning, Cijfers in de kijker, 15-07-2013. 104 De ouderdomscoëfficiënt is de verhouding van de bevolking van 60 jaar en ouder ten opzichte van de bevolking jonger dan 20 jaar. Een ouderdomscoëfficiënt van boven de 100 betekent dat er meer 60-plussers dan jongeren zijn. POM-ERSV Limburg, Socio-economische analyse van Limburg en haar streken, februari 2014.
p.77
van 59%.105 Volgens huidige prognoses zal in Limburg het aantal 80-plussers tussen 2012 en 2030 met liefst 63,0% stijgen, in Vlaanderen slechts met 39,7%.106 Wat betreft inkomen en armoede:
In Limburg ligt in 2010 het beschikbare inkomen in alle arrondissementen (Hasselt: 18.585, Maaseik: 17.184,6 en Tongeren: 17.516,1) duidelijk lager dan het Vlaamse gemiddelde (19.534,8). 107 De welvaart is in Vlaanderen hoger en groeit sneller dan in Limburg in de periode 2001-2011. In Vlaanderen steeg het bbp per hoofd van de bevolking met 2,6% (24.998 naar 32.317 €), terwijl het in Limburg maar groeide met 2% (21.255 naar 26.006 €). Zonder meer werkgelegenheid en hogere productiviteit, dreigt de welvaart in Limburg in de komende jaren te dalen. 108 In 2012 leeft 0,51% van de Limburgers van een leefloon of een equivalent leefloon (Vlaams gemiddelde is 0,86%). Ook in 2010 en 2011 zat Limburg (0,55% en 0,54%) onder het Vlaamse gemiddelde (telkens 0,91%).109 Gemiddeld 13,9% van de Limburgers zit in 2012 onder de Europese armoedegrens. Hoger aandeel in: Heers (16,8%), Nieuwerkerken (15,9%), Tongeren (15,7%), Borgloon (15,1%), Maasmechelen (17,1%), Sint-Truiden (17,2 %), Genk (18,1 %) Herstappe (20,1%). In Vlaanderen zit 13,1% van de bevolking in 2012 onder die grens. Sinds 2009 gaat dit cijfer in stijgende lijn. In Limburg komt het van 12,6 % in 2009, in Vlaanderen bedroeg het in dat jaar 11,8%. 110 Armoede op het Vlaamse platteland is in 2012 sterk aanwezig bij de huishoudens die net iets minder arm zijn (de groep die minder sterk scoort op de synthetische armoede-index). Een aantal groepen lijken het ook moeilijker te hebben op het platteland (dan het Belgisch gemiddelde): oudere personen, eenpersoonshuishoudens en eenoudergezinnen.111 In 2012 is 11 % van alle Limburgse geboorten een geboorte in een kansarm gezin (Vlaanderen 10,5%). Hoger percentage in: Houthalen-Helchteren (23,8%), Heusden-Zolder (23,1%), Genk (18,2%), Maasmechelen (16,6%), Hechtel-Eksel (16,4%) en Leopolsburg (15,1%). Sinds 2005 groeit het aandeel geboorten in kansarme gezinnen. In Limburg manifesteert die groei zich bovendien sneller dan in Vlaanderen, al beent Vlaanderen Limburg sinds 2010 wel bij.112
105
Provincie Limburg, Limburg 2.24. Een contract met de Limburgers, september 2001. Provincie Limburg, Steunpunt Sociale Planning, cijfers 2000-2012. 106 Provincie Limburg, Steunpunt Sociale Planning, Cijfers in de kijker, 29-05-2013. 107 Instituut voor de Nationale Rekeningen, Beschikbaar inkomen per inwoner - Absolute cijfers (euro's). 108 Expertengroep, Strategisch Plan voor Limburg in het Kwadraat, 01-02-2013. 109 Het equivalente leefloon is financiële steun die het OCMW toekent aan personen die geen recht hebben op een leefloon (omdat ze niet aan alle vereiste voorwaarden voldoen), maar die zich wel in een vergelijkbare noodsituatie bevinden. Provincie Limburg, Steunpunt Sociale Planning, Totaal leefloners (RMI) en equivalente leefloners (RMH) [%], 2012 - Streken. 110 De Europese armoedegrens bedraagt 60 % van het middelste inkomen in een land. Om te schatten hoeveel mensen moeten rondkomen met een inkomen onder de Europese armoedegrens wordt vaak het aantal begunstigden van het voorkeurtarief in de ziekteverzekering gebruikt. Steunpunt sociale planning provincie Limburg, juni 2013. FOD Economie, Statbel, Kerncijfers 2013. 111 Onderzoekers van de KUL en de ULB gebruikten uit de EU-SILC-peiling uit 2009 bij 6.000 Belgen (European Union - Statistics on Income and Living Conditions) 138 verschillende variabelen om armoede te definiëren en tot een ‘synthetische armoede-index' te komen. http://www.armoedebestrijding.be/cijfers_platteland.htm ULB-KUL, Programme AGORA – Agora programma. Synthese van het eindrapport. Stedelijke en plattelandsarmoede, 2013. 112 Provincie Limburg, Steunpunt Sociale Planning, Limburg kent een groei van het percentage geboorten in kansarme gezinnen. Voor extra cijfers per gemeente en streek zie Provincie Limburg, Steunpunt Sociale Planning, 5 streken, mei en juni 2013.
p.78
Kijkend naar het domein wonen zijn volgende gegevens van belang:
Limburg telt in 2012 372.280 woongelegenheden: 282.496 eengezinswoningen, 67.879 appartementen, 9.490 handelshuizen en 12.415 anderen. 18.974 (of 5%) woongelegenheden hiervan zijn sociale woningen. In Vlaanderen zijn er dat in 2012 147.196 op een totaal woongelegenheden van 3.014.760 (of 4,88%).113 In het Vlaamse Gewest leefde in 2011 7% van de Vlamingen in een huishouden met een te zware woonkost. Dat komt overeen met ongeveer 440.000 personen. Het aandeel en aantal personen met te zware woonkosten is sinds 2009 weer licht gestegen en ligt daarmee opnieuw op het niveau van vóór 2008. Er zijn meer problemen bij eenoudergezinnen en grote gezinnen, werklozen en niet-actieven, gezinnen met kinderen waar niet of slechts beperkt wordt gewerkt, laaggeschoolden, huurders, laagste inkomensgroepen en niet EU-burgers.114 Ondanks de inspanningen voldoet het Vlaamse aanbod van sociale woningen niet aan de vraag. Het aantal kandidaat-huurders ingeschreven op de wachtlijsten van de sociale huisvestingsmaatschappijen in Vlaanderen steeg tussen 2010 en 2012 met 12%. In Limburg waren er eind 2012 in Limburg 13.567 unieke kandidaat-huurders voor een sociale woning (stijging in vergelijking met 2010 met 13,7%). Zij zijn vooral aanwezig in de centrumsteden en de gemeenten van de vroegere Mijnstreek.115 In 2011 beschikt in Vlaanderen: 1 op 4 gezinnen niet over dak- of zoldervloerisolatie, 42% van woningen minstens gedeeltelijk over buitenmuurisolatie, 18,7% van de woningen nog over enkel glas, 6/10 van de gezinnen over een verouderd type van individuele centrale verwarmingsketels op stookolie.116
Inzake de zorgsector in Limburg:
Tussen 2007 en 2011 stijgt het totaal aantal tenlastenemingen in de zorgverzekering in Limburg van 27.719 tot 36.324. Dat is een groei met 31,0 %. In Vlaanderen neemt dat cijfer slechts toe met 20,5 %. In 2011 gaat het bij liefst 81,4 % van de 36.324 tenlastenemingen om zorgbehoevenden in de thuiszorg. De overige tenlastenemingen situeren zich bij mensen in de residentiële zorg. De tenlastenemingen voor mantel- en thuiszorg stijgen tussen 2007 en 2011 van 21.603 tot 29.552, een groei met 36,8 %. De tenlastenemingen voor residentiële zorg stijgen van 6.116 tot 6.772, een groei met 10,7 %.117 Liefst 34,1 % Limburgse 80-plussers ontvangt in 2011 een tegemoetkoming voor mantel- en thuiszorg (bij de Vlaamse 80-plussers is dat 19,5 %). Gemeenten die hoger scoren dan gemiddeld: Heers (46,1 %), Nieuwerkerken (45,5 %), Herstappe (ook 45,5 %, maar weinig in aantal) en
113
Provincie Limburg, Steunpunt Sociale Planning, Cijfers en informatie voor sociale planning, wonen. Studiedienst van de Vlaamse Regering, Vlaamse armoedemonitor 2013, april 2013. 115 Studiedienst van de Vlaamse Regering, VRIND 2013. Vlaamse Regionale Indicatoren, 2013. Studiedienst Vlaamse Overheid, Kandidaathuurders sociale woning, per provincie, 2003-2011. 116 Eurostat, Onderzoek naar het huishoudelijk energieverbruik en de relatie van dit verbruik met gebouwkarakteristieken en gedrag, 2012. 117 Provincie Limburg, Steunpunt Sociale Planning, cijfers in de kijker, 14-06-2013. 114
p.79
Houthalen-Helchteren (42,2 %). In de periode 2007-2011 is dat percentage in Limburg gestegen van 29,5 naar 34,1% (in Vlaanderen van 16,5 naar 19,5%).118 Bij diezelfde Limburgse 80-plussers ontvangt in 2011 14,3% een tegemoetkoming in de residentiële zorg en dat is minder dan bij Vlaamse hoogbejaarden (16,4%). Het Limburgse percentage daalde in de periode 2007-2011 van 15,3% naar 14,3% (in Vlaanderen van 17,7% naar 16,4%) 119 Per 1.000 inwoners van 60 jaar en meer zijn er begin 2012 in Limburg slechts 32,53 woongelegenheden in woonzorgcentra (wgwzc), tegenover 44,06 in Vlaanderen.120 De nood aan voorschoolse kinderopvang (0-3 jaar) in Limburg blijft hoog in 2013. Limburg (32,7 plaatsen per 100 kinderen) hinkt achterop bij Vlaanderen (39,1 plaatsen per 100 kinderen) ondanks een stijging in de periode 2009-2013. In Hasselt (49), Leopoldsburg (44) en As (43,4) ligt dit dan weer een heel stuk hoger dan het gemiddelde. 121 Het is beter gesteld met het aantal plaatsen per 100 kinderen in de buitenschoolse kinderopvang (3-11 jaar) in Limburg. In 2012 is het Limburgse gemiddelde (9,2%, gestegen sinds 2009 met 1,4%) hoger dan het Vlaamse (5,5%, gestegen sinds 2009 met 0,2%). Tien gemeenten in Limburg scoren onder dit Vlaams gemiddelde: Genk, Gingelom, Ham, Hoeselt, Houthalen-Helchteren, Lanaken, Lommel, Maasmechelen en Riemst.122
Uitgesplitst op Limburgs streekniveau:
West-Limburg en Noord-Limburg zijn de streken met de sterkste bevolkingstoename tussen 1 januari 2004 en 1 januari 2012. Zij stijgen respectievelijk met 7,3% en 5,5%. Daar waar Limburg in het verleden traditioneel een sterkere stijging kende dan Vlaanderen en België, zien we nu een iets trager groeiritme.123 Zuid-Limburg vergrijst het sterkst. Deze streek heeft een ouderdomscoëfficiënt van 123,8. Het Maasland zit op de Vlaamse gemiddelde van 0,86% wat betreft het aantal mensen met een leefloon of een equivalent leefloon. Midden- en Zuid-Limburg (0,63% en 0,53%) zitten er boven. Noord- en West-Limburg zitten er onder met respectievelijk 0,37% en 0,41%. 124 Tussen 2007 en 2011 scoren in Limburg Midden- en Zuid-Limburg in vergelijking met de andere streken steeds hoger in het aantal tenlastenemingen in de zorgverzekering. Maasland heeft steeds het laagste aantal in die periode.125 Binnen de provincie hebben Zuid-Limburg (37,11) en Midden-Limburg (35,21) de meeste woongelegenheden in woonzorgcentra (wgwzc) per 1.000 inwoners van 60 jaar en meer. Het Maasland sluit de rij met amper 25,55. 126 De groep mensen met een meervoudige problematiek (ex-psychiatrisch, druggebruik, familiale problemen, …) groeit in Noord-Limburg. Voor hen is er onvoldoende aanbod (325 plaatsen tekort).
118
Ibidem. Ibidem. 120 POM-ERSV Limburg, Socio-economische analyse van Limburg en haar streken, februari 2014. 121 Provincie Limburg, Steunpunt Sociale Planning, Nood aan voorschoolse kinderopvang blijft hoog in Limburg, 16-09-2013. Kind & Gezin, Kinderopvang in kaart. Limburg 2010. 122 Provincie Limburg, Steunpunt Sociale Planning, Aandeel kindplaatsen per 100 kinderen (3-11 jaar) op 31.03 [Z-scores], gemeenten Limburg. 123 POM-ERSV Limburg, Socio-economische analyse van Limburg en haar streken, februari 2014. 124 Provincie Limburg, Steunpunt Sociale Planning, Totaal leefloners (RMI) en equivalente leefloners (RMH) [%], 2012 - Streken. 125 Elke Vlaming is verplicht zich vanaf 26 jaar aan te sluiten bij de Vlaamse zorgverzekering. Wie zwaar zorgbehoevend is, ontvangt een forfaitaire tegemoetkoming voor niet-medische zorgkosten, de zogenaamde tenlasteneming. Steunpunt sociale planning provincie Limburg, Lopende dossiers in de zorgverzekering [aantal], 2007-2012 - Streken (L). 126 POM-ERSV Limburg, Socio-economische analyse van Limburg en haar streken, februari 2014. 119
p.80
Het huidige aanbod zit geconcentreerd in de gemeenten Lommel en Overpelt. Het aantal aanwezige zorgorganisaties is in Noord-Limburg beperkt (11 in aantal). Op dat vlak zitten WestLimburg (12 in aantal) en Maasland (11 in aantal) in dezelfde situatie. In Midden-Limburg is het aanbod beter (39 in aantal). Zuid-Limburg zit er tussen (24 in aantal). Het huidige aanbod in NoordLimburg vereist verre verplaatsingen. Slechts een beperkt aantal Noord-Limburgers (+/- 31%) met psychische problemen die een residentiele opvang nodig hebben, kunnen opgevangen worden in de eigen regio. Artikel 107 lost dit probleem niet volledig op.127 Limburg telt in 2011 1.183.814 toeristische bezoekers, wat overeenkomt met een aandeel van 15,4% in Vlaanderen (7.707.415) en 8,7% in België (13.618.136). Met 505.684 toeristische bezoekers of 43% van het Limburgs totaal is Noord-Limburg de belangrijkste toeristische streek in Limburg (hetgeen voornamelijk te maken heeft met de twee grote vakantieparken), gevolgd door Midden-Limburg (378.703 of 32%), Zuid-Limburg (131.225 of 11%), het Maasland (125.132 of 11%) en West-Limburg (41.979 of 3%).128
127
www.socialekaart.be. Voor- en nazorg van ex-psychiatrische patiënten (en mensen met een meervoudige problematiek), verkennende nota. “Artikel 107” is een artikel uit de ziekenhuiswet. Door dit artikel kunnen psychiatrische en, mits ze aan een aantal v oorwaarden voldoen, algemene ziekenhuizen de subsidiering van “ziekenhuisbedden” die ze ontvangen, op een andere manier invullen. Deze voorzieningen kunnen dus m.a.w. dankzij dit Artikel met een gedeelte van hun financiering van ziekenhuisbedden nieuwe zorgvor men creëren. SPIL, Overspil. Informatieblad van het overlegplatform 'Samenwerking Psychiatrische Initiatieven Limburg’, ‘Artikel 107 Mijlpaal in het Limburgs GGZ landschap!?’, s.d. 128 POM-ERSV Limburg, Socio-economische analyse van Limburg en haar streken, februari 2014.
p.81
p.82
p.83
BIJLAGEN Lijst van gesprekspartners / geconsulteerde actoren ABVV – Robert Urbain, secretaris ACV – Jean Vranken, voorzitter en Ellen Sleeuwaert, stafmedewerker studiedienst ABVV Industriebond Metaal – Rohnny Champagne, provinciaal voorzitter ACLVB – Paul Geraets, zonesecretaris, en Luc Nijs, Gert Steegmans en Miek Versavel, bestendig secretarissen Boerenbond Limburg – Koen Vanheukelom, provinciaal secretaris ERSV Limburg – Jean-Pierre Boons, coördinator burgemeestersoverleg Noord-Limburg Gemeente Alken – Marc Penxten, burgemeester Gemeente Bocholt – Jos Claessens, burgemeester Gemeente Diepenbeek – Patrick Hermans, burgemeester Gemeente Ham – Dirk De Vis, burgemeester Gemeente Heusden-Zolder – Mario Borremans, burgemeester Gemeente Kinrooi – Jo Brouns, burgemeester Gemeente Maasmechelen – Raf Terwingen, burgemeester Gemeente Neerpelt – Raf Drieskens, burgemeester Gemeente Riemst – Mark Vos, burgemeester Stad Beringen – Maurice Webers, burgemeester, Gilbert Lambrechts en Mark Bex, schepenen, en Caroline Celis en Dimitri Dumont, diensthoofden Stad Dilsen-Stokkem – Michaël Schoofs, stafmedewerker lokale economie, en Frederik Houben, communicatieambtenaar Stad Genk – Wim Dries, burgemeester, en Angelo Bruno en Erik Gerits, schepenen Stad Genk – Francine Quanten, directeur strategisch beleid Stad Hasselt – Tom Vandeput, schepen, en Armand Ghysens, kabinetsmedewerker Stad Tongeren – Guy Schiepers en Jos Schouterden, schepenen Innovatiecentrum Limburg – Bruno Krekels, directeur
p.84
LOOA – Bart van Brabandt, voormalig directeur steunpunt onderwijs LRM – Stijn Bijnens, algemeen directeur, en Hugo Leroi, voorzitter LSM – Jean-Paul Coenen, secretaris-opdrachthouder POM Limburg -
Eric Christiaens – algemeen directeur Johan Grutman – diensthoofd logistiek Nadia Kaczanowski – voormalig diensthoofd ruimtelijke economie Regine Van Ackere – diensthoofd zorgeconomie
Provincie Limburg – bestuur -
Marc Vandeput, gedeputeerde Ludwig Vandenhove, gedeputeerde, en Ingrid Erlingen, kabinetsmedewerker Igor Philtjens, gedeputeerdeFrank Smeets, gedeputeerde Jean-Paul Peuskens, gedeputeerde, en Ivo Bourguignon, kabinetsmedewerker Inge Moors, gedeputeerde, en Guy Cielen, kabinetsmedewerker
Provincie Limburg – administratie -
-
Tom Van Thienen, voormalig bestuursdirecteur directie mens, Sandro Claes, afdelingschef cultureel erfgoed, Luc Flipkens, coördinator cultuurplatform, en Klaar Franssen, afdelingsverantwoordelijke cultuur Frank Vranken, voormalig bestuursdirecteur directie ruimte Bruno Bamps, directeur economie en internationale samenwerking
PXL - Ben Lambrechts algemeen directeur, en Paul Martens UHAsselt – Piet Pauwels, decaan bedrijfseconomische wetenschappen Unizo-Limburg – Bart Lodewyckx, directeur, en Yves Houben, beleidsadviseur VDAB Limburg – Marc Cloostermans, directeur competentiecentra, en Hilde Baerten, directeur arbeidsmarktbeheer VKW-Limburg - Jos Stalmans, gedelegeerd bestuurder, Johan Schildermans, manager belangenverdediging, en Frederiek De Kimpe, manager degelijk ondernemen Voka kvk Limburg – Johann Leeten, gedelegeerd bestuurder
p.85
Geconsulteerde documenten Andries, A. & Faems, D., Onderzoek aan het Expertisecentrum O&O Monitoring (ECOOM) van de KULeuven en aan de Rijksuniversiteit Groningen, ‘Journal of Product Innovation Management’, s.d. Agentschap Ondernemen, Raming van de behoefte aan bedrijventerreinen in het Vlaams Gewest. Tussentijds rapport : Analyse, mei 2013. Di Rupo, E., Algemene beleidsverklaring. Op koers blijven naar duurzaam herstel, 21-11-2012. Econopolis, Onderzoeksproject ‘Kennisclusters West-Vlaanderen’, eindrapport, januari 2012. Euregio Maas-Rijn, EMR 2020, s.d. Europese Commissie, Europa 2020, 2010. Europese Commissie, Stabiliteits- en groeipact,1997. Eurostat, Onderzoek naar het huishoudelijk energieverbruik en de relatie van dit verbruik met gebouwkarakteristieken en gedrag, 2012. Expertengroep, Strategisch Plan voor Limburg in het Kwadraat, 01-02-2013. FOD Economie, Statbel, Kerncijfers 2013. FOD Mobiliteit en Vervoer, Diagnostiek woon-werkverkeer van 30 juni 2011, 2011. Hautekeur, G. e.a., Armoede en Sociale uitsluiting op het platteland. Rapport, juni 2011. IMOB, Onderzoek naar functionele fietsverplaatsingen in Limburg, s.d. Kesteloot, C., Verstedelijking in Vlaanderen: problemen, kansen en uitdagingen voor het beleid in de 21ste eeuw, Task Force stedelijk beleid: theoretisch kader, s.d. Kind & Gezin, Kinderopvang in kaart. Provincie Limburg. 2010, 2010. POM-ERSV Limburg, Socio-economische analyse van Limburg en haar streken, februari 2014. Provincie Limburg, Hoe Limburg klimaatneutraal maken in 2020? Aanpak van het Limburgse klimaatbeleid, 2012. Provincie Limburg, Limburg 2.24. Een contract met de Limburgers, september 2001. Provincie Limburg, Het ruimtelijk structuurplan provincie Limburg, gecoördineerde versie 2012, 2012. Provincie Limburg, Eén sterk sociaal duurzaam Limburg, beleid 2013-2018, 2013. Reynders, H., Redevoering van de gouverneur, 2009
p.86
Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen – Stichting Innovatie en Arbeid, Vlaamse Werkbaarheidsmonitor werknemers 2013, september 2013 Studiedienst van de Vlaamse Overheid, Modale verdeling van het woon-werk/schoolverkeer, 19942012. Studiedienst van de Vlaamse Regering, Vlaamse armoedemonitor 2013, april 2013. Studiedienst van de Vlaamse Regering, VRIND 2013. Vlaamse Regionale Indicatoren, 2013. ULB-KUL, Programme AGORA – Agora programma. Synthese van het eindrapport. Stedelijke en plattelandsarmoede, 2013. Urbiscoop, Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen de Benelux en in NoordrijnWestfalen, 15-06-2013 Van de Berghe, W. & De Martelaere, D., Rapport opgemaakt in opdracht van de Vlaamse Raad voor Wetenschap en Innovatie (VRWI), oktober 2012. Vandeput, M., Marc Vandeput. Beleidsverklaring 2011, 2011. Vlaamse Onderwijsraad, Beleidsinitiatieven kleuter-participatie: een balans, 07-11-2012. Vlaamse Regering, Groenboek Vlaanderen in 2050: mensenmaat in een metropool. Beleidsplan Ruimte Vlaanderen, 2012. Vlaamse Regering, Mobiliteitsplan Vlaanderen. Beleidsvoornemens, oktober 2003. Vlaamse Regering, Pact 2020, 2009. Vlaamse Regering, Programma voor Plattelandsontwikkeling Vlaanderen 2007 – 2013, 2006. Vlaamse Regering, Strategisch beleidsplan 2020 voor het toerisme in Vlaanderen-Brussel, 2011. Vlaamse Regering, Vlaamse beleidsprioriteiten 2014 – 2019, 26-10-2012. Vlaamse Regering, Voortgangsrapport 2012-2013 Vlaams Actieplan Armoedebestrijding, 30-04-2013. VOKA-UHasselt, toekomstindicator 2012. VREG, Jaarrapport, 2008, 2011.
p.87
Kaart: Limburg en haar 5 streken
p.88
Afkortingen AGIT AO BBP CBE CLB CVO DBO EDM ELAt EPO ERSV FIT FTML FVB GO GOB GTB IWT KHLim KMO LIMOB LIMTEC LOOA LRM LSM OVSG PCBO PLOT POM POV RESOC PRIC RTC SALK SERR STEM SFTL VDAB ViA VIL VIM VITO Vlajo Vormelek VVKSO WVOK
Aachener Gesellschaft für Innovation und Technologietransfer Agentschap Ondernemen bruto binnenlands product Centrum voor Basiseducatie Centrum voor Leerlingenbegeleiding Centrum voor Volwassenenonderwijs Dienst Beroepsopleiding Expertise centre for Digital Media Eindhoven-Leuven-Aachen triangle European Patent Office Erkend Regionaal Samenwerkingsverband Flanders Investment and Trade Fonds voor Tewerkstelling en Opleiding in de Metaalverwerkende Nijverheid Limburg Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid Gemeenschapsonderwijs Gespecialiseerd Opleidings-, Begeleiding- en Bemiddelingscentrum Gespecialiseerde Trajectbepaling en -Begeleiding Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie Katholieke Hogeschool Limburg Kleine of Middelgrote Onderneming Limburgs Instituut van de Metaalverwerkende nijverheid voor de Opleiding van Bedienden Limburgs Technologiecentrum van de Metaalsector Limburgs Overlegplatform Onderwijs Arbeid Limburgse Investeringsmaatschappij Limburg Sterk Merk Onderwijssecretariaat van de Steden en Gemeenten Provinciale Commissie Buitenschoolse Opvang Provincie Limburg Opleiding en Training Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij Provinciaal Onderwijs Vlaanderen Regionaal Economisch en Sociaal OverlegComité Provinciaal Integratiecentrum Regionaal Technologisch Centrum Strategisch Actieplan Limburg in het Kwadraat Sociaal-Economische Raad van de Regio Sciences, technology, engineering and mathematics, ofwel exacte wetenschappen, techniek en wiskunde Sociaal Fonds Transport en Logistiek Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding Vlaanderen in Actie Vlaams Instituut voor de Logistiek Vlaams Instituut voor Mobiliteit Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek Vlaamse Jonge Ondernemingen Opleidingscentrum voor werknemers en werkgevers in de elektrotechnische sector Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Werk Vorming Onderwijs Kunststoffentechnologie
p.89
p.90
Kunstlaan 18 3500 Hasselt 011 300 230
[email protected] www.ersvlimburg.be
COLOFON -
Verantwoordelijke uitgever: Marc Vandeput, Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt Redactie en samenstelling: Els Lambrichts en Ward Segers Foto’s en illustraties: POM-ERSV Limburg en provincie Limburg Datum uitgave: maart 2014
p.91