VOORLOPIG ONTWERPPLAN ( 18 december 2014)
STRATEGISCHE SAMENWERKING TERREINBEHEER PWN EN GNR 1. Op weg naar intensieve samenwerking De waardevolle en prachtige natuur- en recreatiegebieden in het Gooi (2.900 ha) en de duinen (7.500 ha)van Noord-Holland zijn ware publiekstrekkers. Jaarlijks bezoeken enorme aantallen mensen deze gebieden van de stichting GNR (sinds 1932) en de PWN (sinds….). Wandelaars, fietsers, badgasten en ruiters zijn maar een paar van de gebruikersgroepen die volop genieten van de mogelijkheden die deze terreinen hen bieden. In het Gooi is de aanwezigheid van de natuurterreinen, waarvan een deel een grote landelijke betekenis heeft, sterk waarde verhogend. Natuurgebieden leveren recreatieve, esthetische en milieumatige diensten aan de bewoners, regiobreed. Het al 80 jaar ingezette natuurbeleid heeft ook positieve effecten op de kwaliteit van het grond- en bodemwater. Het water dat de PWN in het Gooi bij onder andere Laren wint, is van een dusdanige kwaliteit dat er weinig tot geen nabewerking nodig is. Een enorme kostenbesparing dus voor de drinkwaterwinning. Alle reden dus om deze waardevolle gebieden met het oog op de toekomst verstandig te blijven beheren en onderhouden. Om hieraan invulling te geven zijn de stichting GNR en PWN vanaf maart 2014 een verkennend onderzoek gestart naar de mogelijkheden om het terreinbeheer met elkaar op te pakken vanuit het oogpunt van kwaliteit en duurzaamheid. Kan er door de samenwerking een zodanige synergie ontstaan dat de natuur er beter van wordt, de beide organisaties (financieel) sterker en de dienstverlening naar de samenleving toe een meerwaarde krijgt.
Op grond van de eerste fase van het onderzoek (Haalbaarheidsstudie samenwerking PWN/GNR d.d. 5 mei 2014) hebben beide partijen in juni 2014 bestuurlijk besloten tot nadere uitwerking van een voorkeursmodel. Uitwerking van dat model betekende onder meer overleg met het personeel, stakeholders en opstellen van de benodigde documenten en overeenkomsten. De resultaten van deze tweede fase zijn nu gereed en vormen de basis voor het huidige voorliggende plan. In dit plan komen daarover de volgende onderwerpen aan de orde:
Doelen en essentie van de samenwerking Participatie PWN in bestuur GNR Overgang van personeel GNR naar PWN De positie van Stichting GNR De aansturing vanuit GNR De positie van PWN Gevolgen voor Natuur en Waterwinning 1
Raadpleging van stakeholders Raadpleging personeel en overleg met vakbonden Financiële aspecten Ontwerpen voor de formele overeenkomsten
2. Doelen en aard van de samenwerking Beide partijen streven naar schoon drinkwater, schone bronnen en een schone natuur met een zo efficiënt mogelijke inzet van mensen en middelen. Daartoe is besloten tot een meer intensieve samenwerking tussen GNR en PWN, die twee elementen behelst: Participatie van PWN in het bestuur van de Stichting GNR; Overdracht van de uitvoering van de taken van GNR naar PWN met gelijktijdige overgang van de uitvoeringsorganisatie van GNR naar die van PWN zodat de nieuwe organisatie de taken voor de Stichting GNR kan blijven uitvoeren. Met deze nieuwe samenwerking brengt de Stichting GNR haar doelen dichterbij met betrekking tot het verminderen van de kwetsbaarheid van haar uitvoeringsorganisatie. De specialistische ondersteuning van het apparaat op het gebied van personeelszorg, financiën, juridische zaken, vastgoedbeheer, ICT en communicatie kan voortaan vanuit een grotere organisatie worden verzorgd, waardoor de risico’s verminderen. En op het gebied van het dagelijks terreinbeheer van haar areaal ontstaan binnen de grotere natuur- en recreatieorganisatie van PWN meer mogelijkheden voor uitwisseling en kwaliteitsverbetering. Met de strategische samenwerking komen ook de doelen van PWN in zicht. Er ontstaan mogelijkheden voor het realiseren van een grotere mate van efficiency en besparingen enerzijds en kwaliteitsverhoging van het terreinbeheer anderzijds. En de al langer gekoesterde wens om waterwinning en natuurbeheer steviger te koppelen krijgt vorm. Daarmee sluiten PWN en GNR goed aan op een landelijk streven naar meer synergie tussen de belangen van waterwinning, schone grond en natuurbeheer, zoals ingezet door de Staatssecretaris. Heel concreet verwerft PWN tevens invloed op de besluitvorming in het bestuur van GNR, een en ander ten behoeve van haar belangen van waterwinning in het Gooi. De Stichting GNR en de NV PWN blijven zelfstandig, met eigen doelen, eigen areaal, eigen middelen en een aparte aansturing. Het merk GNR blijft bestaan, het merk PWN eveneens. Dat blijft ook tot uiting komen in de plannen en in de communicatie rond de taken van beide instanties. Van een fusie tussen PWN en GNR, waarover in de media wel wordt gesproken, is geen sprake.
3. PWN komt in het Bestuur van GNR PWN treedt in de figuur van de sectormanager Drinkwater toe tot het bestuur van de Stichting GNR, naast de bestaande bestuurders van de Gooise gemeenten Hilversum, Bussum, Naarden, Huizen, Blaricum en Laren, de gemeente Amsterdam en de provincie Noord-Holland. Daarmee kan PWN haar belangen met betrekking tot de waterwinning en bescherming van de bodemen grondwater in het gebied beter dienen. Ter uitdrukking van
2
haar belang in dat beheer zal PWN voortaan ook deelnemen in de jaarlijkse vaste bijdrage ter dekking van het exploitatietekort. Een bijdrage van 10% is afgesproken. De participatie van PWN is, anders dan die van de overige deelnemers, gebonden aan het speciaal belang van de waterwinning in het Gooi. Om die reden is afgesproken dat PWN gerechtigd is om onder een aantal voorwaarden uit te stappen wanneer het belang van waterwinning in het Gooi in de toekomst mocht verdwijnen. Alleen in bijzondere gevallen kan daar overigens sprake van zijn. 4. Het takenpakket van de uitvoeringsorganisatie van GNR wordt overgedragen aan PWN Het tweede element van de samenwerking betreft de overdracht van het gehele takenpakket van de uitvoeringsorganisatie van GNR aan PWN. Dat houdt tevens in dat het gehele personeel van GNR, behoudens de directeur-rentmeester overgaat naar PWN. Daarbij blijft de standplaats overwegend het Gooi. Die overgang heeft voordelen voor de uitwisseling van kennis en ervaring, en beperkt de kwetsbaarheden van beide organisaties als het om overhead gaat (financiën, personeel, juridisch, vastgoedbeheer, ICt en communicatie). De spelregels voor de overgang naar een andere CAO zijn opgenomen in een zogenaamd overgangsprotocol, waarover met de vakbonden nog overeenstemming moet worden bereikt. Zie ook bijlage E. Waar nodig of gewenst worden maatwerkafspraken over een overgangssituatie gemaakt. Omdat het takenpakket van GNR geheel overgaat ontstaan er geen grote veranderingen in de werkzaamheden van het personeel. De medewerkers die zich bij GNR bezighouden met terreinbeheer, het primaire proces, komen als een apart regioteam in de afdeling Natuur en Recreatie bij PWN. Dat geldt ook voor de beleidsmedewerkers. Medewerkers met ondersteunende taken komen bij PWN in deels in de Directie Natuur en Recreatie en deels in overeenkomstige ondersteunende afdelingen. De functie van directeur-rentmeester blijft direct gekoppeld aan de Stichting.
5. De positie van Stichting GNR blijft gelijk Het doel van de beoogde strategische samenwerking tussen GNR en PWN is het versterken van het terreinbeheer voor de beide organisaties. Het samenwerken mag niet ten koste gaan van de identiteit van het GNR, het draagvlak onder de bevolking, de (financiële) relaties met onder andere de NPL en de bestuurlijke Gooise grip op de stichting. Het wezenlijke verschil is dat in de nieuwe situatie de werkzaamheden in opdracht van de Stichting voortaan worden uitgevoerd door de medewerkers van PWN, die voorheen onder de provinciale cao van het GNR vielen. Daarover worden afspraken gemaakt in de ‘Beheerovereenkomst ’, zie ook bijlage B.
Met de samenwerking verandert er dus ook niets in de bestuurlijke grip, anders gezegd in de relatie van de Stichting met de bestuurlijke achterbannen van de leden van DB en AB, te weten de gemeenteraden en Provinciale Staten. Ook verandert er niets in de relatie met de Stichting Steun GNR en andere financiële relaties zoals onder andere de Nationale Postcode Loterij. Alle verantwoordelijkheden van de Stichting blijven daar behouden. Ook in de middelen van de Stichting verandert er niets. Het areaal blijft eigendom van de stichting en 3
de dekking van de kosten blijft komen uit de vaste exploitatiebijdragen en variërende extra inkomsten. Dat geldt op dezelfde manier ook voor de uitgaven en inkomsten bij speciale projecten. Het bestuur van de Stichting verandert van samenstelling. Het Algemeen Bestuur van GNR wordt vanuit PWN met twee leden uitgebreid, het Dagelijks Bestuur met één lid. Daartoe zullen de Statuten van de Stichting worden aangepast. Meer aanpassingen van de Statuten zijn niet nodig. Hetzelfde geldt voor de zogenaamde ‘Participantenovereenkomst’, waarvoor een ‘Allonge’ is bijgevoegd, zie bijlagen C en D. 6. De bestuurlijke grip of de aansturing vanuit het Bestuur GNR blijft gewaarborgd Wanneer de plannen van het Stichtingsbestuur van GNR worden uitgevoerd door de geïntegreerde uitvoeringsorganisatie bij PWN is het belangrijk om heldere afspraken te maken over de inhoudelijke aansturing. De verantwoordelijkheid voor een juiste uitvoering van de plannen en het reguliere beheer ligt voortaan bij PWN. De opdrachten daarvoor ontvangt PWN van het Bestuur van de Stichting door tussenkomst van de directeurrentmeester, die ook controleert of de afgesproken diensten naar behoren zijn uitgevoerd en of de middelen juist zijn besteed. Voor de aansturing beschikt de directeur-rentmeester over een meerdere jaren geldende Beheersvisie en beheerplan (vigerend voor 2010-2019) en een jaarlijks door de Stichting vast te stellen begroting met een GNR-Jaarplan. Daarnaast kunnen lopende het jaar door de Stichting aan PWN opdrachten worden verleend voor speciale projecten, waar eveneens middelen voor worden beschikbaar gesteld. De directeur-rentmeester houdt gedurende het jaar intensief contact met PWN over de uitvoering van de afgesproken werkzaamheden. In het Stichtingsbestuur wordt minimaal eenmaal per jaar verantwoording afgelegd door de Directie Natuur en Recreatie over de uitvoering van de afgesproken werkzaamheden en de besteding van de gelden. De directeur-rentmeester heeft daarbij een controlerende en adviserende rol naar zijn eigen bestuur.
7. Bij PWN komen Natuur en Water er sterker uit Zoals eerder gezegd komt PWN in het bestuur van de stichting. Daarmee wordt de mogelijkheid geschapen om zelf direct invloed uit te oefenen als PWN op het beleid en draagt PWN bij aan het voortbestaan van het voor haar zo belangrijke werk van het GNR. De integratie van de uitvoeringsorganisaties van GNR en PWN kan gerealiseerd zonder reorganisatie bij PWN. De meeste ondersteunende taken met bijbehorend personeel kunnen bijna naadloos worden gekoppeld aan overeenkomstige eenheden. Het overige personeel komt bij de afdeling voor natuurbeheer, dat er een regioteam bij krijgt. Daarmee ontstaan er binnen dat beleidsveld binnen PWN mogelijkheden voor efficiënter werken en uitwisseling van mensen, en dus van kwaliteit. 8. Natuurbescherming en waterwinning in het Gooi varen er wel bij Door de extra bijdrage van PWN aan de exploitatie van GNR ontstaat er ruimte om de jaarlijkse bijdrage van de participanten (gemeente en provincie) opnieuw vast te stellen. Meer middelen om de kwaliteit van het beheer van de natuurgebieden in het Gooi te blijven 4
garanderen ontstaan wanneer te zijner tijd na de eerste frictiekosten de voordelen van efficiency binnen de grotere uitvoeringsorganisatie kunnen worden geëffectueerd. Tenslotte kan de kwaliteit van het werk aan de natuur hoger worden door uitwisseling van expertise en ervaring binnen PWN. De bescherming van de bodem en het grondwater in het Gooi, niet alleen voor de waterwinning van belang, krijgt in de nieuwe situatie nog meer aandacht door de bemoeienis van PWN. Hier zal blijken hoezeer de belangen van een blijvend gegarandeerde waterwinning en van goed natuurbeheer in elkaars verlengde liggen. 9. Stakeholders zijn geraadpleegd Over de eerdere verkenningen, de keuze voor het voorkeursmodel en de uitwerking zijn de afgelopen periode drie stakeholders vanuit de wereld van GNR geraadpleegd. Dat waren de Stichting Steun GNR, de Klankbordgroep van GNR en de groep van collegae terreinbeheerders. Stichting Steun Goois Natuurreservaat De Stichting heeft bij brief van 14 augustus 2014 advies uitgebracht over de Haalbaarheidsstudie. De Stichting onderschrijft de wenselijkheid van samenwerking met een andere partij maar ziet in de studie veel bezwaren. De Stichting vreest dat GNR afbreuk zal doen aan de zorg voor de natuur ten gunste van besparingen, mist een financiële paragraaf, vraagt aandacht voor de aansturing vanuit GNR, pleit voor een model met minder overgang van personeel naar PWN en vraagt om voldoende tijd voor de besluitvorming. De stichting meldt voorts dat dit een voorlopig standpunt is en dat men benieuwd is naar de uitwerking van het voorkeursmodel.
Klankbordgroep Gebruikers Natuurterreinen Goois Natuurreservaat De Klankbordgroep heeft bij brief van 24 augustus ook advies uitgebracht over de haalbaarheidsstudie. De groep onderschrijft de keuze voor model B/E maar brengt een aantal essentiële punten onder de aandacht: behoud identiteit GNR van eminent belang, doelstellingen GNR moeten ongewijzigd blijven, een onafhankelijke positie voor de directeur-rentmeester, het ambitieniveau moet omhoog, daartoe de extra middelen niet gebruiken voor verlaging van de bijdragen van anderen, en graag binnen twee jaar een gedegen evaluatie.
Collegae natuurterreinbeheerders De collegae terreinbeheerders van PWN en GNR zijn met behulp van de haalbaarheidsstudie schriftelijke op de hoogte gesteld van de plannen.
De integrale reacties van de Stakeholders en de antwoorden aan de beide organisaties met een toelichting hoe daar in dit voorlopig ontwerp mee is omgegaan vindt u in de bijlagen F en G.
10. Personeel is geïnformeerd en wordt betrokken Het personeel van GNR en PWN is tussentijds herhaaldelijk geïnformeerd over de keuze van Bestuur en RvC voor het voorkeursmodel van samenwerking en over de daaraan ten grondslag liggende gedachten en overwegingen.
5
Een zogenaamd overgangsprotocol, waarin de spelregels voor de overgang van het personeel worden afgesproken, zal op korte termijn met de vakbonden worden besproken. Het is de bedoeling dat daar overeenstemming over wordt bereikt voordat het plan de volgende fase van bestuurlijke bespreking in gaat. Het nu voorliggende plan zal in de komende periode van zes weken om advies worden voorgelegd aan enerzijds de OR van PWN en anderzijds de Personeelsvertegenwoordiging van GNR. Het advies van beide organen wordt te zijner tijd betrokken bij de definitieve besluitvorming.
11. Financiële gevolgen zijn verkend In bijlage H vindt u een verkenning van de financiële gevolgen van de voorgenomen samenwerking. De belangrijkste conclusies zijn:
De financiële bijdrage van PWN aan de exploitatie van GNR van ongeveer € 190.000 zou kunnen leiden tot een navenante verlaging van de bijdragen van de huidige participanten of verhoging van de middelen voor natuurbeheer maar zolang nog onduidelijk is of de gemeente Amsterdam wel binnen de Stichting blijft wordt daar geen besluit over genomen. Door de integratie van de uitvoeringsorganisatie van GNR in die van PWN ontstaan besparingsmogelijkheden in de sfeer van overhead en management. Ook op uitbesteding van werk door de nu nog kleine en kwetsbare organisatie zou kunnen worden bespaard. Een taakstellende besparing op de uitvoeringskosten van €250.000 wordt aan de operatie verbonden. Daarbij wordt overigens afgesproken dat zowel personeel als materieel niet op de primaire werkprocessen, dus natuurbeheer, recreatieve voorzieningen en gebiedsontwikkeling, wordt bezuinigd. De overgang van personeel veroorzaakt een bedrag aan eenmalige frictiekosten. Die kosten, waarvoor een stelpost van € 170.000 is opgenomen, kunnen in ieder geval worden gedekt uit de eerste extra inkomsten als gevolg van toetreding van PWN. Door de overgang van personeel ontstaat in min of meerdere mate tussen GNR en PWN een opdrachtgevers- en opdrachtnemersrelatie waardoor anders dan tot nu toe over de personeelslasten BTW moet worden berekend. Daardoor zullen de exploitatielasten met ongeveer € 350.000 - € 400.000 toenemen, geheel te dekken uit verhoging van de bijdragen van de participanten. Desgevraagd heeft de belastinginspecteur aangegeven dat die extra BTW last naar alle participanten, dus ook naar PWN kan worden doorgeschoven, welke via het BTW compensatiefonds gecompenseerd kan worden. Netto zullen de participanten dan niet zwaarder worden belast. Samengevat:
Bedragen x € 1000 Participatie PWN Besparingen op management en overhead
Kosten
Baten ---
Saldo 190 250
+ 190 + 250
6
BTW over personeelslasten
350 à 400
350 à 400
--
Totaal structureel
+ 440
Totaal incidenteel: frictiekosten
- 170
De vraag is onder ogen gezien of de beoogde samenwerking leidt tot een aanbestedingsplichtige opdracht van GNR aan PWN. De samenwerking kan echter plaatsvinden binnen de kaders van de zogenaamde 'horizontale samenwerking' tussen aanbestedende diensten. Voor zo'n samenwerking formuleert de onlangs vastgestelde en binnenkort in het Nederlandse recht te implementeren nieuwe Aanbestedingsrichtlijn een uitzondering op de aanbestedingsplicht, die voortbouwt op ter zake reeds bestaande Europeesrechtelijke jurisprudentie. Het hier gaat om samenwerking tussen twee aanbestedende diensten, die strekt tot een op hen beide rustende taak van algemeen belang, natuurbehoud en bevordering van recreatie, terwijl de wijze van samenwerking uitsluitend geschiedt uit oogmerk van openbaar belang en niet met een winstoogmerk, en PWN en GNR niet een relevant aandeel op de markt van beheersdiensten bezitten. De samenwerking zal naar verwachting binnen die kaders gestalte kunnen krijgen, zodat deze in overeenstemming is met het aanbestedingsrecht (ook na implementatie van genoemde richtlijn). 11. Concepten voor overeenkomsten zijn gereed Juridisch worden de afspraken tussen GNR en PWN vastgelegd. Daartoe worden twee nieuwe overeenkomsten opgesteld en worden twee bestaande overeenkomsten herzien: Een Bestuursovereenkomst (nieuw) tussen PWN en Stichting GNR regelt de participatie van PWN in het bestuur inclusief rechten en plichten en de procedures bij beëindiging. Zie bijlage A. Een Beheerovereenkomst (nieuw) tussen PWN en Stichting regelt de overgang van het personeel en de afspraken over dienstverlening, kostenverrekening, communicatie, eigendommen en zo voort. Zie bijlage B. De statuten van de Stichting GNR moeten worden aangepast. Een voorstel voor wijziging is bijgevoegd. Zie bijlage C. Aan de bestaande Participantenovereenkomst wordt een zogenaamde ‘Allonge’ toegevoegd. Zie een voorstel in bijlage D. Daarnaast is er een zogenaamd Overgangsprotocol opgesteld, waarover met de bonden nog overeenstemming moet worden bereikt. Dat protocol bevat de spelregels voor het overgang van het personeel van GNR naar PWN.
7
BIJLAGEN: A. B. C. D. E. F. G. H.
Concept Bestuursovereenkomst Concept Beheerovereenkomst Voorstel Herziening Statuten GNR Voorstel Allonge bij Participantenovereenkomst Concept Overgangsprotocol Reactie Stichting Steun met antwoord Reactie Klankbordgroep Gebruikers Natuurterreinen GNR met antwoord Notitie financiële aspecten
8